Toshiba TECRA A4 User Manual [nl]

Page 1
Gebruikershandleiding
Tecra A4
Choose freedom.
computers.toshiba-europe.com
Page 2
Copyright
© 2005 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
TOSHIBA TECRA A4 Draagbare personal computer Gebruikershandleiding
Eerste editie augustus 2005 Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal kan uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar digitale indeling, verandering, overdracht van gekopieerd materiaal en distributie via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of middels een actie tot schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal computers uit de TOSHIBA TECRA A4-serie op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Navolgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk en IBM PC en PS/2 zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
Intel, Intel SpeedStep en Pentium zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation of dochterondernemingen in de Verenigde Staten en andere landen.
Windows en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak. Memory Stick is een gedeponeerd handelsmerk en i.LINK is een
handelsmerk van Sony Corporation. InterVideo en WinDVD zijn geregistreerde handelsmerken van InterVideo Inc.
WinDVD Creator is een handelsmerk van InterVideo Inc. In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn vermeld.
Gebruikershandleiding ii
Page 3
Informatie over Macrovision
In dit product is kopieerbeveiligingstechnologie verwerkt die is beschermd door methoden en aanvragen van bepaalde Amerikaanse patenten en andere intellectuele eigendomsrechten van Macrovision Corporation, en andere rechthebbenden. Gebruik van deze techniek is alleen toegestaan met toestemming van Macrovision Corporation en is uitsluitend bedoeld voor privégebruik en weergave voor een beperkt publiek, tenzij Macrovision Corporation toestemming heeft verleend voor andere gebruiksmogelijkheden. Terugwerkend construeren of demonteren is verboden.
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsinstructies om uzelf en uw computer te beschermen.
Tijdens het gebruik van de computer
Laat de portable tijdens gebruik niet lange tijd achtereen op uw lichaam rusten. Bij intensief gebruik kan er zich warmte in de basis opbouwen. Langdurig contact met de huid kan een onaangenaam gevoel of zelfs brandwonden veroorzaken.
Probeer niet de computer zelf te repareren. Volg de installatie-
instructies nauwgezet.
Draag een accu niet in uw zak, handtas of een andere houder waar
metalen objecten (zoals sleutels) de accucontactpunten kunnen kortsluiten. Hierdoor kunnen extreem hoge temperaturen ontstaan, met het risico van brandwonden.
Zorg dat er geen voorwerpen op het snoer van de netadapter rusten en
dat het snoer niet op een locatie ligt waar regelmatig mensen lopen of staan.
Plaats de netadapter op een positie met voldoende ventilatie,
bijvoorbeeld op een bureaublad of op de vloer, wanneer u de computer op de netvoeding gebruikt of de accu oplaadt. Bedek de netadapter niet met papier of andere voorwerpen die afkoeling belemmeren, en gebruik de netadapter niet terwijl deze in een draagtas zit.
Gebruik uitsluitend de netadapter en accu's die zijn goedgekeurd voor
gebruik met deze computer. Gebruik van een ander type accu of netadapter resulteert in brand- of ontploffingsgevaar.
Controleer alvorens de computer op een voedingsbron aan te sluiten of
de spanningsspecificatie van de netadapter overeenkomt met die van de beschikbare voedingsbron. 115 V/60 Hz in het merendeel van Noord- en Zuid-Amerika en een aantal landen in het Verre Oosten (zoals Taiwan). 100 V/50 Hz in het oosten van Japan en 100 V/60 Hz in het westen van Japan. 230 V/50 Hz in de meeste landen van Europa, het Midden Oosten en het Verre Oosten.
Gebruikershandleiding iii
Page 4
Als u de netadapter met een verlengsnoer gebruikt, zorg dan dat de
totale stroomsterkte van de op het verlengsnoer aangesloten apparaten niet hoger is dan de stroomspecificatie van het verlengsnoer.
Om de stroomvoorziening naar de computer stop te zetten schakelt u
de computer uit, verwijdert u de accu en verwijdert u de stekker van de netadapter uit het stopcontact.
Tijdens onweer dient u geen kabels aan de computer te koppelen of
ervan te ontkoppelen, of onderhouds- of configuratiewerkzaamheden op de computer uit te voeren. Hierdoor loopt u het risico van een elektrische schok.
Plaats de computer op een vlak oppervlak wanneer u ermee gaat
werken.
Conformiteitverklaring EU
TOSHIBA verklaart dat het product M40-serie voldoet aan de volgende normen:
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen,
336/EEC voor notebooks en elektronische accessoires, zoals de meegeleverde netadapter, de Radio Equipment and Telecommunications Terminal Equipment Directive 99/5/EEC in het geval van geïmplementeerde accessoires voor telecommunicatie en de Low Voltage Directive 73/23/EEC voor de meegeleverde netadapter.
De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA EUROPE GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland, telefoon +49-(0)-2131-158-01.
Raadpleeg voor een exemplaar van de betreffende CE-verklaring van overeenstemming de volgende website: http://epps.toshiba-teg.com
met name de Electromagnetic Compatibility Directive 89/
De volgende informatie is alleen bedoeld voor lidstaten van de EU:
Het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Zorg ervoor dat dit product op correcte wijze wordt weggegooid. Doet u dit niet, dan kan dit gevaar opleveren voor het milieu en de gezondheid van de mens. Neem voor meer informatie over het hergebruik van dit product contact op met uw gemeentekantoor, uw vuilnisdienst of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft, is dit symbool mogelijk niet aanwezig.
Gebruikershandleiding iv
Page 5
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit “CTR21”) voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen/regio's biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005,AN006,AN007,AN009,AN010
Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01,02,03,04 Portugal ATAAB AN001,005,006,007,011 en
Spanje ATAAB AN005,007,012 en ES01 Zwitserland ATAAB AN002 Alle overige landen/regio's ATAAB AN003,004 Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
en DE03,04,05,08,09,12,14,17
P03,04,08,10
Gebruikershandleiding v
Page 6
Optisch station
Het optische schijfstation gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center. Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die niet in de handleiding zijn vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling. Open nooit de behuizing, om rechtstreekse blootstelling aan de laserstraal te voorkomen.
HET GEBRUIK VAN REGELAARS, INSTELLINGEN OF PROCEDURES DIE NIET IN DE HANDLEIDING ZIJN VERMELD, KAN RESULTEREN IN BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STRALING.
Het optische station dat in deze computer wordt gebruikt, is uitgerust met een laserapparaat. Op het station is een van de volgende etiketten bevestigd.
ADVERSEL: USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSAF-BRYDER
CLASS 1 LASER PRODUCT
LASERSCHUTZKLASSE 1
PRODUKT
ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSÆTTELSE FOR STRÅLING
De fabrikant van het station met het bovenstaande etiket certificeert dat het station op de fabricagedatum voldeed aan de voorschriften voor laserproducten conform artikel 21 van de Amerikaanse Code of Federal Regulations (Department of Health & Human Services, Food and Drug Administration).
In andere landen voldoet het station aan de IEC 825- en EN60825­voorschriften voor laserproducten van klasse 1.
Gebruikershandleiding vi
Page 7
Deze computer is uitgerust met een van de optische stations in de volgende lijst, al naar gelang het model.
Fabrikant Type
Toshiba Samsung DVD-ROM
SD-C2732
Matsushita CD-RW-/DVD-ROM
UJDA770
Toshiba Samsung CD-RW/DVD-ROM
TS-L462C
Hitachi CD-RW/DVD-ROM
GCC-4244N
Panasonic DVD Super Multi (+-R Double Layer)
UJ-841B
TEAC DVD Super Multi (+-R Double Layer)
DV-W28EA
Hitachi DVD Super Multi (+-R Double Layer)
GSA-4082N
Pioneer DVD Super Multi (+-R Double Layer)
DVR-K16
Gebruikershandleiding vii
Page 8

Voorwoord

Gefeliciteerd met uw nieuwe TOSHIBA TECRA A4-computer. Deze krachtige, lichtgewicht notebook staat garant voor hoge prestaties en jarenlang betrouwbaar computergebruik.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw TECRA A4-computer gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een portable hebt gewerkt, lees dan eerst de hoofdstukken Inleiding en Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen en accessoires van de computer. Lees vervolgens Aan de slag voor stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Als u een ervaren computergebruiker bent, dient u dit voorwoord te lezen om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding. Blader daarna de handleiding door om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen van de Inleiding om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor de computers, en lees aandachtig HW Setup en wachtwoorden. Als u PC­kaarten gaat installeren of externe apparaten zoals een printer gaat aansluiten, dient u hoofdstuk 8, Optionele apparaten, te lezen.

Inhoud van de handleiding

Deze handleiding bestaat uit negen hoofdstukken, bijlagen, een woordenlijst en een index.
In hoofdstuk 1, Inleiding, vindt u een overzicht van de voorzieningen, mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Aan de slag, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid en het inrichten van uw werkplek.
Gebruikershandleiding viii
Page 9
Hoofdstuk 4, Grondbeginselen, bevat tips voor het onderhoud van de computer en het gebruik van het touchpad, het optische station, het externe diskettestation, draadloos LAN, LAN, audio-/ videobedieningsknoppen en het interne modem.
Hoofdstuk 5, Het toetsenbord, beschrijft speciale toetsenbordfuncties zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
Hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, verschaft details over de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup en wachtwoorden, wordt uitgelegd hoe u de computer configureert met het programma HW Setup. Verder leest u hier hoe u een wachtwoord instelt.
Hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Probleemoplossing, verschaft nuttige informatie over het uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze als de computer niet correct lijkt te werken.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer. De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt. Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.

Conventies

Voorwoord
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een duidelijk te onderscheiden lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
Gebruikershandleiding ix
Page 10
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften (+). Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, dient u de eerste twee toetsen ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de derde toets te drukken.
Voorwoord
ABC
Als in procedures een actie moet worden uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram of het invoeren van tekst, wordt de naam van het pictogram of wordt de tekst die moet worden ingevoerd, weergegeven in het lettertype dat hier links is afgebeeld.
Beeldscherm
S
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding x
Page 11

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel, beschadiging van de computer of aantasting van de prestaties verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.
Blessures door overbelasting
Lees de Instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en
gebruiksomstandigheden zorgvuldig. Hierin wordt toegelicht hoe u hand-
en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Hoofdstuk 3, Aan de slag, bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
Verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact (bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten) resulteren in rode plekken op de huid.
Als de computer lange tijd is gebruikt, dient u direct contact met de
metalen plaat die de I/O-poorten ondersteunt, te vermijden. Deze plaat wordt heet na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan heet worden. Dit duidt niet op een
storing. Als u de netadapter wilt vervoeren, dient u deze eerst te ontkoppelen en te laten afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat warmtegevoelig is. Het
materiaal kan beschadigd raken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten. Door extreme druk of stoten kunnen computeronderdelen beschadigd raken en kunnen er storingen ontstaan.
Gebruikershandleiding xi
Page 12
Algemene voorzorgsmaatregelen
Oververhitting van PC-kaarten
Sommige PC-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden. Oververhitting van een PC-kaart kan resulteren in fouten of een onstabiele werking van de PC-kaart. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Het gebruik van mobiele telefoons kan storing veroorzaken in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm te handhaven tussen de computer en de mobiele telefoon.
Vrijwaringsverklaring met betrekking tot CPU-prestaties
De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel Centrale Verwerkingseenheid) in uw computer kunnen afwijken van de specificaties, onder invloed van de volgende factoren:
gebruik van bepaalde randapparaten;
gebruik van accuvoeding in plaats van netvoeding;
gebruik van bepaalde multimedia, door de computer gegenereerde
afbeeldingen of videotoepassingen;
gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame netwerkverbindingen;
gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde
CAD-toepassingen;
gelijktijdig gebruik van verschillende toepassingen of functies;
gebruik van de computer in gebieden met lage luchtdruk (grote
hoogte >1000 meter boven zeeniveau);
gebruik van de computer bij temperaturen onder 5°C of boven 30°C, of
boven 25°C op grote hoogte (deze temperatuurlimieten zijn niet precies en kunnen afwijken al naar gelang het specifieke computermodel; raadpleeg de Resource Guide of de website van TOSHIBA op www.pcsupport.toshiba.com).
De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als gevolg van de ontwerpconfiguratie.
In bepaalde omstandigheden kan uw computer zichzelf automatisch uitschakelen.
Dit is een normale beschermende maatregel ter voorkoming van gegevensverlies of beschadiging van het product bij gebruik buiten de aanbevolen omstandigheden. Vermijd het risico van gegevensverlies door altijd back-ups van gegevens te maken. Dit doet u door de gegevens van tijd tot tijd op een extern opslagmedium op te slaan. Voor optimale prestaties dient u uw computer alleen onder de aanbevolen omstandigheden te gebruiken. Lees de aanvullende beperkingen in de bijgeleverde documentatie door. Neem voor nadere informatie contact op met de TOSHIBA-afdeling voor service en ondersteuning.
Gebruikershandleiding xii
Page 13
Algemene voorzorgsmaatregelen
Niet-toepasselijke pictogrammen
Bepaalde notebookchassis zijn zodanig ontworpen dat deze alle mogelijke configuraties voor een volledige productserie kunnen huisvesten. Uw geselecteerde model heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het notebookchassis, tenzij u voor al deze voorzieningen hebt gekozen.
Draadloos LAN/Atheros
Voor 802.11a, b en g
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagneti­sche omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van accesspoints, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De werkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische maxi­mumsnelheid.
Voor Atheros
U kunt de Atheros-functie SuperAG™ of SuperG™ alleen gebruiken als uw client en accesspoint de corresponderende voorziening onder­steunen. De werking van deze functies kan variëren afhankelijk van de indeling van de verzonden gegevens.
LCD
Na verloop van tijd en afhankelijk van het gebruik van de computer, neemt de helderheid van het LCD-scherm af. Dit is een bekend kenmerk van de LCD-technologie.
Kopieerbeveiliging
Technologie ter bescherming van het auteursrecht in sommige media verhindert mogelijk het weergeven en opnemen van die media.
Capaciteit van vaste schijf
1 Gigabyte (GB) is 1000x1000x1000=1.000.000,000 bytes in het decimale talstelsel. Het besturingssysteem van de computer gebruikt echter het binaire talstelsel en definieert de opslagcapaciteit dus als volgt: 1 GB=1024×1024×1024=1.073.741.824 bytes. Hierdoor wordt mogelijk een lagere opslagcapaciteit weergegeven. De beschikbare opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer besturingssystemen zijn voorgeïnstalleerd, zoals Microsoft Windows, en/of een of meer toepassingen zijn voorgeïnstalleerd. De werkelijke capaciteit na formatteren kan per model verschillen.
Afbeeldingen
Alle afbeeldingen zijn gesimuleerd voor illustratiedoeleinden.
Gebruikershandleiding xiii
Page 14
Algemene voorzorgsmaatregelen
LCD-scherm en vermoeidheid van de ogen
Het LCD-scherm heeft een helderheid die overeenkomt met die van een tv. Het verdient aanbeveling de helderheid van het LCD-scherm aan uw eigen voorkeur aan te passen om te voorkomen dat uw ogen vermoeid raken.
Vrijwaringsverklaring met betrekking tot GPU-prestaties (Graphics Processing Unit)
De prestaties van de Graphics Processing Unit (“GPU”) wisselen al naar gelang het productmodel, de ontwerpconfiguratie, de toepassingen, de instellingen voor energiebeheer en de gebruikte functies.
De GPU-prestaties worden alleen geoptimaliseerd wanneer het apparaat op netstroom werkt. De prestaties zijn aanzienlijk minder wanneer de accu wordt gebruikt.
Afwijzing van aansprakelijkheid met betrekking tot het hoofdgeheugen
Het grafische systeem in uw computer kan een deel van het hoofdgeheugen van de computer gebruiken om de grafische prestaties te verbeteren. Dit vermindert de hoeveelheid systeemgeheugen die voor andere computeractiviteiten beschikbaar is. De hoeveelheid systeemgeheugen die wordt toegewezen om de grafische prestaties te verbeteren, hangt af van het grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren.
Gebruikershandleiding xiv
Page 15
Inhoud
Voorwoord
Inhoud van de handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . viii
Conventies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .ix
Algemene voorzorgsmaatregelen
Hoofdstuk 1 Inleiding
Controlelijst met apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Voorzieningen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Speciale voorzieningen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-9
Hulpprogramma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-11
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-14
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Rechterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Achterkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Onderkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Systeemlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-8
Toetsenbordlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-9
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-10
Optisch station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-11
Netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-14
Hoofdstuk 3 Aan de slag
Uw werkplek inrichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1
De netadapter aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4
Het beeldscherm openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
De stroom inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6
De computer voor het eerst opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
De computer uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-10
Gebruikershandleiding xv
Page 16
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de
Productherstel-CD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-11
Hoofdstuk 4 Grondbeginselen
Het touchpad gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
Het USB-diskettestation gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
Optische stations gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
CD's beschrijven met het CD-RW-/DVD-ROM-station . . . . . . . . . . . . . . 4-7
CD/DVD's beschrijven op een DVD Super Multi-station
(+-R Double Layer). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9
Behandeling van schijven/diskettes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-18
De microfoon gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
Modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
Draadloze communicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-22
LAN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
Computer schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
Computer verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-27
Warmteverspreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-27
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1
Functietoetsen F1 ... F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-6
Geïntegreerde numerieke toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-6
ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-8
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Stroomvoorzieningsomstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2
Accutypen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
De accu-eenheid vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-11
De computer opstarten met een wachtwoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-14
Hoofdstuk 7 HW Setup en wachtwoorden
HW Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Hoofdstuk 8 Optionele apparaten
PC-kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Express-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-3
Sleuf voor meerdere digitale mediakaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-5
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-7
Extra accu-eenheid (12 cellen en 6 cellen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Extra netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
USB FDD Kit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Gebruikershandleiding xvi
Page 17
Advanced Port Replicator III. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Parallelle printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-11
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-12
Televisie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-13
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-13
Beveiligingsslot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-15
Hoofdstuk 9 Probleemoplossing
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-21
Bijlage A Specificaties
Bijlage B Beeldschermcontroller en modi
Bijlage C Wireless LAN
Bijlage D Het netsnoer en de voedingsaansluitingen
Bijlage E Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
Gebruikershandleiding xvii
Page 18
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst met de geleverde apparatuur en beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst met apparatuur

Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
* geeft een optioneel onderdeel aan dat afhangt van het gekochte model.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
Draagbare TECRA A4-PC
Universele netadapter en netsnoer
USB-diskettestation *
Modulaire kabel *
Hoofdstuk 1
Gebruikershandleiding 1-1
Page 19
Software
Windows XP Professional/Home Edition Service Pack 2
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
®
Microsoft
Modemstuurprogramma
Schermstuurprogramma's voor Windows
TOSHIBA Hulpprogramma’s
Stuurprogramma voor draadloos LAN *
Geluidsstuurprogramma voor Windows
DVD Video Player
LAN-stuurprogramma's
Bluetooth-stuurprogramma *
Stuurprogramma voor het aanwijsapparaat
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA Gebruikershandleiding
TOSHIBA Assist
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA-hulpprogramma Touchpad On/Off
TOSHIBA PC Diagnostic Tool
TOSHIBA Zooming
TOSHIBA Controls
Productherstelmedia en extra software
Productherstelmedia
CD met extra software *
Documentatie:
TECRA A4 Draagbare personal computer Gebruikershandleiding
TECRA A4 Aan de slag *
Handleiding voor Microsoft Windows XP *
Instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en
gebruiksomstandigheden
Garantie-informatie
Windows XP Home Edition, Professional
Inleiding
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk contact op met uw dealer.
Gebruikershandleiding 1-2
Page 20

Voorzieningen

Dankzij de geavanceerde LSI- en CMOS-technologie (Large Scale Integration- en Complementary Metal-Oxide Semiconductor-technologie) van TOSHIBA is de computer compact, licht van gewicht, uiterst betrouwbaar en energiezuinig. Deze computer biedt de volgende voorzieningen en voordelen:
Processor
Ingebouwd Afhankelijk van het gekochte model:
De Intel® Pentium® M-processor en de Intel® Celeron® M-processor ondersteunen Execute-Disable Bit-technologie.
Deze functie is beschikbaar als de instelling Available ervoor is opgegeven in het BIOS Setup-menu (standaard is de functie ingesteld op Not-Available). U opent het BIOS Setup-menu door tijdens het opstarten van de computer op ESC te drukken.
Intel
®
Pentium® M-processor 730/740/750/ 760/770/780, geïntegreerde 32 kB instructie­L1-cache en 2 MB L2-cachegeheugen
®
Intel
Celeron® M-processor 350/360/370/ 380, geïntegreerde 32 kB instructie-L1-cache en 1 MB L2-cachegeheugen.
Wellicht komen in de toekomst andere processors beschikbaar.
Inleiding
Geheugen
Sleuven PC4200-geheugenmodules van 256 MB, 512 MB
of 1024 MB kunnen in de twee sleuven worden geïnstalleerd voor een systeemgeheugen van maximaal 2048 MB.
Level 2-cache Een 1-MB (Intel
Pentium prestaties.
Video-RAM Afhankelijk van het gekochte model:
Geïntegreerde oplossing van maximaal
128 MB, gedeeld met hoofdgeheugen voor Intel 915GM/910GML.
Extern 32/64/128 MB aan VGA DDR RAM
voor ATI MOBIRITY X600SE/X700 of nVIDIA Geforce Go 6600/ 6200/6250.
Gebruikershandleiding 1-3
®
®
Celeron® M)/2-MB (Intel®
M) level 2-cache voor maximale
®
RADEON® X300/X600/
Page 21
Stations/schijven
Vaste schijf De computer heeft een geïntegreerde 2,5-inch
Diskettestation Ondersteunt 3,5-inch diskettes met een capaciteit
DVD-ROM -station In de DVD-ROM-stationsmodule van volledige
CD-RW-/ DVD-ROM-station
Inleiding
vaste schijf voor niet-vluchtige opslag van gegevens en software. De volgende grootten zijn beschikbaar:
40,0 GB (37,26 miljard bytes)
60,0 GB (55,89 miljard bytes)
80,0 GB (74,52 miljard bytes)
100,0 GB (93,15 miljard bytes)
Wellicht worden er in de toekomst andere vaste schijven geïntroduceerd.
van 1,44 MB of 720 KB en wordt aangesloten op de USB-poort. (Windows
®
XP ondersteunt geen
720-KB diskettes.)
kunt u CD's en DVD's gebruiken zonder adapter. Het station leest DVD-ROM’s met maximaal 8-speed en CD-ROM’s met maximaal 24-speed. Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als het CD-ROM-station en tevens:
DVD-ROM DVD-Video
Sommige modellen zijn uitgerust met een CD-RW-/DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte waarmee u CD’s/DVD’s zonder adapter kunt uitvoeren. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM’s en 24-speed voor CD-ROM’s. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R’s en 24-speed voor CD-RW’s. Raadpleeg hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor meer informatie. Voor
leesbewerkingen ondersteunt dit station dezelfde indelingen als het DVD-ROM-station.
Gebruikershandleiding 1-4
Page 22
Inleiding
DVD Super Multi­station (+-R Double Layer)
Sommige modellen zijn uitgerust met een volledige DVD Super Multi-stationsmodule (+-R Double Layer) waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en CD’s/DVD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) kunt lezen. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM’s en 24-speed voor CD-ROM’s. De schrijfsnelheid voor CD-R is maximaal 24-speed, voor CD-RW maximaal 10-speed, voor DVD-R maximaal 8-speed, voor DVD-RW maximaal 4-speed, en voor DVD-RAM maximaal 5-speed. Voor DVD+R's is de maximale schrijfsnelheid 8-speed en voor DVD+RW's 4-speed. Voor DVD+R DL is de maximale schrijfsnelheid 2,4-speed en voor DVD-R DL maximaal 2-speed. Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als het DVD-ROM-station.
DVD-ROM DVD-Video
DVD-R DVD-RW
DVD+R DVD+RW
DVD-RAM
DVD+R DL
DVD-R DL
DCD-DA CD-Text
Photo CD (single/multi-session)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROMXA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
CD-G (alleen Audio CD)
Adresseringsmethode 2
Beeldscherm
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videoafbeeldingen met hoge resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Ingebouwd
Gebruikershandleiding 1-5
De Thin-Film Transistor kleuren-LCD is beschikbaar in twee formaten:
15,4-inch WXGA, 1280 horizontale x 800
verticale pixels
15,4-inch WXGA-CSV, 1280 horizontale x 800
verticale pixels
15,4-inch WSXGA+, 1680 horizontale x 1050
verticale pixels
Page 23
Inleiding
Grafische controller
Toetsenbord
Ingebouwd IBM®-compatibel uitgebreid toetsenbord met 85
Aanwijsapparaat
Ingebouwd Met het touchpad en de besturingsknoppen in de
Voeding
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door één
RTC-batterij De computer heeft een interne batterij voor de
Netadapter De universele netadapter voorziet het systeem
Grafische controller voor optimale beeldschermprestaties. Raadpleeg Bijlage B,
Beeldschermcontroller en modi voor meer
informatie.
of 86 toetsen, geïntegreerde numerieke toetsen, vaste cursorbesturingstoetsen, en de toetsen
en . Zie hoofdstuk 5, Het
toetsenbord,voor meer informatie.
polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen.
oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De adapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer. Aangezien de netadapter universeel is, ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en 240 volt.
Poorten (afhankelijk van configuratie)
Hoofdtelefoon Voor aansluiting van een stereohoofdtelefoon.
Microfoon Voor aansluiting van een monomicrofoon.
Ingebouwde microfoon
Parallel
Infrarood
Gebruikershandleiding 1-6
Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid in uw toepassingen opnemen.
Parallele printer of ander parallel apparaat (ECP­compatibel).
Deze infraroodpoort is compatibel met de Infrared Data Association-standaard (IrDA 1.1) en de Fast InfraRed-standaard (FIR). Hierdoor wordt draadloze gegevensoverdracht mogelijk van 4 Mbps met IrDA 1.1-compatibele, externe apparaten. (Aanwezig op sommige modellen.)
(Aanwezig op sommige modellen.)
Page 24
Inleiding
Externe monitor De 15-pins analoge VGA-poort ondersteunt
Docking Speciale poort voor aansluiting van een optionele
Universal Serial Bus (USB2.0)
i.LINK™ (IEEE 1394)
VESA DDC2B-compatibele functies.
Advanced Port Replicator.
Drie USB- ofwel Universal Serial Bus-poorten die elk kettingsgewijze aansluiting van een aantal USB-compatibele apparaten ondersteunen.
Deze poort ondersteunt snelle, rechtstreekse gegevensoverdracht vanaf externe apparaten zoals digitale videocamera’s. (Aanwezig op sommige modellen.)
Sleuven (afhankelijk van de configuratie)
PC-kaart De sleuf voor PC-kaarten biedt ruimte voor:
Eén PC-kaart van 5 mm (Type II) Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele apparaten,
voor meer informatie.
Meerdere digitale media
Express-kaart In deze sleuf kunt u een Express Card™/34 of
Door middel van deze sleuf kunt u gemakkelijk gegevens overbrengen van apparaten, bijvoorbeeld digitale camera’s en PDA’s (Personal Digital Assistants), die gebruik maken van flash-geheugen (SD-, MS-, MS Pro-, SM-, MMC- of xD-geheugenkaarten).
Express Card™/54 installeren om de functionaliteit uit te breiden.
Multimedia
Geluidssysteem Het Sound Blaster™ Pro™- en Windows Sound
System-compatibele geluidssysteem biedt een interne luidspreker en aansluitingen voor een externe microfoon en hoofdtelefoon. Hij bevat ook een volumeregelaar.
S-Video-uit-poort
Gebruikershandleiding 1-7
Via deze S-Video-uit-poort kunt u NTSC- of PAL­gegevens overbrengen naar externe apparaten. Zie hoofdstuk 8,
Televisie
, voor meer informatie.
Page 25
Communicatie
Modem De ingebouwde modem voorziet in gegevens- en
LAN De computer is uitgerust met een LAN-kaart die
Draadloos LAN Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
Bluetooth Sommige computers in deze serie hebben
Schakelaar voor draadloze communicatie
Inleiding
faxcommunicatie. Raadpleeg bijlage E. De snelheid van gegevens- en faxverzending is afhankelijk van analoge-telefoonlijnomstandigheden. De modem heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. In sommige landen is de modem standaard geïnstalleerd. V.92 wordt uitsluitend in de VS, Canada en Australië ondersteund. Alleen V.90 is beschikbaar in andere regio's.
Ethernet LAN (10 Mbit/s, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 Mbit/s, 100BASE-TX) of Giga-bit ondersteunt. In sommige landen is de modem standaard geïnstalleerd. (Afhankelijk van het aangeschafte model.)
met een mini-PCI-kaart voor draadloze LAN's. Deze kaart is compatibel met andere LAN­systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM­radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11­norm (Revisie A, B of G) en de turbomodus.
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen,
Draadloze communicatie, voor meer informatie.
Bluetooth-functies. De draadloze Bluetooth­technologie maakt kabels tussen elektronische apparaten zoals computer en printers overbodig. Bluetooth zorgt voor snelle, betrouwbare en veilige draadloze communicatie in een kleine ruimte.
Met deze schakelaar zet u de Wireless LAN- en de Bluetooth-functies aan en uit. (Aanwezig op sommige modellen.)
Gebruikershandleiding 1-8
Page 26
Beveiliging
Sleuf beveiligingsslot
Software
Besturingssysteem
TOSHIBA­hulpprogramma’s
Plug en Play Wanneer u een extern apparaat op de computer

Speciale voorzieningen

De volgende functies zijn ofwel uniek voor Toshiba-computers ofwel geavanceerde functies, waardoor de computer handiger is in gebruik
Inleiding
Hierop kan een optioneel veiligheidsslot op de computer worden aangesloten om deze aan een bureau of ander groot voorwerp te verankeren.
Windows beschikbaar. Raadpleeg het gedeelte over vooraf geïnstalleerde software aan het begin van dit hoofdstuk.
Een aantal hulp- en stuurprogramma’s is vooraf geïnstalleerd om het gebruik van de computer te vergemakkelijken. Raadpleeg de paragraaf Hulpprogramma’s in dit hoofdstuk.
aansluit of een onderdeel installeert, stelt de Plug en Play-capaciteit het systeem in staat om de verbinding te herkennen en automatisch de nodige configuratiewijzigingen aan te brengen.
®
XP Professional of Home Edition is
.
Sneltoetsen Door middel van deze zogeheten hotkeys kunt u
de systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een systeemconfiguratieprogramma te hoeven gebruiken.
Beeldscherm automatisch uitschakelen
Vaste schijf automatisch uitschakelen
Gebruikershandleiding 1-9
Met deze functie wordt de stroom naar het interne beeldscherm automatisch stopgezet als het toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Monitor uit op het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste schijf automatisch stopgezet als een bepaalde tijd lang geen activiteit op de vaste schijf heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie HDD Power off op het tabblad Basic Setup van TOSHIBA Power Saver.
Page 27
Inleiding
Systeem op stand-by/in slaapstand
Geïntegreerde numerieke toetsen
Wachtwoord voor opstarten
Directe beveiliging
Intelligente stroomvoorziening
Energiebesparing smodus
In-/uitschakelen via LCD
Automatische slaapstand bij lage acculading
Met deze functie wordt het systeem automatisch op stand-by of in de slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardware­activiteit heeft plaatsgevonden. U kunt de tijdlimiet opgeven via System Standby en System hibernation in het onderdeel System standby and System op het tabblad Basic Setup van TOSHIBA Power Saver.
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde numerieke toetsen. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord,voor informatie over het gebruik
van deze toetsen.
Er zijn twee niveaus voor het beveiligen van wachtwoorden beschikbaar om ongeoorloofd gebruik van uw computer te voorkomen.
Met een sneltoets kunt u het scherm leegmaken en de computer blokkeren.
Een microprocessor in de intelligente stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent de resterende accucapaciteit. De microprocessor beschermt de elektronische onderdelen tevens tegen abnormale omstandigheden, zoals extreme spanningspieken vanuit een voedingsbron. U kunt de resterende accucapaciteit controleren. Gebruik de optie Battery remaining in TOSHIBA Power Saver.
Met deze voorziening kunt u accu-energie besparen. U kunt de energiebesparingsmodus opgeven via het onderdeel Profile in TOSHIBA Power Saver.
Met deze functie wordt de stroom naar de computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD wordt geopend. U kunt de instelling opgeven met de optie When I close the lid op het tabblad Setup Action van TOSHIBA Power Saver.
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. U kunt de instelling opgeven op het tabblad Setup Action (actie instellen) van TOSHIBA Power Saver.
Gebruikershandleiding 1-10
Page 28
Inleiding
Warmteversprei­ding
Slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
Stand-by Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de
De CPU heeft een interne temperatuursensor ter bescherming tegen oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPU-verwerkingssnelheid verlaagd. Gebruik de optie Cooling Method (koelmethode) op het tabblad Basic Setup (basisinstellingen) van TOSHIBA Power Saver.
Maximale prestaties Eerst wordt de ventilator
ingeschakeld en vervolgens wordt zo nodig de CPU­verwerkingssnelheid verlaagd.
Optimaal accugebruik
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen, en wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden. Raadpleeg de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de slag, voor nadere informatie.
computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. de gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
Eerst de processorsnelheid verlagen en dan zo nodig de ventilator aanzetten.

