Toyota FSL18, DE21, JSA21 User Manual [nl]

Page 1
Page 2
Type Aanduiding
RS serie bestaat uit diverse modellen. De types zijn in het typeplaatje als volgt aangeduid.
MODEL/MODELE(MODEL NAAM) SERIES/SERIE
RS SERIES/SERIERS2000 SERIES/SERIERS2000A SERIES/SERIERS2000B SERIES/SERIE
Indien u opbelt voor service, noteer dan het MODEL en de SERIE die op de achterkant van uw machine staat vermeld.
MODEL NAAM SERIE NAAM
1
Page 3
CONTENTS
I. Voor gebruik ........................................................................................... 3
1. Belangrijke veiligheidsinstructies................................................................... 3
2. Benaming onderdelen ................................................................................... 5
II. Voorbereiding voor het naaien............................................................... 9
1. Netsnoer aansluiten....................................................................................... 9
2. Spoel uitnemen............................................................................................ 11
3. Onderdraad opwinden ................................................................................. 12
4. Onderdraad inrijgen..................................................................................... 14
5. Bovendraad inrijgen..................................................................................... 15
6. Onderdraad ophalen.................................................................................... 17
7. Belangrijkste patroonsteken ........................................................................ 18
8. Toepassing patroonsteken .......................................................................... 19
9. Decoratieve steek........................................................................................ 20
10. Naald verwisselen........................................................................................ 22
11. Samenwerking tussen de naald, het garen en de stof, instellen van
de naaimachine............................................................................................ 23
III. Naaien ................................................................................................ 24
1. Rechte steken en achteruitnaaien ............................................................... 24
2. Zigzagsteken naaien ................................................................................... 28
3. Draadspanning aanpassen.......................................................................... 29
4. Overhands naaien ....................................................................................... 30
5. Blindzoomsteek ........................................................................................... 31
6. Knoopsgat ................................................................................................... 33
7. Ritsen inzetten............................................................................................. 36
8. Smokwerk.................................................................................................... 38
9. Borduurwerk ................................................................................................ 39
IV. Speciale technische gegevens........................................................... 41
1. Het gebruik van de naaldinrijger.................................................................. 41
2. Gebruik persvoetdruk regelaar .................................................................... 43
3. Gebruik van de transporteur........................................................................ 44
V. Onderhoud .......................................................................................... 45
1. Onderhoud transporteur en grijper .............................................................. 45
2. Installatie grijper .......................................................................................... 47
3. Lampje vervangen ....................................................................................... 48
4. Fouten opsporen ......................................................................................... 49
5. Het onderhouden van dubbel-geïsoleerde producten. (230 V - 240 V)....... 50
VI. Andere................................................................................................ 51
1. Specificaties ................................................................................................ 51
2. Hergebruik ................................................................................................... 51
2
Page 4
Voor gebruik
I. Voor gebruik
Lees dit hoofdstuk voor gebruik
1. Belangrijke veiligheidsinstructies
Deze veiligheidsinstructies zijn ter voorkoming van enig risico of schade door onjuist gebruik van de machine. Lees ze zorgvuldig en volg de instructies op!
Verklaring van " " en " "
Onjuist gebruik kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
Onjuist gebruik kan leiden tot letsel of schade aan de machine.
Verklaring van de symbolen
Niet aanraken.
Verboden acties
Vereiste acties
Trek de stekker uit het stopcontact.
Gebruik de juiste spanning: 220 tot 230 V wisselspanning.
Anders kunt u een elektrische schok oplopen of brand veroorzaken.
Zorg dat u het elektriciteitssnoer niet beschadigt, wijzigt of al te sterk buigt. Trek er niet aan, verdraai het snoer ook niet.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Als het elektriciteitssnoer beschadigd is, moet hij door speciale, bij de fabrikant of diens servicedienst verkrijgbare snoer vervangen worden.
220 tot 230 V
Werk niet in een ruimte waar aerosol (nevel) produkten of zuurstof wordt gebruikt.
Dit kan brand veroorzaken.
Gebruik de machine niet buiten.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
3
Page 5
Voor gebruik
Wanneer de machine niet in gebruik is, moet u deze veilig opbergen, niet op de vloer. De uitstekende delen kunnen letsel veroorzaken als iemand op de machine valt.
Anders kunt u letsel oplopen.
Gebruik het toestel met gesloten spoelhuisklep.
Anders kunt u letsel oplopen.
Alvorens de naald of persvoet te vervangen, of de boven- of onderdraad in te rijgen, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Houd uw aandacht bij het naaien wanneer u met de naaimachine werkt.
Als de naald breekt, kunt u letsel oplopen.
Raak bewegende delen zoals de naald, de draadhefboom of het handwiel niet aan.
Anders kunt u letsel oplopen.
Kinderen mogen de machine alleen gebruiken onder toezicht van een ouder of een voogd.
Anders kunnen ze letsel oplopen.
Gebruik de machine niet als er kleine kinderen in de buurt zijn.
Ze zouden de naald kunnen aanraken en letsel oplopen.
Alvorens u de naaimachine na gebruik onbeheerd achterlaat, trekt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Alvorens de machine te gebruiken, zorgt u dat de schroef van de persvoet, de naaldklemschroef en de naaldplaatschroeven goed zijn vastgeschroefd en dat de persvoet goed in de persvoethouder zit.
Anders kunt u letsel oplopen.
Naaien zonder de persvoet omlaag te zetten.
Voer de volgende acties niet uit.
Anders kunt u letsel oplopen.
