Toshiba TECRA A2 User Manual [nl]

Page 1
Tecra A2
Choose freedom.Choose freedom.
computers.toshiba-europe.com
Page 2
Copyright
© 2004 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Onder de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
TECRA A2 Draagbare personal computer Gebruikershandleiding
Eerste druk Mei 2004 Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal kan uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar digitale indeling, verandering, overdracht van gekopieerd materiaal en distributie via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of middels een actie tot schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal computers uit de TECRA A2 op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Navolgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
Intel, Intel SpeedStep, Pentium en Celeron zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Windows en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak. In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
Gebruikershandleiding ii
Page 3
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenkomst met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE­keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland.
De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website http://epps.toshiba-te
g.com op het Internet.
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit “CTR21”) voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005,AN006,AN007,AN009,AN010 en
DE03,04,05,08,09,12,14,17 Griekenland ATAAB AN005,AN006 en GR01,02,03,04 Portugal ATAAB AN001,005,006,007,011 en P03,04,08,10 Spanje ATAAB AN005,007,012 en ES01 Zwitserland ATAAB AN002 Alle overige landen/
regio's ATAAB AN003,004 Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
Gebruikershandleiding iii
Page 4
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations
Vergeet niet de internationale voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te lezen.
Beschrijving van laserspecificaties
Lees de voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze sectie.
Optische stations als het DVD-ROM-station, DVD-ROM&CD-R/RW-station, DVD -R/-RW-station en DVD Super Multi-station in deze computer, zijn uitgerust met laser. Het classificatielabel met de volgende zin is aangebracht op het oppervlak van het station.
CLASS 1 LASER PRODUCT LASER KLASSE 1 LUOKAN 1 LASERLAITE APPAREIL A LASER DE CLASSE 1 KLASS 1 LASER APPARAT
De fabrikant heeft van het station met bovenstaand label verklaard dat het station op de fabricatiedatum voldeed aan de eisen voor laserproducten overeenkomstig artikel 21 van de Code of Federal Regulations van de Verenigde Staten, Department of Health & Human Services, Food and Drug Administration.
In andere landen voldoet het station aan de eisen overeenkomstig IEC 825 en EN60825 op laserproducten van klasse 1.
Deze computer is uitgerust met een van de optische stations in de volgende lijst, afhankelijk van het model.
Fabrikant Type
TEAC DVD Super Multi DV-W24E
Toshiba DVD-ROM SD-C2612
Toshiba DVD-ROM&CD-R/RW SD-R2512
Toshiba DVD-R/-RW SD-R6112
HITACHI LG DVD-ROM&CD-R/RW GCC-4241N
Panasonic DVD-ROM&CD-R/RW UJDA750
Panasonic DVD Super Multi UJ-820
Gebruikershandleiding iv
Page 5
Internationale voorzorgsmaatregelen
Het optische schijfstation gebruikt een lasersysteem. Om te zorgen dat
dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
Plaats van het vereiste etiket
Zie het voorbeeld hieronder. De positie van het etiket en de fabricage­informatie kunnen variëren.
Gebruikershandleiding v
Page 6
CLASS 1 LASER PRODUCT LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT TOEN60825
ADVERSEL:USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSAF-BRYDER ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSÆTTSLSE FOR STRÅLING
LET OP: Dit apparaat bevat een lasersysteem en is geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1. Om te zorgen dat u dit product correct gebruikt, dient u de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Wend u in geval van problemen met dit model tot het dichtstbijzijnde Authorized Toshiba Service Center. Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.
VORSICHT: Dieses Gerät enthält ein Laser-System und ist als “LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT” klassifiziert. Für den richtigen Gebrauch dieses Modells lesen Sie bitte die Bedienungsanleitung sorgfältig durch und bewahren diese bitte als Referenz auf. Falls Probleme mit diesem Modell auftreten, benachrichtigen Sie bitte die nächste “autorisierte Service-Vertretung”. Um einen direkten Kontakt mit dem Laserstrahl zu vermeiden darf das Gerät nicht geöffnet werden.
ADVARSEL: Denne mærking er anbragt udvendigt på apparatet og indikerer, at apparatet arbejder med laserstråler af klasse 1, hviket betyder, at der anvendes laserstrlier af svageste klasse, og at man ikke på apparatets yderside kan bilve udsat for utilladellg kraftig stråling.
APPARATET BOR KUN ÅBNES AF FAGFOLK MED SÆRLIGT KENDSKAB TIL APPARATER MED LASERSTRÅLER!
Indvendigt i apparatet er anbragt den her gengivne advarselsmækning, som advarer imod at foretage sådanne indgreb i apparatet, at man kan komme til at udsatte sig for laserstråling.
Gebruikershandleiding vi
Page 7
OBS! Apparaten innehåller laserkomponent som avger laserstråining överstigande gränsen för laserklass 1.
VAROITUS. Suojakoteloa si saa avata. Laite sisältää laserdiodin, joka lähetää näkymätöntä silmilie vaarallista lasersäteilyä.
LET OP:HET GEBRUIK VAN REGELAARS, INSTELLINGEN OF PROCEDURES DIE NIET IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING ZIJN VERMELD, KAN RESULTEREN IN BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STRALING.
VORSICHT: DIE VERWENDUNG VON ANDEREN STEURUNGEN ODER EINSTELLUNGEN ODER DAS DURCHFÜHREN VON ANDEREN VORGÄNGEN ALS IN DER BEDIENUNGSANLEITUNG BESCHRIEBEN KÖNNEN GEFÄHRLICHE STRAHLENEXPOSITIONEN ZUR FOLGE HABEN.
Gebruikershandleiding vii
Page 8
TECRA A2

Inhoudsopgave

Voorwoord
Inhoud van de handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xiv
Conventies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xv
Afkortingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xv
Pictogrammen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xv
Toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xv
Gebruik van toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .xvi
Beeldscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xvi
Mededelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xvi
Algemene voorzorgsmaatregelen
Hoofdstuk 1 Inleiding
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Hardware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Software . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-10
Hulpprogramma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-13
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-16
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Systeemlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-11
Toetsenbordlampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-12
USB-diskettestation (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-13
Gebruikershandleiding viii
Page 9
Ingebouwde optische stations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-14
Regiocodes voor DVD-stations en -media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-14
Beschrijfbare schijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-15
CD's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-15
DVD's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-15
Indelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-15
DVD-ROM-station. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-15
DVD-ROM- en CD-R/RW-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-16
DVD-R/-RW-station. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-16
DVD Super Multi-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-16
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-17
Hoofdstuk 3 Voor u begint
Uw werkplek inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1
Algemene omstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Plaatsing van de computer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Stoel en werkhouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4
Werkgewoonten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4
De accu-eenheid installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
De netadapter aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6
Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
De computer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
Windows XP installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
De computer uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
Afsluitmodus (opstartmodus) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
Slaapstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
Stand-by-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-11
Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-13
Vooraf geïnstalleerde software herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-13
Herstellen met de herstelmedia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-13
TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s herstellen. . . . 3-14
Herstellen met herstel van harde schijf. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-14
Hoofdstuk 4 Grondbeginselen
Het touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
Het USB-diskettestation gebruiken (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
Het 3,5-inch diskettestation aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
Het 3,5-inch diskettestation ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
Optische stations gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
Schijven laden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-4
Schijven verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-6
Gebruikershandleiding ix
Page 10
CD's schrijven met het DVD-ROM&CD-R/RW-station . . . . . . . . . . . . 4-7
Vóór schrijven of herschrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
Tijdens schrijven of herschrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
CD's/DVD's beschrijven met het DVD-R/-RW-station . . . . . . . . . . . . 4-9
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station . . . . . . . . 4-9
Belangrijke mededeling (DVD-R/-RW-station) . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9
Belangrijke mededeling (DVD Super Multi-station). . . . . . . . . . . . . . 4-9
Afwijzing van aansprakelijkheid (DVD-R/-RW-station) . . . . . . . . . . . 4-9
Afwijzing van aansprakelijkheid (DVD Super Multi-station) . . . . . . 4-10
Vóór schrijven of herschrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-11
Tijdens schrijven of herschrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
RecordNow! Basic voor TOSHIBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-14
Gegevenscontrole. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
DLA voor TOSHIBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
Video. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-15
Behandeling van schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17
CD’s/DVD’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17
Diskettes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-17
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-18
Volumeregelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-18
Microfoonvolume. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-18
Audiocontroller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-18
Modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
Regioselectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-19
Menu Eigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Modemselectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Keuze-opties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-20
Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21
Ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-22
Draadloze-communicatieschakelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
Draadloze-communicatielampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
Typen LAN-kabels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24
De LAN-kabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24
De LAN-kabel ontkoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
Computer schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
Computer verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
Warmteverspreiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-27
Gebruikershandleiding x
Page 11
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1
Functietoetsen F1 … F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Toetsen op een uitgebreid toetsenbord emuleren. . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4
Fn-plaktoets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-6
Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-7
Geïntegreerde numerieke toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-7
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen . . . . . . . . . . . . . . 5-7
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken (geïntegreerde
numerieke toetsen aan) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-8
Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen uit) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-9
Tijdelijk van modus wisselen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-9
ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-9
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Stroomvoorzieningsomstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Acculampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
DC IN 15V-lampje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Aan/uit-lampje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
Accu-eenheid met hoge capaciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-4
Accu-eenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-5
RTC-batterij. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-6
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-7
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-7
Accu's opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-10
Accucapaciteit controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-12
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-12
Behoud van gegevens bij het uitschakelen van de computer. . . . . 6-13
Levensduur van de accu verlengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-13
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-14
De accu-eenheid verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-14
De accu-eenheid installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-15
De computer opstarten met een wachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-16
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
Windows-hulpprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
Sneltoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
In-/uitschakelen via LCD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
Systeem automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-17
Gebruikershandleiding xi
Page 12
Hoofdstuk 7 HW Setup en wachtwoorden
HW Setup. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Het HW Setup-venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Hoofdstuk 8 Optionele apparaten
PC-kaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Een PC-kaart inbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Een PC-kaart verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-3
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-4
Een geheugenmodule installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-5
Een geheugenmodule verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-6
Extra accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-7
Extra netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-8
Accuoplader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-8
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-8
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-8
Parallelle printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
Advanced Port Replicator IIl . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
De Port Replicator aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-11
Hoofdstuk 9 Probleemoplossing
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-1
Algemene controlepunten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2
Het probleem analyseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
Opstartprocedure van het systeem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
Zelftest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-4
Voeding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-4
Wachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-7
Toetsenbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-7
LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-8
Vaste schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-8
DVD-ROM-station. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-9
DVD-ROM&CD-R/RW-station. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-10
DVD-R/-RW-station. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-11
DVD Super Multi-station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-13
Diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-14
PC-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-14
Aanwijsapparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-15
USB. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-17
Geheugenuitbreiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-18
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-19
Gebruikershandleiding xii
Page 13
Monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-20
Modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-20
LAN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-21
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-21
Printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-22
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-23
Voordat u opbelt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-23
Schrijven naar TOSHIBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-23
Bijlage A Specificaties
Bijlage B Beeldschermcontroller en videomodi
Bijlage C Het interne modem
Bijlage D Draadloos LAN
Bijlage E Netsnoer en connectoren
Bijlage F Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
Gebruikershandleiding xiii
Page 14
TECRA A2

Voorwoord

Gefeliciteerd met uw nieuwe computer uit de TECRA A2. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw computer uit de TECRA A2 gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een portable hebt gewerkt, leest u eerst de hoofdstukken Inleiding en Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen en accessoires van de computer. Vervolgens leest u Voor u begint voor stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen van de Inleiding om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor de computer, en lees aandachtig HW Setup en wachtwoorden. Als u PC­kaarten gaat installeren of externe apparaten zoals een monitor gaat aansluiten, dient u hoofdstuk 8, Optionele apparaten te lezen.

Inhoud van de handleiding

Deze handleiding bestaat uit de volgende negen hoofdstukken, zes bijlagen, een woordenlijst en een index.
Hoofdstuk 1, Inleiding, is een overzicht van de voorzieningen, mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Voor u begint, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de computer aan de slag gaat en worden tips gegeven over veiligheid en het inrichten van uw werkplek.
Gebruikershandleiding xiv
Page 15
Hoofdstuk 4, Grondbeginselen, bevat aanwijzingen voor het gebruik van de volgende apparaten en functies: touchpad, optioneel USB-diskettestation, optische mediastations, geluidssysteem, modem, draadloze communicatie, LAN. U krijgt ook tips voor het onderhoud van de computer en het omgaan met diskettes en CD's/DVD's.
Hoofdstuk 5, Het toetsenbord, beschrijft speciale toetsenbordfuncties zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
Hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, verschaft details over de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup en wachtwoorden, wordt uitgelegd hoe u de computer configureert met het programma HW Setup.
Hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Probleemoplossing, verschaft nuttige informatie over het uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze als de computer niet correct lijkt te werken.
De bijlagen verschaffen technische informatie over de computer. De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt. Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.

