Toshiba SATELLITE A200, EQUIUM A200, SATELLITE PRO A200 User Manual [nl]

Page 1
Gebruikershandleiding

A200

computers.toshiba-europe.comcomputers.toshiba-europe.com
Page 2
Copyright
© 2007 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Onder de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Gebruikershandleiding voor de A200-serie draagbare Personal Computer
Eerste druk: maart 2007 Eigendom en auteursrecht van muziek, video, computerprogramma's,
databases en dergelijke worden beschermd door de auteurswetten. Deze auteursrechtelijk beschermde materialen mogen uitsluitend worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik thuis. Indien u buiten de bovengenoemde beperking om deze materialen kopieert of bewerkt (hieronder valt tevens het transformeren van gegevensindelingen), via internet verzendt of verspreidt zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, kan dit leiden tot schadeclaims en/of strafrechtelijke vervolging wegens schending van het auteursrecht of de persoonlijke rechten van de auteur. Houd u daarom aan de auteurswetten wanneer u dit product gebruikt om auteursrechtelijk beschermde werken te kopiëren of andere bewerkingen uit te voeren. Let erop dat u de onder het auteursrecht geldende rechten van de eigenaar kunt schenden als u wisselt tussen de schermmodi (bijv. Wide-modus, Wide Zoom-modus etc.) of dit product gebruikt om vergrote afbeeldingen/video's weer te geven in een horecagelegenheid of hotel met als doel winst te maken of dit materiaal aan het publiek te tonen.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal computers uit de A200-serie op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Navolgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk en IBM PC, OS/2 en PS/2 zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
Celeron, Intel, Intel SpeedStep, Pentium, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation of haar dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten en andere landen.
MS-DOS, Microsoft, Windows en DirectX zijn gedeponeerde handelsmerken en Windows Vista is een handelsmerk van Microsoft Corporation.
Gebruikershandleiding ii
Page 3
Centronics is een gedeponeerd handelsmerk of Centronics Data Computer Corporation. Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak.
Bluetooth is een handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door TOSHIBA onder licentie gebruikt.
iLink is een handelsmerk van Sony Corporation. In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn vermeld.
Informatie over Macrovision
In dit product is kopieerbeveiligingstechnologie verwerkt die is beschermd door methoden en aanvragen van bepaalde Amerikaanse patenten en andere intellectuele eigendomsrechten van Macrovision Corporation, en andere rechthebbenden. Gebruik van deze techniek is alleen toegestaan met toestemming van Macrovision Corporation en is uitsluitend bedoeld voor privégebruik en weergave voor een beperkt publiek, tenzij Macrovision Corporation toestemming heeft verleend voor andere gebruiksmogelijkheden. Terugwerkend construeren of demonteren is verboden.
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsinstructies om uzelf en uw computer te beschermen.
Tijdens het gebruik van de computer
Laat de portable tijdens gebruik niet lange tijd achtereen op uw lichaam rusten. Bij intensief gebruik kan er zich warmte in de basis opbouwen. Langdurig contact met de huid kan een onaangenaam gevoel of zelfs brandwonden veroorzaken.
Probeer niet de computer zelf te repareren. Volg de installatie-
instructies nauwgezet.
Draag een accu niet in uw zak, handtas of een andere houder waar
metalen objecten (zoals sleutels) de accucontactpunten kunnen kortsluiten. Hierdoor kunnen extreem hoge temperaturen ontstaan, met het risico van brandwonden.
Zorg dat er geen voorwerpen op het snoer van de netadapter rusten en
dat het snoer niet op een locatie ligt waar regelmatig mensen lopen of staan.
Plaats de netadapter op een positie met voldoende ventilatie,
bijvoorbeeld op een bureaublad of op de vloer, wanneer u de computer op de netvoeding gebruikt of de accu oplaadt. Bedek de netadapter niet met papier of andere voorwerpen die afkoeling belemmeren, en gebruik de netadapter niet terwijl deze in een draagtas zit.
Gebruikershandleiding iii
Page 4
Gebruik uitsluitend de netadapter en accu's die zijn goedgekeurd voor
gebruik met deze computer. Gebruik van een ander type accu of netadapter resulteert in brand- of ontploffingsgevaar.
Controleer alvorens de computer op een voedingsbron aan te sluiten of
de spanningsspecificatie van de netadapter overeenkomt met die van de beschikbare voedingsbron.
115 V/60 Hz in het merendeel van Noord- en Zuid-Amerika en een aantal landen in het Verre Oosten (zoals Taiwan).
100 V/50 Hz in het oosten van Japan en 100 V/60Hz in het westen van Japan.
230 V/50 Hz in de meeste landen van Europa, het Midden Oosten en het Verre Oosten.
Als u een verlengsnoer met netadapter gebruikt, zorg er dan voor dat
de totale ampèrewaarde van de producten die erop worden aangesloten de ampèrewaarde van het verlengsnoer zelf niet overschrijdt.
Tijdens onweer dient u geen kabels aan de computer te koppelen of
ervan te ontkoppelen, of onderhouds- of configuratiewerkzaamheden op de computer uit te voeren. Hierdoor loopt u het risico van een elektrische schok.
Plaats de computer op een vlak oppervlak wanneer u ermee gaat
werken.
Probeer niet om gebruikte accu's te verbranden. Ze kunnen ontploffen.
Houd u bij het afdanken van accu's en batterijen aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.
Houd de computer tijdens vliegreizen als handbagage bij u. U kunt de
computer tijdens de veiligheidscontrole door een röntgenapparaat laten scannen, maar neem de notebook nooit met u mee door een metaaldetectiepoortje. Zorg bij handmatige inspectie dat u een opgeladen accu paraat hebt, voor het geval u wordt verzocht de computer in te schakelen.
Als u reist met de vaste schijf uit de computer verwijderd, dient u het
schijfstation in een niet-geleidend materiaal (bijvoorbeeld een doek of papier) te wikkelen. Houd er rekening mee dat u bij handmatige inspectie mogelijk zal worden gevraagd de schijf in de computer te installeren. U kunt de vaste schijf tijdens de veiligheidscontrole door een röntgenapparaat laten scannen, maar neem de schijf nooit met u mee door een metaaldetectiepoortje.
Plaats de computer onderweg niet in een bagagevak of -rek waar hij
heen en weer kan schuiven. Laat de computer niet vallen en vermijd tevens andere mechanische schokken.
Houd de computer, accu en vaste schijf stof- en vochtvrij en vermijd
blootstelling aan extreme temperaturen en direct zonlicht.
Als u de computer verplaatst naar een omgeving met een aanzienlijk
hogere of lagere temperatuur en/of vochtigheidsgraad, kan zich condensatie in of op de computer vormen. Wacht in dat geval tot het vocht is verdampt voordat u de computer weer in gebruik neemt.
Gebruikershandleiding iv
Page 5
Ontkoppel kabels door aan de connector of de snoerontspanningslus te
trekken, niet aan de kabel zelf. Trek de connector recht uit om te voorkomen dat de connectorpennen verbogen raken. Zorg bij het aansluiten van een kabel dat u de connector in de juiste stand en recht insteekt.
Alvorens de computer schoon te maken dient u deze uit te schakelen,
de stekker uit het stopcontact te verwijderen en de accu te verwijderen.
Hanteer computeronderdelen voorzichtig. Houd een onderdeel zoals
een geheugenmodule bij de randen vast, niet bij de pennen.
Neem bij het gebruik van telefoonapparatuur in combinatie met uw computer elementaire veiligheidsvoorschriften in acht om het risico van brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel te beperken. Bijvoorbeeld:
Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een
badkuip, wasbak of gootsteen, in een vochtige kelder of bij een zwembad.
Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon
gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nabijheid
van het lek.
Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.
Vervang de accu uitsluitend door een accu van hetzelfde type of van
een gelijkwaardig, door de fabrikant aanbevolen type.
Houd u bij het afdanken van gebruikte accu's aan de voorschriften van
de fabrikant.
Gebruik alleen No.26 AWG of grotere snoeren voor de
telecommunicatielijn om het risico op brand te verlagen.
Gebruik alleen de accu-eenheid die bij de computer is geleverd of een optionele, door de fabrikant aanbevolen accu-eenheid. Gebruik van de verkeerde accu kan resulteren in beschadiging van de computer.
TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade.
Gebruikershandleiding v
Page 6
Conformiteitverklaring EU
TOSHIBA verklaart dat het product A200 voldoet aan de volgende normen: Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenstemming met de
relevante Europese richtlijnen, met name de Electromagnetic Compatibility Directive 89/336/EEC voor notebooks en elektronische accessoires, zoals de meegeleverde netadapter, de Radio Equipment and Telecommunications Terminal Equipment Directive 99/5/EEC in het geval van geïmplementeerde accessoires voor telecommunicatie en de Low Voltage Directive 73/23/EEC voor de meegeleverde netadapter.
De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA EUROPE GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland, telefoon +49-(0)-2131-158-01.
Raadpleeg voor een exemplaar van de betreffende CE-verklaring van overeenstemming de volgende website: http://epps.toshiba-teg.com.
Dit product en de meegeleverde accessoires zijn ontworpen conform de relevante EMC -normen (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen. Toshiba garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of accessoires van andere leveranciers of distributeurs zijn aangesloten of geïmplementeerd. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen accessoires met het CE-keurmerk mogen worden
aangesloten/geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
De volgende informatie is alleen bedoeld voor lidstaten van de EU:
Het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Zorg ervoor dat dit product op correcte wijze wordt weggegooid. Doet u dit niet, dan kan dit gevaar opleveren voor het milieu en de gezondheid van de mens. Neem voor meer informatie over de recyclage van dit product contact op met uw gemeentekantoor, uw vuilnisdienst of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft, is dit symbool mogelijk niet aanwezig.
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations
Een A200-computer wordt geleverd met een van de volgende ingebouwde stations: DVD-ROM, CD-RW/DVD-ROM of DVD Super Multi-station (+-R DL).
Gebruikershandleiding vi
Page 7
Het optische schijfstation gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog
op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
Het optische station dat in deze computer wordt gebruikt, is uitgerust met een laserapparaat. Op het oppervlak van het station is een classificatielabel met de volgende zin aangebracht.
CLASS 1 LASER PRODUCT LASER KLASSE 1 LUOKAN 1 LASERLAITE APPAREIL A LASER DE CLASSE 1 KLASS 1 LASER APPARAT
De fabrikant van het station met het bovenstaande etiket certificeert dat het station op de fabricagedatum voldeed aan de voorschriften voor laserproducten conform artikel 21 van de Amerikaanse Code of Federal Regulations (Department of Health & Human Services, Food and Drug Administration).
In andere landen voldoet het station aan de IEC 825- en EN60825­voorschriften voor laserproducten van klasse 1.
Deze computer is uitgerust met een van de optische stations in de volgende lijst, al naar gelang het model.
Gebruikershandleiding vii
Page 8
Fabrikant Type
Toshiba Samsung CD-RW/DVD-ROM
Teac CD-RW/DVD-ROM
Pioneer DVD Super Multi (±R Double Layer)
Toshiba Samsung DVD Super Multi (±R Double Layer)
Hitachi DVD Super Multi (±R Double Layer)
Panasonic DVD Super Multi (±R Double Layer)
Teac DVD Super Multi (±R Double Layer)
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit "CTR21") voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen/regio's biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
TS-L-462D
DW-224E
DVR-K17
TS-L632
GSA-T20N
UJ-850U
DV-W28EC
Gebruikershandleiding viii
Page 9
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
Duitsland ATAAB AN005, AN006, AN007, AN009, AN010
en DE03, 04, 05, 08, 09, 12, 14, 17
Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04
Portugal ATAAB AN001, 005, 006, 007, 011 en P03, 04,
Spanje ATAAB AN005, 007, 012 en ES01
Zwitserland ATAAB AN002
Noorwegen ATAAB AN002, 005, 007 en NO 01, 02
Alle overige landen/regio's
Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
08, 10
ATAAB AN003, 004
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
stof, vocht en direct zonlicht;
apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
Gebruikershandleiding ix
Page 10
plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
extreme hitte, koude of vochtigheid;
vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Blessures door overbelasting
Lees de instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en
polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Hoofdstuk 3, Aan de slag, bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
Letsel door verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd of storingen optreden.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Gebruikershandleiding x
Page 11

Inhoud

Hoofdstuk 1 A200 - voorzieningen
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-7
TOSHIBA Value Added Package . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-9
Hulpprogramma's en toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-9
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-11
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
Voorkant met het beeldscherm geopend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Toetsenbordlampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-9
Optisch station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-10
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-12
Hoofdstuk 3 Aan de slag
De netadapter aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1
Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
De stroom inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3
De computer voor het eerst opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3
De computer uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4
Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
Opties voor systeemherstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf
Productherstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
Gebruikershandleiding xi
Page 12
Hoofdstuk 4
Grondbeginselen
Het touchpad/dual-modepad gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
Functie van dual-modepad-knoppen
(Sommige modellen bevatten een dual-modepad) . . . . . . . . . . . . . . 4-2
De webcamera gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3
Het interne modem gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-8
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-9
Schijfstations voor optische media gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . 4-12
CD’s/DVD’s schrijven naar een DVD Super Multi-station dat
opnames op een Double Layer schijf ondersteunt . . . . . . . . . . . . . 4-16
Wanneer u Ulead DVD MovieFactory® for TOSHIBA gebruikt . . . . 4-21
TOSHIBA Disc Creator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-23
Behandeling van schijven/diskettes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
Diskettes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-25
Tv-uit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
Meerdere beeldschermen instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
De computer reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-27
De computer verplaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-27
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1
Functietoetsen F1 ... F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-3
Speciale Windows-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4
Geïntegreerde numerieke toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4
ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-6
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Omstandigheden bij stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Stroomlampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2
Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-5
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-11
TOSHIBA Password-hulpprogramma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-13
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-15
Uit/Inschakelen via LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-15
Systeem in automatische slaapstand/zuinige slaapstand . . . . . . . 6-15
Hoofdstuk 7 HW Setup
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Het HW Setup-venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Gebruikershandleiding xii
Page 13
Hoofdstuk 8
Optionele apparaten
Express-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-1
SD/SDHC-/MMC-/MS-/MS Pro-/xD-geheugenkaarten. . . . . . . . . . . . . 8-3
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-6
Extra accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
Extra netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
Accuoplader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
Televisie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-9
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-15
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-16
Hoofdstuk 9 Probleemoplossing
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-18
Hoofdstuk 10 Vrijwaringsverklaringen
CPU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-1
Hoofdgeheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-2
Levensduur van de accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
Capaciteit van vaste schijf. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
LCD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
GPU (Graphics Processor Unit) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-3
Draadloos LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-4
Pictogrammen die niet van toepassing zijn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-4
Kopieerbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-4
Afbeeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-4
LCD-scherm en vermoeidheid van de ogen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-4
Bijlage A Specificaties
Bijlage B Weergavemodi
Bijlage C Het netsnoer en de voedingsaansluitingen
Bijlage D Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Gebruikershandleiding xiii
Page 14
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe A200-computer. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw A200-computer gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een draagbare computer hebt gewerkt, lees dan eerst de hoofdstukken A200 -
voorzieningen en Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de
voorzieningen, onderdelen en accessoires van de computer. Lees vervolgens Aan de slag voor stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Als u een ervaren computergebruiker bent, dient u dit voorwoord te lezen om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding. Blader daarna de handleiding door om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen in de A200 -
voorzieningen om kennis te maken met de voorzieningen die uniek zijn
voor de computer.
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit tien hoofdstukken, vier bijlagen en een woordenlijst.
Hoofdstuk 1, A200 - voorzieningen, is een overzicht van de speciale voorzieningen, hulpprogramma's en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Aan de slag, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid en het inrichten van uw werkplek. Lees in elk geval de gedeelten over het installeren van het besturingssysteem en het herstellen van de vooraf geïnstalleerde software.
Gebruikershandleiding xiv
Page 15
Hoofdstuk 4, Grondbeginselen, staat vol met instructies over het gebruik van de volgende apparaten: touchpad/dual-modepad, de optische schijfstations, de interne modem, het LAN en het draadloze LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer, diskettes en DVD's/CD-ROM's.
Hoofdstuk 5, Het toetsenbord, beschrijft speciale toetsenbordfuncties zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
Hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, geeft uitvoerige informatie over de stroomvoorzieningen van de computer.
Hoofdstuk 7, HW Setup, geeft een overzicht van het hulpprogramma TOSHIBA HW Setup.
Hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Probleemoplossing, verschaft nuttige informatie over het uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze als de computer niet correct lijkt te werken.
In hoofdstuk 10, Vrijwaringsverklaringen, vindt u informatie over de vrijwaringsverklaringen met betrekking tot de computer.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer. De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
Gebruikershandleiding xv
Page 16
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften (+). Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, dient u de eerste twee toetsen ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de derde toets te drukken.
DISKCOPY A: B: Als in procedures een actie moet worden
uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram of het invoeren van tekst, wordt de naam van het pictogram of wordt de tekst die moet worden ingevoerd, weergegeven in het lettertype dat hier links is afgebeeld.
Beeldscherm
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links
ABC
weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Terminologie
Deze term is in dit document als volgt gedefinieerd:
Start Het woord "Start" verwijst naar de knop in
Microsoft
®
Windows Vista™.
Controlelijst van apparatuur
Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik. Controleer of u de volgende items hebt:
Gebruikershandleiding xvi
Page 17
Hardware
Draagbare personal computer uit de A200-serie
Universele netadapter en netsnoer
USB-diskettestation (geleverd bij sommige modellen)
modulaire kabel voor modem (geleverd bij sommige modellen)
Software
De volgende software die vooraf is geïnstalleerd op uw vaste schijf:
Microsoft® Windows Vista™
DVD-videospeler
TOSHIBA Disc Creator
TOSHIBA Direct Disc Writer
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA Assist
Hulpprogramma TOSHIBA SD-geheugenkaart formatteren*
TOSHIBA Acoustic Silencer
TOSHIBA HW Setup
TOSHIBA Hulpprogramma Value Added Package
TOSHIBA Hulpprogramma voor supervisorwachtwoord
Ulead DVD MovieFactory
Onlinehandleiding
* De beschikbaarheid van deze software is afhankelijk van het
aangeschafte model.
®
Het systeem functioneert wellicht niet correct als u gebruik maakt van stuurprogramma's die niet zijn geïnstalleerd of gedistribueerd door TOSHIBA.
Formatteerprogramma voor SD-geheugenkaarten en andere SD-functies worden verpakt in Hulpprogramma's voor TOSHIBA SD-geheugens. Als u de SD-hulpprogramma's wilt verwijderen, klikt u op Start Control Panel (Configuratiescherm) Uninstall a program (Een programma verwijderen) en selecteert u TOSHIBA SD Memory Utilities (TOSHIBA­hulpprogramma's voor SD-geheugenkaarten).
Gebruikershandleiding xvii
Page 18
Documentatie
Dit is de documentatie die bij uw computer wordt geleverd:
Gebruikershandleiding voor de A200-serie Personal Computer
A200-serie - Aan de slag
Microsoft
sommige modellen)
Instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en
gebruiksomstandigheden
Garantie-informatie
®
Windows Vista™-handleidingenpakket (meegeleverd bij
Back-upmedia en extra software
DVD-ROM Productherstel
DVD Windows Anytime Upgrade (geleverd in sommige gebieden)
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk contact op met uw dealer.
Gebruikershandleiding xviii
Page 19
A200 - voorzieningen
Dit hoofdstuk beschrijft de speciale voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Voorzieningen

