Toshiba SATELLITE L30 User Manual [nl]

Page 1
Gebruikershandleiding
L30
Choose freedom.
computers.toshiba-europe.com
Page 2
Copyright
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
© 2006 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Volgens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Gebruikershandleiding voor de draagbare personal computer L30
Eerste druk augustus 2006 Eigendom en auteursrecht van muziek, video's, computerprogramma's,
databases etc. zijn beschermd onder de auteursrechtelijke wetgeving. Deze auteursrechtelijk beschermde materialen mogen uitsluitend worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik thuis. Indien u buiten de bovengenoemde beperking om deze materialen kopieert of bewerkt (hieronder valt tevens het transformeren van gegevensindelingen), via internet verzendt of verspreidt zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, kan dit leiden tot schadeclaims en/of strafrechtelijke vervolging wegens schending van het auteursrecht of de persoonlijke rechten van de auteur. Houd u daarom aan de auteurswetten wanneer u dit product gebruikt om auteursrechtelijk beschermde werken te kopiëren of andere bewerkingen uit te voeren.
Let erop dat u de onder het auteursrecht geldende rechten van de eigenaar kunt schenden als u wisselt tussen de schermmodi (bijv. Wide-modus, Wide Zoom-modus etc.) of dit product gebruikt om vergrote afbeeldingen/ video's weer te geven in een horecagelegenheid of hotel met als doel winst te maken of dit materiaal aan het publiek te tonen.
Dit product gebruikt een technologie voor copyrightbeveiliging die wordt beschermd door octrooien in de Verenigde Staten en andere intellectuele eigendomsrechten. Gebruik van deze technologie is alleen toegestaan met toestemming van Macrovision en is uitsluitend bedoeld voor privé­gebruik en weergave voor een beperkt publiek, tenzij Macrovision toestemming heeft verleend voor andere gebruiksmogelijkheden. Terugwerkend construeren of demonteren is verboden.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal computers van het type L30 op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Navolgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Gebruikershandleiding ii
Page 3
Handelsmerken
Intel, Centrino, Intel Core en Celeron zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Windows® en Microsoft zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak. TruSurround XT, WOW XT, SRS en het -symbool zijn handelsmerken
van SRS Labs, Inc. De technologieën TruSurround XT, WOW XT, TruBass, SRS 3D en
FOCUS worden gebruikt onder licentie van SRS Labs, Inc. In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn vermeld.
Conformiteitverklaring EU
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de desbetreffende Europese richtlijnen. TOSHIBA Europe GmbH, Hammfeldamm 8, 41460 Neuss, Duitsland, is verantwoordelijk voor de toekenning van het CE-keurmerk.
De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de website van TOSHIBA http://epps.toshiba-teg.com.
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd [conform Commissiebesluit 98/482/EC – “TBR 21”] voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen/regio's biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Gebruikershandleiding iii
Page 4
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005, AN006, AN007, AN009, AN010 en
DE03, 04, 05, 08, 09, 12, 14, 17 Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04 Portugal ATAAB AN001, 005, 006, 007, 011 en P03, 04, 08, 10 Spanje ATAAB AN005, 007, 012 en ES01 Zwitserland ATAAB AN002 Alle overige landen/
regio's
Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
ATAAB AN003, 004
De volgende informatie is alleen bedoeld voor lidstaten van de EU:
Het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Zorg ervoor dat dit product op correcte wijze wordt weggegooid. Doet u dit niet, dan kan dit gevaar opleveren voor het milieu en de gezondheid van de mens. Neem voor meer informatie over de recyclage van dit product contact op met uw gemeentekantoor, uw vuilnisdienst of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft, is dit symbool mogelijk niet aanwezig.
Veiligheidsinstructies voor optisch schijfstation
Vergeet niet de internationale voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te lezen.
Gebruikershandleiding iv
Page 5
TEAC
CD-ROM-station CD-224E
Het CD-ROM-station gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog op
een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Gebruikershandleiding v
Page 6
TEAC
CD-RW/DVD-ROM-station DW-224E
Het CD-RW/DVD-ROM-station gebruikt een lasersysteem. Lees met
het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Gebruikershandleiding vi
Page 7
Hitachi-LG Data Storage, Inc.
CD-RW/DVD-ROM GCC-4244
Het CD-RW/DVD-ROM-station gebruikt een lasersysteem. Lees met
het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Gebruikershandleiding vii
Page 8
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
TOSHIBA SAMSUNG OPSLAGTECHNOLOGIE
CD-RW/DVD-ROM-station TS-L462C
Het CD-RW/DVD-ROM-station gebruikt een lasersysteem. Lees met
het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
Gebruikershandleiding viii
Page 9
Panasonic
CD-RW/DVD-ROM-station UJDA770T
Het CD-RW/DVD-ROM-station gebruikt een lasersysteem. Lees met
het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Gebruikershandleiding ix
Page 10
Panasonic
DVD Super Multi UJ-850
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met het
oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Gebruikershandleiding x
Page 11
HLDS
DVD Super Multi GMA-4082N
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met het
oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Gebruikershandleiding xi
Page 12
HLDS
DVD Super Multi GSA-T10N
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met het
oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Gebruikershandleiding xii
Page 13
Pioneer
DVD Super Multi DVR-K16T
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met het
oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Gebruikershandleiding xiii
Page 14
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Internationale voorzorgsmaatregelen
LET OP: Dit apparaat bevat een
lasersysteem en is geclassificeerd als een “LASERPRODUCT KLASSE 1”. Om te zorgen dat u dit product correct gebruikt, dient u de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Wend u in geval van problemen met dit model tot het dichtstbijzijnde “Authorized Toshiba Service Center”. Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de laserstraal wordt voorkomen.
VORSICHT: Dieses Gerät enthält ein Laser-System und ist als „LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT“ klassifiziert. Für den richtigen Gebrauch dieses Modells lesen Sie bitte die Bedienungsanleitung sorgfältig durch und bewahren diese bitte als Referenz auf. Falls Probleme mit diesem Modell auftreten, benachrichtigen Sie bitte die nächste „autorisierte Service-Vertretung“. Um einen direkten Kontakt mit dem Laserstrahl zu vermeiden darf das Gerät nicht geöffnet werden.
ADVARSEL: Denne mærking er anbragt udvendigt på apparatet og indikerer, at apparatet arbejder med laserstråler af klasse 1, hviket betyder, at der anvendes laserstrlier af svageste klasse, og at man ikke på apparatets yderside kan bilve udsat for utilladellg kraftig stråling.
APPARATET BOR KUN ÅBNES AF FAGFOLK MED SÆRLIGT KENDSKAB TIL APPARATER MED LASERSTRÅLER!
Indvendigt i apparatet er anbragt den her gengivne advarselsmækning, som advarer imod at foretage sådanne indgreb i apparatet, at man kan komme til at udsatte sig for laserstråling.
Gebruikershandleiding xiv
Page 15
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
OBS! Apparaten innehåller laserkomponent som avger laserstråining överstigande gränsen för laserklass 1.
VAROITUS. Suojakoteloa si saa avata. Laite sisältää laserdiodin, joka lähetää näkymätöntä silmilie vaarallista lasersäteilyä.
LET OP: HET GEBRUIK VAN REGELAARS, INSTELLINGEN OF PROCEDURES DIE NIET IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING ZIJN VERMELD, KAN RESULTEREN IN BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STRALING.
VORSICHT: DIE VERWENDUNG VON ANDEREN STEURUNGEN ODER EINSTELLUNGEN ODER DAS DURCHFÜHREN VON ANDEREN VORGÄNGEN ALS IN DER BEDIENUNGSANLEITUNG BESCHRIEBEN KÖNNEN GEFÄHRLICHE STRAHLENEXPOSITIONEN ZUR FOLGE HABEN.
Gebruikershandleiding xv
Page 16
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven. Raadpleeg ook de Instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruiksomstandigheden.
Blessures door overbelasting
Lees de instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. In hoofdstuk 3, Aan de slag, staat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
Verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact (bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten) resulteren in rode plekken op de huid.
Als de computer lange tijd is gebruikt, dient u direct contact met de
metalen plaat die de I/O-poorten ondersteunt, te vermijden. Deze plaat wordt heet na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan heet worden wanneer deze wordt
gebruikt. Dit duidt niet op een storing. Indien u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat warmtegevoelig is. Het
materiaal kan beschadigd raken.
Gebruikershandleiding xvi
Page 17
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten. Door extreme druk of stoten kunnen computeronderdelen beschadigd raken en kunnen er storingen ontstaan.
Oververhitting van PC-kaarten
Sommige PC-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden. Oververhitting van een PC-kaart kan resulteren in fouten of onstabiele werking van de PC-kaart. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Het gebruik van mobiele telefoons kan storing veroorzaken in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm te handhaven tussen de computer en de mobiele telefoon.
Afwijzing van aansprakelijkheid voor de prestaties van de processor
De prestaties van de processor in uw computer kunnen in de volgende gevallen afwijken van de specificaties:
gebruik van bepaalde randapparaten
gebruik van de accu in plaats van netstroom
gebruik van bepaalde multimediaspellen of video's met speciale
effecten
gebruik van standaardtelefoonlijnen of langzame netwerkverbindingen;
gebruik van complexe ontwerpsoftware, bijvoorbeeld geavanceerde
CAD-toepassingen;
gebruik van de computer in gebieden met lage luchtdruk (grote hoogte
>1000 meter boven zeeniveau);
gebruik van de computer bij temperaturen onder 5 °C of boven 35 °C, of
boven 25 °C op grote hoogte (deze temperatuurlimieten zijn benaderingen dienen uitsluitend als richtsnoer).
De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als gevolg van de ontwerpconfiguratie.
In bepaalde omstandigheden kan het gebeuren dat de computer wordt uitgeschakeld. Dit is een normale beschermende maatregel ter voorkoming van gegevensverlies of beschadiging van het product bij gebruik buiten de aanbevolen omstandigheden. Vermijd het risico van gegevensverlies door altijd back-ups van gegevens te maken. Dit doet u door de gegevens van tijd tot tijd op een extern opslagmedium op te slaan. Voor optimale prestaties dient u uw computer alleen onder de aanbevolen omstandigheden te gebruiken. Raadpleeg “Werkomgeving” in Appendix A,
Specificaties, voor informatie over andere beperkingen.
Neem voor nadere informatie contact op met de TOSHIBA-afdeling voor service en ondersteuning.
Gebruikershandleiding xvii
Page 18
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenkomst met de relevante Europese richtlijnen, met name de richtlijn omtrent elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEG) voor de notebook en de elektronische accessoires, waaronder de meegeleverde netadapter, de richtlijn omtrent radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (1999/5/EG) in het geval van geïmplementeerde telecommunicatieaccessoires en laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG) voor de meegeleverde netadapter.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen. TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften (elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde “commerciële, licht­industriële en woonomgevingen”.
TOSHIBA keurt het gebruik van dit product in andere werkomgevingen dan de hiervoor genoemde “commerciële, licht-industriële en woonomgevingen” af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet goedgekeurd: industriële omgevingen (bijv. omgevingen waarin driefasig 380 V wordt gebruikt).
omgevingen met medische apparatuur
auto’s
vliegtuigen
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Raadpleeg de paragraaf “Aansluiting op een netwerk” als dit product met een netwerkpoort is geleverd.
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd door andere apparaten of machines in de nabijheid.
Gebruikershandleiding xviii
Page 19
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle niet-geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Informatie over het veilig beschrijven van optische media
Zelfs als de software geen problemen meldt, dient u altijd te controleren of de gegevens correct zijn opgeslagen op beschrijfbare optische media (CD-R, CD-RW en dergelijke).
Wireless LAN en uw gezondheid
Net als andere radioapparaten stralen Wireless LAN-producten hoogfrequente (HF) elektromagnetische energie uit. Het intensiteitsniveau van de EMF-energie die door draadloze LAN-apparaten wordt uitgestraald, is echter aanzienlijk lager dan dat van andere draadloze apparaten zoals mobiele telefoons.
Aangezien Wireless LAN-producten voldoen aan de richtlijnen zoals gedefinieerd in HF-veiligheidsnormen en -aanbevelingen, is TOSHIBA van mening dat Wireless LAN veilig is voor gebruik door klanten. Deze normen en aanbevelingen vertegenwoordigen de consensus van de wetenschappelijke wereld en zijn geformuleerd door panels en commissies van wetenschappers op basis van alle actuele onderzoeksliteratuur.
In sommige situaties of omgevingen kan het gebruik van draadloze LAN­producten worden beperkt door de eigenaar van het gebouw of door de verantwoordelijke medewerkers van de organisatie. Dit kan bijvoorbeeld van toepassing zijn in de volgende situaties:
gebruik van draadloze LAN-apparatuur in een vliegtuig of
in andere omgevingen waar het risico van storing voor andere
apparaten of diensten als schadelijk wordt aangemerkt.
Als u niet zeker weet welk beleid in een bepaalde organisatie of omgeving (bijvoorbeeld een luchthaven) van toepassing is op het gebruik van draadloze apparaten, dient u om toestemming te vragen voordat u het Wireless LAN-apparaat inschakelt.
Veiligheidsinstructies voor draadloze producten
Als uw computer een draadloze functie heeft, dient u alle veiligheidsinstructies zorgvuldig te lezen en te begrijpen voordat u probeert deze functie te gebruiken.
Deze handleiding bevat de veiligheidsinstructies die moeten worden opgevolgd ter vermijding van potentiële gevaren die kunnen resulteren in lichamelijk letsel of beschadiging van de draadloze producten.
Gebruikershandleiding xix
Page 20
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Beperking van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van een aardbeving of bliksem, onopzettelijk ontstane brand, acties van derden, andere ongevallen, opzettelijke of onopzettelijke fouten van de gebruiker, misbruik of gebruik onder abnormale omstandigheden.
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor incidentele schade (winstderving, bedrijfsonderbreking, enzovoort) ten gevolge van het gebruik of disfunctioneren van het product.
Toshiba is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van het niet in acht nemen van de inhoud van de instructiehandleiding.
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor schade ten gevolge van foutieve bediening of vastlopen ten gevolge van het gebruik in combinatie met producten die niet aan ons bedrijf zijn gerelateerd.
Beperkingen van gebruik
Gebruik de draadloze producten niet voor het besturen van de volgende apparatuur:
Apparatuur die rechtstreeks verband houdt met de instandhouding van
levensfuncties, waaronder:
Medische apparatuur zoals ademhalingssystemen, uitrusting voor
de operatiekamer, enzovoort.
Uitlaatsystemen voor gassen, bijvoorbeeld gifgassen, en
uitlaatsystemen voor rook.
Apparatuur die dient te worden geïnstalleerd in overeenstemming
met verschillende wettelijke voorschriften, zoals brandveiligheidsvoorschriften of bouwvoorschriften, enzovoort.
Apparatuur die in relatie staat tot de bovengenoemde functies.
Die verband houden met de veiligheid van mensen of die van grote
invloed zijn op het veilig onderhouden van openbare functies, enzovoort. De apparatuur is niet ontworpen noch vervaardigd voor deze doeleinden.
Apparatuur voor controle van luchtverkeer, treinverkeer,
wegverkeer, scheepvaartverkeer, enzovoort.
Apparatuur voor gebruik in kerncentrales, enzovoort.
Apparatuur die in relatie staat tot de bovengenoemde functies.
Gebruikershandleiding xx
Page 21
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
WAARSCHUWING
Schakel draadloze producten UIT als u zich in een drukke omgeving, bijvoorbeeld een volle forenzentrein, bevindt.
Houd dit product op ten minste 22 cm afstand van een pacemaker. Radiogolven kunnen de werking van een pacemaker beïnvloeden en
daarmee leiden tot ademhalingsproblemen. Schakel draadloze producten UIT als u zich in een medische faciliteit of in
de nabijheid van medische elektrische apparatuur bevindt. Breng medische elektrische apparatuur niet in de nabijheid van het product.
Radiogolven kunnen de werking van medische elektrische apparatuur beïnvloeden en daarmee leiden tot ongevallen ten gevolge van disfunctioneren.
Schakel draadloze producten UIT als u zich in de nabijheid van een automatische deur, een brandalarminstallatie of andere apparatuur voor automatische controle bevindt.
Radiogolven kunnen de werking van apparatuur voor automatisch beheer beïnvloeden en daarmee leiden tot ongevallen ten gevolge van disfunctioneren.
Schakel draadloze producten NIET in als u zich in een vliegtuig bevindt of op plaatsen waar radiostoring wordt gegenereerd of kan worden gegenereerd.
Radiogolven kunnen op deze plaatsen invloed hebben en leiden tot ongevallen ten gevolge van disfunctioneren.
Let op mogelijke radiostoring of andere problemen met andere apparatuur terwijl het product wordt gebruikt. Schakel het draadloze product UIT als enige invloed merkbaar is.
Radiogolven kunnen de werking van andere apparatuur beïnvloeden en daarmee leiden tot ongevallen ten gevolge van disfunctioneren.
Als u het product in de auto gebruikt, dient u bij de leverancier van de auto te informeren of de auto voorzien is van voldoende elektromagnetische compatibiliteit (EMC).
Radiogolven veroorzaakt door het product kunnen de rijvaardigheid beïnvloeden.
Afhankelijk van het model auto kan het product in zeldzame gevallen invloed hebben op de elektronische apparatuur in de auto, indien aanwezig.
OPMERKING
Gebruik dit product niet in de volgende omgevingen: In de nabijheid van een magnetronoven of andere apparatuur die een
magnetisch veld genereert. In de nabijheid van plaatsen of apparaten die statische elektriciteit of
radiostoring genereren. Op plaatsen waar het product onbereikbaar is voor radiogolven
(afhankelijk van de omgeving).
Gebruikershandleiding xxi
Page 22

