TOSHIBA Z30-C-1CR User Manual [nl]

Page 1
Gebruikers­handleiding
PORTEGE Z30-C/Z30t-C
TECRA Z40-C/Z40t-C
Page 2

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Wet- en regelgeving en veiligheid
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken ....... 1-1
Voorschriften ......................................................................................... 1-2
Verklaring met betrekking tot videostandaarden ............................. 1-11
OpenSSL Toolkit License Issues ....................................................... 1-11
FreeType License Issues .................................................................... 1-14
ENERGY STAR®-programma ............................................................. 1-17
Afvalverwerking van de computer en de computeraccu ................. 1-17
Algemene voorzorgsmaatregelen ...................................................... 1-18
Veiligheidspictogrammen ................................................................... 1-21
Controlelijst van apparatuur ................................................................. 2-1
Conventies ............................................................................................. 2-1
Korte modelnaam .................................................................................. 2-2
De computer voor het eerst gebruiken ............................................... 2-2
Kennismaken met Windows ................................................................. 2-7
Het apparaat uitschakelen .................................................................... 2-9
Herstel .................................................................................................. 2-14
Rondleiding
Rondleiding voor de Z30-C ................................................................... 3-1
Rondleiding voor de Z40-C ................................................................. 3-11
Interne hardwareonderdelen .............................................................. 3-21
Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden ............ 3-24
Hoofdstuk 4
Gebruikershandleiding ii
Basisbeginselen
Het touchscreen gebruiken .................................................................. 4-1
Het touchpad gebruiken ....................................................................... 4-2
Het toetsenbord ..................................................................................... 4-3
De AccuPoint gebruiken ....................................................................... 4-6
De vingerafdruksensor gebruiken ....................................................... 4-7
Accu's en batterijen .............................................................................. 4-9
Draadloos WAN-apparaat ................................................................... 4-13
GPS-functie .......................................................................................... 4-15
LAN ....................................................................................................... 4-16
Geheugenmedia .................................................................................. 4-17
Smart Card ........................................................................................... 4-21
Page 3
Extern beeldscherm ............................................................................ 4-22
TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/120W .......................... 4-26
Beveiligingsslot ................................................................................... 4-27
Optionele TOSHIBA-accessoires ....................................................... 4-28
Geluidssysteem en videomodus ....................................................... 4-28
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
Hulpprogramma's en toepassingen .................................................... 5-1
Speciale voorzieningen ........................................................................ 5-9
Problemen oplossen
Probleemoplossingsproces ................................................................. 6-1
Controlelijst voor hardware en systeem ............................................. 6-4
TOSHIBA-ondersteuning .................................................................... 6-16
Aanhangsel
Specificaties .......................................................................................... 7-1
Netsnoer en connectoren ..................................................................... 7-3
Informatie voor draadloze apparaten .................................................. 7-4
Informatie over Intel® AMT ................................................................. 7-17
Informatie over Intel® Authenticate ................................................... 7-20
Wettelijke voetnoten ............................................................................ 7-20
Index
Gebruikershandleiding
iii
Page 4
Hoofdstuk 1
Wet- en regelgeving en veiligheid
In dit hoofdstuk vindt u informatie over wet- en regelgeving en veiligheid met betrekking tot TOSHIBA-computers.
TOSHIBA verwijst naar Toshiba Corporation en/of diens dochterondernemingen zoals Toshiba Client Solutions Co., Ltd. indien van toepassing.

Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken

Auteursrecht

© 2018 Toshiba Client Solutions Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Eerste editie mei 2018 Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.

Afwijzing van aansprakelijkheid

Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
Gebruikershandleiding
1-1
Page 5
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.

Handelsmerken

Intel en het Intel-logo zijn handelsmerken van Intel Corporation of diens dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Het Bluetooth®-woordmerk is een gedeponeerd handelsmerk dat eigendom is van Bluetooth SIG, Inc.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het HDMI-logo zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
DTS, het symbool, en DTS en het symbool samen zijn gedeponeerde handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance. Alle andere bedrijfsnamen, productnamen en servicenamen die hierin
worden genoemd, kunnen handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren zijn.

Voorschriften

De hierin beschreven voorschriften kunnen variëren. Controleer de ID­informatie op de onderkant van het apparaat of de doos voor specifieke informatie met betrekking tot het aangeschafte model.

FCC-informatie

FCC-verklaring van overeenstemming
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Gebruikershandleiding
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne. Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv.
1-2
Page 6
Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten aan.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met niet­compatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tv­toestellen. U moet afgeschermde kabels gebruiken tussen de externe apparaten en de poort voor een externe RGB-monitor, de Universal Serial Bus-poorten (USB 3.0), de HDMI™-uitgang en de gecombineerde hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting van de computer. Het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA of door TOSHIBA erkende partijen kan de machtiging tot het gebruik van de apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2. Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren, zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres: Toshiba America Information Systems Inc.
5241 California Avenue, Suite 100 Irvine, California, USA, 92617
Telefoon: (949) 583-3000
Deze informatie is alleen van toepassing op de landen/regio's waar dit vereist is.

Waarschuwing voor Californië in verband met Prop 65

Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood, die volgens de staat Californië kanker, aangeboren afwijkingen of andere vruchtbaarheidsproblemen kunnen veroorzaken. Was uw handen na
aanraken.
Alleen voor de staat Californië.
Gebruikershandleiding 1-3
Page 7

Exportwetten

Dit document bevat technische gegevens die kunnen vallen onder de exportwetgeving van de V.S. en voorafgaand aan de export mogelijk moeten worden goedgekeurd door het Amerikaanse Ministerie van Handel. Export, direct of indirect, die in strijd is met de Amerikaanse exportwetgeving, is verboden.

EU-verklaring van overeenstemming

Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website
http://epps.toshiba-teg.com op internet.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Hierbij verklaart Toshiba Europe GmbH dat het model/de modellen die worden beschreven in deze handleiding voldoen aan richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is beschikbaar op het volgende internetadres:
https://epps.toshiba-teg.com/ Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen van de toepasselijke Europese richtlijnen, met name richtlijn (2014/53/EU) betreffende radioapparatuur, de RoHS-richtlijn 2011/65/EU, richtlijn 2009/125/EG betreffende ecologisch ontwerp (ErP) en de bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de toepasselijke EMC-normen (Elektromagnetische Compatibiliteit). TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/ geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden aangesloten.
Gebruikershandleiding
1-4
Page 8
Werkomgeving
この装置は、クラスB情報技術装置です。この装置は、家庭環境で使 用することを目的としていますが、この装置がラジオやテレビジョン
受信機に近接して使用されると、受信障害を引き起こすことがあります。
取扱説明書に従って正しい取り扱いをしてください。
VCCI-B
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften (elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, licht­industriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde werkomgeving af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet geverifieerd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
medische omgevingen (volgens de richtlijn voor medische apparatuur) gemotoriseerde voertuigen vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde/niet aanbevolen werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle niet-geverifieerde omgevingen. In het geval van voertuigen of vliegtuigen mag dit product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of luchtvaartmaatschappij hiervoor voorafgaand toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.

Informatie voor VCCI-klasse B (alleen Japan)

Canadese voorschriften (alleen in Canada)

De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese
Gebruikershandleiding
ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
1-5
Page 9
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA de machtiging tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de Canadese regeling voor storing veroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.

Kennisgeving voor Canada

Dit apparaat voldoet aan de RSS-standaard(en) voor licentievrijstelling van ISED (voorheen Industry Canada).
De werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet ontvangen storing accepteren, zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Le présent appareil est conforme aux CNR d'Industrie Canada applicables aux appareils radio exempts de licence. L'exploitation est autorisée aux deux conditions suivantes : (1) l'appareil ne doit pas produire de brouillage, et (2) l'appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi, même si le brouillage est susceptible d'en compromettre le fonctionnement.
Om te voldoen aan de Canadese nalevingsvereisten voor blootstelling aan RF, mogen dit apparaat en de antenne zich niet in dezelfde ruimte bevinden als en niet tegelijk worden gebruikt met een andere antenne of zender. Wanneer u deze computer gebruikt, moet u zorgen dat de afstand tot de antenne minimaal 13 mm is.
Pour être conforme aux exigences canadiennes en matière d'exposition aux fréquences radio, l'appareil et son antenne ne doivent pas être situés au même endroit qu'une autre antenne ou un autre émetteur ni fonctionner en même temps. Une distance minimale de 13 mm de l'antenne doit être maintenue durant l'utilisation de cet ordinateur.
Gebruikershandleiding 1-6
Page 10
Dit apparaat werkt in het frequentiebereik van 5,15 GHz tot 5,25 GHz en kan daarom alleen binnenshuis worden gebruikt. De FCC vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt in het frequentiebereik van 5,15 GHz tot 5,25 GHz om mogelijk schadelijke storing van mobiele satellietsystemen op hetzelfde kanaal te voorkomen.
Krachtige radars zijn toegewezen als hoofdgebruikers van de banden van 5,25 GHz tot 5,35 GHz en 5,65 GHz tot 5,85 GHz. Deze radarstations kunnen storing en/of schade veroorzaken aan dit apparaat.
Les dispositifs fonctionnant dans la bande 5150-5250 MHz sont réservés uniquement pour une utilisation à l’intérieur afin de réduire les risques de brouillage préjudiciable aux systèmes de satellites mobiles utilisant les mêmes canaux.
Veuillez noter que les utilisateurs de radars de haute puissance sont désignés utilisateurs principaux (c.-à-d., qu’ils ont la priorité) pour les bandes 5250-5350 MHz et 5650-5850 MHz et que ces radars pourraient causer du brouillage et/ou des dommages aux dispositifs LAN-EL.
De bovenstaande waarschuwing geldt voor producten die werken met een
802.11a-radio-apparaat.
La mise en garde ci-dessus ne s’applique qu’aux appareils ayant un transmetteur opérant en mode 802.11 a.

De volgende informatie geldt alleen voor EU-lidstaten:

Informatievereisten Verordening EG 1275/2008
Aanvullende informatie zoals vereist door Verordening
(EG) 1275/2008, gewijzigd door Verordening (EU) 801/2013 die de Europese richtlijn wat betreft voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor het elektriciteitsverbruik van elektrische en elektronische huishoud- en kantoorapparatuur in de stand-by- en uit­stand implementeert, kan hier worden gevonden:
http://www.toshiba.eu/Eco-Design
Gebruikershandleiding 1-7
Page 11
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is gebracht na 13 augustus 2005.
Door mee te werken aan het afzonderlijk inzamelen van producten en batterijen draagt u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en batterijen/accu's en helpt u zo mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het hergebruik van afval in uw land onze website
( www.toshiba.eu/recycling gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
Gebruikershandleiding 1-8
Page 12
Verwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd in de Europese richtlijn inzake batterijen en accu's, worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de doorgekruiste vuilnisbak.
Door batterijen en accu's gescheiden in te zamelen, draagt u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en batterijen/accu's en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen. Om dit te bereiken dient u elke batterij en/of accu in te leveren bij een plaatselijke recyclinginstantie of bij een winkel of inzamelpunt waar deze onderdelen worden ingezameld voor een milieuvriendelijke verwerking. Zorg er daarbij voor dat u de contacten afplakt met niet­geleidende tape.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het hergebruik van afval in uw land onze website
www.toshiba.eu/recycling
( gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
De informatie over regelgeving die wordt aangegeven met deze symbolen, is mogelijk niet van toepassing, afhankelijk van het land en de regio waar u de computer hebt gekocht.

REACH - Verklaring van overeenstemming

De verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van chemische stoffen) is vanaf 1 juni 2007 van kracht, met een gefaseerde inwerkingtreding tot 2018.
Toshiba voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten informatie te geven over de aanwezigheid in onze artikelen van stoffen op de kandidatenlijst in overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website www.toshiba.eu/reach voor informatie over de aanwezigheid in onze
artikelen van stoffen die op de kandidatenlijst staan volgens REACH in een concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent.
Gebruikershandleiding
1-9
Page 13

De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:

Afvalverwerking van producten:
Het symbool van doorgekruiste vuilnisbak betekent dat dit product niet mag worden ingezameld en weggegooid met ander huishoudelijk afval. Wanneer het product het einde van zijn gebruiksduur heeft bereikt, moet dit worden ingeleverd bij een inzamelpunt, recyclingbedrijf of afvalverwerkende instantie om zo het milieu en de menselijke gezondheid te beschermen. Voor meer informatie over inzamelings- en recyclingprogramma's in uw land neemt u contact op met de gemeente of met de winkel waar u het product hebt gekocht.
Toshiba voldoet aan alle vereisten van de Turkse richtlijn 28300 'Beperking op het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur'.
AEEE Yönetmeliğine Uygundur
Toshiba 28300 sayılı Türkiye ''Elektrikle çalişan ve elektronik ekipmanda belirli tehlikeli maddelerin kullanimiyla ilgili kisitlama” yönetmeliği gereklerini tamamen yerine getirmektedir.
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect. Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.

De volgende informatie geldt alleen voor India:

Het gebruik van dit symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld.
Door dit product op de juiste manier als afval te verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid die kunnen voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te voorkomen.
Voor meer informatie over recycling van dit product bezoekt u onze website
(
http://www.toshiba-india.com ) of neem contact op met
het callcenter (1800-200-6768).
Gebruikershandleiding 1-10
Page 14
De informatie over regelgeving die wordt aangegeven met deze symbolen, is mogelijk niet van toepassing, afhankelijk van het land en de regio waar u de computer hebt gekocht.