Naaien terwijl de naald niet juist is geplaatst.Werken met een verbogen naald.Trekken aan de stof terwijl u naait.Steekkeuzeknop verdraaien tijdens het naaien.
Werk niet op een onstabiele oppervlakte zoals een bank of een bed.
Als de naaimachine valt, kan het een verwonding of schade aan de machine veroorzaken.
Laat geen vreemde voorwerpen vallen of steek geen vreemde voorwerpen in geen enkele opening zoals de open ruimte, wanneer u het lampenkapje verwijderd en/of de ruimte voor het verwisselen van het spoelhuis.
Dit kan een verwonding of schade aan de machine veroorzaken.
Herstel, demonteer of wijzig niets, behalve datgene wat in de handleiding wordt vermeld.
Dit kan een elektrische schok, een brand of een verwonding veroorzaken.
4
Page 6
Voor gebruik
使使
使使
2. Benaming onderdelen
Sommige onderdelen passen niet op Uw machine.
Het model en serienr. staan op een sticker aan de achterkant van de naaimachine.
Steekkeuzeknop vooraan
Benaming onderdelen Toepassing
Regelknop voor bovendraadspanning Zie P.29 [Draadspanning aanpassen]
Klospen Zie P.12 [Onderdraad opwinden]
Achteruitnaaihendel Zie P.25 [ Achteruitnaaien 侀 ]
5
Page 7
Voor gebruik
Benaming onderdelen Toepassing
Ontkoppelknop Zie P.13[Onderdraad opwinden] 4)
Knoopsgatafstelschroef Zie P.35 [ Knoopsgatbalans instellen 侀 ]
Persvoethendel Zie P.15 [Bovendraad inrijgen]
6
Page 8
Voor gebruik
使使
使使
Sommige onderdelen passen niet op Uw machine.
Het model en serienr. staan op een sticker aan de achterkant van de naaimachine.
Steekkeuzeknop zijkant
Benaming onderdelen Toepassing
Regelknop voor bovendraadspanning Zie P.29 [Draadspanning aanpassen]
Klospen Zie P.12 [Onderdraad opwinden]
Achteruitnaaihendel Zie P.25 [ 侀 Achteruitnaaien 侀 ]
7
Page 9
Voor gebruik
Benaming onderdelen Toepassing
Ontkoppelknop Zie P.13[Onderdraad opwinden] 4)
Knoopsgatafstelschroef Zie P.35 [ Knoopsgatbalans instellen 侀 ]
Persvoethendel Zie P.15 [Bovendraad inrijgen]
8
Page 10
Voorbereiding voor het naaien
使使
使使
II. Voorbereiding voor het naaien
1. Netsnoer aansluiten
Machines met een aan/uit schakelaar
Zet de aan/uit schakelaar uit wanneer u de stekker in het stopcontact steekt.
Anders kunt u letsel oplopen.
Trek niet aan het snoer maar aan de stekker, als u deze uit het stopcontact wilt halen.
Anders beschadigt u mogelijk het snoer, met elektrische schok, brand of letsel als gevolg.
Raak de stekker niet aan met vochtige handen.
Anders kunt u een elektrische schok krijgen.
Plaats het voetpedaal op de grond.Steek de machinestekker in de stekkeringang.Steek de netstekker in het stopcontact.
Zet de aan/uit schakelaar op [I] (Aan). De machine is ingeschakeld.
9
Page 11
Voorbereiding voor het naaien
使使
使使
Machine zonder aan/uit schakelaar
Alleen RS2000 A/B series.
Trek niet aan het snoer maar aan de stekker, als u deze uit het stopcontact wilt halen.
Anders beschadigt u mogelijk het snoer, met elektrische schok, brand of letsel als gevolg.
Raak de stekker niet aan met vochtige handen.
Anders kunt u een elektrische schok krijgen.
Plaats het voetpedaal op de grond.Steek de machinestekker in de stekkeringang.Steek de netstekker in het stopcontact.De machine is ingeschakeld.
Hoe u het voetpedaal bedient
Trap het voetpedaal in om de naaimachine te bedienen. Hoe dieper u het voetpedaal intrapt, des te sneller loopt de machine. Laat het voetpedaal los om de machine te stoppen.
10
Page 12
Voorbereiding voor het naaien
2. Spoel uitnemen
Verwijder de stekker uit het stopcontact, wanneer U het spoelhuis erin zet of eruit haald.
Anders kunt u letsel oplopen.
1. Draai aan het handwiel om de naald naar de hoogste stand te verplaatsen. Draai het handwiel altijd naar u toe. (in de richting van de pijl)
2. Houd de linkerhoek van de verlengtafel vast en trek deze naar links. (in de richting van de pijl)
Open de spoelhuisklep. (Open in de richting van de pijl)
Trek de grendel van het spoelhuis naar U toe, en gebruik deze om het spoelhuis eruit te nemen.
Neem de spoel uit het spoelhuis.
11
Page 13
3. Onderdraad opwinden
Verwijder de stekker uit het stopcontact, wanneer U het spoelhuis erin zet of eruit haald.
Anders kunt u letsel oplopen.
Raak de spoelopwinder voor de onderdraad niet aan, terwijl u de onderdraad opwindt.
Anders kunt u letsel oplopen.
Voorbereiding voor het naaien
Opgepast
Gebruik uitsluitend originele TOYOTA spoeltjes.
Verwijder de sticker en trek de klospen uit de naaimachine.
1. Draai de pen een halve slag en steek hem terug in de machine.
2. Plaats het klosje garen.
12
Ondersteun de draad met één hand op de naaimachine en gebruik de andere hand om de draad rond de draadgeleider te leiden zoals weergegeven op de tekening.
