Toshiba SATELLITE PRO L40, EQUIUM L40, SATELLITE L40 User Manual [nl]

Page 1
Gebruikershandleiding

L40-serie

computers.toshiba-europe.com
Page 2
Copyright
L40-serie
© 2007 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Onder de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
TOSHIBA L40-serie Draagbare personal computer Gebruikershandleiding
Eerste druk augustus 2007 Eigendom en auteursrechtelijk beschermd materiaal, met inbegrip van
maar niet beperkt tot muziek, video, computerprogramma's en databases, is beschermd onder het auteursrecht. Deze auteursrechtelijk beschermde materialen mogen uitsluitend worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik thuis. Als u deze materialen, afgezien van de bovenstaande beperking, toch kopieert (ook om gegevensindelingen om te zetten) of wijzigt, overdraagt of verspreidt via internet zonder toestemming van de houders van het auteursrecht, kunt u gerechtelijk worden vervolgd voor schadevergoeding en/of gerechtelijke straffen ondergaan vanwege inbreuk op het auteursrecht of persoonlijke rechten. Houd u daarom aan de auteurswetten wanneer u dit product gebruikt om auteursrechtelijk beschermde werken te kopiëren of andere bewerkingen uit te voeren.
Houd er rekening mee dat u de auteursrechtelijk beschermde rechten van de eigenaar kunt schenden als u de functies voor het schakelen tussen beeldschermmodi (zoals breedbeeld of zoomen) van dit product gebruikt om beelden/video vergroot weer te geven in een café of hotel met als doel winst te maken of deze beelden aan het publiek aan te bieden.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal computers uit de L40-serie op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk en IBM PC, OS/2 en PS/2 zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation. Celeron, Intel, Intel SpeedStep en Pentium zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation of haar dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten en andere landen.
MS-DOS, Microsoft, Windows en DirectX zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Centronics is een gedeponeerd handelsmerk of Centronics Data Computer Corporation. Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak.
iLink is een handelsmerk van Sony Corporation. In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
Gebruikershandleiding ii
Page 3
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE­keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland.
De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de website van TOSHIBA http://epps.toshiba-teg.com.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenkomst met de relevante Europese richtlijnen, met name de richtlijn omtrent elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG) voor de notebook en de elektronische accessoires, waaronder de meegeleverde netadapter, de richtlijn omtrent radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (1999/5/EG) in het geval van geïmplementeerde telecommunicatieaccessoires en laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG) voor de meegeleverde netadapter.
L40-serie
De volgende informatie is alleen bestemd voor lidstaten van de EU:
Het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Zorg ervoor dat dit product op correcte wijze wordt weggegooid. Doet u dit niet, dan kan dit gevaar opleveren voor het milieu en de gezondheid van de mens.
Neem voor meer informatie over recycling van dit product contact op met het gemeentekantoor, de afvalverwerkingsinstantie of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Gebruikershandleiding iii
Page 4
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations
Vergeet niet de internationale voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te lezen.
Het optische station dat in deze computer wordt gebruikt, is uitgerust met een laser. Het station is voorzien van een classificatie-etiket met de volgende tekst.
CLASS 1 LASER PRODUCT LASER KLASSE 1 LUOKAN 1 LASERLAITE APPAREIL A LASER DE CLASSE 1 KLASS 1 LASER APPARAT
De fabrikant van het station met het bovenstaande etiket certificeert dat het station op de fabricagedatum voldeed aan de voorschriften voor laserproducten conform artikel 21 van de Amerikaanse Code of Federal Regulations (Department of Health & Human Services, Food and Drug Administration).
In andere landen voldoet het station aan de IEC 825- en EN60825­voorschriften voor laserproducten van klasse 1.
Afhankelijk van het model is de computer voorzien van één van de optische stations die op de volgende pagina's worden genoemd.
L40-serie
Gebruikershandleiding iv
Page 5
TOSHIBA Samsung Storage Technology Korea Corporation
CD-RW/DVD-ROM TS-L462D
n Het CD-RW/DVD-ROM-station gebruikt een lasersysteem. Om er
zeker van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
n Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet
worden vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
n Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
L40-serie
Gebruikershandleiding v
Page 6
Pioneer
DVD Super Multi DVR-K17
n Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker
van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
n Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet
worden vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
n Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
L40-serie
Gebruikershandleiding vi
Page 7
Hitachi-LG Data Storage, Inc.
DVD Super Multi GSA-T20N
n Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker
van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
n Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet
worden vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
n Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
L40-serie
Gebruikershandleiding vii
Page 8
Panasonic
CD-RW/DVD-ROM UJDA770
n Het CD-RW/DVD-ROM-station gebruikt een lasersysteem. Om er
zeker van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
n Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet
worden vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
n Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
L40-serie
Gebruikershandleiding viii
Page 9
Panasonic
DVD Super Multi UJ-850U
n Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker
van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
n Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet
worden vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
n Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
L40-serie
Gebruikershandleiding ix
Page 10
Internationale voorzorgsmaatregelen
LET OP: de apparatuur bevat een lasersysteem,
dat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASERPRODUCT. Om te zorgen dat u dit product correct gebruikt, dient u de handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als u problemen met dit model mocht ondervinden, moet u contact opnemen met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.
LET OP: HET GEBRUIK VAN REGELAARS, INSTELLINGEN OF PROCEDURES DIE NIET IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING ZIJN VERMELD, KAN RESULTEREN IN BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STRALING.
Modemwaarschuwing
L40-serie
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit "CTR21") voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen vormt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen onmiddellijk tot uw leverancier.
Gebruikershandleiding x
Page 11
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005, AN006, AN007, AN009, AN010
en DE03, 04, 05, 08, 09, 12, 14, 17
Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04
Portugal ATAAB AN001, 005, 006, 007, 011 en P03, 04,
Spanje ATAAB AN005, 007, 012 en ES01
Zwitserland ATAAB AN002
Noorwegen ATAAB AN002, 005, 007 en NO 01, 02
Alle overige landen/regio's
Voor elk netwerk zijn specifieke switch- of software-instellingen vereist. Raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor meer informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
08, 10
ATAAB AN003, 004
L40-serie
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.
Gebruikershandleiding xi
Page 12
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
n stof, vocht en direct zonlicht; n apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
n plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
n vermijd extreme hitte, koude of vochtigheid; n vloeistoffen en bijtende chemicaliën;
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiegids voor veiligheid en comfort. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Hoofdstuk 3, Voor u begint, bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
L40-serie
Letsel door verhitting van computeroppervlakken
n Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren in rode plekken op de huid.
n De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
n Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
n Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd of storingen optreden.
Gebruikershandleiding xii
Page 13
Oververhitting van PC-kaarten
Sommige pc-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden wat kan leiden tot instabiliteit in de werking van het apparaat in kwestie. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
L40-serie
Gebruikershandleiding xiii
Page 14

Inhoud

Hoofdstuk 1 Voorzieningen L40-serie
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-7
Hulpprogramma's en toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-8
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-10
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
Toetsenbordlampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Optisch station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-8
L40-serie
Hoofdstuk 3 Voor u begint
De netadapter aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1
Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
De computer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3
Voor het eerst opstarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3
De computer uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4
Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
Opties voor systeemherstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf
Productherstel (wordt bij een aantal modellen geleverd). . . . . . . . . 3-9
Gebruikershandleiding xiv
Page 15
L40-serie
Hoofdstuk 4
Grondbeginselen
Touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
Het interne modem gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-6
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7
Optische schijfstations gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
CD's beschrijven met een CD-RW-/DVD-ROM-station . . . . . . . . . . 4-12
CD’s/DVD’s schrijven naar een DVD Super Multi-station
dat opnames op een Double Layer schijf ondersteunt . . . . . . . . . . 4-15
Wanneer u Ulead DVD MovieFactory® for TOSHIBA gebruikt . . . . 4-19
TOSHIBA Disc Creator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-21
Behandeling van schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-22
Diskettes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
Meerdere beeldschermen instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-24
De computer reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
De computer verplaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1
Functietoetsen F1 ... F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-3
Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4
Geïntegreerde numerieke toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4
ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-6
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Omstandigheden bij stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-9
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-11
Uit/Inschakelen via LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-11
Systeem in automatische slaapstand/zuinige slaapstand . . . . . . . 6-11
Hoofdstuk 7 Optionele apparaten
Express-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
SD-/SDHC-/MMC-/MS-/MS Pro-/xD-geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . 7-3
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-6
Extra accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-6
Extra netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-6
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-7
Gebruikershandleiding xv
Page 16
L40-serie
Hoofdstuk 8
Probleemoplossing
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-3
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-16
Hoofdstuk 9 Vrijwaringsverklaringen
CPU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-1
Geheugen (hoofdsysteem) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2
Levensduur van de accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-2
Capaciteit van vaste schijf. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
LCD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
GPU (Graphics Processor Unit) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
Pictogrammen die niet van toepassing zijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
Kopieerbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-4
Afbeeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-4
LCD-scherm en vermoeidheid van de ogen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-4
Bijlage A Specificaties
Bijlage B Weergavemodi
Bijlage C Netsnoer en connectoren
Bijlage D Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Gebruikershandleiding xvi
Page 17
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe computer uit de L40-serie! Deze krachtige notebook biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten. De notebook (die hoge prestaties biedt) staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik.
Deze handleiding geeft informatie over de installatie en het gebruik van uw computer uit de L40-serie. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een portable hebt gewerkt, leest u de hoofdstukken Voorzieningen L40-serie en
Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen,
onderdelen en accessoires van de computer. Lees vervolgens Voor u
begint voor stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de
computer. Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder
door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen in de
Voorzieningen L40-serie om kennis te maken met de voorzieningen die
uniek zijn voor de computer.
L40-serie
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bevat informatie over verschillende componenten van de computer en over het gebruik van de componenten.
Hoofdstuk 1, Voorzieningen L40-serie. In dit hoofdstuk worden de speciale voorzieningen, hulpmiddelen en opties van de computer beschreven.
Hoofdstuk 2, Rondleiding. In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Maak uzelf vertrouwd met de onderdelen voordat u met de computer aan de slag gaat.
Hoofdstuk 3, Voor u begint. Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met de computer aan de slag kunt.
Hoofdstuk 4, Grondbeginselen. Dit hoofdstuk geeft informatie over het gebruik van de onderdelen van de computer.
Hoofdstuk 5, Het toetsenbord. Dit hoofdstuk beschrijft speciale toetsenbordfuncties zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
Gebruikershandleiding xvii
Page 18
Hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden. Dit hoofdstuk geeft informatie over de voedingsbronnen van de computer.
Hoofdstuk 7, Optionele apparaten. Dit hoofdstuk geeft aan welke optionele hardware beschikbaar is.
Hoofdstuk 8, Probleemoplossing. Dit hoofdstuk geeft mogelijke oplossingen voor problemen die kunnen voorkomen als u de computer gebruikt.
Hoofdstuk 9, Vrijwaringsverklaringen. Dit hoofdstuk geeft informatie over vrijwaringsverklaringen die van toepassing zijn op de computer.
De Bijlagen geven extra informatie die u ter referentie kunt gebruiken. De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
L40-serie
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de derde.
DISKCOPY A: B: Wanneer u in een procedure een handeling moet
uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken of tekst invoeren), wordt de pictogramnaam of de te typen tekst in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Gebruikershandleiding xviii
Page 19
Beeldscherm
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het
ABC
beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
WAARSCHUWING/LET OP: informatie om lichamelijk letsel of beschadiging van de onderdelen te voorkomen als u een taak probeert uit te voeren.
OPMERKING: instructies die u MOET volgen om een taak uit te voeren.
Terminologie
Deze term wordt in dit document als volgt gedefinieerd:
Start Het woord "Start" verwijst naar de knop in
Microsoft
®
Windows Vista®.
L40-serie
Controlelijst van apparatuur
Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik. Controleer of u de volgende items hebt:
Hardware
n Draagbare personal computer uit de L40-serie n Universele netadapter en netsnoer n Modulaire kabel voor modem (geleverd bij sommige modellen)
Gebruikershandleiding xix
Page 20
Software
Het volgende Windows-besturingssysteem en -hulpprogramma zijn vooraf geïnstalleerd.
n Microsoft n TOSHIBA DVD-speler n TOSHIBA ConfigFree n TOSHIBA Assist n TOSHIBA Disc Creator n TOSHIBA CD/DVD Drive Acoustic Silencer n Ulead DVD MovieFactory n TOSHIBA-hulpprogramma's voor SD-geheugenkaarten n TOSHIBA Accessibility (Toegankelijkheid) n Onlinehandleiding
Het systeem functioneert wellicht niet correct als u gebruik maakt van stuurprogramma's die niet zijn geïnstalleerd of gedistribueerd door TOSHIBA.
Het hulpprogramma voor het formatteren van SD-geheugenkaarten en andere SD-functies maken deel uit van de TOSHIBA-hulpprogramma's voor SD-geheugenkaarten. Als u de SD-hulpprogramma's wilt verwijderen, klikt u op Start Control Panel (Configuratiescherm) Uninstall a program (Een programma verwijderen) en selecteert u TOSHIBA SD Memory Utilities (TOSHIBA-hulpprogramma's voor SD-geheugenkaarten).
®
Windows Vista
®
®
voor TOSHIBA
L40-serie
Documentatie en back-upmedia
n Dit is de documentatie die bij uw computer wordt geleverd:
n Gebruikershandleiding voor de L40-serie personal computer n L40-serie - Aan de slag n Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort n Snelstartgids voor Microsoft n Garantie-informatie n DVD-ROM Productherstel (wordt bij een aantal modellen geleverd)
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.
Gebruikershandleiding xx
®
Windows Vista
®
Page 21
Hoofdstuk 1
Voorzieningen L40-serie
In dit hoofdstuk worden de speciale voorzieningen, opties en accessoires van de computer beschreven.
De basisvoorzieningen worden in een aparte publicatie beschreven.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Voorzieningen

