Toyota TNS350 User Manual

TNS350
Instructieboekje
Inleiding
Dank u voor uw aankoop van dit navigatiesysteem. Gelieve deze handleiding aan­dachtig te lezen voor een goed gebruik. Houd deze handleiding altijd bij u in uw voertuig.
Dit navigatiesysteem is een van de technologisch meest geavanceerde voertuigaccessoires die ooit werden ontwikkeld. Het systeem ontvangt satellietsignalen van het GPS (Global Positioning System) dat beheerd wordt door het Ministerie van Defensie van de V.S. Aan de hand van deze signalen en andere voertuigsensoren toont het systeem uw huidige positie en helpt u bij het lokaliseren van een gewenste bestemming.
Het navigatiesysteem is ontworpen voor het selecteren van efciënte routes vanaf uw huidige startlocatie tot aan uw bestemming. Het systeem is ook ontworpen om u op een efciënte manier naar een bestemming te loodsen waarmee u niet vertrouwd bent. Het kaartenbestand is gebaseerd op AISIN AW-kaarten die op hun beurt hun informatie halen uit NAVTEQ-kaarten. De berekende routes zijn soms niet de kortste, noch die met de minste verkeershinder. Uw eigen persoonlijke kennis over de plaatselijke toestand of een zelf gevonden kortere weg kunnen soms sneller zijn dan de berekende routes.
De database van het navigatiesysteem bevat ongeveer 40 POI-categorieën waaruit u gemakkelijk bestemmingen zoals restaurants en hotels kunt selecteren. Als een bestemming niet in de database voorkomt, kunt u de straat of een groot kruispunt in de buurt ervan invoeren en het systeem zal er u naartoe brengen.
Het systeem zal zowel een visuele kaart als audio-instructies geven. De gesproken instructies geven de resterende afstand aan en de afslagrichting wanneer u een kruising of afslag nadert. Deze gesproken instructies helpen u om uw ogen op de weg te houden. Ze zijn zo ingesteld dat er voldoende tijd overblijft om te kunnen manoeuvreren, van rijstrook te veranderen of te vertragen.
Bestel bijgewerkte kaarten rechtstreeks via
http://my.toyota.eu
TNS 350 1
Wees er echter van bewust dat alle huidige navigatiesystemen bepaalde beperkingen hebben die hun vermogen om optimaal te presteren kunnen beïnvloeden. De nauwkeurigheid van de positie van de auto hangt af van de satelliettoestand, de conguratie van de weg, de staat van het voertuig of andere omstandigheden. Voor meer informatie over de beperkingen van het systeem, zie pagina's 248 en 249.
TOYOTA MOTOR CORPORATION
2 TNS 350
Belangrijke informatie over deze handleiding
Om veiligheidsredenen zijn in deze hand­leiding elementen die bijzondere aandacht vergen als volgt weergegeven:
OPGELET
U krijgt informatie over wat u al dan niet mag doen om het gevaar voor verwondingen voor uzelf en anderen te vermijden.
Veiligheidsinstructie
OPMERKING
Dit is een waarschuwing voor alles wat schade kan toebrengen aan de auto of aan de uitrusting als de waar­schuwing wordt genegeerd. U krijgt informatie over wat u al dan niet mag doen om het risico op beschadiging aan uw voertuig en aan de uitrusting te vermijden of te minimaliseren.
INFORMATIE
Dit geeft bijkomende informatie.
Uitzicht en specicaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden aan­gepast. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden gerepro­duceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Toyota Motor Europe.
Om dit systeem zo veilig mogelijk te ge­bruiken, moet u altijd de volgende veilig­heidstips in acht nemen.
Dit systeem is bedoeld als hulp bij het be­reiken van een bestemming en indien het goed wordt gebruikt, zal dit u daar effectief bij helpen. Enkel de bestuurder is verant­woordelijk voor een veilig gebruik van de auto en voor de veiligheid van de passa­giers.
Gebruik geen enkele functie van dit sys­teem als u erdoor verstrooid raakt en de veiligheid tijdens het rijden in gevaar komt. De eerste prioriteit bij het rijden moet steeds een veilig gebruik van de auto zijn. Houd u tijdens het rijden aan alle verkeers­regels.
Voordat u dit systeem gaat gebruiken, moet u eerst leren hoe het werkt en goed vertrouwd zijn met alle functies. Lees de volledige handleiding van het navigatie­systeem zodat u het systeem goed be­grijpt. Laat anderen dit systeem pas ge­bruiken nadat ze zelf de instructies in deze handleiding gelezen en begrepen hebben.
