Toyota FSL18, DE21, JSA21 User Manual [nl]

4.5 (2)
Type Aanduiding
RS serie bestaat uit diverse modellen. De types zijn in het typeplaatje als volgt aangeduid.
MODEL/MODELE(MODEL NAAM) SERIES/SERIE
RS SERIES/SERIERS2000 SERIES/SERIERS2000A SERIES/SERIERS2000B SERIES/SERIE
Indien u opbelt voor service, noteer dan het MODEL en de SERIE die op de achterkant van uw machine staat vermeld.
MODEL NAAM SERIE NAAM
1
CONTENTS
I. Voor gebruik ........................................................................................... 3
1. Belangrijke veiligheidsinstructies................................................................... 3
2. Benaming onderdelen ................................................................................... 5
II. Voorbereiding voor het naaien............................................................... 9
1. Netsnoer aansluiten....................................................................................... 9
2. Spoel uitnemen............................................................................................ 11
3. Onderdraad opwinden ................................................................................. 12
4. Onderdraad inrijgen..................................................................................... 14
5. Bovendraad inrijgen..................................................................................... 15
6. Onderdraad ophalen.................................................................................... 17
7. Belangrijkste patroonsteken ........................................................................ 18
8. Toepassing patroonsteken .......................................................................... 19
9. Decoratieve steek........................................................................................ 20
10. Naald verwisselen........................................................................................ 22
11. Samenwerking tussen de naald, het garen en de stof, instellen van
de naaimachine............................................................................................ 23
III. Naaien ................................................................................................ 24
1. Rechte steken en achteruitnaaien ............................................................... 24
2. Zigzagsteken naaien ................................................................................... 28
3. Draadspanning aanpassen.......................................................................... 29
4. Overhands naaien ....................................................................................... 30
5. Blindzoomsteek ........................................................................................... 31
6. Knoopsgat ................................................................................................... 33
7. Ritsen inzetten............................................................................................. 36
8. Smokwerk.................................................................................................... 38
9. Borduurwerk ................................................................................................ 39
IV. Speciale technische gegevens........................................................... 41
1. Het gebruik van de naaldinrijger.................................................................. 41
2. Gebruik persvoetdruk regelaar .................................................................... 43
3. Gebruik van de transporteur........................................................................ 44
V. Onderhoud .......................................................................................... 45
1. Onderhoud transporteur en grijper .............................................................. 45
2. Installatie grijper .......................................................................................... 47
3. Lampje vervangen ....................................................................................... 48
4. Fouten opsporen ......................................................................................... 49
5. Het onderhouden van dubbel-geïsoleerde producten. (230 V - 240 V)....... 50
VI. Andere................................................................................................ 51
1. Specificaties ................................................................................................ 51
2. Hergebruik ................................................................................................... 51
2
Voor gebruik
I. Voor gebruik
Lees dit hoofdstuk voor gebruik
1. Belangrijke veiligheidsinstructies
Deze veiligheidsinstructies zijn ter voorkoming van enig risico of schade door onjuist gebruik van de machine. Lees ze zorgvuldig en volg de instructies op!
Verklaring van " " en " "
Onjuist gebruik kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
Onjuist gebruik kan leiden tot letsel of schade aan de machine.
Verklaring van de symbolen
Niet aanraken.
Verboden acties
Vereiste acties
Trek de stekker uit het stopcontact.
Gebruik de juiste spanning: 220 tot 230 V wisselspanning.
Anders kunt u een elektrische schok oplopen of brand veroorzaken.
Zorg dat u het elektriciteitssnoer niet beschadigt, wijzigt of al te sterk buigt. Trek er niet aan, verdraai het snoer ook niet.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Als het elektriciteitssnoer beschadigd is, moet hij door speciale, bij de fabrikant of diens servicedienst verkrijgbare snoer vervangen worden.
220 tot 230 V
Werk niet in een ruimte waar aerosol (nevel) produkten of zuurstof wordt gebruikt.
Dit kan brand veroorzaken.
Gebruik de machine niet buiten.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
3
Voor gebruik
Wanneer de machine niet in gebruik is, moet u deze veilig opbergen, niet op de vloer. De uitstekende delen kunnen letsel veroorzaken als iemand op de machine valt.
Anders kunt u letsel oplopen.
Gebruik het toestel met gesloten spoelhuisklep.
Anders kunt u letsel oplopen.
Alvorens de naald of persvoet te vervangen, of de boven- of onderdraad in te rijgen, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Houd uw aandacht bij het naaien wanneer u met de naaimachine werkt.
Als de naald breekt, kunt u letsel oplopen.
Raak bewegende delen zoals de naald, de draadhefboom of het handwiel niet aan.
Anders kunt u letsel oplopen.
Kinderen mogen de machine alleen gebruiken onder toezicht van een ouder of een voogd.
Anders kunnen ze letsel oplopen.