Conventies

Voorwoord
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
Gebruikershandleiding xv
Page 16
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de derde.
Voorwoord
ABC
Wanneer u in een procedure een handeling moet uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken of tekst invoeren), wordt de pictogramnaam of de te typen tekst in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Beeldscherm
S ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Gebruikershandleiding xvi
Page 17
TECRA A2

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.
Blessures door overbelasting
Lees de Instructiegids voor veiligheid en comfort zorgvuldig. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Hoofdstuk 3, Voor u begint, bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
Verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact (bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten) resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de I/O-poorten ondersteunt, kan heet worden.
Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan heet worden wanneer deze wordt
gebruikt. Dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is. Het
materiaal kan beschadigd raken.
Gebruikershandleiding xvii
Page 18
Algemene voorzorgsmaatregelen
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten. Door extreme druk of stoten kunnen computeronderdelen beschadigd raken of kunnen er storingen ontstaan.
Oververhitting van PC-kaarten
Sommige PC-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden. Oververhitting van een PC-kaart kan resulteren in fouten of onstabiele werking van de PC-kaart. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Het gebruik van mobiele telefoons kan storing veroorzaken in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm te handhaven tussen de computer en de mobiele telefoon.
Afwijzing van aansprakelijkheid voor CPU-prestaties
De prestaties van de CPU (Central Processing Unit ofwel Centrale Verwerkingseenheid) in uw computer kunnen afwijken van de specificaties, onder invloed van de volgende factoren:
gebruik van bepaalde randapparaten;
gebruik van accuvoeding in plaats van netvoeding;
gebruik van bepaalde multimediaspelletjes of video's met speciale
effecten;
gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame netwerkverbindingen;
gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde
CAD-toepassingen;
gebruik van de computer in gebieden met lage luchtdruk (grote hoogte
>1000 meter boven zeeniveau);
gebruik van de computer bij temperaturen onder 5°C of boven 35°C, of
boven 25°C op grote hoogte (deze temperatuurlimieten zijn niet precies en dienen uitsluitend als richtsnoer).
De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als gevolg van de ontwerpconfiguratie.
In bepaalde omstandigheden kan het gebeuren dat de computer wordt uitgeschakeld. Dit is een normale beschermende maatregel ter voorkoming van gegevensverlies of beschadiging van het product bij gebruik buiten de aanbevolen omstandigheden. Vermijd het risico van gegevensverlies door altijd back-ups van gegevens te maken. Dit doet u door de gegevens van tijd tot tijd op een extern opslagmedium op te slaan. Gebruik de computer alleen in de aanbevolen omstandigheden ter waarborging van optimale prestaties. Raadpleeg “Werkomgeving” in bijlage A, Specificaties. Neem voor nadere informatie contact op met de TOSHIBA-afdeling voor service en ondersteuning.
Gebruikershandleiding xviii
Page 19
Algemene voorzorgsmaatregelen
RTC-batterij
Als het volgende bericht op het LCD-scherm wordt weergegeven:
RTC battery is low or CMOS checksum is inconsistent. Press [F1] key to set Date/Time.
is de RTC-batterij leeg of bijna leeg. In dat geval dient u de datum en tijd in te stellen in het scherm BIOS Setup. Voer de volgende stappen uit:
1. Druk op F1. Het BIOS-setupscherm wordt weergegeven.
2. Geef de datum op met System Date.
3. Geef de tijd op met System Time.
4. Druk op End. U ziet een bevestigingsbericht. Druk op Y. BIOS Setup wordt gesloten en de computer wordt opnieuw
opgestart.
Het verdient aanbeveling om de computer na het instellen van de datum en tijd in te schakelen en vervolgens aan te laten, zodat de RTC-batterij kan worden opgeladen.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen. TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die deze opties /kabels hebben geïmplementeerd /aangesloten, ervoor zorgen dat het systeem (PC plus opties /kabels) nog steeds aan de vereiste normen voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden aangesloten.
Gebruikershandleiding xix
Page 20
Algemene voorzorgsmaatregelen
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften (elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde “commerciële, licht-industriële en woonomgevingen”.
TOSHIBA keurt het gebruik van dit product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde “commerciële, licht-industriële en woonomgevingen” af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet veroorloofd:
industriële omgevingen (omgevingen met een netspanning >230V~)
omgevingen met medische apparatuur
auto’s
vliegtuigen
Raadpleeg het gedeelte “Aansluiting op een netwerk” als dit product met een netwerkpoort is geleverd.
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA Europe GmbH.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle niet­geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Aansluiting op een netwerk (waarschuwing Klasse A)
Als dit product netwerkcapaciteit heeft en op een netwerk wordt aangesloten, dienen stralingslimieten voor klasse A in acht te worden genomen (in overeenkomst met technische conventies). Dit betekent dat als u het product in een huishoudelijke omgeving gebruikt, storing op andere apparaten in de nabije omgeving kan optreden. Gebruik dit product daarom niet in dergelijke omgevingen (bijvoorbeeld in een huiskamer); doet u dit wel, dan kunt u verantwoordelijk worden gehouden voor hieruit voortvloeiende storing.
Gebruikershandleiding xx
Page 21
Algemene voorzorgsmaatregelen
Informatie over schrijven van optische media
Zelfs als de software geen problemen meldt, dient u altijd te controleren of de gegevens correct zijn opgeslagen op de beschrijfbare optische schijf (CD-R, CD-RW, etc.).
Draadloos LAN en uw gezondheid
Net als andere radioapparaten stralen draadloze LAN-producten hoogfrequente (HF) elektromagnetische energie uit. Het intensiteitsniveau van de EMF-energie die door draadloze LAN-apparaten wordt uitgestraald, is echter aanzienlijk lager dan dat van draadloze apparaten zoals mobiele telefoons.
Aangezien draadloze LAN-producten voldoen aan de richtlijnen zoals gedefinieerd in HF-veiligheidsnormen en -aanbevelingen, is TOSHIBA van mening dat draadloos LAN veilig is voor gebruik door klanten. Deze normen en aanbevelingen vertegenwoordigen de consensus van de wetenschappelijke wereld en zijn geformuleerd door panels en commissies van wettenschappers op basis van alle actuele onderzoeksliteratuur.
In sommige situaties of omgevingen is het gebruik van Wireless LAN onderhevig aan beperkingen die zijn opgelegd door de eigenaar van het gebouw of verantwoordelijke vertegenwoordigers van de organisatie, bijvoorbeeld:
aan boord van vliegtuigen, of
in andere omgevingen waar het risico van storing voor andere apparaten
of diensten als schadelijk wordt aangemerkt.
Als u niet zeker weet welk beleid in een bepalde organisatie of omgeving (bijvoorbeeld een luchthaven) van toepassing is op het gebruik van draadloze apparaten, dient u om toestemming te vragen voordat u het Wireless LAN-apparaat inschakelt.
Gebruikershandleiding xxi
Page 22
Algemene voorzorgsmaatregelen
Veiligheidsinstructies voor draadloze producten
Als uw computer een draadloze functie heeft, dient u alle veiligheidsinstructies zorgvuldig te lezen en te begrijpen voordat u probeert deze functie te gebruiken.
Deze handleiding bevat de veiligheidsinstructies die moeten worden opgevolgd ter vermijding van potentiële gevaren die kunnen resulteren in lichamelijk letsel of beschadiging van onze draadloze producten.
Beperking van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van een aardbeving of bliksem, onopzettelijk ontstane brand, acties van derden, andere ongevallen, opzettelijke of onopzettelijke fouten van de gebruiker, misbruik of gebruik onder abnormale omstandigheden.
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor incidentele schade (winstderving, bedrijfsonderbreking, enzovoort) ten gevolge van het gebruik of disfunctioneren van het product.
Toshiba is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van het niet in acht nemen van de inhoud van de instructiehandleiding.
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van foutieve bediening of vastlopen ten gevolge van het gebruik in combinatie met producten die niet aan ons bedrijf zijn gerelateerd.
Beperkingen van gebruik
Gebruik de draadloze producten niet voor het besturen van de volgende apparatuur:
Apparatuur die rechtstreeks verband houdt met de instandhouding van
levensfuncties, waaronder:
Medische apparatuur zoals ademhalingssystemen, uitrusting voor de
operatiekamer, enzovoort.
Uitlaatsystemen voor gassen, bijvoorbeeld gifgassen, en
uitlaatsystemen voor rook.
Apparatuur die dient te worden geïnstalleerd in overeenstemming
met verschillende wettelijke voorschriften, zoals brandveiligheidsvoorschriften of bouwvoorschriften, enzovoort.
Apparatuur die in relatie staat tot de bovengenoemde functies.
Apparatuur die verband houdt met de veiligheid van mensen of die van
grote invloed zijn op het veilig onderhouden van openbare functies, enzovoort. De apparatuur is niet ontworpen noch vervaardigd voor deze doeleinden.
Apparatuur voor controle van luchtverkeer, treinverkeer, wegverkeer,
scheepvaartverkeer, enzovoort.
Apparatuur voor gebruik in kerncentrales, enzovoort.
Apparatuur die in relatie staat tot de bovengenoemde functies.
Gebruikershandleiding xxii
Page 23
Algemene voorzorgsmaatregelen
WAARSCHUWING
Schakel draadloze producten UIT als u zich in een drukke omgeving, bijvoorbeeld een volle forenzentrein, bevindt.
Houd dit product op ten minste 22 cm afstand van een pacemaker. Radiogolven kunnen de werking van een pacemaker beïnvloeden en
daarmee leiden tot ademhalingsproblemen. Schakel draadloze producten UIT als u zich in een medische faciliteit of in
de nabijheid van medische elektrische apparatuur bevindt. Breng medische elektrische apparatuur niet in de nabijheid van het product.
Radiogolven kunnen de werking van medische elektrische apparatuur beïnvloeden en daarmee leiden tot ongevallen ten gevolge van disfunctioneren.
Schakel draadloze producten UIT als u zich in de nabijheid van een automatische deur, een brandalarminstallatie of andere apparatuur voor automatische controle bevindt.
Radiogolven kunnen de werking van apparatuur voor automatisch beheer beïnvloeden en daarmee leiden tot ongevallen ten gevolge van disfunctioneren.
Schakel draadloze producten NIET in als u zich in een vliegtuig bevindt of op plaatsen waar radiostoring wordt gegenereerd of kan worden gegenereerd.
Radiogolven kunnen op deze plaatsen invloed hebben en leiden tot ongevallen ten gevolge van disfunctioneren.
Let op mogelijke radiostoring of andere problemen met andere apparatuur terwijl het product wordt gebruikt. Schakel het draadloze product UIT als enige invloed merkbaar is.
Radiogolven kunnen de werking van andere apparatuur beïnvloeden en daarmee leiden tot ongevallen ten gevolge van disfunctioneren.
Als u het product in de auto gebruikt, dient u bij de leverancier van de auto te informeren of de auto voorzien is van voldoende elektromagnetische compatibiliteit (EMC).
Radiogolven veroorzaakt door het product kunnen de rijveiligheid beïnvloeden.
Afhankelijk van het model auto kan het product in zeldzame gevallen invloed hebben op de elektronische apparatuur in de auto, indien aanwezig.
Gebruikershandleiding xxiii
Page 24
Algemene voorzorgsmaatregelen
OPMERKING
Gebruik dit product niet in de volgende omgevingen: In de nabijheid van een magnetronoven of andere apparatuur die een
magnetisch veld genereert. In de nabijheid van plaatsen of apparaten die statische elektriciteit of
radiostoring genereren. Op plaatsen waar het product onbereikbaar is voor radiogolven (afhankelijk
van de omgeving).
Gebruikershandleiding xxiv
Page 25
TECRA A2
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst van de apparatuur en beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst van apparatuur

Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
TECRA A2 Draagbare personal computer
universele netadapter en netsnoer
Optioneel USB-diskettestation (afhankelijk van het model)
modulaire kabel voor modem
Hoofdstuk 1
U moet de accu installeren voordat u deze computer kunt gebruiken. Raadpleeg de paragraaf De accu-eenheid installeren in hoofdstuk 3, Voor
u begint.
Gebruikershandleiding 1-1
Page 26
Software
Windows XP Professional
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
Microsoft® Windows XP Professional
modemstuurprogramma
schermstuurprogramma's voor Windows
TOSHIBA Hulpprogramma’s
stuurprogramma voor draadloos LAN (kan alleen worden gebruikt
voor modellen met draadloos LAN)
geluidsstuurprogramma voor Windows
DVD-videospeler
LAN-stuurprogramma's
stuurprogramma voor het aanwijsapparaat
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA Gebruikershandleiding
TOSHIBA Console
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA-hulpprogramma Touchpad aan/uit
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma
TOSHIBA-hulpprogramma Zoom
Documentatie:
TECRA A2 Gebruikershandleiding
Handleiding voor Microsoft Windows XP
Instructiegids voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Optische media Productherstel (afhankelijk van het model)
CD-ROM met Tools en hulpprogramma's (afhankelijk van het model)
Inleiding
Bepaalde modellen zijn geschikt voor herstel van de vaste schijf. Deze modellen worden geleverd zonder optische media voor productherstel en de CD-ROM Tools & hulpprogramma's. Raadpleeg in dit geval hoofdstuk 3, "Voor u begint", het gedeelte over herstel van de harde schijf.
Gebruikershandleiding 1-2
Page 27