Voor de configuratiegegevens van het model dat u hebt aangeschaft, gaat u naar de TOSHIBA-website voor uw regio.
Voorzieningen L40-serie
Processor
Afhankelijk van het gekochte model: Ga naar de TOSHIBA-website voor uw regio voor de configuratiegegevens
van het model dat u hebt aangeschaft.
Vrijwaringsverklaring (CPU)
Voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de CVE, raadpleegt u de paragraaf Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 9.
Chipset
n Mobile Intel n Realtek ALC660-VD-GR n RICOH R5C847 voor kaartsleuf voor
meerdere digitale media.
n Realtek 8100CL voor 10/100-Mbps LAN-
controller
Gebruikershandleiding 1-1
®
GL960 Express-chipset
Page 22
Voorzieningen L40-serie
Hoofdgeheugen
Het grafische systeem in uw computer kan een deel van het hoofdgeheugen van de computer gebruiken om de grafische prestaties te verbeteren. Dit vermindert mogelijk de hoeveelheid systeemgeheugen die voor andere computeractiviteiten beschikbaar is. De hoeveelheid systeemgeheugen die wordt toegewezen om de grafische prestaties te verbeteren, hangt af van het grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren.
n 2 SODIMM-sockets voor uitbreiding tot
maximaal 2 GB (Twee keer 1 GB)
n SODIMM-capaciteit: 512 MB, 1024 MB,
2048 MB
n Dubbelkanaalsondersteuning
BIOS
n 1024 KB Flash ROM voor systeem-BIOS n Wachtstand naar geheugen of vaste schijf n Hardwarematige wachtwoordbeveiliging n Verschillende sneltoetsfuncties voor
systeembeheer
n Volledige ACPI 2.0-functionaliteit
Voeding
Accu-eenheid Lithium-ion smart accu-eenheid met 6 cellen en
Gebruikershandleiding 1-2
een capaciteit van 43,2 W (10,8 V/4000 mAH) Oplaadtijd tot 100% accucapaciteit is circa 12 uur
of meer (met systeem ingeschakeld). Oplaadtijd tot 100% accucapaciteit is circa 4 uur
(met systeem uitgeschakeld). De ontlaadtijd in de slaapstand bedraagt circa
twee dagen voor de accu met 6 cellen. Ontladingstijd in afsluitmodus is circa één (1)
maand.
Page 23
Voorzieningen L40-serie
Vrijwaringsverklaring (levensduur accu)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 9 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de levensduur van de accu.
RTC-batterij De computer heeft een interne batterij voor de
RTC (Real Time Clock), de kalender en de informatie voor het instellen. Zonder externe voedingsbron gaat deze batterij ten minste een maand mee.
Netadapter De universele netadapter voorziet het systeem
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De adapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer.
TouchPad
Met het touchpad en de besturingsknoppen in de polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen.
Beeldscherm (LCD)
15,4-inch WXGA TFT-scherm met een resolutie van 1280 horizontale × 800 verticale pixels
Vrijwaringsverklaring (LCD)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 9 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot het LCD-beeldscherm.
Grafische controller Geïntegreerde grafische controller voor Mobile
Gebruikershandleiding 1-3
Intel® GL960 Express-chips Grafische controller voor optimale
beeldschermprestaties. Raadpleeg het gedeelte
Weergavemodi in bijlage B voor meer informatie.
Page 24
Voorzieningen L40-serie
Vrijwaringsverklaring (GPU - Graphics Processor Unit)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 9 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de GPU (Graphic Processor Unit).
Schijven
Vaste schijf Afhankelijk van het gekochte model is een van de
volgende schijven geïnstalleerd: 60,0 miljard bytes (55,88 GB) 80,0 miljard bytes (74,51 GB) 120,0 miljard bytes (111,26 GB) 160,0 miljard bytes (149,01 GB) Ondersteuning voor vaste schijven van 9,5 mm/
2,5 inch
Vrijwaringsverklaring (capaciteit van de vaste schijf)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 9 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de vaste­schijfcapaciteit.
CD-RW-/ DVD-ROM-station
Gebruikershandleiding 1-4
Sommige modellen zijn uitgerust met een CD-RW-/DVD-ROM-module van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/CD-RW's kunt vastleggen en CD’s/DVD's van 12 cm of 8 cm kunt lezen. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM’s en 24-speed voor CD-ROM’s. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R’s en 24-speed voor CD-RW’s. Dit station ondersteunt de volgende indelingen:
n DVD-ROM n DVD-Video n CD-R n CD-RW n CD-DA n CD-Text n Photo CD (single/multi-session) n CD-ROM Mode1, Mode2 n CD-ROMXA Mode2 (Form1, Form2) n Enhanced CD (CD-EXTRA)
Page 25
Voorzieningen L40-serie
DVD Super Multi­station met opnameondersteuning voor Double Layer­schijven
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte met dubbellaagse ondersteuning waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en CD's/DVD's van 12 cm of 8 cm kunt lezen. Het station leest DVD-ROM’s met maximaal 8-speed en CD-ROM’s met maximaal 24-speed. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R's, 16-speed voor CD-RW's, 8-speed voor DVDR's, 6-speed voor DVD-RW's, 8-speed voor DVD+RW's, 8-speed voor DVD+R's, 4-speed voor DVD+R's (Double Layer), 4-speed voor DVD-R's (Dual Layer) en 5-speed voor DVD-RAM's. Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als het CD-RW/ DVD-ROM-station en tevens:
n DVD-ROM n DVD-video n DVD-R n DVD-RW n DVD+R n DVD+RW n DVD-RAM n DVD+R (Double Layer) n DVD-R (Dual Layer) n CD-R n CD-RW n CD-DA n CD-Text n Photo CD (single/multi-session) n CD-ROM Mode1, Mode2 n CD-ROMXA Mode2 (Form1, Form2) n Enhanced CD (CD-EXTRA)
Computers in deze serie kunnen worden geconfigureerd met meerdere typen optische schijfstations. Wend u tot uw dealer voor meer informatie over de beschikbare optische schijfstations.
Sleuven (afhankelijk van de configuratie)
Express-kaart
Kaartlezer voor meerdere digitale media (SD/SDHC/ MMC/MS/MS Pro/xD)
Gebruikershandleiding 1-5
Hiermee kunt u gemakkelijk gegevens overbrengen van vijf verschillende typen geheugenkaarten voor algemene multimedia in verschillende apparaten, zoals PDA's en digitale camera's.
Page 26
Voorzieningen L40-serie
Poorten
Externe monitor De 15-pens analoge VGA-poort ondersteunt
VESA DDC2B-compatibele functies.
Universal Serial Bus De computer heeft drie USB 2.0-poorten, die
gegevensoverdrachtsnelheden ondersteunen die ruim 40 maal hoger zijn dan met USB 1.1 (eveneens door deze computer ondersteund).
Multimedia
Geluidssysteem Het geïntegreerde Windows-compatibele
geluidssysteem biedt ondersteuning voor zowel interne luidsprekers als aansluitingen voor externe microfoons en hoofdtelefoons.
Hoofdtelefoonbus Er is een standaard 3,5-mm stereobus voor
aansluiting van externe hoofdtelefoons of luidsprekers.
Microfoonbus Op de standaard 3,5-mm mini-microfoonbus kan
een monomicrofoon worden aangesloten.
Communicatie (afhankelijk van de configuratie)
Modem Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
LAN De computer heeft ingebouwde ondersteuning
Draadloos LAN Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
Gebruikershandleiding 1-6
met modemfunctionaliteit. De ingebouwde modem voorziet in gegevens- en
faxcommunicatie. Het ondersteunt de V.90- of V.92-standaarden (afhankelijk van de regio) en heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. De snelheid van gegevens- en faxverzending is afhankelijk van de omstandigheden van de analoge telefoonlijn.
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX).
met een minikaart voor draadloze LAN's die compatibel is met andere systemen die ondersteuning bieden voor de 802.11b/g- en
802.11a/b/g-standaarden voor draadloze communicatie. De kaart ondersteunt frequentiebandselectie tussen 2,4 GHz of 5 GHz en zoeken op meerdere kanalen.
Page 27
Beveiliging
Beveiligingsslot

Speciale voorzieningen

Sneltoetsen Door middel van deze toetscombinaties kunt u de
Beeldscherm automatisch uitschakelen
Automatisch uitschakelen van vasteschijfstation
Systeem in automatische slaapstand/zuinige slaapstand
Geïntegreerde numerieke toetsen
wachtwoord voor opstarten
Voorzieningen L40-serie
Wachtwoordbeveiliging voor opstarten Wachtwoordarchitectuur met twee niveaus
Hiermee kan de computer door middel van een optioneel beveiligingsslot aan een bureau of ander groot, zwaar voorwerp worden verankerd.
systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een systeemconfiguratieprogramma te hoeven gebruiken.
Met deze functie wordt het interne beeldscherm automatisch uitgeschakeld als het toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de tijd opgeven in de opties voor energiebeheer.
Met deze functie wordt de vaste schijf automatisch uitgeschakeld als gedurende een bepaalde tijd geen activiteit op de vaste schijf heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt. U kunt de tijd opgeven in de opties voor energiebeheer.
Met deze functie wordt het systeem automatisch in de slaapstand of de zuinige slaapstand gezet als een bepaalde tijd geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. U kunt de tijd opgeven en een keuze maken uit System Sleep (Systeem in slaapstand) en System Hibernate (Systeem in zuinige slaapstand) in de opties voor energiebeheer.
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde numerieke toetsen.
Er zijn een aantal niveaus van wachtwoordbeveiliging: Supervisor en Gebruiker. Deze beveiligingsniveaus kunnen voorkomen dat onbevoegden uw computer gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-7
Page 28
Voorzieningen L40-serie
Battery Save Mode (energiebesparings­modus)
Instant Security (directe beveiliging)
In-/uitschakelen via LCD (Panel power on/ off)
Low Battery Automatic Hibernation (automatische slaapstand bij lage acculading)
Zuinige slaapstand Met deze functie kunt u uw computer uitschakelen
Slaapstand In de slaapstand blijft de computer ingeschakeld,
Met deze voorziening kunt u accuenergie besparen. U kunt het niveau van het energiebeheer opgeven in de opties voor energiebeheer.
Met een speciale sneltoets kunt u de computer blokkeren. Deze functie zorgt voor gegevensbeveiliging.
Deze functie schakelt de computer uit als het beeldscherm wordt gesloten en schakelt de computer weer in als het scherm wordt geopend. U kunt deze instelling opgeven in de opties voor energiebeheer.
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de sluimerstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. U kunt deze instelling opgeven in de opties voor energiebeheer.
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
maar worden de processor en alle andere apparaten feitelijk in een slaapstand gezet. Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-lampje oranje. De computer wordt in de slaapstand gezet ongeacht de instelling voor de zuinige slaapstand.
n Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
n Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
n Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat. In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.

Hulpprogramma's en toepassingen

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de onlinehandleiding, Help- of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.
Gebruikershandleiding 1-8
Page 29
Voorzieningen L40-serie
TOSHIBA Assist Dit is een grafische gebruikersinterface waarmee
u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt verkrijgen.
TOSHIBA DVD-speler Deze speler heeft een scherminterface en -
functies voor het afspelen van DVD-videoschijven.
Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid en beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van bepaalde DVD-videotitels. Sluit de netadapter van de computer aan wanneer u een DVD-video afspeelt. Energiebesparende functies kunnen een vloeiende weergave verstoren.
TOSHIBA ConfigFree Dit is een programmapakket waarmee
communicatieapparaten en netwerkverbindingen op eenvoudige wijze kunnen worden beheerd. Met ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken.
Als u ConfigFree wilt starten, klikt u op Start
All Programs (Alle programma's) TOSHIBA Networking (Netwerk) ConfigFree.
TOSHIBA Disc Creator
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen maken: audio-CD's die op een gewone stereo­CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data­CD's voor het opslaan van de bestanden en mappen op uw vaste schijf. Deze software kan alleen worden gebruikt op modellen met een CD-RW/DVD-ROM-station of een DVD Super Multi-station.
Geluiddemper voor cd/dvd-station
Met dit hulpprogramma kunt u de leessnelheid van het optische station configureren. U kunt de normale modus of de stille modus configureren. In de normale modus werkt het station op maximale snelheid voor een snelle toegang tot gegevens en in de stille modus kunt u op single speed geruislozer naar CD's luisteren. Het heeft geen invloed op het DVD-station.
Ulead DVD MovieFactory
®
voor
U kunt een digitale video bewerken en een video-DVD maken.
TOSHIBA
(afhankelijk van configuratie)
Gebruikershandleiding 1-9
Page 30
Voorzieningen L40-serie

Opties

Windows Mobility Center
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties toe te voegen. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenmodules Er kunnen twee geheugenmodules in de
Gebruik alleen PC5300*-compatibele DDRII-geheugenmodules. Neem contact op met uw TOSHIBA-dealer voor nadere informatie.
* De beschikbaarheid van DDRII is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Het Mobiliteitscentrum is een hulpprogramma dat in één venster snel toegang biedt tot diverse instellingen voor draagbare pc's. Standaard biedt het besturingssysteem maximaal acht groepen aan, terwijl twee extra groepen worden toegevoegd aan het Mobiliteitscentrum.
n Computer vergrendelen:
Hiermee kunt u de computer vergrendelen zonder deze uit te schakelen. Dit is dezelfde functie als de vergrendelknop onder in het rechterdeelvenster van het menu Start.
n TOSHIBA Assist:
Hiermee kunt u TOSHIBA Assist openen als dit al op uw computer is geïnstalleerd.
computer worden geïnstalleerd.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij uw
Netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
USB-diskettestation Hiermee kunt u een diskettestation op de
Gebruikershandleiding 1-10
TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserve­exemplaar of ter vervanging gebruiken.
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
computer aansluiten door middel van een USB-kabel.
Page 31
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.
Bepaalde soorten notebookchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties voor een volledige productserie te huisvesten. Uw geselecteerde model heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het notebookchassis, tenzij u voor al deze voorzieningen hebt gekozen.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm gesloten.
Rondleiding
Hoofdstuk 2
2 3
1
54
1. Aan/uit-lampje
2. Acculampje
3. Lampje voor vaste schijf
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Aan/uit-lampje Tijdens normaal gebruik is het Aan/uit-lampje
groen. Het lampje knippert oranje wanneer het systeem in de slaapstand staat en het lampje is uit wanneer de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat.
Gebruikershandleiding 2-1
4. Schakelaar voor draadloze communicatie*
5. Lampje voor draadloze communicatie*
Page 32
Accu-lampje Het acculampje geeft het ladingsniveau van de
Lampje voor vaste schijf
Schakelaar voor draadloze communicatie*
Draadloze­communicatielampje*