Hulpprogramma's

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de on line handleiding, Help of het readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt krijgen. U kunt de TOSHIBA Assist als volgt starten:
StartAlle programma'sTOSHIBA UtilitiesTOSHIBA Assist
Gebruikershandleiding 1-11
Page 29
Inleiding
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA Power Saver biedt de configuratieoptie om energie te besparen als de computer op de accu of de netvoeding werkt. U kunt TOSHIBA Power Saver als volgt starten:
Als het Configuratiescherm in de categorieweergave is geopend:
StartConfiguratieschermPrestaties en onderhoudTOSHIBA Power Saver
Als het Configuratiescherm in de klassieke weergave is geopend:
StartConfiguratieschermTOSHIBA Power Saver
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt.
U kunt de TOSHIBA HW Setup als volgt starten: Als het Configuratiescherm in de
categorieweergave is geopend:
StartConfiguratieschermPrinters en andere hardwareTOSHIBA HW Setup
Als het Configuratiescherm in de klassieke weergave is geopend:
StartConfiguratieschermTOSHIBA HW Setup
DVD Video Player De DVD-videospeler heeft een scherminterface
en -functies voor het afspelen van DVD-video’s. Het programma bestaat uit een interface met functies op het scherm. Raadpleeg:
StartAlle programma'sInterVideo WinDVDInterVideo WinDVD
TOSHIBA Zooming
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen op het bureaublad of die in het toepassingsvenster vergroten of verkleinen.
U kunt TOSHIBA Zooming als volgt starten:
StartAlle programma'sTOSHIBA UtilitiesZooming
Gebruikershandleiding 1-12
Page 30
Inleiding
RecordNow! Basic for TOSHIBA
DLA voor TOSHIBA
TOSHIBA PC Diagnostic Tool
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA­hulpprogramma Touchpad aan/uit
Bluetooth TOSHIBA Stack
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen maken: audio-CD's die op een gewone stereo­CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data­CD's voor het opslaan van de bestanden en mappen op uw vaste schijf. Deze software kan alleen worden gebruikt op modellen met een CD-RW/DVD-ROM-station of een DVD Super Multi-station. Raadpleeg:
StartAlle programma'sSonic RecordNow!
DLA (Drive Letter Access ofwel stationslettertoegang) is het pakketschrijfprogramma waarmee bestanden en/ of mappen via een stationsletter naar een DVD+RW-, DVD-RW- of CD-RW-schijf kunnen worden weggeschreven, op dezelfde manier als u gegevens naar een diskettestation of station met een verwisselbaar medium kopieert. Raadpleeg:
StartAlle programma'sSonicDLA
TOSHIBA PC Diagnostic Tool geeft fundamentele configuratie-informatie weer over de computer en biedt de mogelijkheid om interne apparaten te testen.
U kunt de TOSHIBA PC Diagnostic Tool als volgt starten:
StartAlle programma'sTOSHIBA UtilitiesPC Diagnostic Tool
ConfigFree is een programmapakket waarmee communicatieapparaten en netwerkverbindingen op simpele wijze kunnen worden beheerd. Met ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken.
U kunt ConfigFree als volgt starten:
StartAlle programma'sTOSHIBA NetworkingConfigFree
Als u in een Windows
®
-omgeving op Fn + F9 drukt, wordt de touchpadfunctie in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling veranderd en als pictogram weergegeven.
Door middel van deze software kunnen externe Bluetooth-apparaten draadloos met elkaar communiceren.
Gebruikershandleiding 1-13
Page 31
Inleiding
Bluetooth kan niet worden gebruikt in modules waarin geen Bluetooth­module is geïnstalleerd.

Opties

TOSHIBA Hulpprogramma Opstartbare SD-kaart
TOSHIBA Controls
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties toe te voegen. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenuitbrei­ding
Accu-eenheid Bij uw TOSHIBA-dealer kunt u een extra accu-
Netadapter
Met dit hulpprogramma kunt u een opstartbare SD-geheugenkaart maken.
Met dit hulpprogramma kunt u de TOSHIBA Assist-knop en de TOSHIBA Presentation-knop aanpassen: u kunt toepassingen of acties aan deze knoppen toekennen (TOSHIBA Assist en dezelfde afbeelding (1024 x 768) worden standaard aan elke knop toegekend.).
U kunt de TOSHIBA Controls als volgt starten: Als het Configuratiescherm in de klassieke
weergave is geopend:
StartConfiguratieschermTOSHIBA Controls
Er zijn twee geheugenuitbreidingssleuven beschikbaar voor het installeren van 256-MB, 512-MB of 1024-MB geheugenmodules. De modules zijn van het type PC4200, 200-pins, SO-DIMM (SO Dual In-line Memory Module).
eenheid kopen: 12 cellen (PA3400U-1 BAS/ PA3400U-1 BRS) of 6 cellen (PA3399U-1 BAS/ PA3399U-1 BRS). Deze accu-eenheid is identiek aan de accu die bij uw computer wordt geleverd. U kunt deze als reserve-exemplaar of ter vervanging gebruiken.
Als u de computer regelmatig op verschillende locaties gebruikt, is het misschien een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
Gebruikershandleiding 1-14
Page 32
Inleiding
USB­diskettestation
Een 3,5-inch diskettestation ondersteunt 1,44-MB en 720-kB diskettes. Voor aansluiting op een USB-poort. (Windows
®
XP ondersteunt geen
720-KB diskettes.)
Beveiligingsslot U kunt een beveiligingskabel aan de computer
bevestigen om de computer te beschermen tegen diefstal.
Advanced Port Replicator III
De Advanced Port Replicator II verschaft dezelfde poorten als op de computer beschikbaar zijn en tevens afzonderlijke poorten voor een PS/ 2-muis en -toetsenbord, een DVI-poort (Digital Visual Interface, aanwezig op sommige modellen), een i.LINK-poort (IEEE1394), een line-in-bus en een line-out-bus, een externe­monitorpoort, vier USB 2.0-poorten, een LAN­poort en een modempoort.
Gebruikershandleiding 1-15
Page 33
Hoofdstuk 2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm gesloten.
Kaartsleuf voor meerdere
digitale media *
Indicator voor
meerdere
digitale
mediakaarten*
Vergrendelingsschuif
voor het beeldscherm
Volumeregelaar
Systeemlampjes
Microfoon
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.
Vergrendelingssc huif voor het beeldscherm
Hoofdtelefoon
Deze vergrendelingsschuif zet het LCD-scherm vast wanneer dit gesloten is. Duw de vergrendelingsschuif opzij om het beeldscherm te
Infraroodpoort *
Schakelaar voor draadloze communicatie *
openen.
Microfoonbus Op de standaard 3,5-mm mini-microfoonbus kan
een monomicrofoon of ander apparaat voor audio-invoer worden aangesloten.
Gebruikershandleiding 2-1
Page 34
Rondleiding
Hoofdtelefoonaan­sluiting
Op de standaard 3,5-mm mini-hoofdtelefoonbus kan een stereohoofdtelefoon (minimaal 16 ohm) of ander apparaat voor audio-uitvoer worden aangesloten. Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, wordt de interne luidspreker automatisch uitgeschakeld.
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de
systeemluidspreker en hoofdtelefoon af te stemmen.
Infraroodpoort Deze infraroodpoort is compatibel met IrDA 1.1-
normen (IrDA = Infrared Data Association). Deze poort zorgt voor draadloze gegevensoverdracht met IrDA 1.1-compatibele externe apparaten met een snelheid van 4 MB/s, 1.152 MB/s, 115,2 KB/ s, 57,6 KB/s, 38,4 KB/s, 19,2 KB/s of 9,6 KB/s. (Aanwezig op sommige modellen.)
Schakelaar voor draadloze communicatie
Schuif deze schakelaar naar de linkerkant van de computer om de functie voor draadloze communicatie in te schakelen. Schuif de schakelaar naar de rechterkant van de computer om de functie uit te schakelen. (Aanwezig op sommige modellen.)
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het lampje voor draadloze communicatie. Deze brandt niet meer wanneer er geen draadloze communicatie meer is.
Sleuf voor meerdere digitale mediakaarten
Duw het schuifje naar links om toegang te verkrijgen tot de kaartsleuf voor meerdere digitale media. Door middel van deze sleuf kunt u gemakkelijk gegevens overbrengen van apparaten, bijvoorbeeld digitale camera’s en PDA’s, die gebruik maken van flash-geheugen (SD-, MS-, MS Pro-, SM-, MMC- of xD-geheugenkaarten). (Aanwezig op sommige modellen.)
Zorg dat er geen voorwerpen in de kaartsleuf terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Indicator van kaartsleuf voor meerdere digitale media
Wanneer de computer toegang tot de geheugenkaart verkrijgt, gaat dit lampje groen branden. (Aanwezig op sommige modellen.)
Systeemlampjes Aan de hand van vier statuslampjes kunt u zien of
de netadapter is aangesloten, of de computer aan is, en wat de status van de hoofdaccu en de vaste schijf is. Zie de paragraaf Systeemlampjes voor details.
Gebruikershandleiding 2-2
Page 35

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Rondleiding
Luchtopening Sleuf voor Express-kaart *
Poort externe monitorParallelle poort* USB-poort
Linkerkant van de computer
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.
Sleuf voor PC-kaart
Parallelle poort Deze Centronics-compatibele 25-pins parallelle
poort wordt gebruikt voor aansluiting van een parallelle printer of een ander parallel apparaat. Deze poort ondersteunt de ECP-standaard (Extended Capabilities Port). (Aanwezig op sommige modellen.)
Poort externe monitor
Op deze 15-pins poort kunt u een externe monitor aansluiten.
Luchtopening Voorziet in de luchtcirculatie voor de ventilator.
Blokkeer nooit de ventilatieopening. Zorg dat er geen voorwerpen in deze openingen terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Universal Serial Bus-poort
De USB 2.0-compatibele poort ondersteunt gegevensoverdrachtsnelheden die 40 maal hoger zijn dan met de USB 1.1-norm. (De poort ondersteunt tevens USB 1.1.)
Zorg dat er geen voorwerpen in de USB-connectoren terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Het is mogelijk dat sommige functies niet correct werken.
Express-kaart Aan de linkerkant van de computer bevindt zich
een Express-kaartsleuf waarin u een extra Express-kaart kunt installeren. (Aanwezig op sommige modellen.)
Gebruikershandleiding 2-3
Page 36

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Rondleiding
i.LINK (IEEE 1394) Port *
Optisch station
Rechterkant van de computer
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.
USB-poorten
Optisch station DVD-ROM-station, CD-RW-/DVD-ROM-station,
DVD+-R/+-RW-station, DVD Super Multi-station.
Universal Serial Bus-poorten
De twee USB 2.0-compatibele poorten ondersteunen gegevensoverdrachtsnelheden die 40 maal hoger zijn dan met de USB 1.1-norm. (De poort ondersteunt tevens USB 1.1.)
Zorg dat er geen voorwerpen in de USB-connectoren terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Het is mogelijk dat niet alle functies juist functioneren.
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Verbind een extern apparaat, bijvoorbeeld een digitale videocamera, met deze poort voor snelle gegevensoverdracht. Sommige modellen zijn uitgerust met een i.LINK-poort. (Aanwezig op sommige modellen.)
Wanneer meerdere IEEE1394-apparaten op een PC zijn aangesloten, worden de apparaten mogelijk niet correct geïdentificeerd. Dit probleem kan optreden wanneer Windows
®
XP opnieuw wordt gestart terwijl de apparaten aangesloten zijn of wanneer de IEEE1394-apparaten worden ingeschakeld voordat de PC is aangezet. Als dit probleem zich voordoet, ontkoppelt u de IEEE1394-kabels en sluit u deze opnieuw aan.
Gebruikershandleiding 2-4
Page 37

Achterkant

De volgende afbeelding illustreert de achterkant van de computer.
Rondleiding
Modempoort
Video-uit-bus
LAN-poort
De achterzijde van de computer
Sleuf beveiligingsslot
DC IN 15V
Video-uit-bus Steek een 4-pens S-Video-connector in deze bus.
Modempoort In gebieden waarin standaard een intern modem
is geïnstalleerd, beschikt u over een modempoort waarmee u het modem via een modulaire kabel rechtstreeks op een telefoonlijn kunt aansluiten. In sommige verkoopgebieden wordt de modem niet ondersteund.
LAN-poort Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter ondersteunt Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-Tx) of Giga-bit (afhankelijk van aangeschaft model). Het LAN heeft twee lampjes. Zie hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
DC IN 15V Hierop wordt de netadapter aangesloten. Gebruik
alleen het model netadapter dat bij de computer is geleverd. Gebruik van een verkeerd model netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer.
Sleuf beveiligingsslot
U kunt aan dit slot een beveiligingskabel bevestigen. Met de optionele beveiligingskabel kunt u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp verankeren en tegen diefstal beschermen.
Gebruikershandleiding 2-5
Page 38

Onderkant

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
geheugensleuven
Afdekplaatje
Vergrendeling van
de accu-eenheid
De onderkant van de computer
Accu-eenheid
Bevestigingsgaatje
Rondleiding
Vergrendeling
accuhouder
Dockingpoort
Bevestigingsgaatjes
Door middel van deze gaatjes kan de optionele Port Replicator stevig aan de computer worden gekoppeld.
Dockingpoort Via deze poort kunt u een optionele Port
Replicator aansluiten.
Zorg dat er geen voorwerpen in de dockingpoort terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van stroom
wanneer de netadapter niet is aangesloten. In de paragraaf over accu's in hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, wordt
uitgelegd hoe u toegang tot de accu-eenheid krijgt. U kunt aanvullende accu-eenheden aanschaffen bij uw TOSHIBA-leverancier en zo de gebruiksduur van de computer verlengen.
Ontgrendelings­schuif accu-een­heid
Duw deze schuif opzij om de accu-eenheid te ontgrendelen. Deze schuif kan alleen worden verplaatst als u de computer ondersteboven zet.
Accuvergrendeling Zet de accuvergrendeling in de ontgrendelde stand
om de accuontgrendelingsschuif vrij te geven.
Afdekplaatje geheugensleuven
Dit klepje dekt de twee connectors voor geheugenmodules af. Eén van de modules is vooraf geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding 2-6
Page 39

Voorkant met geopend beeldscherm

De onderstaande afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm geopend. U opent het beeldscherm door de vergrendelingsschuif op de voorkant van de computer opzij te schuiven en het scherm omhoog te kantelen. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Beeldscherm
Beeldschermscharnier
Beeldscherm
scharnier
Rondleiding
Stereoluidspreker (rechts)
Stereoluidspreker (links)
Aan/uit-knop
TOSHIBA
Assist-knop *
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.
TOSHIBA
Presentatie-knop *
Systeemlampjes
Voorkant met geopend beeldscherm
Besturingsknoppen van Touchpad
Touchpad
Beeldscherm Het LCD-kleurenscherm geeft tekst en
afbeeldingen met hoog contrast weer. Het LCD­scherm van de computer bestaat uit een van de onderstaande opties:15,4-inch WXGA, 1280 horizontale x 800 verticale pixels. 15,4-inch WXGA-CSV, 1280 horizontale x 800 verticale pixels. 15,4-inch WSXGA+, 1680 horizontale x 1050 verticale pixels. De computer heeft een TFT-scherm (Thin-Film Transistor). Raadpleeg Bijlage B.
Als de computer door de accu wordt gevoed, ziet het scherm er niet zo helder uit als bij gebruik van de netadapter. Het lagere helderheidsniveau dient om accu-energie te besparen.
Beeldschermschar­nier
Het beeldschermscharnier zorgt dat het scherm in de gewenste stand blijft staan.
Gebruikershandleiding 2-7
Page 40
Rondleiding
Aan/uit-knop Druk op de Aan/uit-knop om de computer in en uit
TOSHIBA Assist­knop
TOSHIBA­presentatieknop
Stereoluidspreker Via de luidspreker kunt u het geluid horen dat door
Touch pad Hiermee verplaatst u de aanwijzer en selecteert
Besturingsknoppen van Touchpad

