Eerste editie mei 2018
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en
verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het
tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers
en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd.
TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
Gebruikershandleiding
1-1
Page 5
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of
uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
Intel en het Intel-logo zijn handelsmerken van Intel Corporation of diens
dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Het Bluetooth®-woordmerk is een gedeponeerd handelsmerk dat eigendom
is van Bluetooth SIG, Inc.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het
HDMI-logo zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van HDMI
Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
DTS, het symbool, en DTS en het symbool samen zijn gedeponeerde
handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
Alle andere bedrijfsnamen, productnamen en servicenamen die hierin
worden genoemd, kunnen handelsmerken van hun respectievelijke
eigenaren zijn.
Voorschriften
De hierin beschreven voorschriften kunnen variëren. Controleer de IDinformatie op de onderkant van het apparaat of de doos voor specifieke
informatie met betrekking tot het aangeschafte model.
FCC-informatie
FCC-verklaring van overeenstemming
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze
apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze
energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt
geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de
radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter
storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of
televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of
meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Gebruikershandleiding
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv.
1-2
Page 6
Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B
mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met nietcompatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn
aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tvtoestellen. U moet afgeschermde kabels gebruiken tussen de externe
apparaten en de poort voor een externe RGB-monitor, de Universal Serial
Bus-poorten (USB 3.0), de HDMI™-uitgang en de gecombineerde
hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting van de computer. Het wijzigen of
aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van
TOSHIBA of door TOSHIBA erkende partijen kan de machtiging tot het
gebruik van de apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking
van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1.Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2.Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren,
zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres:Toshiba America Information Systems Inc.
5241 California Avenue, Suite 100
Irvine, California, USA, 92617
Telefoon:(949) 583-3000
Deze informatie is alleen van toepassing op de landen/regio's waar dit
vereist is.
Waarschuwing voor Californië in verband met Prop 65
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood, die volgens de staat
Californië kanker, aangeboren afwijkingen of andere
vruchtbaarheidsproblemen kunnen veroorzaken. Was uw handen na
aanraken.
Alleen voor de staat Californië.
Gebruikershandleiding1-3
Page 7
Exportwetten
Dit document bevat technische gegevens die kunnen vallen onder de
exportwetgeving van de V.S. en voorafgaand aan de export mogelijk
moeten worden goedgekeurd door het Amerikaanse Ministerie van Handel.
Export, direct of indirect, die in strijd is met de Amerikaanse
exportwetgeving, is verboden.
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in
overeenstemming met de relevante Europese
richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing
van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe
GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss,
Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring
van overeenstemming is te vinden op de
TOSHIBA-website
http://epps.toshiba-teg.com op internet.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Hierbij verklaart Toshiba Europe GmbH dat het model/de modellen die
worden beschreven in deze handleiding voldoen aan richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is
beschikbaar op het volgende internetadres:
https://epps.toshiba-teg.com/
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen van de toepasselijke Europese
richtlijnen, met name richtlijn (2014/53/EU) betreffende radioapparatuur, de
RoHS-richtlijn 2011/65/EU, richtlijn 2009/125/EG betreffende ecologisch
ontwerp (ErP) en de bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de
toepasselijke EMC-normen (Elektromagnetische Compatibiliteit). TOSHIBA
garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen
voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn aangesloten of
geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die deze opties/kabels
hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen dat het systeem (pc
plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen voldoet. Ter
voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende
richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, lichtindustriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit
product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde
werkomgeving af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet geverifieerd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom
van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
medische omgevingen (volgens de richtlijn voor medische apparatuur)
gemotoriseerde voertuigen
vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde/niet
aanbevolen werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van
TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde
werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische
compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle
niet-geverifieerde omgevingen. In het geval van voertuigen of vliegtuigen
mag dit product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of
luchtvaartmaatschappij hiervoor voorafgaand toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Informatie voor VCCI-klasse B (alleen Japan)
Canadese voorschriften (alleen in Canada)
De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de
limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio
Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese
Gebruikershandleiding
ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
1-5
Page 9
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze
apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA de machtiging
tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de
Canadese regeling voor storing veroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du
Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
Kennisgeving voor Canada
Dit apparaat voldoet aan de RSS-standaard(en) voor licentievrijstelling van
ISED (voorheen Industry Canada).
De werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee
voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen storing veroorzaken, en (2) dit
apparaat moet ontvangen storing accepteren, zelfs als de werking van het
apparaat hierdoor wordt aangetast.
Le présent appareil est conforme aux CNR d'Industrie Canada applicables
aux appareils radio exempts de licence. L'exploitation est autorisée aux
deux conditions suivantes : (1) l'appareil ne doit pas produire de brouillage,
et (2) l'appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi, même si
le brouillage est susceptible d'en compromettre le fonctionnement.
Om te voldoen aan de Canadese nalevingsvereisten voor blootstelling
aan RF, mogen dit apparaat en de antenne zich niet in dezelfde ruimte
bevinden als en niet tegelijk worden gebruikt met een andere antenne
of zender. Wanneer u deze computer gebruikt, moet u zorgen dat de
afstand tot de antenne minimaal 13 mm is.
Pour être conforme aux exigences canadiennes en matière
d'exposition aux fréquences radio, l'appareil et son antenne ne doivent
pas être situés au même endroit qu'une autre antenne ou un autre
émetteur ni fonctionner en même temps. Une distance minimale de 13
mm de l'antenne doit être maintenue durant l'utilisation de cet
ordinateur.
Gebruikershandleiding1-6
Page 10
Dit apparaat werkt in het frequentiebereik van 5,15 GHz tot 5,25 GHz
en kan daarom alleen binnenshuis worden gebruikt. De FCC vereist
dat dit product binnenshuis wordt gebruikt in het frequentiebereik van
5,15 GHz tot 5,25 GHz om mogelijk schadelijke storing van mobiele
satellietsystemen op hetzelfde kanaal te voorkomen.
Krachtige radars zijn toegewezen als hoofdgebruikers van de banden
van 5,25 GHz tot 5,35 GHz en 5,65 GHz tot 5,85 GHz. Deze
radarstations kunnen storing en/of schade veroorzaken aan dit
apparaat.
Les dispositifs fonctionnant dans la bande 5150-5250 MHz sont
réservés uniquement pour une utilisation à l’intérieur afin de réduire
les risques de brouillage préjudiciable aux systèmes de satellites
mobiles utilisant les mêmes canaux.
Veuillez noter que les utilisateurs de radars de haute puissance sont
désignés utilisateurs principaux (c.-à-d., qu’ils ont la priorité) pour les
bandes 5250-5350 MHz et 5650-5850 MHz et que ces radars
pourraient causer du brouillage et/ou des dommages aux dispositifs
LAN-EL.
De bovenstaande waarschuwing geldt voor producten die werken met een
802.11a-radio-apparaat.
La mise en garde ci-dessus ne s’applique qu’aux appareils ayant un
transmetteur opérant en mode 802.11 a.
De volgende informatie geldt alleen voor EU-lidstaten:
Informatievereisten Verordening EG 1275/2008
Aanvullende informatie zoals vereist door Verordening
(EG) 1275/2008, gewijzigd door Verordening (EU)
801/2013 die de Europese richtlijn wat betreft
voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor het
elektriciteitsverbruik van elektrische en elektronische
huishoud- en kantoorapparatuur in de stand-by- en uitstand implementeert, kan hier worden gevonden:
http://www.toshiba.eu/Eco-Design
Gebruikershandleiding1-7
Page 11
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en
gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden
verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het
product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door
het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is
gebracht na 13 augustus 2005.
Door mee te werken aan het afzonderlijk inzamelen van
producten en batterijen draagt u bij aan de juiste
afvalverwerking van producten en batterijen/accu's en
helpt u zo mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu
en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het
hergebruik van afval in uw land onze website
( www.toshiba.eu/recycling
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
Gebruikershandleiding1-8
Page 12
Verwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden
ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten
worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd
in de Europese richtlijn inzake batterijen en accu's, worden
de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de
doorgekruiste vuilnisbak.
Door batterijen en accu's gescheiden in te zamelen, draagt
u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en
batterijen/accu's en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen
voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
Om dit te bereiken dient u elke batterij en/of accu in te
leveren bij een plaatselijke recyclinginstantie of bij een
winkel of inzamelpunt waar deze onderdelen worden
ingezameld voor een milieuvriendelijke verwerking. Zorg
er daarbij voor dat u de contacten afplakt met nietgeleidende tape.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het
hergebruik van afval in uw land onze website
www.toshiba.eu/recycling
(
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
De informatie over regelgeving die wordt aangegeven met deze symbolen,
is mogelijk niet van toepassing, afhankelijk van het land en de regio waar u
de computer hebt gekocht.
REACH - Verklaring van overeenstemming
De verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot chemische
stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and Restriction of
Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van
chemische stoffen) is vanaf 1 juni 2007 van kracht, met een gefaseerde
inwerkingtreding tot 2018.
Toshiba voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten
informatie te geven over de aanwezigheid in onze artikelen van stoffen op
de kandidatenlijst in overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website
www.toshiba.eu/reach voor informatie over de aanwezigheid in onze
artikelen van stoffen die op de kandidatenlijst staan volgens REACH in een
concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent.
Gebruikershandleiding
1-9
Page 13
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
Afvalverwerking van producten:
Het symbool van doorgekruiste vuilnisbak betekent dat
dit product niet mag worden ingezameld en
weggegooid met ander huishoudelijk afval. Wanneer
het product het einde van zijn gebruiksduur heeft
bereikt, moet dit worden ingeleverd bij een
inzamelpunt, recyclingbedrijf of afvalverwerkende
instantie om zo het milieu en de menselijke
gezondheid te beschermen. Voor meer informatie over
inzamelings- en recyclingprogramma's in uw land
neemt u contact op met de gemeente of met de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Toshiba voldoet aan alle vereisten van de Turkse richtlijn 28300
'Beperking op het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in
elektrische en elektronische apparatuur'.
AEEE Yönetmeliğine Uygundur
Toshiba 28300 sayılı Türkiye ''Elektrikle çalişan ve elektronik
ekipmanda belirli tehlikeli maddelerin kullanimiyla ilgili kisitlama”
yönetmeliği gereklerini tamamen yerine getirmektedir.
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt
gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal
pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of
defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt
van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect.
Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
De volgende informatie geldt alleen voor India:
Het gebruik van dit symbool geeft aan dat dit product niet
als huishoudelijk afval mag worden behandeld.
Door dit product op de juiste manier als afval te
verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het
milieu en de menselijke gezondheid die kunnen
voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te
voorkomen.
Voor meer informatie over recycling van dit product
bezoekt u onze website
(
http://www.toshiba-india.com ) of neem contact op met
het callcenter (1800-200-6768).
Gebruikershandleiding1-10
Page 14
De informatie over regelgeving die wordt aangegeven met deze symbolen,
is mogelijk niet van toepassing, afhankelijk van het land en de regio waar u
de computer hebt gekocht.
Verklaring met betrekking tot videostandaarden
DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL
PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE
PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT
VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE
BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II)
DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD
DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN
NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN
VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT
OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET
OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET
IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE
MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL
GEBRUIK, KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE
http://www.mpegla.com
OpenSSL Toolkit License Issues
LICENSE ISSUES
==============
The OpenSSL toolkit stays under a dual license, i.e. both the conditions of
the OpenSSL License and the original SSLeay license apply to the toolkit.
See below for the actual license texts. Actually both licenses are BSD-style
Open Source licenses. In case of any license issues related to OpenSSL
please contact openssl-core@openssl.org.
OpenSSL License
------------------------
/*=====================================================
Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1.Redistributions of source code must retain the above copyright notice,
this list of conditions and the following disclaimer.
2.Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
Gebruikershandleiding1-11
Page 15
3.All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for
use in the OpenSSL Toolkit."
( http://www.openssl.org/
)
4.The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be
used to endorse or promote products derived from this software
without prior written permission. For written permission, please contact
openssl-core@openssl.org.
5.Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor
may "OpenSSL" appear in their names without prior written permission
of the OpenSSL Project.
6.Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for
use in the OpenSSL Toolkit"
http://www.openssl.org/
(
)
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS''
AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY
AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN
NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS
BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL,
EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT
LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS
INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF
LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT
(INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY
OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
=====================================================
This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). This product includes software written by Tim
Hudson (tjh@cryptsoft.com).
*/
Original SSLeay License
----------------------------------
/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com)
All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com).
The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
Gebruikershandleiding1-12
Page 16
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the
following conditions are aheared to. The following conditions apply to all
code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code;
not just the SSL code. The SSL documentation included with this
distribution is covered by the same copyright terms except that the holder
is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the
code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution
as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in
documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1.Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list
of conditions and the following disclaimer.
2.Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3.All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library
being used are not cryptographic related :-).
4.If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from
the apps directory (application code) you must include an
acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson
(tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS'' AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED
TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO
EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR
ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO,
PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF
USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER
CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE
OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS
SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH
DAMAGE.
Gebruikershandleiding1-13
Page 17
The licence and distribution terms for any publically available version or
derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be
copied and put under another distribution licence [including the GNU Public
Licence.]
*/
FreeType License Issues
The FreeType Project LICENSE
----------------------------
2006-Jan-27
Copyright 1996-2002, 2006 by
David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg
Introduction
============
The FreeType Project is distributed in several archive packages; some of
them may contain, in addition to the FreeType font engine, various tools
and contributions which rely on, or relate to, the FreeType Project.
This license applies to all files found in such packages, and which do not
fall under their own explicit license. The license affects thus the FreeType
font engine, the test programs, documentation and makefiles, at the very
least.
