Toshiba SATELLITE PRO A120, TECRA A8 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
TECRA A8 / Satellite Pro A120
Copyright
©2006 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Handleiding voor TOSHIBA TECRA A8 / Satellite Pro A120 draagbare computer
Eerste druk mei 2006 Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma’s, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar digitale indeling, verandering, overdracht van gekopieerd materiaal en distributie via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of middels een actie tot schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare TOSHIBA TECRA A8 / Satellite Pro A120-computers op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Eropvolgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk en IBM PC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Intel, Intel SpeedStep, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation of haar dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten en andere landen/regio’s.
Windows en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak. Sonic RecordNow! is een gedeponeerd handelsmerk van Sonic Solutions. Bluetooth is een handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door
TOSHIBA onder licentie gebruikt. i.LINK is een handelsmerk en een gedeponeerd handelsmerk van Sony
Corporation.
ii Gebruikershandleiding
InterVideo en WinDVD zijn gedeponeerde handelsmerken van InterVideo Inc. WinDVD Creator is een handelsmerk van InterVideo Inc.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
EU-verklaring van overeenstemming
TOSHIBA verklaart dat het product: PTA82*/ PTA83*/ PSAC0*/ PSAC1* voldoet aan de volgende normen:
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen, met name de Electromagnetic Compatibility Directive 89/336/EEC voor notebooks en elektronische accessoires, zoals de meegeleverde netadapter, de Radio Equipment and Telecommunications Terminal Equipment Directive 99/5/EEC in het geval van geïmplementeerde accessoires voor telecommunicatie en de Low Voltage Directive 73/23/EEC voor de meegeleverde netadapter.
De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA EUROPE GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland, telefoon +49-(0)-2131-158-01.
Bezoek de volgende website voor een exemplaar van de CE-verklaring van overeenstemming: http://epps.toshiba-teg.com
Dit product en de meegeleverde accessoires zijn ontworpen conform de relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen. Toshiba garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of accessoires van andere leveranciers of distributeurs zijn aangesloten of geïmplementeerd. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen accessoires met het CE-keurmerk mogen worden
aangesloten/geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
De volgende informatie is alleen bestemd voor lidstaten van de EU:
Het gebruik van het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Door dit product op te juiste manier als afval te verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid die kunnen voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te voorkomen. Neem voor meer informatie over recycling van dit product contact op met het gemeentekantoor, de vuilnisdienst of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Gebruikershandleiding iii
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit “CTR21”) voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen vormt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005,AN006,AN007,AN009,AN010
Griekenland ATAAB AN005,AN006 en GR01,02,03,04 Portugal ATAAB AN001,005,006,007,011 en
Spanje ATAAB AN005,007,012 en ES01 Zwitserland ATAAB AN002 Alle overige landen/regio’s ATAAB AN003,004 Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
en DE03,04,05,08,09,12,14,17
P03,04,08,10
iv Gebruikershandleiding
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations
Het optische schijfstation gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet worden vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer niet de kast te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.
HET GEBRUIK VAN REGELAARS, INSTELLINGEN OF PROCEDURES DIE NIET IN DE HANDLEIDING ZIJN VERMELD, KAN RESULTEREN IN BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STRALING.
Het optische station dat in deze computer wordt gebruikt, is uitgerust met een laser. Het station is voorzien van een classificatie-etiket met de volgende tekst.
De fabrikant van het station met het bovenstaande etiket certificeert dat het station op de fabricagedatum voldeed aan de voorschriften voor laserproducten conform artikel 21 van de Code of Federal Regulations van de Verenigde Staten, Department of Health & Human Services, Food and Drug Administration.
In andere landen voldoet het station aan de IEC 825- en EN60825-voorschriften voor laserproducten van klasse 1.
Deze computer is uitgerust met een van de optische stations in de volgende lijst, al naar gelang het model:
Fabrikant Type
Panasonic DVD Super Multi (±R Double Layer)
UJ-841BJTJ-J
Panasonic DVD-ROM & CD-R/RW
UJDA770TB-A
TEAC DVD-ROM
DV-28E-RT4
TEAC CD-ROM
CD 224E-NT4
Gebruikershandleiding v
vi Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Voorwoord
Algemene voorzorgsmaatregelen
Hoofdstuk 1 Inleiding
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-12
Hulpprogramma’s. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-15
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-18
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-9
Systeemlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-12
Toetsenbordlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-13
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-14
optische stations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-15
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-18
Hoofdstuk 3 Voor u begint
De netadapter aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
De computer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
Voor het eerst opstarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6
De computer uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6
Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-11
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf
Productherstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-11
Gebruikershandleiding vii
Hoofdstuk 4 Grondbeginselen
Het touchpad gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-1
Het USB-diskettestation gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-2
Optische schijfstations gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-3
CD’s beschrijven met het DVD-ROM- & CD-R/RW-station . . . . . . . . .4-7
CD’s/DVD’s beschrijven met het DVD Super Multi-station. . . . . . . .4-10
Behandeling van schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-19
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-20
Modem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-21
Draadloze communicatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-24
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-28
De computer schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-30
De computer verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-30
De vasteschijfbeveiliging gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-31
Warmteverspreiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-33
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-1
Functietoetsen F1 … F12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Sneltoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-3
Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-7
Geïntegreerde numerieke toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-8
ASCII-tekens genereren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-9
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Stroomvoorzieningsomstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-1
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-3
Accutypen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-4
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-6
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-11
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-13
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-17
In-/uitschakelen via LCD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-17
Systeem automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-17
Hoofdstuk 7 HW Setup
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-1
Het HW Setup-venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-1
Het BIOS Setup-hulpprogramma starten en afsluiten . . . . . . . . . . . .7-9
viii Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 8 Optionele apparaten
PC-kaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
SD-kaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-3
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-6
Accu-eenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Accuoplader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
USB-diskettestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-11
Tv . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-12
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-14
Advanced Port Replicator III Plus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-16
Seriële poort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-17
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-18
Hoofdstuk 9 Probleemoplossing
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-24
Hoofdstuk 10 Wettelijke voetnoten
Bijlage A Specificaties
Bijlage B Beeldschermcontroller en videomodi
Beeldschermcontroller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1
Videomodi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1
Bijlage C Draadloos LAN
Kaartspecificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-1
Radiospecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-1
Ondersteunde subfrequenties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-2
Bijlage D Onderlinge samenwerking tussen producten met
Bluetooth-technologie
Bluetooth-technologie en uw gezondheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-3
Voorschriften. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-3
Gebruik van de TOSHIBA Bluetooth™-kaart in Japan . . . . . . . . . . . D-5
Bijlage E Netsnoer en connectoren
Certificeringsinstanties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-1
Bijlage F TOSHIBA Timer voor diefstalbeveiliging
Bijlage G Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
Gebruikershandleiding ix
x Gebruikershandleiding

Voorwoord

Gefeliciteerd met uw nieuwe TECRA A8 / Satellite Pro A120-computer. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw TECRA A8 / Satellite Pro A120-computer gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een portable hebt gewerkt, leest u eerst de hoofdstukken Inleiding en Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen en accessoires van de computer. Vervolgens leest u Voor u begint voor stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen van de Inleiding om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor de computers, en lees aandachtig HW Setup.
Als u PC-kaarten gaat installeren of externe apparaten zoals een monitor gaat aansluiten, dient u hoofdstuk 8, Optionele apparaten te lezen.
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende onderdelen: Hoofdstuk 1, Inleiding, is een overzicht van de voorzieningen,
mogelijkheden en opties van de computer. In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer
geïdentificeerd en kort toegelicht. In hoofdstuk 3, Voor u begint, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de
computer aan de slag gaat en worden tips gegeven over veiligheid en het inrichten van uw werkplek.
In hoofdstuk 4, Grondbeginselen, worden de grondbeginselen van computergebruik beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u dient te treffen. Verder leest u hier hoe u met CD’s en DVD’s omgaat.
Gebruikershandleiding xi
Voorwoord
Hoofdstuk 5, Het toetsenbord, beschrijft speciale toetsenbordfuncties zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
Hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, verschaft details over de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer en laat zien hoe u een wachtwoord instelt.
In hoofdstuk 7, HW Setup, wordt uitgelegd hoe u de computer configureert met het programma HW Setup en TPM.
Hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Probleemoplossing, verschaft nuttige informatie over het uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze als de computer niet correct lijkt te werken.
Hoofdstuk 10, Wettelijke voetnoten, bevat wettelijke voetnoten met betrekking tot uw computer.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer. De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt. Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
xii Gebruikershandleiding
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften (+). Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de derde.
Voorwoord
ABC
Wanneer u in een procedure een handeling moet uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken of tekst invoeren), wordt de pictogramnaam of de te typen tekst in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Beeldscherm
S ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Gebruikershandleiding xiii
Voorwoord
xiv Gebruikershandleiding

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer. Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken. Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
stof, vocht en direct zonlicht;
apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
Vermijd extreme hitte, koude of vochtigheid.
vloeistoffen en bijtende chemicaliën;
Blessures door overbelasting
Lees de Instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en
polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Hoofdstuk 3, Voor u begint, bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
Gebruikershandleiding xv
Algemene voorzorgsmaatregelen
Verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact (bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten) resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de I/O-poorten ondersteunt, kan heet worden.
Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan heet worden wanneer deze wordt
gebruikt. Dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is. Het
materiaal kan beschadigd raken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten. Door extreme druk of stoten kunnen computeronderdelen beschadigd raken of kunnen er storingen ontstaan.
Oververhitting van PC-kaarten
Sommige PC-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden. Oververhitting van een PC-kaart kan resulteren in fouten of onstabiele werking van de PC-kaart. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Het gebruik van mobiele telefoons kan storing veroorzaken in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm te handhaven tussen de computer en de mobiele telefoon.
Instructiegids voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
xvi Gebruikershandleiding
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst met de geleverde apparatuur en beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst van apparatuur

Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
Een asterisk * geeft een optioneel onderdeel aan dat afhangt van het gekochte model
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
TECRA A8 / Satellite Pro A120 draagbare computer
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
USB-diskettestation (optioneel of geleverd bij sommige modellen)
Accu-eenheid *
Hoofdstuk 1
Gebruikershandleiding 1-1
Inleiding
Software
Microsoft® Windows XP
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
Een asterisk * geeft aan dat bepaalde software op sommige modellen niet vooraf is geïnstalleerd.
Microsoft® Windows XP
Modemstuurprogramma
Netwerkstuurprogramma
stuurprogramma voor draadloos LAN (kan alleen worden gebruikt
voor modellen met draadloos LAN)
Bluetooth-stuurprogramma (kan alleen worden gebruikt voor
Bluetooth-modellen)
Schermstuurprogramma’s voor Windows
geluidsstuurprogramma voor Windows
Stuurprogramma voor het aanwijsapparaat
DVD-videospeler
TOSHIBA Hulpprogramma’s
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA Gebruikershandleiding
TOSHIBA Assist
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA-hulpprogramma Touchpad aan/uit
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma
TOSHIBA-hulpprogramma Zoom
TOSHIBA Controls
TOSHIBA Acoustic Silencer
TOSHIBA-sneltoetsprogramma
Formatteerprogramma voor TOSHIBA SD-geheugenkaarten
TOSHIBA Hulpprogramma Opstartbare SD-kaart
TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging
TOSHIBA Display Device Change
TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma
TOSHIBA Security Assist
Sun Java 2 runtime-omgeving
Atheros Client Utility
Intel PROSET-programma
TOSHIBA Mobile Extension3 *
TOSHIBA-beheerconsole *
TOSHIBA Fingerprint Software *
1-2 Gebruikershandleiding
TPM Software *
RecordNow!Basic for TOSHIBA *
DLA voor TOSHIBA *
TOSHIBA DVD-RAM-stuurprogramma *
WinDVD Creator 2 Platinium *
Documentatie
Handleiding voor TECRA A8 / Satellite Pro A120 draagbare
computer
TECRA A8 / Satellite Pro A120 Aan de slag
Instructiegids voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Productherstelmedia en extra software
Productherstelmedia
Extra software *
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk contact op met uw dealer.