Page 14
Voorbereiding voor het naaien
1. Verplaats de ontkoppelknop in de richting. (in de richting van de pijl) (Hierdoor zorgt u ervoor dat de naald niet meer kan bewegen.)
2. Haal de draad van binnenuit door het spoelgat.
3. Zet de spoel op de spoelopwinder en verplaats de as naar rechts. (in de richting van de pijl)
1. Terwijl u het einde van de draad vasthoudt, drukt u op het voetpedaal om het garen op te winden.
2. Na het garen een beetje te hebben opgewonden, brengt u de naaimachine tot stilstand en knipt u de draad, die uit het spoelgat steekt, af. Ga vervolgens door met het opwinden.
Wanneer u klaar bent met opwinden, verplaatst u de spoelopwinder naar links. (in de richting van de pijl)
1. Verwijder de spoel en knip de draad af.
2. Verplaats de ontkoppelknop in de richting. (in de richting van de pijl)
N.B.: Als de ontkoppelknop niet wordt
teruggeplaatst in de oorspronkelijke stand, kan de naaimachine niet werken en zal u niet kunnen naaien.
13
Page 15
4. Onderdraad inrijgen
Verwijder de stekker uit het stopcontact, wanneer U het spoelhuis erin plaatst.
Anders kunt u letsel oplopen.
Voorbereiding voor het naaien
Opgepast
Gebruik uitsluitend originele TOYOTA spoeltjes.
Neem het spoelhuis eruit. (Zie P.11 [Spoel uitnemen])
De draad moet uit de spoel komen in de richting van de pijl. Plaats vervolgens de spoel in het spoelhuis.
Houd het uiteinde van de draad in uw rechterhand en haal deze door de groef in het spoelhuis. (Leid de draad van 1 naar 2)
Druk de spoel met de vinger van uw linkerhand omlaag en breng de draad door de spanveer zoals voorgesteld op de tekening. (Trek eraan tot u een klikgeluid hoort.)
Draai aan het handwiel om de naald naar de
hoogste stand te verplaatsen. Draai het handwiel altijd naar u toe.
Houd de grendel van het spoelhuis vast en
plaats het spoelhuis op de grijperas. De vinger van het spoelhuis moet zich vergrendelen in de groef.
14
Page 16
Voorbereiding voor het naaien
5. Bovendraad inrijgen
Alvorens de bovendraad op te winden, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Zet de persvoethendel omhoog.
N.B.: Als de persvoethendel niet omhoog staat,
kunt u de bovendraad niet correct inrijgen.
Trek de klospen uit de naaimachine.
1. Draai de klospen een halve slag en plaats deze terug op de machine.
2. Plaats het klosje garen.
15
Page 17
Voorbereiding voor het naaien
Ondersteun de draad met één hand op de naaimachine en gebruik de andere hand om de draad rond de draadgeleider te leiden zoals weergegeven op de tekening.
Leid de draad tussen de draadgeleidingsplaat en de spanningsplaat.
Leid de draad langs de groef van de
draadgeleidingsplaat.
Draai het handwiel naar u toe, tot de
aantrekhefboom zichtbaar is.
Leid de draad door de aantrekhefboom.
Plaats de draad aan de linkerzijde van de naalddraadgeleider. Controleer of de draad goed werd geplaatst. Zet de persvoet omhoog en trek de bovendraad
naar u toe. De draad zou gemakkelijk moeten loskomen.
Zet de persvoet omlaag en trek de bovendraad
naar u toe. Dit zou moeilijk moeten zijn en weerstand moeten bieden.
Haal de draad langs de voorzijde door het oog van de naald.
16
Page 18
Voorbereiding voor het naaien
6. Onderdraad ophalen
Houd het uiteinde van de draad vast, draai het handwiel een volledige slag naar u toe en stop wanneer de naald in de hoogste stand staat.
N.B.1 : Draai het handwiel altijd naar u toe.
(in de richtingvan de pijl) Als u in de tegenovergestelde richting draait, kan de draad in de war raken.
N.B.2 : Als de draad strak staat, zal de onderdraad
er niet uitkomen. Houd dus de draad losjes vast.
Haal de bovendraad omhoog. De lus van de
onderdraad komt omhoog.
Trek deze onderdraad eruit.
Trek de boven- en onderdraad gelijk en trek
beide draden door de opening van de persvoet.
Trek ze ongeveer 15 cm naar achteren.
17
Page 19
Voorbereiding voor het naaien
7. Belangrijkste patroonsteken
Verschillende patronen zijn niet beschikbaar, dit ligt aan het model naaimachine. (Zie P.19)
18
Page 20
Voorbereiding voor het naaien
8. Toepassing patroonsteken
Draai niet aan de steekkeuzeknop, wanneer U aan het naaien bent.
Anders kunt u letsel oplopen.
Opgepast
Draai het handwiel naar u toe om de naald omhoog te brengen.Draai aan de steekkeuzeknop om het patroon te kiezen.