Verklaring met betrekking tot videostandaarden

DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II) DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL GEBRUIK, KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE http://www.mpegla.com

OpenSSL Toolkit License Issues

LICENSE ISSUES ============== The OpenSSL toolkit stays under a dual license, i.e. both the conditions of
the OpenSSL License and the original SSLeay license apply to the toolkit. See below for the actual license texts. Actually both licenses are BSD-style Open Source licenses. In case of any license issues related to OpenSSL please contact openssl-core@openssl.org.
OpenSSL License
------------------------
/*===================================================== Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
Gebruikershandleiding 1-11
Page 15
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit."
( http://www.openssl.org/
)
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote products derived from this software without prior written permission. For written permission, please contact openssl-core@openssl.org.
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may "OpenSSL" appear in their names without prior written permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit"
http://www.openssl.org/
(
)
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
===================================================== This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
*/ Original SSLeay License
----------------------------------
/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved. This package is an SSL implementation written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
Gebruikershandleiding 1-12
Page 16
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the holder is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library being used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory (application code) you must include an acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Gebruikershandleiding 1-13
Page 17
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]
*/

FreeType License Issues

The FreeType Project LICENSE
----------------------------
2006-Jan-27 Copyright 1996-2002, 2006 by David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg Introduction ============ The FreeType Project is distributed in several archive packages; some of
them may contain, in addition to the FreeType font engine, various tools and contributions which rely on, or relate to, the FreeType Project.
This license applies to all files found in such packages, and which do not fall under their own explicit license. The license affects thus the FreeType font engine, the test programs, documentation and makefiles, at the very least.
This license was inspired by the BSD, Artistic, and IJG (Independent JPEG Group) licenses, which all encourage inclusion and use of free software in commercial and freeware products alike. As a consequence, its main points are that:
We don't promise that this software works. However, we will be interested in any kind of bug reports. (`as is' distribution)
You can use this software for whatever you want, in parts or full form, without having to pay us. (`royalty-free' usage)
You may not pretend that you wrote this software. If you use it, or only parts of it, in a program, you must acknowledge somewhere in your documentation that you have used the FreeType code. (`credits')
We specifically permit and encourage the inclusion of this software, with or without modifications, in commercial products.
We disclaim all warranties covering The FreeType Project and assume no liability related to The FreeType Project.
Finally, many people asked us for a preferred form for a credit/disclaimer to use in compliance with this license. We thus encourage you to use the following text:
""" Portions of this software are copyright (C) <year> The FreeType Project www.freetype.org
Gebruikershandleiding 1-14
Page 18
All rights reserved. """ Please replace <year> with the value from the FreeType version you
actually use. Legal Terms ============
0. Definitions
--------------
Throughout this license, the terms `package', `FreeType Project', and `FreeType archive' refer to the set of files originally distributed by the authors (David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg) as the `FreeType Project', be they named as alpha, beta or final release.
`You' refers to the licensee, or person using the project, where `using' is a generic term including compiling the project's source code as well as linking it to form a `program' or `executable'. This program is referred to as `a program using the FreeType engine'.
This license applies to all files distributed in the original FreeType Project, including all source code, binaries and documentation, unless otherwise stated in the file in its original, unmodified form as distributed in the original archive. If you are unsure whether or not a particular file is covered by this license, you must contact us to verify this.
The FreeType Project is copyright (C) 1996-2000 by David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg. All rights reserved except as specified below.
1. No Warranty
--------------
THE FREETYPE PROJECT IS PROVIDED `AS IS' WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. IN NO EVENT WILL ANY OF THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS BE LIABLE FOR ANY DAMAGES CAUSED BY THE USE OR THE INABILITY TO USE, OF THE FREETYPE PROJECT.
2. Redistribution
--------------
This license grants a worldwide, royalty-free, perpetual and irrevocable right and license to use, execute, perform, compile, display, copy, create derivative works of, distribute and sublicense the FreeType Project (in both source and object code forms) and derivative works thereof for any purpose; and to authorize others to exercise some or all of the rights granted herein, subject to the following conditions:
Gebruikershandleiding 1-15
Page 19
Redistribution of source code must retain this license file (`FTL.TXT') unaltered; any additions, deletions or changes to the original files must be clearly indicated in accompanying documentation. The copyright notices of the unaltered, original files must be preserved in all copies of source files.
Redistribution in binary form must provide a disclaimer that states that the software is based in part of the work of the FreeType Team, in the distribution documentation. We also encourage you to put an URL to the FreeType web page in your documentation, though this isn't mandatory.
These conditions apply to any software derived from or based on the FreeType Project, not just the unmodified files. If you use our work, you must acknowledge us. However, no fee need be paid to us.
3. Advertising
--------------
Neither the FreeType authors and contributors nor you shall use the name of the other for commercial, advertising, or promotional purposes without specific prior written permission.
We suggest, but do not require, that you use one or more of the following phrases to refer to this software in your documentation or advertising materials: `FreeType Project', `FreeType Engine', `FreeType library', or `FreeType Distribution'.
As you have not signed this license, you are not required to accept it. However, as the FreeType Project is copyrighted material, only this license, or another one contracted with the authors, grants you the right to use, distribute, and modify it. Therefore, by using, distributing, or modifying the FreeType Project, you indicate that you understand and accept all the terms of this license.
4. Contacts
--------------
There are two mailing lists related to FreeType:
freetype@nongnu.org Discusses general use and applications of FreeType, as well as future
and wanted additions to the library and distribution. If you are looking for support, start in this list if you haven't found anything to help you in the documentation.
freetype-devel@nongnu.org Discusses bugs, as well as engine internals, design issues, specific
licenses, porting, etc.
Our home page can be found at http://www.freetype.org
Gebruikershandleiding 1-16
Page 20

ENERGY STAR®-programma

Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®­richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, aan deze richtlijnen voldoet, is het voorzien van het Energy Star­logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR­programma van de Environmental Protection Agency (EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben plaatsgevonden.
TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende instellingen ingeschakeld te laten, zodat de computer zo energiezuinig mogelijk werkt. U kunt de slaapstand uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Uw computer met ENERGY STAR-certificering moet standaard zo zijn ingesteld dat deze na een periode van inactiviteit overschakelt naar een energiezuinige slaapstand. Raak eenvoudig de muis of het toetsenbord aan om de computer snel weer te activeren. Deze slaapfuncties kunnen u tot $23 per jaar (200 kWh per jaar aan elektriciteit) besparen en verminderen de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen met max. 300 pond. Voor informatie over hoe u deze slaapstandinstellingen van de computer aanpast of inschakelt, gaat u naar:
www.energystar.gov/sleepinstructions Als u deze slaapstandinstellingen snel en gemakkelijk in
uw organisatie wilt inschakelen met behulp van netwerkprogramma's, gaat u naar:
www.energystar.gov/powermanagement

Afvalverwerking van de computer en de computeraccu

De computeraccu is niet toegankelijk voor de gebruiker. Neem contact op met een erkende TOSHIBA-servicedienst voor informatie over afvalverwerking van de computer en de accu.
Gebruikershandleiding 1-17
Page 21

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de volgende algemene aanwijzingen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.

Zorg voor afdoende ventilatie

Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af. Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel. Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer. Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.

Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten

Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht. Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset. Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters. Extreme hitte, koude of vochtigheid. Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Gebruikershandleiding 1-18
Page 22

Blessures door overbelasting

Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.

Letsel door verhitting

Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact, bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten, resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan namelijk schade veroorzaken.

Schade door druk of stoten

Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd of storingen optreden.

De computer schoonmaken

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer nat wordt, schakelt u deze direct uit en laat u de computer helemaal opdrogen.. In dit geval dient u de computer te laten nakijken door een erkend servicecentrum om de omvang van de schade te laten vaststellen.
Reinig het plastic van de computer met een doek die licht bevochtigd is met water.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het scherm voorzichtig af te vegen.
Gebruikershandleiding 1-19
Page 23
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.

De computer verplaatsen

Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten). Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen. Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op aan het beeldscherm. Voordat u de computer draait, schakelt u deze uit, koppelt u de
netadapter los en laat u de computer afkoelen. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan dit leiden tot lichte verwondingen door de warmte.
Stel de computer niet bloot aan snelle temperatuurwisselingen (bijvoorbeeld wanneer u de computer meeneemt van een koude omgeving naar een warme kamer). Zet de computer pas aan nadat het condensvocht is verdwenen.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer de computer nooit terwijl er kaarten in zijn geïnstalleerd. Hierdoor kan de computer en/of de kaart beschadigen, waardoor de computer niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert. Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden. Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.

Mobiele telefoons

Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de mobiele telefoon.
Gebruikershandleiding 1-20
Page 24

Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort

Alle belangrijke informatie voor een veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.

Veiligheidspictogrammen

Veiligheidspictogrammen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-21
Page 25
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf is geïnstalleerd door TOSHIBA, werken sommige functies die in deze handleiding worden beschreven mogelijk niet correct.

Controlelijst van apparatuur

Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.

Hardware

Controleer of u de volgende items hebt:
TOSHIBA draagbare personal computer Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes) Reinigingsdoekje (meegeleverd bij sommige modellen)

Documentatie

Aan de slag Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.

Conventies

In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Klikken Tik op het touchpad of klik eenmaal op de
linker touchpadbesturingsknop. Klik eenmaal met de linkermuisknop. Tik eenmaal op het aanraakscherm (alleen
modellen met een aanraakscherm).
Gebruikershandleiding 2-1
Page 26
Rechtsklikken Tik met twee vingers tegelijk op het
Dubbelklikken Tik tweemaal op het touchpad of klik
Starten

Korte modelnaam

De modelnaam van uw computer wordt in deze handleiding als volgt afgekort.
LCD Volledige modelnaam Korte
33,8 cm (13,3 inch)
PORTEGE Z30-C/Z30t-C Z30-C
touchpad of klik eenmaal met de rechter touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de rechtermuisknop. Tik op het aanraakscherm en laat uw vinger
staan (alleen voor modellen met een aanraakscherm).
tweemaal met de linker touchpadbesturingsknop.
Klik tweemaal met de linkermuisknop. Tik tweemaal op het aanraakscherm (alleen
voor modellen met een aanraakscherm).
Het woord 'Starten' verwijst naar de knop ' ' in de linkerbenedenhoek van het scherm.
modelnaam
35,6 cm (14,0 inch)
TECRA Z40-C/Z40t-C Z40-C

De computer voor het eerst gebruiken

Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding is bedoeld om u comfortabeler en productiever met de notebookcomputer te laten werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten Het beeldscherm openen Het apparaat inschakelen
Gebruikershandleiding
2-2
Page 27
Eerste configuratie Kennismaken met Windows
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens verloren.
Het is raadzaam om regelmatig een back-up van de ingebouwde schijf of van een ander primair opslagapparaat op externe media te maken. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat alle gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de ingebouwde schijf of op een ander opslagmedium. Als u dit niet doet, kan dit gegevensverlies tot gevolg hebben.

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. U moet de accu opladen voordat u de computer op accuvoeding kunt gebruiken.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door TOSHIBA wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet overeenstemt met het spanningsbereik en de frequentie die op het voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat wel doet, kan dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 2-3
Page 28
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat wel doet, kan dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en ­voorschriften in de regio waarin de computer wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen exact uit te voeren in de volgorde die wordt beschreven in deze handleiding. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak, meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard, warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Gebruikershandleiding
Afbeelding 2-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 2-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
2-4
Page 29
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
1
2
1
2
afhankelijk van het model.
2. Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de computer.
3. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact. Het DC IN-/acculampje brandt.
Afbeelding 2-3 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten (Z30-C)
Afbeelding 2-4 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten (Z40-C)
1. Gelijkstroomingang (19 V) 2. Gelijkstroomuitgangsstekker
De vormgeving van het product verschilt per model.

Het beeldscherm openen

Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal kijkgemak.
Terwijl u de polssteun met één hand omlaag drukt, zodat het hoofdgedeelte van de computer niet omhoog komt, tilt u langzaam het beeldscherm omhoog. Zo kunt u de hoek van het beeldscherm aanpassen voor een optimale zichtbaarheid.
Gebruikershandleiding
2-5
Page 30
Afbeelding 2-5 Het beeldscherm openen (Z30-C)
1
1. Beeldscherm
De vormgeving van het product verschilt per model.
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Druk of duw niet op het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn achtergebleven.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of dichtklappen van het beeldscherm).

Het apparaat inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het apparaat inschakelt. Het aan/ uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
2-6
Page 31
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet
1
1
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van Windows.
Raak het beeldscherm niet aan terwijl u de computer inschakelt.
1. Open het beeldscherm.
2. Druk op de aan/uit-knop.
Afbeelding 2-6 De computer inschakelen (Z30-C)
Afbeelding 2-7 De computer inschakelen (Z40-C)
1. Aan/uit-knop
De vormgeving van het product verschilt per model.

Eerste configuratie

Het opstartscherm van Windows wordt als eerste weergegeven wanneer u de computer aanzet. Voor een correcte installatie van het besturingssysteem volgt u de aanwijzingen in elk scherm dat wordt weergegeven.
Lees zorgvuldig de licentievoorwaarden en licentieovereenkomst door wanneer deze worden weergegeven.