Ga naar de website voor uw gebied voor de configuratiegegevens van het model dat u hebt aangeschaft.
Processor
A200 - voorzieningen
Hoofdstuk 1
Afhankelijk van het gekochte model:
Intel
Intel® Core™ Duo-processor of sneller
Intel
Intel® Celeron® M-processor of sneller
®
Core™ 2 Duo-processor of sneller
®
Pentium® Dual Core-processor of
sneller
Vrijwaringsverklaring (CPU)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de CPU.
Chipset
Mobile Intel 945PM/945GM/943GML Express-
chipset
Realtek ALC861D voor High Definition audio-
codec
TI CardReader en 1394a-controller PCI8402
10M/100M LAN-contoller RTL8101E
Gebruikershandleiding 1-1
Page 20
A200 - voorzieningen
Geheugen
Het grafische systeem in uw computer kan een deel van het hoofdgeheugen van de computer gebruiken om de grafische prestaties te verbeteren. Dit vermindert de hoeveelheid systeemgeheugen die voor andere computeractiviteiten beschikbaar is. De hoeveelheid systeemgeheugen die wordt toegewezen om de grafische prestaties te verbeteren, hangt af van het grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren.
Sleuf Twee DDRII SO-DIMM's van maximaal 4 GB met
Intel 945PM/GM-chipset of van maximaal 2 GB met Intel 943GML-chipset; kunnen via de sleuf voor geheugenuitbreiding worden toegevoegd.
De hoeveelheid systeemgeheugen die u maximaal kunt toevoegen, hangt af van het aangeschafte model.
L2-cache Afhankelijk van het gekochte model.
Intel
Intel
Intel® Pentium® Dual Core-processor met
Intel
Video-RAM Afhankelijk van het gekochte model:
NVIDIA GeForce Go 7300, maximaal 256-MB
®
Core™ 2 Duo-processor met 4-MB of
2-MB L2-cache
®
Core™ Duo-processor met 2-MB
L2-cache
2-MB L2-cache
®
Merom Celeron® M-processor met
1-MB L2-cache.
VRAM (GDDR2)
BIOS
1 MB Flash ROM voor systeem-BIOS
Wachtstand naar geheugen of vaste schijf
Verschillende sneltoetsfuncties voor
systeembeheer
Volledige ACPI 1.0b-functionaliteit
Gebruikershandleiding 1-2
Page 21
A200 - voorzieningen
Voeding
Accu-eenheid Lithium-Ion smart accu-eenheid (3 cellen) van
10,8V/2000mAh* Lithium-Ion smart accu-eenheid (6 cellen) van
10,8V/4000mAh Li-Ion smart accu-eenheid (9 cellen) met een
capaciteit van 10,8V/6000mAh Oplaadtijd tot 100% accucapaciteit is circa 12 uur
of meer (met systeem ingeschakeld). Oplaadtijd tot 100% accucapaciteit is circa 4 uur
(met systeem uitgeschakeld). De ontlaadtijd in de slaapstand bedraagt circa
1,5 dag voor de accu met 9 cellen, 1 dag voor de accu met 6 cellen en een halve dag voor de accu met 3 cellen.
Ontladingstijd in afsluitmodus is circa 1 maand. * De beschikbaarheid van deze accu is
afhankelijk van het aangeschafte model.
Vrijwaringsverklaring (levensduur accu)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de levensduur van de accu.
RTC-batterij De computer heeft een interne batterij voor de
RTC (Real Time Clock), de kalender en de informatie voor het instellen. Zonder externe voedingsbron gaat deze batterij gemiddeld een maand mee.
Netadapter De universele netadapter voorziet het systeem
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De adapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer.
Diskettestations
Extern USB-diskettestation (hangt af van het gekochte model)
Gebruikershandleiding 1-3
Page 22
A200 - voorzieningen
Touchpad/Dual Mode-pad
Met een touchpad/Dual Mode-pad en de besturingsknoppen in de polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen.
Het Dual Mode-pad is een touchpad dat normale touchpadfuncties biedt in de standaardmodus en overschakelt naar een Dual Mode-interface wanneer op de rechterbovenhoek van het touchpad wordt getikt. Als u weer op dezelfde hoek tikt, wordt de normale aanwijsmodus hersteld.
De volumeregelaar aan de rechterkant van het touchpad en de afdrukknop functioneren mogelijk niet bij een aantal toepassingen.
Beeldscherm
15,4-inch TFT-scherm met een resolutie van 1280 horizontale × 800 verticale pixels
Vrijwaringsverklaring (LCD)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de LCD.
Grafische controller
Intel 945GM/943GML
NVIDIA GeForce Go 7300
(De chipset van de grafische controller is afhankelijk van het aangeschafte model)
De grafische controller maximaliseert de prestaties van het beeldscherm. Raadpleeg het gedeelte Weergavemodi in bijlage B voor meer informatie.
Vrijwaringsverklaring (GPU - Graphics Processor Unit)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de GPU (Graphic Processor Unit).
Stations/schijven
Vaste schijf 2,5-inch vaste schijf
Gebruikershandleiding 1-4
(60/80/120/160/200 + 200 GB) 2,5-inch vaste schijf van 12,5 mm
(250/300 GB) Seriële ATA 1.0
Page 23
A200 - voorzieningen
Vrijwaringsverklaring (capaciteit van de vaste schijf)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de vaste­schijfcapaciteit.
Computers in deze serie kunnen worden geconfigureerd met meerdere typen optische schijfstations. Wend u tot uw dealer voor meer informatie over de beschikbare optische schijfstations. Raadpleeg hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor meer informatie over het gebruik van het optische
schijfstation.
Sleuven (afhankelijk van de configuratie)
Kaart voor meerdere digitale media (SD/SDHC/MMC /MS/MS Pro/xD)
Express-kaart De Express-kaartuitbreidingssleuf biedt ruimte
Door middel van deze sleuf kunt u gemakkelijk gegevens overbrengen van apparaten, bijvoorbeeld digitale camera’s en PDA’s (Personal Digital Assistants), die gebruikmaken van flashgeheugen.
U kunt ook een geheugenmodule in deze sleuf plaatsen.
aan twee standaardmodules: een ExpressCard/34-module en een ExpressCard/54-module. Een Express­kaartmodule is een kleine uitbreidingskaart met een PCI Express- en Universal Serial Bus (USB)­interface.
Poorten (afhankelijk van configuratie)
Externe monitor De 15-pens analoge VGA-poort ondersteunt
Universal Serial Bus De computer heeft vier USB 2.0-compatibele
i.LINK (IEEE1394a) Deze poort ondersteunt snelle, rechtstreekse
Tv-out De 4-pens S-Video-poort is compatibel met de
VESA DDC2B-compatibele functies.
Universal Serial Bus-poorten, die gegevensoverdrachtsnelheden ondersteunen die ruim 40 maal hoger zijn dan met USB 1.1 (eveneens door deze computer ondersteund).
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten zoals digitale videocamera’s.
PAL- of NTSC-standaard voor tv en ondersteunt Macrovision 7.02-kopieerbeveiliging.
Gebruikershandleiding 1-5
Page 24
Multimedia
A200 - voorzieningen
Webcamera met geïntegreerde
Foto's of videobeelden opnemen/verzenden met deze geïntegreerde webcamera.
microfoon (afhankelijk van configuratie)
Geluidssysteem Het geïntegreerde, Windows
®
-compatibele geluidssysteem biedt ondersteuning voor zowel interne luidsprekers als aansluitingen voor een externe microfoon en hoofdtelefoons.
Hoofdtelefoonaansluit ing
Er is een standaard 3,5-mm stereobus voor aansluiting van een externe hoofdtelefoon of luidsprekers.
Microfoonaansluiting Op de standaard 3,5-mm mini-microfoonbus kan
een monomicrofoon worden aangesloten.
Communicatie (afhankelijk van de configuratie)
Modem De ingebouwde modem voorziet in gegevens- en
faxcommunicatie. Het ondersteunt de V.90- of V.92-standaarden (afhankelijk van de regio) en heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. De snelheid van gegevens- en faxverzending is afhankelijk van de omstandigheden van de analoge telefoonlijn.
LAN De computer heeft ingebouwde ondersteuning
voor Ethernet LAN (10 Mbps, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 Mbps, 100BASE-TX).
Draadloos LAN De computer heeft een ingebouwde minikaart
voor draadloze LAN's die compatibel is met andere LAN-systemen die ondersteuning bieden voor het volgende: 802.11a/b/g/n draadloze LAN-module/ 802.11a/b/g draadloze LAN-module/802.11b/g draadloze LAN-module. Tevens ondersteunt de kaart frequentiebandselectie (2,4 of 5 GHz) en zwerven ("roaming") over meerdere kanalen.
Bluetooth Bluetooth is een draadloze technologie voor
overbrugging van korte afstanden om PAN's (Personal Area Networks) tussen apparaten te maken, zoals mobiele computers, mobiele telefoons en digitale camera's.
Gebruikershandleiding 1-6
Page 25
Beveiliging
Beveiligingsslot

Speciale voorzieningen

De volgende functies zijn ofwel uniek voor Toshiba-computers ofwel geavanceerde functies, waardoor de computer handiger is in gebruik.
A200 - voorzieningen
Wachtwoordbeveiliging voor opstarten Wachtwoordarchitectuur met twee niveaus
Hiermee kan de computer door middel van een optioneel beveiligingsslot aan een bureau of ander groot, zwaar voorwerp worden verankerd.
TOSHIBA Value Added Package
Beeldscherm automatisch uitschakelen
Automatisch uitschakelen van vasteschijfstation
Systeem in automatische slaapstand/zuinige slaapstand
Geïntegreerde numerieke toetsen
Door middel van deze toetscombinaties kunt u de systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een systeemconfiguratieprogramma te hoeven gebruiken.
Met deze functie wordt de stroom naar het interne beeldscherm automatisch stopgezet als het toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de tijdsperiode opgeven in de opties voor energiebeheer.
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste schijf automatisch stopgezet als een bepaalde tijd lang geen vasteschijfactiviteit heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt. U kunt de tijdsperiode opgeven in de opties voor energiebeheer.
Met deze functie wordt het systeem automatisch in de slaapstand of de zuinige slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. U kunt de tijdsperiode opgeven en een keuze maken uit System Sleep (Systeem in slaapstand) en System Hibernate (Systeem in zuinige slaapstand) in de opties voor energiebeheer.
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde numerieke toetsen. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik
van deze toetsen.
Gebruikershandleiding 1-7
Page 26
A200 - voorzieningen
Wachtwoord voor opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging: supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u voorkomen dat onbevoegden uw computer gebruiken.
Battery Save Mode (energiebesparingsm odus)
Met deze voorziening kunt u accuenergie besparen. U kunt het niveau van het energiebeheer opgeven in de opties voor energiebeheer.
Instant Security (directe beveiliging)
Met een speciale sneltoets kunt u de computer blokkeren. Deze functie dient voor gegevensbeveiliging.
In-/uitschakelen via LCD (Panel power on/off)
Met deze functie wordt de stroom naar de computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD wordt geopend. U kunt deze instelling opgeven in de opties voor energiebeheer.
Low Battery Automatic Hibernation (automatische slaapstand bij lage acculading)
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. U kunt deze instelling opgeven in de opties voor energiebeheer.
Zuinige slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden. Raadpleeg de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de slag, voor bijzonderheden.
Slaapstand In de slaapstand blijft de computer ingeschakeld,
maar worden de processor en alle andere apparaten feitelijk in een slaapstand gezet. Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-lampje oranje. De computer wordt in de slaapstand gezet ongeacht de instelling voor de zuinige slaapstand. Raadpleeg de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de slag, voor bijzonderheden.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat. In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Gebruikershandleiding 1-8
Page 27

TOSHIBA Value Added Package

In dit gedeelte worden de functies van TOSHIBA Component beschreven die vooraf zijn geïnstalleerd op de computer.
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA Button Support
TOSHIBA PC Diagnostic Tool
TOSHIBA Flash Cards Dit hulpprogramma ondersteunt de volgende
TOSHIBA Components Common Driver
TOSHIBA Accessibility (Toegankelijkheid)
TOSHIBA Zooming Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen
TOSHIBA Power Saver voorziet u van de functies voor het beheer van de stroomvoorziening.
Met dit hulpprogramma kunt u de knoppen van de computer gebruiken. U kunt instellen welke toepassing met de knop wordt gestart.
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma toont basisgegevens over de configuratie van de computer en biedt de mogelijkheid de functionaliteit van bepaalde ingebouwde hardwareapparaten in de computer te testen.
functies:
Sneltoetsfunctie
Functie voor het starten van het TOSHIBA-
hulpprogramma.
TOSHIBA Components Common Driver bevat de module die nodig is voor het hulpprogramma dat TOSHIBA biedt.
Het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility biedt ondersteuning voor gebruikers met bewegingsbeperkingen wanneer ze de TOSHIBA-sneltoetsfuncties willen gebruiken. Met dit hulpprogramma kunt u de Fn-toets vastzetten. U drukt dan eenmaal op de Fn-toets, laat de toets los en drukt op een van de functietoetsen (F-toetsen) om de functie ervan te activeren. De Fn-toets blijft in dit geval actief totdat een andere toets wordt ingedrukt.
op het bureaublad vergroten of verkleinen en het zoompercentage instellen voor specifieke ondersteunde toepassingen.
A200 - voorzieningen