Voorzieningen

Dankzij de geavanceerde LSI- en CMOS-technologie (Large Scale Integration- en Complementary Metal-Oxide Semiconductor-technologie) van TOSHIBA is de computer compact, licht van gewicht, uiterst betrouwbaar en energiezuinig. Deze computer biedt de volgende voorzieningen en voordelen:
Processor
Ingebouwd De computer is uitgerust met een Intel®-
Inleiding
processor. Mobile Intel® Celeron® M-processor, die is uitgerust met een 512-KB level 2-
cachegeheugen. Mobile Intel® Celeron® M-processor, 1,2 GHz Mobile Intel® Celeron® M processor, 1,3 GHz Mobile Intel® Celeron® M processor, 1,4 GHz
Intel® Pentium® M processor, die is uitgerust met een level 2-cachegeheugen
van 1 MB. De processor ondersteunt Enhanced IntelR
SpeedStepTM-technologie. Intel® Pentium® M-processor, 1,5 GHz Intel® Pentium® M-processor, 1,6 GHz Intel® Pentium® M-processor, 1,7 GHz Wellicht komen in de toekomst andere
processors beschikbaar.
Gebruikershandleiding 1-3
Page 28
Geheugen
Inleiding
Sleuven
Voordat u een nieuwe, door u aangeschafte 1.024-MB geheugenmodule (PA3313U-1M1G) installeert, dient u alle reeds geïnstalleerde geheugenmodules te verwijderen. Aangezien de computer wordt geleverd met de maximale hoeveelheid geheugen, kunt u geen extra geheugenmodules installeren.
Sleuven
Video-RAM Maximaal 64 MB RAM voor videoweergave.
Voor Mobile Intel® Celeron® M-processors
kunnen geheugenmodules van 256, 512 of
1.024 MB in de sleuf worden geïnstalleerd voor een systeemgeheugen van maximaal
1.024 MB.
De sleuf accepteert 256-, 512- en 1.024-MB
geheugenmodules, die kunnen worden geïnstalleerd in de twee geheugensleuven tot een maximum van 2.048 MB systeemgeheugen.
Voeding
Accu-eenheid Afhankelijk van het model wordt uw computer
RTC-batterij De computer heeft een interne batterij voor de
Netadapter De universele netadapter voorziet het systeem
van stroom voorzien door een van de volgende oplaadbare lithium-ion accu-eenheden.
Accu-eenheid met hoge capaciteit
(8800mAh)
Accu-eenheid (4400 mAh)
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De adapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer.
Aangezien de netadapter universeel is, ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en 240 volt; de uitgangsstroom varieert echter al naar gelang het model. Gebruik van het verkeerde model netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer. Raadpleeg de paragraaf Netadapter in hoofdstuk 2, Rondleiding.
Gebruikershandleiding 1-4
Page 29
Inleiding
Stations/schijven
Vaste schijf Beschikbaar in vier grootten:
27,94 GB (30,0 miljard bytes)
37,26 GB (40,0 miljard bytes)
55,88 GB (60,0 miljard bytes)
74,52 GB (80,0 miljard bytes)
Op de modellen die wel geschikt zijn voor herstel van de vaste schijf is
ongeveer 2 GB ruimte vrijgehouden voor herstelpartitie.
Als u deze herstelpartitie verwijdert, kunt u de procedures in
hoofdstuk 3, "De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de Recovery HDD", niet uitvoeren.
Bovendien kunt u mogelijk uw computer niet meer opnieuw installeren
als u een partitieprogramma van derden gebruikt om partities op uw vaste schijf opnieuw te configureren.
USB-diskettestation (optioneel)
Ondersteunt 3,5-inch diskettes met een capaciteit van 1,44 MB of 720 KB en wordt aangesloten op een USB-poort.
Computers in deze serie kunnen worden geconfigureerd met een ingebouwd optisch station. In de volgende tabel worden de beschikbare optische stations beschreven.
DVD-ROM-station Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD-
ROM-stationsmodule van volledige grootte waarmee u CD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch), en DVD's van 12 cm zonder adapter kunt lezen. Het station leest DVD-ROM’s met maximaal 8-speed en CD-ROM’s met maximaal 24-speed. Het station ondersteunt de volgende indelingen:
DVD-ROM
DVD-video
CD-DA
CD-Text
Photo CD™ (single/multi-session)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
CD-G (alleen audio-CD)
Adresseringsmethode 2
Gebruikershandleiding 1-5
Page 30
Inleiding
DVD-ROM- & CD-R/RW-station.
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD-ROM- en CD-R/RW-stationsmodule van volledige grootte waarmee u CD’s/DVD’s zonder adapter kunt uitvoeren. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM’s en 24-speed voor CD-ROM’s. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R’s en 24-speed voor CD-RW’s. Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als het DVD-ROM-station.
CD-R
CD-RW
DVD-R/-RW-station Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD-
R/-RW-stationsmodule van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en CD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) en DVD's van 12 cm kunt lezen. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM’s en 24­speed voor CD-ROM’s. De maximale schrijfsnelheid is 16-speed voor CD-R's, 10­speed voor CD-RW's, 2-speed voor DVD-R's en 1-speed voor DVD-RW's. Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als het DVD-ROM&CD-R/ RW-station.
DVD-R
DVD-RW
DVD Super Multi­station
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en CD’s/DVD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) cm kunt lezen. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM’s en 24-speed voor CD­ROM’s. De maximale schrijfsnelheid is 16-speed voor CD-R's, 8-speed voor CD-RW's, 4-speed voor DVD-R's en 2-speed voor DVD-RW's. Voor DVD+R's en DVD+RW's bedraagt de maximale schrijfsnelheid 2,4-speed en voor DVD-RAM's 2­speed. Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als het DVD-R/-RW-station.
DVD+R
DVD+RW
DVD-RAM
Gebruikershandleiding 1-6
Page 31
Inleiding
Beeldscherm
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videoafbeeldingen met hoge resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Ingebouwd 14,1-inch XGA TFT-scherm of 15,0-inch XGA/
SXGA+TFT-scherm, 16 miljoen kleuren, met een van de volgende resoluties:
XGA, 1024 horizontale × 768 verticale pixels
SXGA+, 1400 horizontale × 1050 verticale
pixels
Grafische controller Grafische controller voor optimale
beeldschermprestaties. Raadpleeg de paragraaf
Beeldschermcontroller en videomodi in bijlage B
voor meer informatie.
Toetsenbord
Ingebouwd 85 of 86 toetsen, compatibel met IBM uitgebreid
toesenbord, geïntegreerde numerieke toetsen, vaste cursorbesturingstoetsen, en de toetsen
en . Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord,
voor meer informatie.
Aanwijsapparaat
Ingebouwd touchpad Met het touchpad en de besturingsknoppen in de
polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen en door de inhoud van vensters schuiven.
Poorten
Parallel Parallelle printer of ander parallel apparaat
(ECP-compatibel).
Externe monitor De 15-pens analoge VGA-poort ondersteunt
VESA DDC2B-compatibele functies.
Universal Serial Bus (USB 2.0)
Dockinginterface Deze sleuf ondersteunt verbinding met een
De USB 2.0-compatibele poorten ondersteunen gegevensoverdrachtsnelheden die 40 maal hoger zijn dan met de USB 1.1-norm. (De poorten ondersteunen tevens USB 1.1.)
optionele Advanced Port Replicator III zoals beschreven in het gedeelte Opties.
Gebruikershandleiding 1-7
Page 32
Sleuven
Inleiding
PC-kaart De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een PC-kaart
van 5 mm (Type II).
Multimedia
Geluidssysteem Het geluidssysteem, dat compatibel is met
Windows Sound System, voorziet in luidsprekers, een volumeregelaar en bussen voor een externe microfoon en hoofdtelefoon.
Hoofdtelefoonbus Via deze bus worden analoge audiosignalen
uitgevoerd.
Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een drie-
aderige miniplug voor niet-stereofonische microfooninvoer worden aangesloten.
Communicatie
Modem Het ingebouwde modem voorziet in gegevens-
en faxcommunicatie en ondersteunt V.90 (V.92). De snelheid van gegevens- en faxverzending is afhankelijk van analoge­telefoonlijnomstandigheden. Het modem heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. V.92 wordt uitsluitend in de VS, Canada, Australië, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ondersteund. In andere gebieden is alleen V.90 beschikbaar.
LAN De computer heeft ingebouwde ondersteuning
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-Tx).
Gebruikershandleiding 1-8
Page 33
Inleiding
Draadloos LAN Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
met een mini-PCI-kaart voor draadloos LAN. Deze kaart is compatibel met andere LAN­systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM­radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11­norm (Revisie A, B of G) en de turbomodus.
Automatische selectie van de
verzendsnelheid in het verzendbereik 54, 48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbit/s (Revisie A/B, B/ G, A/B/G-combinatietype)
Automatische selectie van verzendsnelheid in
het verzendbereik 11, 5,5, 2 en 1 Mbit/s (Revisie B)
Automatische selectie van de
verzendsnelheid in het verzendbereik 108, 96, 72, 48, 36, 24, 18 en 12 Mbit/s (turbomodus, Revisie A/B/G-combinatietype)
Frequentiebandselectie (5 GHz: Revisie A /
2,4 GHz: Revisie B/G)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op het 152­bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype) WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd op het 128­bits coderingsalgoritme (Intel-moduletype)
AES-gegevenscodering (AES = Advanced
Encryption Standard), gebaseerd op het 256­bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype)
Gebruikershandleiding 1-9
Page 34
Beveiliging
Inleiding
Sleuf beveiligingsslot
Software
Besturingssysteem Het besturingssysteem Windows XP
TOSHIBA Hulpprogramma’s
Plug en Play Wanneer u een extern apparaat op de computer

Speciale voorzieningen

De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer vergemakkelijken.
Hiermee kan de computer door middel van een optioneel beveiligingsslot aan een bureau of ander groot voorwerp worden verankerd.
Professional en TOSHIBA Hulpprogramma’s en stuurprogramma’s vooraf op de vaste schijf geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Software aan het begin van dit hoofdstuk.
Een aantal hulp- en stuurprogramma’s is vooraf geïnstalleerd om het gebruik van de computer te vergemakkelijken. Raadpleeg de paragraaf
Hulpprogramma's in dit hoofdstuk.
aansluit of een onderdeel installeert, stelt de Plug en Play-capaciteit het systeem in staat om de verbinding te herkennen en automatisch de nodige configuratiewijzigingen aan te brengen.
TOSHIBA Console knop
TOSHIBA Presentatieknop
Uitzoomknop (-)/ Inzoomknop (+)
Sneltoetsen Door middel van deze toetscombinaties kunt u de
Gebruikershandleiding 1-10
Druk op deze knop om automatisch een toepassing te starten. De standaardtoepassing is TOSHIBA Console.
Druk op deze knop om over te schakelen naar interne weergave, externe weergave, simultaanweergave of multi-monitorweergave.
Druk op deze knop om de grootte van het pictogram op het bureaublad of het toepassingsscherm te vergroten of te verkleinen. Raadpleeg het gedeelte Sneltoetsen van hoofdstuk 5, Het toetsenbord. Bepaalde modellen zijn uitgerust met deze knoppen.
systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een programma voor systeemconfiguratie te hoeven gebruiken.
Page 35
Inleiding
Beeldscherm automatisch uitschakelen
Met deze functie wordt de stroom naar het interne beeldscherm automatisch stopgezet als het toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Monitor uit in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Vaste schijf automatisch uitschakelen
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste schijf automatisch stopgezet als een bepaalde tijd lang geen vaste-schijfactiviteit heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Vaste schijf uit in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Systeem op stand­by/in slaapstand
Met deze functie wordt het systeem automatisch op stand-by of in de slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Systeem op
stand-by of Systeem in slaapstand in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Geïntegreerde numerieke toetsen
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde numerieke toetsen. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik van deze toetsen.
Wachtwoord voor opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging: supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u voorkomen dat onbevoegden uw computer gebruiken.
Directe beveiliging Met een sneltoets kunt u het scherm leegmaken
en de computer blokkeren; deze functie dient voor gegevensbeveiliging.
Intelligente stroomvoorziening
Een microprocessor in de intelligente stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent de resterende accucapaciteit. De microprocessor beschermt de elektronische onderdelen tevens tegen abnormale omstandigheden, zoals extreme spanningspieken vanuit een voedingsbron. U kunt de resterende accucapaciteit controleren met de optie Resterende accu-energie in TOSHIBA Power Saver.
Gebruikershandleiding 1-11
Page 36
Inleiding
Energiebesparings­modus
Met deze voorziening kunt u accu-energie besparen. U kunt de energiebesparingsmodus opgeven via het item Profiel in TOSHIBA Power Saver.
In-/uitschakelen via LCD
Met deze functie wordt de stroom naar de computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD wordt geopend. U kunt de instelling opgeven met de optie Als ik het scherm sluit in het tabblad Actie instellen van TOSHIBA Power Saver.
Automatische slaapstand bij lage acculading
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. U kunt de instelling opgeven in het tabblad Actie instellen van TOSHIBA Power Saver.
Warmteverspreiding De CPU heeft een interne temperatuursensor ter
bescherming tegen oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPU-verwerkingssnelheid verlaagd. Gebruik de optie Ventilator in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Maximale
prestaties
Eerst wordt de ventilator ingeschakeld en vervolgens wordt zo nodig de CPU­verwerkingssnelheid verlaagd.
Prestaties Combinatie van inschakelen
van ventilator en verlaging van de processorsnelheid.
Optimaal
accugebruik
Eerst de processorsnelheid verlagen en dan zo nodig de ventilator aanzetten.
Slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen, en wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden. Raadpleeg het gedeelte
De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Voor u
begint, voor details.
Stand-by Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de
computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten: de gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
Gebruikershandleiding 1-12
Page 37

Hulpprogramma's

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de on line handleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.
TOSHIBA Console TOSHIBA Console is een grafische
TOSHIBA Power Saver
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
TOSHIBA Controls Dit hulpprogramma bevat een sectie waarmee u
DVD-videospeler DVD-videospeler heeft een scherminterface en -
TOSHIBA Zoom hulpprogramma
Inleiding
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt verkrijgen.
Om dit energiebeheerprogramma te starten opent u het Configuratiescherm en selecteert u het pictogram TOSHIBA Power Saver.
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt. Om het hulpprogramma te starten klikt u achtereenvolgens op de Windows-knop Start en op Configuratiescherm. Vervolgens selecteert u het pictogram TOSHIBA HW Setup.
de volgende bewerkingen kunt uitvoeren: Buttons: toepassingen toewijzen aan de Internet-
knop (de standaardinstelling is de browser) en de TOSHIBA Console-knop (de standaardinstelling is de TOSHIBA Console).
functies voor het afspelen van DVD-video’s. Klik op Start, wijs Alle programma’s aan, wijs InterVideo WinDVD 5 aan en klik op InterVideo WinDVD 5.
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen op het bureaublad of in het toepassingsvenster vergroten of verkleinen.
RecordNow! Basic voor TOSHIBA
Gebruikershandleiding 1-13
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen maken: audio-CD's die op een gewone stereo­CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data­CD's voor het opslaan van de bestanden en mappen op uw vaste schijf. Deze software kan worden gebruikt op een model met een DVD­ROM- en CD-R/RW-station, DVD-R/-RW-station of DVD Super Multi-station.
Page 38
DLA voor TOSHIBA DLA (Drive Letter Access ofwel
stationslettertoegang) is het pakketschrijfprogramma waarmee bestanden en/ of mappen via een stationsletter naar een DVD+RW-, DVD-RW- of CD-RW-schijf kunnen worden geschreven, op dezelfde manier als met een diskette of andere verwisselbare schijven.
Inleiding
TOSHIBA PC­diagnoseprogramma
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma toont de basisgegevens van de PC en biedt de mogelijkheid om ingebouwde apparaten te testen. U kunt TOSHIBA PC­diagnoseprogramma als volgt starten via het menu Start.
[Start] - [Alle programma's] - [TOSHIBA] ­[Hulpprogramma's] [PC-diagnoseprogramma]
TOSHIBA ConfigFree ConfigFree is een programmapakket waarmee
communicatieapparaten en netwerkverbindingen op simpele wijze kunnen worden beheerd. Met ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken waarmee u eenvoudig tussen locaties en communicatienetwerken kunt schakelen.
Om ConfigFree te starten klikt u op de Windows­knop Start, selecteert u achtereenvolgens Alle programma's, TOSHIBA en Netwerk en klikt u op ConfigFree.
TOSHIBA­hulpprogramma Touchpad aan/uit
Als u in een Windows-omgeving op Fn + F9 drukt, wordt de touchpadfunctie in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling veranderd en als pictogram weergegeven.
Gebruikershandleiding 1-14
Page 39
Inleiding
TOSHIBA Aanraken en starten
Het hulpprogramma TOSHIBA Aanraken en starten vergemakkelijkt diverse touchpadtaken. TOSHIBA Aanraken en starten komt van pas in de volgende situaties.
voor het openen van een bestand waarvan
het bureaubladpictogram achter een venster schuilgaat;
voor het openen van een pagina in het menu
Favorieten van Internet Explorer;
voor het weergeven van een lijst met actieve
vensters en het activeren van een ander venster.
TOSHIBA Aanraken en starten biedt tevens de volgende functies door aanpassing van de instellingen.
een bestand openen dat in een vooraf
gedefinieerde map is opgeslagen;
snel uw veelgebruikte toepassingen starten.
Gebruikershandleiding 1-15
Page 40