Kennismaken met Windows

Voor meer informatie over nieuwe functies en het gebruik van Windows raadpleegt u Tips in het menu Start.
Gebruikershandleiding
2-7
Page 32

Het menu Start

Het menu Start vormt het startpunt voor alles wat u kunt doen in het Windows-besturingssysteem en biedt eenvoudig toegang tot uw apps, programma's, websites en andere belangrijke gegevens.
U kunt het menu Start als volgt openen via een app of het bureaublad:
Klik op de knop Starten ( ) in de linkerbenedenhoek van het scherm. Druk op de toets met het Windows®-logo ( ) op het toetsenbord.
U kunt uw favoriete apps vastmaken aan het menu Start als tegels in een rasterpatroon en ze ook groeperen. Op tegels wordt dynamische informatie uit apps weergegeven zonder dat u ze hoeft te openen.

Windows-taakbalk

Onder aan het bureaublad bevindt zich standaard de Windows-taakbalk. U ziet alle actieve apps op de Windows-taakbalk.

Taakweergave

De taakweergave ( scherm. In de taakweergave ziet u de apps die momenteel worden uitgevoerd. U kunt ook aangepaste bureaubladen maken, waarop u actieve apps kunt groeperen, bijvoorbeeld voor vermaak, productiviteit of wat u maar wilt.
Klik hiervoor op het pictogram Taakweergave en klik op Nieuw bureaublad. Open de apps die u wilt gebruiken op dat bureaublad. U schakelt tussen bureaubladen door opnieuw op Taakweergave te klikken.
) wordt gestart via de Windows-taakbalk onder in het

Zoeken

Met Zoeken op de Windows-taakbalk kunt u apps, bestanden, instellingen en meer op de computer vinden. Wanneer een internetverbinding beschikbaar is, worden ook de beste zoekresultaten van internet weergegeven.
De persoonlijke assistent Cortana is mogelijk ook beschikbaar, afhankelijk van uw land/regio. U kunt gesproken vragen stellen aan of praten tegen Cortana en Cortana beantwoordt uw vragen met behulp van informatie van internet. Voor het gebruik van Cortana is een ingebouwde of externe microfoon vereist.

Actiecentrum

U kunt belangrijke meldingen van apps of Windows bekijken in het actiecentrum en actie ondernemen zonder apps te moeten openen. U vindt hier ook snelle actieknoppen die direct toegang bieden tot de meest gebruikte instellingen. Selecteer het pictogram van het actiecentrum de Windows-taakbalk om meldingen en snelle acties weer te geven.
op
Gebruikershandleiding
2-8
Page 33

Instellingen

Instellingen biedt toegang tot systeeminstellingen, waaronder geavanceerde instellingen in het Configuratiescherm. Ze zijn onderverdeeld in categorieën, waarmee u Windows kunt configureren, optimaliseren of aan uw persoonlijke voorkeur kunt aanpassen.
U kunt ook een trefwoord typen en Zoeken gebruiken om iets te vinden. U opent Instellingen door te klikken op Starten -> U kunt Instellingen vastmaken aan het menu Start door met de
rechtermuisknop op Instellingen te klikken en Aan Start vastmaken te kiezen.
(Instellingen).

Windows Store

Hoewel diverse apps vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd, kunt u ook veel andere apps downloaden van de Windows Store.
U kunt zoeken en bladeren naar duizenden apps, alle gegroepeerd in overzichtelijke categorieën.

Aanmeldingsopties

Windows biedt een aantal aanmeldingsopties, waaronder verificatie door middel van Wachtwoord ( ), Pincode ( ), Windows Hello ( ) en Afbeeldingswachtwoord ( ) om toegang door onbevoegden te
voorkomen. Als u meerdere aanmeldingsmethoden hebt ingesteld voor een gebruikersaccount, kunt u een optie selecteren in het aanmeldingsscherm van Windows door op de optie te klikken.

Tabletmodus

In de tabletmodus is de werkomgeving geoptimaliseerd voor aanraking en kunt u werken zonder toetsenbord en muis.
Nadat u bent overgeschakeld naar de tabletmodus, worden het menu Start en apps schermvullend uitgevoerd, waardoor u meer werkruimte hebt. Als u twee apps naast elkaar wilt gebruiken, sleept u een app opzij. U ziet vervolgens geopende apps waarnaast u de app kunt plaatsen. U sluit een app door deze naar de onderkant van het scherm te slepen.

Het apparaat uitschakelen

U kunt het apparaat uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.

Afsluitmodus

Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
Gebruikershandleiding
2-9
Page 34
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op de ingebouwde schijf of een ander opslagmedium op.
2. Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Als u dat doet, kunnen gegevens verloren gaan.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van gegevens. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
3.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Afsluiten.
4. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd om mogelijke beschadiging te voorkomen.

De computer opnieuw opstarten

In sommige gevallen moet u de computer opnieuw opstarten, bijvoorbeeld als u bepaalde computerinstellingen wijzigt.
U kunt de computer op meerdere manieren opnieuw opstarten:
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten. Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het
menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te klikken op het voedingspictogram ( ) in de rechterbenedenhoek
Sla uw gegevens op voordat u de computer opnieuw opstart.

Slaapstand

Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te zetten. In deze modus worden gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer. Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u direct doorgaan waar u was gebleven.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend, dient u de computer altijd af te sluiten. Hierbij moet u ook functies voor draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de
Gebruikershandleiding 2-10
Page 35
computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de computer niet op deze manier afsluit, kan het besturingssysteem opnieuw worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of niet­opgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de slaapstand te zetten.
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de slaapstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe geheugenapparaten.
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u video afspeelt.
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer).
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie Activering op toetsenbord is ingeschakeld in TOSHIBA Settings.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 2-11
Page 36
De slaapstand activeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Slaapstand. Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer. Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit­lampje oranje.
Als u de computer op accuvoeding gebruikt, kunt u de totale gebruiksduur verlengen door de computer uit te schakelen in de sluimerstand. De slaapstand gebruikt meer stroom wanneer de computer is uitgeschakeld.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet. Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis. De accu is leeg en de netadapter is niet aangesloten.

Sluimerstand

De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen op de ingebouwde schijf wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld wanneer de computer weer wordt aangezet. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd, wordt de inhoud van het geheugen opgeslagen op de ingebouwde schijf. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren.
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de sluimerstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe geheugenapparaten.
Gebruikershandleiding 2-12
Page 37
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u video afspeelt.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu bijna leeg is, worden de gegevens opgeslagen op de ingebouwde schijf.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
Als u de sluimerstand wilt activeren, klikt u op Starten -> (Aan/uit) en selecteert u Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu Aan/uit, stelt u dit als volgt in:
1. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor Uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. U definieert deze instellingen als volgt:
1. Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen.
2. Activeer de gewenste sluimerstandinstelling voor Actie als ik op de aan/uit-knop druk en Actie als ik het deksel sluit.
3. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gebruikershandleiding 2-13
Page 38

Herstel

Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen opgeslagen op de ingebouwde schijf, wat enkele ogenblikken zal duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud is opgeslagen op de ingebouwde schijf, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
De ingebouwde schijf bevat een verborgen partitie voor de herstelopties die kunnen worden gebruikt in geval van problemen.
U kunt ook herstelmedia maken en het systeem herstellen. De volgende items worden in dit gedeelte beschreven:
Herstelmedia maken De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie
Als u met het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud de interne opslagruimte wist, worden alle gegevens, inclusief het besturingssysteem en de herstelpartitie, verwijderd. In dat geval kunt u geen herstelmedia maken of de vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie. Zorg dat u al een herstelmedium hebt gemaakt voordat u het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud start. U kunt dit herstelmedium gebruiken om uw systeem te herstellen nadat u de interne opslagruimte hebt gewist.

Herstelmedia maken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelmedia maakt.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelmedia maakt.
Sluit alle softwareprogramma's, behalve Recovery Media Creator.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Gebruikershandleiding 2-14
Page 39
Schrijf niet naar het medium terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de anti­virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's die de toegang tot de ingebouwde schijf versnellen. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Activeer tijdens het (her)schrijven van het medium niet de afsluit-/ afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en vliegtuigen.
Gebruik de computer niet op instabiele plekken, zoals een standaard.
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op de ingebouwde schijf en kan naar een disc of USB-flashgeheugen worden gekopieerd met behulp van de volgende stappen:
1. Selecteer een lege schijf of leeg USB-flashgeheugen. In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de herstelimage wordt gekopieerd, waaronder verschillende soorten schijven en USB-flashgeheugen.
Sommige van de schijfmedia zijn mogelijk niet compatibel met het optische station dat op uw computer is aangesloten. Controleer daarom voordat u verdergaat of het optische station het lege medium dat u hebt gekozen ondersteunt.
Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren.
2. Zet de computer aan en wacht terwijl het besturingssysteem Windows op de normale manier van de ingebouwde schijf wordt geladen.
3. Plaats de eerste lege schijf in de lade van het optische station of plaats het USB-flashgeheugen in een beschikbare USB-poort.
4. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Beveiliging en onderhoud -> Herstel -> Een herstelstation maken.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstelmedium te maken.
De optie TOSHIBA-herstelwizard in het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud is niet beschikbaar als u de computer herstelt vanaf herstelmedia die u hebt gemaakt via de optie Een herstelstation maken van Windows.
Gebruikershandleiding 2-15
Page 40

De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte herstelmedia

Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de computer in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelmedia die u hebt gemaakt. U voert deze herstelbewerking als volgt uit:
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de ingebouwde schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erin verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windows­besturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
Gebruik de standaardoptie voor de opstartmodus in TOSHIBA Setup Utility voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1. Start TOSHIBA Setup Utility.
Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup Utility voor meer informatie.
2. Selecteer in TOSHIBA Setup Utility achtereenvolgens Advanced ->
System Configuration -> Boot Mode.
Opmerking: Sla het volgende over als u de optie Boot Mode niet kunt
vinden in uw systeem.
3. Selecteer UEFI Boot (Standaard).
Als u een herstelimage maakt met behulp van geavanceerde herstelfuncties in het Configuratiescherm, zorg dan dat u de standaardoptie voor de opstartmodus (UEFI Boot) in TOSHIBA Setup Utility selecteert voordat u de herstelbewerking uitvoert.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure. Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
1. Plaats het herstelmedium in het externe optische station dat op de computer is aangesloten of sluit het USB-flashgeheugen met herstelgegevens aan op een beschikbare USB-poort.
2.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
3. Houd de toets F12 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de computer is ingeschakeld los.
4. Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om de juiste optie in het menu te selecteren op basis van het herstelmedium.
5. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet uitvoeren.
Als u er eerder voor hebt gekozen de herstelpartitie te verwijderen zonder een herstelmedium te maken, kan het herstelmedium niet worden gemaakt.
Gebruikershandleiding 2-16
Page 41
Als u echter al een herstelmedium hebt gemaakt, kunt u hiermee de herstelpartitie herstellen.
Als u geen herstelmedium hebt gemaakt, neemt u voor hulp contact op met de ondersteuning van TOSHIBA.

De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie

Een deel van de totale ruimte op de ingebouwde schijf is geconfigureerd als een verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden opgeslagen die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software te herstellen in geval van problemen.
Als u de ingebouwde schijf later opnieuw gebruiksklaar maakt, dient u geen partities te wijzigen, te verwijderen of toe te voegen op een andere manier dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dat wel doet, is er mogelijk geen ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u de computer mogelijk niet installeren als u een partitioneringsprogramma van derden gebruikt om partities op de ingebouwde schijf opnieuw te configureren.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de ingebouwde schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erin verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windows­besturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure. Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
1.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
2. Houd de toets 0 (nul) ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de computer is ingeschakeld los.
3. Selecteer Problemen oplossen -> TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud -> TOSHIBA-vasteschijfherstel.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstel te voltooien.
Gebruikershandleiding 2-17
Page 42
Hoofdstuk 3
1
2
3 4
5
6
1
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het oppervlak te voorkomen.

Rondleiding voor de Z30-C

Voorkant met gesloten scherm (Z30-C)

In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met gesloten beeldscherm.
Afbeelding 3-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm (Z30-C)
1. Stereoluidsprekers
2. DC IN-/acculampje 5. Lampje voor draadloze
3. Aan/uit-lampje 6. Lampje voor draadloos WAN*
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
Gebruikershandleiding 3-1
4. Lampje voor ingebouwde schijf
communicatie*
Page 43
DC IN-/acculampje Het DC IN-/acculampje geeft de status van de
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit geeft aan dat de accu volledig is opgeladen terwijl de computer correct stroom krijgt via de netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in de slaapstand, knippert dit lampje oranje.
Lampje voor ingebouwde schijf
Lampje voor draadloze communicatie
De functie voor draadloos LAN kan worden ingeschakeld als de vliegtuigmodus is ingeschakeld. Het lampje voor draadloze communicatie brandt dan echter niet.
Lampje voor draadloos WAN
Het lampje voor de ingebouwde schijf knippert wit wanneer de computer toegang heeft tot de ingebouwde schijf.
Het lampje voor draadloze communicatie brandt wit wanneer de draadloze functies zijn ingeschakeld.
Sommige modellen beschikken over draadloze functies.
Het lampje voor draadloos WAN brandt blauw wanneer de functies voor draadloos WAN zijn ingeschakeld.
Op sommige modellen knippert het lampje om de verbindingsstatus van de functie voor draadloos WAN aan te geven.
Sommige modellen zijn voorzien van een functie voor draadloos WAN.