Gebruik de machine niet als er kleine kinderen in de buurt zijn.
Ze zouden de naald kunnen aanraken en letsel oplopen.
Alvorens u de naaimachine na gebruik onbeheerd achterlaat, trekt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Alvorens de machine te gebruiken, zorgt u dat de schroef van de persvoet, de naaldklemschroef en de naaldplaatschroeven goed zijn vastgeschroefd en dat de persvoet goed in de persvoethouder zit.
Anders kunt u letsel oplopen.
Naaien zonder de persvoet omlaag te zetten.
Voer de volgende acties niet uit.
Anders kunt u letsel oplopen.
Naaien terwijl de naald niet juist is geplaatst.Werken met een verbogen naald.Trekken aan de stof terwijl u naait.Steekkeuzeknop verdraaien tijdens het naaien.
Werk niet op een onstabiele oppervlakte zoals een bank of een bed.
Als de naaimachine valt, kan het een verwonding of schade aan de machine veroorzaken.
Laat geen vreemde voorwerpen vallen of steek geen vreemde voorwerpen in geen enkele opening zoals de open ruimte, wanneer u het lampenkapje verwijderd en/of de ruimte voor het verwisselen van het spoelhuis.
Dit kan een verwonding of schade aan de machine veroorzaken.
Herstel, demonteer of wijzig niets, behalve datgene wat in de handleiding wordt vermeld.
Dit kan een elektrische schok, een brand of een verwonding veroorzaken.
4
Voor gebruik
使使
使使
2. Benaming onderdelen
Sommige onderdelen passen niet op Uw machine.
Het model en serienr. staan op een sticker aan de achterkant van de naaimachine.
Steekkeuzeknop vooraan
Benaming onderdelen Toepassing
Regelknop voor bovendraadspanning Zie P.29 [Draadspanning aanpassen]
Klospen Zie P.12 [Onderdraad opwinden]
Achteruitnaaihendel Zie P.25 [ Achteruitnaaien 侀 ]
5
Voor gebruik
Benaming onderdelen Toepassing
Ontkoppelknop Zie P.13[Onderdraad opwinden] 4)
Knoopsgatafstelschroef Zie P.35 [ Knoopsgatbalans instellen 侀 ]
Persvoethendel Zie P.15 [Bovendraad inrijgen]
6
Voor gebruik
使使
使使
Sommige onderdelen passen niet op Uw machine.
Het model en serienr. staan op een sticker aan de achterkant van de naaimachine.
Steekkeuzeknop zijkant
Benaming onderdelen Toepassing
Regelknop voor bovendraadspanning Zie P.29 [Draadspanning aanpassen]
Klospen Zie P.12 [Onderdraad opwinden]
Achteruitnaaihendel Zie P.25 [ 侀 Achteruitnaaien 侀 ]
7
Voor gebruik
Benaming onderdelen Toepassing
Ontkoppelknop Zie P.13[Onderdraad opwinden] 4)
Knoopsgatafstelschroef Zie P.35 [ Knoopsgatbalans instellen 侀 ]
Persvoethendel Zie P.15 [Bovendraad inrijgen]
8
Voorbereiding voor het naaien
使使
使使
II. Voorbereiding voor het naaien
1. Netsnoer aansluiten
Machines met een aan/uit schakelaar
Zet de aan/uit schakelaar uit wanneer u de stekker in het stopcontact steekt.
Anders kunt u letsel oplopen.
Trek niet aan het snoer maar aan de stekker, als u deze uit het stopcontact wilt halen.
Anders beschadigt u mogelijk het snoer, met elektrische schok, brand of letsel als gevolg.
Raak de stekker niet aan met vochtige handen.
Anders kunt u een elektrische schok krijgen.
Plaats het voetpedaal op de grond.Steek de machinestekker in de stekkeringang.Steek de netstekker in het stopcontact.
Zet de aan/uit schakelaar op [I] (Aan). De machine is ingeschakeld.
9
Voorbereiding voor het naaien
使使
使使
Machine zonder aan/uit schakelaar
Alleen RS2000 A/B series.
Trek niet aan het snoer maar aan de stekker, als u deze uit het stopcontact wilt halen.
Anders beschadigt u mogelijk het snoer, met elektrische schok, brand of letsel als gevolg.
Raak de stekker niet aan met vochtige handen.
Anders kunt u een elektrische schok krijgen.
Plaats het voetpedaal op de grond.Steek de machinestekker in de stekkeringang.Steek de netstekker in het stopcontact.De machine is ingeschakeld.
Hoe u het voetpedaal bedient
Trap het voetpedaal in om de naaimachine te bedienen. Hoe dieper u het voetpedaal intrapt, des te sneller loopt de machine. Laat het voetpedaal los om de machine te stoppen.
10
Voorbereiding voor het naaien
2. Spoel uitnemen
Verwijder de stekker uit het stopcontact, wanneer U het spoelhuis erin zet of eruit haald.
