TOSHIBA Tecra S4 Draagbare personal computer - Gebruikershandleiding
Eerste druk september 2006
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma’s, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, verandering, overdracht van gekopieerd materiaal en
distributie via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een actie tot schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal
computers uit de TOSHIBA Tecra S4-serie op het tijdstip waarop deze
handleiding ter perse ging. Eropvolgende computers en handleidingen
kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA
aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of
indirect voortvloeit uit fouten of omi ssi es in de handleiding, of uit
discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk en IBM PC is een handelsmerk van
International Business Machines Corporation.
Intel, Intel SpeedStep, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Windows en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak.
Sonic RecordNow! is een gedeponeerd handelsmerk van Sonic Solutions.
Bluetooth is een handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door
TOSHIBA onder licentie gebruikt.
i.LINK is een handelsmerk en een gedeponeerd handelsmerk van Sony
Corporation.
InterVideo en WinDVD zijn gedeponeerde handelsmerken van InterVideo
Inc. WinDVD Creator is een handelsmerk van InterVideo Inc.
viiGebruikershandleiding
Page 8
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante
Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van
CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH,
Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland.
De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden
op de TOSHIBA-website http://epps.toshiba-te
g.com op het Internet.
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit “CTR21”) voor
aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone
Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende
landen vormt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije
werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is
compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de
aanvullende voorschriften in EG 201 121.
DuitslandATAAB AN005,AN006,AN007,AN009,AN010
en DE03,04,05,08,09,12,14,17
Griekenland ATAAB AN005,AN006 en GR01,02,03,04
Portugal ATAAB AN001,005,006,007,011 en
P03,04,08,10
Spanje ATAAB AN005,007,012 en ES01
ZwitserlandATAAB AN002
Alle overige landen/regio’s ATAAB AN003,004
Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de
gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale
goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale
voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken
kan niet worden gegarandeerd.
Gebruikershandleidingviii
Page 9
De volgende informatie is alleen bestemd voor lidsta ten van
de EU:
Het gebruik van het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. Door dit product op te juiste manier als afval
te verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het milieu en de
menselijke gezondheid die kunnen voortvloeien uit onjuiste verwerking van
dit product te voorkomen. Neem voor meer informatie over recycling van dit
product contact op met het gemeentekantoor, de vuilnisdienst of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Beschrijving van laserspecificatie
Het optische station in deze computer, zoals een DVD Super Multi-station,
is uitgerust met een lasersysteem. Het station is voorzien van een
classificatie-etiket met de volgende tekst.
CLASS 1 LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
LUOKAN 1 LASERLAITE
APPAREIL A LASER DE CLASSE 1
KLASS 1 LASER APP ARAT
De fabrikant van het station met het bovenstaande etiket certificeert dat het
station op de fabricagedatum voldeed aan de voorschriften voor
laserproducten conform artikel 21 van de Amerikaanse Code of Federal
Regulations (Department of Health & Human Services, Food and Drug
Administration).
In andere landen voldoet het station aan de IEC 825- en EN60825voorschriften voor laserproducten van klasse 1.
Deze computer is uitgerust met het optische station in de volgende lijst, al
naar gelang het model.
FabrikantType
MATSUSHITAUJDA765
MATSUSHITAUJ-842
ixGebruikershandleiding
Page 10
Gebruikershandleidingx
Page 11
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe Tecra S4-computer. Deze krachtige,
hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar
computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden,
bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt ui tg e l eg d ho e u uw Tecra S4-computer
gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt
gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer,
elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele
apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een portable
hebt gewerkt, leest u eerst de hoofdstukken Inleiding en Rondleiding om
uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen en
accessoires van de computer. Vervolgens leest u Voor u begint voor
stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder
door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de
handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met
name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen van de Inleiding
om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor
de computer, en lees aandachtig HW Setup en BIOS Setup.
Als u PC-kaarten gaat installeren of externe apparaten zoals een monitor
gaat aansluiten, dient u hoofdstuk 8, Optionele apparaten, te lezen.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd
door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read
Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de
computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen
ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Gebruikershandleidingxi
Page 12
Voorwoord
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een
aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te
zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld
de Enter-toets aan.
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen
indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken
(+) tussen de toetsopschriften (+). Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet
drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt,
houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de derde.
ABC
Wanneer u in een procedure een handeling moet
uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken
of tekst invoeren), wordt de pictogramnaam of de
te typen tekst in het links weergegeven lettertype
gedrukt.
Beeldscherm
SABC
De namen van vensters en pictogrammen, en
door de computer gegenereerde tekst die op het
beeldscherm verschijnt, worden in het links
weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken
op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals
hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect
gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
xiiGebruikershandleiding
Page 13
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer
verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
■ stof, vocht en direct zonlicht;
■ apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
■ plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
■ Vermijd extreme hitte, koude of vochtigheid.
■ vloeistoffen en bijtende chemicaliën;
Blessures door overbelasting
Lees de instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en
gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en
polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt
voorkomen.
Gebruikershandleidingxiii
Page 14
Algemene voorzorgsmaatregelen
Verhitting van computeroppervlakken
■ Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak
zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan
langdurig lichamelijk contact (bijvoorbeeld wanneer u de computer op
uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten) resulteren in rode
plekken op de huid.
■ De metalen plaat die de I/O-poorten ondersteunt, kan heet worden.
Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig
computergebruik. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat
na langdurig computergebruik.
■ Het oppervlak van de netadapter kan heet worden wanneer deze wordt
gebruikt. Dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u
deze los en laat u deze eerst afkoelen.
■ Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is. Het
materiaal kan beschadigd raken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten aangezien hierdoor computeronderdelen beschadigd kunnen raken
of andere storingen kunnen ontstaan.
Oververhitting van PC-kaarten
Sommige PC-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden wat kan
leiden tot fouten of een onstabiele werking van het desbetreffende
apparaat. Ga daarnaast ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een
PC-kaart die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons storing kan veroorzaken in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, wordt het aanbevolen om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm te handhaven tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Instructiegids voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer
wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
xivGebruikershandleiding
Page 15
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst van de apparatuur en beschrijft de
voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht,
functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat
niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.
Controlelijst van apparatuur
Pak de computer voorzichtig uit en berg de doos en het
verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
■ Tecra S4 draagbare pc
■ Netadapter en netsnoer
■ Modulaire kabel voor modem (optioneel)
Hoofdstuk 1
Gebruikershandleiding1-1
Page 16
Inleiding
Software
Microsoft® Windows XP Professional
■ De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
■ Microsoft
■ Microsoft Internet Explorer
■ TOSHIBA Hulpprogramma’s
■ TOSHIBA Hulpprogramma Opstartbare SD-kaart
■ DVD-videospeler
■ TOSHIBA Dual Pointing Device
■ TOSHIBA Power Saver
■ TOSHIBA Mobiel Extra
■ TOSHIBA Assist
■ TOSHIBA ConfigFree
■ TOSHIBA-hulpprogramma Zoom
■ TOSHIBA PC-diagnoseprogramma
■ TOSHIBA Controls
■ TOSHIBA Microfooneffect
■ TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma
■ Hulpprogramma voor vingerafdruken
■ Formatteerprogramma voor TOSHIBA SD-geheugenkaarten
■ TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging
■ TOSHIBA-sneltoetsprogramma voor beeldschermen
■ TOSHIBA Display Device Change
■ Wireless Hotkey-hulpprogramma
■ InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum
■ Geluiddemper voor CD/DVD-station
■ Record Now! Basic for TOSHIBA
■ DLA voor TOSHIBA
■ Bluetooth-stack voor Windows van Toshiba
■ Infineon Trusted Platform Module-hulpprogramma
(voorafl geïnstalleerd op sommige modellen)
■ Online handleiding
®
Windows XP Professional
Documentatie en backupmedia
■ Gebruikershandleiding voor de TECRA S4 draagbare personal
computer
■ Tecra S4 Aan de slag
■ Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
■ Garantie-informatie
■ DVD-ROM Productherstel
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk
contact op met uw dealer.
1-2Gebruikershandleiding
Page 17
Voorzieningen
Dankzij de geavanceerde LSI- (Large Scale Integration) en
CMOS-technologie (Complementary Metal-Oxide Semiconductor) van
TOSHIBA is de computer compact, licht van gewicht, uiterst betrouwbaar
en energiezuinig. Deze computer biedt de volgende voorzieningen en
voordelen:
Processor
Inleiding
IngebouwdDe computer is uitgerust met een van de
volgende Intel
®
-processors.
■ Intel® Core™ Duo-processor, voorzien van
een level -2-cachegeheugen van 2 MB en
ondersteuning van de Enhanced Intel
®
SpeedStep
■ Intel
®
-technologie.
Core™ 2 Duo-processor, voorzien van
®
een level -2-cachegeheugen van 2 MB en
ondersteuning van de Enhanced Intel®
SpeedStep
■ Intel
®
-technologie.
®
Core™ 2 Duo-processor, voorzien van
een level -2-cachegeheugen van 4 MB en
ondersteuning van de Enhanced Intel®
SpeedStep
®
-technologie.
Sommige modellen in deze serie gebruiken de Intel® Centrino® Duo
Mobile-technologie, die is gebaseerd op drie afzonderlijke componenten:
de Intel® Core ™ Duo-processor, de Intel® PRO-draadloze
netwerkverbinding en de Mobile Intel
Sommige modellen in deze serie gebruiken de Intel
®
945 Express-chipsetfamilie.
®
Centrino® Duo
Mobile-technologie, die is gebaseerd op drie afzonderlijke componenten:
de Intel® Core ™ Duo-processor, de Intel® PRO-draadloze
netwerkverbinding en de Mobile Intel
®
945 Express-chipsetfamilie.
Wettelijke voetnoot (CPU)
Raadpleeg hoofdstuk 10, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
de CPU.
Gebruikershandleiding1-3
Page 18
Inleiding
Geheugen
SleuvenEr kunnen geheugenmodules van 256, 512,
Video-RAMDe grafische controller is voorzien van 128 MB
1.024 of 2.048 MB in de twee sleuven van de
computer worden geïnstalleerd voor een
systeemgeheugen van maximaal 4.096 MB.
extern video-RAM en kan tot 128 MB
systeemgeheugen gebruiken als aanvullend
videogeheugen voor een gecombineerd totaal
van maximaal 256 MB videogeheugen.
Wettelijke voetnoot (geheugen (hoofdsysteem))
Raadpleeg hoofdstuk 10, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
het hoofdgeheugen.
Voeding
Accu-eenheidDe computer wordt van stroom voorzien door
één oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu)
Raadpleeg hoofdstuk 10, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
de gebruiksduur van de accu.
RTC-batterijDe computer heeft een interne batterij voor de
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
NetadapterDe netadapter voorziet het systeem van stroom
en laadt de accu’s op wanneer deze opraken.
De netadapter wordt geleverd met een
verwisselbaar netsnoer met een 2-pins of 3-pins
stekker.
Aangezien de netadapter universeel is,
ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en
240 volt; de uitgangsstroom varieert echter al
naar gelang het model. Gebruik van het
verkeerde model netadapter kan resulteren in
beschadiging van de computer. Raadpleeg de
paragraaf Netadapter in hoofdstuk 2,
Rondleiding.
1-4Gebruikershandleiding
Page 19
Inleiding
Schijven
Vaste schijfBeschikbaar in de volgende grootten:
■ 37,26 GB (40,0 miljard bytes)
■ 55,89 GB (60,0 miljard bytes)
■ 74,53 GB (80,0 miljard bytes)
■ 93,16 GB (100,0 miljard bytes)
■ 111,79 GB (120,0 miljard bytes)
Houd er rekening mee dat een deel van de
ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van vaste schijf)
Raadpleeg hoofdstuk 10, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
de capaciteit van de vaste schijf.
Optisch schijfstation
Uw computer is uitgerust met een optisch station die is geïnstalleerd in de
Ultra Slim Bay. In de volgende tabel worden de beschikbare optische
stations beschreven.
DVD-ROM- en
CD-R/RW-station
Gebruikershandleiding1-5
Sommige modellen zijn uitgerust met een
DVD-ROM- en CD-R/RW-stationsmodule van
volledige grootte waarmee u CD’s/DVD’s zonder
adapter kunt uitvoeren. De maximale
leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM en
24-speed voor CD-ROM. De maximale
schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R’s en
24-speed voor CD-RW’s. Het station ondersteunt
de volgende indelingen:
■ CD-R
■ CD-RW
■ DVD-ROM
■ DVD-Video
■ CD-DA
■ CD-Text
■ Photo CD™ (single/multi-sessie)
■ CD-ROM Mode 1, Mode 2
■ CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
■ Enhanced CD (CD-EXTRA)
■ Adresseringsmethode 2
Page 20
Inleiding
DVD Super Multistation
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD
Super Multi-stationsmodule van volledige grootte
waarmee u zonder adapter gegevens op
herschrijfbare CD’s/DVD’s kunt vastleggen en
CD’s/DVD’s van 12 cm of 8 cm kunt lezen.
De maximale leessnelheid is 8-speed voor
DVD-ROM en 24-speed voor CD-ROM. De
maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R,
16-speed voor CD-RW, 8-speed voor DVD-R en
DVD+R, 4-speed voor DVD-RW en DVD+RW,
2-speed voor DVD-R DL, 2,4-speed voor DVD+R
DL en 3-speed voor DVD-RAM. Dit station
ondersteunt dezelfde indelingen als het
DVD-ROM- en CD-R/-RW-station en daarnaast
de volgende indelingen.
■ DVD-R
■ DVD-R DL
■ DVD-RW
■ DVD+R
■ DVD+R DL
■ DVD+RW
■ DVD-RAM
Beeldscherm
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videobeelden met hoge
resolutie. Het LCD-scherm kan in diverse standen worden gezet voor
maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Ingebouwd15-inch TFT-LCD-scherm, 16 miljoen kleuren,
met een van de volgende resoluties:
■ XGA, 1024 horizontale × 768 verticale pixels
■ SXGA+, 1400 horizontale × 1050 verticale
pixels
Wettelijke voetnoot (LCD)
Raadpleeg hoofdstuk 10, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
het LCD-scherm.
Grafische controllerGrafische controller voor optimale
1-6Gebruikershandleiding
beeldschermprestaties. Raadpleeg de paragraaf
Beeldschermcontroller en videomodi in bijlage B
voor meer informatie.
Page 21
Inleiding
Wettelijke voetnoot (Graphics Processor Unit of GPU)
Raadpleeg hoofdstuk 10, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
GPU (Graphics Processor Unit).
Toetsenbord
IngebouwdHet interne toetsenbord bevat 85 of 87 toetsen,
geïntegreerde numerieke toetsen, speciale
cursorbesturingstoetsen, en de toetsen en
. Het toetsenbord is compatibele met het
uitgebreide IBM
Het toetsenbord, voor meer informatie.
®
-toetsenbord. Zie hoofdstuk 5,
TOSHIBA dubbel aanwijsapparaat
Ingebouwd touchpad Met het ingebouwde touchpad en de
Ingebouwde
AccuPoint
besturingsknoppen in de polssteun kunt u de
schermaanwijzer verplaatsen en bijvoorbeeld
door de inhoud van vensters schuiven.
Met de ingebouwde AccuPoint in het midden van
het toetsenbord kunt u de aanwijzer op het
scherm gemakkelijk besturen.
Poorten
ParallelVoor aansluiting van een parallelle printer of een
ander parallel apparaat (ECP-compatibel).
SerieelDe ingebouwde seriële poort biedt RS-232C-
compatibiliteit via de interne 16550UARTcontroller.
Externe monitorDe analoge VGA-poort ondersteunt VESA
Universal Serial Bus
(USB 2.0)
DockingDeze poort ondersteunt verbinding met een
i.LINK™ (IEEE1394)Deze poort ondersteunt snelle
DDC2B-compatibele functies.
De computer ondersteunt meerdere Universal
Serial Bus-poorten die voldoen aan de USB 2.0norm.
optionele Advanced Port Replicator III Plus,
zoals wordt beschreven in het gedeelte Opties.
gegevensoverdracht tussen de computer en
externe apparaten zoals digitale videocamera’s.
