Toshiba TECRA M9 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
M9
computers.toshiba-europe.com
M9
ii Gebruikershandleiding
Copyright
M9
©2007 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Gebruikershandleiding voor TOSHIBA M9 draagbare personal computer
Eerste druk april 2007 Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma’s, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar digitale indeling, verandering, overdracht van gekopieerd materiaal en distributie via een netwerk) zonder toestemming van de cop yri ghthouder vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of middels een actie tot schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nag ekeken. De aanwijzinge n en beschrijvingen waren correct voor draagbare perso na l co mput ers van TOSHIBA uit de M9-serie op het tijdstip w aaro p d eze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. T OSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of in di rect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk en IBM PC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Intel, Intel SpeedStep, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Windows en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken en Windows Vista is een handelsmerk van Microsoft Corporation.
Gebruikershandleiding iii
M9
Bluetooth is een handelsmerk of gedeponeerd handeldmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door TOSHIBA onder licentie gebruikt.
InterVideo en WinDVD zijn gedeponeerde handelsmerken van InterVideo Inc.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak. i.LINK is een handelsmerk en een gedeponeerd handelsmerk van Sony
Corporation. In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
EU-verklaring van overeenstemming
TOSHIBA verklaart dat dit product voldoet aan de volgende normen: Extra informatie: “Het product voldoet aan de voorschriften van de
Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEC, de EMC-richtlijn 89/336/EEC en/of de R&TTE-richtlijn 1999/5/EC.”
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland.
De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de website van TOSHIBA (http://epps.toshiba-teg.com) op internet.
Modemwaarschuwing
Verkla ring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit “CTR21”) voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen vormt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
iv Gebruikershandleiding
M9
Netwerkcompa tibilitei t
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005,AN006,AN007,AN009,AN010
en DE03,04,05,08,09,12,14,17 Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04 Portugal ATAAB AN001,005,006,007,011 en
Spanje ATAAB AN005, 007, 012 en ES01 Zwitserland ATAAB AN002 Alle overige landen/regio’s ATAAB AN003, 004
Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
P03,04,08,10
De volgende informatie is alleen bestemd voor lidstaten van de EU:
Het gebruik van het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Door dit product op de juiste manier als afval te verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid die kunnen voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te voorkomen. Neem voor meer informatie over recycling van dit product contact op met het gemeentekantoor, de afvalverwerkingsinstantie of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Dit symbool is mogelijk niet aanwezig, afhankelijk van het land of de regio waar u dit product hebt gekocht.
Gebruikershandleiding v
M9
Beschrijving van laserspecificatie
Het optische station in deze computer, zoals een DVD Super Multi-station, is uitgerust met een lasersysteem. Het station is voorzien van een classificatie-etiket met de volgende tekst.
CLASS 1 LASER PRODUCT LASER KLASSE 1 LUOKAN 1 LASERLAITE APPAREIL A LASER DE CLASSE 1 KLASS 1 LASER APP ARAT
De fabrikant van het station met het bovenstaande etiket certificeert dat het station op de fabricagedatum voldeed aan de voorschriften voor laserproducten conform artikel 21 van de Amerikaanse Code of Federal Regulations (Department of Health & Human Services, Food and Drug Administration).
In andere landen voldoet het station aan de voorschriften in IEC 60825-1 en EN 60825-1 voor laserproducten van klasse 1.
Deze computer is uitgerust met het optische station in de volgende lijst, al naar gelang het model.
Fabrikant Type Panasonic UJ-852
vi Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

V oorwoord Algemene voorzorgsmaatregelen
Hoofdstuk 1 Voor u begint
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Voor u begint. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Opties voor systeemherstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-13
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-9
Lampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-11
Optische schijfstations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-13
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-16
Hoofdstuk 3 Hardware, hulpprogramma’s en opties
Hardware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
TOSHIBA Value Added Package . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
Hulpprogramma’s en toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
Optionele apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-12
Optionele accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-38
Hoofdstuk 4 Grondbeginselen
TOSHIBA Dubbel aanwijsapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
De sensor voor vingerafdrukken gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
Ultra Slim Bay-modules verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-11
Optische schijfstations gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
CD’s/DVD’s beschrijven met het DVD Super Multi-stations. . . . . . 4-17
Behandeling van schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
M9
Gebruikershandleiding vii
M9
Modem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-27
Draadloze communicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-30
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-34
Omgaan met de computer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-36
De vasteschijfbeveiliging gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-37
Warmteverspreiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-40
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-1
Functietoetsen F1 … F12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Softkeys Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Sneltoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-3
Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-5
Geïntegreerde numerieke toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-6
ASCII-tekens genereren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-7
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Stroomvoorzieningsomstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-1
De stroomvoorziening controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-2
Accu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-3
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-10
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-14
In-/uitschakelen via LCD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-15
Systeem automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-15
Hoofdstuk 7 HW Setup en BIOS Setup
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-1
Het venster HW Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-1
BIOS Setup-programma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-8
Hoofdstuk 8 Probleemoplossing
Handelwijze bij probleemoplossing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-3
TOSHIBA-ondersteuning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-22
Bijlage A Specificaties
Gewicht en afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1
Werkomgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1
Bijlage B Beeldschermcontroller en videomodus
Beeldschermcontroller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1
Videomodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1
Bijlage C Draadloos LAN
Kaartspecificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-1
Radiospecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-2
Ondersteunde subfrequenties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-2
viii Gebruikershandleiding
M9
Bijlage D Bijlage E Intel
Netsnoer en connectoren
®
Matrix Storage Manager
Windows (Windows Vista™) handmatig configureren . . . . . . . . . . . E-1
Windows (Windows XP) handmatig configureren. . . . . . . . . . . . . . . E-2
®
Intel
Matrix Storage Manager installeren in
Windows XP of Windows Vista™ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-3
Bijlage F Wettelijke voetnoten
Bijlage G Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst Index
Gebruikershandleiding ix
M9
x Gebruikershandleiding

Voorwoord

Gefeliciteerd met de aankoop van uw computer uit de M9-serie. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-functionaliteit.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw computer uit de M9-serie gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een draagbare computer hebt gewerkt, leest u eerst de hoofdstukken 1, Voor u begint, en 3, Hardware, hulpprogramma’s en opties, om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen en accessoires van de computer.
Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen in hoofdstuk 3,
Hardware, hulpprogramma’s en opties, om kennis te maken met de
voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor deze computer, en ook de paragraaf in hoofdstuk 7, HW Setup en BIOS Setup, voor een goed begrip van de instellingen en configuratie van deze voorzieningen.
Lees hoofdstuk 3, Hardware, hulpprogramma’s en opties als u optionele producten of externe apparaten aansluit.
M9
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Gebruikershandleiding xi
M9
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften (+). Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de derde.
ABC
Wanneer u in een procedure een handeling moet uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken of tekst invoeren), wordt de pictogramnaam of de te typen tekst in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Beeldscherm
S ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Terminologie
Deze term wordt in dit document als volgt gedefinieerd: Start Het woord “Start” verwijst naar de knop “ ” in
Microsoft
xii Gebruikershandleiding
®
Windows Vista™.

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
stof, vocht en direct zonlicht;
apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
Vermijd extreme hitte, koude of vochtigheid.
vloeistoffen en bijtende chemicaliën;
M9
Blessures door overbelasting
Lees de instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en
polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. De instructiehandleiding voor veiligheid en comfort bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt verminderen.
Gebruikershandleiding xiii
M9
Verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten aangezien hierdoor computeronderdelen beschadigd kunnen raken of andere storingen kunnen ontstaan.
Oververhitting van PC-kaarten
Sommige pc-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden wat kan leiden tot instabiliteit in de werking van het apparaat in kwestie. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de compute r en de mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
xiv Gebruikershandleiding
Voor u begint
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst van apparatuur

Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
M9 draagbare personal computer
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Accu-eenheid (geïnstalleerd of los meegeleverd)
Accu-eenheid met extra hoge capaciteit (wordt bij sommige modellen
meegeleverd)
Accu-eenheid met hoge capaciteit (wordt bij sommige modellen
meegeleverd)
reservekapje voor de AccuPoint (aanwijsapparaat)
M9
Hoofdstuk 1
Gebruikershandleiding 1-1
M9
Software
Documentatie
Het volgende Windows®-besturingssysteem en de volgende software zijn vooraf geïnstalleerd.
®
Microsoft
Windows Vista™
TOSHIBA Value Added Package
DVD-videospeler
TOSHIBA-hulpprogramma’s voor SD-geheugenkaarten
TOSHIBA Hulpprogramma Opstartbare SD-kaart
Geluiddemper voor CD/DVD-station
TOSHIBA Assist
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging
TOSHIBA Disc Creator
Hulpprogramma voor vingerafdruken
Windows Mobiliteitscentrum
M9-serie Gebruikershandleiding
M9-serie Aan de slag
®
Aan de slag met Microsoft
Windows Vista™ (meegeleverd bij
sommige modellen)
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Back-upmedia en extra software
DVD-ROM Productherstel
Windows Anytime-upgrade-DVD (meegeleverd bij bepaalde
modellen)
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.
1-2 Gebruikershandleiding

Voor u begint

Lees in elk geval de paragraaf Voor het eerst opstarten.
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De computer inschakelen
Voor het eerst opstarten
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
Opties voor systeemherstel
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te
Het is verstandig om af en toe een back-up te maken van de interne
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat alle
M9
comfort hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te laten werken. Als u de aanbevelingen in deze gids volgt, verkleint u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
regelmatig wordt bijgewerkt.
controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens verloren.
vaste schijf of van een ander primair opslagapparaat op externe media. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in gegevensverlies.
gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf of op een ander opslagmedium. Als u dat niet doet, kan dit mogelijk resulteren in gegevensverlies.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen 100 en 240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het opladen van
de accu-eenheid met de netadapter.
Gebruikershandleiding 1-3
M9
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door Toshiba wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met de spanning en frequentie die op het voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet, kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet, kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio’s dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1-4 Gebruikershandleiding
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd, afhankelijk van het model.
M9
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de
gelijkstroomingang (DC IN 15V) op de achterkant van de computer.
Gelijkstroomingang (15 V)
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer aan op het stopcontact - de lichtjes van Accu en DC
IN aan de voorkant van de computer moeten nu gaan branden.
Gebruikershandleiding 1-5
M9
Het beeldscherm openen
Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal kijkgemak.
1. Schuif de schermvergrendeling op de voorkant van de computer opzij om het beeldscherm te ontgrendelen.
2. Houd de polssteun met één hand naar beneden, zodat het hoofdgedeelte niet wordt opgetild. Til het scherm nu langzaam op, waarna de hoek van het beeldscherm zo kan worden ingesteld dat de helderheid optimaal is.
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Beeldscherm
Beeldschermvergrendeling
Het beeldscherm openen
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Druk of duw niet op het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke
voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn achtergebleven.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of dichtklappen van het beeldscherm).
1-6 Gebruikershandleiding
De computer inschakelen
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de stroom aanzet - het lampje voor Aan/uit geeft de status aan. Raadpleeg de paragraaf De
stroomvoorziening controleren in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden voor meer informatie.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem
niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Voor het eerst opstarten voor meer informatie.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de setup-procedure van
Windows.
1. Open het beeldscherm.
2. Houd de aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden ingedrukt.
Aan/uit-knop
M9
De computer inschakelen
Voor het eerst opstarten
Het opstartscherm van Microsoft Windows Vista™ wordt als eerste weergegeven wanneer u de computer aanzet. Volg de aanwijzingen in elk scherm om het besturingssysteem te installeren.
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden voor de software door wanneer deze worden weergegeven.
Gebruikershandleiding 1-7
M9
De computer uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende drie modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), sluimerstand of slaapstand.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; en de volgende keer zal bij het opstarten van de computer het hoofdscherm van het besturingssysteem worden weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of een opslagmedium.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
Controleer of de lampjes voor de vaste schijf en de Ultra Slim Bay uit
zijn. Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Schakel nooit de stroom uit terwijl een toepassing actief is Dit zou tot
gegevensverlies kunnen leiden.
Schakel nooit de stroom uit, koppel nooit een extern opslagapparaat
los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
3. Klik op St art.
4. Klik op de pijlknop ( ) in de knoppen voor energiebeheer ( ) en selecteer Afsluiten in het menu.
5. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd om mogelijke beschadiging te voorkomen.
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder dat u de software hoeft sluiten door de computer in de slaapstand te zetten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
1-8 Gebruikershandleiding
M9
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Start -> Configuratiescherm -> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer).
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand
is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie Activering op toetsenbord is ingeschakeld in HW Setup.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u Slaapstand uit in Energiebeheer (dat u opent via Start -> Configuratiescherm -> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer). U moet daarbij wel in de gaten houden dat de computer door deze configuratie niet langer compatibel is met de Energy Star-richtlijnen.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de geheugenmodule schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). Doet u dit toch, dan kunnen de gegevens in het geheugen verloren gaan.
De USB-bus levert stroom (DC 5 V) naar de opgegeven USB-poorten
als de computer in de slaapstand staat.
Als een metale haarpin, paperclip of vergelijkbaar voorwerp in contact
komt met de aansluting, kan dit heet worden. Let met name goed op dat de computer niet in contact komt met metalen voorwerpen wanneer u de computer in een tas draagt.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-9
M9
De sluimerstand uitvoeren
U kunt de sluimerstand ook inschakelen als u drukt op Fn + F3. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt de slaapstand op een van de volgende vier manieren activeren:
Klik op Start en klik op de aan/uit-knop ( ) in de knoppen voor
energiebeheer ( ). Let erop dat deze functie moet worden ingeschakeld via Energiebeheer
(klik hiervoor op Start -> Configuratischerm -> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer).
Klik op Start, klik op de pijlknop ( ) en selecteer Slaapstand in het
menu.
Sluit het beeldscherm. Let erop dat deze functie moet worden
ingeschakeld via Energiebeheer (klik hiervoor op Start -> Configuratischerm -> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer).
Druk op de aan/uit-knop. Let erop dat deze functie moet worden
ingeschakeld via Energiebeheer (klik hiervoor op Start -> Configuratischerm -> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer).
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-
lampje oranje.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur
verlengen door af te sluiten in de sluimerstand, aangezien de slaapstand meer energie gebruikt als de computer uit staat.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige staat hersteld. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand.
1-10 Gebruikershandleiding
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het lampje van de vaste schijf uitgaat.
Wanneer de computer in de sluimerstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
M9
U kunt de sluimerstand ook inschakelen als u drukt op Fn + F4. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
1. Klik op St art.
2. Klik op de pijlknop ( ) in de knoppen voor energiebeheer
( ) en selecteer Sluimerstand in het menu.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik op St art en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Klik op Systeem en onderhoud en vervolgens op Energiebeheer.
3. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen of Het gedrag van
het sluiten van het deksel bepalen.
4. Activeer de gewenste sluimerstandinstelling voor Als ik op de aan/uit-
knop druk en Als ik het scherm sluit.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gebruikershandleiding 1-11
M9
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze periode brandt het lampje voor de vaste schijf.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Computer opnieuw op starten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Als u de computer opnieuw moet opstarten, zijn er drie manieren om dit te doen:
Klik op Start, klik daarna op de pijlknop ( ) in de knoppen voor
energiebeheer ( ) en selecteer Opnieuw starten in het menu.
Druk tegelijk op Ctrl, Alt en Del (eenmaal) om het menuvenster weer te
geven en selecteer Opnieuw starten in de Opties voor afsluiten.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa vijf seconden
ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 tot 15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door de aan/uit­knop in te drukken.
1-12 Gebruikershandleiding