Systeemlampjes

te schakelen.
Druk op deze knop om automatisch een toepassing te starten. De standaardtoepassing is TOSHIBA Assist. (Aanwezig op sommige modellen.)
Druk op deze knop om te schakelen tussen het interne beeldscherm, het externe beeldscherm, gelijktijdige weergave en weergave op meerdere schermen. (Aanwezig op sommige modellen.)
uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
of activeert u items op het scherm. U kunt het touchpad zo instellen dat u hiermee andere muisfuncties kunt uitvoeren, zoals schuiven, selecteren en dubbelklikken.
Werken als de linker- en rechtermuisknop van een externe muis.
De volgende afbeelding illustreert de systeemlampjes die branden als verschillende computerbewerkingen worden uitgevoerd.
Schijf
DC-IN
Voeding
Systeemlampjes
Gebruikershandleiding 2-8
Hoofdaccu
Page 41
Rondleiding
DC-IN Het DC IN-lampje brandt groen als via de
Voeding Het Aan/uit-lampje brandt groen als de computer
hoofdaccu Het Hoofdaccu-lampje geeft de lading van de
Schijf Het Schijf-lampje licht groen op wanneer de

Toetsenbordlampjes

In de volgende afbeeldingen ziet u waar de lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen en het Caps Lock-lampje zich bevinden.
Brandt het lampje van de F10-toets, dan kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken om cijfers in te voeren. Als het lampje van de F11-toets brandt, dan kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen als cursortoetsen gebruiken.
netadapter gelijkstroom (DC) wordt geleverd. Als er problemen zijn met de uitgangsspanning van de adapter of met de stroomvoorziening, knippert dit lampje oranje.
aan is. Als u de computer uitschakelt in de Stand­by-modus, knippert dit lampje oranje terwijl de computer wordt afgesloten.
accu aan. Groen betekent dat de accu volledig is geladen, terwijl oranje betekent dat de accu wordt geladen. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden.
computer toegang krijgt tot een schijfstation.
Numerieke modus
Cursormodus
Lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen
Cursormodus Als het lampje van de cursormodus groen
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de witte opschriften) als cursortoetsen gebruiken. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Gebruikershandleiding 2-9
Page 42
Rondleiding
Numerieke modus Als het lampje van de numerieke modus groen
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de witte opschriften) gebruiken om cijfers in te voeren. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Als het Caps Lock-lampje brandt, is de functie voor hoofdlettervergrendeling ingeschakeld.
Caps Lock-lampje
Caps Lock-lampje
Caps Lock Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor lettertoetsen.

USB-diskettestation

Een 3,5-inch diskettestation ondersteunt 1,44-MB en 720-KB diskettes. Het station wordt aangesloten op de USB-poort.
Disketteactiviteitsl
ampje
Diskettesleuf
Uitwerpknop
USB-diskettestation
Gebruikershandleiding 2-10
Page 43
Rondleiding
Disketteactiviteit­lampje
Diskettesleuf Plaats een diskette in deze sleuf.
Uitwerpknop Wanneer een diskette volledig in het station is
Controleer het Disketteactiviteit-lampje wanneer u het diskettestation gebruikt. U dient niet op de uitwerpknop te drukken of de computer uit te schakelen terwijl het lampje brandt. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van gegevensverlies en beschadiging van de diskette of het station.
Gebruik het externe diskettestation op een plat, horizontaal oppervlak.
Plaats het station tijdens gebruik niet op een vlak dat meer dan 20° helt.
Plaats geen voorwerpen op het diskettestation.

Optisch station

CD-RW/DVD-ROM-station, DVD-ROM-station, DVD Super Multi-station (+-R DL). Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI­interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Dit lampje gaat branden wanneer toegang wordt verkregen tot een diskette.
ingebracht, komt de uitwerpknop omhoog. Om een diskette te verwijderen drukt u op de uitwerpknop; de diskette wordt een stukje uitgeschoven en kan gemakkelijk worden verwijderd.
Regiocodes voor DVD-stations en -media
CD-RW-/DVD-ROM-, DVD-ROM-, DVD Super Multi-stations (+-R DL) en de media voor deze stations worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-Video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor de regio van uw station.
Code Regio
1 Canada, Verenigde Staten
2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten
3 Zuidoost-Azië, Oost-Azië
4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden, Midden-
Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-Korea, Mongolië
Gebruikershandleiding 2-11
Page 44
6 China
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD's en DVD's beschreven. Controleer de specificaties van uw station om te zien welke typen schijven het kan beschrijven. Gebruik RecordNow! Basic voor TOSHIBA om CD's te beschrijven. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
CD's
CD-R-schijven kunnen slechts eenmaal worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meer dan één keer
worden beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of high-speed schijven (4x tot 10x). De schrijfsnelheid van ultra-speed CD-RW's bedraagt maximaal 24-speed. (Ultra-speed wordt alleen ondersteund door het DVD-ROM- en CD-R/RW-station.)
DVD's
DVD-R's, DVD+R's en DVD+R DL-schijven kunnen slechts één keer
worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
Rondleiding
Indelingen
De stations ondersteunen de volgende indelingen:
DVD-ROM DVD-Video
CD-DA CD-Text
Photo CD™ (single/multi-session) CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM x A Mode 2 (Form1,
Form2)
CD-G (alleen audio-CD)
Enhanced CD
(CD-EXTRA)
DVD-ROM -station
In de DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal)
Gebruikershandleiding 2-12
Page 45
CD-RW-/DVD-ROM-station
In de CD-RW/DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's vastleggen en CD’s/ DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 8-speed (maximaal) CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, high-speed media)
24-speed (maximaal, ultra-speed media)
DVD Super Multi-station (+-R Double Layer)
In de DVD Super-Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste rand.
DVD lezen 8-speed (maximum) DVD-R schrijven 8-speed (maximaal) DVD-RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD+R schrijven 8-speed (maximaal) DVD+RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD+R DL schrijven2,4-speed (maximaal) DVD-R DL schrijven 2-speed (maximaal) DVD-RAM 3-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, ultra-speed media)
Rondleiding
Gebruikershandleiding 2-13
Page 46

Netadapter

De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 Volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken.
Als u de accu wilt opladen, dient u de netadapter op een voedingsbron en op de computer aan te sluiten. Zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstandenvoor meer informatie.
Gebruik van de verkeerde netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitgangsspanning voor de computer is 15 Vdc.
Rondleiding
De netadapter
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd of een netadapter die door TOSHIBA is gecertificeerd.
Gebruikershandleiding 2-14
Page 47
Aan de slag
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Uw werkplek inrichten – met het oog op uw gezondheid en veiligheid
Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt productaansprakelijkheid toegelicht.
Het beeldscherm openen
De netadapter aansluiten
De stroom inschakelen
Windows
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
Het Windows-besturingssysteem herstellen
Als u een onervaren computergebruiker bent, volgt u de stappen in elke paragraaf van dit hoofdstuk voordat u met de computer aan de slag gaat.
®
Hoofdstuk 3
XP Professional/Home Edtion installeren
Lees in elk geval de paragrafen Windows® XP Professional/Home Edition installeren, waarin wordt beschreven wat u moet doen wanneer u de computer voor het eerst inschakelt.

Uw werkplek inrichten

Het is voor uzelf en voor de computer belangrijk om een comfortabele werkplek in te richten. Een slechte werkomgeving of ongunstige werkgewoonten kunnen resulteren in ongemak of ernstige RSI-blessures aan handen of polsen of andere gewrichten. Ook voor het functioneren van de computer is het van belang dat de omgeving in orde is. In dit gedeelte komen de volgende onderwerpen aan de orde:
Gebruikershandleiding 3-1
Page 48
Algemene omstandigheden
Plaatsing van de computer en de randapparaten
Stoel en werkhouding
Belichting
Werkgewoonten
Algemene omstandigheden
Een werkomgeving waarin u zich prettig voelt, is in het algemeen ook geschikt voor de computer. Lees echter het volgende om te controleren of uw werkplek aan de eisen voldoet.
Zorg voor voldoende ventilatie door genoeg ruimte vrij te laten rond de
computer.
Zorg dat het netsnoer is aangesloten op een gemakkelijk toegankelijk
stopcontact dicht bij de computer.
De omgevingstemperatuur moet tussen 5 en 35° C liggen en de
relatieve vochtigheid tussen de 20 en 80 procent.
Vermijd plaatsen waar plotselinge of extreme temperatuurs- of
vochtigheidsveranderingen kunnen optreden.
Houd de computer stof- en vochtvrij en vermijd blootstelling aan direct
zonlicht.
Houd de computer uit de buurt van warmtebronnen, bijvoorbeeld
elektrische kachels.
Houd vloeistoffen of bijtende chemische stoffen uit de buurt van de
computer.
Plaats de computer niet in de buurt van voorwerpen die sterke
magnetische velden genereren (bijvoorbeeld stereoluidsprekers).
Houd mobiele telefoons uit de buurt van de computer.
Laat genoeg ventilatieruimte vrij. Blokkeer de luchtopeningen niet.
Aan de slag
Plaatsing van de computer
Plaats de computer en randapparaten zodanig dat comfort en veiligheid gewaarborgd zijn.
Plaats de computer op een vlak oppervlak, op een hoogte en afstand
die voor u comfortabel zijn. Het beeldscherm mag niet hoger zijn dan op oogniveau, om vermoeide ogen te voorkomen.
Plaats de computer zodanig dat deze direct vóór u staat wanneer u
werkt en zorg dat u voldoende ruimte hebt om eventuele andere apparaten te bedienen.
Zorg voor voldoende ruimte achter de computer, zodat u de stand van
het beeldscherm naar wens kunt bijstellen. Het scherm moet zo staan dat u er optimaal zicht op hebt, met minimale reflectie.
Als u een papierstandaard gebruikt, dient u deze op ongeveer dezelfde
hoogte en afstand te zetten als de computer.
Gebruikershandleiding 3-2
Page 49
Stoel en werkhouding
De hoogte van uw stoel in verhouding tot de computer en het toetsenbord, en de steun die de stoel biedt, zijn belangrijke factoren bij het verminderen van de werkbelasting. Hanteer de volgende richtlijnen (zie ook de volgende afbeelding).
Onder ooghoogte
Aan de slag
Voetsteun
Werkhouding en plaatsing van de computer
Plaats uw stoel zodanig dat het toetsenbord zich ter hoogte van uw
ellebogen of iets lager bevindt. U moet gemakkelijk kunnen typen met uw schouders ontspannen.
Uw knieën moeten iets hoger zijn dan uw heupen. Gebruik zo nodig
een voetsteun om uw knieën omhoog te brengen en de druk op de achterkant van uw dijen te verminderen.
Zorg dat de rugleuning van de stoel uw onderrug steunt.
Zit rechtop, zodat uw knieën, heupen en ellebogen een hoek van
ongeveer 90 graden vormen wanneer u werkt. Buig niet te ver voorover en leun niet te ver naar achteren.
Belichting
Juiste verlichting kan de leesbaarheid van de monitor verbeteren en vermoeidheid van de ogen verminderen.
Plaats de computer op een positie waar het scherm geen zonlicht of fel
kunstlicht kan weerkaatsen. Gebruik vensters van getint glas, jaloezieën of zonneschermen om schel zonlicht te weren.
Plaats de computer niet vóór een fel licht dat direct in uw ogen kan
schijnen.
Gebruik zo mogelijk zachte, indirecte verlichting op uw werkplek.
Gebruik een lamp om uw documenten of bureau te verlichten, maar zorg dat het licht niet in uw ogen schijnt of door het scherm wordt weerkaatst.
Hoeken van 90°
Gebruikershandleiding 3-3
Page 50
Werkgewoonten
Om ongemak of spierblessures te voorkomen is het van essentieel belang dat u uw werkzaamheden afwisselt. Neem, als het mogelijk is, verschillende taken op in de planning voor uw werkdag. Als u lange periodes achter de computer moet zitten, kunt u overbelasting voorkomen en uw efficiëntie verbeteren door uw dagelijkse routine te doorbreken.
Zit in een ontspannen houding. Goede plaatsing van uw stoel en
apparatuur (zie de aanwijzingen eerder in dit hoofdstuk) kan spierklachten in schouders en nek verminderen en rugpijn helpen voorkomen.
Verander regelmatig van houding.
Sta nu en dan op en strek uw spieren of doe een paar oefeningen.
Oefen en strek een aantal maal per dag uw handen en polsen.
Kijk regelmatig weg van de computer en richt uw ogen een aantal
seconden (bijvoorbeeld 30 seconden om het kwartier) op een voorwerp in de verte.
Neem regelmatig korte pauzes in plaats van een of twee lange pauzes,
bijvoorbeeld twee of drie minuten per half uur.
Laat uw ogen regelmatig testen en ga direct naar een dokter als u
vermoedt dat u last hebt van een RSI-blessure.
Er is een aantal boeken verkrijgbaar over ergonomie en RSI (Repetitive Strain Injuries) of RSS (Repetitive Stress Syndrome). Voor nadere informatie over deze onderwerpen of over oefeningen voor RSI-gevoelige lichaamsdelen zoals handen en polsen kunt u terecht bij uw bibliotheek of boekhandel. Raadpleeg ook de Instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruiksomstandigheden bij de computer.
Aan de slag

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elke voedingsbron van 100 tot 240 V en 50 of 60 Hz. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor informatie over het opladen van de accu-eenheid met
de netadapter.
Gebruik van de verkeerde netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitgangsspanning voor de computer is 15 Vdc.
Gebruikershandleiding 3-4
Page 51
Aan de slag
1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
Het netsnoer op de netadapter aansluiten
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de gelijkstroomingang (DC IN) op de achterkant van de computer.
DC-IN
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan. Het Accu-lampje en het DC IN-lampje op de voorkant van de computer gaan branden.

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal kijkgemak.
1. Schuif de schermvergrendeling op de voorkant van de computer naar rechts om het beeldscherm te ontgrendelen.
2. Kantel het scherm omhoog en zet het in de stand waar u er het beste zicht op hebt.
Als u het beeldscherm opent, houdt u dit met beide handen vast en kantelt u het langzaam omhoog.
Gebruikershandleiding 3-5
Page 52

De stroom inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, mag u hem niet uitzetten voor het besturingssysteem is geïnstalleerd en opgestart.
1. Als het externe diskettestation is aangesloten, controleer dan of dit leeg is. Als het station een diskette bevat, druk dan op de uitwerpknop en verwijder de diskette.
2. Open het beeldscherm.
3. Houd de Aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden inge­drukt.
Het beeldscherm openen
Aan de slag
Vergrendelingsschuif
voor het beeldscherm
Aan/uit-knop
De stroom inschakelen
Gebruikershandleiding 3-6
Page 53

De computer voor het eerst opstarten

Aan de slag
Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, bestaat het eerste scherm uit het opstartlogo van Microsoft Windows Volg de aanwijzingen op het scherm.