This license was inspired by the BSD, Artistic, and IJG (Independent JPEG
Group) licenses, which all encourage inclusion and use of free software in
commercial and freeware products alike. As a consequence, its main
points are that:
We don't promise that this software works. However, we will be
interested in any kind of bug reports. (`as is' distribution)
You can use this software for whatever you want, in parts or full form,
without having to pay us. (`royalty-free' usage)
You may not pretend that you wrote this software. If you use it, or only
parts of it, in a program, you must acknowledge somewhere in your
documentation that you have used the FreeType code. (`credits')
We specifically permit and encourage the inclusion of this software, with or
without modifications, in commercial products.
We disclaim all warranties covering The FreeType Project and assume no
liability related to The FreeType Project.
Finally, many people asked us for a preferred form for a credit/disclaimer to
use in compliance with this license. We thus encourage you to use the
following text:
"""
Portions of this software are copyright (C) <year> The FreeType Project
www.freetype.org
Gebruikershandleiding1-14
Page 18
All rights reserved.
"""
Please replace <year> with the value from the FreeType version you
actually use.
Legal Terms
============
0. Definitions
--------------
Throughout this license, the terms `package', `FreeType Project', and
`FreeType archive' refer to the set of files originally distributed by the
authors (David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg) as the
`FreeType Project', be they named as alpha, beta or final release.
`You' refers to the licensee, or person using the project, where `using' is a
generic term including compiling the project's source code as well as
linking it to form a `program' or `executable'. This program is referred to as
`a program using the FreeType engine'.
This license applies to all files distributed in the original FreeType Project,
including all source code, binaries and documentation, unless otherwise
stated in the file in its original, unmodified form as distributed in the original
archive. If you are unsure whether or not a particular file is covered by this
license, you must contact us to verify this.
The FreeType Project is copyright (C) 1996-2000 by David Turner, Robert
Wilhelm, and Werner Lemberg. All rights reserved except as specified
below.
1. No Warranty
--------------
THE FREETYPE PROJECT IS PROVIDED `AS IS' WITHOUT
WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESS OR IMPLIED,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. IN
NO EVENT WILL ANY OF THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS
BE LIABLE FOR ANY DAMAGES CAUSED BY THE USE OR THE
INABILITY TO USE, OF THE FREETYPE PROJECT.
2. Redistribution
--------------
This license grants a worldwide, royalty-free, perpetual and irrevocable
right and license to use, execute, perform, compile, display, copy, create
derivative works of, distribute and sublicense the FreeType Project (in both
source and object code forms) and derivative works thereof for any
purpose; and to authorize others to exercise some or all of the rights
granted herein, subject to the following conditions:
Gebruikershandleiding1-15
Page 19
Redistribution of source code must retain this license file (`FTL.TXT')
unaltered; any additions, deletions or changes to the original files must
be clearly indicated in accompanying documentation. The copyright
notices of the unaltered, original files must be preserved in all copies
of source files.
Redistribution in binary form must provide a disclaimer that states that
the software is based in part of the work of the FreeType Team, in the
distribution documentation. We also encourage you to put an URL to
the FreeType web page in your documentation, though this isn't
mandatory.
These conditions apply to any software derived from or based on the
FreeType Project, not just the unmodified files. If you use our work, you
must acknowledge us. However, no fee need be paid to us.
3. Advertising
--------------
Neither the FreeType authors and contributors nor you shall use the name
of the other for commercial, advertising, or promotional purposes without
specific prior written permission.
We suggest, but do not require, that you use one or more of the following
phrases to refer to this software in your documentation or advertising
materials: `FreeType Project', `FreeType Engine', `FreeType library', or
`FreeType Distribution'.
As you have not signed this license, you are not required to accept it.
However, as the FreeType Project is copyrighted material, only this license,
or another one contracted with the authors, grants you the right to use,
distribute, and modify it. Therefore, by using, distributing, or modifying the
FreeType Project, you indicate that you understand and accept all the
terms of this license.
4. Contacts
--------------
There are two mailing lists related to FreeType:
freetype@nongnu.org
Discusses general use and applications of FreeType, as well as future
and wanted additions to the library and distribution. If you are looking
for support, start in this list if you haven't found anything to help you in
the documentation.
freetype-devel@nongnu.org
Discusses bugs, as well as engine internals, design issues, specific
licenses, porting, etc.
Our home page can be found at
http://www.freetype.org
Gebruikershandleiding1-16
Page 20
ENERGY STAR®-programma
Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, aan deze
richtlijnen voldoet, is het voorzien van het Energy Starlogo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STARprogramma van de Environmental Protection Agency
(EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY
STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn
de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld
op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving
en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de
netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de
energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en
het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten
in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben
plaatsgevonden.
TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende
instellingen ingeschakeld te laten, zodat de computer zo
energiezuinig mogelijk werkt. U kunt de slaapstand
uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Uw computer met ENERGY STAR-certificering moet
standaard zo zijn ingesteld dat deze na een periode van
inactiviteit overschakelt naar een energiezuinige
slaapstand. Raak eenvoudig de muis of het toetsenbord
aan om de computer snel weer te activeren. Deze
slaapfuncties kunnen u tot $23 per jaar (200 kWh per jaar
aan elektriciteit) besparen en verminderen de jaarlijkse
uitstoot van broeikasgassen met max. 300 pond. Voor
informatie over hoe u deze slaapstandinstellingen van de
computer aanpast of inschakelt, gaat u naar:
www.energystar.gov/sleepinstructions
Als u deze slaapstandinstellingen snel en gemakkelijk in
uw organisatie wilt inschakelen met behulp van
netwerkprogramma's, gaat u naar:
www.energystar.gov/powermanagement
Afvalverwerking van de computer en de
computeraccu
De computeraccu is niet toegankelijk voor de gebruiker. Neem contact op
met een erkende TOSHIBA-servicedienst voor informatie over
afvalverwerking van de computer en de accu.
Gebruikershandleiding1-17
Page 21
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de
computer verder te beperken.
Lees de volgende algemene aanwijzingen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Zorg voor afdoende ventilatie
Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de
computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen
oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter
wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de
slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af.
Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel.
Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer.
Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander
zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht.
Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset.
Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters.
Extreme hitte, koude of vochtigheid.
Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Gebruikershandleiding1-18
Page 22
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin
wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens
informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de
verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt
reduceren.
Letsel door verhitting
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het
oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt,
kan langdurig lichamelijk contact, bijvoorbeeld wanneer u de computer
op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten, resulteren in
rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd
of storingen optreden.
De computer schoonmaken
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer nat wordt,
schakelt u deze direct uit en laat u de computer helemaal opdrogen..
In dit geval dient u de computer te laten nakijken door een erkend
servicecentrum om de omvang van de schade te laten vaststellen.
Reinig het plastic van de computer met een doek die licht bevochtigd
is met water.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid
reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het
scherm voorzichtig af te vegen.
Gebruikershandleiding1-19
Page 23
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
De computer verplaatsen
Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u
enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de
computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft
werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer
verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten).
Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Voordat u de computer draait, schakelt u deze uit, koppelt u de
netadapter los en laat u de computer afkoelen. Als u zich niet aan
deze instructie houdt, kan dit leiden tot lichte verwondingen door de
warmte.
Stel de computer niet bloot aan snelle temperatuurwisselingen
(bijvoorbeeld wanneer u de computer meeneemt van een koude
omgeving naar een warme kamer). Zet de computer pas aan nadat
het condensvocht is verdwenen.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als
u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging
van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer de computer nooit terwijl er kaarten in zijn geïnstalleerd.
Hierdoor kan de computer en/of de kaart beschadigen, waardoor de
computer niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Gebruikershandleiding1-20
Page 24
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor een veilig en juist gebruik van deze
computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiehandleiding voor
veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Veiligheidspictogrammen
Veiligheidspictogrammen worden in deze handleiding gebruikt om u attent
te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid
zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van
apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding1-21
Page 25
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle
basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf is geïnstalleerd door
TOSHIBA, werken sommige functies die in deze handleiding worden
beschreven mogelijk niet correct.
Controlelijst van apparatuur
Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het
verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
TOSHIBA draagbare personal computer
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Reinigingsdoekje (meegeleverd bij sommige modellen)
Documentatie
Aan de slag
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
KlikkenTik op het touchpad of klik eenmaal op de
linker touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de linkermuisknop.
Tik eenmaal op het aanraakscherm (alleen
modellen met een aanraakscherm).
Gebruikershandleiding2-1
Page 26
RechtsklikkenTik met twee vingers tegelijk op het
DubbelklikkenTik tweemaal op het touchpad of klik
Starten
Korte modelnaam
De modelnaam van uw computer wordt in deze handleiding als volgt
afgekort.
LCDVolledige modelnaamKorte
33,8 cm
(13,3
inch)
PORTEGE Z30-C/Z30t-CZ30-C
touchpad of klik eenmaal met de rechter
touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de rechtermuisknop.
Tik op het aanraakscherm en laat uw vinger
staan (alleen voor modellen met een
aanraakscherm).
tweemaal met de linker
touchpadbesturingsknop.
Klik tweemaal met de linkermuisknop.
Tik tweemaal op het aanraakscherm (alleen
voor modellen met een aanraakscherm).
Het woord 'Starten' verwijst naar de knop ' ' in
de linkerbenedenhoek van het scherm.
modelnaam
35,6 cm
(14,0
inch)
TECRA Z40-C/Z40t-CZ40-C
De computer voor het eerst gebruiken
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding
is bedoeld om u comfortabeler en productiever met de notebookcomputer
te laten werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint
u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of
nek.
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te
gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
Het apparaat inschakelen
Gebruikershandleiding
2-2
Page 27
Eerste configuratie
Kennismaken met Windows
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te
controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens
verloren.
Het is raadzaam om regelmatig een back-up van de ingebouwde schijf
of van een ander primair opslagapparaat op externe media te maken.
Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange
termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in
gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat
alle gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de ingebouwde
schijf of op een ander opslagmedium. Als u dit niet doet, kan dit
gegevensverlies tot gevolg hebben.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. U moet de accu opladen voordat u de computer op
accuvoeding kunt gebruiken.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door TOSHIBA
wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc
te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan
leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig
letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele
adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met het spanningsbereik en de frequentie die op het
voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat wel doet, kan
dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Gebruikershandleiding2-3
Page 28
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en
frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat wel doet, kan
dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en voorschriften in de regio waarin de computer wordt verkocht en mag
niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's
dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de
veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
exact uit te voeren in de volgorde die wordt beschreven in deze
handleiding. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet
de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium
verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder
stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische
schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen
onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan
beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de
onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter
namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1.Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Gebruikershandleiding
Afbeelding 2-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 2-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
2-4
Page 29
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
1
2
1
2
afhankelijk van het model.
2.Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de
gelijkstroomingang (19 V) van de computer.
3.Sluit het netsnoer aan op een stopcontact. Het DC IN-/acculampje
brandt.
Afbeelding 2-3 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten (Z30-C)
Afbeelding 2-4 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten (Z40-C)
De vormgeving van het product verschilt per model.
Het beeldscherm openen
Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal
kijkgemak.
Terwijl u de polssteun met één hand omlaag drukt, zodat het
hoofdgedeelte van de computer niet omhoog komt, tilt u langzaam het
beeldscherm omhoog. Zo kunt u de hoek van het beeldscherm aanpassen
voor een optimale zichtbaarheid.
Gebruikershandleiding
2-5
Page 30
Afbeelding 2-5 Het beeldscherm openen (Z30-C)
1
1. Beeldscherm
De vormgeving van het product verschilt per model.
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het
scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer
beschadigt.
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Druk of duw niet op het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke
voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn
achtergebleven.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en
gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of
dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of
dichtklappen van het beeldscherm).
Het apparaat inschakelen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het apparaat inschakelt. Het aan/
uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
2-6
Page 31
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet
1
1
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van
Windows.
Raak het beeldscherm niet aan terwijl u de computer inschakelt.
1.Open het beeldscherm.
2.Druk op de aan/uit-knop.
Afbeelding 2-6 De computer inschakelen (Z30-C)
Afbeelding 2-7 De computer inschakelen (Z40-C)
1. Aan/uit-knop
De vormgeving van het product verschilt per model.
Eerste configuratie
Het opstartscherm van Windows wordt als eerste weergegeven wanneer u
de computer aanzet. Voor een correcte installatie van het
besturingssysteem volgt u de aanwijzingen in elk scherm dat wordt
weergegeven.
Lees zorgvuldig de licentievoorwaarden en licentieovereenkomst door
wanneer deze worden weergegeven.
Kennismaken met Windows
Voor meer informatie over nieuwe functies en het gebruik van Windows
raadpleegt u Tips in het menu Start.
Gebruikershandleiding
2-7
Page 32
Het menu Start
Het menu Start vormt het startpunt voor alles wat u kunt doen in het
Windows-besturingssysteem en biedt eenvoudig toegang tot uw apps,
programma's, websites en andere belangrijke gegevens.
U kunt het menu Start als volgt openen via een app of het bureaublad:
Klik op de knop Starten ( ) in de linkerbenedenhoek van het
scherm.
Druk op de toets met het Windows®-logo ( ) op het toetsenbord.
U kunt uw favoriete apps vastmaken aan het menu Start als tegels in een
rasterpatroon en ze ook groeperen. Op tegels wordt dynamische informatie
uit apps weergegeven zonder dat u ze hoeft te openen.
Windows-taakbalk
Onder aan het bureaublad bevindt zich standaard de Windows-taakbalk. U
ziet alle actieve apps op de Windows-taakbalk.
Taakweergave
De taakweergave (
scherm. In de taakweergave ziet u de apps die momenteel worden
uitgevoerd. U kunt ook aangepaste bureaubladen maken, waarop u actieve
apps kunt groeperen, bijvoorbeeld voor vermaak, productiviteit of wat u
maar wilt.