Opties voor systeemherstel

Een verborgen partitie van circa 1,5 GB op de vaste schijf is toegewezen voor de opties voor systeemherstel.
Deze partitie herstelt bestanden die kunnen worden gebruikt om het systeem te herstellen in geval van problemen.
De opties voor systeemherstel kunnen niet meer worden gebruikt als deze partitie wordt verwijderd.
Opties voor systeemherstel
De opties voor systeemherstel zijn op de vaste schijf geïnstalleerd bij aflevering uit de fabriek. Het menu voor systeemherstel bevat opties waarmee opstartproblemen kunnen worden gerepareerd, een diagnose kan worden uitgevoerd of het systeem kan worden hersteld.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning voor meer informatie over Opstartherstel.
De opties voor systeemherstel kunnen ook handmatig worden uitgevoerd om problemen te herstellen.
Ga hierbij als volgt te werk. Volg de aanwijzingen op het scherm.
1. Schakel de computer uit.
2. Zet de computer aan terwijl u de toets F8 ingedrukt houdt.
3. Het menu Geavanceerde opstartopties verschijnt.
Selecteer Uw computer repareren met behulp van de pijltoetsen en druk op Enter.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm. De Windows Vista™-functie voor volledige back-up van de pc kan alleen
worden gebruik in Windows Vista™ Business Edition en Ultimate Edition.
M9
Gebruikershandleiding 1-13
M9
1-14 Gebruikershandleiding
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen)*1
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in Bijlage F voor meer informatie over niet-toepasselijke pictogrammen of klik op de *1 hierboven.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm gesloten.
Systeemlampjes
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Hoofdtelefoonaansluiting
M9
Hoofdstuk 2
Beeldschermvergrendeling
Schakelaar voor draadloze communicatie
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Systeemlampjes Via deze LED-lampjes kunt u de status van
Schakelaar voor draadloze communicatie
Gebruikershandleiding 2-1
Microfoonbus
diverse computerfuncties controleren; deze zijn nader omschreven in de paragraaf
Systeemlampjes.
Schuif deze schakelaar naar links om de functies voor draadloos LAN en Bluetooth uit te schakelen. Schuif de schakelaar naar rechts om deze functies in te schakelen.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor Bluetooth en draadloos LAN.
Microfoon
Volumeregelaar
M9
Schakel Wi-Fi®- en Bluetooth-functies uit in de buurt van mensen bij
wie mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u gebruikmaakt van een Wi-Fi- of Bluetooth-functie.
Schakel altijd de Wi-Fi- of Bluetooth-functie uit als de computer in de
buurt komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik de Wi-Fi- of Bluetooth-functies niet in de buurt van een
magnetron of in gebieden met radiostoring of magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan tot onderbreking van de draadloos Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Via deze poort kunt u een extern apparaat, zoals een digitale videocamera, aansluiten voor snelle gegevensoverdracht.
Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan
een drie-aderige miniplug voor mono-microfooninvoer worden aangesloten.
Hoofdtelefoonbus Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonbus kan een
stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
Beeldschermver­grendeling
Deze vergrendelingsschuif zet het beeldscherm vast wanneer dit gesloten is. Duw de vergrendelingsschuif opzij om het beeldscherm te openen.
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de
interne stereoluidspreker en de optionele stereohoofdtelefoon (mits aangesloten) af te stemmen.
Schuif de volumeregelaar naar rechts om het volume te verhogen en naar links om het volume te verlagen.
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing importeren en opnemen. Raadpleeg de paragraaf Geluidssysteem in hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
2-2 Gebruikershandleiding

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Modemaansluiting
Luchtopeningen
M9
Uitwerpknop voor de PC-kaart
PC-kaartsleuf
Sleuf beveiligingsslot
Universal Serial Bus-poort (USB 2.0)
Linkerkant van de computer
SD/SDHC-kaartsleuf
Modempoort U kunt de modemaansluiting gebruiken om het
modem rechtstreeks via een modemkabel aan te sluiten op een telefoonlijn.
Als de pc wordt aangesloten op een andere communicatielijn dan een
analoge telefoonlijn, kan de pc defect raken.
Sluit de ingebouwde modem alleen aan op normale analoge
telefoonlijnen.
Sluit de ingebouwde modem nooit aan op een digitale lijn (ISDN).
Sluit de ingebouwde modem nooit aan op de digitale aansluiting
van een openbare telefoon of op een digitale telefooncentrale (PBX).
Sluit de ingebouwde modem nooit aan op een huiscentrale in een
woning of bedrijf.
Sluit de pc nooit aan op de netvoeding tijdens onweer. Als u bliksem
ziet of donder hoort, schakelt u de pc onmiddellijk uit. Een elektrische spanningspiek ten gevolge van het onweer kan leiden tot een systeemstoring, gegevensverlies of schade aan de apparatuur.
Sleuf beveiligingsslot
Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel bevestigen waarmee u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren ter bescherming tegen diefstal.
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de processor te
beschermen tegen oververhitting.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de koelopeningen komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 2-3
M9
Universal Serial Bus­poort (USB 2.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 2.0­standaard, bevindt zich aan de linkerkant van de computer.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de USB-connectoren komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met moge l i jk er nstig letsel tot gevolg.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB­apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Het is in dit verband van belang te weten dat sommige functies die verbonden zijn aan een bepaald apparaat, niet goed werken.
PC-kaartsleuf Deze sleuf biedt ruimte voor één type II,
16-bit of 32-bit (CardBus) PC-kaart.
Uitwerpknop voor de PC-kaart
Druk op deze knop als een PC-kaart uit uw computer wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de pc-kaartsleuf komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met moge l i jk er nstig letsel tot gevolg.
SD/SDHC-kaartsleuf Deze sleuf biedt ruimte aan één SD/SDHC-kaart
waarmee u gegevens van apparaten, zoals digitale camera’s, naar de computer kunt overzetten.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de SD/SDHC-kaartsleuf komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
2-4 Gebruikershandleiding

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Universal Serial Bus-poorten (USB 2.0)
M9
Verbindingslampje (groen)
LAN-actief-lampje (oranje)
Ultra Slim Bay LAN-aansluiting
Rechterkant van de computer
Universal Serial Bus­poorten (USB 2.0)
Aan de rechterkant bevinden zich de USB-poorten. Raadpleeg de paragraaf
Linkerkant voor meer informatie.
Ultra Slim Bay In de Ultra Slim Bay kan een DVD Super Multi-
station of Ultra Slim Bay-vasteschijfadapter worden geïnstalleerd.
LAN-poort Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter biedt ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) en Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T). Zie hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor meer informatie.
Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als u
dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Koppel de LAN-kabel niet aan een voedingsbron. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
Aansluitingslampje (groen)
Dit lampje brandt groen wanneer de computer op een LAN is aangesloten en het LAN correct functioneert.
LAN-actief-lampje (oranje)
Dit lampje brandt oranje tijdens gegevensoverdracht tussen de computer en het LAN.
Gebruikershandleiding 2-5
M9

Achterkant

De volgende afbeelding geeft de achterkant van de computer weer.
Seriële poort Gelijkstroomingang (15 V)
Externe monitorpoort
De achterkant van de computer
Seriële poort Op deze 9-pens poort kunt u seriële apparaten
aansluiten, zoals een extern modem of een seriële muis of printer.
Poort externe monitor
Gelijkstroomingang (15 V)
Via deze poort kunt u een externe monitor op de computer aansluiten.
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten om de computer van stroom te voorzien en om de interne accu’s te laden. Let erop dat u alleen het type netadapter gebruikt dat bij de computer is geleverd ten tijde van de aankoop. Het gebruik van een verkeerde netadapter kan de computer beschadigen.
2-6 Gebruikershandleiding

Onderkant

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg ervoor dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt omgedraaid om schade te voorkomen.
Ultra Slim Bay
Ultra Slim Bay-ontgrendelingsschuif
Accuvergrendeling
Inkeping
M9
Accu-eenheid
Ontgrendelingsschuif accuhouder
Inkeping
Dockingpoort
Vaste schijf
Schroeven voor klepje over vaste schijf
De onderkant van de computer
Schroef voor Ultra Slim Bay­vergrendeling
Sleuf voor geheugenmodule
Ultra Slim Bay Raadpleeg de paragraaf Rechterkant in dit
hoofdstuk voor bijzonderheden.
Ultra Slim Bay­ontgrendelingsschuif
Verschuif de vergrendeling om de Ultra Slim Bay vrij te geven of vast te zetten.
Let erop dat u de Ulta Slim Bay vergrendelt voordat u de computer vervoert.
Inkepingen De haakjes van de TOSHIBA Express Port
Replicator passen in de inkepingen van de computer en zorgen zo voor een veilige verbinding.
Dockingpoort Deze poort ond ersteunt verbinding met een
optionele Advanced Port Replicator, zoals wordt beschreven in hoofdstuk 3, Hardware,
hulpprogramma’s en opties.
Gebruikershandleiding 2-7
M9
Allen de TOSHIBA Express Port Replicator kan met deze computer
worden gebruikt. Probeer niet een andere Port Replicator te gebruiken.
Zorg dat er geen voorwerpen in de dockingpoort terechtkomen. Een
speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen. Een plastic klepje beveiligt de aansluiting.
Sleuf voor geheugenmodule
Hier bevindt zich de geheugenmodule in sleuf B. In deze sleuven kunt u een extra geheugenmodule plaatsen, vervangen en verwijderen.
Raadpleeg de paragraaf Aanvullende
geheugenmodulein Hoofdstuk 3, Hardware, hulpprogramma’s en opti e s.
Ontgrendelingsschuif accuhouder
Zet en houd de accuvergrendeling in de ontgrendelde stand om de accu-eenheid te verwijderen. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor
gedetailleerde informatie over het verwijderen van de accu-eenheid.
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor
gedetailleerde informatie over het gebruik van de accu-eenheid.
Schroeven voor klepje over vaste
Het klepje over de vaste schijf wordt met twee schroeven vastgezet.
schijf Vaste sc hijf Een vasteschijfeenheid die u kunt verwijderen en
opnieuw installeren. Raadpleeg hoofdstuk 3,
Hardware, hulpprogramma’s en opties, voor
meer informatie over het verwijder en of op n ieuw installeren van de Vasteschijfeenheid.
Accuvergrendeling Duw de accuvergrendeling opzij, zodat u de
accu-eenheid kunt verwijderen.
Schroef voor Ultra Slim Bay-
De Ultra Slim Bay wordt met één schroef vergrendeld.
vergrendeling
2-8 Gebruikershandleiding