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Rondleiding
accu aan. Het lampje brandt groen wanneer de accu volledig is opgeladen. Het lampje brandt oranje wanneer de accu door de netadapter wordt opgeladen. Het knippert oranje wanneer de accu bijna leeg is.
Het lampje voor de vaste schijf geeft aan of de vaste schijf wordt gebruikt. Telkens wanneer de computer een programma uitvoert, een bestand opent of een andere functie verricht waarbij de vaste schijf wordt gebruikt, gaat dit lampje branden.
Met de schakelaar voor draadloze communicatie wordt de zender/ontvanger van het draadloze netwerk ingeschakeld. Het draadloze­communicatielampje brandt ten teken dat de draadloze netwerkfunctie is ingeschakeld.
Geeft aan of het draadloos LAN actief is.
1
2 3 4 5
1. Hoofdtelefoonaansluiting
2. Microfoonaansluiting
3. USB-poort
4. Lampje voor kaartsleuf vo or meerdere digitale media* en kaartsleuf voor meerdere digitale media*
5. Sleuf voor Express-kaart
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Hoofdtelefoonaanslui­ting
Op de hoofdtelefoonbus kunt u een stereohoofdtelefoon of andere audio­uitvoerapparatuur zoals externe luidsprekers aansluiten. Als u een hoofdtelefoon of een ander apparaat op deze bus aansluit, worden de interne luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 2-2
Page 33
Rondleiding
Microfoonaansluiting Op de standaard 3,5-mm mini-microfoonbus kan
een drie-aderige miniplug voor een monomicrofoon worden aangesloten.
Universal Serial Bus-poort (USB)
Via de Universal Serial Bus-poorten (compatibel met USB 2.0 en 1.1) kunt u USB-apparaten zoals toetsenborden, muizen, vaste schijven, scanners en printers aansluiten op de computer.
Lampje voor kaartsleuf voor meerdere digitale
Het lampje voor de sleuf voor meerdere digitale mediakaarten gaat branden als de kaart in de sleuf in gebruik is.
media
Kaartsleuf voor meerdere digitale media
Met de sleuf voor meerdere digitale mediakaarten kunt u mediakaarten van digitale fotocamera's en andere verschillende soorten draagbare gegevensapparaten gebruiken.
Het groene lampje naast de aansluiting van de mediakaartlezer knippert als de computer toegang heeft tot de mediakaart.
/
Sleuf voor Express-kaart

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Optisch station De computer is uitgerust met een optisch-
Lampje voor optisch schijfstation
Met de Express-kaart kunt u een extra Express-kaart installeren.
1 2
1. Optisch schijfstation 2. Lampje voor optisch station
stationsmodule van volledige grootte waarin u schijven van 12 cm of 8 cm zonder adapter kunt uitvoeren. Raadpleeg het gedeelte Schijven/ stations in dit hoofdstuk voor technische specificaties voor elk station, en hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor informatie over het
gebruik van het station en het omgaan met schijven.
Dit lampje geeft aan wanneer het optische schijfstation wordt gebruikt.
Gebruikershandleiding 2-3
Page 34

Achterkant

De volgende afbeelding illustreert het achterpaneel van de computer.
Rondleiding
5 61 2 3 4
1. RGB-(monitor)poort
2. USB-poorten
3. LAN-poort
4. Modempoort*
5. Gelijkstroomingang (19 V)
6. Luchtopeningen
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
model.
RGB-monitorpoort Via deze 15-pens poort kunt u een extern
beeldscherm op de computer aansluiten.
Universal Serial Bus-poort (USB)
Via de Universal Serial Bus-poorten (compatibel met USB 2.0 en 1.1) kunt u USB-apparaten zoals toetsenborden, muizen, vaste schijven, scanners en printers op de computer aansluiten.
LAN-poort Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter biedt ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX).
Modemaansluiting In regio’s waar standaard een interne modem
wordt geïnstalleerd, kunt u met een modemkabel via deze aansluiting het modem rechtstreeks aansluiten op een telefoonlijn.
Gelijkstroomingang
Op de DC-IN-poort sluit u de netadapter aan.
(19 V)
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
Om oververhitting van de CPU te voorkomen dient u ervoor te zorgen dat de luchtopeningen niet worden geblokkeerd.
Gebruikershandleiding 2-4
Page 35

Onderkant

De volgende afbeelding geeft de onderkant van de computer weer.
Rondleiding
4
3
2
1
1. Accu-eenheid
2. Vergrendeling van de accu­eenheid
3. Accuvergrendelingsschuif
4. Geheugenuitbreidingssleuf
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden voor
uitgebreide informatie over de accu-eenheid.
Vergrendeling van de accu-eenheid
Als u deze vergrendeling naar de vergrendelstand schuift, kan de accu-eenheid niet worden losgemaakt, zelfs niet als u de accuvergrendelingsschuif open probeert te zetten.
Accuvergrendelings­schuif
Als de vergrendeling van de accu-eenheid in de ontgrendelde stand staat, kunt u deze schuif opzij duwen om de accu-eenheid te verwijderen.
Geheugenuitbrei­dingssleuf
In deze sleuf kunt u een geheugenmodule installeren om het computergeheugen uit te breiden. Raadpleeg de paragraaf
Geheugenuitbreiding in Hoofdstuk 7: Optionele apparaten.
Gebruikershandleiding 2-5
Page 36

Voorkant met geopend beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm geopend. Als u het beeldscherm wilt openen dient u de vergrendelingsschuif op de voorkant van het beeldscherm te verschuiven en het scherm omhoog te kantelen. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
5
6
Rondleiding
1
2
3
4
7
1. Beeldscherm
2. Lampjes voor de toetsenbordstatus
3. Aan/uit-knop
4. Toetsenbord
5. TouchPad
6. Linker- en rechterluidspreker
7. Bedieningsknoppen voor TouchPad
Beeldscherm Op het LCD-scherm worden contrastrijke tekst en
afbeeldingen weergegeven met een resolutie van 1280 × 800 pixels. Raadpleeg bijlage B,
Weergavemodi, voor meer informatie. Wanneer
de computer op de netadapter werkt, is het beeld op het scherm helderder dan wanneer de computer op accu-energie werkt. Dit is normaal en is bedoeld om accu-energie te besparen.
Gebruik een schermbeveiligingsprogramma (screensaver) als u niet met de computer werkt om de levensduur van het beeldscherm te verlengen.
Aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer in en uit
te schakelen. De aan/uit-knop bevat een lampje dat groen brandt wanneer het systeem is ingeschakeld.
Gebruikershandleiding 2-6
Page 37
Toetsenbord Het toetsenbord biedt toetsen van volledige
TouchPad Het TouchPad-aanwijsapparaat bevindt zich in
Linker en rechter luidspreker
Bedieningsknoppen voor touchpad

Toetsenbordlampjes

Rondleiding
grootte die comfortabel kunnen worden ingedrukt en polssteun voor beide handen. Er zijn twee Windows-functietoetsen in het Windows­besturingssysteem beschikbaar.
het midden van de polssteun en kan worden gebruikt om de schermaanwijzer te verplaatsen. Raadpleeg de paragraaf Het touchpad gebruiken in hoofdstuk 4: Grondbeginselen.
De computer heeft twee luidsprekers voor weergave van stereogeluid.
Met de besturingsknoppen onder het touchpad kunt u menuopties selecteren en bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
CAPS LOCK-
MODUS
NUMERIEKE
MODUS
SCROLL LOCK-
MODUS
Caps Lock-modus Het lampje van het pictogram van de Caps Lock-
modus gaat branden wanneer u op de toets Caps Lock drukt. In dat geval wordt bij het indrukken van een lettertoets een hoofdletter weergegeven.
Numerieke modus Als het lampje van de numerieke modus groen
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de lichtgrijze opschriften) gebruiken om cijfers in te voeren. Raadpleeg het gedeelte over de numerieke toetsen in hoofdstuk 5: Het toetsenbord.
Scroll Lock-modus Als het lampje van het pictogram van de Scroll
Lock-modus groen brandt, kunt u de Scroll Lock­modus gebruiken. In de Scroll Lock-modus kunt u met de pijltjestoetsen door de inhoud in het venster bladeren en hoeft u de cursor niet te verplaatsen, afhankelijk van de toepassing.
Gebruikershandleiding 2-7
Page 38

Optisch station

Afhankelijk van de configuratie heeft de computer een CD-RW/ DVD-ROM-station of een DVD Super Multi-station met Double Layer. Voor het aansturen van deze optische stations wordt een ATAPI-interface­controller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een schijf, gaat het lampje op het station branden.
Regiocodes voor DVD-stations en media
Het schijfstation en de media worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor uw station.
Code Regio
1 Canada, Verenigde Staten
2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten
3 Zuid-Oost-Azië, Oost-Azië
4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden, Midden-
Amerika, Zuid-Amerika, Caraïbisch gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-Korea, Mongolië
6 China
Rondleiding
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven beschreven. Controleer de specificaties van uw station om te zien welke typen schijven het kan beschrijven. Gebruik Record Now! voor het beschrijven van CD's. Raadpleeg hoofdstuk 4: Grondbeginselen.
CD's
n Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
n CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meer dan één keer
worden beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of high-speed schijven (4x tot 10x). De schrijfsnelheid van ultra-speed CD-RW's is maximaal 24-speed.
DVD's
n DVD-R's en DVD+R's kunnen slechts één keer worden beschreven.
De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
n DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
Gebruikershandleiding 2-8
Page 39
Rondleiding
CD-RW-/DVD-ROM-station
In de CD-RW-/DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's vastleggen en schijven van 12 cm of 8 cm lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
CD lezen 24-speed (maximaal)
CD-R schrijven 24-speed (maximaal)
CD-RW schrijven 24-speed (maximaal, ultra-speed media)
DVD Super Multi-station met opnameondersteuning voor Double Layer-schijven
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare schijven vastleggen en schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen zonder een adapter te gebruiken.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenrand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
DVD-R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-RW schrijven 6-speed (maximaal)
DVD+R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD+RW schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-RAM schrijven 5-speed (maximaal)
CD lezen 24-speed (maximaal)
CD-R schrijven 24-speed (maximaal)
CD-RW schrijven 16-speed (maximaal, ultra-speed schijven)
DVD+R (DL) schrijven 4-speed (maximaal)
DVD-R (DL) schrijven 4-speed (maximaal)
Dit station is niet compatibel met schijven die schrijven met 8-speed of sneller (bij DVD-R's, DVD+R's met Single Layer en DVD+RW's), 6-speed of sneller (bij DVD-RW's), 5-speed (bij DVD-RAM's) en ultra-speed+ of sneller (bij CD-RW's).
Netadapter
De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en vermindert de spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken.
Gebruikershandleiding 2-9
Page 40
Rondleiding
Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een voedingsbron en op de computer. Voor meer informatie raadpleegt u hoofdstuk 6: Stroomvoorziening en spaarstanden.
Gebruik ALLEEN de netadapter die bij de computer is geleverd of een netadapter die door TOSHIBA is gecertificeerd.
Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitvoer voor de computer bedraagt 19 Volt.
Gebruikershandleiding 2-10
Page 41
Voor u begint
Lees de instructiehandleiding voor veiligheid en comfort die bij het apparaat is meegeleverd voordat u uw computer gaat gebruiken.
De instructiehandleiding voor veiligheid en comfort voorziet u van instructies zodat u uw computer veilig en optimaal kunt gebruiken.
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
n De netadapter aansluiten n Het beeldscherm openen n De computer inschakelen n Voor het eerst opstarten n De computer uitschakelen n Computer opnieuw opstarten n De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf
Productherstel (wordt bij een aantal modellen geleverd)
Voor u begint
Hoofdstuk 3
Lees in elk geval het gedeelte Voor het eerst opstarten zorgvuldig door; hierin wordt beschreven welke handelingen u moet uitvoeren wanneer u de computer voor het eerst inschakelt.

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien. De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen 100 en 240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6:
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het opladen van
de accu-eenheid met de netadapter.
Gebruikershandleiding 3-1
Page 42
Voor u begint
Gebruik ALLEEN de netadapter die bij de computer is geleverd of een netadapter die door TOSHIBA is gecertificeerd.
Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitvoer voor de computer bedraagt 19 Volt.
1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de DC IN-gelijkstroomingangspoort op de achterkant van de computer.
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan. De accu- en
DC IN-lampjes op de voorzijde van de computer moeten gaan branden.

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal kijkgemak.
1. Schuif de schermvergrendeling op de voorkant van de computer.
2. Kantel het scherm omhoog en zet het in de stand waar u er het beste zicht op hebt.
Gebruikershandleiding 3-2
Page 43
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.