Opties

Inleiding
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties toe te voegen. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenuitbreiding U kunt gemakkelijk een 256-MB, 512-MB of
1.024-MB geheugenmodule (PC2100/PC2700 DDR) in de computer installeren.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid bij uw TOSHIBA-
dealer kopen. U kunt deze als reserve-exemplaar of ter vervanging gebruiken.
Accu-eenheid met hoge capaciteit
(8800mAh)
Accu-eenheid (4400 mAh)
Netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
Accuoplader Met de accuoplader kunt u extra accu’s buiten de
computer opladen.
Beveiligingsslot U kunt een beveiligingskabel aan de computer
bevestigen om de computer te beschermen tegen diefstal.
USB-diskettestation Het 3,5-inch diskettestation ondersteunt 1,44-MB
Advanced Port Replicator III
De TECRA A2 ondersteunt de DVI- en i.LINK-poorten van de Advanced Port Replicator niet.
Gebruikershandleiding 1-16
en 720-KB diskettes en wordt aangesloten op een USB-poort. (In Windows XP kunt u 720-KB diskettes niet formatteren, maar u kunt wel eerder geformatteerde diskettes gebruiken.)
De Advanced Port Replicator III vult de beschikbare poorten op de computer aan met poorten voor een PS/2-muis, een PS/2­toetsenbord, een digitale visuele interface (DVI), i.LINK™ (IEEE1394), een line-in-bus en een line­out-bus, een poort voor de externe monitor, vier Universal Serial Bus-poorten (USB2.0), een LAN-aansluiting en een modemaansluiting.
Page 41
TECRA A2
Hoofdstuk 2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer geïdentificeerd. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm gesloten.
Systeemlampjes
Systeem lampjes
Beeldscherm­vergrendeling
Beeldschermvergrendeling
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Met behulp van deze lampjes kunt u de status van verschillende computerfuncties controleren. Zie de paragraaf Systeemlampjes voor details.
Deze vergrendelingsschuif zet het LCD-scherm vast wanneer dit gesloten is. Duw de vergrendelingsschuif opzij om het beeldscherm te openen.
Gebruikershandleiding 2-1
Page 42

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Rondleiding
Luchtopeningen
Beveiligingsslot
Poort externe monitor
Lampje van draadloze­communicatieschakelaar
Poort externe monitor
Linkerkant van de computer
USB-poort
Op deze 15-pens poort kunt u een extern beeldscherm aansluiten.
PC-kaartsleuf
Draadloze­communicatieschakelaar
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
Zorg dat de luchtopeningen niet worden geblokkeerd en dat er geen voorwerpen in kunnen terechtkomen: spelden of soortgelijke voorwerpen kunnen de schakelingen van de computer beschadigen.
Draadloze­communicatie­schakelaar
Schuif deze schakelaar naar links om de functie voor draadloos LAN uit te schakelen. Schuif de schakelaar naar rechts om de functie in te schakelen (niet alle modellen zijn uitgerust met draadloos LAN).
Lampje van draad­loze-communicatie­schakelaar
Het lampje van de draadloze­communicatieschakelaar brandt oranje
wanneer de functie voor draadloos LAN aan is (alleen op draadloos-LAN-modellen of modellen waarop draadloos-LAN-functionaliteit is geactiveerd).
Universal Serial Bus­poort (USB 2.0)
De USB 2.0-compatibele poort op de linkerkant ondersteunt gegevensoverdrachtsnelheden die 40 maal hoger zijn dan met de USB 1.1-norm (eveneens door de poort ondersteund).
Zorg dat er geen voorwerpen in de USB-connectoren terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Gebruikershandleiding 2-2
Page 43
Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Het is mogelijk dat sommige functies niet correct werken.
PC-kaartsleuf De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een Type II-
CB
Houd vreemde voorwerpen uit de buurt van de PC-kaartsleuf. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Beveiligingsslot Aan deze sleuf kan een beveiligingskabel

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Hoofdtelefoonbus
Rondleiding
kaart van 5 mm. De sleuf ondersteunt 16-bits PC-kaarten en CardBus-PC-kaarten.
worden bevestigd. De optionele beveiligingskabel verankert de computer aan een bureau of ander groot voorwerp ter bescherming tegen diefstal.
Microfoonbus
Gelijkstroomingang (15 V)
Volumeregelaar
Ingebouwd optisch station
Rechterkant van de computer
USB-poort
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de
stereoluidsprekers en de stereohoofdtelefoon af te stemmen.
Hoofdtelefoonbus Via deze bus worden analoge audiosignalen
uitgevoerd.
Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een drie-
aderige miniplug voor niet-stereofonische microfooninvoer worden aangesloten.
Gebruikershandleiding 2-3
Page 44
Rondleiding
Ingebouwd optisch station
Universal Serial Bus­poort (USB 2.0)
Gelijkstroomingang (15 V)
DC IN 15V

Achterkant

De computer is uitgerust met een optisch­stationsmodule van volledige grootte waarin u schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter kunt uitvoeren. Raadpleeg het gedeelte Ingebouwde optische stations in dit hoofdstuk voor technische specificaties voor elk station, en hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor informatie over het gebruik van het station en het omgaan met schijven.
De volgende stations zijn beschikbaar:
DVD-ROM-station
DVD-ROM- & CD-R/RW-station
DVD-R/-RW-station
DVD Super Multi-station
Op de rechterkant bevindt zich een USB-poort. Raadpleeg de paragraaf Linkerkant voor details.
Op deze ingang wordt de netadapter aangesloten. Gebruik alleen het model netadapter dat bij de computer is geleverd. Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer.
In de volgende afbeelding ziet u het achterpaneel van de computer.
Aansluitingslampje (groen)
LAN-poort
Parallelle poort
LAN-actief-lampje (oranje)
Modempoort
Achterkant van de computer
Parallelle poort Deze Centronics-compatibele, 25-pins parallelle
poort wordt gebruikt om een parallelle printer of ander parallel apparaat op aan te sluiten. Deze poort ondersteunt de ECP-standaard (Extended Capabilities Port).
Gebruikershandleiding 2-4
Page 45
Rondleiding
Ether
Universal Serial Bus­poort (USB 2.0)
Op de achterkant bevindt zich een USB-poort. Raadpleeg de paragraaf Linkerkant voor details.
Modempoort In gebieden waarin standaard een intern modem
is geïnstalleerd, beschikt u over een modempoort waarmee u het modem via een modulaire kabel rechtstreeks op een telefoonlijn kunt aansluiten.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit het modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
LAN-poort Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter ondersteunt Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-Tx). Het LAN heeft twee lampjes. Zie hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Aansluitingslampje (groen)
Dit lampje brandt groen wanneer de computer op een LAN is aangesloten en het LAN correct functioneert.
LAN-actief-lampje (oranje)
Dit lampje brandt oranje tijdens gegevensoverdracht tussen de computer en het LAN.
Gebruikershandleiding 2-5
Page 46

Onderkant

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
Ontgrendelingsschuif accuhouder (1)
Afdekplaatje geheugensleuf
Accu-eenheid
De onderkant van de computer
Inkepingen
Rondleiding
Ontgrendelingsschuif accuhouder (2)
Docking­interface
Ontgrendelingsschuif accuhouder (1)
Ontgrendelingsschuif accuhouder (2)
Duw deze schuif opzij om de accu-eenheid te vrij te geven.
Duw deze schuif opzij en houd de schuif vast om de accu-eenheid vrij te geven.
Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor uitgebreide informatie over
het verwijderen van de accu-eenheden.
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor
uitgebreide informatie over de accu-eenheid.
Inkepingen De haken van de Advanced Port Replicator III
passen in de inkepingen van de computer, voor een veilige verbinding.
Gebruikershandleiding 2-6
Page 47
Rondleiding
Dockinginterface Deze sleuf ondersteunt verbinding met een
optionele Advanced Port Replicator III zoals beschreven in hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Afdekplaatje geheugensleuf
Dit plaatje beschermt één geheugenmodulesleuf. Bij levering is de computer uitgerust met één of geen module. Raadpleeg de paragraaf
Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 8, Optionele
apparaten.

Voorkant met geopend beeldscherm

Deze paragraaf beschrijft de voorkant van de computer met geopend beeldscherm. Raadpleeg de desbetreffende illustratie voor details. Om het beeldscherm te openen duwt u de vergrendelingsschuif op de voorkant van het beeldscherm opzij en kantelt u het scherm omhoog. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Beeldschermscharnier
LCD­sensorschakelaar (niet zichtbaar)
Stereoluidspreker (links)
Aan/uit-knop
TOSHIBA Console-knop
TOSHIBA Presentatieknop
Beeldscherm
Stereoluidspreker (rechts)
Inzoomknop (+)*
Uitzoomknop (-)*
Touchpad
Touchpadbestur ingsknoppen
De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
Gebruikershandleiding 2-7
Page 48
Rondleiding
Beeldscherm­scharnier
Het beeldschermscharnier zorgt dat het scherm in de gewenste stand blijft staan.
Beeldscherm De LCD toont contrastrijke tekst en afbeeldingen.
De computer-LCD bestaat uit maximaal 1024 × 768 pixels of 1400 × 1050 pixels. Raadpleeg de paragraaf Beeldschermcontroller en videomodi in bijlage B.
Als de computer door de accu wordt gevoed, ziet het scherm er niet zo helder uit als bij gebruik van de netadapter. Het lagere helderheidsniveau dient om accu-energie te besparen.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
Touchpad­besturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het touchpad kunt u menuopties selecteren en bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Touchpad Met het touchpad in het midden van de polssteun
kunt u de schermaanwijzer verplaatsen. Raadpleeg de paragraaf Het touchpad gebruiken in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Gebruikershandleiding 2-8
Page 49
Rondleiding
TOSHIBA Presentatieknop
Druk op deze knop om over te schakelen naar interne weergave, simultaanweergave of multi­monitorweergave.
De standaardinstelling is simultaanweergave op LCD en CRT met een resolutie van 1024 × 768. Als u twee keer op deze knop drukt, schakelt u over naar enkele weergave op LCD. Als multi­monitor wordt geselecteerd in Windows XP, verandert de weergavemodus van de PC bij LCD-schermen en conventionele schermen. U kunt ook terugkeren naar enkele weergave door twee keer op deze knop te drukken.
De instellingen van de TOSHIBA Presentatieknop kunnen worden gewijzigd via de eigenschappen van de Toshiba Console. U schakelt over naar multi-monitorweergave door "Andere afbeelding" (alleen Windows XP) te selecteren of naar simultaanweergave op een intern en extern scherm door "Zelfde afbeelding" te selecteren.
TOSHIBA Console­knop
Druk op deze knop om automatisch een toepassing te starten.
De standaardtoepassing is TOSHIBA Console.
Als in Windows Media Player de optie Willekeurig (Random) is geselecteerd, gaat u naar een willekeurige selectie wanneer u Volgende of Vorige selecteert.
Gebruikershandleiding 2-9
Page 50
Rondleiding
Uitzoomknop (-) *De uitzoomknop (-) wordt op bepaalde
modellen geleverd. Druk op deze knop om pictogrammen op het
bureaublad of het toepassingsscherm te verkleinen. Raadpleeg het gedeelte Sneltoetsen van hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Inzoomknop (+) *De inzoomknop (+) wordt op bepaalde modellen
geleverd. Druk op deze knop om pictogrammen op het
bureaublad of het toepassingsscherm te vergroten. Raadpleeg het gedeelte Sneltoetsen van hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer in en
uit te schakelen.
LCD­sensorschakelaar
Deze schakelaar detecteert wanneer het LCD­scherm wordt gesloten of geopend en activeert de functie In-/uitschakelen via LCD. Wanneer u het scherm sluit, wordt de computer in de slaapstand gezet en uitgeschakeld. Wanneer u het scherm opent, wordt de computer in de slaapstand gestart. Gebruik het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver om deze functie in of uit te schakelen. Standaard is de functie ingeschakeld. Raadpleeg de gedeelten over TOSHIBA Power Saver en In-/uitschakelen via LCD in hoofdstuk 1, Inleiding, voor informatie over instellingen.
Plaats geen magnetische voorwerpen in de buurt van de schakelaar. Als u dit doet, wordt de computer automatisch in de slaapstand gezet en uitgeschakeld, zelfs als de functie In-/uitschakelen via LCD uitgeschakeld is.
Gebruikershandleiding 2-10
Page 51

Systeemlampjes

DC IN 15V Aan/uit Accu Geïntegreerde
DC IN 15V Het DC IN 15V-lampje brandt groen als via de
Aan/uit Het aan/uit-lampje brandt groen als de computer
Rondleiding
vaste schijf
Systeemlampjes
netadapter gelijkstroom (DC) wordt geleverd. Als er problemen zijn met de uitgangsspanning van de adapter of met de stroomvoorziening, knippert dit lampje oranje.
aan is. Als u Stand-by selecteert in het venster Windows afsluiten, knippert dit lampje oranje (één seconde aan, twee seconden uit) terwijl de computer wordt uitgezet.
Accu Het acculampje toont het ladingsniveau van de
Geïntegreerde vaste schijf
Gebruikershandleiding 2-11
accu: groen betekent volledig opgeladen, oranje dat de accu wordt opgeladen en knipperend oranje dat de accu bijna leeg is. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden.
Het vaste schijf-lampje brandt groen wanneer de computer toegang verkrijgt tot de vaste schijf.
Page 52

Toetsenbordlampjes

In de volgende afbeeldingen ziet u waar de lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen en het Caps Lock-lampje zich bevinden.
Als het lampje van de F10-toets brandt, dan kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen als cursortoetsen gebruiken.
Brandt het lampje van de F11-toets, dan kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken om cijfers in te voeren.
Lampje voor cursormodus
Lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen
Als het Caps Lock-lampje brandt, is de functie voor hoofdlettervergrendeling ingeschakeld.
Rondleiding
Lampje voor numerieke modus
Caps Lock­lampje
Caps Lock-lampje
Caps Lock Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor lettertoetsen.
Gebruikershandleiding 2-12
Page 53
Cursormodus Als het lampje van de cursormodus groen
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de grijze opschriften) als cursortoetsen gebruiken. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Numerieke modus Als het lampje van de numerieke modus groen
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de grijze opschriften) gebruiken om cijfers in te voeren. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord.

