TOSHIBA C660/C660D Gebruikershandleiding
Eerste druk september 2010
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en
verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De instructies
en beschrijvingen in deze handleiding waren correct voor de draagbare
personal TOSHIBA C660/C660D-computers op het tijdstip waarop deze
handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en handleidingen
kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA
aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of
indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit
discrepanties tussen computer en handleiding.
C660/C660D
Handelsmerken
Intel, Intel SpeedStep, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
AMD, het AMD-logo met de pijl, AMD Athlon, AMD Turion, PowerPlay, VariBright en combinaties daarvan zijn handelsmerken van Advanced Micro
Devices, Inc.
Windows, Microsoft en het Windows-logo zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Bluetooth is een handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door
TOSHIBA onder licentie gebruikt.
ConfigFree is een handelsmerk van Toshiba Corporation.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association.
MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard Association.
WinDVD is een handelsmerk van Corel Corporations.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
Gebruikershandleidingv
Page 6
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante
Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CEkeurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460
Neuss, Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring van
overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website
http://epps.toshiba-teg.com.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenstemming met de
relevante Europese richtlijnen, met name de richtlijn voor
elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG) voor het notebook en de
elektronische accessoires, waaronder de meegeleverde netadapter, de
richtlijn voor radioapparatuur en telecommunicatie-apparatuur (1999/5/EG)
in het geval van geïmplementeerde telecommunicatieaccessoires en de
laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG) voor de meegeleverde netadapter.
Bovendien voldoet het product aan de richtlijn inzake ecologisch ontwerp
2009/125/EG (ErP) en de bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de
relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen.
TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze
EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn
aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die
deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen
dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen
voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de
volgende richtlijnen in acht worden genomen:
■ Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden
aangesloten/geïmplementeerd.
■ Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
C660/C660D
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde "commerciële, lichtindustriële en woonomgevingen". TOSHIBA keurt het gebruik van dit
product in andere werkomgevingen dan de hiervoor genoemde
"commerciële, licht-industriële en woonomgevingen" af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet goedgekeurd:
■ industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar een
netspanning van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
■ omgevingen met medische apparatuur
■ gemotoriseerde voertuigen
■ vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Gebruikershandleidingvi
Page 7
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde
werkomgevingen zijn onder andere:
■ storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
■ storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische
compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle
niet-geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit
product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of
luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Verklaring met betrekking tot videostandaarden
DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL
PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE
PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT
VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE
BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II)
DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD
DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN
NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN
VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT
OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. ER WORDT GEEN
LICENTIE VERLEEND OF TOEGEZEGD VOOR ENIG ANDER GEBRUIK.
AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE MET
BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL
GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE
HTTP://WWW.MPEGLA.COM.
C660/C660D
Gebruikershandleidingvii
Page 8
C660/C660D
De volgende informatie is alleen van toepassing voor
lidstaten van de EU:
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste prullenbak geeft aan dat producten
afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk
afval moeten worden verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het
product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door het
recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is gebracht na 13
augustus 2005.
Door producten en batterijen gescheiden in te zamelen, draagt u bij aan de
juiste afvalverwerking van producten en batterijen en helpt u mogelijk
schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid
voorkomen.
Voor meer informatie over de inzamel- en recyclingprogramma's die van
toepassing zijn voor uw land, gaat u naar onze website
(http://eu.computers.toshiba-europe.com) of neemt u contact op met uw
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afvalverwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste prullenbak geeft aan dat batterijen
en/of accu's afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van
huishoudelijk afval moeten worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) bevat
dan de waarden die zijn gedefinieerd in de richtlijn inzake batterijen en
accu's (2006/66/EG), worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik
(Hg) en/of cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de
doorgekruiste prullenbak.
Door producten en batterijen afzonderlijk in te leveren, helpt u producten
en batterijen op de juiste wijze weg te gooien. Ook draagt u eraan bij de
negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te
voorkomen.
Voor meer informatie over de inzamel- en recyclingprogramma's die van
toepassing zijn voor uw land, gaat u naar onze website
(http://eu.computers.toshiba-europe.com) of neemt u contact op met uw
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
Gebruikershandleidingviii
Page 9
Verwijdering van de computer en de computeraccu's
■ Verwijder deze computer overeenkomstig de toepasselijke wetten en
voorschriften. Raadpleeg uw lokale overheid voor nadere informatie.
■ Deze computer is uitgerust met een oplaadbare accu. Na herhaaldelijk
gebruik zal de accu uiteindelijk niet meer kunnen worden opgeladen en
moet deze worden vervangen. Volgens de geldende wetten en
voorschriften is het mogelijk niet toegestaan om oude accu's weg te
gooien met het huisvuil.
■ Denk om het milieu. Raadpleeg de lokale overheden voor nadere
details met betrekking tot de recycling van oude accu's of het op de
juiste wijze weggooien hiervan.
Verklaring over REACH-compatibiliteit
De nieuwe verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot
chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and
Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en
beperkingen van chemische stoffen), is vanaf 1 juni 2007 van kracht.
Toshiba voldoet aan alle REACH-vereisten en we streven ernaar onze
klanten informatie te verschaffen over de chemische stoffen in onze
producten in overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website
http://www.toshiba-europe.com/computers/info/reach voor informatie over
de aanwezigheid in onze producten van stoffen die op de kandidatenlijst
staan volgens artikel 59(1) van verordening (EG) Nr. 1907/2006 ("REACH")
in een concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent (g/g).
C660/C660D
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
■ Overeenstemming met EEE-richtlijnen: Toshiba voldoet aan alle
vereisten van de Turkse richtlijn 26891 'Beperking op het gebruik van
bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur'.
■ Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt
gedefinieerd volgens de norm ISO 13406-2. Als het aantal pixelfouten
minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of defect gerekend.
■ Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt
van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect.
Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
Gebruikershandleidingix
Page 10
GOST
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations
Vergeet niet de voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf
te lezen.
■ Het model met een DVD Super Multi-station gebruikt een
lasersysteem. Om er zeker van te zijn dat dit product correct wordt
gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie
bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd,
neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
■ Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures anders dan
wordt vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
■ Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
C660/C660D
Gebruikershandleidingx
Page 11
Panasonic System Networks
■ DVD Super Multi UJ890
HITACHI-LG Data Storage, Inc.
■ DVD Super Multi GT30N/GT30F
C660/C660D
Hitachi-LG Data Storage, Inc.
22-23,KAIGAN 3-CHOME,
MINATO-KU,TOKYO,108-0022
JAPAN
Gebruikershandleidingxi
Page 12
TOSHIBA SAMSUNG OPSLAGTECHNOLOGIE
■ DVD Super Multi TS-L633C/TS-L633Y
Voorzorgsmaatregelen
C660/C660D
TOSHIBA SAMSUNG STORAGE
TECHNOLOGY KOREA
CORPORATION 416, MEATAN-3
DONG, YEONGTONG-GU, SUWON
CITY, GYEONGGI, 443-742, KOREA
LET OP: de apparatuur bevat een
lasersysteem, dat is geclassificeerd als
een KLASSE 1 LASERPRODUCT. Om te
zorgen dat u dit product correct gebruikt,
dient u de gebruiksaanwijzingen
zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de
hand te houden. Als u problemen met dit
model mocht ondervinden, moet u contact
opnemen met de dichtstbijzijnde erkende
servicedienst. Probeer niet de kast te
openen. Doet u dit wel, dan loopt u het
risico van directe blootstelling aan de
laserstraal.
Gebruikershandleidingxii
Page 13
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe computer uit de C660/C660D. Deze krachtige,
hoogwaardige notebookcomputer staat garant voor jarenlang betrouwbaar
computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden,
bijvoorbeeld voor multimediafunctionaliteit.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw computer uit de -serie
gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt
gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer,
elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele
apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een draagbare
computer hebt gewerkt, leest u eerst hoofdstuk 3, Hardware,
hulpprogramma's en opties, om uzelf vertrouwd te maken met de
voorzieningen, onderdelen en accessoires van de computer. Vervolgens
leest u hoofdstuk 1, Aan de slag, voor stapsgewijze instructies voor het
gebruiksklaar maken van de computer.
Bent u een ervaren computergebruiker, dan leest u dit voorwoord verder
door om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding, waarna u de
handleiding kunt doorbladeren om ermee vertrouwd te raken. Besteed met
name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen in hoofdstuk 3,
Hardware, hulpprogramma's en opties, om kennis te maken met de
voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor deze computer, en ook aan
de paragraaf in hoofdstuk 7, HW Setup, voor een goed begrip van de
instellingen en configuratie van deze voorzieningen.
Lees hoofdstuk 3, Hardware, hulpprogramma's en opties, als u optionele
producten of externe apparaten aansluit.
C660/C660D
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd
door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read
Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Gebruikershandleidingxiii
Page 14
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de
computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen
ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een
aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te
zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. ENTER duidt bijvoorbeeld
de ENTER-toets aan.
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen
indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken
(+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent CTRL + C dat u op C moet
drukken terwijl u CTRL ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden
gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de
derde.
ABCWanneer u in een procedure een handeling moet
uitvoeren (bijvoorbeeld een pictogram aanklikken
of tekst invoeren), wordt de pictogramnaam of de
te typen tekst in het links weergegeven lettertype
gedrukt.
C660/C660D
Beeldscherm
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en
door de computer gegenereerde tekst die op het
beeldscherm verschijnt, worden in het links
weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken
op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals
hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect
gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleidingxiv
Page 15
Terminologie
Deze term wordt in dit document als volgt gedefinieerd:
StartHet woord "Start" verwijst naar de knop "" in
Windows
HDD of Hard Disk
Drive
(vasteschijfstation)
Sommige modellen zijn uitgerust met een solidstate drive (SSD) in plaats van een vaste schijf.
In deze handleiding verwijst de term 'vaste schijf'
ook naar de SSD, tenzij anders wordt
aangegeven.
®
7.
C660/C660D
Gebruikershandleidingxv
Page 16
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer
verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Zorg voor afdoende ventilatie
■ Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de
computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd
tegen oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een
netadapter wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de
computer in de slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
■ Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af.
■ Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
hittebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel.
■ Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer.
■ Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander
zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden
geblokkeerd.
■ Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
■ Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
C660/C660D
Gebruikershandleidingxvi
Page 17
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
■ Stof, vocht en direct zonlicht
■ apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
■ Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters
■ Extreme hitte, koude of vochtigheid
■ Vloeistoffen en bijtende chemicaliën
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin
wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens
informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de
verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt
reduceren.
C660/C660D
Letsel door verhitting van computeroppervlakken
■ Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak
zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan
langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op
uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren in rode
plekken op de huid.
■ De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
■ Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
■ Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Gebruikershandleidingxvii
Page 18
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd
of storingen optreden.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor een veilig en juist gebruik van deze
computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
C660/C660D
Gebruikershandleidingxviii
Page 19
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle
basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht,
functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat
niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.
Controlelijst van apparatuur
Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het
verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer u de volgende items hebt:
■ C660/C660D Draagbare personal computer
■ Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Aan de slag
Hoofdstuk 1
Documentatie
■ C660/C660D Aan de slag
■ Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
■ Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Software
Het volgende Windows®-besturingssysteem en de volgende software zijn
vooraf geïnstalleerd.
■ Windows 7
■ TOSHIBA Value Added Package
■ TOSHIBA Recovery Media Creator
■ TOSHIBA DVD PLAYER (vooraf geïnstalleerd op sommige modellen)
■ TOSHIBA Assist
Gebruikershandleiding1-1
Page 20
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle
bovengenoemde software.
Aan de slag
■ Lees in elk geval de paragraaf Voor het eerst opstarten.
■ Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te
gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
■ De netadapter aansluiten
■ Het beeldscherm openen
■ Het apparaat inschakelen
■ Voor het eerst opstarten
■ Het apparaat uitschakelen
■ Computer opnieuw opstarten
■ Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde software herstellen
■ Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
■
■ Het is verstandig om af en toe een back-up van de interne vaste schijf
■ Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat
Aan de slag
■ TOSHIBA ConfigFree™
■ TOSHIBA Disc Creator
■ TOSHIBA Gezichtsherkenning (vooraf geïnstalleerd op sommige
modellen)
■ TOSHIBA Bulletin Board
■ TOSHIBA ReelTime
TOSHIBA Speech System (vooraf geïnstalleerd op sommige modellen)
■
■ TOSHIBA Media Controller
■ Online Manual (Online handleiding)
comfort hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken.
De handleiding is bedoeld om u comfortabeler en productiever met
laptops te laten werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding
volgt, verkleint u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen,
armen, schouders of nek.
regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te controleren.
Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens verloren.
of een ander primair opslagapparaat te maken op externe media.
Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange
termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in
gegevensverlies.
alle gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf
of op een ander opslagmedium. Als u dat niet doet, kan dit mogelijk
resulteren in gegevensverlies.
Gebruikershandleiding1-2
Page 21
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om aan de slag te
gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u het
apparaat hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen 100
en 240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het opladen van
de accu-eenheid met de netadapter.
■ Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door Toshiba wordt
aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc te
vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden
tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot
gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die
is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
■ Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met de spanning en frequentie die op het
voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
■ Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en
frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet,
kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg.
■ Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag
niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's
dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de
veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
■ Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
■ Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten
van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u
deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de
gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te
staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk
letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
■ Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan
beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de
onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter
namelijk stijgen.
■ Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
Aan de slag
Gebruikershandleiding1-3
Page 22
Aan de slag
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
afhankelijk van het model.
2. Plaats de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter in de
gelijkstroomingang (DC IN 19V) aan de rechterkant van de computer.
De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact. Het DC IN/Accu-lampje op
de voorzijde van de computer moet nu gaan branden.
Gebruikershandleiding1-4
Page 23
Het beeldscherm openen
Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal
kijkgemak.
Druk met één hand op de polssteun, zodat het hoofdgedeelte niet wordt
opgetild. Til het scherm nu langzaam op, waarna de hoek van het
beeldscherm zo kan worden ingesteld dat de helderheid optimaal is.
1. Beeldscherm
Het beeldscherm openen
Wees voorzichtig bij het openen en sluiten van het beeldscherm. Als u het
scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer
beschadigt.
Aan de slag
1
Gebruikershandleiding1-5
Page 24
■ Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
■ Druk of duw niet op het beeldscherm.
■ Til de computer niet op aan het beeldscherm.
■ Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke
voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn
achtergebleven.
■ Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
de polssteun plaatsen om de computer opzijn plaats te houden en
gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of
dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of
dichtklappen van het beeldscherm).
De stroom inschakelen
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u het apparaat aanzet. Het
aan/uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg de paragraaf De
stroomvoorziening controleren in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie.
■ Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Raadpleeg de paragraaf Voor het eerst opstarten voor meer
informatie.
■ Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van
Windows.
1. Open het beeldscherm.
2. Houd de Aan/uit-knop van de computer twee tot drie seconden
ingedrukt.
Aan de slag
Gebruikershandleiding1-6
Page 25
1
1. Aan/uit-knop
Het apparaat inschakelen
Voor het eerst opstarten
Het opstartscherm van Windows 7 wordt als eerste weergegeven wanneer
u de computer aanzet. Volg de aanwijzingen in elk scherm om het
besturingssysteem te installeren.
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden voor de software
door wanneer deze worden weergegeven.
Aan de slag
De computer uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende drie modi:
afsluitmodus, sluimerstand of slaapstand.
Uitschakelmodus
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen; en de volgende keer zal bij het inschakelen van de
computer het hoofdscherm van het besturingssysteem worden
weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of
een opslagmedium.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder
vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD, diskette).
■ Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Dit zou tot
gegevensverlies kunnen leiden.
■ Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los
en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
Gebruikershandleiding1-7
Page 26
Aan de slag
3. Klik op Start.
4. Klik op de knop Uitschakelen ().
5. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten
uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft sluiten door de computer in de slaapstand te zetten.
In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen
van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven
wanneer u de computer weer inschakelt.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd helemaal uit te zetten. Hierbij moet u ook
functies of apparaten voor draadloze communicatie uitzetten en
instellingen annuleren die de computer automatisch activeren, zoals een
opnametimer. Als u de computer niet volledig op deze manier uitschakelt,
kan het besturingssysteem opnieuw worden geactiveerd en
voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of niet-opgeslagen gegevens
opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen verstoren, wat mogelijk
ernstig letsel kan veroorzaken.
■ Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
■ Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
bestaat het risico dat de computer of de geheugenmodule schade
oploopt.
■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten).
Gegevens in het geheugen kunnen dan verloren gaan.
Gebruikershandleiding1-8
Page 27
Aan de slag
■ Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Start " Configuratiescherm Systeem en beveiliging
Energiebeheer).
■ Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand
is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het toetsenbord
gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat de
toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie
Activering op toetsenbord is ingeschakeld in HW Setup.
■ Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
■ Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer (dat u
opent via Start Configuratiescherm Systeem en beveiliging Energiebeheer).
■ Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
■ De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
■ De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand uitvoeren
U kunt de slaapstand ook inschakelen door op FN + F3 te drukken.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
■ Klik op Start, wijs het pijlpictogram () aan en
selecteer Slaapstand in het menu.
■ Sluit het beeldscherm. Deze functie moet worden ingeschakeld via
Energiebeheer (dat u opent door te klikken op Start
Configuratiescherm Systeem en beveiliging Energiebeheer).
■ Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet worden ingeschakeld via
Energiebeheer (dat u opent door te klikken op Start
Configuratiescherm Systeem en beveiliging Energiebeheer).
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Gebruikershandleiding1-9
Page 28
Aan de slag
■ Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-
lampje groen.
■ Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur
verlengen door af te sluiten in de sluimerstand, aangezien de
slaapstand meer energie gebruikt als de computer uit staat.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
■ De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
■ Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Zuinige slaapstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste
schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat
de vorige toestand wordt hersteld als de computer weer wordt aangezet.
Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn
aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de
sluimerstand.
■ Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U
kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig
opslaan.
■ Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren.
■ Wanneer de computer in de sluimerstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
gaan gegevens verloren.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
■ Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
■ Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
■ De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding1-10
Page 29
Aan de slag
Sluimerstand activeren
U kunt de sluimerstand ook inschakelen door op FN + F4 te drukken.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
1. Klik op Start.
2. Wijs het pijlpictogram () aan en selecteer
Sluimerstand in het menu.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de
aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren
kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Klik op Systeem en beveiliging en vervolgens op Energiebeheer.
3. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen.
4. Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Als ik op de aan/uit-knop druk en Als ik het scherm sluit.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit het
geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de
vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te
schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel
een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
■ als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
■ als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Als u de computer opnieuw moet opstarten, zijn er drie manieren om dit te
doen:
■ Klik op Start, wijs het pijlpictogram () aan en selecteer
Opnieuw opstarten in het menu.
Gebruikershandleiding1-11
Page 30
Aan de slag
■ Druk tegelijk op CTRL, ALT en DEL (eenmaal) om het menuvenster
weer te geven en selecteer Opnieuw starten onder Opties voor afsluiten.
■ Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden
ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 tot
15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door de aan/uitknop in te drukken.
Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde
software herstellen
Een verborgen partitie op de vaste schijf is toegewezen voor de opties voor
systeemherstel.
Deze partitie herstelt bestanden die kunnen worden gebruikt om het
systeem te herstellen in geval van problemen.
De opties voor systeemherstel kunnen niet meer worden gebruikt als deze
partitie wordt verwijderd.
Opties voor systeemherstel
De opties voor systeemherstel zijn op de vaste schijf geïnstalleerd bij
aflevering uit de fabriek. Het menu voor systeemherstel bevat opties
waarmee opstartproblemen kunnen worden gerepareerd, een diagnose
kan worden uitgevoerd of het systeem kan worden hersteld.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning voor meer informatie over
Opstartherstel.
De opties voor systeemherstel kunnen ook handmatig worden uitgevoerd
om problemen te herstellen.
Ga hierbij als volgt te werk. Volg de aanwijzingen op het scherm.
1. Zet de computer uit.
2. Zet de computer aan terwijl u de toets F8 ingedrukt houdt.
3. Het menu Geavanceerde opstartopties wordt weergegeven. Gebruik
de pijltoetsen om Uw computer herstellen te selecteren en druk op
Enter.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Raadpleeg de handleiding van Windows® voor meer informatie over
systeemback-ups (met inbegrip van de back-upfunctie voor
systeemkopie).
Gebruikershandleiding1-12
Page 31
De vooraf geïnstalleerde software herstellen
Afhankelijk van het aangeschafte model kunt u de vooraf geïnstalleerde
software op verschillende manieren herstellen:
■ Optische herstelmedia maken en de vooraf geïnstalleerde software
herstellen vanaf deze media
■ De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf het
herstelschijfstation
■ Herstelmedia bestellen bij TOSHIBA en de vooraf geïnstalleerde
software herstellen vanaf die media*
* Houd er rekening mee dat deze service niet gratis is.
Herstelmedia maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelmedia maakt.
■ Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelmedia
maakt.
■ Sluit alle softwareprogramma's, behalve Recovery Media Creator.
■ Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals
een schermbeveiliging.
■ Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
■ Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
■ Schrijf niet naar het medium terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht
tot de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de antivirussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde
bestandscontroleprogramma's) uit.
■ Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's
voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van
storingen en gegevensverlies.
■ Activeer tijdens het (her)schrijven van het medium niet de afsluit-
/afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
■ Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en
vliegtuigen.
■ Gebruik de computer niet op instabiele plekken, zoals een standaard.
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op
de vaste schijf en kan als volgt naar een DVD of USB-flashgeheugen
worden gekopieerd:
1. Selecteer een lege DVD of USB-flashgeheugen.
In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de herstelimage
wordt gekopieerd, waaronder DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R,
DVD+R DL, DVD+RW en USB-flashgeheugen.
Aan de slag
Gebruikershandleiding1-13
Page 32
Aan de slag
■ Onthoud dat sommige van de bovengenoemde media mogelijk niet
compatibel zijn met het optische station dat in uw computer is
geïnstalleerd. Controleer daarom voordat u verdergaat of het optische
station het lege medium dat u hebt gekozen ondersteunt.
■ Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en
gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren.
2. Zet de computer aan en wacht terwijl het besturingssysteem Windows 7
op de normale manier van de vaste schijf wordt geladen.
3. Plaats het medium in de computer.
■ Plaats de eerste lege schijf in het optische station of
■ Sluit het USB-flashgeheugen aan op een beschikbare USB-
poort.
4. Dubbelklik op het pictogram Recovery Media Creator op het
bureaublad van Windows 7 of selecteer de toepassing in het menu
Start.
5. Nadat Recovery Media Creator is gestart, selecteert u het type medium
en de titel die u naar het medium wilt kopiëren. Klik vervolgens op de
knop Maken.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de herstelschijf
Een deel van de totale vasteschijfruimte is geconfigureerd als een
verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden opgeslagen
die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software te herstellen
in geval van problemen.
Als u de vaste schijf vervolgens opnieuw configureert, mag u geen partities
wijzigen, verwijderen of toevoegen anders dan in de handleiding wordt
beschreven. Doet u dat wel, dan is de ruimte voor de vereiste software niet
beschikbaar.
Als u een partitioneringsprogramma van een andere leverancier gebruikt
om de partities op de vaste schijf te configureren, kunt u de computer
mogelijk niet meer installeren.
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + ESC te drukken, schakel het
geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces
start. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt Opties voor Systeemherstel niet gebruiken als u de vooraf
geïnstalleerde software herstelt zonder Opties voor Systeemherstel.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren
gaan.
1. Schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in terwijl u 0 (nul) op het toetsenbord ingedrukt houdt.
3. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
Gebruikershandleiding1-14
Page 33
Aan de slag
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de
computer in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelmedia die u
hebt gemaakt of via het herstelproces op de vaste schijf. Volg de
onderstaande stappen als u deze herstelbewerking wilt uitvoeren:
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + ESC te drukken, schakel het
geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces
start. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
U kunt Opties voor Systeemherstel niet gebruiken als u de vooraf
geïnstalleerde software herstelt zonder Opties voor Systeemherstel.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren
gaan.
1. Plaats het herstelmedium in de computer en zet de computer uit.
2. Houd de toets F12 op het toetsenbord ingedrukt en schakel de
computer in. Wanneer het scherm TOSHIBA Leading
Innovation >>> verschijnt, laat u de toets F12 los.
3. Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om de juiste optie in het
menu te selecteren op basis van het herstelmedium. Raadpleeg de
paragraaf Opstartprioriteit in hoofdstuk 7, HW Setup voor meer
informatie.
4. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
Wanneer stuurprogramma's/hulpprogramma's worden geïnstalleerd, kunt
u de stuurprogramma's/hulpprogramma's vanaf de volgende locatie
configureren. Klik op Start Alle programma's TOSHIBA Toepassingen en stuurprogramma's om de installatiebestanden te
openen.
Herstelmedia bestellen bij TOSHIBA*
U kunt productherstelmedia voor uw notebook bestellen in de TOSHIBA
Europe Backup Media Online Shop.
* Houd er rekening mee dat deze service niet gratis is.
1. Ga hiervoor naar https://backupmedia.toshiba.eu.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm.
U ontvangt de herstelschijven binnen twee weken nadat u de bestelling
hebt geplaatst.
Gebruikershandleiding1-15
Page 34
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel
voordat u de computer gebruikt.
Raadpleeg bijlage E, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over niettoepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het
oppervlak te voorkomen.
Voorkant met gesloten beeldscherm
De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het
beeldscherm gesloten.
Rondleiding
Hoofdstuk 2
1
1. Systeemlampjes2. Sleuf voor Bridge-media
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
SysteemlampjesVia deze LED-lampjes kunt u de status van
Sleuf voor Bridgemedia
Gebruikershandleiding2-1
diverse computerfuncties controleren; deze zijn
nader omschreven in de paragraaf
Systeemlampjes.
In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of
MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg de
paragraaf Optionele apparaten in hoofdstuk 3,
Hardware, hulpprogramma's en opties.
2
Page 35
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de sleuf voor Bridge-media komen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt
en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Linkerkant
De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
1. Luchtopeningen4. Universal Serial Bus (USB 2.0)-poorten
2. Poort voor externe monitor5. Microfoonaansluiting
3. LAN-aansluiting6. Hoofdtelefoonaansluiting
LuchtopeningenDe luchtopeningen dienen om de processor te
Rondleiding
1325 64
Linkerkant van de computer
beschermen tegen oververhitting.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg ervoor dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de koelopeningen
komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden,
waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
Poort voor externe
monitor
Dit is een 15-pins analoge VGA-poort.
Via deze poort kunt u een externe monitor op de
computer aansluiten.
LAN-poortVia deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter ondersteunt Ethernet
LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en
Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde,
100BASE-TX). Sommige modellen zijn uitgerust
met Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T). Zie hoofdstuk 4,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
■ Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als
u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
■ Koppel de LAN-kabel niet aan een voedingsbron. Als u dit doet,
kunnen schade of storingen optreden.
Gebruikershandleiding2-2
Page 36
Rondleiding
Universal Serial Bus
(USB 2.0)-poorten
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-connectoren komen. Vreemde metalen voorwerpen
kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand
ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USBapparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Het is in dit verband van
belang te weten dat sommige functies die verbonden zijn aan een bepaald
apparaat, niet goed werken.
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan
Hoofdtelefoonaansluiting
Rechterkant
De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 2.0standaard, bevinden zich in de linkerkant van de
computer.
een drie-aderige miniplug voor nietstereofonische microfooninvoer worden
aangesloten.
Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonaansluiting kan
een stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
123
1. Optisch station3. Sleuf beveiligingsslot
2. Gelijkstroomingang (19 V)
Rechterkant van de computer
Optisch stationDe computer is geconfigureerd met een DVD
Super Multi-station.
Gelijkstroomingang
(19 V)
De netadapter wordt op deze ingang
aangesloten om de computer van stroom te
voorzien en om de interne accu's te laden. Let
erop dat u alleen het type netadapter gebruikt dat
bij de computer is geleverd ten tijde van de
aankoop. Het gebruik van een verkeerde
netadapter kan de computer beschadigen.
Gebruikershandleiding2-3
Page 37
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
Terug
De volgende afbeelding illustreert de achterkant van de computer.
Onderkant
De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg
ervoor dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt
omgedraaid om schade te voorkomen.
Rondleiding
bevestigen waarmee u de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren
ter bescherming tegen diefstal.
De achterkant van de computer
123
4
5
1. Accuvergrendeling4. Sleuf voor geheugenmodule
2. Accu-eenheid5. Luchtopeningen
3. Ontgrendelingsschuif accuhouder
De onderkant van de computer
Accuvergrendeling Duw de accuvergrendeling opzij, zodat u de
accu-eenheid gemakkelijk kunt verwijderen.
Gebruikershandleiding2-4
Page 38
Rondleiding
Accu-eenheidDe accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is
aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor meer
informatie over het gebruik van de accu-eenheid.
Ontgrendelingsschuif
accuhouder
Zet de accuvergrendeling in de ontgrendelde
stand, zodat u de accu-eenheid kunt verwijderen.
Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie over het
verwijderen van de accu-eenheid.
Sleuf voor
geheugenmodule
In deze sleuven kunt u een extra
geheugenmodule plaatsen, vervangen en
verwijderen.