De computer inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Voor het eerst opstarten in dit hoofdstuk.
1. Controleer of het USB-diskettestation leeg is als er een dergelijk station is aangesloten. Als het station een diskette bevat, dient u op de uitwerpknop te drukken en de diskette te verwijderen.
2. Open het beeldscherm.
3. Druk op de aan/uit-knop van de computer en laat deze weer los.
Voor u begint

Voor het eerst opstarten

Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het opstartscherm van Windows Vista Tijdens de configuratie kunt u op de knop Terug klikken om terug te keren naar het vorige scherm.
Vergeet niet om de Windows-gebruiksrechtovereenkomst zorgvuldig door te lezen.
Gebruikershandleiding 3-3
®
. Volg de aanwijzingen op elk scherm.
Page 44

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende drie modi:
Shut down (Boot) Mode (Afsluitmodus (ofwel opstartmodus)), Hibernation Mode (Zuinige slaapstand) of Sleep Mode (Slaapstand).
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; en de volgende keer zal bij het opstarten van de computer het hoofdscherm van het besturingssysteem worden weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of een opslagmedium.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD of diskette).
n Zorg dat het lampje voor de vaste schijf uit staat. Als u de computer
uitschakelt terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
n Schakel nooit de stroom uit terwijl een toepassing actief is Dit kan tot
gegevensverlies leiden.
n Schakel nooit de stroom uit, koppel nooit een extern opslagapparaat
los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
Voor u begint
3. Klik op Start en vervolgens op de pijlknop ( ) bij de knoppen voor energiebeheer ( ) en selecteer de afsluitmodus in het menu.
4. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even om schade aan de randapparatuur te voorkomen.
Sleep Mode (Slaapstand)
Als u de computer in de slaapstand zet, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
Gebruikershandleiding 3-4
Page 45
Voor u begint
n Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de
slaapstand gezet conform de instellingen in het dialoogvenster Power Options (Energiebeheer).
n Als u de computer uit de slaapstand wilt halen, drukt u op de aan/uit-
knop of drukt u op een willekeurige toets.
n Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld en uit de slaapstand wordt gehaald.
n Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Power Options (Energiebeheer). Hierna is de computer echter niet langer compatibel met de Energy Star-richtlijnen.
n Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
n Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
n Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat, tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten. In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
n De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de zuinige
slaapstand.
n De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
n U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De sluimerstand uitvoeren
U kunt de slaapstand ook inschakelen door op Fn + F3 te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt de slaapstand op een van de volgende drie manieren activeren:
1. Klik op Start en vervolgens op de slaapknop ( ) bij de knoppen voor energiebeheer ( ), of klik op de pijlknop ( ) en selecteer Sleep (Slaapstand) in het menu.
2. Sluit het LCD-scherm van de computer. Deze functie moet zijn ingeschakeld. U schakelt de slaapstand in door te klikken op Start Configuratiescherm Systeem en onderhoud Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 3-5
Page 46
3. Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet ingeschakeld zijn. U schakelt de slaapstand in door te klikken op Start
Configuratiescherm Systeem en onderhoud Energiebeheer Choose what the power button do (Kies wat er gebeurt als u het scherm sluit).
Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
n Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/
uit-lampje oranje.
n Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur
verlengen door af te sluiten in de sluimerstand, aangezien de slaapstand meer energie gebruikt als de computer uit staat.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
n De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet. n Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Slaapstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld als de computer weer wordt aangezet. De status van de randapparaten die op de computer zijn aangesloten, wordt niet opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand.
Voor u begint
n Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
n Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat de
gegevens volledig zijn opgeslagen, gaan gegevens verloren. Wacht tot het vaste-schijflampje uitgaat.
n Wanneer de computer in de sluimerstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
n Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
n Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
Gebruikershandleiding 3-6
Page 47
Voor u begint
n De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
n U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
1. Klik op Start en klik op de pijlknop ( ) in de knoppen voor energiebeheer ( ).
2. Selecteer Hibernate (Zuinige slaapstand) in het menu.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de zuinige slaapstand gezet wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Klik op Systeem en onderhoud en vervolgens op Energiebeheer.
3. Klik op Choose what the power buttons do (Kies wat de aan/ uit-knop doet) of Choose what closing the lid does (Kies wat er gebeurt als u het scherm sluit).
4. Activeer de gewenste sluimerstandinstelling voor Als ik op de aan/ uit-knop druk en Als ik het scherm sluit.
5. Klik op de knop Save changes (Wijzigingen opslaan).
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de zuinige slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze periode brandt het lampje voor de vaste schijf.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Gebruikershandleiding 3-7
Page 48

Computer opnieuw opstarten

Mogelijk dient u uw computer opnieuw op te starten bij bijvoorbeeld wijzigingen in computerinstellingen en bij systeemfouten.
Er zijn drie (3) manieren om de computer opnieuw op te starten. U kunt één van de volgende stappen uitvoeren:
n Klik op Start en vervolgens bij de energiebeheerknoppen ( ) op de
pijltoets ( ), en selecteer Restart (Opnieuw opstarten) in het menu.
n Druk op Ctrl + Alt + Del om het menuvenster weer te geven en
selecteer vervolgens Restart (Opnieuw opstarten) in de opties voor Shut Down (Afsluiten).
n Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden
ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 tot 15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door de aan/uit­knop in te drukken.

Opties voor systeemherstel

Een verborgen partitie van circa 1,5 GB op de vaste schijf is toegewezen voor de opties voor systeemherstel.
De opties voor systeemherstel kunnen niet meer worden gebruikt als deze partitie wordt verwijderd.
De opties voor systeemherstel zijn op de vaste schijf geïnstalleerd bij aflevering uit de fabriek. Het menu voor systeemherstel bevat enkele opties waarmee opstartproblemen kunnen worden gerepareerd, een diagnose kan worden uitgevoerd of het systeem kan worden hersteld. Zie voor meer informatie over "Opstarten herstellen" de paragraaf "Windows Help en ondersteuning".
De opties voor systeemherstel kunnen ook handmatig worden uitgevoerd om problemen te herstellen. Ga hierbij als volgt te werk. Volg de instructies in het schermmenu.
Als u de fouten wilt herstellen, volgt u de volgende stappen:
1. Schakel de computer uit.
2. Zet de computer aan terwijl u de toets F8 ingedrukt houdt.
3. Het menu Geavanceerde opstartopties verschijnt. Selecteer Uw computer repareren met behulp van de pijltoetsen en druk op Enter.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Voor u begint
De Windows Vista®-functie voor volledige back-up van de pc kan alleen worden gebruik in Windows Vista
Gebruikershandleiding 3-8
®
Business Edition en Ultimate Edition.
Page 49
Voor u begint

De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf Productherstel (wordt bij een aantal modellen geleverd)

Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruikt u de Herstel-CD om de bestanden te herstellen. Als u het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software wilt herstellen, dient u de volgende stappen uit te voeren.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan. U kunt de opties voor systeemherstel niet gebruiken als u de vooraf geïnstalleerde software herstelt zonder de opties voor systeemherstel.
1. Plaats de schijf Productherstel in het station en schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in. Als het bericht In Touch with Tomorrow TOSHIBA wordt weergegeven, drukt u op F12 om het opstartmenu weer te geven.
3. Gebruik de cursortoets om het CD-ROM-/DVD-ROM-station in het menu te selecteren.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als uw computer werd geleverd met andere geïnstalleerde software, kunt u deze software niet herstellen via de herstel-CD. Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of spelletjes) zo nodig apart vanaf andere media.
Gebruikershandleiding 3-9
Page 50
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik toegelicht; zo wordt ingegaan op het gebruik van het touchpad, optische schijfstations, het interne modem, LAN en draadloos LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer en voor bescherming tegen oververhitting.

Touchpad gebruiken

Om het touchpad te gebruiken plaatst u uw vingertop eenvoudig op het touchpad en schuift u deze in de richting waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Grondbeginselen
Hoofdstuk 4
2
1
1. Bedieningsknoppen voor touchpad
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een standaardmuis.
Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Druk niet te hard op het touchpad en gebruik geen spitse voorwerpen zoals ballpoints. Hierdoor kan het touchpad beschadigd raken.
Gebruikershandleiding 4-1
2. TouchPad
Page 51
Het touchpad heeft dezelfde functies als een muis met twee knoppen en een scrollwiel. Sommige functies kunt u activeren door het touchpad zachtjes aan te tikken in plaats van op een knop te drukken.
U kunt de bewerkingen van het aanwijsapparaat aanpassen in het venster Eigenschappen voor Muis. Open het Configuratiescherm, selecteer het pictogram Muis en druk op Enter om het venster Eigenschappen voor Muis te openen.
Klikken: Klik eenmaal op de linkerbesturingsknop of tik eenmaal
op het touchpad.
Dubbelklikken: Klik tweemaal op de linkerbesturingsknop of tik
tweemaal op het touchpad.
Schuiven: Verticaal: schuif uw vinger aan de rechterkant van het
touchpad omhoog of omlaag. Horizontaal: schuif uw vinger aan de onderkant van het
touchpad naar links of rechts.

Het interne modem gebruiken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het modem installeert en het gebruikt om verbinding te maken met andere computersystemen. Raadpleeg voor meer informatie de online Help-bestanden van de computer en van de modemsoftware.
Het interne modem biedt geen ondersteuning voor de spraakfuncties die in de online Help worden beschreven. De data- en faxfuncties worden wel ondersteund.
Grondbeginselen
n Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
n Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
* Sommige computers in deze serie zijn uitgerust met
modemfunctionaliteit.
Gebruikershandleiding 4-2
Page 52
Belangrijke veiligheidsinstructies
Neem bij het gebruik van uw telefoonapparatuur fundamentele veiligheidsvoorschriften in acht om het risico van brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel te beperken. Bijvoorbeeld:
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een
badkuip, wasbak of gootsteen, in een vochtige kelder of bij een zwembad.
2. Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nabijheid van het lek.
4. Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften variëren per land/regio, en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor het land/de regio waarin u het modem gaat gebruiken.
1. Open de toepassing Modem Region Select. U vindt deze toepassing in
het menu Programma’s onder TOSHIBA Networking (Netwerk).
Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
Grondbeginselen
2. Het pictogram Regioselectie, dat u hieronder ziet, wordt weergegeven op de Windows-taakbalk.
3. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met telefoonlocatie-informatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
4. Selecteer een regio uit het regiomenu of een telefoonlocatie uit het submenu.
n Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
n Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio-instelling van het modem.
Gebruikershandleiding 4-3
Page 53
Het menu met eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het volgende menu weer te geven.
Instellingen
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
Automatisch uitvoeren
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Dialoogvenster Keuze-opties openen na selectie van de regio
Het dialoogvenster Keuze-opties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Grondbeginselen
Locatielijst voor regioselectie
Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.
Dialoogvenster openen als modem en huidige telefoonlocatie niet overeenkomen
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Modemselectie
Als de computer het interne modem niet herkend, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de modem wilt gebruiken.
Keuze-opties
Als u deze optie selecteert, worden de keuze-opties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u verplicht Japan als regio te selecteren. Het is in strijd met de wet om de modem in Japan met een andere regioselectie te gebruiken.
Gebruikershandleiding 4-4
Page 54
Aansluiten
Om de kabel van de interne modem aan te sluiten, voert u de volgende stappen uit.
n Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
n Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.
2. Koppel het andere uiteinde van de modemkabel aan een telefoonaansluiting.
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl de kabel is aangesloten.
Grondbeginselen
Als u gebruik maakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een optisch station of een vaste schijf die aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld), is de modemsnelheid mogelijk laag of kan de communicatiesessie worden onderbroken.
Als het modem traag werkt of de communicatie tijdens modemgebruik wordt onderbroken, dient u de CPU-snelheid in te stellen op Maximum in Power Options (Energiebeheer).
Loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van de interne modem te los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde manier los van de computer.
Gebruikershandleiding 4-5
Page 55
LAN
De computer is uitgerust met netwerkhardware die ondersteuning biedt voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde).
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering op LAN is ingeschakeld.
Activering op LAN werkt niet op accu-energie. Bij gebruik van deze functie dient de computer altijd aangesloten te zijn op de netadapter.
De LAN-kabel aansluiten
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT5- of een CAT3-kabel.
Als u gebruikmaakt van 100BASE-TX Fast Ethernet, dient u de computer aan te sluiten met een CAT5-kabel.
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vast klikt.
Grondbeginselen
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
De LAN-kabel ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen.
1. Druk het palletje op de connector in de LAN-poort van de computer in en trek de connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde wijze los van de LAN-hub. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub loskoppelt.
Gebruikershandleiding 4-6
Page 56

Draadloos LAN

Het draadloze LAN is compatibel met andere LAN-systemen die voldoen aan de IEEE 802.11b/g of 802.11a/b/g-norm voor draadloos LAN.
Deze voorziening ondersteunt de volgende functies:
n Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik
54, 11, 5,5, 2 en 1 Mbit/s.
n AES-gegevenscodering (Advanced Encryption Standard), gebaseerd
op een 256-bits codeeralgoritme.
Ontwaken bij LAN-activiteit werkt niet in een draadloos LAN.
n Zwerven (roaming) over meerdere kanalen n Kaartenergiebeheer n WEP-gegevenscodering (Wired Equivalent Privacy)
Netwerk
Er kan mogelijk geen netwerkverbinding tot stand worden gebracht met een opgegeven netwerknaam via de functie voor ad hoc-netwerk. Om de netwerkverbindingen weer in te schakelen, moet het nieuwe netwerk worden geconfigureerd voor alle computers die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk.
Zorg dat u een nieuwe netwerknaam gebruikt.
Grondbeginselen
Beveiliging
1. TOSHIBA raadt met klem aan de coderingsfunctie in te schakelen. Uw computer kan anders via de draadloze LAN-verbinding toegankelijk zijn voor buitenstaanders, wat kan leiden tot diefstal of verlies van de opgeslagen gegevens. De eigenaar van een internetverbinding is bovendien verantwoordelijk voor alle browser-, download- en uploadactiviteiten die via deze verbinding verlopen. Een niet-beveiligd, draadloos netwerk dat direct op het internet is aangesloten, staat derhalve open voor misbruik door anderen.
2. TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor onrechtmatige toegang tot uw gegevens via de draadloze LAN-verbinding of voor eventuele beschadiging van die gegevens.
Schakelaar voor draadloze communicatie
U kunt de functie voor draadloos LAN in- of uitschakelen met de schakelaar voor draadloze communicatie. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar naar voren om de functie in te schakelen en naar achteren om de functie uit te schakelen.
Gebruikershandleiding 4-7
Page 57
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer aan de hand van het Draadloze-communicatie-lampje of de functie voor draadloze communicatie uit is (het lampje brandt in dat geval niet).
Draadloze-communicatie-lampje
Dit lampje geeft de status van de draadloze-communicatiefuncties aan.
Status van het lampje Betekenis
Lampje uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat
op uit.
Lampje brandt Schakelaar voor draadloze communicatie staat
op aan.