TNS 350 3
OPGELET
● Wees uiterst oplettend bij het be­dienen van het navigatiesysteem terwijl u rijdt. Onvoldoende aan­dacht voor de weg, het verkeer of de weersomstandigheden kunnen tot een ongeval leiden.
● Houd u tijdens het rijden altijd aan de verkeersregels en houd steeds rekening met de verkeerssituatie. Als een verkeersbord is gewijzigd, kan de routebegeleiding verkeerde informatie geven, zoals de rijrich­ting in een eenrichtingsstraat.
Luister tijdens het rijden zoveel mogelijk naar de gesproken instructies en bekijk het scherm kort en alleen wanneer dit veilig is. Vertrouw echter niet blindelings op de ge­sproken aanwijzingen. Gebruik ze enkel als hulpmiddel. Als het systeem de huidige positie van de auto niet juist kan bepalen, bestaat de kans dat de gesproken aanwij­zingen onjuist of te laat zijn of helemaal niet worden gegeven.
De gegevens in het systeem kunnen soms onvolledig zijn. Verkeerssituaties, inclusief rijbeperkingen (verbod om links af te slaan, afgesloten straten, enz.), veranderen vaak. Kijk daarom, voordat u een instructie van het systeem volgt, of dit veilig kan ge­beuren en in overeenstemming is met de verkeersregels.
Dit systeem kan u niet waarschuwen voor zaken als de veiligheid van een bepaald gebied, de toestand van wegen of de be­schikbaarheid van hulpdiensten. Rijd niet in een gebied als u niet zeker weet dat dit veilig is. Onder geen enkele voorwaarde
kan dit systeem het persoonlijke oor­deel van de bestuurder vervangen.
Gebruik dit systeem alleen op plaatsen waar dit wettelijk is toegestaan. In sommi­ge landen/streken kunnen wetten gelden die het gebruik van video- en navigatie­schermen naast de bestuurder verbieden.
4 TNS 350
Inhoudsopgave
Uw navigatiesysteem —
— Navigatiesysteem functie-index ................................. 10
— Snel aan de slag ........................................................... 12
— "MENU"-scherm ........................................................... 14
— "Bestemming"-scherm ................................................ 15
— "Instelling"-scherm ...................................................... 17
— "Instellen"-scherm ....................................................... 18
1 Basisfuncties
<Basisinformatie voor u het toestel gebruikt>
Beginscherm ...................................................................................... 22
Bediening aanraakscherm ................................................................. 24
Bediening via bedieningsknoppen op het aanraakscherm ................ 26
Letters en cijfers invoeren/Werken met het Lijst-scherm ................... 26
Bediening van het kaartscherm ..................................................... 31
Weergave huidige positie ............................................................... 31
Scherm scrollfunctie (aanraakmodus/éénvingerverschuiving) ....... 32
Schermen omwisselen ................................................................... 36
Schaal van de kaart ........................................................................ 39
Oriëntatie en conguratie van de kaart wijzigen ............................. 40
Voorbeeld van de bediening van het navigatiesysteem............... 41
De route begeleiden ....................................................................... 41
Thuis registreren ............................................................................ 43
Korte handleiding
1
2
3
4
5
6
7
8
Index
TNS 350 5
2 Bestemming zoeken
Bestemming zoeken ........................................................................ 46
Het zoekgebied selecteren ............................................................. 46
Thuis als bestemming zoeken ........................................................ 49
Bestemming zoeken via Sneltoegang ............................................ 49
Bestemming zoeken via "Adres" .................................................... 50
Bestemming zoeken via "POI*" ...................................................... 54
Bestemming zoeken via "Vorige" ................................................... 58
Bestemming zoeken via "USB-bestemming".................................. 58
Bestemming zoeken via "Geheugen" ............................................. 60
Bestemming zoeken via "Kaart" ..................................................... 61
Bestemming zoeken via "POI* bij cursor"....................................... 61
Bestemming zoeken via "Kruispunt" .............................................. 64
Bestemming zoeken via "Coördinaten" .......................................... 65
Bestemming zoeken via "Tel. nummer" .......................................... 66
Bestemming zoeken via "Postcode UK" ......................................... 66
De routebegeleiding starten ............................................................... 67
3 Routebegeleiding
Routebegeleidingsscherm ................................................................. 72
Typische gesproken instructies .......................................................... 75
Afstand en tijd tot bestemming .......................................................... 77