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), slaapstand of stand-bymodus.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of een diskette.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder ver­volgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
Controleer of het schijflampje uit is. Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt. Schakel nooit de stroom uit wanneer er een toepassing wordt uitgevoerd. Dit kan tot gegevensverlies leiden.
3. Als u Windows® XP gebruikt, klikt u achtereenvolgens op start en Computer uitschakelen. Klik in het venster Computer uitschakelen op Uitschakelen.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
®
XP.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Slaapstand
De slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De status van randapparaten wordt bij het inschakelen van de slaapstand niet opgeslagen.
Gebruikershandleiding 3-7
Page 54
Aan de slag
Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt de inhoud van het
geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan de gegevens verloren. Wacht tot het Schijf-lampje uitgaat.
Wanneer de computer zich in de slaapstand bevindt, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens verloren.
Voordelen van de slaapstand
De voordelen van de slaapstand zijn:
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
De computer kan alleen in de slaapstand worden gezet als de slaapstand op twee plaatsen is ingeschakeld: op het tabblad Slaapstand van het onderdeel Energiebeheer van Windows en op het tabblad Setup Action (actie instellen) van TOSHIBA Power Saver. Anders wordt de computer in de stand-bymodus afgesloten wanneer de accu bijna leeg is. Als de accu leeg raakt, gaan de gegevens die in de stand-bymodus zijn opgeslagen, verloren.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart stroom door het systeem af te sluiten wanneer er
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem in slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Slaapstand activeren
Als u de slaapstand wilt inschakelen, dient u de volgende stappen uit te voeren.
®
Klik in Windows
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn+F4 te drukken. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
XP op Start, Computer uitschakelen en Slaapstand.
Automatische slaapstand
De computer wordt automatisch in de slaapstand gezet wanneer u op de Aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Eerst dient u echter de juiste instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Open Configuratiescherm.
2. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 3-8
Page 55
3. Open het tabblad Slaapstand in het dialoogvenster Energiebeheer Eigenschappen, schakel het selectievakje Slaapstand inschakelen in en klik op de knop Toepassen.
4. Open TOSHIBA Power Saver.
5. Selecteer het tabblad Setup Action (actie instellen).
6. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor When I press the
power button (als ik op de Aan/uit-knop druk) en When I close the lid (als ik het scherm sluit).
7. Klik op OK.
Gegevensopslag in de slaapstand
Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens in het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze tijd brandt het lampje voor de vaste schijf.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Stand-by-modus
In de stand-bymodus blijft de computer ingeschakeld maar worden de CPU en alle andere apparaten in een sluimerstand gezet.
Aan de slag
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
stand-bymodus te zetten.
Wanneer de computer in de Stand-by-modus is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer zich in de stand-
bymodus bevindt (tenzij de computer op de netvoeding is aangesloten). In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Als u de computer meeneemt aan boord van een vliegtuig of in een
ziekenhuis, dient u de computer af te sluiten in de slaapstand of afsluitmodus om verstoring van radiosignalen te voorkomen.
Voordelen van stand-by
De voordelen van de stand-bymodus zijn:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen
hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem stand-by.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 3-9
Page 56
Aan de slag
Stand-by activeren
U kunt Stand-by ook activeren door op Fn+F3 te drukken. Zie hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt de stand-bymodus op een van de volgende drie manieren activeren:
1. Windows kelen en Stand-by.
2. Druk op de Aan/uit-knop. Deze functie moet ingeschakeld zijn. Klik in het Configuratiescherm op Prestaties en onderhoud en open TOSHIBA Power Saver. Klik op het tabblad Setup Action (actie instellen) en schakel de gewenste instellingen voor stand-by in bij When I press the power button (als ik op de Aan/uit-knop druk). Klik op de knop Apply (toepassen).
3. Sluit het venster met beeldscherminstellingen. Deze functie moet ingeschakeld zijn. Klik in het Configuratiescherm op Prestaties en onderhoud en open TOSHIBA Power Saver. Klik op het tabblad Setup Action (actie instellen) en schakel de gewenste instellingen voor stand-by in bij When I close the lid (als ik het scherm sluit). Klik op de knop Apply (toepassen).
Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de stand-bymodus wordt afgesloten, gaat het
Aan/uit-lampje oranje branden.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de bedrijfstijd verlengen
door in de slaapstand af te sluiten. De stand-bymodus gebruikt meer energie.
®
XP: Klik achtereenvolgens op Start, Computer uitscha-
Beperkingen van stand-by
In de volgende omstandigheden werkt stand-by niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.

Computer opnieuw opstarten

In bepaalde gevallen dient u de computer opnieuw op te starten. Bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn twee manieren om de computer opnieuw op te starten:
1. Als u Windows Computer uitschakelen. Klik in het venster Computer uitschakelen op Opnieuw starten.
Gebruikershandleiding 3-10
®
XP gebruikt, klikt u achtereenvolgens op Start en
Page 57
Aan de slag
2. Druk op de Aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden inge­drukt. Wacht 10 tot 15 seconden en schakel de computer vervolgens weer in door op de Aan/uit-knop te drukken.

De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de Productherstel-CD

Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruik dan de CD met productherstelgegevens om de bestanden te herstellen. Als u het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software wilt herstellen, dient u de volgende stappen uit te voeren.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
1. Plaats het herstelmedium in het station voor optische media en scha­kel de computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Zodra de tekst In Touch with Tomorrow TOSHIBA verschijnt, laat u de toets F12 los.
3. Gebruik de cursortoetsen om het CD-ROM-station in het menu te selecteren. Raadpleeg de paragraaf Boot Priority in hoofdstuk 7, HW
Setup en wachtwoorden.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als uw computer werd geleverd met andere geïnstalleerde software, kunt u deze software niet herstellen via de herstel-CD. Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of spelletjes) zo nodig apart vanaf andere media.
TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s herstellen
Als Windows naar behoren werkt, kunnen stuurprogramma’s of toepassingen afzonderlijk worden hersteld. De map C:\TOOLSCD bevat de stuurprogramma's en toepassingen van uw computer. Als systeemstuurprogramma's of -toepassingen op een of andere manier zijn beschadigd, kunt u de meeste van deze componenten opnieuw installeren vanuit deze map.
Maak voor het gemak een kopie van deze map op een extern medium.
Gebruikershandleiding 3-11
Page 58
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik toegelicht; zo wordt ingegaan op het gebruik van het touchpad, het USB­diskettestation, optische stations, de microfoon, de interne modem, draadloze communicatie en LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer, diskettes en CD'/DVD's.

Het touchpad gebruiken

Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een muis.
Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Hoofdstuk 4
U kunt de functies die doorgaans met de linkerknop worden uitgevoerd, ook activeren door zachtjes op het touchpad te tikken.
Klikken: tik één keer op het touchpad. Dubbelklikken: twee keer tikken. Slepen-en-neerzetten: tik op het touchpad om het onderdeel dat u wilt
verplaatsen te selecteren. Laat uw vinger na de tweede tik op het touchpad en verplaats het materiaal.
Gebruikershandleiding 4-1
Page 59
Touchpad
Touchpad en touchpadbesturingsknoppen

Het USB-diskettestation gebruiken

Op de USB-poort van de computer kan een 3,5-inch diskettestation worden aangesloten. Dit station ondersteunt diskettes van 1,44 MB en 720 kB. Raadpleeg hoofdstuk 2, Rondleiding, voor meer informatie.
Het 3,5-inch diskettestation aansluiten
Om het station aan te sluiten steekt u de diskettestations-connector in een USB-poort. Raadpleeg de volgende afbeelding.
Bepaal wat de boven- en onderkant van de connector is en steek de connector recht in de stationsconnector. Wees voorzichtig dat u de aansluitpinnen niet beschadigt door de aansluiting te forceren.
Grondbeginselen
Besturingsknoppen van Touchpad
Het USB-diskettestation aansluiten
Als u het diskettestation aansluit nadat u de computer hebt ingeschakeld, duurt het circa 10 seconden voordat de computer het station herkent. Als de computer het station na 10 seconden nog niet herkent, ontkoppelt u het station en sluit u het opnieuw aan.
Het 3,5-inch diskettestation ontkoppelen
Voer na gebruik van het diskettestation de volgende stappen uit om het station te ontkoppelen:
1. Wacht tot het lampje uitgaat en u zeker weet dat er geen disketteacti­viteiten meer plaatsvinden.
Gebruikershandleiding 4-2
Page 60
Als u het diskettestation loskoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de computer het station gebruikt, loopt u het risico dat er gegevens verloren gaan of dat de diskette of het station beschadigd raakt.
2. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
3. Klik op Diskettestation.
4. Trek de diskettestationsconnector uit de USB-poort.

Optische stations gebruiken

De tekst en afbeeldingen in dit gedeelte hebben voornamelijk betrekking op het DVD-ROM-station. Alle andere optische stations functioneren echter op dezelfde manier. Het station ondersteunt snelle uitvoering van CD-ROM­en DVD-ROM-programma's. U kunt CD's/DVD's van 12 cm of 8 cm zonder adapter gebruiken. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD-/DVD-ROM, gaat het lampje op het station branden.
Gebruik het programma WinDVD om DVD-video's te bekijken.
Als u een CD-RW/DVD-ROM-station hebt, raadpleeg dan ook het gedeelte CD's beschrijven met het CD-RW/DVD-ROM-station voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's.
Als u een DVD Super Multi-station (+-R DL) hebt, lees dan ook het gedeelte CD's/DVD's schrijven met het DVD Super Multi-station voor voorzorgsmaatregelen voor het schrijven van CD's/DVD's.
Grondbeginselen
Schijven laden
Als u CD's/DVD's wilt laden, dient u de volgende stappen uit te voeren en de bijbehorende afbeeldingen te raadplegen.
1. a. Zorg dat de computer ingeschakeld is en druk op de DVD-ROM-
uitwerpknop om de lade een stukje te openen.
Uitwerpknop
De DVD-ROM-ejectknop indrukken
Gebruikershandleiding 4-3
Page 61
Grondbeginselen
b. U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen als het DVD-ROM-
station is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de lade openen door een dun voorwerp (ongeveer 1,5 mm lang) zoals een rechtgebogen paperclip in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te steken.
Eject-gaatje
Doorsnede 1,0 mm
De lade door middel van het ejectgaatje openen
2. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
De lade opentrekken
Gebruikershandleiding 4-4
Page 62
Grondbeginselen
3. Leg de CD/DVD met het opschrift omhoog in de lade.
Een CD/DVD in de lade plaatsen
Wanneer de lade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de computer iets uit over de CD-/DVD-lade. Wanneer u de CD/DVD in de lade plaatst, moet u de schijf dus schuin houden. Controleer altijd of de CD/DVD goed vlak in de lade ligt, zoals geïllustreerd in de bijbehorende afbeelding.
Raak de laserlens niet aan. Hierdoor kunt u de uitlijning van de toetsen
verstoren.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer alvorens het station te sluiten of de achterkant van de lade vrij is van ongerechtigheden.
4. Druk voorzichtig in het midden van de CD/DVD tot deze vastklikt. De CD/DVD moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het lade­oppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Als de CD/DVD niet goed op zijn plaats ligt wanneer de lade wordt gesloten, is de CD/DVD mogelijk beschadigd. Bovendien kan het dan gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de ejectknop drukt.
Gebruikershandleiding 4-5
Page 63
De DVD-ROM-lade sluiten
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit en raadpleeg de bijbehorende afbeelding om de CD/DVD te verwijderen.
Druk niet op de uitwerpknop terwijl er activiteit op het DVD-ROM-station plaatsvindt. Wacht tot het lampje van het optische stations uitgaat voor u de lade opent. Neem de CD/DVD pas uit de lade nadat de schijf is opgehouden met draaien.
1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig open.
Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot
de CD/DVD is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig kunt opentrekken.
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de ejectknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de CD/ DVD nog draait terwijl u de lade opent, kan de disc van de as vliegen en letsel teweegbrengen.
2. De CD/DVD steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u hem kunt pakken. Til de CD/DVD voorzichtig uit de lade.
Grondbeginselen
Een CD/DVD verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Gebruikershandleiding 4-6
Page 64
Grondbeginselen

CD's beschrijven met het CD-RW-/DVD-ROM-station

Met het CD-RW-/DVD-ROM-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R­of CD-RW-schijven. De volgende toepassingen voor schrijven worden ondersteund: RecordNow! en DLA, onder licentie van Sonic Solutions.
Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven. Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen meer dan één keer worden beschreven.
Belangrijke mededeling (CD-RW-/DVD-ROM-station)
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-RW-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen.
Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het CD-RW-/DVD-ROM-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of andere schade.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en herschrijven van gegevens.
De volgende fabrikanten van CD-R- en CD-RW-media worden
aanbevolen. De kwaliteit van media kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden
.
CD-R: TAIYOYUDEN CO., LTD.
Mitsui Chemicals Inc. MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
De volgende fabrikanten worden aanbevolen voor de respectievelijke speciale media.
Multi-speed en High-speed CD-RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION, RICOH Co., Ltd.
Ultra-speed CD-RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
TOSHIBA heeft de werking van CD-R's en CD-RW's van bovenstaande fabrikanten bevestigd. De werking van andere media kan niet worden gegarandeerd.
Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen ongeveer duizendmaal worden
beschreven. Het werkelijke aantal hangt af van de kwaliteit van de media en het gebruik ervan.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Gebruikershandleiding 4-7
RICOH Co., Ltd.
Page 65
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiliging.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot het programma
klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere programma's die automatisch bestanden controleren op de achtergrond.
Gebruik geen vaste-schijfprogramma's, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen of gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! aanbevolen.
De werking in combinatie met andere software kan derhalve niet worden gegarandeerd.
Beschrijven of opnieuw beschrijven
Houd u aan de volgende richtlijnen/voorschriften bij het schrijven van gegevens naar een CD-R of CD-RW.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Gebruik geen
functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
Vermijd de volgende handelingen:
het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP;
Gebruik van de pc, zoals de muis of het touchpad gebruiken of het
LCD-scherm sluiten/openen.
Communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
handelingen waardoor de PC wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen;
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten zoals:
PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK-apparaten en optische digitale apparaten.
het openen van het optische station.
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het schrijf­of herschrijfproces.
Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-8
Page 66
Grondbeginselen
Afwijzing van aansprakelijkheid (CD-RW/DVD-ROM-station)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
beschadiging van CD-R-/RW-schijven als gevolg van het
(her)schrijfproces;
wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/RW-schijven
als gevolg van het (her)schrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;
schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.

CD/DVD's beschrijven op een DVD Super Multi-station (+-R Double Layer)