Optische schijfstations gebruiken

De illustraties in deze paragraaf stroken wellicht niet helemaal met uw station, maar het gebruik is voor alle optische schijfstations identiek. Het station van volledige grootte voorziet in snelle uitvoering van schijfprogramma’s. U kunt schijven van 12 cm of 8 cm zonder adapter gebruiken. Voor schijfstationsaansturing wordt een ATAPI­interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang krijgt tot een schijf, gaat het lampje op het station branden.
Grondbeginselen
Gebruik de TOSHIBA DVD-speler om DVD-video's te bekijken.
Als u een CD-RW/DVD-ROM-station hebt, raadpleeg dan ook het gedeelte CD's beschrijven met het CD-RW/DVD-ROM-station voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de paragraaf CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's.
Als u een DVD-ROM-station hebt, kunt u niet naar CD's schrijven.
Gebruikershandleiding 4-8
Page 58
Optische schijven laden
Voer de volgende stappen uit om schijven te laden.
1. Schakel de stroom in.
2. a. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen.
b. U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de stroom
van de computer is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de lade openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een rechtgebogen paperclip in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te steken.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-9
Page 59
Grondbeginselen
3. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
4. Plaats de schijf met het label omhoog in de lade.
Zorg dat u de lens of het gebied eromheen niet aanraakt. Hierdoor kunt u storingen teweegbrengen in de werking van het station.
5. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het lade-oppervlak.
Gebruikershandleiding 4-10
Page 60
6. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de lade gesloten is, bestaat het risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de ejectknop drukt.
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de schijf te verwijderen.
Grondbeginselen
Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het schijfstation. Wacht tot het optisch-stationslampje uitgaat voordat u de lade opent. Neem de schijf pas uit de lade nadat deze is opgehouden met draaien.
1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig open.
n Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot
de schijf is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig opentrekt.
n Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de uitwerpknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u de lade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel teweegbrengen.
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u hem kunt pakken. Til de schijf voorzichtig uit de lade.
Gebruikershandleiding 4-11
Page 61
Grondbeginselen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade vastklikt.

CD's beschrijven met een CD-RW-/DVD-ROM-station

Met het CD-RW-/DVD-ROM-station kunt u gegevens schrijven naar to CD-R-/CD-RW-schijven. Deze schrijftoepassing is vooraf geïnstalleerd:
TOSHIBA Disc Creator.
Belangrijk bericht
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het CD-RW-/DVD-ROM-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of andere schade.
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
n beschadiging van CD-R-/CD-RW-schijven als gevolg van het schrijf- of
herschrijfproces;
n Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/
CD-RW-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;
n Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Gebruikershandleiding 4-12
Page 62
Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven. Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen meer dan één keer worden beschreven.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en herschrijven van gegevens.
n De volgende fabrikanten van CD-R- en CD-RW-media worden
aanbevolen. De kwaliteit van media kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden. Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven. Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen meer dan één keer worden beschreven.
CD-R TAIYOYUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. RICOH Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW en High­speed CD-RW
Ultra-speed CD-RW MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
TOSHIBA heeft de werking van CD-R's en CD-RW's van bovenstaande fabrikanten bevestigd. De werking van andere media kan niet worden gegarandeerd.
n Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen ongeveer duizendmaal worden
beschreven. Het werkelijke aantal hangt af van de kwaliteit van de media en het gebruik ervan.
n Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u begint met
schrijven of herschrijven.
n Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware. n Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiliging.
n Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
n Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot het programma
klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere programma's die automatisch bestanden controleren op de achtergrond.
n Gebruik geen hulpprogramma's voor harde schijven, ook geen
programma's die de toegangssnelheid tot schijven vergroten, aangezien deze tot een instabiele werking kunnen leiden en gegevens kunnen beschadigen.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. RICOH Co., Ltd.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-13
Page 63
n Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
n Schrijven beschrijven met andere software dan TOSHIBA Disc Creator
(optioneel) is niet getest. De werking in combinatie met andere software kan niet worden gegarandeerd.
Schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
n Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:
n wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows Vista n gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
n het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
n handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
n het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten,
zoals PC-kaarten, USB-apparaten, een externe monitor, i.Link­apparaten of optische stations;
n gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren;
n Open het station.
n Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de
(zuinige) slaapstand.
n Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de (zuinige) slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het station kunt openen.
n Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
n Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
n Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Maak geen
gebruik van de Windows-functie Knippen-en-plakken aangezien de originele gegevens verloren gaan als er zich een fout voordoet.
Grondbeginselen
®
;
Gebruikershandleiding 4-14
Page 64
Grondbeginselen

CD’s/DVD’s schrijven naar een DVD Super Multi-station dat opnames op een Double Layer schijf ondersteunt

Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/RW-schijven en naar DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-schijven. De volgende schrijftoepassingen zijn vooraf geïnstalleerd.
n TOSHIBA Disc Creator. n Ulead DVD MovieFactory
Systems, Inc.
Belangrijk bericht
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-schijven of DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD-RAM-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
n beschadiging van CD-R-/RW-schijven of DVD-R-/RW-/+R-/
+RW-/RAM-schijven als gevolg van het (her)schrijfproces;
n Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R/
CD-RW-schijven, DVD-R/DVD-RW-schijven, DVD+R/ DVD+RW-schijven of DVD-RAM-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;
n Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
®
for TOSHIBA, een product van Ulead
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en herschrijven van gegevens.
n Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/ DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW-schijven en DVD-RAM-schijven aanbevolen. TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
Gebruikershandleiding 4-15
Page 65
Grondbeginselen
CD-R TAIYOYUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. RICOH Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW en High­speed CD-RW
Ultra-speed CD-
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. RICOH Co., Ltd.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
RW
DVD-R DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor
algemene versie 2.0 TAIYOYUDEN CO., LTD. Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
DVD-RW DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven,
Versie 1.1 of Versie 1.2 VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
DVD+R MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
RICOH Co., Ltd
DVD+RW MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
RICOH Co., Ltd.
*DVD-RAM DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor
versie 2.0, versie 2.1 of versie 2.2 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
DVD+R
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
(Double Layer)
DVD-R
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
(Dual Layer)
n Controleer of de disc van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is.
Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze gebruikt.
n Hoe vaak een CD-RW of DVD-RW/DVD+RW/DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
n Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen zogeheten authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden beschreven.
Gebruikershandleiding 4-16
Page 66
Grondbeginselen
n Alleen Format 1 wordt ondersteund voor DVD-R DL. Daarom kunt
u niets extra schrijven. Als uw gegevens minder dan DVD-R (SL) zijn, raden wij aan DVD-R (SL)-schijven te gebruiken.
n U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten. U kunt schijven met een capaciteit van 2,6 GB enkelzijdig of 5,2 GB dubbelzijdig niet gebruiken.
n DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's, DVD+RW's en DVD-RAM's kunnen
wellicht niet worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM-stations voor computers.
n Gegevens die naar een CD-R-, DVD-R- of DVD+R-schijf zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
n Gegevens die van een CD-RW-, DVD-RW-, DVD+RW- of
DVD-RAM-schijf zijn gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station verwijdert.
n Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD+R/DVD-RW/DVD+RW is
schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
n De schijf functioneert volgens de DVD-R/-RW-standaard en wordt
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.
n Er zijn twee soorten DVD-R/+R/-RW/+RW/-RAM-schijven verkrijgbaar:
data en video. U gebruikt een videodisc om videogegevens op te slaan. Videoschijven zijn geschikt voor DVD-recorders en DVD-ROM-stations van computers. U kunt datadiscs niet gebruiken in een DVD-recorder.
n Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
n Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde station schrijft.
n Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
n Als u wilt overschakelen naar de (zuinige) slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
n Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware. n Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een
schermbeveiliging.
n Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Gebruikershandleiding 4-17
Page 67
n Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot het programma
klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere programma's die automatisch bestanden controleren op de achtergrond.
n Gebruik geen hulpprogramma's voor harde schijven, ook geen
programma's die de toegangssnelheid tot schijven vergroten, aangezien deze tot een instabiele werking kunnen leiden en gegevens kunnen beschadigen.
n Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
n Schrijven met andere software dan TOSHIBA Disc Creator of Ulead
DVD MovieFactory
®
for TOSHIBA is niet bevestigd. De werking in combinatie met andere software kan derhalve niet worden gegarandeerd.
Schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:
n wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows Vista n gebruik van de computer zoals het hanteren van het aanwijsapparaat
(muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
n het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
n handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen;
n het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten, zoals
PC-kaarten, USB-apparaten, een externe monitor, i.Link-apparaten of optische stations;
n gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren;
n Open het station. n Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de
(zuinige) slaapstand.
n Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat
u overschakelt naar de (zuinige) slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het station kunt openen.
n Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
n Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Grondbeginselen
®
;
Gebruikershandleiding 4-18
Page 68
Grondbeginselen
n Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Maak geen
gebruik van de Windows-functie Knippen-en-plakken aangezien de originele gegevens verloren gaan als er zich een fout voordoet.

Wanneer u Ulead DVD MovieFactory® for TOSHIBA gebruikt

Een DVD-video maken
Vereenvoudigde stappen om een DVD-video te maken van videogegevens die zijn vastgelegd met een DV-camera:
1. Klik op Start All Programs (Alle programma's) DVD
MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
2. Plaats een DVD-RW of DVD+RW in de brander.
3. Klik op Video Disc (Videoschijf) Burn Video to Disc (Video naar schijf branden) om het dialoogvenster Direct Recording (Direct opnemen) te starten, selecteer DVD-Video/+VR om de pagina Straight Capture to Disc (Rechtstreeks vastleggen op schijf) te openen.
4. Selecteer DVD-Video (DVD-video-indeling).
5. Bevestig dat DV de opnamebron is.
6. Druk op de knop Capture (Opnemen).
Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video door een videobron toe te voegen.
1. Klik op Start All Programs (Alle programma's) DVD
MovieFactory for TOSHIBA  Ulead DVD MovieFactory for TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
2. Klik op Video Disc (Videoschijf) New Project (Nieuw project) om de 2e Launcher te starten, selecteer uw projecttype en start vervolgens DVD MovieFactory.
3. Voeg een bron van de vaste schijf toe door te klikken op de knop Add Video files om een navigatiedialoogvenster te openen.
4. Selecteer de bronvideo en ga naar de volgende pagina om het menu toe te passen.
5. Nadat u een menusjabloon hebt geselecteerd, klikt u op Next (Volgende) om naar de Burning Page (Branden-pagina) te gaan.
6. Selecteer het uitvoertype en klik vervolgens op Burn (Branden).
Meer informatie over Ulead DVD MovieFactory
Raadpleeg de handleiding en Help-bestanden voor meer informatie over Ulead DVD MovieFactory.
Gebruikershandleiding 4-19
®
Page 69
Belangrijke informatie over het gebruik
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD maakt:
1. Digitale video bewerken
n Meld u aan met beheerdersrechten om DVD MovieFactory te kunnen
gebruiken.
n Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u DVD
MovieFactory gebruikt.
n Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
n U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt. Als echter
een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk niet correct weergegeven.
n Met DVD MovieFactory kunt u geen auteursrechtelijk beschermde
inhoud bewerken of afspelen.
n Schakel de (zuinige) slaapstand niet in terwijl u DVD MovieFactory
gebruikt.
n Gebruik DVD MovieFactory niet direct nadat u de computer hebt
ingeschakeld. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.
n Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende
enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.
n Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
n Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD of
videoband.
n Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
n Ondersteunt geen mp3-decodering en -codering.
2. Voor u de video opneemt op DVD
n Als u opneemt op DVD, gebruik dan alleen schijven die worden
aanbevolen door de fabrikant van het station.
n Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste schijf
met USB 1.1, omdat dan geen DVD's geschreven kunnen worden.
n Vermijd de volgende handelingen:
n gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
n handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
n gebruik van de modusschakelaar en audio-/
videobedieningsknoppen om muziek of spraak af te spelen;
n het DVD-station openen;
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-20
Page 70
n het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, SD-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK- apparaten, optische digitale apparaten.
n Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen. n Een DVD-R/+R/-RW kan niet in VR-indeling worden beschreven. n Ondersteunt geen weergave van VCD- of SVCD-indeling.
3. Over Rechtstreeks naar schijf
n Opnemen op DVD-R/+R wordt niet ondersteund. n Opnemen in de DVD+VR-indeling van HDV wordt niet ondersteund. n Alleen HDV-ondersteuning om DVD-video te branden. n In de DVD-VR-indeling kan geenmenu worden toegevoegd.
4. Over opgenomen DVD’s
n DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's en DVD-RAM's kunnen wellicht niet
worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM-stations voor PC's.
n Als u een opgenomen schijf wilt afspelen op uw computer, gebruikt u de
softwaretoepassing TOSHIBA DVD-speler.
n Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een volledige
formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.

TOSHIBA Disc Creator

Opmerking: let op de volgende beperkingen wanneer u TOSHIBA Disc Creator gebruikt:
n TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van
DVD-video.
n TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van
DVD-audio.
n De functie Audio CD van TOSHIBA Disc Creator kan niet worden
gebruikt voor het opnemen van muziek op DVD-R/-RW of DVD+R/+RW.
n Gebruik de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator niet voor
het kopiëren van DVD-Video en DVD-ROM die auteursrechtelijk zijn beschermd. Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u geen back-up maken van DVD-RAM-media.
n U kunt de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator niet
gebruiken om de inhoud van een CD-ROM of CD-R/-RW naar een DVD-R/-RW of DVD+R/+RW te kopiëren.
n U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-Video-schijf,
DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met TOSHIBA Disc Creator.
n TOSHIBA Disc Creator kan niet opnemen in de pakketindeling.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-21
Page 71
Grondbeginselen
n Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u wellicht
geen back-up maken van een DVD-R-/-RW of DVD+R/+RW die met andere software op een andere DVD-R/-RW- of DVD+R/+RW-recorder is gemaakt.
n Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Het kan niets lezen vanuit 16-bits besturingsystemen zoals Windows 98 Tweede Editie en Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of later nodig om gegevens te kunnen lezen en in Windows 2000 hebt u hiervoor Service Pack 2 of later nodig. Sommige optische stations kunnen geen toegevoegde gegevens lezen, ongeacht welk besturingssysteem wordt gebruikt.
n Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door TOSHIBA
Disc Creator. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner of een ander hulpprogramma te gebruiken.
n Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-RW- of DVD+R-/DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk niet correct gekopieerd.
n Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
n Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gegevensverificatie
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft.
1. Geef het dialoogvenster met instellingen weer door een van de volgende twee stappen uit te voeren:
n
Klik op de instellingenknop ( ) voor schrijven op de hoofdwerkbalk in de modus
n Selecteer Setting for writing (Instellen op schrijven) Data
CD/DVD (Gegevens CD/DVD) in het menu Setting (Instelling).
2. Schakel het selectievakje Geschreven gegevens controleren in.
3. Selecteer de modus File Open of Full Compare.
4. Klik op OK.
Data CD/DVD
.

