Gebruikershandleiding voor de A200-serie draagbare Personal Computer
Eerste druk: maart 2007
Eigendom en auteursrecht van muziek, video, computerprogramma's,
databases en dergelijke worden beschermd door de auteurswetten. Deze
auteursrechtelijk beschermde materialen mogen uitsluitend worden
gekopieerd voor persoonlijk gebruik thuis. Indien u buiten de
bovengenoemde beperking om deze materialen kopieert of bewerkt
(hieronder valt tevens het transformeren van gegevensindelingen), via
internet verzendt of verspreidt zonder toestemming van de houder van het
auteursrecht, kan dit leiden tot schadeclaims en/of strafrechtelijke
vervolging wegens schending van het auteursrecht of de persoonlijke
rechten van de auteur. Houd u daarom aan de auteurswetten wanneer u dit
product gebruikt om auteursrechtelijk beschermde werken te kopiëren of
andere bewerkingen uit te voeren. Let erop dat u de onder het auteursrecht
geldende rechten van de eigenaar kunt schenden als u wisselt tussen de
schermmodi (bijv. Wide-modus, Wide Zoom-modus etc.) of dit product
gebruikt om vergrote afbeeldingen/video's weer te geven in een
horecagelegenheid of hotel met als doel winst te maken of dit materiaal
aan het publiek te tonen.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal
computers uit de A200-serie op het tijdstip waarop deze handleiding ter
perse ging. Navolgende computers en handleidingen kunnen echter
zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt
dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect
voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties
tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
IBM is een gedeponeerd handelsmerk en IBM PC, OS/2 en PS/2 zijn
handelsmerken van International Business Machines Corporation.
Celeron, Intel, Intel SpeedStep, Pentium, Intel Core en Centrino zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation of
haar dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten en andere landen.
MS-DOS, Microsoft, Windows en DirectX zijn gedeponeerde
handelsmerken en Windows Vista is een handelsmerk van Microsoft
Corporation.
Gebruikershandleidingii
Page 3
Centronics is een gedeponeerd handelsmerk of Centronics Data Computer
Corporation. Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak.
Bluetooth is een handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door
TOSHIBA onder licentie gebruikt.
iLink is een handelsmerk van Sony Corporation.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn vermeld.
Informatie over Macrovision
In dit product is kopieerbeveiligingstechnologie verwerkt die is beschermd
door methoden en aanvragen van bepaalde Amerikaanse patenten en
andere intellectuele eigendomsrechten van Macrovision Corporation, en
andere rechthebbenden. Gebruik van deze techniek is alleen toegestaan
met toestemming van Macrovision Corporation en is uitsluitend bedoeld
voor privégebruik en weergave voor een beperkt publiek, tenzij
Macrovision Corporation toestemming heeft verleend voor andere
gebruiksmogelijkheden. Terugwerkend construeren of demonteren is
verboden.
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsinstructies om uzelf en uw computer te
beschermen.
A200
Tijdens het gebruik van de computer
Laat de portable tijdens gebruik niet lange tijd achtereen op uw lichaam
rusten. Bij intensief gebruik kan er zich warmte in de basis opbouwen.
Langdurig contact met de huid kan een onaangenaam gevoel of zelfs
brandwonden veroorzaken.
■ Probeer niet de computer zelf te repareren. Volg de installatie-
instructies nauwgezet.
■ Draag een accu niet in uw zak, handtas of een andere houder waar
metalen objecten (zoals sleutels) de accucontactpunten kunnen
kortsluiten. Hierdoor kunnen extreem hoge temperaturen ontstaan, met
het risico van brandwonden.
■ Zorg dat er geen voorwerpen op het snoer van de netadapter rusten en
dat het snoer niet op een locatie ligt waar regelmatig mensen lopen of
staan.
■ Plaats de netadapter op een positie met voldoende ventilatie,
bijvoorbeeld op een bureaublad of op de vloer, wanneer u de computer
op de netvoeding gebruikt of de accu oplaadt. Bedek de netadapter niet
met papier of andere voorwerpen die afkoeling belemmeren, en gebruik
de netadapter niet terwijl deze in een draagtas zit.
Gebruikershandleidingiii
Page 4
A200
■ Gebruik uitsluitend de netadapter en accu's die zijn goedgekeurd voor
gebruik met deze computer. Gebruik van een ander type accu of
netadapter resulteert in brand- of ontploffingsgevaar.
■ Controleer alvorens de computer op een voedingsbron aan te sluiten of
de spanningsspecificatie van de netadapter overeenkomt met die van
de beschikbare voedingsbron.
115 V/60 Hz in het merendeel van Noord- en Zuid-Amerika en een
aantal landen in het Verre Oosten (zoals Taiwan).
100 V/50 Hz in het oosten van Japan en 100 V/60Hz in het westen van
Japan.
230 V/50 Hz in de meeste landen van Europa, het Midden Oosten en
het Verre Oosten.
■ Als u een verlengsnoer met netadapter gebruikt, zorg er dan voor dat
de totale ampèrewaarde van de producten die erop worden
aangesloten de ampèrewaarde van het verlengsnoer zelf niet
overschrijdt.
■ Tijdens onweer dient u geen kabels aan de computer te koppelen of
ervan te ontkoppelen, of onderhouds- of configuratiewerkzaamheden
op de computer uit te voeren. Hierdoor loopt u het risico van een
elektrische schok.
■ Plaats de computer op een vlak oppervlak wanneer u ermee gaat
werken.
■ Probeer niet om gebruikte accu's te verbranden. Ze kunnen ontploffen.
Houd u bij het afdanken van accu's en batterijen aan de plaatselijke
verordeningen of voorschriften.
■ Houd de computer tijdens vliegreizen als handbagage bij u. U kunt de
computer tijdens de veiligheidscontrole door een röntgenapparaat laten
scannen, maar neem de notebook nooit met u mee door een
metaaldetectiepoortje. Zorg bij handmatige inspectie dat u een
opgeladen accu paraat hebt, voor het geval u wordt verzocht de
computer in te schakelen.
■ Als u reist met de vaste schijf uit de computer verwijderd, dient u het
schijfstation in een niet-geleidend materiaal (bijvoorbeeld een doek of
papier) te wikkelen. Houd er rekening mee dat u bij handmatige
inspectie mogelijk zal worden gevraagd de schijf in de computer te
installeren. U kunt de vaste schijf tijdens de veiligheidscontrole door
een röntgenapparaat laten scannen, maar neem de schijf nooit met u
mee door een metaaldetectiepoortje.
■ Plaats de computer onderweg niet in een bagagevak of -rek waar hij
heen en weer kan schuiven. Laat de computer niet vallen en vermijd
tevens andere mechanische schokken.
■ Houd de computer, accu en vaste schijf stof- en vochtvrij en vermijd
blootstelling aan extreme temperaturen en direct zonlicht.
■ Als u de computer verplaatst naar een omgeving met een aanzienlijk
hogere of lagere temperatuur en/of vochtigheidsgraad, kan zich
condensatie in of op de computer vormen. Wacht in dat geval tot het
vocht is verdampt voordat u de computer weer in gebruik neemt.
Gebruikershandleidingiv
Page 5
A200
■ Ontkoppel kabels door aan de connector of de snoerontspanningslus te
trekken, niet aan de kabel zelf. Trek de connector recht uit om te
voorkomen dat de connectorpennen verbogen raken. Zorg bij het
aansluiten van een kabel dat u de connector in de juiste stand en recht
insteekt.
■ Alvorens de computer schoon te maken dient u deze uit te schakelen,
de stekker uit het stopcontact te verwijderen en de accu te verwijderen.
■ Hanteer computeronderdelen voorzichtig. Houd een onderdeel zoals
een geheugenmodule bij de randen vast, niet bij de pennen.
Neem bij het gebruik van telefoonapparatuur in combinatie met uw
computer elementaire veiligheidsvoorschriften in acht om het risico van
brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel te beperken.
Bijvoorbeeld:
■ Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een
badkuip, wasbak of gootsteen, in een vochtige kelder of bij een
zwembad.
■ Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon
gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
■ Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nabijheid
van het lek.
■ Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.
■ Vervang de accu uitsluitend door een accu van hetzelfde type of van
een gelijkwaardig, door de fabrikant aanbevolen type.
■ Houd u bij het afdanken van gebruikte accu's aan de voorschriften van
de fabrikant.
■ Gebruik alleen No.26 AWG of grotere snoeren voor de
telecommunicatielijn om het risico op brand te verlagen.
Gebruik alleen de accu-eenheid die bij de computer is geleverd of een
optionele, door de fabrikant aanbevolen accu-eenheid. Gebruik van de
verkeerde accu kan resulteren in beschadiging van de computer.
TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor
eventuele schade.
Gebruikershandleidingv
Page 6
Conformiteitverklaring EU
TOSHIBA verklaart dat het product A200 voldoet aan de volgende normen:
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenstemming met de
relevante Europese richtlijnen, met name de Electromagnetic Compatibility
Directive 89/336/EEC voor notebooks en elektronische accessoires, zoals
de meegeleverde netadapter, de Radio Equipment and
Telecommunications Terminal Equipment Directive 99/5/EEC in het geval
van geïmplementeerde accessoires voor telecommunicatie en de Low
Voltage Directive 73/23/EEC voor de meegeleverde netadapter.
De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij
TOSHIBA EUROPE GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland,
telefoon +49-(0)-2131-158-01.
Raadpleeg voor een exemplaar van de betreffende CE-verklaring van
overeenstemming de volgende website: http://epps.toshiba-teg.com.
Dit product en de meegeleverde accessoires zijn ontworpen conform de
relevante EMC -normen (Elektromagnetische compatibiliteit) en
veiligheidsnormen. Toshiba garandeert echter niet dat dit product nog
steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of accessoires van
andere leveranciers of distributeurs zijn aangesloten of geïmplementeerd.
Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende
richtlijnen in acht worden genomen:
■ Alleen accessoires met het CE-keurmerk mogen worden
aangesloten/geïmplementeerd.
■ Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
A200
De volgende informatie is alleen bedoeld voor lidstaten van
de EU:
Het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval
mag worden behandeld. Zorg ervoor dat dit product op correcte
wijze wordt weggegooid. Doet u dit niet, dan kan dit gevaar
opleveren voor het milieu en de gezondheid van de mens.
Neem voor meer informatie over de recyclage van dit product
contact op met uw gemeentekantoor, uw vuilnisdienst of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
is dit symbool mogelijk niet aanwezig.
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations
Een A200-computer wordt geleverd met een van de volgende ingebouwde
stations: DVD-ROM, CD-RW/DVD-ROM of DVD Super Multi-station
(+-R DL).
Gebruikershandleidingvi
Page 7
A200
■ Het optische schijfstation gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog
op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze
gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd
in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig
kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u
contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
■ Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
■ Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
Het optische station dat in deze computer wordt gebruikt, is uitgerust met
een laserapparaat. Op het oppervlak van het station is een
classificatielabel met de volgende zin aangebracht.
CLASS 1 LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
LUOKAN 1 LASERLAITE
APPAREIL A LASER DE CLASSE 1
KLASS 1 LASER APPARAT
De fabrikant van het station met het bovenstaande etiket certificeert dat het
station op de fabricagedatum voldeed aan de voorschriften voor
laserproducten conform artikel 21 van de Amerikaanse Code of Federal
Regulations (Department of Health & Human Services, Food and Drug
Administration).
In andere landen voldoet het station aan de IEC 825- en EN60825voorschriften voor laserproducten van klasse 1.
Deze computer is uitgerust met een van de optische stations in de
volgende lijst, al naar gelang het model.
Gebruikershandleidingvii
Page 8
FabrikantType
Toshiba SamsungCD-RW/DVD-ROM
TeacCD-RW/DVD-ROM
PioneerDVD Super Multi (±R Double Layer)
Toshiba SamsungDVD Super Multi (±R Double Layer)
HitachiDVD Super Multi (±R Double Layer)
PanasonicDVD Super Multi (±R Double Layer)
TeacDVD Super Multi (±R Double Layer)
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit "CTR21") voor
aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone
Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende
landen/regio's biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor
storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
A200
TS-L-462D
DW-224E
DVR-K17
TS-L632
GSA-T20N
UJ-850U
DV-W28EC
Gebruikershandleidingviii
Page 9
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is
compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de
aanvullende voorschriften in EG 201 121.
DuitslandATAAB AN005, AN006, AN007, AN009, AN010
en DE03, 04, 05, 08, 09, 12, 14, 17
GriekenlandATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04
PortugalATAAB AN001, 005, 006, 007, 011 en P03, 04,
SpanjeATAAB AN005, 007, 012 en ES01
ZwitserlandATAAB AN002
NoorwegenATAAB AN002, 005, 007 en NO 01, 02
Alle overige
landen/regio's
Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de
gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale
goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale
voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken
kan niet worden gegarandeerd.
08, 10
ATAAB AN003, 004
A200
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer
verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
■ stof, vocht en direct zonlicht;
■ apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
Gebruikershandleidingix
Page 10
■ plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
■ extreme hitte, koude of vochtigheid;
■ vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Blessures door overbelasting
Lees de instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en
gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en
polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt
voorkomen. Hoofdstuk 3, Aan de slag, bevat eveneens informatie over het
inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met
behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
Letsel door verhitting van computeroppervlakken
■ Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak
zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan
langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op
uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren in rode
plekken op de huid.
■ De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
■ Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
■ Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
A200
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd
of storingen optreden.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer
wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en
comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
LCD-scherm en vermoeidheid van de ogen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10-4
Bijlage A Specificaties
Bijlage B Weergavemodi
Bijlage C Het netsnoer en de voedingsaansluitingen
Bijlage D Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Gebruikershandleidingxiii
Page 14
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe A200-computer. Deze krachtige,
hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar
computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden,
bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw A200-computer
gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt
gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer,
elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele
apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een draagbare
computer hebt gewerkt, lees dan eerst de hoofdstukken A200 -
voorzieningen en Rondleiding om uzelf vertrouwd te maken met de
voorzieningen, onderdelen en accessoires van de computer. Lees
vervolgens Aan de slag voor stapsgewijze instructies voor het
gebruiksklaar maken van de computer.
Als u een ervaren computergebruiker bent, dient u dit voorwoord te lezen
om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding. Blader daarna de
handleiding door om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name
aandacht aan de paragraaf Speciale voorzieningen in de A200 -
voorzieningen om kennis te maken met de voorzieningen die uniek zijn
voor de computer.
A200
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit tien hoofdstukken, vier bijlagen en een
woordenlijst.
Hoofdstuk 1, A200 - voorzieningen, is een overzicht van de speciale
voorzieningen, hulpprogramma's en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer
geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Aan de slag, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de
computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid en
het inrichten van uw werkplek. Lees in elk geval de gedeelten over het
installeren van het besturingssysteem en het herstellen van de vooraf
geïnstalleerde software.
Gebruikershandleidingxiv
Page 15
Hoofdstuk 4, Grondbeginselen, staat vol met instructies over het gebruik
van de volgende apparaten: touchpad/dual-modepad, de optische
schijfstations, de interne modem, het LAN en het draadloze LAN. Verder
worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer, diskettes en
DVD's/CD-ROM's.
Hoofdstuk 5, Het toetsenbord, beschrijft speciale toetsenbordfuncties zoals
de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
Hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, geeft uitvoerige
informatie over de stroomvoorzieningen van de computer.
Hoofdstuk 7, HW Setup, geeft een overzicht van het hulpprogramma
TOSHIBA HW Setup.
Hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware
beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Probleemoplossing, verschaft nuttige informatie over het
uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze
als de computer niet correct lijkt te werken.
In hoofdstuk 10, Vrijwaringsverklaringen, vindt u informatie over de
vrijwaringsverklaringen met betrekking tot de computer.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer.
De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
A200
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd
door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read
Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de
computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen
ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een
aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te
zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld
de Enter-toets aan.
Gebruikershandleidingxv
Page 16
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen
indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken
(+) tussen de toetsopschriften (+). Zo betekent Ctrl + C dat u op C moet
drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt,
dient u de eerste twee toetsen ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de
derde toets te drukken.
DISKCOPY A: B: Als in procedures een actie moet worden
uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram of
het invoeren van tekst, wordt de naam van het
pictogram of wordt de tekst die moet worden
ingevoerd, weergegeven in het lettertype dat hier
links is afgebeeld.
Beeldscherm
De namen van vensters en pictogrammen, en
door de computer gegenereerde tekst die op het
beeldscherm verschijnt, worden in het links
ABC
weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken
op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals
hieronder wordt geïllustreerd.
A200
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect
gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Terminologie
Deze term is in dit document als volgt gedefinieerd:
StartHet woord "Start" verwijst naar de knopin
Microsoft
®
Windows Vista™.
Controlelijst van apparatuur
Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het
verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik. Controleer of u de
volgende items hebt:
Gebruikershandleidingxvi
Page 17
Hardware
■ Draagbare personal computer uit de A200-serie
■ Universele netadapter en netsnoer
■ USB-diskettestation (geleverd bij sommige modellen)
■ modulaire kabel voor modem (geleverd bij sommige modellen)
Software
■ De volgende software die vooraf is geïnstalleerd op uw vaste schijf:
* De beschikbaarheid van deze software is afhankelijk van het
aangeschafte model.
®
A200
Het systeem functioneert wellicht niet correct als u gebruik maakt van
stuurprogramma's die niet zijn geïnstalleerd of gedistribueerd door
TOSHIBA.
Formatteerprogramma voor SD-geheugenkaarten en andere SD-functies
worden verpakt in Hulpprogramma's voor TOSHIBA SD-geheugens. Als u
de SD-hulpprogramma's wilt verwijderen, klikt u op Start Control Panel
(Configuratiescherm) Uninstall a program (Een programma verwijderen)
en selecteert u TOSHIBA SD Memory Utilities (TOSHIBAhulpprogramma's voor SD-geheugenkaarten).
Gebruikershandleidingxvii
Page 18
Documentatie
■ Dit is de documentatie die bij uw computer wordt geleverd:
■ Gebruikershandleiding voor de A200-serie Personal Computer
■ A200-serie - Aan de slag
■ Microsoft
sommige modellen)
■ Instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en
gebruiksomstandigheden
■ Garantie-informatie
®
Windows Vista™-handleidingenpakket (meegeleverd bij
Back-upmedia en extra software
■ DVD-ROM Productherstel
■ DVD Windows Anytime Upgrade (geleverd in sommige gebieden)
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk
contact op met uw dealer.
A200
Gebruikershandleidingxviii
Page 19
A200 - voorzieningen
Dit hoofdstuk beschrijft de speciale voorzieningen, opties en accessoires
van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht,
functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat
niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.
Voorzieningen
Ga naar de website voor uw gebied voor de configuratiegegevens van het
model dat u hebt aangeschaft.
Processor
A200 - voorzieningen
Hoofdstuk 1
Afhankelijk van het gekochte model:
■ Intel
■ Intel® Core™ Duo-processor of sneller
■ Intel
■ Intel® Celeron® M-processor of sneller
®
Core™ 2 Duo-processor of sneller
®
Pentium® Dual Core-processor of
sneller
Vrijwaringsverklaring (CPU)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer
informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de CPU.
Chipset
■ Mobile Intel 945PM/945GM/943GML Express-
chipset
■ Realtek ALC861D voor High Definition audio-
codec
■ TI CardReader en 1394a-controller PCI8402
■ 10M/100M LAN-contoller RTL8101E
Gebruikershandleiding1-1
Page 20
A200 - voorzieningen
Geheugen
Het grafische systeem in uw computer kan een deel van het
hoofdgeheugen van de computer gebruiken om de grafische prestaties te
verbeteren. Dit vermindert de hoeveelheid systeemgeheugen die voor
andere computeractiviteiten beschikbaar is. De hoeveelheid
systeemgeheugen die wordt toegewezen om de grafische prestaties te
verbeteren, hangt af van het grafische systeem, de gebruikte
toepassingen, de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren.
SleufTwee DDRII SO-DIMM's van maximaal 4 GB met
Intel 945PM/GM-chipset of van maximaal 2 GB
met Intel 943GML-chipset; kunnen via de sleuf
voor geheugenuitbreiding worden toegevoegd.
De hoeveelheid systeemgeheugen die u
maximaal kunt toevoegen, hangt af van het
aangeschafte model.
L2-cacheAfhankelijk van het gekochte model.
■ Intel
■ Intel
■ Intel® Pentium® Dual Core-processor met
■ Intel
Video-RAMAfhankelijk van het gekochte model:
■ NVIDIA GeForce Go 7300, maximaal 256-MB
®
Core™ 2 Duo-processor met 4-MB of
2-MB L2-cache
®
Core™ Duo-processor met 2-MB
L2-cache
2-MB L2-cache
®
Merom Celeron® M-processor met
1-MB L2-cache.
VRAM (GDDR2)
BIOS
■ 1 MB Flash ROM voor systeem-BIOS
■ Wachtstand naar geheugen of vaste schijf
■ Verschillende sneltoetsfuncties voor
systeembeheer
■ Volledige ACPI 1.0b-functionaliteit
Gebruikershandleiding1-2
Page 21
A200 - voorzieningen
Voeding
Accu-eenheidLithium-Ion smart accu-eenheid (3 cellen) van
10,8V/2000mAh*
Lithium-Ion smart accu-eenheid (6 cellen) van
10,8V/4000mAh
Li-Ion smart accu-eenheid (9 cellen) met een
capaciteit van 10,8V/6000mAh
Oplaadtijd tot 100% accucapaciteit is circa 12 uur
of meer (met systeem ingeschakeld).
Oplaadtijd tot 100% accucapaciteit is circa 4 uur
(met systeem uitgeschakeld).
De ontlaadtijd in de slaapstand bedraagt circa
1,5 dag voor de accu met 9 cellen, 1 dag voor de
accu met 6 cellen en een halve dag voor de accu
met 3 cellen.
Ontladingstijd in afsluitmodus is circa 1 maand.
* De beschikbaarheid van deze accu is
afhankelijk van het aangeschafte model.
Vrijwaringsverklaring (levensduur accu)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer
informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de levensduur
van de accu.
RTC-batterijDe computer heeft een interne batterij voor de
RTC (Real Time Clock), de kalender en de
informatie voor het instellen. Zonder externe
voedingsbron gaat deze batterij gemiddeld een
maand mee.
NetadapterDe universele netadapter voorziet het systeem
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze
opraken. De adapter wordt geleverd met een
verwisselbaar netsnoer.
Diskettestations
Extern USB-diskettestation (hangt af van het
gekochte model)
Gebruikershandleiding1-3
Page 22
A200 - voorzieningen
Touchpad/Dual Mode-pad
Met een touchpad/Dual Mode-pad en de
besturingsknoppen in de polssteun kunt u de
schermaanwijzer verplaatsen.
Het Dual Mode-pad is een touchpad dat normale
touchpadfuncties biedt in de standaardmodus en
overschakelt naar een Dual Mode-interface
wanneer op de rechterbovenhoek van het
touchpad wordt getikt. Als u weer op dezelfde
hoek tikt, wordt de normale aanwijsmodus
hersteld.
De volumeregelaar aan de rechterkant van het touchpad en de afdrukknop
functioneren mogelijk niet bij een aantal toepassingen.
Beeldscherm
15,4-inch TFT-scherm met een resolutie van
1280 horizontale × 800 verticale pixels
Vrijwaringsverklaring (LCD)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer
informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de LCD.
Grafische controller
■ Intel 945GM/943GML
■ NVIDIA GeForce Go 7300
(De chipset van de grafische controller is
afhankelijk van het aangeschafte model)
De grafische controller maximaliseert de
prestaties van het beeldscherm. Raadpleeg het
gedeelte Weergavemodi in bijlage B voor meer
informatie.
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer
informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de GPU
(Graphic Processor Unit).
Stations/schijven
Vaste schijf2,5-inch vaste schijf
Gebruikershandleiding1-4
(60/80/120/160/200 + 200 GB)
2,5-inch vaste schijf van 12,5 mm
(250/300 GB)
Seriële ATA 1.0
Page 23
A200 - voorzieningen
Vrijwaringsverklaring (capaciteit van de vaste schijf)
Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer
informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de vasteschijfcapaciteit.
Computers in deze serie kunnen worden geconfigureerd met meerdere
typen optische schijfstations. Wend u tot uw dealer voor meer informatie
over de beschikbare optische schijfstations. Raadpleeg hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor meer informatie over het gebruik van het optische
schijfstation.
Sleuven (afhankelijk van de configuratie)
Kaart voor meerdere
digitale media
(SD/SDHC/MMC
/MS/MS Pro/xD)
Door middel van deze sleuf kunt u gemakkelijk
gegevens overbrengen van apparaten,
bijvoorbeeld digitale camera’s en PDA’s (Personal
Digital Assistants), die gebruikmaken van
flashgeheugen.
U kunt ook een geheugenmodule in deze sleuf
plaatsen.
aan twee standaardmodules: een
ExpressCard/34-module en een
ExpressCard/54-module. Een Expresskaartmodule is een kleine uitbreidingskaart met
een PCI Express- en Universal Serial Bus (USB)interface.
Tv-outDe 4-pens S-Video-poort is compatibel met de
VESA DDC2B-compatibele functies.
Universal Serial Bus-poorten, die
gegevensoverdrachtsnelheden ondersteunen die
ruim 40 maal hoger zijn dan met USB 1.1
(eveneens door deze computer ondersteund).
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten
zoals digitale videocamera’s.
PAL- of NTSC-standaard voor tv en ondersteunt
Macrovision 7.02-kopieerbeveiliging.
Gebruikershandleiding1-5
Page 24
Multimedia
A200 - voorzieningen
Webcamera met
geïntegreerde
Foto's of videobeelden opnemen/verzenden met
deze geïntegreerde webcamera.
microfoon
(afhankelijk van
configuratie)
GeluidssysteemHet geïntegreerde, Windows
®
-compatibele
geluidssysteem biedt ondersteuning voor zowel
interne luidsprekers als aansluitingen voor een
externe microfoon en hoofdtelefoons.
Hoofdtelefoonaansluit
ing
Er is een standaard 3,5-mm stereobus voor
aansluiting van een externe hoofdtelefoon of
luidsprekers.
Microfoonaansluiting Op de standaard 3,5-mm mini-microfoonbus kan
een monomicrofoon worden aangesloten.
Communicatie (afhankelijk van de configuratie)
ModemDe ingebouwde modem voorziet in gegevens- en
faxcommunicatie. Het ondersteunt de V.90- of
V.92-standaarden (afhankelijk van de regio) en
heeft een modempoort voor aansluiting op een
telefoonlijn. De snelheid van gegevens- en
faxverzending is afhankelijk van de
omstandigheden van de analoge telefoonlijn.
LANDe computer heeft ingebouwde ondersteuning
voor Ethernet LAN (10 Mbps, 10BASE-T) en Fast
Ethernet LAN (100 Mbps, 100BASE-TX).
Draadloos LAN De computer heeft een ingebouwde minikaart
voor draadloze LAN's die compatibel is met
andere LAN-systemen die ondersteuning bieden
voor het volgende: 802.11a/b/g/n draadloze
LAN-module/ 802.11a/b/g draadloze
LAN-module/802.11b/g draadloze LAN-module.
Tevens ondersteunt de kaart
frequentiebandselectie (2,4 of 5 GHz) en
zwerven ("roaming") over meerdere kanalen.
BluetoothBluetooth is een draadloze technologie voor
overbrugging van korte afstanden om PAN's
(Personal Area Networks) tussen apparaten te
maken, zoals mobiele computers, mobiele
telefoons en digitale camera's.
Gebruikershandleiding1-6
Page 25
Beveiliging
Beveiligingsslot
Speciale voorzieningen
De volgende functies zijn ofwel uniek voor Toshiba-computers ofwel
geavanceerde functies, waardoor de computer handiger is in gebruik.
A200 - voorzieningen
Wachtwoordbeveiliging voor opstarten
Wachtwoordarchitectuur met twee niveaus
Hiermee kan de computer door middel van een
optioneel beveiligingsslot aan een bureau of
ander groot, zwaar voorwerp worden verankerd.
TOSHIBA Value
Added Package
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
Automatisch
uitschakelen van
vasteschijfstation
Systeem in
automatische
slaapstand/zuinige
slaapstand
Geïntegreerde
numerieke toetsen
Door middel van deze toetscombinaties kunt u de
systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een
systeemconfiguratieprogramma te hoeven
gebruiken.
Met deze functie wordt de stroom naar het interne
beeldscherm automatisch stopgezet als het
toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd
niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt
hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het
aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de
tijdsperiode opgeven in de opties voor
energiebeheer.
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste
schijf automatisch stopgezet als een bepaalde tijd
lang geen vasteschijfactiviteit heeft
plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt
hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt. U
kunt de tijdsperiode opgeven in de opties voor
energiebeheer.
Met deze functie wordt het systeem automatisch
in de slaapstand of de zuinige slaapstand gezet
als een bepaalde tijd lang geen invoer of
hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. U kunt
de tijdsperiode opgeven en een keuze maken uit
System Sleep (Systeem in slaapstand) en
System Hibernate (Systeem in zuinige
slaapstand) in de opties voor energiebeheer.
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde
numerieke toetsen. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik
van deze toetsen.
Gebruikershandleiding1-7
Page 26
A200 - voorzieningen
Wachtwoord voor
opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging:
supervisor en gebruiker. Hierdoor kunt u
voorkomen dat onbevoegden uw computer
gebruiken.
Battery Save Mode
(energiebesparingsm
odus)
Met deze voorziening kunt u accuenergie
besparen. U kunt het niveau van het
energiebeheer opgeven in de opties voor
energiebeheer.
Instant Security
(directe beveiliging)
Met een speciale sneltoets kunt u de computer
blokkeren. Deze functie dient voor
gegevensbeveiliging.
In-/uitschakelen via
LCD (Panel power
on/off)
Met deze functie wordt de stroom naar de
computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt
gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD
wordt geopend. U kunt deze instelling opgeven in
de opties voor energiebeheer.
Low Battery
Automatic Hibernation
(automatische
slaapstand bij lage
acculading)
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt
het systeem afgesloten. U kunt deze instelling
opgeven in de opties voor energiebeheer.
Zuinige slaapstandMet deze functie kunt u de stroom uitschakelen
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud
van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf
opgeslagen. Wanneer u de computer weer
aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats
waar u was opgehouden. Raadpleeg de
paragraaf De computer uitschakelen in
hoofdstuk 3, Aan de slag, voor bijzonderheden.
SlaapstandIn de slaapstand blijft de computer ingeschakeld,
maar worden de processor en alle andere
apparaten feitelijk in een slaapstand gezet.