Voorkant met geopend beeldscherm

Deze paragraaf beschrijft de computer met geopend beeldscherm. U opent het beeldscherm door de vergrendelingsschuif op de voorkant van de computer te verschuiven en het scherm omhoog te kantelen totdat dit in een voor u goede positie staat.
M9
Aan/uit-knop
Schakelaar voor
LCD-sensor
(niet zichtbaar)
Beeldschermscharnier
Stereoluidspreker
(links)
TOSHIBA Assist-knop
TOSHIBA-presentatieknop
De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
Beeldscherm­scharnieren
Toetsenbord
De beeldschermscharnieren zorgen dat het scherm in de gewenste stand blijft staan
Beeldscherm
Beeldschermscharnier
Stereoluidspreker (rechts)
Sleuf voor geheugenmodule (niet weergegeven)
AccuPoint
AccuPoint­besturingsknoppen
Touchpadbesturings
Touchpad
knoppen
Sensor voor vingerafdrukken
Beeldscherm Denk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm er niet zo helder uit zal zien als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit verschil in helderheid dient om accu-energie te besparen wanneer de computer op de accu werkt. Raadpleeg de paragraaf
Beeldschermcontroller en videomodus in
bijlage B voor meer informatie over het beeldscherm van de computer.
Touchpad Met het touchpad in het midden van de polssteun
hebt u controle over de bewegingen van de schermaanwijzer. Meer informatie vindt u in de paragraaf Het touchpad gebruiken in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Touchpadbesturings­knoppen
Met de besturingsknoppen onder het touchpad kunt u menuopties selecteren en bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Gebruikershandleiding 2-9
M9
AccuPoint­besturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het toetsenbord kunt u menuopties selecteren of bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd. Raadpleeg de paragraaf De AccuPoint gebruiken in Hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
AccuPoint Met dit aanwijsapparaat, dat zich in het midden
van het toetsenbord bevindt, kunt u de schermaanwijzer besturen. Raadpleeg de paragraaf De AccuPoint gebruiken in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Toetsenbord Het interne toetsenbord bevat geïntegreerde
cijfertoetsen, speciale geïntegreerde cursorbesturingstoetsen en de toetsen en
. Het toetsenbord is compatibel met het
®
uitgebreide IBM
-toetsenbord. Zie hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor meer informatie.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
Aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer in en
uit te schakelen.
TOSHIBA Assist­knop
Druk op deze knop om het programma automatisch te starten. Als de computer is uitgeschakeld of in de slaapstand of sluimerstand staat, drukt u op deze knop om de computer in te schakelen en het programma te starten.
TOSHIBA­presentatieknop
De knop TOSHIBA-presentatie heeft dezlefde functie als de knop Beelscherm aa n s l ui t en i n h et Mobiliteitscentrum. Als u op deze knop drukt terwijl een extern beeldscherm is aangesloten, verschijnt het scherm TMM (Transient Multimon Manager) van Windows Vista™.
Sensor voor vingerafdrukken
Met deze sensor kunt u een vingerafdruk invoeren en laten herkennen.
Raadpleeg hoofdstuk 4, De sensor voor
vingerafdrukken gebruiken, voor gedetailleerde
informatie over de vingerafdruksensor.
2-10 Gebruikershandleiding
M9
Sleuf voor geheugenmodule
LCD­sensorschakelaar
Plaats geen magnetische voorwerpen in de buurt van de schakelaar; als u dit wel doet, wordt de computer automatisch in de sluimerstand gezet en uitgeschakeld, zelfs als de functie In-/uitschakelen via LCD is uitgeschakeld.
Hier bevindt zich de geheugenmodule in sleuf A. In deze sleuven kunt u een extra geheugenmodule plaatsen, vervangen en verwijderen.
Raadpleeg de paragraaf Aanvullende
geheugenmodulein Hoofdstuk 3, Hardware, hulpprogramma’s en opties.
Deze schakelaar detecteert wanneer het LCD-scherm wordt gesloten of geopend en activeert de functie In-/uitschakelen via LCD. Als u bijvoorbeeld het beeldscherm van de computer sluit, wordt de computer in de sluimerstand gezet en afgesloten; als u het beeldscherm daarna weer opent, zal de computer automatisch opstarten en terugkeren naar de toepassing waarin u het laatst in werkte.
U kunt dit instellen via Energiebeheer. U opent Energiebeheer door te klikken op Start ->
Configuratiescherm -> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer.

Lampjes

In deze paragraaf worden de systeemlampjes beschreven.
Systeemlampjes
LED-systeemlampjes naast de betreffende pictogrammen branden als speciale computerfuncties worden uitgevoerd.
Systeemlampjes
SD-kaart Wanneer de computer toegang heeft tot de
apparaat in de SD-kaartsleuf brandt het lampej voor de SD-kaart groen.
DC IN Het DC IN-lampje brandt normaliter groen als de
stroom via de netadapter correct wordt geleverd. Als er problemen zijn met de uitgangsspanning van de adapter of met de stroomvoorziening van de computer, knippert dit lampje oranje.
Gebruikershandleiding 2-11
M9
Voeding Het aan/uit-lampje brandt groen als de computer
Accu Het accu-lampje toont het ladingsniveau van de
Vaste schijf Het lampje voor de vaste schijf brandt groen
Draadloze communicatie
Toetsenbordlampjes
In de volgende afbeeldingen ziet u waar de lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen en het Caps Lock-lampje zich bevinden. Deze geven het volgende aan:
Wanneer het Caps Lock-lampje brandt, zal het toetsenbord hoofdletters
Als het lampje van de cursormodus brandt, kunt u de geïntegreerde
Brandt het lampje van de numerieke modus, dan kunt u de
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in de slaapstand, knippert dit lampje oranje - één seconde aan, twee seconden uit - zowel terwijl het systeem wordt afgesloten als wanneer het uitgeschakeld blijft.
accu: groen betekent volledig opgeladen, oranje dat de accu wordt opgeladen en knipperend oranje dat de accu bijna leeg is. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie over deze
functie.
wanneer de computer toegang heeft tot de geïntegreerde vaste schijf heeft of de vaste schijf in de Ultra Slim Bay.
Het lampje voor draadloze communicatie knippert oranje wanneer de functies voor Bluetooth en draadloos LAN zijn ingeschakeld.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor Bluetooth en draadloos LAN.
produceren.
numerieke toetsen als cursortoetsen gebruiken.
geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken om cijfers in te voeren.
Caps Lock-lampje
Caps Lock-lampje
Caps Lock Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor lettertoetsen.
2-12 Gebruikershandleiding
M9
Lampje voor
cursormodus
Lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen
Cursormodus Als het lampje van de cursormodus groen
Numerieke modus Als het lampje van de Numerieke modus groen

Optische schijfstations

De computer is geconfigureerd met een DVD Super Multi-station. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Meer informatie over schijven plaatsen en verwijderen vindt u in de paragraaf Optische schijfstations gebruiken in hoofdstuk 4,
Grondbeginselen.
Lampje voor numerieke modus
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de grijze opschriften) als cursortoetsen gebruiken. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de grijze opschriften) gebruiken voor de invoer van cijfers. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 2-13
M9
Regiocodes voor DVD-stations en -media
DVD Super Multi-stations en de daarmee verbonden media worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video’s te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor uw station.
Code Regio
1 Canada, Verenigde Staten 2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten 3 Zuid-Oost-Azië, Oost-Azië 4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden,
Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-Korea, Mongolië 6 China
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD’s en DVD’s beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik TOSHIBA Disc Creator om CD’s te beschrijven. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
CD’s
Beschrijfbare CD’s (CD-R’s) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW’s, high-speed CD-RW’s en
ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
DVD’s
DVD-R’s en DVD+R’s kunnen slechts één keer worden beschreven.
De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
2-14 Gebruikershandleiding
Indelingen
De stations ondersteunen de volgende indelingen.
DVD Super Multi-station met Double Layer
Het station ondersteunt de indelingen naast het DVD-ROM&CD-R/RW-station, en DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW, DVD-RAM, DVD-R DL (Format1), DVD+R DL.
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen onleesbaar zijn.
DVD Super Multi-station met Double Layer
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD’s/DVD’s vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm of 8 cm lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) DVD-R schrijven 8-speed (maximaal) DVD-R DL schrijven 4-speed (maximaal) DVD-RW schrijven 6-speed (maximaal) DVD+R schrijven 8-speed (maximaal) DVD+R DL schrijven 4-speed (maximaal) DVD+RW schrijven 8-speed (maximaal) DVD-RAM schrijven 5-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 16-speed (maximaal, ultra-speed me dia)
M9
Gebruikershandleiding 2-15
M9

Netadapter

De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd.
Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een voedingsbron en op de computer. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden voor nadere informatie.
De netadapter (2-pins stekker)
De netadapter (3-pins stekker)
Afhankelijk van het model wordt er een adapter/voedingskabel met 2 of
3 pinnetjes bij de computer geleverd.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik van de adapter/ computer in andere regio’s, dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door Toshiba wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
2-16 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 3
Hardware, hulpprogramma’s en opties

Hardware

In dit gedeelte wordt de hardware van uw computer beschreven. De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
Processor
M9
CPU De computer is uitgerust met een van de
volgende Intel
Intel
een level 2-cachegeheugen van 2 MB. De processor ondersteunt de Enhanced Intel® SpeedStep
Intel® Core™ Duo-processor, voorzien van
een level 2-cachegeheugen van 4 MB. De processor ondersteunt de Enhanced Intel SpeedStep
Sommige modellen in deze serie zijn voorzien van de Intel® Centrino® Duo Mobile-technologie, die is gebaseerd op drie afzonderlijke technologieën: de Intel® Core™ Duo-processor, Intel® PRO/Wireless Network Connection en de Mobile Intel
®
965 Express-chipsetfamilie.
®
-processors.
®
Core™ Duo-processor, voorzien van
®
-technologie.
®
-technologie.
Wettelijke voetnoot (CPU)*2
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in bijlage F voor meer informatie over de CPU of klik op de *2 hierboven.
®
Gebruikershandleiding 3-1
M9
Geheugen
Sleuven Er kunnen geheugenmodules van 256, 512,
Video-RAM De beschikbare hoeveelheid video-RAM is
1.024 of 2.048 MB in de twee geheugensleuven van de computer worden geïnstalleerd voor een systeemgeheugen van maximaal 4.096 MB.
afhankelijk van het systeemgeheugen van de computer.
Start -> Configuratiescherm -> Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen -> Persoonlijke instellingen -> Beeldscherminstellingen.
U kunt de hoeveelheid video-RAM controleren door te klikken op de knop Geavanceerde instellingen... in het venster Beeldscherminstellingen.
Wettelijke voetnoot (geheugen (hoofdsysteem))*3
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in bijlage F voor meer informatie over het geheugen (hoofdsysteem) of klik op de *3 hierboven.
Voeding
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door
één oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu)*4
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in bijlage F voor meer informatie over de levensduur van de accu of klik op de *4 hierboven.
RTC-batterij De computer heeft een interne batterij voor de
Netadapter De netadapter voorziet het systeem van stroom
3-2 Gebruikershandleiding
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De netadapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer met een 2-pins of 3-pins stekker.
Aangezien de netadapter universeel is, ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en 240 volt; houd er echter rekening mee dat de uitgangsstroom varieert al naar gelang het model. Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. Raadpleeg de paragraaf Netadapter in hoofdstuk 2, Rondleiding.
Schijven
M9
Vaste schijf Deze computer wordt geleverd met een van de
volgende typen vaste schijven. De capaciteit varieert per type vaste schijf.
80,0 miljard bytes (74,53 GB)
120,0 miljard bytes (111,79 GB)
160 miljard bytes (149,05 GB)
Houd er rekening mee dat een deel van de ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor beheerdoeleinden.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van vaste schijf)*5
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in bijlage F voor meer informatie over de capaciteit van de vaste schijf (HDD) of klik op de *5 hierboven.
Optisch schijfstation
Station Het volgende optische station is vooraf in deze
computer geïnstalleerd.
DVD Super Multi-station met
Double Layer-station
2.6 DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen of beschreven.
Beeldscherm
Het interne beeldscherm van de computer ondersteunt videobeelden met hoge resolutie en kan in diverse standen worden gezet voor maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Beeldscherm 14,1-inch TFT-LCD-scherm, 16 miljoen kleuren,
met een van de volgende resoluties:
WXGA, 1280 horizontale x 800 verticale
pixels
WXGA+, 1440 horizontale x 900 verticale
pixels
Wettelijke voetnoot (LCD)*6
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in bijlage F 11 voor meer informatie over de LCD of klik op de *6 hierboven.
Gebruikershandleiding 3-3
M9
Grafische controller Gra fische controller voor optimale
beeldschermprestaties. Raadpleeg de paragraaf
Beeldschermcontroller en videomodus in bijlage
B voor meer informatie.
Wettelijke voetnoot (Graphics Processing Unit of GPU)*7
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in bijlage F voor meer informatie over de GPU (Graphic Processor Unit) of klik op de *7 hierboven.
Geluid
Geluidssysteem Het ingebouwde ge luidssysteem heeft interne
luidsprekers en een microfoon en aansluitingsmogelijkheden voor een externe microfoon en hoofdtelefoon.
Communicatie
Modem De ingebouwde modem voorziet in gegevens- en
LAN De computer biedt ingebouwde ondersteuning
Bluetooth Sommige computers in deze serie hebben een
faxcommunicatie. Raadpleeg bijlage E. De snelheid van gegevens- en faxverzending is afhankelijk van de toestand van de analoge telefoonlijn. De modem heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. In sommige verkoopgebieden wordt deze standaard in de fabriek geïnstalleerd. V.90 en V.92 worden uitsluitend in de VS, Canada, Australië, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ondersteund. In andere gebieden is alleen V.90 beschikbaar.
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) en Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T).
In sommige verkoopgebieden wordt deze standaard in de fabriek geïnstalleerd.
Bluetooth-communicatietechnologie waardoor er geen snoeren meer nodig zijn tussen elektronische apparaten zoals computers, printers en mobiele telefoons. Bluetooth zorgt voor snelle, betrouwbare en veilige draadloze communicatie in een kleine ruimte.
3-4 Gebruikershandleiding
Draadloos LAN Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
met een draadloos LAN-kaart. Deze kaart is compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11-norm (Revisie A, B, G of N Draft versie 1.0).
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)*8
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in bijlage F voor meer informatie over draadloos LAN of klik op de *8 hierboven.
Ultra Slim Bay
M9
Ultra Slim Bay­modules