Anders kunt u letsel oplopen.
1. Draai aan het handwiel om de naald naar de hoogste stand te verplaatsen. Draai het handwiel altijd naar u toe. (in de richting van de pijl)
2. Houd de linkerhoek van de verlengtafel vast en trek deze naar links. (in de richting van de pijl)
Open de spoelhuisklep. (Open in de richting van de pijl)
Trek de grendel van het spoelhuis naar U toe, en gebruik deze om het spoelhuis eruit te nemen.
Neem de spoel uit het spoelhuis.
11
3. Onderdraad opwinden
Verwijder de stekker uit het stopcontact, wanneer U het spoelhuis erin zet of eruit haald.
Anders kunt u letsel oplopen.
Raak de spoelopwinder voor de onderdraad niet aan, terwijl u de onderdraad opwindt.
Anders kunt u letsel oplopen.
Voorbereiding voor het naaien
Opgepast
Gebruik uitsluitend originele TOYOTA spoeltjes.
Verwijder de sticker en trek de klospen uit de naaimachine.
1. Draai de pen een halve slag en steek hem terug in de machine.
2. Plaats het klosje garen.
12
Ondersteun de draad met één hand op de naaimachine en gebruik de andere hand om de draad rond de draadgeleider te leiden zoals weergegeven op de tekening.
Voorbereiding voor het naaien
1. Verplaats de ontkoppelknop in de richting. (in de richting van de pijl) (Hierdoor zorgt u ervoor dat de naald niet meer kan bewegen.)
2. Haal de draad van binnenuit door het spoelgat.
3. Zet de spoel op de spoelopwinder en verplaats de as naar rechts. (in de richting van de pijl)
1. Terwijl u het einde van de draad vasthoudt, drukt u op het voetpedaal om het garen op te winden.
2. Na het garen een beetje te hebben opgewonden, brengt u de naaimachine tot stilstand en knipt u de draad, die uit het spoelgat steekt, af. Ga vervolgens door met het opwinden.
Wanneer u klaar bent met opwinden, verplaatst u de spoelopwinder naar links. (in de richting van de pijl)
1. Verwijder de spoel en knip de draad af.
2. Verplaats de ontkoppelknop in de richting. (in de richting van de pijl)
N.B.: Als de ontkoppelknop niet wordt
teruggeplaatst in de oorspronkelijke stand, kan de naaimachine niet werken en zal u niet kunnen naaien.
13
4. Onderdraad inrijgen
Verwijder de stekker uit het stopcontact, wanneer U het spoelhuis erin plaatst.
Anders kunt u letsel oplopen.
Voorbereiding voor het naaien
Opgepast
Gebruik uitsluitend originele TOYOTA spoeltjes.
Neem het spoelhuis eruit. (Zie P.11 [Spoel uitnemen])
De draad moet uit de spoel komen in de richting van de pijl. Plaats vervolgens de spoel in het spoelhuis.
Houd het uiteinde van de draad in uw rechterhand en haal deze door de groef in het spoelhuis. (Leid de draad van 1 naar 2)
Druk de spoel met de vinger van uw linkerhand omlaag en breng de draad door de spanveer zoals voorgesteld op de tekening. (Trek eraan tot u een klikgeluid hoort.)
Draai aan het handwiel om de naald naar de
hoogste stand te verplaatsen. Draai het handwiel altijd naar u toe.
Houd de grendel van het spoelhuis vast en
plaats het spoelhuis op de grijperas. De vinger van het spoelhuis moet zich vergrendelen in de groef.
14
Voorbereiding voor het naaien
5. Bovendraad inrijgen
Alvorens de bovendraad op te winden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Zet de persvoethendel omhoog.
N.B.: Als de persvoethendel niet omhoog staat,
kunt u de bovendraad niet correct inrijgen.
Trek de klospen uit de naaimachine.
1. Draai de klospen een halve slag en plaats deze terug op de machine.
2. Plaats het klosje garen.
15
Voorbereiding voor het naaien
Ondersteun de draad met één hand op de naaimachine en gebruik de andere hand om de draad rond de draadgeleider te leiden zoals weergegeven op de tekening.
Leid de draad tussen de draadgeleidingsplaat en de spanningsplaat.
Leid de draad langs de groef van de
draadgeleidingsplaat.
Draai het handwiel naar u toe, tot de
aantrekhefboom zichtbaar is.
Leid de draad door de aantrekhefboom.
Plaats de draad aan de linkerzijde van de naalddraadgeleider. Controleer of de draad goed werd geplaatst. Zet de persvoet omhoog en trek de bovendraad
naar u toe. De draad zou gemakkelijk moeten loskomen.
Zet de persvoet omlaag en trek de bovendraad
naar u toe. Dit zou moeilijk moeten zijn en weerstand moeten bieden.
Haal de draad langs de voorzijde door het oog van de naald.
16
Loading...
+ 37 hidden pages