Wanneer de computer in de slaapstand staat,
knippert het aan/uit-lampje oranje. De computer
wordt in de slaapstand gezet ongeacht de
instelling voor de zuinige slaapstand. Raadpleeg
de paragraaf De computer uitschakelen in
hoofdstuk 3, Aan de slag, voor bijzonderheden.
■ Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
■ Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat. In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Gebruikershandleiding1-8
Page 27
TOSHIBA Value Added Package
In dit gedeelte worden de functies van TOSHIBA Component beschreven
die vooraf zijn geïnstalleerd op de computer.
TOSHIBA Power
Saver
TOSHIBA Button
Support
TOSHIBA PC
Diagnostic Tool
TOSHIBA Flash Cards Dit hulpprogramma ondersteunt de volgende
TOSHIBA
Components
Common Driver
TOSHIBA
Accessibility
(Toegankelijkheid)
TOSHIBA ZoomingMet dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen
TOSHIBA Power Saver voorziet u van de functies
voor het beheer van de stroomvoorziening.
Met dit hulpprogramma kunt u de knoppen van de
computer gebruiken. U kunt instellen welke
toepassing met de knop wordt gestart.
TOSHIBA PC-diagnoseprogramma toont
basisgegevens over de configuratie van de
computer en biedt de mogelijkheid de
functionaliteit van bepaalde ingebouwde
hardwareapparaten in de computer te testen.
functies:
■ Sneltoetsfunctie
■ Functie voor het starten van het TOSHIBA-
hulpprogramma.
TOSHIBA Components Common Driver bevat de
module die nodig is voor het hulpprogramma dat
TOSHIBA biedt.
Het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility biedt
ondersteuning voor gebruikers met
bewegingsbeperkingen wanneer ze de
TOSHIBA-sneltoetsfuncties willen gebruiken. Met
dit hulpprogramma kunt u de Fn-toets vastzetten.
U drukt dan eenmaal op de Fn-toets, laat de toets
los en drukt op een van de functietoetsen
(F-toetsen) om de functie ervan te activeren. De
Fn-toets blijft in dit geval actief totdat een andere
toets wordt ingedrukt.
op het bureaublad vergroten of verkleinen en het
zoompercentage instellen voor specifieke
ondersteunde toepassingen.
A200 - voorzieningen
Hulpprogramma's en toepassingen
In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven
en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de on line
handleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor
informatie over bewerkingen.
TOSHIBA AssistTOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk
toegang tot Help en services kunt verkrijgen.
Gebruikershandleiding1-9
Page 28
A200 - voorzieningen
DVD-videospeler
De DVD-speler heeft een scherminterface en functies voor het afspelen van DVD-videoschijven.
TOSHIBA ConfigFree ConfigFree is een programmapakket waarmee
communicatieapparaten en netwerkverbindingen
op simpele wijze kunnen worden beheerd. Met
ConfigFree kunt u tevens
communicatieproblemen opsporen en profielen
maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen
locaties en communicatienetwerken.
U start ConfigFree door in Windows op Start te
klikken, achtereenvolgens Alle programma's,
TOSHIBA en Networking aan te wijzen en op
ConfigFree te klikken.
TOSHIBA Disc
Creator
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen
maken: audio-CD's die op een gewone stereoCD-speler kunnen worden afgespeeld, en dataCD's voor het opslaan van de bestanden en
mappen op uw vaste schijf. Deze software kan
alleen worden gebruikt op modellen met een
CD-RW/DVD-ROM-station of een DVD Super
Multi-station.
TOSHIBA DVD-RAM
Utility
TOSHIBA DVD-RAM Utility zorgt voor de fysieke
indeling van en schrijfbeveiligingsfunctie voor
DVD-RAM. Dit hulpprogramma vindt u in de
installatiemodule van TOSHIBA Disc Creator. U
kunt het TOSHIBA DVD-RAM Utility als volgt
starten via de menubalk. Start All Programs
(Alle programma's) TOSHIBA CD&DVD
Applications (Cd- en DVD-toepassingen)
DVD-RAM Utility.
TOSHIBA Hardware
Setup
Met dit programma kunt u uw hardwareinstellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de
randapparaten die u gebruikt. Als u het
hulpprogramma wilt openen, klikt u op Start, wijst
u achtereenvolgens All Programs (Alle
programma’s), TOSHIBA en Utilities
(Hulpprogramma's) aan en klikt u op HWSetup.
Geluiddemper voor
cd/dvd-station
Met dit hulpprogramma kunt u de leessnelheid
van het CD-station configureren. U kunt de
normale modus of de stille modus configureren.
In de normale modus werkt het station op
maximale snelheid voor een snelle toegang tot
gegevens en in de stille modus kunt u op single
speed geruislozer naar CD's luisteren. Het heeft
geen invloed op het DVD-station.
Ulead DVD
MovieFactory
TOSHIBA
®
voor
U kunt digitale video's bewerken en een
DVD-video maken. De Label Flash-functie wordt
tevens ondersteund.
Gebruikershandleiding1-10
Page 29
A200 - voorzieningen
Opties
Windows Mobility
Center
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door
een aantal opties toe te voegen. De volgende opties zijn beschikbaar:
GeheugenmodulesEr kunnen twee geheugenmodules in de
Gebruik alleen PC4200- of PC5300*-compatibele DDRIIgeheugenmodules. Neem contact op met uw TOSHIBA-dealer voor
meer informatie.
* De beschikbaarheid van DDRII is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Mobility Center is een hulpprogramma voor een
snelle toegang tot verscheidene mobiele-pcinstellingen in één venster. Het
besturingssysteem biedt standaard maximaal
acht tegels en er worden nog eens twee tegels
toegevoegd aan uw Mobility Center.
■ Computer vergrendelen:
dit kan worden gebruikt om uw computer te
vergrendelen zonder dat u de computer hoeft
uit te schakelen. Dit is dezelfde functie als de
vergrendel knop onder in het
rechterdeelvenster van het menu Start.
■ TOSHIBA Assist:
Hiermee kunt u TOSHIBA Assist openen als
dit al op uw computer is geïnstalleerd.
computer worden geïnstalleerd.
Accu-eenheidU kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij uw
TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserveexemplaar gebruiken, zodat u langer met uw
computer kunt werken.
Accu-eenheid met
hoge capaciteit
NetadapterAls u de computer regelmatig op verschillende
USB-diskettestationHiermee kunt u een diskettestation op de
Gebruikershandleiding1-11
U kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij uw
TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserveexemplaar gebruiken, zodat u langer met uw
computer kunt werken.
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om
voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u
hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
computer aansluiten door middel van een
USB-kabel.
Page 30
Rondleiding
1. Logo op voorrand*
2. DC IN-lampje
3. Aan/uit-lampje
4. Accu-lampje
5. Lampje voor vaste schijf
6. Lampje voor de sleuf voor
meerdere digitale
mediakaarten*
7. Schakelaar voor draadloze
communicatie*
8. Draadlozecommunicatielampje*
9. Kaartsleuf voor meerdere
digitale media*
10. Microfoonaansluiting
11. Hoofdtelefoonaansluiting
12. Volumeregelaar
6
879
3425
10 11 12
1
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de
computer aan de slag gaat.
Bepaalde soorten notebookchassis zijn ontworpen om alle mogelijke
configuraties voor een volledige productserie te huisvesten. Uw
geselecteerde model heeft mogelijk niet alle voorzieningen en specificaties
die corresponderen met de pictogrammen of schakelaars op het
notebookchassis, tenzij u voor al deze voorzieningen hebt gekozen.
Voorkant met gesloten beeldscherm
De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het
beeldscherm gesloten.
Rondleiding
Hoofdstuk 2
Gebruikershandleiding2-1
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Page 31
Rondleiding
Logo op voorrand*Logo op voorrand geeft het serienummer aan van
de computer die u hebt aangeschaft.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
DC-IN-lampjeHet DC-IN-lampje brandt wanneer de computer is
aangesloten op de netadapter, die op zijn beurt
aan een voedingsbron is gekoppeld.
Aan/uit-lampjeBij normaal gebruik brandt het aan/uit-lampje
blauw (afhankelijk van het gekochte model). Het
lampje knippert oranje wanneer het systeem in de
slaapstand staat en het lampje is uit wanneer de
computer is uitgeschakeld of in de zuinige
slaapstand staat.
Accu-lampjeHet Accu-lampje geeft het ladingsniveau van de
accu aan. Het lampje brandt blauw (afhankelijk
van het gekochte model) als de accu volledig is
geladen. Het lampje brandt oranje wanneer de
accu door de netadapter wordt opgeladen. Het
knippert oranje wanneer de accu bijna leeg is.
Lampje voor vaste
schijf
Het lampje voor de vaste schijf geeft aan of de
vaste schijf wordt gebruikt. Telkens wanneer de
computer een programma uitvoert, een bestand
opent of een andere functie verricht waarbij de
vaste schijf wordt gebruikt, gaat dit lampje
branden.
Lampje voor
kaartsleuf voor
meerdere digitale
media*
Het Lampje voor de sleuf voor meerdere digitale
mediakaarten gaat branden als er toegang tot
een geplaatste mediakaart wordt gezocht.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Schakelaar voor
draadloze
communicatie*
Met de schakelaar voor draadloze communicatie
wordt de zender/ontvanger van het draadloze
netwerk ingeschakeld. Het draadlozecommunicatielampje brandt ten teken dat de
draadloze netwerkfunctie is ingeschakeld.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Draadlozecommunicatielampje*
Geeft aan of de draadloze apparaten actief zijn.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Gebruikershandleiding2-2
Page 32
Rondleiding
1. USB-poorten (Universal Serial
Bus)
2. Modempoort*
3. Optisch station
4. Lampje voor optisch station
5. Uitwerpknop
6. Nooduitwerpgaatje
7. DC IN-poort
8. Beveiligingsslot
23415678
Kaartsleuf voor
meerdere digitale
media*
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een
Hoofdtelefoonaansluit
ing
VolumeregelaarGebruik deze regelaar om het volume van de
Rechterkant
De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Met de sleuf voor meerdere digitale mediakaarten
kunt u mediakaarten van digitale fotocamera’s en
verschillende soorten draagbare
gegevensapparaten gebruiken.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
standaard drie-aderige miniplug voor nietstereofonische microfooninvoer worden
aangesloten.
Op de hoofdtelefoonbus kunt u een
stereohoofdtelefoon of andere audiouitvoerapparatuur zoals externe luidsprekers
aansluiten. Als u een hoofdtelefoon of een ander
apparaat op deze bus aansluit, worden de interne
luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
stereoluidsprekers of hoofdtelefoon in te stellen.
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Rechterkant van de computer
USB-poorten
(Universal Serial Bus)
Via de Universal Serial Bus-poorten (compatibel
met USB 2.0 en 1.1) kunt u USB-apparaten zoals
toetsenborden, muizen, vaste schijven, scanners
Gebruikershandleiding2-3
en printers op de computer aansluiten.
Page 33
Rondleiding
1. RGB-monitorpoort
2. Luchtopeningen
3. TV Out-poort*
4. LAN-aansluiting
5. USB-poorten (Universal Serial
Bus)
6. Sleuf voor Express-kaart voor
sleuf voor Cardbus-kaart*
7. i.LINK-poort (IEEE1394a)*
1345276
Modempoort*In regio’s waar standaard een interne modem
wordt geïnstalleerd, kunt u met een modemkabel
via deze aansluiting het modem rechtstreeks
aansluiten op een telefoonlijn.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Optisch stationDe computer is uitgerust met een optisch-
stationsmodule van volledige grootte waarin u
schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch)
zonder adapter kunt uitvoeren. Raadpleeg het
gedeelte Schijven/stations in dit hoofdstuk voor
technische specificaties voor elk station, en
hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor informatie
over het gebruik van het station en het omgaan
met schijven.
Lampje voor optisch
schijfstation
Dit lampje geeft aan wanneer het optische
schijfstation wordt gebruikt.
EjectknopHiermee wordt het optische schijfstation geopend.
NoodejectgaatjeEen back-up voor de uitwerpknop.
DC IN-poortOp de DC-IN-poort sluit u de netadapter aan.
BeveiligingsslotU kunt een optionele beveiligingskabel op deze
aansluiting bevestigen om uw computer aan een
bureau of ander groot voorwerp te verankeren en
tegen diefstal te beschermen.
Linkerkant
De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
Gebruikershandleiding2-4
model.
Linkerkant van de computer
Page 34
Rondleiding
RGB-monitorpoortVia deze 15-pens poort kunt u een extern
beeldscherm op de computer aansluiten.
LuchtopeningenDe luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
Om oververhitting van de CPU te voorkomen dient u ervoor te zorgen dat
de luchtopening niet worden geblokkeerd.
TV Out-poort*Sluit een 4-pens S- videokabel aan op deze poort
om een NTSC- of PAL-televisiesignaal uit te
voeren.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
LAN-poortVia deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 Mbps,
10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 Mbps,
100BASE-TX). De LAN-status wordt aangegeven
met twee lampjes op de bus.
USB-poorten
(Universal Serial Bus)
Sleuf voor Expresskaart voor sleuf voor
Cardbus-kaart*
i.LINK-poort
(IEEE1394a)
Via de Universal Serial Bus-poorten (compatibel
met USB 2.0 en 1.1) kunt u USB-apparaten zoals
toetsenborden, muizen, vaste schijven, scanners
en printers op de computer aansluiten.
In deze sleuf kunt u een Express Card plaatsen.
Een Express Card is een kleine, modulaire,
toevoegbare kaart met een PCI Express- en
Universal Serial Bus (USB)-interface. De
maximale overdrachtssnelheid is 2,5 Gbps. Typen
van 34 mm en 54 mm worden beide ondersteund.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Op deze poort kunt u een extern apparaat
aansluiten, bijvoorbeeld een digitale videocamera
voor snelle gegevensoverdracht.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Achterkant
In de volgende afbeelding ziet u het achterkant van de computer.
De achterkant van de computer
Gebruikershandleiding2-5
Page 35
Onderkant
1. Geheugenuitbreidingssleuf
2. Vaste schijf 1
3. Vergrendeling van de
accu-eenheid
4. Accu-eenheid
5. Accuvergrendelingsschuif
6. Ventilatieopening
7. Vaste schijf 2
5
1
3
6
4
7
2
De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat
het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
Rondleiding
De onderkant van de computer
Geheugenuitbreiding
ssleuf
In deze sleuf kunt u een geheugenmodule
installeren om het computergeheugen uit te
breiden. Raadpleeg de paragraaf
Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 8, Optionele
Vaste schijf 1Op vaste schijven kunt u gegevens, bestanden en
apparaten.
programma's opslaan.
Vaste schijf 2*Op vaste schijven kunt u gegevens, bestanden en
programma's opslaan.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Vergrendeling van de
accu-eenheid
Als u deze vergrendeling naar de vergrendelstand
schuift, kan de accu-eenheid niet worden
losgemaakt, zelfs niet als u de
accuvergrendelingsschuif open probeert te zetten.
Accu-eenheidDe accu-eenheid voorziet de computer van
stroom wanneer de netadapter niet is
aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden voor
Gebruikershandleiding2-6
uitgebreide informatie over de accu-eenheid.