Linkerkant (Z30-C)

In de volgende afbeelding ziet u de linkerkant van de computer.
Gebruikershandleiding
3-2
Page 44
Afbeelding 3-2 Linkerkant van de computer (Z30-C)
1 2 3 4 5 6
1. Gelijkstroomingang (19 V) 4. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0)
2. Poort voor externe RGB-monitor 5. Gecombineerde hoofdtelefoon-/
3. HDMI™-uitgang 6. Smart Card-sleuf*
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
microfoonaansluiting
Gelijkstroomingang (19 V)
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten om de computer van stroom te voorzien en om de interne accu's op te laden. U mag alleen het model netadapter gebruiken dat bij de computer is meegeleverd. Als u de verkeerde netadapter gebruikt, kan de computer beschadigd raken.
Poort voor externe RGB-monitor
Dit is een 15-pins analoge RGB-poort. Raadpleeg het gedeelte Pintoewijzing van poort
voor externe RGB-monitor voor informatie over
de pintoewijzing van de poort voor een externe RGB-monitor. Via deze poort kunt u een externe RGB-monitor op de computer aansluiten.
HDMI™-uitgang Op de HDMI™-uitgang kan een HDMI™-kabel
met een type A-stekker worden aangesloten.
Universal Serial Bus­poort (USB 3.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.0 ­standaard, bevindt zich aan de linkerkant van de computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0­standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten. De poort met het pictogram ( ) biedt de functie
Slaapstand en laden.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Gebruikershandleiding 3-3
Page 45
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB-
1 433 52
apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB­apparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gecombineerde hoofdtelefoon-/ microfoonaansluiting
Op de gecombineerde 3,5-mm-mini­hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting kunt u een monomicrofoon of stereohoofdtelefoon aansluiten.
Smart Card-sleuf In deze sleuf kunt u een Smart Card-apparaat
plaatsen. Sommige modellen zijn uitgerust met een Smart
Card-sleuf.

Rechterkant (Z30-C)

In de volgende afbeelding ziet u de rechterkant van de computer.
Afbeelding 3-3 Rechterkant van de computer (Z30-C)
1. Geheugenmediasleuf
2. SIM-kaartsleuf* 5. Sleuf beveiligingsslot
3. Universal Serial Bus-poorten (USB
3.0)
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
4. LAN-aansluiting
Gebruikershandleiding
3-4
Page 46
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
SIM-kaartsleuf In deze sleuf kunt u een SIM-kaart plaatsen die
snelle toegang tot internet, een bedrijfsintranet en e-mail biedt wanneer u niet op kantoor bent.
Raadpleeg het gedeelte Draadloos WAN-
apparaat voor meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een SIM­kaartsleuf.
Universal Serial Bus­poort (USB 3.0)
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 3.0­standaard, bevinden zich in de rechterkant van de computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0­standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB­apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB­apparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 3-5
Page 47
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN
1
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX), of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T). Raadpleeg
Basisbeginselen voor meer informatie.
Op de LAN-aansluiting mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als u dit doet, kan dit leiden tot schade of storingen.
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren ter bescherming tegen diefstal.

Achterkant (Z30-C)

In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Afbeelding 3-4 Achterkant van de computer (Z30-C)
1. Luchtopeningen
De vormgeving van het product verschilt per model.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de luchtopeningen komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Verwijder het stof van het oppervlak van de luchtopeningen voorzichtig met een zachte doek.

Onderkant (Z30-C)

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt omgedraaid om schade te voorkomen.
Gebruikershandleiding
processor voorkomen.
3-6
Page 48
Afbeelding 3-5 Onderkant van de computer (Z30-C)
1
1 2
1. Luchtopeningen 2. Dockingpoort*
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
Dockingpoort Op deze poort kan een optionele Hi-Speed Port
Replicator III 180W/120W worden aangesloten, zoals wordt beschreven in TOSHIBA Hi-Speed
Port Replicator III 180W/120W.
Sommige modellen zijn uitgerust met een dockingpoort.
Alleen de TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W of 120W is compatibel met deze dockingpoort.
Probeer niet een andere Port Replicator te gebruiken.
Zorg dat er geen voorwerpen in de dockingpoort terechtkomen. Een pinnetje of vergelijkbaar voorwerp kan de schakelingen in de computer beschadigen.

Voorkant met geopend scherm (Z30-C)

In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Gebruikershandleiding
3-7
Page 49
Afbeelding 3-6 Voorkant van de computer met geopend beeldscherm (Z30-C)
1
5
6
9
7
2
3 4
2
6
8
16
17
14 14
10 10
11
13
12
15
18
1. Antennes voor draadloze
10. AccuPoint-besturingsknoppen*
communicatie (niet zichtbaar)*
2. Microfoons* 11. Aan/uit-lampje voor touchpad
3. Webcamlampje* 12. TOSHIBA-eco-lampje
4. Webcam* 13. Touchpad
5. Beeldscherm 14. Touchpadbesturingsknoppen
6. Beeldschermscharnieren 15. Vingerafdruksensor*
7. Toetsenbord 16. DC IN-/acculampje
8. Aan/uit-knop 17. Aan/uit-lampje
9. AccuPoint* 18. Lampje voor ingebouwde schijf
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Antennes voor draad­loze communicatie
Afhankelijk van de configuratie van de computer zijn een of alle van de volgende antennes ingebouwd:
Draadloos LAN
Dek het gedeelte met de antennes voor draadloze communicatie niet af met metalen voorwerpen, omdat de draadloze functie anders mogelijk niet werkt.
Draadloos LAN/Bluetooth
®
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Gebruikershandleiding 3-8
Page 50
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over draadloos LAN.
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing opnemen. Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en videomodus voor meer informatie. Sommige modellen zijn uitgerust met een microfoon.
Webcamlampje Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt. Sommige modellen zijn voorzien van een
webcamlampje.
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw computer. U kunt deze camera gebruiken voor videochats of videovergaderingen via een communicatieprogramma.
Sommige modellen zijn uitgerust met een webcam.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje (lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze vuil wordt.
Beeldscherm LCD-scherm van 33,8 cm (13,3 inch),
geconfigureerd met een van de volgende resoluties, afhankelijk van het gekochte model:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels verticaal
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu wordt gevoed, het scherm niet zo helder zal zijn als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit verschil in helderheid dient om accu-energie te besparen wanneer de computer op de accu werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Gebruikershandleiding 3-9
Page 51
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het LCD-scherm.
Beeldschermschar­nieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand zetten.
Toetsenbord Het toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor meer informatie.
Aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
AccuPoint Met dit aanwijsapparaat, dat zich in het midden
van het toetsenbord bevindt, kunt u de schermaanwijzer besturen. Sommige modellen zijn uitgerust met een interne AccuPoint.
AccuPoint­besturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het toetsenbord kunt u menuopties selecteren of bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd. Alleen modellen met een AccuPoint zijn voorzien van AccuPoint-besturingsknoppen.
Aan/uit-lampje voor touchpad
Dubbeltik op dit lampje om het touchpad in/uit te schakelen.
Het lampje geeft de status van het touchpad aan.
Ingeschakeld: uit Uitgeschakeld: brandt wit
TOSHIBA-eco-lampje Dubbeltik op dit lampje om TOSHIBA eco Utility
te starten.
Ingeschakeld: brandt groen Uitgeschakeld: uit
Touchpad Met het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de schermaanwijzer aansturen. Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Gebruikershandleiding 3-10
Page 52
Touchpadbesturings­knoppen
Vingerafdruksensor Met deze sensor kunt u een vingerafdruk
DC IN-/acculampje Het DC IN-/acculampje geeft de status van de
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
De twee knoppen onderaan op het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een standaardmuis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om te werken met tekst of afbeeldingen die met de aanwijzer worden aangegeven. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
registreren en laten herkennen. Sommige modellen zijn voorzien van een
vingerafdruksensor.
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit geeft aan dat de accu volledig is opgeladen terwijl de computer correct stroom krijgt via de netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in de slaapstand, knippert dit lampje oranje.
Lampje voor ingebouwde schijf
Het lampje voor de ingebouwde schijf knippert wit wanneer de computer toegang heeft tot de ingebouwde schijf.

Rondleiding voor de Z40-C

Voorkant met gesloten scherm (Z40-C)

In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met gesloten beeldscherm.
Gebruikershandleiding 3-11
Page 53
Afbeelding 3-7 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm (Z40-C)
1
2
3 4
5
6
1
1. Stereoluidsprekers 4. Lampje voor ingebouwde schijf
2. DC IN-/acculampje 5. Lampje voor draadloze
3. Aan/uit-lampje 6. Lampje voor draadloos WAN*
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
communicatie*
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
DC IN-/acculampje Het DC IN-/acculampje geeft de status van de
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit geeft aan dat de accu volledig is opgeladen terwijl de computer correct stroom krijgt via de netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in de slaapstand, knippert dit lampje oranje.
Lampje voor ingebouwde schijf
Het lampje voor de ingebouwde schijf knippert wit wanneer de computer toegang heeft tot de ingebouwde schijf.
Lampje voor draadloze communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie brandt wanneer de functies voor draadloos zijn ingeschakeld.
Sommige modellen beschikken over draadloze functies.
De functie voor draadloos LAN kan worden ingeschakeld als de vliegtuigmodus is ingeschakeld. Het lampje voor draadloze communicatie brandt dan echter niet.
Gebruikershandleiding 3-12
Page 54
Lampje voor
761 2 3 4
761 2 3 5
draadloos WAN
Het lampje voor draadloos WAN brandt blauw wanneer de functies voor draadloos WAN zijn ingeschakeld.
Op sommige modellen knippert het lampje om de verbindingsstatus van de functie voor draadloos WAN aan te geven.
Sommige modellen zijn voorzien van een functie voor draadloos WAN.

Linkerkant (Z40-C)

De volgende afbeeldingen illustreren de onderkant van de computer.
Afbeelding 3-8 Linkerkant van de computer (Z40-C)
1. Luchtopeningen 5. DisplayPort*
2. Poort voor externe RGB-monitor 6. SIM-kaartsleuf*
3. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0) 7. Geheugenmediasleuf
4. HDMI™-uitgang*
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
Poort voor externe RGB-monitor
Dit is een 15-pins analoge RGB-poort. Raadpleeg het gedeelte Pintoewijzing van poort
voor externe RGB-monitor voor informatie over
de pintoewijzing van de poort voor een externe RGB-monitor. Via deze poort kunt u een externe RGB-monitor op de computer aansluiten.
Gebruikershandleiding 3-13
Page 55
Universal Serial Bus­poort (USB 3.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.0 ­standaard, bevindt zich aan de linkerkant van de computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0­standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten. De poort met het pictogram ( ) biedt de functie
Slaapstand en laden.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB­apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB­apparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
HDMI™-uitgang Op de HDMI™-uitgang kan een HDMI™-kabel
met een type A-stekker worden aangesloten. Sommige modellen zijn uitgerust met een
HDMI™-uitgang.
DisplayPort Aan de linkerkant van de computer bevindt zich
een DisplayPort. Sommige modellen zijn uitgerust met een
DisplayPort.
SIM-kaartsleuf In deze sleuf kunt u een SIM-kaart plaatsen die
snelle toegang tot internet, een bedrijfsintranet en e-mail biedt wanneer u niet op kantoor bent.
Raadpleeg het gedeelte Draadloos WAN-
apparaat voor meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een SIM­kaartsleuf.
Gebruikershandleiding 3-14
Page 56
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
1 2 3 543 6
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.

Rechterkant (Z40-C)

In de volgende afbeelding ziet u de rechterkant van de computer.
Afbeelding 3-9 Rechterkant van de computer (Z40-C)
1. Smart Card-sleuf* 4. LAN-aansluiting
2. Gecombineerde hoofdtelefoon-/ microfoonaansluiting
3. Universal Serial Bus-poorten (USB
3.0)
5. Gelijkstroomingang (19 V)
6. Sleuf beveiligingsslot
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Smart Card-sleuf In deze sleuf kunt u een Smart Card-apparaat
plaatsen. Sommige modellen zijn uitgerust met een Smart
Card-sleuf.
Gecombineerde hoofdtelefoon-/ microfoonaansluiting
Op de gecombineerde 3,5-mm-mini­hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting kunt u een monomicrofoon of stereohoofdtelefoon aansluiten.
Universal Serial Bus­poort (USB 3.0)
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 3.0­standaard, bevinden zich in de rechterkant van de computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0­standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
Gebruikershandleiding 3-15
Page 57
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB­apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB­apparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX), of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T). Raadpleeg
Basisbeginselen voor meer informatie.
Op de LAN-aansluiting mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als u dit doet, kan dit leiden tot schade of storingen.
Gelijkstroomingang (19 V)
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten om de computer van stroom te voorzien en om de interne accu's op te laden. U mag alleen het model netadapter gebruiken dat bij de computer is meegeleverd. Als u de verkeerde netadapter gebruikt, kan de computer beschadigd raken.
bevestigen waarmee u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren ter bescherming tegen diefstal.

Achterkant (Z40-C)

In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Gebruikershandleiding 3-16
Page 58
Afbeelding 3-10 Achterkant van de computer (Z40-C)
2 1
De vormgeving van het product verschilt per model.