Voorzieningen

Dankzij de geavanceerde LSI- en CMOS-technologie (Large Scale Integration- en Complementary Metal-Oxide Semiconductor-technologie) van TOSHIBA is de computer compact, licht van gewicht, uiterst betrouwbaar en energiezuinig. Deze computer biedt de volgende voorzieningen en voordelen:
Inleiding
Processor
Ingebouwd De computer is uitgerust met een van de
volgende Intel
Intel® Core™ Duo-processor, voorzien van
een level 2-cachegeheugen van 2 MB. De processor ondersteunt de Enhanced Intel® SpeedStep
Intel® Core™ Solo-processor, voorzien van
een level 2-cachegeheugen van 2 MB. De processor ondersteunt de Enhanced Intel SpeedStep
Intel
een level 2-cachegeheugen van 1 MB.
Gebruikershandleiding 1-3
®
-processors.
®
-technologie.
®
-technologie.
®
Celeron® M-processor, voorzien van
®
Inleiding
Sommige modellen in deze serie zijn voorzien van de Intel® Centrino® Duo Mobile-technologie, die is gebaseerd op drie afzonderlijke technologieën:
de Intel® Core™ Duo-processor, Intel® PRO/Wireless Network Connection en de Mobile Intel
Sommige modellen van de computers zijn voorzien van de Intel
®
945 Express-chipsetfamilie.
®
Centrino®
Duo Mobile-technologie, die is gebaseerd op drie afzonderlijke technologieën: de Intel® Core™ Solo-processor, Intel® PRO/Wireless Network Connection en de Mobile Intel
®
945 Express-chipsetfamilie.
Wettelijke voetnoot (CPU)*1
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de wettelijke voetnoot met betrekking tot de CPU. Klik op de *1.
Geheugen
Sleuven Er kunnen geheugenmodules van 256, 512,
1.024 of 2.048 MB in de twee sleuven worden geïnstalleerd voor maximaal 4.096 MB.
®
(Intel
Core™ Duo/Solo-processor)
Er kunnen geheugenmodules van 256, 512 of
1.024 MB in de twee sleuven worden geïnstalleerd voor maximaal 2.048 MB.
®
(Intel
Celeron® M-processor)
Video-RAM Een deel van het systeemgeheugen wordt
gebruikt voor video-RAM.
®
Celeron® M-processor:
Intel maximaal 128 MB
®
Intel
Core™ Duo/Solo-processor:
maximaal 128 MB (grootte van hoofdgeheugen: 256 MB)
maximaal 128 MB (grootte van hoofdgeheugen: 512 MB, 768 MB, 1.024 MB of meer)
Wettelijke voetnoot (algemeen hoofdgeheugen)*2
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de wettelijke voetnoot met betrekking tot het algemene hoofdgeheugen. Klik op de *2.
1-4 Gebruikershandleiding
Voeding
Inleiding
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door
één oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu)*3
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de wettelijke voetnoot met betrekking tot de gebruiksduur van de accu. Klik op de *3.
RTC-batterij De computer heeft een interne batterij voor de
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
Netadapter De netadapter voorziet het systeem van stroom
en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De netadapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer met een 2-pins of 3-pins stekker.
Aangezien de netadapter universeel is, ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en 240 volt; de uitgangsstroom varieert echter al naar gelang het model. Gebruik van het verkeerde model netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer. Raadpleeg de paragraaf Netadapter in hoofdstuk 2, Rondleiding.
Schijven
Capaciteit van vaste schijf (HDD)
Beschikbaar in vijf grootten:
37,26 GB (40,0 miljard bytes)
55,89 GB (60,0 miljard bytes)
74,53 GB (80,0 miljard bytes)
93,16 GB (100,0 miljard bytes)
111,79 GB (120,0 miljard bytes)
Een deel van de ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor beheerdoeleinden.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van vaste schijf)*4
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de wettelijke voetnoot met betrekking tot de capaciteit van de vaste schijf. Klik op de *4.
Gebruikershandleiding 1-5
Inleiding
USB-diskettestation Dit station ondersteunt 3,5-inch diskettes met
een capaciteit van 1,44 MB of 720 KB. Het station wordt aangesloten op een USB-poort. Optioneel of bij sommige modellen geleverd.
Optisch station
Computers in deze serie kunnen worden geconfigureerd met een optisch station. In de volgende tabel worden de beschikbare optische stations beschreven.
CD-ROM-station Sommige modellen zijn uitgerust met een
CD-ROM-stationsmodule van volledige grootte waarin u CD’s zonder adapter kunt lezen. CD-ROM’s worden met maximaal 24-speed gelezen. Dit station ondersteunt de volgende indelingen:
CD-DA
CD-Text
Photo CD™ (single/multi-sessie)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Adresseringsmethode 2
DVD-ROM-station Sommige modellen zijn uitgerust met een
DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte waarmee u CD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch), en DVD’s van 12 cm zonder adapter kunt lezen. Het station leest DVD-ROM’s met maximaal 8-speed en CD-ROM’s met maximaal 24-speed. Het station ondersteunt de volgende indelingen:
DVD-ROM
DVD-Video
CD-DA
CD-Text
Photo CD™ (single/multi-sessie)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Adresseringsmethode 2
1-6 Gebruikershandleiding
Inleiding
DVD-ROM- & CD-R/RW-station
DVD Super Multi­station
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD-ROM- en CD-R/RW-stationsmodule van volledige grootte waarmee u CD’s/DVD’s zonder adapter kunt uitvoeren. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM en 24-speed voor CD-ROM. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R’s en 24-speed voor CD-RW’s. Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als het DVD-ROM-station en daarnaast de volgende indelingen.
CD-R
CD-RW
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD’s/DVD’s kunt vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm of 8 cm kunt lezen. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM en 24-speed voor CD-ROM. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R, 10-speed voor CD-RW, 8-speed voor DVD-R en DVD+R, 4-speed voor DVD-RW en DVD+RW, 2-speed voor DVD-R DL, 2,4-speed voor DVD+R DL, en 5-speed voor DVD-RAM. Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als het DVD-ROM- en CDR/ RW-station en daarnaast de volgende indelingen.
DVD-R
DVD-RW
DVD-RAM
DVD-R DL
DVD+R
DVD+RW
DVD+R DL
DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen of beschreven.
Gebruikershandleiding 1-7
Inleiding
Beeldscherm
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videobeelden met hoge resolutie. Het LCD-scherm kan in diverse standen worden gezet voor maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Ingebouwd 15,4-inch TFT-LCD-scherm, 16 miljoen kleuren,
met een van de volgende resoluties:
WXGA, 1280 horizontale x 800 verticale
pixels
Wettelijke voetnoot (LCD)*5
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de wettelijke voetnoot met betrekking tot de LCD. Klik op de *5.
Grafische controller Grafische controller voor optimale
beeldschermprestaties. Raadpleeg bijlage B,
Beeldschermcontroller en videomodi, voor
nadere informatie.
Wettelijke voetnoot (Graphics Processing Unit of GPU))*6
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de wettelijke voetnoot met betrekking tot de GPU (Graphics Processor Unit). Klik op de *6.
Toetsenbord
Ingebouwd
®
IBM
-compatibel uitgebreid toetsenbord met 85 of 87 toetsen, geïntegreerde numerieke toetsen, vaste cursorbesturingstoetsen, en de
toetsen en . Zie hoofdstuk 5, Het
toetsenbord, voor meer informatie.
TOSHIBA Aanwijsapparaat
Ingebouwd touchpad Met het touchpad en de besturingsknoppen in de
polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen en door de inhoud van vensters schuiven.
1-8 Gebruikershandleiding
Poorten
Inleiding
Serieel RS-232C-compatibele poort
Externe monitor De analoge VGA-poort ondersteunt VESA
Universal Serial Bus (USB 2.0)
Docking Deze poort ondersteunt verbinding met een
(16550UART-compatibel). Niet alle modellen hebben een seriële poort.
DDC2B-compatibele functies.
De computer bevat drie Universal Serial Bus­poorten die voldoen aan de USB 2.0-norm.
optionele Advanced Port Replicator III Plus, zoals wordt beschreven in het gedeelte Opties.
Niet alle modellen hebben een dockingpoort.
Sleuven
PC-kaart De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een PC-kaart
(Type II).
SD-kaart
Door middel van deze sleuf kunt u gemakkelijk gegevens overbrengen van apparaten, bijvoorbeeld digitale camera’s en PDA’s (Personal Digital Assistants), die gebruik maken van SD-flash-geheugenkaarten.
Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Multimedia
Geluidssysteem Het Windows-compatibele geluidssysteem omvat
interne luidsprekers en een interne microfoon evenals aansluitingen voor een externe microfoon en koptelefoon.
Video-out­aansluiting (S-Video)
Hoofdtelefoonbus Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonbus kan een
Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een drie-
Gebruikershandleiding 1-9
Via de video-out-aansluiting kunt u videogegevens naar externe apparaten zenden. De gegevensuitvoer is afhankelijk van het type apparaat dat aan de S-Video-kabel is gekoppeld.
Niet alle modellen hebben een video out­aansluiting.
stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
aderige miniplug voor niet-stereofonische microfooninvoer worden aangesloten.
Inleiding
Communicatie
Modem De ingebouwde modem voorziet in gegevens- en
faxcommunicatie en ondersteunt de standaards V.90 (V.92). De snelheid van gegevens- en faxverzending is afhankelijk van de toestand van de analoge telefoonlijn. Het modem heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. In sommige verkoopgebieden wordt deze standaard in de fabriek geïnstalleerd. De standaards V.90 en V.92 worden uitsluitend ondersteund in de VS, Canada, Australië, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. In andere gebieden is alleen V.90 beschikbaar.
LAN De computer heeft ingebouwde ondersteuning
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T (alleen voor het model met een Intel
®
Core™
Duo/Solo-processor)).
Bluetooth Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
met Bluetooth-functies. Bluetooth-technologie ondersteunt draadloze communicatie tussen elektronische apparaten zoals computers en printers. Bluetooth zorgt voor snelle, betrouwbare en veilige draadloze communicatie in een kleine ruimte.
1-10 Gebruikershandleiding
Inleiding
Draadloos LAN De computers in deze serie zijn uitgerust met
een draadloos LAN-kaart. Deze kaart is compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11-norm (Revisie A, B of G).
Theoretische maximumsnelheid:
54 Mbps (IEEE802.11a, 802.11g)
Theoretische maximumsnelheid:
11 Mbps (IEEE802.11b)
Frequentiebandselectie
(5 GHz: Revisie A / 2,4 GHz: Revisie B/G)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op 128-bits coderingsalgoritme (Intel-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op 152-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
Wi-Fi Protected Access (WPA).
AES-gegevenscodering (Advanced
Encryption Standard).
Activering op draadloos LAN
(Intel-moduletype)
De hierboven weergegeven waarden zijn de theoretische maxima voor
draadloze LAN-normen. De feitelijke waarden kunnen anders zijn.
De verzendsnelheid via het draadloze LAN en het maximale bereik van
draadloos LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van accesspoints, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De vermelde verzendsnelheid is de theoretische maximumsnelheid van de desbetreffende norm. De daadwerkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)*7
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de wettelijke voetnoot met betrekking tot draadloos LAN. Klik op de *7.
Gebruikershandleiding 1-11
Inleiding
Schakelaar voor draadloze communicatie
Beveiliging
Beveiligingsslotsleuf Hiermee kan de computer door middel van een

Speciale voorzieningen

De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer vergemakkelijken.
TOSHIBA Assist­knop
TOSHIBA­presentatieknop
Sneltoetsen Sneltoetsen zijn speciale toetscombinaties
Druk op deze knop om een vooraf geselecteerde toepassing te starten of een vooraf vastgelegde functie uit te voeren. De standaardtoepassing is TOSHIBA Assist.
Deze knop is alleen beschikbaar op Tecra A8­modellen.
Druk op deze knop om te schakelen tussen het interne beeldscherm, het externe beeldscherm, gelijktijdige weergave en weergave op meerdere schermen.
Deze knop is alleen beschikbaar op Tecra A8­modellen.
waarmee u snel de systeemconfiguratie kunt wijzigen zonder een systeemprogramma te hoeven gebruiken.
Met deze schakelaar zet u de Wireless LAN- en Bluetooth-functies aan en uit.
Alle modellen zijn voorzien van een schakelaar voor draadloze communicatie. Sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN en Bluetooth.
beveiligingsslot aan een bureau of ander groot voorwerp worden verankerd.
Beeldscherm automatisch uitschakelen
1-12 Gebruikershandleiding
Met deze functie wordt de stroom naar het LCD­scherm van de computer automatisch stopgezet als het toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Monitor uit in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Inleiding
Vaste schijf automatisch uitschakelen
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste schijf automatisch stopgezet als een bepaalde tijd lang geen vaste-schijfactiviteit heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Vaste schijf uit in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Systeem op stand­by/in slaapstand
Met deze functie wordt het systeem automatisch op stand-by of in de slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Systeem op stand-by of Systeem in slaapstand op het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Geïntegreerde numerieke toetsen
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde numerieke toetsen. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik
van deze toetsen.
Wachtwoord voor opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging: supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u voorkomen dat onbevoegden uw computer gebruiken.
Directe beveiliging Met een sneltoets kunt u het LCD-scherm
leegmaken en de computer blokkeren; deze functie dient voor gegevensbeveiliging.
Intelligente stroomvoorziening
Een microprocessor in de intelligente stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent de resterende accucapaciteit. De microprocessor beschermt de elektronische onderdelen tevens tegen abnormale omstandigheden, zoals extreme spanningspieken vanuit een voedingsbron. U kunt de resterende accucapaciteit controleren met de optie Resterende accu-energie in TOSHIBA Power Saver.
Energiebesparings­modus
Met deze voorziening kunt u accu-energie besparen. U kunt de energiebesparingsmodus opgeven via het item Profiel in TOSHIBA Power Saver.
Gebruikershandleiding 1-13
Inleiding
In-/uitschakelen via LCD
Met deze functie wordt de stroom naar de computer uitgeschakeld wanneer het LCD­scherm wordt gesloten en weer ingeschakeld zodra het LCD-scherm wordt geopend. U kunt de instelling opgeven met de optie Als ik het scherm sluit in het tabblad Acties instellen van TOSHIBA Power Saver.
Automatische slaapstand bij lage acculading
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. U kunt de instelling opgeven op het tabblad Acties instellen van TOSHIBA Power Saver.
Warmteverspreiding De CPU heeft een interne temperatuursensor ter
bescherming tegen oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPU-verwerkingssnelheid verlaagd. Gebruik de optie Koelmethode in het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Vasteschijfbeveiliging Via een ingebouwde sensor in de computer
detecteert de functie voor vasteschijfbeveiliging trillingen, schokken en dergelijke en plaatst vervolgens automatisch de kop van de vaste schijf in de veilige stand. Zo wordt het risico verkleind dat de schijf beschadigt doordat deze in aanraking komt met de kop. Raadpleeg de paragraaf De vasteschijfbeveiliging gebruiken in hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor bijzonderheden.
De functie voor vasteschijfbeveiliging garandeert echter niet dat de vaste schijf niet beschadigt.
Slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen, zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was opgehouden wanneer u de computer weer aanzet. Raadpleeg de paragraaf
De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Voor u begint, voor bijzonderheden.
1-14 Gebruikershandleiding
Stand-by Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de