Raadpleeg de paragraaf Aanvullende
geheugenmodulein hoofdstuk 3, Hardware,
hulpprogramma's en opties.
Gebruikershandleiding2-5
Page 39
Voorkant met geopend beeldscherm
In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm
beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een
comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Rondleiding
1
2
3
5
7
8
6
4
7
8
9
1. Webcam*7. Beeldschermscharnieren
2. Webcamlampje*8. Stereoluidsprekers
3. Microfoon*9. Toetsenbord
4. Antennes voor draadloos LAN (niet zichtbaar)10. Touchpad
5. Beeldscherm11. Touchpadbesturingsknoppen
6. Aan/uit-knop
De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
* Aanwezig op sommige modellen.
10
11
Gebruikershandleiding2-6
Page 40
Rondleiding
WebcamEen webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma zoals Windows Live
Messenger. Met de Toshibawebcamtoepassing kunt u diverse video-
effecten aan uw video of foto toevoegen.
Hiermee kunt u video verzenden en chatten met
videobeelden via internet met behulp van
speciale toepassingen.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
webcam.
Raadpleeg de paragraaf Webcam in hoofdstuk 4,
Basisbeginselen.
WebcamlampjeHet webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
MicrofoonMet de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing importeren en opnemen.
Raadpleeg de paragraaf Geluidssysteem in
hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor meer
informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
ingebouwde microfoon.
Draadloos LANantenne
Sommige computers in deze serie worden
geleverd met een draadloos LAN-antenne.
BeeldschermDenk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm er niet zo helder uit zal
zien als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit
verschil in helderheid dient om accu-energie te
besparen wanneer de computer op de accu werkt.
Raadpleeg de paragraaf Beeldschermcontroller
en videomodus in bijlage B voor meer informatie
over het beeldscherm van de computer.
Aan/uit-knopDruk op de aan/uit-knop om de computer in en
uit te schakelen.
Beeldschermscharnieren
De beeldschermscharnieren zorgen dat het
scherm in de gewenste stand blijft staan
StereoluidsprekersVia de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
Gebruikershandleiding2-7
Page 41
Lampjes
Systeemlampjes
Rondleiding
ToetsenbordHet interne toetsenbord bevat speciale
cijfertoetsen, speciale cursorbesturingstoetsen
en de toetsen en . Zie hoofdstuk 5, Het
toetsenbord, voor meer informatie.
TouchpadMet het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de schermaanwijzer aansturen.
Meer informatie vindt u in de paragraaf Het
touchpad gebruiken in hoofdstuk 4,
Basisbeginselen.
Touchpadbesturingsknoppen
In deze paragraaf worden de systeemlampjes beschreven.
LED-systeemlampjes naast de betreffende pictogrammen branden als
speciale computerfuncties worden uitgevoerd.
Met de besturingsknoppen onder het touchpad
kunt u menuopties selecteren en bewerkingen
uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de
schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Systeemlampjes
DC IN/AccuHet DC IN/Accu-lampje geeft de toestand van de
DC IN en de lading van de accu aan. Groen
betekent dat de accu volledig is opgeladen en
dat de netadapter probleemloos werkt.
Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie over deze
functie.
Voed ingHet aan/uit-lampje brandt groen als de computer
aanstaat. Als u de computer echter via de
slaapstand uitschakelt, knippert dit lampje groen
(ongeveer twee seconden aan, twee seconden
uit) wanneer het systeem wordt afgesloten en
wanneer het in de slaapstand blijft.
Gebruikershandleiding2-8
Page 42
Toetsenbordlampjes
In de volgende afbeeldingen ziet u waar het CAPS LOCK-lampje en het
NUM LOCK-lampje zich bevinden. Deze geven het volgende aan:
■ Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord
hoofdletters produceren.
■ Wanneer het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u met de tien toetsen
cijfers invoeren.
1
1. CAPS LOCK-lampje2. NUM LOCK-lampje
Toetslampjes
Rondleiding
2
CAPS LOCKDit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
NUM LOCKWanneer het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u
de cijfertoetsen van het toetsenbord gebruiken
om cijfers in te voeren.
Gebruikershandleiding2-9
Page 43
Optisch station
De computer is geconfigureerd met een DVD Super Multi-station. Een
seriële ATA-interfacecontroller wordt gebruikt voor aansturing van het
optische station. Zodra de computer toegang krijgt tot een optische schijf,
gaat het lampje op het station branden.
Meer informatie over schijven plaatsen en verwijderen vindt u in de
paragraaf Het optische station gebruiken in hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
Regiocodes voor DVD-stations en media
DVD Super Multi-stations en de bijbehorende media worden vervaardigd
conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het
afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVDvideo-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor uw station.
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD's en
DVD's beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke
schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik TOSHIBA Disc Creator
voor het beschrijven van CD's. Zie hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
CD's
■ Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden
beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of
veranderd.
■ CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW's, high-speed CD-RW’s en
ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
DVD's
■ DVD-R, DVD+R, DVD-R (Dual Layer) en DVD+R (Double Layer)
kunnen slechts één keer worden beschreven. De opgenomen
gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
■ DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
Gebruikershandleiding2-10
Page 44
DVD Super Multi-station
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder
adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's vastleggen en CD’s/DVD’s
van 12 cm of 8 cm lezen.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een
voedingsbron en op de computer. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor nadere informatie.
Rondleiding
De netadapter (2-pins stekker)
Gebruikershandleiding2-11
Page 45
Rondleiding
De netadapter (3-pins stekker)
■ Afhankelijk van het model wordt er een adapter/voedingskabel met 2
of 3 pinnetjes bij de computer geleverd.
■ Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
■ Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en -
voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag
niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik van de
adapter/computer in andere regio's, dient u een netsnoer aan te
schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en -voorschriften in die
regio.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door Toshiba wordt
aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc te
vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot
brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg.
TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is
veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Gebruikershandleiding2-12
Page 46
Hardware, hulpprogramma's en opties
Hoofdstuk 3
Hardware, hulpprogramma's en opties
Hardware
In dit gedeelte wordt de hardware van uw computer beschreven. De
werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
Processor
CPUHet type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor u hebt
in uw computer, gaat u naar de TOSHIBA PC
Diagnostic Tool Utility door op Start Alle
programma's TOSHIBA
Hulpprogramma's PC Diagnostic Tool te
klikken.
Wettelijke voetnoot (CPU)
Raadpleeg bijlage E, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over de CPU.
Geheugen
GeheugensleuvenEr kunnen geheugenmodules van 1, 2, of 4 GB
in de twee sleuven van de computer worden
geïnstalleerd voor een systeemgeheugen van
maximaal 8 GB.
Deze computer kan worden uitgebreid met
geheugenmodules van maximaal 8 GB.
De daadwerkelijke hoeveelheid bruikbaar
systeemgeheugen is minder dan de
geïnstalleerde geheugenmodules.
Dit is afhankelijk van het gekochte model.
Gebruikershandleiding3-1
Page 47
Hardware, hulpprogramma's en opties
Video RAMHet geheugen in de grafische kaart van een
computer, dat wordt gebruikt om het beeld op te
slaan dat wordt weergegeven op een
bitmapscherm.
De beschikbare hoeveelheid video-RAM is
afhankelijk van het systeemgeheugen van de
computer.
U kunt de hoeveelheid video-RAM controleren
door te klikken op de knop Geavanceerde instellingen in het venster Schermresolutie.
Wettelijke voetnoot (geheugen (hoofdsysteem))
Raadpleeg bijlage E, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over het
geheugen (hoofdsysteem).
Voeding
Accu-eenheidDe computer wordt van stroom voorzien door
één oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu)
Raadpleeg bijlage E, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over de
gebruiksduur van de accu.
RTC-batterijDe computer heeft een interne batterij voor de
NetadapterDe netadapter voorziet het systeem van stroom
Gebruikershandleiding3-2
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De
netadapter wordt geleverd met een
verwisselbaar netsnoer met een 2-pins of 3-pins
stekker.
Aangezien de netadapter universeel is,
ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en
240 volt; houd er echter rekening mee dat de
uitgangsstroom varieert al naar gelang het
model. Gebruik van de verkeerde adapter kan
resulteren in beschadiging van de computer.
Raadpleeg de paragraaf Netadapter in
hoofdstuk 2, Rondleiding.
Page 48
Hardware, hulpprogramma's en opties
Schijven
Vaste schijfDe grootte van de vaste schijf is afhankelijk van
het model.
Als u wilt controleren welk type vaste schijf u
hebt in uw computer, gaat u naar de TOSHIBA
PC Diagnostic Tool Utility door op Start Alle
programma's TOSHIBA
Hulpprogramma's PC Diagnostic Tool te
klikken.
Houd er rekening mee dat een deel van de
ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden.
In bepaalde ongebruikelijke omstandigheden wanneer de SSD langere tijd
niet wordt gebruikt en/of wordt blootgesteld aan hoge temperaturen,
kunnen er fouten met betrekking tot het bewaren van gegevens optreden.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van vaste schijf)
Raadpleeg bijlage E, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over de
capaciteit van de vaste schijf.
Optisch station
StationDe computer heeft een DVD Super Multi-station.
DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen of
beschreven.
Beeldscherm
Het interne beeldscherm van de computer ondersteunt videobeelden met
hoge resolutie en kan in diverse standen worden gezet voor maximaal
comfort en optimale leesbaarheid.
Beeldscherm15,6-inch TFT-LCD-scherm (39,6 cm), 16 miljoen
kleuren, met de volgende resolutie:
■ HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels
verticaal
Energiebesparingstechnologie voor beeldschermen
Uw model kan beschikken over de energiebesparingstechnologie voor
beeldschermen die het stroomverbruik van de computer kan verminderen
door het beeldcontrast op het interne LCD-scherm te optimaliseren. Deze
functie kan worden gebruikt als de computer:
■ is geconfigureerd met de Intel® HM55 Express-chipset
■ wordt gebruikt in de accumodus
■ alleen het interne LCD-scherm gebruikt
Gebruikershandleiding3-3
Page 49
Hardware, hulpprogramma's en opties
De energiebesparingstechnologie voor beeldschermen kan worden
ingeschakeld via het Intel
®
Graphics and Media Control Panel.
U opent dit venster op een van de volgende manieren:
■ Klik op Start Configuratiescherm. Kies Grote pictogrammen of
Kleine pictogrammen in Weergeven op en vervolgens te klikken op Intel(R) Graphics and Media.
■ Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op
Grafische eigenschappen....
in dit venster.
1. op Energie en klik vervolgens op Power Features
(Stroomvoorzieningsfuncties).
2. Selecteer Op accu in de vervolgkeuzelijst onder Graphics Power Plan Settings (Instellingen voor grafisch energiebeheerschema) en schakel
vervolgens het selectievakje Display Power Saving Technology
(Energiebesparingstechnologie voor beeldschermen) in.
Als u de beeldkwaliteit in de bovengenoemde omstandigheden wilt
verbeteren, past u de instelling aan in de richting van Maximum Quality
(Maximale kwaliteit) of schakelt u deze functie uit.
*Ga naar de website voor uw regio of raadpleeg de handleiding voor de
configuratiegegevens van het model dat u hebt aangeschaft.
AMD® Vari-Bright
™
Uw model kan beschikken over de functie AMD® Vari-Bright™ die het
stroomverbruik van de computer kan verminderen door het beeldcontrast
op het interne LCD-scherm te optimaliseren. Deze functie kan worden
gebruikt als de computer:
■ wordt gebruikt in de accumodus
■ alleen het interne LCD-scherm gebruikt
™
De Vari-Bright
-functie wordt ingeschakeld in het Catalyst Control Center.
Om toegang tot dit programma te krijgen, gaat u naar Start Alle
programma's Catalyst Control Center CCC - Geavanceerd.
Klik in dit Control Center
1. linksboven op Graphics en selecteer PowerPlay™ uit het
vervolgkeuzemenu.
2. Schakel eerst het selectievakje Enable PowerPlay™ (PowerPlay™
inschakelen) in en vervolgens het selectievakje Enable Vari-Bright
™
(Vari-Bright™ inschakelen).
Als u de beeldkwaliteit in de bovengenoemde omstandigheden wilt
verbeteren, past u de instelling aan in de richting van Maximum Quality
(Maximale kwaliteit) of schakelt u deze functie uit.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Raadpleeg bijlage E, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Gebruikershandleiding3-4
Page 50
Hardware, hulpprogramma's en opties
Grafische controllerDe grafische controller maximaliseert de
prestaties van het beeldscherm. Raadpleeg de
paragraaf Beeldschermcontroller en videomodus
in bijlage B voor meer informatie.
Wettelijke voetnoot (Graphics Processing Unit of GPU)
Raadpleeg bijlage E, Wettelijke voetnotenvoor meer informatie over de
GPU (Graphics Processor Unit).
Geluid
GeluidssysteemHet ingebouwde geluidssysteem ondersteunt de
interne luidsprekers en microfoon van de
computer en biedt aansluitingsmogelijkheden
voor een externe microfoon en een
hoofdtelefoon.
Multimedia
WebcamEen webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma zoals Windows Live
Messenger. Met de Toshibawebcamtoepassing kunt u diverse video-
effecten aan uw video of foto toevoegen.
Raadpleeg de paragraaf Webcam in hoofdstuk 4,
Basisbeginselen.
Communicatie
LANSommige computers in deze serie hebben
ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN
(10 megabit per seconde, 10BASE-T), Fast
Ethernet LAN (100 megabit per seconde,
100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN
(1000 megabit per seconde, 1000BASE-T).
BluetoothSommige computers in deze serie beschikken
over een Bluetooth-functie voor draadloze
communicatie waardoor er geen snoeren meer
nodig zijn tussen elektronische apparaten zoals
computers, printers en mobiele telefoons. Als
deze functie is ingeschakeld, biedt Bluetooth
snel en eenvoudig een veilige en betrouwbare,
draadloze netwerkomgeving.
Gebruikershandleiding3-5
Page 51
Draadloos LANSommige computers in deze serie zijn uitgerust
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg bijlage E, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
draadloos LAN.
Speciale voorzieningen
De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn
geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer
vergemakkelijken.
U hebt toegang tot elke functie door de volgende stappen uit te voeren.
*1 Voor toegang tot Energiebeheer klikt u op Start
Configuratiescherm Systeem en beveiliging Energiebeheer.
SneltoetsenSneltoetsen zijn speciale toetscombinaties
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen
Systeem in
slaapstand/
sluimerstand
*1
*1
*1
Hardware, hulpprogramma's en opties
met een draadloos LAN-module. Deze module is
compatibel met andere draadloze LAN-systemen
die zijn gebaseerd op de DSSS-/OFDMradiotechnologie (Direct Sequence Spread
Spectrum/Orthogonal Frequency Division
Multiplexing), welke voldoet aan de IEEE 802.11norm.
waarmee u snel de systeemconfiguratie kunt
wijzigen zonder een systeemprogramma te
hoeven gebruiken.