USB-diskettestation (optioneel)

Het optionele 3,5-inch diskettestation ondersteunt 1,44-MB en 720-KB diskettes en wordt aangesloten op de USB-poort.
Rondleiding
Disketteactiviteitslampje
Diskette­activiteitslampje
Diskettesleuf
USB-diskettestation
Dit lampje gaat branden wanneer gegevens van de diskette worden gelezen of ernaar worden
Ejectknop
geschreven.
Diskettesleuf Plaats een diskette in deze sleuf.
Ejectknop Wanneer een diskette volledig in het station is
ingebracht, komt de ejectknop omhoog. Om een diskette te verwijderen drukt u op de ejectknop; de diskette wordt een stukje uitgeschoven en kan worden verwijderd.
Gebruikershandleiding 2-13
Page 54
Rondleiding
Controleer het lampje voor disketteactiviteit wanneer u het diskettestation gebruikt. U dient niet op de ejectknop te drukken of de computer uit te schakelen terwijl het lampje brandt. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van gegevensverlies en beschadiging van de diskette of het station.
Gebruik het externe diskettestation op een plat, horizontaal oppervlak.
Plaats het station tijdens gebruik niet op een vlak dat meer dan 20
Plaats geen voorwerpen op het diskettestation.

Ingebouwde optische stations

De computer is uitgerust met een van de volgende optische stations: DVD-ROM, DVD-ROM & CD-R/RW, DVD-R/-RW, DVD Super Multi. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Regiocodes voor DVD-stations en -media
CD-ROM-, DVD-ROM-, DVD-ROM&CD-R/RW-, DVD-R/-RW-, DVD Super Multi-stations en -media zijn geproduceerd volgens de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor uw station.
.
Code Regio
1 Canada, Verenigde Staten
2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten
3 Zuidoost-Azië, Oost-Azië
o
helt.
4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden,
Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika,
Noord-Korea, Mongolië
6 China
Gebruikershandleiding 2-14
Page 55
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD's en DVD's beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik RecordNow! voor het beschrijven van CD's. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
CD's
Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meermaals worden
beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of high-speed 4- tot 10-speed discs. De schrijfsnelheid van de ultra-speed CD-RW­discs (Ultra-speed is alleen voor het DVD-ROM&CD-R/RW-station) bedraagt maximaal 24-speed.
DVD's
Beschrijfbare DVD's (DVD-R's) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW- ofwel DVD-Rewritable-schijven kunnen meermaals worden
beschreven.
DVD-RAM-schijven kunnen meermaals worden beschreven.
DVD+R-schijven kunnen slechts één keer worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD+RW-schijven kunnen meermaals worden beschreven.
Rondleiding
Indelingen
De stations ondersteunen de volgende indelingen:
DVD-ROM
CD-DA
TM
Photo CD
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
CD-G (alleen audio-CD)
(single/multi-session)
DVD-video
CD-Text
CD-ROM Mode 1, Mode 2
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Adresseringsmethode 2
DVD-ROM-station
In de DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte kunt u CD’s/DVD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal)
Gebruikershandleiding 2-15
Page 56
DVD-ROM- en CD-R/RW-station
In de DVD-ROM- en CD-R/RW-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's vastleggen en CD’s/ DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 24-speed (maximaal, ultra-speed media)
DVD-R/-RW-station
In de DVD-R/-RW-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) DVD-R schrijven 2-speed DVD-RW schrijven 1-speed CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 16-speed (maximaal) CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, high-speed media)
Rondleiding
DVD Super Multi-station
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) DVD-R schrijven 4-speed (maximaal) DVD-RW schrijven 2-speed (maximaal) DVD+R schrijven 2,4-speed (maximaal) DVD+RW schrijven 2,4-speed (maximaal) DVD-RAM schrijven2-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 16-speed (maximaal) CD-RW schrijven 8-speed (maximaal, high-speed media)
Gebruikershandleiding 2-16
Page 57

Netadapter

De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken.
Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een voedingsbron en op de computer. Zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd of een
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een
Rondleiding
De netadapter
equivalente optionele adapter. Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. In dergelijke gevallen aanvaardt TOSHIBA geen aansprakelijkheid voor schade.
equivalente, compatibele netadapter. Gebruik van andere typen netadapters (mogelijk met een andere spanning) kan resulteren in beschadiging van de computer, storingen en/of gegevensverlies. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, computerstoringen of gegevensverlies veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is geleverd. Andere netadapters hebben een ander voltage en andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigd raken of brand veroorzaken.
Gebruikershandleiding 2-17
Page 58
TECRA A2
Voor u begint
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Uw werkplek inrichten — met het oog op uw gezondheid en veiligheid
Raadpleeg ook de handleiding Veiligheidsinstructies. In deze gids wordt productaansprakelijkheid toegelicht.
De accu-eenheid installeren
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De computer inschakelen
Windows XP installeren
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
Herstelmedia maken
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de vaste schijf.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de herstelmedia
Hoofdstuk 3
Lees in elk geval de paragraaf Windows XP installeren.

Uw werkplek inrichten

Het is voor uzelf en voor de computer belangrijk om een comfortabele werkplek in te richten. Een slechte werkomgeving of ongunstige werkgewoonten kunnen resulteren in ongemak of ernstige RSI-blessures aan handen of polsen of andere gewrichten. Ook voor het functioneren van de computer is het van belang dat de omgeving in orde is. In dit gedeelte komen de volgende onderwerpen aan de orde:
Algemene omstandigheden
Plaatsing van de computer
Stoel en werkhouding
Verlichting
Werkgewoonten
Gebruikershandleiding 3-1
Page 59
Algemene omstandigheden
Een werkomgeving waarin u zich prettig voelt, is in het algemeen ook geschikt voor de computer. Lees echter het volgende om te controleren of uw werkplek aan de eisen voldoet.
Zorg voor voldoende ventilatie door genoeg ruimte vrij te laten rond de
computer.
Zorg dat het netsnoer is aangesloten op een gemakkelijk toegankelijk
stopcontact dicht bij de computer.
De omgevingstemperatuur moet tussen 5 en 35° C liggen en de
relatieve vochtigheid tussen 20 en 80 procent.
Vermijd plaatsen waar plotselinge of extreme temperatuurs- of
vochtigheidsveranderingen kunnen optreden.
Houd de computer stof- en vochtvrij en vermijd blootstelling aan direct
zonlicht.
Houd de computer uit de buurt van warmtebronnen, bijvoorbeeld
elektrische kachels.
Houd vloeistoffen of bijtende chemische stoffen uit de buurt van de
computer.
Plaats de computer niet in de buurt van voorwerpen die sterke
magnetische velden genereren (bijvoorbeeld stereoluidsprekers).
Sommige interne computeronderdelen en gegevensopslagmedia
kunnen door magneten worden beschadigd. Houd de computer uit de buurt van magnetische voorwerpen. Wees voorzichtig met voorwerpen die sterke magnetische velden genereren, bijvoorbeeld stereoluidsprekers. Wees tevens voorzichtig met metalen voorwerpen (bijvoorbeeld armbanden): dergelijke voorwerpen kunnen per ongeluk worden gemagnetiseerd.
Houd mobiele telefoons uit de buurt van de computer.
Blokkeer de luchtopeningen niet en laat genoeg ventilatieruimte vrij.
Voor u begint
Plaatsing van de computer
Plaats de computer en randapparaten zodanig dat comfort en veiligheid gewaarborgd zijn.
Plaats de computer op een vlak oppervlak, op een hoogte en afstand
die voor u comfortabel zijn. Het beeldscherm mag niet hoger zijn dan op oogniveau, om vermoeide ogen te voorkomen.
Plaats de computer zodanig dat deze direct vóór u staat wanneer u
werkt en zorg dat u voldoende ruimte hebt om eventuele andere apparaten te bedienen.
Zorg voor voldoende ruimte achter de computer, zodat u de stand van
het beeldscherm naar wens kunt bijstellen. Het scherm moet zo staan dat u er optimaal zicht op hebt, met minimale reflectie.
Als u een papierstandaard gebruikt, dient u deze op ongeveer dezelfde
hoogte en afstand te zetten als de computer.
Gebruikershandleiding 3-2
Page 60
Stoel en werkhouding
De hoogte van uw stoel in verhouding tot de computer en het toetsenbord, en de steun die de stoel biedt, zijn belangrijke factoren bij het verminderen van de werkbelasting. Hanteer de richtlijnen bij onderstaande afbeelding.
Onder ooghoogte
hoeken van 90°
Voetsteun
Werkhouding en plaatsing van de computer
Plaats uw stoel zodanig dat het toetsenbord zich ter hoogte van uw
ellebogen of iets lager bevindt. U moet gemakkelijk kunnen typen met uw schouders ontspannen.
Uw knieën moeten iets hoger zijn dan uw heupen. Gebruik zo nodig
een voetsteun om uw knieën omhoog te brengen en de druk op de achterkant van uw dijen te verminderen.
Zorg dat de rugleuning uw onderrug steunt.
Zit rechtop, zodat uw knieën, heupen en ellebogen een hoek van
ongeveer 90 graden vormen wanneer u werkt. Buig niet te ver voorover en leun niet te ver naar achteren.
Voor u begint
Gebruikershandleiding 3-3
Page 61
Verlichting
Juiste verlichting kan de leesbaarheid van de monitor verbeteren en vermoeidheid van de ogen verminderen.
Plaats de computer op een positie waar het scherm geen zonlicht of fel
kunstlicht kan weerkaatsen. Gebruik vensters van getint glas, jaloezieën of zonneschermen om schel zonlicht te weren.
Plaats de computer niet vóór een fel licht dat direct in uw ogen kan
schijnen.
Gebruik zo mogelijk zachte, indirecte verlichting op uw werkplek.
Gebruik een lamp om uw documenten of bureau te verlichten, maar zorg dat het licht niet in uw ogen schijnt of door het scherm wordt weerkaatst.
Werkgewoonten
Om ongemak of spierblessures te voorkomen is het van essentieel belang dat u uw werkzaamheden afwisselt. Probeer uw werkdag zodanig in te delen dat u een aantal verschillende taken hebt te verrichten. Als u lange periodes achter de computer moet zitten, kunt u overbelasting voorkomen en uw efficiëntie verbeteren door uw dagelijkse routine te doorbreken.
Zit in een ontspannen houding. Goede plaatsing van uw stoel en
apparatuur (zie de aanwijzingen eerder in dit hoofdstuk) kan spierklachten in schouders en nek verminderen en rugpijn helpen voorkomen.
Verander regelmatig van houding.
Sta nu en dan op en strek uw spieren of doe een paar oefeningen.
Oefen en strek een aantal maal per dag uw handen en polsen.
Kijk regelmatig weg van de computer en richt uw ogen een aantal
seconden (bijvoorbeeld 30 seconden per kwartier) op een voorwerp in de verte.
Neem regelmatig korte pauzes in plaats van een of twee lange pauzes,
bijvoorbeeld twee of drie minuten per half uur.
Laat uw ogen regelmatig testen en ga direct naar een dokter als u
vermoedt dat u last hebt van een RSI-blessure.
Er is een aantal boeken verkrijgbaar over ergonomie en RSI (Repetitive Strain Injuries) of RSS (Repetitive Stress Syndrome). Voor nadere informatie over deze onderwerpen of over oefeningen voor RSI-gevoelige lichaamsdelen zoals handen en polsen kunt u terecht bij uw bibliotheek of boekhandel. Raadpleeg ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort bij de computer.
Voor u begint
Gebruikershandleiding 3-4
Page 62

De accu-eenheid installeren

Voer de volgende stappen uit om een accu te installeren.
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Raak de ontgrendelingsschuif van de accuhouder niet aan terwijl u de
computer vasthoudt. Als u de schuif per ongeluk opzij duwt, komt de accu te vallen en kunt u zich bezeren.
Druk niet op de aan/uit-knop voordat u de accu-eenheid installeert.
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Plaats de accu-eenheid.
4. Zet de vergrendeling van de accu-eenheid vast (1). Controleer of het
accu-slot in de vergrendelde stand staat.
Voor u begint
Ontgrendelingsschuif accuhouder (1)
De accu-eenheid vastzetten
Accu-eenheid
Raadpleeg de paragraaf De accu-eenheid verwijderen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het verwijderen van de accu-eenheid.
Gebruikershandleiding 3-5
Page 63

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen 100 en 240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het opladen van
de accu-eenheid met de netadapter.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is geleverd. Andere netadapters hebben een ander voltage en andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigd raken of brand veroorzaken.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een
equivalente, compatibele netadapter. Gebruik van een incompatibele adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Voor u begint
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Het netsnoer op de netadapter aansluiten
Gebruikershandleiding 3-6
Page 64
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de
gelijkstroomingang (DC IN 15V) op de rechterkant van de computer.
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan. Het accu- en het DC
IN 15V-lampje op de voorkant van de computer gaan branden.