Gebruikershandleiding1-7
Page 22
Inleiding
InfraroodDe seriële infraroodpoort is compatibel met IrDA
1.1-normen (IrDA = Infrared Data Association).
De poort voorziet in draadloze
gegevensoverdracht met IrDA 1.1-compatibele
externe apparaten op een snelheid van 4 Mbps,
1,152 Mbps, 115,2 kbps, 57,6 kbps, 38,4 kbps,
19,2 kbps of 9,6 kbps.
Sleuven
PC-kaartDe interne PC-kaartsleuf biedt ruimte voor één
Type II-kaart (5 mm).
ExpressCardDe interne ExpressCard-sleuf biedt ruimte voor
één ExpressCard.
SD-kaartDoor middel van deze sleuf kunt u gemakkelijk
gegevens overbrengen van apparaten, zoals
digitale camera’s en PDA’s (Personal Digital
Assistants), die gebruik maken van SD-flashgeheugenkaarten.
interne luidsprekers en een microfoon evenals
aansluitingen voor een externe microfoon en
koptelefoon.
S-Video-uit-poortVia de S-Video-uit-poort kunt u videogegevens
overbrengen naar externe apparaten via een
optionele S-Video-kabel. De gegevensuitvoer
hangt af van het type apparaat dat is
aangesloten.
HoofdtelefoonbusOp de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonbus kan een
stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
MicrofoonbusOp de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een drie-
aderige microfoon voor monofone invoer worden
aangesloten.
1-8Gebruikershandleiding
Page 23
Communicatie
Inleiding
ModemDe ingebouwde modem voorziet in gegevens- en
faxcommunicatie en ondersteunt de standaard
V.90 (V.92). De modem bevat een
modemaansluiting voor aansluiting op een
telefoonlijn. De standaards V.90 en V.92 worden
uitsluitend ondersteund in de VS, Canada, het
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en
Australië. In andere gebieden wordt alleen de
standaard V.90 ondersteund. Houd er rekening
mee dat de snelheid van gegevens- en
faxverzending afhankelijk is van de toestand van
de analoge telefoonlijn.
LANDe computer heeft ingebouwde ondersteuning
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde,
10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX) en Gigabit
Ethernet LAN (1000 megabits per seconde,
1000BASE-T).
BluetoothSommige computers in deze serie bieden
Bluetooth-functionaliteit voor draadloze
communicatie tussen elektronische apparaten
zoals computers en printers, zodat hiervoor geen
kabels meer nodig zijn. Bluetooth zorgt voor een
snelle, betrouwbare en veilige draadloze
communicatie in een kleine ruimte.
Gebruikershandleiding1-9
Page 24
Inleiding
Draadloos LANSommige computers in deze serie zijn uitgerust
met een draadloos LAN-kaart. Deze kaart is
compatibel met andere LAN-systemen die zijn
gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie
(Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal
Frequency Division Multiplexing) en die voldoen
aan de IEEE 802.11-norm (Revisie A, B of G).
■ Theoretische maximumsnelheid:
54 Mbps voor IEEE 802.11a of 802.11g
■ Theoretische maximumsnelheid:
11 Mbps voor IEEE 802.11b
■ Frequentiebandselectie: 5 GHz voor
IEEE 802.11a of 2,4 GHz voor 802.11b/g
■ Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
■ Kaartenergiebeheer
■ WEP-gegevenscodering (Wired Equivalent
Privacy), gebaseerd op 128-bits
coderingsalgoritme
■ WPA-ondersteuning (Wi-Fi Protected
Access)
■ AES-gegevenscodering (Advanced
Encryption Standard)
■ Ondersteuning van Activering op draadloos
LAN
■ De hierboven weergegeven waarden zijn de theoretische maxima voor
draadloze LAN-normen. De feitelijke waarden kunnen anders zijn.
■ De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische
omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten,
clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De
overdrachtssnelheid (bij X Mbit/s) is de theoretische maximumsnelheid
volgens de IEEE802.11-standaard (a/b/g). De werkelijke
verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid.
■ De functie Activering op draadloos LAN is alleen van kracht bij
aansluiting met een toegangspunt. Deze functie wordt uitgeschakeld
als de verbinding wordt verbroken.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg hoofdstuk 10, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
draadloos LAN.
1-10Gebruikershandleiding
Page 25
Inleiding
Schakelaar voor
draadloze
communicatie
Ultra Slim Bay
Ultra Slim Baymodules
Beveiliging
Sleuf
beveiligingsslot
Ultra Slim Bayontgrendelingsschuif
Met deze schakelaar zet u de Wireless LAN- en
Bluetooth-functies aan en uit.
beschikken over een schakelaar voor draadloze
communicatie, terwijl sommige modellen zijn
voorzien van functies voor zowel draadloos LAN
als Bluetooth.
De ingebouwde Ultra Slim Bay is een stationsbay
die ruimte biedt aan een DVD-ROM- en
CD-R/RW-station, een DVD Super Multi-station
of een tweede vaste schijf. TOSHIBA Mobiel
Extra ondersteunt “heet docken” van modules
wanneer u een besturingssysteem gebruikt dat
Plug en Play ondersteunt.
Hiermee kan de computer door middel van een
beveiligingsslot aan een bureau of ander groot
voorwerp worden verankerd.
Wanneer deze schijf in de vergrendelde stand
staat, is de geïnstalleerde Ultra Slim Bay-module
veilig in de computer bevestigd. U kunt
daarnaast voorkomen dat de module wordt
verwijderd door de schuif in de vergrendelde
stand vast te zetten met een
vergrendelingsschroef. Let erop dat deze schroef
zich bij aankoop in de ontgrendelde stand van de
schuif bevindt.
Alle modellen
Speciale voorzieningen
De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn
geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer
vergemakkelijken.
TOSHIBA Assistknop
TOSHIBApresentatieknop
Gebruikershandleiding1-11
Druk op deze knop om automatisch een
toepassing te starten. De standaardtoepassing is
TOSHIBA Assist.
Druk op deze knop om te schakelen tussen het
interne beeldscherm, het externe beeldscherm,
gelijktijdige weergave en weergave op meerdere
schermen.
Page 26
Inleiding
SneltoetsenDoor middel van deze toetsencombinaties kunt u
de systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een
systeemconfiguratieprogramma te hoeven
gebruiken.
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
Met deze functie wordt de stroom nnaar het
LCD-scherm van de computer automatisch
stopgezet als het toetsenbord of aanwijsapparaat
een bepaalde tijd niet is gebruikt. De
stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets
wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt
gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de
optie Monitor uit in het tabblad Basisinstellingen
van TOSHIBA Power Saver.
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste
schijf automatisch stopgezet als een bepaalde
tijd lang geen activiteit op de vaste schijf heeft
plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt
hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt.
U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Vaste schijf uit in het tabblad Basisinstellingen van
TOSHIBA Power Saver.
Systeem op standby/in slaapstand
Met deze functie wordt het systeem automatisch
op stand-by of in de slaapstand gezet als een
bepaalde tijd lang geen invoer of
hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. U kunt
de tijdlimiet opgeven met de optie Systeem op
stand-by of Systeem in slaapstand op het tabblad
Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Geïntegreerde
numerieke toetsen
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde
numerieke toetsen. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik
van deze toetsen.
Wachtwoord voor
opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging:
supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u
voorkomen dat onbevoegden uw computer
gebruiken.
Directe beveiligingMet een sneltoets kunt u het LCD-scherm
leegmaken en de computer blokkeren; deze
functie dient voor gegevensbeveiliging.
1-12Gebruikershandleiding
Page 27
Inleiding
Intelligente
stroomvoorziening
Een microprocessor in de intelligente
stroomvoorziening van de computer detecteert
de acculading en berekent de resterende
accucapaciteit. De microprocessor beschermt de
elektronische onderdelen tevens tegen
abnormale omstandigheden, zoals extreme
spanningspieken vanuit een voedingsbron.
U kunt de resterende accucapaciteit controleren
met de optie Resterende accu-energie in
TOSHIBA Power Saver.
Energiebesparingsmodus
Met deze voorziening kunt u accu-energie
besparen. U kunt de energiebesparingsmodus
opgeven via het item Profiel in TOSHIBA Power
Saver.
In-/uitschakelen via
LCD
Met deze functie wordt de stroom naar de
computer uitgeschakeld wanneer het LCDscherm wordt gesloten en weer ingeschakeld
zodra het LCD-scherm wordt geopend. U kunt de
instelling opgeven met de optie Als ik het scherm sluit in het tabblad Acties instellen van TOSHIBA
Power Saver.
Automatische
slaapstand bij lage
acculading
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt
het systeem afgesloten. U kunt de instelling
opgeven op het tabblad Acties instellen van
TOSHIBA Power Saver.
Warmteverspreiding De CPU heeft een interne temperatuursensor ter
bescherming tegen oververhitting. Als de interne
temperatuur van de computer een bepaald
niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of
wordt de CPU-verwerkingssnelheid verlaagd.
Gebruik de optie Koelmethode in het tabblad
Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Gebruikershandleiding1-13
Page 28
Inleiding
Stroompictogram
voor optisch station
Hiermee schakelt u de stroom van het optische
station in of uit. Als u klikt op het pictogram voor
het optische station op de taakbalk, wordt de
stroom van het optische station in- of
uitgeschakeld. Als het optische station geen
stroom krijgt, kan de schijflade niet worden
geopend, zelfs niet als u op de uitwerpknop drukt.
U kunt de stroom van het optische station weer
inschakelen via het pictogram voor het optische
station.
Vasteschijfbeveiliging Via een ingebouwde sensor in de computer
detecteert de vasteschijfbeveiliging trillingen,
schokken en dergelijke en plaatst vervolgens
automatisch de kop van de vaste schijf in de
veilige stand. Zo wordt het risico verkleind dat de
schijf beschadigt doordat deze in aanraking komt
met de kop. Raadpleeg de paragraaf De
vasteschijfbeveiliging gebruiken in hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor bijzonderheden.
De functie voor vasteschijfbeveiliging garandeert echter niet dat de vaste
schijf niet beschadigt.
SlaapstandMet deze functie kunt u de stroom uitschakelen
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud
van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf
opgeslagen, en wanneer u de computer weer
aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats
waar u was opgehouden. Raadpleeg de
paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk
3, Voor u begint, voor bijzonderheden.
Stand-byAls u uw werk moet onderbreken, kunt u de
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven sluiten: De gegevens worden in het
hoofdgeheugen van de computer bewaard.
Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw
werk hervatten op de plaats waar u was
opgehouden.
1-14Gebruikershandleiding
Page 29
Hulpprogramma’s
In dit gedeelte worden vooraf ge ïnstalleerde hulpprogramma’ s beschreven
en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de online
handleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor
informatie over bewerkingen.
Inleiding
TOSHIBA Power
Saver
HW SetupMet dit hulpprogramma kunt u uw hardware-
TOSHIBA ControlsDit hulpprogramma bevat een sectie waarmee u
Als u het energiebeheerprogramma wilt starten,
klikt u achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud
en het pictogram TOSHIBA Power Saver.
instellingen aanpassen aan uw werkwijze en de
randapparaten die u gebruikt. U opent het
hulpprogramma door achtereenvolgens te
klikken op Start, Configuratiescherm, Printers
en andere hardware en het pictogram
TOSHIBA HW Setup.
de volgende bewerkingen kunt uitvoeren:
■ Knoppen: U kunt toepassingen of functies
toewijzen aan de TOSHIBA-presentatieknop
(de standaardinstelling is gelijktijdige
weergave op het LCD en de monitor met een
resolutie van 1024 × 768) en de TOSHIBA
Assist-knop (de standaardinstelling is
TOSHIBA Assist).
Gebruikershandleiding1-15
Page 30
Inleiding
Hulpprogramma
voor vingerafdruken
In dit product is een hulpprogramma voor
vingerafdrukken geïnstalleerd waarmee
vingerafdrukken kunnen worden vastgelegd en
herkend. Die vingerafdrukken kunnen vervolgens
worden gekoppeld aan een gebruikersnaam en
wachtwoord, zodat u deze gegevens niet meer
via het toetsenbord hoeft in te voeren. Beweeg
eenvoudig met een vastgelegde vinger over de
vingerafdruksensor, waarna de volgende functies
worden ingeschakeld:
■ Aanmelden bij Windows en toegang tot een
beveiligde webpagina via Internet Explorer.
■ Bestanden en mappen kunnen worden
gecodeerd/gedecodeerd, zodat andere
gebruikers er geen toegang toe hebben.
■ Bij terugkeer uit een energiebesparende
stand, zoals de stand-by-stand, kan een
schermbeveiliging met
wachtwoordbeveiliging worden
uitgeschakeld.
■ Verificatie van het gebruikerswachtwoord (en
indien van toepassing het
vasteschijfwachtwoord) terwijl de computer
wordt opgestart (beveiliging bij opstarten).
■ Functie voor enkelvoudige aanmelding
DVD-videospelerDe DVD-videospeler heeft een scherminterface
en -functies voor het afspelen van DVD-video’s.
De speler heeft een scherminterface en -functies.
Klik op Start, wijs Alle programma’s en
InterVideo WinDVD aan en klik op InterVideo
WinDVD.
Bluetooth-stack voor
Windows van
Toshiba
Door middel van deze software kunnen de
computer en externe Bluetooth-apparaten, zoals
printers en mobiele telefoons, draadloos met
elkaar communiceren.
Bluetooth kan niet worden gebruikt in modellen waarin geen Bl uetoothmodule is geïnstalleerd.
1-16Gebruikershandleiding
Page 31
Inleiding
TOSHIBA
Hulpprogramma
Opstartbare SD-kaart
Met het TOSHIBA-hulpprogramma Opstartbare
SD-kaart kunt u een opstartbare SDgeheugenkaart maken waarmee u het systeem
kunt opstarten. Als u het hulpprogramma wilt
openen, klikt u achtereenvolgens op Start, Alle programma’s, TOSHIBA en Hulpprogramma’s
en klikt u tot slot op TOSHIBA Opstartbare
SD-kaart formatteren.
TOSHIBAhulpprogramma
Zoom
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen
op het Windows-bureaublad vergroten of
verkleinen of de zoomfactor in ondersteunde
toepassingen wijzigen.
RecordNow! Basic
for TOSHIBA
U kunt CD’s en DVD’s diverse indelingen maken,
waaronder audio-CD’s die op een
stanaard-CD-speler kunnen worden afgespeeld,
en data-CD’s/-DVD’s voor het opslaan van
bestanden en mappen op de vaste schijf van uw
notebook. Deze software kan worden gebruikt op
modellen met een DVD-ROM/CD-R/RW-station
of een DVD Super Multi-station.
TOSHIBA AssistTOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface die toegang biedt tot
specifieke hulpmiddelen, hulpprogramma’s en
toepassingen het gebruik en de configuratie van
de computer vergemakkelijken.
TOSHIBA PCdiagnoseprogramma
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma toont
basisgegevens over de configuratie van de
computer en biedt de mogelijkheid de
functionaliteit van bepaalde ingebouwde
hardwareapparaten in de computer te testen. Als
u dit hulpprogramma wilt openen, klikt u
achtereenvolgens op Start, Alle programma’s, TOSHIBA en Hulpprogramma’s en klikt u tot
slot op PC-diagnoseprogramma.
TOSHIBA Mobiel
Extra
Het hulpprogramma TOSHIBA Mobiel Extra
vergroot de functionaliteit van uw no te b oo k
wanneer deze wordt gebruikt in combinatie met
een optionele Advanced Port Replicator III Plus.
Als u het hulpprogramma wilt openen, start u
TOSHIBA Assist en selecteert u TOSHIBA
Mobiel Extra.
Gebruikershandleiding1-17
Page 32
Inleiding
TOSHIBA ConfigFree TOSHIBA ConfigFree bestaat uit een reeks
hulpprogramma’s die het gebruik en de
bediening van communicatieapparaten en
netwerkverbindingen vergemakkelijken, helpen
bij het opsporen van communicatieproblemen en
waarmee u profielen kunt maken als u moet
schakelen tussen verschillende locaties en
communicatienetwerken. Als u dit
hulpprogramma wilt openen, klikt u
achtereenvolgens op Start, Alle programma’s,
TOSHIBA en Netwerken en klikt u tot slot op
ConfigFree.