Steek Toepassing
1/2/3/4
Knoopsgat ȅ ȅ ȅ
5
Rechte steek
dunne stof
Het aantal patroonsteken kan verschillen van model tot model.De naam van het model is aangegeven bij "MODEL" op het
modelplaatje op de achterkant van de naaimachine. (MODEL ***) 21 Steken --- MODEL XXX21, XXX17, XXX04, 7140, SA45 18 Steken --- MODEL XXX18, CB02, STF91 16 Steken --- MODEL XXX16, CB01, 7120
Steken
Steek Toepassing
21 18 16 21 18 16
15
16
ȅ ȅ ȅ
Blindzoomsteek
stretchstof
Decoratieve steek
Overhands naaien
Steken
ȅ ȅ ȅ
ȅ ȅ ȅ
6/7/8
9/10/11
12
13
14
Rechte steek
Rits inzetten
Appliqueren
Overhands naaien
Zigzag naaien
Blindzoomsteek ȅ ȅ ȅ
Meervoudige zigzag
Overhandse steek
dunne stof
Fagotteren/tricot-
steek
Decoratieve steek
ȅ ȅ ȅ
ȅ ȅ ȅ
ȅ ȅ ȅ
ȅ ȅ ȅ
17
18
19
20
21
Elastische rechte
steek (veilig naaien)
Fagotteren ȅ ȅ
Overhands naaien
Decoratieve steek
Smokwerk ȅ
Decoratieve steek ȅ
ȅ ȅ
ȅ
19
Page 21
9. Decoratieve steek
Alvorens de persvoet te verwisselen, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Verwijderen
Voorbereiding voor het naaien
1. Zet de persvoethendel omhoog.
2. Draai het handwiel naar u toe om de naald omhoog te brengen.
Druk de persvoethouderhendel in de richting van de pijl om de persvoet los te maken.
20
Page 22
Voorbereiding voor het naaien
Plaatsing
Plaats de persvoetpin direct onder de groef in de persvoethouder.
Zet de persvoethendel omlaag om de persvoet vast te zetten.
21
Page 23
10. Naald verwisselen
Alvorens de naald te verwisselen, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Gebroken naalden kunnen erg gevaarlijk zijn. Zorg ervoor dat u ze op een veilige plaats wegbergt, buiten het bereik van kinderen.
Anders kunt u letsel oplopen.
Voorbereiding voor het naaien
1. Draai het handwiel naar u toe om de punt van de naald boven de naaldplaat te brengen.
2. Houd de naald in één hand, maak de naaldklemschroef los met de meegeleverde naaldplaatschroevendraaier en verwijder de naald.
Juiste naaldkeuze
N.B. : Verwijder de naaldklemschroef niet.
Maak de naaldklemschroef los om de naald te verwijderen.
1. Houd de platte kant van de naald naar achteren en breng de naald in totdat deze in contact komt met de nok.
2. Draai de naaldklemschroef stevig vast met de naaldplaatschroevendra aier.
N.B.: Als u een verkeerde naald gebruikt, wordt mogelijk niet alleen
de naaikwaliteit slecht, maar kan de naaldplaat of de grijper beschadigd raken of kan de draad breken.
* Onjuiste steken of de naald breekt ; vervang de naald.
22
Page 24
Voorbereiding voor het naaien
11. Samenwerking tussen de naald, het garen en de stof, instellen van de naaimachine
De kwaliteit van het naaiwerk verbetert, wanneer u de naald en draad afstemt op het soort stof. Volg de richtlijnen in onderstaande tabel.
Gebruik een ballpointnaald voor de naaiuitlijning van elastische stoffen.Koop gerust naalden die niet als toebehoren werden meegeleverd, maar controleer of ze geschikt
zijn voor huishoudnaaimachines.
Zie P.29 [Draadspanning aanpassen] voor de instelling van de draadspanning.Gebruik hetzelfde soort draad voor zowel boven- en onderdraad.Hoe hoger het naaldnummer, des te dikker de naald; hoe hoger het draadnummer, des te dunner
de draad.
23
Page 25
III. Naaien
1. Rechte steken en achteruitnaaien
Achteruitnaaien wordt gedaan bij het begin en het einde van een naaiwerk om te vermijden dat de draad losraakt.
Duw of trek niet te hard aan de stof terwijl u naait.
Anders kan de naald breken en letsel veroorzaken.
Naaien
Rechte steek
Klaar met naaien
1. Draai het handwiel naar u toe om de naald omhoog te brengen.
2. Draai aan de steekkeuzeknop om het patroon te kiezen.
Plaats de stof en laat de
persvoet zakken.
Trap het voetpedaal in om
te beginnen met naaien.
Na het naaien draait u het handwiel naar u toe
om de naald in de hoogste stand te zetten.
Zet de persvoet omhoog en trek de stof naar
achteren.
24
Page 26
Naaien
Draadsnijmesje op de persvoetstang
* De plaats van het draadsnijmesje kan verschillen
per model.
Trek de twee draden gelijk met het draadsnijmesje op de persvoetstang.
Draadsnijmesje op de lampkap
Achteruitnaaien
* De plaats van het draadsnijmesje kan verschillen
per model.
Trek de twee draden gelijk met het draadsnijmesje op de lampkap vooraan.
Achteruitnaaien wordt gedaan bij het begin en het einde van een naaiwerk om te vermijden dat de draad losraakt. Achteruitnaaien wordt gedaan door de achteruitnaaihendel omlaag te duwen.
25
Stik 1 tot 2 cm van de rand
van stof om het rafelen te voorkomen als u begint met naaien.
Naai 3 tot 4 achteruitnaaisteken
aan het eind van het naaistuk.
N.B.: Haal uw vinger weg van
de achteruitnaaihendel om weer vooruit te naaien.
Page 27
Dikke stof naaien
Naaien
Wanneer u aan de rand van dikke stoffen naait, staat de persvoet mogelijk zo schuin dat u weinig tot geen transport hebt.
Dunne stof naaien
Plaats stof of dik papier van dezelfde dikte als de stof die u wenst te naaien onder de persvoet. Nu kunt u gemakkelijk naaien.