Met deze functie wordt de stroom naar het
scherm van de computer automatisch stopgezet
als het toetsenbord een bepaalde tijd niet is
gebruikt. De stroom wordt weer ingeschakeld als
er een toets wordt ingedrukt. Dit kan worden
ingesteld via Energiebeheer.
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste
schijf automatisch stopgezet als een bepaalde tijd
geen activiteit op de vaste schijf heeft
plaatsgevonden waarbij de stroom weer wordt
ingeschakeld wanneer de vaste schijf weer wordt
gebruikt. Dit kan worden ingesteld via
Energiebeheer.
Met deze functie wordt het systeem automatisch
in de slaapstand of de sluimerstand gezet als een
bepaalde tijd lang geen invoer of
hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. Dit kan
worden ingesteld via Energiebeheer.
Gebruikershandleiding3-6
Page 52
Hardware, hulpprogramma's en opties
Wachtwoord voor
opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging:
supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u
voorkomen dat onbevoegden uw computer
gebruiken.
Directe beveiligingEen speciale sneltoets vergrendelt het systeem
automatisch en zorgt zo voor
gegevensbeveiliging.
Intelligente
stroomvoorziening
Een microprocessor in de intelligente
*1
stroomvoorziening van de computer detecteert
de acculading en berekent automatisch de
resterende accucapaciteit; de elektronische
onderdelen worden beschermd tegen abnormale
omstandigheden zoals extreme spanningspieken
vanuit de netadapter. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
Energiebesparingsmodus
*1
Met deze voorziening kunt u de computer
configureren om accu-energie te besparen. Dit
kan worden ingesteld via Energiebeheer.
In-/uitschakelen via
*1
LCD
Met deze functie wordt de stroom naar de
computer automatisch uitgeschakeld wanneer
het LCD-scherm wordt gesloten, en weer
ingeschakeld zodra het scherm wordt geopend.
Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Automatische
sluimerstand bij lage
acculading
*1
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de sluimerstand geactiveerd en
wordt het systeem afgesloten. Dit kan worden
ingesteld via Energiebeheer.
Warmteverspreiding
*1
Ter bescherming tegen oververhitting heeft de
processor een interne temperatuursensor
waardoor, als de interne temperatuur van de
computer een bepaald niveau bereikt, de
ventilator wordt aangezet of de CPUverwerkingssnelheid wordt verlaagd. Dit kan
worden ingesteld via Energiebeheer.
Maximale
prestaties
Eerst wordt de ventilator
ingeschakeld en vervolgens
wordt zo nodig de
verwerkingssnelheid
verlaagd.
Optimaal
accugebruik
Eerst wordt de ventilator
ingeschakeld en vervolgens
wordt zo nodig de
verwerkingssnelheid
verlaagd. Vervolgens wordt
de maximaleprestatiemodus
ingeschakeld om de batterij
te besparen.
Gebruikershandleiding3-7
Page 53
Zuinige slaapstandMet deze functie kunt u de stroom naar de
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven sluiten. De inhoud van het
hoofdgeheugen wordt automatisch op de vaste
schijf opgeslagen, zodat u uw werk kunt
hervatten op de plaats waar u was opgehouden
wanneer u de computer weer aanzet. Raadpleeg
de paragraaf De computer uitschakelen in
hoofdstuk 1, Aan de slag, voor meer informatie.
Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u met
deze functie de computer uitschakelen zonder de
software te hoeven sluiten De gegevens worden
opgeslagen in het hoofdgeheugen van de
computer, zodat u kunt verder werken waar u was
gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
De functie USBactivering
Deze functie herstelt de computer uit de
slaapstand, afhankelijk van de externe apparaten
die op de USB-poorten zijn aangesloten.
Als bijvoorbeeld een muis of USB-toetsenbord is
aangesloten op een USB-poort, wordt de
computer geactiveerd als u met de muis klikt of
een toets op het toetsenbord indrukt.
Hulpprogramma's en toepassingen
In deze paragraaf worden de op de computer voorgeïnstalleerde
hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's
start. Raadpleeg indien van toepassing de onlinehandleiding, de Helpbestanden of het bestand Leesmij.txt bij elk hulpprogramma voor informatie
over toepassing en het gebruik.
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle
hieronder genoemde programma's of toepassingen.
TOSHIBA Power
Saver
TOSHIBAhulpprogramma Zoom
TOSHIBA PCdiagnoseprogramma
TOSHIBA Power Saver biedt diverse functies
voor energiebeheer.
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen
op het bureaublad vergroten of verkleinen en het
zoompercentage instellen voor specifieke
toepassingen.
Het TOSHIBA PC-diagnoseprogramma toont
basisgegevens over de configuratie van de
computer en biedt de mogelijkheid de
functionaliteit van bepaalde ingebouwde
hardwareapparaten in de computer te testen.
Hardware, hulpprogramma's en opties
Gebruikershandleiding3-8
Page 54
Hardware, hulpprogramma's en opties
TOSHIBAflashkaarten
TOSHIBA-flashkaarten bieden een snelle manier
om geselecteerde systeemfuncties te wijzigen en
toepassingen te starten.
■ Sneltoetsfunctie
■ TOSHIBA-functie om hulpprogramma's te
starten
HW SetupMet dit programma kunt u uw hardware-
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de
randapparaten die u gebruikt.
TOSHIBA
Accessibility
(Toegankelijkheid)
Het hulpprogramma TOSHIBA Toegankelijkheid
biedt ondersteuning voor gebruikers met
bewegingsbeperkingen wanneer ze de
TOSHIBA-sneltoetsfuncties willen gebruiken.
Met dit hulpprogramma kunt u de FN-toets
vastzetten. U drukt dan eenmaal op de Fn-toets,
laat de toets los en drukt op een van de
functietoetsen (F-toetsen) om de functie ervan te
activeren. De FN-toets blijft in dit geval actief
totdat een andere toets wordt ingedrukt.
TOSHIBA
Gezichtsherkenning
TOSHIBA Gezichtsherkenning gebruikt een
bibliotheek voor gezichtsverificatie om het
gezicht van de gebruiker te verifiëren wanneer
deze zich aanmeldt bij Windows. Als de
verificatie is geslaagd, wordt de gebruiker
automatisch aangemeld bij Windows. De
gebruiker hoeft in dit geval dus geen wachtwoord
in te voeren, waardoor de aanmelding
gemakkelijker verloopt.
Meer informatie vindt u in de paragraaf TOSHIBA
Gezichtsherkenning gebruiken in hoofdstuk 4,
Basisbeginselen.
TOSHIBA DVD
PLAYER
Deze software wordt meegeleverd voor
weergave van DVD-Video.
De speler heeft een scherminterface en functies. Klik op Start All Programs (Alle
programma's ) TOSHIBA DVD PLAYER
(TOSHIBA DVD-SPELER) TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVD-SPELER).
Meer informatie vindt u in de paragraaf TOSHIBA
DVD PLAYER in hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
TOSHIBA AssistTOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u toegang krijgt tot
speciale hulpprogramma's en toepassingen die
het gebruik en de configuratie van de computer
vereenvoudigen.
Gebruikershandleiding3-9
Page 55
Hardware, hulpprogramma's en opties
TOSHIBA ConfigFree TOSHIBA ConfigFree bestaat uit een reeks
hulpprogramma's waarmee u communicatieapparaten en netwerkverbindingen beheert,
communicatieproblemen opspoort en profielen
maakt om eenvoudig te schakelen tussen
locaties en communicatienetwerken. U opent dit
hulpprogramma door te klikken op Start Alle
programma's TOSHIBA ConfigFree.
TOSHIBA Disc
Creator
U kunt CD's en DVD's in diverse indelingen
maken, waaronder audio-CD's die op een
standaard-CD-speler kunnen worden
afgespeeld, en data-CD's/-DVD's voor het
opslaan van bestanden en mappen op de vaste
schijf van uw computer. Deze software kan
worden gebruikt op modellen met een DVD
Super Multi-station.
Dit hulpprogramma biedt wizardfuncties om de
status van het schijfstation te controleren en een
systeemback-up uit te voeren.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Start Alle programma's TOSHIBA
Hulpprogramma's HDD/SSDwaarschuwing.
TOSHIBA Service
Station
Met deze toepassing kan de computer
automatisch zoeken naar updates van
TOSHIBA- software of andere waarschuwingen
van TOSHIBA die specifiek zijn voor uw
computersysteem en de programma's die erop
staan. Als deze toepassing is ingeschakeld,
wordt regelmatig een klein aantal
systeemgegevens naar onze servers verzonden.
Deze gegevens worden behandeld in
overeenstemming met de regels en voorschriften
en met wetten voor gegevensbescherming.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Start Alle programma's TOSHIBA
Hulpprogramma's Servicestation.
Gebruikershandleiding3-10
Page 56
Hardware, hulpprogramma's en opties
TOSHIBA Bulletin
Board
Bulletin Board is een handige plaats om dingen
te markeren en ze visueel op een leuke en
creatieve manier te organiseren. Sleep uw
favoriete foto's, bestanden of aantekeningen
naar het board om ze erop te prikken. U kunt
deze toepassing gebruiken om miniaturen met
snelkoppelingen, herinneringen, takenlijsten en
dergelijke in uw eigen stijl te maken.
Klik op Start Alle programma's TOSHIBA TOSHIBA Bulletin Board om dit
hulpprogramma te openen.
TOSHIBA ReelTimeDit is een grafisch geschiedenis-
/indexeerprogramma waarmee u recent
gebruikte bestanden plezierig en eenvoudig kunt
weergeven. U kunt uw geschiedenis van
geopende of geïmporteerde bestanden
weergeven en erin bladeren via miniaturen die in
een gebruiksvriendelijke interface zijn
opgenomen.
Klik op Start Alle programma's TOSHIBA TOSHIBA ReelTime om dit
hulpprogramma te openen.
TOSHIBA Media
Controller
Met deze toepassing kunt u muziek, foto's en
video's afspelen door de inhoud naar een
compatibel apparaat in uw huis te streamen.
Klik op Start Alle programma's
TOSHIBA TOSHIBA Media Controller
TOSHIBA Media Controller om dit
hulpprogramma te openen.
Voor meer informatie raadpleegt u de Help van
TOSHIBA Media Controller.
TOSHIBA Speech
System
Het TOSHIBA Speech System bestaat uit een
tekst-naar-spraaktoepassing die documenten
analyseert en hardop voorleest en een
spraakherkenningstoepassing die woorden die u
in een microfoon inspreekt, omzet naar tekst.
Hierdoor kunt u diverse Windows-programma's
met uw stem bedienen in plaats van met het
toetsenbord en de muis.
Klik op Start Alle programma's TOSHIBA TOSHIBA Speech System om dit
hulpprogramma te openen.
Voor meer informatie raadpleegt u de Help van
TOSHIBA Speech System.
Gebruikershandleiding3-11
Page 57
Optionele apparaten
Optionele apparaten kunnen de capaciteiten en de veelzijdigheid van de
computer vergroten. In deze paragraaf wordt beschreven hoe de volgende
apparaten worden aangesloten of geïnstalleerd.
Deze computer is uitgerust met een sleuf voor Bridge-media waarin u
verschillende soorten media met diverse capaciteiten kunt plaatsen, zodat
u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten zoals digitale
camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de sleuf voor Bridge-media
terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals
schroeven, nietjes en paperclips in de computer of het toetsenbord
terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting
leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Hardware, hulpprogramma's en opties
■ Deze sleuf voor Bridge-media biedt ondersteuning voor de volgende
geheugenmedia.
■ Secure Digital (SD)-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC-
■ Voor gebruik van een miniSD/microSD-kaart is een adapter vereist.
■ Houd er rekening mee dat niet alle geheugenmedia zijn getest op een
correcte werking. Er kan derhalve niet worden gegarandeerd dat alle
geheugenmedia probleemloos functioneren.
■ De sleuf ondersteunt geen Magic Gate-functies.
Gebruikershandleiding3-12
Page 58
Hardware, hulpprogramma's en opties
Secure Digital (SD)-kaart
MultiMediaCard (MMC)
Voorbeelden van geheugenmedia
microSD-kaartadapter en microSD-kaart
Geheugenmedia
Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte
behandeling van geheugenmedia.
Aandachtspunten met betrekking tot SD/SDHC/SDXCgeheugenkaarten
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure
Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal
kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal dus
niet op andere computers of apparaten afspelen of naar andere computers
of apparaten kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen
verveelvoudigen voor privégebruik.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SDgeheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC- en SDXCgeheugenkaarten.
■ SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit.
Het logo op SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten verschilt echter.
Let dus bij de aanschaf goed op het logo.
■ Het logo van een SD-geheugenkaart is ().
■ Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ().
■ Het logo van een SDXC-geheugenkaart is ().
■ De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De
maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De
maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 64 GB of groter.
Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen.
Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een
apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een SD/SDHC/SDXC-geheugenkaart formatteren
Wanneer u een SD/SDHC/SDXC-geheugenkaart koopt, is deze reeds
geformatteerd conform specifieke normen. Als u een SD/SDHC/SDXCgeheugenkaart opnieuw formatteert, dient u deze te formatteren met het
apparaat, zoals een digitale camera of digitale audiospeler, waarmee u de
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten gebruikt en niet met de
formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief
het beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die
overweg kan met het kopieerbeveiligingssysteem.
Behandeling van schijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van
kaarten in acht.
Behandeling van kaarten
■ Buig kaarten niet.
■ Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats.
■ Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig of
vuil worden.
■ Plaats de kaart na gebruik terug in de houder.
■ De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
■ Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt.
Behandeling van geheugenkaarten
■ Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
geen gegevens wilt vastleggen.
■ Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens.
■ Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.
■ Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.
Gebruikershandleiding3-14
Page 60
Hardware, hulpprogramma's en opties
De schrijfbeveiliging
De volgende geheugenmedia hebben een beveiligingsfunctie.
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen
gegevens wilt vastleggen.
Een geheugenmedium plaatsen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmedium wilt
plaatsen:
1. Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen
delen) naar beneden zijn gericht.
2. Plaats het geheugenmedium in de sleuf voor Bridge-media aan de
zijkant van de computer.
3. Duw het geheugenmedium voorzichtig aan tot dit stevig vastzit.
1
2
1. Sleuf voor Bridge-media2. Geheugenmedia
Een geheugenmedium plaatsen
■ Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u
dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet
meer verwijderen.
■ Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia
plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan
statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
■ Schakel niet over op de slaapstand of de sluimerstand terwijl
bestanden worden gekopieerd. Hierdoor kunnen gegevens verloren
gaan.
Gebruikershandleiding3-15
Page 61
Hardware, hulpprogramma's en opties
Een geheugenmedium verwijderen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. Voer de volgende stappen uit om een geheugenmedium te
verwijderen:
1. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
2. Wijs het geheugenmedium aan en klik op de linkerknop van het
touchpad.
3. Druk op het geheugenmedium, zodat dit deels uit de computer steekt.
4. Verwijder nu het medium.
1. Sleuf voor Bridge-media2. Geheugenmedia
Geheugenmedia verwijderen
■ Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt
terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans
dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
■ Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer
instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren
gaan.
■ Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in
de sleuf voor Bridge-media laat zitten.
1
2
Gebruikershandleiding3-16
Page 62
Hardware, hulpprogramma's en opties
Aanvullende geheugenmodule
U kunt het geheugen van de computer uitbreiden om de hoeveelheid
beschikbaar systeemgeheugen te vergroten. In dit gedeelte wordt
beschreven hoe u een optionele geheugenmodule installeert en verwijdert.
■ Leg een doek onder de computer om te voorkomen dat het deksel
wordt beschadigd wanneer u de geheugenmodules plaatst/vervangt.
Gebruik geen doek van materiaal dat statische elektriciteit genereert of
vasthoudt.
■ Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een
geheugenmodule installeert of verwijdert.
■ Plaats de twee geheugenmodules in respectievelijk sleuf A en sleuf B.
De computer werkt nu in de tweekanaalsmodus.
U hebt efficiënt toegang tot de geplaatste geheugenmodules in de
tweekanaalsmodus.
■ Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te
verwijderen en vast te draaien. Een verkeerde schroevendraaier kan
de schroefkoppen beschadigen.
■ Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door
TOSHIBA.
■ Probeer niet onder de volgende omstandigheden een
geheugenmodule te installeren of verwijderen.
1. Als de computer is ingeschakeld.
2. Als de computer is afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand.
3. Als Activering op LAN actief is.
4. De functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
■ Zorg dat u geen schroefjes of ander materiaal in de computer laat
vallen. Dit kan storing of een elektrische schok veroorzaken.
■ Aanvullende geheugenmodules zijn elektronische
precisiecomponenten die onherstelbaar kunnen worden beschadigd
door statische elektriciteit. Aangezien het menselijk lichaam statische
elektriciteit kan bevatten, is het belangrijk dat u zichzelf ontlaadt
voordat u aanvullende geheugenmodules aanraakt of plaatst. Raak
eenvoudig met blote handen een metalen voorwerp aan om de
statische elektriciteit van uw lichaam te laten afvloeien.
Een geheugenmodule installeren
Voer de volgende stappen uit om een geheugenmodule te installeren:
1. Zet de computer uit. Let erop dat het aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo
nodig de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Aan de
slag).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3. Sluit het beeldscherm.
Gebruikershandleiding3-17
Page 63
Hardware, hulpprogramma's en opties
4. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid
(raadpleeg zo nodig de paragraaf De accu-eenheid vervangen in
hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden).
5. Draai de schroeven los waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd. Deze schroeven zijn aan het plaatje
bevestigd om zoekraken te voorkomen.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0.
6. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
1
2
1. Afdekplaatje geheugenmodule2. Schroeven
Het afdekplaatje van de geheugenmodules verwijderen
7. Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn
met de geheugensleuf en plaats de voorzichtig in de sleuf onder een
hoek van ongeveer 45 graden. Duw de module vervolgens omlaag tot
deze aan weerszijden vastklikt.
3
2
1. Inkeping3. Sleuf B
2. Sleuf A
De geheugenmodule plaatsen
Gebruikershandleiding3-18
1
Page 64
Hardware, hulpprogramma's en opties
■ Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of
paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
■ Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het
geheugen veroorzaken.
■ Sleuf A is gereserveerd voor de eerste geheugenmodule. Gebruik
sleuf B voor het uitbreidingsgeheugen. Als er slechts één module is
geïnstalleerd, gebruikt u sleuf A. Wanneer u geheugenmodules plaatst
of verwijdert, gebruikt u de A en B op de computerbehuizing om te
bepalen wat sleuf A is en wat sleuf B.
■ Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover
de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op
de connector. Als het u in eerste instantie niet lukt de
geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig
naar buiten met uw vinger.
Houd de module vast aan de linker- en rechterrand, de randen met de
groeven.
8. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met de schroeven.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
1
2
1. Afdekplaatje geheugenmodule2. Schroeven
Het klepje over de geheugenmodule plaatsen
9. Installeer de accu-eenheid. Raadpleeg zo nodig de paragraaf De accu-
eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden.
10. Draai de computer om.
11. Zet de computer aan en controleer of het toegevoegde geheugen wordt
herkend door te klikken op Start Configuratiescherm Systeem en beveiligingSysteem-pictogram.
Gebruikershandleiding3-19
Page 65
Hardware, hulpprogramma's en opties
Een geheugenmodule verwijderen
Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmodule wilt verwijderen:
1. Zet de computer uit. Let erop dat het aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo
nodig de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Aan de
slag).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3. Sluit het beeldscherm.
4. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid
(raadpleeg zo nodig de paragraaf De accu-eenheid vervangen in
hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden).
5. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje bevestigd
om zoekraken te voorkomen.
6. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
7. Druk de veertjes naar buiten om de module los te maken. Eén uiteinde
van de module komt schuin omhoog.
8. Pak de module bij de randen vast en verwijder hem uit de computer.
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules en de
nabijgelegen schakelingen heet. Laat de geheugenmodules in dat geval
afkoelen tot kamertemperatuur alvorens ze te hanteren. Als u de modules
eerder aanraakt, kunt u zich branden.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het
geheugen veroorzaken.
1
1. Klemmetjes
De geheugenmodule verwijderen
9. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met de schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
Gebruikershandleiding3-20
Page 66
Hardware, hulpprogramma's en opties
10. Installeer de accu-eenheid. Raadpleeg zo nodig de paragraaf De accu-
eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden.
11. Draai de computer om.
Externe monitor
Op de computerpoort voor de externe monitor kan een externe analoge
monitor worden aangesloten. Voer de volgende stappen uit om een monitor
aan te sluiten:
De monitorkabel aansluiten
1. Schakel de computer uit.
2. Sluit de monitorkabel aan op de poort voor de externe monitor.
1
2
1. Poort voor externe monitor2. Monitorkabel
De monitorkabel aansluiten op de poort voor de externe monitor
3. Zet de externe monitor aan.
4. Zet de computer aan.
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend en
wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft. Als u
problemen ondervindt met het verkrijgen van beeld op de juiste monitor,
kunt u de sneltoets FN + F5 gebruiken om de beeldscherminstellingen te
veranderen (als u daarna de externe monitor loskoppelt voordat u de
computer uitzet, moet u nogmaals op de sneltoets FN + F5 drukken om
over te schakelen op het interne scherm).
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie over het
wijzigen van de beeldscherminstelling met sneltoetsen.
Koppel de externe monitor niet los in de slaapstand of de sluimerstand.
Zet de computer uit voordat u de externe monitor loskoppelt.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe analoge monitor,
wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven met zwarte
balken rondom (in een klein formaat).
Gebruikershandleiding3-21
Page 67
Hardware, hulpprogramma's en opties
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een
weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het bureaublad
wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de juiste hoogtebreedteverhouding.
Beveiligingsslot
Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot
voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of
door onbevoegden wordt verwijderd. Aan de rechterkant van de computer
bevindt zich een sleuf voor een beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van
een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf
voor het beveiligingslot. De methoden voor het bevestigen van
beveiligingskabels verschillen per product. Raadpleeg voor meer informatie
de instructies bij het product dat u gebruikt.
Het beveiligingsslot aansluiten
Voer de onderstaande stappen uit om een beveiligingskabel aan te sluiten:
1. Zet de computer met de rechterkant naar u toe.
2. Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en
zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
1
1. Sleuf beveiligingsslot
Beveiligingsslot
Gebruikershandleiding3-22
Page 68
Optionele accessoires
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door
een aantal opties en accessoires toe te voegen. In de volgende lijst vindt u
informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of
TOSHIBA-leverancier:
Hardware, hulpprogramma's en opties
DDR3-1066/1333geheugenkit
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
Accu-eenheidEen extra accu-eenheid als reserve of ter
U kunt gemakkelijk een geheugenmodule van 1,
2, of 4 GB (DDR3-1066/1333) in de computer
installeren.
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee
te nemen.
vervanging. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor meer
informatie.
Gebruikershandleiding3-23
Page 69
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij
dient te treffen.
Het touchpad gebruiken
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te
plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer
wilt verplaatsen.
Basisbeginselen
Hoofdstuk 4
1
2
1. Touchpad2. Touchpadbesturingsknoppen
Touchpad en touchpadbesturingsknoppen
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde manier gebruikt
als de knoppen op een standaardmuis. Druk op de linkerknop om een
menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met
de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of
andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
U kunt de functies die doorgaans met de linkerknop van de muis worden
uitgevoerd, ook activeren door zachtjes op het touchpad te tikken.
Klikken: één keer tikken
Dubbelklikken: twee keer tikken
Slepen en neerzetten: tik tweemaal om de te verplaatsen items te
selecteren. Laat uw vinger na de tweede tik op het touchpad staan en
verplaats de items naar hun nieuwe bestemming.
Gebruikershandleiding4-1
Page 70
Webcam
Basisbeginselen
Een webcam is een apparaat waarmee u video kunt opnemen of foto's
kunt maken met uw computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een communicatieprogramma zoals
Windows Live Messenger. Met de Toshiba-webcamtoepassing kunt u
diverse video-effecten aan uw video of foto toevoegen.
Hiermee kunt u video verzenden en chatten met videobeelden via internet
met behulp van speciale toepassingen.
Het aantal effectieve pixels voor deze webcam bedraagt 0,3 miljoen
(maximale grootte van foto's: 640x480 pixels) of 1,3 miljoen (maximale
grootte van foto's: 1280x1024 pixels).
Sommige modellen zijn uitgerust met een webcam.
Raadpleeg de online Help van de webcamtoepassing voor meer informatie.
1
2
3
1. Webcam3. Microfoon
2. Webcamlampje
Webcam
■ Richt de webcam niet direct op de zon.
■ Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel
doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
■ Als u de grootte instelt op meer dan 800x600, worden meer gegevens
naar de vaste schijf geschreven en kan de opname minder vloeiend
worden.
■ Als u opnamen maakt bij weinig licht, selecteert dan Nachtmodus voor
heldere beelden met minder ruis.
Gebruikershandleiding4-2
Page 71
TOSHIBA Gezichtsherkenning gebruiken
TOSHIBA Gezichtsherkenning gebruikt een bibliotheek voor
gezichtsverificatie om het gezicht van de gebruiker te verifiëren wanneer
deze zich aanmeldt bij Windows. De gebruiker hoeft in dit geval dus geen
wachtwoord in te voeren, waardoor de aanmelding gemakkelijker verloopt.
Deze software is vooraf geïnstalleerd op sommige modellen.
■ TOSHIBA Gezichtsherkenning garandeert geen correcte identificatie
van een gebruiker. Veranderingen in het uiterlijk van een
geregistreerde persoon, zoals een ander kapsel of een pet of bril,
kunnen ertoe leiden dat deze persoon niet correct wordt herkend als
deze veranderingen optreden nadat de persoon is geregistreerd.
■ TOSHIBA Gezichtsherkenning kan gezichten die lijken op het gezicht
van een geregistreerde persoon ten onrechte herkennen.
■ Voor toepassingen die een hoge mate van beveiliging vereisen, vormt
TOSHIBA Gezichtsherkenning geen geschikte vervanging voor de
Windows-wachtwoorden. Als beveiliging van groot belang is, gebruikt
u de opgeslagen Windows-wachtwoorden om u aan te melden.
■ Een heldere achtergrondverlichting en/of schaduwen kunnen ertoe
leiden dat een geregistreerde persoon niet correct wordt herkend.
Meld u in dat geval aan met uw Windows-wachtwoord. Als de
herkenning van een geregistreerde persoon meerdere malen mislukt,
raadpleegt u de documentatie van de computer voor manieren om de
herkenning te verbeteren.
■ TOSHIBA Gezichtsherkenning legt gegevens over gezichten vast in
een logbestand wanneer de gezichtsherkenning mislukt. Wanneer u
de computer van de hand doet of weggooit, dient u de toepassing of
alle logbestanden die de toepassing heeft gemaakt te verwijderen.
Raadpleeg het Help-bestand voor meer informatie hierover.
■ TOSHIBA Gezichtsherkenning kan alleen worden gebruikt met
Windows Vista en Windows 7.
Basisbeginselen
Afwijzing van aansprakelijkheid
Toshiba garandeert niet dat de technologie voor gezichtsherkenning
volledig veilig of foutloos werkt. Toshiba garandeert niet dat het programma
voor gezichtsherkenning onbevoegde gebruikers altijd de toegang weigert.
Toshiba is niet aansprakelijk voor fouten of beschadigingen die het gevolg
kunnen zijn van het gebruik van de software of het hulpprogramma voor
gezichtsherkenning.
TOSHIBA EN DIENS DOCHTERONDERNEMINGEN EN
LEVERANCIERS ZIJN NIET AANSPRAKELIJK VOOR SCHADE AAN OF
VERLIES VAN PROGRAMMA'S, GEGEVENS, NETWERKSYSTEMEN OF
VERWISSELBARE OPSLAGMEDIA, WINSTDERVING OF
BEDRIJFSSCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT OF HET GEVOLG IS VAN
HET GEBRUIK VAN HET PRODUCT, OOK AL IS TOSHIBA OP DE
HOOGTE GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID DAARVAN.
Gebruikershandleiding4-3
Page 72
Gegevens voor gezichtsherkenning registreren
Maak een foto voor de gezichtsverificatie en registreer de benodigde
gegevens wanneer u zich aanmeldt. Voer de onderstaande stappen uit om
de benodigde gegevens te registreren wanneer u zich aanmeldt:
1. Start het hulpprogramma door te klikken op Start Alle
■ Het registratievenster wordt weergegeven voor een aangemelde
gebruiker wiens gezicht nog niet is geregistreerd.
■ Het beheervenster wordt weergegeven voor een aangemelde
gebruiker wiens gezicht al is geregistreerd.
2. Klik op de knop Registreren. Het venster Registration (Registratie)
wordt weergegeven.
■ Als u wilt oefenen, klikt u op de knop Volgende in het
registratievenster.
■ Als u niet wilt oefenen, klikt u op de knop Overslaan in het
registratievenster.