Overzicht route .................................................................................. 78
De bestemming instellen en wissen .............................................. 79
Bestemmingen toevoegen .............................................................. 79
Bestemmingen herschikken ........................................................... 80
Bestemmingen wissen ................................................................... 81
De route instellen ............................................................................. 82
Zoekcriterium .................................................................................. 82
Omleiding instellen ......................................................................... 83
Wegvoorkeur .................................................................................. 84
Kaart instellen .................................................................................. 85
POI*-symbolen weergeven ............................................................. 85
Routetracé ...................................................................................... 88
*: Point of Interest (POI - Interessepunt)
6 TNS 350
4 Geavanceerde functies
<Beschrijvingen van functies voor efciënter gebruik>
De begeleiding onderbreken en hervatten ......................................... 90
Volume ............................................................................................... 91
Geheugen ......................................................................................... 92
Geheugenpunten registreren ......................................................... 93
Geheugenpunten bewerken ........................................................... 94
Geheugenpunten wissen ................................................................ 98
Thuis registreren ............................................................................ 99
Thuis wissen ................................................................................... 100
Te vermijden gebieden registreren ................................................. 100
Te vermijden gebieden bewerken ................................................... 101
Te vermijden gebieden wissen ....................................................... 104
Vorige punten wissen ..................................................................... 104
Instellen ............................................................................................. 105
RDS-TMC (Radio Data System Trafc Message Channel) ............... 115
5 Andere functies
Onderhoudsinformatie .................................................................... 124
Instelling onderhoudsinformatie ..................................................... 124
Dealer instellen ............................................................................... 126
Kalender met memo's ...................................................................... 128
Een memo toevoegen .................................................................... 130
Een memo bewerken ..................................................................... 131
Memolijst ........................................................................................ 131
Handenvrij systeem (voor mobiele telefoon) ................................ 133
Een Bluetooth Bellen met de Bluetooth Gesprekken ontvangen op de Bluetooth Spreken via de Bluetooth De instellingen van de Bluetooth Een Bluetooth
Het scherm aanpassen ...................................................................... 178
Scherminstelling ................................................................................ 178
Instellen van het biepgeluid ............................................................... 181
Een taal kiezen .................................................................................. 181
Fotoviewer ......................................................................................... 182
®
telefoon invoeren ................................................... 136
®
telefoon .................................................. 140
®
telefoon ......................... 144
®
telefoon ................................................ 145
®
telefoon wijzigen ....................... 147
®
telefoon instellen ................................................... 171
TNS 350 7
6 Audiosysteem
Snel aan de slag ................................................................................ 188
Uw audiosysteem gebruiken .......................................................... 189
Beginselen ...................................................................................... 189
Het scherm instellen ....................................................................... 195
Bediening van de radio ................................................................... 197
Bediening van Bluetooth
Bediening van een iPod ................................................................. 216
Bediening van SD/USB-speler ....................................................... 226
Bediening via AUX-uitgang ............................................................. 234