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal kijkgemak.
1. Schuif de schermvergrendeling op de voorkant van de computer naar
rechts.
2. Houdt de polssteun met één hand naar beneden, zodat het
hoofdgedeelte niet opgetild wordt. Til het scherm nu langzaam omhoog. Pas de hoek van het scherm aan voor een optimale helderheid.
Voor u begint
Gelijkstroomingang (15 V)
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Beeldscherm­vergrendeling
Het beeldscherm openen
Gebruikershandleiding 3-7
Page 65

De computer inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Windows XP installeren.
1. Als het optionele externe diskettestation is aangesloten, controleer dan
of dit leeg is. Als het station een diskette bevat, drukt u op de ejectknop en verwijdert u de diskette.
2. Open het beeldscherm.
3. Houd de aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden ingedrukt.
De computer inschakelen
Voor u begint
Aan/uit-knop

Windows XP installeren

Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, bestaat het eerste scherm uit het opstartlogo van Microsoft Windows XP Professional.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Gebruikershandleiding 3-8
Page 66

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), slaapstand of Stand-by-modus.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of
een diskette.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder
vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
Zorg dat het vaste schijf-lampje en het lampje voor CD/DVD-activiteit uit zijn. Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
3. Klik op start en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het
venster Computer uitschakelen op Uitschakelen.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Voor u begint
Slaapstand
De slaapstand (ook wel winterslaap genoemd) zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De status van randapparaten wordt niet door de slaapfunctie opgeslagen.
Sla uw gegevens op. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt
de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het schijflampje uitgaat.
Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Gebruikershandleiding 3-9
Page 67
Voor u begint
Voordelen van de slaapstand
De voordelen van de slaapstand zijn:
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Om de computer te kunnen afsluiten in de slaapstand, moet u de slaapstandfunctie op twee plaatsen activeren: In het tabblad Slaapstand van Energiebeheer en in het tabblad Actie instellen van TOSHIBA Power Saver.
Anders wordt de computer in de Stand-by modus afgesloten wanneer de accu bijna leeg is. Als de accu leeg raakt, gaan de gegevens die in de Stand-by-modus zijn opgeslagen, verloren.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart stroom door het systeem af te sluiten wanneer geen
hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem in slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Slaapstand activeren
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de slaapstand in te schakelen:
1. Klik op start.
2. Selecteer Computer uitschakelen.
3. Open het dialoogvenster Computer uitschakelen. Slaapstand wordt
niet weergegeven.
4. Druk op de Shift-toets. De optie Standby verandert in Slaapstand.
5. Selecteer Slaapstand.
Automatische slaapstand
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het beeldscherm sluit, wordt de computer automatisch in de slaapstand gezet. Eerst dient u echter de juiste instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Open het Configuratiescherm.
2. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens Energiebeheer.
3. Open het tabblad Slaapstand in het dialoogvenster Energiebeheer
Eigenschappen, schakel het selectievakje Slaapstand inschakelen in en klik op de knop Toepassen.
4. Open TOSHIBA Power Saver.
5. Selecteer het tabblad Actie instellen.
6. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor Als ik op de aan/uit-
knop druk en Als ik het scherm sluit.
7. Klik op OK.
Gebruikershandleiding 3-10
Page 68
Gegevensopslag in de slaapstand
Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze periode brandt het schijflampje.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Stand-by-modus
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten: de gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer op stand-by
gezet conform de instellingen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver.
Als u de computer uit de Stand-by-modus wilt halen, drukt u op de aan/
uit-knop of op een willekeurige toets. De laatste methode werkt alleen als Activering op toetsenbord is ingeschakeld in HW Setup.
Als de computer automatisch op stand-by wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer uit de Stand-by-modus wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch op stand-by wordt
gezet, schakelt u Stand-by uit in TOSHIBA Power Saver. Hierna is de computer echter niet langer compatibel met de Energy Star-richtlijnen.
Voor u begint
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer op stand-
by te zetten.
Wanneer de computer in de Stand-by-modus staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de Stand-by-
modus is (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). Doet u dit toch, dan gaan de gegevens in het geheugen verloren.
Als u de computer meeneemt aan boord van een vliegtuig of in een
ziekenhuis, dient u de computer af te sluiten in de slaapstand of afsluitmodus om verstoring van radiosignalen te voorkomen.
Gebruikershandleiding 3-11
Page 69
Voor u begint
Voordelen van Stand-by
De voordelen van de Stand-by-modus zijn:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem stand­by.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Stand-by activeren
U kunt Stand-by ook activeren door op Fn + F3 te drukken. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt de Stand-by-modus op een van de volgende drie manieren activeren:
1. Klik op Start, vervolgens op Computer uitschakelen en ten slotte op
Stand-by.
2. Sluit het beeldscherm. Deze functie moet ingeschakeld zijn. Raadpleeg
het tabblad Actie instellen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver in het Configuratiescherm. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens TOSHIBA Power
Saver.
3. Druk op de aan/uit-knop. Deze methode werkt alleen als de
desbetreffende functie is geactiveerd in het tabblad Actie instellen van het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver (beschikbaar via het Configuratiescherm).
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de Stand-by-modus wordt afgesloten, gaat
het aan/uit-lampje oranje knipperen.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de bedrijfstijd verlengen
door in de slaapstand af te sluiten. De Stand-by-modus gebruikt meer energie.
Stand-by-beperkingen
In de volgende omstandigheden werkt Stand-by niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Gebruikershandleiding 3-12
Page 70

Computer opnieuw opstarten

In bepaalde omstandigheden moet u het systeem opnieuw instellen (ofwel een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. Klik op start en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het
venster Computer uitschakelen op Opnieuw starten.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om Windows Taakbeheer te openen en
selecteer vervolgens Afsluiten en Opnieuw starten.
3. Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden
ingedrukt. Wacht 10 à 15 seconden en schakel de computer vervolgens weer in door op de aan/uit-knop te drukken.

Vooraf geïnstalleerde software herstellen

Bepaalde modellen zijn geschikt voor herstel van de vaste schijf. Deze modellen worden geleverd zonder optische media voor productherstel en de CD-ROM Tools & hulpprogramma's. U kunt de vooraf geïnstalleerde software herstellen afhankelijk van het model.
Voor u begint
Herstellen met de herstelmedia
Alleen voor modellen met bijgeleverde optische media voor productherstel.
Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruikt u de disc Productherstel of de Toshiba CD-ROM Tools en hulpprogramma’s om de bestanden te herstellen.
Het complete systeem herstellen
Voer de volgende stappen uit om het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software te herstellen.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
1. Plaats de schijf Productherstel in het optische station en schakel de
computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Laat F12 los
zodra In Touch with Tomorrow TOSHIBA wordt weergegeven.
3. Gebruik de pijltoets links of rechts om het CD-ROM-/DVD-ROM-
pictogram te selecteren in het weergegeven menu. Raadpleeg de paragraaf Opstartprioriteit in hoofdstuk 7, HW Setup en wachtwoorden voor details.
Gebruikershandleiding 3-13
Page 71
Voor u begint
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als de computer is geleverd met extra software geïnstalleerd, kan deze
software niet worden hersteld met de schijf Productherstel. Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of spelletjes) zo nodig apart vanaf andere media.
TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s herstellen
Als Windows naar behoren werkt, kunnen stuurprogramma’s of toepassingen afzonderlijk worden hersteld. Gebruik de CD-ROM Tools en hulpprogramma’s conform de aanwijzingen in het boekje in de CD-doos om TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s opnieuw te installeren.
Herstellen met herstel van harde schijf
Alleen voor modellen waarop deze functie is geïnstalleerd.
Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruikt u het harde­schijfherstel om de bestanden te herstellen.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf geformatteerd en gaan alle gegevens verloren. Zorg dat u een
back-up heeft van uw gegevens vóór u het systeem volledig herstelt.
Optische hersteldiscs maken
Er wordt een herstelimage van uw computer opgeslagen op de vaste schijf. U kunt deze image gebruiken om hersteldiscs op CD of DVD te maken, en wel op de volgende manier:
1. Kies een lege CD of DVD.
2. Met de toepassing voor het maken van hersteldiscs kunt u kiezen welk
medium u voor uw herstel-CD of -DVD wilt gebruiken, waaronder: CD-R, CD-RW, DVD-RW, DVD+R en DVD+RW.
Sommige media zijn mogelijk niet compatibel met het optische station van uw computer. Controleer of uw optische station het lege medium ondersteunt.
3. Schakel uw computer in en open Windows XP.
4. Plaats het (eerste) lege medium in de lade van het optische station.
5. Dubbelklik op het pictogram voor het maken van hersteldiscs op het
bureaublad van Windows XP of selecteer de toepassing in het menu Start.
6. Kies nadat de toepassing is gestart het type medium en de titel die u
naar het medium wilt kopiëren. Klik vervolgens op de knop Branden.
Selecteer bij "Type" "CD" als uw optische station alleen CD's kan schrijven. Kies het gebruikte medium bij "Type" in de toepassing als het optische station van uw computer zowel CD's als DVD's kan schrijven.
Gebruikershandleiding 3-14
Page 72
Voor u begint
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met harde­schijfherstel
Er wordt ongeveer 2 GB ruimte op de vaste schijf vrijgehouden voor herstelpartities.
U mag deze partities niet wijzigen of verwijderen en geen partities toevoegen wanneer u uw vaste schijf opnieuw installeert. Anders kunt u delen van de harde schijf of het besturingssysteem vernietigen.
Bovendien kunt u mogelijk uw computer niet meer opnieuw installeren als u een partitieprogramma van derden gebruikt om partities op uw vaste schijf opnieuw te configureren.
1. Schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in terwijl u “0” (nul) op het toetsenbord ingedrukt
houdt.
3. Er verschijnt een menu. Druk op "1" op het toetsenbord om de originele
configuratie bij aankoop te herstellen. Druk op "2" om de huidige partities intact te houden en te herstellen. Druk op "3" om partities op te geven en te herstellen.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met uw eigen herstelmedia
Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruikt u uw eigen herstelmedia of harde-schijfherstel om de bestanden te herstellen. Om het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software te herstellen voert u de volgende stappen uit.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
1. Plaats de herstelmedia in het station voor optische media en schakel de
computer uit.
2. Houd F12 ingedrukt en schakel de computer in. Laat F12 los wanneer
In Touch with Tomorrow TOSHIBA verschijnt.
3. Gebruik de linker- of rechtercursortoets om het CD-ROM/DVD-ROM-
pictogram te selecteren in het weergegeven menu. Raadpleeg de paragraaf Opstartprioriteit van hoofdstuk 7, HW Setup en wachtwoorden, voor meer informatie.
4. Er verschijnt een menu. Druk op "1" op het toetsenbord om de volledige
vaste schijf te herstellen. Druk op "2" om de C-schijf te herstellen. Druk op "3" om de partitie van harde-schijfherstel te herstellen.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Gebruikershandleiding 3-15
Page 73
TECRA A2
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van de computer toegelicht, zoals het gebruik van het aanraakvlak, het USB-diskettestation (optioneel bij sommige modellen), stations voor optische media, het geluidssysteem, de modem, de draadloze communicatie en LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer en voor bescherming tegen oververhitting.

Het touchpad gebruiken

Om het touchpad te gebruiken plaatst u uw vingertop eenvoudig op het touchpad en schuift u deze in de richting waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Hoofdstuk 4
Touchpad
Touchpad-
besturingsknoppen
Touchpad en touchpadbesturingsknoppen
De twee knoppen onder het toetsenbord worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Druk niet te hard op het touchpad en gebruik geen spitse voorwerpen zoals ballpoints. Hierdoor kan het touchpad beschadigd raken.
Gebruikershandleiding 4-1
Page 74
Grondbeginselen
Sommige functies kunt u activeren door het touchpad zachtjes aan te tikken in plaats van op een besturingsknop te drukken.
Klikken: Tik het touchpad eenmaal aan. Dubbelklikken: Tik het touchpad tweemaal aan. Slepen en neerzetten:
1. Houd de linkerbesturingsknop ingedrukt en beweeg de cursor om het te verplaatsen item te verslepen.
2. Til uw vinger op om het item op de gewenste plaats te zetten.
Schuiven (scrollen):
Verticaal: Schuif uw vinger aan de rechterkant van het touchpad omhoog of omlaag.
Horizontaal: Schuif uw vinger aan de onderkant van het touchpad naar links of rechts.

Het USB-diskettestation gebruiken (optioneel)

Op de USB-poort van de computer kan desgewenst een 3,5-inch diskettestation worden aangesloten. Dit station ondersteunt 1,44-MB en 720-KB diskettes. Raadpleeg hoofdstuk 2, Rondleiding, voor nadere informatie.
Het 3,5-inch diskettestation aansluiten
Om het station aan te sluiten steekt u de diskettestationsconnector in een USB-poort. Raadpleeg de volgende afbeelding.
Bepaal wat de boven- en onderkant van de connector is en steek de connector recht in de stationsconnector. Wees voorzichtig dat u de verbindingspennen niet beschadigt door de aansluiting te forceren.
Het USB-diskettestation aansluiten
Als u het diskettestation aansluit nadat u de computer hebt ingeschakeld, duurt het circa 10 seconden voordat de computer het station herkent. Als de computer het station na 10 seconden nog niet herkent, ontkoppelt u het station en sluit u het opnieuw aan.
Gebruikershandleiding 4-2
Page 75
Het 3,5-inch diskettestation ontkoppelen
Voer na gebruik van het diskettestation de volgende stappen uit om het station te ontkoppelen:
1. Wacht tot het lampje uitgaat en u zeker weet dat er geen
disketteactiviteit meer plaatsvindt.
Als u het diskettestation ontkoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de computer het station gebruikt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of dat de diskette of het station beschadigd raakt.
2. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
3. Klik op diskettestation.
4. Trek de diskettestationsconnector uit de USB-poort.