Klik hiervoor op het pictogram Taakweergave en klik op Nieuw bureaublad. Open de apps die u wilt gebruiken op dat bureaublad. U
schakelt tussen bureaubladen door opnieuw op Taakweergave te klikken.
) wordt gestart via de Windows-taakbalk onder in het
Zoeken
Met Zoeken op de Windows-taakbalk kunt u apps, bestanden, instellingen
en meer op de computer vinden. Wanneer een internetverbinding
beschikbaar is, worden ook de beste zoekresultaten van internet
weergegeven.
De persoonlijke assistent Cortana is mogelijk ook beschikbaar, afhankelijk
van uw land/regio. U kunt gesproken vragen stellen aan of praten tegen
Cortana en Cortana beantwoordt uw vragen met behulp van informatie van
internet. Voor het gebruik van Cortana is een ingebouwde of externe
microfoon vereist.
Actiecentrum
U kunt belangrijke meldingen van apps of Windows bekijken in het
actiecentrum en actie ondernemen zonder apps te moeten openen. U vindt
hier ook snelle actieknoppen die direct toegang bieden tot de meest
gebruikte instellingen. Selecteer het pictogram van het actiecentrum
de Windows-taakbalk om meldingen en snelle acties weer te geven.
op
Gebruikershandleiding
2-8
Page 33
Instellingen
Instellingen biedt toegang tot systeeminstellingen, waaronder
geavanceerde instellingen in het Configuratiescherm. Ze zijn
onderverdeeld in categorieën, waarmee u Windows kunt configureren,
optimaliseren of aan uw persoonlijke voorkeur kunt aanpassen.
U kunt ook een trefwoord typen en Zoeken gebruiken om iets te vinden.
U opent Instellingen door te klikken op Starten ->
U kunt Instellingen vastmaken aan het menu Start door met de
rechtermuisknop op Instellingen te klikken en Aan Start vastmaken te
kiezen.
(Instellingen).
Windows Store
Hoewel diverse apps vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd, kunt u ook
veel andere apps downloaden van de Windows Store.
U kunt zoeken en bladeren naar duizenden apps, alle gegroepeerd in
overzichtelijke categorieën.
Aanmeldingsopties
Windows biedt een aantal aanmeldingsopties, waaronder verificatie door
middel van Wachtwoord ( ), Pincode ( ), Windows Hello ( ) en
Afbeeldingswachtwoord () om toegang door onbevoegden te
voorkomen. Als u meerdere aanmeldingsmethoden hebt ingesteld voor een
gebruikersaccount, kunt u een optie selecteren in het aanmeldingsscherm
van Windows door op de optie te klikken.
Tabletmodus
In de tabletmodus is de werkomgeving geoptimaliseerd voor aanraking en
kunt u werken zonder toetsenbord en muis.
Nadat u bent overgeschakeld naar de tabletmodus, worden het menu Start
en apps schermvullend uitgevoerd, waardoor u meer werkruimte hebt. Als
u twee apps naast elkaar wilt gebruiken, sleept u een app opzij. U ziet
vervolgens geopende apps waarnaast u de app kunt plaatsen. U sluit een
app door deze naar de onderkant van het scherm te slepen.
Het apparaat uitschakelen
U kunt het apparaat uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.
Afsluitmodus
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt
het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
Gebruikershandleiding
2-9
Page 34
1.Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op de ingebouwde schijf
of een ander opslagmedium op.
2.Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf
verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt,
kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Als u dat
doet, kunnen gegevens verloren gaan.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los
en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
3.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Afsluiten.
4.Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn
aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
De computer opnieuw opstarten
In sommige gevallen moet u de computer opnieuw opstarten, bijvoorbeeld
als u bepaalde computerinstellingen wijzigt.
U kunt de computer op meerdere manieren opnieuw opstarten:
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het
menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te
klikken op het voedingspictogram ( ) in de rechterbenedenhoek
Sla uw gegevens op voordat u de computer opnieuw opstart.
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te
zetten. In deze modus worden gegevens opgeslagen in het
hoofdgeheugen van de computer. Wanneer u de computer weer
inschakelt, kunt u direct doorgaan waar u was gebleven.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd af te sluiten. Hierbij moet u ook functies voor
draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de
Gebruikershandleiding2-10
Page 35
computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de
computer niet op deze manier afsluit, kan het besturingssysteem opnieuw
worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of nietopgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen
verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de
slaapstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media,
zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe
geheugenapparaten.
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u video
afspeelt.
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Energiebeheer).
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand
is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het
toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat
de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie
Activering op toetsenbord is ingeschakeld in TOSHIBA Settings.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding2-11
Page 36
De slaapstand activeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Slaapstand.
Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uitlampje oranje.
Als u de computer op accuvoeding gebruikt, kunt u de totale
gebruiksduur verlengen door de computer uit te schakelen in de
sluimerstand. De slaapstand gebruikt meer stroom wanneer de
computer is uitgeschakeld.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
De accu is leeg en de netadapter is niet aangesloten.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt
opgeslagen op de ingebouwde schijf wanneer de computer wordt
uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld wanneer de
computer weer wordt aangezet. Vergeet niet dat de status van de
randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen
bij het inschakelen van de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen opgeslagen op de ingebouwde
schijf. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste
handmatig opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid,
gaan gegevens verloren.
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de
sluimerstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media,
zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe
geheugenapparaten.
Gebruikershandleiding2-12
Page 37
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u video
afspeelt.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden de gegevens opgeslagen op de ingebouwde
schijf.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
Als u de sluimerstand wilt activeren, klikt u op Starten -> (Aan/uit) en
selecteert u Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu Aan/uit, stelt u dit als volgt
in:
1.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
2.Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen.
3.Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4.Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor
Uitschakelen.
5.Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de
aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. U definieert deze instellingen als
volgt:
1.Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel
bepalen.
2.Activeer de gewenste sluimerstandinstelling voor Actie als ik op de
aan/uit-knop druk en Actie als ik het deksel sluit.
3.Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gebruikershandleiding2-13
Page 38
Herstel
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit
het geheugen opgeslagen op de ingebouwde schijf, wat enkele
ogenblikken zal duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud is
opgeslagen op de ingebouwde schijf, dient u eventuele randapparaten uit
te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
De ingebouwde schijf bevat een verborgen partitie voor de herstelopties
die kunnen worden gebruikt in geval van problemen.
U kunt ook herstelmedia maken en het systeem herstellen.
De volgende items worden in dit gedeelte beschreven:
Herstelmedia maken
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie
Als u met het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud de interne
opslagruimte wist, worden alle gegevens, inclusief het besturingssysteem
en de herstelpartitie, verwijderd. In dat geval kunt u geen herstelmedia
maken of de vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de
herstelpartitie. Zorg dat u al een herstelmedium hebt gemaakt voordat u
het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud start. U kunt dit
herstelmedium gebruiken om uw systeem te herstellen nadat u de interne
opslagruimte hebt gewist.
Herstelmedia maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelmedia maakt.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelmedia
maakt.
Sluit alle softwareprogramma's, behalve Recovery Media Creator.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals
een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Gebruikershandleiding2-14
Page 39
Schrijf niet naar het medium terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht
tot de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de antivirussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde
bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's
die de toegang tot de ingebouwde schijf versnellen. Doet u dit toch,
dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Activeer tijdens het (her)schrijven van het medium niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en
vliegtuigen.
Gebruik de computer niet op instabiele plekken, zoals een standaard.
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op
de ingebouwde schijf en kan naar een disc of USB-flashgeheugen worden
gekopieerd met behulp van de volgende stappen:
1.Selecteer een lege schijf of leeg USB-flashgeheugen.
In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de
herstelimage wordt gekopieerd, waaronder verschillende soorten
schijven en USB-flashgeheugen.
Sommige van de schijfmedia zijn mogelijk niet compatibel met het
optische station dat op uw computer is aangesloten. Controleer
daarom voordat u verdergaat of het optische station het lege medium
dat u hebt gekozen ondersteunt.
Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en
gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren.
2.Zet de computer aan en wacht terwijl het besturingssysteem Windows
op de normale manier van de ingebouwde schijf wordt geladen.
3.Plaats de eerste lege schijf in de lade van het optische station of
plaats het USB-flashgeheugen in een beschikbare USB-poort.
4.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Beveiliging en onderhoud -> Herstel -> Een
herstelstation maken.
5.Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstelmedium te maken.
De optie TOSHIBA-herstelwizard in het TOSHIBA-hulpprogramma voor
onderhoud is niet beschikbaar als u de computer herstelt vanaf
herstelmedia die u hebt gemaakt via de optie Een herstelstation maken van
Windows.
Gebruikershandleiding2-15
Page 40
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
gemaakte herstelmedia
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de
computer in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelmedia die u
hebt gemaakt. U voert deze herstelbewerking als volgt uit:
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de ingebouwde schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens
erin verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de
geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windowsbesturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na
de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
Gebruik de standaardoptie voor de opstartmodus in TOSHIBA Setup
Utility voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1.Start TOSHIBA Setup Utility.
Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup Utility voor meer informatie.
2.Selecteer in TOSHIBA Setup Utility achtereenvolgens Advanced ->
System Configuration -> Boot Mode.
Opmerking: Sla het volgende over als u de optie Boot Mode niet kunt
vinden in uw systeem.
3.Selecteer UEFI Boot (Standaard).
Als u een herstelimage maakt met behulp van geavanceerde
herstelfuncties in het Configuratiescherm, zorg dan dat u de
standaardoptie voor de opstartmodus (UEFI Boot) in TOSHIBA Setup
Utility selecteert voordat u de herstelbewerking uitvoert.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure.
Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
1.Plaats het herstelmedium in het externe optische station dat op de
computer is aangesloten of sluit het USB-flashgeheugen met
herstelgegevens aan op een beschikbare USB-poort.
2.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
3.Houd de toets F12 ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
4.Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om de juiste optie in het
menu te selecteren op basis van het herstelmedium.
5.Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
Als u er eerder voor hebt gekozen de herstelpartitie te verwijderen zonder
een herstelmedium te maken, kan het herstelmedium niet worden
gemaakt.
Gebruikershandleiding2-16
Page 41
Als u echter al een herstelmedium hebt gemaakt, kunt u hiermee de
herstelpartitie herstellen.
Als u geen herstelmedium hebt gemaakt, neemt u voor hulp contact op met
de ondersteuning van TOSHIBA.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de
herstelpartitie
Een deel van de totale ruimte op de ingebouwde schijf is geconfigureerd
als een verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden
opgeslagen die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software
te herstellen in geval van problemen.
Als u de ingebouwde schijf later opnieuw gebruiksklaar maakt, dient u geen
partities te wijzigen, te verwijderen of toe te voegen op een andere manier
dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dat wel doet, is er mogelijk
geen ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u de computer mogelijk niet installeren als u een
partitioneringsprogramma van derden gebruikt om partities op de
ingebouwde schijf opnieuw te configureren.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de ingebouwde schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens
erin verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de
geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windowsbesturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na
de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure.
Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
1.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
2.Houd de toets 0 (nul) ingedrukt en laat de toets één seconde nadat de
computer is ingeschakeld los.
3.Selecteer Problemen oplossen -> TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud -> TOSHIBA-vasteschijfherstel.
4.Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstel te voltooien.
Gebruikershandleiding2-17
Page 42
Hoofdstuk 3
1
2
34
5
6
1
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel
voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het
oppervlak te voorkomen.
Rondleiding voor de Z30-C
Voorkant met gesloten scherm (Z30-C)
In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met
gesloten beeldscherm.
Afbeelding 3-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm (Z30-C)
1. Stereoluidsprekers
2. DC IN-/acculampje5. Lampje voor draadloze
3. Aan/uit-lampje6. Lampje voor draadloos WAN*
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
StereoluidsprekersVia de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
Gebruikershandleiding3-1
4. Lampje voor ingebouwde schijf
communicatie*
Page 43
DC IN-/acculampjeHet DC IN-/acculampje geeft de status van de
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit
geeft aan dat de accu volledig is opgeladen
terwijl de computer correct stroom krijgt via de
netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Aan/uit-lampjeHet aan/uit-lampje brandt wit als de computer
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand, knippert dit lampje oranje.
Lampje voor
ingebouwde schijf
Lampje voor
draadloze
communicatie
De functie voor draadloos LAN kan worden ingeschakeld als de
vliegtuigmodus is ingeschakeld. Het lampje voor draadloze communicatie
brandt dan echter niet.
Lampje voor
draadloos WAN
Het lampje voor de ingebouwde schijf knippert
wit wanneer de computer toegang heeft tot de
ingebouwde schijf.
Het lampje voor draadloze communicatie
brandt wit wanneer de draadloze functies zijn
ingeschakeld.
Sommige modellen beschikken over draadloze
functies.
Het lampje voor draadloos WAN brandt blauw
wanneer de functies voor draadloos WAN zijn
ingeschakeld.
Op sommige modellen knippert het lampje om de
verbindingsstatus van de functie voor draadloos
WAN aan te geven.
Sommige modellen zijn voorzien van een functie
voor draadloos WAN.
Linkerkant (Z30-C)
In de volgende afbeelding ziet u de linkerkant van de computer.
Gebruikershandleiding
3-2
Page 44
Afbeelding 3-2 Linkerkant van de computer (Z30-C)
123456
1. Gelijkstroomingang (19 V)4. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0)
2. Poort voor externe RGB-monitor5. Gecombineerde hoofdtelefoon-/
3. HDMI™-uitgang6. Smart Card-sleuf*
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
microfoonaansluiting
Gelijkstroomingang
(19 V)
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten
om de computer van stroom te voorzien en om
de interne accu's op te laden. U mag alleen het
model netadapter gebruiken dat bij de computer
is meegeleverd. Als u de verkeerde netadapter
gebruikt, kan de computer beschadigd raken.