Inhoud

Hoofdstuk 1 Inleiding
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-1
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-2
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-8
Hulpprogramma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-11
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1-14
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-2
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-4
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-4
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-5
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-6
Optisch station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-7
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2-10
Hoofdstuk 3 Aan de slag
Uw werkplek inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-2
De accu-eenheid installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
De netadapter aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-6
Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7
De stroom inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-8
Windows® XP installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-8
De computer uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-9
Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3-12
De vooraf geïnstalleerde software herstellen . . . . . . . . . . . . . . . .3-13
Gebruikershandleiding xxii
Page 23
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Hoofdstuk 4
Grondbeginselen
Het touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-1
Het optische station gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2
CD's beschrijven met het DVD-ROM- en CD-R/RW-station . . . . . .4-7
CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station
met ondersteuning voor DVD±R dubbellaags . . . . . . . . . . . . . . . . .4-9
TOSHIBA Disc Creator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
TOSHIBA Direct Disc Writer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-14
InterVideo WinDVD Creator Platinum. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-15
Behandeling van schijven/diskettes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-16
Geluidssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-17
Modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-17
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-20
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-21
De computer reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-22
De computer verplaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4-23
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-1
Functietoetsen F1 ... F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-2
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-3
Speciale Windows®-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-6
Geïntegreerde numerieke toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-6
ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5-7
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Omstandigheden bij stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-1
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-2
Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-5
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-11
De computer opstarten met een wachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . .6-13
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-14
Uit/Inschakelen via LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-14
Systeem automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6-14
Hoofdstuk 7 HW Setup
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-1
Het HW Setup-venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7-1
Gebruikershandleiding xxiii
Page 24
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
Hoofdstuk 8
Optionele apparaten
PC-kaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-1
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-4
Extra accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-7
Extra netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-7
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-8
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8-8
Hoofdstuk 9 Probleemoplossing
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-3
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9-17
Bijlage A Specificaties
Bijlage B Beeldschermcontroller en modi
Bijlage C Draadloos LAN
Bijlage D Het netsnoer en de voedingsaansluitingen
Bijlage E Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Stikordsregister
Gebruikershandleiding xxiv
Page 25
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe L30-computer. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw L30-computer gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een draagbare computer hebt gewerkt, lees dan eerst de hoofdstukken
Rondleiding
en accessoires van de computer. Lees vervolgens stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Als u een ervaren computergebruiker bent, dient u dit voorwoord te lezen om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding. Blader daarna de handleiding door om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan het gedeelte Speciale voorzieningen van de Inleiding om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor de computers. Als u PC-kaarten gaat installeren of externe apparaten zoals een monitor gaat aansluiten, dient u hoofdstuk 8,
Inhoud van de handleiding
om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen
Aan de slag
Optionele apparaten
Inleiding
voor
, te lezen.
en
Deze handleiding bestaat uit de volgende negen hoofdstukken, vijf bijlagen, een woordenlijst en een index.
Hoofdstuk 1, Inleiding, biedt een overzicht van de voorzieningen, mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer geïdentificeerd en kort toegelicht.
Gebruikershandleiding xxv
Page 26
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
In hoofdstuk 3, Aan de slag, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid en het inrichten van uw werkplek.
In hoofdstuk 4, Grondbeginselen, staan instructies voor het gebruik van de volgende apparaten: touchpad, geluidssysteem, optische stations, modem, draadloze communicatie en LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer.
In hoofdstuk 5, Het toetsenbord, worden speciale toetsenbordfuncties beschreven zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
In hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, vindt u informatie over de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup, wordt uitgelegd hoe u de computer configureert met het programma HW Setup.
Hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Probleemoplossing, verschaft nuttige informatie over het uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze als de computer niet correct lijkt te werken.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer. De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt. Met behulp van de Stikordsregister kunt u snel informatie in deze
handleiding opzoeken.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Gebruikershandleiding xxvi
Page 27
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, dient u de eerste twee toetsen ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de derde toets te drukken.
Beeldscherm
TOSHIBA Satellite L30/Satellite Pro L30-serie
ABC Als in procedures een actie moet worden
uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram of het invoeren van tekst, wordt de naam van het pictogram of wordt de tekst die moet worden ingevoerd, weergegeven in het lettertype dat hier links is afgebeeld.
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Gebruikershandleiding xxvii
Page 28
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst van de apparatuur en beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst van apparatuur

Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
Draagbare personal computer L30
Universele netadapter en netsnoer
Modulaire kabel voor modem (optioneel)
Hoofdstuk 1
U moet de accu installeren voordat u deze computer kunt gebruiken. Raadpleeg het gedeelte De accu-eenheid installeren in hoofdstuk 3, Aan
de slag.
Software
Windows® XP Home Edition
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
Microsoft
Modemstuurprogramma
beeldschermstuurprogramma voor Windows
Gebruikershandleiding 1-1
®
Windows® Home Edition
®
Page 29
Inleiding
TOSHIBA-hulpprogramma’s*
stuurprogramma voor draadloos LAN (kan alleen worden gebruikt
voor modellen met draadloos LAN)
geluidsstuurprogramma voor Windows
DVD-videospeler*
LAN-stuurprogramma
stuurprogramma voor het aanwijsapparaat
TOSHIBA-sneltoetsprogramma
TOSHIBA Gebruikershandleiding
TOSHIBA Assist*
TOSHIBA ConfigFree*
TOSHIBA Touch and Launch*
TOSHIBA-hulpprogramma Power Saver*
TOSHIBA-hulpprogramma Touchpad On/Off
TOSHIBA PC Diagnostic Tool*
TOSHIBA-hulpprogramma Zooming*
Er is mogelijk andere software vooraf geïnstalleerd, afhankelijk van het gekochte model.
* geeft optionele software / een optioneel onderdeel aan dat afhangt van
het gekochte model.
®
Documentatie en back-upmedia
L30 - Gebruikershandleiding
L30 - Aan de slag
Instructiegids voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
DVD-ROM Productherstel
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk contact op met uw dealer.

Voorzieningen

Processor
Ingebouwd Afhankelijk van het gekochte model.
Intel® Celeron® M-processor
®
Chipset ATI
Gebruikershandleiding 1-2
Radeon® Xpress 200M
Page 30
Geheugen
Inleiding
Afwijzing van aansprakelijkheid met betrekking tot het hoofdgeheugen
Sleuven Geheugenmodules van maximaal 1024 MB
Video-RAM
Een deel van het hoofdgeheugen van de computer kan worden gebruikt door het grafische systeem om de grafische prestaties te verbeteren. Dit vermindert de hoeveelheid hoofdgeheugen die voor andere computeractiviteiten beschikbaar is. De hoeveelheid hoofdgeheugen die wordt toegewezen om de graphics te ondersteunen, hangt af van het grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren.
kunnen in elk van de twee sleuven worden geïnstalleerd voor een systeemgeheugen van maximaal 2 GB.
Maximaal 256 MB RAM voor videoweergave. (Minimaal 1 GB aan systeemgeheugen is vereist.)
Voeding
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door een
oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
RTC-batterij De computer bevat een interne batterij voor de
Netadapter De universele netadapter voorziet het systeem
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De adapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer.
Aangezien de netadapter universeel is, ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en 240 volt; de uitgangsstroom varieert echter al naar gelang het model. Gebruik van het verkeerde model netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer. Raadpleeg het gedeelte Netadapter in Hoofdstuk 2, Rondleiding.
Gebruikershandleiding 1-3
Page 31
Stations/schijven
Inleiding
Vrijwaringsverklaring vaste schijf
1 Gigabyte (GB) is 109 = 1.000.000.000 bytes, genoteerd als een macht van 10. Het besturingssysteem van de computer gebruikt echter het binaire talstelsel en definieert de opslagcapaciteit dus als volgt: 1 GB = 2
30
=
1.073.741.824 bytes. Hierdoor wordt een lagere opslagcapaciteit weergegeven. De beschikbare opslagcapaciteit is minder als er op het product een of meer besturingssystemen zijn vooraf geïnstalleerd, zoals Microsoft Windows, en/of een of meer toepassingen zijn vooraf geïnstalleerd. De werkelijke capaciteit na formatteren kan per model verschillen.
Vaste schijf Verkrijgbaar in de volgende grootten.
40,0 miljard bytes (37,26 GB) 60,0 miljard bytes (55,89 GB) 100,0 miljard bytes (90,13 GB) Wellicht komen in de toekomst andere vaste
schijven beschikbaar.
Computers in deze serie kunnen worden geconfigureerd met een ingebouwd optisch station. In de volgende tabel worden de beschikbare optische stations beschreven.
DVD-ROM- & CD-R/RW-station
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD-ROM- en CD-R/RW-stationsmodule van volledige grootte waarmee u CD’s/DVD’s zonder adapter kunt uitvoeren. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM's en 24-speed voor CD-ROM's. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor zowel CD-R’s als CD-RW’s. Dit station ondersteunt de volgende indelingen:
CD-R
CD-RW
DVD-ROM
DVD-Video
CD-DA
CD-Text
Photo CD™ (single/multi-sessie)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form 1, Form 2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Gebruikershandleiding 1-4
Page 32
Inleiding
DVD Super Multi­station (met ondersteuning voor dubbellaags DVD±R)
Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en CD’s/DVD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) cm kunt lezen. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM's en 24-speed voor CD-ROM's. De maximale schrijfsnelheid is 24-speed voor CD-R's, 10-speed voor CD-RW's, 8-speed voor DVD-R's en 4-speed voor DVD-RW's. De maximale snelheid is 8-speed voor DVD+R's, 4-speed voor DVD+RW's, 2,4-speed voor DVD+R(DL)-schijven en 2-speed voor DVD-R(DL)-schijven.
DVD-RAM's worden geschreven op maximaal 5-speed. Dit station ondersteunt dezelfde indelingen als het DVD-ROM- en CD-R/RW­station en daarnaast de volgende indelingen.
DVD+R
DVD+RW
DVD-RAM
DVD-R
DVD-RW
DVD+R (DL)
DVD-R (DL)
CD-ROM-station Sommige modellen worden geleverd met een
CD-ROM-stationsmodule van volledige grootte waarin u CD-ROM’s zonder adapter kunt uitvoeren. CD-ROM's worden gelezen met een maximumsnelheid van 24x. Het station ondersteunt de volgende indelingen:
CD-Text
Audio-CD
CD-I
Video-CD
Photo CD™ (single/multi-session)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form 1, Form 2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
Gebruikershandleiding 1-5
Page 33
Inleiding
Beeldscherm
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videobeelden met hoge resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Ingebouwd 14,1-inch WXGA / of 15,4-inch WXGA TFT-
Grafische controller Grafische controller voor optimale
scherm, antischittering, 16 miljoen kleuren, met de volgende resolutie:
1280 horizontale × 800 verticale pixels
beeldschermprestaties. Raadpleeg het gedeelte
Beeldschermcontroller en modi in bijlage B, Beeldschermcontroller en modi, voor meer
informatie.
Toetsenbord
Ingebouwd 84 of 85 toetsen, compatibel met uitgebreid IBM-
toetsenbord, geïntegreerde numerieke toetsen, vaste cursorbesturingstoetsen, en de toetsen en . Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Aanwijsapparaat
Ingebouwd touchpad Met het touchpad en de besturingsknoppen in de
polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen en door de inhoud van vensters schuiven.
Poorten
Externe monitor Afhankelijk van het gekochte model:
De 15-pins analoge VGA-poort ondersteunt VESA DDC2B-compatibele functies.
Universal Serial Bus (USB 2.0)
De computer heeft twee USB-poorten die voldoen aan de norm USB 2.0, waarmee gegevens 40 maal sneller dan met USB 1.1 kunnen worden overgedragen. (De poorten ondersteunen tevens USB 1.1.)
Sleuven
PC-kaart Afhankelijk van het gekochte model:
De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een PC-kaart (Type II).
Gebruikershandleiding 1-6
Page 34
Multimedia
Inleiding
Geluidssysteem Het geluidssysteem, dat compatibel is met
Hoofdtelefoonaanslui­ting
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
Windows® Sound System, bestaat uit luidsprekers en aansluitingen voor een externe microfoon en hoofdtelefoon.
Via deze bus worden analoge audiosignalen uitgevoerd.
drie-aderige miniplug voor mono-microfooninvoer worden aangesloten.
Communicatie
Modem De ingebouwde modem voorziet in gegevens- en
LAN De computer heeft ingebouwde ondersteuning
Draadloos LAN De functie voor draadloos LAN is niet op alle
faxcommunicatie. Raadpleeg bijlage E. De snelheid van gegevensverzending en faxcommunicatie is afhankelijk van de omstandigheden van de analoge telefoonlijn. De computer heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. V.92 wordt uitsluitend in de VS, Canada, Australië, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ondersteund. Alleen V.90 is beschikbaar in andere regio's.
voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX).
modellen beschikbaar. Als deze functie wel aanwezig is, ondersteunt deze de B- en G-standaard, maar is deze ook compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op de Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing-radiotechnologie die voldoet aan de IEEE 802.11-standaard.
Automatische selectie van de
verzendsnelheid in het verzendbereik 54, 48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbit/s. (IEEE 802.11g)
Automatische selectie van verzendsnelheid in
het verzendbereik 11, 5,5, 2 en 1 Mbit/s (IEEE 802.11b)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op 128-bits coderingsalgoritme.
AES-gegevenscodering (AES = Advanced
Encryption Standard), gebaseerd op het 128-bits coderingsalgoritme.
Gebruikershandleiding 1-7
Page 35
Software
Besturingssysteem Het besturingssysteem Windows® XP Home
TOSHIBA Hulpprogramma’s
Plug en Play Wanneer u een extern apparaat op de computer