Hulpprogramma's en toepassingen

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de on line handleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt verkrijgen.
Gebruikershandleiding 1-9
Page 28
A200 - voorzieningen
DVD-videospeler
De DVD-speler heeft een scherminterface en ­functies voor het afspelen van DVD-videoschijven.
TOSHIBA ConfigFree ConfigFree is een programmapakket waarmee
communicatieapparaten en netwerkverbindingen op simpele wijze kunnen worden beheerd. Met ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken.
U start ConfigFree door in Windows op Start te klikken, achtereenvolgens Alle programma's, TOSHIBA en Networking aan te wijzen en op ConfigFree te klikken.
TOSHIBA Disc Creator
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen maken: audio-CD's die op een gewone stereo­CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data­CD's voor het opslaan van de bestanden en mappen op uw vaste schijf. Deze software kan alleen worden gebruikt op modellen met een CD-RW/DVD-ROM-station of een DVD Super Multi-station.
TOSHIBA DVD-RAM Utility
TOSHIBA DVD-RAM Utility zorgt voor de fysieke indeling van en schrijfbeveiligingsfunctie voor DVD-RAM. Dit hulpprogramma vindt u in de installatiemodule van TOSHIBA Disc Creator. U kunt het TOSHIBA DVD-RAM Utility als volgt starten via de menubalk. Start All Programs (Alle programma's) TOSHIBA CD&DVD Applications (Cd- en DVD-toepassingen) DVD-RAM Utility.
TOSHIBA Hardware Setup
Met dit programma kunt u uw hardware­instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt. Als u het hulpprogramma wilt openen, klikt u op Start, wijst u achtereenvolgens All Programs (Alle programma’s), TOSHIBA en Utilities (Hulpprogramma's) aan en klikt u op HWSetup.
Geluiddemper voor cd/dvd-station
Met dit hulpprogramma kunt u de leessnelheid van het CD-station configureren. U kunt de normale modus of de stille modus configureren. In de normale modus werkt het station op maximale snelheid voor een snelle toegang tot gegevens en in de stille modus kunt u op single speed geruislozer naar CD's luisteren. Het heeft geen invloed op het DVD-station.
Ulead DVD MovieFactory TOSHIBA
®
voor
U kunt digitale video's bewerken en een DVD-video maken. De Label Flash-functie wordt tevens ondersteund.
Gebruikershandleiding 1-10
Page 29
A200 - voorzieningen

Opties

Windows Mobility Center
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties toe te voegen. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenmodules Er kunnen twee geheugenmodules in de
Gebruik alleen PC4200- of PC5300*-compatibele DDRII­geheugenmodules. Neem contact op met uw TOSHIBA-dealer voor meer informatie.
* De beschikbaarheid van DDRII is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Mobility Center is een hulpprogramma voor een snelle toegang tot verscheidene mobiele-pc­instellingen in één venster. Het besturingssysteem biedt standaard maximaal acht tegels en er worden nog eens twee tegels toegevoegd aan uw Mobility Center.
Computer vergrendelen:
dit kan worden gebruikt om uw computer te vergrendelen zonder dat u de computer hoeft uit te schakelen. Dit is dezelfde functie als de vergrendel knop onder in het rechterdeelvenster van het menu Start.
TOSHIBA Assist:
Hiermee kunt u TOSHIBA Assist openen als dit al op uw computer is geïnstalleerd.
computer worden geïnstalleerd.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij uw
TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserve­exemplaar gebruiken, zodat u langer met uw computer kunt werken.
Accu-eenheid met hoge capaciteit
Netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
USB-diskettestation Hiermee kunt u een diskettestation op de
Gebruikershandleiding 1-11
U kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij uw TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserve­exemplaar gebruiken, zodat u langer met uw computer kunt werken.
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
computer aansluiten door middel van een USB-kabel.
Page 30
Rondleiding
1. Logo op voorrand*
2. DC IN-lampje
3. Aan/uit-lampje
4. Accu-lampje
5. Lampje voor vaste schijf
6. Lampje voor de sleuf voor meerdere digitale mediakaarten*
7. Schakelaar voor draadloze communicatie*
8. Draadloze­communicatielampje*
9. Kaartsleuf voor meerdere digitale media*
10. Microfoonaansluiting
11. Hoofdtelefoonaansluiting
12. Volumeregelaar
6
87 9
3 42 5
10 11 12
1
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.
Bepaalde soorten notebookchassis zijn ontworpen om alle mogelijke configuraties voor een volledige productserie te huisvesten. Uw geselecteerde model heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties die corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het notebookchassis, tenzij u voor al deze voorzieningen hebt gekozen.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm gesloten.
Rondleiding
Hoofdstuk 2
Gebruikershandleiding 2-1
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Page 31
Rondleiding
Logo op voorrand* Logo op voorrand geeft het serienummer aan van
de computer die u hebt aangeschaft. (De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
DC-IN-lampje Het DC-IN-lampje brandt wanneer de computer is
aangesloten op de netadapter, die op zijn beurt aan een voedingsbron is gekoppeld.
Aan/uit-lampje Bij normaal gebruik brandt het aan/uit-lampje
blauw (afhankelijk van het gekochte model). Het lampje knippert oranje wanneer het systeem in de slaapstand staat en het lampje is uit wanneer de computer is uitgeschakeld of in de zuinige slaapstand staat.
Accu-lampje Het Accu-lampje geeft het ladingsniveau van de
accu aan. Het lampje brandt blauw (afhankelijk van het gekochte model) als de accu volledig is geladen. Het lampje brandt oranje wanneer de accu door de netadapter wordt opgeladen. Het knippert oranje wanneer de accu bijna leeg is.
Lampje voor vaste schijf
Het lampje voor de vaste schijf geeft aan of de vaste schijf wordt gebruikt. Telkens wanneer de computer een programma uitvoert, een bestand opent of een andere functie verricht waarbij de vaste schijf wordt gebruikt, gaat dit lampje branden.
Lampje voor kaartsleuf voor meerdere digitale media*
Het Lampje voor de sleuf voor meerdere digitale mediakaarten gaat branden als er toegang tot een geplaatste mediakaart wordt gezocht.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
Schakelaar voor draadloze communicatie*
Met de schakelaar voor draadloze communicatie wordt de zender/ontvanger van het draadloze netwerk ingeschakeld. Het draadloze­communicatielampje brandt ten teken dat de draadloze netwerkfunctie is ingeschakeld.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
Draadloze­communicatielampje*
Geeft aan of de draadloze apparaten actief zijn. (De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Gebruikershandleiding 2-2
Page 32
Rondleiding
1. USB-poorten (Universal Serial Bus)
2. Modempoort*
3. Optisch station
4. Lampje voor optisch station
5. Uitwerpknop
6. Nooduitwerpgaatje
7. DC IN-poort
8. Beveiligingsslot
2 3 41 5 6 7 8
Kaartsleuf voor meerdere digitale media*
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een
Hoofdtelefoonaansluit ing
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Met de sleuf voor meerdere digitale mediakaarten kunt u mediakaarten van digitale fotocamera’s en verschillende soorten draagbare gegevensapparaten gebruiken.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
standaard drie-aderige miniplug voor niet­stereofonische microfooninvoer worden aangesloten.
Op de hoofdtelefoonbus kunt u een stereohoofdtelefoon of andere audio­uitvoerapparatuur zoals externe luidsprekers aansluiten. Als u een hoofdtelefoon of een ander apparaat op deze bus aansluit, worden de interne luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
stereoluidsprekers of hoofdtelefoon in te stellen.
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Rechterkant van de computer
USB-poorten (Universal Serial Bus)
Via de Universal Serial Bus-poorten (compatibel met USB 2.0 en 1.1) kunt u USB-apparaten zoals toetsenborden, muizen, vaste schijven, scanners
Gebruikershandleiding 2-3
en printers op de computer aansluiten.
Page 33
Rondleiding
1. RGB-monitorpoort
2. Luchtopeningen
3. TV Out-poort*
4. LAN-aansluiting
5. USB-poorten (Universal Serial Bus)
6. Sleuf voor Express-kaart voor sleuf voor Cardbus-kaart*
7. i.LINK-poort (IEEE1394a)*
1 3 4 52 76
Modempoort* In regio’s waar standaard een interne modem
wordt geïnstalleerd, kunt u met een modemkabel via deze aansluiting het modem rechtstreeks aansluiten op een telefoonlijn.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
Optisch station De computer is uitgerust met een optisch-
stationsmodule van volledige grootte waarin u schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter kunt uitvoeren. Raadpleeg het gedeelte Schijven/stations in dit hoofdstuk voor technische specificaties voor elk station, en hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor informatie over het gebruik van het station en het omgaan met schijven.
Lampje voor optisch schijfstation
Dit lampje geeft aan wanneer het optische schijfstation wordt gebruikt.
Ejectknop Hiermee wordt het optische schijfstation geopend.
Noodejectgaatje Een back-up voor de uitwerpknop.
DC IN-poort Op de DC-IN-poort sluit u de netadapter aan.
Beveiligingsslot U kunt een optionele beveiligingskabel op deze
aansluiting bevestigen om uw computer aan een bureau of ander groot voorwerp te verankeren en tegen diefstal te beschermen.

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
Gebruikershandleiding 2-4
model.
Linkerkant van de computer
Page 34
Rondleiding
RGB-monitorpoort Via deze 15-pens poort kunt u een extern
beeldscherm op de computer aansluiten.
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
Om oververhitting van de CPU te voorkomen dient u ervoor te zorgen dat de luchtopening niet worden geblokkeerd.
TV Out-poort* Sluit een 4-pens S- videokabel aan op deze poort
om een NTSC- of PAL-televisiesignaal uit te voeren.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
LAN-poort Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 Mbps, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 Mbps, 100BASE-TX). De LAN-status wordt aangegeven met twee lampjes op de bus.
USB-poorten (Universal Serial Bus)
Sleuf voor Express­kaart voor sleuf voor Cardbus-kaart*
i.LINK-poort (IEEE1394a)
Via de Universal Serial Bus-poorten (compatibel met USB 2.0 en 1.1) kunt u USB-apparaten zoals toetsenborden, muizen, vaste schijven, scanners en printers op de computer aansluiten.
In deze sleuf kunt u een Express Card plaatsen. Een Express Card is een kleine, modulaire, toevoegbare kaart met een PCI Express- en Universal Serial Bus (USB)-interface. De maximale overdrachtssnelheid is 2,5 Gbps. Typen van 34 mm en 54 mm worden beide ondersteund.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
Op deze poort kunt u een extern apparaat aansluiten, bijvoorbeeld een digitale videocamera voor snelle gegevensoverdracht.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)

Achterkant

In de volgende afbeelding ziet u het achterkant van de computer.
De achterkant van de computer
Gebruikershandleiding 2-5
Page 35

Onderkant

1. Geheugenuitbreidingssleuf
2. Vaste schijf 1
3. Vergrendeling van de accu-eenheid
4. Accu-eenheid
5. Accuvergrendelingsschuif
6. Ventilatieopening
7. Vaste schijf 2
5
1
3
6
4
7
2
De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
Rondleiding
De onderkant van de computer
Geheugenuitbreiding ssleuf
In deze sleuf kunt u een geheugenmodule installeren om het computergeheugen uit te breiden. Raadpleeg de paragraaf
Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 8, Optionele
Vaste schijf 1 Op vaste schijven kunt u gegevens, bestanden en
apparaten.
programma's opslaan.
Vaste schijf 2* Op vaste schijven kunt u gegevens, bestanden en
programma's opslaan. (De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
Vergrendeling van de accu-eenheid
Als u deze vergrendeling naar de vergrendelstand schuift, kan de accu-eenheid niet worden losgemaakt, zelfs niet als u de accuvergrendelingsschuif open probeert te zetten.
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden voor
Gebruikershandleiding 2-6
uitgebreide informatie over de accu-eenheid.
Page 36
Rondleiding
1. Beeldscherm
2. Linker- en rechterluidspreker
3. Touchpad/Dual-modepad
4. Bedieningsknoppen voor touchpad
5. Aan/uit-knop
6. Internetknop*
7. CD/DVD-knop*
8. Knop Afspelen/Pauze*
9. Knop Stoppen/Uitwerpen*
10. Knop Vorige*
11. Knop Volgende*
12. Aan/uit-lampje webcamera*
13. Webcamera in combinatie met geïntegreerde microfoon*
1
5
6
7
8
9
11
3
4
13
2
10
12
Accuvergrendelingss chuif
Als de vergrendeling van de accu-eenheid in de ontgrendelde stand staat, kunt u deze schuif opzij duwen om de accu-eenheid te verwijderen.
Ventilatieopening De luchtopening dient om de CPU te beschermen
tegen oververhitting.
Om oververhitting van de CPU te voorkomen dient u ervoor te zorgen dat de luchtopeningen niet worden geblokkeerd.

Voorkant met het beeldscherm geopend

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het beeldscherm geopend. Als u het beeldscherm wilt openen dient u de vergrendelingsschuif op de voorkant van het beeldscherm naar rechts te duwen en het scherm omhoog te kantelen. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Gebruikershandleiding 2-7
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
model.
De voorkant met geopend beeldscherm
Page 37
Rondleiding
Beeldscherm Op het LCD-scherm worden contrastrijke tekst en
afbeeldingen weergegeven met een resolutie van 1280 × 800 pixels. Raadpleeg bijlage B,
Weergavemodi, voor nadere informatie. Als de
computer door de accu wordt gevoed, ziet het scherm er minder helder uit dan bij gebruik van de netadapter. Dit is normaal en zo ontworpen om accuenergie te besparen.
Gebruik een schermbeveiligingsprogramma (screen saver) als u niet met de computer werkt om de levensduur van het beeldscherm te verlengen.
Linker en rechter luidspreker
Touchpad/Dual­modepad
De computer heeft twee luidsprekers voor weergave van stereogeluid.
Het Touchpad/Dual-modepad-aanwijsapparaat bevindt zich in het midden van de polssteun en kan worden gebruikt om de schermaanwijzer te verplaatsen. Raadpleeg de paragraaf Het
touchpad/dual-modepad gebruiken in
Hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Bedieningsknoppen voor touchpad
Met de besturingsknoppen onder het Touchpad/Dual-modepad kunt u menuopties selecteren en bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer in en uit
te schakelen. De aan/uit-knop bevat een lampje dat blauw brandt (afhankelijk van het gekochte model) als het systeem is ingeschakeld.
Internet-knop* Druk op deze knop om een Internet-browser te
starten. Als u deze knop indrukt terwijl de computer is uitgeschakeld, wordt in één stap automatisch de computer aangezet en de browser gestart.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
CD/DVD-knop* Met een druk op deze knop start u een toepassing
waarmee u een CD/DVD kunt afspelen. De toepassing die wordt gestart, verschilt per
model: Windows Media Player/DVD-videospeler. (De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Gebruikershandleiding 2-8
Page 38
Rondleiding
Cursormodus Numerieke
modus
Caps Lock
Knop Afspelen/Pauze* Druk op deze knop om te beginnen met het
afspelen van een audio-CD, DVD-film of digitale audiobestanden. Deze knop fungeert tevens als pauzeknop.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
Stop* Hiermee wordt het afspelen van de CD, DVD of
digitale audio stopgezet. (De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Knop Vorige* Hiermee gaat u terug naar het vorige nummer,
hoofdstuk of digitale bestand. Zie hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor meer informatie.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
Knop Volgende* Hiermee gaat u vooruit naar het volgende
nummer, hoofdstuk of digitale bestand. Zie hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
Aan/uit-lampje webcamera*
Het aan/uit-lampje van de webcamera geeft aan of de webcamera werkt of niet.
(De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.)
Webcamera* Maak een foto of verzend de afbeelding naar
internetcontactpersonen. (De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Als in Windows® Media Player de optie Willekeurig (Random) of Willekeurige volgorde (Shuffle) is geselecteerd, gaat u naar een willekeurige selectie wanneer u Volgende of Vorige selecteert.