Hulpprogramma’s

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de online handleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.
Inleiding
computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten: de gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
TOSHIBA Power Saver
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
TOSHIBA Controls Niet alle modellen hebben TOSHIBA Controls.
Als u het energiebeheerprogramma wilt starten, klikt u achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud en het pictogram TOSHIBA Power Saver.
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt. U opent het hulpprogramma door achtereenvolgens te klikken op Start, Configuratiescherm, Printers
en andere hardware en het pictogram TOSHIBA HW Setup.
Met dit hulpprogramma kunt u toepassingen of functies toewijzen aan de TOSHIBA­presentatieknop (de standaardinstelling is gelijktijdige weergave op het LCD en de monitor met een resolutie van 1.024 × 768) en de TOSHIBA Assist-knop (de standaardinstelling is TOSHIBA Assist).
U opent dit hulpprogramma door achtereenvolgens te klikken op Start,
Configuratiescherm, Printers en andere hardware en het pictogram TOSHIBA Controls.
Gebruikershandleiding 1-15
Inleiding
DVD-videospeler De DVD-videospeler heeft een scherminterface
en -functies voor het afspelen van DVD-video’s. De speler heeft een scherminterface en -functies. Klik op Start, wijs Alle programma’s en
InterVideo WinDVD aan en klik op InterVideo WinDVD.
Bluetooth-stack voor Windows van Toshiba
Door middel van deze software kunnen externe Bluetooth-apparaten draadloos met elkaar communiceren.
Bluetooth kan niet worden gebruikt in modellen waarin geen Bluetooth­module is geïnstalleerd.
TOSHIBA Hulpprogramma Opstartbare SD-kaart
Met het TOSHIBA-hulpprogramma Opstartbare SD-kaart kunt u een opstartbare SD­geheugenkaart maken waarmee u het systeem kunt opstarten. U kunt het TOSHIBA­hulpprogramma Opstartbare SD-kaart als volgt starten via het menu Start. Klik op Start, wijs Alle
programma’s aan, wijs TOSHIBA aan, wijs Hulpprogramma’s aan en klik op Hulpprogramma Opstartbare SD-kaart.
TOSHIBA­hulpprogramma Zoom
RecordNow! Basic for TOSHIBA
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen op het bureaublad of in het toepassingsvenster vergroten of verkleinen.
U kunt CD’s/DVD’s in verschillende indelingen maken: audio-CD’s die op een gewone stereo-CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data-CD’s/-DVD’s voor het opslaan van de bestanden en mappen op uw vaste schijf. Deze software kan worden gebruikt op een model met een DVD-ROM- & CD-R/RW-station of DVD Super Multi-station.
TOSHIBA Assist Niet alle modellen hebben TOSHIBA Assist.
TOSHIBA Assist is een grafische gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt verkrijgen. Deze functie wordt standaard met de TOSHIBA Assist-knop geactiveerd.
1-16 Gebruikershandleiding
Inleiding
TOSHIBA PC­diagnoseprogramma
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma toont gegevens over de configuratie van de computer en biedt de mogelijkheid de functionaliteit van bepaalde ingebouwde apparaten te testen. U start het TOSHIBA PC-diagnoseprogramma door te klikken op Start. Wijs vervolgens Alle programma’s, TOSHIBA en Hulpprogramma’s aan en klik op PC-diagnoseprogramma.
TOSHIBA Mobiel Extra
Niet alle modellen hebben TOSHIBA Mobile Extension. Dit hulpprogramma vergroot de functionaliteit van uw computer wanneer u deze aansluit op een optionele Advanced Port Replicator III Plus. Als u het hulpprogramma wilt openen, selecteert u TOSHIBA Mobile Extension vanuit de toepassing TOSHIBA Assist.
TOSHIBA ConfigFree TOSHIBA ConfigFree bestaat uit een reeks
hulpprogramma’s waarmee u verbindingen met communicatieapparaten en netwerken beheert. Met TOSHIBA ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken. Als u ConfigFree wilt starten, klikt u op Start, wijst u achtereenvolgens Alle Programma’s, TOSHIBA en Netwerk aan en klikt u op ConfigFree.
TOSHIBA­hulpprogramma
Met dit hulpprogramma kunt u de TouchPad met de toets Fn + F9 in-/uitschakelen.
Touchpad AAN/UIT
TOSHIBA­wachtwoordhulppro­gramma
TOSHIBA Accessibility (Toegankelijkheid)
Met dit hulpprogramma kunt u een wachtwoord instellen waarmee de toegang tot de computer wordt beperkt.
Met dit hulpprogramma kunt u de Fn-toets vergrendelen: u kunt dan eenmaal op de Fn-toets drukken, de toets loslaten en op een functietoets drukken. De Fn-toets blijft actief tot een andere toets wordt ingedrukt.
DLA voor TOSHIBA DLA (Drive Letter Access ofwel
stationslettertoegang) is een pakketschrijfprogramma waarmee u bestanden en/of mappen via een stationsletter naar een DVD-RW-, DVD+RW- of CD-RW-schijf kunt schrijven, op dezelfde manier als naar een diskette of andere verwisselbare schijven.
Gebruikershandleiding 1-17
Inleiding

Opties

TOSHIBA­sneltoetsprogramma voor beeldschermen
Met dit hulpprogramma kunt u een ander beeldscherm kiezen en de beeldschermresolutie wijzigen. Met Fn + F5 wijzigt u het actieve beeldscherm. Druk op Fn + spatiebalk om de resolutie te wijzigen.
TOSHIBA SD­geheugenkaart formatteren
Als u het hulpprogramma wilt openen, klikt u op
Start, wijst u achtereenvolgens Alle programma’s, TOSHIBA en Hulpprogramma’s aan en klikt u op TOSHIBA SD Memory Card Format.
Geluiddemper voor CD/DVD-station
Met dit hulpprogramma kunt u de leessnelheid van het optische station configureren. U kunt kiezen tussen de normale modus, waarin het station op maximale snelheid werkt voor een snelle gegevenstoegang, en de stille modus, waarin het station op enkele snelheid werkt voor audio-CD’s, waardoor het station minder geluid maakt.
Het heeft geen invloed op het DVD-station.
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties toe te voegen. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenkit U kunt gemakkelijk een geheugenmodule van
256 MB, 512 MB of 1.024 MB (DDR2-667/533/400) in modellen met een Intel® Celeron
®
M-processor installeren.
U kunt een geheugenmodule van 256 MB, 512 MB, 1.024 MB (DDR2-667/533/400) of
2.048 MB (DDR-667) in modellen met een Intel
®
Core™ Duo/Solo-processor installeren.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid (3600 mAh of
4400 mAh) bij uw TOSHIBA-dealer kopen. U kunt deze als reserve-exemplaar of ter vervanging gebruiken.
Universele netadapter
Als u de computer regelmatig op verschillende locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
Accuoplader Met de accu-oplader kunt u extra accu’s buiten
de computer opladen.
1-18 Gebruikershandleiding
Inleiding
Beveiligingsslot U kunt een beveiligingskabel aan de computer
bevestigen om de computer te beschermen tegen diefstal.
USB-diskettestation Het USB-diskettestation ondersteunt 3,5-inch
diskettes met een capaciteit van 1,44 MB of 720 KB en wordt aangesloten op een USB-poort. In Windows XP kunt u diskettes van 720 KB niet formatteren, maar u kunt wel eerder geformatteerde diskettes gebruiken.
Advanced Port Replicator III Plus
De Advanced Port Replicator III Plus vult de beschikbare poorten op de computer aan met poorten voor een PS/2-muis, een PS/2­toetsenbord, een digitale visuele interface (DVI), i.LINK™ (IEEE1394), een line-in-bus en een line­out-bus, een poort voor de externe monitor, vier Universal Serial Bus-poorten (USB2.0), een LAN-aansluiting, een modemaansluiting, een seriële poort en een parallelle poort.
Bluetooth-kit Deze kit voegt draadloze Bluetooth-
communicatie toe aan computers zonder Bluetooth. Deze wordt alleen geïnstalleerd door leveranciers.
Gebruikershandleiding 1-19
Inleiding
1-20 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer geïdentificeerd. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen)*8
Raadpleeg de paragraaf Wettelijke voetnoten in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de wettelijke voetnoot met betrekking tot niet-toepasselijke pictogrammen. Klik op de *8.

Voorkant met gesloten beeldscherm

Afbeelding 2-1 geeft de voorkant van de computer weer, met het LCD-beeldscherm gesloten.
Beeldschermvergrendeling
Microfoonbus
Hoofdtelefoonbus
Volum e
Afbeelding 2-1 Voorkant van de computer met gesloten LCD-beeldscherm
Systeemlampjes Met behulp van deze lampjes kunt u de status
van verschillende computerfuncties controleren. U vindt meer informatie in de paragraaf
Systeemlampjes.
Gebruikershandleiding 2-1
Systeemlampjes
Schakelaar voor draadloze communicatie
Rondleiding
Schakelaar voor draadloze communicatie
Schuif deze schakelaar naar links om de functies voor draadloos LAN en Bluetooth uit te schakelen. Schuif de schakelaar naar rechts om deze functies in te schakelen.
Alle modellen beschikken over een schakelaar voor draadloze communicatie, hoewel slechts sommige modellen zijn voorzien van functies voor zowel draadloos LAN als Bluetooth.
Schakel draadloos LAN- en Bluetooth-functies uit in de buurt van
mensen waarbij mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u gebruikmaakt van een draadloos LAN- of Bluetooth-functie.
Schakel altijd de draadloos LAN- of Bluetooth-functie uit als de pc in de
buurt komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik de draadloos LAN- of Bluetooth-functies niet in de buurt van
een magnetron of in gebieden met radiostoring of magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan tot onderbreking van de draadloos LAN- of Bluetooth-functie leiden.
Beeldschermver­grendeling
Deze vergrendelingsschuif zet het LCD-scherm vast wanneer dit gesloten is. Duw de vergrendelingsschuif opzij om het LCD­beeldscherm te openen.
Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een
drie-aderige miniplug voor niet-stereofonische microfooninvoer worden aangesloten.
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de
stereoluidsprekers en de stereohoofdtelefoon af te stemmen.
Hoofdtelefoonbus Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonbus kan een
stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
2-2 Gebruikershandleiding

Linkerkant

Afbeelding 2-2 geeft de linkerkant van de computer weer.
Rondleiding
SD-kaartsleuf
Sleuf voor PC-kaart
Afbeelding 2-2 De linkerkant van de computer
Uitwerpknop voor de PC-kaart
Luchtopeningen
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips in de pc of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de pc beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
PC-kaartsleuf De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een Type II-
kaart. De sleuf ondersteunt 16-bits PC-kaarten en CardBus-PC-kaarten.
Uitwerpknop voor de PC-kaart
Gebruik deze knop om een PC-kaart uit de PC-kaartsleuf te verwijderen.
Zorg dat er geen voorwerpen in de PC-kaartsleuf terechtkomen. Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips in de pc of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de pc beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
SD-kaartsleuf SD-kaarten worden in diverse externe apparaten
gebruikt. Door middel van deze sleuf kunt u gegevens van het apparaat naar de computer overbrengen.
Zorg dat er geen voorwerpen in de SD-kaartsleuf terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen.
Gebruikershandleiding 2-3
Rondleiding

Rechterkant

Afbeelding 2-3 geeft de rechterkant van de computer weer.
Beveiligingsslotsleuf Aan deze sleuf kan een beveiligingskabel
Optisch station Er is een CD-ROM-, DVD-ROM-, DVD-ROM- en