Behandeling van schijven

In dit gedeelte treft u tips aan voor het beschermen van de gegevens die u op schijven of diskettes hebt opgeslagen.
Gebruikershandleiding 4-22
Page 72

Diskettes

Grondbeginselen
Ga voorzichtig om met schijven. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden.
2. Buig de schijf niet.
3. Beschadig het oppervlak van een schijf niet door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een schijf bij de rand of bij het gat in het midden vast.
5. Stel schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of koude, en plaats geen zware voorwerpen op de schijven.
6. Als uw schijven stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine, verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
2. Duw het metalen schuifje van een diskette niet opzij en raak het magnetische oppervlak niet aan.
3. Buig diskettes niet en stel deze niet bloot aan direct zonlicht of extreme temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens verloren gaan.
4. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
5. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van een diskette beschadigen.
6. Magnetische energie kan de gegevens op uw diskettes vernietigen. Houd uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische velden genereren, zoals luidsprekers, radio's en tv's.
Gebruikershandleiding 4-23
Page 73

Meerdere beeldschermen instellen

U kunt de computer configureren voor het gebruik van meerdere beeldschermen, zodat het bureaublad in feite over twee monitors wordt verdeeld.
In het venster Eigenschappen voor Beeldscherm kunt u de relatieve posities van de twee beeldschermen (wanneer deze als een uitgebreid bureaublad zijn geconfigureerd) preciezer aanpassen. In dit venster kunt u de twee beeldschermen in een horizontale, verticale of diagonale configuratie plaatsen, zoals in de volgende afbeelding wordt aangegeven.
Grondbeginselen
Als er geen extern beeldscherm aangesloten zal zijn wanneer u de computer de volgende keer gebruikt, dient u eventuele kloonscherminstellingen of instellingen voor een uitgebreid bureaublad uit te schakelen alvorens de computer af te sluiten.
Kloonscherminstellingen zijn instellingen waar meer dan één apparaat is geselecteerd en tegelijk van toepassing is.
Gebruikershandleiding 4-24
Page 74

De computer reinigen

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
n Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen voordat u hem weer aanzet.
n Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.

De computer verplaatsen

De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst, dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
n Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voor u de computer verplaatst.
Controleer het vaste-schijf- en het optisch-stationslampje op de computer.
n Als er een diskette in het diskettestation zit, verwijdert u deze. n Als het optische schijfstation een schijf bevat, verwijdert u deze. Zorg
tevens dat de lade van het schijfstation goed is gesloten.
n Schakel de computer uit. n Ontkoppel alle randapparaten alvorens de computer te verplaatsen. n Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op aan het scherm of aan
de achterkant (waar de interfacepoorten zich bevinden).
n Sluit alle poortafdekkingen. n Ontkoppel de netadapter als deze is aangesloten. n Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-25
Page 75
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid toetsenbord met 104/105 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te drukken, kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met 104/ 105 toetsen beschikbaar zijn.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn zes soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, geïntegreerde numerieke toetsen, functietoetsen, zogenoemde "softkeys", speciale Windows

Typemachinetoetsen

De typemachinetoetsen produceren de hoofd- en kleine letters, cijfers, leestekens en speciale symbolen die op het scherm worden weergegeven.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine en het gebruik van een computertoetsenbord:
n Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties, die door een spatieteken worden gecreëerd, kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.
n Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet
verwisselbaar.
n Hoofdletter O en 0 (nul) zijn niet verwisselbaar. n Caps Lock, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen van
invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de cijfer­en symbooltoetsen.
n De Shift- of hoofdlettertoetsen, de Tab -toets en de toets BkSp
(backspace- ofwel correctietoets) hebben dezelfde functie als de gelijknamige typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale computerfuncties.
®
-toetsen en cursorbesturingstoetsen.
Het toetsenbord
Hoofdstuk 5
Gebruikershandleiding 5-1
Page 76

Functietoetsen F1 ... F12

De functietoetsen, niet te verwarren met de Fn-toets, zijn de 12 toetsen boven aan het toetsenbord. Deze toetsen zijn donkergrijs, maar werken anders dan de andere donkergrijze toetsen.
F1 tot en met F12 worden aangeduid als functietoetsen, omdat u hiermee geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u pictogramtoetsen in combinatie met de Fn-toets gebruikt, worden specifieke functies op de computer uitgevoerd. Zie de paragraaf Softkeys: Fn-toetscombinaties in dit hoofdstuk. De werking van individuele toetsen is afhankelijk van de software die u gebruikt.

Softkeys: Fn-toetscombinaties

De toets Fn (functie) is een bijzondere toets die alleen op TOSHIBA­computers aanwezig is en die in combinatie met andere toetsen "softkeys" vormt. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen activeren, uitschakelen of configureren.
In sommige softwareprogramma’s werken softkeys niet naar behoren of werken ze in het geheel niet. De softkey-instellingen worden niet hersteld door de slaapstandfunctie.
Het toetsenbord
Emulatietoetsen
Het is mogelijk dat uw softwaretoepassing een toets vereist die niet op het toetsenbord voorkomt. Door de Fn-toets in combinatie met een van de volgende toetsen in te drukken emuleert u de functies van het uitgebreide toetsenbord.
Druk op Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te activeren. De grijze toetsen met witte cijfers worden hierdoor cijfertoetsen (Fn + F11). Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk voor meer informatie over het gebruik van deze toetsen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.
Druk op Fn + F12 (ScrLock) om de cursor op een bepaalde regel te vergrendelen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 5-2
Page 77
Met Fn + Enter emuleert u de Enter-toets op het numerieke toetsenblok van het uitgebreide toetsenbord.

Sneltoetsen

Fn + ESC Mute (Dempen) – Hiermee schakelt u het volume in of uit.
Fn + F1 Lock (Vergrendelen) – Hiermee schakelt u de modus "Lock
Fn + F2 Power Plan Mode (Modus voor energieplan) – Hiermee
Fn + F3 Sleep (Slaapstand) – Hiermee wordt het systeem in de
Fn + F4 Hibernate (Zuinige slaapstand) – Hiermee wordt het systeem
Fn + F5 Output (Uitvoer) – Hiermee worden weergaven gewijzigd.
De standaardresolutie voor de simultaanmodus is WXGA (1280 × 800). Als u een RGB-monitor aansluit die deze resolutie niet ondersteunt, dient u de resolutie te wijzigen in het onderdeel "Display Properties" (Beeldschermeigenschappen).
Het toetsenbord
computer" (Computer vergrendelen) in. U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u opnieuw aan te melden.
worden de energiebesparingsmodi weergegeven, waarna u wijzigingen in de energie-instellingen kunt aanbrengen.
slaapstand gezet.
in de zuinige slaapstand gezet.
Fn + F6 Helderheid (verlagen)
Fn + F7 Helderheid (verhogen)
Fn + F8 Wireless (Draadloos) – Hiermee kunt u schakelen tussen
Fn + F9 Touchpad aan/uit
Fn + F11 Numeric Keypad On/Off (Numeriek toetsenblok aan/uit) –
Fn + F12 Scroll Lock aan/uit
Fn + Volume omhoog
Fn + Volume omlaag
Gebruikershandleiding 5-3
actieve apparaten als de draadloze communicatie is ingeschakeld.
Met deze sneltoets schakelt u het geïntegreerde cursortoetsenblok in en uit. Zie hoofdstuk 3 voor meer informatie.
Page 78

Speciale Windows-toetsen

Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows Vista® speciale functies hebben. De ene activeert het menu Start en de andere heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.
Deze toets activeert het Windows Vista
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.

Geïntegreerde numerieke toetsen

In plaats van een apart numeriek toetsenblok heeft het toetsenbord van uw computer geïntegreerde numerieke toetsen.
De toetsen met de witte opschriften in het midden van het toetsenbord zijn de geïntegreerde numerieke toetsen. Het toetsenbord heeft dezelfde functies als het numerieke toetsenblok.
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen
U kunt de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor het invoeren van cijfers of voor cursor- en paginabesturing.
®
-menu Start.
Het toetsenbord
Numerieke modus
Om de numerieke modus te activeren drukt u op Fn + F11 (het lampje van de numerieke modus gaat branden). Nu kunt u cijfers invoeren met de toetsen die hieronder worden geïllustreerd. Druk nogmaals op Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen.
Gebruikershandleiding 5-4
Page 79
Tijdelijk de cursormodus gebruiken
Als de numerieke modus actief is, kunt u tijdelijk naar de cursormodus overschakelen door op een Shift-toets te drukken. In de cursormodus is cursor- en paginabesturing mogelijk met de toetsen die zijn weergegeven in het onderstaande diagram.
PAUSE BREAK
CAPS LOCK
SHIFT
CTRL CTRLFN ALT
ALT
GR
Het toetsenbord
PRTSC
INS DEL
SYSRQ
BACK
HOME
SPACE
PGUP
ENTER
PGDN
ENDSHIFT
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken (geïntegreerde numerieke toetsen aan)
Tijdens het gebruik van de geïntegreerde numerieke toetsen kunt u tijdelijk met het gewone toetsenbord werken zonder de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen:
1. Houd Fn ingedrukt en druk op een andere toets. Alle toetsen werken
alsof de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld.
2. Typ hoofdletters door Fn + Shift ingedrukt te houden en op een
lettertoets te drukken.
3. Laat Fn los om de geïntegreerde numerieke toetsen weer in gebruik te
nemen.
Gebruikershandleiding 5-5
Page 80
Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken (geïntegreerde numerieke toetsen uit)
Tijdens het gebruik van het gewone toetsenbord kunt u tijdelijk met de geïntegreerde numerieke toetsen werken zonder deze in te schakelen:
1. Druk op Fn en houd deze toets ingedrukt.
2. Controleer de toetsenbordlampjes. Door op Fn te drukken activeert
u de laatstgebruikte modus van de geïntegreerde numerieke toetsen. Als het lampje van de numerieke modus oplicht, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen voor het invoeren van cijfers gebruiken. Brandt het lampje van de numerieke modus niet, dan kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor cursor- en paginabesturing.
3. Laat Fn los om het gewone toetsenbord weer in gebruik te nemen.

ASCII-tekens genereren

Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden gegenereerd. U kunt deze tekens echter door middel van hun ASCII-codes genereren.
Voer de volgende stappen uit met de geïntegreerde numerieke toetsen ingeschakeld:
1. Houd Alt ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke toetsen.
3. Laat Alt los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Als de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld, voert u de volgende stappen uit:
1. Houd Alt + Fn ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke toetsen.
3. Laat Alt + Fn los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Het toetsenbord
Gebruikershandleiding 5-6
Page 81
Stroomvoorziening en spaarstanden
Hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden
De computer kan via de netadapter of via de interne accu van stroom worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze energiebronnen optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt. Verder worden tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u informatie over spaarstanden.

Omstandigheden bij stroomvoorziening

De bedrijfscapaciteit en de energiestatus van de accu in de computer worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of er een netadapter is aangesloten, of er een accu is geïnstalleerd en wat het ladingsniveau van de accu is.

Voedingslampjes

Zoals in de vorige tabel wordt aangegeven, maken het accu-, DC IN- en aan/uit-lampje op u attent op de bedrijfscapaciteit en de accu-
energiestatus van de computer.
Accu-lampje
Aan de hand van het Accu-lampje kunt u de status van de accu controleren. De accustatus wordt als volgt aangeduid:
Knipperend amber De accucapaciteit is minder dan 10%. De
netadapter moet worden aangesloten om de accu op te laden.
Lampje brandt oranje
Groen Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
Brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 6-1
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat de accu wordt opgeladen.
dat de accu volledig is opgeladen.
Page 82
Aan/uit-lampje

Accutypen

Accu-eenheid
Stroomvoorziening en spaarstanden
Aan de hand van het DC IN-lampje kunt u de stroomvoorzieningsstatus voor de aangesloten netadapter controleren:
Groen De Aan/uit-knop brandt groen wanneer de
computer van stroom wordt voorzien en ingeschakeld is. Het Aan/uit-lampje aan de voorzijde van de computer is groen wanneer de computer wordt ingeschakeld.
Knipperend amber Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en in de slaapstand staat.
Brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
De computer bevat twee (2) soorten accu’s/batterijen:
n Accu-eenheid n RTC-batterij (batterij voor de realtime klok)
De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding ook wel kortaf "accu" genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer de netadapter niet is aangesloten.
U kunt extra accu-eenheden kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom.
De accu heeft een beperkte levensduur. Als de bedrijfstijd van een accu zelfs na volledig opladen afneemt, dient u de accu te vervangen.
n De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
n Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat. In deze modus worden er gegevens in het geheugen opgeslagen. Als de stroomtoevoer naar de computer uitvalt, gaan de gegevens verloren.
n Accutype (afhankelijk van het gekochte model):
6 cellen - PA3615U-1BAM, PA3615U-1BRM.
RTC-batterij
De RTC- ofwel Real Time Clock-batterij voorziet de interne realtime klok en kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie. Deze batterij handhaaft tevens de systeemconfiguratie.
Gebruikershandleiding 6-2
Page 83
Stroomvoorziening en spaarstanden
Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren en werken de realtime klok en kalender niet meer.

Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid

De accu-eenheid is een essentieel onderdeel van de draagbare computer. Door de eenheid naar behoren te gebruiken en te onderhouden zorgt u ervoor dat deze langer stroom levert en langer meegaat. Volg de aanwijzingen in dit gedeelte zorgvuldig ter waarborging van veilig gebruik en maximale prestaties.
Voorzorgsmaatregelen
Verkeerde behandeling van accu's kan resulteren in ernstig of dodelijk letsel of materiële schade. Neem de volgende richtlijnen zorgvuldig in acht:
Gevaar: duidt op een dreigend gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren.
Waarschuwing: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren.
Let op: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in lichte verwondingen of lichte schade aan eigendommen kan resulteren.
Opmerking: verschaft belangrijke informatie.
Gevaar
1. Verbrand de accu-eenheid NIET of stel de accu-eenheid NIET bloot aan een warmtebron zoals een magnetron. Hierdoor kan de accu­eenheid ontploffen en persoonlijk letsel veroorzaken.
2. Probeer NIET een accu-eenheid te openen, te repareren of anderszins aan te passen. Hierdoor zal de accu-eenheid oververhit raken en vlam vatten. Lekken van bijtende alkalineoplossing of andere elektrolytische stoffen veroorzaakt brand of verwondingen, mogelijk resulterend in ernstig of dodelijk letsel.
3. Houd metalen voorwerpen UIT DE BUURT VAN de accupolen ter voorkoming van kortsluiting. Kortsluiting kan brand veroorzaken, de accu-eenheid beschadigen en in verwondingen resulteren. Wanneer u de accu-eenheid opbergt, dient u deze altijd in plastic te wikkelen en de polen met isolatieband te bedekken om kortsluiting te voorkomen.
4. Prik NIET in de accu-eenheid met spijkers of andere scherpe voorwerpen. Sla nooit met een hamer of een ander voorwerp op de accu-eenheid. Ga niet op de accu staan.
5. Probeer de accu-eenheid NIET op te laden op een andere wijze dan wordt beschreven in deze handleiding. Koppel de accu-eenheid nooit aan een contactdoos of aan het aanstekercontact in een auto. Hierdoor kan de eenheid barsten of vlam vatten.
Gebruikershandleiding 6-3
Page 84
Stroomvoorziening en spaarstanden
6. Gebruik GEEN andere accu-eenheid dan die is meegeleverd bij het apparaat of die door TOSHIBA is aanbevolen. Gebruik van een incorrecte accu kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in een ontploffing of brand.
7. Stel de accu-eenheid NIET bloot aan een warmtebron. Door blootstelling aan warmte kan de accu-eenheid vlam vatten, ontploffen of lek raken, en zodoende ernstig of dodelijk letsel teweegbrengen. De werking van de accu-eenheid kan hierdoor tevens geheel of gedeeltelijk worden onderbroken, hetgeen kan leiden tot gegevensverlies.
8. Stel de accu-eenheid NIET bloot aan abnormale schokken, trillingen of druk. Hierdoor zal het interne beschermende apparaat van de accu­eenheid defect raken, waardoor de eenheid oververhit of lek kan raken, vlam kan vatten of ontploffen, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
9. Laat een accu-eenheid NIET nat worden. Een vochtige accu-eenheid zal oververhit raken, vlam vatten of ontploffen, en zodoende ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Waarschuwing
1. Vermijd contact tussen de bijtende elektrolytvloeistof uit een batterij en uw ogen, huid of kleding. Mocht bijtende elektrolytische vloeistof onverhoopt in uw ogen terechtkomen, dan dient u uw ogen onmiddellijk met flinke hoeveelheden stromend water te wassen en medische hulp in te roepen. Als elektrolytische vloeistof onverhoopt in contact komt met uw huid, dient u deze onmiddellijk onder stromend water af te spoelen. Als de vloeistof op uw kleren terechtkomt, dient u deze direct uit te trekken teneinde contact met uw huid of ogen te voorkomen.
2. Schakel de computer onmiddellijk uit, ontkoppel de netadapter en verwijder de accu-eenheid als de eenheid een van de volgende verschijnselen vertoont: vreemde geur, extreme hitte, verkleuring of vervorming. Laat de computer vervolgens nakijken door een Authorized Toshiba Service Center voordat u er weer mee aan de slag gaat. Als u deze waarschuwing negeert, zal de accu-eenheid mogelijk rook gaan afgeven, vlam vatten of ontploffen.
3. Zorg dat de accu-eenheid correct in de computer is geïnstalleerd voordat u probeert de eenheid op te laden. Onjuiste installatie kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in een ontploffing of brand.
4. Houd de accu-eenheid buiten het bereik van baby's en kinderen.
Gebruikershandleiding 6-4
Page 85
Stroomvoorziening en spaarstanden
Let op
1. Gebruik de accu-eenheid NIET als het maximale oplaadvermogen is bereikt of als een bericht is verschenen met de waarschuwing dat de accu-eenheid niet meer kan worden opgeladen. Als u een lege of aangetaste accu-eenheid blijft gebruiken, kan gegevensverlies optreden.
2. Gooi accu-eenheden NIET samen met het gewone afval weg. Breng ze naar uw TOSHIBA-leverancier of een ander recyclingcentrum om bronnen te besparen en schade aan het milieu te voorkomen. Dek de contactpunten af met isolatietape om kortsluiting te voorkomen, anders kan de batterij ontvlammen of exploderen.
3. Gebruik alleen de accu-eenheden die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
4. Controleer altijd of de accu-eenheid correct is geïnstalleerd en stevig vastzit. Is dit niet het geval, dan kan de accu-eenheid uit de computer vallen en letsel teweegbrengen.
5. Laad de accu-eenheid op bij een omgevingstemperatuur tussen 5º en 30º Celsius. Als u de accu-eenheid bij hogere of lagere temperaturen oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de gebruiksduur van de eenheid achteruitgaan.
6. Vergeet niet de resterende accucapaciteit te controleren. Als de accu of de batterij van de klok helemaal leeg is, werkt de slaapmodus niet en gaan de gegevens die zich in het geheugen bevinden verloren. De computer geeft mogelijk ook een verkeerde datum en tijd weer. Sluit in dat geval de netadapter aan om de accu/batterij op te laden.
7. Installeer of verwijder de accu-eenheid NIET voordat de computer is uitgeschakeld en de netadapter is ontkoppeld. Verwijder de accu NIET als de computer zich in de slaapstand bevindt omdat de gegevens dan verloren gaan.
Opmerking
1. Verwijder de accu-eenheid NIET als de functie Activering op LAN is ingeschakeld omdat de gegevens dan verloren gaan. Schakel de functie Activering op LAN voordat u de accu-eenheid verwijdert.
2. Om te zorgen dat de accu zijn maximale capaciteit behoudt, dient u de computer ten minste eenmaal per week op accu-energie te gebruiken totdat de accu totaal leeg is. Raadpleeg het gedeelte Gebruiksduur van
de accu verlengen van dit hoofdstuk voor procedures. Als de computer
geruime tijd of langer dan een week continu via de netadapter op netstroom wordt gebruikt, bestaat het risico dat de accucapaciteit wordt aangetast. De accu-eenheid zal dan niet langer efficiënt functioneren, zelfs als de verwachte levensduur nog niet is verstreken. Bovendien kunt u er niet langer op vertrouwen dat het Accu-lampje gaat branden ter aanduiding van een laag accu-energieniveau.
3. Na het opladen van de accu-eenheid dient u de netadapter niet langer dan enkele uren achtereen aangesloten te laten wanneer de computer uit staat. Als u doorgaat met opladen terwijl de accu-eenheid reeds volledig is opgeladen, kan de accu beschadigd raken.
Gebruikershandleiding 6-5
Page 86
Stroomvoorziening en spaarstanden
De accu’s opladen
Als de lading in de accu-eenheid opraakt, brandt het acculampje oranje om aan te geven dat de batterijcapaciteit minder dan 10% is. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het acculampje brandt, wordt de slaapstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet een accu-eenheid opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Om een accu-eenheid op te laden terwijl deze in de computer is geïnstalleerd, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in de gelijkstroomingang (DC IN) en het andere uiteinde in een functionerend stopcontact.
Tijdens het opladen van de accu brandt het Accu-lampje oranje.
Laad de accu-eenheid alleen op via de computer terwijl deze is aangesloten op het elektriciteitsnet. Probeer de accu-eenheid niet met een andere lader op te laden.
Tijd
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe lang het duurt om een lege accu volledig op te laden.
Oplaadtijd (uren)
Type accu/batterij Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
Accu-eenheid circa 12 of langer circa 4 of langer
RTC-batterij circa 24 circa 24 op netvoeding
of accu-eenheid
De oplaadtijd wanneer de computer aan is, wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier waarop u de computer gebruikt.
Als u intensief gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks opgeladen. Raadpleeg ook de paragraaf
Gebruiksduur van de accu maximaliseren.
Aanwijzingen voor het opladen van de accu
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct wordt opgeladen:
n De accu is extreem heet of koud. Om te zorgen dat de accu maximaal
wordt opgeladen, dient u bij een kamertemperatuur van 10° tot 30°C op te laden.
Gebruikershandleiding 6-6
Page 87
Stroomvoorziening en spaarstanden
n De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter enkele minuten
aangesloten; hierna begint het opladen.
Als een accu volledig is opgeladen, verdient het aanbeveling de computer uitsluitend op accuvoeding te gebruiken totdat de accu geheel leeg is. Hierdoor zorgt u dat de accu langer meegaat en dat de accucapaciteit correct kan worden bijgehouden.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan het gebeuren dat het acculampje een snelle daling in de gebruiksduur van de accu aangeeft:
n De accu is lange tijd niet gebruikt. n De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten. n Een koele accu is in een warme computer geïnstalleerd.
Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit.
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te laten tot de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
2. Sluit de netadapter aan.
3. Laad de accu op tot het Accu-lampje groen gaat branden. Herhaal deze stappen twee à drie keer tot de accucapaciteit het normale niveau heeft bereikt.
Als u de netadapter aangesloten laat, wordt de levensduur van de accu­eenheid aangetast. Laat ten minste één keer per week de computer aan staan totdat de accu volledig leeg is en laad de accu vervolgens weer op.
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd.
n Door te klikken op het accupictogram op de taakbalk n Via Battery Status (Accustatus) in het Windows Mobility Center-venster
n Wacht ten minste 16 seconden nadat u de computer inschakelt voordat
u probeert de resterende gebruiksduur te controleren. Dit omdat de computer deze tijd nodig heeft om de resterende capaciteit van de accu te controleren en om de resterende gebruiksduur uit te rekenen op basis van het huidige energieverbruik.
n De werkelijke resterende bedrijfstijd kan enigszins afwijken van de
berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu geleidelijk afnemen. Zelfs als een vaak gebruikte/oude accu en een nieuwe accu beide volledig zijn opgeladen, hebben ze niet dezelfde accucapaciteit.
Gebruiksduur van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één acculading levert.
Gebruikershandleiding 6-7
Page 88
Stroomvoorziening en spaarstanden
Hoe lang de lading van een accu meegaat, hangt af van de volgende factoren:
n De configuratie van de computer (of u bijvoorbeeld
energiebesparingsopties hebt geactiveerd). De computer verschaft een modus voor het besparen van accu-energie. Deze modus heeft de volgende opties:
n Display auto off (beeldscherm automatisch uitschakelen) n Hard Disk Drive auto off (stroom vaste schijf automatisch
uitschakelen)
n System auto off (systeem automatisch uitschakelen) n LCD-helderheid
n Frequentie en duur van het gebruik van de vaste schijf, het optische
station en het diskettestation (als er een is aangesloten);
n Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu; n De wijze waarop u gebruik maakt van optionele apparaten (zoals een
PC-kaart) die door de accu van stroom worden voorzien;
n Het activeren van de (zuinige) slaapstand bij regelmatig in- en
uitschakelen van de computer;
n De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat; n Het sluiten van het beeldscherm wanneer u het toetsenbord niet
gebruikt om energie te besparen;
n De omgevingstemperatuur (de bedrijfstijd neemt af bij lage
temperaturen);
n De toestand van de accupolen. Zorg dat de polen schoon blijven door
ze met een schone, droge doek af te vegen voordat u de accu-eenheid installeert.
Behoud van gegevens bij het uitschakelen van de computer (slaapstand)
Als u de computer uitschakelt terwijl de accu en RTC-batterij volledig zijn opgeladen, zorgen de accu en batterij dat de gegevens en energie gedurende de volgende tijdsperioden behouden blijven:
Accu Circa 2 dagen (slaapstand, 6 cellen)
Circa 1,5 maand (afsluitmodus, 6 cellen)
RTC-batterij Circa 3 maanden
Gebruiksduur van de accu verlengen
U kunt de levensduur van de accu-eenheid als volgt verlengen:
n Als u extra accu-eenheden hebt, gebruik deze dan afwisselend. n Verwijder de accu-eenheid als u het systeem langere tijd niet gebruikt. n Bewaar reserve-accu’s op een koele, droge plek zonder direct zonlicht.
Gebruikershandleiding 6-8
Page 89

De accu-eenheid vervangen

Als de accu-eenheid volledig versleten is, moet u een nieuwe eenheid installeren. Indien het Accu-lampje oranje knippert kort nadat de accu volledig is opgeladen, dient de accu-eenheid te worden vervangen.
U kunt een lege accu-eenheid ook vervangen door een reserve-accu als u de computer niet op het elektriciteitsnet hebt aangesloten. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de accu-eenheid verwijdert en installeert.
De accu-eenheid verwijderen
Voer de volgende stappen uit om een lege accu-eenheid te vervangen.
n Wees bij het hanteren van accu-eenheden voorzichtig dat u de
accucontactpunten niet kortsluit. Laat de eenheid niet vallen en vermijd schokken; kras of breek het accuoppervlak niet en buig of verdraai de accu-eenheid niet.
n Verwijder de accu niet als de computer zich in de slaapstand bevindt
omdat de gegevens die zich in het geheugen bevinden dan verloren gaan.
1. Sla uw werk op.
2. Schakel de computer uit. Controleer of het aan/uit-lampje uit is.
3. Verwijder alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
4. Zet de computer ondersteboven.
5. Ontgrendel de vergrendelingsschuif voor de accu-eenheid.
Stroomvoorziening en spaarstanden
1
6. Duw de accuvergrendelingsschuif naar links en trek de accu uit de accuhouder.
Gebruikershandleiding 6-9
Page 90
Stroomvoorziening en spaarstanden
3
2
De accu-eenheid installeren
Om een accu-eenheid te installeren voert u de volgende stappen uit.
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Houd de accu met het etiket naar beneden en de connectoren op de accu tegenover de connectoren op de computer.
4. Plaats de accu in de accuhouder tot de vergrendelingsschuif vastklikt.
1
2
Gebruikershandleiding 6-10
Page 91
Stroomvoorziening en spaarstanden

Spaarstanden

De computer heeft de volgende spaarstanden:
n Slaapstand (de gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de
vaste schijf).
n Slaapstand (stroom blijft ingeschakeld, gegevens in het geheugen
blijven behouden, maar de CPU en alle andere apparaten komen in de zogeheten slaapstand te staan).
n Opstarten (de gegevens in het geheugen worden niet opgeslagen).
Raadpleeg ook het gedeelte De computer uitschakelen in hoofdstuk 3,
Voor u begint.