Poort voor externe
RGB-monitor
Dit is een 15-pins analoge RGB-poort.
Raadpleeg het gedeelte Pintoewijzing van poort
voor externe RGB-monitor voor informatie over
de pintoewijzing van de poort voor een externe
RGB-monitor. Via deze poort kunt u een externe
RGB-monitor op de computer aansluiten.
HDMI™-uitgangOp de HDMI™-uitgang kan een HDMI™-kabel
met een type A-stekker worden aangesloten.
Universal Serial Buspoort (USB 3.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.0 standaard, bevindt zich aan de linkerkant van de
computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
De poort met het pictogram ( ) biedt de functie
Slaapstand en laden.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden
gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Gebruikershandleiding3-3
Page 45
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB-
143352
apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die
zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet
correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de
computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USBapparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Op de gecombineerde 3,5-mm-minihoofdtelefoon-/microfoonaansluiting kunt u een
monomicrofoon of stereohoofdtelefoon
aansluiten.
Smart Card-sleufIn deze sleuf kunt u een Smart Card-apparaat
plaatsen.
Sommige modellen zijn uitgerust met een Smart
Card-sleuf.
Rechterkant (Z30-C)
In de volgende afbeelding ziet u de rechterkant van de computer.
Afbeelding 3-3 Rechterkant van de computer (Z30-C)
1. Geheugenmediasleuf
2. SIM-kaartsleuf*5. Sleuf beveiligingsslot
3. Universal Serial Bus-poorten (USB
3.0)
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
4. LAN-aansluiting
Gebruikershandleiding
3-4
Page 46
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of
MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het
gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt
en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
SIM-kaartsleufIn deze sleuf kunt u een SIM-kaart plaatsen die
snelle toegang tot internet, een bedrijfsintranet
en e-mail biedt wanneer u niet op kantoor bent.
Raadpleeg het gedeelte Draadloos WAN-
apparaat voor meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een SIMkaartsleuf.
Universal Serial Buspoort (USB 3.0)
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 3.0standaard, bevinden zich in de rechterkant van
de computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden
gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USBapparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die
zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet
correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de
computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USBapparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding3-5
Page 47
LAN-aansluitingVia deze poort kunt u de computer op een LAN
1
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits
per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX), of
Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T). Raadpleeg
Basisbeginselen voor meer informatie.
Op de LAN-aansluiting mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als
u dit doet, kan dit leiden tot schade of storingen.
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren
ter bescherming tegen diefstal.
Achterkant (Z30-C)
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Afbeelding 3-4 Achterkant van de computer (Z30-C)
1. Luchtopeningen
De vormgeving van het product verschilt per model.
LuchtopeningenDe luchtopeningen helpen oververhitting van de
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de luchtopeningen
komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden,
waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
Verwijder het stof van het oppervlak van de luchtopeningen voorzichtig met
een zachte doek.
Onderkant (Z30-C)
De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat
het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt omgedraaid om
schade te voorkomen.
Gebruikershandleiding
processor voorkomen.
3-6
Page 48
Afbeelding 3-5 Onderkant van de computer (Z30-C)
1
12
1. Luchtopeningen2. Dockingpoort*
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
LuchtopeningenDe luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
DockingpoortOp deze poort kan een optionele Hi-Speed Port
Replicator III 180W/120W worden aangesloten,
zoals wordt beschreven in TOSHIBA Hi-Speed
Port Replicator III 180W/120W.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
dockingpoort.
Alleen de TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W of 120W is
compatibel met deze dockingpoort.
Probeer niet een andere Port Replicator te gebruiken.
Zorg dat er geen voorwerpen in de dockingpoort terechtkomen. Een
pinnetje of vergelijkbaar voorwerp kan de schakelingen in de computer
beschadigen.
Voorkant met geopend scherm (Z30-C)
In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm
beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een
comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Gebruikershandleiding
3-7
Page 49
Afbeelding 3-6 Voorkant van de computer met geopend beeldscherm (Z30-C)
1
5
6
9
7
2
34
2
6
8
16
17
1414
1010
11
13
12
15
18
1. Antennes voor draadloze
10. AccuPoint-besturingsknoppen*
communicatie (niet zichtbaar)*
2. Microfoons*11. Aan/uit-lampje voor touchpad
3. Webcamlampje*12. TOSHIBA-eco-lampje
4. Webcam*13. Touchpad
5. Beeldscherm14. Touchpadbesturingsknoppen
6. Beeldschermscharnieren15. Vingerafdruksensor*
7. Toetsenbord16. DC IN-/acculampje
8. Aan/uit-knop17. Aan/uit-lampje
9. AccuPoint*18. Lampje voor ingebouwde schijf
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Antennes voor draadloze communicatie
Afhankelijk van de configuratie van de computer
zijn een of alle van de volgende antennes
ingebouwd:
Draadloos LAN
Dek het gedeelte met de antennes voor draadloze communicatie niet af
met metalen voorwerpen, omdat de draadloze functie anders mogelijk niet
werkt.
Draadloos LAN/Bluetooth
®
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Gebruikershandleiding3-8
Page 50
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
MicrofoonMet de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing opnemen. Raadpleeg het
gedeelte Geluidssysteem en videomodus voor
meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
microfoon.
WebcamlampjeHet webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Sommige modellen zijn voorzien van een
webcamlampje.
WebcamEen webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
webcam.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel
doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
BeeldschermLCD-scherm van 33,8 cm (13,3 inch),
geconfigureerd met een van de volgende
resoluties, afhankelijk van het gekochte model:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels
verticaal
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels
verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm niet zo helder zal zijn
als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit
verschil in helderheid dient om accu-energie te
besparen wanneer de computer op de accu
werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Gebruikershandleiding3-9
Page 51
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Beeldschermscharnieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het
beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand
zetten.
ToetsenbordHet toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale
Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden
van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor
meer informatie.
Aan/uit-knopDruk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
AccuPointMet dit aanwijsapparaat, dat zich in het midden
van het toetsenbord bevindt, kunt u de
schermaanwijzer besturen. Sommige modellen
zijn uitgerust met een interne AccuPoint.
AccuPointbesturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het toetsenbord
kunt u menuopties selecteren of bewerkingen
uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de
schermaanwijzer hebt geselecteerd. Alleen
modellen met een AccuPoint zijn voorzien van
AccuPoint-besturingsknoppen.
Aan/uit-lampje voor
touchpad
Dubbeltik op dit lampje om het touchpad in/uit te
schakelen.
Het lampje geeft de status van het touchpad aan.
Ingeschakeld: uit
Uitgeschakeld: brandt wit
TOSHIBA-eco-lampje Dubbeltik op dit lampje om TOSHIBA eco Utility
te starten.
Ingeschakeld: brandt groen
Uitgeschakeld: uit
TouchpadMet het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de schermaanwijzer aansturen.
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in
de richting te bewegen waarin u de
schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Gebruikershandleiding3-10
Page 52
Touchpadbesturingsknoppen
VingerafdruksensorMet deze sensor kunt u een vingerafdruk
DC IN-/acculampjeHet DC IN-/acculampje geeft de status van de
Aan/uit-lampjeHet aan/uit-lampje brandt wit als de computer
De twee knoppen onderaan op het touchpad
worden op dezelfde wijze gebruikt als de
knoppen op een standaardmuis. Druk op de
linkerknop om een menuoptie te selecteren of om
te werken met tekst of afbeeldingen die met de
aanwijzer worden aangegeven. Druk op de
rechterknop om een menu of andere functie weer
te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
registreren en laten herkennen.
Sommige modellen zijn voorzien van een
vingerafdruksensor.
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit
geeft aan dat de accu volledig is opgeladen
terwijl de computer correct stroom krijgt via de
netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand, knippert dit lampje oranje.
Lampje voor
ingebouwde schijf
Het lampje voor de ingebouwde schijf knippert
wit wanneer de computer toegang heeft tot de
ingebouwde schijf.
Rondleiding voor de Z40-C
Voorkant met gesloten scherm (Z40-C)
In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met
gesloten beeldscherm.
Gebruikershandleiding3-11
Page 53
Afbeelding 3-7 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm (Z40-C)
1
2
34
5
6
1
1. Stereoluidsprekers4. Lampje voor ingebouwde schijf
2. DC IN-/acculampje5. Lampje voor draadloze
3. Aan/uit-lampje6. Lampje voor draadloos WAN*
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
communicatie*
StereoluidsprekersVia de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
DC IN-/acculampjeHet DC IN-/acculampje geeft de status van de
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit
geeft aan dat de accu volledig is opgeladen
terwijl de computer correct stroom krijgt via de
netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Aan/uit-lampjeHet aan/uit-lampje brandt wit als de computer
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand, knippert dit lampje oranje.
Lampje voor
ingebouwde schijf
Het lampje voor de ingebouwde schijf knippert
wit wanneer de computer toegang heeft tot de
ingebouwde schijf.
Lampje voor
draadloze
communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie brandt
wanneer de functies voor draadloos zijn
ingeschakeld.
Sommige modellen beschikken over draadloze
functies.
De functie voor draadloos LAN kan worden ingeschakeld als de
vliegtuigmodus is ingeschakeld. Het lampje voor draadloze communicatie
brandt dan echter niet.
Gebruikershandleiding3-12
Page 54
Lampje voor
761234
761235
draadloos WAN
Het lampje voor draadloos WAN brandt blauw
wanneer de functies voor draadloos WAN zijn
ingeschakeld.
Op sommige modellen knippert het lampje om de
verbindingsstatus van de functie voor draadloos
WAN aan te geven.
Sommige modellen zijn voorzien van een functie
voor draadloos WAN.
Linkerkant (Z40-C)
De volgende afbeeldingen illustreren de onderkant van de computer.
Afbeelding 3-8 Linkerkant van de computer (Z40-C)
1. Luchtopeningen5. DisplayPort*
2. Poort voor externe RGB-monitor6. SIM-kaartsleuf*
3. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0)7. Geheugenmediasleuf
4. HDMI™-uitgang*
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
LuchtopeningenDe luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
Poort voor externe
RGB-monitor
Dit is een 15-pins analoge RGB-poort.
Raadpleeg het gedeelte Pintoewijzing van poort
voor externe RGB-monitor voor informatie over
de pintoewijzing van de poort voor een externe
RGB-monitor. Via deze poort kunt u een externe
RGB-monitor op de computer aansluiten.
Gebruikershandleiding3-13
Page 55
Universal Serial Buspoort (USB 3.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.0 standaard, bevindt zich aan de linkerkant van de
computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
De poort met het pictogram ( ) biedt de functie
Slaapstand en laden.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden
gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USBapparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die
zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet
correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de
computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USBapparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
HDMI™-uitgangOp de HDMI™-uitgang kan een HDMI™-kabel
met een type A-stekker worden aangesloten.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
HDMI™-uitgang.
DisplayPortAan de linkerkant van de computer bevindt zich
een DisplayPort.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
DisplayPort.
SIM-kaartsleufIn deze sleuf kunt u een SIM-kaart plaatsen die
snelle toegang tot internet, een bedrijfsintranet
en e-mail biedt wanneer u niet op kantoor bent.
Raadpleeg het gedeelte Draadloos WAN-
apparaat voor meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een SIMkaartsleuf.
Gebruikershandleiding3-14
Page 56
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
1235436
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of
MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het
gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt
en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Rechterkant (Z40-C)
In de volgende afbeelding ziet u de rechterkant van de computer.
Afbeelding 3-9 Rechterkant van de computer (Z40-C)
Op de gecombineerde 3,5-mm-minihoofdtelefoon-/microfoonaansluiting kunt u een
monomicrofoon of stereohoofdtelefoon
aansluiten.
Universal Serial Buspoort (USB 3.0)
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 3.0standaard, bevinden zich in de rechterkant van
de computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
Gebruikershandleiding3-15
Page 57
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden
gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USBapparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die
zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet
correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de
computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USBapparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
LAN-aansluitingVia deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits
per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX), of
Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T). Raadpleeg
Basisbeginselen voor meer informatie.
Op de LAN-aansluiting mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als
u dit doet, kan dit leiden tot schade of storingen.
Gelijkstroomingang
(19 V)
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten
om de computer van stroom te voorzien en om
de interne accu's op te laden. U mag alleen het
model netadapter gebruiken dat bij de computer
is meegeleverd. Als u de verkeerde netadapter
gebruikt, kan de computer beschadigd raken.
bevestigen waarmee u de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren
ter bescherming tegen diefstal.
Achterkant (Z40-C)
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Gebruikershandleiding3-16
Page 58
Afbeelding 3-10 Achterkant van de computer (Z40-C)
21
De vormgeving van het product verschilt per model.
Onderkant (Z40-C)
De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat
het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt omgedraaid om
schade te voorkomen.
Afbeelding 3-11 Onderkant van de computer (Z40-C)
1. Luchtopeningen2. Dockingpoort*
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
LuchtopeningenDe luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
DockingpoortOp deze poort kan een optionele TOSHIBA Hi-
Speed Port Replicator III 180W/120W worden
aangesloten, zoals wordt beschreven in
TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/
120W.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
dockingpoort.
Alleen de TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W of 120W is
compatibel met deze dockingpoort.
Probeer niet een andere Port Replicator te gebruiken.
Zorg dat er geen voorwerpen in de dockingpoort terechtkomen. Een
pinnetje of vergelijkbaar voorwerp kan de schakelingen in de computer
beschadigen.