Achterkant

Afbeelding 2-4 geeft de achterkant van de computer weer.
Modemaansluiting
Afbeelding 2-3 De rechterkant van de computer
Seriële poort
Optisch station
Beveiligingsslotsleuf
worden bevestigd. De optionele beveiligingskabel verankert de computer aan een bureau of ander groot voorwerp ter bescherming tegen diefstal.
CD-R/RW-station of een DVD Super Multi geïnstalleerd.
Video-out-bus
Gelijkstroomingang (15 V)
Externe monitorpoort
LAN actief-LED (oranje)
USB-poorten
LAN-aansluiting
Verbindingslampje (groen)
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Afbeelding 2-4 De achterkant van de computer
Video-out-bus Koppel een S-Video-kabel aan deze poort voor
de uitvoer van videosignalen. De S-Video-kabel verzendt videosignalen.
2-4 Gebruikershandleiding
Niet alle modellen hebben een video out-aansluiting.
Rondleiding
Poort voor externe monitor
Gelijkstroomingang (15 V)
Op deze poort kunt u een extern beeldscherm aansluiten.
Hierop wordt de netadapter aangesloten. Gebruik alleen het model netadapter dat bij de computer is geleverd. Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer.
Modempoort U kunt de modemaansluiting gebruiken om het
modem rechtstreeks via een modemkabel aan te sluiten op een telefoonlijn.
Als de pc wordt aangesloten op een andere communicatielijn dan een
analoge telefoonlijn, kan de pc defect raken.
Sluit het ingebouwde modem alleen aan op normale analoge
telefoonlijnen.
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een digitale lijn (ISDN).
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op de digitale aansluiting
van een openbare telefoon of op een digitale telefooncentrale (PBX).
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een huiscentrale in een
woning of bedrijf.
Sluit de pc nooit aan op de netvoeding tijdens onweer. Als u bliksem
ziet of donder hoort, schakelt u de pc onmiddellijk uit. Een elektrische spanningspiek ten gevolge van het onweer kan leiden tot een systeemstoring, gegevensverlies of schade aan de apparatuur.
LAN-poort Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) en Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T (alleen voor modellen met een Intel
®
Core™ Duo/Solo-processor)). Het
LAN heeft twee lampjes. Zie hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 2-5
Rondleiding
Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als u
dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Koppel de LAN-kabel niet aan een voedingsbron. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
Aansluitingslampje (groen)
Dit lampje brandt groen wanneer de computer op een LAN is aangesloten en het LAN correct functioneert.
LAN-actief-lampje (oranje)
Dit lampje brandt oranje tijdens gegevensoverdracht tussen de computer en het LAN.
i.LINK-poort (IEEE 1394)
Via deze poort kunt u een extern apparaat, zoals een digitale videocamera, aansluiten voor snelle gegevensoverdracht.
Sommige modellen hebben geen i.LINK (IEEE1394)-poort.
Seriële poort Op deze 9-pens poort kunt u seriële apparaten
aansluiten, zoals een extern modem of een seriële muis of printer.
Niet alle modellen hebben een seriële poort.
Universal Serial Bus­poorten (USB 2.0)
Op de achterkant bevinden zich drie USB-poorten. De poorten zijn compatibel met de USB 2.0-norm.
Zorg dat er geen voorwerpen in de USB-aansluitingen terechtkomen. Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips in de pc of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de pc beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Het is mogelijk dat sommige functies niet correct werken.
2-6 Gebruikershandleiding

Onderkant

Afbeelding 2-5 illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
Geheugenafdekplaatje module
Rondleiding
Inkepingen
Dockingpoort
Accu-eenheid
Klepje over vasteschijfeenheid
Afbeelding 2-5 De onderkant van de computer
Ontgrendelingsschuif
accuhouder
Accuvergrendeling
Accuvergrendeling Duw de accuvergrendeling opzij, zodat u de
accu-eenheid kunt verwijderen.
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor
uitgebreide informatie over de accu-eenheid.
Inkepingen De haakjes van de Advanced Port Replicator III
Plus passen in de inkepingen van de computer en zorgen zo voor een veilige verbinding.
Ontgrendelingsschuif accuhouder
Duw deze schuif opzij en houd de schuif vast om de accu-eenheid vrij te geven.
Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden voor gedetailleerde informatie over
het verwijderen van de accu-eenheid.
Dockingpoort Deze poort ondersteunt verbinding met een
optionele Advanced Port Replicator III Plus, zoals wordt beschreven in hoofdstuk 8, Optionele
apparaten.
Gebruikershandleiding 2-7
Rondleiding
Niet alle modellen hebben een dockingpoort.
Alleen de Advanced Port Replicator III kan met deze computer worden
gebruikt. Probeer niet een andere Port Replicator te gebruiken.
Zorg dat er geen voorwerpen in de dockingpoort terechtkomen. Een
speld of soortgelijk voorwerp kan de schakelingen van de computer beschadigen. Een plastic klepje beveiligt de aansluiting.
Geheugenafdekplaatje module
Klepje over vasteschijfeenheid
Deze behuizing beschermt de sleuven waarin geheugenmodules kunnen worden geplaatst. Raadpleeg de paragraaf Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
De ingebouwde vaste schijf bevindt zich achter deze klep.
2-8 Gebruikershandleiding

Voorkant met geopend beeldscherm

Deze paragraaf beschrijft de computer met geopend LCD-scherm. Raadpleeg de desbetreffende illustratie voor details. U opent het LCD-beeldscherm door de vergrendelingsschuif op de voorkant van het LCD-scherm opzij te schuiven en het scherm omhoog te kantelen. Zet het LCD-scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Beeldschermscharnier
LCD-scherm
Schakelaar voor LCD­sensor (niet zichtbaar)
Rondleiding
Stereoluidspreker (rechts)
Touchpad
Stereoluidspreker (links)
Beeldscherm­scharnier
Gebruikershandleiding 2-9
Aan/uit-knop
TOSHIBA Assist-knop
TOSHIBA-presentatieknop
Afbeelding 2-6 De voorkant van de computer met geopend LCD-scherm
Touchpad besturingsknoppen
Het beeldschermscharnier zorgt dat het LCD-scherm in de gewenste stand blijft staan.
Rondleiding
LCD-scherm Het LCD-scherm toont contrastrijke tekst en
afbeeldingen. U kunt de resolutie instellen op waarden tussen 800 × 600 en 1.280 × 800 pixel. Raadpleeg de paragraaf Beeldschermcontroller
en videomodi in bijlage B.
Als de computer door de accu wordt gevoed, ziet het LCD-scherm er niet zo helder uit als bij gebruik van de netadapter. Het lagere helderheidsniveau dient om accu-energie te besparen.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
Touchpadbestu­ringsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het touchpad kunt u menuopties selecteren en bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Touchpad Met het touchpad in het midden van de polssteun
kunt u de schermaanwijzer verplaatsen. Raadpleeg de paragraaf Het touchpad gebruiken in hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
TOSHIBA­presentatieknop
Druk op deze knop om hetzelfde beeld op het interne en externe beeldscherm weer te geven of om de weergave met meerdere monitors (alleen Windows XP) te gebruiken.
De standaardinstelling is “Presentatie (Zelfde beeld 1.024 × 768)”. Hetzelfde beeld wordt op de interne en externe monitor met een schermresolutie van 1.024 x 768 weergegeven.
Met de instelling “Presentatie (Ander beeld)” kunt u de interne en externe monitors als breedscherm gebruiken.
Deze instelling wordt alleen ondersteund onder Windows XP.
De modus voor één weergave kan alleen op een interne monitor worden ingesteld door nogmaals op de knop te drukken.
U kunt een functie voor de TOSHIBA­presentatieknop instellen in de eigenschappen van TOSHIBA Controls.
Niet alle modellen hebben een TOSHIBA­presentatieknop.
2-10 Gebruikershandleiding
Rondleiding
TOSHIBA Assist­knop
Druk op deze knop om het programma te starten. De standaardtoepassing is TOSHIBA Assist.
Als de computer stand-by is, in de slaapstand staat of is uitgeschakeld, drukt u op deze knop om de computer in te schakelen en het programma te starten.
U kunt een functie voor de TOSHIBA Assist-knop instellen in de eigenschappen van TOSHIBA Controls.
Niet alle modellen hebben een TOSHIBA Assist­knop.
Aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer in en
uit te schakelen.
LCD­sensorschakelaar
Deze schakelaar detecteert wanneer het LCD-scherm van de computer wordt gesloten of geopend en activeert de functie In-/uitschakelen via LCD. Wanneer u het LCD-scherm sluit, wordt de computer in de slaapstand gezet en uitgeschakeld. Wanneer u het LCD-scherm opent, wordt de computer in de slaapstand gestart. Gebruik het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver om deze functie in of uit te schakelen. Standaard is de functie ingeschakeld.
Raadpleeg de gedeelten over TOSHIBA Power Saver en In-/uitschakelen via LCD in hoofdstuk 1, Speciale voorzieningen voor informatie over instellingen.
Plaats geen magnetische voorwerpen in de buurt van de schakelaar. Als u dit wel doet, wordt de computer automatisch in de slaapstand gezet en uitgeschakeld, zelfs als de functie In-/uitschakelen via LCD is uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 2-11
Rondleiding

Systeemlampjes

De lampjes links van de pictogrammen gaan branden wanneer diverse computerbewerkingen worden uitgevoerd.
SD-kaart Wanneer de computer toegang heeft tot de
DC IN Het DC IN-lampje brandt groen als via de
Voe ding Het aan/uit-lampje brandt groen als de computer
Accu Het Accu-lampje geeft de lading van de accu
Vaste schijf Het lampje voor de vaste schijf brandt blauw
Draadloze communicatie
Figuur 2-7 Systeemlichtjes
SD-kaart sleuf, brandt dit lampje groen.
netadapter gelijkstroom (DC) wordt geleverd. Als er problemen zijn met de uitgangsspanning van de adapter of met de stroomvoorziening, knippert dit lampje oranje.
aan is. Als u Stand-by selecteert in het venster Windows afsluiten, knippert dit lampje (één seconde aan, twee seconden uit) terwijl de computer wordt uitgezet.
aan: groen betekent volledig opgeladen, oranje betekent dat de accu wordt opgeladen en knipperend oranje betekent dat de accu bijna leeg is. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden.
wanneer de computer toegang tot de geïntegreerde vaste schijf heeft.
Het lampje voor draadloze communicatie brandt wanneer de functies voor Bluetooth en draadloos LAN zijn ingeschakeld.
Alle modellen beschikken over een schakelaar voor draadloze communicatie, hoewel slechts sommige modellen zijn voorzien van functies voor zowel draadloos LAN als Bluetooth.
2-12 Gebruikershandleiding

Toetsenbordlampjes

In de volgende afbeeldingen ziet u waar de lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen en het Caps Lock-lampje zich bevinden.
Als het lampje van de cursormodus brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen als cursortoetsen gebruiken.
Brandt het lampje van de numerieke modus, dan kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken om cijfers in te voeren.
Als het Caps Lock-lampje brandt, is de functie voor hoofdlettervergrendeling ingeschakeld.
Caps Lock Dit lampje brandt groen als de
Rondleiding
Caps Lock-lampje
Afbeelding 2-8 Caps Lock-lampje
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor lettertoetsen.
Cursormodus
Afbeelding 2-9 Lampjes van geïntegreerde numerieke toetsen
Numerieke modus
Cursormodus Als het lampje van de cursormodus groen
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de grijze opschriften) als cursortoetsen gebruiken. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Gebruikershandleiding 2-13
Rondleiding
Numerieke modus Als het lampje van de numerieke modus groen

USB-diskettestation

Het USB-diskettestation ondersteunt diskettes van 1,44 MB en 720 KB en wordt aangesloten op de USB-poort. Dit station wordt standaard meegeleverd bij sommige modellen en is optioneel bij andere.
USB-connector
brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de grijze opschriften) gebruiken om cijfers in te voeren. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
Disketteactiviteitslampje
Diskettesleuf
Afbeelding 2-10 USB-diskettestation
Uitwerpknop
USB-connector Plaats deze connector in een van de
USB-poorten van de computer.
Disketteactiviteits­lampje
Dit lampje gaat branden wanneer gegevens van de diskette worden gelezen of ernaar worden geschreven.
Diskettesleuf Plaats een diskette in deze sleuf.
Uitwerpknop Wanneer een diskette volledig in het station is
geplaatst, komt de uitwerpknop omhoog. U verwijdert een diskette door op de uitwerpknop te drukken: de diskette wordt een stukje uitgeschoven en kan worden verwijderd.
Controleer het disketteactiviteitslampje wanneer u het USB­diskettestation gebruikt. U mag niet op de uitwerpknop drukken of de computer uitschakelen terwijl het lampje brandt. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van gegevensverlies en beschadiging van de diskette of het station.
2-14 Gebruikershandleiding
Gebruik het USB-diskettestation op een plat, horizontaal oppervlak.
Plaats het station tijdens gebruik niet op een vlak dat meer dan 20° helt.
Plaats geen voorwerpen op het diskettestation.

optische stations

De computer is uitgerust met een van de volgende optische schijfstations: CD-ROM-, DVD-ROM-, DVD-ROM&CD-R/RW- en DVD Super Multi­stations. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Meer informatie over schijven plaatsen en verwijderen vindt u in de paragraaf Optische schijfstations gebruiken in hoofdstuk 4,
Grondbeginselen.
Regiocodes voor DVD-stations en -media
DVD-ROM&CD-R/RW- en DVD Super Multi-stations en de media voor deze stations worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopregio’s. Om problemen bij het afspelen van DVD-video’s te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor uw station.
Code Regio
Rondleiding
1 Canada, Verenigde Staten
2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten
3 Zuid-Oost-Azië, Oost-Azië
4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden,
Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-Korea,
Mongolië
6 China
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD’s en DVD’s beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik RecordNow! voor het beschrijven van CD’s. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Gebruikershandleiding 2-15
Rondleiding
CD’s
DVD’s
Indelingen
Beschrijfbare CD’s (CD-R’s) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW’s, high-speed CD-RW’s en
ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
DVD-R’s, DVD+R’s, DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven kunnen slechts
één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
De stations ondersteunen de volgende indelingen:
CD-ROM
DVD-ROM
CD-DA
Photo CD™ (single/multi-sessie)
CD-ROM XA Mode 2
(Form1, Form2)
DVD-Video
CD-Text
CD-ROM Mode 1, Mode 2
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Adresseringsmethode 2
CD-ROM-station
In de CD-ROM-stationsmodule van volledige grootte kunt u schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
CD lezen 24-speed (maximaal)
DVD-ROM-station
In de DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte kunt u schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal)
2-16 Gebruikershandleiding
DVD-ROM- & CD-R/RW-station
In de DVD-ROM- & CD-R/RW-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD’s vastleggen en CD’s/ DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 24-speed (maximaal, ultra-speed media)
DVD Super Multi-station
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD’s vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 of 8 cm lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) DVD-R schrijven 8-speed (maximaal) DVD-RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD-R DL schrijven 2-speed (maximaal) DVD+R schrijven 8-speed (maximaal) DVD+R DL schrijven 2,4-speed (maximaal) DVD+RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD-RAM schrijven 5-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, ultra-speed media)
DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen of beschreven.
Rondleiding
Gebruikershandleiding 2-17
Rondleiding