Naaien gaat gemakkelijker wanneer u onder de stof een dun papier legt.
26
Page 28
Naaien
Kokervormige stofnaaien
Trek de verlengtafel (bergvak voor toebehoren) uit in de richting van de pijl.
Het naaien van kokervormige stoffen zoals broeken of mouwen.
27
Page 29
2. Zigzagsteken naaien
Er zijn allerlei toepassingen voor zigzagsteken, zoals appliceren en overhands naaien.
Naaien
Draai het handwiel naar u toe om de naald omhoog
te brengen.
Draai aan de steekkeuzeknop om het patroon te
kiezen.
Plaats de stof en laat de persvoet zakken.Trap het voetpedaal in om te beginnen met naaien.
28
Page 30
Naaien
3. Draadspanning aanpassen
Alvorens u start met het afstellen moet u controleren of "P.15 [Bovendraad inrijgen]" goed werd uitgevoerd.
Instelwijze voor bovendraadspanning
Bovendraad is strak. Bovendraad is los.
Verlaag de bovendraad-spanning.
N.B. : Als de spanning niet verandert, zelfs niet wanneer u aan
de regelknop voor bovendraadspanning draait, moet u de bovendraad opnieuw inrijgen.
N.B. : Als dit niet verandert met de bovendraad, pas dan de
onderdraad aan.
Instelwijze voor onderdraadspanning
Verhoog de bovendraad-spanning.
Regel door aan de
afstelschroef van het spoelhuis te draaien met de meegeleverde schroevendraaier. Draai naar rechts om de spanning te verhogen Draai naar links om de spanning te verlagen
Nadat u de spanning van het
spoelhuis hebt aangepast, laat de grijper en spoelhuis + spoeltje samen zweven door deze samen vast te houden aan de draad zoals afgebeeld. (Zie P.45)
29
N.B.: Als de spoelhuis spanning goed is: zal de draad met lichte weerstand afrollen. Als de spoelhuis spanning te strak is: rolt de draad niet af, of stootsgewijs. Als de spoelhuis spanning te los is: rolt de draad gemakkelijk af zonder enige weerstand.
Page 31
4. Overhands naaien
Dit is een naaimethode die rafelen van de stof voorkomt.
Naaien
Is niet verkrijgbaar als model met 16/18 steken. (Zie P.19 [Toepassing patroonsteken])
Plaats de stof zo dat de naald iets naast de rand van de stof komt, wanneer de naald naar rechts gaat.
Het is gemakkelijker om nauwkeurig te naaien wanneer een festonvoet wordt gebruikt. (Optioneel toebehoren)
30
Page 32
Naaien
5. Blindzoomsteek
Bij deze naaimethode ziet u de steek niet aan de voorzijde van de stof.
Plooi de stof zo dat het geplooide deel
ongeveer 5 tot 7 mm uitsteekt.
Strijk en rijg de stof met de hand.
Plaats de stof zo dat de naald net in de vouw
valt, wanneer de naald naar links gaat.
Laat de persvoet zakken en begin te naaien.
Het deel van de steek dat in de vouw valt, is zichtbaar vanaf de voorkant van de stof.
Naai de steek gelijkmatig, zodat het deel van
de steek dat in de vouw valt, niet te groot of te klein is.
Na het naaien trekt u de rijgsteken uit en opent
u de stof.
31
Page 33
Naaien
Het is gemakkelijker om nauwkeurig te naaien wanneer een blindzoomvoet wordt gebruikt. (Optioneel toebehoren)
32
Page 34
Naaien
6. Knoopsgat
Alvorens de persvoet te verwisselen, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
U kunt de maat van knoopsgaten precies afstemmen op de knoop. Voor stretchstof of dunne stof is een ondersteunende stof (vlieseline) aanbevolen, zodat het knoopsgat beter wordt afgewerkt.
Wissel de knoopsgatvoet.
(Zie P.20 [Decoratieve steek])
Stel de grootte van het knoopsgat in en markeer
lijnen op de stof.
N.B. : Voor elastische stof of dunne stof, gebruikt
u vlieseline aan de achterzijde voor u begint te naaien.
33
Page 35
Naaien
Lijn de dichtbijliggende verdeellijn van de knoops-gatvoet uit met de geleidelijn en zet de persvoet omlaag op de startnaailijn op de stof.
Zet de naald in de hoogste stand, zet de steekkeuzeknop op "1" en naai 5 tot 6 trenssteken.
Zet de naald in de hoogste stand, zet de steekkeuzeknop op "2", naai de linkerzijde en stop bij de lijn gemarkeerd op de stof.
Zet de naald in de hoogste stand, zet de steekkeuzeknop op "3" en naai 5 tot 6 trenssteken. "1" en "3"op de steekkeuzeknop hebben dezelfde keuzestand.
Zet de naald in de hoogste stand, zet de steekkeuzeknop op "4", naai de rechterzijde en stop bij de lijn gemarkeerd op de stof.
34
Page 36
Naaien
Als u de knoopsgaten opensnijdt met het tornmesje, houd dan de stof niet voor het mesje.
Anders kunt u letselopl open aan uw hand.
Snijd met het tornmesje het midden open. Pas op dat u de steken niet insnijdt.
N.B. : Door een kopnaald in het trensgebied te
plaatsen voorkomt u dat u de trens insnijdt met het tornmesje.
Knoopsgatbalans instellen
Met de afstelschroef knoopsgat (achterzijde)
stelt u de balans tussen de steken in.
Stel bij door te draaien met de schroevendraaier
voor de naaldplaat.