Gebruikershandleiding3-17
Page 59
Voorkant met geopend scherm (Z40-C)
1
5
6
8
9
7
2
43
2
6
16
17
1414
1010
11
13
12
15
18
In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm
beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een
comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Afbeelding 3-12 Voorkant van de computer met geopend beeldscherm (Z40-C)
Gebruikershandleiding3-18
1. Antennes voor draadloze
10. AccuPoint-besturingsknoppen
communicatie (niet zichtbaar)*
2. Microfoons*11. Aan/uit-lampje voor touchpad
3. Webcamlampje*12. TOSHIBA-eco-lampje
4. Webcam*13. Touchpad
5. Beeldscherm14. Touchpadbesturingsknoppen
6. Beeldschermscharnieren15. Vingerafdruksensor*
7. Toetsenbord16. DC IN-/acculampje
8. Aan/uit-knop17. Aan/uit-lampje
9. AccuPoint18. Lampje voor ingebouwde schijf
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Antennes voor draadloze communicatie
Afhankelijk van de configuratie van de computer
zijn een of alle van de volgende antennes
ingebouwd:
Draadloos LAN
Draadloos LAN/Bluetooth
®
Dek het gedeelte met de antennes voor draadloze communicatie niet af
met metalen voorwerpen, omdat de draadloze functie anders mogelijk niet
werkt.
Page 60
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
MicrofoonMet de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing opnemen. Raadpleeg het
gedeelte Geluidssysteem en videomodus voor
meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
microfoon.
WebcamlampjeHet webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Sommige modellen zijn voorzien van een
webcamlampje.
WebcamEen webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
webcam.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel
doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
BeeldschermLCD-scherm van 35,6 cm (14,0 inch),
geconfigureerd met de volgende resolutie:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels
verticaal
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels
verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm niet zo helder zal zijn
als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit
verschil in helderheid dient om accu-energie te
besparen wanneer de computer op de accu
werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Gebruikershandleiding3-19
Page 61
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Beeldschermscharnieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het
beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand
zetten.
ToetsenbordHet toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale
Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden
van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor
meer informatie.
Aan/uit-knopDruk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
AccuPointMet dit aanwijsapparaat, dat zich in het midden
van het toetsenbord bevindt, kunt u de
schermaanwijzer besturen.
AccuPointbesturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het toetsenbord
kunt u menuopties selecteren of bewerkingen
uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de
schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Aan/uit-lampje voor
touchpad
Dubbeltik op dit lampje om het touchpad in/uit te
schakelen.
Het lampje van sommige modellen geeft de
status van het touchpad aan:
Ingeschakeld: uit
Uitgeschakeld: brandt wit
TOSHIBA-eco-lampje Dubbeltik op dit lampje om TOSHIBA eco Utility
te starten.
Ingeschakeld: brandt groen
Uitgeschakeld: uit
TouchpadMet het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de schermaanwijzer aansturen.
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in
de richting te bewegen waarin u de
schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Gebruikershandleiding3-20
Page 62
Touchpadbesturingsknoppen
VingerafdruksensorMet deze sensor kunt u een vingerafdruk
DC IN-/acculampjeHet DC IN-/acculampje geeft de status van de
Aan/uit-lampjeHet aan/uit-lampje brandt wit als de computer
De twee knoppen onderaan op het touchpad
worden op dezelfde wijze gebruikt als de
knoppen op een standaardmuis. Druk op de
linkerknop om een menuoptie te selecteren of om
te werken met tekst of afbeeldingen die met de
aanwijzer worden aangegeven. Druk op de
rechterknop om een menu of andere functie weer
te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
registreren en laten herkennen.
Sommige modellen zijn voorzien van een
vingerafdruksensor.
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit
geeft aan dat de accu volledig is opgeladen
terwijl de computer correct stroom krijgt via de
netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand, knippert dit lampje oranje.
Lampje voor
ingebouwde schijf
Het lampje voor de ingebouwde schijf knippert
wit wanneer de computer toegang heeft tot de
ingebouwde schijf.
Interne hardwareonderdelen
In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer
beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
Gebruikershandleiding3-21
Page 63
AccuDeze computer is voorzien van een accu.
U mag deze echter niet zelf proberen te
verwijderen of te vervangen. Neem zo nodig
contact op met een erkende TOSHIBAservicedienst.
De oplaadbare lithium-ion accu voorziet de
computer van stroom wanneer de netadapter niet
is aangesloten.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer
informatie over het gebruik en de werking van de
accu.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
gebruiksduur van de accu.
CPUHet type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, klikt u op Starten -> Systeem ->
Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Systeem.
Wettelijke voetnoot (CPU)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
CPU.
Ingebouwde schijfDe capaciteit van de ingebouwde schijf hangt af
van het model.
Houd er rekening mee dat een deel van de
ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden.
In deze handleiding verwijzen de woorden 'ingebouwde schijf' naar de
vaste schijf of de SSD tenzij anders wordt vermeld.
Een SSD is een opslagapparaat met een hoge capaciteit dat solidstate geheugen gebruikt in plaats van een magnetische schijf, zoals
een vaste schijf.
In bepaalde ongebruikelijke omstandigheden wanneer de vaste schijf/SSD
langere tijd niet wordt gebruikt en/of wordt blootgesteld aan hoge
temperaturen, kunnen er fouten met betrekking tot het bewaren van
gegevens optreden.
Gebruikershandleiding3-22
Page 64
Wettelijke voetnoot (capaciteit van ingebouwde schijf)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
capaciteit van de ingebouwde schijf.
NVIDIA-technologie
Sommige modellen met een grafische kaart van NVIDIA beschikken
mogelijk over de NVIDIA® Optimus™-technologie.
De NVIDIA® Optimus™-technologie optimaliseert op intelligente wijze de
notebookprestaties door naadloos te schakelen tussen een afzonderlijke
GPU van NVIDIA voor uitstekende grafische prestaties en een
geïntegreerde grafische chip van Intel voor een langere gebruiksduur van
de accu. Dit schakelen gebeurt automatisch en hiervoor hoeft de gebruiker
de computer niet opnieuw op te starten.
In het menu Manage 3D Settings (3D-instellingen beheren) van het
NVIDIA-configuratiescherm kunt u de algemene 3D-instellingen wijzigen en
uitzonderingen creëren voor bepaalde programma's. Deze uitzonderingen
worden automatisch gebruikt wanneer de opgegeven programma's worden
gestart.
Gebruik de standaardinstelling voor de NVIDIA Optimus-technologie.
Als het programma niet normaal wordt uitgevoerd nadat de instelling is
gewijzigd, herstelt u de standaardinstelling van het programma.
Als het programma niet normaal wordt uitgevoerd, herstelt u de
standaardinstelling van Voorkeur grafische processor.
Wanneer u bepaalde videoafspeelprogramma's gebruikt om
videobestanden af te spelen, kunt u de grafische processor van uw
voorkeur op het tabblad 'Program Settings' (Programma-instellingen)
niet wijzigen in een andere optie dan 'Integrated Graphics'
(Geïntegreerde grafische kaart).
U opent het tabblad 'Program Settings' door te klikken op 'NVIDIAconfiguratiescherm' -> 'Manage 3D settings' (3D-instellingen beheren)
-> 'Program Settings'.
Als u het NVIDIA-configuratiescherm wilt starten, klikt u op Starten ->
Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> NVIDIAconfiguratiescherm.
Voor meer informatie over NVIDIA-configuratiescherm raadpleegt u de
Help ervan. U opent de Help door te klikken op Help in het hoofdmenu en
daarna NVIDIA-configuratiescherm Help te selecteren.
Gebruikershandleiding3-23
Page 65
Op Optimus-modellen zijn twee beeldschermstuurprogramma's
geïnstalleerd: 'Intel® HD Graphics Driver' en 'NVIDIA Graphics Driver
XXX.XX'.
Verwijder het schermstuurprogramma niet via 'Programma verwijderen' in
het Configuratiescherm.
U verwijdert het schermstuurprogramma als volgt:
1.Verwijder 'NVIDIA Graphics Driver XXX.XX'.
2.
Verwijder vervolgens 'Intel® HD Graphics Driver'.
Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden
De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden,
bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en hoeveel lading de accu
heeft.
DC IN-/acculampje
Aan de hand van het DC IN-/acculampje kunt u de status van de accu en
de status van de stroom van de aangesloten netadapter controleren. Let
daarbij op de volgende indicaties:
Knipperend oranjeDe accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
OranjeGeeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
WitGeeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Knipperend witDuidt op een probleem met de computer. Koppel
de netadapter enkele seconden los en sluit de
netadapter daarna weer aan. Druk vervolgens op
de aan/uit-knop. Als de computer nog steeds niet
werkt, moet u wellicht contact opnemen met de
leverancier of verkoper.
Lampje brandt nietIn alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, stopt het opladen en gaat
het DC IN-/acculampje uit. Wanneer de temperatuur van de accu weer
normaal is, wordt het opladen hervat, ongeacht of de computer aan- of
uitstaat.
Gebruikershandleiding3-24
Page 66
Aan/uit-lampje
Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu te bepalen. Let
daarbij op de volgende indicaties:
WitGeeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Knipperend oranjeGeeft aan de computer nog steeds in de
slaapstand staat en dat er voldoende stroom is
(adapter of accu) om in deze stand te blijven.
Lampje brandt nietIn alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding3-25
Page 67
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij
dient te treffen.
Het touchscreen gebruiken
Sommige modellen zijn voorzien van een touchscreen.
Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het
schermtoetsenbord en andere items op het aanraakscherm aansturen.
TikkenTik eenmaal met uw vinger op het touchscreen
om een item, zoals een app, te activeren.
Ingedrukt houdenZet uw vinger neer en laat deze enkele seconden
staan. Er wordt meer informatie weergegeven
over een item of er wordt een menu
weergegeven dat betrekking heeft op wat u aan
het doen bent.
Knijpen of spreidenRaak het scherm of een item aan met twee of
meer vingers en beweeg de vingers naar elkaar
toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee
geeft u verschillende informatieniveaus weer of
kunt u in- of uitzoomen.
DraaienPlaats twee of meer vingers op een item en draai
uw hand om items te roteren in de richting waarin
u uw hand draait. Alleen bepaalde items kunnen
worden geroteerd.
SchuivenSleep met uw vinger over het touchscreen om de
inhoud van het scherm te verplaatsen.
Gebruikershandleiding4-1
Page 68
VegenBeweeg uw vinger snel vanaf de rand van het
scherm zonder te pauzeren wanneer u het
scherm voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: alle geopende apps
in de taakweergave weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: het actiecentrum
openen.
Vegen vanaf de bovenrand: titelbalken voor
schermvullende apps weergeven.
Vegen vanaf de onderrand: de taakbalk
weergeven in schermvullende apps.
Voor meer informatie en meer geavanceerde touchscreenbewegingen voor
gebruik met Windows raadpleegt u Tips in het menu Start.
Het touchpad gebruiken
Het touchpad in de polssteun kan de volgende bewegingen ondersteunen:
TikkenTik eenmaal op het touchpad om een item, zoals
een app, te activeren.
Tikken met twee
vingers
Knijpen of spreidenPlaats twee vingers op het touchpad en beweeg
Schuiven met twee
vingers
Gebruikershandleiding4-2
Tik eenmaal met twee vingers tegelijk op het
touchpad om een menu of andere functie weer te
geven, afhankelijk van de gebruikte software.
(Vergelijkbaar met klikken met de
rechtermuisknop)
ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar af
(spreiden). Hiermee geeft u verschillende
informatieniveaus weer of kunt u in- of
uitzoomen.
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of
horizontaal vanaf elke positie op het touchpad.
Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster
bedienen.
Page 69
Vegen met drie
vingers
Plaats geen voorwerpen op het touchpadoppervlak aangezien deze
kunnen leiden tot onbedoelde bewerkingen.
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen
ondersteund in bepaalde toepassingen.
Het toetsenbord
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn
toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn verschillende soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen,
functietoetsen, speciale Windows-toetsen en geïntegreerde numerieke
toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Doet u dat wel, dan
kunnen de onderdelen onder de toetsen beschadigd raken.
Beweeg snel met drie vingers tegelijk vanaf een
rand van het touchpad zonder te pauzeren
wanneer u het touchpad voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de bovenrand: het bureaublad
weergeven.
Vegen vanaf de onderrand: alle geopende apps
in de taakweergave weergeven.
Vegen vanaf de linker- of rechterrand: schakelen
tussen geopende apps. Veeg langzaam met uw
vingers over het touchpad om door alle apps te
bladeren.
Toetsenbordlampje
De volgende afbeelding toont de positie van het CAPS LOCK-lampje.
Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord hoofdletters
produceren.
Gebruikershandleiding
4-3
Page 70
Afbeelding 4-1 CAPS LOCK-lampje
1
1. CAPS LOCK-lampje
De vormgeving van het product verschilt per model.
CAPS LOCKDit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
Functietoetsen
De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het
toetsenbord.
Met de functietoetsen kunt u bepaalde functies van de computer in- of
uitschakelen. De functies kunnen worden uitgevoerd met behulp van de
bijbehorende functietoetsen.
ToetscombinatieFunctie
FN + F1De modus 'Computer vergrendelen' activeren.
U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u
opnieuw aan te melden.
FN + F2Schakelen tussen energiebeheerschema's.
FN + F3Het systeem in de slaapstand zetten.
FN + F4Het systeem in de sluimerstand zetten.
FN + F5Het actieve beeldscherm wijzigen.
Als u twee beeldschermen tegelijk wilt gebruiken,
moet u de resolutie van het interne beeldscherm
instellen op dezelfde resolutie als die van het
externe scherm.
FN + F6De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verhogen.
FN + F7De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verlagen.
Gebruikershandleiding4-4
Page 71
ToetscombinatieFunctie
FN + F8De vliegtuigmodus in- of uitschakelen.
FN + F9Het touchpad in- of uitschakelen.
FN + F10De cursormodus inschakelen.
FN + F11De numerieke modus inschakelen.
FN + F12De cursor vergrendelen op een bepaalde regel.