Netadapter

De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd.
Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een voedingsbron en op de computer. Zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden voor meer informatie.
Afbeelding 2-11 De netadapter (2-pins stekker)
Afbeelding 2-12 De netadapter (3-pins stekker)
Afhankelijk van het model kan de kabel een 2-pins of 3-pins stekker
bevatten.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio’s dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
2-18 Gebruikershandleiding
Rondleiding
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die met de pc is meegeleverd en de TOSHIBA-accu-oplader (die mogelijk met de pc is meegeleverd), of gebruik een netadapter of oplader van een ander model dat door TOSHIBA is goedgekeurd om het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter of accu­oplader kan leiden tot brand of schade aan de pc, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 2-19
Rondleiding
2-20 Gebruikershandleiding
Voor u begint
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De computer inschakelen
Voor het eerst opstarten
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
Herstelmedia maken
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de vaste schijf.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de herstelmedia
Lees in elk geval de paragraaf Voor het eerst opstarten.
Hoofdstuk 3
Lees de Instructiegids voor veiligheid en comfort om laptops comfortabeler en productiever te gebruiken. Als u de aanbevelingen in deze gids volgt, verkleint u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Gebruikershandleiding 3-1
Voor u begint
Andere aandachtspunten
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer nooit opslagmedia zonder eerst de inhoud hiervan te
controleren. Bij formattering worden alle opgeslagen gegevens verwijderd.
Het is verstandig om af en toe een back-up te maken van de interne
vaste schijf of van een ander primair opslagapparaat op externe media. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat alle
gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf of op een ander opslagmedium. Als u dat niet doet, kan dit mogelijk resulteren in gegevensverlies.

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen 100 en 240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het opladen van
de accu-eenheid met de netadapter.
3-2 Gebruikershandleiding
Voor u begint
Gebruik altijd de Toshiba-netadapter die met de pc is meegeleverd en
de Toshiba-accuoplader (die mogelijk met de pc is meegeleverd), of gebruik een ander model dat door Toshiba is goedgekeurd om het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter of accuoplader kan leiden tot brand of schade aan de pc, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een
equivalente, compatibele netadapter. Gebruik van een incompatibele adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Sluit de netadapter of accu-oplader nooit aan op een voedingsbron die
niet overeenstemt met de spanning en frequentie die op het voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet, kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet, kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio’s dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en
-voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Plaats de pc of netadapter nooit op een houten oppervlak, meubelstuk
of een ander oppervlak dat door verhitting kan beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de onderkant van de pc en de buitenkant van de netadapter namelijk stijgen.
Plaats de pc of netadapter altijd op een vlak en hard, warmtebestendig
oppervlak.
Gebruikershandleiding 3-3
Voor u begint
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Afbeelding 3-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 3-3 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Afhankelijk van het model kan de kabel een 2-pins of 3-pins stekker bevatten.
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de gelijkstroomingang (DC IN 15V) op de achterkant van de computer.
DC IN-bus
Gelijkstroomuitgangsstekker
Afbeelding 3-4 De adapter op de computer aansluiten
van de netadapter
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan. Het acculampje en het DC IN-lampje op de voorkant van de computer gaan branden.
3-4 Gebruikershandleiding

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal kijkgemak.
1. Schuif de schermvergrendeling op de voorkant van de computer opzij
om het beeldscherm te ontgrendelen.
2. Houd de polssteun met één hand naar beneden, zodat het
hoofdgedeelte niet wordt opgetild. Til het scherm nu langzaam omhoog. Pas de hoek van het scherm aan voor een optimale helderheid.
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het LCD-scherm. Als u het te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Voor u begint
LCD-scherm
Afbeelding 3-5 Het LCD-beeldscherm openen

De computer inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt. Het lampje van de aan/uit-knop geeft de status aan. Zie hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, Voedingslampjes.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem
niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Voor het eerst opstarten.
Als het USB- diskettestation is aangesloten, controleert u of dit leeg is.
Als het station een diskette bevat, drukt u op de uitwerpknop en verwijdert u de diskette.
Beeldschermvergrendeling
Gebruikershandleiding 3-5
Voor u begint
1. Open het LCD-scherm van de computer.
2. Houd de aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden ingedrukt.
Aan/uit-knop
Afbeelding 3-6 De computer inschakelen

Voor het eerst opstarten

Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het opstartscherm van Microsoft Windows XP. Volg de aanwijzingen op elk scherm. Tijdens de configuratie kunt u op de knop Ter ug klikken om terug te keren naar het vorige scherm.
Vergeet niet om de Windows-gebruiksrechtovereenkomst zorgvuldig door te lezen.

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), slaapstand of stand-by-modus.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of een opslagmedium.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
3-6 Gebruikershandleiding
Zorg dat de vaste schijf uit staat. Als u de computer uitzet terwijl er nog
schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
Schakel nooit de stroom uit terwijl een toepassing actief is Dit zou tot
gegevensverlies kunnen leiden.
Schakel nooit de stroom uit, koppel nooit een extern opslagapparaat
los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
3. Klik op Start en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het
venster Computer uitschakelen op Uitschakelen.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Stand-by-modus
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten: de gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer op stand-by
gezet conform de instellingen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver.
Als u de computer uit de stand-by-modus wilt halen, drukt u op de aan/
uit-knop of op een willekeurige toets. De laatste methode werkt alleen op het ingebouwde toetsenbord als de optie Activering op toetsenbord is ingeschakeld in HW Setup.
Als de computer automatisch op stand-by wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer uit de stand-by-modus wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch op stand-by wordt
gezet, schakelt u Stand-by uit in TOSHIBA Power Saver. Hierna is de computer echter niet langer compatibel met de Energy Star-richtlijnen.
Voor u begint
Gebruikershandleiding 3-7
Voor u begint
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer op
stand-by te zetten.
Wanneer de computer in de stand-by-modus staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de stand-by-
modus is (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). Doet u dit toch, dan gaan de gegevens in het geheugen verloren.
Als u de computer meeneemt aan boord van een vliegtuig of in een
ziekenhuis, dient u de computer af te sluiten in de slaapstand of afsluitmodus om verstoring van radiosignalen te voorkomen.
Voordelen van Stand-by
De voordelen van de Stand-by-functie zijn als volgt.
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem stand-by.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Stand-by activeren
U kunt Stand-by ook activeren door op Fn + F3 te drukken. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord voor meer informatie.
U kunt de stand-by-modus op een van de volgende drie manieren activeren:
1. Klik op Start, klik vervolgens op Computer uitschakelen en ten slotte op Stand-by.
2. Sluit het LCD-scherm van de computer. Deze functie moet ingeschakeld zijn. Raadpleeg het tabblad Acties instellen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver in het Configuratiescherm. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens TOSHIBA Power
Saver.
3. Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet ingeschakeld zijn. Raadpleeg het tabblad Acties instellen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver in het Configuratiescherm. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens TOSHIBA Power
Saver.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de stand-by-modus wordt afgesloten, gaat het
aan/uit-lampje oranje knipperen.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de bedrijfstijd verlengen
door in de slaapstand af te sluiten. De stand-by-stand verbruikt meer energie.
3-8 Gebruikershandleiding
Beperkingen van de stand-by-modus
In de volgende omstandigheden werkt Stand-by niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Slaapstand
De slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De status van randapparaten wordt bij het inschakelen van de slaapstand niet opgeslagen.
Sla uw gegevens op. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt
de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het lampje van de vaste schijf uitgaat.
Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Voordelen van de slaapstand
De voordelen van de slaapstand zijn als volgt.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Voor u begint
Om de computer te kunnen afsluiten in de slaapstand, moet u deze functie op twee plaatsen activeren: op het tabblad Slaapstand van Energiebeheer en op het tabblad Acties instellen van TOSHIBA Power Saver.
Als u deze functie niet instelt, wordt de computer in de stand-by-modus afgesloten wanneer de accu bijna leeg is. In dat geval gaan de gegevens die in de stand-by-modus zijn opgeslagen, verloren.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart stroom door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem in slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 3-9
Voor u begint
Slaapstand activeren
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de slaapstand in te schakelen:
1. Klik op Start.
2. Selecteer Computer uitschakelen.
3. Open het dialoogvenster Computer uitschakelen.
4. Klik op Slaapstand.
Automatische slaapstand
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het beeldscherm sluit, wordt de computer automatisch in de slaapstand gezet. Eerst dient u echter de juiste instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Klik op Start en open het Configuratiescherm.
2. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens Energiebeheer.
3. Open het tabblad Slaapstand in het dialoogvenster Eigenschappen
voor Energiebeheer, schakel het selectievakje Slaapstand inschakelen in en klik op de knop Toepassen.
4. Open TOSHIBA Power Saver.
5. Selecteer het tabblad Actie instellen.
6. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor Als ik op de aan/uit- knop druk en Als ik het scherm sluit.
7. Klik op OK.
Gegevensopslag in de slaapstand
Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze periode brandt het lampje van de vaste schijf.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
3-10 Gebruikershandleiding
Voor u begint

Computer opnieuw opstarten

In bepaalde gevallen dient u het systeem opnieuw op te starten. Bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. Klik op Start en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het venster Computer uitschakelen op Opnieuw starten.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om Windows Taakbeheer te openen en selecteer vervolgens Afsluiten en Opnieuw starten.
3. Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt. Wacht 10 à 15 seconden en schakel de computer vervolgens weer in door op de aan/uit-knop te drukken.

De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf Productherstel

Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruikt u de schijf Productherstel om de bestanden te herstellen. Voer de volgende stappen uit om het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software te herstellen.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
1. Plaats het herstelmedium in het station voor optische media en schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Laat F12 los zodra In Touch with Tomorrow TOSHIBA wordt weergegeven.
3. Gebruik de cursortoetsen om het CD/DVD-pictogram in het menu te selecteren. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Opstartprioriteit in hoofdstuk 7, HW Setup.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als uw computer werd geleverd met andere geïnstalleerde software, kunt u deze software niet herstellen via de schijf Productherstel. Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of spelletjes) zo nodig apart vanaf andere media.
Gebruikershandleiding 3-11
Voor u begint
TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s herstellen
Als Windows naar behoren werkt, kunnen stuurprogramma’s of toepassingen afzonderlijk worden hersteld. De map C:\TOOLSCD bevat de stuurprogramma’s en toepassingen van uw computer. Als systeemstuurprogramma’s of -toepassingen op een of andere manier zijn beschadigd, kunt u de meeste van deze componenten opnieuw installeren vanuit deze map.
Maak voor het gemak een kopie van deze map op een extern medium.
3-12 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u dient te treffen. Verder leest u hier hoe u met CD’s en DVD’s omgaat.

Het touchpad gebruiken

Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Hoofdstuk 4
Touchpadbesturingsknoppen
Touchpad
Afbeelding 4-1 Touchpad en touchpadbesturingsknoppen
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Gebruikershandleiding 4-1
Grondbeginselen
U kunt de functies die doorgaans met de linkerknop worden uitgevoerd, ook activeren door zachtjes op het touchpad te tikken.
Klikken: één keer tikken Dubbelklikken: Tik het touchpad tweemaal aan. Slepen en neerzetten: Tik om het te verplaatsen materiaal te
selecteren. Laat uw vinger na de tweede tik op het touchpad en verplaats het materiaal.

Het USB-diskettestation gebruiken

Het USB-diskettestation ondersteunt diskettes van 1,44 MB en 720 KB en wordt aangesloten op de USB-poort. Raadpleeg hoofdstuk 2, Rondleiding, voor nadere informatie. Dit station wordt standaard meegeleverd bij sommige modellen en is optioneel bij andere.
Het USB-diskettestation aansluiten
Als u het station wilt aansluiten, dient u de USB-connector van het diskettestation in een USB-poort te steken. Zie afbeelding 4-3.
Bepaal wat de boven- en onderkant van de connector is en steek de connector recht in de stationsconnector. Wees voorzichtig dat u de verbindingspennen niet beschadigt door de aansluiting te forceren.
USB-poort
USB-connector
Afbeelding 4-3 Het USB-diskettestation aansluiten
Als u het diskettestation aansluit nadat u de computer hebt ingeschakeld, duurt het circa 10 seconden voordat de computer het station herkent. Pas na 10 seconden mag u het station loskoppelen en opnieuw aansluiten.
4-2 Gebruikershandleiding
Het USB-diskettestation ontkoppelen
Voer na gebruik van het USB-diskettestation de volgende stappen uit om het station te ontkoppelen:
1. Wacht tot het lampje uitgaat en u zeker weet dat er geen disketteactiviteit meer plaatsvindt.
Als u het USB-diskettestation ontkoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de computer het station gebruikt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of dat de diskette of het station beschadigd raakt.
2. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
3. Klik op het USB-diskettestation dat u wilt verwijderen.
4. Trek de USB-connector van het diskettestation uit de USB-poort van de computer.