Wanneer de steken aan de rechterkant van het knoopsgat te los zitten, draait u een beetje in de "-" -richting.
Wanneer de steken aan de linkerkant van het knoopsgat te los zitten, draait u een beetje in de "+" -richting.
35
Page 37
7. Ritsen inzetten
Alvorens de persvoet te verwisselen, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Naaien
De linkerzijde van de rits naaien
Bevestig de ritsvoet. (Zie P.20 [Decoratieve steek])
1. Plaats de rechterpin van de ritsvoet in de persvoethouder.
2. Leg de rits op de rand van de stof en rijg deze vast.
Plaats de stof zodat de rits zich rechts van de persvoet bevindt.
36
Page 38
Naaien
Naai tot net voor de persvoet contact maakt met de glijder. Stop dan met naaien.
Draai het handwiel naar u toe om de naald omlaag
in de stof te zetten.
Zet de persvoethendel omhoog.Schuif de glijder achter de persvoet en voltooi
het naaien.
De rechterzijde van de rits naaien
Maak de persvoet los en plaats deze op de
linkerpin.
Werk volgens dezelfde procedure als voor de
linkerzijde.
N.B. : Door in dezelfde richting te naaien als links
voorkomt u dat het naaiwerk verschuift.
37
Page 39
8. Smokwerk
Naaien
Is niet verkrijgbaar als model met 16/18 steken. (Zie P.19 [Toepassing patroonsteken])
Om de samentrekking voor rimpelen te maken:
Draai de steekkeuzeknop op "8".Maak de spanning van de bovendraad wat
losser en naai.
Na het naaien houdt u het einde van de
onderdraad vast, zoals op de tekening weergegeven, en schuift u de stof in de richting van de pijl om de samentrekking te maken.
Na het samentrekken, naait u de smoksteken
tussen de twee rijgdraden in.
Na het naaien van de smoksteken, trekt u de
draad, die u gebruikt hebt om de samentrekking te maken, eruit.
38
Page 40
Naaien
9. Borduurwerk
Verwijder de stekker uit het stopcontact, wanneer U het stopplaatje plaats.
Anders kunt u letsel oplopen.
U kunt met de machine een borduur patroon creëren. Teken Uw ontwerp op het materiaal en centreer deze in een borduurframe. Plaats vlieseline onder dun materiaal. Plaats de stopwerkadapter en begin te naaien.
Voor model 7140, DE21 gebruikt u de verzinkknop voor de transporteur inplaats van de stopw
erkadapter. (Zie P.44 [Gebruik van de transporteur])
Lijn de stopwerkadapter (toebehoren) uit met
de invoeggaten.
Druk op de stopwerkadapter tot U een
vergrendelingsklik hoort.
39
Page 41
Naaien
Maak de persvoethouderschroef los met de schroevendraaier van de naaldplaat om de houder te kunnen verwijderen.
Trek goed aan de stof met het ontwerp en
plaats deze in de borduurhoepel.
N.B. : Koop een in de handel verkrijgbare
borduurhoepel.
Wanneer u begint te naaien, bereidt u zich
voor door één steek te naaien, de bovendraad op te trekken en de onderdraad uit te trekken boven de stof.
Houdt beide draden rustig vast en maak 2 of 3
steken. Knip het overtollige garen weg.
Naai langs de rand van het ontwerp zodat er geen openingen zijn tussen de steken.
40
Page 42
Speciale technische gegevens
IV. Speciale technische gegevens
1. Het gebruik van de naaldinrijger
Alvorens de naaldinrijger te gebruiken, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Draai het handwiel naar u toe om de naald in de hoogste stand te brengen. (in de richting van de pijl)
N.B. : Draai het handwiel altijd naar u toe. Als
u het handwiel andersom draait kan de draad in de war raken.
Laat de persvoethendel zakken.
Laat de hendel van de naaldinrijger zachtjes zakken en plaats de draad die u in uw rechterhand vasthoudt rechts van de haakgeleider.
Druk de hendel van de naaldinrijger helemaal
omlaag om de haak door het oog van de naald te halen.
Zorg ervoor dat de haak in het oog van de naald
zit.
N.B. : Als de haak gebogen is en niet door het
oog van de naald kan, moet u de haak rechtzetten met een schroevendraaier.
41
Page 43
Speciale technische gegevens
Houd de ingeregen draad in de haakgeleider rechts en steek de draad in de groef van naaldinrijger.
Terwijl u de hendel van de naaldinrijger omhoog brengt, neemt u uw hand weg. De draad wordt door de haak opgetrokken en gaat door het oog van de naald zoals op de tekening weergegeven.
Trek de lus van de bovendraad naar achter.
N.B.1 : Als de naald niet juist is geplaatst, is het niet
mogelijk om het garen met de naaldinrijger door de naald te halen. Zie P.22 [Naald verwisselen].
N.B.2 : Naald nr. 65/9 kan met deze naaldinrijger
niet worden gebruikt.
42
Page 44
Speciale technische gegevens
2. Gebruik persvoetdruk regelaar
De persvoetdruk regelaar kan verschillen in functie per model.
Indruktype
Draaitype
<Indruktype> Normale stoffen en dikke stoffen naaien:
Voor normaal rechtdoor of zigzag naaien, druk "A" omlaag.
Naaien in dunne stof:
Druk buitenring "B" in tot pin "A" uitspringt. Druk pin "A" ongeveer halverwege in.
<Draaitype> Normale stoffen en dikke stoffen naaien:
Draai: Breng "3" gelijk met het bovenste deel
van het lampkap.
Naaien in dunne stof:
Draai: Breng "2" gelijk met het bovenste deel
van het lampkap.