Toetsenbordlampjes

Gebruikershandleiding 2-9
Page 39
Cursormodus Als het lampje van de cursormodus blauw brandt,
Numerieke modus U kunt de geïntegreerde numerieke toetsen
Caps Lock Het Caps Lock-lampje gaat branden wanneer u

Optisch station

De computer heeft een DVD Super Multi-station met Double Layer dat dubbellaagse DVD±R's ondersteunt. Voor het aansturen van deze optische stations wordt een ATAPI-interface-controller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een schijf, gaat het lampje op het station branden.
Rondleiding
kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de toetsen met de lichtgrijze opschriften) als cursortoetsen gebruiken. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
(toetsen met lichtgrijs label) gebruiken voor het invoeren van cijfers als het lampje voor de numerieke modus brandt in de kleur blauw. Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde
numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord.
op de toets Caps Lock drukt. In dat geval wordt bij het indrukken van een lettertoets een hoofdletter weergegeven.
Regiocodes voor DVD-stations en media
Het schijfstation en de media worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-Video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor de regio van uw station.
Code Regio
1 Canada, Verenigde Staten
2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten
3 Zuidoost-Azië, Oost-Azië
4 Australië, Nieuw Zeeland, Stille-Oceaaneilanden, Midden-
Amerika, Zuid-Amerika, Caraïbisch gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-Korea, Mongolië
6 China
Gebruikershandleiding 2-10
Page 40
Rondleiding
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven beschreven. Controleer de specificaties van uw station om te zien welke typen schijven het kan beschrijven. Gebruik TOSHIBA Disc Creator voor het beschrijven van CD's. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
CD's
CD-R-schijven kunnen slechts eenmaal worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meer dan één keer
worden beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of high-speed schijven (4x tot 10x). De schrijfsnelheid van ultra-speed CD-RW's is maximaal 24-speed.
DVD's
DVD-R's en DVD+R's kunnen slechts één keer worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
DVD Super Multi-station met ondersteuning voor dubbellaags ±R
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte (die een ±R Double Layer-module ondersteunt) kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare schijven vastleggen en schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen zonder een adapter te gebruiken.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
DVD lezen 8-speed (maximaal) DVD-R schrijven 8-speed (maximaal) DVD-RW schrijven 6-speed (maximaal) DVD+R schrijven 8-speed (maximaal) DVD+RW schrijven 8-speed (maximaal) DVD-RAM schrijven 5-speed (maximaal) CD lezen 24-speed (maximaal) CD-R schrijven 24-speed (maximaal) CD-RW schrijven 16-speed (maximaal, ultra-speed media) DVD+R (DL) schrijven 4-speed (maximaal) DVD-R (DL) schrijven 4-speed (maximaal)
Dit station is niet compatibel met schijven die schrijven met 8-speed of sneller (DVD-R en DVD+R met Single Layer), 6-speed of sneller (DVD-RW), 8-speed of sneller (DVD+RW), 5-speed (DVD-RAM) of ultra­speed of sneller (CD-RW).
Gebruikershandleiding 2-11
Page 41

Netadapter

De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en vermindert de spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 Volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. Om de accu op te laden sluit u de netadapter eenvoudig aan op een voedingsbron en op de computer. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, voor meer informatie.
Rondleiding
Netadapter (2-pins stekker)
Netadapter (3-pins stekker)
Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitvoer voor de computer bedraagt 19 Volt.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd of een netadapter die door TOSHIBA is gecertificeerd.
Gebruikershandleiding 2-12
Page 42
Aan de slag
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt productaansprakelijkheid toegelicht.
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De stroom inschakelen
De computer voor het eerst opstarten
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf
Productherstel.
Aan de slag
Hoofdstuk 3
Lees in elk geval het gedeelte De computer voor het eerst opstarten zorgvuldig door; hierin wordt beschreven welke handelingen u moet uitvoeren wanneer u de computer voor het eerst inschakelt.

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien. De netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen 100 en 240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het opladen van
de accu-eenheid met de netadapter.
Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitvoer voor de computer bedraagt 19 Volt.
Gebruikershandleiding 3-1
Page 43
Aan de slag
1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
Het netsnoer aan op de netadapter aansluiten
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de
DC IN-gelijkstroomingangspoort op de achterkant van de computer.
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan. De accu- en DC IN-
lampjes op de voorzijde van de computer moeten gaan branden.
Als u de netadapter wilt ontkoppelen, kunt u de omgekeerde procedure uitvoeren van het aansluiten van de netadapter. Houd een deel van de gelijkstroomuitgangsstekker vast en trek er vervolgens aan als u de gelijkstroomuitgangsstekker uit het stopcontact wilt halen.

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal kijkgemak.
1. Druk op de schermvergrendeling op de voorkant van de computer.
Het beeldscherm openen
Gebruikershandleiding 3-2
Page 44
2. Kantel het scherm omhoog en zet het in de stand waar u er het beste zicht op hebt.
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.

De stroom inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf De computer voor het eerst opstarten in dit hoofdstuk.
1. Controleer of het USB-diskettestation leeg is als er een dergelijk station is aangesloten. Als het station een diskette bevat, dient u op de uitwerpknop te drukken en de diskette te verwijderen.
2. Open het beeldscherm.
3. Druk op de aan/uit-knop van de computer en laat deze weer los.
Aan de slag
De stroom inschakelen

De computer voor het eerst opstarten

Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het opstartscherm van Windows Vista™. Volg de aanwijzingen op elk scherm. Tijdens de configuratie kunt u op de knop Ter ug klikken om terug te keren naar het vorige scherm.
Vergeet niet om de Windows-gebruiksrechtovereenkomst zorgvuldig door te lezen.
Gebruikershandleiding 3-3
Page 45

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende drie modi: Shut down (Boot) Mode (Afsluitmodus (ofwel opstartmodus)), Hibernation Mode (Zuinige slaapstand) of Sleep Mode (Slaapstand).
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen, en de volgende keer zal bij het inschakelen van de computer het hoofdscherm van het besturingssysteem worden weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of een opslagmedium.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD of diskette).
Zorg dat het lampje voor de vaste schijf uit staat. Als u de computer
uitschakelt terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
Schakel nooit de stroom uit wanneer er een toepassing wordt
uitgevoerd. Dit kan tot gegevensverlies leiden.
Schakel nooit de stroom uit, koppel nooit een extern opslagapparaat
los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
Aan de slag
3. Klik op Start en vervolgens op de pijlknop ( ) bij de knoppen voor energiebeheer ( ) en selecteer de afsluitmodus in het menu.
4. Schakel alle op uw computer aangesloten randapparatuur uit.
Schakel de computer of randapparatuur niet direct weer in, maar wacht even om schade aan de randapparatuur te voorkomen.
Sleep Mode (Slaapstand)
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te zetten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
Gebruikershandleiding 3-4
Page 46
Aan de slag
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de
slaapstand gezet conform de instellingen in het dialoogvenster Power Options (Energiebeheer).
Als u de computer uit de slaapstand wilt halen, drukt u op de aan/uit-
knop of drukt u op een willekeurige toets. Vergeet niet dat de laatste methode alleen werkt op het ingebouwde toetsenbord als de optie Wake-up on Keyboard (Activering op toetsenbord) is ingeschakeld in HW Setup.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Power Options (Energiebeheer). U moet daarbij wel in de gaten houden dat de computer door deze configuratie niet langer compatibel is met de Energy Star-richtlijnen.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de zuinige
slaapstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de slaapstandfunctie van het systeem.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand inschakelen
U kunt de slaapstand ook inschakelen als u drukt op Fn + F3. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 3-5
Page 47
Aan de slag
U kunt de slaapstand op een van de volgende drie manieren activeren:
1. Klik op Start en vervolgens op de slaapknop ( ) bij de knoppen voor energiebeheer ( ), of klik op de pijlknop ( ) en selecteer Sleep (Slaapstand) in het menu.
2. Sluit het LCD-scherm van de computer. Zorg ervoor dat deze functie is ingeschakeld - zie Power Options (Energiebeheer) (om dit te openen, klikt u op Start, Control Panel (Configuratiescherm), gevolgd door System and Maintenance (Systeem en onderhoud) en klikt u vervolgens op Power Options (Energiebeheer)).
3. Druk op de aan/uit-knop. Zorg ervoor dat deze functie is ingeschakeld ­zie Power Options (Energiebeheer) (om dit te openen, klikt u op Start,
Control Panel (Configuratiescherm), gevolgd door System and Maintenance (Systeem en onderhoud) en klikt u vervolgens op Power Options (Energiebeheer). Selecteer daarna Choose what closing the lid does (Kies wat er gebeurt als u het scherm sluit)).
Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer zich in de slaapstand bevindt, gaat het aan/uit-
lampje oranje knipperen.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de bedrijfstijd verlengen
door af te sluiten in de zuinige slaapstand, aangezien de slaapstand meer energie gebruikt als de computer uit staat.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Slaapstand
De zuinige slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld als de computer weer wordt ingeschakeld. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt
de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan de gegevens verloren. Wacht tot het vaste-schijf lampje uitgaat.
Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens verloren.
Gebruikershandleiding 3-6
Page 48
Aan de slag
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De zuinige slaapstand starten
U kunt de zuinige slaapstand ook inschakelen als u drukt op Fn + F4. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de slaapstand in te schakelen:
1. Klik op Start.
2. Klik op de pijlknop ( ) bij de knoppen voor energiebeheer ().
3. Selecteer Hibernate (Zuinige slaapstand) in het menu.
Automatische slaapstand
De computer wordt automatisch in de zuinige slaapstand gezet wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik in Windows op Start en vervolgens op Control Panel (Configuratiescherm).
2. Klik op System and Maintenance (Systeem en onderhoud) en vervolgens op Power Options (Energiebeheer).
3. Klik op Choose what the power buttons do (Kies wat de aan/uit-knop doet) of Choose what closing the lid does (Kies wat er gebeurt als u het scherm sluit).
4. Activeer de gewenste zuinige slaapstandinstelling voor When I press
the power button (Als ik op de aan/uit-knop druk) of When I close the lid (Als ik het scherm sluit).
5. Klik op de knop Save changes (Wijzigingen opslaan).
Gegevensopslag in de zuinige slaapstand
Zodra u de computer in de zuinige slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze periode brandt het lampje voor de vaste schijf.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Gebruikershandleiding 3-7
Page 49
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.

Computer opnieuw opstarten

In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Als u de computer opnieuw moet opstarten, zijn er drie manieren om dit te doen:
1. Klik op Start en vervolgens bij de energiebeheerknoppen ( ) op de pijltoets ( ), en selecteer Restart (Opnieuw opstarten) in het menu.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om het menuvenster weer te geven en selecteer vervolgens Restart (Opnieuw opstarten) in de opties voor Shutdown (Afsluiten).
3. Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 tot 15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door de aan/uit-knop in te drukken.
Aan de slag

Opties voor systeemherstel

Op de vaste schijf is een verborgen partitie van ongeveer 1,5 GB gereserveerd voor de opties voor systeemherstel. Deze partitie slaat bestanden op die kunnen worden gebruikt om het systeem te herstellen in het geval van problemen.
De opties voor systeemherstel worden onbruikbaar zodra deze partitie is verwijderd.
Opties voor systeemherstel
De functie System Recovery Options (Opties voor systeemherstel) is geïnstalleerd op de vaste schijf waneer deze door de fabriek wordt geleverd. Als er een fout optreedt tussen het inschakelen en het aanmelden, en de fout is te herstellen, herstelt Windows Recovery Environment de fout automatisch.
Windows Recovery Environment kan ook handmatig worden uitgevoerd om fouten te herstellen.
Ga hierbij als volgt te werk: Volg de aanwijzingen op het scherm.
1. Schakel de computer uit.
2. Houd de F8-toets ingedrukt en schakel de computer weer in.
Gebruikershandleiding 3-8
Page 50
Aan de slag
3. Het menu Advanced Boot Options (Geavanceerde opstartopties) wordt weergegeven. Gebruik de pijltoetsen om Repair Your Computer (Uw computer repareren) te selecteren en druk op Enter.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De Windows Vista-functie voor volledige back-up van de pc kan alleen worden gebruik in Windows Vista Business Edition en Ultimate Edition.

De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf Productherstel

Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruikt u de Herstel­CD om de bestanden te herstellen. Als u het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software wilt herstellen, dient u de volgende stappen uit te voeren.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan. U kunt de opties voor systeemherstel niet gebruiken als u de vooraf geïnstalleerde software herstelt zonder de opties voor systeemherstel.
1. Plaats de schijf Productherstel in het station en schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in. Als het bericht In Touch with Tomorrow TOSHIBA wordt weergegeven, drukt u op F12 om het opstartmenu weer te geven.
3. Gebruik de pijltoets omhoog of omlaag om het CD-ROM-/DVD-ROM­station te selecteren.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als de computer is geleverd met extra software geïnstalleerd, kan deze software niet worden hersteld met de DVD-ROM Productherstel. Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, spelletjes enz.) apart vanaf andere media.
Gebruikershandleiding 3-9
Page 51
Hoofdstuk 4
1. Bedieningsknoppen voor touchpad
2. Touchpad/dual-modepad
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik toegelicht; zo wordt ingegaan op het gebruik van het touchpad/dual­modepad, optische schijfstations, het interne modem, LAN en draadloos LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer en voor bescherming tegen oververhitting.

Het touchpad/dual-modepad gebruiken

Als u het touchpad/dual-modepad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Grondbeginselen
Touchpad/dual-modepad en besturingsknoppen
De twee knoppen onder het touchpad/dual-modepad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een standaardmuis.
Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Gebruikershandleiding 4-1
Page 52
Grondbeginselen
E-mailknop ConfigFree Fotogalerie van Windows Vista
Schakelknop
Volum e
Toepassingsknoppen
Druk niet te hard op het touchpad/dual-modepad en gebruik geen spitse voorwerpen zoals ballpoints. Het touchpad/dual-modepad kan beschadigd raken.
Het touchpad/dual-modepad heeft dezelfde functies als een muis met twee knoppen en een scrollwiel. Sommige functies kunt u activeren door het touchpad zachtjes aan te tikken in plaats van op een knop te drukken.
U kunt de bewerkingen van het aanwijsapparaat aanpassen in het venster Eigenschappen voor Muis. Open het Configuratiescherm, selecteer het pictogram Muis en druk op Enter om het venster Eigenschappen voor Muis te openen.
Klik Klik eenmaal op de linkerbesturingsknop of tik eenmaal
op het touchpad/dual-modepad.
Dubbelklik Klik tweemaal op de linkerbesturingsknop of tik
tweemaal op het touchpad/dual-modepad.
Schuiven Verticaal: schuif uw vinger aan de rechterkant van het
touchpad/dual-modepad omhoog of omlaag. Horizontaal: schuif uw vinger aan de onderkant van het
touchpad/dual-modepad naar links of rechts.

Functie van dual-modepad-knoppen (Sommige modellen bevatten een dual-modepad)

Dual-modepad-knop
Schakelknop Om te schakelen tussen cursormodus en
knopmodus. Wanneer u naar knopmodus gaat, knippert het pad blauw.
Volu me Verhoogt of verlaagt het volume van de
luidspreker en hoofdtelefoon.
E-mailknop Opent uw e-mailprogramma zodat u e-mails kunt
Gebruikershandleiding 4-2
ontvangen en verzenden.
Page 53
Grondbeginselen
21
1. Active LED 2. Lens van webcamera
ConfigFree
Fotogalerie van Windows Vista
1 2 3
Toepassingsknoppen Drie toepassingsknoppen hebben een
Raadpleeg "Eigenschappen van Synaptics-dual-modepad" voor meer informatie.