Speciale voorzieningen

De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer vergemakkelijken.
U hebt toegang tot elke functie door de volgende stappen uit te voeren.
1
Voor toegang tot Energiebeheer klikt u op Start -> Configuratiescherm
*
-> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer.
TOSHIBA Assist­knop
TOSHIBA­presentatieknop
Sneltoetsen Sneltoetsen zijn speciale toetscombinaties
Ultra Slim Bay is een stationsbay die ruimte biedt aan een DVD Super Multi-station of een tweede vaste schijf.
Druk op deze knop om het programma automatisch te starten. Als de computer is uitgeschakeld of in de slaapstand of sluimerstand staat, drukt u op deze knop om de computer in te schakelen en het programma te starten.
De knop TOSHIBA-presentatie heeft dezlefde functie als de knop Beelscherm aansluiten in het Mobiliteitscentrum. Als u op deze knop drukt terwijl een extern beeldscherm is aangesloten, verschijnt het scherm TMM (Transient Multimon Manager) van Windows Vista™.
waarmee u snel de systeemconfiguratie kunt wijzigen zonder een systeemprogramma te hoeven gebruiken.
Gebruikershandleiding 3-5
M9
Beeldscherm automatisch uitschakelen
*1
Vaste schijf automatisch uitschakelen
*1
Systeem in slaapstand/ sluimerstand
*1
Geïntegreerde numerieke toetsen
Wachtwoord voor opstarten
Met deze functie wordt de stroomtoevoer naar het scherm van de computer automatisch stopgezet als het toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt, waarbij de stroom weer wordt ingeschakeld als er een toets wordt ingedrukt. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste schijf automatisch stopgezet als een bepaalde tijd geen activiteit op de vaste schijf heeft plaatsgevonden waarbij de stroom weer wordt ingeschakeld wanneer de vaste schijf weer wordt gebruikt. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Met deze functie wordt het systeem automatisch in de slaapstand of de sluimerstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Het numerieke toetsenbord heeft tien geïntegreerde toetsen. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik
van deze functie. Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging:
supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u voorkomen dat onbevoegden uw computer gebruiken.
Directe beveiliging Een speciale sneltoets vergrendelt het systeem
automatisch en zorgt zo voor gegevensbeveiliging.
Intelligente stroomvoorziening
Een microprocessor in de intelligente
*1
stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent automatisch de resterende accucapaciteit; de elektronische onderdelen worden beschermd tegen abnormale omstandigheden zoals extreme spanningspieken vanuit een voedingsbron. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Energiebesparings­modus
*1
Met deze voorziening kunt u de computer configureren om accu-energie te besparen. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
3-6 Gebruikershandleiding
M9
In-/uitschakelen via
*1
LCD
Automatische sluimerstand bij lage acculading
*1
Warmtever­spreiding
*1
TOSHIBA­vasteschijfbe­veiliging
Met deze functie wordt de stroom naar de computer automatisch uitgeschakeld wanneer het LCD-scherm wordt gesloten, en weer ingeschakeld zodra het scherm wordt geopend. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de sluimerstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Ter bescherming tegen oververhitting heeft de processor een interne temperatuursensor waardoor als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, de ventilator wordt aangezet of de CPU­verwerkingssnelheid wordt verlaagd. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Deze fucntie gebruikt de ingebouwde sensor in de computer om trillingen en schokken te detecteren en automatisch de kop van de vaste schijf in een veilige stand te plaatsen. Hiermee wordt het risico verkleind dat de schijf beschadigt doordat deze in aanraking komt met de kop. Raadpleeg de paragraaf De
vasteschijfbeveiliging gebruiken in hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor bijzonderheden.
De TOSHIBA-functie voor vasteschijfbeveiliging garandeert echter niet dat de vaste schijf niet beschadigt.
Sluimerstand Met deze functie kunt u de stroom naar de
computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt automatisch op de vaste schijf opgeslagen, zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was opgehouden wanneer u de computer weer aanzet. Raadpleeg de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Voor u begint, voor bijzonderheden.
Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u met
deze functie de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten De gegevens worden opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
Gebruikershandleiding 3-7
M9

TOSHIBA Value Added Package

In dit gedeelte worden de TOSHIBA-voorzieningen beschreven die vooraf op de computer zijn geïnstalleerd.
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA­knopondersteuning
TOSHIBA Hulpprogramma Zoom
TOSHIBA PC­diagnoseprogramma
TOSHIBA Wachtwoordhulp­programma
TOSHIBA­flashkaarten
TOSHIBA Power Saver biedt diverse functies voor energiebeheer.
Dit hulpprogramma regelt de functies van de volgende computerknoppen.
TOSHIBA Assist
TOSHIBA-presentatie
De toepassing die deze knop start, kan worden gewijzigd.
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen op het bureaublad vergroten of verkleinen en het zoompercentage instellen voor specifieke toepassingen.
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma toont basisgegevens over de configuratie van de computer en biedt de mogelijkheid de functionaliteit van bepaalde ingebouwde hardwareapparaten in de computer te testen.
Met het TOSHIBA wachtwoordhulpprogramma kunt u een wachtwoord instellen om de toegang tot de computer te beperken.
TOSHIBA-flashkaarten bieden een snelle manier om geselecteerde systeemfuncties te wijzigen en toepassingen te starten.
Sneltoetsfunctie
TOSHIBA-functie om hulpprogramma’s te
starten
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
TOSHIBA Toegankelijkheid
3-8 Gebruikershandleiding
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt.
Het hulpprogramma TOSHIBA Toegankelijkhei d biedt ondersteuning voor gebruikers met bewegingsbeperkingen wanneer ze de TOSHIBA-sneltoetsfuncties willen gebruiken. Met dit hulpprogramma kunt u de Fn-toets vastzetten. U drukt dan eenmaal op de Fn-toets, laat de toets los en drukt op een van de functietoetsen (F-toetsen) om de functie ervan te activeren. De Fn-toets blijft in dit geval actief totdat een andere toets wordt ingedrukt.

Hulpprogramma’s en toepassingen

In deze paragraaf worden de op de computer voorgeïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de online handleiding, de Help-bestanden of het bestand Leesmij.txt bij elk hulpprogramma voor informatie over toepassing en het gebruik.
M9
Hulpprogramma voor vingerafdruken
DVD-videospeler De DVD-videospeler wordt gebruikt om
In dit product is een hulpprogramma voor vingerafdrukken geïnstalleerd waarmee vingerafdrukken kunnen worden vastgelegd en herkend. Die vingerafdrukken kunnen vervolgens worden gekoppeld aan een gebruikersnaam en wachtwoord, zodat u deze gegevens niet meer via het toetsenbord hoeft in te voeren. Beweeg eenvoudig met een vastgelegde vinger over de vingerafdruksensor, waarna de volgende functies worden ingeschakeld:
Aanmelden bij Windows en toegang tot een
beveiligde webpagina via In te rn et Explorer.
Bestanden en mappen kunnen worden
gecodeerd/gedecodeerd, zodat andere gebruikers er geen toegang toe hebben.
Bij terugkeer uit een energiebesparende
stand, zoals de slaapstand, kan een schermbeveiliging met wachtwoordbeveiliging worden uitgeschakeld.
Verificatie van het gebruikerswachtwoord
(en indien van toepassing het vasteschijfwachtwoord) terwijl de computer wordt opgestart (beveiliging bij opstarten).
Functie voor enkelvoudige aanmelding
DVD-video’s af te spelen. De speler heeft een scherminterface en -functies. Klik op Start ->
Alle programma’s -> InterVideo WinDVD -> InterVideo WinDVD voor TOSHIBA.
Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid en beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van bepaalde DVD-videotitels.
Sluit de netadapter van de computer aan wanneer u een DVD-video afspeelt. Energiebesparende functies kunnen een vloeiende weergave verstoren.
Gebruikershandleiding 3-9
M9
Bluetooth-stack voor Windows van Toshiba
Door middel van deze software kunnen de computer en externe Bluetooth-apparaten zoals printers en mobiele telefoons draadloos met elkaar communiceren.
Bluetooth-functies kunnen niet worden gebruikt in modellen waarin geen Bluetooth-module is geïnstalleerd.
TOSHIBA Hulpprogramma Opstartbare SD-kaart
Met het TOSHIBA-hulpprogramma Opstartbare SD-kaart kunt u een opstartbare SD/SDHC-geheugenkaart maken waarmee u het systeem kunt opstarten. U kunt het TOSHIBA-hulpprogramma Opstartbare SD-kaart als volgt starten via het menu Start. Klik op
Start -> Alle programma’s -> TOSHIBA -> Hulpprogramma’s -> Hulpprogramma Opstartbare SD-kaart.
Het hulpprogramma voor het formatteren van SD-geheugenkaarten en andere SD-functies maken deel uit van de TOSHIBA-hulpprogramma’s voor SD-geheugenkaarten.
TOSHIBA SD­geheugenkaart formatteren
Met dit hulpprogramma kunt u een SD/SDHC-geheugenkaart formatteren op basis van de SD-standaardindeling.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u toegang krijgt tot speciale hulpprogramma’s en toepassingen die het gebruik en de configuratie van de computer vereenvoudigen.
TOSHIBA ConfigFree TOSHIBA ConfigFree bestaat uit een reeks
hulpprogramma’s waarmee u communicatie­apparaten en netwerkverbindingen beheert, communicatieproblemen opspoort en profielen maakt om eenvoudig te schakelen tussen locaties en communicatienetwerken. U opent dit hulpprogramma door te klikken op Start ->
Alle programma’s -> TOSHIBA -> Netwerken -> ConfigFree.
TOSHIBA Microfooneffect
TOSHIBA Mic Effect biedt de functies Echo-annulering en Microfoonarray.
Meer instructies voor deze software vindt u in de paragraaf Geluidssysteem in hoofdstuk 4,
Grondbeginselen.
3-10 Gebruikershandleiding
M9
TOSHIBA Disc Creator
TOSHIBA DVD-RAM­hulpprogramma
Geluiddemper voor CD/DVD-station
Windows Mobiliteitscentrum
U kunt CD’s en DVD’s in diverse indelingen maken, waaronder audio-CD’s die op een standaard-CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data-CD’s/-DVD’s voor het opslaan van bestanden en mappen op de vaste schijf van uw computer. Deze software kan worden gebruikt op modellen met een DVD Super Multi-station.
U start dit hulpprogramma door te klikken op
Start -> Alle programma’s -> TOSHIBA -> CD- & DVD-toepassingen -> Disc Creator.
Dit hulpprogramma biedt functies voor fysiek formatteren en schrijfbeveiliging voor DVD-RAM. Dit hulpprogramma maakt deel uit van de module TOSHIBA Disc Creator. U start dit hulpprogramma door te klikken op Start ->
Alle programma’s -> TOSHIBA -> CD- & DVD-toepassingen -> DVD-RAM-hulpprogramma.
Met dit hulpprogramma kunt u de leessnelheid van het optische station configureren. U kunt kiezen tussen de normale modus, waarin het station op maximale snelheid werkt voor een snelle gegevenstoegang, en de stille modus, waarin het station op enkele snelheid werkt voor audio-CD’s, waardoor het station minder geluid maakt.
Dit heeft geen invloed op DVD’s. In dit gedeelte wordt het Windows
Mobiliteitscentrum beschreven. Het Mobiliteitscentrum is een hulpprogramma dat in één venster snel toegang biedt tot diverse instellingen voor draagbare pc’s. Standaard biedt het besturingssysteem maximaal acht groepen aan, terwijl twee extra groepen worden toegevoegd aan het Mobiliteitscentrum.
Computer vergrendelen:
Hiermee kunt u de computer vergrendelen zonder deze uit te schakelen. Dit heeft hetzelfde functie als de knop Vergrendelen, onder in het rechterdeel van het menu Start.
TOSHIBA Assist:
Hiermee kunt u TOSHIBA Assist openen als dit al op uw computer is geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding 3-11
M9