TOSHIBA Dubbel
aanwijsapparaat
Met het hulpprogramma TOSHIBA Dubbel
aanwijsapparaat kan de functionaliteit van de
ingebouwde aanwijsapparaten (AccuPoint-muis
en touchpad) worden aangepast. Dit programma
ondersteunt tevens de functie Fn + F9 waarmee
u deze apparaten snel en gemakkelijk kunt in- en
uitschakelen.
TOSHIBA
Microfooneffect
Met hulpprogramma TOSHIBA Microfooneffect
kunnen echo-effecten of rondzingende geluiden
die zich voordoen wanneer geluid dat met een
microfoon wordt opgenomen via de luidsprekers
wordt afgespeeld worden verwijderd of
verminderd. Deze functie voor echo-annulering is
alleen beschikbaar als u telefoniesoftware, zoals
Windows Messenger, met een functie voor
mondelinge gesprekken gebruikt.
Voor meer informatie over dit hulpprogramma
klikt u achtereenvolgens op Start, Alle programma’s, TOSHIBA en Hulpprogramma’s
en klikt u tot slot op Help voor Microfooneffect.
TOSHIBAhulpprogramma
RAID
Het TOSHIBA RAID-hulpprogramma wordt
gebruikt om een RAID-array te maken of te
beheren.
Als u dit hulpprogramma wilt openen, klikt u
achtereenvolgens op Start, Alle programma’s,
TOSHIBA en RAID en klikt u tot slot op RAID
Console.
NVIDIA-rotatieinstellingen
Met dit hulpprogramma kunt u het bureaublad
gemakkelijk 180 graden draaien. U kunt het
bureaublad draaien door te klikken op het
pictogram op de taakbalk of door te drukken op
de toetscombinaties Ctrl + Alt + Omhoog(↑) en Ctrl + Alt + Omlaag(↓). In een opstelling met
meerdere monitoren wordt de wijziging toegepast
op het scherm waar de cursor zich bevindt.
1-18Gebruikershandleiding
Page 33
Inleiding
TOSHIBAwachtwoordhulpprogramma
TOSHIBA
T oegankelijkheid
Met het hulpprogramma TOSHIBA Wachtwoord
kunt u een wachtwoord instellen waarmee u de
toegang tot de computer kunt beperken.
Het hulpprogramma TOSHIBA Toegankelijkheid
biedt ondersteuning voor gebruikers met
bewegingsbeperkingen wanneer ze de
TOSHIBA-sneltoetsenfuncties willen gebruiken.
Met dit hulpprogramma kunt u de Fn-toets
vastzetten. U drukt dan eenmaal op de Fn-toets,
laat de toets los en drukt op een van de
functietoetsen (F-toetsen) om de functie ervan te
activeren. De Fn-toets blijft in dit geval actief
totdat een andere toets wordt ingedrukt.
DLA voor TOSHIBADLA (Drive Letter Access ofwel
stationslettertoegang) is het
pakketschrijfprogramma waarmee bestanden en/
of mappen via een stationsletter naar DVD+RW-,
DVD-RW- en CD-RW-schijven kunnen worden
geschreven, op dezelfde manier als met een
diskette of andere verwisselbare schijven.
TOSHIBAsneltoetsprogramma
voor beeldschermen
Met dit hulpprogramma kunt u zowel het actieve
beeldscherm als de bijbehorende
schermresolutie wijzigen. U gebruikt dit
hulpprogramma in combinatie met de toetsen Fn
+ F5 (om het actieve beeldscherm te wijzigen) en
de toetsen Fn + Spatiebalk (om de
schermresolutie te wijzigen).
TOSHIBA SDgeheugenkaart
formatteren
Met het TOSHIBA-hulpprogramma SDgeheugenkaart formatteren kunt u een SDgeheugenkaart formatteren, zodat deze gereed
is voor gebruik
Geluiddemper voor
CD/DVD-station
Met het hulpprogramma Geluiddemper voor
CD/DVD-station kunt u de leessnelheid van het
optische station configureren. U kunt kiezen
tussen de normale modus, waarin het station op
maximale snelheid werkt voor een snelle
gegevenstoegang, en de stille modus, waarin
het station op enkele snelheid werkt voor
weergave van audio-CD’s en om te zorgen dat
het station minder geluid maakt. DIt
hulpprogramma heeft geen functie wanneer u
DVD’s gebruikt.
Gebruikershandleiding1-19
Page 34
Inleiding
Opties
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door
een aantal opties toe te voegen. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenuitbreiding U kunt gemakkelijk een geheugenmodule van
256, 512, 1.024 of 2.048 MB (DDR2 -667/533) in
de computer installeren.
Accu-eenheidU kunt een extra accu-eenheid bij uw
TOSHIBA-leverancier kopen als reserve-accu of
vervangende accu.
Accu-eenheid met
extra hoge capaciteit
U kunt een extra accu-eenheid bij uw
TOSHIBA-leverancier kopen als reserve-accu of
vervangende accu.
Accu-eenheid met
hoge capaciteit
Universele
netadapter
AccuopladerMet de optionele accuoplader kunt u ex tra
BeveiligingsslotU kunt een beveiligingskabel aan een slot op de
U kunt een extra accu-eenheid bij uw
TOSHIBA-leverancier kopen als reserve-accu of
vervangende accu.
Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht aan te raden om
voor elke locatie een extra netadapter te kopen:
u hoeft de adapter dan niet telkens mee te
nemen.
accu-eenheden opladen zonder dat u daarvoor
de computer moet gebruiken.
computer bevestigen om de computer tegen
diefstal te beschermen.
van 1,44 MB en 720 KB en wordt aangesloten op
een van de USB-poorten van de computer. In
Windows XP kunt u diskettes van 720 KB niet
formatteren, maar u kunt wel eerder
geformatteerde diskettes lezen en schrijven.
De Advanced Port Replicator III Plus vormt een
docking-oplossing die alle beschikbare poorten
op de computer bevat, inclusief aparte poorten
voor een PS/2-muis, een PS/2-toetsenbord, een
digitale visuele interface (DVI), een i.LINK™
(IEEE1394)-poort, een line-in- en line-outaansluiting, een poort voor de externe monitor,
vier USB 2.0-poorten, een netwerkaansluiting,
een modemaansluiting, een seriële poort en een
parallelle poort.
1-20Gebruikershandleiding
Page 35
Inleiding
Vaste schijfU kunt de opslagcapaciteit van uw computer
vergroten met aanvullende vaste schijven die
momenteel beschikbaar zijn in de volgende
capaciteiten:
■ 74,53 GB (80 miljard bytes)
■ 93,16 GB (100,0 miljard bytes)
Bluetooth-kitDeze kit voegt draadloze Bluetooth-
communicatie toe aan computers zonder
Bluetooth. Deze wordt alleen geïnstalleerd door
leveranciers.
Draadloze
Bluetooth-muis
De draadloze Bluetooth-muis is een draadloze
optische muis die compatibel is met Bluetooth.
De draadloze Bluetooth-muis is verkrijgbaar bij
de TOSHIBA-leverancier.
Draadloze
Bluetooth-stereo
De draadloze Bluetooth-stereo is een draadloze
stereohoofdtelefoon die compatibel is met
Bluetooth.
De draadloze Bluetooth-stereo is verkrijgbaar bij
de TOSHIBA-leverancier.
Ultra Slim Bay-opties
De volgende tabel geeft aan welke modules in de Ultra Slim Bay kunnen
worden geïnstalleerd. Alle andere modules zijn optioneel.
DVD-ROM- en
CD-R/RW-kit
DVD Super Multistation
Ultra Slim Bayvasteschijfadapter
Vaste schijf
(Serial-ATA)
Raadpleeg de paragraaf Voorzieningen voor
details.
Raadpleeg de paragraaf Voorzieningen voor
details.
Dankzij de vasteschijfadapter voor de Ultra Slim
Bay kunt u een optionele vaste schijf installeren.
Deze adapter wordt uitgebreider beschreven in
hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
U kunt de opslagcapaciteit van de computer
vergroten met een extra vaste schijf van 74,53 of
93,16 GB in de vasteschijfadapter voor de Ultra
Slim Bay.
Gebruikershandleiding1-21
Page 36
Inleiding
1-22Gebruikershandleiding
Page 37
Hoofdstuk 2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
geïdentificeerd. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de
computer aan de slag gaat.
Raadpleeg hoofdstuk 10, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
de wettelijke voetnoot met betrekking tot niet-toepasselijke pictogrammen.
Voorkant met gesloten beeldscherm
De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het
LCD-scherm gesloten.
Systeemlampjes
Schakelaar voor
draadloze communicatie
SysteemlampjesMet behulp van deze lampjes kunt u de status
Gebruikershandleiding2-1
Microfoonbus
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Voorkant van de computer met gesloten LCD-scherm
Hoofdtelefoonbus
Volumeregeling
van verschillende computerfuncties controleren.
U vindt meer informatie in de paragraaf
Systeemlampjes.
Beeldschermvergrendeling
Microfoon
Infraroodpoort
Page 38
Rondleiding
Schakelaar voor
draadloze
communicatie
Schuif deze schakelaar naar links om de functies
voor draadloos LAN en Bluetooth uit te
schakelen. Schuif de schakelaar naar rechts om
deze functies in te schakelen.
Alle modellen beschikken over een schakelaar
voor draadloze communicatie, hoewel slechts
sommige modellen zijn voorzien van functies
voor zowel draadloos LAN als Bluetooth.
■ Schakel Wi-Fi®- en Bluetooth-functies uit in de buurt van mensen
waarbij mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch
apparaat is geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de
pacemaker of het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u
gebruikmaakt van een Wi-Fi- of Bluetooth-functie.
■ Schakel altijd de Wi-Fi- of Bluetooth-functie uit als de pc in de buurt
komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals
automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen
veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
■ Gebruik de Wi-Fi- of Bluetooth-functies niet in de buurt van een
magnetron of in gebieden met radiostoring of magnetische velden.
Storing van een magnetron of andere bron kan tot onderbreking van de
draadloos Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
i.LINK-poort
(IEEE 1394)
Via deze poort kunt u een extern apparaat, zoals
een digitale videocamera, aansluiten voor snelle
gegevensoverdracht.
MicrofoonbusOp de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een
drie-aderige miniplug voor niet-stereofonische
microfooninvoer worden aangesloten.
HoofdtelefoonbusOp de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonbus kan een
sterehoofdtelefoon worden aangesloten.
2-2Gebruikershandleiding
Page 39
Rondleiding
VolumeregelaarGebruik deze regelaar om het volume van de
ingebouwde monoluidsprekers en optionele
externe stereohoofdtelefoon (indien
aangesloten) aan te passen.
Verplaatst de volumeregelaar naar rechts om het
volume te verhogen en naar links om het volume
te verlagen.
Druk op de volumeregelaar om het geluid te
dempen. Druk nogmaals op de volumeregelaar
om het gedempte geluid weer in te schakelen.
Het dempen-pictogram wordt weergegeven
wanneer u op de volumeregelaar drukt. U kunt dit
ook doen door op de toetsen Fn + Esc te
drukken. Raadpleeg de paragraaf Sneltoetsen in
hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer
informatie over de toetsen Fn + Esc.
Beeldschermvergrendeling
Deze vergrendelingsschuif zet het LCD-scherm
vast wanneer dit gesloten is. Duw de
vergrendelingsschuif opzij om het beeldscherm
te openen.
InfraroodpoortDeze infraroodpoort is compatibel met IrDA 1.1-
normen (IrDA = Infrared Data Association). De
poort voorziet in draadloze gegevensoverdracht
met IrDA 1.1-compatibele externe apparaten op
een snelheid van 4 Mbps, 1,15 Mbps,
115,2 kbps, 57,6 kbps, 38,4 kbps, 19,2 kbps of
9,6 kbps.
MicrofoonMet de ingebouwde microfoon kunt u geluid in
uw toepassingen opnemen. Raadpleeg de
paragraaf Geluidssysteem in hoofdstuk 4,
Grondbeginselen.
Gebruikershandleiding2-3
Page 40
Rondleiding
Linkerkant
De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
LAN-actief-lampje
(oranje)
Luchtopeningen
Verbindingslampje
(groen)
ExpressCard-uitwerpknop
ExpressCard-sleuf
Video-out-bus
LAN-poort
Sleuf
beveiligingsslot
Sleuf
beveiligingsslot
Poort voor externe monitor
Linkerkant van de computer
Aan deze sleuf kan een beveiligingskabel
worden bevestigd. De optionele
SD-kaartsleuf
Sleuf voor PC-kaart
Uitwerpknop
voor de
PC-kaart
beveiligingskabel verankert de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp ter bescherming
tegen diefstal.
LAN-poortVia deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter biedt ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits
per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX) en
Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T). Het LAN heeft twee
lampjes. Zie hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor
meer informatie.
■ Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als u
dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
■ Koppel de LAN-kabel niet aan een voedingsbron. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
Aansluitingslampje
(groen)
Dit lampje brandt groen wanneer de computer op
een LAN is aangesloten en het LAN correct
functioneert.
LAN-actief-lampje
(oranje)
Dit lampje brandt oranje tijdens
gegevensoverdracht tussen de computer en het
LAN.
LuchtopeningenDe luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
2-4Gebruikershandleiding
Page 41
Rondleiding
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg ervoor dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips in de pc of het
toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot
kortsluiting leiden, waardoor de pc beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Poort voor externe
monitor
Op deze poort kunt u een extern beeldscherm
aansluiten.
Video-out-busKoppel een S-Video-kabel aan deze poort voor
de uitvoer van videosignalen. De S-Video-kabel
verzendt videosignalen.
ExpressCard-sleufDe ExpressCard-sleuf biedt ruimte voor een
ExpressCard.
ExpressCarduitwerpknop
Met deze knop verwijdert u de ExpressCard uit
de ExpressCard-sleuf.
PC-kaartsleufDe PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een Type II-
kaart. De sleuf ondersteunt 16-bits PC-kaarten
en CardBus-PC-kaarten.
Uitwerpknop voor de
PC-kaart
Met deze knop verwijdert u een PC-kaart uit de
PC-kaartsleuf.
Zorg dat er geen voorwerpen in de ExpressCard- en PC-kaartsleuf
terechtkomen. Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals
schroeven, nietjes en paperclips in de pc of het toetsenbord terechtkomen.
Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
pc beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
SD-kaartsleufSD-kaarten worden in diverse externe apparaten
gebruikt. Door middel van deze sleuf kunt u
gegevens van het apparaat naar de computer
overbrengen.
Zorg dat er geen voorwerpen in de SD-kaartsleuf terechtkomen. Een speld
of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer
beschadigen.
Gebruikershandleiding2-5
Page 42
Rondleiding
Rechterkant
De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Modempoort
Ultra Slim Bay
USB-poorten
Universal Serial Buspoorten (USB 2.0)
Rechterkant van de computer
Op de rechterkant bevinden zich twee USBpoorten. De poorten zijn compatibel met de
Seriële poort
USB 2.0-norm.
Zorg dat er geen voorwerpen in de USB-aansluitingen terechtkomen. Zorg
ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips in de pc of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de pc beschadigd
raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Het is mogelijk dat
sommige functies niet correct werken.
ModempoortU kunt de modemaansluiting gebruiken om de
interne modem rechtstreeks via een
modemkabel aan te sluiten op een telefoonlijn.
2-6Gebruikershandleiding
Page 43
Rondleiding
■ Als de pc wordt aangesloten op een andere communicatielijn dan een
analoge telefoonlijn, kan de pc defect raken.
■ Sluit het ingebouwde modem alleen aan op normale analoge
telefoonlijnen.
■ Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een digitale lijn (ISDN).
■ Sluit het ingebouwde modem nooit aan op de digitale aansluiting
van een openbare telefoon of op een digitale telefooncentrale
(PBX).
■ Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een huiscentrale in een
woning of bedrijf.