3. Klik op de knop Volgende om de oefening te starten. Volg de
aanwijzingen om te oefenen.
■ Klik op de knop Vorig e als u nog een keer wilt oefenen.
4. Klik op de knop Volgende om het vastleggen te starten. Pas de positie
van uw gezicht aan, zodat dit binnen het gezichtvormige kader past.
5. Zodra uw gezicht zich op de correcte positie bevindt, start de opname.
Beweeg uw hoofd iets naar links en naar rechts en vervolgens iets
omhoog en omlaag.
6. De registratie wordt voltooid nadat u uw hoofd herhaaldelijk naar links,
naar rechts, omhoog en omlaag hebt bewogen. Wanneer de registratie
is geslaagd, wordt het volgende bericht weergegeven op het scherm:
"Registratie geslaagd. Nu gaat u de
verificatietest doen. Klik op de knop
Volgende."
Klik op de knop Next (Volgende) om de verificatietest uit te voeren.
7. Voer de verificatietest uit. Richt uw gezicht naar het scherm zoals u
deed toen u zich registreerde.
■ Als de verificatie mislukt, klikt u op de knop Vo r ige en voert u de
registratie opnieuw uit. Raadpleeg hiervoor de stappen 4 tot en met
6.
8. Als de verificatie slaagt, klikt u op de knop Volge n de en registreert u
een account.
9. Registreer de account. Vul alle velden in.
10. Het beheervenster wordt weergegeven. De naam van de
geregistreerde account wordt weergegeven. Als u op deze naam klikt,
wordt links de vastgelegde foto van uw gezicht weergegeven.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding4-4
Page 73
De gegevens voor gezichtsherkenning verwijderen
U kunt de fotogegevens, accountgegevens en persoonlijke gegevens die
tijdens de registratie zijn vastgelegd, verwijderen. Als u de gegevens voor
gezichtsherkenning wilt verwijderen, voert u de onderstaande stappen uit:
1. Start het hulpprogramma door te klikken op Start Alle
programma's TOSHIBA Hulpprogramma's
Gezichtsherkenning. Het beheervenster wordt weergegeven.
2. Selecteer de gebruiker die wordt weergegeven in het venster
Management.
3. Klik op de knop Verwijderen.
"You are about to delete the
user data. Would you like to continue?"
het punt om de gebruikersgegevens te verwijderen. Wilt u doorgaan?)
wordt weergegeven op het scherm.
■ Als u de gegevens niet wilt verwijderen, klikt u op de knop Nee,
waarna u terugkeert naar het beheervenster.
■ Als u op de knop Yes (Ja) klikt, wordt de geselecteerde gebruiker uit
het venster Management (Beheer) verwijderd.
Het Help-bestand starten
Raadpleeg het Help-bestand voor meer informatie over dit hulpprogramma.
1. U start het Help-bestand door te klikken op Start Alle
programma's TOSHIBA Hulpprogramma's Face
Recognition Help (Help bij Gezichtsherkenning).
Basisbeginselen
(U staat op
Aanmelden bij Windows via TOSHIBA Gezichtsherkenning
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u zich bij Windows aanmeldt met
TOSHIBA Gezichtsherkenning. Er worden twee verificatiemethoden
geboden.
■ Aanmeldingsscherm voor 1:N-modus: als de tegel voor
gezichtsverificatie standaard is geselecteerd, kunt u zich aanmelden
zonder het toetsenbord of de muis te gebruiken.
■ 1:1-aanmeldingsscherm: Deze methode is in feite gelijk aan de
automatische methode, maar het venster Account selecteren wordt
weergegeven voorafgaand aan het venster Vastgelegde foto weergeven en u moet de gebruikersaccount selecteren die moet
worden geverifieerd om het verificatieproces te starten.
Gebruikershandleiding4-5
Page 74
Basisbeginselen
Aanmeldingsscherm voor 1:N-modus
1. Zet de computer aan.
2. Het venster Tegels selecteren wordt weergegeven.
3. Selecteer Gezichtsherkenning starten ().
4. 'Please face the camera' (Draai uw gezicht naar de camera) wordt
weergegeven
5. De verificatie wordt uitgevoerd. Als de verificatie slaagt, worden de
fotogegevens die zijn gemaakt in stap 4 ingefade en over elkaar
geplaatst.
■ Als er een fout optreedt tijdens de verificatie, keert u terug naar het
venster Tegels selecteren.
6. Het welkomstscherm van Windows wordt weergegeven en u wordt
automatisch aangemeld bij Windows.
1:1-aanmeldingsscherm
1. Zet de computer aan.
2. Het venster Tegels selecteren wordt weergegeven.
3. Selecteer Gezichtsherkenning starten ().
4. Het venster Account selecteren wordt weergegeven.
5. Selecteer de account en klik op de pijlknop.
6. 'Please face the camera' (Draai uw gezicht naar de camera) wordt
weergegeven
7. De verificatie wordt uitgevoerd. Als de verificatie is voltooid, verschijnen
langzaam de afbeeldingsgegevens die zijn vastgelegd in stap 6 over
elkaar heen.
■ Als er een fout optreedt tijdens de verificatie, keert u terug naar het
venster Select Tiles (Tegels selecteren).
8. Het welkomstscherm van Windows wordt weergegeven en u wordt
automatisch aangemeld bij Windows.
■ Als de verificatie is geslaagd, maar er vervolgens een verificatiefout
optreedt wanneer u zich aanmeldt bij Windows, wordt u om uw
accountgegevens gevraagd.
Het optische station gebruiken
Het station van volledige grootte ondersteunt een snelle uitvoering van CDen DVD-programma's. U kunt CD's/DVD's van 12 cm of 8 cm zonder
adapter gebruiken. Een seriële ATA-interfacecontroller wordt gebruikt voor
aansturing van het CD/DVD-station.
Gebruik de toepassing TOSHIBA DVD PLAYER als u DVD-video's wilt
bekijken.
Raadpleeg het gedeelte Belangrijk bericht voor voorzorgsmaatregelen
wanneer u CD's of DVD's beschrijft.
Gebruikershandleiding4-6
Page 75
Schijven laden
Voer de volgende stappen uit om een schijf te plaatsen:
1. Zorg dat de computer ingeschakeld is en druk op de uitwerpknop om de
stationslade enigszins te openen.
2. Trek de schijflade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
2
1. Schijflade2. Uitwerpknop
Drukken op de uitwerpknop en de stationslade opentrekken
3. Leg de schijf met het opschrift omhoog in de schijflade.
Basisbeginselen
1
1
1. Laserlens
Een schijf plaatsen
Wanneer de schijflade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de
computer iets uit over de schijflade. Wanneer u de schijf in de lade plaatst,
moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf
echter dat de schijf plat ligt.
Gebruikershandleiding4-7
Page 76
Basisbeginselen
■ Raak nooit de laserlens of de omringende behuizing aan om onjuiste
uitlijning te voorkomen.
■ Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer of de bodem van de schijflade, vooral het gedeelte achter
de voorrand van de lade, schoon is voordat u het station sluit.
4. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De schijf
moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de schijflade gesloten is, bestaat het
risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat
de schijflade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop
drukt.
Een schijf verwijderen wanneer de schijflade niet opengaat
U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de computer is
uitgeschakeld. In dat geval kunt u de schijflade openen door een dun
voorwerp (ongeveer 15 mm lang), zoals een rechtgebogen paperclip, in het
uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
1
1. Uitwerpgaatje
De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het uitwerpgaatje,
dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u
de schijflade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.
Gebruikershandleiding4-8
Page 77
CD's/DVD's beschrijven
Met het DVD Super Multi-station () kunt u gegevens schrijven naar CD-R,
CD-RW, DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-RW, DVD+R, DVD+R (Double
Layer), DVD+RW en naar DVD-RAM-schijven.
De schrijfsoftware TOSHIBA Disc Creator wordt bij deze computer
meegeleverd.
■ Raadpleeg Beschrijfbare schijven in hoofdstuk 2 voor meer informatie
over de soorten beschrijfbare CD's en DVD's die door deze computer
worden ondersteund.
■ Schakel de stroom niet uit als de computer het station gebruikt om het
risico te vermijden dat er gegevens verloren gaan.
■ CD-R/RW's zijn niet toegankelijk met de optie Cd/dvd branden in
Media Center.
■ Gebruik TOSHIBA Disc Creator dat op uw computer is geïnstalleerd
als u gegevens naar CD-R/-RW wilt schrijven.
Wanneer u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de
netadapter altijd aansluiten op een stopcontact. Als gegevens worden
weggeschreven bij gebruik van de accu-eenheid, kan het wegschrijven
soms mislukken omdat de accu bijna leeg is. Dit kan resulteren in
gegevensverlies.
Belangrijk bericht
Lees deze paragraaf grondig door voordat u media gaat beschrijven die
door het DVD Super Multi-station () worden ondersteund en volg alle
configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dat niet, dan werkt het DVD
Super Multi-station () mogelijk niet correct en kunt u te maken krijgen met
schrijf- of herschrijffouten, wat kan leiden tot gegevensverlies of schade
aan station of media.
Basisbeginselen
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
■ Beschadiging van CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-
RW, DVD+R, DVD+R (Double Layer), DVD+RW of DVD-RAM -schijven
als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces.
■ Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van een CD-R/CD-RW,
DVD-R (Dual Layer), DVD-RW of DVD+R/DVD+R (Double Layer),
DVD+RW of DVD-RAM als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of
hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking die wordt
veroorzaakt door het verlies of de wijziging van de opgenomen inhoud.
■ Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Gebruikershandleiding4-9
Page 78
Basisbeginselen
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige
technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten
kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de
gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën
te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud
onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven met het DVD Super Multistation
■ Op grond van TOSHIBA's beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R (Dual Layer),
DVD-RW, DVD+R, DVD+R (Double Layer), DVD+RW of DVD-RAMschijven aanbevolen, hoewel de kwaliteit van de media het schrijf- of
herschrijfproces kan beïnvloeden. TOSHIBA staat niet in voor de
werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven.
DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen
gebruik, versie 2.0
TAIYO YUDEN Co., Ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
Hitachi Maxell, Ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
DVD-R (Dual Layer):
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 4x- en 8x-speed media)
DVD-R voor Labelflash:
FUJIFILM CORPORATION (voor 16-speed media)
DVD+R:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 8x- en 16x-speed
media)
TAIYO YUDEN Co., Ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
DVD+R (Double Layer):
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 2,4x- en 8x-speed
media)
DVD+R voor Labelflash:
FUJIFILM CORPORATION (voor 16-speed media)
Gebruikershandleiding4-10
Page 79
Basisbeginselen
DVD-RW:
DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie 1.1 of
versie 1.2
Victor Company of Japan, Ltd. (JVC) (voor 4- en 6-speed media)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 4x- en 6x-speed media)
DVD+RW:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 4x- en 8x-speed media)
DVD-RAM:
DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor versie 2.0,
versie 2.1 of versie 2.2
Panasonic Corporation (voor 3x- en 5x-speed media)
Hitachi Maxell, Ltd. (voor 3x- en 5x-speed media)
■ DVD-R (Dual Layer)- en DVD+R (Dual Layer)-schijven in bepaalde
indelingen kunnen onleesbaar zijn.
■ DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden
gelezen of beschreven.
■ Schijven die zijn gemaakt als DVD-R (Dual Layer) indeling 4 (Layer
Jump Recording) kunnen niet worden gelezen.
■ Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het schrijfof herschrijfproces.
■ Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop
de schijf wordt gebruikt.
■ Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen authoring-schijven aangezien alleen schijven
voor algemeen gebruik met een computerstation kunnen worden
beschreven.
■ U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten.
■ Het kan voorkomen dat DVD-ROM-stations van andere computers of
andere DVD-spelers de DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-RW,
DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW-schijven niet kunnen
lezen.
■ Gegevens die naar een CD-R, DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD+R of
DVD+R (Double Layer) zijn geschreven, kunnen niet gedeeltelijk of
volledig worden verwijderd.
■ Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM zijn
gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van
een schijf goed voordat u deze wist en kijk goed uit als er meerdere
stations zijn aangesloten die naar schijven kunnen schrijven, niet de
gegevens van het verkeerde station worden verwijderd.
Gebruikershandleiding4-11
Page 80
Basisbeginselen
■ Bij het schrijven naar een DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-RW,
DVD+R, DVD+R (Double Layer), DVD+RW of DVD-RAM is schijfruimte
nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot
de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
■ De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden
geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een
kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het daarom even duren om
de schijf met dummygegevens te vullen.
■ Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens verwijdert
van of schrijft naar het verkeerde station..
■ Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
■ Voordat u de slaapstand of de sluimerstand inschakelt, dient u ervoor te
zorgen dat het schrijfproces naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is
in dit geval voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
■ Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
■ Voer geen programma's uit die de processor belasten, bijvoorbeeld
schermbeveiliging.
■ Zorg dat de computer op volledige energie werkt: gebruik geen
energiebesparingsfuncties.
■ Schrijf geen informatie als de virusscanner actief is. Wacht in dat geval
totdat de scanner klaar is, schakel hierna de antivirussoftware uit,
inclusief software die bestanden automatisch controleert op de
achtergrond.
■ Gebruik geen schijfhulpprogramma's, met inbegrip van programma's
die de toegangssnelheid tot de harde schijf verkorten, aangezien deze
kunnen leiden tot een onstabiele werking en gegevensbeschadiging.
■ CD-RW-schijven (Ultra Speed +) moeten niet worden gebruikt omdat
gegevens verloren kunnen gaan of kunnen worden beschadigd.
■ U dient altijd vanaf de vaste schijf van uw computer naar de CD/DVD te
schrijven. Probeer niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een
server of een ander netwerkapparaat.
■ Voor het beschrijven van optische schijven wordt uitsluitend TOSHIBA
Disc Creator aanbevolen. TOSHIBA staat niet in voor de werking van
andere schrijfsoftware.
Schrijven of herschrijven
Houd de volgende zaken in de gaten als u gegevens schrijft of herschrijft
naar CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-RW, DVD+R,
DVD+R (Double Layer), DVD+RW of DVD-RAM-schijven.
■ Kopieer gegevens altijd van de vaste schijf naar het optische station.
Gebruik geen knippen en plakken, aangezien de oorspronkelijke
gegevens verloren gaan ingeval van een schrijffout.
■ Vermijd de volgende handelingen:
Gebruikershandleiding4-12
Page 81
Basisbeginselen
■ Wisselen van gebruiker in het besturingssysteem.
■ gebruik van de computer voor andere functies zoals het gebruik van
een muis of touchpad of het sluiten/openen van het beeldscherm;
■ Start een communicatietoepassing.
■ handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen;
■ het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten zoals
een SD/SDHC/SDXC-geheugenkaart, miniSD/microSD-kaart,
MultiMediaCard, USB-apparaat, externe monitor of optisch digitaal
apparaat;
■ gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren;
■ het openen van het optische station.
■ Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de functies Afsluiten,
Afmelden, Slaapstand of Sluimerstand.
■ Zorg ervoor dat schrijven/herschrijven is afgerond voordat u
overschakelt naar de slaapstand of de sluimerstand (het schrijven is
afgerond als u een optische schijf kunt verwijderen uit het DVD Super
Multi-station).
■ Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd
zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het
(her)schrijven.
■ Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen
en vliegtuigen. Gebruik ook geen instabiele plekken zoals een wankele
tafel.
■ Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
TOSHIBA Disc Creator
Wanneer u TOSHIBA Disc Creator gebruikt, dient u rekening te houden
met de volgende beperkingen:
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt om DVD-video's te
maken.
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt om audio-DVD's te
maken.
■ U kunt de functie 'Audio-CD' van TOSHIBA Disc Creator niet gebruiken
voor het opnemen van muziek op DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVDRW, DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW.
■ Gebruik "Disc Backup" (functie voor schijfback-ups) van TOSHIBA Disc
Creator niet om auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVDROM's te kopiëren.
■ U kunt met de functie "Disc Backup" van TOSHIBA Disc Creator geen
reservekopieën van DVD-RAM-schijven maken.
Gebruikershandleiding4-13
Page 82
Basisbeginselen
■ U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/-RW niet naar een DVD-R,
DVD-R (Dual Layer) of DVD-RW kopiëren met de functie "Disc Backup"
van TOSHIBA Disc Creator.
■ U kunt met de functie 'Disc Backup' van TOSHIBA Disc Creator de
inhoud van een CD-ROM of CD-R/-RW niet naar een DVD+R, DVD+R
(Double Layer) of DVD+RW kopiëren.
■ U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD Video, DVD-R, DVD-R
(Dual Layer), DVD-RW, DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW
niet naar een CD-R of CD-RW kopiëren met de functie "Disc Backup"
van TOSHIBA Disc Creator.
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet opnemen in de pakketindeling.
■ Met de functie "Disc Backup" van TOSHIBA Disc Creator kunt u wellicht
geen back-up maken van een DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-RW,
DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW die met andere software
op een andere recorder is gemaakt.
■ Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD+R
of DVD+R (Double Layer) waarop reeds gegevens zijn opgenomen,
kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet
worden gelezen. Zo kan er bijvoorbeeld niets worden gelezen vanuit
16-bits besturingsystemen zoals Windows 98 Tweede Editie en
Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of later nodig om
gegevens te kunnen lezen en in Windows 2000 hebt u hiervoor Service
Pack 2 of later nodig. In bepaalde DVD-ROM-stations en DVD-ROMen CD-R/-RW-stations kunnen toegevoegde gegevens überhaupt niet
worden gelezen, ongeacht het besturingssysteem.
■ TOSHIBA Disc Creator ondersteunt het opnemen naar DVD-RAM-
schijven niet. Hiervoor hebt u Windows Explorer (Verkenner) of een
soortgelijk hulpprogramma nodig.
■ Als u een back-up maakt van een DVD, dient u ervoor te zorgen dat het
bronstation het opnemen naar DVD-R, DVD-R (Dual Layer), DVD-RW,
DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW ondersteunt. Als dit niet
het geval is, zal de back-up van de bronschijf mogelijk niet goed zijn.
■ Als u een reservekopie maakt van een DVD-R, DVD-R (Dual Layer),
DVD-RW, DVD+R, DVD+R (Double Layer) of DVD+RW, dient u
hetzelfde type schijf te gebruiken.
■ Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gebruikershandleiding4-14
Page 83
Gegevensverificatie
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u
de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een gegevens-CD of DVD schrijft:
1. Geef het dialoogvenster met instellingen weer door een van de
volgende twee stappen uit te voeren:
■ Klik op de knop Opname-instellingen () voor schrijven op de
hoofdwerkbalk in de modus Gegevens-CD/DVD.
■ Selecteer Settings for Each Mode (Instellingen voor elke
modus) Data CD/DVD (Gegevens-CD/DVD) in het menu
Settings (Instellingen).
2. Schakel het selectievakje Geschreven gegevens controleren in.
3. Selecteer de modus Bestand openen of Volledige vergelijking.
4. Klik op OK.
Meer informatie over TOSHIBA Disc Creator achterhalen
Raadpleeg de Help-bestanden voor meer informatie over TOSHIBA Disc
Creator.
TOSHIBA DVD PLAYER
Wanneer u TOSHIBA DVD PLAYER gebruikt, dient u rekening te houden
met de volgende beperkingen:
Basisbeginselen
Opmerkingen betreffende het gebruik
■ TOSHIBA DVD PLAYER-software is meegeleverd om DVD's te kunnen
afspelen.
■ Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid en
beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van
bepaalde DVD-video's.
■ Sluit alle andere toepassingen als u de toepassing TOSHIBA DVD
PLAYER (TOSHIBA DVD-speler) gebruikt. Open geen andere
toepassingen en voer geen andere bewerkingen uit tijdens de
weergave van DVD-video. De weergave kan in sommige gevallen
stoppen of niet correct werken.
■ Niet-afgesloten DVD's die zijn gemaakt op een gewone DVD-recorder
kunnen mogelijk niet worden afgespeeld op de computer.
■ Gebruik DVD-Videoschijven met een regiocode die ofwel "gelijk is aan
de standaardinstelling af fabriek" of "ALLE".
Gebruikershandleiding4-15
Page 84
Basisbeginselen
■ Speel geen DVD-video af terwijl u met een ander programma een
televisieprogramma kijkt of opneemt. Hierdoor kunnen fouten ontstaan
in de weergave van DVD-video of de opname van het
televisieprogramma. Als een voorgeprogrammeerde opname start
tijdens DVD-Video-weergave, kan dit fouten veroorzaken in de
weergave van de DVD-Video of de opname van het
televisieprogramma. Bekijk DVD-Video wanneer er geen opname is
geprogrammeerd.
■ De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met bepaalde schijven
in TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVD-speler).
■ Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten wanneer u DVD-
video afspeelt. Energiebesparende functies kunnen een vloeiende
weergave verstoren. Zet wanneer u een DVD-Video afspeelt op
batterijvermogen het energiebeheer op "Balance" (Evenwicht).
■ Schermbeveiligingen worden niet weergegeven wanneer u een film
afspeelt met TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVD-speler). De
computer gaat ook niet in de (energiezuinige) slaapstand en wordt niet
uitgeschakeld terwijl u TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVD-speler)
gebruikt.
■ Configureer de functie Beeldscherm automatisch uitschakelen niet
zodanig dat deze wordt uitgevoerd terwijl TOSHIBA DVD PLAYER
(TOSHIBA DVD-speler) actief is.
■ Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u TOSHIBA
DVD PLAYER gebruikt.
■ Vergrendel de computer niet met de toetsen Windows-logo () + L of
FN + F1 wanneer u TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVD-speler)
gebruikt.
■ Schakel niet over naar een andere Windows-gebruiker terwijl TOSHIBA
DVD PLAYER (TOSHIBA DVD-speler) wordt uitgevoerd.
■ TOSHIBA DVD (TOSHIBA DVD-speler) heeft geen functie voor
ouderlijk toezicht.
■ Ter bescherming van het auteursrecht is de Windows-functie Print
Screen uitgeschakeld wanneer TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA
DVD-speler) wordt uitgevoerd.
■ (De Print Screen-functies zijn zelfs uitgeschakeld als u andere
toepassingen uitvoert naast TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVDspeler) en als TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVD-speler) is
geminimaliseerd.) Sluit TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVDspeler) als u de Print Screen-functie wilt gebruiken.
■ Als u bij sommige DVD-video's het geluidsspoor wijzigt via het
bedieningsvenster, wordt ook het ondertitelspoor gewijzigd.
■ Installeer of verwijder TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVD-speler)
terwijl u bent aangemeld met een gebruikersaccount met
beheerdersrechten.
■ Als het scherm knippert terwijl u een DVD met ondertitels afspeelt in
Media Player, gebruikt u TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVDspeler) of Media Center om de DVD af te spelen.
Gebruikershandleiding4-16
Page 85
Beeldschermen en geluid
■ TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVD-speler) kan alleen worden
uitgevoerd als Kleuren is ingesteld op True Color (32 bits). Klik op
op "Geavanceerde instellingen", selecteer het tabblad "Monitor" en stel
"Kleuren" in op "True color (32-bits)".
■ Als het DVD-Video-beeld niet wordt weergegeven op het externe
beeldscherm of de televisie, stopt u TOSHIBA DVD PLAYER
(TOSHIBA DVD-speler) en wijzigt u de schermresolutie. Als u de
schermresolutie wilt wijzigen, klikt u op Start Configuratiescherm
Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen
Beeldscherm Resolutie aanpassen. Video kan echter niet worden
uitgevoerd naar sommige externe schermen en televisie vanwege de
uitvoer- of weergaveomstandigheden.
■ Als u DVD-video kijkt op een extern scherm of een tv, wijzigt u het
weergaveapparaat voordat u de video start. DVD-Video kan niet
gelijktijdig (in kloonmodus) op zowel het computerscherm als het
externe scherm worden weergegeven.
■ Wijzig de schermresolutie niet zolang TOSHIBA DVD PLAYER
(TOSHIBA DVD-speler) actief is.
■ Wijzig het weergaveapparaat niet zolang TOSHIBA DVD PLAYER
(TOSHIBA DVD-speler) actief is.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding4-17
Page 86
TOSHIBA DVD PLAYER starten
Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA
DVD-speler) te starten.
1. Plaats een DVD-Video in het DVD Super Multi-station terwijl Windows 7
wordt uitgevoerd. Als een DVD-Video in het DVD-station is geplaatst,
kan het volgende venster voor toepassingsselectie verschijnen.
Als dit gebeurt, selecteert u Dvd-film afspelen (met TOSHIBA DVD
PLAYER (TOSHIBA DVD-speler)) om TOSHIBA DVD PLAYER
(TOSHIBA DVD-speler) te starten.
Basisbeginselen
Toepassingsselectie
2. Selecteer Start Alle programma's TOSHIBA DVD PLAYER
TOSHIBA DVD PLAYER om TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA DVD-
speler) te starten.
TOSHIBA DVD PLAYER gebruiken
Opmerkingen over het gebruik van TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA
DVD-speler).
■ De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per DVD-
Video en per scène verschillen.
■ Als het menu in het weergavegebied wordt geopend via de knoppen
Top menu of Menu, is bediening via het touchpad of muismenu wellicht
niet mogelijk.
De Help van TOSHIBA DVD PLAYER openen
De functies van en instructies voor TOSHIBA DVD PLAYER (TOSHIBA
DVD-speler) worden ook toegelicht in de Help van TOSHIBA DVD PLAYER
(TOSHIBA DVD-speler).
Voer de volgende stappen uit om de Help van TOSHIBA DVD PLAYER
(TOSHIBA DVD-speler) te openen.
■ Klik op de knop Help () in het weergavegebied.
Gebruikershandleiding4-18
Page 87
Behandeling van schijven
Deze paragraaf bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op
CD's of DVD's hebt opgeslagen. Ga voorzichtig om met schijven. Door de
volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van
uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
1. Bewaar uw CD's en DVD's in de originele houder om ze te beschermen
en schoon te houden.
2. Buig een DVD/CD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD die gegevens bevat niet
door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd de CD/DVD bij de buitenste rand vast of bij de rand van het
gaatje. Vingerafdrukken op het oppervlak van de schijf kunnen tot
gevolg hebben dat de gegevens van de schijf niet goed kunnen worden
gelezen.
5. Stel de CD/DVD niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme
koude.
6. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD's/DVD's.
7. Als uw CD's of DVD's stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een
schone, droge doek. Veeg vanaf het midden naar buiten, veeg niet in
draaiende bewegingen. Gebruik zo nodig een doek die bevochtigd is
met water of een neutraal schoonmaakmiddel; gebruik beslist geen
benzine, verdunner of soortgelijk schoonmaakmiddel.
Basisbeginselen
Geluidssysteem
In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Het systeemvolume aanpassen
U kunt het algehele geluidsniveau aanpassen met Volumemixer van
Windows.
Voer de volgende stappen uit om Volumemixer te starten.
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de
taakbalk.
2. Selecteer Volumemixer openen in het menu.
Pas het luidsprekervolume aan door de schuif onder Apparaat omhoog of
omlaag te verplaatsen om het volume hoger of lager te zetten. Klik op de
knop Dempen als u het volume wilt dempen.
Mogelijk ziet u nog een regelaar onder Toepassingen in Volumemixer.
Deze is bestemd voor de toepassing die momenteel wordt uitgevoerd.
Systeemgeluiden wordt altijd weergegeven aangezien u hiermee het
volume van het systeemgeluid regelt.
Gebruikershandleiding4-19
Page 88
Systeemgeluiden wijzigen
Systeemgeluiden worden gebruikt om u op de hoogte te stellen wanneer
zich bepaalde gebeurtenissen voordoen.
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een bestaand schema selecteert
of een gewijzigd schema opslaat.
Voer de onderstaande stappen uit om het configuratievenster voor
systeemgeluiden te starten.
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de
taakbalk.
2. Selecteer Geluiden in het menu.
Het microfoonvolume aanpassen
Volg de onderstaande stappen om het opnamevolume van de microfoon te
wijzigen.
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de
taakbalk en selecteer Opnameapparaten in het submenu.
2. Selecteer Microfoon en klik op Eigenschappen.
3. Versleep de schuifregelaar Microfoon op het tabblad Niveaus om het
volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar
Microfoonversterking naar een hoger niveau.
Basisbeginselen
Opmerking bij het gebruik van de microfoon
U kunt de ingebouwde microfoon of een externe microfoon die u aansluit
op de microfoonaansluiting gebruiken om monogeluiden op te nemen in
toepassingen. Deze kan ook worden gebruikt om spraakopdrachten te
geven aan toepassingen die dergelijke functies ondersteunen (sommige
modellen zijn voorzien van een ingebouwde microfoon).
Aangezien de computer een microfoon en luidspreker heeft, kan in
bepaalde omstandigheden akoestische terugkoppeling ("feedback")
optreden. Akoestische terugkoppeling ontstaat wanneer geluid uit de
luidspreker in de microfoon wordt opgevangen en versterkt naar de
luidspreker wordt teruggezonden, vanwaar het weer wordt teruggestuurd
naar de microfoon.