43
Page 45
Speciale technische gegevens
3. Gebruik van de transporteur
Verwijder de stekker uit het stopcontact, voordat U het transport naar beneden plaats.
Anders kunt u letsel oplopen.
U kunt de transporteur omlaag zetten wanneer u de stof vrij met de hand invoert, bijvoorbeeld voor borduren of quilten.
Alleen voor model 7140, DE21.
Zorg er voor dat de naald en de persvoet, beide in de hoogste positie staan.Om het transport te verzinken, drukt U de knop in en dan naar links, dit zal het transport uitschakelen.Om het transport weer in te schakelen, drukt U de knop naar rechts, terug in zijn normale positie. Draai
het handwiel een volle slag rond, zodat het transportmechanisme zich weer kan inschakelen.
44
Page 46
Onderhoud
V. Onderhoud
1. Onderhoud transporteur en grijper
Indien de naaimachine veel lawaai maakt of traag draait, kan het zijn dat de olie op is, of er kan garenafval of stof in de grijper of in de transporteur zitten. aak de grijper en het transport schoon en geef daarna een druppel olie.
Alvorens de grijper te reinigen, haalt u de stekker uit het stopcontact.
Anders kunt u letsel oplopen.
Gebruik geen doek met reinigingsmiddel, bleekmiddel, benzine
Opgepast
of thinner. Daardoor kan verkleuring optreden of kunnen barsten ontstaan.
Verwijder de persvoethouder en maak met de naaldplaatschroevendraaier de naaldplaat los.
Verwijder garenafval en stof met een borsteltje.
(Optioneel toebehoren)
Verwijder het spoelhuis.
45
Page 47
Onderhoud
Open de linker- en rechterstoppers naar buiten toe. (in de richting van de pijl)
Neem de grijperdekring weg.
Neem de grijper eruit.
Maak de grijperbaan schoon met een borsteltje of een zachte doek.
Breng een druppel olie aan op de grijperbaan.
N.B.1 : Als u teveel olie hebt aangebracht kan dit
problemen veroorzaken zoals vuil garen of vuile spoelen of er kunnen naaiproblemen ontstaan. Smeer niet meer dan nodig.
N.B.2 : Gebruik de geleverde olie van uw machine
of speciale naaimachine olie. Andere olie kan mechanische problemen veroorzaken.
46
Page 48
Onderhoud
2. Installatie grijper
De grijper wordt geïnstalleerd door de procedure voor het verwijderen om te keren.
Plaats de grijper op de grijperdrijver.
Plaats het nokje van de grijperdekring in de uitsparing van het grijpersysteem.
Sluit de linker- en rechterstoppers naar binnen toe. (in de richting van de pijl)
Houd de grendel van het spoelhuis vast en
breng het spoelhuis op de grijper.
De vinger van het spoelhuis moet zich
vergrendelen in de groef.
47
Page 49
3. Lampje vervangen
RS2000B is niet uitgerust met een lampje.
Trek de stekker uit het stopcontact en wacht tot het lampje is afgekoeld alvorens het lampje te vervangen.
Anders kunt u een elektrische schok of brand veroorzaken.
Onderhoud
Maak de schroef los en neem het lampkap weg.
Draai het lampje tegen de wijzers in los en
verwijder het lampje.
Draai het nieuwe lampje met de wijzers mee
vast.
N.B. : Gebruik een lampje met een
maximumvermogen van 15 W. Vergeet niet om het lampkap, na het vervangen van het lampje, terug te plaatsen.
48
Page 50
Onderhoud
4. Fouten opsporen
Wat is het probleem? Controleer de volgende mogelijkheden alvorens contact op te nemen met het servicepunt.
Storing Oorzaak Te nemen maatregel Pagina
Draait niet Werkt niet
Teveel lawaai Draait te traag
Naald is gebroken
Stekker zit niet in stopcontact Sluit het netsnoer juist aan
De stroom is uitgeschakeld Zet de aan/uit schakelaar op aan
De ontkoppelknop staat in de stand ondergaren opspoelen
Het garen zit vast rond de grijper of er zit een gebroken naald in de grijperbaan
Geen olie meer Smeer de spoelbaan
Er zit garenafval of stof in de grijperbaan of in de transporteur
De naald is niet juist geplaatst Plaats de naald op correcte wijze
De naaldklemschroef is los Draai de schroef stevig vast
De naald is te fijn voor de stof
De spanning van de bovendraad is te hoog
De stof wordt te sterk meegevoerd Trek niet te hard aan de stof
Verplaats de ontkoppelknop terug naar de normale stand (naaldstand)
Maak de grijperbaan schoon.
