Toshiba TECRA M9 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
M9
computers.toshiba-europe.com
M9
ii Gebruikershandleiding
Copyright
M9
©2007 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Gebruikershandleiding voor TOSHIBA M9 draagbare personal computer
Eerste druk april 2007 Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma’s, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar digitale indeling, verandering, overdracht van gekopieerd materiaal en distributie via een netwerk) zonder toestemming van de cop yri ghthouder vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of middels een actie tot schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nag ekeken. De aanwijzinge n en beschrijvingen waren correct voor draagbare perso na l co mput ers van TOSHIBA uit de M9-serie op het tijdstip w aaro p d eze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. T OSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of in di rect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk en IBM PC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Intel, Intel SpeedStep, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Windows en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken en Windows Vista is een handelsmerk van Microsoft Corporation.
Gebruikershandleiding iii
M9
Bluetooth is een handelsmerk of gedeponeerd handeldmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door TOSHIBA onder licentie gebruikt.
InterVideo en WinDVD zijn gedeponeerde handelsmerken van InterVideo Inc.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak. i.LINK is een handelsmerk en een gedeponeerd handelsmerk van Sony
Corporation. In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
EU-verklaring van overeenstemming
TOSHIBA verklaart dat dit product voldoet aan de volgende normen: Extra informatie: “Het product voldoet aan de voorschriften van de
Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEC, de EMC-richtlijn 89/336/EEC en/of de R&TTE-richtlijn 1999/5/EC.”
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland.
De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de website van TOSHIBA (http://epps.toshiba-teg.com) op internet.
Modemwaarschuwing
Verkla ring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit “CTR21”) voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen vormt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
iv Gebruikershandleiding
M9
Netwerkcompa tibilitei t
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005,AN006,AN007,AN009,AN010
en DE03,04,05,08,09,12,14,17 Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04 Portugal ATAAB AN001,005,006,007,011 en
Spanje ATAAB AN005, 007, 012 en ES01 Zwitserland ATAAB AN002 Alle overige landen/regio’s ATAAB AN003, 004
Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
P03,04,08,10
De volgende informatie is alleen bestemd voor lidstaten van de EU:
Het gebruik van het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Door dit product op de juiste manier als afval te verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid die kunnen voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te voorkomen. Neem voor meer informatie over recycling van dit product contact op met het gemeentekantoor, de afvalverwerkingsinstantie of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Dit symbool is mogelijk niet aanwezig, afhankelijk van het land of de regio waar u dit product hebt gekocht.
Gebruikershandleiding v
M9
Beschrijving van laserspecificatie
Het optische station in deze computer, zoals een DVD Super Multi-station, is uitgerust met een lasersysteem. Het station is voorzien van een classificatie-etiket met de volgende tekst.
CLASS 1 LASER PRODUCT LASER KLASSE 1 LUOKAN 1 LASERLAITE APPAREIL A LASER DE CLASSE 1 KLASS 1 LASER APP ARAT
De fabrikant van het station met het bovenstaande etiket certificeert dat het station op de fabricagedatum voldeed aan de voorschriften voor laserproducten conform artikel 21 van de Amerikaanse Code of Federal Regulations (Department of Health & Human Services, Food and Drug Administration).
In andere landen voldoet het station aan de voorschriften in IEC 60825-1 en EN 60825-1 voor laserproducten van klasse 1.
Deze computer is uitgerust met het optische station in de volgende lijst, al naar gelang het model.
Fabrikant Type Panasonic UJ-852
vi Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