Deze terugkoppeling treedt herhaalde malen op en veroorzaakt een harde,
hoge toon. Het gaat hier om een algemeen verschijnsel dat in elk
geluidssysteem voorkomt wanneer de microfooninvoer naar de luidspreker
wordt uitgevoerd (doorvoer) terwijl de luidspreker te hard staat of zich te
dicht bij de microfoon bevindt. U kunt de doorvoer regelen door het volume
van de luidspreker aan te passen of met de functie Dempen in het
deelvenster Hoofdvolume. Raadpleeg de Windows-documentatie voor
informatie over het gebruik van het deelvenster Hoofdvolume.
Gebruikershandleiding4-20
Page 89
Lampje voor draadloze communicatie
De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt
sommige draadloze apparaten.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN
en Bluetooth.
■ Gebruik de functies voor LAN (Wi-Fi) en Bluetooth niet in de buurt van
een magnetron of in gebieden met radiostoring of magnetische velden.
Storing van een magnetron of andere bron kan tot onderbreking van
de draadloos Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
■ Schakel alle draadloze functies uit in de buurt van mensen bij wie
mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is
geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of
het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u
gebruikmaakt van een draadloze functie.
■ Schakel de draadloze functie altijd uit als de computer in de buurt komt
van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals
automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen
veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
■ Er kan mogelijk geen netwerkverbinding tot stand worden gebracht
met een opgegeven netwerknaam via de functie voor ad hoc-netwerk.
Als dit het geval is, moet het nieuwe netwerk(*) worden geconfigureerd
voor alle computers die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk om zo
de netwerkverbindingen opnieuw tot stand te brengen.
* Controleer of u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
Basisbeginselen
Draadloos LAN
Het draadloos LAN is compatibel met andere LAN-systemen die zijn
gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread
Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan
de IEEE 802.11-norm voor draadloos LAN.
■ Selectie van frequentiekanaal van 5 GHz voor IEEE 802.11a en/of
IEEE802.11n
■ Selectie van frequentiekanaal van 2,4 GHz voor IEEE 802.11b/g en/of
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van
het draadloze LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische
omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten,
clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De vermelde
verzendsnelheid is de theoretische maximumsnelheid van de
desbetreffende norm. De daadwerkelijke verzendsnelheid zal lager zijn
dan de theoretische maximumsnelheid.
Instelling
1. Zorg dat de functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
2. Klik op Start Configuratiescherm Netwerk en internet Netwerkcentrum.
3. Klik op Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen.
4. Volg de stappen in de wizard. U hebt de naam van het draadloze
netwerk en de beveiligingsinstellingen nodig. Raadpleeg de
documentatie van de router of de beheerder van het draadloze netwerk
voor de instellingen.
Beveiliging
■ TOSHIBA beveelt met klem aan codering in te schakelen om te
voorkomen dat anderen via een draadloze verbinding illegaal toegang
tot uw computer krijgen. Als u dit advies niet opvolgt, stelt u zich bloot
aan afluisterpraktijken en bestaat bovendien het gevaar dat opgeslagen
gegevens door onbevoegden worden verwijderd of vernietigd.
■ TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor verlies of beschadiging van
gegevens als gevolg van afluisterpraktijken of onrechtmatige toegang
via het draadloze LAN.
Bluetooth-technologie
De draadloze Bluetooth-technologie maakt kabels tussen computers en
andere elektronische apparaten, zoals printers en mobiele telefoons,
overbodig.
U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies van de computer en een externe
Bluetooth-adapter niet tegelijk gebruiken. De kenmerken van Bluetoothtechnologie zijn als volgt:
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt op de 2,4-GHz band. Deze
band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met
radiosystemen in de meeste landen.
Gebruikershandleiding4-22
Page 91
Radioverbindingen
U kunt eenvoudig verbindingen tot stand brengen tussen twee of meer
apparaten, deze verbindingen worden gehandhaafd zelfs als de apparaten
buiten het gezichtsveld van elkaar liggen.
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale
beveiliging:
■ Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
krijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te
vervalsen.
■ Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Draadloze communicatie inschakelen/uitschakelen
U kunt de functies voor draadloze communicatie inschakelen of
uitschakelen door op FN + F8 te drukken. Als draadloze communicatie is
uitgeschakeld, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen.
Als u draadloos LAN hebt uitgeschakeld via de taakbalk, start u de
computer opnieuw op of voert u de volgende procedure uit om draadloos
LAN weer in te schakelen: klik op Start Configuratiescherm
Systeem en beveiliging Systeem Apparaatbeheer
Netwerkadapters, klik met de rechtermuisknop op het draadloze apparaat
en kies Inschakelen.
Basisbeginselen
LAN
De computer biedt ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX) en Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en
ontkoppelt van een LAN.
Installeer of verwijder geen geheugenmodule zolang Activering op LAN is
ingeschakeld.
■ De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
■ De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden
(aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Gebruikershandleiding4-23
Page 92
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding
met een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen
in het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen:
■ Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens
LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de
netadapter ontkoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een
LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
■ Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-poort. Doet u dat wel, dan
kan dit schade of storingen veroorzaken.
■ Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die op de LAN-
aansluiting is aangesloten. Doet u dat wel, dan kan dit schade of
storingen veroorzaken.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
tot de vergrendeling vast klikt.
Basisbeginselen
1
2
1. LAN-aansluiting 2. LAN-kabel
De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector of router.
Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of softwareleverancier voordat
u een netwerkverbinding gebruikt of configureert.
Gebruikershandleiding4-24
Page 93
De LAN-kabel ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen:
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-poort van de computer in
en trek de connector eruit.
2. Ontkoppel de kabel op dezelfde wijze van de LAN-hub of -router.
Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of softwareleverancier
voordat u de kabel van de hub ontkoppelt.
Omgaan met de computer
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u met de computer omgaat en deze
onderhoudt.
De computer reinigen
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
■ Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer vochtig wordt,
zet u deze direct uit en laat u de computer helemaal droog worden. In
deze omstandigheden moet u de computer laten nakijken door een
bevoegde servicemedewerker om de schade vast te stellen.
■ Reinig de plastic delen van de computer met een licht bevochtigde doek.
■ U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid
reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het
scherm voorzichtig af te vegen.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de
computer te reinigen.
Basisbeginselen
De computer verplaatsen
Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u
enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de
computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft
werken.
■ Controleer aan de hand van het lampje voor de vaste schijf en andere
lampjes op de voorzijde van de computer of alle schijfactiviteit is
gestopt voordat u de computer verplaatst.
■ Schakel de computer uit (afsluiten).
■ Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen.
■ Sluit het beeldscherm.
■ Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Gebruikershandleiding4-25
Page 94
■ Voordat u de computer optilt, moet deze zijn gesloten, de adapter
afgekoppeld en afgekoeld. Nalatigheid van deze instructie kan tot een
lichte brandwond leiden.
■ Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als u
zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging van
de computer, storingen of gegevensverlies.
■ Vervoer uw computer nooit als er nog kaarten zijn geplaatst. Dit kan
leiden tot schade aan de computer en/of aan de kaart waardoor het
product niet meer werkt.
■ Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
■ Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
■ Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Warmteverspreiding
Om de processor tegen oververhitting te beschermen, is deze voorzien van
een interne temperatuursensor die een ventilator inschakelt of de
verwerkingssnelheid verlaagt indien de interne temperatuur van de
computer een bepaald niveau bereikt. U kunt instellen of u deze
temperatuur wilt regelen door eerst de ventilator aan te zetten en daarna zo
nodig de processorsnelheid te verlagen of vice versa. Deze functies
worden beide ingesteld via Energiebeheer.
Zodra de temperatuur van de processor tot een normaal niveau is gedaald,
wordt de ventilator uitgeschakeld en werkt de processor weer op de
standaardsnelheid.
Als de temperatuur van de processor met een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dit geval gaan alle
gegevens in het geheugen die niet zijn opgeslagen verloren.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding4-26
Page 95
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid
toetsenbord met 104/105 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te
drukken kunnen alle uitgebreide functies van dit toetsenbord op de
computer worden uitgevoerd.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd; er zijn
toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn zes soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen,
functietoetsen, zogenoemde 'softkeys', sneltoetsen, speciale Windowstoetsen en geïntegreerde numerieke toetsen.
Typemachinetoetsen
De typemachinetoetsen produceren de hoofdletters en kleine letters,
cijfers, leestekens en speciale symbolen die op het scherm verschijnen. Er
zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine en
het gebruik van een computertoetsenbord:
■ Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties die door een "spatieteken" worden gecreëerd,
kunnen ook variëren, afhankelijk van uitlijning en andere factoren.
■ Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één), en ook de
hoofdletter O en 0 (nul) , niet verwisselbaar als op een typemachine.
■ CAPS LOCK, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen
van invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de
cijfer- en symbooltoetsen.
■ De SHIFT- of hoofdlettertoetsen, de Tab -toets en de toets
BACKSPACE hebben dezelfde functie als de gelijknamige
typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale
computerfuncties.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Dit kan schade
veroorzaken aan de onderdelen onder de toetsen.
Het toetsenbord
Hoofdstuk 5
Gebruikershandleiding5-1
Page 96
Functietoetsen: F1 ... F9
De functietoetsen (niet te verwarren met de speciale toets FN) zijn negen
toetsen op de bovenste rij van het toetsenbord. Deze toetsen werken
anders dan de andere toetsen.
F1 tot en met F9 worden functietoetsen genoemd omdat ze
geprogrammeerde functies uitvoeren als ze worden ingedrukt. In
combinatie met de toets FN voeren toetsen die gemarkeerd zijn met een
pictogram speciale functies uit op de computer. Raadpleeg de paragraaf
Softkeys: FN-toetscombinaties in dit hoofdstuk voor meer informatie; let
erop dat de werking van individuele toetsen afhankelijk is van de software
die u gebruikt.
Softkeys: FN-toetscombinaties
De toets FN (functie) is een bijzondere toets die alleen op TOSHIBAcomputers aanwezig is en die in combinatie met andere toetsen 'softkeys'
vormt. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen
activeren, uitschakelen of configureren.
Let erop dat bepaalde software de werking van de softkeys kan
uitschakelen of beïnvloeden, en dat de instellingen van de softkeys niet
worden hersteld als de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
Het toetsenbord van deze computer is zodanig ontworpen dat het voorziet
in alle functies van het uitgebreide toetsenbord met 104 toetsen.
Aangezien dit toetsenbord kleiner is en minder toetsen heeft, moet een
aantal van de functies van het uitgebreide toetsenbord worden gesimuleerd
door middel van toetscombinaties.
De toets FN kan worden gecombineerd met de volgende toetsen om zo
functies te simuleren die overeenkomen met die van de toetsen op een
uitgebreid toetsenbord met 104/105 toetsen die niet op het toetsenbord van
deze computer aanwezig zijn.
Het toetsenbord
Sneltoetsen
Met sneltoetsen (FN + een functietoets of de ESC-toets) kunt u bepaalde
computerfuncties in- en uitschakelen.
Dempen: met FN + ESC kunt u het geluid in- en uitschakelen.
Gebruikershandleiding5-2
Page 97
Het toetsenbord
Vergrendelen: met FN + F1 schakelt u de vergrendelmodus van de
computer in. U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u opnieuw aan te
melden.
Energiebeheerschema: met FN + F2 wijzigt u de instellingen voor
energiebeheer.
Slaapstand: met FN + F3 zet u het systeem in de slaapstand.
Sluimerstand: met FN + F4 zet u het systeem in de sluimerstand.
Uitvoer: met FN + F5 wijzigt u het actieve beeldscherm.
Als u twee beeldschermen tegelijk wilt gebruiken, moet u de resolutie van
het interne beeldscherm instellen op dezelfde resolutie als die van het
externe scherm.
Helderheid verlagen: met FN + F6 kunt u de helderheid van het
computerscherm stapsgewijs verlagen.
Helderheid verhogen: met FN + F7 wordt de helderheid van het LCDscherm stapsgewijs verhoogd.
Gebruikershandleiding5-3
Page 98
Het toetsenbord
Draadloos: druk op FN + F8 om de actieve draadloze apparaten in en uit
te schakelen.
Als er geen apparaat voor draadloze communicatie is geïnstalleerd, wordt
geen dialoogvenster weergegeven.
Touchpad: met FN + F9 schakelt u de touchpadfunctie in of uit.
Zoomen: met FN + spatiebalk wijzigt u de beeldschermresolutie.
TOSHIBA Hulpprogramma Zoom (verkleinen): met FN + 1 verkleint u
pictogrammen op het bureaublad of de tekengrootte binnen een van de
ondersteunde toepassingsvensters.
TOSHIBA Hulpprogramma Zoom (vergroten): met FN + 2 vergroot u
pictogrammen op het bureaublad of de tekengrootte binnen een van de
ondersteunde toepassingsvensters.
Volume verlagen: druk op FN + 3 om het volume stapsgewijs te verlagen.
Volume verhogen: druk op FN + 4 om het volume stapsgewijs te
verhogen.
Gebruikershandleiding5-4
Page 99
FN-plaktoets
Met het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility kunt u de FN-toets
vergrendelen, zodat u deze toets bij het gebruik van toetscombinaties niet
ingedrukt hoeft te houden. In plaats hiervan dient u eenmaal op de FNtoets te drukken, de toets los te laten en op een functietoets te drukken (F1 t/m F12). U start het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility door te klikken
op StartAlle programma'sTOSHIBAUtilities
(Hulpprogramma's) Toegankelijkheid.
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale
functie hebben: de Windows Start-toets activeert het menu Start, terwijl de
toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het menu Start van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.
ASCII-tekens genereren
Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden
gegenereerd, maar u kunt al deze tekens genereren via hun specifieke
ASCII-codes.
1. Houd de ALT-toets ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code voor het gewenste teken met behulp van de
numerieke toetsen.
3. Laat ALT los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Het toetsenbord
Gebruikershandleiding5-5
Page 100
Stroomvoorziening en spaarstanden
Hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden
De computer kan via de netadapter, de accu-eenheid of de interne accu
van stroom worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze
voedingsbronnen optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt.
Verder worden tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u
informatie over de diverse spaarstanden.
Stroomvoorzieningsomstandigheden
De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of er een
netadapter is aangesloten, of er een accu-eenheid is geïnstalleerd en wat
het ladingsniveau van de accu is.
Het lampje in de volgende tabel is het DC IN/Accu-lampje.
Stroom ingeschakeldUitschakelen
Netadapter
aangesloten
Gebruikershandleiding6-1
Accu volledig
opgeladen
Accu
gedeeltelijk
opgeladen of
leeg
Geen accu
geïnstalleerd
• In werking
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: groen
• In werking
• Wordt geladen
• Lampje: oranje
• In werking
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: groen
(buiten werking)
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: groen
• Wordt snel opgeladen
• Lampje: oranje
• Wordt niet opgeladen
• Lampje: groen
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.