Onderkant (Z40-C)

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt omgedraaid om schade te voorkomen.
Afbeelding 3-11 Onderkant van de computer (Z40-C)
1. Luchtopeningen 2. Dockingpoort*
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
Dockingpoort Op deze poort kan een optionele TOSHIBA Hi-
Speed Port Replicator III 180W/120W worden aangesloten, zoals wordt beschreven in
TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/ 120W.
Sommige modellen zijn uitgerust met een dockingpoort.
Alleen de TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W of 120W is compatibel met deze dockingpoort.
Probeer niet een andere Port Replicator te gebruiken.
Zorg dat er geen voorwerpen in de dockingpoort terechtkomen. Een pinnetje of vergelijkbaar voorwerp kan de schakelingen in de computer beschadigen.
Gebruikershandleiding 3-17
Page 59

Voorkant met geopend scherm (Z40-C)

1
5
6
8
9
7
2
43
2
6
16
17
14 14
10 10
11
13
12
15
18
In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Afbeelding 3-12 Voorkant van de computer met geopend beeldscherm (Z40-C)
Gebruikershandleiding 3-18
1. Antennes voor draadloze
10. AccuPoint-besturingsknoppen
communicatie (niet zichtbaar)*
2. Microfoons* 11. Aan/uit-lampje voor touchpad
3. Webcamlampje* 12. TOSHIBA-eco-lampje
4. Webcam* 13. Touchpad
5. Beeldscherm 14. Touchpadbesturingsknoppen
6. Beeldschermscharnieren 15. Vingerafdruksensor*
7. Toetsenbord 16. DC IN-/acculampje
8. Aan/uit-knop 17. Aan/uit-lampje
9. AccuPoint 18. Lampje voor ingebouwde schijf
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Antennes voor draad­loze communicatie
Afhankelijk van de configuratie van de computer zijn een of alle van de volgende antennes ingebouwd:
Draadloos LAN Draadloos LAN/Bluetooth
®
Dek het gedeelte met de antennes voor draadloze communicatie niet af met metalen voorwerpen, omdat de draadloze functie anders mogelijk niet werkt.
Page 60
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing opnemen. Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en videomodus voor meer informatie. Sommige modellen zijn uitgerust met een microfoon.
Webcamlampje Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt. Sommige modellen zijn voorzien van een
webcamlampje.
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw computer. U kunt deze camera gebruiken voor videochats of videovergaderingen via een communicatieprogramma.
Sommige modellen zijn uitgerust met een webcam.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje (lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze vuil wordt.
Beeldscherm LCD-scherm van 35,6 cm (14,0 inch),
geconfigureerd met de volgende resolutie:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels verticaal
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu wordt gevoed, het scherm niet zo helder zal zijn als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit verschil in helderheid dient om accu-energie te besparen wanneer de computer op de accu werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Gebruikershandleiding 3-19
Page 61
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het LCD-scherm.
Beeldschermschar­nieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand zetten.
Toetsenbord Het toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor meer informatie.
Aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
AccuPoint Met dit aanwijsapparaat, dat zich in het midden
van het toetsenbord bevindt, kunt u de schermaanwijzer besturen.
AccuPoint­besturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het toetsenbord kunt u menuopties selecteren of bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Aan/uit-lampje voor touchpad
Dubbeltik op dit lampje om het touchpad in/uit te schakelen.
Het lampje van sommige modellen geeft de status van het touchpad aan:
Ingeschakeld: uit Uitgeschakeld: brandt wit
TOSHIBA-eco-lampje Dubbeltik op dit lampje om TOSHIBA eco Utility
te starten.
Ingeschakeld: brandt groen Uitgeschakeld: uit
Touchpad Met het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de schermaanwijzer aansturen. Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Gebruikershandleiding 3-20
Page 62
Touchpadbesturings­knoppen
Vingerafdruksensor Met deze sensor kunt u een vingerafdruk
DC IN-/acculampje Het DC IN-/acculampje geeft de status van de
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
De twee knoppen onderaan op het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een standaardmuis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om te werken met tekst of afbeeldingen die met de aanwijzer worden aangegeven. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
registreren en laten herkennen. Sommige modellen zijn voorzien van een
vingerafdruksensor.
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit geeft aan dat de accu volledig is opgeladen terwijl de computer correct stroom krijgt via de netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in de slaapstand, knippert dit lampje oranje.
Lampje voor ingebouwde schijf
Het lampje voor de ingebouwde schijf knippert wit wanneer de computer toegang heeft tot de ingebouwde schijf.

Interne hardwareonderdelen

In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
Gebruikershandleiding 3-21
Page 63
Accu Deze computer is voorzien van een accu.
U mag deze echter niet zelf proberen te verwijderen of te vervangen. Neem zo nodig contact op met een erkende TOSHIBA­servicedienst.
De oplaadbare lithium-ion accu voorziet de computer van stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer informatie over het gebruik en de werking van de accu.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
gebruiksduur van de accu.
CPU Het type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw model bevat, klikt u op Starten -> Systeem ->
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Systeem.
Wettelijke voetnoot (CPU) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
CPU.
Ingebouwde schijf De capaciteit van de ingebouwde schijf hangt af
van het model. Houd er rekening mee dat een deel van de
ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor beheerdoeleinden.
In deze handleiding verwijzen de woorden 'ingebouwde schijf' naar de vaste schijf of de SSD tenzij anders wordt vermeld.
Een SSD is een opslagapparaat met een hoge capaciteit dat solid­state geheugen gebruikt in plaats van een magnetische schijf, zoals een vaste schijf.
In bepaalde ongebruikelijke omstandigheden wanneer de vaste schijf/SSD langere tijd niet wordt gebruikt en/of wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, kunnen er fouten met betrekking tot het bewaren van gegevens optreden.
Gebruikershandleiding 3-22
Page 64
Wettelijke voetnoot (capaciteit van ingebouwde schijf) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
capaciteit van de ingebouwde schijf.

NVIDIA-technologie

Sommige modellen met een grafische kaart van NVIDIA beschikken mogelijk over de NVIDIA® Optimus™-technologie.
De NVIDIA® Optimus™-technologie optimaliseert op intelligente wijze de notebookprestaties door naadloos te schakelen tussen een afzonderlijke GPU van NVIDIA voor uitstekende grafische prestaties en een geïntegreerde grafische chip van Intel voor een langere gebruiksduur van de accu. Dit schakelen gebeurt automatisch en hiervoor hoeft de gebruiker de computer niet opnieuw op te starten.
In het menu Manage 3D Settings (3D-instellingen beheren) van het NVIDIA-configuratiescherm kunt u de algemene 3D-instellingen wijzigen en uitzonderingen creëren voor bepaalde programma's. Deze uitzonderingen worden automatisch gebruikt wanneer de opgegeven programma's worden gestart.
Gebruik de standaardinstelling voor de NVIDIA Optimus-technologie.
Als het programma niet normaal wordt uitgevoerd nadat de instelling is gewijzigd, herstelt u de standaardinstelling van het programma.
Als het programma niet normaal wordt uitgevoerd, herstelt u de standaardinstelling van Voorkeur grafische processor.
Wanneer u bepaalde videoafspeelprogramma's gebruikt om videobestanden af te spelen, kunt u de grafische processor van uw voorkeur op het tabblad 'Program Settings' (Programma-instellingen) niet wijzigen in een andere optie dan 'Integrated Graphics' (Geïntegreerde grafische kaart).
U opent het tabblad 'Program Settings' door te klikken op 'NVIDIA­configuratiescherm' -> 'Manage 3D settings' (3D-instellingen beheren)
-> 'Program Settings'.
Als u het NVIDIA-configuratiescherm wilt starten, klikt u op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> NVIDIA­configuratiescherm.
Voor meer informatie over NVIDIA-configuratiescherm raadpleegt u de Help ervan. U opent de Help door te klikken op Help in het hoofdmenu en daarna NVIDIA-configuratiescherm Help te selecteren.
Gebruikershandleiding 3-23
Page 65
Op Optimus-modellen zijn twee beeldschermstuurprogramma's geïnstalleerd: 'Intel® HD Graphics Driver' en 'NVIDIA Graphics Driver XXX.XX'.
Verwijder het schermstuurprogramma niet via 'Programma verwijderen' in het Configuratiescherm.
U verwijdert het schermstuurprogramma als volgt:
1. Verwijder 'NVIDIA Graphics Driver XXX.XX'.
2.
Verwijder vervolgens 'Intel® HD Graphics Driver'.

Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden

De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden, bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en hoeveel lading de accu heeft.

DC IN-/acculampje

Aan de hand van het DC IN-/acculampje kunt u de status van de accu en de status van de stroom van de aangesloten netadapter controleren. Let daarbij op de volgende indicaties:
Knipperend oranje De accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
Oranje Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
Wit Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Knipperend wit Duidt op een probleem met de computer. Koppel
de netadapter enkele seconden los en sluit de netadapter daarna weer aan. Druk vervolgens op de aan/uit-knop. Als de computer nog steeds niet werkt, moet u wellicht contact opnemen met de leverancier of verkoper.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, stopt het opladen en gaat het DC IN-/acculampje uit. Wanneer de temperatuur van de accu weer normaal is, wordt het opladen hervat, ongeacht of de computer aan- of uitstaat.
Gebruikershandleiding 3-24
Page 66

Aan/uit-lampje

Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu te bepalen. Let daarbij op de volgende indicaties:
Wit Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Knipperend oranje Geeft aan de computer nog steeds in de
slaapstand staat en dat er voldoende stroom is (adapter of accu) om in deze stand te blijven.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 3-25
Page 67
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij dient te treffen.

Het touchscreen gebruiken

Sommige modellen zijn voorzien van een touchscreen. Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het
schermtoetsenbord en andere items op het aanraakscherm aansturen.
Tikken Tik eenmaal met uw vinger op het touchscreen
om een item, zoals een app, te activeren.
Ingedrukt houden Zet uw vinger neer en laat deze enkele seconden
staan. Er wordt meer informatie weergegeven over een item of er wordt een menu weergegeven dat betrekking heeft op wat u aan het doen bent.
Knijpen of spreiden Raak het scherm of een item aan met twee of
meer vingers en beweeg de vingers naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende informatieniveaus weer of kunt u in- of uitzoomen.
Draaien Plaats twee of meer vingers op een item en draai
uw hand om items te roteren in de richting waarin u uw hand draait. Alleen bepaalde items kunnen worden geroteerd.
Schuiven Sleep met uw vinger over het touchscreen om de
inhoud van het scherm te verplaatsen.
Gebruikershandleiding 4-1
Page 68
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf de rand van het
scherm zonder te pauzeren wanneer u het scherm voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: alle geopende apps in de taakweergave weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: het actiecentrum openen.
Vegen vanaf de bovenrand: titelbalken voor schermvullende apps weergeven.
Vegen vanaf de onderrand: de taakbalk weergeven in schermvullende apps.
Voor meer informatie en meer geavanceerde touchscreenbewegingen voor gebruik met Windows raadpleegt u Tips in het menu Start.

Het touchpad gebruiken

Het touchpad in de polssteun kan de volgende bewegingen ondersteunen:
Tikken Tik eenmaal op het touchpad om een item, zoals
een app, te activeren.
Tikken met twee vingers
Knijpen of spreiden Plaats twee vingers op het touchpad en beweeg
Schuiven met twee vingers
Gebruikershandleiding 4-2
Tik eenmaal met twee vingers tegelijk op het touchpad om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software. (Vergelijkbaar met klikken met de rechtermuisknop)
ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende informatieniveaus weer of kunt u in- of uitzoomen.
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of horizontaal vanaf elke positie op het touchpad. Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster bedienen.
Page 69
Vegen met drie vingers
Plaats geen voorwerpen op het touchpadoppervlak aangezien deze kunnen leiden tot onbedoelde bewerkingen.
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen ondersteund in bepaalde toepassingen.

Het toetsenbord

Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn verschillende soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, functietoetsen, speciale Windows-toetsen en geïntegreerde numerieke toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Doet u dat wel, dan kunnen de onderdelen onder de toetsen beschadigd raken.
Beweeg snel met drie vingers tegelijk vanaf een rand van het touchpad zonder te pauzeren wanneer u het touchpad voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de bovenrand: het bureaublad weergeven.
Vegen vanaf de onderrand: alle geopende apps in de taakweergave weergeven.
Vegen vanaf de linker- of rechterrand: schakelen tussen geopende apps. Veeg langzaam met uw vingers over het touchpad om door alle apps te bladeren.

Toetsenbordlampje

De volgende afbeelding toont de positie van het CAPS LOCK-lampje. Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord hoofdletters
produceren.
Gebruikershandleiding
4-3
Page 70
Afbeelding 4-1 CAPS LOCK-lampje
1
1. CAPS LOCK-lampje
De vormgeving van het product verschilt per model.
CAPS LOCK Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor lettertoetsen.