Speciale voorzieningen

De volgende functies zijn ofwel uniek voor Toshiba-computers ofwel geavanceerde functies, waardoor de computer handiger is in gebruik.
Houd er rekening mee dat bij de beschrijving van het starten van bepaalde speciale functies wordt uitgegaan van de categorieweergave van
Configuratiescherm. De beschrijving verschilt voor de klassieke weergave.
Inleiding
Edition en TOSHIBA-hulpprogramma’s en ­stuurprogramma’s vooraf op de vaste schijf geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Software aan het begin van dit hoofdstuk.
Een aantal hulp- en stuurprogramma’s is vooraf geïnstalleerd om het gebruik van de computer te vergemakkelijken. Raadpleeg de paragraaf
Hulpprogramma's in dit hoofdstuk.
aansluit of een onderdeel installeert, stelt de Plug en Play-capaciteit het systeem in staat om de verbinding te herkennen en automatisch de nodige configuratiewijzigingen aan te brengen.
Sneltoetsen Door middel van deze zogeheten hotkeys kunt u
de systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een systeemconfiguratieprogramma te hoeven gebruiken.
Geïntegreerde numerieke toetsen
Gebruikershandleiding 1-8
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde numerieke toetsen. Raadpleeg het gedeelte
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik van deze toetsen.
Page 36
Inleiding
Wachtwoord voor opstarten (Afhankelijk van het gekochte model.)
Instant Security (directe beveiliging)
Beeldscherm automatisch uitschakelen
Vaste schijf automatisch uitschakelen
Systeem stand-by/in slaapstand
Er zijn twee niveaus voor het beveiligen van wachtwoorden beschikbaar om ongeoorloofd gebruik van uw computer te voorkomen.
Als u een supervisorwachtwoord wilt instellen, dubbelklikt u op TOSHIBA Assist op het bureaublad. Klik op de tab BEVEILIGING en start het hulpprogramma Supervisorwachtwoord.
Als u een gebruikerswachtwoord wilt instellen, selecteert u het tabblad BEVEILIGING op TOSHIBA Assist en vervolgens start u het programma voor Gebruikerswachtwoord. Op het tabblad Wachtwoord kunt u een gebruikerswachtwoord instellen.
Met de sneltoets Fn + F1 kunt u het scherm leegmaken en de computer blokkeren; deze functie dient voor gegevensbeveiliging.
Met deze functie wordt de stroom naar het interne beeldscherm automatisch stopgezet als het toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt.
U stelt de tijdsduur in door te klikken op Start,
Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud. TOSHIBA Power Saver. Op het tabblad Basisinstellingen kunt u de tijdlimiet opgeven
voor de optie Monitor uit. Met deze functie wordt de stroom naar de vaste
schijf automatisch stopgezet als gedurende een bepaalde tijd geen activiteit op de vaste schijf heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt.
U stelt de tijdsduur in door te klikken op Start,
Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud. TOSHIBA Power Saver. Op het tabblad Basisinstellingen kunt u de tijdlimiet opgeven
voor de optie Vaste schijf uit. Met deze functie wordt het systeem automatisch
op stand-by of in de slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden.
U stelt de tijdsduur in door te klikken op Start,
Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud. TOSHIBA Power Saver. Op het tabblad Basisinstellingen kunt u de tijdlimiet opgeven voor de opties Systeem op stand-by en Systeem in slaapstand.
Gebruikershandleiding 1-9
Page 37
Inleiding
Intelligente stroomvoorziening
Battery Save Mode (energiebesparingsm odus)
In-/uitschakelen via LCD
Low Battery Automatic Hibernation (automatische slaapstand bij lage acculading)
Een microprocessor in de intelligente stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent de resterende accucapaciteit. De microprocessor beschermt de elektronische onderdelen tevens tegen ongewone omstandigheden, zoals extreme spanningspieken vanuit een voedingsbron.
U kunt de resterende accucapaciteit controleren met de optie Resterende accu-energie in TOSHIBA Power Saver.
Met deze voorziening kunt u accu-energie besparen.
U stelt de energiebesparingsmodus in door te klikken op Start, Configuratiescherm, en
Prestaties en onderhoud. TOSHIBA Power Saver. Bij Profiel: kunt u de
energiebesparingsmodus instellen. Met deze functie wordt de stroom naar de
computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD wordt geopend.
U stelt de tijdsduur in door te klikken op Start,
Configuratiescherm, en Prestaties en onderhoud. TOSHIBA Power Saver. U kunt op
het tabblad Actie instellen de gewenste instelling voor Als ik het scherm sluit opgeven.
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten.
U stelt de tijdsduur in door te klikken op Start,
Configuratiescherm, en Prestaties en onderhoud. TOSHIBA Power Saver. U kunt op
het tabblad Actie instellen de gewenste instelling opgeven.
Gebruikershandleiding 1-10
Page 38
Inleiding
Warmteverspreiding (Afhankelijk van het gekochte model.)
Slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
Stand-by Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de
De CPU heeft een interne temperatuursensor ter bescherming tegen oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPU-verwerkingssnelheid verlaagd. Stel de optie Koelmethode in op het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Maximum
Performance
Battery optimized
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was opgehouden wanneer u de computer weer aanzet. Raadpleeg het gedeelte
De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de slag, voor meer informatie.
computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was opgehouden wanneer u de computer weer aanzet.
Eerst wordt de ventilator ingeschakeld en vervolgens wordt zo nodig de CPU­verwerkingssnelheid verlaagd.
Eerst de processorsnelheid verlagen en dan zo nodig de ventilator aanzetten.

Hulpprogramma's

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de on line handleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.
Houd er rekening mee dat bij de beschrijving van het starten van bepaalde hulpprogramma's wordt uitgegaan van de categorieweergave van
Configuratiescherm. De beschrijving verschilt voor de klassieke weergave.
Gebruikershandleiding 1-11
Page 39
Inleiding
TOSHIBA Assist (Afhankelijk van het gekochte model.)
TOSHIBA Power Saver (Afhankelijk van het gekochte model.)
HW Setup (Afhankelijk van het gekochte model.)
DVD-videospeler (Afhankelijk van het gekochte model.)
TOSHIBA Zooming (Afhankelijk van het gekochte model.)
TOSHIBA Disc Creator
TOSHIBA Direct Disc Writer
TOSHIBA PC Diagnostic Tool (Afhankelijk van het gekochte model.)
TOSHIBA Assist is een grafische gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt verkrijgen.
Klik als u dit energiebeheerprogramma wilt starten op Configuratiescherm, vervolgens op
Prestaties en onderhoud en tenslotte op TOSHIBA Power Saver.
Met dit programma kunt u uw hardware­instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt. Dubbelklik op TOSHIBA Assist op het bureaublad als u het hulpprogramma wilt starten, selecteer vervolgens het tabblad OPTIMALISEREN en klik op TOSHIBA HW Setup.
De DVD-videospeler wordt gebruikt om DVD-video’s af te spelen. Het programma bestaat uit een interface met functies op het scherm. Klik op Start, wijs Alle programma's en InterVideo WinDVD aan en klik op InterVideo WinDVD.
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen op het bureaublad of die in het toepassingsvenster vergroten of verkleinen.
U start het TOSHIBA-hulpprogramma Zoom door te klikken op
TOSHIBA
op
Zoom
en
.
. Selecteer
Hulpprogramma's
Alle programma's
en klik tot slot
Start
U kunt CD's in verschillende indelingen maken: audio-CD's die op een gewone stereo-CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data-CD's voor het opslaan van de bestanden en mappen op uw vaste schijf.
TOSHIBA Direct Disc Writer is het pakketschrijfprogramma waarmee bestanden of mappen via een stationsletter naar CD-RW­schijven kunnen worden geschreven, op dezelfde manier als met een diskette of andere verwisselbare schijven.
TOSHIBA PC Diagnostic Tool geeft gegevens weer over de configuratie van de computer en biedt de mogelijkheid om een aantal ingebouwde apparaten te testen. U start het TOSHIBA PC­diagnoseprogramma door te klikken op Start. Wijs vervolgens Alle programma’s, TOSHIBA en Hulpprogramma’s aan en klik op PC- diagnoseprogramma.
,
Gebruikershandleiding 1-12
Page 40
Inleiding
TOSHIBA ConfigFree (Afhankelijk van het gekochte model.)
TOSHIBA TouchPad On/Off
TOSHIBA Touch and Launch (Afhankelijk van het gekochte model.)
ConfigFree bestaat uit een reeks hulpprogramma's waarmee u verbindingen met communicatie-apparaten en netwerken beheert. Met ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken.
U start ConfigFree door te klikken op Start. Selecteer vervolgens Alle programma's, TOSHIBA en Netwerkeigenschappen en klik tot slot op ConfigFree.
Als u op Fn + F9 drukt, wordt de touchpadfunctie in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling veranderd en als pictogram weergegeven.
Het hulpprogramma TOSHIBA Touch and Launch vergemakkelijkt diverse touchpadtaken. TOSHIBA Aanraken en starten komt van pas in de volgende situaties.
voor het openen van een bestand waarvan
het bureaubladpictogram achter een venster schuilgaat;
Voor het openen van een pagina in het menu
Favorieten van Internet Explorer.
voor het weergeven van een lijst met actieve
vensters en het activeren van een ander venster.
TOSHIBA Aanraken en starten biedt tevens de volgende functies door aanpassing van de instellingen.
een bestand openen dat in een vooraf
gedefinieerde map is opgeslagen.
snel uw veelgebruikte toepassingen starten.
U start TOSHIBA Aanraken en starten door te klikken op Start. Selecteer Alle programma's, TOSHIBA en Hulpprogramma's en klik tot slot op Aanraken en starten.
Gebruikershandleiding 1-13
Page 41

Opties

Inleiding
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties toe te voegen. Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele
apparaten, voor meer informatie. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenuitbreiding Er kunnen twee geheugenmodules in de
computer worden geïnstalleerd.
Gebruik uitsluitend DDRII-533MHz-compatibele geheugenmodules. Neem contact op met uw TOSHIBA-dealer voor meer informatie.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij
uw TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserve­exemplaar of ter vervanging gebruiken.
Netadapter Indien u uw computer vaak op verschillende
plekken gebruikt, is het wellicht handig om een extra netadapter per werkplek aan te schaffen, zodat u deze niet hoeft mee te nemen.
Gebruikershandleiding 1-14
Page 42
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding geeft de voorkant van de computer weer, met het beeldscherm gesloten.
Lampjes voor voeding,
batterij en vaste schijf
Lampje voor draadloze
activiteit
Hoofdstuk 2
Beeldschermvergrendeling
Luidspreker
Luidsprekers
Voed ing Het Aan/uit-lampje brandt groen als de computer
Gebruikershandleiding 2-1
draadloze communicatie
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
aan is. Als u in Computer uitschakelen klikt op Stand-by, knippert dit lampje oranje (één seconde aan, twee seconden uit) terwijl de computer in de stand-bymodus wordt gezet.
Hoofdtelefoon-
aansluiting
Microfoona
ansluiting
LuidsprekerSchakelaar voor
Page 43
Rondleiding
Optimaal Het Accu-lampje toont het ladingsniveau van de
accu: groen betekent volledig opgeladen, oranje dat de accu wordt opgeladen en knipperend oranje dat de accu bijna leeg is. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden.
Ingebouwde vaste schijf/optisch station
Het ingebouwde vaste schijf-/optisch station­lampje brandt groen terwijl de computer toegang heeft tot de vaste schijf of het optische station.
Schakelaar voor draadloze communicatie (optioneel)
Met de schakelaar voor draadloze communicatie wordt de zender/ontvanger van het draadloos LAN ingeschakeld. (Afhankelijk van het gekochte model.)
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het lampje voor draadloze activiteit. Het lampje brandt niet wanneer de functie voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Lampje voor draadloze activiteit (optioneel)
Beeldschermvergren­deling
Geeft de activiteit van het draadloze LAN aan en geeft aan of de functie voor draadloos LAN is in­of uitgeschakeld.
Deze vergrendelingsschuif zet het LCD-scherm vast wanneer dit gesloten is. Duw de vergrendelingsschuif opzij om het beeldscherm te openen.
Hoofdtelefoonaanslui­ting
Via deze bus worden analoge audiosignalen uitgevoerd.
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
drie-aderige miniplug voor mono-microfooninvoer worden aangesloten.