Afstandsbediening van het audiosysteem .................................... 236
Schakelaars op het stuurwiel ......................................................... 236
Tips voor het bedienen van het audiosysteem .................................. 237
®
audiosysteem ........................................ 201
7 Optionele functies
Achteruitrijcamera .............................................................................. 244
Beeld achteruitrijcamera .................................................................... 245
8 Bijlage
Beperkingen van het navigatiesysteem ............................................. 248
Informatie en updates kaartdatabase ............................................ 250
Versie van de database en bereik
SD geheugenkaart bevestigen ....................................................... 251
De SD geheugenkaart met kaartinformatie wijzigen ...................... 251
INDEX................................................................................. 253
8 TNS 350
TNS 350 9
Uw navigatiesysteem — — Navigatiesysteem functie-index
<Map>
Kaarten weergeven Pagina
Het kaartscherm bekijken 12
De huidige voertuigpositie weergeven 31
De omgevingskaart van de huidige positie bekijken 32
De schaal wijzigen 39
De oriëntatie en conguratie van de kaart wijzigen 40
POI's* weergeven 85
De geschatte reistijd naar/aankomsttijd op bestemming weergeven
Het scherm met dubbele kaart selecteren 36
De verkeersinformatie (RDS-TMC) weergeven 115
De bestemming zoeken Pagina
De bestemming zoeken (via Thuis, POI*, Tel. nummer, enz.) 46
Land wijzigen 46
Werken met de kaartlocatie van de gewenste bestemming 67
<Routebegeleiding>
Voor u de routebegeleiding start Pagina
De bestemming instellen 67
Alternatieve routes bekijken 67
De routebegeleiding starten 67
Voor of tijdens de routebegeleiding Pagina
De route bekijken 67
Bestemmingen toevoegen 79
De route bewerken 82
De geschatte reistijd naar/aankomsttijd op bestemming weergeven
*: Point of Interest (POI - Interessepunt)
77
77
10 TNS 350
Tijdens de routebegeleiding Pagina
De routebegeleiding onderbreken 90
Het volume van de routebegeleiding instellen 91
De bestemming wissen 81
De volledige routekaart tonen 78
<Handige functies>
Geheugenpunten Pagina
Geheugenpunten registreren 93
Symbolen markeren op de kaart 92
Informatie Pagina
Onderhoud van het voertuig weergeven 124
De kalender weergeven 128
Handenvrij systeem (voor mobiele telefoon) Pagina
®
Resetten van Bluetooth
Bellen met de Bluetooth
Een oproep ontvangen op de Bluetooth
136
®
telefoon 140
®
telefoon 144
TNS 350 11
— Snel aan de slag
Kaartsymbool "noorden bovenaan",
1
"bestemming bovenaan" of 2.5D
Dit symbool geeft aan dat op de kaart het noorden of de bestemming zich bovenaan bevindt, of dat de kaart in 2.5D wordt weer­gegeven. Door dit symbool aan te raken worden de oriëntatie en conguratie van
de kaart gewijzigd. .................................40
Schaalweergave
2
Deze aanduiding geeft de schaal van de
kaart weer ............................................. 39
"GPS"-markering
3
(Global Positioning System)
Telkens uw voertuig GPS-signalen ont-
vangt, verschijnt deze markering. ........248
12 TNS 350
RDS−TMC markering
4
Deze markering wordt weergegeven wan­neer RDS−TMC-informatie wordt ontvan-
gen.......................................................115
Grensbegeleiding
5
Wanneer het voertuig een grens over­steekt, wordt de nationale vlag van dat land getoond.
"MAP"-knop
6
Druk deze knop in om een gesproken in­structie te herhalen, om de aanraakmodus/ éénvingerverschuiving te verlaten, de be­geleiding te starten en de huidige positie
weer te geven. .................................31, 75
"MENU"-knop
7
Druk deze knop in om het "MENU"-scherm
weer te geven. .......................................14
"Markeren"-schakelaar
8
Raak deze schakelaar aan om de positie van de cursor als een geheugenpunt te re-
gistreren.................................................33
"Route"-schakelaar
9
Raak deze schakelaar aan om de route te
bewerken. ....................................... 78, 82
Schaalbalk
10
Om de schaal van de kaart te vergroten of te verkleinen moet u de balk met uw vin­ger naar links of rechts bewegen. Wan­neer de aanraakmodus is geselecteerd, wordt de schakelaar weergegeven als
of , en kan de schaal van de kaart worden gewijzigd door een van beide aan
te raken..................................................39
"Uit"-schakelaar
11
Raak deze schakelaar aan om een breder zicht te krijgen. Sommige schakelaars op het scherm worden niet weergegeven. Zij verschijnen opnieuw bij het aanraken van de "Aan" schakelaar.
Kaartconfiguratieschakelaar
12
Raak deze schakelaar aan om de scroll­modus te wijzigen, het routetracé op te slaan, POI-symbolen weer te geven of
de kaartconguratie te wijzigen. ............36
Afstand en tijd tot bestemming
13
Toont de afstand, de geschatte reistijd tot aan bestemming en de geraamde aan-
komsttijd op de bestemming. .................77
TNS 350 13
— "MENU"-scherm
Op het "MENU"-scherm kunt u zoeken naar een bestemming, verschillende functies gebruiken en instellingen aanpassen, zoals hieronder weergegeven.