Optische schijfstations gebruiken

De tekst en afbeeldingen in dit gedeelte hebben in principe betrekking op het optische station.Het station ondersteunt snelle uitvoering van CD-ROM- en DVD-ROM-programma’s. U kunt CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter gebruiken. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD-/DVD-ROM­station, gaat het lampje op het station branden.
Grondbeginselen
Gebruik het programma WinDVD om DVD-video’s te bekijken.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD-ROM- & CD-R/RW-station tevens de paragraaf CD’s beschrijven met het DVD-ROM- & CD-R/RW-station voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD’s.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de paragraaf CD’s/DVD’s beschrijven met het DVD Super Multi-station voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD’s/DVD’s.
Gebruikershandleiding 4-3
Grondbeginselen
Schijven laden
Als u een CD/DVD wilt laden, voert u de volgende stappen uit en raadpleegt u afbeelding 4-4 tot en met 4-7.
1. Terwijl de computer is ingeschakeld, drukt u op de uitwerpknop om de stationslade een stukje te openen.
Uitwerpknop
Afbeelding 4-4 De uitwerpknop indrukken
2. Trek de schijflade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
Schijflade
Afbeelding 4-5 De schijflade opentrekken
4-4 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
3. Leg de CD/DVD met het opschrift omhoog in de schijflade.
Laserlens
Afbeelding 4-6 Een CD/DVD inbrengen
Wanneer de schijflade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de computer iets uit over de CD-/DVD-lade. Wanneer u de CD/DVD in de lade plaatst, moet u de schijf dus schuin houden. Zorg na het plaatsen van de CD/DVD echter dat de schijf plat ligt (zie afbeelding 4-5).
Raak de laserlens en de omtrek ervan niet aan. Hierdoor kunt u de
uitlijning van de toetsen verstoren.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer of de bodem van de schijflade schoon is voordat u het station sluit, vooral het gedeelte achter de voorrand van de lade.
4. Druk voorzichtig in het midden van de CD/DVD tot deze vastklikt. De
CD/DVD moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het ladeoppervlak.
Gebruikershandleiding 4-5
Grondbeginselen
5. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten. Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Als de CD/DVD niet goed zit wanneer de schijflade gesloten is, bestaat het risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de schijflade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop drukt.
Schijven verwijderen
Als u de CD/DVD wilt verwijderen, voert u de volgende stappen uit en raadpleegt u afbeelding 4-10.
Abeelding 4-7 De CD/DVD-lade sluiten
Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het station. Wacht tot het lampje voor het optische station uit is voordat u de schijflade opent. Neem de CD/DVD pas uit de schijflade nadat de schijf is opgehouden metdraaien
.
1. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig helemaal open.
Wanneer de schijflade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot de CD/DVD is opgehouden met draaien voordat u de schijflade volledig opentrekt.
2. De CD/DVD steekt iets uit over de zijkanten van de schijflade, zodat u hem kunt pakken. Til de CD/DVD voorzichtig uit de lade.
Afbeelding 4-8 Een CD/DVD verwijderen
4-6 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Een CD/DVD verwijderen wanneer de schijflade niet opengaat
U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de computer is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de schijflade openen door een dun voorwerp (van ongeveer 15 mm lang), zoals een rechtgebogen paperclip, in het uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
15 mm
Uitwerpgaatje
Afbeelding 4-9 De lade door middel van het ejectgaatje openen
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast de uitwerpknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de CD/DVD nog draait terwijl u de schijflade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel teweegbrengen.
CD’s beschrijven met het DVD-ROM- & CD-R/RW­station
Afhankelijk van het type station dat is geïnstalleerd, kunt u mogelijk CD’s beschrijven. Met het DVD-ROM- & CD-R/RW-station kunt u CD-ROM’s zowel lezen als beschrijven. Neem de voorzorgsmaatregelen in deze paragraaf in acht om optimale schrijfprestaties te waarborgen. Zie voor informatie over het laden en verwijderen van CD’s de paragraaf Optische
schijfstations gebruiken.
Raadpleeg de paragraaf Beschrijfbare schijven in hoofdstuk 2 voor
informatie over de verschillende soorten beschrijfbare CD’s/DVD’s.
Gebruikershandleiding 4-7
Grondbeginselen
Als u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de netadapter altijd aansluiten op een stopcontact of voedingsbron om zo te zorgen voor maximale prestaties. Als gegevens worden weggeschreven bij accuvoeding, kan het wegschrijven soms mislukken omdat de accu bijna leeg is. Dit kan resulteren in gegevensverlies.
Vóór schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en herschrijven van gegevens.
De volgende fabrikanten van CD-R- en CD-RW-media worden
aanbevolen. De kwaliteit van media kan het (her)schrijfproces beïnvloeden.
CD-R:
TAIYO YUDEN CO., LTD. MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
Multispeed en high-speed CD-RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
Ultra-speed CD-RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
TOSHIBA heeft de werking van CD-R’s en CD-RW’s van bovenstaande fabrikanten bevestigd. De werking van andere media kan niet worden gegarandeerd.
Het werkelijke aantal malen dat een CD-RW kan worden herschreven,
hangt af van de kwaliteit van de schijf en het gebruik ervan.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voor u begint met schrijven of
herschrijven.
Sluit alle softwareprogramma’s behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma’s uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma’s) uit.
Gebruik geen vasteschijfprogramma’s, met inbegrip van
hulpprogramma’s voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
4-8 Gebruikershandleiding
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Voor het beschrijven van schijven wordt uitsluitend Sonic RecordNow!
aanbevolen. De werking in combinatie met andere software kan derhalve niet worden gegarandeerd.
Tijdens schrijven of herschrijven
Houd u aan de volgende richtlijnen/voorschriften bij het schrijven van gegevens naar een CD-R of CD-RW.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de optische schijf.
Gebruik geen knippen en plakken, aangezien de oorspronkelijke gegevens verloren gaan ingeval van een schrijffout.
Vermijd de volgende handelingen:
het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP;
gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals:PC-kaart, SD-kaart, USB-apparaten, externe monitor, i.LINK-apparaten, optische digitale apparaten.
het openen van het optische station.
Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de stand-by-modus of de slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de CD’s in de lade van het DVD-ROM&CD-R/RW-station kunt openen.
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto’s, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-9
Grondbeginselen
CD’s/DVD’s beschrijven met het DVD Super Multi­station
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/RW-schijven en naar DVD-R/-R DL/-RW/+R/+R DL/+RW/-RAM­schijven. De volgende schrijftoepassingen zijn vooraf geïnstalleerd.
RecordNow! en DLA onder licentie van Sonic Solutions en InterVideo’s WinDVD Creator Platinum.
Raadpleeg de paragraaf Beschrijfbare schijven in hoofdstuk 2 voor
informatie over de verschillende soorten beschrijfbare CD’s/DVD’s.
Als u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de netadapter altijd aansluiten op een stopcontact of voedingsbron om zo te zorgen voor maximale prestaties. Als gegevens worden weggeschreven bij accuvoeding, kan het wegschrijven soms mislukken omdat de accu bijna leeg is. Dit kan resulteren in gegevensverlies.
Belangrijk bericht
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R/RW’s of DVD-R’s/-R’s DL’s/-RW’s/+R’s/+R’s DL’s/+RW’s/-RAM’s grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.
Vrijwaringsverklaringen
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Beschadiging van CD-R/-RW- of
DVD-R/-R DL/-RW/+R/+R DL/+RW/-RAM-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces.
wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R/-RW-schijven,
DVD-R-/DVD-RW-schijven of DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM-schijven als gevolg van het (her)schrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
4-10 Gebruikershandleiding
Vóór schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/RW-schijven of DVD-R/-R DL/-RW/+R/+R DL/+RW/-RAM-schijven aanbevolen. TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
CD-R:
TAIYO YUDEN CO., LTD. MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
CD-RW: (multispeed en high-speed)
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
CD-RW: (ultra-speed)
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD-R:
DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen gebruik, Versie 2.0
TAIYO YUDEN CO., LTD. Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Grondbeginselen
DVD-R DL:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION.
DVD+R:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
DVD+R DL:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD-RW:
DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie1.1 of versie 1.2
VICTOR COMPANY OF JAPAN.LIMITED MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
Gebruikershandleiding 4-11
Grondbeginselen
DVD+RW:
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd.
DVD-RAM:
DVD-specificaties voor DVD-RAM voor versie 2.0, versie 2.1 of versie 2.2
Hitachi Maxell Ltd.
Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van 16-speed of hoger (DVD-R, DVD+R), 4-speed (DVD-RW, DVD+RW), 5-speed (DVD-RAM), 4-speed (DVD-R DL) en 8-speed (DVD+R DL) ondersteunen.
Controleer of de schijf van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is.
Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze gebruikt.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
Schijven die zijn gemaakt als DVD-R DL indeling 4 (Layer Jump
Recording) kunnen niet worden gelezen.
Er zijn twee soorten DVD-R-schijven: authoring-schijven en schijven
voor algemeen gebruik (ofwel General-schijven). Gebruik geen authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden beschreven.
U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten.
DVD-R/-R DL/-RW- of DVD+R/+R DL/+RW-schijven kunnen wellicht
niet worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM­stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R/DVD-R-R DL/DVD+R/+R DL zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM zijn
gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station verwijdert.
Bij het schrijven naar een DVD-R/-R DL/-RW, DVD+R/+R DL/+RW of
DVD-RAM is schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
4-12 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, moet u de netadapter aansluiten voordat u schrijft of opnieuw schrijft.
Als u wilt overschakelen naar de stand-by-modus of de slaapstand,
moet u eerst controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma’s behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma’s uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiligingsprogramma’s.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt. Gebruik geen
energiebesparingsfuncties. Let op dat u niet naar het verkeerde station schrijft.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de anti-virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma’s) uit.
Gebruik geen vasteschijfprogramma’s, met inbegrip van
hulpprogramma’s voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
CD-RW (Ultra Speed +)-media zijn niet beschikbaar. Bij gebruik kunnen
er gegevens verloren of beschadigd raken.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Het gebruik van andere schrijfsoftware dan RecordNow! en InterVideo
WinDVD Creator Platinum wordt niet aanbevolen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R/-RW-, DVD-R/-R DL/-RW/-RAM- of DVD+R/+R DL/+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen tijdens het (her)schrijven:
het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP;
gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
het starten van communicatietoepassingen (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
Gebruikershandleiding 4-13
Grondbeginselen
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, SD-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK-apparaten, optische digitale apparaten.
muziek of spraak reproduceren via de audio-/
videobedieningsknoppen;
het openen van het optische station.
Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de
stand-by-modus/slaapstand.
Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de stand-by-modus of de slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het DVD Super Multi-station kunt openen.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto’s, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de optische schijf.
Gebruik geen functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
Schijven die zijn gemaakt als DVD-R DL indeling 4 (Layer Jump Recording) kunnen niet worden gelezen.
RecordNow! Basic for TOSHIBA
Wanneer u RecordNow! gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-video.
RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-audio.
U kunt de functie “Audio CD for Car or Home CD Player” (Audio-CD
voor thuis of in de auto) van RecordNow! niet gebruiken voor het opnemen van muziek op DVD-R-/DVD-R DL-/DVD-RW- of DVD+R/+R DL/+RW-schijven.
Gebruik de functie “Exacte kopie” van RecordNow! niet om
auteursrechtelijk beschermde DVD-video-schijven en DVD-ROM’s te kopiëren.
U kunt geen back-up maken van DVD-RAM-schijven met de functie
“Exacte kopie” van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW tot DVD-R/-R DL/-RW
of DVD+R/+R DL/+RW kopiëren met de functie “Exact Copy” (exacte kopie) van RecordNow!.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video, DVD-R/-R DL/-RW
of DVD+R/+R DL/+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met de functie “Exacte kopie” van RecordNow!.
4-14 Gebruikershandleiding
Grondbeginselen
RecordNow! kan niet in pakketindeling opnemen.
Met de functie “Exacte kopie” van RecordNow! kunt u wellicht geen
back-up maken van een DVD-R/-R DL/-RW of DVD+R/+R DL/+RW die met andere software op een andere DVD-R/-R DL/-RW- of DVD+R/+R DL/+RW-recorder is gemaakt.
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R/-R DL of DVD+R/+R DL
waarop reeds gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Zo kunnen de gegevens niet worden gelezen in 16-bits besturingssystemen zoals Windows 98SE en Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of hoger nodig om toegevoegde gegevens te kunnen lezen. In Windows 2000 hebt u Service Pack 2 of hoger nodig om de gegevens te kunnen lezen. Bepaalde DVD-ROM-stations en DVD-ROM- & CD-R/-RW-stations kunnen toegevoegde gegevens in het geheel niet lezen, ongeacht het besturingssysteem.
Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door
RecordNow!. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner of een ander hulpprogramma te gebruiken.
Controleer voor u een reservekopie van een DVD maakt of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/-R DL/-RW­of DVD+R-/+R DL/+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk niet correct gekopieerd.
Als u een reservekopie maakt van een DVD-R/-R DL, DVD-RW,
DVD+R/+R DL of DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gegevenscontrole
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft.
1. Klik op de knop Opties ( ) in het bedieningspaneel van de
RecordNow! Console om de optiepanelen te openen.
2. Selecteer de gegevens in het menu aan de linkerkant.
3. Activeer het selectievakje Verify data written to the disc after burning
(Gegevens controleren die na het branden aan de schijf zijn toegevoegd) in Data Options (Gegevensopties).
4. Klik op OK.
Gebruikershandleiding 4-15
Grondbeginselen
DLA voor TOSHIBA
Wanneer u DLA gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
Deze software ondersteunt uitsluitend herschrijfbare schijven
Het formatteren en beschrijven van DVD-RAM-schijven wordt niet
Gebruik geen schijven die zijn geformatteerd met andere
Pas de functies voor knippen en plakken niet toe op bestanden en
Wanneer u de installatiebestanden voor een toepassing naar een met
(DVD+RW, DVD-RW en CD-RW). Niet-herschrijfbare schijven zoals DVD+R/+R DL, DVD-R/-R DL en CD-R worden niet ondersteund.
ondersteund door DLA. Deze functies worden uitgevoerd door het DVD-RAM-stuurprogramma. Zelfs als het DLA-formatteringsmenu verschijnt wanneer u een DVD-RAM-schijf in het station plaatst en met de rechtermuisknop op het stationspictogram in Windows Verkenner klikt, dient u de opdracht DVDForm te gebruiken om deze schijf te formatteren. U kunt DVDForm uitvoeren door op de knop Start op de taakbalk te klikken en vervolgens Alle programma’s, DVD-RAM, DVD-RAM Driver en DVDForm te selecteren in het menu Start.
pakketschrijfsoftware dan DLA. Gebruik schijven die met DLA zijn geformatteerd, niet met andere pakketschrijfsoftware. Formatteer schijven waarmee u niet bekend bent vóór gebruik met de optie “Full Format”.
mappen. Een geknipt bestand of geknipte map kan verloren gaan als het schrijven mislukt door een schijffout.
DLA geformatteerde schijf schrijft en vervolgens probeert Setup vanaf deze schijf te starten, kan er een fout optreden. Kopieer de bestanden in dat geval naar de vaste schijf en start Setup vanaf de vaste schijf.
Bij gebruik van WinDVD Creator Platinum
Met WinDVD Creator Platinum kunt u via i.LINK (IEEE1394) video op uw digitale videocamera opnemen. Bij het afspelen van de video kan het geluid echter schokkerig klinken. Volg in dat geval de onderstaande instructies op:
1. Klik op Start en selecteer het Configuratiescherm.
2. Klik in het Configuratiescherm op het pictogram Prestaties en onderhoud.
3. Klik in het venster Prestaties en onderhoud op het pictogram Systeem.
4. Klik in het venster Systeemeigenschappen op de tab Geavanceerd.
5. Klik op het pictogram Instellingen in de sectie “Prestaties”.
6. Klik in het venster Instellingen voor prestaties op de tab Geavanceerd.
7. Klik op het pictogram Wijzigen in de sectie “Virtueel geheugen”.
8. Selecteer de knop Aangepaste grootte in het venster Virtueel geheugen.
9. Geef veel hogere waarden op voor Begingrootte en Maximale grootte.
10. Klik op de knop Instellen in het venster Virtueel geheugen.
11. Klik op OK in het venster Virtueel geheugen.
4-16 Gebruikershandleiding
Een DVD-video maken
Vereenvoudigde stappen om een DVD-video te maken van videogegevens die zijn vastgelegd met een DV-camera:
1. Klik op Start -> Alle programma’s -> InterVideo WinDVD Creator2 ->
InterVideo WinDVD Creator om WinDVD Creator te starten.
2. Klik op de knop Capture en leg de videogegevens van de DV-camera
vast via IEEE1394.
3. Klik op de knop Edit en sleep de videoclips van het tabblad Video
Library naar het montagespoor.
4. Klik op de knop Make Movie op de bovenste balk.
5. Dubbelklik op de pijlknop rechts, in het midden van de rechterkant.
6. Plaats een lege DVD-R/+R of een gewiste DVD-RW/+RW in het station.
7. Klik op Start om de schijf op te nemen.
8. De lade gaat open zodra de opname is voltooid.
Meer informatie over InterVideo WinDVD Creator achterhalen
Raadpleeg de online Help voor mee informatie over InterVideo WinDVD Creator.
Belangrijke informatie over het gebruik
Wanneer u naar een video-DVD schrijft, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
1. Digitale video bewerken
Meld u aan met beheerdersrechten om WinDVD Creator te kunnen
gebruiken.
Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u WinDVD
Creator gebruikt.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD-Video bewerkt.
Als echter een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk niet correct weergegeven.
WinDVD Creator kan geen videobeelden op de externe monitor
weergeven wanneer de modus voor gelijktijdige weergave actief is.
Met WinDVD Creator kunt u geen auteursrechtelijk beschermde
inhoud bewerken of afspelen.
Wijzig de beeldscherminstellingen niet terwijl u WinDVD Creator
gebruikt.
Schakel de stand-by-modus/slaapstand niet in terwijl u WinDVD
Creator gebruikt.
Gebruik WinDVD Creator niet direct nadat u de computer hebt
aangezet. Wacht tot alle schijfactiviteit is gestopt.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-17
Grondbeginselen
Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende
enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.
Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD of
videoband.
Voer geen programma’s uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Voer geen communicatietoepassingen uit, zoals die voor een
modem of een LAN.
2. Voor u de video opneemt op DVD
Wanneer u op een DVD opneemt, dient u alleen schijven te
gebruiken die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste
schijf met USB 1.1, omdat anders geen DVD’s geschreven kunnen worden.
Vermijd de volgende handelingen:
gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat en het sluiten/openen van het LCD-scherm;
handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
gebruik van de modusschakelaar en audio-/
videobedieningsknoppen om muziek of spraak te reproduceren;
het openen van het optische station.
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, SD-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK-apparaten, optische digitale apparaten.
Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen.
Een DVD-R/DVD+R/DVD-RW kan niet in VR-indeling worden
beschreven.
WinDVD Creator kan niet exporteren naar DVD-Audio, Video-CD of
miniDVD.
WinDVD Creator kan DVD-RAM/+RW-schijven in de VR-indeling
schrijven, maar de schijf kan alleen worden afgespeeld op uw computer.
Als u een DVD beschrijft, vereist WinDVD Creator 2 GB of meer
schijfruimte voor één uur video.
Als u een DVD helemaal vol maakt, worden de hoofdstukken
mogelijk niet in de juiste volgorde afgespeeld.
4-18 Gebruikershandleiding
3. Over Disc Manager
WinDVD Creator kan één afspeellijst op een schijf bewerken.
In WinDVD Creator wordt mogelijk een andere miniatuur
weergegeven dan u oorspronkelijk op de CE (consumentenelektronica) DVD-RAM-recorder hebt ingesteld.
Met Disc Manager kunt u gegevens in de volgende indelingen
bewerken: DVD-VR op DVD-RAM, DVD+VR op DVD+RW en DVD-video op DVD-RW.
4. Over opgenomen DVD’s
Sommige DVD-ROM-stations voor computers of andere
DVD-spelers kunnen mogelijk geen DVD-R/+R/-R DL/+R DL/-RW/+RW/-RAM’s lezen.
Als u een opgenomen schijf afspeelt op uw computer, gebruik dan
de toepassing WinDVD.
Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een
volledige formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.