V oorwoord Algemene voorzorgsmaatregelen
Hoofdstuk 1 Voor u begint
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Voor u begint. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Opties voor systeemherstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-13
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-9
Lampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-11
Optische schijfstations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-13
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-16
Hoofdstuk 3 Hardware, hulpprogramma’s en opties
Hardware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
TOSHIBA Value Added Package . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
Hulpprogramma’s en toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
Optionele apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-12
Optionele accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-38
Hoofdstuk 4 Grondbeginselen
TOSHIBA Dubbel aanwijsapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
De sensor voor vingerafdrukken gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
Ultra Slim Bay-modules verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-11
Optische schijfstations gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
CD’s/DVD’s beschrijven met het DVD Super Multi-stations. . . . . . 4-17
Behandeling van schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
M9
Gebruikershandleiding vii
M9
Modem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-27
Draadloze communicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-30
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-34
Omgaan met de computer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-36
De vasteschijfbeveiliging gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-37
Warmteverspreiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-40
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-1
Functietoetsen F1 … F12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Softkeys Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Sneltoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-3
Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-5
Geïntegreerde numerieke toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-6
ASCII-tekens genereren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-7
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Stroomvoorzieningsomstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-1
De stroomvoorziening controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-2
Accu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-3
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-10
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-14
In-/uitschakelen via LCD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-15
Systeem automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-15
Hoofdstuk 7 HW Setup en BIOS Setup
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-1
Het venster HW Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-1
BIOS Setup-programma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-8
Hoofdstuk 8 Probleemoplossing
Handelwijze bij probleemoplossing. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-3
TOSHIBA-ondersteuning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-22
Bijlage A Specificaties
Gewicht en afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1
Werkomgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1
Bijlage B Beeldschermcontroller en videomodus
Beeldschermcontroller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1
Videomodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1
Bijlage C Draadloos LAN
Kaartspecificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-1
Radiospecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-2
Ondersteunde subfrequenties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-2
viii Gebruikershandleiding
M9
Bijlage D Bijlage E Intel
Netsnoer en connectoren
®
Matrix Storage Manager
Windows (Windows Vista™) handmatig configureren . . . . . . . . . . . E-1
Windows (Windows XP) handmatig configureren. . . . . . . . . . . . . . . E-2
®
Intel
Matrix Storage Manager installeren in
Windows XP of Windows Vista™ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-3
Bijlage F Wettelijke voetnoten
Bijlage G Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst Index
Gebruikershandleiding ix
M9
x Gebruikershandleiding

Voorwoord

Gefeliciteerd met de aankoop van uw computer uit de M9-serie. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-functionaliteit.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw computer uit de M9-serie gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een draagbare computer hebt gewerkt, leest u eerst de hoofdstukken 1, Voor u begint, en 3, Hardware, hulpprogramma’s en opties, om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen en accessoires van de computer.
Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen in hoofdstuk 3,
Hardware, hulpprogramma’s en opties, om kennis te maken met de
voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor deze computer, en ook de paragraaf in hoofdstuk 7, HW Setup en BIOS Setup, voor een goed begrip van de instellingen en configuratie van deze voorzieningen.
Lees hoofdstuk 3, Hardware, hulpprogramma’s en opties als u optionele producten of externe apparaten aansluit.
M9
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Gebruikershandleiding xi
M9
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften (+). Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de derde.
ABC
Wanneer u in een procedure een handeling moet uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken of tekst invoeren), wordt de pictogramnaam of de te typen tekst in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Beeldscherm
S ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Terminologie
Deze term wordt in dit document als volgt gedefinieerd: Start Het woord “Start” verwijst naar de knop “ ” in
Microsoft
xii Gebruikershandleiding
®
Windows Vista™.

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
stof, vocht en direct zonlicht;
apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
Vermijd extreme hitte, koude of vochtigheid.
vloeistoffen en bijtende chemicaliën;
M9
Blessures door overbelasting
Lees de instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en
polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. De instructiehandleiding voor veiligheid en comfort bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt verminderen.
Gebruikershandleiding xiii
M9
Verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten aangezien hierdoor computeronderdelen beschadigd kunnen raken of andere storingen kunnen ontstaan.
Oververhitting van PC-kaarten
Sommige pc-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden wat kan leiden tot instabiliteit in de werking van het apparaat in kwestie. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de compute r en de mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
xiv Gebruikershandleiding
Voor u begint
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst van apparatuur

Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
M9 draagbare personal computer
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Accu-eenheid (geïnstalleerd of los meegeleverd)
Accu-eenheid met extra hoge capaciteit (wordt bij sommige modellen
meegeleverd)
Accu-eenheid met hoge capaciteit (wordt bij sommige modellen
meegeleverd)
reservekapje voor de AccuPoint (aanwijsapparaat)
M9
Hoofdstuk 1
Gebruikershandleiding 1-1
M9
Software
Documentatie
Het volgende Windows®-besturingssysteem en de volgende software zijn vooraf geïnstalleerd.
®
Microsoft
Windows Vista™
TOSHIBA Value Added Package
DVD-videospeler
TOSHIBA-hulpprogramma’s voor SD-geheugenkaarten
TOSHIBA Hulpprogramma Opstartbare SD-kaart
Geluiddemper voor CD/DVD-station
TOSHIBA Assist
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging
TOSHIBA Disc Creator
Hulpprogramma voor vingerafdruken
Windows Mobiliteitscentrum
M9-serie Gebruikershandleiding
M9-serie Aan de slag
®
Aan de slag met Microsoft
Windows Vista™ (meegeleverd bij
sommige modellen)
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Back-upmedia en extra software
DVD-ROM Productherstel
Windows Anytime-upgrade-DVD (meegeleverd bij bepaalde
modellen)
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.
1-2 Gebruikershandleiding