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Poort voor externe monitor
Luchtopeningen
Linkerkant van de computer
Gebruikershandleiding 2-2
USB-poort PC-kaartsleuf
Modemaansluiting
Page 44
Rondleiding
Poort voor externe monitor
Op deze 15-pins poort kunt u een extern beeldscherm aansluiten. De analoge VGA-poort ondersteunt VESA DDC2B-compatibele functies. (Afhankelijk van het gekochte model.)
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg er ook voor dat er geen voorwerpen, zoals spelden of soortgelijke voorwerpen, in de luchtopeningen terechtkomen die de schakelingen van de computer kunnen beschadigen.
Universal Serial Bus­poorten (USB 2.0)
De Universal Serial Bus-poort is compatibel met USB 2.0, waarmee gegevens veertigmaal sneller worden overgezet dan met USB 1.1. (De poorten ondersteunen ook USB 1.1). Zorg dat er geen voorwerpen in de USB-connectoren terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de elektronica van de computer beschadigen. Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Daarom werken sommige niet-geteste apparaten van andere fabrikanten mogelijk niet correct.
Modemaansluiting Met de modemaansluiting kunt u de modem door
middel van een modulaire kabel direct met een telefoonlijn verbinden. (Afhankelijk van het gekochte model.)
Bij onweer dient u de modemkabel uit de
telefoonaansluiting te verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale
telefoonlijn aan. Hierdoor zal het modem schade oplopen.
PC Card-sleuf De sleuf voor de PC-kaart biedt ruimte voor één
Type II-kaart. De sleuf ondersteunt 16-bits PC­kaarten en CardBus-PC-kaarten. (Afhankelijk van het gekochte model.)
Gebruikershandleiding 2-3
Page 45

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Rondleiding

Achterkant

De volgende afbeelding geeft het achterpaneel van de computer weer.
ODD-lampje Noodejectgaatje
Rechterkant van de computer
Ejectknop
ODD-lampje Het ODD-lampje brand oranje wanneer de
computer toegang heeft tot het optische station.
Ejectknop Druk op deze knop om de stationslade te openen. Noodejectgaatje Druk op deze knop om de stationslade handmatig
te openen indien het station op onverklaarbare wijze blokkeert of niet meer reageert.
USB-poort
Beveiligingsslot Gelijkstroomingang (19 V)
Achterkant van de computer
LAN-poort
Beveiligingsslot Aan deze poort kan een beveiligingskabel worden
bevestigd. Met de optionele beveiligingskabel kunt u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp verankeren en tegen diefstal beschermen.
Gebruikershandleiding 2-4
Page 46
Rondleiding
Universal Serial Bus­poort (USB 2.0)
Gelijkstroomingang (19 V)
LAN-poort Via deze poort kunt u de computer op een LAN

Onderkant

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
De Universal Serial Bus-poort is compatibel met USB 2.0, waarmee gegevens veertigmaal sneller worden overgezet dan met USB 1.1. (De poorten ondersteunen ook USB 1.1). Zorg dat er geen voorwerpen in de USB-connectoren terechtkomen. Een speld of soortgelijk voorwerp kan de elektronica van de computer beschadigen. Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Daarom werken sommige niet-geteste apparaten van andere fabrikanten mogelijk niet correct.
Op deze ingang wordt de netadapter aangesloten. Gebruik alleen het model netadapter dat bij de computer is geleverd. Gebruik van een verkeerd model netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer.
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-Tx). Zie hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
Accu-eenheid Accuontgrendelingsschuif (2)
Accuver­grende­ling (1)
Afdek­plaatje vaste schijf
De onderkant van de computer
Gebruikershandleiding 2-5
Luchto­penin­gen
Afdek­plaatje geheu­genmo­dule
Afdek­plaatje voor draad­loos LAN
Page 47
Rondleiding
Afdekplaatje vaste
Dit plaatje beschermt de vaste schijf.
schijf Accuvergrendeling (1) Duw deze schuif opzij, zodat de accu-eenheid
verwijderd kan worden.
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor
uitgebreide informatie over de accu-eenheid.
Accuontgrendelings­schuif (2)
Duw deze schuif opzij en houd de schuif vast om de accu-eenheid vrij te geven. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, voor uitgebreide informatie over het verwijderen van de accu-eenheden.
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
Afdekplaatje geheugenmodule
Dit plaatje beschermt twee connectoren voor geheugenmodules - een of twee modules zijn vooraf geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf
Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Afdekplaatje voor draadloos LAN
Dit plaatje beschermt de Wireless LAN-sleuf en de Wireless LAN-kaart indien deze is geïnstalleerd.

Voorkant met geopend beeldscherm

Deze paragraaf beschrijft de voorkant van de computer met geopend beeldscherm. Raadpleeg de desbetreffende illustratie voor details. Om het beeldscherm te openen dient u de vergrendelingsschuif op de voorkant van het beeldscherm naar rechts te bewegen en het scherm omhoog te kantelen. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Beeldscherm
Aan/uit-knop
De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
Gebruikershandleiding 2-6
TouchPad
Bedieningsknoppe n voor touchpad
Page 48
Aan/uit-knop Schakelt de computer in en uit, zet deze in en uit
Beeldscherm Het LCD-scherm toont contrastrijke tekst en
TouchPad Met het touchpad in het midden van de polssteun
Bedieningsknoppen voor touchpad

Optisch station

Een van de volgende optische mediastations is op de computer geïnstalleerd: een CD-ROM-station, een DVD-ROM- en CD-R/RW-station of een DVD Super Multi-station. Voor het aansturen van CD/DVD wordt een ATAPI-interface-controller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Rondleiding
de slaapstand en schakelt de stand-bymodus uit.
afbeeldingen. Raadpleeg de bijlage B,
Beeldschermcontroller en modi,. Als de computer
door de netadapter wordt gevoed, ziet het scherm er minder helder uit dan bij gebruik van de accu. Het lagere helderheidsniveau dient om accu­energie te besparen.
kunt u de schermaanwijzer verplaatsen. Hiermee kunt u menuopties selecteren en
bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd. Raadpleeg de paragraaf Het touchpad gebruiken in Hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Regiocodes voor DVD-station en media
DVD-ROM- en CD-R/RW-stations en de DVD Super Multi-stations en de bijbehorende media worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-Video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor de regio van uw station.
Code Regio 1 Canada, Verenigde Staten 2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten 3 Zuidoost-Azië, Oost-Azië 4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden, Midden-
Amerika, Zuid-Amerika, Caribisch gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-Korea, Mongolië 6 China
Gebruikershandleiding 2-7
Page 49
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD's beschreven. Controleer in de specificaties voor uw station welke schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik TOSHIBA Disc Creator voor het beschrijven van CD's. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
CD's
CD-R-schijven kunnen slechts eenmaal worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meer dan één keer
worden beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of snelle 4-speed tot 10-speed schijven. De schrijfsnelheid van ultra­speed CD-RW's is maximaal 24-speed. (Ultra-speed wordt alleen ondersteund door het DVD-ROM- en CD-R/RW-station.)
Indelingen
De stations ondersteunen de volgende indelingen:
DVD-ROM
CD-DA
Photo CD™ (single/multi-session)
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
CD-R
DVD-Video
CD-Text
CD-ROM Mode 1, Mode 2
Enhanced CD (CD-EXTRA)
CD-RW
Rondleiding
CD-ROM-station
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste rand.
CD lezen 24-speed (maximaal)
Gebruikershandleiding 2-8
Page 50
Rondleiding
DVD-ROM- & CD-R/RW-station.
In de DVD-ROM- en CD-R/RW-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op beschrijfbare CD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 24-speed (maximaal, ultra-speed media)
DVD Super Multi-station (met ondersteuning voor DVD±R dubbellaags)
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op beschrijfbare CD's/DVD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) DVD-R schrijven 8-speed (maximaal) DVD-RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD+R schrijven 8-speed (maximaal) DVD+RW schrijven 4-speed (maximaal) DVD-R(DL) schrijven 2-speed (maximaal) DVD+R (DL) schrijven 2, 4-speed (maximaal) DVD-RAM schrijven 5-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 10-speed (maximaal, ultra-speed media)
Gebruikershandleiding 2-9
Page 51

Netadapter

De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 Volt en aan een frequentie van 50 of 60 Hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken.
Als u de accu wilt opladen, dient u de netadapter op een voedingsbron en op de computer aan te sluiten. Zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie.
Rondleiding
De netadapter
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd of een
equivalente optionele adapter. Gebruik van een onjuiste netadapter kan leiden tot beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een
equivalente, compatibele netadapter. Gebruik van andere typen netadapters (mogelijk met een andere spanning) kan resulteren in beschadiging van de computer, storingen en/of gegevensverlies. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, computerstoringen of gegevensverlies veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is meegeleverd. Andere netadapters hebben een ander voltage en een andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigingen of brand veroorzaken.
Gebruikershandleiding 2-10
Page 52
Aan de slag
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Uw werkplek inrichten - met het oog op uw gezondheid en veiligheid
Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt productaansprakelijkheid toegelicht.
De accu-eenheid installeren
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De stroom inschakelen
Windows XP
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
De vooraf geïnstalleerde software herstellen
®
installeren
Hoofdstuk 3
Lees in elk geval de paragraaf Windows XP® installeren.
Gebruikershandleiding 3-1
Page 53

Uw werkplek inrichten

Het is voor uzelf en voor de computer belangrijk om een comfortabele werkplek in te richten. Een slechte werkomgeving of ongunstige werkgewoonten kunnen resulteren in ongemak of ernstige RSI-blessures aan handen of polsen of andere gewrichten. Ook voor het functioneren van de computer is het van belang dat de omgeving in orde is. In dit gedeelte komen de volgende onderwerpen aan de orde:
Algemene omstandigheden
Plaatsing van de computer
Stoel en werkhouding
Verlichting
Werkgewoonten
Algemene omstandigheden
Een werkomgeving waarin u zich prettig voelt, is in het algemeen ook geschikt voor de computer. Lees echter het volgende om te controleren of uw werkplek aan de eisen voldoet.
Zorg voor voldoende ventilatie door genoeg ruimte vrij te laten rond de
computer.
Zorg dat het netsnoer is aangesloten op een gemakkelijk toegankelijk
stopcontact dicht bij de computer.
De omgevingstemperatuur moet tussen 5 en 35 °C liggen en de
relatieve vochtigheid tussen 20 en 80 procent.
Vermijd plaatsen waar plotselinge of extreme temperatuurs- of
vochtigheidsveranderingen kunnen optreden.
Houd de computer stof- en vochtvrij en vermijd blootstelling aan direct
zonlicht.
Houd de computer uit de buurt van warmtebronnen, bijvoorbeeld
elektrische kachels.
Houd vloeistoffen of bijtende chemische stoffen uit de buurt van de
computer.
Plaats de computer niet in de buurt van voorwerpen die sterke
magnetische velden genereren (bijvoorbeeld stereoluidsprekers).
Sommige componenten in de computer, zoals opslagmedia, kunnen
beschadigen door magneten. Houd de computer uit de buurt van magnetische voorwerpen. Wees voorzichtig met voorwerpen die sterke magnetische velden genereren, bijvoorbeeld stereoluidsprekers. Wees tevens voorzichtig met metalen voorwerpen (bijvoorbeeld armbanden): dergelijke voorwerpen kunnen per ongeluk worden gemagnetiseerd.
Houd mobiele telefoons uit de buurt van de computer.
Laat genoeg ventilatieruimte vrij. Blokkeer de luchtopeningen niet.
Aan de slag
Gebruikershandleiding 3-2
Page 54
Plaatsing van de computer
Plaats de computer en randapparaten zodanig dat comfort en veiligheid gewaarborgd zijn.
Plaats de computer op een vlak oppervlak, op een hoogte en afstand
die voor u comfortabel zijn.
Het beeldscherm mag niet hoger zijn dan op oogniveau, om vermoeide
ogen te voorkomen.
Plaats de computer zodanig dat deze direct vóór u staat wanneer u
werkt en zorg dat u voldoende ruimte hebt om eventuele andere apparaten te bedienen.
Zorg voor voldoende ruimte achter de computer, zodat u de stand van
het beeldscherm naar wens kunt bijstellen. Het scherm moet zo staan dat u er optimaal zicht op hebt, met minimale reflectie.
Als u een papierstandaard gebruikt, dient u deze op ongeveer dezelfde
hoogte en afstand te zetten als de computer.
Stoel en werkhouding
De hoogte van uw stoel in verhouding tot de computer en het toetsenbord, en de steun die de stoel biedt, zijn belangrijke factoren bij het verminderen van de werkbelasting. Hanteer de volgende richtlijnen (zie ook de volgende afbeelding).
Onder ooghoogte
Aan de slag
Hoeken van 90°
Voetsteun
Werkhouding en plaatsing van de computer
Plaats uw stoel zodanig dat het toetsenbord zich ter hoogte van uw
ellebogen of iets lager bevindt. U moet gemakkelijk kunnen typen met uw schouders ontspannen.
Uw knieën moeten iets hoger zijn dan uw heupen. Gebruik zo nodig
een voetsteun om uw knieën omhoog te brengen en de druk op de achterkant van uw dijen te verminderen.
Zorg dat de rugleuning van de stoel uw onderrug steunt.
Zit rechtop, zodat uw knieën, heupen en ellebogen een hoek van
ongeveer 90 graden vormen wanneer u werkt. Buig niet te ver voorover en leun niet te ver naar achteren.
Gebruikershandleiding 3-3
Page 55
Verlichting
Juiste verlichting kan de leesbaarheid van de monitor verbeteren en vermoeidheid van de ogen verminderen.
Plaats de computer op een positie waar het scherm geen zonlicht of fel
kunstlicht kan weerkaatsen. Gebruik vensters van getint glas, jaloezieën of zonneschermen om fel zonlicht te weren.
Plaats de computer niet vóór een fel licht dat direct in uw ogen kan
schijnen.
Gebruik zo mogelijk zachte, indirecte verlichting op uw werkplek.
Gebruik een lamp om uw documenten of bureau te verlichten, maar zorg dat het licht niet in uw ogen schijnt of door het scherm wordt weerkaatst.
Werkgewoonten
Om ongemak of spierblessures te voorkomen is het van essentieel belang dat u uw werkzaamheden afwisselt. Neem, als het mogelijk is, verschillende taken op in de planning voor uw werkdag. Als u lange periodes achter de computer moet zitten, kunt u overbelasting voorkomen en uw efficiëntie verbeteren door uw dagelijkse routine te doorbreken.
Zit in een ontspannen houding. Goede plaatsing van uw stoel en
apparatuur (zie de aanwijzingen eerder in dit hoofdstuk) kan spierklachten in schouders en nek verminderen en rugpijn helpen voorkomen.
Verander regelmatig van houding.
Sta nu en dan op en strek uw spieren of doe een paar oefeningen.
Oefen en strek een aantal maal per dag uw handen en polsen.
Kijk regelmatig weg van de computer en richt uw ogen een aantal
seconden (bijvoorbeeld 30 seconden per kwartier) op een voorwerp in de verte.
Neem regelmatig korte pauzes in plaats van een of twee lange pauzes,
bijvoorbeeld twee of drie minuten per half uur.
Laat uw ogen regelmatig testen en ga direct naar een dokter als u
vermoedt dat u last hebt van een RSI-blessure.
Er is een aantal boeken verkrijgbaar over ergonomie en RSI (Repetitive Strain Injuries) of RSS (Repetitive Stress Syndrome). Voor nadere informatie over deze onderwerpen of over oefeningen voor RSI-gevoelige lichaamsdelen zoals handen en polsen kunt u terecht bij uw bibliotheek of boekhandel. Raadpleeg ook de Instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruikomstandigheden bij de computer.
Aan de slag
Gebruikershandleiding 3-4
Page 56