Page 36
Rondleiding
1. Beeldscherm
2. Linker- en rechterluidspreker
3. Touchpad/Dual-modepad
4. Bedieningsknoppen voor touchpad
5. Aan/uit-knop
6. Internetknop*
7. CD/DVD-knop*
8. Knop Afspelen/Pauze*
9. Knop Stoppen/Uitwerpen*
10. Knop Vorige*
11. Knop Volgende*
12. Aan/uit-lampje webcamera*
13. Webcamera in combinatie met
geïntegreerde microfoon*
1
5
6
7
8
9
11
3
4
13
2
10
12
Accuvergrendelingss
chuif
Als de vergrendeling van de accu-eenheid in de
ontgrendelde stand staat, kunt u deze schuif opzij
duwen om de accu-eenheid te verwijderen.
VentilatieopeningDe luchtopening dient om de CPU te beschermen
tegen oververhitting.
Om oververhitting van de CPU te voorkomen dient u ervoor te zorgen dat
de luchtopeningen niet worden geblokkeerd.
Voorkant met het beeldscherm geopend
De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer met het
beeldscherm geopend. Als u het beeldscherm wilt openen dient u de
vergrendelingsschuif op de voorkant van het beeldscherm naar rechts te
duwen en het scherm omhoog te kantelen. Zet het scherm in een stand
waar u er goed zicht op hebt.
Gebruikershandleiding2-7
* De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
model.
De voorkant met geopend beeldscherm
Page 37
Rondleiding
BeeldschermOp het LCD-scherm worden contrastrijke tekst en
afbeeldingen weergegeven met een resolutie van
1280 × 800 pixels. Raadpleeg bijlage B,
Weergavemodi, voor nadere informatie. Als de
computer door de accu wordt gevoed, ziet het
scherm er minder helder uit dan bij gebruik van
de netadapter. Dit is normaal en zo ontworpen om
accuenergie te besparen.
Gebruik een schermbeveiligingsprogramma (screen saver) als u niet met
de computer werkt om de levensduur van het beeldscherm te verlengen.
Linker en rechter
luidspreker
Touchpad/Dualmodepad
De computer heeft twee luidsprekers voor
weergave van stereogeluid.
Het Touchpad/Dual-modepad-aanwijsapparaat
bevindt zich in het midden van de polssteun en
kan worden gebruikt om de schermaanwijzer te
verplaatsen. Raadpleeg de paragraaf Het
touchpad/dual-modepad gebruiken in
Hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
Bedieningsknoppen
voor touchpad
Met de besturingsknoppen onder het
Touchpad/Dual-modepad kunt u menuopties
selecteren en bewerkingen uitvoeren op tekst en
afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt
geselecteerd.
Aan/uit-knopDruk op de aan/uit-knop om de computer in en uit
te schakelen. De aan/uit-knop bevat een lampje
dat blauw brandt (afhankelijk van het gekochte
model) als het systeem is ingeschakeld.
Internet-knop*Druk op deze knop om een Internet-browser te
starten. Als u deze knop indrukt terwijl de
computer is uitgeschakeld, wordt in één stap
automatisch de computer aangezet en de
browser gestart.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
CD/DVD-knop*Met een druk op deze knop start u een toepassing
waarmee u een CD/DVD kunt afspelen.
De toepassing die wordt gestart, verschilt per
model:
Windows Media Player/DVD-videospeler.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Gebruikershandleiding2-8
Page 38
Rondleiding
CursormodusNumerieke
modus
Caps Lock
Knop Afspelen/Pauze* Druk op deze knop om te beginnen met het
afspelen van een audio-CD, DVD-film of digitale
audiobestanden. Deze knop fungeert tevens als
pauzeknop.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Stop*Hiermee wordt het afspelen van de CD, DVD of
digitale audio stopgezet.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Knop Vorige*Hiermee gaat u terug naar het vorige nummer,
hoofdstuk of digitale bestand. Zie hoofdstuk 4,
Grondbeginselen, voor meer informatie.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Knop Volgende*Hiermee gaat u vooruit naar het volgende
nummer, hoofdstuk of digitale bestand. Zie
hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer
informatie.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Aan/uit-lampje
webcamera*
Het aan/uit-lampje van de webcamera geeft aan
of de webcamera werkt of niet.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Webcamera*Maak een foto of verzend de afbeelding naar
internetcontactpersonen.
(De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van het aangeschafte model.)
Als in Windows® Media Player de optie Willekeurig (Random) of
Willekeurige volgorde (Shuffle) is geselecteerd, gaat u naar een
willekeurige selectie wanneer u Volgende of Vorige selecteert.
Toetsenbordlampjes
Gebruikershandleiding2-9
Page 39
CursormodusAls het lampje van de cursormodus blauw brandt,
Numerieke modusU kunt de geïntegreerde numerieke toetsen
Caps LockHet Caps Lock-lampje gaat branden wanneer u
Optisch station
De computer heeft een DVD Super Multi-station met Double Layer dat
dubbellaagse DVD±R's ondersteunt. Voor het aansturen van deze optische
stations wordt een ATAPI-interface-controller gebruikt. Zodra de computer
toegang verkrijgt tot een schijf, gaat het lampje op het station branden.
Rondleiding
kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen (de
toetsen met de lichtgrijze opschriften) als
cursortoetsen gebruiken. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord.
(toetsen met lichtgrijs label) gebruiken voor het
invoeren van cijfers als het lampje voor de
numerieke modus brandt in de kleur blauw.
Raadpleeg de paragraaf Geïntegreerde
numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het
toetsenbord.
op de toets Caps Lock drukt. In dat geval wordt bij
het indrukken van een lettertoets een hoofdletter
weergegeven.
Regiocodes voor DVD-stations en media
Het schijfstation en de media worden vervaardigd conform de specificaties
van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's
te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-Video-schijven te
controleren of de schijven geschikt zijn voor de regio van uw station.
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven
beschreven. Controleer de specificaties van uw station om te zien welke
typen schijven het kan beschrijven. Gebruik TOSHIBA Disc Creator voor
het beschrijven van CD's. Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen.
CD's
■ CD-R-schijven kunnen slechts eenmaal worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
■ CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meer dan één keer
worden beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of
high-speed schijven (4x tot 10x). De schrijfsnelheid van ultra-speed
CD-RW's is maximaal 24-speed.
DVD's
■ DVD-R's en DVD+R's kunnen slechts één keer worden beschreven. De
opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
■ DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
DVD Super Multi-station met ondersteuning voor dubbellaags ±R
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte (die een
±R Double Layer-module ondersteunt) kunt u zonder adapter gegevens op
herschrijfbare schijven vastleggen en schijven van 12 cm (4,72 inch) of
8 cm (3,15 inch) lezen zonder een adapter te gebruiken.
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de rand.
Dit station is niet compatibel met schijven die schrijven met 8-speed of
sneller (DVD-R en DVD+R met Single Layer), 6-speed of sneller
(DVD-RW), 8-speed of sneller (DVD+RW), 5-speed (DVD-RAM) of ultraspeed of sneller (CD-RW).
Gebruikershandleiding2-11
Page 41
Netadapter
De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en vermindert de
spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich
automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 Volt en aan
een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk
land of gebied kunt gebruiken. Om de accu op te laden sluit u de
netadapter eenvoudig aan op een voedingsbron en op de computer.
Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, voor meer
informatie.
Rondleiding
Netadapter (2-pins stekker)
Netadapter (3-pins stekker)
Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de
computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen
aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitvoer voor de
computer bedraagt 19 Volt.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd of een
netadapter die door TOSHIBA is gecertificeerd.
Gebruikershandleiding2-12
Page 42
Aan de slag
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw
computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt
productaansprakelijkheid toegelicht.
■ De netadapter aansluiten
■ Het beeldscherm openen
■ De stroom inschakelen
■ De computer voor het eerst opstarten
■ De computer uitschakelen
■ Computer opnieuw opstarten
■ De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf
Productherstel.
Aan de slag
Hoofdstuk 3
Lees in elk geval het gedeelte De computer voor het eerst opstarten
zorgvuldig door; hierin wordt beschreven welke handelingen u moet
uitvoeren wanneer u de computer voor het eerst inschakelt.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de
computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden
opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien. De
netadapter kan worden aangesloten op elk stopcontact dat tussen 100 en
240 volt, en 50 of 60 hertz levert. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het opladen van
de accu-eenheid met de netadapter.
Gebruik van de verkeerde adapter kan resulteren in beschadiging van de
computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen
aansprakelijkheid voor eventuele schade. De nominale uitvoer voor de
computer bedraagt 19 Volt.
Gebruikershandleiding3-1
Page 43
Aan de slag
1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
Het netsnoer aan op de netadapter aansluiten
2. Koppel de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan de
DC IN-gelijkstroomingangspoort op de achterkant van de computer.
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan. De accu- en DC IN-
lampjes op de voorzijde van de computer moeten gaan branden.
Als u de netadapter wilt ontkoppelen, kunt u de omgekeerde procedure
uitvoeren van het aansluiten van de netadapter. Houd een deel van de
gelijkstroomuitgangsstekker vast en trek er vervolgens aan als u de
gelijkstroomuitgangsstekker uit het stopcontact wilt halen.
Het beeldscherm openen
Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal
kijkgemak.
1. Druk op de schermvergrendeling op de voorkant van de computer.
Het beeldscherm openen
Gebruikershandleiding3-2
Page 44
2. Kantel het scherm omhoog en zet het in de stand waar u er het beste
zicht op hebt.
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het te
ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
De stroom inschakelen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit
te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de
paragraaf De computer voor het eerst opstarten in dit hoofdstuk.
1. Controleer of het USB-diskettestation leeg is als er een dergelijk station is
aangesloten. Als het station een diskette bevat, dient u op de
uitwerpknop te drukken en de diskette te verwijderen.
2. Open het beeldscherm.
3. Druk op de aan/uit-knop van de computer en laat deze weer los.
Aan de slag
De stroom inschakelen
De computer voor het eerst opstarten
Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het
opstartscherm van Windows Vista™. Volg de aanwijzingen op elk scherm.
Tijdens de configuratie kunt u op de knop Ter ug klikken om terug te keren
naar het vorige scherm.
Vergeet niet om de Windows-gebruiksrechtovereenkomst zorgvuldig
door te lezen.
Gebruikershandleiding3-3
Page 45
De computer uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende drie modi: Shut
down (Boot) Mode (Afsluitmodus (ofwel opstartmodus)), Hibernation Mode
(Zuinige slaapstand) of Sleep Mode (Slaapstand).
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen, en de volgende keer zal bij het inschakelen van de
computer het hoofdscherm van het besturingssysteem worden
weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of
een opslagmedium.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder
vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD of diskette).
■ Zorg dat het lampje voor de vaste schijf uit staat. Als u de computer
uitschakelt terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat
gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
■ Schakel nooit de stroom uit wanneer er een toepassing wordt
uitgevoerd. Dit kan tot gegevensverlies leiden.
■ Schakel nooit de stroom uit, koppel nooit een extern opslagapparaat
los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
Aan de slag
3. Klik op Start en vervolgens op de pijlknop () bij de knoppen voor
energiebeheer () en selecteer de afsluitmodus in het
menu.
4. Schakel alle op uw computer aangesloten randapparatuur uit.
Schakel de computer of randapparatuur niet direct weer in, maar wacht
even om schade aan de randapparatuur te voorkomen.
Sleep Mode (Slaapstand)
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te
zetten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het
hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was
gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
Gebruikershandleiding3-4
Page 46
Aan de slag
■ Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de
slaapstand gezet conform de instellingen in het dialoogvenster Power
Options (Energiebeheer).
■ Als u de computer uit de slaapstand wilt halen, drukt u op de aan/uit-
knop of drukt u op een willekeurige toets. Vergeet niet dat de laatste
methode alleen werkt op het ingebouwde toetsenbord als de optie
Wake-up on Keyboard (Activering op toetsenbord) is ingeschakeld in
HW Setup.
■ Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
■ Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Power Options
(Energiebeheer). U moet daarbij wel in de gaten houden dat de
computer door deze configuratie niet langer compatibel is met de
Energy Star-richtlijnen.
■ Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
■ Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). In dat
geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
■ De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de zuinige
slaapstand.
■ De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de slaapstandfunctie van
het systeem.
■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand inschakelen
U kunt de slaapstand ook inschakelen als u drukt op Fn + F3. Raadpleeg
hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Gebruikershandleiding3-5
Page 47
Aan de slag
U kunt de slaapstand op een van de volgende drie manieren activeren:
1. Klik op Start en vervolgens op de slaapknop () bij de knoppen
voor energiebeheer (), of klik op de pijlknop () en
selecteer Sleep (Slaapstand) in het menu.
2. Sluit het LCD-scherm van de computer. Zorg ervoor dat deze functie is
ingeschakeld - zie Power Options (Energiebeheer) (om dit te openen,
klikt u op Start, Control Panel (Configuratiescherm), gevolgd door
System and Maintenance (Systeem en onderhoud) en klikt u
vervolgens op Power Options (Energiebeheer)).
3. Druk op de aan/uit-knop. Zorg ervoor dat deze functie is ingeschakeld zie Power Options (Energiebeheer) (om dit te openen, klikt u op Start,
Control Panel (Configuratiescherm), gevolgd door System and
Maintenance (Systeem en onderhoud) en klikt u vervolgens op Power
Options (Energiebeheer). Selecteer daarna Choose what closing the
lid does (Kies wat er gebeurt als u het scherm sluit)).
Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten op
het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
■ Wanneer de computer zich in de slaapstand bevindt, gaat het aan/uit-
lampje oranje knipperen.
■ Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de bedrijfstijd verlengen
door af te sluiten in de zuinige slaapstand, aangezien de slaapstand
meer energie gebruikt als de computer uit staat.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
■ De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
■ Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Slaapstand
De zuinige slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de
vaste schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld
zodat de vorige toestand wordt hersteld als de computer weer wordt
ingeschakeld. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de
computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van
de sluimerstand.
■ Sla uw gegevens op. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt
de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw
gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
■ Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan de gegevens verloren. Wacht tot het
vaste-schijf lampje uitgaat.
■ Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
gaan de gegevens verloren.
Gebruikershandleiding3-6
Page 48
Aan de slag
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen.
■ Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
■ Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
■ De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De zuinige slaapstand starten
U kunt de zuinige slaapstand ook inschakelen als u drukt op Fn + F4.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de slaapstand in te schakelen:
1. Klik op Start.
2. Klik op de pijlknop () bij de knoppen voor energiebeheer
().
3. Selecteer Hibernate (Zuinige slaapstand) in het menu.
Automatische slaapstand
De computer wordt automatisch in de zuinige slaapstand gezet wanneer u
op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te
voeren kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik in Windows op Start en vervolgens op Control Panel
(Configuratiescherm).
2. Klik op System and Maintenance (Systeem en onderhoud) en
vervolgens op Power Options (Energiebeheer).
3. Klik op Choose what the power buttons do (Kies wat de aan/uit-knop
doet) of Choose what closing the lid does (Kies wat er gebeurt als u
het scherm sluit).
4. Activeer de gewenste zuinige slaapstandinstelling voor When I press
the power button (Als ik op de aan/uit-knop druk) of When I close the
lid (Als ik het scherm sluit).
5. Klik op de knop Save changes (Wijzigingen opslaan).
Gegevensopslag in de zuinige slaapstand
Zodra u de computer in de zuinige slaapstand afsluit, worden de gegevens
uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren. Gedurende deze periode brandt het lampje voor de vaste schijf.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de
vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te
schakelen.