Voor u begint

Lees in elk geval de paragraaf Voor het eerst opstarten.
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De computer inschakelen
Voor het eerst opstarten
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
Opties voor systeemherstel
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te
Het is verstandig om af en toe een back-up te maken van de interne
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat alle
M9
comfort hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te laten werken. Als u de aanbevelingen in deze gids volgt, verkleint u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
regelmatig wordt bijgewerkt.
controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens verloren.
vaste schijf of van een ander primair opslagapparaat op externe media. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in gegevensverlies.
gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf of op een ander opslagmedium. Als u dat niet doet, kan dit mogelijk resulteren in gegevensverlies.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen 100 en 240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het opladen van
de accu-eenheid met de netadapter.
Gebruikershandleiding 1-3
M9
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door Toshiba wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met de spanning en frequentie die op het voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet, kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet, kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio’s dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1-4 Gebruikershandleiding
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd, afhankelijk van het model.
M9
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de
gelijkstroomingang (DC IN 15V) op de achterkant van de computer.
Gelijkstroomingang (15 V)
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer aan op het stopcontact - de lichtjes van Accu en DC
IN aan de voorkant van de computer moeten nu gaan branden.
Gebruikershandleiding 1-5
M9
Het beeldscherm openen
Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal kijkgemak.
1. Schuif de schermvergrendeling op de voorkant van de computer opzij om het beeldscherm te ontgrendelen.
2. Houd de polssteun met één hand naar beneden, zodat het hoofdgedeelte niet wordt opgetild. Til het scherm nu langzaam op, waarna de hoek van het beeldscherm zo kan worden ingesteld dat de helderheid optimaal is.
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Beeldscherm
Beeldschermvergrendeling
Het beeldscherm openen
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Druk of duw niet op het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke
voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn achtergebleven.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of dichtklappen van het beeldscherm).
1-6 Gebruikershandleiding
De computer inschakelen
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de stroom aanzet - het lampje voor Aan/uit geeft de status aan. Raadpleeg de paragraaf De
stroomvoorziening controleren in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden voor meer informatie.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem
niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Voor het eerst opstarten voor meer informatie.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de setup-procedure van
Windows.
1. Open het beeldscherm.
2. Houd de aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden ingedrukt.
Aan/uit-knop
M9
De computer inschakelen
Voor het eerst opstarten
Het opstartscherm van Microsoft Windows Vista™ wordt als eerste weergegeven wanneer u de computer aanzet. Volg de aanwijzingen in elk scherm om het besturingssysteem te installeren.
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden voor de software door wanneer deze worden weergegeven.
Gebruikershandleiding 1-7
M9
De computer uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende drie modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), sluimerstand of slaapstand.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; en de volgende keer zal bij het opstarten van de computer het hoofdscherm van het besturingssysteem worden weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of een opslagmedium.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
Controleer of de lampjes voor de vaste schijf en de Ultra Slim Bay uit
zijn. Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Schakel nooit de stroom uit terwijl een toepassing actief is Dit zou tot
gegevensverlies kunnen leiden.
Schakel nooit de stroom uit, koppel nooit een extern opslagapparaat
los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
3. Klik op St art.
4. Klik op de pijlknop ( ) in de knoppen voor energiebeheer ( ) en selecteer Afsluiten in het menu.
5. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd om mogelijke beschadiging te voorkomen.
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder dat u de software hoeft sluiten door de computer in de slaapstand te zetten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
1-8 Gebruikershandleiding
M9
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Start -> Configuratiescherm -> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer).
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand
is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie Activering op toetsenbord is ingeschakeld in HW Setup.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u Slaapstand uit in Energiebeheer (dat u opent via Start -> Configuratiescherm -> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer). U moet daarbij wel in de gaten houden dat de computer door deze configuratie niet langer compatibel is met de Energy Star-richtlijnen.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de geheugenmodule schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). Doet u dit toch, dan kunnen de gegevens in het geheugen verloren gaan.
De USB-bus levert stroom (DC 5 V) naar de opgegeven USB-poorten
als de computer in de slaapstand staat.
Als een metale haarpin, paperclip of vergelijkbaar voorwerp in contact
komt met de aansluting, kan dit heet worden. Let met name goed op dat de computer niet in contact komt met metalen voorwerpen wanneer u de computer in een tas draagt.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-9
M9
De sluimerstand uitvoeren
U kunt de sluimerstand ook inschakelen als u drukt op Fn + F3. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt de slaapstand op een van de volgende vier manieren activeren:
Klik op Start en klik op de aan/uit-knop ( ) in de knoppen voor
energiebeheer ( ). Let erop dat deze functie moet worden ingeschakeld via Energiebeheer
(klik hiervoor op Start -> Configuratischerm -> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer).
Klik op Start, klik op de pijlknop ( ) en selecteer Slaapstand in het
menu.
Sluit het beeldscherm. Let erop dat deze functie moet worden
ingeschakeld via Energiebeheer (klik hiervoor op Start -> Configuratischerm -> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer).
Druk op de aan/uit-knop. Let erop dat deze functie moet worden
ingeschakeld via Energiebeheer (klik hiervoor op Start -> Configuratischerm -> Systeem en onderhoud -> Energiebeheer).
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-
lampje oranje.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur
verlengen door af te sluiten in de sluimerstand, aangezien de slaapstand meer energie gebruikt als de computer uit staat.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige staat hersteld. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand.
1-10 Gebruikershandleiding
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het lampje van de vaste schijf uitgaat.
Wanneer de computer in de sluimerstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
M9
U kunt de sluimerstand ook inschakelen als u drukt op Fn + F4. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
1. Klik op St art.
2. Klik op de pijlknop ( ) in de knoppen voor energiebeheer
( ) en selecteer Sluimerstand in het menu.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik op St art en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Klik op Systeem en onderhoud en vervolgens op Energiebeheer.
3. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen of Het gedrag van
het sluiten van het deksel bepalen.
4. Activeer de gewenste sluimerstandinstelling voor Als ik op de aan/uit-
knop druk en Als ik het scherm sluit.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gebruikershandleiding 1-11
M9
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze periode brandt het lampje voor de vaste schijf.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Computer opnieuw op starten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Als u de computer opnieuw moet opstarten, zijn er drie manieren om dit te doen:
Klik op Start, klik daarna op de pijlknop ( ) in de knoppen voor
energiebeheer ( ) en selecteer Opnieuw starten in het menu.
Druk tegelijk op Ctrl, Alt en Del (eenmaal) om het menuvenster weer te
geven en selecteer Opnieuw starten in de Opties voor afsluiten.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa vijf seconden
ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 tot 15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door de aan/uit­knop in te drukken.
1-12 Gebruikershandleiding