Behandeling van schijven

Deze paragraaf bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op CD’s, DVD’s of diskettes hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
Grondbeginselen
CD’s/DVD’s
1. Bewaar uw CD’s/DVD’s in hun originele houders om ze te beschermen
en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD die gegevens bevat niet
door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast.
Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf onleesbaar maken.
5. Stel de schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme
koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD’s/DVD’s.
6. Als uw CD’s/DVD’s stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een
schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzeen, verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Gebruikershandleiding 4-19
Grondbeginselen
Diskettes
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
2. Open nooit de afsluitklep en raak het magnetische oppervlak van uw diskette niet aan. Hierdoor kan de diskette permanent beschadigd raken en kunnen er gegevens verloren gaan.
3. Ga altijd voorzichtig om met diskettes om te voorkomen dat opgeslagen gegevens verloren gaan. Breng het etiket van de diskette altijd op de juiste plek aan. Plak nooit een nieuw etiket over een bestaand etiket heen. Het etiket kan losraken en het diskettestation beschadigen.
4. Gebruik nooit een potlood om op het etiket van een diskette te schrijven. Het stof van de potloodtekst kan tot een systeemstoring leiden. Gebruik altijd een viltstift. Als u een tekst op een etiket schrijft, schrijft u eerst op het etiket en plakt u het etiket daarna pas op de diskette.
5. Bewaar diskettes nooit op een locatie waar zij in contact kunnen komen met water of een andere vloeistof of op een erg vochtige plek. Dit kan tot gegevensverlies leiden. Gebruik nooit een natte of vochtige diskette. Dit kan tot schade aan het diskettestation of aan andere apparaten leiden.
6. Buig diskettes niet en stel ze niet bloot aan direct zonlicht of extreme temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens verloren gaan.
7. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
8. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van de diskette beschadigen.
9. Magnetische energie kan de gegevens op diskettes vernietigen. Houd uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische velden genereren, zoals luidsprekers, radio’s en tv’s.

Geluidssysteem

In deze paragraaf wordt ingegaan op het regelen van geluid, waarbij het geluidsvolume aan de orde komt.
Volumeregeling
Met het hulpprogramma Volumeregeling kunt u in Windows het volume voor het afspelen en opnemen van geluid regelen.
Als u Volumeregeling wilt starten voor afspeeldoeleinden klikt u op
Start, wijst u achtereenvolgens Alle programma’s, Bureau­accessoires en Entertainment aan en klikt u op Volumeregeling.
Wilt u opnemen, dan klikt u op Opties, wijst u Eigenschappen aan,
kiest u Realtek HD Audio input en klikt u op OK.
Klik in Volumeregeling desgewenst op Help voor nadere informatie.
4-20 Gebruikershandleiding
Microfoonvolume

Modem

Grondbeginselen
Voer de volgende stappen uit om de microfoonversterking te wijzigen:
1. Klik op Start, wijs achtereenvolgens Alle programma’s, Bureau-
accessoires en Entertainment aan en klik op Volumeregeling.
2. Klik op Opties en wijs Eigenschappen aan.
3. Selecteer Microfoonvolume en klik op OK.
4. Klik op Opties en selecteer Geavanceerde volumeregelingen.
5. Klik op Geavanceerd.
6. Schakel het selectievakje Microfoonversterking in.
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de interne modem aan een telefoonaansluiting koppelt en ervan ontkoppelt.
Als de pc wordt aangesloten op een andere communicatielijn dan een
analoge telefoonlijn, kan de pc defect raken.
Sluit het ingebouwde modem alleen aan op normale analoge
telefoonlijnen.
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een digitale lijn (ISDN).
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op de digitale aansluiting
van een openbare telefoon of op een digitale telefooncentrale (PBX).
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een huiscentrale in een
woning of bedrijf.
Sluit de pc nooit aan op de netvoeding tijdens onweer. Als u bliksem
ziet of donder hoort, schakelt u de pc onmiddellijk uit. Een elektrische spanningspiek ten gevolge van het onweer kan leiden tot een systeemstoring, gegevensverlies of schade aan de apparatuur.
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u het modem gaat gebruiken.
Het ingebouwde modem kan alleen in gespecificeerde landen en regio’s worden gebruikt. Het gebruik van het modem in een gebied dat niet is gespecificeerd voor het modem, kan resulteren in een systeemstoring. Controleer zorgvuldig welke gebieden zijn gespecificeerd voordat u het modem gaat gebruiken.
Voer de volgende stappen uit om een regio te selecteren.
1. Klik op Start, wijs Alle programma’s, TOSHIBA en Netwerken aan en
klik op Selectie van modemregio.
Gebruikershandleiding 4-21
Grondbeginselen
Als in het hulpprogramma Modeminstallatie van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram Regioselectie wordt weergegeven in de Windows­taakbalk.
3. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van ondersteunde regio’s weer te geven. U ziet tevens een submenu met telefoonlocatie-informatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
4. Selecteer een regio uit het regiomenu of een telefoonlocatie uit het
submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
Menu Eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het eigenschappenmenu op het scherm weer te geven.
Instelling
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio-instelling van het modem.
Automatisch uitvoeren
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Dialoogvenster Keuze-opties openen na selectie van de regio
Het dialoogvenster Keuze-opties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Locatielijst voor regioselectie
Er verschijnt een submenu met informatie over telefoonlocaties. Dialoogvenster openen als modem en huidige telefoonlocatie niet
overeenkomen Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor
het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Modemselectie
Als de computer het interne modem niet herkend, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de modem wilt gebruiken.
4-22 Gebruikershandleiding
Keuze-opties
Als u deze optie selecteert, worden de keuze-opties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u wettelijk verplicht Japan als regio te selecteren. Het is in strijd met de wet om de modem in Japan met een andere regioselectie te gebruiken.
Aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de modemkabel aan te sluiten.
Voor het aansluiten van de modem moet u de modemkabel gebruiken die bij de computer wordt geleverd. Koppel het kabeluiteinde met de kern aan de computer.
Als de pc wordt aangesloten op een andere communicatielijn dan een
analoge telefoonlijn, kan de pc defect raken.
Sluit het ingebouwde modem alleen aan op normale analoge
telefoonlijnen.
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een digitale lijn (ISDN).
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op de digitale aansluiting
van een openbare telefoon of op een digitale telefooncentrale (PBX).
Sluit het ingebouwde modem nooit aan op een huiscentrale in een
woning of bedrijf.
Sluit de pc nooit aan op de netvoeding tijdens onweer. Als u bliksem
ziet of donder hoort, schakelt u de pc onmiddellijk uit. Een elektrische spanningspiek ten gevolge van het onweer kan leiden tot een systeemstoring, gegevensverlies of schade aan de apparatuur.
Grondbeginselen
1. Sluit één uiteinde van de modemkabel aan op de modemaansluiting
van de computer.
2. Koppel het andere uiteinde van de modemkabel aan een
telefoonaansluiting.
Telefoonaansluiting
modemkabel
Modemaansluiting
Figuur 4-10 De interne modem aansluiten
Gebruikershandleiding 4-23
Grondbeginselen
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl de kabel is aangesloten.
Als u gebruik maakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een optisch station of een vaste schijf) dat aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld, kunt u te maken krijgen met de volgende modemproblemen:
de modemsnelheid is laag of de communicatie wordt onderbroken;
geluidsstoringen.
Ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de interne modemkabel los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de connector eruit.
2. Verwijder de kabel op dezelfde manier uit de modemaansluiting van de computer.