De accu-eenheid installeren

Om een accu te installeren voert u de volgende stappen uit.
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Raak de ontgrendelingsschuif van de accuhouder niet aan terwijl u de
computer vasthoudt. Als u de schuif per ongeluk opzij duwt, komt de accu te vallen en kunt u zich bezeren.
Druk niet op de Aan/uit-knop voordat u de accu-eenheid installeert.
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Plaats de accu-eenheid. De accuontgrendlingsschuif (2) klikt op zijn plaats.
4. Zet de accuvergrendeling (1) vast om ervoor te zorgen dat de accu op zijn plaats wordt vergrendeld. Als u de accu later wilt verwijderen, moet u eerst deze vergrendeling opheffen.
Aan de slag
Accuontgrendelingsschuif (2)
Accuver-
grende-
ling (1)
De accu-eenheid vastzetten
Raadpleeg het gedeelte De accu-eenheid verwijderen in hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het verwijderen
van de accu-eenheid.
Gebruikershandleiding 3-5
Page 57

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elke voedingsbron van 100 tot 240 V en 50 of 60 Hz. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor informatie over het opladen van de accu-eenheid met
de netadapter.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is geleverd. Andere netadapters hebben een ander voltage en andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigd raken of brand veroorzaken.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een
soortgelijke, compatibele netadapter. Gebruik van een incompatibele adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
exact in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Aan de slag
1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
Het netsnoer aansluiten op de netadapter
Gebruikershandleiding 3-6
Page 58
2. Plaats de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter in de gelijkstroomingang (DC IN 19V) op de achterkant van de computer.
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan.

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal kijkgemak.
1. Schuif de schermvergrendeling op de voorkant van de computer naar rechts.
2. Kantel het scherm omhoog en zet het in de stand waar u er het beste zicht op hebt.
Aan de slag
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Het beeldscherm openen
Gebruikershandleiding 3-7
Page 59

De stroom inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Windows® XP installeren.
Houd de Aan/uit-knop van de computer twee tot drie seconden ingedrukt.
Aan de slag
De stroom inschakelen

Windows® XP installeren

Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het opstartscherm van Microsoft
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Lees de Licentie-overeenkomst voor eindgebruikers van Windows zorgvuldig door.
Gebruikershandleiding 3-8
®
Windows® XP.
Page 60

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), slaapstand of Stand-bymodus.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD).
Let erop dat de lampjes van de vaste schijf en van het optische station uit zijn. Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
3. Klik op Start en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het venster Computer uitschakelen op Uitschakelen.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Slaapstand
De slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De status van randapparaten wordt bij het inschakelen van de slaapstand niet opgeslagen.
Aan de slag
Sla uw gegevens op. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt
de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het schijflampje uitgaat.
Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens verloren.
Gebruikershandleiding 3-9
Page 61
Aan de slag
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
De computer kan alleen in de slaapstand worden gezet als de slaapstand op twee plaatsen in Energiebeheer is ingeschakeld: op het tabblad Slaapstand en op het tabblad Basisinstellingen van TOSHIBA Power Saver.
Anders wordt de computer in de Stand-by modus afgesloten wanneer de accu bijna leeg is. Als de accu leeg raakt, gaan de gegevens die in de Stand-bymodus zijn opgeslagen, verloren.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart stroom doordat het systeem wordt afgesloten
wanneer er geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die op het tabblad Slaapstand van het onderdeel Systeem is ingesteld.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand starten
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de slaapstand in te schakelen:
1. Klik op Start.
2. Selecteer Computer uitschakelen.
3. Open het dialoogvenster Computer uitschakelen. Ga naar stap 4 als Slaapstand niet wordt weergegeven. Ga naar stap 5 als Slaapstand wordt weergegeven.
4. Druk op de Shift-toets. Het item Stand-by verandert in Slaapstand.
5. Selecteer Slaapstand.
Automatische slaapstand
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het beeldscherm sluit, wordt de computer automatisch in de slaapstand gezet. Eerst dient u echter de juiste instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Open Configuratiescherm.
2. Open Prestaties en onderhoud en vervolgens Energiebeheer.
3. Open het tabblad Slaapstand in het dialoogvenster Eigenschappen
voor Energiebeheer, schakel het selectievakje Slaapstand inschakelen in en klik op de knop Toepassen.
4. Klik op OK.
5. Open Toshiba Power Saver.
6. Selecteer het tabblad Setup Action.
7. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor When I press the power button en When I close the lid of my portable computer.
8. Klik op OK.
Gebruikershandleiding 3-10
Page 62
Gegevensopslag in de slaapstand
Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze tijd brandt het schijflampje.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en het geheugen op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Stand-bymodus
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer op stand-by
Als de computer automatisch op stand-by wordt gezet terwijl een
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch op stand-by wordt
Aan de slag
gezet conform de instellingen in TOSHIBA Power Saver. Als u de computer uit de Stand-bymodus wilt halen, drukt u op de Aan/uit-
knop of op een willekeurige toets. Laatstbeschreven handeling werkt alleen als de optie Wake-up on Keyboard is ingeschakeld in HW Setup.
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer uit de Stand-bymodus wordt gehaald.
gezet, schakelt u Stand-by uit in TOSHIBA Power Saver. Hierna voldoet de computer echter niet langer aan de Energy Star-richtlijnen.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
stand-bymodus te zetten.
Wanneer de computer in de Stand-bymodus staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de Stand-
bymodus is (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Als u de computer meeneemt aan boord van een vliegtuig of in een
ziekenhuis, dient u de computer af te sluiten in de slaapstand of afsluitmodus om verstoring van radiosignalen te voorkomen.
Voordelen van Stand-bymodus
De voordelen van de Stand-by-functie zijn als volgt.
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem stand-by.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 3-11
Page 63
Aan de slag
De stand-by-modus inschakelen
U kunt de Stand-bymodus op een van de volgende drie manieren activeren:
1. Klik op Start, vervolgens op Afsluiten en ten slotte op Stand-by.
2. Sluit het venster met beeldscherminstellingen. Deze functie moet ingeschakeld zijn. Raadpleeg het tabblad Actie instellen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver.
3. Druk op de Aan/uit-knop. Deze functie moet ingeschakeld zijn. Raadpleeg het tabblad Actie instellen in het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver.
Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
U kunt de stand-bymodus ook activeren door op Fn + F3 te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Wanneer de computer in de stand-by-modus wordt afgesloten, gaat
het Aan/uit-lampje oranje knipperen.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur
verlengen door af te sluiten in de slaapstand, aangezien de stand-by­modus meer energie gebruikt.
Beperkingen van de Stand-bymodus
In de volgende omstandigheden werkt de Stand-bymodus niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.

Computer opnieuw opstarten

In bepaalde omstandigheden moet u het systeem opnieuw instellen (ofwel een reset uitvoeren), bijvoorbeeld: Bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. Klik op Start en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het venster Computer uitschakelen op Opnieuw opstarten.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om Windows selecteer vervolgens Afsluiten en Opnieuw starten.
3. Druk op de Aan/uit-knop en houd deze knop circa vijf seconden ingedrukt. Wacht 10 tot 15 seconden en schakel de computer vervolgens weer in door op de Aan/uit-knop te drukken.
Gebruikershandleiding 3-12
®
Taakbeheer te openen en
Page 64

De vooraf geïnstalleerde software herstellen

Als vooraf geïnstalleerde bestanden zijn beschadigd, gebruikt u de CD-ROM Productherstel om de bestanden te herstellen. Als u het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software wilt herstellen, dient u de volgende stappen uit te voeren.
Het Windows-besturingssysteem herstellen
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
1. Plaats de herstel-DVD-ROM in het optische station en schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 ingedrukt en zet de computer aan. Zodra de tekst In Tou c h w ith Tomorrow TOSHIBA verschijnt, laat u de toets F12 los.
3. Gebruik de pijltoets omhoog of omlaag om het pictogram CD/DVD te selecteren in het weergegeven menu. Raadpleeg de paragraaf Boot
Priority in hoofdstuk 7, HW Setup, (afhankelijk van het gekochte
model).
4. Er verschijnt een menu. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als de computer is geleverd met extra software geïnstalleerd, kan deze software niet worden hersteld met de productherstel-DVD-ROM. Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, DVD-speler of spelletjes) zo nodig apart vanaf andere media.
Aan de slag
TOSHIBA-hulpprogramma’s en -stuurprogramma’s herstellen
Als Windows naar behoren werkt, kunnen stuurprogramma’s of toepassingen afzonderlijk worden hersteld. De map C:\TOOLSCD bevat de stuurprogramma's en toepassingen van uw computer. Als systeemstuurprogramma's of -toepassingen op een of andere manier zijn beschadigd, kunt u de meeste van deze componenten opnieuw installeren vanuit deze map.
Maak voor het gemak een kopie van deze map op een extern medium.
Gebruikershandleiding 3-13
Page 65
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik toegelicht. Zo wordt ingegaan op het gebruik van het touchpad, optisch station, geluidssysteem, modem, draadloos LAN en LAN. Verder worden tips gegeven voor het schoonmaken en verplaatsen van de computer.

Het touchpad gebruiken

Om het touchpad te gebruiken plaatst u eenvoudigweg uw vingertop op het touchpad en schuift deze in de richting waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Hoofdstuk 4
TouchPad
TouchPad­besturingsknoppen
Touchpad en touchpadbesturingsknoppen
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Gebruikershandleiding 4-1
Page 66
Druk niet te hard op het touchpad en gebruik geen spitse voorwerpen zoals ballpoints. Hierdoor kan het touchpad beschadigd raken.
Sommige functies kunt u activeren door het touchpad zachtjes aan te tikken in plaats van op een besturingsknop te drukken.
Klikken: tik één keer op het touchpad. Dubbelklikken: tik twee keer op het touchpad. Slepen en neerzetten: 1.Houd de linkerbesturingsknop ingedrukt en
beweeg de cursor om het te verplaatsen item te verslepen.
2.Til uw vinger op om het item op de gewenste plaats te zetten.
Schuiven: Verticaal: schuif uw vinger aan de rechterkant
van het touchpad omhoog of omlaag. Horizontaal: schuif uw vinger aan de onderkant
van het touchpad naar links of rechts.