FN + ESCHet geluid in- of uitschakelen.
FN + 1Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde
toepassingsvensters verkleinen.
FN + 2Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde
toepassingsvensters vergroten.
FN + 3Het volume van de computer verlagen.
FN + 4Het volume van de computer verhogen.
FN + 5Schakelen tussen de beschikbare koelmethoden in
het huidige energiebeheerschema.
Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
FN + spatiebalkDe beeldschermresolutie wijzigen.
FN + Z ( )
De modus van de schermverlichting schakelen
tussen Timer, Aan en Uit.
Als u de helderheid wilt instellen, klikt u op Starten
-> TOSHIBA Settings. Klik op de tab
Toetsenbord en selecteer een niveau onder
Helderheidsregeling toetsenbordverlichting.
Als u een timer wilt instellen, start u het BIOS
Setup-hulpprogramma, selecteert u
PowerManagement -> Keyboard Backlight
Control Mode en selecteert u TIMER. Pas de
timer aan onder Backlight Lighting Time.
Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
Bij sommige functies wordt een pop-upmelding weergegeven aan de rand
van het scherm.
Die pop-upmeldingen zijn standaard ingeschakeld. U kunt ze uitschakelen
in TOSHIBA Settings.
Gebruikershandleiding4-5
Page 72
U opent dit door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings ->
Toetsenbord.
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale
functie hebben: de toets met het Windows-logo activeert het menu Start,
terwijl de toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
fDeze toets activeert het menu Start van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.
De AccuPoint gebruiken
U gebruikt de AccuPoint door deze met uw vingertop in de richting te
duwen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
De twee knoppen boven het touchpad werken in combinatie met de
AccuPoint op dezelfde manier als bij gebruik met het touchpad.
Sommige modellen zijn uitgerust met een interne AccuPoint.
Voorzorgsmaatregelen bij AccuPoint-gebruik
Bepaalde omstandigheden kunnen van invloed zijn op de aanwijzer
wanneer u de AccuPoint gebruikt. De aanwijzer kan bijvoorbeeld
tegengesteld aan de AccuPoint-bediening werken of er kan een foutbericht
worden weergegeven als
u de AccuPoint aanraakt tijdens het opstarten;
u tijdens het opstarten constante, zachte druk op de AccuPoint
uitoefent;
er een plotselinge temperatuurverandering plaatsvindt;
er harde druk op de AccuPoint wordt uitgeoefend.
Als een foutbericht verschijnt, start u de computer opnieuw op. Ziet u geen
foutbericht, dan wacht u even tot de aanwijzer stilstaat, waarna u weer
verder gaat.
Het kapje vervangen
Het AccuPoint-kapje is onderhevig aan slijtage en dient na langdurig
gebruik te worden vervangen. Bij sommige modellen wordt een
reservekapje voor de AccuPoint meegeleverd.
1.U verwijdert het kapje van de AccuPoint door dit voorzichtig met uw
vinger los te trekken.
Gebruikershandleiding
4-6
Page 73
Afbeelding 4-2 Het AccuPoint-kapje verwijderen (Z30-C)
1
1. AccuPoint-kapje
De vormgeving van het product verschilt per model.
2.Plaats een nieuw kapje op de pin en druk het vast.
De pin is vierkant; zorg dus dat het gat zich recht boven de pin
bevindt.
Vervangende AccuPoint-kapjes zijn verkrijgbaar bij uw officiële
TOSHIBA-leverancier.
De vingerafdruksensor gebruiken
Sommige modellen zijn voorzien van een vingerafdruksensor waarmee
vingerafdrukken kunnen worden geregistreerd en herkend. Plaats het
eerste vingerkootje op dezelfde hoogte als het midden van de sensor.
Raak de sensor licht aan en beweeg uw vinger recht naar u toe totdat het
sensoroppervlak weer zichtbaar is. Terwijl u dit doet, moet u ervoor zorgen
dat het midden van uw vingerafdruk zich op de sensor bevindt.
Als u de id en het wachtwoord registreert via de functie voor
vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het
toetsenbord in te voeren. U kunt de functie voor vingerafdrukken voor het
volgende gebruiken:
Aanmelden bij Windows
De schermbeveiliging met wachtwoordbeveiliging ontgrendelen.
Verificatie van het gebruikerswachtwoord (en indien van toepassing
het wachtwoord voor de vaste schijf of de SSD) wanneer de computer
wordt opgestart (gegevenscontrole bij de systeemstart).
Functie voor enkelvoudige aanmelding
Gebruikershandleiding
4-7
Page 74
Afbeelding 4-3 De vingerafdruksensor gebruiken
1
1
1. Vingerafdruksensor
Vingerafdrukken kunnen niet worden gebruikt bij modellen zonder
vingerafdrukfunctie.
Er kunnen maxmiaal 20 vingerafdrukken worden geregistreerd.
Aandachtspunten met betrekking tot de
vingerafdruksensor
Let op het volgende wanneer u de vingerafdruksensor gebruikt. Als u zich
niet aan deze richtlijnen houdt, kan dit leiden tot schade aan of storingen
met de sensor, problemen met vingerafdrukherkenning of een lager
herkenningspercentage.
Kras of tik niet op de sensor met uw nagels of andere harde of
scherpe voorwerpen.
Druk niet hard op de sensor.
Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen.
Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp.
Raak de sensor niet aan met vuile vingers aangezien kleine stof- en
vuildeeltjes de sensor kunnen bekrassen.
Plak geen stickers op de sensor en schrijf niet op de sensor.
Raak de sensor niet aan met een vinger of ander voorwerp waarin
mogelijk statische elektriciteit is opgebouwd.
Doe het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst om een
vingerafdruk te registreren of te laten herkennen.
Was en droog uw handen grondig.
Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak
van sensorstoringen, met name bij droog weer.
Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen
schoonmaakmiddelen of andere chemicaliën om de sensor te
reinigen.
Gebruikershandleiding
4-8
Page 75
Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk registreert of laat
herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten bij de
vingerafdrukregistratie of problemen met het herkennen van
vingerafdrukken.
Weke of gezwollen vinger, bijvoorbeeld nadat u een bad hebt
genomen
Gewonde vinger
Natte vinger
Vuile of vettige vinger
Zeer droge huid op vinger
Doe het volgende om het herkenningspercentage van vingerafdrukken te
vergroten.
Registreer twee of meer vingers.
Registreer aanvullende vingers als de herkenning van reeds
vastgelegde vingers vaak mislukt.
Controleer de staat van uw vinger. Omstandigheden die zijn gewijzigd
nadat u uw vinger hebt geregistreerd, zoals letsel, een ruwe huid of
zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers, kunnen
het herkenningspercentage verkleinen. Als de vingerafdruk is
versleten of de vinger dunner of dikker is geworden, kan het
herkenningspercentage ook afnemen.
Aangezien de vingerafdruk van elke vinger anders en uniek is, moet u
ervoor zorgen dat alleen geregistreerde vingerafdrukken voor
identificatie worden gebruikt.
De vingerafdruksensor vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk. Er kunnen echter gevallen zijn
waarin bepaalde gebruikers hun vingerafdruk niet kunnen registreren
doordat hun vingerafdrukken onvoldoende unieke kenmerken hebben.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
Accu's en batterijen
In dit gedeelte worden de soorten accu's en batterijen, de omgang ermee,
de oplaadmethoden en het gebruik ervan toegelicht.
Accutypen
De computer bevat verschillende soorten accu’s/batterijen:
Accu
Deze lithium-ion accu, in deze handleiding ook wel 'hoofdaccu' of kortweg
'accu' genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer
de netadapter niet is aangesloten.
RTC-functie (Real-Time Clock)
De RTC-functie (Real-Time Clock) wordt ondersteund. De hoofdaccu
voorziet de interne real-time klok en kalenderfunctie van stroom en
Gebruikershandleiding
4-9
Page 76
handhaaft de systeemconfiguratie wanneer de computer is uitgeschakeld.
Als de RTC-duur volledig is verstreken, raakt het systeem deze gegevens
kwijt en werken de real-time klok en kalender niet meer.
U kunt de instellingen van de RTC wijzigen in het BIOS Setuphulpprogramma. Raadpleeg Problemen oplossen voor meer informatie.
Onderhoud en gebruik van de accu
Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte
behandeling van de accu.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid encomfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en
bedieningsinstructies.
De accu kan ontploffen als deze onjuist wordt vervangen, gebruikt,
gehanteerd of afgedankt. Gebruik alleen accu’s die door TOSHIBA
zijn aanbevolen.
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 ºC en 35 ºC.
Als u de accu bij een hogere of lagere temperatuur oplaadt, kan
elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de
gebruiksduur van de accu achteruitgaan.
De accu opladen
Als de accu bijna leeg is, gaat het DC IN-/acculampje oranje knipperen om
aan te geven dat er nog slechts enkele minuten op accustroom kan worden
gewerkt. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het DC IN-/acculampje
knippert, wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens
verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet de accu opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Als u een accu wilt opladen, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in
de gelijkstroomingang (19 V) en het andere uiteinde in een functionerend
stopcontact. Tijdens het opladen van de accu brandt het DC IN-/acculampje oranje.
Oplaadtijd (Z30-C)
In de volgende tabel ziet u de geschatte tijd die nodig is om een lege accu
volledig op te laden.
Type accuUitgeschakeldIngeschakeld
Accu
(52 Wh, 4 cellen)
Gebruikershandleiding4-10
circa 3 uurcirca 3 ~ 10 uur
Page 77
Oplaadtijd (Z40-C)
In de volgende tabel ziet u de geschatte tijd die nodig is om een lege accu
volledig op te laden.
Type accuUitgeschakeldIngeschakeld
Accu
(60 Wh, 4 cellen)
Houd er rekening mee dat de oplaadtijd wanneer de computer aan staat,
wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de
computer en de manier waarop u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld
intensief gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens
gebruik wellicht nauwelijks opgeladen.
circa 3,5 uurcirca 3,5 ~ 10 uur
Opmerking over opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze
helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt
opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en
35°C op te laden.
De accu is bijna helemaal leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele
minuten aangesloten. Daarna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het DC IN-/acculampje een snelle daling in de
gebruiksduur van de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Doe in dat geval het volgende:
1.Ontlaad de accu volledig terwijl de tablet is ingeschakeld of totdat het
systeem automatisch wordt uitgeschakeld.
2.Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact.
3.Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd:
Door te klikken op het accupictogram op de Windows-taakbalk
Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Gebruikershandleiding4-11
Page 78
Wacht enkele seconden wanneer u de resterende gebruiksduur wilt
controleren omdat de computer tijd nodig heeft om de resterende
capaciteit van de accu te controleren en de resterende gebruiksduur
te berekenen op basis hiervan en van het huidige stroomverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan
afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn.
Gebruiksduur van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één
acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt
van het volgende:
Processorsnelheid
Helderheid van scherm
Slaapstand
Sluimerstand
Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld
Tijd waarna de ingebouwde schijf wordt uitgeschakeld
Hoe vaak en hoe lang u de ingebouwde schijf en externe
schijfstations, zoals het optische station, gebruikt
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu
De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien
De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat
Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt. Het
scherm sluiten bespaart energie
De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen
Slaapstand
Sluimerstand
Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld
Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accu-energie kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt
Of u de functie Slaapstand en laden inschakelt
Leeglooptijd van accu's (Z30-C)
Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen,
zal de accu binnen de onderstaande geschatte tijdsduur zijn leeggelopen.
Gebruikershandleiding4-12
Page 79
Type accuSlaapstandAfsluitmodus
Accu
(52 Wh, 4 cellen)
circa 4 dagencirca 115 dagen
Leeglooptijd van accu's (Z40-C)
Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen,
zal de accu binnen de onderstaande geschatte tijdsduur zijn leeggelopen.
Type accuSlaapstandAfsluitmodus
Accu
(60 Wh, 4 cellen)
circa 5 dagencirca 85 dagen
Gebruiksduur van de accu verlengen
U kunt de gebruiksduur van een accu verlengen door de volgende stappen
ten minste eenmaal per maand uit te voeren.
1.Schakel de computer uit.
2.Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de computer
niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
3.Laat de computer vijf minuten aanstaan op de accu. Als de accu
minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat de accu
helemaal leeg is. Als echter het DC IN-/acculampje knippert of als er
een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan naar stap 4.
4.Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact. Het DC IN-/acculampje
brandt oranje om aan te geven dat de accu wordt opgeladen. Als het
DC IN-/acculampje echter niet brandt, betekent dit dat er geen stroom
wordt toegevoerd. Controleer in dat geval of de netadapter en het
netsnoer correct zijn aangesloten.
5.Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Draadloos WAN-apparaat
Sommige modellen zijn voorzien van een functionaliteit voor draadloos
WAN. Dit apparaat maakt een snelle verbinding met internet, een
bedrijfsintranet en e-mail mogelijk wanneer u niet op kantoor bent.
Een SIM-kaart installeren
U installeert een SIM-kaart als volgt:
1.
Klik op Starten ->
Let erop dat het aan/uit-lampje uit is
2.Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
Gebruikershandleiding4-13
(Aan/uit) en klik vervolgens op Uitschakelen.
Page 80
3.Zoek de SIM-kaartsleuf.
1
1
4.U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun
voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een
rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek
voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
Trek de SIM-kaarthouder nooit helemaal uit de sleuf.
Afbeelding 4-4 De SIM-kaarthouder openen via het uitwerpgaatje (Z30-C)
Afbeelding 4-5 De SIM-kaarthouder openen via het uitwerpgaatje (Z40-C)
1. Uitwerpgaatje
5.Plaats de SIM-kaart met de metalen connectoren omhoog gericht in
de SIM-kaarthouder
6.Plaats de SIM-kaarthouder in de SIM-kaartsleuf en druk op het
midden van de houder om deze te sluiten. Duw zachtjes totdat de
houder vastklikt.