Verwijder garenafval of stof
Gebruik een geschikte naald voor de stof
Pas de draadspanning aan
9
9
13
45
45
45
22
22
23
29
24
Bovendraad is gebroken
Onderdraad is gebroken
Stof wordt niet getransporteerd
Er wordt een verkeerde persvoet gebruikt
Het spoelhuis is niet juist geplaatst
De boven- en de onderdraad zijn niet juist ingeregen
De draad zit vast in het spoelhuis of de grijper
De spanning van de bovendraad is te hoog
De naald is verbogen
Er zit een braam op de punt van de naald
De onderdraad is niet goed ingeregen Rijg de onderdraad opnieuw in
Er zit garenafval in de transporteur
Er werd een stopwerkadapter ge-plaatst Verwijder de stopwerkadapter
Gebruik de juiste persvoet
Plaats het spoelhuis in de juiste stand
Rijg de boven- en onderdraad juist in
Verwijder garenafval van de transporteur en de grijper
Pas de draadspanning aan
Vervang de naald door een goede naald
Verwijder garenafval van de transporteur en de grijper
14
14
15
45
29
22
14
45
39
De steeklengteknop staat op "1" of "3" Stel het juiste patroon in
49
Page 51
Onderhoud
Storing Oorzaak Te nemen maatregel Pagina
Steken gemist
De stof trekt/ rimpelt op
Te veel onderdraad zichtbaar op de voorkant van de stof
De naald is niet juist geplaatst Plaats de naald op correcte wijze
De naald is verbogen Gebruik een rechtenaald
De naald en het garen zijn niet geschikt voor de stof
De bovendraad is niet juist geplaatst Rijg de bovendraad juist in
De spanning van de bovendraad is te hoog
De boven- en de onderdraad zijn niet juist ingeregen
De naald is te dik voor de stof
Er zit een braam op de naald
De onderdraad is niet goed ingeregen Rijg de onderdraad opnieuw in
De spanning van de bovendraad is te hoog
De spoel is niet juist in het spoelhuis geplaatst
Gebruik naald en garen die geschikt zijn voor de stof
Pas de draadspanning aan
Rijg de boven- en onderdraad juist in
Gebruik een geschikte naald voor de stof
Vervang de naald door een goede naald
Pas de draadspanning aan
Plaats het spoelhuis in de juiste stand
22
22
23
15
29
14
15
23
22
14
29
14
De bovendraad is niet juist ingeregen
Te veel bovendraad zichtbaar op de achterkant van de stof
Naaldinrijger werkt niet
(niet tussen de spanningsplaat geplaatst)
De spanning van de bovendraad is te laag
De bovendraad is niet juist ingeregen (niet ingeregen door de draadgeleider)
De naaldstand is te laag
Naald nr. 9 wordt gebruikt Gebruik naald nr. 11 t/m 16
De naald is niet juist geplaatst Plaats de naald op correcte wijze
De naald is verbogen Gebruik een rechtenaald
De draad is niet goed door de draadgeleider op de naaldstang geleid
Rijg de bovendraad juist in
Pas de draadspanning aan
Rijg de bovendraad juist in
Draai het handwiel naar u toe om de naald in de hoogste stand te brengen
Rijg de naaldgeleider in
15
29
15
41
42
22
22
16
Als bovenstaande acties het probleem niet oplossen, neem dan contact op met het servicecentrum dat is vermeld in de garantie.
5. Het onderhouden van dubbel-geïsoleerde producten. (230 V - 240 V)
In een dubbel-geïsoleerde product, worden twee systemen van isolatie verstrekt in plaats van aarding. Geen aarding wordt verstrekt op een dubbel-geïsoleerd product noch mag aarding aan het product worden toegevoegd. Het onderhouden van een dubbel-geïsoleerd product vereist extra zorg en zou slechts door gekwalificeerd personeel met kennis van het systeem en onder zijn of haar verantwoording worden gedaan. De vervangen onderdelen voor een dubbel-geïsoleerd product moeten identiek aan elkaar zijn. Het symbool staat duidelijk op het dubbel-geïsoleerde product.
50
Page 52
Andere
VI. Andere
1. Specificaties
Grijpertype Vertikaal grijpersysteem
Naald Naald huishoudelijke naaimachine (HA-1)
Spoel Originele TOYOTA kunststofspoel
Maximale steeklengte 5 mm
Maximale steekbreedte 5 mm
Standaard naaldpositie Naaldstand midden, naaldstand links
Gewicht naaimachine (hoofdeenheid) 6.3 kg
Model RS2000 – Type SDU
Breedte: 419 mm
Afmetingen naaimachine
Spanning 220 tot 230 V
Frequentie 50 Hz
Motorvermogen 70 W
Lampje 15 W
Hebt u vragen over deze naaimachine van TOYOTA, raadpleeg dan het garantiecertificaat.
Diepte: 166 mm
Hoogte: 293 mm
2. Hergebruik
GOOI BATTERIJEN NIET BIJ HET AFVAL!
ALLEEN EU
Wij hebben de verplichting om het milieu te beschermen. Wij streven naar een minimale milieubelasting door onze producten constant te verbeteren qua productontwerp en fabricagemethode.
Zorg voor een verantwoordelijke verwijdering als de batterij leeg is.
Het "Doorgekruiste afvalbak" symbool hierboven en het productinformatieplaatje geven aan dat dit product valt onder de richtlijnen van de E.U. "Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur" (AEEA (WEEE)) en de zogenaamde RoHS richtlijn (beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur; Restriction of use of certain Hazardous Substances). Het product mag niet worden weggegooid met huishoudelijk afval. Bij de verwijdering van dit product moet u zich houden aan de nationale en locale wetgeving; het valt onder Categorie 2 "Kleine huishoudelijke apparaten" (AEEA, WEEE). U kunt aansprakelijk gesteld worden onder de lokale en nationale wetgeving voor onjuiste verwijdering. Raadpleeg voor verdere informatie het web, of een bevoegde nationale of locale instantie voor het inleveren en inname bij het dichtstbijzijnde verzamelpunt.
Als individu kunt u een positieve invloed uitoefenen op hergebruik en andere vormen van herwinnen van AEEA, WEEE. Dit kan de vervuiling terugdringen en zal de belasting op het milieu minimaliseren door de producten die u gebruikt.
51
Page 53
Andere
Bepaalde stoffen in elektronische en elektrische apparatuur kunnen schadelijke gevolgen hebben voor uw gezondheid en het milieu.
52
Page 54
Loading...