Draadloze communicatie

De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt zowel Wireless LAN- als Bluetooth-apparaten.
Alle modellen zijn voorzien van een schakelaar voor draadloze communicatie. Sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN en Bluetooth.
Draadloos LAN
De functie voor draadloos LAN is compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11-norm voor draadloos LAN (Revisie A, B of G).
Theoretische maximumsnelheid: 54 Mbps (IEEE802.11a, 802.11g)
Theoretische maximumsnelheid: 11 Mbps (IEEE802.11b)
Frequentiebandselectie (Revisie A: 5 GHz, Revisie B/G: 2,4 GHz);
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy),
gebaseerd op 128-bits coderingsalgoritme (Intel-moduletype).
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy),
gebaseerd op 152-bits coderingsalgoritme (Atheros-moduletype).
Wi-Fi Protected Access (WPA).
AES-gegevenscodering (Advanced Encryption Standard).
Activering op draadloos LAN (Intel-moduletype)
4-24 Gebruikershandleiding
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering op draadloos LAN is ingeschakeld.
De functie Activering op LAN gebruikt stroom, zelfs als het systeem
uitstaat. Laat de netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De hierboven weergegeven waarden zijn de theoretische maxima voor
draadloze LAN-normen. De feitelijke waarden kunnen anders zijn.
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
het draadloze LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van accesspoints, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De vermelde verzendsnelheid is de theoretische maximumsnelheid van de desbetreffende norm. De daadwerkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid.
De functie Activering op draadloos LAN is alleen van kracht bij
aansluiting met AP. Deze functie wordt uitgeschakeld als de verbinding wordt verbroken.
Activering op draadloos LAN is niet beschikbaar als de computer op de
accu werkt.
Beveiliging
TOSHIBA beveelt u met klem aan WEP-functionaliteit (codering) in te
schakelen, om te voorkomen dat anderen via een draadloze verbinding onwettig toegang tot uw computer krijgen. Als u dit advies niet opvolgt, stelt u zich bloot aan afluisterpraktijken en bestaat bovendien het gevaar dat opgeslagen gegevens door onbevoegden worden verwijderd of vernietigd.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor verlies of beschadiging van
gegevens als gevolg van afluisterpraktijken of onrechtmatige toegang via het draadloze LAN.
Grondbeginselen
Bluetooth-technologie
Sommige modellen in deze serie zijn uitgerust met de Bluetooth™­technologie voor draadloze communicatie tussen elektronische apparaten, zoals desktopcomputers, printers en mobiele telefoons.
U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies en een optionele Bluetooth-SD­kaart 3 niet tegelijk gebruiken.
De kenmerken van Bluetooth-technologie zijn als volgt:
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt op de 2,4-GHz band. Deze band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met radiosystemen in de meeste landen.
Gebruikershandleiding 4-25
Grondbeginselen
Radioverbindingen
U kunt gemakkelijk verbindingen tussen twee of meer apparaten tot stand brengen. De verbinding wordt gehandhaafd zelfs als een apparaat buiten het gezichtsveld ligt.
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
krijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Bluetooth™ Stack for Windows® van TOSHIBA
Denk eraan dat deze software speciaal ontworpen is voor de volgende besturingssystemen:
Microsoft® Windows® 2000 Professional
®
Microsoft
U vindt hieronder gedetailleerde informatie over het gebruik met deze besturingssystemen. Raadpleeg ook de elektronische informatie die bij deze software is inbegrepen.
Deze Bluetooth-stack is gebaseerd op Bluetooth-specificatie versie
1.1/1.2/2.0+EDR. TOSHIBA kan de compatibiliteit tussen pc-producten en/of andere elektronische apparaten met Bluetooth alleen garanderen voor draagbare pc’s van Toshiba.
Windows® XP
Release-informatie voor de Bluetooth™-stack voor
®
Windows
1. Installatie: Onder Windows 2000 of Windows XP heeft de Bluetooth™-stack voor
Windows
2. Faxtoepassingen: Sommige faxtoepassingen kunnen niet met deze Bluetooth™-stack worden gebruikt.
3. Meerdere gebruikers: In Windows XP wordt Bluetooth niet ondersteund in een omgeving met meerdere gebruikers. Dit betekent dat als u Bluetooth gebruikt, andere gebruikers die op dezelfde computer zijn aangemeld de Bluetooth­functionaliteit niet kunnen gebruiken.
4-26 Gebruikershandleiding
van TOSHIBA
®
van TOSHIBA geen digitale handtekening nodig.
Productondersteuning:
De laatste informatie over de ondersteuning van besturingssystemen, taalondersteuning of beschikbare upgrades vindt u op onze website in Europa (http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm) of de Verenigde Staten (www.pcsupport.toshiba.com).
Schakelaar voor draadloze communicatie
U kunt de draadloze LAN- en Bluetooth-functie in- of uitschakelen met de draadloze-communicatieschakelaar. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar naar rechts om de functie in te schakelen en naar links om de functie uit te schakelen.
Gebruik de draadloos LAN- of Bluetooth-functies niet in de buurt van
een magnetron of in gebieden met radiostoring of magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan tot onderbreking van de draadloos LAN- of Bluetooth-functie leiden.
Schakel draadloos LAN- en Bluetooth-functies uit in de buurt van
mensen waarbij mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u gebruikmaakt van een draadloos LAN- of Bluetooth-functie.
Schakel altijd de draadloos LAN- of Bluetooth-functie uit als de pc in de
buurt komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Grondbeginselen
Lampjes voor draadloze communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie geeft de status van de functies voor draadloze communicatie aan.
Status van het lampje Betekenis
Lampje uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat
Lampje aan Schakelaar voor draadloze communicatie staat
Als u het draadloze LAN hebt uitgeschakeld via de taakbalk, dient u de computer opnieuw op te starten of de volgende procedure te volgen om dit opnieuw in te schakelen: Start, Configuratiescherm, Systeem,
Hardware - Apparaatbeheer, Netwerkadapters, IntelR PRO/Wireless 3945BG/3945ABG-netwerkverbinding of Atheros AR5006EG/ AR5006EX draadloze netwerkadapter en inschakelen.
Gebruikershandleiding 4-27
op uit. Automatisch uitgeschakeld wegens oververhitting. Stroomstoring.
op aan. Wireless LAN en/of Bluetooth is geactiveerd door een toepassing.
Grondbeginselen
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) en Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T (alleen voor modellen met een Intel Solo-processor)). In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de verbinding van de computer met een LAN instelt of verbreekt.
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering op LAN is ingeschakeld.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
®
Core™ Duo/
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden (aangesloten apparaten, kabels, ruis en dergelijke).
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T) gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
4-28 Gebruikershandleiding
De LAN-kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens
LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de netadapter ontkoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-poort. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die aan de
LAN-poort is gekoppeld. Als u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
tot de vergrendeling vast klikt.
LAN-aansluiting
Grondbeginselen
LAN-connector
Afbeelding 4-11 De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector.
Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Wanneer de computer gegevens met het LAN uitwisselt, brandt het LAN-actief-lampje oranje. Wanneer de computer op een LAN-hub is aangesloten maar geen gegevens uitwisselt, brandt het aansluitingslampje groen.
De LAN-kabel ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel te ontkoppelen.
Zorg dat het LAN-actief-lampje (het oranje lampje) uit is voordat u de computer loskoppelt van het LAN.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-poort van de computer in
en trek de connector eruit.
2. Ontkoppel de kabel op dezelfde wijze van de LAN-hub. Raadpleeg de
LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub ontkoppelt.
Gebruikershandleiding 4-29
Grondbeginselen

De computer schoonmaken

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen voordat u hem weer aanzet.
Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het LCD-scherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.

De computer verplaatsen

De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst, dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Het wordt aanbevolen de vasteschijfbeveiliging in te schakelen voordat
u de computer verplaatst. Raadpleeg de paragraaf De
vasteschijfbeveiliging gebruiken in dit hoofdstuk.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voor u de computer verplaatst.
Controleer het lampje van de vaste schijf op de computer.
Als er een CD/DVD in het station zit, verwijdert u deze. Zorg tevens dat
de stationslade goed is gesloten.
Schakel de computer uit.
Ontkoppel de netadapter en alle randapparaten alvorens de computer
te verplaatsen.
Sluit het LCD-scherm. Til de computer niet op bij het beeldscherm.
Voordat u de computer gaat verplaatsen, schakelt u deze uit, koppelt u
het netsnoer los en wacht u totdat de computer is afgekoeld. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan dit resulteren in licht letsel.
Schakel altijd de stroom uit als u de computer gaat verplaatsen. Als de
aan/uit-knop een blokkeringsstand heeft, activeert u deze blokkeringsstand. Zorg ervoor dat de computer nergens tegenaan stoot. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan de computer beschadigd raken, kunnen er in de computer storingen optreden of kunnen er gegevens verloren gaan.
4-30 Gebruikershandleiding
Vervoer de computer nooit terwijl PC-kaarten zijn geïnstalleerd. Dit kan
tot schade aan computer en/of PC-kaart leiden, waardoor het product niet meer werkt.
Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer stevig vast wanneer u ermee rondloopt, om stoten
en vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.

De vasteschijfbeveiliging gebruiken

Deze computer bevat een functie die de kans op beschadiging van de vaste schijf verkleint.
Via een ingebouwde sensor in de computer detecteert de vasteschijfbeveiliging trillingen, schokken en dergelijke en plaatst vervolgens automatisch de kop van de vaste schijf in de veilige stand. Zo wordt het risico verkleind dat de schijf beschadigt doordat deze in aanraking komt met de kop.
Deze functie garandeert echter niet dat de vaste schijf niet beschadigt.
Een tweede vaste schijf die in de computer is geplaatst, wordt niet
ondersteunt door de functie voor vasteschijfbeveiliging.
Als trillingen worden gedetecteerd, wordt het volgende bericht weergegeven en verandert het pictogram in het systeemvak in de beveiligde status. Dit bericht wordt weergegeven tot op OK wordt gedrukt of er 30 seconden zijn verstreken. Wanneer de trillingen verdwijnen, wordt de normale status van het pictogram hersteld.
Grondbeginselen
Afbeelding 4-12 Bericht over vasteschijfbeveiliging
Pictogram op taakbalk
Provincie Pictogram Beschrijving
Normaal Vasteschijfbeveiliging is ingeschakeld.
Beveiliging Vasteschijfbeveiliging is ingeschakeld.
OFF Vasteschijfbeveiliging is uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 4-31
De kop van de vaste schijf staat op een veilige positie.
Grondbeginselen
Eigenschappen voor TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging
U kunt de vasteschijfbeveiliging instellen in het venster Eigenschappen voor TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging. U opent dit venster door te klikken op Start, achtereenvolgens Alle programma’s, TOSHIBA en
Hulpprogramma’s aan te wijzen en te klikken op Vasteschijfbeveiliging instellen. U kunt dit venster ook openen via het pictogram of de taakbalk of
via Configuratiescherm.
Afbeelding 4-13 Eigenschappen van TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging
Vasteschijfbeveiliging
U kunt vasteschijfbeveiliging in- of uitschakelen
Detectieniveau
Deze functie kan worden ingesteld op vier niveaus. De gevoeligheid waarmee trillingen, schokken en dergelijke worden gedetecteerd kan worden ingesteld op UIT, 1, 2 en 3. Niveau 3 wordt aanbevolen voor de beste bescherming van de computer. Als de computer echter als handheld of in andere onstabiele omstandigheden wordt gebruikt, wordt de vasteschijfbeveiliging mogelijk zeer vaak uitgevoerd als u detectieniveau 3 instelt. Hierdoor neemt de lees- en schrijfsnelheid van de vaste schijf af. Stel een lager detectieniveau in als de lees- en schrijfsnelheid van de vaste schijf van belang is.
U kunt verschillende detectieniveaus instellen, afhankelijk van het feit of u de computer als handheld of draagbare pc gebruikt of in een stabiele omgeving, zoals op een tafel op kantoor of thuis. Als u verschillende detectieniveaus voor de computer instelt afhankelijk van het gebruik met de netadapter (bureau) of met de accu (handheld of draagbaar), wordt het detectieniveau automatisch gewijzigd op basis van de stroomvoorziening.
4-32 Gebruikershandleiding
Loading...