"Bestemming"
1
Raak deze schakelaar aan om het menu
"Bestemming" weer te geven ....15, 41, 46
"Begeleiding onderbr." en "Bege-
2
leiding hervatten"
Onderbreekt of hervat de begeleiding. ..90
"Instelling"
3
Raak deze schakelaar aan om het menu
"Instelling" weer te geven. .............17, 105
"Toestel verwijderen"
4
Raak deze schakelaar aan om de SD ge­heugenkaart of de USB-geheugenstick uit het systeem te verwijderen
.......................59, 182, 218, 227, 228, 251
14 TNS 350
"Fotoviewer"
5
Raak deze schakelaar aan om foto's op de SD geheugenkaart of op de USB-geheu­genstick weer te geven, of om de afbeel­ding te selecteren die bij het opstarten van
het systeem wordt weergegeven. ........182
"Telefoon"
6
Raak deze schakelaar aan om het menu
"Telefoon" weer te geven .............140, 147
"Informatie"
7
Raak deze schakelaar aan om de versie van de kaartgegevens te controleren, het onderhoud in te stellen of een kalender te
gebruiken. ......................23, 124, 128, 251
"Verkeer"
8
Stelt verkeersinformatie in. .................. 115
— "Bestemming"-scherm
Op het scherm "Bestemming" kunt u een bestemming zoeken. Om het "Bestemming"­scherm weer te geven, drukt u op de “MENU” -knop en raakt u "Bestemming".
"Adres"
1
Een straatnaam en een huisnummer kun­nen worden ingevoerd m.b.v. de invoer-
toetsen. ..................................................50
"POI"
2
Selecteer een van de vele POI's (Points of Interest) die al opgeslagen zitten in de da-
tabase van het systeem.........................54
"Vorige"
3
Een bestemming kan worden geselecteerd uit elk van de laatste 100 eerder ingestelde bestemmingen en vanaf het vorige start-
punt........................................................58
"Geheugen"
4
De locatie kan worden geselecteerd uit de geregistreerde "Geheugenpunten". (Om geheugenpunten te registreren, zie "— Geheugenpunten registreren" op pa-
gina 93.).................................................60
"USB-bestemming"
5
Een bestemming kan worden geselecteerd uit de POI-informatie die op de USB-ge-
heugenstick is opgeslagen. ...................58
"Online zoeken"
6
Deze functie is momenteel niet beschik­baar.
TNS 350 15
"Kaart"
7
Een bestemming kan worden geselecteerd door de locatie op de weergegeven kaart
aan te raken...........................................61
"POI bij cursor"
8
Vanuit de POI-categorie kan een bestem-
ming worden geselecteerd. ..................61
"Kruispunt"
9
De namen van twee elkaar kruisende stra­ten kunnen worden ingevoerd. Dat is han­dig wanneer u enkel de buurt en niet het
specieke adres kent. ............................64
"Postcode UK"
10
Bestemmingen in het V.K. kunnen worden
opgezocht via de postcode. ...................66
Aanraakknop zoekgebied
11
Om het zoekgebied te veranderen, raakt u
deze knop aan. .....................................46
Sneltoegang-aanraaktoets
12
Een van de 5 vooraf ingestelde bestem­mingen kan worden geselecteerd door het scherm rechtstreeks aan te raken. Om deze functie te kunnen gebruiken moet voor elk geheugenpunt de "Sneltoegang" worden ingesteld. (Om een "Sneltoegang" te registreren, zie “ — "Geheugenpunten
bewerken" op pagina 94.) ......................49
Thuisknop
13
Een persoonlijk thuisadres kan worden ge­selecteerd zonder het adres telkens weer in te moeten voeren. Om deze functie te kunnen gebruiken moet u "Thuis" als ge­heugenpunt instellen. (Om "Thuis" te re­gistreren, zie "— Thuis registreren" op pa-
gina 99.).................................................49
"Telefoonnr."
14
Een bestemming kan worden ingevoerd
via het telefoonnummer. .......................66
"Coördinaten"
15
Een bestemming kan worden ingesteld door de breedte en de lengte als coördina-
ten op te geven. ....................................65
16 TNS 350
— “Instelling” scherm
Met het "Instelling"-scherm kunt u effectief gebruik maken van uw navigatiesysteem. Om het "Instelling"-scherm weer te geven, drukt u op de “MENU” knop en raakt u "Instelling".
"Navigatie"
1
Activeert verschillende instellingen van het
navigatiesysteem. ..........................18, 105
"Algemeen"
2
Schakelt de automatische overgang in en uit, en bepaalt de kleur van de schake-
laars. ....................................................178
"Bluetooth"
3
Voor alle instellingen van het Bluetooth audiosysteem en het handenvrij systeem
.....................................136, 171, 205, 211
"Bieptoon uit"
4
Schakelt het biepgeluid in en uit. .........181
"Volume"
5
Stelt het volume van de gesproken in-
structies in. ............................................91
"Taal"
6
Stelt de taal in die voor het systeem wordt
gebruikt ................................................181
"Geheugen"
7
Maakt wijzigingen mogelijk aan "Geheu­genpunten", "Thuis" en "Te vermijden ge­bieden". Maakt het mogelijk om het vorige
punt te wissen........................................92
TNS 350 17
— "Instellen"-scherm
De items die worden weergegeven op het "Instellen"-scherm kunnen worden ingesteld. Om het "Instellen"­scherm weer te geven, drukt u op de “MENU” knop en raakt u "Instelling" en "Navigatie" aan.