Het DVD Super Multi-station (+-R Double Layer) kan worden gebruikt om gegevens naar CD-R/RW's of DVD-R's/-RW's/+R's/+RW's/-RAM's/+R's met DL/-R of DL te schrijven. De volgende toepassingen voor schrijven worden ondersteund: RecordNow! en DLA, onder licentie van Sonic Solutions. InterVideo WinDVD Creator Platinum, een product van InterVideo, Inc.
Belangrijk bericht (DVD Super Multi drive (+-R Double Layer))
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R/RW's of DVD-R's/-R's DL's/-RW's/+R's/+R's DL's/+RW's/-RAM's grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen.
Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station (+-R Double Layer) niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/ DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM/+R DL/-R DL-schijven aanbevolen.
TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of herschrijf­proces beïnvloeden.
CD-R: TAIYOYUDEN CO., LTD.
Gebruikershandleiding 4-9
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
Page 67
Grondbeginselen
CD-RW: (high-speed,
multispeed)
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
DVD-R DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
voor algemeen gebruik, versie 2.0 TAIYOYUDEN CO., LTD. PIONEER VIDEO CORPORATION Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
DVD+R MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-RW DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven,
Versie 1.1 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD+RW MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-RAM DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven,
Versie 2.0 of Versie 2.1 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
DVD+R DL MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION.
DVD-R DL MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION.
Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van 8-speed of hoger (DVD-R, DVD+R), of schrijfsnelheden van 4-speed of hoger (DVD-RW, DVD+RW) ondersteunen.
Controleer of de disc van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is.
Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze gebruikt.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen zogeheten authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden beschreven.
U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten. U kunt geen gebruik maken van enkelzijdige schijven met een capaciteit van 4,7 GB of van dubbelzijdige schijven met een capaciteit van 9,4 GB.
DVD-R/-RW/+R DL-schijven of DVD+R/+RW/+R DL-schijven kunnen
wellicht niet worden gelezen op andere DVD-ROM-stations voor computers of andere DVD-spelers.
Gebruikershandleiding 4-10
Page 68
Grondbeginselen
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R of DVD+R zijn geschreven,
kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM zijn
verwijderd (gewist), kunnen niet worden hersteld. Controleer de inhoud van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station verwijdert.
Bij het schrijven naar een DVD-R/-RW/-R DL, DVD+R/+RW+R DL of
DVD-RAM is schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
Aangezien de disc is gebaseerd op de DVD-standaard, wordt deze
aangevuld met dummygegevens als er minder dan 1 GB aan gegevens naartoe worden geschreven. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde station schrijft.
Sluit de netadapter aan voor u begint met schrijven of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar stand-by of de slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Gebruik de computer met volledige stroomvoorziening. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen vaste-schijfprogramma's, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! wordt niet
aanbevolen.
Gebruikershandleiding 4-11
Page 69
Beschrijven of opnieuw beschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen:
Het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP.
Gebruik van de pc, zoals de muis of het touchpad gebruiken of het
LCD-scherm sluiten/openen.
Communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
Handelingen waardoor de PC wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe stations zoals:
PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK-apparaten en optische digitale apparaten.
Muziek of spraak reproduceren via de Audio/Video-bedieningsknoppen.
Open het CD-RW/DVD-ROM- of DVD Super Multi-station (+-R Double
Layer).
Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de
stand-by-modus/slaapstand.
Zorg ervoor dat het (her)schrijven is voltooid voordat de stand-bymodus
of slaapstand wordt ingeschakeld. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het CD-RW/DVD-ROM- of DVD Super Multi-station (+-R Double Layer) kunt openen.
Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer gegevens altijd van de vaste schijf naar de DVD-RAM. Gebruik
geen functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
Grondbeginselen
Afwijzing van aansprakelijkheid aangaande DVD Super Multi-station (+-R Double Layer)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Beschadiging van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/
DVD+RW-/DVD-RAM/DVD+R DL-/DVD-R DL-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces.
Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RW-
schijven, DVD-R-/DVD-RW-schijven of DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM/ DVD+R DL-/DVD-R DL--schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking.
Gebruikershandleiding 4-12
Page 70
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
RecordNow! Basic for TOSHIBA
Wanneer u RecordNow! gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-video.
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-audio.
U kunt de functie “Audio CD for Car or Home CD Player” (Audio-CD
voor thuis of in de auto) van RecordNow! niet gebruiken voor het opnemen van muziek op DVD-R-/DVD-R DL-/DVD-RW- of DVD+R/+R DL/+RW-schijven.
Gebruik de functie “Exact Copy” van RecordNow! niet voor het kopiëren
van auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's.
U kunt geen back-up maken van DVD-RAM-schijven met de functie
“Exact Copy” van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW tot DVD-R/-R DL/-RW
of DVD+R/+R DL/+RW kopiëren met de functie “Exact Copy” (exacte kopie) van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-Video of DVD-R/-R DL/-RW
of DVD+R/+R DL/+RW tot CD-R/RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met de functie “Exact Copy” (exacte kopie) van RecordNow!.
RecordNow! kan niet in pakketindeling opnemen.
Met de functie “Exact Copy” van RecordNow! kunt u mogelijk geen
back-up maken van een DVD-R-/DVD-R DL-/DVD-RW- of DVD+R-/ DVD+R DL-/DVD+RW-schijf die met andere software is gemaakt op een andere DVD-R-/DVD-R DL-/DVD-RW- of DVD+R-/DVD+RW­recorder.
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R/-DVD-R DL- of DVD+R-/
DVD+R DL-schijf waarop reeds gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Zo kunnen de gegevens niet worden gelezen in 16-bits besturingssystemen zoals Windows 98 Tweede Editie en Windows ME. In Windows NT 4 hebt u Service Pack 6 of hoger nodig om toegevoegde gegevens te kunnen lezen. In Windows 2000 hebt u Service Pack 2 of hoger nodig om de gegevens te kunnen lezen. In bepaalde DVD-ROM-stations en CD-RW-/DVD-ROM-stations kunnen toegevoegde gegevens überhaupt niet worden gelezen, ongeacht het besturingssysteem.
RecordNow! wordt niet ondersteund voor opname op DVD-RAM-
schijven. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner te gebruiken.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-13
Page 71
Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-R DL-/ DVD-RW- of DVD+R-/DVD+R DL- of DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk niet correct gekopieerd.
Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Alleen voor DVD Super Multi-station (+- R Double Layer):
Wanneer RecordNow! wordt gestart, kan het gebeuren dat de schijflade van het DVD-station waarin een schijf is geplaatst niet kan worden geopend, zelfs niet door de Eject-knop te gebruiken. U kunt dit probleem oplossen door in RecordNow! op de Eject-knop (uitwerpen) te klikken. Deze knop vindt u in het hoofdvenster. U kunt ook met de rechtermuisknop klikken op het pictogram van het DVD-station waarin u de schijf hebt geplaatst. Selecteer vervolgens 'Uitwerpen' in het pop­upmenu van 'Mijn computer' of 'Verkennen'.
Gegevensverificatie
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft.
1. Klik op de knop Options ( ) van de console van RecordNow! om het bedieningspaneel Assist te openen.
2. Selecteer de gegevens in het menu aan de linkerkant.
3. Activeer het selectievakje “Verify data written to the disc after burning” (gegevens controleren die na het branden aan de schijf zijn toege­voegd) in Data Options (gegevensopties).
4. Klik op OK.
Grondbeginselen
DLA voor TOSHIBA
Wanneer u DLA gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
Deze software ondersteunt alleen herschrijfbare schijven (DVD+RW/
DVD+R DL, DVD-RW/DVD-R DL en CD-RW). Niet-herschrijfbare schijven zoals DVD+R's, DVD-R's en CD-R's worden niet ondersteund.
Het formatteren en beschrijven van DVD-RAM-schijven wordt niet
ondersteund door DLA. Deze functies worden uitgevoerd door het DVD-RAM-stuurprogramma. Als het DLA-formatteringsmenu verschijnt wanneer u een DVD-RAM-schijf in het station plaatst en in Windows Verkenner rechtsklikt op het stationspictogram, gebruikt u DVDForm om deze schijf te formatteren. U kunt DVDForm uitvoeren door op de knop Start in de taakbalk te klikken en in het menu Start achtereenvolgens Alle programma's, DVD-RAM, DVD-RAM Driver en DVDForm te selecteren.
Gebruikershandleiding 4-14
Page 72
Gebruik geen schijven die zijn geformatteerd met andere
pakketschrijfsoftware dan DLA. Gebruik schijven die met DLA zijn geformatteerd, niet met andere pakketschrijfsoftware. Formatteer schijven waarmee u niet bekend bent vóór gebruik met de optie “Full Format”.
Pas de functies voor knippen en plakken niet toe op bestanden en
mappen. Een geknipt bestand of geknipte map kan verloren gaan als het schrijven mislukt door een schijffout.
Wanneer u de Setup-bestanden voor het programma naar een met DLA
geformatteerde schijf schrijft en Setup vanaf deze schijf start, kan een fout optreden Kopieer de bestanden in dat geval naar de vaste schijf en start Setup.
Video
U kunt videobeelden opnemen met WinDVD Creator 2 Platinum.
Bij gebruik van WinDVD Creator 2 Platinum
Meer informatie over InterVideo WinDVD Creator
Klik op uw bureaublad op het pictogram “Additional Software CD” om WinDVD Creator te installeren met behulp van de CD met extra software.
De cd getiteld 'Additional Software CD' wordt meegeleverd bij de meeste modellen.
Raadpleeg de on line Help voor meer informatie over InterVideo WinDVD Creator.
Grondbeginselen
Video opnemen
Met WinDVD Creator 2 Platinum kunt u via i.LINK (IEEE1394) video op uw digitale camcorder opnemen. Mocht het geluid echter niet goed worden weergegeven, probeer dit dan als volgt te verhelpen:
1. Klik op de Windows-knop Start en selecteer de optie Configuratie­scherm.
2. Klik in het Configuratiescherm op het pictogram Prestaties en onder­houd.
3. Klik in het venster Prestaties en onderhoud op het pictogram Sys­teem.
4. Klik in het venster Systeemeigenschappen op de tab Geavanceerd.
5. Klik op het pictogram Instellingen in de sectie Prestaties.
6. Klik in het venster Instellingen voor prestaties op de tab Geavan­ceerd.
7. Klik op het pictogram Wijzigen in de sectie Virtueel geheugen.
8. Selecteer de knop Aangepaste grootte in het venster Virtueel geheu­gen.
9. Geef veel hogere waarden op voor Begingrootte en Maximale grootte.
Gebruikershandleiding 4-15
Page 73
Grondbeginselen
10. Klik op de knop Instellen in het venster Virtueel geheugen.
11. Klik op OK in het venster Virtueel geheugen.
Een DVD-video maken
Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video op basis van videogegevens afkomstig van een DV-camcorder:
1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma's, InterVideo WinDVD Creator2, InterVideo WinDVD Creator om WinDVD Creator te starten.
2. Klik op de knop Capture en neem de videogegevens via IEEE1394 over van de DV-camcorder.
3. Klik op de knop Edit en sleep de videoclips van het tabblad Video Library naar de edit-strook.
4. Klik op de knop Make Movie bovenaan.
5. Dubbelklik op de pijlknop rechts, in het midden van de rechterkant.
6. Plaats een lege DVD-R/+R of een gewiste DVD-RW/+RW in het sta­tion.
7. Klik op Start om te beginnen met opnemen.
8. De lade gaat open zodra de opname is voltooid.
Belangrijke informatie over het gebruik
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD maakt:
1. Digitale video bewerken
Meld u aan met beheerdersrechten om WinDVD Creator te kunnen
gebruiken.
Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u WinDVD
Creator gebruikt.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt. Als echter
een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk niet correct weergegeven.
WinDVD Creator kan video niet op de externe monitor weergeven als u
het LCD-scherm en de monitor tegelijk gebruikt.
Met WinDVD Creator kunt u geen auteursrechtelijk beschermde inhoud
bewerken of afspelen.
Wijzig de beeldscherminstellingen niet terwijl u WinDVD Creator
gebruikt.
Schakel de stand-by-modus/slaapstand niet in terwijl u WinDVD
Creator gebruikt.
Gebruik WinDVD Creator niet direct nadat u de computer hebt
aangezet. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.
Gebruikershandleiding 4-16
Page 74
Grondbeginselen
Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende
enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.
Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-, mini-
DVD- en video-CD-functies.
Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD of
videoband.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Voer geen communicatietoepassingen uit, zoals die voor een modem of
een LAN.
2. Alvorens de video op een DVD op te nemen
Als u opneemt op DVD, gebruik dan alleen schijven die worden
aanbevolen door de fabrikant van het station.
Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste schijf
met USB 1.1, omdat anders geen DVD’s geschreven kunnen worden.
Vermijd de volgende handelingen:
Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm.
Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen.
gebruik van de modusschakelaar en audio-/
videobedieningsknoppen om muziek of spraak te reproduceren;
het DVD-station openen;
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: pc-kaart, SD-kaart, MultiMedia Card/Memory Stick, USB­apparaten, extern beeldscherm, i.Link-apparaten, optische digitale apparaten.
Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen.
Een DVD-R/+R/-RW kan niet in VR-indeling worden beschreven.
U kunt maximaal 2 uur aan videogegevens in DVD-video-indeling naar
een DVD-R/+R/-RW/+RW schrijven.
WinDVD Creator kan niet exporteren naar DVD-Audio, Video-CD of
miniDVD.
WinDVD Creator kan DVD-RAM/+RW-schijven in de VR-indeling
schrijven, maar de schijf kan alleen worden afgespeeld op uw computer.
Wanneer u naar een DVD schrijft, heeft WinDVD Creator voor elk uur
video minstens 2 GB schijfruimte nodig.
Als u een DVD helemaal vol maakt, worden de hoofdstukken mogelijk
niet in de juiste volgorde afgespeeld.
3. Over Disc Manager
WinDVD Creator kan één afspeellijst op een schijf bewerken.
Gebruikershandleiding 4-17
Page 75
WinDVD Creator geeft mogelijk een andere miniatuur weer dan is
ingesteld in de DVD-RAM-recorder.
Met Disc Manager kunt u gegevens in de DVD-VR-indeling op
DVD-ROM, gegevens in de DVD+VR-indeling op DVD+RW en gegevens in de DVD-video-indeling op DVD-RW bewerken.
4. Over opgenomen DVD’s
DVD-R-/DVD-R DL-/DVD+R-/DVD+R DL-/DVD-RW-/DVD+RW-/
DVD-RAM-schijven kunnen wellicht niet worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM-stations voor PC's.
Als u een opgenomen schijf afspeelt op uw computer, gebruik dan de
toepassing WinDVD.
Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een volledige
formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.

Behandeling van schijven/diskettes

Dit gedeelte bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op CD's, DVD's of diskettes hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven en diskettes. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
CD’s/DVD’s
1. Bewaar uw CD's/DVD's in hun originele houders om ze te bescher­men en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD niet door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast. Vin­gerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf onleesbaar maken.
5. Stel de schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD's/DVD's.
6. Als uw CD's/DVD's stoffig of vuil raken, kunt u ze afnemen met een schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine, verdunningsmid­del of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Grondbeginselen
Diskettes
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden. Gebruik geen schoonmaakmiddel op een vuile dis­kette. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
Gebruikershandleiding 4-18
Page 76
2. Duw het metalen schuifje van een diskette niet opzij en raak het mag­netische oppervlak niet aan. Vingerafdrukken kunnen het correct afle­zen van gegevens op de diskette verhinderen.
3. Buig diskettes niet en stel ze niet bloot aan direct zonlicht of extreme temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gege­vens verloren gaan.
4. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
5. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde deel­tjes kunnen het magnetische oppervlak van de diskette beschadigen.
6. Magnetische energie kan de gegevens op diskettes vernietigen. Houd uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische velden genereren, zoals luidsprekers, radio’s en tv’s.

De microfoon gebruiken

Afhankelijk van het door u aangeschafte model, heeft uw computer een ingebouwde microfoon waarmee u geluid in monokwaliteit kunt opnemen. U kunt de microfoon ook gebruiken om opdrachten in te spreken voor toepassingen die daarvoor geschikt zijn.
Omdat de computer een ingebouwde microfoon en luidspreker heeft, kan er onder bepaalde omstandigheden “rondzingen” optreden. Rondzingen doet zich voor wanneer het geluid van de luidspreker door de microfoon wordt opgevangen en versterkt wordt doorgegeven naar de luidspreker, die het geluid verder versterkt naar de microfoon doorgeeft.
Dit rondzingen herhaalt zich en veroorzaakt een hard, hoogtonig geluid. Dit is een veelvoorkomend verschijnsel dat zich voordoet in elk geluidssysteem wanneer het in de microfoon ingesproken geluid naar de luidspreker wordt doorgegeven en de luidspreker te hard staat of zich te dicht bij de microfoon bevindt. U kunt de doorvoer regelen door het volume van de luidspreker aan te passen of met de functie Dempen in het deelvenster Hoofdvolume. Raadpleeg de Windows-documentatie voor informatie over het gebruik van het deelvenster Hoofdvolume (Master Volume).
Grondbeginselen

Modem

In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de interne modem aan een telefoonaansluiting koppelt en ervan ontkoppelt.
Spraakfuncties worden niet door de interne modem ondersteund. De data­en faxfuncties worden wel ondersteund.
Gebruikershandleiding 4-19
Page 77
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal de
modem schade oplopen.
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u de modem gaat gebruiken.
Om een regio te selecteren voert u de volgende stappen uit.
1. Klik in Windows XP op Start, wijs Alle programma’s aan, wijs TOS- HIBA aan, wijs Netwerk aan en klik op Modemregioselectie.
Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram voor regioselectie wordt weergegeven op de taakbalk van Windows.
Grondbeginselen
Het pictogram Regioselectie (Windows XP)
3. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van onder­steunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met tele­foonlocatie-informatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
4. Selecteer een regio uit het regiomenu of een telefoonlocatie uit het submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van de
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio­instelling van de modem.
Gebruikershandleiding 4-20
Page 78
Het menu met eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het volgende menu weer te geven.
Het menu (Windows XP)
Instelling
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
AutoRun Mode
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Open the Dialing Properties dialog box after selecting region.
Het dialoogvenster met kiesopties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Grondbeginselen
Location list for region selection.
Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.
Open dialog box, if the modem and Telephony Current Location region code do not match.
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Modemselectie
Als de computer de interne modem niet herkent, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de modem wilt gebruiken.
Kiesopties
Als u Dialing Properties selecteert, worden de kiesopties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u wettelijk verplicht Japan als regio te selecteren. Het is niet toegestaan de modem in Japan met een andere selectie te gebruiken.
Gebruikershandleiding 4-21
Page 79
Aansluiten
Om de kabel van de interne modem aan te sluiten voert u de volgende stappen uit.
1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.
2. Koppel het andere uiteinde van de modemkabel aan een telefoonaan­sluiting.
Modemaansluiting
De interne modem aansluiten
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl de kabel is aangesloten.
Als u gebruik maakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een DVD-ROM­of CD-RW-/DVD-ROM-station of een vaste schijf) dat aan een 16-bits PC­kaart is gekoppeld, kunt u te maken krijgen met de volgende modemproblemen:
de modemsnelheid is laag of de communicatie wordt onderbroken;
geluidsstoringen.
Grondbeginselen
Telefoonaan­sluiting
Ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van de interne modem te ontkoppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de connector eruit.
2. Ontkoppel de kabel van de computer op dezelfde manier.