Gebruikershandleiding4-14
Page 81
Afbeelding 4-6 De SIM-kaart plaatsen (Z30-C)
1
2
3
23
1
Afbeelding 4-7 De SIM-kaart plaatsen (Z40-C)
1. SIM-kaartsleuf3. SIM-kaarthouder
2. SIM-kaart
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of
paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Raak de aansluitpunten op de SIM-kaart en op de computer niet aan.
Vuil op de connectoren kan toegangsproblemen veroorzaken.
Een SIM-kaart verwijderen
U verwijdert de SIM-kaart als volgt:
1.Schakel de computer uit. Controleer of het aan/uit-lampje uit is.
2.U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun
voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een
rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek
voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
3.Verwijder de SIM-kaart uit de SIM-kaarthouder.
4.Plaats de SIM-kaarthouder terug in de SIM-kaartsleuf.
GPS-functie
Uw computer kan ingebouwde GPS (Global Positioning System) bevatten.
Gebruikershandleiding4-15
Page 82
LAN
De prestaties van de GPS zijn afhankelijk van de omgeving. Soms kan de
locatie niet correct worden vastgesteld.
Uw huidige locatie wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de
GPS-status of de locatie. Als u de gegevens over uw huidige locatie
ophaalt van de computer, kan uw huidige locatie mogelijk niet worden
gedetecteerd vanwege de nauwkeurigheid van de informatie. Uw huidige
locatie kan bijvoorbeeld mogelijk niet worden gedetecteerd op de volgende
plaatsen of in de volgende situaties:
In of direct onder een gebouw
In een tas of doos
Tussen dichte bomen
Als zich een obstakel (persoon of voorwerp) voor de antenne bevindt
In een ondergrondse tunnel, onder de grond of onder water
In volgebouwde straten of woongebieden
In de buurt van hoogspanningskabels
Bij slecht weer zoals zware regen of sneeuw
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10
megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per
seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en
ontkoppelt van een LAN.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden
(aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met
een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikershandleiding4-16
Page 83
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
2
1
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
U sluit de LAN-kabel als volgt aan:
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens
LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de
netadapter loskoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een
LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-aansluiting. Doet u dat
niet, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die op de LANaansluiting is aangesloten. Doet u dat niet, dan kan dit schade of
storingen veroorzaken.
1.Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn
aangesloten.
2.Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw
voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
Afbeelding 4-8 De LAN-kabel aansluiten (Z30-C)
1. LAN-aansluiting2. LAN-kabel
De vormgeving van het product verschilt per model.
3.Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector
of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of
softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of
configureert.
Geheugenmedia
Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u
verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt
plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten
zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Gebruikershandleiding4-17
Page 84
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf
terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven,
nietjes en paperclips, in de computer of het toetsenbord terechtkomen.
Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Voor gebruik van een miniSD-/microSD-kaart is een adapter vereist.
Niet alle geheugenmedia zijn getest op een correcte werking. Er kan
derhalve niet worden gegarandeerd dat alle geheugenmedia
probleemloos functioneren.
Afbeelding 4-9 Voorbeelden van geheugenmedia
Secure Digital (SD)-kaart
MultiMediaCard (MMC)
microSD-kaartadapter en
microSD-kaart
Aandachtspunten met betrekking tot
geheugenkaarten
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure
Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal
kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal
daarom niet op andere computers of apparaten afspelen of ernaar
kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen verveelvoudigen voor
privégebruik.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SDgeheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC- en SDXCgeheugenkaarten.
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit.
Het logo op geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij aanschaf
goed op het logo moet letten.
Het logo van een SD-geheugenkaart is (
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ().
Het logo van een SDXC-geheugenkaart is ().
).
Gebruikershandleiding4-18
Page 85
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De
maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De
maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 256 GB.
Formattering van geheugenmedia
Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen.
Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een
apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd
conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert,
dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of
digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de
formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het
beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg
kan met het kopieerbeveiligingssysteem.
Behandeling van schijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van
kaarten in acht.
Buig kaarten niet.
Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats.
Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden.
Plaats de kaart na gebruik terug in de houder.
De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt.
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
geen gegevens wilt vastleggen.
Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens.
Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.
Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen
gegevens wilt vastleggen.
Geheugenmedia plaatsen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. U plaatst geheugenmedia als volgt:
1.Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen
delen) naar beneden zijn gericht.
2.Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf van de
computer.
3.Duw zachtjes totdat het geheugenmedium vastklikt.
Afbeelding 4-10 Geheugenmedia plaatsen (Z30-C)
1. Geheugenmediasleuf2. Geheugenmedium
De vormgeving van het product verschilt per model.
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u
dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet
meer verwijderen.
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia
plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan
statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Zet de computer niet uit en schakel niet over naar de slaapstand of
sluimerstand terwijl bestanden worden gekopieerd. Doet u dat wel,
dan kunnen gegevens verloren gaan.
Geheugenmedia verwijderen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. U verwijdert geheugenmedia als volgt:
Gebruikershandleiding4-20
Page 87
1.Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media
2.Selecteer het geheugenmedium dat u wilt verwijderen.
3.Duw op het geheugenmedium totdat u een klik hoort en de kaart naar
4.Verwijder nu het medium.
Smart Card
Een Smart Card is een plastic kaart van creditcardformaat. De kaart bevat
een zeer dunne IC-chip (geïntegreerde schakeling) waarop gegevens
kunnen worden opgeslagen. Deze kaarten kunnen worden gebruikt voor
uiteenlopende toepassingen, zoals telefoonfuncties en elektronische
betalingen.
Deze paragraaf bevat informatie over een correct gebruik van de Smart
Card-sleuf en het wordt ten zeerste aanbevolen dit te lezen voordat u de
computer gebruikt.
Sommige modellen zijn uitgerust met een Smart Card-sleuf.
Deze computer ondersteunt ISO7816-3 asynchrone kaarten (ondersteunde
protocollen zijn T=0 en T=1) met een werkvoltage van 5 V.
uitwerpen op de Windows-taakbalk.
voren komt.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt
terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans
dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer
instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren
gaan.
Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in
de geheugenmediasleuf laat zitten.
Een Smart Card plaatsen
De Smart Card-sleuf bevindt zich in de zijkant van de computer. De
Windows-voorziening voor directe installatie maakt het mogelijk om een
Smart Card te plaatsen terwijl de computer is ingeschakeld.
U installeert een Smart Card als volgt:
1.Plaats de Smart Card in de Smart Card-sleuf met de metalen
aansluitpunten naar boven gericht.
2.Duw de Smart Card voorzichtig aan tot hij stevig vastzit.
Wanneer u een Smart Card in de Smart Card-sleuf steekt, dient u
erop te letten dat u de kaart in de juiste richting plaatst.
Gebruikershandleiding4-21
Page 88
Duw op de Smart Card totdat deze het einde van de Smart Card-sleuf
bereikt. De Smart Card steekt iets uit over de rand van de behuizing.
Probeer de kaart niet verder in de sleuf te duwen.
Verwijder de Smart Card altijd uit de Smart Card-sleuf voordat u de
computer verplaatst.
Controleer voordat u de Smart Card verwijdert of de kaart niet door
een programma of het systeem wordt gebruikt.
Verwijder de Smart Card na gebruik.
Wees voorzichtig dat u de Smart Card niet buigt terwijl u deze uit de
computer verwijdert.
Als u deze instructies niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de
computer en/of de Smart Card.
3.Nadat u de Smart Card hebt geplaatst, dient u de documentatie te
lezen en in Windows te controleren of de configuratie correct is.
Extern beeldscherm
U kunt de weergavemogelijkheden van uw computer uitbreiden met extra
beeldschermen.
Met extra beeldschermen kunt u uw bureaublad delen of het bureaublad
uitbreiden.
Aangezien de poortwerking niet van alle externe monitoren is
gecontroleerd, werken sommige weergaveapparaten mogelijk niet correct.
Een extern beeldscherm aansluiten
Uw computer wordt geleverd met een ingebouwd scherm, maar u kunt ook
andere externe beeldschermen aansluiten via de beschikbare poorten op
de computer.
Poort voor externe RGB-monitor
Op de computerpoort voor een externe RGB-monitor kan een externe
analoge monitor worden aangesloten. U sluit als volgt een externe analoge
monitor aan:
1.Sluit de RGB-kabel aan op de poort voor een externe RGB-monitor.
De poort voor een externe RGB-monitor bevat geen
bevestigingsschroeven voor een monitorkabel. Monitorkabels met
bevestigingsschroeven kunnen echter wel worden gebruikt.
2.Zet de externe monitor aan.
Gebruikershandleiding4-22
Page 89
Afbeelding 4-11 De RGB-kabel aansluiten op de poort voor een externe RGB-
2
1
1. Poort voor externe RGB-monitor2. RGB-kabel
De vormgeving van het product verschilt per model.
monitor (Z30-C)
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend
door en wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor
betreft.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe RGB-monitor,
wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven met zwarte
balken rondom (in een klein formaat).
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een
weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het bureaublad
wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de juiste hoogtebreedteverhouding.
De HDMI™-uitgang
Sommige modellen zijn uitgerust met een HDMI™-uitgang. De HDMI™poort (High-Definition Multimedia Interface) zet zowel video- als
audiogegevens digitaal over zonder dat de kwaliteit hierbij afneemt.
HDMI™-compatibele externe beeldschermen, waaronder televisies,
kunnen via de HDMI™-uitgang worden aangesloten.
U sluit een HDMI™-compatibel beeldscherm als volgt aan:
Als u een apparaat wilt aansluiten op de HDMI™-uitgang, moet u een
geschikte HDMI™-kabel kopen.
1.Sluit het ene uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™uitgang van het HDMI™-apparaat.
2.Sluit het andere uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™uitgang van de computer.
3.Zet het HDMI™-beeldscherm aan.
Gebruikershandleiding4-23
Page 90
Afbeelding 4-12 Aansluiten op de HDMI™-uitgang (Z30-C)
1
2
1. HDMI™-uitgang2. HDMI™-kabel
De vormgeving van het product verschilt per model.
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI™-apparaat niet
aansluiten of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMI™-poort,
moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI™.
Wanneer u de HDMI™-kabel verwijdert en weer aansluit, dient u ten
minste vijf seconden te wachten voordat u de HDMI™-kabel opnieuw
aansluit.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI™
Als u beelden op een HDMI™-apparaat wilt weergeven, dient u de
volgende instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk
niets weergegeven.
Selecteer het weergaveapparaat met behulp van de functietoets voordat u
de video afspeelt. Wijzig het weergaveapparaat of het audioapparaat niet
terwijl u media afspeelt.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties.
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven
Terwijl er communicatie plaatsvindt
Wireless Display
Uw computer ondersteunt mogelijk Wireless Display, een draadloze
technologie die Wi-Fi® gebruikt om de computer in staat te stellen
draadloos verbinding te maken met externe beeldschermen, met inbegrip
van tv's, die als schermuitbreiding worden gebruikt. Met Wireless Display
kunnen documenten, gestreamde/lokale media of andere online inhoud
draadloos met anderen worden gedeeld.
Gebruikershandleiding4-24
Page 91
Als u Wireless Display wilt gebruiken, is een van de volgende apparaten
vereist:
Een compatibel extern beeldscherm met ingebouwde ondersteuning
van Wireless Display.
Een extern beeldscherm met een HDMI™-poort en een Wireless
Display-adapter.
De Wireless Display-adapter is een apparaat dat via de HDMI™-poort
op het externe beeldscherm wordt aangesloten en Wi-Fi®-signalen
van de computer kan ontvangen.
Voer de volgende stappen uit als u draadloos verbinding wilt maken met
een extern beeldscherm:
1.Ga naar
andere apparaten -> Bluetooth- of ander apparaat toevoegen.
2.Klik op Draadloos beeldscherm of dockingstation. De computer
zoekt het Wireless Display-apparaat.
3.Nadat het Wireless Display-apparaat is gevonden, volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de naam van het Wireless
Display-apparaat weergegeven onder Projectors.
Als u de verbinding met het Wireless Display-apparaat wilt verbreken, klikt
u op de naam van het Wireless Display-apparaat en klikt u daarna op
Apparaat verwijderen.
(Instellingen) en klik op Apparaten -> Bluetooth en
De instellingen voor weergave op een extern scherm
wijzigen
Nadat een of meer externe beeldschermen zijn aangesloten, kan het
besturingssysteem automatisch de beeldscherminstellingen detecteren,
identificeren en configureren.
U kunt ook handmatig beheren hoe de externe schermen werken en de
scherminstellingen wijzigen door op P te drukken terwijl u de Windows-
toets (
voordat u de computer uitschakelt, moet u eerst overschakelen naar het
interne scherm.
Wanneer u het beelduitvoerapparaat wijzigt, wordt het audioafspeelapparaat mogelijk niet automatisch gewijzigd. In dit geval stelt u het
afspeelapparaat in op hetzelfde apparaat als het beelduitvoerapparaat door
het audio-afspeelapparaat als volgt aan te passen:
1.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en
2.Selecteer op het tabblad Afspelen het afspeelapparaat waarnaar u
Gebruikershandleiding4-25
) ingedrukt houdt. Als u het externe beeldscherm loskoppelt
geluiden -> Geluid.
wilt overschakelen.
Page 92
3.Als u de interne luidsprekers van de computer wilt gebruiken,
selecteert u Luidsprekers. Als u de televisie of externe monitor wilt
gebruiken die u op de computer hebt aangesloten, selecteert u een
ander afspeelapparaat.
4.Klik op de knop Als standaard instellen.
5.Klik op OK om het dialoogvenster Geluid te sluiten.
TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/
120W
Naast de beschikbare poorten op de computer biedt de TOSHIBA HiSpeed Port Replicator III 180W/120W ook diverse soorten poorten.
De Port Replicator wordt rechtstreeks aan de dockinginterface op de
onderkant van de computer gekoppeld. De Port Replicator wordt via de
netadapter op een voedingsbron aangesloten.
Sluit eerst de netadapter aan en daarna pas de Port Replicator.
Wanneer uw computer aan de Port Replicator is gekoppeld, zijn de
volgende poorten van de computer (indien aanwezig) niet functioneel:
LAN-aansluiting
HDMI™-uitgang
Poort voor externe RGB-monitor
Gecombineerde hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting
Wanneer u de poorten voor externe beeldschermen op de Port
Replicator of op de computer gebruikt, kan in sommige toepassingen
een ander type poort worden weergegeven wanneer een scherm is
aangesloten.
Wanneer u een netadapter op de Port Replicator aansluit, moet u altijd
de netadapter gebruiken die bij de Port Replicator is inbegrepen.
Gebruik de netadapter van de computer niet.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Port Replicator voor meer
informatie.
Voer de onderstaande stappen uit on de computer aan de Port Replicator
te koppelen:
1.Lijn de linkerboven- en rechterbovenhoek van de computer uit met de
juiste markering op de Port Replicator.
Korte naamLinkerboven-
hoek
Z30-CAAB
Z40-CBAB
Gebruikershandleiding4-26
Rechterbovenhoek
Page 93
2.Druk de achterkant van de computer omlaag totdat deze op zijn plaats
1
klikt. De computeraansluiting op de port replicator haakt de
dockingpoort van de computer vast.
Wanneer de computer is aangesloten, brandt het koppelingslampje op
de Port Replicator groen terwijl de computer is ingeschakeld.
Afbeelding 4-13 De computer uitlijnen met de Port Replicator (Z30-C)
1. Dockingpoort (computer)
De vormgeving van het product verschilt per model.
Zorg dat de netadapter tijdens het gebruik altijd op de TOSHIBA Hi-Speed
Replicator III 180W/120W aangesloten is. Anders stopt de Port Replicator
met werken, wat mogelijk leidt tot gegevensverlies.
Sommige modellen ondersteunen een functie voor meerdere
beeldschermen als ze zijn uitgerust met een TOSHIBA Hi-Speed Port
Replicator III 180W/120W.
De Port Replicator ondersteunt maximaal twee externe schermen. Voor elk
VIDEO-scherm kan slechts één poort tegelijk worden gebruikt.
Beveiligingsslot
Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot
voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of
door onbevoegden wordt verwijderd. De computer heeft een sleuf voor een
beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van een kabel aan bijvoorbeeld een
bureau en het andere uiteinde aan de sleuf voor het beveiligingsslot. De
Gebruikershandleiding4-27
methoden voor het bevestigen van beveiligingskabels verschillen per
product. Raadpleeg voor meer informatie de instructies bij het product dat
u gebruikt.
Page 94
Het beveiligingsslot aansluiten
2
1
U kunt als volgt een beveiligingskabel op de computer aansluiten:
1.Draai de computer zodat de sleuf voor het beveiligingsslot naar u toe
is gericht.
2.Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en
zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Afbeelding 4-14 Beveiligingsslot (Z30-C)
1. Sleuf beveiligingsslot2. Beveiligingsslot
De vormgeving van het product verschilt per model.
Optionele TOSHIBA-accessoires
Als u de computer nog krachtiger en gebruiksvriendelijker wilt maken, kunt
u diverse opties en accessoires toevoegen. In de volgende lijst vindt u
informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of
TOSHIBA-leverancier:
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee
te nemen.
TOSHIBA Hi-Speed
Port Replicator III
180W/120W
De TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/
120W biedt diverse soorten poorten. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van de Port Replicator
voor meer informatie.
Geluidssysteem en videomodus
In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Volumemixer
Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen
van apparaten en toepassingen onder Windows.
Gebruikershandleiding4-28
Page 95
U start het hulpprogramma Volumemixer door met de
rechtermuisknop te klikken op het luidsprekerpictogram op de
Windows-taakbalk en Volumemixer openen te selecteren in het
submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te
schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt,
versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.
Microfoonvolume
U wijzigt het opnameniveau van de microfoon als volgt:
1.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid -> Opnemen.
2.Selecteer Microfoonmatrix en klik op Eigenschappen.
3.Versleep de schuifregelaar Microfoonmatrix op het tabblad Niveaus
om het volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar
Microfoonversterking naar een hoger niveau.
Audioverbeteringen
U kunt als volgt geluidseffecten op de huidige luidspreker toepassen:
1.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid.
2.Selecteer Luidsprekers en klik op Eigenschappen.
3.Selecteer de gewenste geluidseffecten op het tabblad Verbeteringen
en klik op Toepassen.
DTS Studio Sound™
DTS Studio Sound™ is een suite programma's voor audioverbetering die
revolutionaire audiotechnologie gebruikt om de meest overrompelende en
natuurgetrouwe luisterbeleving te bieden die ooit mogelijk was in een
configuratie met twee luidsprekers.
DTS Studio Sound™ wordt bij sommige modellen geleverd. Dit
ondersteunt de volgende functies:
Geavanceerde audioweergave voor 2D- en 3D-video-inhoud voor een
levensechte surround-sound
Accurate plaatsing van audiocues voor een overrompelende surroundsound bij elke luidsprekerconfiguratie van laptop-/desktopluidsprekers
of een hoofdtelefoon
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld
Maximale volume-uitvoer met een maximaal volume zonder afkapping
of vervorming
Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen
Basverbetering voor rijke lage frequenties
Gebruikershandleiding4-29
Page 96
Heldere hoge frequenties voor heldere details
Consistent volumeniveau voor de gehele inhoud
U opent het hulpprogramma door te klikken op Starten -> DTS, Inc ->DTS Studio Sound.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie
http://patents.dts.com . Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing
Limited.
Realtek HD Audio configuratie
U kunt de audioconfiguratie controleren en wijzigen met Realtek HD
Audio configuratie. U start Realtek HD Audio configuratie als volgt:
Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Realtek HD Audio configuratie onder Systeem.
Wanneer u Realtek HD Audio configuratie voor het eerst start, ziet u twee
apparaattabs. Luidsprekers is het standaarduitvoerapparaat.
Microfoonmatrix is het standaardinvoerapparaat. Als u het
standaardapparaat wilt wijzigen, klikt u op de knop Standaardapparaat instellen op het tabblad van het gekozen apparaat.
Informatie
Klik op Informaties om hardwaregegevens, softwaregegevens en de
taalinstelling weer te geven.
Energiebeheer
De audiocontroller in uw computer kan worden uitgeschakeld wanneer de
audiofunctie niet actief is. Als u de configuratie van het audioenergiebeheer wilt aanpassen, klikt op de knop Energiebeheer .
Als audio-energiebeheer is ingeschakeld, is de knop met het rondje
linksboven in Power Management (Energiebeheer) blauw en bol.
Als audio-energiebeheer is uitgeschakeld, is de knop zwart en hol.
Luidsprekerconfiguratie
Klik op de knop Autotesten om te controleren of het geluid van de
interne luidsprekers of de hoofdtelefoon uit de juiste richting komt.
Standaardindeling
U kunt de samplingfrequentie en bitdiepte van geluid wijzigen.
Hoofdtelefoon/microfoon selecteren
U wijzigt als volgt het type hoofdtelefoon of microfoon:
1.Sluit een hoofdtelefoon of microfoon aan op de gecombineerde
hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting.
Gebruikershandleiding4-30
Page 97
2.Dubbelklik op de ronde knop rechts in het hoofdscherm van Realtek
HD Audio configuratie.
3.Selecteer een van de apparaten in de lijst voor het aangesloten
apparaat.
Videomodus
De instellingen voor de videomodus worden geselecteerd in het
dialoogvenster Beeldscherm.
U opent het dialoogvenster Beeldscherm door te klikken op Starten -> (Instellingen) -> Systeem -> Beeldscherm.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of
videoweergave), kan er sprake zijn van een schokkerig of knipperend
beeld of van het wegvallen van beeld.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct
wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding4-31
Page 98
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en
geavanceerd gebruik
In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen
van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van
bepaalde hulpprogramma's toegelicht.
Hulpprogramma's en toepassingen
In deze paragraaf worden de vooraf op de computer geïnstalleerde
hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's
start. Voor meer informatie over de werking ervan raadpleegt u de online
handleiding, Help-bestanden of het bestand README.TXT of LEESMIJ.txt
(indien beschikbaar) van elk hulpprogramma.
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle
software die in dit gedeelte wordt genoemd.
TOSHIBA Settings
TOSHIBA Settings is een TOSHIBA-hulpprogramma voor
configuratiebeheer dat beschikbaar is via het Windows-besturingssysteem.
U start Settings door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings.
Met dit hulpprogramma kunt u de computerinstellingen configureren op de
volgende tabbladen:
Start: hier ziet u de huidige BIOS-versie en kunt u de
standaardwaarde van bepaalde instellingen wijzigen
eco Utility: hier kunt u het stroomverbruik van uw computer beheren
Opladen via USB: hier kunt u functies voor opladen via USB beheren
Toetsenbord: hier kunt u opties voor het toetsenbord en de helderheid
van de toetsenbordverlichting instellen
Opstartopties: hier kunt u opstartinstellingen beheren
Systeemwachtwoord: hier kunt u het gebruikerswachtwoord, het
supervisorwachtwoord en de eigenaarstekenreeks beheren en het
gebruikersbeleid instellen
Geavanceerde opties: hier kunt u de voorwaarden voor elk apparaat
en elke functie instellen
Gebruikershandleiding
5-1
Page 99
De instellingen en opties die hier worden beschreven hangen af van het
aangeschafte model.
Nadat u de instellingen hebt gewijzigd, kan een dialoogvenster worden
weergegeven waarin wordt vermeld dat de wijzigingen worden toegepast
nadat u de computer opnieuw hebt opgestart. Zorg dat u de computer
direct opnieuw opstart om deze wijzigingen toe te passen.
eco Utility
Deze computer beschikt over een 'ecomodus'. In deze stand worden de
prestaties van sommige apparaten iets verminderd om zo het
stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand doorlopend gebruikt, is de
energiebesparing meetbaar.
eco Utility helpt het energieverbruik van de computer regelen.
Verschillende soorten informatie kunnen u helpen te begrijpen in welke
mate u bijdraagt aan het milieu.
Bovendien bevat dit hulpprogramma de functie Peak Shift
(Piekverschuiving) die kan helpen het stroomverbruik tijdens piekperioden
te verminderen door een deel van het stroomverbruik te verschuiven naar
perioden met een lager stroomverbruik.
Het hulpprogramma ondersteunt ook de eco-oplaadmodus. In deze modus
wordt de accu niet volledig opgeladen, waardoor de levensduur van de
accu wordt verlengd.
Het wordt aanbevolen de computer te gebruiken terwijl de netadapter is
aangesloten aangezien de gebruiksduur van de accu in deze modus
relatief kort is.
Afhankelijk van de gebruikssituatie kan de levensduur van de accu
mogelijk niet correct worden verlengd.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings -> eco Utility.
Voor meer informatie over eco Utility klikt u op Klik hier voor meer informatie voordat u eco Utility gebruikt op dit tabblad om het Helpbestand weer te geven.
Opladen via USB
Uw computer kan via een USB-poort van stroom (5 V gelijkstroom)
voorzien.
De poort met het pictogram (
Gebruikershandleiding
) ondersteunt de volgende functies:
USB-slaapstand en laden
CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system
5-2
Page 100
USB-slaapstand en laden
U kunt de functie 'Slaapstand en laden' gebruiken om bepaalde externe
USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons of
draagbare digitale muziekspelers. Uw computer kan een compatibele USBpoort van stroom (5 V gelijkstroom) voorzien, zelfs als de computer is
uitgeschakeld. Met 'uitgeschakeld' wordt bedoeld dat de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld.
Als u de functie USB-slaapstand en laden wilt inschakelen, klikt u op
Starten -> TOSHIBA Settings -> Opladen via USB
Verplaats de schuifregelaar om de functie Slaapstand en laden in of uit te
schakelen.
De functie Slaapstand en laden werkt mogelijk niet bij bepaalde
externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USBspecificatie. Zet in die gevallen de computer aan om het apparaat op
te laden.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, krijgen
compatibele USB-poorten stroom (5 V gelijkstroom), zelfs als de
computer is uitgeschakeld. Er wordt ook stroom (5 V) geleverd aan
externe apparaten die op de compatibele USB-poorten zijn
aangesloten. Sommige externe apparaten kunnen echter niet alleen
via USB-stroom (5 V) worden opgeladen. Neem voor de specificaties
van de externe apparaten contact op met de fabrikant van het
apparaat of raadpleeg de specificaties van het apparaat voordat u dit
gebruikt.
Externe apparaten opladen via de functie 'Slaapstand en laden' duurt
langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
Als de functie Slaapstand en laden is ingeschakeld, zal de accu van
de computer ontladen als deze in de sluimerstand staat of wanneer de
computer wordt uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen de netadapter
op de computer aan te sluiten wanneer u de functie Slaapstand en
laden gebruikt.
Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van de
computer, kunnen altijd worden gebruikt.
Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn
aangesloten, te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom
(5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, werkt de functie
'USB-activering' mogelijk niet voor compatibele poorten. Als er in dat
geval een USB-poort zonder de functie Slaapstand en laden is, sluit u
de muis of het toetsenbord aan op die poort. Als alle USB-poorten
beschikken over de functie Slaapstand en laden, schakelt u de functie
Slaapstand en laden uit. De functie USB-activering werkt nu, maar de
functie Slaapstand en laden is uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding
5-3
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.