Optische stations gebruiken

De tekst en afbeeldingen in dit gedeelte hebben in principe betrekking op het DVD-ROM-station. Alle andere optische stations functioneren echter op dezelfde manier. Het station ondersteunt snelle uitvoering van CD-ROM­en DVD-ROM-programma's. U kunt CD's/DVD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter gebruiken. Voor het aansturen van CD-/ DVD-ROM’s wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD-/DVD-ROM, gaat het lampje op het station branden.
Grondbeginselen
Gebruik de toepassing WinDVD 5 voor het bekijken van DVD-video­schijven.
Raadpleeg ook het gedeelte CD's schrijven met het DVD-ROM&CD-R/RW-
station voor voorzorgsmaatregelen bij het schrijven van CD's als u een
DVD-ROM&CD-R/RW-station hebt. Raadpleeg ook het gedeelte CD's/DVD's beschrijven met het DVD-R/-RW-
station voor voorzorgsmaatregelen bij het schrijven van CD's en DVD's als
u een DVD-R/-RW-station hebt. Raadpleeg ook het gedeelte CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super
Multi-station voor voorzorgsmaatregelen bij het schrijven van CD's of
DVD's als u een DVD Super Multi-station hebt.
Gebruikershandleiding 4-3
Page 76
Schijven laden
Voer de volgende stappen uit en raadpleeg de bijbehorende afbeeldingen om CD's/DVD's te laden.
1. a. Zorg dat de computer ingeschakeld is en druk op de DVD-ROM­ejectknop om de lade een stukje te openen.
Ejectknop
De DVD-ROM-ejectknop indrukken
b. U kunt de lade niet met de ejectknop openen wanneer het DVD-
ROM-station uitgeschakeld is. In dat geval kunt u de lade openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een rechtgebogen paperclip in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te steken.
Grondbeginselen
15mm
Diameter 1.0mm
De lade door middel van het ejectgaatje openen
2. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
De lade opentrekken
Gebruikershandleiding 4-4
Page 77
Grondbeginselen
3. Leg de CD/DVD met het opschrift omhoog in de lade.
Een CD/DVD in de lade plaatsen
Wanneer de lade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de computer iets uit over de CD-/DVD-lade. Wanneer u de CD/DVD in de lade plaatst, moet u de schijf dus schuin houden. Zorg na het plaatsen van de CD/DVD echter dat de schijf plat ligt (zie de vorige afbeelding).
Raak de laserlens niet aan. Hierdoor kunt u de uitlijning van de toetsen
verstoren.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer alvorens het station te sluiten of de achterkant van de lade vrij is van ongerechtigheden.
4. Druk voorzichtig in het midden van de CD/DVD tot deze vastklikt. De CD/DVD moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt.
Als de CD/DVD niet goed zit wanneer de lade gesloten is, bestaat het risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de ejectknop drukt.
De DVD-ROM-lade sluiten
Gebruikershandleiding 4-5
Page 78
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit en raadpleeg de bijbehorende afbeelding om de CD/DVD te verwijderen.
Druk niet op de ejectknop terwijl er activiteit op het DVD-ROM-station plaatsvindt. Wacht tot het optisch-stationslampje uitgaat voordat u de lade opent. Neem de CD/DVD pas uit de lade nadat de schijf is opgehouden met draaien
1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig open.
Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot
de CD/DVD is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig opentrekt.
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de ejectknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de CD/ DVD nog draait terwijl u de lade opent, kan de disc van de as vliegen en letsel teweegbrengen.
2. De CD/DVD steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u hem kunt pakken. Til de CD/DVD voorzichtig uit de lade.
.
Grondbeginselen
Een CD/DVD verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt.
Gebruikershandleiding 4-6
Page 79
Grondbeginselen

CD's schrijven met het DVD-ROM&CD-R/RW-station

Afhankelijk van het type station dat is geïnstalleerd, kunt u mogelijk CD's schrijven. U kunt met het DVD-ROM&CD-R/RW-station CD-ROM's schrijven en lezen. Neem de voorzorgsmaatregelen in dit gedeelte in acht om optimale schrijfprestaties te waarborgen. Zie voor informatie over het laden en verwijderen van CD’s de paragraaf Stations voor optische media gebruiken.
Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven. Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen meermaals worden beschreven.
Vóór schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en herschrijven van gegevens.
De volgende fabrikanten van CD-R- en CD-RW-media worden
aanbevolen. De kwaliteit van media kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
CD-R: TAIYO YUDEN CO., LTD.
CD-RW: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
*Voor de speciale media hieronder worden de volgende fabrikanten aanbevolen:
Multispeed en high-speed CD-ROM:
Ultraspeed CD-ROM:
TOSHIBA garandeert de correcte werking van CD-R- en CD-RW-media van de bovenstaande fabrikanten, maar staat niet in voor de werking van andere media.
Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen ongeveer duizend keer worden
beschreven, al naar gelang de kwaliteit van de media en de gebruikswijze.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Mitsui Chemicals Inc. MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
RICOH Co., Ltd.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION, RICOH Co., Ltd.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
Gebruikershandleiding 4-7
Page 80
Gebruik geen vaste-schijfprogramma's, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Voor het beschrijven van optische schijven wordt uitsluitend Sonic
RecordNow! aanbevolen. TOSHIBA staat niet in voor de werking van andere schrijfsoftware.
Tijdens schrijven of herschrijven
Houd u aan de volgende richtlijnen/voorschriften bij het schrijven van gegevens naar een CD-R of CD-RW.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Gebruik geen
functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
Vermijd de volgende handelingen:
het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP;
gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
handelingen waardoor de PC wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen;
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, optische digitale apparaten;
het openen van het optische station.
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het schrijf­of herschrijfproces.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-8
Page 81
Grondbeginselen

CD's/DVD's beschrijven met het DVD-R/-RW-station

Met het DVD-R/RW-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/CD-RW­en DVD-R-/DVD-RW-schijven. De volgende schrijftoepassingen worden op CD-ROM geleverd: RecordNow!, onder licentie van Sonic Solutions. InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum, een product van InterVideo, Inc.
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/ CD-RW-schijven en naar DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD­RAM-schijven. De volgende schrijftoepassingen worden op CD-ROM geleverd: RecordNow!, onder licentie van Sonic Solutions. InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum, een product van InterVideo, Inc.
Belangrijke mededeling (DVD-R/-RW-station)
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-schijven of DVD-R-/DVD-RW-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD­R/-RW-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of andere schade.
Belangrijke mededeling (DVD Super Multi-station)
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/ DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD-RAM-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.
Afwijzing van aansprakelijkheid (DVD-R/-RW-station)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
beschadiging van CD-R-/CD-RW-schijven of DVD-R-/DVD-RW-
schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces;
wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RW-
schijven of DVD-R-/DVD-RW-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;
schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Gebruikershandleiding 4-9
Page 82
Grondbeginselen
Afwijzing van aansprakelijkheid (DVD Super Multi-station)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
beschadiging van CD-R-/CD-RW-, DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/
DVD+RW-/DVD-RAM-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces;
wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD-RW-
schijven, DVD-R-/DVD-RW-schijven of DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM­schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;
schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Gebruikershandleiding 4-10
Page 83
Vóór schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/DVD­RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven aanbevolen. TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
CD-R: TAIYO YUDEN CO., LTD.
Mitsui Chemicals Inc. MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: (high-speed,
multispeed):
DVD-R: DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
DVD+R:
DVD-RW: DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven,
DVD+RW:
DVD-RAM: DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven,
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
voor algemeen gebruik, Versie 2.0
TAIYO YUDEN CO., LTD. PIONEER VIDEO CORPORATION Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
Versi e 1.1
VICTOR COMPANY OF JAPAN LIMITED MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
Versie 2.0 of Versie 2.1
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
Grondbeginselen
Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van 8-speed of hoger (DVD-R, DVD+R), of schrijfsnelheden van 4-speed of hoger (DVD-RW, DVD+RW) ondersteunen.
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het schrijf­of herschrijfproces.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-11
Page 84
Grondbeginselen
Er zijn twee soorten DVD-R-schijven: "authoring"-schijven (voor
auteursgebruik) en schijven voor algemeen gebruik (ofwel General­schijven). Gebruik geen authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden beschreven.
U kunt gebruik maken van DVD-RAM-schijven die uit een cassette
kunnen worden verwijderd, en DVD-RAM-schijven die zonder cassette zijn ontworpen. U kunt geen gebruik maken van enkelzijdige schijven met een capaciteit van 4,7 GB of van dubbelzijdige schijven met een capaciteit van 9,4 GB.
DVD-R-/DVD-RW-schijven en DVD+R-/DVD+RW-schijven kunnen
wellicht niet worden gelezen op andere DVD-spelers of andere DVD­ROM-stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R of DVD+R zijn geschreven,
kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD-RW, DVD+R/DVD+RW of DVD-
RAM is schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde station schrijft.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar stand-by of de slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiligingsprogramma's.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen vaste-schijfprogramma's, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Gebruikershandleiding 4-12
Page 85
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! wordt niet
aanbevolen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:
het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP;
gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, optische digitale apparaten;
het openen van het DVD-ROM- & CD-R/RW-, DVD-R/-RW- of DVD
Super Multi-station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de afsluit-/
afmeldprocedure en stand-by/slaapstand.
Zorg ervoor dat het (her)schrijven is voltooid voordat u de stand-by-
modus of slaapstand inschakelt. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het DVD-ROM- en CD-R/RW-, DVD-R/-RW- of DVD Super Multi-station kunt openen.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de DVD-RAM.
Gebruik geen functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-13
Page 86
RecordNow! Basic voor TOSHIBA
Wanneer u RecordNow! gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-video.
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-audio.
U kunt de functie “Audio CD for Car or Home CD Player” van
RecordNow! niet gebruiken voor het opnemen van muziek op DVD-R/ DVD-RW of DVD+R/DVD+RW.
Gebruik de functie “Exact Copy” van RecordNow! niet voor het kopiëren
van auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's.
U kunt geen back-up maken van DVD-RAM-schijven met de functie
“Exact Copy” van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een DVD-R/
DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie “Exact Copy” van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video, DVD-R/DVD-RW of
DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met de functie “Exact Copy” van RecordNow!.
RecordNow! kan niet in pakketindeling opnemen.
Met de functie “Exact Copy” van RecordNow! kunt u wellicht geen back-
up maken van een DVD-R-/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW die met andere software op een andere DVD-R/-RW- of DVD+R/+RW-recorder is gemaakt.
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Zo kunnen de gegevens niet worden gelezen in 16-bits besturingssystemen zoals Windows 98SE en Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of hoger nodig om toegevoegde gegevens te kunnen lezen. In Windows 2000 hebt u Service Pack 2 of hoger nodig om de gegevens te kunnen lezen. In bepaalde DVD-ROM-stations en DVD-ROM- & CD­R/RW-stations kunnen toegevoegde gegevens überhaupt niet worden gelezen, ongeacht het besturingssysteem.
Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door
RecordNow!. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner of een ander hulpprogramma te gebruiken.
Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk niet correct gekopieerd.
Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-14
Page 87
Gegevenscontrole
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft.
1. Klik op de knop Opties ( ) in het bedieningspaneel van RecordNow! om de optiepanelen te openen.
2. Selecteer de gegevens in het menu aan de linkerkant.
3. Activeer het selectievakje Verify data written to the disc after burning (Gegevens controleren die na het branden aan de schijf zijn toegevoegd) in Data Options (Gegevensopties).
4. Klik op OK.
DLA voor TOSHIBA
Wanneer u DLA gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
Deze software ondersteunt uitsluitend herschrijfbare schijven
(DVD+RW, DVD-RW en CD-RW). Niet-herschrijfbare schijven zoals DVD+R's, DVD-R's en CD-R's worden niet ondersteund.
Het formatteren en beschrijven van DVD-RAM-schijven wordt niet
ondersteund door DLA. Deze functies worden uitgevoerd door het DVD-RAM-stuurprogramma. Afhankelijk van de schijf die in het station wordt geplaatst, wordt automatisch de juiste software gestart.
Gebruik geen schijven die zijn geformatteerd met andere
pakketschrijfsoftware dan DLA. Gebruik schijven die met DLA zijn geformatteerd, niet met met andere pakketschrijfsoftware. Formatteer schijven waarmee u niet bekend bent vóór gebruik met de optie “Full Format”.
Pas de functies voor knippen en plakken niet toe op bestanden en
mappen. Een geknipt bestand of geknipte map kan verloren gaan als het schrijven mislukt door een schijffout.
Grondbeginselen
Video
Als bij InterVideo WinDVD Creater2 Platinum, maar het model dat DVD's kan schrijven is aanwezig.
Wanneer u video naar DVD schrijft, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
Voor het installeren of verwijderen en het gebruiken van InterVideo
WinDVD Creator 2 Platinum zijn systeembeheerdersrechten of gelijkwaardige rechten vereist.
Tijdens het bewerken van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW of
DVD-RAM kunt u voorbeelden ("Previews") weergeven. Als echter een andere toepassing dan WinDVD actief is, worden de voorbeelden mogelijk vervormd. Om te zorgen dat voorbeelden juist worden weergegeven, dient u tijdens het bewerken van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW of DVD-RAM geen andere toepassingen te starten.
Gebruikershandleiding 4-15
Page 88
Grondbeginselen
Verander de resolutie of het aantal schermkleuren niet terwijl InterVideo
WinDVD Creator 2 Platinum actief is.
In tegenstelling tot de specificaties in de on line handleiding en de Help-
bestanden kunnen geen JPEG-bestanden worden gebruikt.
InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum is niet geschikt voor het maken
van DVD-audio, video-CD's of mini-DVD's.
Een DVD-R/DVD+R/DVD-RW kan niet in VR-indeling worden
beschreven.
Met InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum kan het converteren van
video naar MPEG uren duren, evenals het opslaan van het MPEG­bestand op een DVD Super Multi-station.
Bij het opnemen op een DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW hebt u
2 GB vaste-schijfruimte per uur nodig.
U kunt DVD-inhoud die tegen kopiëren is beveiligd, niet met InterVideo
WinDVD Creator 2 Platinum bewerken of afspelen.
Bij gebruik van WinDVD Creator 2 Platinum: Met WinDVD Creator 2 Platinum kunt u via i.LINK (IEEE1394) video op uw
digitale camcorder opnemen. Bij het afspelen van de video kan het geluid echter schokkerig klinken.
1. Klik op de Windows-knop Start en selecteer de optie Configuratiescherm.
2. Klik in het Configuratiescherm op het pictogram Prestaties en onderhoud.
3. Klik in het venster Prestaties en onderhoud op het pictogram Systeem.
4. Klik in het venster Systeemeigenschappen op de tab Geavanceerd.
5. Klik op het pictogram Instellingen in de sectie Prestaties.
6. Klik in het venster Instellingen voor prestaties op de tab Geavanceerd.
7. Klik op het pictogram Wijzigen in de sectie Virtueel geheugen.
8. Selecteer de knop Aangepaste grootte in het venster Virtueel geheugen.
9. Geef veel hogere waarden op voor Begingrootte en Maximale grootte.
10. Klik op de knop Instellen in het venster Virtueel geheugen.
11. Klik op OK in het venster Virtueel geheugen.
Gebruikershandleiding 4-16
Page 89