Gebruikershandleiding3-7
Page 49
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel
een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
■ als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
■ als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Als u de computer opnieuw moet opstarten, zijn er drie manieren om dit te
doen:
1. Klik op Start en vervolgens bij de energiebeheerknoppen () op de
pijltoets (), en selecteer Restart (Opnieuw opstarten) in
het menu.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om het menuvenster weer te geven en
selecteer vervolgens Restart (Opnieuw opstarten) in de opties voor
Shutdown (Afsluiten).
3. Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden
ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 tot
15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door de
aan/uit-knop in te drukken.
Aan de slag
Opties voor systeemherstel
Op de vaste schijf is een verborgen partitie van ongeveer 1,5 GB
gereserveerd voor de opties voor systeemherstel. Deze partitie slaat
bestanden op die kunnen worden gebruikt om het systeem te herstellen in
het geval van problemen.
De opties voor systeemherstel worden onbruikbaar zodra deze partitie is
verwijderd.
Opties voor systeemherstel
De functie System Recovery Options (Opties voor systeemherstel) is
geïnstalleerd op de vaste schijf waneer deze door de fabriek wordt
geleverd. Als er een fout optreedt tussen het inschakelen en het
aanmelden, en de fout is te herstellen, herstelt Windows Recovery
Environment de fout automatisch.
Windows Recovery Environment kan ook handmatig worden uitgevoerd
om fouten te herstellen.
Ga hierbij als volgt te werk: Volg de aanwijzingen op het scherm.
1. Schakel de computer uit.
2. Houd de F8-toets ingedrukt en schakel de computer weer in.
Gebruikershandleiding3-8
Page 50
Aan de slag
3. Het menu Advanced Boot Options (Geavanceerde opstartopties)
wordt weergegeven.
Gebruik de pijltoetsen om Repair Your Computer (Uw computer
repareren) te selecteren en druk op Enter.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De Windows Vista™-functie voor volledige back-up van de pc kan alleen
worden gebruik in Windows Vista™ Business Edition en Ultimate Edition.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de schijf
Productherstel
Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruikt u de HerstelCD om de bestanden te herstellen. Als u het besturingssysteem en alle
vooraf geïnstalleerde software wilt herstellen, dient u de volgende stappen
uit te voeren.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren
gaan. U kunt de opties voor systeemherstel niet gebruiken als u de vooraf
geïnstalleerde software herstelt zonder de opties voor systeemherstel.
1. Plaats de schijf Productherstel in het station en schakel de computer
uit.
2. Schakel de computer in. Als het bericht In Touch with Tomorrow TOSHIBA wordt weergegeven, drukt u op F12 om het opstartmenu
weer te geven.
3. Gebruik de pijltoets omhoog of omlaag om het CD-ROM-/DVD-ROMstation te selecteren.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
5. Als de computer is geleverd met extra software geïnstalleerd, kan deze
software niet worden hersteld met de DVD-ROM Productherstel.
Installeer deze toepassingen (bijvoorbeeld Works Suite, spelletjes enz.)
apart vanaf andere media.
Gebruikershandleiding3-9
Page 51
Hoofdstuk 4
1. Bedieningsknoppen voor
touchpad
2. Touchpad/dual-modepad
Grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
toegelicht; zo wordt ingegaan op het gebruik van het touchpad/dualmodepad, optische schijfstations, het interne modem, LAN en draadloos
LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer en
voor bescherming tegen oververhitting.
Het touchpad/dual-modepad gebruiken
Als u het touchpad/dual-modepad wilt gebruiken, dient u uw vingertop op
het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de
schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Grondbeginselen
Touchpad/dual-modepad en besturingsknoppen
De twee knoppen onder het touchpad/dual-modepad worden op dezelfde
wijze gebruikt als de knoppen op een standaardmuis.
Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of
afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk
op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven,
afhankelijk van de gebruikte software.
Gebruikershandleiding4-1
Page 52
Grondbeginselen
E-mailknopConfigFreeFotogalerie van Windows Vista
Schakelknop
Volum e
Toepassingsknoppen
Druk niet te hard op het touchpad/dual-modepad en gebruik geen spitse
voorwerpen zoals ballpoints. Het touchpad/dual-modepad kan beschadigd
raken.
Het touchpad/dual-modepad heeft dezelfde functies als een muis met twee
knoppen en een scrollwiel. Sommige functies kunt u activeren door het
touchpad zachtjes aan te tikken in plaats van op een knop te drukken.
U kunt de bewerkingen van het aanwijsapparaat aanpassen in het venster
Eigenschappen voor Muis. Open het Configuratiescherm, selecteer het
pictogram Muis en druk op Enter om het venster Eigenschappen voor Muis
te openen.
KlikKlik eenmaal op de linkerbesturingsknop of tik eenmaal
op het touchpad/dual-modepad.
DubbelklikKlik tweemaal op de linkerbesturingsknop of tik
tweemaal op het touchpad/dual-modepad.
SchuivenVerticaal: schuif uw vinger aan de rechterkant van het
touchpad/dual-modepad omhoog of omlaag.
Horizontaal: schuif uw vinger aan de onderkant van het
touchpad/dual-modepad naar links of rechts.
Functie van dual-modepad-knoppen (Sommige modellen
bevatten een dual-modepad)
Dual-modepad-knop
SchakelknopOm te schakelen tussen cursormodus en
knopmodus. Wanneer u naar knopmodus gaat,
knippert het pad blauw.
Volu meVerhoogt of verlaagt het volume van de
luidspreker en hoofdtelefoon.
E-mailknopOpent uw e-mailprogramma zodat u e-mails kunt
Gebruikershandleiding4-2
ontvangen en verzenden.
Page 53
Grondbeginselen
21
1. Active LED2. Lens van webcamera
ConfigFree
Fotogalerie van
Windows Vista
123
Toepassingsknoppen Drie toepassingsknoppen hebben een
Raadpleeg "Eigenschappen van Synaptics-dual-modepad" voor meer
informatie.
De webcamera gebruiken
In deze paragraaf wordt het gebundelde hulpprogramma voor webcamera's
beschreven. Hiermee kunnen foto's en videobeelden worden vastgelegd. De
webcamera wordt automatisch ingeschakeld als Windows wordt opgestart.
ConfigFree is een programmapakket waarmee
communicatieapparaten en netwerkverbindingen op
simpele wijze kunnen worden beheerd. Hiermee
kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en
profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt
tussen locaties en communicatienetwerken.
Met de fotogalerie van Windows Vista hebt u een
groot aantal hulpmiddelen voor uw digitale foto's en
video's. U kunt uw foto's en video's ordenen, vinden
en weergeven, en ze bewerken, afdrukken en delen
in de fotogalerie van Windows Vista. Ook kunt u uw
foto's van uw camera eenvoudig overdragen naar
uw computer, via een eenvoudig invoerproces.
standaardinstelling. U kunt andere functies en
programma's toewijzen aan knop 1 tot 3.
Gebruikershandleiding4-3
Page 54
De software gebruiken
213
4
6
87
5
1. Foto's vastleggen
2. Video opnemen
3. Audio opnemen
4. Functie
5. Weergavevenster
6. Cameraresolutie
7. Dempen
8. Effecten
De software voor de webcamera is vooraf geconfigureerd om te worden
gestart als u Windows Vista inschakelt; als u de software opnieuw moet
starten, gaat u naar Start Programs (Programma's) Camera
Assistant Software (Software camerahulp) Camera Assistant
Software (Software camerahulp).
Grondbeginselen
Foto's
vastleggen
Klik hier als u een voorbeeld van de vastgelegde foto
wilt zien; u kunt de foto ook per e-mail verzenden.
Video opnemenKlik hier als u video wilt opnemen. Klik opnieuw om te
beginnen met opnemen. Klik nogmaals om te stoppen
met opnemen en een voorbeeld van de video te zien.
Audio opnemen Klik hier om te beginnen met opnemen. Klik nogmaals
om te stoppen en te luisteren naar een voorbeeld van
de audio.
FunctieToegang tot extra functies: About, Player, Effecten,
Eigenschappen, Instellingen en Help.
AboutHier worden de gegevens van de softwarefabrikant
weergegeven.
PlayerHiermee speelt u videobestanden af.
EffectenKies beelden die moeten worden weergegeven op het
vastlegscherm.
Eigenschappen
Kies het tabblad Options (Opties) voor omdraaien,
zoomen, knippersnelheid, nachtmodus en compensatie
achtergrondverlichting; wijzig de kleurinstellingen in het
tabblad Image (Afbeelding); wijzig de
Gebruikershandleiding4-4
lichtomstandigheden in het tabblad Profile (Profiel).
Page 55
InstellingenKies het tabblad Options (Opties) om de positie van
het hulpprogramma te wijzigen; kies het tabblad
Picture (Afbeelding) om de opties voor
afbeeldingsuitvoer zoals grootte, exportbestand en
opslaglocatie te selecteren; kies het tabblad Video
voor uitvoerinstellingen zoals framesnelheid, grootte,
compressie en het opslagpad van het bestand; kies het
tabblad Audio om audioapparaat, compressie, volume
en opslagpad van het bestand te wijzigen.
HelpHier worden de Help-bestanden voor de software
weergegeven.
Het interne modem gebruiken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het modem installeert en het
gebruikt om verbinding te maken met andere computersystemen.
Raadpleeg de on line Help van de computer en de on line Help bij uw
modemsoftware voor meer informatie.
Het interne modem biedt geen ondersteuning voor de spraakfuncties die in
de on line Help worden beschreven. De data- en faxfuncties worden wel
ondersteund.
■ Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
■ Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
Grondbeginselen
* Sommige computers in deze serie zijn uitgerust met
modemfunctionaliteit.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Neem bij het gebruik van uw telefoonapparatuur fundamentele
veiligheidsvoorschriften in acht om het risico van brand, elektrische
schokken en persoonlijk letsel te beperken. Bijvoorbeeld:
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een
badkuip, wasbak of gootsteen, in een vochtige kelder of bij een
zwembad.
2. Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon
gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nabijheid
van het lek.
4. Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.
Gebruikershandleiding4-5
Page 56
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften variëren per land/regio, en u moet er dus
voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor het land/de regio
waarin u het modem gaat gebruiken.
1. Open de toepassing Modem Region Select. U vindt deze toepassing in
het menu Programma's, TOSHIBA Networking.
Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm een
functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te
gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt
deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram Region Selection wordt weergegeven op de Windowstaakbalk.
Het pictogram Regioselectie
3. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van
ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met
telefoonlocatie-informatie. Naast de geselecteerde regio en de
geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
4. Selecteer een regio uit het regiomenu of een telefoonlocatie uit het
submenu.
■ Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
■ Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regioinstelling van het modem.
Grondbeginselen
Het menu met eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het volgende menu weer
te geven.
Het menu Eigenschappen
Gebruikershandleiding4-6
Page 57
Instellingen
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
AutoRun Mode
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer
u het besturingssysteem start.
Open the Dialing Properties dialog box after selecting
region.
Het dialoogvenster met kiesopties wordt automatisch geopend nadat u de
regio hebt geselecteerd.
Location list for region selection.
Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.
Open dialog box, if the modem and Telephony Current
Location region code do not match.
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor
het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Modemselectie
Als de computer de interne modem niet herkent, wordt er een
dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de
modem wilt gebruiken.
Grondbeginselen
Kiesopties
Als u Dialing Properties selecteert, worden de kiesopties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u verplicht Japan als regio te
selecteren. Het is niet toegestaan de modem in Japan met een andere
selectie te gebruiken.
Aansluiten
Om de kabel van de interne modem aan te sluiten, voert u de volgende
stappen uit.
■ Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
■ Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het
modem schade oplopen.
Gebruikershandleiding4-7
Page 58
1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.
2. Steek het andere uiteinde van de modemkabel in een
telefoonaansluiting.
De interne modem aansluiten
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl
de kabel is aangesloten.
Als het modem traag werkt of de communicatie tijdens modemgebruik
wordt onderbroken, dient u de CPU-snelheid in te stellen op Maximum in
Power Options (Energiebeheer).
Loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van de interne modem te los te
koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de
connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde manier los van de computer.
Grondbeginselen
LAN
De computer is uitgerust met netwerkhardware die Ethernet LAN (10 Mbps,
10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 Mbps, 100BASE-TX) ondersteunt.
Installeer of verwijder geen optionele geheugenmodule zolang Activering
op LAN is ingeschakeld.
Activering op LAN werkt niet op accu-energie. Bij gebruik van deze functie
dient de computer altijd aangesloten te zijn op de netadapter.
Gebruikershandleiding4-8
Page 59
De LAN-kabel aansluiten
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met
een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen
op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 Mbps, 10BASE-T), dan kunt u de computer
aansluiten met een CAT5- of een CAT3-kabel.
Als u gebruikmaakt van 100BASE-TX Fast Ethernet of 1000BASE-T
Gigabit Ethernet, dient u de computer aan te sluiten met een CAT5-kabel.
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw
voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector.
Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Grondbeginselen
De LAN-kabel ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-aansluiting van de
computer in en trek de connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde wijze los van de LAN-hub. Raadpleeg de
LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub loskoppelt.
Draadloos LAN
Het draadloze LAN is compatibel met andere LAN-systemen die voldoen aan
de IEEE-normen 802.11a, 11/b, 11g en concept 11n voor draadloos LAN.
Deze voorziening ondersteunt de volgende functies:
■ Automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 54,
48, 36, 24, 18, 9, 6 Mbps voor 802.11a/b/g en 802.11b/g draadloze
LAN-module.
11a, 11b, 11g en 11n (draadloos) zijn gebaseerd op respectievelijk IEEE
802.11a, 802.11b, 802.11g en 802.11n. De IEEE 802.11n-specificatie is
niet voltooid en is nog een concept. De TOSHIBA 11a/b/g/n
WLAN-adapters zijn gebaseerd op het concept, versie 1.0, van de IEEE
802.11n-specificatie. Een adapter met 11a/b, 11a/b/g of 11a/b/g/n kan
communiceren in elke ondersteunde indeling; de werkelijke verbinding
wordt gebaseerd op het toegangspunt waarop de adapter is aangesloten.
Er wordt niet gegarandeerd dat de verbinding compatibel is met de
draadloze apparatuur in de concept 11n-modus.
De concept 11n-functie kan niet worden gebruikt met WEP/TKIP. De
concept 11n-modus kan alleen worden gebruikt met de WPA-PSK
(AES)-modus of als de beveiligingsmodus niet is ingeschakeld.
Network (Netwerk)
Het is wellicht niet mogelijk om een netwerkverbinding met een opgegeven
netwerknaam tot stand te brengen door middel van de ad-hocnetwerkfunctie. Om de netwerkverbindingen weer in te schakelen, moet het
nieuwe netwerk (*) worden geconfigureerd voor alle computers die zijn
aangesloten op hetzelfde netwerk.
* Controleer of u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
Grondbeginselen
Beveiliging
1. TOSHIBA raadt met klem aan de WEP-coderingsfunctie in te
schakelen. Uw computer kan anders via de draadloze LAN-verbinding
toegankelijk zijn voor buitenstaanders, wat bijvoorbeeld kan leiden tot
diefstal of verlies van de opgeslagen gegevens. De eigenaar van een
internetverbinding is bovendien verantwoordelijk voor alle browser-,
download- en uploadactiviteiten die via deze verbinding verlopen. Een
niet-beveiligd, draadloos netwerk dat direct op het internet is
aangesloten, staat derhalve open voor misbruik door anderen.
2. TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor onrechtmatige toegang tot uw
gegevens via de draadloze LAN-verbinding of voor eventuele
beschadiging van die gegevens.
Bluetooth-technologie
Bluetooth™-technologie ondersteunt draadloze communicatie tussen
elektronische apparaten zoals desktopcomputers, printers en mobiele
telefoons.