Functietoetsen

De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het toetsenbord.
Met de functietoetsen kunt u bepaalde functies van de computer in- of uitschakelen. De functies kunnen worden uitgevoerd met behulp van de bijbehorende functietoetsen.
Toetscombinatie Functie
FN + F1 De modus 'Computer vergrendelen' activeren.
U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u opnieuw aan te melden.
FN + F2 Schakelen tussen energiebeheerschema's.
FN + F3 Het systeem in de slaapstand zetten.
FN + F4 Het systeem in de sluimerstand zetten.
FN + F5 Het actieve beeldscherm wijzigen.
Als u twee beeldschermen tegelijk wilt gebruiken, moet u de resolutie van het interne beeldscherm instellen op dezelfde resolutie als die van het externe scherm.
FN + F6 De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verhogen.
FN + F7 De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verlagen.
Gebruikershandleiding 4-4
Page 71
Toetscombinatie Functie
FN + F8 De vliegtuigmodus in- of uitschakelen.
FN + F9 Het touchpad in- of uitschakelen.
FN + F10 De cursormodus inschakelen.
FN + F11 De numerieke modus inschakelen.
FN + F12 De cursor vergrendelen op een bepaalde regel.
FN + ESC Het geluid in- of uitschakelen.
FN + 1 Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde toepassingsvensters verkleinen.
FN + 2 Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde toepassingsvensters vergroten.
FN + 3 Het volume van de computer verlagen.
FN + 4 Het volume van de computer verhogen.
FN + 5 Schakelen tussen de beschikbare koelmethoden in
het huidige energiebeheerschema. Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
FN + spatiebalk De beeldschermresolutie wijzigen.
FN + Z ( )
De modus van de schermverlichting schakelen tussen Timer, Aan en Uit.
Als u de helderheid wilt instellen, klikt u op Starten
-> TOSHIBA Settings. Klik op de tab Toetsenbord en selecteer een niveau onder Helderheidsregeling toetsenbordverlichting.
Als u een timer wilt instellen, start u het BIOS Setup-hulpprogramma, selecteert u
PowerManagement -> Keyboard Backlight Control Mode en selecteert u TIMER. Pas de
timer aan onder Backlight Lighting Time. Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
Bij sommige functies wordt een pop-upmelding weergegeven aan de rand van het scherm.
Die pop-upmeldingen zijn standaard ingeschakeld. U kunt ze uitschakelen in TOSHIBA Settings.
Gebruikershandleiding 4-5
Page 72
U opent dit door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings -> Toetsenbord.

Speciale Windows-toetsen

Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale functie hebben: de toets met het Windows-logo activeert het menu Start, terwijl de toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
fDeze toets activeert het menu Start van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.

De AccuPoint gebruiken

U gebruikt de AccuPoint door deze met uw vingertop in de richting te duwen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
De twee knoppen boven het touchpad werken in combinatie met de AccuPoint op dezelfde manier als bij gebruik met het touchpad.
Sommige modellen zijn uitgerust met een interne AccuPoint.

Voorzorgsmaatregelen bij AccuPoint-gebruik

Bepaalde omstandigheden kunnen van invloed zijn op de aanwijzer wanneer u de AccuPoint gebruikt. De aanwijzer kan bijvoorbeeld tegengesteld aan de AccuPoint-bediening werken of er kan een foutbericht worden weergegeven als
u de AccuPoint aanraakt tijdens het opstarten; u tijdens het opstarten constante, zachte druk op de AccuPoint
uitoefent; er een plotselinge temperatuurverandering plaatsvindt; er harde druk op de AccuPoint wordt uitgeoefend.
Als een foutbericht verschijnt, start u de computer opnieuw op. Ziet u geen foutbericht, dan wacht u even tot de aanwijzer stilstaat, waarna u weer verder gaat.

Het kapje vervangen

Het AccuPoint-kapje is onderhevig aan slijtage en dient na langdurig gebruik te worden vervangen. Bij sommige modellen wordt een reservekapje voor de AccuPoint meegeleverd.
1. U verwijdert het kapje van de AccuPoint door dit voorzichtig met uw vinger los te trekken.
Gebruikershandleiding
4-6
Page 73
Afbeelding 4-2 Het AccuPoint-kapje verwijderen (Z30-C)
1
1. AccuPoint-kapje
De vormgeving van het product verschilt per model.
2. Plaats een nieuw kapje op de pin en druk het vast.
De pin is vierkant; zorg dus dat het gat zich recht boven de pin bevindt.
Vervangende AccuPoint-kapjes zijn verkrijgbaar bij uw officiële TOSHIBA-leverancier.

De vingerafdruksensor gebruiken

Sommige modellen zijn voorzien van een vingerafdruksensor waarmee vingerafdrukken kunnen worden geregistreerd en herkend. Plaats het eerste vingerkootje op dezelfde hoogte als het midden van de sensor. Raak de sensor licht aan en beweeg uw vinger recht naar u toe totdat het sensoroppervlak weer zichtbaar is. Terwijl u dit doet, moet u ervoor zorgen dat het midden van uw vingerafdruk zich op de sensor bevindt.
Als u de id en het wachtwoord registreert via de functie voor vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het toetsenbord in te voeren. U kunt de functie voor vingerafdrukken voor het volgende gebruiken:
Aanmelden bij Windows De schermbeveiliging met wachtwoordbeveiliging ontgrendelen. Verificatie van het gebruikerswachtwoord (en indien van toepassing
het wachtwoord voor de vaste schijf of de SSD) wanneer de computer wordt opgestart (gegevenscontrole bij de systeemstart).
Functie voor enkelvoudige aanmelding
Gebruikershandleiding
4-7
Page 74
Afbeelding 4-3 De vingerafdruksensor gebruiken
1
1
1. Vingerafdruksensor
Vingerafdrukken kunnen niet worden gebruikt bij modellen zonder vingerafdrukfunctie.
Er kunnen maxmiaal 20 vingerafdrukken worden geregistreerd.

Aandachtspunten met betrekking tot de vingerafdruksensor

Let op het volgende wanneer u de vingerafdruksensor gebruikt. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dit leiden tot schade aan of storingen met de sensor, problemen met vingerafdrukherkenning of een lager herkenningspercentage.
Kras of tik niet op de sensor met uw nagels of andere harde of scherpe voorwerpen.
Druk niet hard op de sensor. Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen.
Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp. Raak de sensor niet aan met vuile vingers aangezien kleine stof- en
vuildeeltjes de sensor kunnen bekrassen. Plak geen stickers op de sensor en schrijf niet op de sensor. Raak de sensor niet aan met een vinger of ander voorwerp waarin
mogelijk statische elektriciteit is opgebouwd.
Doe het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst om een vingerafdruk te registreren of te laten herkennen.
Was en droog uw handen grondig. Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak van sensorstoringen, met name bij droog weer.
Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen schoonmaakmiddelen of andere chemicaliën om de sensor te reinigen.
Gebruikershandleiding
4-8
Page 75
Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk registreert of laat herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten bij de vingerafdrukregistratie of problemen met het herkennen van vingerafdrukken.
Weke of gezwollen vinger, bijvoorbeeld nadat u een bad hebt genomen
Gewonde vinger Natte vinger Vuile of vettige vinger Zeer droge huid op vinger
Doe het volgende om het herkenningspercentage van vingerafdrukken te vergroten.
Registreer twee of meer vingers. Registreer aanvullende vingers als de herkenning van reeds
vastgelegde vingers vaak mislukt. Controleer de staat van uw vinger. Omstandigheden die zijn gewijzigd
nadat u uw vinger hebt geregistreerd, zoals letsel, een ruwe huid of zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers, kunnen het herkenningspercentage verkleinen. Als de vingerafdruk is versleten of de vinger dunner of dikker is geworden, kan het herkenningspercentage ook afnemen.
Aangezien de vingerafdruk van elke vinger anders en uniek is, moet u ervoor zorgen dat alleen geregistreerde vingerafdrukken voor identificatie worden gebruikt.
De vingerafdruksensor vergelijkt en analyseert de unieke eigenschappen van een vingerafdruk. Er kunnen echter gevallen zijn waarin bepaalde gebruikers hun vingerafdruk niet kunnen registreren doordat hun vingerafdrukken onvoldoende unieke kenmerken hebben.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.

Accu's en batterijen

In dit gedeelte worden de soorten accu's en batterijen, de omgang ermee, de oplaadmethoden en het gebruik ervan toegelicht.

Accutypen

De computer bevat verschillende soorten accu’s/batterijen:
Accu
Deze lithium-ion accu, in deze handleiding ook wel 'hoofdaccu' of kortweg 'accu' genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer de netadapter niet is aangesloten.
RTC-functie (Real-Time Clock)
De RTC-functie (Real-Time Clock) wordt ondersteund. De hoofdaccu voorziet de interne real-time klok en kalenderfunctie van stroom en
Gebruikershandleiding
4-9
Page 76
handhaaft de systeemconfiguratie wanneer de computer is uitgeschakeld. Als de RTC-duur volledig is verstreken, raakt het systeem deze gegevens kwijt en werken de real-time klok en kalender niet meer.
U kunt de instellingen van de RTC wijzigen in het BIOS Setup­hulpprogramma. Raadpleeg Problemen oplossen voor meer informatie.

Onderhoud en gebruik van de accu

Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte behandeling van de accu.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
De accu kan ontploffen als deze onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt. Gebruik alleen accu’s die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 ºC en 35 ºC. Als u de accu bij een hogere of lagere temperatuur oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de gebruiksduur van de accu achteruitgaan.

De accu opladen

Als de accu bijna leeg is, gaat het DC IN-/acculampje oranje knipperen om aan te geven dat er nog slechts enkele minuten op accustroom kan worden gewerkt. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het DC IN-/acculampje knippert, wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet de accu opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Als u een accu wilt opladen, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in de gelijkstroomingang (19 V) en het andere uiteinde in een functionerend stopcontact. Tijdens het opladen van de accu brandt het DC IN-/ acculampje oranje.
Oplaadtijd (Z30-C)
In de volgende tabel ziet u de geschatte tijd die nodig is om een lege accu volledig op te laden.
Type accu Uitgeschakeld Ingeschakeld
Accu (52 Wh, 4 cellen)
Gebruikershandleiding 4-10
circa 3 uur circa 3 ~ 10 uur
Page 77
Oplaadtijd (Z40-C)
In de volgende tabel ziet u de geschatte tijd die nodig is om een lege accu volledig op te laden.
Type accu Uitgeschakeld Ingeschakeld
Accu (60 Wh, 4 cellen)
Houd er rekening mee dat de oplaadtijd wanneer de computer aan staat, wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier waarop u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks opgeladen.
circa 3,5 uur circa 3,5 ~ 10 uur
Opmerking over opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct wordt opgeladen:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en 35°C op te laden.
De accu is bijna helemaal leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele minuten aangesloten. Daarna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan het gebeuren dat het DC IN-/acculampje een snelle daling in de gebruiksduur van de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt. De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Doe in dat geval het volgende:
1. Ontlaad de accu volledig terwijl de tablet is ingeschakeld of totdat het systeem automatisch wordt uitgeschakeld.
2. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de computer en op een werkend stopcontact.
3. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale niveau heeft bereikt.

Accucapaciteit controleren

De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd:
Door te klikken op het accupictogram op de Windows-taakbalk Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Gebruikershandleiding 4-11
Page 78
Wacht enkele seconden wanneer u de resterende gebruiksduur wilt controleren omdat de computer tijd nodig heeft om de resterende capaciteit van de accu te controleren en de resterende gebruiksduur te berekenen op basis hiervan en van het huidige stroomverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig opgeladen zijn.

Gebruiksduur van de accu maximaliseren

De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt van het volgende:
Processorsnelheid Helderheid van scherm Slaapstand Sluimerstand Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld Tijd waarna de ingebouwde schijf wordt uitgeschakeld
Hoe vaak en hoe lang u de ingebouwde schijf en externe schijfstations, zoals het optische station, gebruikt
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt. Het
scherm sluiten bespaart energie De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen Slaapstand Sluimerstand Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accu-energie kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt Of u de functie Slaapstand en laden inschakelt

Leeglooptijd van accu's (Z30-C)

Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen, zal de accu binnen de onderstaande geschatte tijdsduur zijn leeggelopen.
Gebruikershandleiding 4-12
Page 79
Type accu Slaapstand Afsluitmodus
Accu (52 Wh, 4 cellen)
circa 4 dagen circa 115 dagen

Leeglooptijd van accu's (Z40-C)

Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen, zal de accu binnen de onderstaande geschatte tijdsduur zijn leeggelopen.
Type accu Slaapstand Afsluitmodus
Accu (60 Wh, 4 cellen)
circa 5 dagen circa 85 dagen

Gebruiksduur van de accu verlengen

U kunt de gebruiksduur van een accu verlengen door de volgende stappen ten minste eenmaal per maand uit te voeren.
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de computer niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan op de accu. Als de accu minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat de accu helemaal leeg is. Als echter het DC IN-/acculampje knippert of als er een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan naar stap 4.
4. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de computer en op een werkend stopcontact. Het DC IN-/acculampje brandt oranje om aan te geven dat de accu wordt opgeladen. Als het DC IN-/acculampje echter niet brandt, betekent dit dat er geen stroom wordt toegevoerd. Controleer in dat geval of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
5. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.

Draadloos WAN-apparaat

Sommige modellen zijn voorzien van een functionaliteit voor draadloos WAN. Dit apparaat maakt een snelle verbinding met internet, een bedrijfsintranet en e-mail mogelijk wanneer u niet op kantoor bent.