"Afstand"
1
De afstandseenheden "km" of "mijl" kun-
nen worden geselecteerd. ...................105
"Geschatte reistijd"
2
Op het routebegeleidingsscherm kunnen de reistijd en de tijd van aankomst op de
bestemming worden weergegeven......106
"Snelheidscamera"
3
Aan- en uitschakelen van een waarschu­wingssignaal (symbool en biepgeluid) wanneer u een snelheidscamera nadert. .. 107
18 TNS 350
"Snelheidsbeperking"
4
Aan- en uitschakelen van de weergave van de wettelijke snelheidsbeperking op
het navigatiescherm. ...........................108
"POI-iconen tonen"
5
U kunt 6 symbolen selecteren die worden weergegeven op het eerste scherm van
"POI's tonen". ......................................108
"3D oriëntatiepunt"
6
Aan- en uitschakelen van de weergave
van 3D oriëntatiepunten. .....................109
"Verkeersmelding"
7
Informatie over tijdelijke beperkingen kan
worden geselecteerd. .......................... 110
"Tijdzone"
8
De gewenste tijdzone kan worden gese-
lecteerd. ............................................... 110
"Stembegeleiding in alle modi"
9
De stembegeleiding kan in alle modi wor-
den ingesteld. ...................................... 111
"Automatische stembegeleiding"
10
De automatische stembegeleiding kan
worden ingesteld. ................................112
"Pop-upbericht"
11
De weergave van pop-upberichten kan
"Aan" of "Uit" worden gezet...............112
"IJking"
12
Om de markering van de huidige voertuig­positie met de hand aan te passen of een foutieve berekening na een bandenwissel
te corrigeren. .......................................113
"Standaard"
13
Deze knop op het aanraakscherm zet het systeem terug in oorspronkelijke toestand
.............................................................105
TNS 350 19
20 TNS 350
BASISFUNCTIES
BASISFUNCTIES
Sectie 1
Basisinformatie voor u het toestel gebruikt
● Beginscherm ............................................................................................... 22
● Bediening aanraakscherm .......................................................................... 24
● Bediening via bedieningsknoppen op het aanraakscherm ......................... 26
● Letters en cijfers invoeren/Werken met het Lijst-scherm ............................ 26
Bediening van het kaartscherm ............................................................... 31
Weergave huidige positie ...................................................................... 31
Scherm scrollfunctie (aanraakmodus/éénvingerverschuiving) .............. 32
Schermen omwisselen .......................................................................... 36
Schaal van de kaart ............................................................................... 39
Oriëntatie en conguratie van de kaart wijzigen .................................... 40
Voorbeeld van de bediening van het navigatiesysteem ........................ 41
De route begeleiden .............................................................................. 41
Thuis registeren ..................................................................................... 43
1
TNS 350 21
BASISFUNCTIES
Beginscherm
Auto's met "Smart entry and start"-sys­teem—
Wanneer de "ENGINE START STOP"­schakelaar op "ACCESSORY" of "IG­NITION ON" staat, zal het beginscherm worden weergegeven en zal het systeem opstarten.
Auto's zonder "Smart entry and start"-sys­teem—
Wanneer de contactsleutel op ACC of ON staat, zal het beginscherm worden weer­gegeven en zal het systeem opstarten.
De achtergrond op het beginscherm kan worden gewijzigd naar een willekeurige afbeelding. (Zie "Fotoviewer" op pagina
182.)
Na enkele seconden zal het scherm "WAARSCHUWING" worden weergege­ven.
Lees en volg de instructies.
Door "Kaart tonen" op het scherm aan te raken, zal het kaartscherm worden weergegeven.
OPGELET
Wanneer het voertuig wordt gestopt terwijl de motor draait, moet u steeds uit veiligheidsoverwegingen de handrem opzetten.
22 TNS 350
BASISFUNCTIES
● Onderhoudsinformatie
Dit systeem meldt u wanneer bepaalde onderdelen of componenten moeten wor­den vervangen en toont informatie over de dealer (indien die is geregistreerd) op het scherm.