Draadloze communicatie

De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt zowel Wireless LAN- als Bluetooth-apparaten.
Gebruikershandleiding 4-22
Page 80
Draadloos LAN
De draadloos LAN-voorziening is compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11-norm voor draadloos LAN (Revisie A, B of G) en de turbomodus.
Ondersteunde functies. Het ondersteunt de volgende voorzieningen:
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 54,
48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbit/s (Revisie A en G, Revisie A/B, B/G, A/B/ G-combinatietype).
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik
11, 5,5, 2 en 1 Mbit/s (Revisie B).
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik
108, 96, 72, 48, 36, 24, 18 en 12 Mbit/s (turbomodus, Revisie A/B/G­combinatietype).
Selectie van frequentiekanaal (Revisie A/Turbo-modus: 5 GHz,
Revisie B/G: 2,4 GHz)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
Atheros Super G™- of Super AG™-technologie (Atheros-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd
op het 152-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd
op het 128-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
AES-gegevenscodering (AES = Advanced Encryption Standard),
gebaseerd op het 256-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
Grondbeginselen
Beveiliging
Schakel de functie WEP (codering) in. Doet u dat niet, dan is uw
computer via het draadloze LAN toegankelijk voor buitenstaanders, wat kan leiden tot onwettige binnendringing, afluisterpraktijken en verlies of vernietiging van opgeslagen gegevens. TOSHIBA raadt u daarom met klem aan de WEP-functie in te schakelen.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor onrechtmatige toegang tot
gegevens via het draadloos LAN of voor beschadiging van die gegevens.
Bluetooth-technologie
Bluetooth™-technologie ondersteunt draadloze communicatie tussen elektronische apparaten zoals desktopcomputers, printers en mobiele telefoons. U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies en een optionele Bluetooth-PC-kaart niet tegelijk gebruiken.
De kenmerken van Bluetooth-technologie zijn als volgt:
Gebruikershandleiding 4-23
Page 81
Grondbeginselen
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt in de band 2,45 GHz; deze band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met radiosystemen in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt gemakkelijk verbindingen tussen twee of meer apparaten tot stand brengen. De verbinding wordt gehandhaafd zelfs als een apparaat buiten het gezichtsveld ligt.
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
verkrijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Schakelaar voor draadloze communicatie
U kunt de Wireless LAN- en Bluetooth-functie in- of uitschakelen met de draadloze-communicatieschakelaar. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar naar links om de functie voor draadloze communicatie in te schakelen en naar rechts om de functie uit te schakelen.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het lampje. Het lampje brandt niet wanneer de functie voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Schakel de computer uit als u een vliegtuig betreedt. Lees de regels van de vliegmaatschappij voordat u aan boord uw computer gebruikt.
Lampje voor draadloze communicatie
Het draadloze-communicatielampje geeft de status van de draadloze­communicatiefuncties aan.
Lampje Aanduiding
Uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat op uit.
Lampje aan Schakelaar voor draadloze communicatie staat op aan.
Gebruikershandleiding 4-24
Automatisch uitgeschakeld wegens oververhitting. Stroomstoring
Wireless LAN en/of Bluetooth is geactiveerd door een toepassing.
Page 82
Als u W-LAN hebt uitgeschakeld via de taakbalk, start de computer dan opnieuw op of voer de onderstaande stappen uit om ervoor te zorgen dat het systeem W-LAN weer herkent. Open of klik op het volgende: Start,
Configuratiescherm, Systeem, Hardware, Apparaatbeheer, Netwerkadapters, TOSHIBA Wireless LAN Mini PCI Card en Inschakelen.
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T). In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering op LAN is ingeschakeld.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De LAN-kabel aansluiten
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Grondbeginselen
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer aan te sluiten met een kabel uit categorie 5 (CAT5) of hoger.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan sluit u de computer aan met een kabel uit categorie 3 (CAT3) of hoger.
Als u Gigabit Ethernet (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T) gebruikt, sluit u de computer aan met een kabel uit categorie 5e (CAT5e) of hoger.
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
Gebruikershandleiding 4-25
Page 83
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw voor­zichtig tot de vergrendeling vastklikt.
LAN-poort
De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aan­sluit.
Wanneer de computer gegevens met het LAN uitwisselt, brandt het LAN­actief-lampje oranje. Wanneer de computer op een LAN-hub is
aangesloten maar geen gegevens uitwisselt, brandt het Verbindingslampje groen.
De LAN-kabel loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel te ontkoppelen.
Grondbeginselen
Zorg dat het LAN-actief-lampje (het oranje lampje) uit is voordat u de computer loskoppelt van het LAN.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-poort van de computer in en trek de connector eruit.
2. Ontkoppel de kabel op dezelfde wijze van de LAN-hub. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub ontkoppelt.

Computer schoonmaken

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen voordat u hem weer aanzet.
Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Gebruikershandleiding 4-26
Page 84
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.

Computer verplaatsen

De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst, dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voor u de computer verplaatst.
Controleer het Schijf-lampje op de computer.
Als er een CD/DVD in het station zit, verwijdert u deze. Controleer of de
stationslade goed dicht zit.
Schakel de computer uit.
Ontkoppel de universele netadapter en alle randapparaten alvorens de
computer te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op bij het beeldscherm.
Sluit alle poortafdekkingen.
Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer goed vast tijdens het dragen, zodat deze niet kan
vallen of iets kan raken.
Til de computer niet op aan uitstekende delen.
Grondbeginselen

Warmteverspreiding

De CPU heeft een interne temperatuursensor ter bescherming tegen oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPU­verwerkingssnelheid verlaagd. U kunt bepalen of om de temperatuur van de CPU wordt geregeld door eerst de ventilator in te schakelen en vervolgens, indien nodig, de CPU-snelheid te verlagen. Of door eerst de CPU-snelheid te verlagen en vervolgens, indien nodig, de ventilator in te schakelen. Gebruik de optie Cooling Method (koelmethode) in het venster Basic Setup (basisinstellingen) van TOSHIBA Power Saver.
Maximale prestaties
prestaties Deze optie is een combinatie van het inschakelen
Optimaal
accugebruik
Gebruikershandleiding 4-27
Schakel eerst de ventilator in en verlaag vervolgens zo nodig de verwerkingssnelheid van de CPU.
van de ventilator en verlaging van de processorsnelheid.
Verlaag eerst de verwerkingssnelheid van de CPU. Schakel vervolgens zo nodig de ventilator in.
Page 85
Grondbeginselen
Zodra de CPU-temperatuur tot een normaal niveau is gedaald, wordt de ventilator uitgeschakeld en gaat de CPU weer op standaardsnelheid werken.
Als de CPU-temperatuur met een van beide instellingen een onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt het systeem automatisch uitgezet om beschadiging te voorkomen. In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Gebruikershandleiding 4-28
Page 86
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid toetsenbord met 101/102 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te drukken kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met 101/102 toetsen beschikbaar zijn.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn vijf soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, geïntegreerde numerieke toetsen, functietoetsen, zogenoemde “softkeys” en cursorbesturingstoetsen.

Typemachinetoetsen

De typemachinetoetsen produceren de hoofd- en kleine letters, cijfers, leestekens en speciale symbolen die op het scherm verschijnen.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine en het gebruik van een computertoetsenbord:
Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties, die door een spatieteken worden gemaakt, kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.
Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet
verwisselbaar.
Hoofdletter O en 0 (nul) zijn niet verwisselbaar.
Caps Lock, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen van
invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de cijferen symbooltoetsen.
De Shift- of hoofdlettertoetsen, de Tab -toets en de toets BkSp
(backspace- ofwel correctietoets) hebben dezelfde functie als de gelijknamige typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale computerfuncties.
Hoofdstuk 5
Gebruikershandleiding 5-1
Page 87

Functietoetsen F1 ... F12

De functietoetsen, niet te verwarren met de Fn-toets, zijn de 12 toetsen boven aan het toetsenbord. Deze toetsen zijn donkergrijs, maar werken anders dan de andere donkergrijze toetsen.
F1 tot en met F12 worden aangeduid als functietoetsen, omdat u hiermee geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u pictogramtoetsen in combinatie met de Fn-toets gebruikt, worden specifieke functies op de computer uitgevoerd. Zie het gedeelte Softkeys: Fn-toetscombinaties in dit hoofdstuk. De werking van individuele toetsen is afhankelijk van de software die u gebruikt.

Softkeys: Fn-toetscombinaties

De toets Fn (functie) is een bijzondere toets die alleen op TOSHIBA­computers aanwezig is en die in combinatie met andere toetsen “softkeys” vormt. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen activeren, uitschakelen of configureren.
In sommige softwareprogramma’s werken softkeys niet naar behoren of werken ze in het geheel niet. De softkey-instellingen worden niet hersteld door de functie Resume (hervatten).
Het toetsenbord
Toetsen op een uitgebreid toetsenbord emuleren
Het toetsenbord is zodanig ontworpen dat het voorziet in alle functies van het uitgebreide toetsenbord met 101 toetsen. Het uitgebreide toetsenbord met 101/102 toetsen heeft een apart numeriek toetsenblok, een Scroll Lock-toets. Het heeft bovendien een extra Enter-, Ctrl- en Alt-toets rechts van het hoofdtoetsenbord. Aangezien dit toetsenbord kleiner is en minder toetsen heeft, moet een aantal van de functies van het uitgebreide toetsenbord worden gesimuleerd door middel van toetscombinaties.
Het is mogelijk dat uw softwaretoepassing een toets vereist die niet op het toetsenbord voorkomt. Door de Fn-toets in combinatie met een van de volgende toetsen in te drukken emuleert u de functies van het uitgebreide toetsenbord.
of
Druk op Fn + F10 of Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te activeren. De toetsen met witte markering op de onderrand worden hierdoor cijfertoetsen (Fn + F11) of cursorbesturingstoetsen (Fn + F10). Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk voor meer informatie over het gebruik van deze toetsen. Standaard zijn beide functies bij het opstarten van de computer uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 5-2
Page 88
Het toetsenbord
Druk op Fn + F12 (ScrLock) om de cursor op een bepaalde regel te vergrendelen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.
Met Fn + Enter emuleert u de Enter-toets op het numerieke toetsenblok van het uitgebreide toetsenbord.
Met Fn + Ctrl emuleert u de rechter Ctrl-toets van het uitgebreide toetsenbord.
Met Fn + Alt emuleert u de rechter Alt-toets van het uitgebreide toetsenbord.
Sneltoetsen
Met sneltoetsen (Fn + functietoets of Esc-toets) kunt u bepaalde computerfuncties in- en uitschakelen.
Geluid dempen: Als u in een Windows-omgeving op Fn + Esc drukt, wordt het geluid in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling als pictogram weergegeven.
Directe beveiliging: Als u op Fn + F1 drukt, wordt het toetsenbord geblokkeerd en het scherm leeggemaakt, zodat niemand toegang tot uw gegevens kan verkrijgen. Om het scherm en de oorspronkelijke instellingen te herstellen drukt u op een willekeurige toets. Wanneer een dialoogvenster wordt geopend, voert u het schermbeveiligingswachtwoord in en klikt u op OK. Als geen wachtwoord is ingesteld, wordt het scherm hersteld zodra u op een toets drukt.
Gebruikershandleiding 5-3
Page 89
Het toetsenbord
Energiebesparingsmodus: Met Fn + F2 kunt u de energiebesparingsmodus wijzigen.
Als u Fn + F2 indrukt, verschijnt een dialoogvenster met de energiebesparingsmodus. Houd Fn ingedrukt en druk nogmaals op F2 om de instelling te wijzigen. U kunt deze instelling tevens wijzigen met de optie Op netvoeding of Op accu’s in het venster Power Saver-eigenschappen van Power Saver.
Stand-by: Wanneer u Fn + F3 indrukt, zet u de computer op stand-by. Er wordt een dialoogvenster weergegeven om te voorkomen dat u de computer onbedoeld in stand-by zet. Als u het selectievakje in dit venster inschakelt, wordt het venster hierna niet meer weergegeven.
Slaapstand: Als u op Fn + F4 drukt, zet u de computer in de slaapstand. Er wordt een dialoogvenster weergegeven om te voorkomen dat u de computer onbedoeld in de slaapstand zet. Als u het selectievakje in dit venster inschakelt, wordt het venster hierna niet meer weergegeven.
Beeldschermselectie: Met Fn + F5 wijzigt u het actieve beeldscherm. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Alleen apparaten die beschikbaar zijn voor selectie, worden weergegeven. Houd Fn ingedrukt en druk nogmaals op F5 om het apparaat te wijzigen. Wanneer u Fn en F5 loslaat, verandert het geselecteerde apparaat. Als u deze toetsen drie seconden lang ingedrukt houdt, wordt opnieuw LCD geselecteerd.
Schermhelderheid: Als u op Fn + F6 drukt, wordt de schermhelderheid in stappen verlaagd. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling twee seconden lang weergegeven door middel van een pictogram. U kunt deze instelling tevens wijzigen met de optie Screen brightness in het venster Basic Setup van Power Saver.
Gebruikershandleiding 5-4
Page 90
Het toetsenbord
Schermhelderheid: Als u op Fn + F7 drukt, wordt de schermhelderheid in stappen verhoogd. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling twee seconden lang weergegeven door middel van een pictogram. U kunt deze instelling tevens wijzigen met de optie Screen brightness in het venster Basic Setup van Power Saver.
Draadloze communicatie: Als uw computer zowel Bluetooth- als Wireless LAN-functies heeft, kunt u op Fn + F8 drukken om te kiezen welk type draadloze communicatie u wilt gebruiken. Wanneer u op deze sneltoets drukt, verschijnt een dialoogvenster. Houd Fn ingedrukt en druk nogmaals op F8 om de instelling te wijzigen. Als draadloze communicatie is uitgeschakeld, wordt op het scherm gemeld dat de draadloze­communicatieschakelaar op uit staat.
Als er geen apparaat voor draadloze communicatie is geïnstalleerd, wordt geen dialoogvenster weergegeven.
Touchpad: Als u in een Windows-omgeving op Fn + F9 drukt, wordt de touchpadfunctie in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling veranderd en als pictogram weergegeven.
Schermresolutie selecteren: Druk op Fn + spatiebalk om de schermresolutie te wijzigen. Elke keer dat u deze sneltoetsen gebruikt, verandert de schermresolutie als volgt: van de huidige resolutie (de originele resolutie) naar 1024x768, van 1024x768 naar 800x600, van 800x600 naar de originele resolutie.
TOSHIBA Zooming (verkleinen): Als u de pictogrammen op het bureaublad of in het toepassingsvenster wilt verkleinen, dient u op 1 te drukken terwijl u Fn ingedrukt houdt.
Gebruikershandleiding 5-5
Page 91
TOSHIBA Zooming (vergroten): Als u de pictogrammen op het bureaublad of in het toepassingsvenster wilt vergroten, dient u op 2 te drukken terwijl u Fn ingedrukt houdt.
Fn-plaktoets
Met het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility (Toegankelijkheid) kunt u de Fn-toets vergrendelen, zodat u deze toets bij het gebruik van toetscombinaties niet ingedrukt hoeft te houden. Om dit te doen drukt u eenmaal op de Fn-toets, laat u de toets los en drukt u op een functietoets (dat wil zeggen F1 … F12).
Om het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility te starten klikt u op start, wijst u achtereenvolgens Alle programma's, TOSHIBA en Hulpprogramma's aan en klikt u op Accessibility.

Speciale Windows-toetsen

Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows speciale functies hebben: de ene activeert het menu Start en de andere heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.
Het toetsenbord
Deze toets activeert het Windows-menu Start.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.