De kenmerken van Bluetooth-technologie zijn als volgt:
Gebruikershandleiding4-10
Page 61
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt in de band 2,4 GHz; deze
band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met
radiosystemen in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt gemakkelijk verbindingen tussen twee of meer apparaten tot stand
brengen. De verbinding wordt gehandhaafd zelfs als een apparaat buiten
het gezichtsveld ligt.
Beveiliging
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale
beveiliging:
■ Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens
verkrijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te
vervalsen.
■ Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy
van verbindingen.
Bluetooth™ Stack voor Windows van TOSHIBA
Deze software is speciaal ontworpen voor de volgende
besturingssystemen:
■ Microsoft
U vindt hieronder gedetailleerde informatie over het gebruik met deze
besturingssystemen. Raadpleeg ook de elektronische informatie die bij
deze software is inbegrepen.
®
Windows Vista™
Grondbeginselen
Bluetooth™ Stack is gebaseerd op de Bluetooth™ versie
1.1/1.2/2.0+EDR-specificatie. TOSHIBA kan de compatibiliteit tussen
PC-producten en/of andere elektronische apparaten met Bluetooth™
alleen garanderen voor mobiele PC's van TOSHIBA.
Release-informatie voor de Bluetooth™ Stack voor
Windows van TOSHIBA
1. Faxtoepassingen:
Sommige faxtoepassingen kunnen niet met deze Bluetooth™-stack
worden gebruikt.
2. Meerdere gebruikers:
In Windows Vista™ wordt Bluetooth niet ondersteund in een omgeving
met meerdere gebruikers. Dit houdt in dat als u Bluetooth gebruikt,
andere gebruikers die op dezelfde computer zijn aangemeld de
Bluetooth-functionaliteit niet kunnen gebruiken.
Gebruikershandleiding4-11
Page 62
Productondersteuning:
De meest recente informatie over de ondersteuning
van besturingssystemen, taalondersteuning of beschikbare
upgrades vindt u op onze website in Europa
(http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm)
of de Verenigde Staten (http://www.pcsupport.toshiba.com).
Schakelaar voor draadloze communicatie
U kunt de draadloos-LAN-functie in- of uitschakelen met de schakelaar
voor draadloze communicatie. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen
gegevens worden verzonden of ontvangen. Schuif de schakelaar naar
voren om de functie in te schakelen en naar achteren om de functie uit te
schakelen.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer aan de
hand van het Draadloze-communicatie-lampje of de functie voor draadloze
communicatie uit is (het lampje brandt in dat geval niet).
Draadloze-communicatie-lampje
Dit lampje geeft de status van de draadloze-communicatiefuncties aan.
Status van het
lampje
Lampje uitSchakelaar voor draadloze communicatie staat op uit.
Lampje brandtSchakelaar voor draadloze communicatie staat op aan.
Aanduiding
Grondbeginselen
Schijfstations voor optische media gebruiken
De illustraties in deze paragraaf stroken wellicht niet helemaal met uw
station, maar het gebruik is voor alle optische schijfstations identiek. Het
station van volledige grootte voorziet in snelle uitvoering van
schijfprogramma’s. U kunt schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm
(3,15 inch) zonder adapter gebruiken. Voor schijfstationsaansturing wordt
een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang krijgt
tot een schijf, gaat het lampje op het station branden.
Gebruik het programma WinDVD om DVD-video's te bekijken.
Als u een CD-RW/DVD-ROM-station hebt, raadpleeg dan ook het gedeelte
CD's beschrijven met het CD-RW/DVD-ROM-station voor
voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de
paragraaf CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station voor
voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van CD's.
Als u een DVD-ROM-station hebt, kunt u niet naar CD's schrijven.
Gebruikershandleiding4-12
Page 63
Optische schijven laden
Uitwerpknop
Voer de volgende stappen uit om schijven te laden.
1. Schakel de stroom in.
2. a. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen.
De uitwerpknop indrukken
b. U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de stroom
van de computer is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de lade
openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een
rechtgebogen paperclip in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te
steken.
Grondbeginselen
De lade door middel van het ejectgaatje openen
3. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
De lade opentrekken
Gebruikershandleiding4-13
Page 64
Grondbeginselen
4. Plaats de schijf met het label omhoog in de lade.
Een schijf plaatsen
Zorg dat u de lens of het gebied eromheen niet aanraakt. Hierdoor kunt u
storingen teweegbrengen in de werking van het station.
5. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De schijf
moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het lade-oppervlak.
6. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw
zachtjes tot de lade vastklikt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de lade gesloten is, bestaat het risico
dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de
lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de ejectknop drukt.
De schijflade sluiten
Gebruikershandleiding4-14
Page 65
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de schijf te verwijderen.
Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het
schijfstation. Wacht tot het optisch-stations lampje uitgaat voordat u de
lade opent. Neem de schijf pas uit de lade nadat deze is opgehouden met
draaien.
1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade
voorzichtig open.
■ Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten tot
de schijf is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig
opentrekt.
■ Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de ejectknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf
nog draait terwijl u de lade opent, kan de schijf van de as vliegen en
letsel teweegbrengen.
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u hem kunt
pakken. Til de schijf voorzichtig uit de lade.
Grondbeginselen
Een schijf verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw
zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Knoppen
Aan de internetknop en de CD/DVD-knop kunnen andere functies worden
toegewezen met het hulpprogramma voor knopondersteuning.
1. Verplaats de muisaanwijzer naar de bovenkant van het bureaublad. De
zwarte en witte kaarten worden weergegeven. Klik op de witte kaart
'Knopondersteuning'.
2. De witte kaart 'Knopondersteuning' wordt volledig weergegeven.
Dubbelklik op deze kaart. Vervolgens wordt het dialoogvenster voor de
functie om de knoppen te wijzigen weergegeven.
Gebruikershandleiding4-15
Page 66
3. Functie van knoppen wijzigen.
TOSHIBA Button Support
CD-/DVD-bedieningsknoppen
Met de volgende vier knoppen kunt u functies voor het afspelen van
optische media en digitale audiogegevens besturen:
Als in Windows Media Player de optie Willekeurig (Random) of
Willekeurige volgorde (Shuffle) is geselecteerd, gaat u naar een
willekeurige selectie wanneer u Volgende of Vorige selecteert.
Grondbeginselen
CD’s/DVD’s schrijven naar een DVD Super Multi-station dat
opnames op een Double Layer schijf ondersteunt
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/
RW-schijven en naar DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-schijven. De volgende
schrijftoepassingen zijn vooraf geïnstalleerd.
TOSHIBA Disc Creator/Direct Disc Writer. Ulead DVD MovieFactory
TOSHIBA, een product van Ulead Systems, Inc.
Belangrijk bericht
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/CD-RW-schijven of
DVD-R-/DVD-RW-, DVD+R-/DVD+RW- of DVD-RAM-schijven grondig
door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan
kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en
krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies
of materiële schade.
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
■ Beschadiging van CD-R-/RW-schijven of DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/
RAM-schijven als gevolg van het (her)schrijfproces.
Gebruikershandleiding4-16
®
for
Page 67
■ Wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/CD- RW-
schijven, DVD-R-/DVD-RW-schijven of DVD+R-/DVD+RW-/DVD-RAMschijven als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, of hieruit
voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking.
■ Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige
technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten
kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de
gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën
te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud
onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het schrijven en
herschrijven van gegevens.
■ Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/DVDRW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven aanbevolen.
TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties
van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of
herschrijfproces beïnvloeden.
CD-R:TAIYOYUDEN CO., LTD.
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW:MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD-R:DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
voor algemene versie 2.0
TAIYOYUDEN CO., LTD.
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
DVD-RW:DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven,
Versie 1.1 of Versie 1.2
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
DVD+R:MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
DVD+RW:MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
RICOH Co., Ltd.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding4-17
Page 68
Grondbeginselen
*DVD-RAMDVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor
versie 2.0, versie 2.1 of versie 2.2
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
*Het DVD Multi-station en het DVD Super Multi-
station ondersteunen DVD-RAM.
DVD+R
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
(Double Layer)
DVD-R
MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION
(Dual Layer)
DVD-RLabel Flash FUJIFILM Corporation
DVD+RLabel Flash FUJIFILM Corporation
■ Controleer of de disc van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is.
Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het
(her)schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze
gebruikt.
■ Hoe vaak een CD-RW of DVD-RW/DVD+RW/DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop
de schijf wordt gebruikt.
■ Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen zogeheten authoring-schijven. Alleen schijven
voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden
beschreven.
■ Alleen Format 1 wordt ondersteund voor DVD-R DL. Daarom kunt u
niets extra schrijven. Als uw gegevens minder dan DVD-R (SL) zijn,
raden wij aan DVD-R (SL)-schijven te gebruiken.
■ U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten. U kunt
schijven met een capaciteit van 2,6 Gb enkelzijdig of 5,2 GB
dubbelzijdig niet gebruiken.
■ DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's, DVD+RW's en DVD-RAM's kunnen
wellicht niet worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op
DVD-ROM-stations voor computers.
■ Gegevens die naar een CD-R-, DVD-R- of DVD+R-schijf zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
■ Gegevens die van een CD-RW-, DVD-RW-, DVD+RW- of DVD-RAM-
schijf zijn gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de
inhoud van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er
meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen
schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde
station verwijdert.
■ Bij het schrijven naar een DVD-R/DVD+R/DVD-RW/DVD+RW is
schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven
mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
Gebruikershandleiding4-18
Page 69
Grondbeginselen
■ De schijf functioneert volgens de DVD-R/-RW-norm en wordt opgevuld
met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die
minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid
gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met
dummygegevens te vullen.
■ Er zijn twee soorten DVD-R/+R/-RW/+RW/-RAM-schijven verkrijgbaar:
data en video. U gebruikt een videodisc om videogegevens op te slaan.
U kunt videodiscs gebruiken in een DVD-recorder en in het DVD-ROMstation van uw computer. U kunt datadiscs niet gebruiken in een
DVD-recorder.
■ Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
■ Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde
station schrijft.
■ Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
■ Als u wilt overschakelen naar de (zuinige) slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is
voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
■ Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
■ Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een
schermbeveiliging.
■ Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
■ Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot het programma
klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere
programma's die automatisch bestanden controleren op de
achtergrond.
■ Gebruik geen hulpprogramma's voor harde schijven, ook geen
programma's die de toegangssnelheid tot schijven vergroten,
aangezien deze tot een instabiele werking kunnen leiden en gegevens
kunnen beschadigen.
■ Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD. Probeer niet
te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere
netwerkapparaten.
■ Schrijven met andere software dan TOSHIBA Disc Creator of Ulead
DVD MovieFactory
®
for TOSHIBA is niet bevestigd. De werking in
combinatie met andere software kan derhalve niet worden
gegarandeerd.
Schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven,
DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven
beschrijft of herschrijft.
Gebruikershandleiding4-19
Page 70
Grondbeginselen
■ Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:
■ wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows Vista™;
■ de computer voor een andere functie gebruiken, zoals een muis of
touchpad/dual-modepad gebruiken, of het LCD-scherm
openen/sluiten;
■ communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma);
■ handelingen waardoor de pc wordt blootgesteld aan schokken of
trillingen;
■ installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten zoals
USB-apparaten, een extern beeldscherm, i.LINK-apparaten of
optische digitale apparaten;
■ muziek of spraak reproduceren via de Audio/Video-
bedieningsknoppen.
■ Open het station.
■ Gebruik tijdens het (her)schrijven niet de afsluit-/afmeldprocedure en de
(zuinige) slaapstand.
■ Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de (zuinige) slaapstand. Het schrijfproces is voltooid
als u de lade van het station kunt openen.
■ Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en
vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
■ Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
■ Kopieer gegevens altijd vanaf de vaste schijf naar de CD. Maak niet
gebruik van de Windows-functie knippen-en-plakken aangezien de
originele gegevens verloren gaan als er zich een fout voordoet.
Een Label Flash-DVD maken
De beschikbaarheid van Label Flash-DVD hangt af van het aangeschafte
model.
Eenvoudige stappen voor het maken van een Label Flash-DVD:
1. Plaats een Label Flash-schijf in het DVD-station.
Stel afdrukbare oppervlak voor onderkant in.
2. Klik op Start All Programs (Alle programma's) DVD
MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for
TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
3. Klik op Print Disc Label Label Printing. Ulead Label@Onece is
gestart.
4. Klik op het tabblad General (Algemeen).
5. Kies DVD-station voor printer. bijv. <E:> PIONEER DVD...
Gebruikershandleiding4-20
Page 71
Grondbeginselen
6. Voeg dit toe en pas de weergave van uw beelden en tekst aan.
7. Klik op Label Flash setting (Label Flash-instelling) en kies Draw Quality (Tekenkwaliteit).
8. Klik op Print (Afdrukken).
Wanneer u Ulead DVD MovieFactory® for TOSHIBA gebruikt
Een DVD-video maken
Vereenvoudigde stappen om een DVD-video te maken van videogegevens
die zijn vastgelegd met een DV-camera:
1. Klik op Start All Programs (Alle programma's) DVD
MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for
TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
2. Plaats een DVD-RW of DVD+RW in de brander.
3. Klik op Video Disc (Videoschijf) Burn Video to Disc (Video naar
schijf branden) om het dialoogvenster Direct Recording (Direct
opnemen) te starten, selecteer DVD-Video/+VR om de pagina Straight Captureto Disc (Rechtstreeks vastleggen op schijf) te openen.
4. Selecteer DVD-Video (DVD-video-indeling).
5. Bevestig dat DV de opnamebron is.
6. Druk op de knop Capture (Opnemen).
Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video door een
videobron toe te voegen.
1. Klik op Start All Programs (Alle programma's) DVD
MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for
TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
2. Klik op Video Disc (Videoschijf) New Project (Nieuw project) om de
2e Launcher te starten, selecteer uw projecttype en start vervolgens
DVD MovieFactory.
3. Voeg bron toe van HD-schijf door op de knop Add Video files
(Videobestanden toevoegen) te klikken en het dialoogvenster van de
browser te openen.
4. Selecteer de bronvideo en ga naar de volgende pagina om het menu
toe te passen.
5. Nadat u een menusjabloon hebt geselecteerd, klikt u op Next
(Volgende) om naar de Burning Page (Branden-pagina) te gaan.
6. Selecteer het uitvoertype en klik vervolgens op Burn (Branden).
Meer informatie over Ulead DVD MovieFactory®
Raadpleeg de handleiding en Help-bestanden voor meer informatie over
Ulead DVD MovieFactory.
Gebruikershandleiding4-21
Page 72
Belangrijke informatie over het gebruik
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD
maakt:
1. Digitale video bewerken
■ Meld u aan met beheerdersrechten om DVD MovieFactory te kunnen
gebruiken.
■ Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u DVD
MovieFactory gebruikt.
■ Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
■ U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt. Als echter
een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk niet
correct weergegeven.
■ Met DVD MovieFactory kunt u geen auteursrechtelijk beschermde
inhoud bewerken of afspelen.
■ Schakel de (zuinige) slaapstand niet in terwijl u DVD MovieFactory
gebruikt.
■ Gebruik DVD MovieFactory niet direct nadat u de computer hebt
ingeschakeld. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.
■ Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende
enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens
opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.
■ Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
■ Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD of
videoband.
■ Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
■ Ondersteunt geen mp3-decodering en -codering.
2. Voor u de video opneemt op DVD:
■ Als u opneemt op DVD, gebruik dan alleen schijven die worden
aanbevolen door de fabrikant van het station.
■ Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste schijf
met USB 1.1, omdat dan geen DVD's geschreven kunnen worden.
■ Vermijd de volgende handelingen:
■ de computer voor een andere functie gebruiken, zoals eenmuis of
touchpad/dual-modepad gebruiken, of het LCD-scherm
openen/sluiten;
■ handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen;
■ gebruik van de modusschakelaar en audio-
/videobedieningsknoppen om muziek of spraak af te spelen;
■ het DVD-station openen;
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding4-22
Page 73
■ het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
■ Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen.
■ Een DVD-R/+R/-RW kan niet in VR-indeling worden beschreven.
■ Ondersteunt geen weergave van VCD- of SVCD-indeling.
3. Over Rechtstreeks naar schijf
■ Ondersteunt geen opnamen op DVD-R/+R
■ Ondersteunt geen opnamen in DVD+VR-indeling door HDV
■ HDV-ondersteuning voor alleen branden van DVD-video
■ DVD-VR-indeling wordt niet ondersteund om menu toe te voegen
4. Over opgenomen DVD’s
■ DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's en DVD-RAM's kunnen wellicht niet
worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM-stations
voor PC's.
■ Als u een opgenomen schijf afspeelt op uw computer, gebruik dan de
toepassing WinDVD.
■ Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een volledige
formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.
TOSHIBA Disc Creator
Opmerking: let op de volgende beperkingen wanneer u TOSHIBA Disc
Creator gebruikt:
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van
DVD-video
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken van
DVD-audio
■ De functie Audio CD van TOSHIBA Disc Creator kan niet worden
gebruikt voor het opnemen van muziek op DVD-R/-RW of
DVD+R/+RW.
■ Gebruik de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator niet voor
het kopiëren van DVD-Video en DVD-ROM die auteursrechtelijk zijn
beschermd. Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator
kunt u geen back-up maken van DVD-RAM-media.
■ U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een
DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie Disc
Backup van TOSHIBA Disc Creator.
■ U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video-schijf,
DVD-R/DVD-RW of DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW
kopiëren met TOSHIBA Disc Creator
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet in pakketindeling opnemen.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding4-23
Page 74
Grondbeginselen
■ Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u wellicht
geen back-up maken van een DVD-R-/-RW of DVD+R/+RW die met
andere software op een andere DVD-R/-RW- of DVD+R/+RW-recorder
is gemaakt.
■ Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in
bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Het kan niets lezen
vanuit 16-bits besturingsystemen zoals Windows 98 Tweede Editie en
Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of later nodig om
gegevens te kunnen lezen en in Windows 2000 hebt u hiervoor Service
Pack 2 of later nodig. Sommige optische stations kunnen geen
toegevoegde gegevens lezen, ongeacht welk besturingssysteem wordt
gebruikt.
■ Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door TOSHIBA
Disc Creator. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner
of een ander hulpprogramma te gebruiken.
■ Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/RW- of
DVD+R-/+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk
niet correct gekopieerd.
■ Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R of
DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
■ Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gegevensverificatie
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u
de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD
schrijft.
1. Geef het dialoogvenster Instellingen op een van de volgende twee
manieren weer:
■ Klik op de instellingenknop () voor schrijven op de hoofdwerkbalk
in de modus Data CD/DVD.
■ Selecteer Setting for writing Data, (Instellen op schrijven gegevens)
en ga naar CD/DVD in het instelmenu.
2. Schakel het selectievakje Verify written data (Gegevens controleren)
in.
3. Selecteer de modus Bestand openen of Volledige vergelijking.
4. Klik op OK.
Gebruikershandleiding4-24
Page 75
Behandeling van schijven/diskettes
In dit gedeelte treft u tips aan voor het beschermen van de gegevens die u
op schijven of diskettes hebt opgeslagen.
Ga voorzichtig om met schijven en diskettes. Door de volgende
eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media
verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en
schoon te houden.
2. Buig de schijf niet.
3. Beschadig het oppervlak van een schijf niet door er bijvoorbeeld een
etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een schijf bij de rand of bij het gat in het midden vast.
Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf
onleesbaar maken.
5. Stel schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of koude, en
plaats geen zware voorwerpen op de schijven.
6. Als uw schijven stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een schone,
droge doek. Veeg vanuit het midden naar buiten (niet in een cirkel).
Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal
schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine, verdunningsmiddel of
soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Diskettes
1. Bewaar diskettes in hun originele houders om ze te beschermen en
schoon te houden. Maak een vuile diskette schoon met een zachte
doek die is bevochtigd met water. Gebruik geen schoonmaakmiddelen.
2. Duw het metalen schuifje van een diskette niet opzij en raak het
magnetische oppervlak niet aan. Vingerafdrukken kunnen het correct
aflezen van gegevens op de diskette verhinderen.
3. Buig diskettes niet en stel deze niet bloot aan direct zonlicht of extreme
temperaturen; als u dit voorschrift niet in acht neemt, kunnen gegevens
verloren gaan.
4. Plaats geen zware voorwerpen op uw diskettes.
5. Eet, rook of gum niet in de nabijheid van uw diskettes. Vreemde
deeltjes kunnen het magnetische oppervlak van de diskette
beschadigen.
6. Magnetische energie kan de gegevens op uw diskettes vernietigen.
Houd uw diskettes daarom uit de buurt van voorwerpen die
magnetische velden genereren, zoals luidsprekers, radio's en tv's.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding4-25
Page 76
Tv-uit
TV Out-poort
Via de tv-uit-poort kunt u de computer op een tv aansluiten. Gebruik een
4-pens S-Video-kabel. Zie voor meer informatie bijlage B, Weergavemodi.
Meerdere beeldschermen instellen
U kunt de computer configureren voor het gebruik van meerdere
beeldschermen, zodat het bureaublad in feite over twee monitors wordt
verdeeld.
In het venster Eigenschappen voor Beeldscherm kunt u de relatieve
posities van de twee beeldschermen (wanneer deze als een uitgebreid
bureaublad zijn geconfigureerd) preciezer aanpassen. In het venster
Weergave-instellingen kunt u de twee beeldschermen in een horizontale,
verticale of diagonale configuratie plaatsen, zoals in de volgende
afbeelding wordt aangegeven.
Grondbeginselen
Gebruikershandleiding4-26
Page 77
Als er geen extern beeldscherm aangesloten zal zijn wanneer u de
computer de volgende keer gebruikt, dient u eventuele
kloonscherminstellingen of instellingen voor een uitgebreid bureaublad uit
te schakelen alvorens de computer af te sluiten.
Kloonscherminstellingen zijn instellingen waar meer dan één apparaat is
geselecteerd en tegelijk van toepassing is.
De computer reinigen
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
■ Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen
voordat u hem weer aanzet.
■ Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor
het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een
kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en
veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
Grondbeginselen
De computer verplaatsen
De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst,
dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te
zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
■ Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voor u de computer verplaatst.
Controleer het vaste-schijf- en het optisch-stationslampje op de
computer.
■ Als er een diskette in het diskettestation zit, verwijdert u deze.
■ Als het optische schijfstation een schijf bevat, verwijdert u deze. Zorg
tevens dat de lade van het schijfstation goed is gesloten.
■ Schakel de computer uit.
■ Ontkoppel alle randapparaten alvorens de computer te verplaatsen.
■ Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op aan het scherm of aan
de achterkant (waar de interfacepoorten zich bevinden).
■ Sluit alle poortafdekkingen.
■ Ontkoppel de netadapter als deze is aangesloten.
Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
Gebruikershandleiding4-27
Page 78
Het toetsenbord
Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid
toetsenbord met 104/105 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te
drukken, kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met
104/105 toetsen beschikbaar zijn.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn
toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn zes soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen,
geïntegreerde numerieke toetsen, functietoetsen, zogenoemde "softkeys",
speciale Windows
Typemachinetoetsen
De typemachinetoetsen produceren de hoofd- en kleine letters, cijfers,
leestekens en speciale symbolen die op het scherm worden weergegeven.
Er zijn echter enkele verschillen tussen het gebruik van een typemachine
en het gebruik van een computertoetsenbord:
■ Letters en cijfers die met de computer zijn geproduceerd, verschillen
van breedte. Spaties, die door een spatieteken worden gecreëerd,
kunnen ook variëren, al naar gelang uitlijning en andere factoren.
■ Op computers zijn de kleine letter l (el) en het cijfer 1 (één) niet
verwisselbaar.
■ Hoofdletter O en 0 (nul) zijn niet verwisselbaar.
■ Caps Lock, de functietoets voor hoofdlettervergrendeling, is alleen van
invloed op de lettertoetsen, niet (zoals op typemachines) op de cijferen symbooltoetsen.
■ De Shift- of hoofdlettertoetsen, de Tab -toets en de toets BkSp
(backspace- ofwel correctietoets) hebben dezelfde functie als de
gelijknamige typemachinetoetsen maar hebben bovendien speciale
computerfuncties.
®
-toetsen en cursorbesturingstoetsen.
Het toetsenbord
Hoofdstuk 5
Gebruikershandleiding5-1
Page 79
Functietoetsen F1 ... F12
De functietoetsen, niet te verwarren met de Fn-toets, zijn de 12 toetsen
boven aan het toetsenbord. Deze toetsen zijn donkergrijs, maar werken
anders dan de andere donkergrijze toetsen.
F1 tot en met F12 worden aangeduid als functietoetsen, omdat u hiermee
geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u pictogramtoetsen in
combinatie met de Fn-toets gebruikt, worden specifieke functies op de
computer uitgevoerd. Zie het gedeelte Softkeys: Fn-toetscombinaties in dit
hoofdstuk. De werking van individuele toetsen is afhankelijk van de software
die u gebruikt.
Softkeys: Fn-toetscombinaties
De toets Fn (functie) is een bijzondere toets die alleen op TOSHIBAcomputers aanwezig is en die in combinatie met andere toetsen "softkeys"
vormt. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen
activeren, uitschakelen of configureren.
In sommige softwareprogramma’s werken softkeys niet naar behoren of
werken ze in het geheel niet. De softkey-instellingen worden niet hersteld
door de slaapstandfunctie.
Het toetsenbord
Emulatietoetsen
Het is mogelijk dat uw softwaretoepassing een toets vereist die niet op het
toetsenbord voorkomt. Door de Fn-toets in combinatie met een van de
volgende toetsen in te drukken emuleert u de functies van het uitgebreide
toetsenbord.
or
Druk op Fn + F10 of Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te
activeren. De grijze toetsen met witte cijfers worden hierdoor cijfertoetsen
(Fn + F11) of cursorbesturingstoetsen (Fn + F10). Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk voor meer informatie
over het gebruik van deze toetsen. Standaard zijn beide functies bij het
opstarten van de computer uitgeschakeld.
Druk op Fn + F12 (ScrLock) om de cursor op een bepaalde regel te
vergrendelen. Bij het opstarten is deze functie standaard uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding5-2
Page 80
Met Fn + Enter emuleert u de Enter-toets op het numerieke toetsenblok
van het uitgebreide toetsenbord.
Met Fn + Ctrl emuleert u de rechter Ctrl-toets van het uitgebreide
toetsenbord.
Sneltoetsen
Fn + ESCMute (Dempen) – Hiermee schakelt u het volume in of
Fn + F1Lock (Vergrendelen) – Hiermee schakelt u de modus
Fn + F2Power Plan Mode (Modus voor energieplan) – Hiermee
Fn + F3Sleep (Slaapstand) - Hiermee wordt het systeem in de
Fn + F4Hibernate (Zuinige slaapstand) – Hiermee wordt het
Fn + F5Output (Uitvoer) – Hiermee worden weergaven
Het toetsenbord
uit.
"Lock computer" (Computer vergrendelen) in. Als u uw
bureaublad wilt herstellen, dient u zich opnieuw aan te
melden.
worden de energiebesparingsmodi weergegeven,
waarna u wijzigingen in de energieinstellingen kunt
aanbrengen.
slaapstand gezet.
systeem in de zuinige slaapstand gezet.
gewijzigd.
De standaardresolutie voor de simultaanmodus is WXGA (1280 × 800).
Als u een RGB-monitor aansluit die deze resolutie niet ondersteunt, dient u
de resolutie te wijzigen in het onderdeel "Display Properties"
(Beeldschermeigenschappen).
Fn + F6Helderheid (verlagen)
Fn + F7Helderheid (verhogen)
Fn + F8Wireless (Draadloos) – Met deze sneltoets kunt u heen
en weer schakelen tussen actieve draadloze apparaten
indien de schakelaar voor draadloze communicatie is
ingeschakeld.
Fn + F9TouchPad/Dual Mode Pad (Touchpad/Dual-modepad) –
Hiermee wordt de touchpad-/dual-modepadfunctie in- of
aan/uit) – Met deze sneltoets schakelt u het
geïntegreerde numerieke toetsenblok in en uit. Zie
hoofdstuk 3 voor meer informatie.
Fn + F12Scroll Lock aan/uit
Fn + spatiebalk Change Resolution (Resolutie wijzigen) – Telkens als u
op deze sneltoetsen drukt, verandert de resolutie
afhankelijk van de specificatie van het LCD-beeldscherm
op een WXGA-systeem. U kunt de resolutie instellen op
waarden tussen 800 × 600 en 1024 × 768/
1280 × 800 pixels.
Fn + 1Zoom Out (Uitzoomen) - Hiermee kunt u de
pictogrammen op het bureaublad of in het
toepassingsvenster verkleinen. Druk hiervoor op 1 terwijl
u Fn ingedrukt houdt.
Fn + 2
Zoom In (Inzoomen) - Hiermee kunt u de pictogrammen
op het bureaublad of in het toepassingsvenster
vergroten. Druk hiervoor op 2 terwijl u Fn ingedrukt
houdt.
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows Vista™
speciale functies hebben. De ene activeert het menu Start en de andere
heeft dezelfde functie als de secundaire muisknop.
Deze toets activeert het menu Start van Windows Vista™.
Deze toets heeft dezelfde functie als de rechtermuisknop.
Geïntegreerde numerieke toetsen
In plaats van een apart numeriek toetsenblok heeft het toetsenbord van uw
computer geïntegreerde numerieke toetsen.
De toetsen met de witte opschriften in het midden van het toetsenbord zijn
de geïntegreerde numerieke toetsen. Het toetsenbord heeft dezelfde
functies als het numerieke toetsenblok.
Gebruikershandleiding5-4
Page 82
De geïntegreerde numerieke toetsen inschakelen
U kunt de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken voor het invoeren
van cijfers of voor cursor- en paginabesturing.
Cursormodus
Om de cursormodus te activeren drukt u op Fn + F10 (het lampje van de
cursormodus gaat branden). Nu is cursor- en paginabesturing mogelijk
met de toetsen die in de volgende afbeelding worden geïllustreerd. Druk
nogmaals op Fn + F10 om de geïntegreerde numerieke toetsen uit te
schakelen.
Numerieke modus
Om de numerieke modus te activeren drukt u op Fn + F11 (het lampje van
de numerieke modus gaat branden). Nu kunt u cijfers invoeren met de
toetsen die hieronder worden geïllustreerd. Druk nogmaals op Fn + F11 om
de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen.
Het toetsenbord
De geïntegreerde numerieke toetsen (VS)
Gebruikershandleiding5-5
Page 83
Het toetsenbord
Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken (geïntegreerde numerieke
toetsen aan)
Tijdens het gebruik van de geïntegreerde numerieke toetsen kunt u tijdelijk
met het gewone toetsenbord werken zonder de geïntegreerde numerieke
toetsen uit te schakelen:
1. Houd Fn ingedrukt en druk op een andere toets. Alle toetsen werken
alsof de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld.