De webcamera gebruiken

In deze paragraaf wordt het gebundelde hulpprogramma voor webcamera's beschreven. Hiermee kunnen foto's en videobeelden worden vastgelegd. De webcamera wordt automatisch ingeschakeld als Windows wordt opgestart.
ConfigFree is een programmapakket waarmee communicatieapparaten en netwerkverbindingen op simpele wijze kunnen worden beheerd. Hiermee kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken.
Met de fotogalerie van Windows Vista hebt u een groot aantal hulpmiddelen voor uw digitale foto's en video's. U kunt uw foto's en video's ordenen, vinden en weergeven, en ze bewerken, afdrukken en delen in de fotogalerie van Windows Vista. Ook kunt u uw foto's van uw camera eenvoudig overdragen naar uw computer, via een eenvoudig invoerproces.
standaardinstelling. U kunt andere functies en programma's toewijzen aan knop 1 tot 3.
Gebruikershandleiding 4-3
Page 54
De software gebruiken
21 3
4
6
8 7
5
1. Foto's vastleggen
2. Video opnemen
3. Audio opnemen
4. Functie
5. Weergavevenster
6. Cameraresolutie
7. Dempen
8. Effecten
De software voor de webcamera is vooraf geconfigureerd om te worden gestart als u Windows Vista inschakelt; als u de software opnieuw moet starten, gaat u naar Start Programs (Programma's) Camera
Assistant Software (Software camerahulp) Camera Assistant Software (Software camerahulp).
Grondbeginselen
Foto's vastleggen
Klik hier als u een voorbeeld van de vastgelegde foto wilt zien; u kunt de foto ook per e-mail verzenden.
Video opnemen Klik hier als u video wilt opnemen. Klik opnieuw om te
beginnen met opnemen. Klik nogmaals om te stoppen met opnemen en een voorbeeld van de video te zien.
Audio opnemen Klik hier om te beginnen met opnemen. Klik nogmaals
om te stoppen en te luisteren naar een voorbeeld van de audio.
Functie Toegang tot extra functies: About, Player, Effecten,
Eigenschappen, Instellingen en Help.
About Hier worden de gegevens van de softwarefabrikant
weergegeven.
Player Hiermee speelt u videobestanden af.
Effecten Kies beelden die moeten worden weergegeven op het
vastlegscherm.
Eigenschappen
Kies het tabblad Options (Opties) voor omdraaien, zoomen, knippersnelheid, nachtmodus en compensatie achtergrondverlichting; wijzig de kleurinstellingen in het tabblad Image (Afbeelding); wijzig de
Gebruikershandleiding 4-4
lichtomstandigheden in het tabblad Profile (Profiel).
Page 55
Instellingen Kies het tabblad Options (Opties) om de positie van
het hulpprogramma te wijzigen; kies het tabblad Picture (Afbeelding) om de opties voor afbeeldingsuitvoer zoals grootte, exportbestand en opslaglocatie te selecteren; kies het tabblad Video voor uitvoerinstellingen zoals framesnelheid, grootte, compressie en het opslagpad van het bestand; kies het tabblad Audio om audioapparaat, compressie, volume en opslagpad van het bestand te wijzigen.
Help Hier worden de Help-bestanden voor de software
weergegeven.

Het interne modem gebruiken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het modem installeert en het gebruikt om verbinding te maken met andere computersystemen. Raadpleeg de on line Help van de computer en de on line Help bij uw modemsoftware voor meer informatie.
Het interne modem biedt geen ondersteuning voor de spraakfuncties die in de on line Help worden beschreven. De data- en faxfuncties worden wel ondersteund.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
Grondbeginselen
* Sommige computers in deze serie zijn uitgerust met
modemfunctionaliteit.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Neem bij het gebruik van uw telefoonapparatuur fundamentele veiligheidsvoorschriften in acht om het risico van brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel te beperken. Bijvoorbeeld:
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak of gootsteen, in een vochtige kelder of bij een zwembad.
2. Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nabijheid van het lek.
4. Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.
Gebruikershandleiding 4-5
Page 56
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften variëren per land/regio, en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor het land/de regio waarin u het modem gaat gebruiken.
1. Open de toepassing Modem Region Select. U vindt deze toepassing in het menu Programma's, TOSHIBA Networking.
Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram Region Selection wordt weergegeven op de Windows­taakbalk.
Het pictogram Regioselectie
3. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met telefoonlocatie-informatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
4. Selecteer een regio uit het regiomenu of een telefoonlocatie uit het submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio­instelling van het modem.
Grondbeginselen
Het menu met eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het volgende menu weer te geven.
Het menu Eigenschappen
Gebruikershandleiding 4-6
Page 57
Instellingen
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
AutoRun Mode
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Open the Dialing Properties dialog box after selecting region.
Het dialoogvenster met kiesopties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Location list for region selection.
Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.
Open dialog box, if the modem and Telephony Current Location region code do not match.
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Modemselectie
Als de computer de interne modem niet herkent, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de modem wilt gebruiken.
Grondbeginselen
Kiesopties
Als u Dialing Properties selecteert, worden de kiesopties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u verplicht Japan als regio te selecteren. Het is niet toegestaan de modem in Japan met een andere selectie te gebruiken.
Aansluiten
Om de kabel van de interne modem aan te sluiten, voert u de volgende stappen uit.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
Gebruikershandleiding 4-7
Page 58
1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.
2. Steek het andere uiteinde van de modemkabel in een telefoonaansluiting.
De interne modem aansluiten
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl de kabel is aangesloten.
Als het modem traag werkt of de communicatie tijdens modemgebruik wordt onderbroken, dient u de CPU-snelheid in te stellen op Maximum in Power Options (Energiebeheer).
Loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van de interne modem te los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde manier los van de computer.
Grondbeginselen
LAN
De computer is uitgerust met netwerkhardware die Ethernet LAN (10 Mbps, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 Mbps, 100BASE-TX) ondersteunt.
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering op LAN is ingeschakeld.
Activering op LAN werkt niet op accu-energie. Bij gebruik van deze functie dient de computer altijd aangesloten te zijn op de netadapter.
Gebruikershandleiding 4-8
Page 59
De LAN-kabel aansluiten
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 Mbps, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT5- of een CAT3-kabel.
Als u gebruikmaakt van 100BASE-TX Fast Ethernet of 1000BASE-T Gigabit Ethernet, dient u de computer aan te sluiten met een CAT5-kabel.
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Grondbeginselen
De LAN-kabel ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-aansluiting van de computer in en trek de connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde wijze los van de LAN-hub. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub loskoppelt.

Draadloos LAN

Het draadloze LAN is compatibel met andere LAN-systemen die voldoen aan de IEEE-normen 802.11a, 11/b, 11g en concept 11n voor draadloos LAN.
Deze voorziening ondersteunt de volgende functies:
Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 54,
48, 36, 24, 18, 9, 6 Mbps voor 802.11a/b/g en 802.11b/g draadloze LAN-module.
AES-gegevenscodering (Advanced Encryption Standard), gebaseerd
op een 256-bits codeeralgoritme.
Ontwaken bij LAN-activiteit werkt niet in een draadloos LAN.
Gebruikershandleiding 4-9
Page 60
Frequentiebandselectie (2,4 GHz of 5 GHz)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy)
11a, 11b, 11g en 11n (draadloos) zijn gebaseerd op respectievelijk IEEE
802.11a, 802.11b, 802.11g en 802.11n. De IEEE 802.11n-specificatie is niet voltooid en is nog een concept. De TOSHIBA 11a/b/g/n WLAN-adapters zijn gebaseerd op het concept, versie 1.0, van de IEEE
802.11n-specificatie. Een adapter met 11a/b, 11a/b/g of 11a/b/g/n kan communiceren in elke ondersteunde indeling; de werkelijke verbinding wordt gebaseerd op het toegangspunt waarop de adapter is aangesloten.
Er wordt niet gegarandeerd dat de verbinding compatibel is met de draadloze apparatuur in de concept 11n-modus.
De concept 11n-functie kan niet worden gebruikt met WEP/TKIP. De concept 11n-modus kan alleen worden gebruikt met de WPA-PSK (AES)-modus of als de beveiligingsmodus niet is ingeschakeld.
Network (Netwerk)
Het is wellicht niet mogelijk om een netwerkverbinding met een opgegeven netwerknaam tot stand te brengen door middel van de ad-hoc­netwerkfunctie. Om de netwerkverbindingen weer in te schakelen, moet het nieuwe netwerk (*) worden geconfigureerd voor alle computers die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk.
* Controleer of u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
Grondbeginselen
Beveiliging
1. TOSHIBA raadt met klem aan de WEP-coderingsfunctie in te schakelen. Uw computer kan anders via de draadloze LAN-verbinding toegankelijk zijn voor buitenstaanders, wat bijvoorbeeld kan leiden tot diefstal of verlies van de opgeslagen gegevens. De eigenaar van een internetverbinding is bovendien verantwoordelijk voor alle browser-, download- en uploadactiviteiten die via deze verbinding verlopen. Een niet-beveiligd, draadloos netwerk dat direct op het internet is aangesloten, staat derhalve open voor misbruik door anderen.
2. TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor onrechtmatige toegang tot uw gegevens via de draadloze LAN-verbinding of voor eventuele beschadiging van die gegevens.
Bluetooth-technologie
Bluetooth™-technologie ondersteunt draadloze communicatie tussen elektronische apparaten zoals desktopcomputers, printers en mobiele telefoons.
De kenmerken van Bluetooth-technologie zijn als volgt:
Gebruikershandleiding 4-10
Page 61
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt in de band 2,4 GHz; deze band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met radiosystemen in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt gemakkelijk verbindingen tussen twee of meer apparaten tot stand brengen. De verbinding wordt gehandhaafd zelfs als een apparaat buiten het gezichtsveld ligt.
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
verkrijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Bluetooth™ Stack voor Windows van TOSHIBA
Deze software is speciaal ontworpen voor de volgende besturingssystemen:
Microsoft
U vindt hieronder gedetailleerde informatie over het gebruik met deze besturingssystemen. Raadpleeg ook de elektronische informatie die bij deze software is inbegrepen.
®
Windows Vista™
Grondbeginselen
Bluetooth™ Stack is gebaseerd op de Bluetooth™ versie
1.1/1.2/2.0+EDR-specificatie. TOSHIBA kan de compatibiliteit tussen PC-producten en/of andere elektronische apparaten met Bluetooth™ alleen garanderen voor mobiele PC's van TOSHIBA.
Release-informatie voor de Bluetooth™ Stack voor Windows van TOSHIBA
1. Faxtoepassingen: Sommige faxtoepassingen kunnen niet met deze Bluetooth™-stack
worden gebruikt.
2. Meerdere gebruikers: In Windows Vista™ wordt Bluetooth niet ondersteund in een omgeving
met meerdere gebruikers. Dit houdt in dat als u Bluetooth gebruikt, andere gebruikers die op dezelfde computer zijn aangemeld de Bluetooth-functionaliteit niet kunnen gebruiken.
Gebruikershandleiding 4-11
Page 62
Productondersteuning:
De meest recente informatie over de ondersteuning van besturingssystemen, taalondersteuning of beschikbare upgrades vindt u op onze website in Europa (http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm) of de Verenigde Staten (http://www.pcsupport.toshiba.com).
Schakelaar voor draadloze communicatie
U kunt de draadloos-LAN-functie in- of uitschakelen met de schakelaar voor draadloze communicatie. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar naar voren om de functie in te schakelen en naar achteren om de functie uit te schakelen.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer aan de hand van het Draadloze-communicatie-lampje of de functie voor draadloze communicatie uit is (het lampje brandt in dat geval niet).
Draadloze-communicatie-lampje
Dit lampje geeft de status van de draadloze-communicatiefuncties aan.
Status van het lampje
Lampje uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat op uit.
Lampje brandt Schakelaar voor draadloze communicatie staat op aan.
Aanduiding
Grondbeginselen

Schijfstations voor optische media gebruiken

De illustraties in deze paragraaf stroken wellicht niet helemaal met uw station, maar het gebruik is voor alle optische schijfstations identiek. Het station van volledige grootte voorziet in snelle uitvoering van schijfprogramma’s. U kunt schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter gebruiken. Voor schijfstationsaansturing wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang krijgt tot een schijf, gaat het lampje op het station branden.
Gebruik het programma WinDVD om DVD-video's te bekijken.
Als u een CD-RW/DVD-ROM-station hebt, raadpleeg dan ook het gedeelte CD's beschrijven met het CD-RW/DVD-ROM-station voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de paragraaf CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's.
Als u een DVD-ROM-station hebt, kunt u niet naar CD's schrijven.
Gebruikershandleiding 4-12
Page 63
Optische schijven laden
Uitwerpknop
Voer de volgende stappen uit om schijven te laden.
1. Schakel de stroom in.
2. a. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen.
De uitwerpknop indrukken
b. U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de stroom
van de computer is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de lade openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een rechtgebogen paperclip in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te steken.
Grondbeginselen
De lade door middel van het ejectgaatje openen
3. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
De lade opentrekken
Gebruikershandleiding 4-13
Page 64
Grondbeginselen
4. Plaats de schijf met het label omhoog in de lade.
Een schijf plaatsen
Zorg dat u de lens of het gebied eromheen niet aanraakt. Hierdoor kunt u storingen teweegbrengen in de werking van het station.
5. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het lade-oppervlak.
6. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de lade gesloten is, bestaat het risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de ejectknop drukt.
De schijflade sluiten
Gebruikershandleiding 4-14
Page 65
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de schijf te verwijderen.
Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het schijfstation. Wacht tot het optisch-stations lampje uitgaat voordat u de lade opent. Neem de schijf pas uit de lade nadat deze is opgehouden met draaien.
1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig open.
Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot
de schijf is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig opentrekt.
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de ejectknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u de lade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel teweegbrengen.
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u hem kunt pakken. Til de schijf voorzichtig uit de lade.
Grondbeginselen
Een schijf verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Knoppen
Aan de internetknop en de CD/DVD-knop kunnen andere functies worden toegewezen met het hulpprogramma voor knopondersteuning.
1. Verplaats de muisaanwijzer naar de bovenkant van het bureaublad. De zwarte en witte kaarten worden weergegeven. Klik op de witte kaart 'Knopondersteuning'.
2. De witte kaart 'Knopondersteuning' wordt volledig weergegeven. Dubbelklik op deze kaart. Vervolgens wordt het dialoogvenster voor de functie om de knoppen te wijzigen weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-15
Page 66
3. Functie van knoppen wijzigen.
TOSHIBA Button Support
CD-/DVD-bedieningsknoppen
Met de volgende vier knoppen kunt u functies voor het afspelen van optische media en digitale audiogegevens besturen:
Afspelen/pauze Start of onderbreekt het afspelen
Stop Stopt het afspelen.
Volg ende Volgende nummer/hoofdstuk/gegevens afspelen.
Vori ge Vorige nummer/hoofdstuk/gegevens afspelen.
Als in Windows Media Player de optie Willekeurig (Random) of Willekeurige volgorde (Shuffle) is geselecteerd, gaat u naar een willekeurige selectie wanneer u Volgende of Vorige selecteert.
Grondbeginselen

CD’s/DVD’s schrijven naar een DVD Super Multi-station dat opnames op een Double Layer schijf ondersteunt

Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/ RW-schijven en naar DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-schijven. De volgende schrijftoepassingen zijn vooraf geïnstalleerd. TOSHIBA Disc Creator/Direct Disc Writer. Ulead DVD MovieFactory TOSHIBA, een product van Ulead Systems, Inc.
Belangrijk bericht
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-schijven of DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD-RAM-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Beschadiging van CD-R-/RW-schijven of DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/
RAM-schijven als gevolg van het (her)schrijfproces.
Gebruikershandleiding 4-16
®
for
Page 67
Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD- RW-
schijven, DVD-R-/DVD-RW-schijven of DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAM­schijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en herschrijven van gegevens.
Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/DVD­RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven aanbevolen. TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
CD-R: TAIYOYUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-R: DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
voor algemene versie 2.0
TAIYOYUDEN CO., LTD. Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
DVD-RW: DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven,
Versie 1.1 of Versie 1.2
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD+R: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD+RW: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-17
Page 68
Grondbeginselen
*DVD-RAM DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor
versie 2.0, versie 2.1 of versie 2.2
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Hitachi Maxell Ltd. *Het DVD Multi-station en het DVD Super Multi-
station ondersteunen DVD-RAM.
DVD+R
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
(Double Layer)
DVD-R
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
(Dual Layer)
DVD-R Label Flash FUJIFILM Corporation
DVD+R Label Flash FUJIFILM Corporation
Controleer of de disc van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is.
Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze gebruikt.
Hoe vaak een CD-RW of DVD-RW/DVD+RW/DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen zogeheten authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden beschreven.
Alleen Format 1 wordt ondersteund voor DVD-R DL. Daarom kunt u
niets extra schrijven. Als uw gegevens minder dan DVD-R (SL) zijn, raden wij aan DVD-R (SL)-schijven te gebruiken.
U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten. U kunt schijven met een capaciteit van 2,6 Gb enkelzijdig of 5,2 GB dubbelzijdig niet gebruiken.
DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's, DVD+RW's en DVD-RAM's kunnen
wellicht niet worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM-stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R-, DVD-R- of DVD+R-schijf zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
Gegevens die van een CD-RW-, DVD-RW-, DVD+RW- of DVD-RAM-
schijf zijn gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station verwijdert.
Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD+R/DVD-RW/DVD+RW is
schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
Gebruikershandleiding 4-18
Page 69
Grondbeginselen
De schijf functioneert volgens de DVD-R/-RW-norm en wordt opgevuld
met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.
Er zijn twee soorten DVD-R/+R/-RW/+RW/-RAM-schijven verkrijgbaar:
data en video. U gebruikt een videodisc om videogegevens op te slaan. U kunt videodiscs gebruiken in een DVD-recorder en in het DVD-ROM­station van uw computer. U kunt datadiscs niet gebruiken in een DVD-recorder.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde station schrijft.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar de (zuinige) slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot het programma
klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere programma's die automatisch bestanden controleren op de achtergrond.
Gebruik geen hulpprogramma's voor harde schijven, ook geen
programma's die de toegangssnelheid tot schijven vergroten, aangezien deze tot een instabiele werking kunnen leiden en gegevens kunnen beschadigen.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Schrijven met andere software dan TOSHIBA Disc Creator of Ulead
DVD MovieFactory
®
for TOSHIBA is niet bevestigd. De werking in combinatie met andere software kan derhalve niet worden gegarandeerd.
Schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
Gebruikershandleiding 4-19
Page 70
Grondbeginselen
Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:
wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows Vista™;
de computer voor een andere functie gebruiken, zoals een muis of
touchpad/dual-modepad gebruiken, of het LCD-scherm openen/sluiten;
communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
handelingen waardoor de pc wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen;
installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten zoals
USB-apparaten, een extern beeldscherm, i.LINK-apparaten of optische digitale apparaten;
muziek of spraak reproduceren via de Audio/Video-
bedieningsknoppen.
Open het station.
Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de
(zuinige) slaapstand.
Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de (zuinige) slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het station kunt openen.
Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Maak niet
gebruik van de Windows-functie knippen-en-plakken aangezien de originele gegevens verloren gaan als er zich een fout voordoet.
Een Label Flash-DVD maken
De beschikbaarheid van Label Flash-DVD hangt af van het aangeschafte model.
Eenvoudige stappen voor het maken van een Label Flash-DVD:
1. Plaats een Label Flash-schijf in het DVD-station.
Stel afdrukbare oppervlak voor onderkant in.
2. Klik op Start All Programs (Alle programma's) DVD MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
3. Klik op Print Disc Label Label Printing. Ulead Label@Onece is gestart.
4. Klik op het tabblad General (Algemeen).
5. Kies DVD-station voor printer. bijv. <E:> PIONEER DVD...
Gebruikershandleiding 4-20
Page 71
Grondbeginselen
6. Voeg dit toe en pas de weergave van uw beelden en tekst aan.
7. Klik op Label Flash setting (Label Flash-instelling) en kies Draw Quality (Tekenkwaliteit).
8. Klik op Print (Afdrukken).

Wanneer u Ulead DVD MovieFactory® for TOSHIBA gebruikt

Een DVD-video maken
Vereenvoudigde stappen om een DVD-video te maken van videogegevens die zijn vastgelegd met een DV-camera:
1. Klik op Start All Programs (Alle programma's) DVD
MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
2. Plaats een DVD-RW of DVD+RW in de brander.
3. Klik op Video Disc (Videoschijf) Burn Video to Disc (Video naar schijf branden) om het dialoogvenster Direct Recording (Direct opnemen) te starten, selecteer DVD-Video/+VR om de pagina Straight Capture to Disc (Rechtstreeks vastleggen op schijf) te openen.
4. Selecteer DVD-Video (DVD-video-indeling).
5. Bevestig dat DV de opnamebron is.
6. Druk op de knop Capture (Opnemen).
Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video door een videobron toe te voegen.
1. Klik op Start All Programs (Alle programma's) DVD
MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
2. Klik op Video Disc (Videoschijf) New Project (Nieuw project) om de 2e Launcher te starten, selecteer uw projecttype en start vervolgens DVD MovieFactory.
3. Voeg bron toe van HD-schijf door op de knop Add Video files (Videobestanden toevoegen) te klikken en het dialoogvenster van de browser te openen.
4. Selecteer de bronvideo en ga naar de volgende pagina om het menu toe te passen.
5. Nadat u een menusjabloon hebt geselecteerd, klikt u op Next (Volgende) om naar de Burning Page (Branden-pagina) te gaan.
6. Selecteer het uitvoertype en klik vervolgens op Burn (Branden).
Meer informatie over Ulead DVD MovieFactory®
Raadpleeg de handleiding en Help-bestanden voor meer informatie over Ulead DVD MovieFactory.
Gebruikershandleiding 4-21
Page 72
Belangrijke informatie over het gebruik
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD maakt:
1. Digitale video bewerken
Meld u aan met beheerdersrechten om DVD MovieFactory te kunnen
gebruiken.
Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u DVD
MovieFactory gebruikt.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt. Als echter
een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk niet correct weergegeven.
Met DVD MovieFactory kunt u geen auteursrechtelijk beschermde
inhoud bewerken of afspelen.
Schakel de (zuinige) slaapstand niet in terwijl u DVD MovieFactory
gebruikt.
Gebruik DVD MovieFactory niet direct nadat u de computer hebt
ingeschakeld. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.
Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende
enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.
Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD of
videoband.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Ondersteunt geen mp3-decodering en -codering.
2. Voor u de video opneemt op DVD:
Als u opneemt op DVD, gebruik dan alleen schijven die worden
aanbevolen door de fabrikant van het station.
Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste schijf
met USB 1.1, omdat dan geen DVD's geschreven kunnen worden.
Vermijd de volgende handelingen:
de computer voor een andere functie gebruiken, zoals een muis of
touchpad/dual-modepad gebruiken, of het LCD-scherm openen/sluiten;
handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
gebruik van de modusschakelaar en audio-
/videobedieningsknoppen om muziek of spraak af te spelen;
het DVD-station openen;
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-22
Page 73
het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals:
SD-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, i.LINK-
apparaten, optische digitale apparaten.
Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen.
Een DVD-R/+R/-RW kan niet in VR-indeling worden beschreven.
Ondersteunt geen weergave van VCD- of SVCD-indeling.
3. Over Rechtstreeks naar schijf
Ondersteunt geen opnamen op DVD-R/+R
Ondersteunt geen opnamen in DVD+VR-indeling door HDV
HDV-ondersteuning voor alleen branden van DVD-video
DVD-VR-indeling wordt niet ondersteund om menu toe te voegen
4. Over opgenomen DVD’s
DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's en DVD-RAM's kunnen wellicht niet
worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM-stations voor PC's.
Als u een opgenomen schijf afspeelt op uw computer, gebruik dan de
toepassing WinDVD.
Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een volledige
formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.

TOSHIBA Disc Creator

Opmerking: let op de volgende beperkingen wanneer u TOSHIBA Disc Creator gebruikt:
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van
DVD-video
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van
DVD-audio
De functie Audio CD van TOSHIBA Disc Creator kan niet worden
gebruikt voor het opnemen van muziek op DVD-R/-RW of DVD+R/+RW.
Gebruik de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator niet voor
het kopiëren van DVD-Video en DVD-ROM die auteursrechtelijk zijn beschermd. Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u geen back-up maken van DVD-RAM-media.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een
DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video-schijf,
DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met TOSHIBA Disc Creator
TOSHIBA Disc Creator kan niet in pakketindeling opnemen.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-23
Page 74
Grondbeginselen
Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u wellicht
geen back-up maken van een DVD-R-/-RW of DVD+R/+RW die met andere software op een andere DVD-R/-RW- of DVD+R/+RW-recorder is gemaakt.
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Het kan niets lezen vanuit 16-bits besturingsystemen zoals Windows 98 Tweede Editie en Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of later nodig om gegevens te kunnen lezen en in Windows 2000 hebt u hiervoor Service Pack 2 of later nodig. Sommige optische stations kunnen geen toegevoegde gegevens lezen, ongeacht welk besturingssysteem wordt gebruikt.
Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door TOSHIBA
Disc Creator. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner of een ander hulpprogramma te gebruiken.
Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/RW- of DVD+R-/+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk niet correct gekopieerd.
Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gegevensverificatie
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft.
1. Geef het dialoogvenster Instellingen op een van de volgende twee manieren weer:
Klik op de instellingenknop ( ) voor schrijven op de hoofdwerkbalk
in de modus Data CD/DVD.
Selecteer Setting for writing Data, (Instellen op schrijven gegevens)
en ga naar CD/DVD in het instelmenu.
2. Schakel het selectievakje Verify written data (Gegevens controleren) in.
3. Selecteer de modus Bestand openen of Volledige vergelijking.
4. Klik op OK.
Gebruikershandleiding 4-24
Page 75

Behandeling van schijven/diskettes

In dit gedeelte treft u tips aan voor het beschermen van de gegevens die u op schijven of diskettes hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven en diskettes. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden.
2. Buig de schijf niet.
3. Beschadig het oppervlak van een schijf niet door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een schijf bij de rand of bij het gat in het midden vast. Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf onleesbaar maken.
5. Stel schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of koude, en plaats geen zware voorwerpen op de schijven.
6. Als uw schijven stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een schone, droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine, verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.

Diskettes

1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
2. Duw het metalen schuifje van een diskette niet opzij en raak het magnetische oppervlak niet aan. Vingerafdrukken kunnen het correct aflezen van gegevens op de diskette verhinderen.
3. Buig diskettes niet en stel deze niet bloot aan direct zonlicht of extreme temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens verloren gaan.
4. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
5. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van de diskette beschadigen.
6. Magnetische energie kan de gegevens op uw diskettes vernietigen. Houd uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die magnetische velden genereren, zoals luidsprekers, radio's en tv's.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-25
Page 76

Tv-uit

TV Out-poort
Via de tv-uit-poort kunt u de computer op een tv aansluiten. Gebruik een 4-pens S-Video-kabel. Zie voor meer informatie bijlage B, Weergavemodi.

Meerdere beeldschermen instellen

U kunt de computer configureren voor het gebruik van meerdere beeldschermen, zodat het bureaublad in feite over twee monitors wordt verdeeld.
In het venster Eigenschappen voor Beeldscherm kunt u de relatieve posities van de twee beeldschermen (wanneer deze als een uitgebreid bureaublad zijn geconfigureerd) preciezer aanpassen. In het venster Weergave-instellingen kunt u de twee beeldschermen in een horizontale, verticale of diagonale configuratie plaatsen, zoals in de volgende afbeelding wordt aangegeven.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding 4-26
Page 77
Als er geen extern beeldscherm aangesloten zal zijn wanneer u de computer de volgende keer gebruikt, dient u eventuele kloonscherminstellingen of instellingen voor een uitgebreid bureaublad uit te schakelen alvorens de computer af te sluiten.
Kloonscherminstellingen zijn instellingen waar meer dan één apparaat is geselecteerd en tegelijk van toepassing is.

De computer reinigen

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen voordat u hem weer aanzet.
Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.
Grondbeginselen

De computer verplaatsen

De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst, dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voor u de computer verplaatst.
Controleer het vaste-schijf- en het optisch-stationslampje op de computer.
Als er een diskette in het diskettestation zit, verwijdert u deze.
Als het optische schijfstation een schijf bevat, verwijdert u deze. Zorg
tevens dat de lade van het schijfstation goed is gesloten.
Schakel de computer uit.
Ontkoppel alle randapparaten alvorens de computer te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op aan het scherm of aan
de achterkant (waar de interfacepoorten zich bevinden).
Sluit alle poortafdekkingen.
Ontkoppel de netadapter als deze is aangesloten.
Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
Gebruikershandleiding 4-27
Page 78
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid toetsenbord met 104/105 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te drukken, kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met 104/105 toetsen beschikbaar zijn.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn zes soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, geïntegreerde numerieke toetsen, functietoetsen, zogenoemde "softkeys", speciale Windows

Typemachinetoetsen

De typemachinetoetsen produceren de hoofd- en kleine letters, cijfers, leestekens en speciale symbolen die op het scherm worden weergegeven.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine en het gebruik van een computertoetsenbord:
Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties, die door een spatieteken worden gecreëerd, kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.
Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet
verwisselbaar.
Hoofdletter O en 0 (nul) zijn niet verwisselbaar.
Caps Lock, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen van
invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de cijfer­en symbooltoetsen.
De Shift- of hoofdlettertoetsen, de Tab -toets en de toets BkSp
(backspace- ofwel correctietoets) hebben dezelfde functie als de gelijknamige typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale computerfuncties.
®
-toetsen en cursorbesturingstoetsen.
Het toetsenbord
Hoofdstuk 5
Gebruikershandleiding 5-1
Page 79

Functietoetsen F1 ... F12

De functietoetsen, niet te verwarren met de Fn-toets, zijn de 12 toetsen boven aan het toetsenbord. Deze toetsen zijn donkergrijs, maar werken anders dan de andere donkergrijze toetsen.
F1 tot en met F12 worden aangeduid als functietoetsen, omdat u hiermee geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u pictogramtoetsen in combinatie met de Fn-toets gebruikt, worden specifieke functies op de computer uitgevoerd. Zie het gedeelte Softkeys: Fn-toetscombinaties in dit hoofdstuk. De werking van individuele toetsen is afhankelijk van de software die u gebruikt.

Softkeys: Fn-toetscombinaties

De toets Fn (functie) is een bijzondere toets die alleen op TOSHIBA­computers aanwezig is en die in combinatie met andere toetsen "softkeys" vormt. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen activeren, uitschakelen of configureren.
In sommige softwareprogramma’s werken softkeys niet naar behoren of werken ze in het geheel niet. De softkey-instellingen worden niet hersteld door de slaapstandfunctie.
Het toetsenbord
Emulatietoetsen
Het is mogelijk dat uw softwaretoepassing een toets vereist die niet op het toetsenbord voorkomt. Door de Fn-toets in combinatie met een van de volgende toetsen in te drukken emuleert u de functies van het uitgebreide toetsenbord.
or
Druk op Fn + F10 of Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te activeren. De grijze toetsen met witte cijfers worden hierdoor cijfertoetsen (Fn + F11) of cursorbesturingstoetsen (Fn + F10). Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk voor meer informatie
over het gebruik van deze toetsen. Standaard zijn beide functies bij het opstarten van de computer uitgeschakeld.
Druk op Fn + F12 (ScrLock) om de cursor op een bepaalde regel te vergrendelen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 5-2
Page 80
Met Fn + Enter emuleert u de Enter-toets op het numerieke toetsenblok van het uitgebreide toetsenbord.
Met Fn + Ctrl emuleert u de rechter Ctrl-toets van het uitgebreide toetsenbord.