Het optische station gebruiken

Het station van volledige grootte voorziet in snelle uitvoering van CD-ROM­programma’s. U kunt CD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter gebruiken. Voor CD-ROM-aansturing wordt een ATAPI­interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Raadpleeg de paragraaf CD's beschrijven met het DVD-ROM- en CD-R/
RW-station voor voorzorgsmaatregelen wanneer u CD's/DVD's beschrijft.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de paragraaf CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station met
ondersteuning voor DVD±R dubbellaags voor voorzorgsmaatregelen bij
het beschrijven van CD's/DVD's.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-2
Page 67
Schijven laden
Voer de volgende stappen uit en raadpleeg de bijbehorende afbeeldingen om een schijf te laden.
1. a. Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop
Grondbeginselen
om de lade een stukje te openen.
Ejectknop
De uitwerpknop indrukken
b. U kunt de lade niet met de ejectknop openen als het station geen
stroom krijgt. In dat geval kunt u de lade openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een rechtgebogen paperclip in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te steken.
De lade door middel van het ejectgaatje openen
Gebruikershandleiding 4-3
Page 68
Grondbeginselen
2. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
De lade opentrekken
3. Leg de schijf met het label omhoog in de lade.
Een schijf plaatsen
Gebruikershandleiding 4-4
Page 69
Grondbeginselen
Wanneer de lade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de computer iets uit over de lade. Wanneer u de schijf in de lade plaatst, moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf echter dat deze plat ligt (zie de vorige afbeelding).
Raak de laserlens niet aan. Hierdoor kunt u de uitlijning van de toetsen
verstoren.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer alvorens het station te sluiten of de achterkant van de lade vrij is van ongerechtigheden.
4. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de lade gesloten is, bestaat het risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de ejectknop drukt.
De lade sluiten
Gebruikershandleiding 4-5
Page 70
Schijven verwijderen
Als u de schijf wilt verwijderen, voert u de volgende stappen uit en raadpleegt u de volgende afbeelding.
Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het schijfstation. Wacht tot het lampje van het optische stations uitgaat voor u de lade opent. Neem de schijf pas uit de lade nadat deze is opgehouden met draaien.
1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig open.
Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot
de schijf is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig opentrekt.
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de ejectknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u de lade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u deze kunt pakken. Pak de schijf voorzichtig aan de randen uit de lade.
Grondbeginselen
Een schijf verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Gebruikershandleiding 4-6
Page 71
Grondbeginselen

CD's beschrijven met het DVD-ROM- en CD-R/RW-station

Afhankelijk van het type station dat is geïnstalleerd, kunt u mogelijk CD's beschrijven. Met het DVD-ROM- en CD-R/RW-station kunt u DVD-ROM's en CD's lezen, en CD-R's/CD-RW's beschrijven. Neem de voorzorgsmaatregelen in deze paragraaf in acht om optimale schrijfprestaties te waarborgen. Zie voor informatie over het laden en verwijderen van CD’s de het gedeelte Stations voor optische media gebruiken.
CD-R-schijven kunnen slechts eenmaal worden beschreven. Herschrijfbare CD's (CD-RW's) kunnen meer dan één keer worden beschreven.
Belangrijk bericht
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R/CD-RW-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen.
Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD-ROM- en CD-RW­station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of andere schade.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en herschrijven van gegevens.
De volgende fabrikanten van CD-R- en CD-RW-media worden
aanbevolen. De kwaliteit van media kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
CD-R: TAIYO YUDEN Co., Ltd.
MITSUI Chemicals, Inc. MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ricoh Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ricoh Co., Ltd.
* Voor de speciale media hieronder worden de volgende fabrikanten
aanbevolen:
High-speed CD-RW:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD., Ricoh Co., Ltd.
Ultra-speed CD-RW:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
TOSHIBA heeft de werking van CD-R's en CD-RW's van bovenstaande fabrikanten bevestigd. De werking van andere media kan niet worden gegarandeerd.
Herschrijfbare CD-RW's kunnen ongeveer duizendmaal worden
beschreven. Het werkelijke aantal hangt af van de kwaliteit van de media en het gebruik ervan.
Gebruikershandleiding 4-7
Page 72
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voor u begint met schrijven of
herschrijven.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiliging.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot het programma klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere programma's die automatisch bestanden controleren op de achtergrond.
Gebruik geen hulpprogramma's voor vaste schijven, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen of gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Schrijven met andere software dan TOSHIBA Disc Creator wordt niet
aanbevolen. De werking in combinatie met andere software kan derhalve niet worden gegarandeerd.
Schrijven of herschrijven
Houd u aan de volgende richtlijnen/voorschriften bij het schrijven van gegevens naar een CD-R of CD-RW.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Maak niet
gebruik van de Windows-functie knippen-en-plakken aangezien de originele gegevens verloren gaan als er zich een fout voordoet.
Vermijd de volgende handelingen:
Wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows® XP.
Gebruik van de pc, zoals de muis of het touchpad gebruiken of het
LCD-scherm sluiten/openen.
Communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
Handelingen waardoor de PC wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, optische digitale apparaten.
Het openen van het optische station.
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het schrijf­of herschrijfproces.
Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-8
Page 73
Grondbeginselen
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
beschadiging van CD-R-/RW-schijven als gevolg van het
(her)schrijfproces;
wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/RW-schijven
als gevolg van het (her)schrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;
schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.

CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station met ondersteuning voor DVD±R dubbellaags

Bepaalde modellen in deze serie zijn uitgerust met het DVD Super Multi­station (met ondersteuning voor DVD±R dubbellaags) voor het beschrijven van CD's/DVD's.
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/RW­schijven en naar DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-schijven. De volgende schrijftoepassingen zijn vooraf geïnstalleerd: TOSHIBA Disc Creator en TOSHIBA Direct Disc Writer. InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum, een product van InterVideo, Inc.
Belangrijk bericht
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/RW-schijven of DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/-RAM-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/ DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven aanbevolen. TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
Gebruikershandleiding 4-9
Page 74
CD-R: TAIYO YUDEN Co., Ltd.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD. Ricoh Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
Grondbeginselen
CD-RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ricoh Co., Ltd.
High-speed CD-RW:
Ultra-speed
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD. Ricoh Co., Ltd.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
CD-RW:
DVD-R: DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
voor algemene versie 2.0
TAIYO YUDEN Co., Ltd. Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
DVD-R(DL): MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD+R: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ricoh Co., Ltd.
DVD+R(DL): MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD-RW: DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven
voor versie 1.1 of versie 1.2
Victor Company of Japan, Ltd. (JVC) MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD+RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD-RAM: DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven
voor versie 2.0, versie 2.1 of versie 2.2
Hitachi Maxell Ltd. Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van 8-speed of hoger (DVD-R, DVD+R, DVD+RW) of schrijfsnelheden van 6-speed of hoger (DVD-RW) ondersteunen.
Controleer of de disc van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is.
Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze gebruikt.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-10
Page 75
Grondbeginselen
Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen zogeheten authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden beschreven.
Alleen Format 1 wordt ondersteund voor DVD-R DL. Daarom kunt u
niets extra schrijven. Als uw gegevens minder dan 4,7 GB zijn, raden wij aan DVD-R (SL)-schijven te gebruiken.
U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten. U kunt schijven met een capaciteit van 2,6 GB enkelzijdig of 5,2 GB dubbelzijdig niet gebruiken.
DVD-R-/RW-schijven en DVD+R-/+RW-schijven kunnen wellicht niet
worden gelezen op andere DVD-spelers of andere DVD-ROM-stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R of DVD+R zijn geschreven,
kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM zijn
gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station verwijdert.
Bij het schrijven naar een DVD-R/-RW, DVD+R/+RW of DVD-RAM is
schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
®
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde station schrijft.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar de stand-by-modus of de slaapstand,
moet u eerst controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Gebruikershandleiding 4-11
Page 76
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de antivirussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's voor vaste schijven, met inbegrip van
hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Schrijven met andere software dan TOSHIBA Disc Creator wordt niet
aangeraden.
Schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:
Wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows
Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm.
Communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
Handelingen waardoor de pc wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, optische digitale apparaten.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren.
Het DVD Super Multi-station openen.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de afsluit-/
afmeldprocedure en stand-by/slaapstand.
Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de Stand-bymodus of de slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het DVD Super Multi-station kunt openen.
Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer gegevens altijd van de vaste schijf naar de CD-R/-RW- of
DVD-R/-RW/-RAM- of DVD+R/+RW-schijf. Gebruik geen functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
Grondbeginselen
®
XP;
Gebruikershandleiding 4-12
Page 77
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
beschadiging van CD-R-/RW-schijven of DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-
schijven als gevolg van het (her)schrijfproces;
wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/RW-schijven
en DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;
schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.

TOSHIBA Disc Creator

Opmerking: let op de volgende beperkingen wanneer u TOSHIBA Disc Creator gebruikt:
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van
DVD-video.
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van
DVD-audio. De functie Audio CD van TOSHIBA Disc Creator kan niet worden
gebruikt voor het opnemen van muziek op DVD-R/-RW of DVD+R/+RW.
Gebruik de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator niet voor
het kopiëren
van auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's. Met de
functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u geen back-up maken van DVD-RAM-media.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een DVD-R/
DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video-schijf, DVD-R/
DVD-RW of DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met TOSHIBA Disc Creator.
TOSHIBA Disc Creator kan niet in pakketindeling opnemen.
Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u wellicht
geen back-up maken van een DVD-R-/-RW of DVD+R/+RW die met andere software op een andere DVD-R/-RW- of DVD+R/+RW-recorder is gemaakt.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-13
Page 78
Grondbeginselen
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Het kan niets lezen vanuit 16-bits besturingsystemen zoals Windows 98 Tweede Editie en Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of later nodig om gegevens te kunnen lezen en in Windows 2000 hebt u hiervoor Service Pack 2 of later nodig. Sommige optische stations kunnen geen toegevoegde gegevens lezen, ongeacht welk besturingssysteem wordt gebruikt.
Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door TOSHIBA
Disc Creator. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner of een ander hulpprogramma te gebruiken.
Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/RW- of DVD+R-/+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk niet correct gekopieerd.
Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gegevensverificatie
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft.
1. Geef het dialoogvenster Instellingen op een van de volgende twee manieren weer:
Klik op de instelknop ( ) voor het schrijven op de belangrijkste
werkbalk in de modus Gegevens CD/DVD.
Selecteer Instellingen voor elke modus en vervolgens Gegevens
CD/DVD in het Instellingenmenu.
2. Schakel het selectievakje Gegevens controleren in
3. Selecteer de modus Bestand openen of Volledige vergelijking.
4. Klik op OK.

TOSHIBA Direct Disc Writer

Opmerking: let op de volgende beperkingen wanneer u TOSHIBA Direct Disc Writer gebruikt:
Deze software ondersteunt uitsluitend herschrijfbare schijven
(DVD+RW, DVD-RW en CD-RW). Niet-herschrijfbare schijven zoals DVD+R's, DVD-R's en CD-R's worden niet ondersteund.
Gebruikershandleiding 4-14
Page 79
Het formatteren en beschrijven van DVD-RAM-schijven wordt niet
ondersteund door TOSHIBA Direct Disc Writer. Deze functies worden uitgevoerd door het DVD-RAM-stuurprogramma. Als het TOSHIBA Direct Disc Writer-formatteringsmenu wordt weergegeven wanneer u een DVD-RAM-schijf in het station plaatst en in Windows Verkenner met de rechtermuisknop op het stationspictogram klikt, kunt u de schijf met “DVDForm” formatteren. U kunt DVDForm uitvoeren door in Windows op de knop Start te klikken en in het menu Start achtereenvolgens Alle programma's, DVD-RAM, DVD-RAM Driver en DVDForm te selecteren.
Gebruik geen schijven die zijn geformatteerd met andere
pakketschrijfsoftware dan TOSHIBA Direct Disc Writer. Gebruik schijven die met TOSHIBA Direct Disc Writer zijn geformatteerd, niet met andere pakketschrijfsoftware. Formatteer schijven waarmee u niet bekend bent vóór gebruik met de optie “Full Format”.
Pas de functies voor knippen en plakken niet toe op bestanden en
mappen. Een geknipt bestand of geknipte map kan verloren gaan als het schrijven mislukt door een schijffout.
Wanneer u de Setup-bestanden voor het programma naar een met
TOSHIBA Direct Disc Writer geformatteerde schijf schrijft en Setup vanaf deze schijf start, kan een fout optreden. Kopieer de bestanden in dat geval naar de vaste schijf en start Setup.

InterVideo WinDVD Creator Platinum

Grondbeginselen
Raadpleeg de on line Help voor mee informatie over InterVideo WinDVD Creator.
Wanneer u de Setup-bestanden voor het programma naar een met TOSHIBA Direct Disc Writer geformatteerde schijf schrijft en Setup vanaf deze schijf start, kan een fout optreden. Kopieer de bestanden in dat geval naar de vaste schijf en start Setup.
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD maakt:
1. Digitale video bewerken
Meld u aan met beheerdersrechten om WinDVD Creator te kunnen
gebruiken.
Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u WinDVD
Creator gebruikt.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt. Als
echter een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk niet correct weergegeven.
WinDVD Creator kan video niet op de externe monitor weergeven
als u het LCD-scherm en de monitor tegelijk gebruikt.
Met WinDVD Creator kunt u geen auteursrechtelijk beschermde
inhoud bewerken of afspelen.
Gebruikershandleiding 4-15
Page 80
Wijzig de beeldscherminstellingen niet terwijl u WinDVD Creator
gebruikt.
Schakel de stand-by-modus/slaapstand niet in terwijl u WinDVD Creator gebruikt.
Gebruik WinDVD Creator niet direct nadat u de computer hebt
ingeschakeld. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.
Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende
enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.
Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD of
videoband.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Voer geen communicatietoepassingen uit, zoals die voor een
modem of een LAN.

Behandeling van schijven/diskettes

Dit gedeelte bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op CD's of DVD's hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven en diskettes. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
Grondbeginselen
CD’s/DVD’s
1. Bewaar uw CD's/DVD's in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD niet door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast. Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf onleesbaar maken.
5. Stel de schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD's/DVD's.
6. Als uw CD's/DVD's stoffig of vuil raken, kunt u ze afnemen met een schone, droge doek. Veeg vanuit het midden van de CD/ DVD naar buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine, verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Gebruikershandleiding 4-16
Page 81

Geluidssysteem

In deze paragraaf wordt ingegaan op het regelen van geluid, waarbij geluidsvolume en energiebeheer aan de orde komen.
Volumeregelaar
Met het hulpprogramma Volumeregeling kunt u in Windows® het volume voor het afspelen en opnemen van geluid regelen.
Als u Volumeregeling wilt starten voor afspeeldoeleinden klikt u op
Start, wijst u achtereenvolgens Alle programma's, Bureau­accessoires en Entertainment aan en klikt u op Volumeregeling.
Wilt u opnemen, dan klikt u op Opties, wijst u Eigenschappen aan,
kiest u Opnemen en klikt u op OK. (Als u niet kunt kiezen voor Opnemen, kiest u eerst Mixerapparaat.)
Klik in Volumeregeling desgewenst op Help voor nadere informatie.
Geluidsniveau microfoon
Als u een externe microfoon hebt aangesloten, kunt u de gevoeligheid van de microfoon wijzigen. Volg de onderstaande stappen.
1. Klik op Start, wijs achtereenvolgens Alle programma's, Bureau- accessoires en Entertainment aan en klik op Volumeregeling.
2. Klik op Opties en wijs Eigenschappen aan.
3. Selecteer Realtek HD Audio Input en schakel Opnameregeling, Microfoonvolume en Stereo Mix in. Klik op OK.
4. Klik op Opties en wijs Eigenschappen aan. Selecteer Realtek HD Audio Output en schakel Microfoonvolume in en klik op OK.
5. Klik op Geavanceerd.
6. Schakel het keuzevakje Microfoonversterking in.
Grondbeginselen
Geavanceerde volumeregelingen is een pictogram van Microfoonversterking. Als dit item is ingeschakeld, ziet u het pictogram Geavanceerd naast Microfoonvolume. Hiermee wordt het ingangssignaal in Microfoonvolume versterkt.