Wanneer de auto een vooraf ingestelde rij­afstand bereikt of de ingestelde datum voor preventief onderhoud zal het "Informatie"­scherm worden weergegeven wanneer het navigatiesysteem in werking is.
Om dit scherm uit te schakelen, moet u "Deze boodschap niet meer tonen" aan­raken. Dit scherm verdwijnt als het een aantal seconden niet wordt aangeraakt.
Om te voorkomen dat dit informatiescherm nog eens verschijnt, moet u "Deze bood- schap niet meer tonen" aanraken.
Om "Onderhoudsinformatie" te registre­ren, zie "Onderhoudsinformatie" op pagina
124.
● Memo-informatie
Dit systeem waarschuwt over een memo­invoer. Op de opgegeven datum verschijnt de memo-informatie op het beeldscherm wanneer het navigatiesysteem in werking is. Het scherm met de memo-informatie wordt weergegeven telkens als het sys­teem wordt ingeschakeld.
De memo's voor de huidige dag kunnen worden bekeken door "Memo" aan te raken. (zie “ — Een memo bewerken" op
pagina 131).
Om dit scherm uit te schakelen, moet u "Boodschap niet meer tonen" aanra­ken. Dit scherm verdwijnt als het een aantal seconden niet wordt aangeraakt.
Om te voorkomen dat dit informatiescherm nog eens verschijnt, moet u "Boodschap niet meer tonen" aanraken.
Om memo-informatie te registreren, zie "Kalender met memo" op pagina 128.
1
TNS 350 23
BASISFUNCTIES
Bediening aanraakscherm
Bij dit systeem heeft u de keuze tussen twee scrolltypes voor bedieningsmodus: slidemodus en aanraakmodus. Voor details van de scrollfunctie voor kaarten, zie “ — Scherm scrollfunctie (aanraakmodus/ éénvingerverschuiving)" op pagina 32.
Om beschadiging van het scherm te voorkomen moet u de aanraakknoppen op het scherm lichtjes met de vinger aanraken.
Gebruik enkel uw vinger om het scherm aan te raken; gebruik hiervoor geen andere voorwerpen.
1. Raak .
2. Raak "Slide" of "Drukken" onder
"Scrolltype" aan om het scrolltype te selecteren.
INFORMATIE
Wanneer een 2.5D-kaart wordt ge­toond, kan het systeem niet worden overgeschakeld naar slide-modus.
● Bediening in slide-modus
Wanneer het systeem voor de eerste keer wordt opgestart, is de slide-modus gese­lecteerd.
VERSCHUIVEN
Wanneer u een punt op het scherm aan­raakt en uw vinger verschuift, zal het scherm continu scrollen in de richting waarin u uw vinger hebt verschoven. Het scherm stopt na een paar seconden auto­matisch met scrollen. U kunt het scrollen ook stoppen door het scrollende scherm aan te raken. Hoeveel het scherm verder scrollt, wordt bepaald door de snelheid waarmee u uw vinger verschuift.
Deze functie kan worden gebruikt op het kaartscherm en op bepaalde lijstscher­men.
24 TNS 350
BASISFUNCTIES
SLEPEN
Wanneer u een punt op het scherm aan­raakt en sleept met uw vinger, zal het punt de beweging van uw vinger volgen.
Deze functie kan worden gebruikt op het kaartscherm en op bepaalde lijstscher­men.
● Bediening in aanraakmodus
Wijzig de instelling van het scrolltype om deze modus te kunnen gebruiken. (Zie "Bediening aanraakscherm" op pagina 24.)
In aanraakmodus is aanraken de enige vorm van bediening.
Wanneer een knop op het aanraakscherm wordt aangeraakt, klinkt een biepgeluid als de knop niet is uitgeschakeld.
1
AANRAKEN
Raak de gewenste knop op het aanraak­scherm aan om die te selecteren. Wan­neer u de kaart op het kaartscherm aan­raakt, gebeurt er niets.
TNS 350 25
BASISFUNCTIES
Bediening via bedieningsknoppen op het aanraakscherm
Dit systeem wordt hoofdzakelijk bediend via de aanraakknoppen op het scherm.
Om beschadiging van het scherm te voor­komen moet u de aanraakknoppen op het scherm lichtjes met de vinger aanraken. Wanneer een aanraakknop op het scherm wordt aangeraakt, klinkt een biepgeluid.
Gebruik enkel uw vinger om het scherm aan te raken; gebruik hiervoor geen andere voorwerpen.