Optionele apparaten

Optionele apparaten kunnen de capaciteiten en de veelzijdigheid van de computer uitbreiden. In deze paragraaf wordt beschreven hoe de volgende apparaten worden aangesloten of geïnstalleerd.
Kaarten/geheugen
PC-kaart
SD/SDHC-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart)
Aanvullende geheugenmodule
Randapparaten
Vasteschijfeenheid
Ultra Slim Bay-vasteschijfadapter
USB-diskettestation
Externe monitor
i.LINK (IEEE1394)
Seriële poort
TOSHIBA Express Port Replicator
Overige
Beveiligingsslot
PC-kaart
De computer is uitgerust met een enkele PC-kaartsleuf die ruimte biedt voor een Type II-kaart. Elke PC-kaart die voldoet aan de industrienormen, vervaardigd door TOSHIBA of een a ndere leverancier , kan worden geïnstalleerd aangezien de sleuf zowel voo r 16-b its PC-kaarten als voor 32-bits CardBus-PC-kaarten geschikt is. CardBus ondersteunt de nieuwere standaard 32-bits PC-kaarten e n le vert su peri eure prestaties om te voldoen aan de hogere eisen van multimediagegevensoverdracht.
PC-kaarten kunnen soms heet worden tijdens het gebruik van de computer. Wacht, voordat u een PC-kaart verwijdert, altijd totdat deze is afgekoeld. Anders kunt u brandwonden oplopen bij het verwijderen van een hete PC-kaart.
Een PC-kaart plaatsen
De Windows-voorziening voor directe installatie maakt het mogelijk om PC-kaarten te installeren terwijl de computer is ingeschakeld.
Plaats een PC-kaart niet terwijl de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat, aangezien sommige kaarten dan niet correct werken.
3-12 Gebruikershandleiding
Voer de volgende stappen uit als u een PC-kaart wilt plaatsen:
1. Plaats de PC-kaart in de sleuf voor de PC-kaart aan de zijkant van de
computer.
2. Duw de PC-kaart voorzichtig aan tot hij stevig vastzit.
PC-kaartsleuf
PC-kaart
De PC-kaart plaatsen
3. Nadat u de PC-kaart hebt geplaatst, dient u de documentatie te lezen
en in Windows te controleren of de configuratie correct is.
Een PC-kaart verwijderen
Voer de volgende stappen uit als u een PC-kaart wilt verwijderen:
1. Open het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
2. Wijs PC-kaart aan en klik op de rechterknop van het touchpad.
3. Druk op de uitwerpknop van de PC-kaart om deze een eindje uit de
computer te laten steken.
M9
Als de PC-kaart niet volledig in de computer is geplaatst, kan de uitwerpknop de kaart mogelijk niet ver genoeg uitwerpen, zodat u deze niet goed kunt beetpakken. In dit geval kunt u de PC-kaart simpel terugdrukken in de computer en de uitwerpknop nogmaals indrukken.
4. Druk op de uitgeschoven uitwerpknop voor de PC-kaart om de
PC-kaart gedeeltelijk uit de computer te laten schuiven.
5. Trek de PC-kaart uit de sleuf.
Uitwerpknop voor
de PC-kaart
De PC-kaart verwijderen
Gebruikershandleiding 3-13
PC-kaart
M9
SD/SDHC-kaart
Plaats SD-geheugenkaarten en SDHC-geheugenkaarten in de SD-kaartsleuf.
Zorg dat er geen voorwerpen in de SD-kaartsleuf terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips in de computer of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het logo van de SD-geheugenkaart is ( ). Het logo van de SDHC-geheugenkaart is ( ).
Kaarttype Capaciteiten
SD 8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB,
512MB, 1GB, 2GB
SDHC 4GB
Een SD/SDHC-kaart plaatsen
Voer de volgende stappen uit om een SD/SDHC-kaart te plaatsen:
1. Plaats de SD/SDHC-kaart in de SD-kaartsleuf aan de zijkant van de computer.
2. Duw de SD/SDHC-kaart voorzichtig aan tot hij stevig vastzit.
SD-kaartsleuf
SD/SDHC-kaart
Een SD/SDHC-kaart plaatsen
Zorg ervoor dat u de SD/SDHC-kaart recht voor de sleuf houdt,
voordat u deze plaatst.
Zorg dat u de SD/SDHC-kaart in de juiste richting in de SD-kaartsleuf
plaatst.
Schakel niet over op de slaapstand of de sluimerstand terwijl
bestanden worden gekopieerd. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan.
3-14 Gebruikershandleiding
M9
Een SD/SDHC-kaart verwijderen
Voer de volgende stappen uit om een SD/SDHC-kaart te verwijderen:
1. Open het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
2. Wijs SD-geheugenkaart aan en klik op de rechterknop van het
touchpad.
3. Druk op de uitwerpknop van de SD/SDHC-kaart. De knop steekt nu een
eindje uit.
4. Verwijder de SD/SDHC-kaart.
SD-kaartsleuf
SD/SDHC-kaart
Een SD/SDHC-kaart verwijderen
Zorg dat het lampje voor de SD-kaart uit is voordat u de
SD/SDHC-kaart verwijdert of de computer uitschakelt. Wanneer u de SD/SDHC-kaart verwijdert of de computer uitschakelt terwijl de computer de SD/SDHC-kaart gebruikt, kunnen gegevens op de kaart verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
Verwijder een SD/SDHC-kaart niet terwijl de computer in de slaapstand
of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer instabiel raken of kunnen gegevens op de SD/SDHC-kaart verloren gaan.
SD/SDHC-geheugenkaart
Door middel van SD/SDHC-kaarten kunt u gemakkelijk gegevens overbrengen van apparaten, bijvoorbeeld digitale camera’s en PDA’s (Personal Digital Assistants), die gebruik maken van SD/SDHC-flashgeheugenkaarten. De kaarten hebben krachtige voorzieningen voor beveiliging/kopieerbeveiliging.
SD-geheugenkaarten zijn ontwikkeld met SDMI (Secure Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal dus niet op andere computers of apparaten afspelen of naar andere computers of apparaten kopiëren. U mag auteursrechtelijk beschermd materiaal alleen verveelvoudigen voor privégebruik.
Gebruikershandleiding 3-15
M9
Een SD/SDHC-kaart formatteren
Wanneer u een SD/SDHC-geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd conform specifieke normen. Als u de SD/SDHC-kaart opnieuw wilt formatteren, dient u dit te doen met het hulpprogramma TOSHIBA SD-geheugenkaart formatteren, niet met de formatteeropdrachten in Windows.
U start het hulpprogramma TOSHIBA SD-geheugenkaart formatteren door te klikken op Start -> Alle programma’s -> TOSHIBA -> Hulpprogramma’s -> SD-geheugenkaart formatteren. Let erop dat het TOSHIBA-hulpprogramma voor het formatteren van SD/SDHC-geheugenkaarten niet het beschermde gebied van de geheugenkaart formatteert. Als u alle gebieden van de SD/SDHC-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg kan met het kopieerbeveiligingssysteem.
Behandeling van schijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van kaarten in acht.
Behandeling van kaarten
Buig kaarten niet.
Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats.
Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig of
vuil worden.
Plaats de kaart na gebruik terug in de houder.
De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt.
Behandeling van geheugenkaarten
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
geen gegevens wilt vastleggen.
Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens.
Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.
Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor nadere informatie.
3-16 Gebruikershandleiding
Aanvullende geheugenmodule
Deze computer is voorzien van twee geheugensleuven: sleuf A bevindt zich onder het toetsenbord en sleuf B op de onderzijde van de computer.
U kunt het geheugen van de computer uitbreiden om de hoeveelheid beschikbaar systeemgeheugen te vergroten. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een optionele geheugenmodule installeert en verwijdert.
Leg een doek onder de computer om te voorkomen dat het deksel
wordt beschadigd wanneer u de geheugenmodules plaatst/vervangt. Gebruik geen doek van materiaal dat statische elektriciteit genereert of vasthoudt.
Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een
geheugenmodule installeert of verwijdert.
Plaats de twee geheugenmodules in respectievelijk sleuf A en sleuf B.
De computer werkt nu in de tweekanaalsmodus. U hebt efficiënt toegang tot de geplaatste geheugenmodules in de tweekanaalsmodus.
Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door
TOSHIBA.
Om gegevensverlies en beschadiging van de computer en de module
te voorkomen dient u in de volgende omstandigheden geen geheugenmodule te installeren of te verwijderen.
a. Als de computer ingeschakeld is. b. Als de computer is afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand. c. Als Activering op LAN actief is. c. Als Activering op draadloos LAN actief is. e. Als de schakelaar voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
Zorg dat u geen schroefjes of ander materiaal in de computer laat
vallen. Dit kan storing of een elektrische schok veroorzaken.
Aanvullende geheugenmodules zijn elektronische
precisiecomponenten die onherstelbaar kunnen worden beschadigd door statische elektriciteit. Aangezien het menselijk lichaam statische elektriciteit kan bevatten, is het belangrijk dat u zichzelf ontlaadt voordat u aanvullende geheugenmodules aanraakt of plaatst. Raak eenvoudig met blote handen een metalen voorwerp aan om de statische elektriciteit van uw lichaam te laten afvloeien.
M9
Gebruikershandleiding 3-17
M9
Een opmerking over een foutmelding aangaande de geheugenmodule
Als u een geheugenmodule installeert die niet met de computer compatibel is, gaat het aan/uit-lampje knipperen (0,5 seconde aan, 0,5 seconde uit) op de volgende manieren:
Als er alleen een probleem is met sleuf A of als er geen
geheugenmodule in sleuf A is geplaatst: knippert herhaaldelijk tweemaal oranje, daarna groen.
Als er een probleem met sleuf B is: knippert herhaaldelijk oranje,
daarna tweemaal groen.
Als er problemen zijn met sleuf A en sleuf B: knippert herhaaldelijk
tweemaal oranje, daarna tweemaal groen.
Schakel de computer in elk van deze gevallen uit en verwijder de incompatibele module(s).
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te verwijderen en vast te draaien - een verkeerde schroevendraaier kan de schroefkoppen beschadigen.
Een geheugenmodule installeren (sleuf A)
Voer de volgende stappen uit om een geheugenmodule te installeren:
1. Stel de computer in op de opstartmodus en sluit de stroom af, controleer of het Aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo nodig de paragraaf
De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Voor u begint).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de computer zijn aangesloten.
3. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid (raadpleeg zo nodig paragraaf De accu-eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden).
4. Draai de computer om.
5. Open het beeldscherm, zodat dit naar boven is gericht.
6. Schuif uw vinger onder een inkeping aan het uiteinde van de toetsenbordbeugel en duw omhoog om deze vrij te geven. Verwijder de toetsenbordbeugel.
Toetsenbordbeugel
De toetsenbordbeugel verwijderen
3-18 Gebruikershandleiding
M9
7. Verwijder de twee schroeven waarmee het toetsenbord is bevestigd.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0.
8. Til het toetsenbord aan de achterkant op, draai het naar u toe en leg het
ondersteboven op de polssteun.
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips in de computer of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Raak de toetsen tijdens het verplaatsen van het toetsenbord niet aan.
Hierdoor kunt u de uitlijning ervan verstoren. Houd het toetsenbord aan de zijkanten vast en leg het voorzichtig op de polssteun.
Het toetsenbord is door middel van een lintkabel op de computer
aangesloten. Zorg dat u deze kabel niet strak trekt wanneer u het toetsenbord optilt. Probeer niet om deze kabel te ontkoppelen.
Schroeven
Verwijder de twee schroeven en draai het toetsenbord
9. Verwijder de twee schroeven en verwijder het afdekplaatje van de
geheugenmodule.
Schroeven
Afdekplaatje geheugenmodule
Het afdekplaatje van de geheugenmodules verwijderen
Gebruikershandleiding 3-19
M9
10.Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn met de geheugensleuf en plaats de module voorzichtig in de sleuf onder een hoek van ongeveer 45 graden. Duw de module vervolgens omlaag tot deze aan weerszijden vastklikt.
Sleuf A
Een geheugenmodule installeren
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips in de computer of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen veroorzaken.
Het afdekplaatje van de geheugenmodule is warm nadat de computer
gedurende langere tijd is gebruikt. Verwijder het plaatje voorzichtig.
Sleuf A is gereserveerd voor het hoofdgeheugen. Gebruik sleuf B voor
het uitbreidingsgeheugen. Als er slechts één kaart is geïnstalleerd, gebruikt u sleuf A.
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover
de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op de connector - als het u in eerste instantie niet lukt de geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig naar buiten met uw vinger. Houd de module vast aan de linker- en rechterrand - de randen met de groeven erin.
11. Schroef de twee schroeven vast en plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug.
3-20 Gebruikershandleiding
12.Plaats de lintkabel van het toetsenbord in de groef onder het
afdekplaatje van de geheugenmodule.
M9
Schroeven
Het klepje over de geheugenmodule plaatsen
Afdekplaatje geheugenmodule
Lintkabel van toetsenbord
13.Steek de lipjes op de voorkant van het toetsenbord in de
corresponderende inkepingen op de computer en plaats het toetsenbord terug.
Wanneer u het toetsenbord terugplaatst, moet u erop letten dat u de printplaat aansluit als de lintkabel is losgetrokken terwijl u het toetsenbord verwijderde.
14.Plaats het toetsenbord terug en bevestig het met de twee schroeven.
Gebruik alle schroeven die in stap 7 zijn verwijderd. Controleer of er geen schroef in de computer is gevallen. Controleer of zich geen vreemde voorwerpen in de computer bevinden.
Toetsenbord
Schroeven
Lipjes
Plaats het toetsenbord terug
15.Plaats de toetsenbordbeugel terug in de gleuf en druk erop totdat de
klemmetjes vastzitten.
16.Installeer de accu-eenheid. Raadpleeg de paragraaf De accu-eenheid
vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, voor
meer informatie.
17.Draai de computer om.
Gebruikershandleiding 3-21
M9
18.Zet de computer aan en controleer of het toegevoegde geheugen wordt herkend door te klikken op Start -> Configuratiescherm -> Systeem en onderhoud -> pictogram Systeem.
Een geheugenmodule verwijderen (sleuf A)
Sleuf A is gereserveerd voor het hoofdgeheugen. Gebruik sleuf B voor het uitbreidingsgeheugen. Als er slechts één kaart is geïnstalleerd, gebruikt u sleuf A.
Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmodule wilt verwijderen:
1. Stel de computer in op de opstartmodus en sluit de stroom af, controleer of het Aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo nodig de paragraaf
De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Voor u begint).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de computer zijn aangesloten.
3. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid (raadpleeg zo nodig paragraaf De accu-eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden).
4. Volg stap 4 tot en met 9 in Een geheugenmodule installeren (sleuf A).
5. Druk de veertjes naar buiten om de geheugenmodule los te maken. Eén uiteinde van de geheugenmodule komt omhoog.
6. Pak de module aan weerszijden vast en trek de module eruit.
Als u de computer gedurende lange tijd gebruikt, worden de
geheugenmodules en de schakelingen in de buurt ervan warm. Laat de geheugenmodules in dat geval afkoelen tot kamertemperatuur alvorens ze te hanteren. Als u de modules eerder aanraakt, kunt u zich branden.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen veroorzaken.
Klemmetjes
De geheugenmodule verwijderen
3-22 Gebruikershandleiding
7. Draai het toetsenbord weer op zijn plaats en bevestig het met de