Modem

In deze paragraaf wordt beschreven hoe u het interne modem aan een telefoonaansluiting koppelt en ervan ontkoppelt.
Spraakfuncties worden niet door de interne modem ondersteund. De data­en faxfuncties worden wel ondersteund.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
Gebruikershandleiding 4-17
Page 82
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u het modem gaat gebruiken.
Om een regio te selecteren voert u de volgende stappen uit.
1. Klik op Start, wijs Alle programma’s, TOSHIBA en Netwerken aan en
Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram Regioselectie wordt weergegeven in de taakbalk. Klik
3. Selecteer een regio in het regiomenu of een telefoonlocatie uit het
Grondbeginselen
klik op het hulpprogramma voor regioselectie.
met de primaire knop op het pictogram om een lijst van ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met telefoonlocatie­informatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio­instelling van het modem.
Het menu met eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het menu met eigenschappen op het scherm weer te geven.
Instellingen
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
AutoRun Mode
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Open the Dialing Properties dialog box after selecting region
Het dialoogvenster met kiesopties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Location list for region selection
Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.
Open dialog box, if the modem and Telephony Current Location region code do not match
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Gebruikershandleiding 4-18
Page 83
Modemselectie
Als de computer de interne modem niet herkent, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de modem wilt gebruiken.
Kiesopties
Als u Dialing Properties selecteert, worden de kiesopties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u wettelijk verplicht Japan als regio te selecteren. Het is niet toegestaan de modem in Japan met een andere selectie te gebruiken.
Aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de modemkabel aan te sluiten.
Voor het aansluiten van een modem moet gebruik worden gemaakt
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.
2. Steek het andere uiteinde van de modemkabel in een telefoonaansluiting.
Grondbeginselen
van de bij de computer geleverde modemkabel. Koppel het kabeluiteinde met de kern aan de computer.
verwijderen.
modem schade oplopen.
De interne modem aansluiten
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl de kabel is aangesloten.
Gebruikershandleiding 4-19
Page 84
Als u gebruik maakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een optisch station of een vaste schijf) dat aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld, kunt u te maken krijgen met de volgende modemproblemen:
de modemsnelheid is laag of de communicatie wordt onderbroken;
geluidsstoringen.
Loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van de interne modem te los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de connector eruit.
2. Trek de andere kabelconnector op dezelfde manier uit de computer.

Draadloos LAN

De functie voor draadloos LAN is niet op alle modellen beschikbaar. Als deze functie wel aanwezig is, ondersteunt deze de B- en G-standaard, maar is deze ook compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op de Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing-radiotechnologie die voldoet aan de IEEE 802.11-standaard voor draadloos LAN.
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 54,
48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbit/s. (IEEE 802.11g)
Automatische selectie van verzendsnelheid in het verzendbereik 11,
5,5, 2 en 1 Mbit/s (IEEE 802.11b)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd
op het 128-bits coderingsalgoritme.
AES-gegevenscodering (AES = Advanced Encryption Standard),
gebaseerd op het 128-bits coderingsalgoritme
Grondbeginselen
Ontwaken bij LAN-activiteit werkt niet in een draadloos LAN.
Beveiliging
Schakel de coderingsfunctie in om te voorkomen dat anderen zich via
het draadloos LAN onrechtmatig toegang tot uw computer verschaffen, wat kan leiden tot wederrechtelijke toe-eigening, afluisterpraktijken en verlies of vernietiging van opgeslagen gegevens. TOSHIBA raadt u daarom met klem aan de coderingsfunctie in te schakelen.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor onrechtmatige toegang tot
gegevens via het draadloos LAN of voor beschadiging van die gegevens.
Gebruikershandleiding 4-20
Page 85
Schakelaar voor draadloze communicatie
U kunt de draadloos-LAN-functie in- of uitschakelen met de schakelaar voor draadloze communicatie. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Verschuif de schakelaar om de functie in en uit te schakelen.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het lampje. Het lampje brandt niet wanneer de functie voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Draadloze-communicatielampje
Het draadloze-communicatielampje geeft de status van de draadloze­communicatiefuncties aan.
Lampje Aanduiding
Uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat op
uit. Automatisch uitgeschakeld wegens oververhitting. Stroomstoring
Lampje aan Schakelaar voor draadloze communicatie staat op
aan. Het draadloos LAN is ingeschakeld door een toepassing.
Als u draadloos LAN uitschakelt via de taakbalk, moet u de computer opnieuw opstarten om deze functie weer in te schakelen. U kunt in plaats daarvan ook de volgende stappen uitvoeren:
1. Klik op Prestaties en onderhoud in Configuratiescherm en klik daarna op Systeem.
2. Selecteer het tabblad Hardware.
3. Klik op Apparaatbeheer. Het venster Apparaatbeheer wordt geopend. Klik op Netwerkadapters.
4. Selecteer de gewenste netwerkadapter en klik op de knop Inschakelen op de werkbalk.
Grondbeginselen
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX). In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
LAN-kabeltypen
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Gebruikershandleiding 4-21
Page 86
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
De LAN-kabel loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-aansluiting van de computer in en trek de connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde wijze los van de LAN-hub. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub loskoppelt.
Grondbeginselen
De LAN-kabel aansluiten

De computer reinigen

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen voordat u hem weer aanzet.
Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.
Verwijder regelmatig met een stofzuiger het stof uit de luchtopeningen
aan de linkerkant van de computer. Zie hoofdstuk 2, Rondleiding,
Linkerkant.
Gebruikershandleiding 4-22
Page 87

De computer verplaatsen

De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst, dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer verplaatst.
Controleer het schijf-lampje op de computer.
Als er een CD/DVD in het station zit, verwijdert u deze. Controleer of de
stationslade goed dicht zit.
Schakel de computer uit.
Ontkoppel de netadapter en alle randapparaten alvorens de computer
te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op bij het beeldscherm.
Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer goed vast tijdens het dragen, zodat deze niet kan
vallen of iets kan raken.
Til de computer niet op aan uitstekende delen.
Grondbeginselen
Uitstekend deel
Gebruikershandleiding 4-23
Page 88
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid toetsenbord met 101/102 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te drukken, kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met 101/102 toetsen beschikbaar zijn.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn zes soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, geïntegreerde numerieke toetsen, functietoetsen, zogenoemde “softkeys”, speciale Windows

Typemachinetoetsen

De typemachinetoetsen produceren de hoofd- en kleine letters, cijfers, leestekens en speciale symbolen die op het scherm worden weergegeven.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine en het gebruik van een computertoetsenbord:
Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties die door een “spatieteken” worden gecreëerd, kunnen ook variëren, afhankelijk van uitlijning en andere factoren.
Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet
verwisselbaar.
Hoofdletter O en 0 (nul) zijn niet verwisselbaar.
Caps Lock, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen van
invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de cijfer­en symbooltoetsen.
De Shift-toetsen (of hoofdlettertoetsen), de Tab -toets en de
BackSpace-toets hebben dezelfde functie als de gelijknamige
typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale computerfuncties.
®
-toetsen en cursorbesturingstoetsen.
Hoofdstuk 5
Gebruikershandleiding 5-1
Page 89

Functietoetsen F1 ... F12

De functietoetsen, niet te verwarren met de Fn-toets, zijn de 12 toetsen bovenaan op het toetsenbord. Deze toetsen werken anders dan de overige toetsen.
F1 tot en met F12 worden aangeduid als functietoetsen, omdat u hiermee geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u pictogramtoetsen in combinatie met de Fn-toets gebruikt, worden specifieke functies op de computer uitgevoerd. Raadpleeg de paragraaf Softkeys: Fn-
toetscombinaties in dit hoofdstuk. De werking van individuele toetsen is
afhankelijk van de software die u gebruikt.

Softkeys: Fn-toetscombinaties

De toets Fn (functie) vormt in combinatie met andere toetsen “softkeys”. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen activeren, uitschakelen of configureren.
In sommige softwareprogramma’s werken softkeys niet naar behoren of werken ze in het geheel niet. De softkey-instellingen worden niet hersteld door de Stand-by-functie.
Toetsen emuleren op uitgebreid toetsenbord
Het toetsenbord
Een uitgebreid toetsenbord met 101 toetsen
Het toetsenbord is zodanig ontworpen dat het voorziet in alle functies van het uitgebreide toetsenbord met 101 toetsen, zoals geïllustreerd in de vorige afbeelding. Het uitgebreide toetsenbord met 101/102 toetsen heeft een apart numeriek toetsenblok, een Scroll Lock-toets. Het heeft bovendien een extra Enter- en Ctrl-toets rechts van het hoofdtoetsenbord. Aangezien dit toetsenbord kleiner is en minder toetsen heeft, moet een aantal van de functies van het uitgebreide toetsenbord worden gesimuleerd door middel van toetscombinaties.
Het is mogelijk dat uw softwaretoepassing een toets vereist die niet op het toetsenbord voorkomt. Door de Fn-toets in combinatie met een van de volgende toetsen in te drukken emuleert u de functies van het uitgebreide toetsenbord.
Gebruikershandleiding 5-2
Page 90
Druk op Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te activeren. Als deze functie is geactiveerd, veranderen toetsen met een grijze markering op de onderrand in numerieke toetsen. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk voor meer informatie
over het gebruik van deze toetsen. Standaard zijn beide functies bij het opstarten van de computer uitgeschakeld.
Druk op Fn + F12 om de cursor op een bepaalde regel te vergrendelen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.

Sneltoetsen

Met sneltoetsen kunt u bepaalde functies van de computer in- of uitschakelen.
Geluid dempen: als u in een Windows®-omgeving op Fn + Esc drukt, wordt het geluid in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling veranderd en als pictogram weergegeven.
Directe beveiliging: als u op Fn + F1 drukt, wordt het scherm leeggemaakt, zodat niemand toegang tot uw gegevens kan krijgen. Als u het scherm en de oorspronkelijke instellingen wilt herstellen, dient u op een willekeurige toets te drukken of op het touchpad te tikken. Als een wachtwoord voor schermbeveiliging is geregistreerd, wordt een dialoogvenster geopend. Voer het schermbeveiligingswachtwoord in en klik op OK. Als er geen wachtwoord is ingesteld, wordt het scherm hersteld zodra u op een toets drukt of het touchpad aanraakt.
Het toetsenbord
Energiebesparingsmodus:
wijzigen. Als u energiebesparingsmodus weergegeven in een dialoogvenster. Houd ingedrukt en druk nogmaals op instelling ook wijzigen via het item Profiel in TOSHIBA Power Saver.
Standby: als u Fn + F3 indrukt, wordt de computer in de stand-bymodus gezet. Er verschijnt een dialoogvenster ter controle, om te voorkomen dat u de computer onbedoeld in stand-by zet. Als u het venster voortaan niet wilt weergegeven, schakelt u het selectievakje in.
Gebruikershandleiding 5-3
Fn + F2
met Fn + F2 kunt u de energiebesparingsmodus
indrukt in een Windows-omgeving, wordt de
F2
om de instelling te wijzigen. U kunt deze
Fn
Page 91
Het toetsenbord
Slaapstand: als u Fn + F4 indrukt, zet u de computer in de slaapstand. Om te voorkomen dat de computer onverhoeds in de slaapstand wordt gezet, verschijnt een dialoogvenster ter controle. Als u het venster voortaan niet wilt weergegeven, schakelt u het selectievakje in.
Beeldschermselectie: met Fn + F5 wijzigt u het actieve beeldscherm. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Alleen apparaten die beschikbaar zijn voor selectie, worden weergegeven. Houd Fn ingedrukt en druk nogmaals op F5 om het apparaat te wijzigen. Wanneer u Fn en F5 loslaat, verandert het geselecteerde apparaat.
Schermhelderheid:
als u op Fn + F6 drukt, wordt de schermhelderheid in stappen verlaagd. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling twee seconden lang weergegeven door middel van een pictogram.
Schermhelderheid:
als u op Fn + F7 drukt, wordt de schermhelderheid in stappen verhoogd. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling twee seconden lang weergegeven door middel van een pictogram.
Het helderheidsniveau is recht evenredig met de beeldscherpte.
Draadloos LAN:
als u op Fn +
F8
drukt, wordt het draadloos LAN uit- en
ingeschakeld als de schakelaar voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
Als uw apparaat voor draadloze communicatie niet is geïnstalleerd, wordt het dialoogvenster niet weergegeven.
Touchpad: als u in een Windows®-omgeving op Fn + F9 drukt, wordt de touchpadfunctie in- of uitgeschakeld. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling veranderd en als pictogram weergegeven.
Gebruikershandleiding 5-4
Page 92
Het toetsenbord
Schermresolutie selecteren: druk op Fn + spatiebalk om de schermresolutie te wijzigen. Telkens wanneer u op deze sneltoets drukt, verandert de schermresolutie.
TOSHIBA Zooming (verkleinen): als u de pictogrammen op het bureaublad of in het toepassingsvenster wilt verkleinen, dient u op 1 te drukken terwijl u Fn ingedrukt houdt.
Deze functie is niet voor alle modellen verkrijgbaar.
TOSHIBA Zooming (vergroten): als u de pictogrammen op het bureaublad of in het toepassingsvenster wilt vergroten, dient u op 2 te drukken terwijl u Fn ingedrukt houdt.
Deze functie is niet voor alle modellen verkrijgbaar.
Volume verlagen: druk op Fn + pijl omlaag om het geluidsvolume te verlagen. Nadat u op deze sneltoets drukt, wordt er gedurende twee seconden een pictogram met de nieuwe instelling weergegeven.
Volume verhogen: druk op Fn + pijl omhoog om het geluidsvolume te verhogen. Nadat u op deze sneltoets drukt, wordt er gedurende twee seconden een pictogram met de nieuwe instelling weergegeven.
Fn-plaktoets
Met het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility (Toegankelijkheid) kunt u de
Fn
-toets vergrendelen, zodat u deze toets bij het gebruik van toetscombinaties niet ingedrukt hoeft te houden. In plaats hiervan drukt u eenmaal op de Fn-toets, laat u de toets los en drukt u op een functietoets (dat wil zeggen F1 t/m F12). Om het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility te starten klikt u op
TOSHIBA
Gebruikershandleiding 5-5
en
Start
, wijst u achtereenvolgens
Hulpprogramma’s
aan en klikt u op
Alle programma’s
Accessibility
.
,
Page 93