■ Sluit de pc nooit aan op de netvoeding tijdens onweer. Als u bliksem
ziet of donder hoort, schakelt u de pc onmiddellijk uit. Een elektrische
spanningspiek ten gevolge van het onweer kan leiden tot een
systeemstoring, gegevensverlies of schade aan de apparatuur.
Ultra Slim BayIn de Ultra Slim Bay kan een DVD-ROM- en
CD-R/RW-station, een DVD Super Multi-station
of een Ultra Slim Bay-vasteschijfadapter worden
geïnstalleerd.
Seriële poortOp deze 9-pens po ort kunt u seriële apparaten
aansluiten, zoals een extern modem of een
seriële muis of printer.
Achterkant
De volgende afbeelding illustreert de achterkant van de computer.
USB-poort
Universal Serial Buspoort (USB 2.0)
Gebruikershandleiding2-7
Gelijkstroomingang (15 V)
De achterkant van de computer
Parallelle poort
Aan de achterkant bevindt zich één USB-poort.
Raadpleeg de paragraaf Rechterkant voor meer
informatie.
De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer . Zorg dat
het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
Accuvergrendeling
Ultra Slim Bay
Ultra Slim
Bay-
ontgrende-
lingsschuif
Hierop wordt de netadapter aangesloten.
Gebruik alleen het model netadapter dat bij de
computer is geleverd. Gebruik van de verkeerde
adapter kan resulteren in beschadiging van de
computer.
poort wordt gebruikt voor aansluiting van een
parallelle printer of een ander parallel apparaat.
Deze poort ondersteunt de ECP-norm
(ECP = Extended Capabilities Port).
Accu-eenheid
Inkepingen
Ontgrendelingsschuif
accuhouder
Dockingpo
ort
Afdekplaatje
geheugensleuf
Vaste schijf
Schroef voor klepje over
vasteschijfeenheid
De onderkant van de computer
Schroef voor Ultra Slim
Bay-vergrendeling
AccuvergrendelingDuw de accuvergrendeling opzij, zodat u de
accu-eenheid kunt verwijderen.
Accu-eenheidDe accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is
aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor
uitgebreide informatie over de accu -e enheid.
2-8Gebruikershandleiding
Page 45
Rondleiding
InkepingenDe haakjes van de Advanced Port Replicator III
Plus passen in de inkepingen van de computer
en zorgen zo voor een veilige verbinding.
Ontgrendelingsschui
f accuhouder
Duw deze schuif opzij en houd de schuif vast om
de accu-eenheid vrij te geven.
Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden voor gedetailleerde informatie over
het verwijderen van de accu-eenheid.
DockingpoortDeze poort ondersteunt verbinding met een
optionele Advanced Port Replicator III Plus,
zoals wordt beschreven in hoofdstuk 8,
Optionele apparat e n.
Zorg dat er geen voorwerpen in de dockingpoort terechtkomen. Een speld
of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer
beschadigen. Een plastic klepje beveiligt de aansluiting.
Ultra Slim BayZie de paragr aa f Rechterkant in dit hoofdstuk
voor meer informatie.
Ultra Slim Bayontgrendelingsschuif
Verschuif de vergrendeling om de Ultra Slim Bay
vrij te geven of vast te zetten.
Let erop dat u de Ulta Slim Bay vergrendelt voordat u de computer
vervoert.
Schroef voor Ultra
Slim Bay-
De Ultra Slim Bay wordt met één schroef
vergrendeld.
vergrendeling
Afdekplaatje
geheugensleuf
Deze behuizing beschermt de sleuven waarin
geheugenmodules kunnen worden geplaatst.
Raadpleeg de paragraaf Geheugenuitbreiding in
hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Schroef voor klepje
over
Het klepje over de vaste schijf wordt met één
schroef vastgezet.
vasteschijfeenheid
Vaste schijfEen vasteschijfeenheid die u kunt verwijderen en
opnieuw installeren. Raadpleeg hoofdstuk 8,
Optionele apparat e n, voor meer informatie over
het verwijderen of opnieuw installeren van de
Vasteschijfeenheid.
Gebruikershandleiding2-9
Page 46
Rondleiding
Voorkant met geopend beeldscherm
Deze paragraaf beschrijft de computer met geopend LCD-scherm.
Raadpleeg de desbetreffende illustratie voor details. U opent het
beeldscherm door de vergrendelingsschuif op de voorkant van het LCDscherm opzij te schuiven en het scherm omhoog te kantelen. Zet het LCDscherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Beeldschermscharnier
Stereoluidspreker
(links)
Aan/uit-knop
TOSHIBA
Assist-knop
Beeldscherm
Stereoluidspreker (rechts)
AccuPoint
AccuPointbesturingsknoppen
Sensor voor
vingerafdrukken
Schakelaar voor
LCD-sensor
(niet zichtbaar)
De voorkant van de computer met geopend LCD-scherm
Beeldschermscharnier
Sensor voor
vingerafdrukken
Touchpad
TOSHIBA-presentatieknop
Het beeldschermscharnier zorgt dat het LCDscherm in de gewenste stand blijft staan.
Met deze sensor kunt u een vingerafdruk invoeren
en laten herkennen.
Touchpad
besturingsknoppen
Raadpleeg de paragraaf De sensor voor
vingerafdrukken gebruiken in hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor gedetailleerde informatie
over de vingerafdruksensor.
2-10Gebruikershandleiding
Page 47
Rondleiding
BeeldschermHet LCD-scherm toont contrastrijke tekst en
afbeeldingen. De beschikbare resoluties hangen
af van het model. Met XGA kunt u de resolutie
instellen op waarden tussen 800 × 600 en
1024 × 768 pixels. Met SXGA+ is een resolutie
tussen 800 × 600 en 1400 × 1050 pixels
mogelijk. Raadpleeg de paragraaf
Beeldschermcontroller en videomodi in bijlage B.
Als de computer door de accu wordt gevoed, ziet
het LCD-scherm er niet zo helder uit als bij
gebruik van de netadapter. Het lagere
helderheidsniveau dient om accu-energie te
besparen.
StereoluidsprekersVia de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
AccuPointbesturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het
toetsenbord kunt u menuopties selecteren of
bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen
die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Raadpleeg de paragraaf De AccuPoint gebruiken
in Hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
AccuPointMet dit aanwijsapparaat, dat zich in het midden
van het toetsenbord bevindt, kunt u de
schermaanwijzer besturen. Raadpleeg de
paragraaf De AccuPoint gebruiken in
hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Touchpadbesturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het touchpad
kunt u menuopties selecteren en bewerkingen
uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de
schermaanwijzer hebt geselecteerd.
TouchpadMet het touchpad in het midden van de polssteun
kunt u de schermaanwijzer verplaatsen.
Raadpleeg de paragraaf Het touchpad gebruiken
in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Gebruikershandleiding2-11
Page 48
Rondleiding
TOSHIBApresentatieknop
TOSHIBA Assistknop
Druk op deze knop om over te schakelen naar
interne weergave, simultaanweergave of
multi-monitorweergave.
De standaardinstelling is simultaanweergave op
LCD en CRT met een resolutie van 1024 × 768.
Als u twee keer op deze knop drukt, schakelt u
over naar enkele weergave op LCD. Als
multi-monitor wordt geselecteerd in Windows XP,
verandert de weergavemodus van de computer
bij LCD-schermen en conventionele schermen.
U kunt ook terugkeren naar enkele weergave
door twee keer op deze knop te drukken.
De instellingen van de TOSHIBA
Presentatieknop kunnen worden gewijzigd via de
eigenschappen van T oshiba Controls. U schakelt
over naar multi-monitorweergave door “Andere
afbeelding” (alleen Windows XP) te selecteren of
naar simultaanweergave op een intern en extern
scherm door “Zelfde afbeelding” te selecteren.
Druk op deze knop om een programma
automatisch te starten. Als de computer is
uitgeschakeld of stand-by of in de slaapstand
staat, drukt u op deze knop om de computer in te
schakelen en het programma te starten.
U kunt de functie selecteren via de
eigenschappen van TOSHIBA Controls.
De standaardtoepassing is TOSHIBA Assist.
Aan/uit-knopDruk op de aan/uit-knop om de computer in en
uit te schakelen.
LCDsensorschakelaar
Deze schakelaar detecteert wanneer het LCDscherm van de computer wordt gesloten of
geopend en activeert de functie In-/uitschakelen
via LCD. Wanneer u het LCD-scherm sluit, wordt
de computer in de slaapstand gezet en
uitgeschakeld. Wanneer u het LCD-scherm
opent, wordt de computer in de slaapstand
gestart. Gebruik het hulpprogr a mma TOSHIBA
Power Saver om deze functie in of uit te
schakelen. Standaard is de functie ingeschakeld.
Raadpleeg de gedeelten over TOSHIBA Power
Saver en In-/uitschakelen via LCD in
hoofdstuk 1, Speciale voorzieningen, voor
informatie over instellingen.
2-12Gebruikershandleiding
Page 49
Plaats geen magnetische voorwerpen in de buurt van de schakelaar. Als u
dit wel doet, wordt de computer automatisch in de slaapstand gezet en
uitgeschakeld, zelfs als de functie In-/uitschakelen via LCD is
uitgeschakeld.
Systeemlampjes
De lampjes naast de pictogrammen gaan branden wanneer diverse
computerbewerkingen worden uitgevoerd.
SD-kaartWanneer de computer toegang heeft tot de
DC INHet DC IN-lampje brandt groen als via de
VoedingHet aan/uit-lampje brandt groen als de computer
AccuHet accu-lampje toont het ladingsniveau van de
Rondleiding
Systeemlampjes
SD-kaart sleuf, brandt dit lampje groen.
netadapter gelijkstroom (DC) wordt geleverd. Als
er problemen zijn met de uitgangsspanning van
de adapter of met de stroomvoorziening, knippert
dit lampje oranje.
aan is. Als u Stand-by selecteert in het venster
Windows afsluiten, knippert dit lampje (één
seconde aan, twee seconden uit) terwijl de
computer wordt uitgezet.
accu: groen betekent volledig opgeladen, oranje
betekent dat de accu wordt opgeladen en
knipperend oranje betekent da t de accu bijna
leeg is. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden.
Vaste schijfHet lampje voor de vaste schijf brandt blauw
Draadloze
communicatie
Gebruikershandleiding2-13
wanneer de computer toegang tot de
geïntegreerde vaste schijf heeft.
Het lampje voor draadloze communicatie
brandt wanneer de functies voor Bluetooth en
draadloos LAN zijn ingeschakeld.
Page 50
Rondleiding
Toetsenbordlampjes
In de volgende afbeeldingen ziet u waar de lampjes van de geïntegreerde
numerieke toetsen en het Caps Lock-lampje zich bevinden.
Als het lampje van de cursormodus brandt, kunt u de geïntegreerde
numerieke toetsen als cursortoetsen gebruiken.
Brandt het lampje van de numerieke modus, dan kunt u de geïntegreerde
numerieke toetsen gebruiken om cijfers in te voeren.
Als het Caps Lock-lampje brandt, is de functie voor
hoofdlettervergrendeling ingeschakeld.
Caps LockDit lampje brandt groen als de
Caps Lock-lampje
Caps Lock-lampje
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
Lampje voor
cursormodus
Lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen
Lampje voor
numerieke modus
CursormodusAls het lampje van de cursormodus groen
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke
toetsen (de toetse n met d e gr ijze op sch rif ten) a ls
cursortoetsen gebruiken. Raadpleeg de
paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in
hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Numerieke modusAls het lampje van de numerieke modus groen
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke
toetsen (de toetsen met de gri j ze opschriften)
gebruiken om cijfers in te voeren. Raadpleeg de
paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in
hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
2-14Gebruikershandleiding
Page 51
USB-diskettestation (optioneel)
Het optionele USB-diskettestation ondersteunt diskettes van 1,44 MB en
720 KB en wordt aangesloten op de USB-poort.
USB-connector
Rondleiding
Disketteactiviteitslampje
Diskettesleuf
USB-diskettestation
Uitwerpknop
USB-connectorPlaats deze connector in een van de USB-
poorten van de computer.
Disketteactiviteitslampje
Dit lampje gaat branden wanneer gegevens van
de diskette worden gelezen of ernaar worden
geschreven.
DiskettesleufPlaats een diskette in deze sleuf.
UitwerpknopWanneer een diskette volledig in het station is
geplaatst, komt de uitwerpknop omhoog.
U verwijdert een diskette door op de uitwerpknop
te drukken: de diskette wordt een stukje
uitgeschoven en kan worden verwijderd.
Controleer het disketteactiviteitslampje wanneer u het USBdiskettestation gebruikt. U mag niet op de uitwerpknop drukken of de
computer uitschakelen terwijl het lampje brandt. Doet u dit wel, dan loopt u
het risico van gegevensverlies en beschadiging van de diskette of het
station.
■ Gebruik het USB-diskettestation op een plat, horizontaal oppervlak.
Plaats het station tijdens gebruik niet op een vlak dat meer dan 20°
helt.
■ Plaats geen voorwerpen op het diskettestation.
Gebruikershandleiding2-15
Page 52
Rondleiding
Optische schijfsta tions
De computer is uitgerust met een van de volgende optische schijfstations:
DVD-ROM en CD-R/RW of DVD Super Multi-stations. Voor het aansturen
van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra
de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het
station branden.
Meer informatie over schijven plaatsen en verwijderen vindt u in de
paragraaf Optische schijfstations gebruiken in hoofdstuk 4,
Grondbeginselen.
Regiocodes voor DVD-stations en -media
DVD-ROM- en CD-RW-stations en DVD Super Multi-stations en de media
voor deze stations worden vervaardigd conform de specificaties van zes
verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video’s te
voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-video-schijven te controleren
of de schijven geschikt zijn voor uw station.
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD’s en
DVD’s beschreven. Controleer in de specificaties voor uw station welke
schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik RecordNow! voor het
beschrijven van CD’s. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
CD’s
■ Beschrijfbare CD’s (CD-R’s) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of
veranderd.
■ CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW’s, high-speed CD-RW’s en
ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
2-16Gebruikershandleiding
Page 53
DVD’s
■ DVD-R’s en DVD+R’s kunnen slechts één keer worden beschreven.
De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
■ DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
Indelingen
De stations ondersteunen de volgende indelingen:
Rondleiding
■ CD-ROM
■ DVD-ROM
■ CD-DA
■ Photo CD™
(single/multi-sessie)
■ CD-ROM XA Mode 2
(Form1, Form2)
■ DVD-Video
■ CD-Text
■ CD-ROM Mode 1, Mode 2
■ Enhanced CD (CD-EXTRA)
■ Adresseringsmethode 2
DVD-ROM- en CD-R/RW-station
In de DVD-ROM- en CD-R/RW-stationsmodule van volledige grootte kunt u
zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD’s vastleggen en
CD’s/DVD’s van 12 cm of 8 cm lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen8-speed (maximaal)
CD lezen24-speed (maximaal)
CD-R schrijven24-speed (maximaal)
CD-RW schrijven24-speed (maximaal, ultra-speed media)
Gebruikershandleiding2-17
Page 54
Rondleiding
DVD Super Multi-station
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder
adapter gegevens op herschrijfbare CD’s vastleggen en CD’s/DVD’s van
12 of 8 cm lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een
voedingsbron en op de computer. Zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstandenvoor meer informatie.
De netadapter (2-pins stekker)
2-18Gebruikershandleiding
Page 55
Rondleiding
De netadapter (3-pins stekker)
■ Afhankelijk van het model kan de kabel een 2-pins of 3-pins stekker
bevatten.
■ Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
■ Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet
buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio’s dient
u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die met de pc is meegeleverd en de
TOSHIBA-accu-oplader (die mogelijk met de pc is meegeleverd), of
gebruik een netadatper of oplader van een ander model dat door
TOSHIBA is goedgekeurd om het risico van brand of schade aan de pc en
zo mogelijk letsel te vermijden. TOSHIBA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een
incompatibele adapter of lader.
Gebruikershandleiding2-19
Page 56
Rondleiding
2-20Gebruikershandleiding
Page 57
Voor u begint
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw
computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
■ De netadapter aansluiten
■ Het beeldscherm openen
■ De computer inschakelen
■ Voor het eerst opstarten
■ De computer uitschakelen
■ Computer opnieuw opstarten
■ De vooraf geïnstalleerde software herstellen
Lees in elk geval de paragraaf Voor het eerst opstarten.