toetsenbordbeugel volgens de aanwijzingen in de vorige paragraaf.
8. Installeer de accu-eenheid. Raadpleeg de paragraaf De accu-eenheid
vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, voor
meer informatie.
9. Draai de computer om.
Een geheugenmodule installeren (sleuf B)
Voer de volgende stappen uit om een geheugenmodule te installeren:
1. Stel de computer in op de opstartmodus en sluit de stroom af,
controleer of het Aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo nodig de paragraaf
De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Voor u begint).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid
(raadpleeg zo nodig de paragraaf De accu-eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden).
4. Draai de schroef waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules
is bevestigd, los. De schroef is aan het plaatje bevestigd om zoekraken te voorkomen.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0.
5. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
Afdekplaatje geheugenmodule
M9
Schroef
Het afdekplaatje van de geheugenmodules verwijderen
Gebruikershandleiding 3-23
M9
6. Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn met de geheugensleuf en plaats de module voorzichtig in de sleuf onder een hoek van ongeveer 45 graden. Duw de module vervolgens omlaag tot deze aan weerszijden vastklikt.
Sleuf B
De geheugenmodule plaatsen
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen veroorzaken.
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op de connector - als het u in eerste instantie niet lukt de geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig naar buiten met uw vinger.
Houd de module vast aan de linker- en rechterrand - de randen met de groeven.
3-24 Gebruikershandleiding
M9
7. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met één schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
Afdekplaatje geheugenmodule
Schroef
Het klepje over de geheugenmodule plaatsen
8. Installeer de accu-eenheid - raadpleeg zo nodig de paragraaf De
accu-eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden.
9. Draai de computer om.
10.Zet de computer aan en controleer of het toegevoegde geheugen wordt
herkend door te klikken op Start -> Configuratiescherm -> Systeem en onderhoud -> pictogram Systeem.
Een geheugenmodule verwijderen (sleuf B)
Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmodule wilt verwijderen:
1. Stel de computer in op de opstartmodus en sluit de stroom af,
controleer of het Aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo nodig de paragraaf
De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Voor u begint).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid
(raadpleeg zo nodig paragraaf De accu-eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden).
4. Draai de schroef waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules
is bevestigd, los. De schroef is aan het plaatje bevestigd om zoekraken te voorkomen.
5. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
6. Druk de veertjes naar buiten om de module los te maken - één uiteinde
van de module komt schuin omhoog.
Gebruikershandleiding 3-25
M9
7. Pak de module bij de randen vast en verwijder hem uit de computer.
Als u de computer gedurende lange tijd gebruikt, worden de
geheugenmodules en de schakelingen in de buurt ervan warm. Laat de geheugenmodules in dat geval afkoelen tot kamertemperatuur alvorens ze te hanteren. Als u de modules eerder aanraakt, kunt u zich branden.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen veroorzaken.
Klemmetjes
De geheugenmodule verwijderen
8. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het met één schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
9. Installeer de accu-eenheid - raadpleeg zo nodig de paragraaf
De accu-eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden.
10.Draai de computer om.
3-26 Gebruikershandleiding
Vaste schijfeenheid
Met een extra vaste schijf is uw systeem veelzijdiger en kunt u gegevens vervoeren zonder uw computer mee te nemen.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te verwijderen en vast te draaien - een verkeerde schroevendraaier kan de schroefkoppen beschadigen.
De vasteschijfeenheid verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de vasteschijfeenheid te verwijderen.
1. Stel de computer in op de opstartmodus en sluit de stroom af,
controleer of het Aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo nodig de paragraaf
De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Voor u begint).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid
(raadpleeg zo nodig paragraaf De accu-eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden).
4. Draai de twee schroeven waarmee het deksel van de vaste schijf is
bevestigd, los.
5. Trek het deksel omhoog en naar buiten om het van de computer te
verwijderen.
M9
Schroeven
Deksel van vaste schijf
Deksel van vaste schijf verwijderen
6. Trek de vaste schijf omhoog naar een verticale positie door het plastic
lipje vast te houden.
Gebruikershandleiding 3-27
M9
7. Wanneer de vaste schijf verticaal staat, tilt u deze recht omhoog en weg van de connector.
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met moge l i jk er nstig letsel tot gevolg.
Plastic lipje
Connector
Vasteschijfeenheid
De vasteschijfeenheid verwijderen
De vasteschijfeenheid installeren
Voer de volgende stappen uit om de vasteschijfeenheid te installeren.
1. Zet de connector verticaal.
2. Houd de vaste schijf verticaal, met het label naar links.
3. Sluit de vaste schijf aan op de connector.
Zorg dat de vaste schijf verticaal staat wanneer u deze op de connector aansluit. Als u de vaste schijf scheef op de connector aansluit, kan dat de connector beschadigen.
3-28 Gebruikershandleiding
4. Terwijl de connector is aangesloten, beweegt u de vaste schijf omlaag
naar de opslagpositie.
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Connector
Vasteschijfeenheid
De vasteschijfeenheid installeren
5. Plaats het klepje terug en klik het stevig vast.
6. Bevestig het klepje met de twee schroeven.
M9
Controleer of de schroeven de juiste lengte hebben en zet het klepje vast.
7. Draai de computer om.
Gebruikershandleiding 3-29
M9
Ultra Slim Bay-vasteschijfadapter
U kunt de opslagcapaciteit van de computer vergroten door een extra vaste schijf van 100 miljard bytes (93,16 GB) in de vasteschijfadapter voor de Ultra Slim Bay te plaatsen.
U installeert als volgt een vaste schijf in de vasteschijfadapter van de Ultra Slim Bay.
1. Schuif de vergrendeling naar de ontgrendelstand en open de klep.
2. Plaats de vaste schijf in de vasteschijfadapter van de Ultra Slim Bay en duw de schijf naar voren om te zorgen dat hij stevig vastzit.
Vergrendeling
Klep
De klep openen
Duw het plastic lipje onder de vaste schijf.
Vaste schijf
De vaste schijf plaatsen
3-30 Gebruikershandleiding
3. Sluit de klep en schuif de vergrendeling terug naar de vergrendelstand.
Klep
De klep sluiten
Voor meer informatie over het plaatsen van de vasteschijfadapter van de Ultra Slim Bay in de Ultra Slim Bay-sleuf van de computer raadpleegt u hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Externe monitor
Op de computerpoort voor de externe monitor kan een externe analoge monitor worden aangesloten. Voer de volgende stappen uit om een monitor aan te sluiten:
M9
De monitorkabel aansluiten
1. Schakel de computer uit.
2. Sluit de monitorkabel aan op de poort voor de externe monitor.
Monitorkabel
Externe monitorpoort
De monitorkabel aansluiten op de poort voor de externe monitor
3. Zet de externe monitor aan.
4. Schakel de computer in.
Gebruikershandleiding 3-31
M9
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend en wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft. Als u problemen ondervindt met het verkrijgen van beeld op de juiste monitor, kunt u de sneltoets Fn + F5 gebruiken om de beeldscherminstellingen te veranderen (als u daarna de externe monitor afkoppelt voordat u de computer uit zet, moet u nogmaals op de sneltoets Fn + F5 drukken om over te schakelen naar het interne scherm).
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor details over het wijzigen van de beeldscherminstelling met sneltoetsen.
Koppel de externe monitor niet los in de slaapstand of de sluimerstand. Ze de computer uit voordat u de externe monitor loskoppelt.
USB-diskettestation
Het USB-diskettestation ondersteunt diskettes van 1,44 MB of 720 KB en wordt aangesloten op een USB-poort van de computer.
USB-connector
Disketteactiviteitslampje
Diskettesleuf
Uitwerpknop
Het USB-diskettestation
3-32 Gebruikershandleiding
Het USB-diskettestation aansluiten
Als u het station wilt aansluiten, dient u de USB-connector van het diskettestation in een USB-poort te steken.
Steek de connector recht in de aansluiting. Wees voorzichtig dat u de verbindingspennen niet beschadigt door de aansluiting te forceren.
M9
USB-connector
Het USB-diskettestation aansluiten
USBpoort
Als u het USB-diskettestation aansluit nadat u de computer hebt ingeschakeld, duurt het circa 10 seconden voordat de computer het station herkent. Pas na 10 seconden mag u het station loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Het USB-diskettestation ontkoppelen
U kunt na gebruik van het USB-diskettestation de volgende stappen uitvoeren om het station te ontkoppelen:
1. Wacht tot het lampje voor disketteactiviteit uitgaat en u zeker weet dat
er geen disketteactiviteit meer plaatsvindt.
Als u het USB-diskettestation ontkoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de computer het station gebruikt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of dat de diskette of het station beschadigd raakt.
2. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de
Windows-taakbalk.
3. Klik op het USB-diskettestation dat u wilt verwijderen.
4. Trek de USB-connector van het diskettestation voorzichtig uit de
USB-poort van de computer
Gebruikershandleiding 3-33
M9
i.LINK (IEEE1394)
i.LINK (IEEE 1394) ondersteunt snelle gegevensoverdracht voor een scala van compatibele apparaten zoals:
Digitale videocamera’s
Vaste schijven
MO-stations
Optische stations voor beschrijfbare optische schijven
i.LINK gebruikt een 4-pins connector, die geen elektrische stroom geleidt. Externe apparaten moeten apart van stroom worden voorzien.
Voorzorgsmaatregelen
Maak een back-up van uw gegevens voordat u deze naar de computer
overbrengt. Het gevaar bestaat dat de originele gegevens beschadigd raken. Bij digitale video-overdracht kan het met name gebeuren dat bepaalde frames worden verwijderd. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor dergelijk gegevensverlies.
Verricht geen gegevensoverdracht op plaatsen waar gemakkelijk
statische elektriciteit wordt gegenereerd of op plaatsen die onderhevig zijn aan elektronische ruis. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan.
Als u gegevens overdraagt via een IEEE 1394-hub, zorg dan dat er
tijdens de gegevensoverdracht geen andere apparaten aan de hub worden gekoppeld of ervan worden ontkoppeld. Hierdoor zullen gegevens waarschijnlijk beschadigd raken. Sluit alle apparaten op de hub aan voordat u de computer inschakelt.
U mag auteursrechtelijk beschermde video- of muziekopnamen alleen
kopiëren voor privé-gebruik.
Als u een iLINK-apparaat aansluit op/loskoppelt van een ander
iLINK-apparaat dat gegevens met de computer uitwisselt, kunnen er gegevens verloren gaan.
Controleer of de gegevensoverdracht is voltooid of schakel de
computer uit voordat u:
een iLINK-apparaat aansluit op/loskoppelt van de computer;
Een iLINK-apparaat aansluit op/loskoppelt van een ander
iLINK-apparaat dat op de computer is aangesloten.
3-34 Gebruikershandleiding
M9
Aansluiten
1. Zorg dat de connectoren goed ineengrijpen en koppel de i.LINK- (IEEE
1394-)kabel aan de computer.
i.LINK-poort (IEEE 1394)
i.LINK (IEEE1394)­connector
De i.LINK (IEEE1394)-kabel op de computer aansluiten
2. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan het apparaat. Neem bij het gebruik van i.LINK de volgende punten in acht:
U zult wellicht stuurprogramma’s voor uw i.LINK-apparaten moeten
installeren.
Niet alle i.LINK-apparaten zijn getest. De compatibiliteit met alle
i.LINK-apparaten kan daarom niet worden gegarandeerd.
De slaapstand en de functies voor automatisch uitschakelen worden
mogelijk niet door alle apparaten ondersteund.
Koppel of ontkoppel een i.LINK-apparaat niet terwijl het een toepassing
gebruikt of wanneer het door de computer wordt uitgezet om energie te besparen. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan.
Ontkoppelen
1. Open het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
2. Wijs i.LINK-apparaat aan en klik.
3. Ontkoppel de kabel van de computer en vervolgens van het
i.LINK-apparaat.
Raadpleeg tevens de documentatie die bij uw i.LINK-apparaat is geleverd.
Gebruikershandleiding 3-35
M9
Seriële poort
De seriële connector kan worden gebruikt om RS-232C-compatibele apparaten aan te sluiten.
Voorbeelden van RS-232C-compatibele apparaten zijn:
Modem
Muis
Printer
Voer de volgende stappen voor aansluting op een seriële poort:
1. Schakel de computer uit.
2. Sluit de seriële connector aan op de seriële poort en draai de schroeven links en rechts ervan aan.
Seriële connector
Seriële poort
De seriële connector op de seriële poort aansluiten
TOSHIBA Express Port Replicator
Behalve de poorten van de computer kunt u ook de TOSHIBA Express Port Replicator gebruiken. De TOSHIBA Express Port Replicator wordt rechtstreeks aan de docking-interface op de onderkant van de computer gekoppeld. De TOSHIBA Express Port Replicator wordt via de netadapter op een voedingsbron aangesloten.
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
3-36 Gebruikershandleiding
M9
Sluit eerst de netadapter aan en daarna pas de TOSHIBA Express Port
Replicator.
Als een TOSHIBA Express Port Replicator op de computer is
aangesloten, kunt u de volgende poorten van de computer niet gebruiken: LAN-bus, DC IN 15 V-aansluiting en poort voor extern beeldscherm.
Wanneer u een netadapter op de TOSHIBA Express Port Replicator
aansluit, moet u altijd de netadapter gebruiken die bij de TOSHIBA Express Port Replicator is inbegrepen. Gebruik niet de netadapter van de computer.
De TOSHIBA Express Port Replicator heeft de volgende poorten.
RJ45-LAN-aansluiting
Externe monitorpoort
Gelijkstroomingang (15 V)
Sleuf beveiligingsslot
Universal Serial Bus 2.0-poort (vier)
DVI-poort
Aangezien de poortwerking niet van alle DVI-monitoren (Digital Visual
Interface) is gecontroleerd, werken sommige DVI-monitoren mogelijk niet correct.
Zet de afstelschuif van de TOSHIBA Express Port Replicator in de
SCHUIFpositie 3 wanneer u deze computer op de TOSHIBA Express Port Replicator aansluit. Zie de Gebruikershandleiding voor de TOSHIBA Express Port Replicator voor aansluitmogelijkheden.
Beveiligingsslot
Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of door onbevoegden wordt verwijderd. Aan de linkerkant van de computer bevindt zich een sleuf voor een beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf voor het beveiligingslot. De methoden voor het bevestigen van beveiligingskabels verschillen per product. Raadpleeg voor meer informatie de instructies bij het product dat u gebruikt.
Gebruikershandleiding 3-37
M9
Het beveiligingsslot aansluiten
Voer de onderstaande stappen uit om een beveiligingskabel aan te sluiten:
1. Zet de computer met de linkerkant naar u toe.
2. Bevestig de beveiligingskabel aan het “vergrendelingsgat” en zorg ervoor dat deze stevig vast zit.
Sleuf beveiligingsslot