Behandeling van schijven

Deze paragraaf bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op CD's, DVD's of diskettes hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
CD’s/DVD’s
1. Bewaar uw CD's/DVD's in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD niet door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast. Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf onleesbaar maken.
5. Stel de discs niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD's/DVD's.
6. Als uw CD's/DVD's stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzeen, verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Grondbeginselen
Diskettes
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
2. Duw het metalen schuifje van een diskette niet opzij en raak het magnetische oppervlak niet aan. Vingerafdrukken kunnen een diskette onleesbaar maken.
3. Buig diskettes niet en stel ze niet bloot aan direct zonlicht of extreme temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens verloren gaan.
4. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
5. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van de diskette beschadigen.
6. Magnetische energie kan de gegevens op diskettes vernietigen. Houd uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische velden genereren, zoals luidsprekers, radio’s en tv’s.
Gebruikershandleiding 4-17
Page 90

Geluidssysteem

In deze paragraaf wordt ingegaan op het regelen van geluid, waarbij geluidsvolume en energiebeheer aan de orde komen.
Volumeregelaar
Met het hulpprogramma Volumeregeling kunt u in Windows het volume voor het afspelen en opnemen van geluid regelen.
Als u Volumeregeling wilt starten voor afspeeldoeleinden klikt u op
Start, wijst u achtereenvolgens Alle programma's, Bureau­accessoires en Entertainment aan en klikt u op Volumeregeling.
Wilt u opnemen, dan klikt u op Opties, wijst u Eigenschappen aan,
kiest u Opnemen en klikt u op OK.
Klik in Volumeregeling desgewenst op Help voor nadere informatie.
Microfoonvolume
Voer de volgende stappen uit om de microfoonversterking te wijzigen:
1. Klik op Start, wijs achtereenvolgens Alle programma's, Bureau- accessoires en Entertainment aan en klik op Volumeregeling.
2. Klik op Opties en wijs Eigenschappen aan.
3. Selecteer Opnemen en klik op OK.
4. Klik op Opties en selecteer Geavanceerde volumeregelingen.
5. Klik op Geavanceerd.
6. Schakel het selectievakje Microfoonversterking in.
Grondbeginselen
Audiocontroller
De audiocontroller kan worden uitgeschakeld wanneer de audiofunctie niet actief is. Voer de volgende stappen uit om audio-energiebeheer te activeren:
1. Klik op Start, wijs achtereenvolgens Alle programma's, Bureau- accessoires en Entertainment aan en klik op Volumeregeling.
2. Dubbelklik op het pictogram SigmaTel Audio.
Energiebeheer
1. Open het tabblad Geavanceerd.
2. Schakel het selectievakje Enable Power Management (Energiebeheer inschakelen) in.
3. Geef een tijd op in Time to Power Saving State (Tijd tot energiebesparingsstand).
Als u het selectievakje Enable Power Management niet inschakelt, is de audiocontroller altijd actief.
Geluidskwaliteit
Wijzig de equalizerinstellingen om de geluidskwaliteit te verbeteren.
Gebruikershandleiding 4-18
Page 91

Modem

Regioselectie
Grondbeginselen
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u het interne modem aan een telefoonaansluiting koppelt en ervan ontkoppelt.
Het interne modem ondersteunt geen spraakfuncties. De data- en faxfuncties worden wel ondersteund.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit het modem niet op een digitale telefoonlijn aan.
Hierdoor zal het modem schade oplopen.
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u het modem gaat gebruiken.
Voer de volgende stappen uit om een regio te selecteren.
1. Klik op Start, wijs Alle programma’s aan, wijs TOSHIBA Intern
modem aan en klik op het hulpprogramma voor regioselectie.
Als in het hulpprogramma Modeminstallatie van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram Regioselectie wordt weergegeven in de Windows­taakbalk. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met telefoonlocatie-informatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
3. Selecteer een regio uit het regiomenu of een telefoonlocatie uit het
submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio­instelling van het modem.
Gebruikershandleiding 4-19
Page 92
Menu Eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het eigenschappenmenu op het scherm weer te geven.
Instelling
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
Automatisch uitvoeren
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Dialoogvenster Keuze-opties openen na selectie van de regio
Het dialoogvenster Keuze-opties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Locatielijst voor regioselectie
Er verschijnt een submenu met informatie over telefoonlocaties.
Dialoogvenster openen als modem en huidige telefoonlocatie niet overeenkomen
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Grondbeginselen
Modemselectie
Als de computer het interne modem niet herkent, verschijnt er een dialoogvenster waarin u de COM-poort selecteert die door het modem moet worden gebruikt.
Keuze-opties
Als u deze optie selecteert, worden de keuze-opties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u wettelijk verplicht Japan als regio te selecteren. Het is in strijd met de wet om het modem in Japan met een andere regioselectie te gebruiken.
Gebruikershandleiding 4-20
Page 93
Aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de modemkabel aan te sluiten.
Voor het aansluiten van een modem moet gebruik worden gemaakt
van de bij de computer geleverde modemkabel. Koppel het kabeluiteinde met de kern aan de computer.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit het modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.
2. Koppel het andere uiteinde van de modemkabel aan een telefoonaansluiting.
Het interne modem aansluiten
Grondbeginselen
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl de kabel is aangesloten.
Als u gebruik maakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een optisch station of een vaste schijf) dat aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld, kunt u te maken krijgen met de volgende modemproblemen:
de modemsnelheid is laag of de communicatie wordt onderbroken;
geluidsstoringen.
Ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van het interne modem te ontkoppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de connector eruit.
2. Ontkoppel de kabel van de computer op dezelfde manier.
3. Trek de andere kabelconnector op dezelfde manier uit de computer.
Gebruikershandleiding 4-21
Page 94

Draadloos LAN

Het draadloos LAN is compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11-norm voor draadloos LAN (Revisie A, B of G) en de turbomodus.
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 54,
48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbit/s (Revisie A en G, Revisie A/B, B/G, A/B/ G-combinatietype)
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 11,
5,5, 2 en 1 Mbit/s (Revisie B)
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik
108, 96,72, 48, 36, 24, 18 en 12 Mbit/s (turbomodus, Revisie A/B/G­combinatietype)
Frequentiebandselectie (Revisie A/turbomodus: 5 GHz, Revisie B/G:
2,4 GHz)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd
op het 152-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype) WEP­gegevenscodering, gebaseerd op het 128-bits coderingsalgoritme (Intel-moduletype)
AES-gegevenscodering (AES = Advanced Encryption Standard),
gebaseerd op het 256-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype)
Grondbeginselen
De functie Activering op LAN (Wake-up on LAN) werkt niet op een Wireless LAN.
Beveiliging
Schakel de functie WEP (codering) in. Doet u dat niet, dan is uw
computer mogelijk via het draadloze LAN toegankelijk voor buitenstaanders, wat kan leiden tot ongeoorloofde toegang, afluisterpraktijken en verlies of vernietiging van opgeslagen gegevens. TOSHIBA raadt u daarom met klem aan de WEP-functie in te schakelen.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor indringing tot gegevens via het
draadloos LAN of voor beschadiging van die gegevens.
Gebruikershandleiding 4-22
Page 95
Draadloze-communicatieschakelaar
U kunt de draadloos-LAN-functie in- of uitschakelen met de draadloze­communicatieschakelaar. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar naar rechts om de functie in te schakelen en naar links om de functie uit te schakelen.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer aan de hand van het draadloze-communicatielampje of de functie voor draadloze communicatie uit is (het lampje brandt in dat geval niet).
Draadloze-communicatielampje
Het draadloze-communicatielampje geeft de status van de draadloze­communicatiefuncties aan.
Status van het lampje Betekenis
Lampje uit Draadloze-communicatieschakelaar staat op
uit. Automatisch uitgeschakeld wegens oververhitting. Stroomstoring
Lampje aan Draadloze-communicatieschakelaar staat op
aan. Het draadloos LAN is ingeschakeld door een toepassing.
Grondbeginselen
Als u W-LAN (draadloos LAN) via de taakbalk hebt uitgeschakeld, kan het systeem W-LAN pas weer herkennen nadat u de computer opnieuw hebt opgestart of de volgende procedure hebt gevolgd. Open of klik op: start,
Control Panel, System, Hardware Device Manager, Network adapters, Atheros AR5001X+ Wireless Network Adapter or Intel® PRO/Wireless LAN 2100 3B Mini PCI Adapter or Intel® PRO/Wireless 2100A LAN Mini PCI Adapter or Intel® PRO/Wireless 2200BG Network Connection and enable.
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-Tx).
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering op LAN (Wake-up on LAN) ingeschakeld is.
De functie Ontwaken bij LAN-activiteit verbruikt ook elektriciteit als het systeem is uitgeschakeld. Laat de netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-23
Page 96
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer aan te sluiten met een CAT5-kabel of hoger. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
Grondbeginselen
De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Wanneer de computer gegevens met het LAN uitwisselt, brandt het LAN­actief-lampje oranje. Wanneer de computer op een LAN-hub is
aangesloten maar geen gegevens uitwisselt, brandt het aansluitingslampje groen.
Gebruikershandleiding 4-24
Page 97
De LAN-kabel ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel te ontkoppelen.
Zorg dat het LAN-actief-lampje (het oranje lampje) uit is voordat u de computer loskoppelt van het LAN.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-poort van de computer in en trek de connector eruit.
2. Ontkoppel de kabel op dezelfde wijze van de LAN-hub. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub ontkoppelt.

Computer schoonmaken

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen voordat u hem weer aanzet.
Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.
Grondbeginselen
Verwijder regelmatig met een stofzuiger het stof uit de luchtopeningen
aan de linkerkant van de computer. Zie hoofdstuk 2, Rondleiding,
Linkerkant.
Gebruikershandleiding 4-25
Page 98

Computer verplaatsen

De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst, dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Controleer aan de hand van het schijflampje op de computer of alle
schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer verplaatst.
Als er een CD/DVD in het station zit, verwijdert u deze. Zorg tevens dat
de stationslade goed is gesloten.
Schakel de computer uit.
Ontkoppel de netadapter en alle randapparaten alvorens de computer
te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op bij het beeldscherm.
Sluit alle poortafdekkingen.
Gebruik de draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer stevig vast wanneer u ermee rondloopt, om stoten
en vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Grondbeginselen
Uitstekende delen
Gebruikershandleiding 4-26
Page 99

Warmteverspreiding

De CPU heeft een interne temperatuursensor ter bescherming tegen oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPU­verwerkingssnelheid verlaagd. U kunt opgeven of u de CPU-temperatuur wilt regelen door eerst de ventilator aan te zetten en dan zo nodig de CPU­verwerkingssnelheid te verlagen, of vice versa. Gebruik de optie Koelmethode in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Grondbeginselen
Maximale
prestaties
Prestaties Combinatie van inschakelen van de ventilator en
Optimaal
accugebruik
Zodra de CPU-temperatuur tot een normaal niveau is gedaald, wordt de ventilator uitgeschakeld en gaat de CPU weer op standaardsnelheid werken.
Als de CPU-temperatuur met een van beide instellingen een onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt het systeem automatisch uitgezet om beschadiging te voorkomen. In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Eerst de ventilator inschakelen en vervolgens zo nodig de CPU-verwerkingssnelheid verlagen.
verlaging van de processorsnelheid.
Eerst de processorsnelheid verlagen en dan zo nodig de ventilator aanzetten.
Gebruikershandleiding 4-27
Page 100
TECRA A2
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid toetsenbord met 101/102 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te drukken kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met 101/102 toetsen beschikbaar zijn.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn vijf soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, geïntegreerde numerieke toetsen, functietoetsen, zogenoemde “softkeys” en cursorbesturingstoetsen.

Typemachinetoetsen

De typemachinetoetsen produceren de hoofd- en kleine letters, cijfers, leestekens en speciale symbolen die op het scherm verschijnen.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine en het gebruik van een computertoetsenbord:
Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties, die door een spatieteken worden gecreëerd, kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.
Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet
verwisselbaar.
Hoofdletter O en 0 (nul) zijn niet verwisselbaar.
Caps Lock, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen van
invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de cijfer­en symbooltoetsen.
De Shift- of hoofdlettertoetsen, de Tab -toets en de toets BkSp
(backspace- ofwel correctietoets) hebben dezelfde functie als de gelijknamige typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale computerfuncties.
Hoofdstuk 5
Gebruikershandleiding 5-1
Loading...