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De
handleiding is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te
laten werken. Als u de aanbevelingen in deze gids volgt, verkleint u de
kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Hoofdstuk 3
Gebruikershandleiding3-1
Page 58
Voor u begint
Andere aandachtspunten
■ Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
regelmatig wordt bijgewerkt.
■ Formatteer nooit opslagmedia zonder eerst de inhoud hiervan te
controleren. Bij formattering worden alle opgeslagen gegevens
verwijderd.
■ Het is verstandig om af en toe een back-up te maken van de interne
vaste schijf of van een ander primair opslagapparaat op externe media.
Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange
termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in
gegevensverlies.
■ Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat alle
gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf of op
een ander opslagmedium. Als u dat niet doet, kan dit mogelijk
resulteren in gegevensverlies.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de
computer aan de slag te gaan, omdat de accu-ee nheid eerst moet worden
opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen
100 en 240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het opl a de n van
de accu-eenheid met de netadapter.
3-2Gebruikershandleiding
Page 59
Voor u begint
■ Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die met de computer is
meegeleverd en de TOSHIBA-accuoplader (die mogelijk met de
computer is meegeleverd), of gebruik een netadapter of oplader die
door TOSHIBA is goedgekeurd om het risico van brand of andere
schade aan de computer te vermijden. Het gebruik van een
incompatibele netadapter of accu-oplader kan leiden tot brand of
schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg.
TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is
veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter of
acculader.
■ Sluit de netadapter of accu-oplader nooit aan op een voedingsbron die
niet overeenstemt met de spanning en frequentie die op het
voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
■ Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en
frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
■ Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet
buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio’s dient
u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
■ Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
■ Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten
van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u
deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de
gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te
staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk
letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
■ Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan
beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de
onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter
namelijk stijgen.
■ Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestenig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor
gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en hanteringsinstructies.
Gebruikershandleiding3-3
Page 60
Voor u begint
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Afhankelijk van het model kan de kabel een 2-pins of 3-pins stekker
bevatten.
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de
gelijkstroomingang (DC IN 15V) op de achterkant van de computer.
Gelijkstroomingang (15 V)
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan. Het acculampje en
het DC IN-lampje op de voorkant van de computer gaan branden.
3-4Gebruikershandleiding
Page 61
Het beeldscherm openen
Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal
kijkgemak.
1. Schuif de schermvergrendeling op de voorkant van de computer opzij
om het beeldscherm te ontgrendelen.
2. Houd de polssteun met één hand naar beneden, zodat het
hoofdgedeelte niet wordt opgetild. Til het scherm nu langzaam omhoog.
Pas de hoek van het scherm aan voor een optimale helderheid.
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het LCD-scherm. Als u het
te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Voor u begint
LCD-scherm
Het LCD-scherm openen
De computer inschakelen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Het lampje van de aan/uit-knop geeft de status aan. Raadpleeg de
paragraaf Voedingslampjes in Hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden.
■ Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem
niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Raadpleeg de paragraaf Voor het eerst opstarten.
■ Als het optionele USB-diskettestation is aangesloten, controleer dan of
dit leeg is. Als het station een diskette bevat, drukt u op de uitwerpknop
en verwijdert u de diskette.
Beeldschermvergrendeling
Gebruikershandleiding3-5
Page 62
Voor u begint
1. Open het LCD-scherm van de computer.
2. Houd de aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden ingedrukt.
Aan/uit-knop
Voor het eerst opstarten
Wanneer u de computer de eerste keer inschakelt, bestaat het eerste
scherm uit het opstartlogo van Microsoft Windows XP. Volg de
aanwijzingen op elk scherm. Tijdens de configuratie kunt u op de knop
Terug klikken om terug te keren naar het vorige scherm.
Vergeet niet om de Windows-gebruiksrechtovereenkomst
zorgvuldig door te lezen.
De computer inschakelen
De computer uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus (ofwel opstartmodus), slaapstand of stand-by-modus.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het
hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, dient u deze op de vaste schijf of een
diskette op te slaan.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder
vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
3-6Gebruikershandleiding
Page 63
■ Controleer of de lampjes voor de vaste schijf en de Ultra Slim Bay uit
zijn. Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt,
loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd
raakt.
■ Schakel nooit de stroom uit terwijl een toepassing actief is Dit zou tot
gegevensverlies kunnen leiden.
■ Schakel nooit de stroom uit, koppel nooit een extern opslagapparaat
los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
3. Klik op St art en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het
venster Computer uitschakelen op Uitschakelen.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Stand-by-modus
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
de software te hoeven sluiten: De gegevens worden in het hoofdgeheugen
van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw
werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
■ Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer op stand-by
gezet conform de instellingen in het hulpprogramma TOSHIBA Power
Saver.
■ Als u de computer uit de stand-by-modus wilt halen, drukt u op de
aan/uit-knop of op een willekeurige toets. De laatste methode werkt
alleen op het ingebouwde toetsenbord als de optie Activering op
toetsenbord is ingeschakeld in HW Setup.
■ Als de computer automatisch op stand-by wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer uit de stand-by-modus wordt gehaald.
■ Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch op stand-by wordt
gezet, schakelt u Stand-by uit in TOSHIBA Power Saver. Hierna is de
computer echter niet langer compatibel met de Energy Star-richtlijnen.
Voor u begint
Gebruikershandleiding3-7
Page 64
Voor u begint
■ Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer op
stand-by te zetten.
■ Wanneer de computer in de stand-by-modus staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch,
dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de
stand-by-modus is (tenzij de computer op een stopcontact is
aangesloten). Doet u dit toch, dan gaan de gegevens in het geheugen
verloren.
■ Als u de computer meeneemt aan boord van een vlieg tuig of in een
ziekenhuis, dient u de computer af te sluiten in de slaapstand of
afsluitmodus om verstoring van radiosignalen te voorkomen.
Voordelen van Stand-by
De voordelen van de Stand-by-functie zijn als volgt.
■ De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
■ De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem
stand-by.
■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Stand-by activeren
U kunt Stand-by ook activeren door op Fn + F3 te drukken. Zie
hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt de stand-by-modus op een van de volgende drie manieren
activeren:
1. Klik op St art, klik vervolgens op Computer uitschakelen en ten slotte
op Stand-by.
2. Sluit het LCD-scherm van de computer. Deze functie moet
ingeschakeld zijn. Raadpleeg het tabblad Acties instellen in het
hulpprogramma TOSHIBA Power Saver in het Configuratiescherm.
Open Prestaties en onderhoud en vervolgens TOSHIBA Power
Saver.
3. Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet ingeschakeld zijn.
Raadpleeg het tabblad Acties instellen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver in het Configuratiescherm.
Open Prestaties en onderhoud en vervolgens TOSHIBA Power
Saver.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
3-8Gebruikershandleiding
Page 65
■ Wanneer de computer in de stand-by-modus wordt afgesloten, gaat het
aan/uit-lampje oranje knipperen.
■ Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de bedrijfstijd verlengen
door in de slaapstand af te sluiten. De stand-by-stand verbruikt meer
energie.
Beperkingen van de stand-by-modus
In de volgende omstandigheden werkt Stand-by niet:
■ De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
■ Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Slaapstand
De slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt
opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer
dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De
status van randapparaten wordt bij het inschakelen van de slaapstand niet
opgeslagen.
■ Sla uw gegevens op. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt
de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw
gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
■ Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het
lampje van de vaste schijf uitgaat.
■ Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
gaan gegevens verloren.
Voor u begint
Voordelen van de slaapstand
De voordelen van de slaapstand zijn als volgt.
■ Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Om de computer te kunnen afsluiten in de slaapstand, moet u deze functie
op twee plaatsen activeren: (a) op het tabblad Slaapstand van
Energiebeheer en (b) op het tabblad Acties instellen van TOSHIBA Power
Saver.
Als u deze functie niet instelt, wordt de computer in de stand-by-modus
afgesloten wanneer de accu bijna leeg is. In dat geval gaan de gegevens
die in de stand-by-modus zijn opgeslagen, verloren.
■ Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
Gebruikershandleiding3-9
Page 66
Voor u begint
■ De functie bespaart stroom door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem in
slaapstand.
■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Slaapstand activeren
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de slaapstand in te schakelen:
1. Klik op St art.
2. Selecteer Computer uitschakelen.
3. Open het dialoogvenster Computer uitschakelen.
4. Selecteer Slaap stand.
Automatische slaapstand
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het beeldscherm sluit, wordt de
computer automatisch in de slaapstand gezet. Eerst dient u echter de juiste
instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Klik op St art en open het Configuratiescherm.
2. Open Prest aties en onderhoud en vervolgens Energiebeheer.
3. Open het tabblad Slaapstand in het dialoogvenster Eigenschappen
voor Energiebeheer, schakel het selectievakje Slaapstand
inschakelen in en klik op de knop Toepassen.
4. Open TOSHIBA Power Saver.
5. Selecteer het tabblad Actie instellen.
6. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor Als ik op de aan/uit-knop druk en Als ik het scherm sluit.
7. Klik op OK.
Gegevensopslag in de slaapstand
Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het
geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren. Gedurende deze periode brandt het lampje van de vaste schijf.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de
vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te
schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
3-10Gebruikershandleiding
Page 67
Computer opnieuw opstarten
In bepaalde gevallen dient u het systeem opnieuw op te starten.
Bijvoorbeeld:
■ als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
■ als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. Klik op St art en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het
venster Computer uitschakelen op Opnieuw starten.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om Windows Taakbeheer te openen en
selecteer vervolgens Afsluiten en Opnieu w starten.
3. Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden
ingedrukt. Wacht 10 à 15 seconden en schakel de computer vervolgens
weer in door op de aan/uit-knop te drukken.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen
Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de DVD-ROM
Productherstel gebruiken om de bestanden te herstellen.
Het complete systeem herstellen
Voer de volgende stappen uit om het besturingssysteem en alle vooraf
geïnstalleerde software te herstellen.
Voor u begint
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + Esc te drukken, schakelt u dit
weer in voordat u het systeem herstelt. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het
toetsenbord, voor meer informatie.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren
gaan.
1. Plaats de herstelschijf in het optionele optische station en schakel de
computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Laat F12 los
zodra In Touch with Tomorrow TOSHIBA wordt weergegeven.
3. Gebruik de linker- of rechtercursortoets om het CD-ROM-pictogram te
selecteren in het weergegeven menu. Raadpleeg de paragraaf
Opstartprioriteit in hoofdstuk 7, HW Setup en BIOS Setup, voor meer
informatie.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als de computer is geleverd met extra software geïnstalleerd, kan deze
software niet worden hersteld met de productherstel-DVD-ROM.
Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of
spelletjes) zo nodig apart vanaf andere media.
Gebruikershandleiding3-11
Page 68
Voor u begint
TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s
herstellen
Als Windows naar behoren werkt, kunnen stuurprogramma’s of
toepassingen afzonderlijk worden hersteld. De map C:\TOOLSCD bevat de
stuurprogramma’s en toepassingen van uw computer. Als
systeemstuurprogramma’s of -toepassingen op een of andere manier zijn
beschadigd, kunt u de meeste van deze componenten opnieuw installeren
vanuit deze map.
Maak voor het gemak een kopie van deze map op een extern medium.
3-12Gebruikershandleiding
Page 69
Hoofdstuk 4
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u dient te
treffen. Verder leest u hier hoe u met CD’s en DVD’s omgaat.
TOSHIBA Dubbel aanwijsapparaat
De computer is uitgerust met een tweeledig aanwijssysteem: een touchpad
en een AccuPoint-aanwijspookje.
Het touchpad gebruiken
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te
plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer
wilt verplaatsen.
AccuPoint
Sensor voor
vingerafdrukken
Touchpadbesturingsknoppen
AccuPoint-
besturingsknoppen
Touchpad en touchpadbesturingsknoppen
Gebruikershandleiding4-1
Touchpad
Page 70
Grondbeginselen
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt
als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te
selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer
hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie
weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
U kunt de functies die doorgaans met de linkerknop worden uitgevoerd,
ook activeren door zachtjes op het touchpad te tikken.
Klikken: één keer tikken
Dubbelklikken: Tik het touchpad tweemaal aan.
Slepen en neerzetten: Tik om het te verplaatsen materiaal te
selecteren. Laat uw vinger na de tweede tik op het touchpad en
verplaats het materiaal.
De AccuPoint gebruiken
Om de AccuPoint te gebruiken duwt u deze met uw vingertop in de richting
waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
De twee knoppen boven het touchpad werken in combinatie met de
AccuPoint op dezelfde manier als bij gebruik met het touchpad. Raadpleeg
de paragraaf Het touchpad gebruiken voor detai l s.
Voorz orgsmaatregelen bij AccuPoint-gebruik
Bepaalde omstandigheden kunnen van invloed zijn op de aanwijzer
wanneer u de AccuPoint gebruikt. De aanwijzer kan bijvoorbeeld
tegengesteld aan de AccuPoint-bediening werken of er kan een foutbericht
worden weergegeven als
■ u de AccuPoint aanraakt tijdens het opstarten;
■ u tijdens het opstarten constante, zachte druk op de AccuPoint
uitoefent;
■ er een plotselinge temperatuurverandering plaatsvindt;
■ er harde druk op de AccuPoint wordt uitgeoefend.
Als een foutbericht verschijnt, start u de computer opnieuw op. Ziet u geen
foutbericht, dan wacht u even tot de aanwijzer stilstaat, waarna u weer
verder gaat.
4-2Gebruikershandleiding
Page 71
Het kapje vervangen
Het AccuPoint-kapje is onderhevig aan slijtage en dient na langdurig
gebruik te worden vervangen.
1. Pak het AccuPoint-kapje stevig vast en trek het kapje recht omhoog om
het te verwijderen.
Het AccuPoint-kapje verwijderen
2. Plaat s een nieuw kapje op de pin en druk het vast.
De pin is vierkant, evenals het gat in het kapje; zorg dus dat het gat zich
recht boven de pin bevindt.
Grondbeginselen
De sensor voor vingerafdrukken gebruiken
Op uw computer is een vingerafdrukhulpprogramma geïnstalleerd
waarmee vingerafdrukken kunnen worden vastgelegd en herkend. Als u de
id en het wachtwoord vastlegt in het apparaat voor vingerafdrukverificatie,
hoeft u het wachtwoord niet meer via het toetsenbord in te voeren. Met de
functie voor vingerafdrukken kunt u het volgende doen:
■ Aanmelden bij Windows en toegang tot een beveiligde webpagina via
Internet Explorer.
■ Bestanden en mappen kunnen worden gecodeerd/gedecodeerd, zodat
andere gebruikers er geen toegang toe hebben.
■ Bij terugkeer uit een energiebesparende stand, zoals de stand-by-
stand, kan een schermbeveiliging met wachtwoordbeveiliging worden
uitgeschakeld.
■ Verificatie van het gebruikerswachtwoord (en indien van toepassing het
vasteschijfwachtwoord) terwijl de computer wordt opgestart (beveiliging
bij opstarten).
■ Functie voor enkelvoudige aanmelding
Gebruikershandleiding4-3
Page 72
Grondbeginselen
Aandachtspunten met betrekking tot de sensor voor
vingerafdrukken
Houd u aan de onderstaande richtlijnen wanneer u de vingerafdruksensor
gebruikt. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kant dit leiden tot
beschadiging of storing van de sensor, problemen met de
vingerafdrukherkenning of een lager herkenningspercentage.
■ Kras of duw niet met uw nagels of andere harde of scherpe voorwerpen
op de sensor.
■ Drukt niet hard op de sensor.
■ Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen.
Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp.
■ Raak de sensor niet aan met een vuile vinger aangezien kleine stof- en
vuildeeltjes de sensor kunnen bekrassen.
■ Plak geen stickers op de sensor en schrijft er niet op.
■ Raak de sensor niet aan met een vinger of een ander voorwerp met
opgebouwde statische elektriciteit.
Let op het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst voor opslag,
registratie of herkenning van de vingerafdruk.
■ Was uw handen en droog ze grondig.
■ Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak
van sensorstoringen, met name bij droog weer.
■ Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen
schoonmaakmiddel of andere chemicaliën om de sensor te reinigen.
■ Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk vastlegt of wilt laten
herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten in de opslag of een
afname in het herkenningspercentage
■ Weke of gezwollen vinger, bijvoorbeeld nadat u een bad hebt
genomen.
■ Verwonde vinger
■ Natte vinger
■ Vuile of vettige vinger
■ Zeer droge huid op de vinger
Doe het volgende als u het slagingspercentage van de
vingerafdrukherkenning wilt verbeteren.
■ Let twee of meer vingers vast.
■ Leg aanvullende vingers vast als de herkenning vaak mislukt met de
opgeslagen vingers.
■ Controleer de staat van uw vinger. Het herkenningspercentage neemt
af bij veranderingen in de vinger sinds u deze hebt vastgelegd, zoals
verwondingen of ruwe, zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of
gezwollen vingers. Ook als de vingerafdruk is verzwakt of als de vinger
dunner of dikker wordt, kan het herkenningspercentage afnemen.
4-4Gebruikershandleiding
Page 73
■ Aangezien de vingerafdruk van elke vinger verschillend en uniek is,
dient u erop te letten dat u alleen de geregistreerde of opgeslagen
vingerafdruk(ken) voor identificatie gebruikt.
■ Let op de positie en snelheid waarmee u uw vinger over de sensor
haalt. Raadpleeg hiervoor de volgende tekening.
De vingerafdrukgegevens verwijderen
Opgeslagen vingerafdrukgegevens worden opgeslagen in speciaal,
niet-vluchtig geheugen in de vingerafdruksensor. Als u de computer aan
iemand anders geeft of weggooit, wordt daarom aangeraden de
vingerafdrukgegevens als volgt te verwijderen:
1. Klik op Start, wijs Alle programma’s aan, wijs protector Suite QL aan
en klik op Control Center.
2. Het scherm Protector Suite Software wordt weergegeven.
3. Klik op Fingerprints (Vingerafdrukken) en klik op Delete (Verwijderen).
4. Klik op Settings (Instellingen) en klik op Fingerprint Storage
Inspector.
5. Het venster Fingerprint Storage Inspector wordt weergegeven. Als er
nog steeds vingerafdrukgegevens in de lijst worden weergegeven,
selecteert u al deze gegevens en klikt u op Verwijderen.
6. Controleer of alle vingerafdrukgegevens zijn verwijderd in het venster
FingerprintStorage Insp e cto r.
Beperkingen van de sensor voor vingerafdrukken
Houd rekening met de onderstaande beperkingen wanneer u de
vingerafdruksensor gebruikt:
■ De sensor voor vingerafdrukken vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk.
■ Er wordt een waarschuwing weergegeven als de herkenning afwijkend
is of binnen een bepaalde tijd niet is geslaagd.
■ Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
■ Toshiba garandeert niet dat de technologie voor
vingerafdrukherkenning foutloos is.
■ Toshiba garandeert niet dat de sensor voor vingerafdrukken de
opgeslagen gebruiker altijd herkent of onb evoegde gebruikers altijd de
toegang weigert. Toshiba is niet aansprakelijk voor fouten of
beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van de
software of het hulpprogramma voor vingerafdrukherkenning.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding4-5
Page 74
Grondbeginselen
In de volgende illustraties ziet u de aanbevolen manier om uw vinger over
de vingerafdruksensor te halen.
Plaats uw vinger op de sensor, zoals wordt aangegeven in de tekening, en
haal uw vinger erover.
Aandachtspunten met betrekking tot het hulpprogramma
voor vingerafdrukken
U kunt reservekopieën van opgeslagen vingerafdrukgegevens en
informatie in de PasswordBank maken met de functie Import or Export
User Data (Gebruikersgegevens importeren of exporteren) van de
software voor vingerafdrukbeheer. Met deze functie kunnen in Mysafe
echter geen reservekopieën van gecodeerde bestanden worden gemaakt.
In dit geval wordt aanbevolen een reservekopie van deze bestanden te
maken op externe media met behulp van de standaardmethoden om
bestanden te kopiëren.
Als de bestandscoderingsfunctie EFS (Encryption File System) van
Windows XP wordt gebruikt om een bestand te coderen, kan het bestand
niet worden gecodeerd met de coderingsfunctie van deze software.
Als de sensor voor vingerafdrukken en Trusted Platform Module (TPM)beveiliging worden gebruikt als identificatiemethode, moet u het pakket
Infineon TPM Professional installeren en configureren voordat u het
hulpprogramma voor vingerafdrukken installeert en configureert.
Raadpleeg de TPM (Trusted Plat form Mo dule) in stallatiegids voor meer
informatie over de installatie- en configuratiemethoden voor TPM.
In het Help-bestand wordt vermeld dat de functie PasswordBank
(Wachtwoordbank) van deze software kan worden gebruikt voor het
beheren van veiligheidsfuncties met betrekking tot internet en algemene
toepassingen. De functie Internet PasswordBank van het hulpprogramma
voor vingerafdrukken bij deze computer kan echter alleen worden gebruikt
met Micosoft Internet Explorer.
4-6Gebruikershandleiding
Page 75
Configuratieprocedure
Voer de volgende stappen uit als u voor het eerst vingerafdrukverificatie
gebruikt.
Registratie van vingerafdrukken
Sla de vereiste verificatiegegevens in eerste instantie op met de “User
Enrollment Wizard”.
■ Het systeem voor vingerafdrukverificatie gebruikt dezelfde
gebruikersnaam en wachtwoord die zijn ingesteld in het Windowsbesturingssysteem. Als er geen Windows-wachtwoord is
geconfigureerd, moet u dit doen voordat u vingerafdrukken gaat
registreren.
■ Er kunnen maximaal 21 vingerafdrukpatronen worden geregistreerd in
deze sensor.
1. Klik op St art, Alle programma’s en Protector Suite QL en klik op
User Enrollment Wizard.
U kunt de User Enrollment Wizard ook als volgt starten.
■ Klik op het pictogram Protector Suite QL op de taakbalk.
■ Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken.
2. Klik op Volgende.
3. In het venster User’s Password (Gebruikerswachtwoord) dat verschijnt
controleert u of dezelfde Windows-gebruikersnaam wordt weergegeven
voordat u het juiste wachtwoord typt in het vak Enter your password
(Wachtwoord invoeren). Klik daarna op Volgende.
4. Lees de tekst in het venster Hints for Fingerprint Enrollment (Tips
voor het vastleggen van vingerafdrukken) en zorg dat het vakje Run Interactive Tutorial (Interactieve zelfstudie starten) een vinkje bevat.
Klik daarna op Volgende.
5. Lees de tekst in het venster Correct Swipe Procedure (Juiste
procedure) en klik op Volgende.
6. In het venster Scanning Practice (Scanoefening) kunt u oefenen en
uw vinger over de sensor halen om te zorgen dat u de juiste methode
gebruikt. Nadat u klaar bent met oefenen, klikt u op Volgende.
7. In het venster User’s Fingers (Vingers van de gebruiker) selecteert u
de vinger die u wilt vastleggen in de illustratie en klikt u op Volgende.
Eerder vastgelegde vingerafdrukken worden in dit venster aangegeven
met een groen vinkje, terwijl de vingerafdruk die u gaat vastleggen een
rood vinkje bevat. Als een van de eerder vastgelegde vingerafdrukken
opnieuw wordt geselecteerd, wordt de meest recente informatie
opgeslagen en wordt de vorige informatie overschreven.
8. Geef in het venster Advanced Security (Geavanceerde beveiliging)
aan of u de beveiligingsfunctie wilt inschakelen en klik op Volgende.
9. Klik in het venster Finalization (Afsluiten) op Voltooien. Hiermee wordt
de vingerafdrukregistratie voltooid.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding4-7
Page 76
Grondbeginselen
Aanmelden bij Windows via vingerafdrukverificatie
Indien gewenst kunt u, in plaats van de gebruikelijke Windows-aanmelding
met een gebruikersnaam en een wachtwoord, zich ook bij Windows
aanmelden via vingerafdrukverificatie. Dit is met name handig als een
computer door veel gebruikers wordt gebruikt, aangezien hierbij de
gebruikersselectie kan worden overgeslagen wanneer het systeem wordt
opgestart.
Procedure voor vingerafdrukverificatie
1. Start de computer op.
2. Kies in het venster Logon Authorization (Aanmeldingsverificatie) en
van de opgeslagen vingers en haal die vinger over de sensor. Als de
verificatie is gelukt, wordt de gebruiker automatisch aangemeld bij
Windows.
Als de vingerafdrukverificatie mislukt, moet u zich aanmelden bij Windows
met de juiste combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord. Bovendien
moet u deze handmatige aanmelding uitvoeren als de
vingerafdrukverificatie driemaal achter elkaar mislukt. Er wordt een
waarschuwing weergegeven als de verificatie afwijkend is of niet is
geslaagd binnen een bepaalde tijd.
Opstartbeveiliging via vingerafdrukken
Algemeen
Het systeem voor vingerafdrukverificatie kan worden gebruikt als
vervanging van de wachtwoordverificatie via het toetsenbord wanneer de
computer wordt ingeschakeld.
Als u de vingerafdrukverificatie niet wilt gebruiken wanneer de computer
wordt ingeschakeld, maar liever een wachtwoord invoert, drukt u
eenvoudig op de toets Backspace wanneer het venster Fingerprint PowerOn Security wordt weergegeven. Het scherm waarin u met het toetsenbord
een wachtwoord kunt invoeren wordt nu weergegeven.
4-8Gebruikershandleiding
Page 77
Grondbeginselen
■ U moet een gebruikerswachtwoord registreren met het TOSHIBA-
wachtwoordhulpprogramma voordat u opstartbeveiliging via
vingerafdrukken en de aanvullende functie kunt gebruiken om via
vingerafdrukken toegang tot de computer te krijgen wanneer deze
wordt aangezet.
■ Als de vingerafdrukverificatie meer dan vijfmaal mislukt, als een vooraf
ingestelde tijdslimiet wordt overschreven of als u op Backspace drukt,
wordt [Password =] op het scherm weergegeven en moet u het
gebruikerswachtwoord of het supervisorwachtwoord handmatig
invoeren om de computer op te starten.
■ Haal uw vinger langzaam en met een constante snelheid over de
sensor. Als u merkt dat het verificatiepercentage hierdoor niet
toeneemt, dient u de snelheid aan te passen waarmee u uw vinger
over de sensor haalt.
■ Als er wijzigingen zijn in de omgeving of instellingen die te maken
hebben met verificatie, moet u de verificatiegegevens opgeven, zoals
het gebruikerswachtwoord of en een wachtwoord voor de vaste schijf
(indien van toepassing).
Instellingen voor opstartbeveiliging via vingerafdrukken
inschakelen
U moet uw vingerafdruk vastleggen met het programma Protector Suite QL
voordat u opstartbeveiliging via vingerafdrukken inschakelt en configureert.
Controleer of uw vingerafdruk is vastgelegd voordat u de instellingen
configureert. (Raadpleeg de handleiding voor instructies voor het
registreren/vastleggen van vingerafdrukken voor meer informatie.)
1. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken.
2. MENU wordt rechtsonder in het scherm weergegeven. Haal (*) uw
vinger over de sensor voor vingerafdrukken en selecteer Control Center
via de items in dit menu.
(*). We raden aan de pijltoetsen op het toetsenbord (verplaatsing) en de
ENTER-toets (selectie) of het richtingenblok te gebruiken om in de
laptopmodus of de modus Liggende een onderdeel in het menu te
selecteren.
3. Klik in het venster Fingerprint Soft wa re Mana ge me nt
(Vingerafdrukbeheer) op Settings (Instellingen) en daarna op
Power-on Security (Opstartbeveiliging).
4. Plaats in het venster Power-on Security een vinkje voor Replace the
power-on and hard drive passwords with the fingerprint reader (De
wachtwoorden voor opstarten en harde schijf vervangen door de
vingerafdruklezer) en klik op OK.
Gebruikershandleiding4-9
Page 78
Grondbeginselen
De functie voor enkelvoudige aanmelding via
vingerafdrukken
Algemeen
Via deze functie kan de gebruiker zowel de verificatie van het
BIOS-/gebruikerswachtwoord (en desgewenst het wachtwoord voor de
vaste schijf) uitvoeren als zich aanmelden bij Windows met slechts één
vingerafdrukverificatie tijdens het opstarten. De gebruiker moet het
BIOS-/gebruikerswachtwoord en het aanmeldingswachtwoord voor
Windows registreren voordat opstartbeveiliging via vingerafdrukken en de
functie voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken kunnen worden
gebruikt. Gebruik het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma om het
BIOS-/gebruikerswachtwoord te registreren. Als Windows-aanmelding niet
de standaardinstelling voor uw systeem is, raadpleegt u de handleiding
over het registreren van uw wachtwoord voor de WIndows-aanmelding.
Er is slechts één vingerafdrukverificatie vereist ter vervanging van het
BIOS-/gebruikerswachtwoord (en het wachtwoord voor de vaste schijf,
indien van toepassing) en het wachtwoord voor de Windows-aanmelding.
De functie voor enkelvoudige aanmelding via
vingerafdrukken inschakelen
U moet uw vingerafdruk registreren met het programma Protector Suite QL
voordat de functie voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken
inschakelt en configureert. Controleer of de vingerafdruk is geregistreerd
voordat u de instellingen configureert. Raadpleeg de handleiding voor
instructies voor het registreren/vastleggen van vingerafdrukken.
1. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken.
2. MENU wordt rechtsonder in het scherm weergegeven. Haal (*) uw
vinger over de sensor voor vingerafdrukken en selecteer Control Center via de items in dit menu.
(*). We raden aan de pijltoetsen op het toetsenbord (verplaatsing) en
de ENTER-toets (selectie) of het richtingenblok te gebruiken om in
de laptopmodus of de modus Liggende een onderdeel in het menu
te selecteren.
3. Het venster Fingerprint Software Management (Vingerafdrukbeheer)
wordt weergegeven. Klik op Settings (Instellingen) en op System Settings (Systeeminstellingen).
4. Het scherm Protector Suite Settings wordt weergegeven. Plaats een
vinkje in Allow power-on security single sign-on within Enable logon
support en klik op OK.
Beperkingen van het hulpprogramma voor vingerafdrukken
TOSHIBA garandeert niet dat de technologie voor vingerafdrukherkenning
volledig veilig of foutloos werkt of dat onbevoegde gebruikers altijd de
toegang wordt geweigerd. TOSHIBA is niet aansprakelijk voor fouten of
beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van de
vingerafdruksoftware.
4-10Gebruikershandleiding
Page 79
Uw vinger laten aftasten
Als u de volgende stappen uitvoert wanneer u uw vingers over de sensor
haalt voor vingerafdrukregistratie of -verificatie om zo fouten te voorkomen:
Plaats het eerste vingerkootje boven het midden van de sensor. Terwijl u de
sensor zachtjes aanraakt, beweegt u uw vinger horizontaal naar u toe tot
het sensoroppervlak zichtbaar wordt. Terwijl u dit doet, moet u ervoor
zorgen dat het midden van uw vingerafdruk zich op de sensor bevindt.
■ Houd uw vinger niet stijf en druk niet te hard op de sensor.
De vingerafdruk wordt mogelijk niet correct gelezen als het midden van
uw vingertop de sensor niet raakt of als u te hard drukt. Zorg dat het
midden van de vingertop de sensor raakt voordat u uw vinger over de
sensor beweegt.
■ Controleer waar het midden van de krul op de vingerafdruk zich bevindt
Controleer altijd waar het midden van de krul in de vingerafdruk zich
bevindt, voordat u uw vinger over het midden van de sensor haalt.
■ Als de vingerafdruk niet wordt gelezen
Er kunnen verificatiefouten optreden als u uw vinger te snel of te
langzaam over de sensor haalt. Volg de instructies op het scherm om
de snelheid van de beweging aan te passen.