Optionele accessoires

U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties en accessoires toe te voegen. In de volgende lijst vindt u informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of TOSHIBA-dealer:
Beveiligingsslot
DDR2-667­geheugenmodule
Universele netadapter
Accu-eenheid Een extra accu-eenheid als reserve of ter
Accu-eenheid met hoge capaciteit
Accu-eenheid met extra hoge capaciteit
3-38 Gebruikershandleiding
U kunt gemakkelijk een geheugenmodule van 512, 1.024 of 2.048 MB (DDR2 -667) in de computer installeren.
Als u de computer regelmatig op verschillende locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
vervanging. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor meer
informatie. Een extra accu-eenheid als reserve of ter
vervanging. Een extra accu-eenheid als reserve of ter
vervanging.
Accu-oplader Met behulp van de optionele accu-oplader kunt u
extra accu-eenheden buiten de computer opladen.
M9
USB-diskettestation Het USB-diskettestation ondersteunt diskettes
van 1,44 MB of 720 KB en wordt aangesloten op een van de USB-poorten van de computer. In Windows Vista™ kunt u diskettes van 720 KB niet formatteren, maar u kunt wel eerder geformatteerde diskettes lezen en beschrijven..
TOSHIBA Express Port Replicator
De TOSHIBA Express Port Replicator bevat dezelfde poorten als de computer, plus een DVI-poort (Digital Visual Interface), een poort voor een extern beeldscherm, vier USB 2.0­poorten en een LAN-bus.
100 Vaste schijf van 100 GB (Serial-ATA)
U kunt de opslagcapaciteit van de computer vergroten met een extra vaste schijf van 100 miljard bytes (93,16 GB).
Ultra Slim Bay-opties
De volgende tabel geeft aan welke modules in de Ultra Slim Bay kunnen worden geïnstalleerd. Alle andere modules zijn optioneel.
Ultra Slim Bay­vasteschijfadapter
Ultra Slim Bay-kit voor DVD Super Multi-station (dubbellaags)
Met een adapter kunt u een optionele vaste schijf installeren, zoals wordt beschreven in Ultra Slim
Bay-vasteschijfadapter.
Raadpleeg de paragraaf Hardware voor details.
Gebruikershandleiding 3-39
M9
3-40 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij dient te treffen.

TOSHIBA Dubbel aanwijsapparaat

De computer is uitgerust met een tweeledig aanwijssysteem: een touchpad en een AccuPoint-aanwijspookje.
Het touchpad gebruiken
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
M9
Hoofdstuk 4
AccuPoint
AccuPoint-
besturingsknoppen
Touchpadbesturingsknoppen
Touchpad
Touchpad en touchpadbesturingsknoppen
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde manier gebruikt als de knoppen op een standaardmuis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Gebruikershandleiding 4-1
M9
U kunt de functies die doorgaans met de linkerknop van de muis worden uitgevoerd, ook activeren door zachtjes op het touchpad te tikken.
Klikken: één keer tikken Dubbelklikken: Tik het touchpad tweemaal aan. Slepen en neerzetten: Tik tweemaal om de te verplaatsen itemste
selecteren. Laat uw vinger na de tweede tik op het touchpad en verplaats de items naar hun nieuwe bestemming.
De AccuPoint gebruiken
Om de AccuPoint te gebruiken duwt u deze met uw vingertop in de richting waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen. De twee knoppen boven het touchpad werken in combinatie met de AccuPoint op dezelfde manier als bij gebruik met het touchpad. Raadpleeg de paragraaf Het touchpad gebruiken voor details.
Voorzorgsmaatregelen bij AccuPoint-gebruik
Bepaalde omstandigheden kunnen van invloed zijn op de aanwijzer wanneer u de AccuPoint gebruikt. De aanwijzer kan bijvoorbeeld tegengesteld aan de AccuPoint-bediening werken of er kan een foutbericht worden weergegeven als
u de AccuPoint aanraakt tijdens het opstarten;
u tijdens het opstarten constante, zachte druk op de AccuPoint
uitoefent;
er een plotselinge temperatuurverandering plaatsvindt;
er harde druk op de AccuPoint wordt uitgeoefend.
Als een foutbericht verschijnt, start u de computer opnieuw op. Ziet u geen foutbericht, dan wacht u even tot de aanwijzer stilstaat, waarna u weer verder gaat.
4-2 Gebruikershandleiding
M9
Het kapje vervangen
Het AccuPoint-kapje is onderhevig aan slijtage en dient na langdurig gebruik te worden vervangen. Bij de computer wordt een reservekapje voor de AccuPoint geleverd.
1. Pak het AccuPoint-kapje stevig vast en trek het kapje recht omhoog om
het te verwijderen.
AccuPoint-kapje
Het AccuPoint-kapje verwijderen
2. Plaats een nieuw kapje op de pin en druk het vast.
De pin is vierkant, evenals het gat in het kapje; zorg dus dat het gat zich recht boven de pin bevindt.

De sensor voor vingerafdrukken gebruiken

Op dit product is een vingerafdrukhulpprogramma geïnstalleerd waarmee vingerafdrukken kunnen worden vastgelegd en herkend. Als u de id en het wachtwoord vastlegt in het apparaat voor vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het toetsenbord in te voeren. Met de functie voor vingerafdrukken kunt u het volgende doen:
Aanmelden bij Windows en toegang tot een beveiligde webpagina via
Internet Explorer.
Bestanden en mappen kunnen worden gecodeerd/gedecodeerd, zodat
andere gebruikers er geen toegang toe hebben.
Bij terugkeer uit een energiebesparende stand, zoals de slaapstand,
kan een schermbeveiliging met wachtwoordbeveiliging worden uitgeschakeld.
Verificatie van het gebruikerswachtwoord (en indien van toepassing het
vasteschijfwachtwoord) terwijl de computer wordt opgestart (beveiliging bij opstarten).
Functie voor enkelvoudige aanmelding
Gebruikershandleiding 4-3
M9
Uw vinger laten aftasten
Als u de volgende stappen uitvoert wanneer u uw vingers over de sensor haalt voor vingerafdrukregistratie of -verificatie om zo fouten te voorkomen:
Plaats het eerste vingerkootje boven het midden van de sensor. Terwijl u de sensor zachtjes aanraakt, beweegt u uw vinger horizontaal naar u toe tot het sensoroppervlak zichtbaar wordt. Terwijl u dit doet, moet u ervoor zorgen dat het midden van uw vingerafdruk zich op de sensor bevindt.
In de volgende illustraties ziet u de aanbevolen manier om uw vinger over de vingerafdruksensor te halen.
Houd uw vinger niet stijf, druk niet te hard op de sensor en zorg dat het
midden van de vingertop de sensor raakt voordat u uw vinger over de sensor beweegt. Als u niet aan een van deze voorwaarden voldoet, kan uw vingerafdruk mogelijk niet worden gelezen.
Controleer eerst waar het midden van de krul in de vingerafdruk zich
bevindt en beweeg deze plek over het midden van de sensor.
Er kunnen verificatiefouten optreden als u uw vinger te snel of te
langzaam over de sensor haalt. Volg de instructies op het scherm om de snelheid van de beweging aan te passen.
Sensor
Sensor
Haal de vinger over de sensor
Aandachtspunten met betrekking tot de sensor voor vingerafdrukken
Houd u aan de onderstaande richtlijnen wanneer u de vingerafdruksensor gebruikt. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kant dit leiden tot beschadiging of storing van de sensor, problemen met de vingerafdrukherkenning of een lager herkenningspercentage.
Kras of duw niet met uw nagels of andere harde of scherpe voorwerpen
op de sensor.
Drukt niet hard op de sensor.
Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen.
Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp.
Raak de sensor niet aan met een vuile vinger aangezien kleine stof- en
vuildeeltjes de sensor kunnen bekrassen.
Plak geen stickers op de sensor en schrijft er niet op.
Raak de sensor niet aan met een vinger of een ander voorwerp met
opgebouwde statische elektriciteit.
4-4 Gebruikershandleiding
M9
Let op het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst voor opslag, registratie of herkenning van de vingerafdruk.
Was uw handen en droog ze grondig.
Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak van sensorstoringen, met name bij droog weer.
Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen
schoonmaakmiddel of andere chemicaliën om de sensor te reinigen.
Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk vastlegt of wilt laten
herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten in de opslag of een afname in het herkenningspercentage
Weke of gezwollen vinger, bijvoorbeeld nadat u een bad hebt
genomen.
Verwonde vinger
Natte vinger
Vuile of vettige vinger
Zeer droge huid op de vinger
Doe het volgende als u het slagingspercentage van de vingerafdrukherkenning wilt verbeteren.
Let twee of meer vingers vast.
Leg aanvullende vingers vast als de herkenning vaak mislukt met de
opgeslagen vingers.
Controleer de staat van uw vinger. Het herkenningspercentage neemt
af bij veranderingen in de vinger sinds u deze hebt vastgelegd, zoals verwondingen of ruwe, zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers. Ook als de vingerafdruk is verzwakt of als de vinger dunner of dikker wordt, kan het herkenningspercentage afnemen.
Aangezien de vingerafdruk van elke vinger verschillend en uniek is,
dient u erop te letten dat u alleen de geregistreerde of opgeslagen vingerafdruk(ken) voor identificatie gebruikt.
Let op de positie en snelheid waarmee u uw vinger over de sensor
haalt. Raadpleeg hiervoor de volgende tekening.
De sensor voor vingerafdrukken vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk. In sommige gevallen kunnen bepaalde gebruikers hun vingerafdrukken echter niet registreren omdat hun vingerafdrukken onvoldoende unieke kenmerken bevatten.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
Gebruikershandleiding 4-5
M9
De vingerafdrukgegevens verwijderen
Opgeslagen vingerafdrukgegevens worden opgeslagen in speciaal, niet-vluchtig geheugen in de vingerafdruksensor. Als u de computer aan iemand anders geeft of weggooit, wordt daarom aangeraden de vingerafdrukgegevens als volgt te verwijderen:
1. U start dit programma door te klikken op Start -> Alle programma’s -> Protector Suite QL -> Control Center.
2. Het scherm Protector Suite Software wordt weergegeven.
3. Klik op Fingerprints (Vingerafdrukken) en klik op Delete (Verwijderen).
4. Klik op Settings (Instellingen) en klik op Fingerprint Storage Inspector.
5. Het venster Fingerprint Storage Inspector wordt weergegeven. Als er nog steeds vingerafdrukgegevens in de lijst worden weergegeven, selecteert u al deze gegevens en klikt u op Verwijderen.
6. Controleer of alle vingerafdrukgegevens zijn verwijderd in het venster Fingerprint Storage Inspector.
Houd rekening met de onderstaande beperkingen wanneer u de vingerafdruksensor gebruikt:
Er wordt een waarschuwing weergegeven als de herkenning afwijkend
is of binnen een bepaalde tijd niet is geslaagd.
De sensor voor vingerafdrukken vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk. In sommige gevallen kunnen bepaalde gebruikers hun vingerafdrukken echter niet registreren omdat hun vingerafdrukken onvoldoende unieke kenmerken bevatten.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
Toshiba garandee rt niet dat de technologie voor
vingerafdrukherkenning foutloos is.
Toshiba garandeert niet dat de sensor voor vingerafdrukken de
opgeslagen gebruiker altijd herkent of onbevoegde gebruikers altijd de toegang weigert. Toshiba is niet aansprakelijk voor fouten of beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van de software of het hulpprogramma voor vingerafdrukherkenning.
4-6 Gebruikershandleiding
Aandachtspunten met betrekking tot het hulpprogramma voor vingerafdrukken
U kunt reservekopieën van opgeslagen vingerafdrukgegevens en informatie in de PasswordBank maken met de functie Import or Export User Data (Gebruikersgegevens importeren of exporteren) van de software voor vingerafdrukbeheer. Met deze functie kunnen in FileSafe echter geen reservekopieën van gecodeerde bestanden worden gemaakt. In dit geval wordt aanbevolen een reservekopie van deze bestanden te maken op externe media met behulp van de standaardmethoden om bestanden te kopiëren.
Encrypting File System (EFS) is een voorziening van Windows Vista™. Als een bestand is gecodeerd met EFS, kan dit niet verder worden
gecodeerd met de functie voor vingerafdrukverificatie. Als de sensor voor vingerafdrukken en Trusted Platform Module (TPM)-
beveiliging worden gebruikt als identificatiemethode, moet u het pakket Infineon TPM Professional installeren en configureren voordat u het hulpprogramma voor vingerafdrukken installeert en configureert. Raadpleeg de TPM (Trusted Plat form Module) inst allatiegids voor meer informatie over de installatie- en configuratiemethoden voor TPM.
In het Help-bestand wordt vermeld dat de functie PasswordBank (Wachtwoordbank) van deze software kan worden gebruikt voor het beheren van veiligheidsfuncties met betrekking tot internet en algemene toepassingen. De functie Internet PasswordBank van het hulpprogramma voor vingerafdrukken bij deze computer kan echter alleen worden gebruikt met Micosoft Internet Explorer.
M9
Configuratieprocedure
Voer de volgende stappen uit als u voor het eerst vingerafdrukverificatie gebruikt.
Registratie van vingerafdrukken
Sla de vereiste verificatiegegevens in eerste instantie op met de wizard User Enrollment (Gebruiker vastleggen).
Het systeem voor vingerafdrukverificatie gebruikt dezelfde
gebruikersnaam en wachtwoord die zijn ingesteld in het Windows­besturingssysteem. Als er geen Windows-wachtwoord is geconfigureerd, moet u dit doen voordat u vingerafdrukken gaat registreren.
Er kunnen maximaal 21 vingerafdrukpatronen worden geregistreerd in
deze sensor.
1. U start dit programma door te klikken op Start -> Alle programma’s ->
Protector Suite QL -> User Enrollment.
Gebruikershandleiding 4-7
M9
U kunt de wizard User Enrollment ook met de volgende methode starten.
Klik op het pictogram Protector Suite QL op de taakbalk.
Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken.
2. Klik op Volgende.
3. In het venster User’s Password (Gebruikerswachtwoord) dat verschijnt controleert u of dezelfde Windows-gebruikersnaam wordt weergegeven voordat u het juiste wachtwoord typt in het vak Enter your password (Wachtwoord invoeren). Klik daarna op Volgende.
4. Lees de tekst in het venster Hints for Fingerprint Enrollment (Tips voor het vastleggen van vingerafdrukken) en zorg dat het vakje Run Interactive Tutorial (Interactieve zelfstudie starten) een vinkje bevat. Klik daarna op Volgende.
5. Lees de tekst in het venster Correct Swipe Procedure (Juiste procedure) en klik op Volgende.
6. In het venster Scanning Practice (Scanoefening) kunt u oefenen en uw vinger over de sensor halen om te zorgen dat u de juiste methode gebruikt. Nadat u klaar bent met oefenen, klikt u op Volgende.
7. In het venster User’s Fingers (Vingers van de gebruiker) selecteert u de vinger die u wilt vastleggen in de illustratie en klikt u op Volgende. Eerder vastgelegde vingerafdrukken worden in dit venster aangegeven met een groen vinkje, terwijl de vingerafdruk die u gaat vastleggen een rood vinkje bevat. Als een van de eerder vastgelegde vingerafdrukken opnieuw wordt geselecteerd, wordt de meest recente informatie opgeslagen en wordt de vorige informatie overschreven.
8. Geef in het venster Advanced Security (Geavanceerde beveiliging) aan of u de beveiligingsfunctie wilt inschakelen en klik op Volgende.
9. Klik in het venster Finalization (Afsluiten) op Voltooien. Hiermee word t de vingerafdrukregistratie voltooid.
Aanmelden bij Windows via vingerafdrukverificatie
Indien gewenst kunt u, in plaats van de gebruikelijke Windows-aanmelding met een gebruikersnaam en een wachtwoord, zich ook bij Windows aanmelden via vingerafdrukverificatie. Dit is met name handig als een computer door veel gebruikers wordt gebruikt, aangezien hierbij de gebruikersselectie kan worden overgeslagen wanneer het systeem wordt opgestart.
Procedure voor vingerafdrukverificatie
1. Start de computer op.
2. Kies in het venster Logon Authorization (Aanmeldingsverificatie) en van de opgeslagen vingers en haal die vinger over de sensor. Als de verificatie is gelukt, wordt de gebruiker automatisch aangemeld bij Windows.
4-8 Gebruikershandleiding
Als de vingerafdrukverificatie mislukt, moet u zich aanmelden bij Windows met de juiste combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord. Bovendien moet u deze handmatige aanmelding uitvoeren als de vingerafdrukverificatie driemaal achter elkaar mislukt. Er wordt een waarschuwing weergegeven als de verificatie afwijkend is of niet is geslaagd binnen een bepaalde tijd.
Opstartbeveiliging via vingerafdrukken
Algemeen
Het systeem voor vingerafdrukverificatie kan worden gebruikt als vervanging van de wachtwoordverificatie via het toetsenbord wanneer de computer wordt ingeschakeld.
Als u de vingerafdrukverificatie niet wilt gebruiken wanneer de computer wordt ingeschakeld, maar liever een wachtwoord invoert, drukt u eenvoudig op de toets Backspace wanneer het venster Fingerprint Power-On Security wordt weergegeven. Het scherm waarin u met het toetsenbord een wachtwoord kunt invoeren wordt nu weergegeven.
U moet een gebruikerswachtwoord registreren met het
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma voordat u opstartbeveiliging via vingerafdrukken en de aanvullende functie kunt gebruiken om via vingerafdrukken toegang tot de computer te krijgen wanneer deze wordt aangezet.
Als de vingerafdrukverificatie vijfmaal mislukt, als een vooraf ingestelde
tijdslimiet wordt overschreven of als u op Backspace drukt, wordt [Password =] op het scherm weergegeven en moet u het gebruikerswachtwoord of het supervisorwachtwoord handmatig invoeren om de computer op te starten.
Haal uw vinger langzaam en met een constante snelheid over de
sensor. Als u merkt dat het verificatiepercentage hierdoor niet toeneemt, dient u de snelheid aan te passen waarmee u uw vinger over de sensor haalt.
Als er wijzigingen zijn in de omgeving of instellingen die te maken
hebben met verificatie, moet u de verificatiegegevens opgeven, zoals het gebruikerswachtwoord of en een wachtwoord voor de vaste schijf (indien van toepassing).
M9
Gebruikershandleiding 4-9
M9
Instellingen voor opstartbeveiliging via vingerafdrukken inschakelen
U moet uw vingerafdruk vastleggen met het programma Protector Suite QL voordat u opstartbeveiliging via vingerafdrukken inschakelt en configureert. Controleer of uw vingerafdruk is vastgelegd voordat u de instellingen configureert. (Raadpleeg de handleiding voor instructies voor het registreren/vastleggen van vingerafdrukken voor meer informatie.)
1. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken.
2. MENU wordt rechtsonder in het scherm weergegeven. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken en selecteer Control Center via de items in dit menu.
3. Klik in het venster Fingerprint Software Management (Vingerafdrukbeheer) op Settings (Instellingen) en daarna op Power-on Security (Opstartbeveiliging).
4. Plaats in het venster Power-on Security een vinkje voor “Replace the power-on and hard drive passwords with the fingerprint sensor” (De wachtwoorden voor opstarten en harde schijf vervangen door de vingerafdruksensor) en klik op OK.
De functie voor enkelvoudige aanmelding via vingera fdrukken
Algemeen
Via deze functie kan de gebruiker zowel de verificatie van het BIOS-/gebruikerswachtwoord (en desgewenst het wachtwoord voor de vaste schijf) uitvoeren als zich aanmelden bij Windows met slechts één vingerafdrukverificatie tijdens het opstarten. De gebruiker moet het BIOS-/gebruikerswachtwoord en het aanmeldingswachtwoord voor Windows registreren voordat opstartbeveiliging via vingerafdrukken en de functie voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken kunnen worden gebruikt. Gebruik het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma om het BIOS-/gebruikerswachtwoord te registreren. Als Windows-aanmelding niet de standaardinstelling voor uw systeem is, raadpleegt u de handleiding over het registreren van uw wachtwoord voor de WIndows-aanmelding.
Er is slechts één vingerafdrukverificatie vereist ter vervanging van het BIOS-/gebruikerswachtwoord (en het wachtwoord voor de vaste schijf, indien van toepassing) en het wachtwoord voor de Windows-aanmelding.
De functie voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken inschakelen
U moet uw vingerafdruk vastleggen met het programma Protector Suite QL voordat u enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken kunt inschakelen en configureren. Controleer of uw vingerafdruk is vastgelegd voordat u de instellingen configureert. (Raadpleeg de handleiding voor instructies voor het registreren/vastleggen van vingerafdrukken voor meer informatie.)
1. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken.
2. MENU wordt rechtsonder in het scherm weergegeven. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken en selecteer Control Center via de items in dit menu.
4-10 Gebruikershandleiding
3. Klik in het venster Fingerprint Sof twa re Ma na geme nt
(Vingerafdrukbeheer) op Settings (Instellingen) en daarna op System Settings (Systeeminstellingen).
4. Plaats in het venster Protector Suite Settings een vinkje voor de optie
Allow power-on security single sign-on (Opstartbeveiliging via eenmalige aanmelding toestaan) in het gedeelte Enable logon support (Aanmeldingsondersteuning inschakelen) en klik op OK.
Beperkingen van het hulpprogramma voor vingerafdrukken
TOSHIBA garandeert niet dat de technologie voor vingerafdrukherkenning volledig veilig of foutloos werkt of dat onbevoegde gebruikers altijd de toegang wordt geweigerd. TOSHIBA is niet aansprakelijk voor fouten of beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van de vingerafdruksoftware.
De sensor voor vingerafdrukken vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk. In sommige gevallen kunnen bepaalde gebruikers hun vingerafdrukken echter niet registreren omdat hun vingerafdrukken onvoldoende unieke kenmerken bevatten.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.