Opties voor systeemherstel

Een verborgen partitie van circa 1,5 GB op de vaste schijf is toegewezen voor de opties voor systeemherstel.
Deze partitie herstelt bestanden die kunnen worden gebruikt om het systeem te herstellen in geval van problemen.
De opties voor systeemherstel kunnen niet meer worden gebruikt als deze partitie wordt verwijderd.
Opties voor systeemherstel
De opties voor systeemherstel zijn op de vaste schijf geïnstalleerd bij aflevering uit de fabriek. Het menu voor systeemherstel bevat opties waarmee opstartproblemen kunnen worden gerepareerd, een diagnose kan worden uitgevoerd of het systeem kan worden hersteld.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning voor meer informatie over Opstartherstel.
De opties voor systeemherstel kunnen ook handmatig worden uitgevoerd om problemen te herstellen.
Ga hierbij als volgt te werk. Volg de aanwijzingen op het scherm.
1. Schakel de computer uit.
2. Zet de computer aan terwijl u de toets F8 ingedrukt houdt.
3. Het menu Geavanceerde opstartopties verschijnt.
Selecteer Uw computer repareren met behulp van de pijltoetsen en druk op Enter.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm. De Windows Vista™-functie voor volledige back-up van de pc kan alleen
worden gebruik in Windows Vista™ Business Edition en Ultimate Edition.
M9
Gebruikershandleiding 1-13
M9
1-14 Gebruikershandleiding
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen)*1
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in Bijlage F voor meer informatie over niet-toepasselijke pictogrammen of klik op de *1 hierboven.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm gesloten.
Systeemlampjes
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Hoofdtelefoonaansluiting
M9
Hoofdstuk 2
Beeldschermvergrendeling
Schakelaar voor draadloze communicatie
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Systeemlampjes Via deze LED-lampjes kunt u de status van
Schakelaar voor draadloze communicatie
Gebruikershandleiding 2-1
Microfoonbus
diverse computerfuncties controleren; deze zijn nader omschreven in de paragraaf
Systeemlampjes.
Schuif deze schakelaar naar links om de functies voor draadloos LAN en Bluetooth uit te schakelen. Schuif de schakelaar naar rechts om deze functies in te schakelen.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor Bluetooth en draadloos LAN.
Microfoon
Volumeregelaar
M9
Schakel Wi-Fi®- en Bluetooth-functies uit in de buurt van mensen bij
wie mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u gebruikmaakt van een Wi-Fi- of Bluetooth-functie.
Schakel altijd de Wi-Fi- of Bluetooth-functie uit als de computer in de
buurt komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik de Wi-Fi- of Bluetooth-functies niet in de buurt van een
magnetron of in gebieden met radiostoring of magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan tot onderbreking van de draadloos Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Via deze poort kunt u een extern apparaat, zoals een digitale videocamera, aansluiten voor snelle gegevensoverdracht.
Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan
een drie-aderige miniplug voor mono-microfooninvoer worden aangesloten.
Hoofdtelefoonbus Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonbus kan een
stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
Beeldschermver­grendeling
Deze vergrendelingsschuif zet het beeldscherm vast wanneer dit gesloten is. Duw de vergrendelingsschuif opzij om het beeldscherm te openen.
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de
interne stereoluidspreker en de optionele stereohoofdtelefoon (mits aangesloten) af te stemmen.
Schuif de volumeregelaar naar rechts om het volume te verhogen en naar links om het volume te verlagen.
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing importeren en opnemen. Raadpleeg de paragraaf Geluidssysteem in hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
2-2 Gebruikershandleiding
Loading...
+ 194 hidden pages