Het optionele USB-diskettestation
Grondbeginselen
Het USB-diskettestation ondersteunt diskettes van 1,44 MB en 720 KB en
wordt aangesloten op een USB-poort. Raadpleeg hoofdstuk 2,
Rondleiding, voor nadere informatie.
Het USB-diskettestation aansluiten
Als u het station wilt aansluiten, dient u de USB-connector van het
diskettestation in een USB-poort te steken. Raadpleeg de volgende
afbeelding.
Zorg dat de achterkant van de connector naar boven is gericht en steek de
connector recht in de stationsconnector. Wees voorzichtig dat u de
verbindingspennen niet beschadigt door de aansluiting te forceren.
Gebruikershandleiding4-11
Page 80
Grondbeginselen
USB-connector
Het USB-diskettestation aansluiten
Als u het diskettestation aansluit nadat u de computer hebt ingeschakeld,
duurt het circa 10 seconden voordat de computer het station herkent. Pas
na 10 seconden mag u het station loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Het USB-diskettestation ontkoppelen
Voer na gebruik van het USB-diskettestation de volgende stappen uit om
het station te ontkoppelen:
1. Wacht tot het lampje uitgaat en u zeker weet dat er geen
disketteactiviteit meer plaatsvindt.
USB-poort
Als u het USB-diskettestation ontkoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de
computer het station gebruikt, loopt u het risico dat gegevens verloren
gaan of dat de diskette of het station beschadigd raakt.
2. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
3. Klik op het USB-diskettestation dat u wilt verwijderen.
4. Trek de USB-connector van het diskettestation uit de USB-poort van de
computer
Ultra Slim Bay-modules verwisselen
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u modules in de Ultra Slim Bay
verwisselt. De illustraties tonen hoe een optisch station wordt vervangen
door een vasteschijfadapter voor de Ultra Slim Bay.
Steek uw hand niet in de Ultra Slim Bay-sleuf. Als u dit doet, kunt u zich
bezeren.
TOSHIBA Mobiel Extra is vooraf geïnstalleerd ter ondersteuning van
hot-swapping onder Windows. Raadpleeg hoofdstuk 1, Inleiding, als u wilt
nagaan hoe u met dit hulpprogramma modules kunt vervangen terwijl de
computer is ingeschakeld.
4-12Gebruikershandleiding
Page 81
Een module verwijderen
Verwijder het optische station zoals hieronder wordt beschreven.
1. Aan de hand van de lampjes kunt u controleren of de schijven niet
werken. Als alle lampjes uit zijn, betekent dit dat er momenteel geen
schijven in werking zijn.
2. Zet de computer ondersteboven.
Wacht totdat alle lampjes uit zijn voordat u de computer omdraait en leg de
computer voorzichtig neer. De vaste schijf of andere componenten kunnen
door schokken beschadigd raken.
3. Verwijder de schroef waarmee de Ultra Slim Bay is bevestigd (bij het
pictogram).
4. Controleer of de Ultra Slim Bay-vergrendelingsschroef in het gat voor
de ontgrendelde stand zit.
5. Duw de Ultra Slim Bay-ontgrendelingsschuif in de ontgrendelde stand.
6. Pak het optische station vast en schuif het naar buiten.
Het optische station en andere Ultra Slim Bay-modules kunnen tijdens
gebruik heet worden. Wees voorzichtig wanneer u een module verwijdert.
Vergrendelingsschroef
Ultra Slim Bay-
ontgrendelingsschuif
Grondbeginselen
optisch schijfstation
Het optische station verwijderen
Gebruikershandleiding4-13
Page 82
Grondbeginselen
Een module plaatsen
Plaats de vasteschijfadapter voor de Ultra Slim Bay als volgt.
1. Plaats de vasteschijfadapter in de computer zoals in de volgende
afbeelding wordt geïllustreerd en duw tot het apparaat vastklikt.
2. Als u de vasteschijfadapter voor de Ultra Slim Bay wilt vergrendelen,
plaatst u de vergrendelingsschroef van de Ultra Slim Bay in de opening
voor de vergrendelde stand (2). Wanneer u de computer aanschaft,
staat de schroef in de ontgrendelde stand (1).
Ultra Slim Bay-vasteschijfadapter
Vergrendelingsschroef
De Ultra Slim Bay-vasteschijfadapter plaatsen
Optische schijfstations gebruiken
Het station ondersteunt snelle uitvoering van CD-ROM- en DVD-ROMprogramma’s. U kunt CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch)
zonder adapter gebruiken. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt
een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang
verkrijgt tot een CD-/DVD-ROM-station, gaat het lampje op het station
branden.
Gebruik het programma WinDVD om DVD-video’s te bekijken.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD-ROM- en CD-R/RW-station tevens de
paragraaf CD’s beschrijven met het DVD-ROM/CD-R/RW-station voor
voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD’s.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de
paragraaf CD’s/DVD’s beschrijven met het DVD Super Multi-station voor
voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD’s/DVD’s.
Als het optische station is uitgeschakeld, kunt u dit inschakelen door op de
toetsen Fn + Tab te drukken. Bovendien kunt u deze toetsen zo instellen
dat u hiermee het optische station inschakelt en tegelijk de lade opent.
4-14Gebruikershandleiding
Page 83
Schijven laden
Voer de volgende stappen uit om CD’s/DVD’s te laden.
1. Terwijl de computer is ingeschakeld, drukt u op de uitwerpknop om de
stationslade een stukje te openen.
Uitwerpknop
De uitwerpknop indrukken
2. Trek de schijflade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
Grondbeginselen
Schijflade
De schijflade opentrekken
3. Leg de CD/DVD met het opschrift omhoog in de schijflade.
Laserlens
Een CD/DVD in de lade plaatsen
Gebruikershandleiding4-15
Page 84
Grondbeginselen
Wanneer de schijflade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de
computer iets uit over de CD-/DVD-lade. Wanneer u de CD/DVD in de lade
plaatst, moet u de schijf dus schuin houden. Zorg na het plaatsen van de
CD/DVD echter dat de disc plat ligt.
■ Raak de laserlens en de omtrek ervan niet aan. Hierdoor kunt u de
uitlijning van de toetsen verstoren.
■ Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer of de bodem van de schijflade schoon is voordat u het
station sluit, vooral het gedeelte achter de voorrand van de lade.
4. Druk voorzichtig in het midden van de CD/DVD tot deze vastklikt. De
CD/DVD moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het
ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Als de CD/DVD niet goed zit wanneer de schijflade gesloten is, bestaat het
risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat
de schijflade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop
drukt.
De CD-/DVD-lade sluiten
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de CD/DVD te verwijderen.
Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het
schijfstation. Wacht tot het lampje voor het optische station uit is voordat u
de schijflade opent. Neem de CD/DVD pas uit de schijflade nadat de schijf
is opgehouden metdraaien
1. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade
voorzichtig helemaal open.
Wanneer de schijflade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot
de CD/DVD is opgehouden met draaien voordat u de schijflade volledig
opentrekt.
4-16Gebruikershandleiding
.
Page 85
Grondbeginselen
2. De CD/DVD steekt iets uit over de zijkanten van de schijflade, zodat u
hem kunt pakken. Til de CD/DVD voorzichtig uit de lade.
Een CD/DVD verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Een CD/DVD verwijderen wanneer de schijflade niet
opengaat
U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de computer is
uitgeschakeld. In dat geval kunt u de schijflade openen door een dun
voorwerp (van ongeveer 15 mm lang), zoals een rechtgebogen paperclip,
in het uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
1,5 mm
Uitwerpgaatje
De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
Doorsnee van 1,0 mm
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast de
uitwerpknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de CD/DVD
nog draait terwijl u de schijflade opent, kan de schijf van de as vliegen en
letsel teweegbrengen.
Gebruikershandleiding4-17
Page 86
Grondbeginselen
CD’s beschrijven met het DVD-ROM/CD-R/RW-station
Afhankelijk van het type station dat is geïnstalleerd, kunt u mogelijk CD’s
beschrijven. Met het DVD- ROM/CD-R/RW-station kunt u CD-ROM’s zowel
lezen als beschrijven. Neem de voorzorgsmaatregelen in deze paragraaf in
acht om optimale schrijfprestaties te waarborgen. Zie de paragraaf
Optische schijfstations gebruiken voor informatie over het laden en
verwijderen van CD’s.
■ Raadpleeg de p a ra graaf Beschrijfbare schijven in hoofdstuk 2,
Rondleiding, voor informatie over de verschillende soorten
beschrijfbare CD’s/DVD’s.
■ Schakel het optische station niet ui t terwijl de computer toegang heeft
tot de schijf. Als u dat toch doet, kunnen er gegevens verloren gaan.
■ Als het optische station geen stroom krijgt, kan de schijflade niet
worden geopend, zelfs niet als u op de uitwerpknop drukt. Gebruik het
pictogram van het optische station om dit station weer in te schakelen.
Raadpleeg hoofdstuk 1, Speciale voorzieningen.
Als u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de
netadapter altijd aansluiten op een stopcontact of voedingsbron om zo te
zorgen voor maximale prestaties. Als gegevens worden weggeschreven bij
gebruik van accuvoeding, kan het wegschrijven soms mislukken omdat de
accu bijna leeg is. Dit kan resulteren in gegevensverlies.
Vóór schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en
herschrijven van gegevens.
■ De volgende fabrikanten van CD-R- en CD-RW-media worden
aanbevolen. De kwaliteit van media kan het (her)schrijfproces
beïnvloeden.
CD-R:
TA I YO YUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
Multispeed en high-speed CD-RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
Ultra-speed CD-RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
4-18Gebruikershandleiding
Page 87
Grondbeginselen
TOSHIBA heeft de werking van CD-R’s en CD-RW’s van bovenstaande
fabrikanten bevestigd. De werking van andere media kan niet worden
gegarandeerd.
■ Het werkelijke aantal malen dat een CD-RW kan worden herschreven,
hangt af van de kwaliteit van de schijf en het gebruik ervan.
■ Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voor u begint met schrijven of
herschrijven.
■ Sluit alle softwareprogramma’s behalve de schrijfsoftware.
■ Voer geen programma’s uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiliging.
■ Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
■ Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele
op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma’s) uit.
■ Gebruik geen vasteschijfprogramma’s, met inbegrip van
hulpprogramma’s voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u
het risico van storingen en gegevensverlies.
■ Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere
netwerkapparaten.
■ Voor het beschrijven van schijven wordt uitsluitend Sonic RecordNow!
aanbevolen. De werking in combinatie met andere software kan
derhalve niet worden gegarandeerd.
Tijdens schrijven of herschrijven
Houd u aan de volgende richtlijnen/voorschriften bij het schrijven van
gegevens naar een CD-R of CD-RW.
■ Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de optische schijf.
Gebruik geen knippen en plakken, aangezien de oorspronkelijke
gegevens verloren gaan ingeval van een schrijffout.
■ Vermijd de volgende handelingen:
■ het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP;
■ gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
■ het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
■ handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
■ het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
■ het optische station uit de Slim Select Bay verwijderen.
■ Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het
(her)schrijven.
Gebruikershandleiding4-19
Page 88
Grondbeginselen
■ Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto’s, treinen
en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele
tafel.
■ Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
CD’s/DVD’s beschrijven met het
DVD Super Multi-station
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar
CD-R-/CD-RW-schijven en naar DVD-R/-RW/+R/+RW/-RAM-schijven.
De volgende schrijftoepassingen zijn vooraf geïnstalleerd. RecordNow! en
DLA onder licentie van Sonic Solutions en InterVideo’s WinDVD Creator
Platinum.
■ Raadpleeg de p a ra graaf Beschrijfbare schijven in hoofdstuk 2 voor
informatie over de verschillende soorten beschrijfbare CD’s/DVD’s.
■ Schakel het optische station niet ui t terwijl de computer toegang heeft
tot de schijf. Als u dat toch doet, kunnen er gegevens verloren gaan.
■ Als het optische station geen stroom krijgt, kan de schijflade niet
worden geopend, zelfs niet als u op de uitwerpknop drukt. Gebruik het
pictogram van het optische station om dit station weer in te schakelen.
Raadpleeg hoofdstuk 1, Speciale voorzieningen.
Als u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de
netadapter altijd aansluiten op een stopcontact of voedingsbron om zo te
zorgen voor maximale prestaties. Als gegevens worden weggeschreven bij
gebruik van accuvoeding, kan het wegschrijven soms mislukken omdat de
accu bijna leeg is. Dit kan resulteren in gegevensverlies.
Belangrijk bericht
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-,
DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD-RAM-schijven grondig
door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan
kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en
krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies
of materiële schade.
4-20Gebruikershandleiding
Page 89
Wettelijke voetnoten
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
■ Beschadiging van CD-R/-RW- of DVD-R/-RW/+R/+RW/-RAM-schijven
als gevolg van het (her)schrijfproces ;
■ Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R/-RW- of
DVD-R/-RW/+R/+RW/-RAM-schijven als gevolg van het
(her)schrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of
bedrijfsonderbreking;
■ Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige
technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten
kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de
gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën
te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud
onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Vóór schrijven of herschrijven
■ Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en
DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven
aanbevolen. TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of
prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of
herschrijfproces beïnvloeden.
Grondbeginselen
CD-R:
TAIYO YUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
CD-RW: (multispeed en high-speed)
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
CD-RW: (ultra-speed)
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD-R:
DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen
gebruik, Ve rs ie 2.0
TAIYO YUDEN CO., LTD.
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
DVD-R DL:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
Gebruikershandleiding4-21
Page 90
Grondbeginselen
DVD+R:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD+R DL:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD-RW:
DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie1.1
of versie 1.2
VICTOR COMPANY OF JAPAN.LIMITED
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD+RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-RAM:
DVD-specificaties voor DVD - R A M voor versie 2.0, versie 2.1 of
versie 2.2
Hitachi Maxell Ltd.
■ Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van meer
dan 8-speed (DVD-R, DVD+R), 4-speed (DVD-RW, DVD+RW),
5-speed (DVD-RAM), 2,4-speed (DVD+R DL) en 2-speed (DVD-R DL)
ondersteunen.
■ DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen
of beschreven.
■ Schijven die zijn gemaakt als DVD-R DL indeling 4 (Layer Jump
Recording) kunnen niet worden gelezen.
■ Controleer of de schijf van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is.
Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het
(her)schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze
gebruikt.
■ Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop
de schijf wordt gebruikt.
■ Er zijn twee soorten DVD-R-schijven: authoring-schijven en schijven
voor algemeen gebruik (ofwel General-schijven). Gebruik geen
authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met
een computerstation worden beschreven.
■ U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten.
■ DVD-R-/DVD-RW-schijven en DVD+R-/DVD+RW-schijven kunnen
wellicht niet worden gelezen op andere DVD-spelers of andere
DVD-ROM-stations voor computers.
4-22Gebruikershandleiding
Page 91
Grondbeginselen
■ Gegevens die naar een CD-R, DVD-R of DVD+R zijn geschreven,
kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
■ Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM zijn
gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van
een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere
stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven,
dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station
verwijdert.
■ Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD-RW, DVD+R/DVD+RW of
DVD-RAM is schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat
schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden
beschreven.
■ De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden
geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een
kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf
met dummygegevens te vullen.
■ Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
■ Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde
station schrijft.
■ Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
■ Als u wilt overschakelen naar de stand-by-modus of de slaapstand,
moet u eerst controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid.
Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
■ Sluit alle softwareprogramma’s behalve de schrijfsoftware.
■ Voer geen programma’s uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiligingsprogramma’s.
■ Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
■ Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele
op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma’s) uit.
■ Gebruik geen vasteschijfprogramma’s, met inbegrip van
hulpprogramma’s voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u
het risico van storingen en gegevensverlies.
■ CD-RW (Ultra Speed +)-media zijn niet beschikbaar . Bij gebruik kunnen
er gegevens verloren of beschadigd raken.
■ Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of
andere netwerkapparaten.
■ Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! en InterVideo
WinDVD Creator Platinum wordt niet aanbevolen.
Gebruikershandleiding4-23
Page 92
Grondbeginselen
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven,
DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven
beschrijft of herschrijft.
■ Vermijd de volgende handelingen tijdens het (her)schrijven:
■ het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP;
■ gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
■ het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
■ handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
■ het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
■ het optische station uit de Slim Select Bay verwijderen.
■ Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de
stand-by-modus/slaapstand.
■ Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de stand-by-modus of de slaapstand. Het
schrijfproces is voltooid als u de lade van het
DVD-ROM/CD-RW-station of het DVD Super Multi-station kunt openen.
■ Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto’s, treinen
en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele
tafel.
■ Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
■ Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de optische schijf.
Gebruik geen functies voor knippen en plakken. In het geval van
schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
RecordNow! Basic for TOSHIBA
Wanneer u RecordNow! gebruikt, dient u rekening te houden met de
volgende beperkingen:
■ RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-video.
■ RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-audio.
■ U kunt de functie “Audio-CD voor thuis of in de auto” van RecordNow!
niet gebruiken om muziek op te nemen op DVD-R-/DVD-RW- of
DVD+R-/DVD+RW-schijven.
4-24Gebruikershandleiding
Page 93
Grondbeginselen
■ Gebruik de functie “Exacte kopie” van RecordNow! niet om
auteursrechtelijk beschermde DVD-video-schijven en DVD-ROM’s te
kopiëren.
■ U kunt geen back-up maken van DVD-RAM-schijven met de functie
“Exacte kopie” van RecordNow!.
■ U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een
DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie “Exacte
kopie” van RecordNow!.
■ U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video, DVD-R/DVD-RW of
DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met de functie
“Exacte kopie” van RecordNow!.
■ RecordNow! kan niet in pakketindeling opnemen.
■ Met de functie “Exacte kopie” van RecordNow! kunt u mogelijk geen
back-up maken van een DVD-R-/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW die
met andere software op een andere DVD-R/-RW of DVD+R/+RWrecorder is gemaakt.
■ Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in
bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Zo kunnen de
gegevens niet worden gelezen in 16-bits besturingssystemen zoals
Windows 98SE en Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack
6 of hoger nodig om toegevoegde gegevens te kunnen lezen. In
Windows 2000 hebt u Service Pack 2 of hoger nodig om de gegevens
te kunnen lezen. In bepaalde DVD-ROM-stations en
DVD-ROM/CD-R/-RW-stations kunnen toegevoegde gegevens
überhaupt niet worden gelezen, ongeacht het besturingssysteem.
■ Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door
RecordNow!. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner
of een ander hulpprogramma te gebruiken.
■ Controleer voor u een reservekopie van een DVD maakt of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-RW- of
DVD+R-/DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD
mogelijk niet correct gekopieerd.
■ Als u een reservekopie maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
■ Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gebruikershandleiding4-25
Page 94
Grondbeginselen
Gegevenscontrole
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u
de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD
schrijft.
1. Klik op de knop Opties ( ) in het bedieningspaneel van de
2. Selecteer de gegevens in het menu aan de linkerkant.
3. Activeer het selectievakje Verify data written to the disc after burning
Klik op OK.
DLA voor TOSHIBA
Wanneer u DLA gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende
beperkingen:
■ Deze software ondersteunt uitsluitend herschrijfbare schijven
■ Het formatteren en beschrijven van DVD-RAM-schijven wordt niet
■ Gebruik geen schijven die zijn geformatteerd met andere
■ Pas de functies voor knippen en plakken niet toe op bestanden en
■ Wanneer u de installatiebestanden voor een toepassing naar een met
RecordNow! Console om de optiepanelen te openen.
(Gegevens controleren die na het branden aan de schijf zijn
toegevoegd) in Data Options (Gegevensopties).
(DVD+RW, DVD-RW en CD-RW). Niet-herschrijfbare schijven zoals
DVD+R’s, DVD-R’s en CD-R’s worden niet ondersteund.
ondersteund door DLA. Deze functies worden uitgevoerd door het
DVD-RAM-stuurprogramma. Zelfs als het DLA-formatteringsmenu
verschijnt wanneer u een DVD-RAM-schijf in het station plaatst en met
de rechtermuisknop op het stationspictogram in Windows Verkenner
klikt, dient u de opdracht DVDForm te gebruiken om deze schijf te
formatteren. U kunt DVDForm uitvoeren door op de knop Start op de
taakbalk te klikken en vervolgens Alle programma’s, DVD-RAM,
DVD-RAM Driver en DVDForm te selecteren in het menu Start.
pakketschrijfsoftware dan DLA. Gebruik schijven die met DLA zijn
geformatteerd, niet met andere pakketschrijfsoftware. Formatteer
schijven waarmee u niet bekend bent vóór gebruik met de optie “Full
Format”.
mappen. Een geknipt bestand of geknipte map kan verloren gaan als
het schrijven mislukt door een schijffout.
DLA geformatteerde schijf schrijft en vervolgens probeert Setup vanaf
deze schijf te starten, kan er een fout optreden. Kopieer de bestanden
in dat geval naar de vaste schijf en start Setup vanaf de vaste schijf.
4-26Gebruikershandleiding
Page 95
Bij gebruik van WinDVD Creator Platinum
Met WinDVD Creator Platinum kunt u via i.LINK (IEEE1394) video op uw
digitale videocamera opnemen. Bij het afspelen van de video kan het
geluid echter schokkerig klinken. Volg in dat geval de onderstaande
instructies op:
1. Klik op Start en selecteer het Configuratiescherm.
2. Klik in het Configuratiescherm op het pictogram Prestaties en
onderhoud.
3. Klik in het venster Prestaties en onderhoud op het pictogram Systeem.
4. Klik in het venster Systeemeigenschappen op de tab Geavanceerd.
5. Klik op het pictogram Instellingen in de sectie Prestaties.
6. Klik in het venster Instellingen voor prestaties op de tab Geavanceerd.
7. Klik op het pictogram Wijzigen in de sectie Virtueel geheugen.
8. Selecteer de knop Aangepaste grootte in het venster Virtueel
geheugen.
9. Geef veel hogere waarden op voor Begingrootte en Maximale grootte.
10.Klik op de knop Instellen in het venster Virtueel geheugen.
11. K lik op OK in het venster Virtueel geheugen.
Een DVD-video maken
Vereenvoudigde stappen om een DVD-video te maken van videogegevens
die zijn vastgelegd met een DV-camera:
1. Klik op Start - Alle programma’s - InterVideo WinDVD Creator2 -
InterVideo WinDVD Creator om WinDVD Creator te starten.
2. Klik op de knop Capture en leg de videogegevens van de DV-camera
vast via IEEE1394.
3. Klik op de knop Edit en sleep de videoclips van het tabblad Video
Library naar het montagespoor.
4. Klik op de knop Make Movie op de bovenste balk.
5. Dubbelklik op de pijlknop rechts, in het midden van de rechterkant.
6. Plaats een lege DVD-R/+R of een gewiste DVD-RW/+RW in het station.
7. Klik op Start om de schijf op te nemen.
8. De lade gaat open zodra de opname is voltooid.
Grondbeginselen
Meer informatie over InterVideo WinDVD Creator
achterhalen
Raadpleeg de online Help voor mee informatie over InterVideo WinDVD
Creator.
Gebruikershandleiding4-27
Page 96
Grondbeginselen
Belangrijke informatie over het gebruik
Wanneer u naar een video-DVD schrijft, dient u rekening te houden met de
volgende beperkingen:
1. Digitale video bewerken
■ Meld u aan met beheerdersrechten om WinDVD Creator te kunnen
gebruiken.
■ Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u WinDVD
Creator gebruikt.
■ Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
■ U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD-Video bewerkt.
Als echter een andere toepassing actief is, worden voorbeelden
mogelijk niet correct weergegeven.
■ WinDVD Creator kan geen videobeelden op de externe monitor
weergeven wanneer de modus voor gelijktijdige weergave actief is.
■ Met WinDVD Creator kunt u geen auteursrechtelijk beschermde
inhoud bewerken of afspelen.
■ Wijzig de beeldscherminstellingen niet terwijl u WinDVD Creator
gebruikt.
■ Schakel de stand-by-modus/slaapstand niet in terwijl u WinDVD
Creator gebruikt.
■ Gebruik WinDVD Creator niet direct nadat u de computer hebt
aangezet. Wacht tot alle schij fa ct iviteit is gestopt.
■ Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende
enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens
opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.
■ Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
■ Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD of
videoband.
■ Voer geen programma’s uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
■ Voer geen communicatietoepassingen uit, zoals die voor een
modem of een LAN.
2. Voor u de video opneemt op DVD
■ Wanneer u op een DVD opneemt, dient u alleen schijven te
gebruiken die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
■ Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste
schijf met USB 1.1, omdat anders geen DVD’s geschreven kunnen
worden.
4-28Gebruikershandleiding
Page 97
Grondbeginselen
■ Vermijd de volgende handelingen:
■ gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
■ handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
■ gebruik van de modusschakelaar en audio-/
videobedieningsknoppen om muziek of spraak te reproduceren;
■ het openen van het optische station.
■ het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
■ Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen.
■ Een DVD-R/DVD+R/DVD-RW kan niet in VR-indeling worden
beschreven.
■ WinDVD Creator kan niet exporteren naar DVD-Audio, Video-CD of
miniDVD.
■ WinDVD Creator kan DVD-RAM/+RW-schijven in de VR-indeling
schrijven, maar de schijf kan alleen worden afgespeeld op uw
computer.
■ Als u een DVD beschrijft, vereist WinDVD Creator 2 GB of meer
schijfruimte voor één uur video.
■ Als u een DVD helemaal vol maakt, worden de hoofdstukken
mogelijk niet in de juiste volgorde afgespeeld.
3. Over Disc Manager
■ WinDVD Creator kan één afspeellijst op een schijf bewerken.
■ In WinDVD Creator wordt mogelijk een andere miniatuur
weergegeven dan u oorspronkelijk op de CE
(consumentenelektronica) DVD-RAM-recorder hebt ingesteld.
■ Met Disc Manager kunt u gegevens in de volgende indelingen
bewerken: DVD-VR op DVD-RAM, DVD+VR op DVD+RW en
DVD-video op DVD-RW.
4. Over opgenomen DVD’s
■ Sommige DVD-ROM-stations voor computers of andere
DVD-spelers kunnen mogelijk geen DVD-R/+R/-RW/+RW/-RAM’s
lezen.
■ Als u een opgenomen schijf afspeelt op uw computer, gebruik dan
de toepassing WinDVD.
■ Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een
volledige formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe
schijf.
Gebruikershandleiding4-29
Page 98
Grondbeginselen
Behandeling van schijv en
Deze paragraaf bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op
CD’s, DVD’s of diskettes hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in
acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop
opgeslagen gegevens beschermen:
CD’s/DVD’s
1. Bewaar uw CD’s/DVD’s in hun originele houders om ze te beschermen
en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD die gegevens bevat niet
door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast.
Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf
onleesbaar maken.
5. Stel de schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme
koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD’s/DVD’s.
6. Als uw CD’s/DVD’s stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een
schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een
cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een
neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzeen,
verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Diskettes
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en
schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte
doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
2. Open nooit de afsluitklep en raak het magnetische oppervlak van uw
diskette niet aan. Hierdoor kan de diskette permanent beschadigd
raken en kunnen er gegevens verloren gaan.
3. Ga altijd voorzichtig om met diskettes om te voorkomen dat opgeslagen
gegevens verloren gaan. Breng het etiket van de diskette altijd op de
juiste plek aan. Plak nooit een nieuw etiket over een bestaand etiket
heen. Het etiket kan losraken en het diskettestation beschadigen.
4. Gebruik nooit een potlood om op het etiket van een diskette te
schrijven. Het stof van de potloodtekst kan tot een systeemstoring
leiden. Gebruik altijd een viltstift. Als u een tekst op een etiket schrijft,
schrijft u eerst op het etiket en plakt u het etiket daarna pas op de
diskette.
5. Bewaar diskettes nooit op een locatie waar zij in contact kunnen komen
met water of een andere vloeistof of op een erg vochtige plek. Dit kan
tot gegevensverlies leiden. Gebruik nooit een natte of vochtige diskette.
Dit kan tot schade aan het diskettestation of aan andere apparaten
leiden.
4-30Gebruikershandleiding
Page 99
6. Buig diskettes niet en stel ze niet bloot aan direct zonlicht of extreme
temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens
verloren gaan.
7. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
8. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde
deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van de diskette
beschadigen.
9. Magnetische energie kan de gegevens op diskettes vernietigen. Houd
uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische
velden genereren, zoals luidsprekers, radio’s en tv’s.
Geluidssysteem
In deze paragraaf wordt ingegaan op het regelen van geluid, waarbij
geluidsvolume en energiebeheer aan de orde komen.
Volumeregeling
Met het hulpprogramma Volumeregeling kunt u in Windows het volume
voor het afspelen en opnemen van geluid regelen.
■ Als u Volumeregeling wilt starten voor afspeeldoeleinden klikt u op
Start, gevolgd door Alle programma’s, Bureau-accessoires en
Entertainment aan en klikt u op Volumeregeling.
■ Wilt u opnemen, dan klikt u op Opties, gevolgd door Eigenschappen
en Realtek HD Audio input en klikt u op OK.
■ Klik in Volumeregeling desgewenst op Help voor nadere informatie.
Grondbeginselen
Microfoonvolume
Voer de volgende stappen uit om de microfoonversterking te wijzigen:
1. Klik op Start, wijs achtereenvolgens Alle programma’s, Bureau-
accessoires en Entertainment aan en klik op Volumeregeling.
2. Klik op Opties en wijs Eigenschappen aan.
3. Selecteer Opnemen en klik op OK.
4. Klik op Opties en selecteer Geavanceerde volumeregelingen.
5. Klik op Geavanceerd.
6. Schakel het selectievakje Microfoonversterking in.
TOSHIBA Microfooneffect
TOSHIBA Microfooneffect is een hulpprogramma voor echoannulering om
zo gesprekken comfortabel te laten verlopen. Echoannulering verwijdert of
vermindert echo-effecten of rondzingen wanneer geluid dat met een
microfoon wordt opgenomen via de luidsprekers wordt afgespeeld. Deze
functie is alleen beschikbaar als u telefoniesoftware zoals Windows
Messenger met een functie voor mondelinge gesprekken gebruikt.
Voor meer informatie over deze software klikt u achtereenvolgens op Start,
Alle programma’s, TOSHIBA en Hulpprogramma’s en klikt u tot slot op
Help voor Microfooneffect.
Gebruikershandleiding4-31
Page 100
Grondbeginselen
Modem
Regioselectie
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de interne modem aan een
telefoonaansluiting koppelt en ervan ontkoppelt.
■ Als de pc wordt aangesloten op een andere communicatielijn dan een
analoge telefoonlijn, kan de pc defect raken.
■ Sluit het ingebouwde modem alleen aan op normale analoge
telefoonlijnen.
■ Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een digitale lijn (ISDN).
■ Sluit het ingebouwde modem nooit aan op de digitale aansluiting
van een openbare telefoon of op een digitale telefooncentrale
(PBX).
■ Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een huiscentrale in een
woning of bedrijf.
■ Sluit de pc nooit aan op de netvoeding tijdens onweer. Als u bliksem
ziet of donder hoort, schakelt u de pc onmiddellijk uit. Een elektrische
spanningspiek ten gevolge van het onweer kan leiden tot een
systeemstoring, gegevensverlies of schade aan de apparatuur.
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio en u moet er dus voor
zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u het
modem gaat gebruiken.
Het ingebouwde modem kan alleen in gespecificeerde landen en regio’s
worden gebruikt. Het gebruik van het modem in een gebied dat niet is
gespecificeerd voor het modem, kan resulteren in een systeemstoring.
Controleer zorgvuldig welke gebieden zijn gespecificeerd voordat u het
modem gaat gebruiken.
Voer de volgende stappen uit om een regio te selecteren.
1. Klik op Start, wijs Alle programma’s, TOSHIBA en Netwerken aan en
klik op Selectie van modemregio.
Als in het hulpprogramma Modeminstallatie van het Configuratiescherm
een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te
gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt
deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram Regioselectie wordt weergegeven in de Windowstaakbalk.
3. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van
ondersteunde regio’s weer te geven. U ziet tevens een submenu met
telefoonlocatie-informatie. Naast de geselecteerde regio en de
geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
4-32Gebruikershandleiding
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.