Ultra Slim Bay-modules verwisselen

In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u modules in de Ultra Slim Bay verwisselt. De illustraties tonen hoe een optisch station wordt vervangen door een vasteschijfadapter voor de Ultra Slim Bay. In de tekst wordt daarom naar deze twee modules verwezen. De procedures zijn echter identiek voor alle andere modules: DVD Super Multi-station en vasteschijfadapter.
M9
Steek uw hand niet in de Ultra Slim Bay-sleuf. Als u dit doet, kunt u zich bezeren.
Een module verwijderen
Verwijder het optische station zoals hieronder wordt beschreven.
1. Aan de hand van de lampjes kunt u controleren of de schijven niet
werken. Als alle lampjes uit zijn, betekent dit dat er momenteel geen schijven in werking zijn.
2. Zet de computer ondersteboven.
Wacht totdat alle lampjes uit zijn voordat u de computer omdraait. Leg de computer voorzichtig neer. De vaste schijf of andere componenten kunnen door schokken beschadigd raken.
3. Haal de Ultra Slim Bay-vergrendelingsschroef uit de vergrendelde
stand.
4. Zet de Ultra Slim Bay-vergrendelingsschroef in de ontgrendelde stand.
5. Duw de Ultra Slim Bay-ontgrendelingsschuif in de ontgrendelde stand.
Gebruikershandleiding 4-11
M9
6. Pak het optische station vast en schuif het naar buiten.
Het optische station en andere Ultra Slim Bay-modules kunnen tijdens gebruik heet worden. Wees voorzichtig wanneer u een module verwijdert.
Een module plaatsen
Plaats de vasteschijfadapter voor de Ultra Slim Bay als volgt.
1. Plaats de vasteschijfadapter in de computer zoals in de volgende
2. Haal de Ultra Slim Bay-vergrendelingsschroef uit de ontgrendelde
3. Als u de vasteschijfadapter voor de Ultra Slim Bay wilt vergrendelen,
Ultra Slim Bay-ontgrendelingsschuif
Vergrendelings­schroef (ontgrendelde stand)
Vergrendelde stand
Optisch schijfstation
Het optische station verwijderen
afbeelding wordt geïllustreerd en duw tot het apparaat vastklikt.
stand.
plaatst u de vergrendelingsschroef van de Ultra Slim Bay in de opening voor de vergrendelde stand.
Vergrendelings­schroef (vergrendelde stand)
Ontgrendelde stand
Ultra Slim Bay-
vasteschijfadapter
De Ultra Slim Bay-vasteschijfadapter plaatsen
4-12 Gebruikershandleiding

Optische schijfstations gebruiken

Het station ondersteunt snelle uitvoering van CD-ROM- en DVD-ROM-programma’s. U kunt CD’s/DVD’s van 12 cm of 8 cm zonder adapter gebruiken. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD-/DVD-ROM-station, gaat het lampje op het station branden.
Gebruik het programma WinDVD om DVD-video’s te bekijken.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de paragraaf CD’s/DVD’s beschrijven met het DVD Super Multi-stations voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD’s/DVD’s.
Als het optische station is uitgeschakeld, kunt u dit inschakelen door op de toetsen Fn + Tab te drukken. Bovendien kunt u deze toetsen zo instellen dat u hiermee het optische station inschakelt en tegelijk de lade op ent.
Schijven laden
Voer de volgende stappen uit om CD’s/DVD’s te laden.
1. Zorg dat de computer ingeschakeld is en druk op de uitwerpknop om de
stationslade enigszins te openen.
2. Trek de schijflade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
M9
Uitwerpknop
Schijflade
Drukken op de ejectknop en de stationslade opentrekken
Gebruikershandleiding 4-13
M9
3. Leg de CD/DVD met het opschrift omhoog in de schijflade.
Laserlens
Een CD/DVD in de lade plaatsen
Wanneer de schijflade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de computer iets uit over de CD-/DVD-lade. Wanneer u de CD/DVD in de lade plaatst, moet u de schijf dus schuin houden. Zorg na het plaatsen van de CD/DVD echter dat de disc plat ligt.
Raak nooit de laserlens of de omringende behuizing aan om onjuiste
uitlijning te voorkomen.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer of de bodem van de schijflade schoon is voordat u het station sluit, vooral het gedeelte achter de voorrand van de lade.
4. Druk voorzichtig in het midden van de CD/DVD tot deze vastklikt. De CD/DVD moet onder de bovenkant va n de as li g gen, vlak op het ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten. Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Als de CD/DVD niet goed zit wanneer de schijflade gesloten is, bestaat het risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de schijflade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop drukt.
De CD-/DVD-lade sluiten
4-14 Gebruikershandleiding
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de CD/DVD te verwijderen.
Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het station. Wacht tot het lampje voor het optische station uit is voordat u de schijflade opent. Neem de CD/DVD pas uit de schijflade nadat de schijf is opgehouden metdraaien
1. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade
voorzichtig helemaal open.
Wanneer de schijflade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot de CD/DVD is opgehouden met draaien voordat u de schijflade volledig opentrekt.
2. De CD/DVD steekt iets uit over de zijkanten van de schijflade, zodat u
hem kunt pakken. Neem hem voorzichtig uit de CD/DVD.
.
M9
Een CD/DVD verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Gebruikershandleiding 4-15
M9
Een CD/DVD verwijderen wanneer de schijflade niet op engaat
U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanne er de computer is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de schijflade openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm la ng), zoals een rechtgebogen paperclip, in het uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast de uitwerpknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de CD/DVD nog draait terwijl u de schijflade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel teweegbrengen.
Uitwerpgaatje
4-16 Gebruikershandleiding
Loading...