INFORMATIE
Wanneer het systeem niet reageert op een aanraking, neem dan uw vin­ger van het scherm weg en raak het daarna opnieuw aan.
● Knoppen die donkerder worden weergegeven, kunnen niet worden bediend.
● Verwijder vingerafdrukken met een zacht doekje. Gebruik geen chemi­sche producten om het scherm te reinigen.
● Het weergegeven scherm kan don­kerder worden en bewegende beel­den kunnen lichtjes worden ver­vormd wanneer het scherm koud is.
● Onder extreem koude omstandig­heden wordt de kaart mogelijk niet weergegeven en worden de gege­vens die door de gebruiker werden ingevoerd, mogelijk gewist. Het kan ook meer moeite kosten om knop­pen op het aanraakscherm in te drukken.
● Wanneer u naar het scherm kijkt door bijv. een gepolariseerde zon­nebril, kan het scherm donkerder lijken en moeilijker te zien zijn. In dat geval kunt u de scherminstellingen wijzigen onder "'Scherm" of uw zon­nebril afzetten.
Letters en cijfers invoeren/ Werken met het Lijst-scherm
Bij het zoeken naar een adres of een naam of bij het invoeren van een memo kunnen letters en cijfers worden ingevoerd via het aanraakscherm.
Voer letters in door de alfabettoetsen aan te raken.
: Bij het aanraken van deze knop
wordt één letter gewist. Wanneer u deze knop ingedrukt houdt, worden steeds meer letters gewist.
Op bepaalde invoerschermen voor letters kunnen kleine letters of hoofdletters wor­den ingevoerd.
: Om hoofdletters in te voeren.
: Om kleine letters in te voeren.
26 TNS 350
Hiermee kunt u de symbolen wijzigen die moeten worden ingevoerd op het invoer­scherm voor cijfers en symbolen.
: Wanneer u deze knop aanraakt,
worden andere symbolen getoond.
BASISFUNCTIES
● Karaktertype wijzigen
1
Raak .
Raak "Latijns", "Umlaut", "0-9-%", "Cy­rillisch" of "Grieks" aan.
"Latijns”: voor het invoeren van alfanu-
merieke karakters.
"Umlaut”: om accenten toe te voegen aan letters van het alfabet.
“0-9-%”: voor het invoeren van cijfers en symbolen.
"Cyrillisch”: voor het invoeren van Rus­sische karakters.
"Grieks": voor het invoeren van Griekse karakters.
INFORMATIE
Sommige karaktertypes kunnen niet worden geselecteerd, afhankelijk van het land en de taal.
TNS 350 27
BASISFUNCTIES
● Lay-out van het toetsenbord wijzigen
LAY-OUT TYPE TOETSENBORD
Raak .
Raak "ABCDE", "QWERTY" of "AZERTY" aan om de lay-out van het toetsenbord te wijzigen.
“ABCDE” type
“QWERTY” type
“AZERTY” type
INFORMATIE
De lay-out van het toetsenbord kan enkel worden gewijzigd wanneer "La­tijns" is geselecteerd als karakter­type.
28 TNS 350
● Lijst weergeven
Om naar een adres of een naam te zoeken, raakt u "Lijst" aan. Alle items uit de database die aan het criterium voldoen, worden opgesomd, zelfs wanneer het ingevoerde adres of naam onvolledig is.
Als het aantal resultaten vier of minder is, wordt de lijst weergegeven zonder "Lijst" aan te raken.
BASISFUNCTIES
● Werken met het "Lijst"-scherm
Wanneer een lijst wordt weergegeven, moet u deze verschuiven of slepen, of de aanraakknop indrukken om in de lijst te scrollen.
1
WERKEN MET SLIDE-MODUS
INFORMATIE
Het aantal items dat aan de criteria voldoet, wordt rechts op het scherm getoond. Wanneer het aantal items dat aan de criteria voldoet hoger is dan 9.999, verschijnt "
Verschuiven
Wanneer u een punt op het scherm aan­raakt en uw vinger verschuift, zal het scherm continu scrollen in de richting waarin u uw vinger hebt verschoven. Het scherm stopt na een paar seconden auto­matisch met scrollen. U kunt het scrollen ook stoppen door het scrollende scherm aan te raken. Hoeveel het scherm verder scrollt, wordt bepaald door de snelheid waarmee u uw vinger verschuift.
Slepen
Wanneer u een punt op het scherm aan­raakt en sleept met uw vinger, zal het punt de beweging van uw vinger volgen.
TNS 350 29
Loading...
+ 230 hidden pages