Geïntegreerde numerieke toetsen

In plaats van een apart numeriek toetsenblok heeft het toetsenbord van uw computer geïntegreerde numerieke toetsen.
De toetsen met de witte opschriften in het midden van het toetsenbord zijn de geïntegreerde numerieke toetsen. Deze toetsen hebben dezelfde functie als de numerieke toetsenbloktoetsen van het uitgebreide toetsenbord met 101/102 toetsen in de volgende afbeelding.
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen
U kunt de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor het invoeren van cijfers of voor cursor- en paginabesturing.
Gebruikershandleiding 5-6
Page 92
Cursormodus
U activeert de cursormodus door op Fn + F10 te drukken. Het Cursormodus-lampje gaat branden. Nu is cursor- en paginabesturing mogelijk met de toetsen die in de volgende afbeelding worden geïllustreerd. Druk nogmaals op Fn + F10 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen.
Numerieke modus
Om de numerieke modus te activeren drukt u op Fn + F11. Het Numerieke modus-lampje gaat branden. Nu kunt u cijfers invoeren met de toetsen die in de volgende afbeelding worden geïllustreerd. Druk nogmaals op Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen.
Het toetsenbord
De geïntegreerde numerieke toetsen
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken (geïntegreerde numerieke toetsen aan)
Tijdens het gebruik van de geïntegreerde numerieke toetsen kunt u tijdelijk met het gewone toetsenbord werken zonder de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen:
1. Houd Fn ingedrukt en druk op een andere toets. Alle toetsen werken alsof de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld.
2. Typ hoofdletters door Fn + Shift ingedrukt te houden en op een letter­toets te drukken.
3. Laat Fn los om de geïntegreerde numerieke toetsen weer in gebruik te nemen.
Gebruikershandleiding 5-7
Page 93
Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken (geïntegreerde numerieke toetsen uit)
Tijdens het gebruik van het gewone toetsenbord kunt u tijdelijk met de geïntegreerde numerieke toetsen werken zonder deze in te schakelen:
1. Druk op Fn en houd deze toets ingedrukt.
2. Controleer de toetsenbordlampjes. Door op Fn te drukken activeert u de laatst gebruikte modus van de geïntegreerde numerieke toetsen. Als het lampje van de numerieke modus brandt, kunt u de geïnte­greerde numerieke toetsen voor het invoeren van cijfers gebruiken. Brandt het lampje van de cursormodus, dan kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor cursor- en paginabesturing.
3. Laat Fn los om het gewone toetsenbord weer in gebruik te nemen.
Tijdelijk van modus wisselen
Als de numerieke modus actief is, kunt u tijdelijk naar de cursormodus overschakelen door op een Shift-toets te drukken.
Als de cursormodus actief is, kunt u tijdelijk naar de numerieke modus overschakelen door op een Shift-toets te drukken.

ASCII-tekens genereren

Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden gegenereerd. U kunt deze tekens echter door middel van hun ASCII-codes genereren.
Voer de volgende stappen uit met de geïntegreerde numerieke toetsen ingeschakeld:
1. Houd Alt ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke toet­sen.
3. Laat Alt los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Als de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld, voert u de volgende stappen uit:
1. Houd Alt + Fn ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke toet­sen.
3. Laat Alt + Fn los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Het toetsenbord
Gebruikershandleiding 5-8
Page 94
Hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden
De computer kan via de netadapter of via de interne accu van stroom worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze energiebronnen optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt. Verder worden tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u informatie over spaarstanden.

Stroomvoorzieningsomstandigheden

De bedrijfscapaciteit en de energiestatus van de accu in de computer worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of er een netadapter is aangesloten, of er een accu is geïnstalleerd en wat het ladingsniveau van de accu is.
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
Netadapter aangesloten
Gebruikershandleiding 6-1
Accu volledig opgeladen
Accu gedeeltelijk opgeladen of leeg
Geen accu geïnstalleerd
•In werking
Geen lading
•LED: Accu groen DC IN groen
•In werking
Opladen
•LED: Accu oranje DC IN groen
•In werking
Geen lading
•LED: Accu uit DC IN groen
(buiten werking)
Geen lading
•LED: Accu groen
Wordt snel opgeladen
•LED:
Geen lading
•LED: Accu uit
DC IN groen
Accu
oranje
DC IN groen
DC IN groen
Page 95
Stroomvoorziening en spaarstanden
Netadapter niet aangesloten
Acculading is boven activer­ingsniveau voor lage acculading
Acculading is onder activer­ingsniveau voor lage acculading
Accu is leeg Computer wordt in slaapstand
Geen accu geïnstalleerd

Voedingslampjes

Het accu-, DC IN- en Aan/uit-lampje op het paneel met systeemlampjes attenderen u op de bedrijfscapaciteit en de accu-energiestatus van de computer.
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
•In werking
•LED: Accu uit DC IN uit
•In werking
•LED: Accu knippert oranje DC IN uit
gezet of afgesloten (afhankelijk van de instelling in het hulpprogramma Toshiba Power Management)
Buiten werking
•LED: Accu uit DC IN uit
(buiten werking)
Accu-lampje
Aan de hand van het Accu-lampje kunt u de status van de accu controleren.
De accu-status wordt als volgt aangeduid:
Knipperend oranje De accu is bijna leeg. De netadapter moet
Lampje brandt oranje
Lampje brandt groen
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, wordt het opladen stopgezet en gaat het Accu-lampje uit. Zodra de accu een normale temperatuur heeft bereikt, wordt verder gegaan met opladen. Dit gebeurt ongeacht of de computer in- of uitgeschakeld is.
Gebruikershandleiding 6-2
worden aangesloten om de accu op te laden.
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat de accu wordt opgeladen.
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat de accu volledig is opgeladen.
Page 96
Stroomvoorziening en spaarstanden
DC IN-lampje
Aan de hand van het DC IN-lampje kunt u de stroomvoorzieningsstatus voor de aangesloten netadapter controleren:
Lampje brandt groen
Lampje brandt oranje
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Aan/uit-lampje
Aan de hand van het Aan/uit-lampje kunt u de algemene stroomvoorzieningsstatus controleren.
Lampje brandt groen
Knipperend oranje Geeft aan dat de stroom is uitgeschakeld terwijl
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.

Accutypen

De computer heeft twee typen accu’s (batterijen):
Accu - 6 cellen of 12 cellen, afhankelijk van het model
RTC-batterij (batterij voor de realtime klok)
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en de computer van stroom voorziet.
Duidt op een probleem met de stroomvoorziening. Steek de netadapter in een ander stopcontact. Indien het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de dealer.
Geeft aan dat de computer van stroom wordt voorzien en is ingeschakeld.
de computer in de hervattingsmodus stond.
Batterij
De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding kortweg “accu” genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer het netsnoer niet is aangesloten. U kunt extra accu-eenheden kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom.
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
De accu laadt de RTC-batterijen op. De accu handhaaft de staat van de computer als u de hervattingsfunctie inschakelt.
Gebruikershandleiding 6-3
Page 97
Stroomvoorziening en spaarstanden
Wanneer de computer wordt uitgeschakeld in de stand-bymodus en de netadapter niet is aangesloten, levert de accu-eenheid stroom ter handhaving van de gegevens en programma’s in het geheugen. Als de accu-eenheid leeg raakt, functioneert de Stand-by-modus niet en gaan alle gegevens in het geheugen verloren.
In dat geval ziet u het volgende bericht wanneer u de computer weer inschakelt:
WARNING: RESUME FAILURE (waarschuwing: fout bij hervatten). PRESS ANY KEY TO CONTINUE (druk op een toets om verder te gaan).
Om de maximale capaciteit van de accu-eenheid te handhaven, dient u de computer ten minste eenmaal per maand op accu-energie te gebruiken tot de accu totaal leeg is. Raadpleeg Levensduur verlengen in dit hoofdstuk voor procedures. Als de computer langer dan een maand continu via de netadapter op netstroom wordt gebruikt, bestaat het risico dat de accucapaciteit wordt aangetast. Bovendien kunt u er niet langer op vertrouwen dat het Accu-lampje gaat branden ter aanduiding van een laag accu-energieniveau.
Accu:RTC-batterij
De RTC- ofwel Real Time Clock-batterij voorziet de interne realtime klok en kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie. Deze batterij handhaaft tevens de systeemconfiguratie.
Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren en werken de realtime klok en kalender niet meer. In dat geval ziet u het volgende bericht wanneer u de computer weer inschakelt:
Controleer het systeem. Druk op [F1]
De RTC-batterij van de computer is een lithium-ion batterij en dient uitsluitend door uw dealer of een TOSHIBA-servicevertegenwoordiger te worden vervangen. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.

Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid

De accu-eenheid is een essentieel onderdeel van de draagbare computer. Door de eenheid naar behoren te gebruiken en te onderhouden zorgt u ervoor dat deze langer stroom levert en langer meegaat. Volg de aanwijzingen in dit gedeelte zorgvuldig ter waarborging van veilig gebruik en maximale prestaties.
Gebruikershandleiding 6-4
Page 98
Stroomvoorziening en spaarstanden
Voorzorgsmaatregelen
Verkeerde behandeling van accu's kan resulteren in ernstig of dodelijk letsel of materiële schade. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
Gevaar: duidt op een dreigend gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren.
Waarschuwing: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren.
Let op: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in lichte verwondingen of lichte schade aan eigendommen kan resulteren.
Opmerking: verschaft belangrijke informatie.
Gevaar
1. Probeer niet om een gebruikte accu-eenheid te verbranden of te ver­warmen, bijvoorbeeld in een magnetronoven. Hierdoor kan de accu­eenheid ontploffen en persoonlijk letsel veroorzaken.
2. Probeer een accu-eenheid nooit te openen, te repareren of anders­zins aan te passen. Hierdoor zal de accu-eenheid oververhit raken en vlam vatten. Lekken van bijtende alkalineoplossing of andere elektro­lytische stoffen veroorzaakt brand of verwondingen, mogelijk resulte­rend in ernstig of dodelijk letsel.
3. Houd metalen voorwerpen uit de buurt van de accupolen ter voorko­ming van kortsluiting. Kortsluiting kan brand veroorzaken of de accu­eenheid anderszins beschadigen en in verwondingen resulteren. Wanneer u de accu-eenheid opbergt, dient u deze altijd in plastic te wikkelen en de polen met isolatieband te bedekken om kortsluiting te voorkomen.
4. Prik nooit in de accu-eenheid met spijkers of andere scherpe voorwer­pen. Sla nooit met een hamer of een ander voorwerp op de accu-een­heid. Ga niet op de accu staan.
5. Probeer nooit om de accu-eenheid op te laden op een andere manier dan in de gebruikershandleiding is beschreven. Koppel de accu-een­heid nooit aan een contactdoos of aan het aanstekercontact in een auto. Hierdoor kan de eenheid barsten of vlam vatten.
6. Gebruik uitsluitend de accu-eenheid die bij de computer of ander apparaat werd geleverd, of een accu-eenheid die door de fabrikant van de computer of het apparaat is goedgekeurd voor gebruik. Vol­tage en polariteit variëren per accu-eenheid. Gebruik van een incor­recte accu kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikkeling of brand.
7. Stel een accu-eenheid nooit bloot aan warmte door deze bijvoorbeeld in de buurt van een radiator op te bergen. Door blootstelling aan warmte kan de accu-eenheid vlam vatten, ontploffen of lek raken, en
Gebruikershandleiding 6-5
Page 99
Stroomvoorziening en spaarstanden
zodoende ernstig of dodelijk letsel teweegbrengen. Verder kan de eenheid bij blootstelling aan warmte defect raken, waardoor gege­vens verloren kunnen gaan.
8. Stel de accu-eenheid nooit bloot aan abnormale schokken, trillingen of druk. Hierdoor zal het interne beschermende apparaat van de accu-eenheid defect raken, waardoor de eenheid oververhit of lek kan raken, vlam kan vatten of ontploffen, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
9. Laat een accu-eenheid nooit vochtig worden. Een vochtige accu-een­heid zal oververhit raken, vlam vatten of barsten, en zodoende ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Waarschuwing
1. Vermijd contact tussen de bijtende elektrolytvloeistof uit een batterij en uw ogen, huid of kleding. Indien u toch elektrolytvloeistof in uw ogen krijgt, dient u onmiddellijk uw ogen te wassen met veel stromend water en medische hulp te zoeken om schade aan de ogen te voorko­men. Als elektrolytische vloeistof in contact komt met uw huid, dient u de huid onmiddellijk onder stromend water af te spoelen. Als elektro­lytische vloeistof op uw kleren terechtkomt, dient u deze direct uit te trekken teneinde contact met uw huid of ogen te voorkomen.
2. Schakel de computer onmiddellijk uit, ontkoppel de netadapter en ver­wijder de accu-eenheid als de eenheid een van de volgende ver­schijnselen vertoont: vreemde geur, extreme hitte, verkleuring of vervorming. Laat de computer vervolgens nakijken door een Authori­zed Toshiba Service Center voordat u er weer mee aan de slag gaat. Als u deze waarschuwing negeert, zal de accu-eenheid mogelijk rook gaan afgeven, vlam vatten of barsten.
3. Zorg dat de accu-eenheid correct in de computer is geïnstalleerd voordat u probeert de eenheid op te laden. Onjuiste installatie kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikke­ling of brand.
4. Houd de accu-eenheid buiten het bereik van baby's en kinderen. De accu kan letsel veroorzaken.
Let op
1. Wanneer de oplaadcapaciteit van de accu-eenheid is aangetast of u via een waarschuwingsbericht wordt meegedeeld dat de accu-een­heid leeg is, dient u het gebruik van de eenheid te staken. Als u een lege of aangetaste accu-eenheid blijft gebruiken, kan gegevensverlies optreden.
2. Gooi accu-eenheden nooit samen met het gewone afval weg. Breng ze naar uw TOSHIBA-leverancier of een ander recyclingcentrum om bronnen te besparen en milieubederf te voorkomen. Dek de contact-
Gebruikershandleiding 6-6
Page 100
Stroomvoorziening en spaarstanden
punten af met isolatietape om kortsluiting te voorkomen, anders kan de batterij ontvlammen of scheuren.
3. Gebruik alleen accu-eenheden die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
4. Controleer altijd of de accu-eenheid correct is geïnstalleerd en stevig vastzit. Is dit niet het geval, dan kan de accu-eenheid uit de computer vallen en letsel teweegbrengen.
5. Laad de accu-eenheid op bij een omgevingstemperatuur tussen 5º en 35º Celcius Als u de accu-eenheid bij hogere of lagere temperaturen oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de wer­king en de levensduur van de eenheid achteruitgaan.
6. Vergeet niet de resterende accucapaciteit te controleren. Als de accu van de computer en die van de real-time klok volledig zijn ontladen. Stand-by en onderbreking werkt niet en gegevens in het geheugen gaan verloren. Verder zijn de datum- en tijdaanduiding van de compu­ter hierna mogelijk incorrect. In dat geval sluit u de netadapter aan om de accu-eenheid op te laden.
7. Schakel altijd eerst de computer uit en koppel de netadapter los voor­dat u de accu-eenheid installeert of verwijdert. Verwijder de accu-een­heid nooit terwijl de computer in de slaapstand of op stand-by staat. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens verloren.
Opmerking
1. Verwijder de accu-eenheid nooit terwijl de functie Activering op LAN ingeschakeld is. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens verloren. Schakel de functie Activering op LAN uit alvorens de accu-eenheid te verwijderen.
2. Om te zorgen dat de accu zijn maximale capaciteit behoudt, dient u de computer ten minste eenmaal per week op accu-energie te gebrui­ken totdat de accu totaal leeg is. Raadpleeg het gedeelte Levensduur
verlengen van dit hoofdstuk voor procedures. Als de computer
geruime tijd (langer dan een week) continu via de netadapter op netstroom wordt gebruikt, bestaat het risico dat de accucapaciteit wordt aangetast. De accu-eenheid zal dan niet langer efficiënt functio­neren, zelfs als de verwachte levensduur nog niet is verstreken. Bovendien kunt u er niet langer op vertrouwen dat het Accu-lampje gaat branden ter aanduiding van een laag accu-energieniveau.
3. Nadat u de accu-eenheid hebt opgeladen, dient u de computer niet meerdere uren achtereen uitgeschakeld te laten terwijl deze op het lichtnet is aangesloten. Als u doorgaat met opladen terwijl de accu reeds volledig is opgeladen, kan de accu beschadigd raken.
Gebruikershandleiding 6-7
Loading...