Sneltoetsen

Fn + ESC Mute (Dempen) Hiermee schakelt u het volume in of
Fn + F1 Lock (Vergrendelen) – Hiermee schakelt u de modus
Fn + F2 Power Plan Mode (Modus voor energieplan) – Hiermee
Fn + F3 Sleep (Slaapstand) - Hiermee wordt het systeem in de
Fn + F4 Hibernate (Zuinige slaapstand) – Hiermee wordt het
Fn + F5 Output (Uitvoer) – Hiermee worden weergaven
Het toetsenbord
uit.
"Lock computer" (Computer vergrendelen) in. Als u uw bureaublad wilt herstellen, dient u zich opnieuw aan te melden.
worden de energiebesparingsmodi weergegeven, waarna u wijzigingen in de energieinstellingen kunt aanbrengen.
slaapstand gezet.
systeem in de zuinige slaapstand gezet.
gewijzigd.
De standaardresolutie voor de simultaanmodus is WXGA (1280 × 800). Als u een RGB-monitor aansluit die deze resolutie niet ondersteunt, dient u de resolutie te wijzigen in het onderdeel "Display Properties" (Beeldschermeigenschappen).
Fn + F6 Helderheid (verlagen)
Fn + F7 Helderheid (verhogen)
Fn + F8 Wireless (Draadloos) – Met deze sneltoets kunt u heen
en weer schakelen tussen actieve draadloze apparaten indien de schakelaar voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
Fn + F9 TouchPad/Dual Mode Pad (Touchpad/Dual-modepad) –
Hiermee wordt de touchpad-/dual-modepadfunctie in- of
uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 5-3
Page 81
Het toetsenbord
Fn + F10 Cursor Keypad On/Off (Cursortoetsenblok aan/uit) -
Met deze sneltoets schakelt u het geïntegreerde cursortoetsenblok in en uit. Zie hoofdstuk 3 voor meer informatie.
Fn + F11 Numeric Keypad On/Off (Numeriek toetsenblok
aan/uit) – Met deze sneltoets schakelt u het geïntegreerde numerieke toetsenblok in en uit. Zie hoofdstuk 3 voor meer informatie.
Fn + F12 Scroll Lock aan/uit
Fn + spatiebalk Change Resolution (Resolutie wijzigen) – Telkens als u
op deze sneltoetsen drukt, verandert de resolutie afhankelijk van de specificatie van het LCD-beeldscherm op een WXGA-systeem. U kunt de resolutie instellen op waarden tussen 800 × 600 en 1024 × 768/ 1280 × 800 pixels.
Fn + 1Zoom Out (Uitzoomen) - Hiermee kunt u de
pictogrammen op het bureaublad of in het toepassingsvenster verkleinen. Druk hiervoor op 1 terwijl u Fn ingedrukt houdt.
Fn + 2
Zoom In (Inzoomen) - Hiermee kunt u de pictogrammen
op het bureaublad of in het toepassingsvenster vergroten. Druk hiervoor op 2 terwijl u Fn ingedrukt houdt.

Speciale Windows-toetsen

Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows Vista™ speciale functies hebben. De ene activeert het menu Start en de andere heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.
Deze toets activeert het menu Start van Windows Vista™.
Deze toets heeft dezelfde functie als de rechtermuisknop.

Geïntegreerde numerieke toetsen

In plaats van een apart numeriek toetsenblok heeft het toetsenbord van uw computer geïntegreerde numerieke toetsen.
De toetsen met de witte opschriften in het midden van het toetsenbord zijn de geïntegreerde numerieke toetsen. Het toetsenbord heeft dezelfde functies als het numerieke toetsenblok.
Gebruikershandleiding 5-4
Page 82
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen
U kunt de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor het invoeren van cijfers of voor cursor- en paginabesturing.
Cursormodus
Om de cursormodus te activeren drukt u op Fn + F10 (het lampje van de cursormodus gaat branden). Nu is cursor- en paginabesturing mogelijk
met de toetsen die in de volgende afbeelding worden geïllustreerd. Druk nogmaals op Fn + F10 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen.
Numerieke modus
Om de numerieke modus te activeren drukt u op Fn + F11 (het lampje van de numerieke modus gaat branden). Nu kunt u cijfers invoeren met de toetsen die hieronder worden geïllustreerd. Druk nogmaals op Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen.
Het toetsenbord
De geïntegreerde numerieke toetsen (VS)
Gebruikershandleiding 5-5
Page 83
Het toetsenbord
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken (geïntegreerde numerieke toetsen aan)
Tijdens het gebruik van de geïntegreerde numerieke toetsen kunt u tijdelijk met het gewone toetsenbord werken zonder de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen:
1. Houd Fn ingedrukt en druk op een andere toets. Alle toetsen werken
alsof de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld.
2. Typ hoofdletters door Fn + Shift ingedrukt te houden en op een
lettertoets te drukken.
3. Laat Fn los om de geïntegreerde numerieke toetsen weer in gebruik te
nemen.
Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken (geïntegreerde numerieke toetsen uit)
Tijdens het gebruik van het gewone toetsenbord kunt u tijdelijk met de geïntegreerde numerieke toetsen werken zonder deze in te schakelen:
1. Druk op Fn en houd deze toets ingedrukt.
2. Controleer de toetsenbordlampjes. Door op Fn te drukken activeert u
de laatst gebruikte modus van de geïntegreerde numerieke toetsen. Als het lampje van de numerieke modus brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen voor het invoeren van cijfers gebruiken. Brandt het lampje van de cursormodus, dan kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor cursor- en paginabesturing.
3. Laat Fn los om het gewone toetsenbord weer in gebruik te nemen.
Tijdelijk van modus wisselen
Als de numerieke modus actief is, kunt u tijdelijk naar de cursormodus overschakelen door op een Shift-toets te drukken.
Is de cursormodus actief, dan kunt u tijdelijk naar de numerieke modus overschakelen door op een Shift-toets te drukken.

ASCII-tekens genereren

Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden gegenereerd. U kunt deze tekens echter door middel van hun ASCII-codes genereren.
Voer de volgende stappen uit met de geïntegreerde numerieke toetsen ingeschakeld:
1. Houd Alt ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke toetsen.
3. Laat Alt los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Gebruikershandleiding 5-6
Page 84
Het toetsenbord
Als de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld, voert u de volgende stappen uit:
1. Houd Alt + Fn ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke toetsen.
3. Laat Alt + Fn los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Gebruikershandleiding 5-7
Page 85
Stroomvoorziening en spaarstanden
Hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden
De computer kan via de netadapter of via de interne accu van stroom worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze energiebronnen optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt. Verder worden tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u informatie over spaarstanden.

Omstandigheden bij stroomvoorziening

De bedrijfscapaciteit en de energiestatus van de accu in de computer worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of er een netadapter is aangesloten, of er een accu is geïnstalleerd en wat het ladingsniveau van de accu is.
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
Netadapter aangesloten
Gebruikershandleiding 6-1
Accu volledig opgeladen
Accu gedeeltelijk opgeladen
Geen accu geïnstalleerd of accu leeg
• In werking
• Geen lading
• Lampje: Accu blauw DC IN blauw
• In werking
• Opladen
• Lampje: Accu oranje DC IN blauw
• In werking
• Geen lading
• Lampje: Accu uit
DC IN blauw
(buiten werking)
• Geen lading
• Lampje: Accu blauw DC IN blauw
• Opladen
• Lampje: Accu oranje DC IN blauw
• Geen lading
• Lampje: Accu uit DC IN blauw
Page 86
Netadapter niet aangesloten
Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
Accucapaciteit is boven activeringsnive au lage acculading
Accucapaciteit is onder activeringsnive au lage acculading
Accu leeg Computer wordt in
Geen accu geïnstalleerd
• In werking
• Lampje: Accu uit DC IN uit
• In werking
• Alarm klinkt (deze functie
is afhankelijk van de configuratie van de computer)
• Lampje: Accu knippert oranje DC IN uit
slaapstand gezet of afgesloten (afhankelijk van de instelling in de TOSHIBA Power Saver)
• Buiten werking
• Lampje: Accu uit DC IN uit
Stroomvoorziening en spaarstanden
(buiten werking)
* Het lampje is afhankelijk van het gekochte model.

Stroomlampjes

Zoals in de vorige tabel wordt aangegeven, maken het Accu-, DC IN- en Aan/uit-lampje u attent op de bedrijfscapaciteit en de accu-energiestatus
van de computer.
Accu-lampje
Aan de hand van het Accu-lampje kunt u de status van de accu controleren. De accustatus wordt als volgt aangeduid:
Knipperend oranje De accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
Lampje brandt oranje
Lampje brandt blauw
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 6-2
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat de accu wordt opgeladen.
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en dat de accu volledig is opgeladen.
Page 87
DC IN-lampje
Aan/uit-lampje

Accutypen

Stroomvoorziening en spaarstanden
Aan de hand van het DC IN-lampje kunt u de stroomvoorzieningsstatus voor de aangesloten netadapter controleren:
Lampje brandt blauw
Lampje brandt niet Geeft aan dat de netadapter niet is
Aan de hand van het aan/uit-lampje kunt u de algemene stroomvoorzieningsstatus controleren:
Lampje brandt blauw
Knipperend oranje Geeft aan dat de computer van stroom wordt
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
De computer heeft twee typen accu’s (batterijen):
Accu-eenheid
RTC-batterij (batterij voor de realtime klok)
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en de computer van stroom voorziet.
aangesloten.
Geeft aan dat de computer van stroom wordt voorzien en is ingeschakeld.
Het aan/uit-lampje bevindt zich in de aan/uit-knop (afhankelijk van het gekochte model) en op de voorzijde van de computer.
voorzien en in de slaapstand staat.
Accu-eenheid
De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding ook wel kortaf "accu" genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer de netadapter niet is aangesloten.
U kunt extra accu-eenheden kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom.
De accu heeft een beperkte levensduur. Als de bedrijfstijd van een accu zelfs na volledig opladen afneemt, dient u de accu te vervangen.
Gebruikershandleiding 6-3
Page 88
Stroomvoorziening en spaarstanden
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat. In deze modus worden er gegevens in het geheugen opgeslagen. Als de stroomtoevoer naar de computer uitvalt, gaan de gegevens verloren.
Accutype (afhankelijk van het gekochte model):
3 cellen: PA3533U-1BRS, PA3533U-1BAS 6 cellen: PA3534U-1BRS, PA3534U-1BAS 9 cellen: PA3535U-1BRS, PA3535U-1BAS
* De beschikbaarheid van deze accu is afhankelijk van het aangeschafte
model.
RTC-batterij
De RTC- ofwel Real Time Clock-batterij voorziet de interne realtime klok en kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie. Deze batterij handhaaft tevens de systeemconfiguratie.
Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren en werken de realtime klok en kalender niet meer. In dat geval ziet u het volgende bericht wanneer u de computer weer inschakelt:
ERROR 0271:Check date and time settings. WARNING 0251:System CMOS checksum bad - Default configuration used. Press <F1> to resume, <F2> to Setup.
De RTC-batterij van de computer is een lithiumbatterij die uitsluitend mag worden vervangen door uw leverancier of een TOSHIBA­servicevertegenwoordiger. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.
Als dit foutbericht wordt weergegeven, verdient het aanbeveling de volgende procedure uitvoeren.
1. Sluit de netadapter aan en laad de accu gedurende 24 uur op.
2. Druk op F2 om het BIOS Setup-menu te openen.
3. Stel de juiste datum en tijd in.
Als het foutbericht wordt weergegeven nadat u de bovenstaande handelingen hebt verricht, neemt u dan contact op met uw TOSHIBA-dealer.
Gebruikershandleiding 6-4
Page 89
Stroomvoorziening en spaarstanden

Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid

De accu-eenheid is een essentieel onderdeel van de draagbare computer. Door de eenheid naar behoren te gebruiken en te onderhouden zorgt u ervoor dat deze langer stroom levert en langer meegaat. Volg de aanwijzingen in dit gedeelte zorgvuldig ter waarborging van veilig gebruik en maximale prestaties.
Voorzorgsmaatregelen
Verkeerde behandeling van accu's kan resulteren in ernstig of dodelijk letsel of materiële schade.
Neem het volgende advies in acht: Gevaar: duidt op een dreigend gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming
van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren. Waarschuwing: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij
veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren.
Let op: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in lichte verwondingen of lichte schade aan eigendommen kan resulteren.
Opmerking: verschaft belangrijke informatie.
Gevaar
1. Probeer niet om een gebruikte accu-eenheid te verbranden of te verwarmen, bijvoorbeeld in een magnetronoven. Hierdoor kan de accu­eenheid ontploffen en persoonlijk letsel veroorzaken.
2. Probeer een accu-eenheid nooit te openen, te repareren of anderszins aan te passen. Hierdoor zal de accu-eenheid oververhit raken en vlam vatten. Lekken van bijtende alkalineoplossing of andere elektrolytische stoffen veroorzaakt brand of verwondingen, mogelijk resulterend in ernstig of dodelijk letsel.
3. Houd metalen voorwerpen uit de buurt van de accupolen ter voorkoming van kortsluiting. Kortsluiting kan brand veroorzaken of de accu-eenheid anderszins beschadigen en in verwondingen resulteren. Wanneer u de accu-eenheid opbergt, dient u deze altijd in plastic te wikkelen en de polen met isolatieband te bedekken om kortsluiting te voorkomen.
4. Prik nooit in de accu-eenheid met spijkers of andere scherpe voorwerpen. Sla nooit met een hamer of een ander voorwerp op de accu-eenheid. Ga niet op de accu staan.
5. Probeer de accu-eenheid nooit op te laden op een andere wijze dan wordt beschreven in de gebruikershandleiding. Koppel de accu-eenheid nooit aan een contactdoos of aan het aanstekercontact in een auto. Hierdoor kan de eenheid barsten of vlam vatten.
Gebruikershandleiding 6-5
Page 90
Stroomvoorziening en spaarstanden
6. Gebruik uitsluitend de accu-eenheid die bij de computer of ander apparaat werd geleverd, of een accu-eenheid die door de fabrikant van de computer of het apparaat is goedgekeurd voor gebruik. Voltage en polariteit variëren per accu-eenheid. Gebruik van een incorrecte accu kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikkeling of brand.
7. Stel een accu-eenheid nooit bloot aan warmte door deze bijvoorbeeld in de buurt van een radiator op te bergen. Door blootstelling aan warmte kan de accu-eenheid vlam vatten, ontploffen of lek raken, en zodoende ernstig of dodelijk letsel teweegbrengen. De werking van de accu­eenheid kan hierdoor tevens geheel of gedeeltelijk worden onderbroken, hetgeen kan leiden tot gegevensverlies.
8. Stel de accu-eenheid nooit bloot aan abnormale schokken, trillingen of druk. Het inwendige beschermingsgedeelte van de accu-eenheid kan hierdoor worden aangetast, waardoor de accu-eenheid oververhit raakt, explodeert, ontvlamt of bijtende vloeistoffen lekt. Dit kan resulteren in ernstig of dodelijk letsel.
9. Laat een accu-eenheid nooit vochtig worden. Een vochtige accu­eenheid zal oververhit raken, vlam vatten of barsten, en zodoende ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Waarschuwing
1. Vermijd contact tussen de bijtende elektrolytvloeistof uit een batterij en uw ogen, huid of kleding. Indien u toch elektrolytvloeistof in uw ogen krijgt, dient u onmiddellijk uw ogen te wassen met veel stromend water en medische hulp te zoeken om schade aan de ogen te voorkomen. Als elektrolytische vloeistof in contact komt met uw huid, dient u deze onmiddellijk onder stromend water af te spoelen. Als elektrolytische vloeistof op uw kleren terechtkomt, dient u deze direct uit te trekken teneinde contact met uw huid of ogen te voorkomen.
2. Schakel de computer onmiddellijk uit, ontkoppel de netadapter en verwijder de accu-eenheid als de eenheid een van de volgende verschijnselen vertoont: vreemde geur, extreme hitte, verkleuring of vervorming. Laat de computer vervolgens nakijken door een Authorized Toshiba Service Center voordat u er weer mee aan de slag gaat. Als u deze waarschuwing negeert, zal de accu-eenheid mogelijk rook gaan afgeven, vlam vatten of barsten.
3. Zorg dat de accu-eenheid correct in de computer is geïnstalleerd voordat u probeert de eenheid op te laden. Onjuiste installatie kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikkeling of brand.
4. Houd de accu-eenheid buiten het bereik van baby's en kinderen. De accu kan letsel veroorzaken.
Gebruikershandleiding 6-6
Page 91
Stroomvoorziening en spaarstanden
Let op
1. Gebruik de accu-eenheid nooit als het oplaadvermogen is aangetast, of als een bericht is verschenen met de waarschuwing dat de accu­eenheid niet meer kan worden opgeladen. Als u een lege of aangetaste accu-eenheid blijft gebruiken, kan gegevensverlies optreden.
2. Gooi accu-eenheden nooit samen met het gewone afval weg. Retourneer ze aan uw TOSHIBA-dealer of een ander recyclingbedrijf voor hergebruik en om schade aan het milieu te voorkomen. Dek de contactpunten af met isolatietape om kortsluiting te voorkomen, anders kan de batterij ontvlammen of scheuren.
3. Gebruik alleen accu-eenheden die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
4. Controleer altijd of de accu-eenheid correct is geïnstalleerd en stevig vastzit. Is dit niet het geval, dan kan de accu-eenheid uit de computer vallen en letsel teweegbrengen.
5. Laad de accu-eenheid op bij een omgevingstemperatuur tussen 5º en 30º Celcius Als u de accu-eenheid bij hogere of lagere temperaturen oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de levensduur van de eenheid achteruitgaan.
6. Vergeet niet de resterende accucapaciteit te controleren. Als de accu of de batterij van de klok helemaal leeg is, werkt de slaapmodus niet en gaan de gegevens die zich in het geheugen bevinden verloren. De computer geeft mogelijk ook een verkeerde datum en tijd weer. Sluit in dat geval de netadapter aan om de accu/batterij op te laden.
7. Installeer of verwijder de accu-eenheid nooit voordat de computer is uitgeschakeld en de netadapter is ontkoppeld. Verwijder nooit de accu als de computer zich in de slaapstand bevindt omdat er dan gegevens verloren gaan.
Opmerking
1. Verwijder de accu-eenheid nooit terwijl de functie Activering op LAN ingeschakeld is. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens verloren. Schakel de functie Activering op LAN uit alvorens de accu-eenheid te verwijderen.
2. Om te zorgen dat de accu zijn maximale capaciteit behoudt, dient u de computer ten minste eenmaal per week op accu-energie te gebruiken totdat de accu totaal leeg is. Raadpleeg het gedeelte Levensduur
verlengen van dit hoofdstuk voor procedures. Als de computer geruime
tijd (langer dan een week) continu via de netadapter op netstroom wordt gebruikt, bestaat het risico dat de accucapaciteit wordt aangetast. De accu-eenheid zal dan niet langer efficiënt functioneren, zelfs als de verwachte levensduur nog niet is verstreken. Bovendien kunt u er niet langer op vertrouwen dat het Accu-lampje gaat branden ter aanduiding van een laag accu-energieniveau.
3. Na het opladen van de accu-eenheid dient u de netadapter niet langer dan enkele uren achtereen aangesloten te laten wanneer de computer uit staat. Als u doorgaat met opladen terwijl de accu-eenheid reeds volledig is opgeladen, kan de accu beschadigd raken.
Gebruikershandleiding 6-7
Page 92
Stroomvoorziening en spaarstanden
De accu’s opladen
Als de lading in de accu-eenheid opraakt, gaat het Accu-lampje oranje knipperen om aan te geven dat er slechts acculading voor enkele minuten resteert. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het Accu-lampje knippert, wordt de slaapstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet een accu-eenheid opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Om een accu-eenheid op te laden terwijl deze in de computer is geïnstalleerd, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in de gelijkstroomingang (DC IN) en het andere uiteinde in een functionerend stopcontact.
Tijdens het opladen van de accu brandt het Accu-lampje oranje.
Laad de accu-eenheid alleen op via de computer terwijl deze is aangesloten op het elektriciteitsnet. Probeer de accu-eenheid niet met een andere lader op te laden.
Tijd
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe lang het duurt om een lege accu volledig op te laden.
Oplaadtijd (uren)
Type accu/batterij Stroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
Accu-eenheid circa 12 of langer circa 4 of langer
RTC-batterij circa 24 circa 24 op netvoeding
of accu-eenheid
De oplaadtijd wanneer de computer aan is, wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier waarop u de computer gebruikt.
Als u intensief gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks opgeladen. Raadpleeg ook het gedeelte Bedrijfstijd van de accu maximaliseren.
Accu: aanwijzingen voor het opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct wordt opgeladen:
De accu is extreem heet of koud. Om te zorgen dat de accu maximaal wordt
opgeladen, dient u bij een kamertemperatuur van 10° tot 30°C op te laden.
De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter enkele minuten
aangesloten; hierna begint het opladen.
Gebruikershandleiding 6-8
Page 93
Stroomvoorziening en spaarstanden
Als een accu volledig is opgeladen, verdient het aanbeveling de computer uitsluitend op accuvoeding te gebruiken totdat de accu geheel leeg is. Hierdoor zorgt u dat de accu langer meegaat en dat de accucapaciteit correct kan worden bijgehouden.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan het gebeuren dat het acculampje een snelle daling in de accubedrijfstijd aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Een koele accu is in een warme computer geïnstalleerd.
Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit.
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te laten tot de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
2. Sluit de netadapter aan.
3. Laad de accu-eenheid op tot het acculampje blauw brandt (afhankelijk van het gekochte model).
Herhaal deze stappen twee à drie keer tot de accucapaciteit het normale niveau heeft bereikt.
Als u de netadapter aangesloten laat, wordt de levensduur van de accu­eenheid aangetast. Laat ten minste één keer per week de computer aan staan totdat de accu volledig leeg is en laad de accu vervolgens weer op.
Accucapaciteit controleren
De resterende accuspanning kan op de volgende manieren worden gecontroleerd.
Op het accupictogram op de taakbalk klikken
Via Battery Status (Accustatus) in het Windows Mobility Center-venster
Wacht ten minste zestien seconden na het inschakelen van de
computer voordat u probeert de resterende gebruiksduur te controleren. Dit omdat de computer deze tijd nodig heeft om de resterende capaciteit van de accu te controleren en om de resterende gebruiksduur uit te rekenen op basis van het huidige energieverbruik.
De werkelijke resterende gebruiksduur kan enigszins afwijken van de
berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig opgeladen zijn.
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de bedrijfstijd die één acculading levert.
Gebruikershandleiding 6-9
Page 94
Stroomvoorziening en spaarstanden
Hoe lang de lading van een accu meegaat, hangt af van de volgende factoren:
de configuratie van de computer (of u bijvoorbeeld
energiebesparingsopties hebt geactiveerd). De computer verschaft een modus voor het besparen van accu-energie. Deze modus heeft de volgende opties:
Display auto off (beeldscherm automatisch uitschakelen)
Hard Disk Drive auto off (stroom vaste schijf automatisch
uitschakelen)
System auto off (systeem automatisch uitschakelen)
LCD-helderheid
frequentie en duur van het gebruik van de vaste schijf, het optische
station en het diskettestation (als er een is aangesloten);
het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu;
het activeren van de (zuinige) slaapstand bij regelmatig in- en
uitschakelen van de computer;
de locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat;
het sluiten van het beeldscherm wanneer u het toetsenbord niet
gebruikt om energie te besparen;
de omgevingstemperatuur (de bedrijfstijd neemt af bij lage
temperaturen);
de toestand van de accupolen. Zorg dat de polen schoon blijven door
ze met een schone, droge doek af te vegen voordat u de accu-eenheid installeert.
Behoud van gegevens bij het uitschakelen van de computer (slaapstand)
Als u de computer uitschakelt terwijl de accu en RTC-batterij volledig zijn opgeladen, zorgen de accu en batterij dat de gegevens en energie gedurende de volgende tijdsperioden behouden blijven:
Accu Circa 1,5 dag (slaapstand, 9 cellen)
Circa 1 dag (slaapstand, 6 cellen) Circa 0,5 dag (slaapstand, 3 cellen)* Circa 1 maand (afsluitmodus, alle soorten accu-eenheden)
RTC-batterij Circa 1 maand
* De beschikbaarheid van deze accu is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Levensduur verlengen
U kunt de levensduur van de accu-eenheid als volgt verlengen:
Als u extra accu-eenheden hebt, gebruik deze dan afwisselend.
Verwijder de accu-eenheid als u het systeem langere tijd niet gebruikt.
Gebruikershandleiding 6-10
Page 95
Bewaar reserve-accu-eenheden op een koele, droge plek zonder
rechtstreeks zonlicht.

De accu-eenheid vervangen

Als de accu-eenheid volledig versleten is, moet u een nieuwe eenheid installeren. Indien het Accu-lampje oranje knippert kort nadat de accu volledig is opgeladen, dient de accu-eenheid te worden vervangen.
U kunt een lege accu-eenheid ook vervangen door een reserve-accu als u de computer niet op het elektriciteitsnet hebt aangesloten. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de accu-eenheid verwijdert en installeert.
De accu-eenheid verwijderen
Voer de volgende stappen uit om een lege accu-eenheid te vervangen.
Wees bij het hanteren van accu-eenheden voorzichtig dat u de
accucontactpunten niet kortsluit. Laat de eenheid niet vallen en vermijd schokken; kras of breek het accuoppervlak niet en buig of verdraai de accu-eenheid niet.
Verwijder de accu niet als de computer zich in de slaapstand bevindt
omdat de gegevens die zich in het geheugen bevinden dan verloren gaan.
1. Sla uw werk op.
2. Schakel de computer uit. Controleer of de Aan/uit-lampje uit is.
3. Verwijder alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
4. Zet computer ondersteboven.
5. Ontgrendel de vergrendelingsschuif voor de accu-eenheid.
Stroomvoorziening en spaarstanden
1
2
Accu-eenheid 1 verwijderen
Gebruikershandleiding 6-11
Page 96
Stroomvoorziening en spaarstanden
6. Duw de accuvergrendelingsschuif naar links en trek de accu uit de accuhouder.
3
Accu-eenheid 2 verwijderen
De accu-eenheid installeren
Om een accu-eenheid te installeren voert u de volgende stappen uit.
4
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Houd de accu met het etiket naar beneden en de connectoren op de accu tegenover de connectoren op de computer.
4. Duw de accu voorzichtig in de accuhouder tot de vergrendelingsschuif vastklikt.
Gebruikershandleiding 6-12
Page 97
De accu-eenheid installeren

TOSHIBA Password-hulpprogramma

Het hulpprogramma TOSHIBA Supervisor Password verschaft twee niveaus van wachtwoordbeveiliging: User en Supervisor.
Stroomvoorziening en spaarstanden
1
2
Wachtwoorden die met het TOSHIBA Hulpprogramma voor supervisorwachtwoord worden ingesteld, verschillen van het Windows wachtwoord.
®
-
User Password
Start het hulpprogramma door de volgende items te selecteren: Star t TOSHIBA Assist SECURE (VEILIG) User Password
(Gebruikerswachtwoord)
Geregistreerd
Klik op deze knop om een wachtwoord van maximaal 8 tekens te registreren. Na het instellen van een wachtwoord wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren wanneer u de computer opstart.
Niet geregistreerd
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te verwijderen. U kunt een wachtwoord pas verwijderen nadat u het huidige wachtwoord correct hebt ingevoerd.
Gebruikershandleiding 6-13
Page 98
Stroomvoorziening en spaarstanden
Owner String (tekstvak)
U kunt dit vak gebruiken om tekst aan het wachtwoord te koppelen. Klik nadat u tekst hebt toegevoegd op Toepassen of op OK. Elke keer wanneer u de computer inschakelt, wordt deze tekst weergegeven, samen met de vraag het wachtwoord op te geven.
Supervisorwachtwoord
Als u een supervisorwachtwoord instelt, zullen sommige functies niet beschikbaar zijn wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het gebruikerswachtwoord. Als u een supervisorwachtwoord wilt instellen, dient u te klikken op:
TOSHIBA Assist VEILIG Supervisorwachtwoord Met dit hulpprogramma kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen.
beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
De computer opstarten met een wachtwoord
Als u al een wachtwoord hebt geregistreerd, is er één manier om de computer op te starten:
Voer het wachtwoord handmatig in.
Het wachtwoord is alleen nodig als de computer was afgesloten in de opstartmodus, niet in de (zuinige) slaapstand.
U gaat als volgt te werk om een wachtwoord handmatig in te voeren:
1. Schakel de computer in volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 3, Aan
de slag. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Enter Password [xxxxxxxx]
De sneltoetsen Fn + F1 tot en met F9 werken op dit moment niet. U kunt ze pas weer gebruiken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op Enter.
Als u het wachtwoord driemaal achtereen onjuist invoert, wordt de computer afgesloten. U moet de computer opnieuw aanzetten en het wachtwoord opnieuw typen.
Gebruikershandleiding 6-14
Page 99
Stroomvoorziening en spaarstanden

Spaarstanden

De computer heeft de volgende spaarstanden:
Slaapstand (de gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de
vaste schijf).
Slaapstand (stroom blijft ingeschakeld, gegevens in het geheugen
blijven behouden, maar de CPU en alle andere apparaten komen in de zogeheten slaapstand te staan).
Opstarten (de gegevens in het geheugen worden niet opgeslagen).
Raadpleeg tevens het gedeelte De computer uitschakelen in hoofdstuk 3,
Aan de slag.

Uit/Inschakelen via LCD

Met deze functie schakelt de computer over op de slaapstand wanneer het beeldscherm wordt dichtgeklapt. De computer gaat weer aan wanneer het beeldscherm wordt geopend.
Als de functie Uitschakelen via LCD is geactiveerd en u Windows afsluiten gebruikt, dient u het scherm niet te sluiten voordat de afsluitfunctie is voltooid.

Systeem in automatische slaapstand/zuinige slaapstand

Met deze functie wordt het systeem automatisch in de (zuinige) slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen computeractiviteit heeft plaatsgevonden.
Raadpleeg Speciale voorzieningen in hoofdstuk 1, A200 - voorzieningen, voor uitleg over het instellen van de tijdlimiet.
Gebruikershandleiding 6-15
Page 100
HW Setup
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de computer met behulp van het hulpprogramma TOSHIBA HW Setup configureert. Met TOSHIBA HW Setup kunt u instellingen voor diverse apparaten configureren. Dit gebeurt via de volgende tabbladen: General, Password, Display, Boot Priority, Keyboard, CPU, LAN en USB.

HW Setup starten

Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) aan, wijs TOSHIBA aan, wijs Utilities (Hulpprogramma's) aan en klik op HWSetup.

Het HW Setup-venster

Het HW Setup-venster bestaat uit de volgende tabbladen: General, Password, Display, Boot Priority, Keyboard, LAN en USB.
Er zijn ook deze drie knoppen:
OK Bevestigt uw wijzigingen en sluit het HW Setup-venster.
Cancel Sluit het venster zonder uw wijzigingen door te voeren.
Apply Bevestigt al uw wijzigingen zonder het HW Setup-
HW Setup
Hoofdstuk 7
venster te sluiten.
Algemeen
Dit tabblad toont de BIOS-versie en bevat twee knoppen:
Default De fabrieksinstellingen van alle HW Setup-opties
herstellen.
About Hiermee geeft u versiegegevens van HW Setup weer.
Setup
Dit veld geeft de BIOS-versie met de datum weer.
Als u klaar bent met de BIOS-update, start u uw computer opnieuw op en drukt u op F2 in de BIOS-installatiehandleiding en laadt u de BIOS-standaard één keer
Gebruikershandleiding 7-1
.
Loading...