Uit/Inschakelen via LCD

Met deze functie schakelt de computer over op de slaapstand wanneer het beeldscherm wordt dichtgeklapt. De computer gaat weer aan wanneer het beeldscherm wordt geopend.
Als de functie Uitschakelen via LCD is geactiveerd en u Windows afsluiten gebruikt, dient u het scherm niet te sluiten voordat de afsluitfunctie is voltooid.

Systeem in automatische slaapstand/zuinige slaapstand

Met deze functie wordt het systeem automatisch in de (zuinige) slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen computeractiviteit heeft plaatsgevonden.
Raadpleeg Speciale voorzieningen in hoofdstuk 1, Voorzieningen L40-
serie, voor uitleg over het instellen van de tijdlimiet.
Gebruikershandleiding 6-11
Page 92
Optionele apparaten
Optionele apparaten kunnen de capaciteiten en de veelzijdigheid van de computer uitbreiden. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aansluiting of installatie van de volgende typen apparaten, die beschikbaar zijn bij uw TOSHIBA-leverancier:
Kaarten/geheugen
n Express-kaart n SD-/SDHC-/MMC-/MS-/MS Pro-/xD-geheugenkaart n Geheugenuitbreiding
Voedingsapparaten
n Extra accu-eenheid n Extra netadapter
Optionele apparaten
Hoofdstuk 7
Randapparaten
n Externe monitor n Beveiligingsslot

Express-kaart

Een Express-kaart installeren
De sleuf voor Express-kaarten bevindt zich aan de linkerkant van de computer. U kunt één Express-kaart in de sleuf installeren.
De Windows-voorziening voor "heet installeren" (hot install) maakt het mogelijk om Express-kaarten te installeren terwijl de computer is ingeschakeld.
Voer de volgende stappen uit om een Express-kaart te installeren.
Gebruikershandleiding 7-1
Page 93
Optionele apparaten
Installeer geen Express-kaart wanneer de computer in de slaapstand of de zuinige slaapstand staat. Als u dit doet, werkt de kaart wellicht niet correct.
1. Plaats de Express-kaart in de sleuf.
2. Duw de kaart voorzichtig aan tot deze vastzit.
3. Controleer in het HW Setup-venster of de configuratie juist is voor uw kaart.
Een Express-kaart verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de Express-kaart te verwijderen.
1. Windows Vista (Hardware veilig verwijderen) op de taakbalk en schakel de Express-kaart uit.
2. Druk licht op de Express-kaart om de kaart een stukje uit te schuiven.
®
, klik op het pictogram Safely Remove Hardware
Gebruikershandleiding 7-2
Page 94
Optionele apparaten
3. Trek de Express-kaart uit de sleuf.

SD-/SDHC-/MMC-/MS-/MS Pro-/xD-geheugenkaart

De kaartsleuf voor meerdere digitale media van de computer kan SD-/ SDHC-/MMC-/MS-/MS Pro-/xD-geheugenkaarten herbergen. Door middel van deze geheugenkaarten kunt u gemakkelijk gegevens overbrengen van apparaten, bijvoorbeeld digitale camera’s en PDA’s (Personal Digital Assistants), die gebruik maken van flashgeheugen.
Kaarttype Capaciteiten
SD 8 MB tot 2 GB
SDHC 4 GB tot 8 GB
MMC 8 MB tot 2 GB
MS 8 MB tot 256 MB
MS Pro 256 MB tot 2 GB
xD 16 MB tot 2 GB
Zorg dat er geen voorwerpen in de geheugenkaartsleuf terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Formatteer geheugenkaarten niet met Windows aangezien de geheugenkaart hierdoor onbruikbaar wordt.
Gebruikershandleiding 7-3
Page 95
Optionele apparaten
Het logo van de SD-geheugenkaart is .
Het logo van de SDHC-geheugenkaart is .
n De Memory Stick Duo/PRO Duo en de Memory Stick-adapter zijn niet
compatibel met de kaartsleuf voor meerdere digitale media. Plaats geen Memory Stick Duo/PRO Duo in de sleuf. Gegevens gaan mogelijk verloren of raken beschadigd als u kaarten gebruikt die niet worden ondersteund.
n De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
n Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor nadere
informatie.
Een geheugenkaart installeren
Een geheugenkaart installeren:
1. Plaats de geheugenkaart in de sleuf.
2. Duw de kaart voorzichtig aan tot deze vastzit.
Zorg ervoor dat u de geheugenkaart niet verkeerd om plaatst. Als Windows niet van de kaart kan lezen, dient u de kaart te verwijderen en opnieuw te plaatsen.
De kaartsleuf voor meerdere digitale media accepteert slechts één type kaart tegelijk. Probeer niet meerdere kaarten tegelijk in de sleuf te plaatsen aangezien u hiermee de kaarten en de computer kunt beschadigen.
Gebruikershandleiding 7-4
Page 96
Een geheugenkaart verwijderen
Voer de volgende stappen uit om een geheugenkaart te verwijderen:
1. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
2. Selecteer het te verwijderen apparaat en klik op de knop Stoppen. Mogelijk wordt er een venster weergegeven waarin u om bevestiging van uw keuze wordt gevraagd. Dit hangt af van het besturingssysteem dat u gebruikt. Bevestig uw keuze.
3. Druk voorzichtig op de geheugenkaart in de opening om de kaart te kunnen verwijderen.
4. De kaart komt een stukje naar buiten, zodat u deze kunt verwijderen.
Optionele apparaten
n Zorg dat het lampje van de geheugenkaart uit is voordat u de kaart
verwijdert of de computer uitschakelt. Als u de kaart verwijdert of de computer uitzet terwijl de computer toegang verkrijgt tot de kaart, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de kaart beschadigd raakt.
n Verwijder de kaart niet wanneer de computer in de slaapstand of
sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer instabiel raken of kunnen gegevens op de geheugenkaart verloren gaan.
n Schakel de computer niet uit en plaats de computer niet in de (zuinige)
slaapstand wanneer er gegevens naar de geheugenkaart worden verplaatst of er vandaan worden gekopieerd. Hierdoor kan de computer instabiel raken of kunnen gegevens op de geheugenkaart verloren gaan.
Behandeling van geheugenkaarten
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen gegevens wilt vastleggen.
1. Schrijf niet naar een geheugenkaart als de accu bijna leeg is. Een laag energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.
2. Verwijder een geheugenkaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Gebruikershandleiding 7-5
Page 97
3. De geheugenkaart kan slechts op één manier worden ingebracht. Gebruik geen overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
4. Laat een geheugenkaart niet gedeeltelijk in de sleuf gestoken. Duw de kaart in de sleuf tot deze vastklikt.
5. Buig geheugenkaarten niet.
6. Houd geheugenkaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar de kaarten niet op een vochtige plaats.
7. Plaats de geheugenkaart na gebruik terug in de houder.
8. Raak het metalen vlak niet aan en laat het niet vochtig of vuil worden.

Geheugenuitbreiding

U kunt de geheugens van de computer uitbreiden door extra geheugenmodules te plaatsen in het hoofdgeheugen of het secundaire geheugen. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een geheugenmodule installeert en verwijdert.
n Schakel de computer vóór het installeren of verwijderen van een
geheugenmodule uit met de optie Afsluiten in het menu Start van Windows. Als u een geheugenmodule installeert of verwijdert terwijl de computer in de (zuinige) slaapstand staat, zullen gegevens verloren gaan.
n Sommige geheugenmodules kunnen fysiek worden geïnstalleerd maar
zijn niet compatibel met de computer. In dat geval wordt u door middel van geluidsignalen gewaarschuwd.
LET OP: gebruik alleen gecertificeerde modules als u het systeemgeheugen wilt bijwerken. Vraag uw leverancier of zoek op de website van TOSHIBA naar een lijst met goedgekeurde geheugenproducten.
Optionele apparaten
Plaats twee geheugenmodules met dezelfde specificaties en capaciteit in sleuf A en sleuf B. De computer werkt nu in de tweekanaalsmodus.
U hebt efficiënt toegang tot de geplaatste geheugenmodules in de tweekanaalsmodus.

Extra accu-eenheid

U kunt de draagbaarheid van de computer verbeteren met extra accu­eenheden. Als er geen stopcontact in de buurt is en uw accu leeg raakt, kunt u de accu vervangen door een volledig opgeladen accu. Zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden.

Extra netadapter

Als u de computer regelmatig op verschillende locaties gebruikt, bijvoorbeeld thuis en op kantoor, kunt u het vervoer vergemakkelijken door op elke locatie een netadapter achter de hand te houden.
Gebruikershandleiding 7-6
Page 98

Externe monitor

Op de computerpoort voor de externe monitor kan een externe analoge monitor worden aangesloten.
Voer de volgende stappen uit om een monitor aan te sluiten.
1. Schakel de computer uit.
2. Sluit de monitor aan op de poort voor de externe monitor.
3. Schakel de monitor in.
4. Schakel de computer in.
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend. Als u de beeldscherminstellingen wilt wijzigen, drukt u op Fn + F5. Indien
u de monitor loskoppelt alvorens de computer uit te schakelen, dient u op Fn + F5 te drukken om over te schakelen naar het interne beeldscherm. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor details over het wijzigen van de beeldscherminstelling met sneltoetsen.
Optionele apparaten
Gebruikershandleiding 7-7
Page 99
Probleemoplossing
TOSHIBA-computers hebben een duurzaam ontwerp. Mochten er echter problemen optreden, dan kunt u aan de hand van de procedures in dit hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is.

Handelwijze bij probleemoplossing

n Houd onmiddellijk op met werken als u beseft dat er iets niet in orde is.
Als u doorgaat, loopt u het risico van gegevensverlies of materiële schade. Misschien vernietigt u informatie die waardevolle aanwijzingen voor het oplossen van het probleem kan verschaffen.
n Let op wat er gebeurt. Noteer wat het systeem doet en welke
handelingen u verrichtte vlak vóór het probleem zich voordeed. Als er een printer is aangesloten, maak dan met de toets PrtSc een afdruk van het scherm.
n Isoleer het probleem. Probeer met behulp van de beschikbare middelen
(zoals de tips in dit hoofdstuk) te achterhalen welke specifieke handelingen ten grondslag liggen aan het probleem.
De vragen en procedures in dit hoofdstuk zijn bedoeld als leidraad, niet als onfeilbare probleemoplossingstechnieken. Veel problemen kunnen op eenvoudige wijze worden opgelost, maar in bepaalde gevallen zult u uw dealer of een servicecenter moeten inschakelen. Als u uw dealer of anderen wilt raadplegen, dient u bereid te zijn het probleem zo gedetailleerd mogelijk te beschrijven.
Probleemoplossing
Hoofdstuk 8
Algemene controlepunten
Overweeg eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn eenvoudig te controleren maar kunnen ten grondslag liggen aan schijnbaar ernstige problemen.
n Zet alle randapparatuur aan alvorens u de computer aanzet. Hiertoe
behoren ook de printer en alle externe apparatuur waarvan u gebruik maakt.
n Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit. Het
nieuwe apparaat wordt automatisch herkend wanneer u de computer weer inschakelt.
n Zorg dat alle opties correct zijn ingesteld in het Setup-programma.
Gebruikershandleiding 8-1
Page 100
Probleemoplossing
n Controleer alle kabels. Zijn ze correct en stevig aangesloten? Losse
kabels kunnen signaalfouten veroorzaken.
n Controleer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren
op losse pinnen.
n Controleer of het optische schijfstation juist is aangebracht. Maak
notities van uw waarnemingen in een permanent foutenlogboek. Hierdoor kunt u gemakkelijker aan uw dealer uitleggen wat de problemen zijn. Als een probleem zich nogmaals voordoet, kunt u het probleem aan de hand van dit logboek sneller identificeren.
Het probleem analyseren
Soms geeft het systeem aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt bepalen wat er aan de hand is. Stel uzelf bij het oplossen van problemen de volgende vragen:
n Welk deel van het systeem werkt niet naar behoren: toetsenbord,
diskettestations, vaste schijf, printer, beeldscherm? De symptomen die u waarneemt, geven aan om welk apparaat het gaat.
n Is het besturingssysteem correct geconfigureerd? Controleer de
configuratie-opties.
n Wat is er op het beeldscherm te zien? Zijn er berichten, of tekens in
willekeurige volgorde? Maak een afdruk van het scherm als er een printer is aangesloten. Zoek de berichten op in de documentatie bij de software en het besturingssysteem. Controleer of alle kabels correct zijn aangesloten en goed vastzitten. Losse kabels kunnen foutieve of onderbroken signalen veroorzaken.
n Lichten alle lampjes op? Welke? Welke kleur hebben ze? Branden ze
ononderbroken of knipperen ze? Noteer wat u ziet.
n Hoort u pieptonen? Hoeveel? Zijn ze lang of kort? Zijn het hoge of lage
pieptonen? Maakt de computer ongebruikelijke geluiden? Noteer wat uhoort.
Registreer uw waarnemingen, zodat u ze aan uw dealer kunt beschrijven.
Gebruikershandleiding 8-2
Loading...