Een SIM-kaart installeren

U installeert een SIM-kaart als volgt:
1.
Klik op Starten -> Let erop dat het aan/uit-lampje uit is
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de computer zijn aangesloten.
Gebruikershandleiding 4-13
(Aan/uit) en klik vervolgens op Uitschakelen.
Page 80
3. Zoek de SIM-kaartsleuf.
1
1
4. U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
Trek de SIM-kaarthouder nooit helemaal uit de sleuf.
Afbeelding 4-4 De SIM-kaarthouder openen via het uitwerpgaatje (Z30-C)
Afbeelding 4-5 De SIM-kaarthouder openen via het uitwerpgaatje (Z40-C)
1. Uitwerpgaatje
5. Plaats de SIM-kaart met de metalen connectoren omhoog gericht in de SIM-kaarthouder
6. Plaats de SIM-kaarthouder in de SIM-kaartsleuf en druk op het midden van de houder om deze te sluiten. Duw zachtjes totdat de houder vastklikt.
Gebruikershandleiding 4-14
Page 81
Afbeelding 4-6 De SIM-kaart plaatsen (Z30-C)
1
2
3
23
1
Afbeelding 4-7 De SIM-kaart plaatsen (Z40-C)
1. SIM-kaartsleuf 3. SIM-kaarthouder
2. SIM-kaart
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Raak de aansluitpunten op de SIM-kaart en op de computer niet aan. Vuil op de connectoren kan toegangsproblemen veroorzaken.

Een SIM-kaart verwijderen

U verwijdert de SIM-kaart als volgt:
1. Schakel de computer uit. Controleer of het aan/uit-lampje uit is.
2. U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
3. Verwijder de SIM-kaart uit de SIM-kaarthouder.
4. Plaats de SIM-kaarthouder terug in de SIM-kaartsleuf.

GPS-functie

Uw computer kan ingebouwde GPS (Global Positioning System) bevatten.
Gebruikershandleiding 4-15
Page 82
LAN
De prestaties van de GPS zijn afhankelijk van de omgeving. Soms kan de locatie niet correct worden vastgesteld.
Uw huidige locatie wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de GPS-status of de locatie. Als u de gegevens over uw huidige locatie ophaalt van de computer, kan uw huidige locatie mogelijk niet worden gedetecteerd vanwege de nauwkeurigheid van de informatie. Uw huidige locatie kan bijvoorbeeld mogelijk niet worden gedetecteerd op de volgende plaatsen of in de volgende situaties:
In of direct onder een gebouw In een tas of doos Tussen dichte bomen Als zich een obstakel (persoon of voorwerp) voor de antenne bevindt In een ondergrondse tunnel, onder de grond of onder water In volgebouwde straten of woongebieden In de buurt van hoogspanningskabels Bij slecht weer zoals zware regen of sneeuw
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde) verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden (aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).

Typen LAN-kabels

De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T) gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikershandleiding 4-16
Page 83
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
2
1
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.

De LAN-kabel aansluiten

U sluit de LAN-kabel als volgt aan:
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de netadapter loskoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-aansluiting. Doet u dat niet, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die op de LAN­aansluiting is aangesloten. Doet u dat niet, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
1. Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn aangesloten.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
Afbeelding 4-8 De LAN-kabel aansluiten (Z30-C)
1. LAN-aansluiting 2. LAN-kabel
De vormgeving van het product verschilt per model.
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of configureert.

Geheugenmedia

Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Gebruikershandleiding 4-17
Page 84
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de computer of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Voor gebruik van een miniSD-/microSD-kaart is een adapter vereist.
Niet alle geheugenmedia zijn getest op een correcte werking. Er kan derhalve niet worden gegarandeerd dat alle geheugenmedia probleemloos functioneren.
Afbeelding 4-9 Voorbeelden van geheugenmedia
Secure Digital (SD)-kaart
MultiMediaCard (MMC)
microSD-kaartadapter en
microSD-kaart

Aandachtspunten met betrekking tot geheugenkaarten

SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal daarom niet op andere computers of apparaten afspelen of ernaar kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen verveelvoudigen voor privégebruik.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SD­geheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC- en SDXC­geheugenkaarten.
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit. Het logo op geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij aanschaf goed op het logo moet letten.
Het logo van een SD-geheugenkaart is (
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ( ).
Het logo van een SDXC-geheugenkaart is ( ).
).
Gebruikershandleiding 4-18
Page 85
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 256 GB.

Formattering van geheugenmedia

Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen. Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert, dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg kan met het kopieerbeveiligingssysteem.

Behandeling van schijven

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van kaarten in acht.
Buig kaarten niet. Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats. Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden. Plaats de kaart na gebruik terug in de houder. De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen. Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
geen gegevens wilt vastleggen. Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens. Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten. Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 4-19
Page 86
De schrijfbeveiliging
2
1
Geheugenkaarten hebben een schrijfbeveiliging.
SD-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, SDXC­geheugenkaart)
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen gegevens wilt vastleggen.

Geheugenmedia plaatsen

De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media. U plaatst geheugenmedia als volgt:
1. Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen delen) naar beneden zijn gericht.
2. Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf van de computer.
3. Duw zachtjes totdat het geheugenmedium vastklikt.
Afbeelding 4-10 Geheugenmedia plaatsen (Z30-C)
1. Geheugenmediasleuf 2. Geheugenmedium
De vormgeving van het product verschilt per model.
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet meer verwijderen.
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Zet de computer niet uit en schakel niet over naar de slaapstand of sluimerstand terwijl bestanden worden gekopieerd. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.

Geheugenmedia verwijderen

De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media. U verwijdert geheugenmedia als volgt:
Gebruikershandleiding 4-20
Page 87
1. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media
2. Selecteer het geheugenmedium dat u wilt verwijderen.
3. Duw op het geheugenmedium totdat u een klik hoort en de kaart naar
4. Verwijder nu het medium.

Smart Card

Een Smart Card is een plastic kaart van creditcardformaat. De kaart bevat een zeer dunne IC-chip (geïntegreerde schakeling) waarop gegevens kunnen worden opgeslagen. Deze kaarten kunnen worden gebruikt voor uiteenlopende toepassingen, zoals telefoonfuncties en elektronische betalingen.
Deze paragraaf bevat informatie over een correct gebruik van de Smart Card-sleuf en het wordt ten zeerste aanbevolen dit te lezen voordat u de computer gebruikt.
Sommige modellen zijn uitgerust met een Smart Card-sleuf.
Deze computer ondersteunt ISO7816-3 asynchrone kaarten (ondersteunde protocollen zijn T=0 en T=1) met een werkvoltage van 5 V.
uitwerpen op de Windows-taakbalk.
voren komt.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren gaan.
Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in de geheugenmediasleuf laat zitten.

Een Smart Card plaatsen

De Smart Card-sleuf bevindt zich in de zijkant van de computer. De Windows-voorziening voor directe installatie maakt het mogelijk om een Smart Card te plaatsen terwijl de computer is ingeschakeld.
U installeert een Smart Card als volgt:
1. Plaats de Smart Card in de Smart Card-sleuf met de metalen aansluitpunten naar boven gericht.
2. Duw de Smart Card voorzichtig aan tot hij stevig vastzit.
Wanneer u een Smart Card in de Smart Card-sleuf steekt, dient u erop te letten dat u de kaart in de juiste richting plaatst.
Gebruikershandleiding 4-21
Page 88
Duw op de Smart Card totdat deze het einde van de Smart Card-sleuf bereikt. De Smart Card steekt iets uit over de rand van de behuizing. Probeer de kaart niet verder in de sleuf te duwen.
Verwijder de Smart Card altijd uit de Smart Card-sleuf voordat u de computer verplaatst.
Controleer voordat u de Smart Card verwijdert of de kaart niet door een programma of het systeem wordt gebruikt.
Verwijder de Smart Card na gebruik.
Wees voorzichtig dat u de Smart Card niet buigt terwijl u deze uit de computer verwijdert.
Als u deze instructies niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de computer en/of de Smart Card.
3. Nadat u de Smart Card hebt geplaatst, dient u de documentatie te lezen en in Windows te controleren of de configuratie correct is.

Extern beeldscherm

U kunt de weergavemogelijkheden van uw computer uitbreiden met extra beeldschermen.
Met extra beeldschermen kunt u uw bureaublad delen of het bureaublad uitbreiden.
Aangezien de poortwerking niet van alle externe monitoren is gecontroleerd, werken sommige weergaveapparaten mogelijk niet correct.

Een extern beeldscherm aansluiten

Uw computer wordt geleverd met een ingebouwd scherm, maar u kunt ook andere externe beeldschermen aansluiten via de beschikbare poorten op de computer.
Poort voor externe RGB-monitor
Op de computerpoort voor een externe RGB-monitor kan een externe analoge monitor worden aangesloten. U sluit als volgt een externe analoge monitor aan:
1. Sluit de RGB-kabel aan op de poort voor een externe RGB-monitor.
De poort voor een externe RGB-monitor bevat geen bevestigingsschroeven voor een monitorkabel. Monitorkabels met bevestigingsschroeven kunnen echter wel worden gebruikt.
2. Zet de externe monitor aan.
Gebruikershandleiding 4-22
Page 89
Afbeelding 4-11 De RGB-kabel aansluiten op de poort voor een externe RGB-
2
1
1. Poort voor externe RGB-monitor 2. RGB-kabel
De vormgeving van het product verschilt per model.
monitor (Z30-C)
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend door en wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe RGB-monitor, wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven met zwarte balken rondom (in een klein formaat).
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het bureaublad wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de juiste hoogte­breedteverhouding.
De HDMI™-uitgang
Sommige modellen zijn uitgerust met een HDMI™-uitgang. De HDMI™­poort (High-Definition Multimedia Interface) zet zowel video- als audiogegevens digitaal over zonder dat de kwaliteit hierbij afneemt. HDMI™-compatibele externe beeldschermen, waaronder televisies, kunnen via de HDMI™-uitgang worden aangesloten.
U sluit een HDMI™-compatibel beeldscherm als volgt aan:
Als u een apparaat wilt aansluiten op de HDMI™-uitgang, moet u een geschikte HDMI™-kabel kopen.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™­uitgang van het HDMI™-apparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™­uitgang van de computer.
3. Zet het HDMI™-beeldscherm aan.
Gebruikershandleiding 4-23
Page 90
Afbeelding 4-12 Aansluiten op de HDMI™-uitgang (Z30-C)
1
2
1. HDMI™-uitgang 2. HDMI™-kabel
De vormgeving van het product verschilt per model.
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI™-apparaat niet aansluiten of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMI™-poort, moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI™.
Wanneer u de HDMI™-kabel verwijdert en weer aansluit, dient u ten minste vijf seconden te wachten voordat u de HDMI™-kabel opnieuw aansluit.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI™
Als u beelden op een HDMI™-apparaat wilt weergeven, dient u de volgende instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk niets weergegeven.
Selecteer het weergaveapparaat met behulp van de functietoets voordat u de video afspeelt. Wijzig het weergaveapparaat of het audioapparaat niet terwijl u media afspeelt.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties.
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven
Terwijl er communicatie plaatsvindt

Wireless Display

Uw computer ondersteunt mogelijk Wireless Display, een draadloze technologie die Wi-Fi® gebruikt om de computer in staat te stellen draadloos verbinding te maken met externe beeldschermen, met inbegrip van tv's, die als schermuitbreiding worden gebruikt. Met Wireless Display kunnen documenten, gestreamde/lokale media of andere online inhoud draadloos met anderen worden gedeeld.
Gebruikershandleiding 4-24
Page 91
Als u Wireless Display wilt gebruiken, is een van de volgende apparaten vereist:
Een compatibel extern beeldscherm met ingebouwde ondersteuning van Wireless Display.
Een extern beeldscherm met een HDMI™-poort en een Wireless Display-adapter.
De Wireless Display-adapter is een apparaat dat via de HDMI™-poort op het externe beeldscherm wordt aangesloten en Wi-Fi®-signalen van de computer kan ontvangen.
Voer de volgende stappen uit als u draadloos verbinding wilt maken met een extern beeldscherm:
1. Ga naar andere apparaten -> Bluetooth- of ander apparaat toevoegen.
2. Klik op Draadloos beeldscherm of dockingstation. De computer zoekt het Wireless Display-apparaat.
3. Nadat het Wireless Display-apparaat is gevonden, volgt u de aanwijzingen op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de naam van het Wireless Display-apparaat weergegeven onder Projectors.
Als u de verbinding met het Wireless Display-apparaat wilt verbreken, klikt u op de naam van het Wireless Display-apparaat en klikt u daarna op
Apparaat verwijderen.
(Instellingen) en klik op Apparaten -> Bluetooth en

De instellingen voor weergave op een extern scherm wijzigen

Nadat een of meer externe beeldschermen zijn aangesloten, kan het besturingssysteem automatisch de beeldscherminstellingen detecteren, identificeren en configureren.
U kunt ook handmatig beheren hoe de externe schermen werken en de scherminstellingen wijzigen door op P te drukken terwijl u de Windows-
toets ( voordat u de computer uitschakelt, moet u eerst overschakelen naar het
interne scherm.
Wanneer u het beelduitvoerapparaat wijzigt, wordt het audio­afspeelapparaat mogelijk niet automatisch gewijzigd. In dit geval stelt u het afspeelapparaat in op hetzelfde apparaat als het beelduitvoerapparaat door het audio-afspeelapparaat als volgt aan te passen:
1. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en
2. Selecteer op het tabblad Afspelen het afspeelapparaat waarnaar u
Gebruikershandleiding 4-25
) ingedrukt houdt. Als u het externe beeldscherm loskoppelt
geluiden -> Geluid.
wilt overschakelen.
Page 92
3. Als u de interne luidsprekers van de computer wilt gebruiken, selecteert u Luidsprekers. Als u de televisie of externe monitor wilt gebruiken die u op de computer hebt aangesloten, selecteert u een ander afspeelapparaat.
4. Klik op de knop Als standaard instellen.
5. Klik op OK om het dialoogvenster Geluid te sluiten.

TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/ 120W

Naast de beschikbare poorten op de computer biedt de TOSHIBA Hi­Speed Port Replicator III 180W/120W ook diverse soorten poorten.
De Port Replicator wordt rechtstreeks aan de dockinginterface op de onderkant van de computer gekoppeld. De Port Replicator wordt via de netadapter op een voedingsbron aangesloten.
Sluit eerst de netadapter aan en daarna pas de Port Replicator.
Wanneer uw computer aan de Port Replicator is gekoppeld, zijn de volgende poorten van de computer (indien aanwezig) niet functioneel:
LAN-aansluiting HDMI™-uitgang Poort voor externe RGB-monitor Gecombineerde hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting
Wanneer u de poorten voor externe beeldschermen op de Port Replicator of op de computer gebruikt, kan in sommige toepassingen een ander type poort worden weergegeven wanneer een scherm is aangesloten.
Wanneer u een netadapter op de Port Replicator aansluit, moet u altijd de netadapter gebruiken die bij de Port Replicator is inbegrepen. Gebruik de netadapter van de computer niet.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Port Replicator voor meer informatie.
Voer de onderstaande stappen uit on de computer aan de Port Replicator te koppelen:
1. Lijn de linkerboven- en rechterbovenhoek van de computer uit met de juiste markering op de Port Replicator.
Korte naam Linkerboven-
hoek
Z30-C A AB
Z40-C B AB
Gebruikershandleiding 4-26
Rechterboven­hoek
Page 93
2. Druk de achterkant van de computer omlaag totdat deze op zijn plaats
1
klikt. De computeraansluiting op de port replicator haakt de dockingpoort van de computer vast.
Wanneer de computer is aangesloten, brandt het koppelingslampje op de Port Replicator groen terwijl de computer is ingeschakeld.
Afbeelding 4-13 De computer uitlijnen met de Port Replicator (Z30-C)
1. Dockingpoort (computer)
De vormgeving van het product verschilt per model.
Zorg dat de netadapter tijdens het gebruik altijd op de TOSHIBA Hi-Speed Replicator III 180W/120W aangesloten is. Anders stopt de Port Replicator met werken, wat mogelijk leidt tot gegevensverlies.
Sommige modellen ondersteunen een functie voor meerdere beeldschermen als ze zijn uitgerust met een TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/120W.
De Port Replicator ondersteunt maximaal twee externe schermen. Voor elk VIDEO-scherm kan slechts één poort tegelijk worden gebruikt.

Beveiligingsslot

Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of door onbevoegden wordt verwijderd. De computer heeft een sleuf voor een beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf voor het beveiligingsslot. De
Gebruikershandleiding 4-27
methoden voor het bevestigen van beveiligingskabels verschillen per product. Raadpleeg voor meer informatie de instructies bij het product dat u gebruikt.
Page 94

Het beveiligingsslot aansluiten

2
1
U kunt als volgt een beveiligingskabel op de computer aansluiten:
1. Draai de computer zodat de sleuf voor het beveiligingsslot naar u toe is gericht.
2. Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Afbeelding 4-14 Beveiligingsslot (Z30-C)
1. Sleuf beveiligingsslot 2. Beveiligingsslot
De vormgeving van het product verschilt per model.

Optionele TOSHIBA-accessoires

Als u de computer nog krachtiger en gebruiksvriendelijker wilt maken, kunt u diverse opties en accessoires toevoegen. In de volgende lijst vindt u informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of TOSHIBA-leverancier:
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/120W
De TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/ 120W biedt diverse soorten poorten. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Port Replicator voor meer informatie.

Geluidssysteem en videomodus

In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.

Volumemixer

Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen van apparaten en toepassingen onder Windows.
Gebruikershandleiding 4-28
Page 95
U start het hulpprogramma Volumemixer door met de rechtermuisknop te klikken op het luidsprekerpictogram op de Windows-taakbalk en Volumemixer openen te selecteren in het submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt, versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.

Microfoonvolume

U wijzigt het opnameniveau van de microfoon als volgt:
1. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid -> Opnemen.
2. Selecteer Microfoonmatrix en klik op Eigenschappen.
3. Versleep de schuifregelaar Microfoonmatrix op het tabblad Niveaus om het volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar Microfoonversterking naar een hoger niveau.

Audioverbeteringen

U kunt als volgt geluidseffecten op de huidige luidspreker toepassen:
1. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid.
2. Selecteer Luidsprekers en klik op Eigenschappen.
3. Selecteer de gewenste geluidseffecten op het tabblad Verbeteringen en klik op Toepassen.

DTS Studio Sound™

DTS Studio Sound™ is een suite programma's voor audioverbetering die revolutionaire audiotechnologie gebruikt om de meest overrompelende en natuurgetrouwe luisterbeleving te bieden die ooit mogelijk was in een configuratie met twee luidsprekers.
DTS Studio Sound™ wordt bij sommige modellen geleverd. Dit ondersteunt de volgende functies:
Geavanceerde audioweergave voor 2D- en 3D-video-inhoud voor een levensechte surround-sound
Accurate plaatsing van audiocues voor een overrompelende surround­sound bij elke luidsprekerconfiguratie van laptop-/desktopluidsprekers of een hoofdtelefoon
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld Maximale volume-uitvoer met een maximaal volume zonder afkapping
of vervorming Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen Basverbetering voor rijke lage frequenties
Gebruikershandleiding 4-29
Page 96
Heldere hoge frequenties voor heldere details Consistent volumeniveau voor de gehele inhoud
U opent het hulpprogramma door te klikken op Starten -> DTS, Inc -> DTS Studio Sound.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie http://patents.dts.com . Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing Limited.

Realtek HD Audio configuratie

U kunt de audioconfiguratie controleren en wijzigen met Realtek HD Audio configuratie. U start Realtek HD Audio configuratie als volgt:
Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Realtek HD Audio configuratie onder Systeem.
Wanneer u Realtek HD Audio configuratie voor het eerst start, ziet u twee apparaattabs. Luidsprekers is het standaarduitvoerapparaat. Microfoonmatrix is het standaardinvoerapparaat. Als u het standaardapparaat wilt wijzigen, klikt u op de knop Standaardapparaat instellen op het tabblad van het gekozen apparaat.
Informatie
Klik op Informaties om hardwaregegevens, softwaregegevens en de taalinstelling weer te geven.
Energiebeheer
De audiocontroller in uw computer kan worden uitgeschakeld wanneer de audiofunctie niet actief is. Als u de configuratie van het audio­energiebeheer wilt aanpassen, klikt op de knop Energiebeheer .
Als audio-energiebeheer is ingeschakeld, is de knop met het rondje linksboven in Power Management (Energiebeheer) blauw en bol.
Als audio-energiebeheer is uitgeschakeld, is de knop zwart en hol.
Luidsprekerconfiguratie
Klik op de knop Autotesten om te controleren of het geluid van de interne luidsprekers of de hoofdtelefoon uit de juiste richting komt.
Standaardindeling
U kunt de samplingfrequentie en bitdiepte van geluid wijzigen.
Hoofdtelefoon/microfoon selecteren
U wijzigt als volgt het type hoofdtelefoon of microfoon:
1. Sluit een hoofdtelefoon of microfoon aan op de gecombineerde hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting.
Gebruikershandleiding 4-30
Page 97
2. Dubbelklik op de ronde knop rechts in het hoofdscherm van Realtek HD Audio configuratie.
3. Selecteer een van de apparaten in de lijst voor het aangesloten apparaat.

Videomodus

De instellingen voor de videomodus worden geselecteerd in het dialoogvenster Beeldscherm.
U opent het dialoogvenster Beeldscherm door te klikken op Starten -> (Instellingen) -> Systeem -> Beeldscherm.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of videoweergave), kan er sprake zijn van een schokkerig of knipperend beeld of van het wegvallen van beeld.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-31
Page 98
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van bepaalde hulpprogramma's toegelicht.

Hulpprogramma's en toepassingen

In deze paragraaf worden de vooraf op de computer geïnstalleerde hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's start. Voor meer informatie over de werking ervan raadpleegt u de online handleiding, Help-bestanden of het bestand README.TXT of LEESMIJ.txt (indien beschikbaar) van elk hulpprogramma.
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle software die in dit gedeelte wordt genoemd.

TOSHIBA Settings

TOSHIBA Settings is een TOSHIBA-hulpprogramma voor configuratiebeheer dat beschikbaar is via het Windows-besturingssysteem.
U start Settings door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings. Met dit hulpprogramma kunt u de computerinstellingen configureren op de
volgende tabbladen:
Start: hier ziet u de huidige BIOS-versie en kunt u de standaardwaarde van bepaalde instellingen wijzigen
eco Utility: hier kunt u het stroomverbruik van uw computer beheren Opladen via USB: hier kunt u functies voor opladen via USB beheren Toetsenbord: hier kunt u opties voor het toetsenbord en de helderheid
van de toetsenbordverlichting instellen Opstartopties: hier kunt u opstartinstellingen beheren Systeemwachtwoord: hier kunt u het gebruikerswachtwoord, het
supervisorwachtwoord en de eigenaarstekenreeks beheren en het gebruikersbeleid instellen
Geavanceerde opties: hier kunt u de voorwaarden voor elk apparaat en elke functie instellen
Gebruikershandleiding
5-1
Page 99
De instellingen en opties die hier worden beschreven hangen af van het aangeschafte model.
Nadat u de instellingen hebt gewijzigd, kan een dialoogvenster worden weergegeven waarin wordt vermeld dat de wijzigingen worden toegepast nadat u de computer opnieuw hebt opgestart. Zorg dat u de computer direct opnieuw opstart om deze wijzigingen toe te passen.
eco Utility
Deze computer beschikt over een 'ecomodus'. In deze stand worden de prestaties van sommige apparaten iets verminderd om zo het stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand doorlopend gebruikt, is de energiebesparing meetbaar.
eco Utility helpt het energieverbruik van de computer regelen. Verschillende soorten informatie kunnen u helpen te begrijpen in welke mate u bijdraagt aan het milieu.
Bovendien bevat dit hulpprogramma de functie Peak Shift (Piekverschuiving) die kan helpen het stroomverbruik tijdens piekperioden te verminderen door een deel van het stroomverbruik te verschuiven naar perioden met een lager stroomverbruik.
Het hulpprogramma ondersteunt ook de eco-oplaadmodus. In deze modus wordt de accu niet volledig opgeladen, waardoor de levensduur van de accu wordt verlengd.
Het wordt aanbevolen de computer te gebruiken terwijl de netadapter is aangesloten aangezien de gebruiksduur van de accu in deze modus relatief kort is.
Afhankelijk van de gebruikssituatie kan de levensduur van de accu mogelijk niet correct worden verlengd.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings -> eco Utility.
Voor meer informatie over eco Utility klikt u op Klik hier voor meer informatie voordat u eco Utility gebruikt op dit tabblad om het Help­bestand weer te geven.
Opladen via USB
Uw computer kan via een USB-poort van stroom (5 V gelijkstroom) voorzien.
De poort met het pictogram (
Gebruikershandleiding
) ondersteunt de volgende functies:
USB-slaapstand en laden CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system
5-2
Page 100
USB-slaapstand en laden
U kunt de functie 'Slaapstand en laden' gebruiken om bepaalde externe USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons of draagbare digitale muziekspelers. Uw computer kan een compatibele USB­poort van stroom (5 V gelijkstroom) voorzien, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Met 'uitgeschakeld' wordt bedoeld dat de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld.
Als u de functie USB-slaapstand en laden wilt inschakelen, klikt u op
Starten -> TOSHIBA Settings -> Opladen via USB
Verplaats de schuifregelaar om de functie Slaapstand en laden in of uit te schakelen.
De functie Slaapstand en laden werkt mogelijk niet bij bepaalde externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USB­specificatie. Zet in die gevallen de computer aan om het apparaat op te laden.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, krijgen compatibele USB-poorten stroom (5 V gelijkstroom), zelfs als de computer is uitgeschakeld. Er wordt ook stroom (5 V) geleverd aan externe apparaten die op de compatibele USB-poorten zijn aangesloten. Sommige externe apparaten kunnen echter niet alleen via USB-stroom (5 V) worden opgeladen. Neem voor de specificaties van de externe apparaten contact op met de fabrikant van het apparaat of raadpleeg de specificaties van het apparaat voordat u dit gebruikt.
Externe apparaten opladen via de functie 'Slaapstand en laden' duurt langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
Als de functie Slaapstand en laden is ingeschakeld, zal de accu van de computer ontladen als deze in de sluimerstand staat of wanneer de computer wordt uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen de netadapter op de computer aan te sluiten wanneer u de functie Slaapstand en laden gebruikt.
Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van de computer, kunnen altijd worden gebruikt.
Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn aangesloten, te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom (5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, werkt de functie 'USB-activering' mogelijk niet voor compatibele poorten. Als er in dat geval een USB-poort zonder de functie Slaapstand en laden is, sluit u de muis of het toetsenbord aan op die poort. Als alle USB-poorten beschikken over de functie Slaapstand en laden, schakelt u de functie Slaapstand en laden uit. De functie USB-activering werkt nu, maar de functie Slaapstand en laden is uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding
5-3
Loading...