Speciale Windows®-toetsen

Het toetsenbord
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows® speciale functies hebben: de toets met het Windows andere, de toepassingstoets, heeft dezelfde functie als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het Windows®-menu Start.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.
®
-logo activeert het menu

Geïntegreerde numerieke toetsen

In plaats van een apart numeriek toetsenblok heeft het toetsenbord van uw computer geïntegreerde numerieke toetsen.
De toetsen met de grijze opschriften in het midden van het toetsenbord zijn de geïntegreerde numerieke toetsen. Deze toetsen hebben dezelfde functie als de numerieke toetsenbloktoetsen van het uitgebreide toetsenbord met 101/102 toetsen, zoals eerder beschreven.
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen
U kunt de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor het invoeren van cijfers.
Numerieke modus
Om de numerieke modus te activeren drukt u op Fn + F11. Nu kunt u cijfers invoeren met de toetsen die in de volgende afbeelding worden geïllustreerd. Druk nogmaals op Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen.
Start
en de
De geïntegreerde numerieke toetsen
Gebruikershandleiding 5-6
Page 94
Het toetsenbord
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken (geïntegreerde numerieke toetsen aan)
Tijdens het gebruik van de geïntegreerde numerieke toetsen kunt u tijdelijk met het gewone toetsenbord werken zonder de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen:
1. Houd Fn ingedrukt en druk op een andere toets. Alle toetsen werken
alsof de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld.
2. U typt hoofdletters door Fn + Shift ingedrukt te houden en op een
lettertoets te drukken.
3. Laat Fn los om de geïntegreerde numerieke toetsen weer in gebruik te
nemen.

ASCII-tekens genereren

Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden gegenereerd. U kunt deze tekens echter door middel van hun ASCII-codes genereren.
Voer de volgende stappen uit met de geïntegreerde numerieke toetsen ingeschakeld:
1. Houd Alt ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke
toetsen.
3. Laat Alt los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm. Als de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld, voert u de
volgende stappen uit:
1. Houd Alt + Fn ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke
toetsen.
3. Laat Alt + Fn los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Gebruikershandleiding 5-7
Page 95
Hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden
De computer kan via de netadapter of via de interne accu’s van stroom worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze energiebronnen optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt. Verder worden tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u informatie over spaarstanden.

Omstandigheden bij stroomvoorziening

De bedrijfscapaciteit en de energiestatus van de accu in de computer worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of er een netadapter is aangesloten, of er een accu is geïnstalleerd en wat het ladingsniveau van de accu is.
Tabel met stroomvoorzieningsomstandigheden
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
(buiten werking)
Netadapter aangesloten
Accu volledig opgeladen
Accu gedeeltelijk opgeladen of leeg
Geen accu geïnstalleerd
• In werking
• Lampje: Accu groen
• In werking
• Snel opladen
• Lampje: Accu oranje
• In werking
• Geen lading
• Lampje: Accu uit
• Lampje: Accu groen
• Wordt snel opgeladen
• Lampje: Accu oranje
• Geen lading
• Lampje: Accu uit
Gebruikershandleiding 6-1
Page 96
Tabel met stroomvoorzieningsomstandigheden
Universele netadapter niet aangesloten
Acculading is boven activeringsniveau voor lage acculading
Acculading is onder activeringsniveau voor lage acculading
Accu is leeg De computer wordt uitgezet
Geen accu geïnstalleerd

Voedingslampjes

Zoals in de vorige tabel wordt aangegeven, maken het Accu- en Aan/uit- lampje op het lampjespaneel u attent op de bedrijfscapaciteit en de accuspanningsstatus van de computer.
Accu-lampje
Aan de hand van het Accu-lampje kunt u de status van de accu controleren. De accustatus wordt als volgt aangeduid:
Stroomvoorziening en spaarstanden
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
(buiten werking)
• In werking
• Lampje: Accu uit
• In werking
• Lampje: Accu knippert oranje
• Buiten werking
• Lampje: Accu uit
Knipperend oranje licht
Lampje brandt oranje
Lampje brandt groen
De accu is bijna leeg. De netadapter moet worden aangesloten om de accu op te laden.
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat de accu wordt opgeladen.
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat de accu volledig is opgeladen.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, wordt het opladen stopgezet en gaat het Accu-lampje uit. Zodra de accu een normale temperatuur heeft bereikt, wordt verder gegaan met opladen. Dit gebeurt wanneer de stroom naar de computer is in- of uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 6-2
Page 97
Aan/uit-lampje
Aan de hand van het Aan/uit-lampje kunt u de algemene stroomvoorzieningsstatus controleren:
Lampje brandt groen
Lampje knippert oranje
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.

Accutypen

De computer bevat de volgende accu's en batterijen:
Accu-eenheid (2000 mAh)
RTC-batterij (batterij voor de realtime klok)
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de stand-by-
Stroomvoorziening en spaarstanden
Geeft aan dat de computer van stroom wordt voorzien en is ingeschakeld.
Geeft aan dat de computer van stroom wordt voorzien en in de stand-bymodus is. Het lampje is één seconde aan en twee seconden uit.
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
modus staat. Gegevens worden in het RAM opgeslagen, dus als de stroomvoorziening naar de computer wordt afgebroken, gaan de gegevens verloren. Wanneer de computer wordt uitgeschakeld in de Stand-bymodus en de netadapter niet is aangesloten, levert de hoofdaccu-eenheid stroom ter handhaving van de gegevens en programma's in het geheugen. Als de accu-eenheid leeg raakt, functioneert de stand-by-modus niet en gaan alle gegevens in het geheugen verloren.
Accu-eenheid
De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding aangeduid als de hoofdaccu, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer de netadapter niet is aangesloten. U kunt extra accu-eenheden kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom.
Alvorens de accu-eenheid te verwijderen dient u de computer in de slaapstand te zetten, of uw gegevens op te slaan en de computer af te sluiten. Verwissel de accu-eenheid niet terwijl de netadapter is aangesloten.
Gebruikershandleiding 6-3
Page 98
RTC-batterij
Stroomvoorziening en spaarstanden
Accu-eenheid
Om de maximale capaciteit van de accu-eenheid te handhaven, dient u de computer ten minste eenmaal per maand op accu-energie te gebruiken tot de accu totaal leeg is. Raadpleeg Levensduur verlengenin dit hoofdstuk voor procedures. Als de computer geruime tijd (langer dan een maand) continu via de netadapter op netstroom wordt gebruikt, bestaat het risico dat de accucapaciteit wordt aangetast. De accu zal dan niet langer efficiënt functioneren, zelfs als de verwachte levensduur nog niet is verstreken. Bovendien kunt u er niet langer op vertrouwen dat het Accu-lampje gaat branden ter aanduiding van een laag accu-energieniveau.
De RTC- ofwel Real Time Clock-batterij voorziet de interne realtime klok en kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie. Deze batterij handhaaft tevens de systeemconfiguratie.
Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren en werken de realtime klok en kalender niet meer.
De RTC-batterij van de computer is een lithium-ion-batterij en dient uitsluitend door uw dealer of een TOSHIBA-service-vertegenwoordiger te worden vervangen. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.
U kunt de instellingen van de Real Time Clock wijzigen door tijdens de
POST op F2 te drukken.
Nadat u de datum en tijd voor de RTC-batterij hebt ingesteld, kunt u de
computer het beste inschakelen, zodat de RTC-batterij wordt opgeladen. Zie hoofdstuk 9 Probleemoplossing, voor meer informatie.
Als het volgende bericht op het LCD-scherm wordt weergegeven:
ERROR 0271: Check date and time settings.
Gebruikershandleiding 6-4
WARNING 0251: System CMOS checksum bad - Default configuration used. Press [F1] to resume, [F2] to setup.
Page 99
Stroomvoorziening en spaarstanden
is de RTC-batterij leeg of bijna leeg. In dat geval dient u de datum en tijd in te stellen in het scherm BIOS Setup. Voer de volgende stappen uit:
1. Druk op F2. Het scherm BIOS Setup wordt weergegeven.
2. Geef de datum op met System Date.
3. Geef de tijd op met System Time.
4. Druk op F10. U ziet een bevestigingsbericht. Druk op Enter. BIOS Setup wordt gesloten en de computer wordt opnieuw
opgestart.
Het verdient aanbeveling om de computer na het instellen van de datum en tijd in te schakelen en vervolgens aan te laten, zodat de RTC-batterij kan worden opgeladen.

Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid

De accu-eenheid is een essentieel onderdeel van de draagbare computer. Door de eenheid naar behoren te gebruiken en te onderhouden zorgt u ervoor dat deze langer stroom levert en langer meegaat. Volg de aanwijzingen in dit gedeelte zorgvuldig ter waarborging van veilig gebruik en maximale prestaties.
Voorzorgsmaatregelen
Verkeerde behandeling van accu's kan resulteren in ernstig of dodelijk letsel of materiële schade. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
Gevaar: duidt op een dreigend gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren.
Waarschuwing: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren.
Let op: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in lichte verwondingen of lichte schade aan eigendommen kan resulteren.
Opmerking: verschaft belangrijke informatie.
Gevaar
1. Probeer niet om een gebruikte accu-eenheid te verbranden of te
verwarmen, bijvoorbeeld in een magnetronoven. Hierdoor kan de accu­eenheid ontploffen en persoonlijk letsel veroorzaken.
2. Probeer een accu-eenheid nooit te openen, te repareren of anderszins
aan te passen. Hierdoor zal de accu-eenheid oververhit raken en vlam vatten. Lekken van bijtende alkalineoplossing of andere elektrolytische stoffen veroorzaakt brand of verwondingen, mogelijk resulterend in ernstig of dodelijk letsel.
Gebruikershandleiding 6-5
Page 100
Stroomvoorziening en spaarstanden
3. Houd metalen voorwerpen uit de buurt van de accupolen ter voorkoming
van kortsluiting. Kortsluiting kan brand veroorzaken of de accu-eenheid anderszins beschadigen en in verwondingen resulteren. Wanneer u de accu-eenheid opbergt, dient u deze altijd in plastic te wikkelen en de polen met isolatieband te bedekken om kortsluiting te voorkomen.
4. Prik nooit in de accu-eenheid met spijkers of andere scherpe
voorwerpen. Sla nooit met een hamer of een ander voorwerp op de accu-eenheid. Ga niet op de accu staan.
5. Probeer de accu-eenheid nooit op te laden op een andere wijze dan
wordt beschreven in de gebruikershandleiding. Koppel de accu­eenheid nooit aan een contactdoos of aan het aanstekercontact in een auto. Hierdoor kan de eenheid barsten of vlam vatten.
6. Gebruik alleen de accu-eenheid die bij de computer of andere hardware
is geleverd, of een accu-eenheid die is goedgekeurd door de computer­of hardwarefabrikant. Voltage en polariteit variëren per accu-eenheid. Gebruik van een incorrecte accu kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikkeling of brand.
7. Stel een accu-eenheid nooit bloot aan warmte door deze bijvoorbeeld in
de buurt van een radiator op te bergen. Door blootstelling aan warmte kan de accu-eenheid vlam vatten, ontploffen of lek raken, en zodoende ernstig of dodelijk letsel teweegbrengen. De werking van de accu­eenheid kan hierdoor tevens geheel of gedeeltelijk worden onderbroken, hetgeen kan leiden tot gegevensverlies.
8. Stel de accu-eenheid nooit bloot aan abnormale schokken, trillingen of
druk. Hierdoor zal het interne beschermende apparaat van de accu­eenheid defect raken, waardoor de eenheid oververhit of lek kan raken, vlam kan vatten of ontploffen, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
9. Laat een accu-eenheid nooit vochtig worden. Een vochtige accu-
eenheid zal oververhit raken, vlam vatten of barsten, en zodoende ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Waarschuwing
1. Vermijd contact tussen de bijtende elektrolytvloeistof uit een batterij en
uw ogen, huid of kleding. Indien u toch elektrolytvloeistof in uw ogen krijgt, dient u onmiddellijk uw ogen te wassen met veel stromend water en medische hulp te zoeken om schade aan de ogen te voorkomen. Als elektrolytische vloeistof in contact komt met uw huid, dient u deze onmiddellijk onder stromend water af te spoelen. Als elektrolytische vloeistof op uw kleren terechtkomt, dient u deze direct uit te trekken teneinde contact met uw huid of ogen te voorkomen.
2. Schakel de computer onmiddellijk uit, ontkoppel de netadapter en
verwijder de accu-eenheid als de eenheid een van de volgende verschijnselen vertoont: vreemde geur, extreme hitte, verkleuring of vervorming. Laat de computer vervolgens nakijken door een Authorized Toshiba Service Center voordat u er weer mee aan de slag gaat. Als u deze waarschuwing negeert, zal de accu-eenheid mogelijk rook gaan afgeven, vlam vatten of barsten.
Gebruikershandleiding 6-6
Loading...