2. Typ hoofdletters door Fn + Shift ingedrukt te houden en op een
lettertoets te drukken.
3. Laat Fn los om de geïntegreerde numerieke toetsen weer in gebruik te
nemen.
Tijdelijk de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken
(geïntegreerde numerieke toetsen uit)
Tijdens het gebruik van het gewone toetsenbord kunt u tijdelijk met de
geïntegreerde numerieke toetsen werken zonder deze in te schakelen:
1. Druk op Fn en houd deze toets ingedrukt.
2. Controleer de toetsenbordlampjes. Door op Fn te drukken activeert u
de laatst gebruikte modus van de geïntegreerde numerieke toetsen. Als
het lampje van de numerieke modus brandt, kunt u de geïntegreerde
numerieke toetsen voor het invoeren van cijfers gebruiken. Brandt het
lampje van de cursormodus, dan kunt u de geïntegreerde numerieke
toetsen gebruiken voor cursor- en paginabesturing.
3. Laat Fn los om het gewone toetsenbord weer in gebruik te nemen.
Tijdelijk van modus wisselen
Als de numerieke modus actief is, kunt u tijdelijk naar de cursormodus
overschakelen door op een Shift-toets te drukken.
Is de cursormodus actief, dan kunt u tijdelijk naar de numerieke modus
overschakelen door op een Shift-toets te drukken.
ASCII-tekens genereren
Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden
gegenereerd. U kunt deze tekens echter door middel van hun ASCII-codes
genereren.
Voer de volgende stappen uit met de geïntegreerde numerieke toetsen
ingeschakeld:
1. Houd Alt ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke
toetsen.
3. Laat Alt los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Gebruikershandleiding5-6
Page 84
Het toetsenbord
Als de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld, voert u de
volgende stappen uit:
1. Houd Alt + Fn ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code met behulp van de geïntegreerde numerieke
toetsen.
3. Laat Alt + Fn los; het ASCII-teken verschijnt op het scherm.
Gebruikershandleiding5-7
Page 85
Stroomvoorziening en spaarstanden
Hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden
De computer kan via de netadapter of via de interne accu van stroom
worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze energiebronnen
optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt. Verder worden
tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u informatie
over spaarstanden.
Omstandigheden bij stroomvoorziening
De bedrijfscapaciteit en de energiestatus van de accu in de computer
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden: of er een
netadapter is aangesloten, of er een accu is geïnstalleerd en wat het
ladingsniveau van de accu is.
Stroom ingeschakeldStroom uitgeschakeld
Netadapter
aangesloten
Gebruikershandleiding6-1
Accu volledig
opgeladen
Accu
gedeeltelijk
opgeladen
Geen accu
geïnstalleerd of
accu leeg
• In werking
• Geen lading
• Lampje: Accu blauw
DC IN blauw
• In werking
• Opladen
• Lampje: Accu oranje
DC IN blauw
• In werking
• Geen lading
• Lampje: Accu uit
DC IN blauw
(buiten werking)
• Geen lading
• Lampje: Accu blauw
DC IN blauw
• Opladen
• Lampje: Accu oranje
DC IN blauw
• Geen lading
• Lampje: Accu uit
DC IN blauw
Page 86
Netadapter
niet
aangesloten
Stroom ingeschakeldStroom uitgeschakeld
Accucapaciteit
is boven
activeringsnive
au lage
acculading
Accucapaciteit
is onder
activeringsnive
au lage
acculading
Accu leegComputer wordt in
Geen accu
geïnstalleerd
• In werking
• Lampje: Accu uitDC IN uit
• In werking
• Alarm klinkt (deze functie
is afhankelijk van de
configuratie van de
computer)
• Lampje: Accu knippert
oranje
DC IN uit
slaapstand gezet of
afgesloten (afhankelijk van
de instelling in de
TOSHIBA Power Saver)
• Buiten werking
• Lampje: Accu uitDC IN uit
Stroomvoorziening en spaarstanden
(buiten werking)
* Het lampje is afhankelijk van het gekochte model.
Stroomlampjes
Zoals in de vorige tabel wordt aangegeven, maken het Accu-, DC IN- en
Aan/uit-lampje u attent op de bedrijfscapaciteit en de accu-energiestatus
van de computer.
Accu-lampje
Aan de hand van het Accu-lampje kunt u de status van de accu
controleren. De accustatus wordt als volgt aangeduid:
Knipperend oranjeDe accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
Lampje brandt
oranje
Lampje brandt
blauw
Lampje brandt nietIn alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding6-2
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Page 87
DC IN-lampje
Aan/uit-lampje
Accutypen
Stroomvoorziening en spaarstanden
Aan de hand van het DC IN-lampje kunt u de stroomvoorzieningsstatus
voor de aangesloten netadapter controleren:
Lampje brandt
blauw
Lampje brandt nietGeeft aan dat de netadapter niet is
Aan de hand van het aan/uit-lampje kunt u de algemene
stroomvoorzieningsstatus controleren:
Lampje brandt
blauw
Knipperend oranjeGeeft aan dat de computer van stroom wordt
Lampje brandt nietIn alle andere omstandigheden is het lampje uit.
De computer heeft twee typen accu’s (batterijen):
■ Accu-eenheid
■ RTC-batterij (batterij voor de realtime klok)
Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
de computer van stroom voorziet.
aangesloten.
Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Het aan/uit-lampje bevindt zich in de
aan/uit-knop (afhankelijk van het gekochte
model) en op de voorzijde van de computer.
voorzien en in de slaapstand staat.
Accu-eenheid
De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding ook wel
kortaf "accu" genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer
wanneer de netadapter niet is aangesloten.
U kunt extra accu-eenheden kopen voor langdurig computergebruik zonder
netstroom.
De accu heeft een beperkte levensduur. Als de bedrijfstijd van een accu
zelfs na volledig opladen afneemt, dient u de accu te vervangen.
Gebruikershandleiding6-3
Page 88
Stroomvoorziening en spaarstanden
■ De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die
door TOSHIBA zijn aanbevolen.
■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat. In deze modus worden er gegevens in het geheugen
opgeslagen. Als de stroomtoevoer naar de computer uitvalt, gaan de
gegevens verloren.
* De beschikbaarheid van deze accu is afhankelijk van het aangeschafte
model.
RTC-batterij
De RTC- ofwel Real Time Clock-batterij voorziet de interne realtime klok en
kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie. Deze batterij
handhaaft tevens de systeemconfiguratie.
Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren en werken de
realtime klok en kalender niet meer. In dat geval ziet u het volgende bericht
wanneer u de computer weer inschakelt:
ERROR 0271:Check date and time settings.
WARNING 0251:System CMOS checksum bad - Default
configuration used.
Press <F1> to resume, <F2> to Setup.
De RTC-batterij van de computer is een lithiumbatterij die uitsluitend
mag worden vervangen door uw leverancier of een TOSHIBAservicevertegenwoordiger. Indien de batterij onjuist wordt vervangen,
gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u
bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of
voorschriften.
Als dit foutbericht wordt weergegeven, verdient het aanbeveling de volgende
procedure uitvoeren.
1. Sluit de netadapter aan en laad de accu gedurende 24 uur op.
2. Druk op F2 om het BIOS Setup-menu te openen.
3. Stel de juiste datum en tijd in.
Als het foutbericht wordt weergegeven nadat u de bovenstaande
handelingen hebt verricht, neemt u dan contact op met uw
TOSHIBA-dealer.
Gebruikershandleiding6-4
Page 89
Stroomvoorziening en spaarstanden
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid
De accu-eenheid is een essentieel onderdeel van de draagbare computer.
Door de eenheid naar behoren te gebruiken en te onderhouden zorgt u
ervoor dat deze langer stroom levert en langer meegaat. Volg de
aanwijzingen in dit gedeelte zorgvuldig ter waarborging van veilig gebruik
en maximale prestaties.
Voorzorgsmaatregelen
Verkeerde behandeling van accu's kan resulteren in ernstig of dodelijk
letsel of materiële schade.
Neem het volgende advies in acht:
Gevaar: duidt op een dreigend gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming
van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel kan resulteren.
Waarschuwing: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij
veronachtzaming van de veiligheidsinstructie in ernstig of dodelijk letsel
kan resulteren.
Let op: duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming
van de veiligheidsinstructie in lichte verwondingen of lichte schade aan
eigendommen kan resulteren.
Opmerking: verschaft belangrijke informatie.
Gevaar
1. Probeer niet om een gebruikte accu-eenheid te verbranden of te
verwarmen, bijvoorbeeld in een magnetronoven. Hierdoor kan de accueenheid ontploffen en persoonlijk letsel veroorzaken.
2. Probeer een accu-eenheid nooit te openen, te repareren of anderszins
aan te passen. Hierdoor zal de accu-eenheid oververhit raken en vlam
vatten. Lekken van bijtende alkalineoplossing of andere elektrolytische
stoffen veroorzaakt brand of verwondingen, mogelijk resulterend in
ernstig of dodelijk letsel.
3. Houd metalen voorwerpen uit de buurt van de accupolen ter
voorkoming van kortsluiting. Kortsluiting kan brand veroorzaken of de
accu-eenheid anderszins beschadigen en in verwondingen resulteren.
Wanneer u de accu-eenheid opbergt, dient u deze altijd in plastic te
wikkelen en de polen met isolatieband te bedekken om kortsluiting te
voorkomen.
4. Prik nooit in de accu-eenheid met spijkers of andere scherpe
voorwerpen. Sla nooit met een hamer of een ander voorwerp op de
accu-eenheid. Ga niet op de accu staan.
5. Probeer de accu-eenheid nooit op te laden op een andere wijze dan
wordt beschreven in de gebruikershandleiding. Koppel de accu-eenheid
nooit aan een contactdoos of aan het aanstekercontact in een auto.
Hierdoor kan de eenheid barsten of vlam vatten.
Gebruikershandleiding6-5
Page 90
Stroomvoorziening en spaarstanden
6. Gebruik uitsluitend de accu-eenheid die bij de computer of ander
apparaat werd geleverd, of een accu-eenheid die door de fabrikant van
de computer of het apparaat is goedgekeurd voor gebruik. Voltage en
polariteit variëren per accu-eenheid. Gebruik van een incorrecte accu
kan resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in
rookontwikkeling of brand.
7. Stel een accu-eenheid nooit bloot aan warmte door deze bijvoorbeeld in
de buurt van een radiator op te bergen. Door blootstelling aan warmte
kan de accu-eenheid vlam vatten, ontploffen of lek raken, en zodoende
ernstig of dodelijk letsel teweegbrengen. De werking van de accueenheid kan hierdoor tevens geheel of gedeeltelijk worden
onderbroken, hetgeen kan leiden tot gegevensverlies.
8. Stel de accu-eenheid nooit bloot aan abnormale schokken, trillingen of
druk. Het inwendige beschermingsgedeelte van de accu-eenheid kan
hierdoor worden aangetast, waardoor de accu-eenheid oververhit raakt,
explodeert, ontvlamt of bijtende vloeistoffen lekt. Dit kan resulteren in
ernstig of dodelijk letsel.
9. Laat een accu-eenheid nooit vochtig worden. Een vochtige accueenheid zal oververhit raken, vlam vatten of barsten, en zodoende
ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Waarschuwing
1. Vermijd contact tussen de bijtende elektrolytvloeistof uit een batterij en
uw ogen, huid of kleding. Indien u toch elektrolytvloeistof in uw ogen
krijgt, dient u onmiddellijk uw ogen te wassen met veel stromend water
en medische hulp te zoeken om schade aan de ogen te voorkomen. Als
elektrolytische vloeistof in contact komt met uw huid, dient u deze
onmiddellijk onder stromend water af te spoelen. Als elektrolytische
vloeistof op uw kleren terechtkomt, dient u deze direct uit te trekken
teneinde contact met uw huid of ogen te voorkomen.
2. Schakel de computer onmiddellijk uit, ontkoppel de netadapter en
verwijder de accu-eenheid als de eenheid een van de volgende
verschijnselen vertoont: vreemde geur, extreme hitte, verkleuring of
vervorming. Laat de computer vervolgens nakijken door een Authorized
Toshiba Service Center voordat u er weer mee aan de slag gaat. Als u
deze waarschuwing negeert, zal de accu-eenheid mogelijk rook gaan
afgeven, vlam vatten of barsten.
3. Zorg dat de accu-eenheid correct in de computer is geïnstalleerd
voordat u probeert de eenheid op te laden. Onjuiste installatie kan
resulteren in beschadiging van de accu-eenheid of in rookontwikkeling
of brand.
4. Houd de accu-eenheid buiten het bereik van baby's en kinderen. De
accu kan letsel veroorzaken.
Gebruikershandleiding6-6
Page 91
Stroomvoorziening en spaarstanden
Let op
1. Gebruik de accu-eenheid nooit als het oplaadvermogen is aangetast, of
als een bericht is verschenen met de waarschuwing dat de accueenheid niet meer kan worden opgeladen. Als u een lege of aangetaste
accu-eenheid blijft gebruiken, kan gegevensverlies optreden.
2. Gooi accu-eenheden nooit samen met het gewone afval weg.
Retourneer ze aan uw TOSHIBA-dealer of een ander recyclingbedrijf
voor hergebruik en om schade aan het milieu te voorkomen. Dek de
contactpunten af met isolatietape om kortsluiting te voorkomen, anders
kan de batterij ontvlammen of scheuren.
3. Gebruik alleen accu-eenheden die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
4. Controleer altijd of de accu-eenheid correct is geïnstalleerd en stevig
vastzit. Is dit niet het geval, dan kan de accu-eenheid uit de computer
vallen en letsel teweegbrengen.
5. Laad de accu-eenheid op bij een omgevingstemperatuur tussen 5º en
30º Celcius Als u de accu-eenheid bij hogere of lagere temperaturen
oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking
en de levensduur van de eenheid achteruitgaan.
6. Vergeet niet de resterende accucapaciteit te controleren. Als de accu of
de batterij van de klok helemaal leeg is, werkt de slaapmodus niet en
gaan de gegevens die zich in het geheugen bevinden verloren. De
computer geeft mogelijk ook een verkeerde datum en tijd weer. Sluit in
dat geval de netadapter aan om de accu/batterij op te laden.
7. Installeer of verwijder de accu-eenheid nooit voordat de computer is
uitgeschakeld en de netadapter is ontkoppeld. Verwijder nooit de accu
als de computer zich in de slaapstand bevindt omdat er dan gegevens
verloren gaan.
Opmerking
1. Verwijder de accu-eenheid nooit terwijl de functie Activering op LAN
ingeschakeld is. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens verloren.
Schakel de functie Activering op LAN uit alvorens de accu-eenheid te
verwijderen.
2. Om te zorgen dat de accu zijn maximale capaciteit behoudt, dient u de
computer ten minste eenmaal per week op accu-energie te gebruiken
totdat de accu totaal leeg is. Raadpleeg het gedeelte Levensduur
verlengen van dit hoofdstuk voor procedures. Als de computer geruime
tijd (langer dan een week) continu via de netadapter op netstroom wordt
gebruikt, bestaat het risico dat de accucapaciteit wordt aangetast. De
accu-eenheid zal dan niet langer efficiënt functioneren, zelfs als de
verwachte levensduur nog niet is verstreken. Bovendien kunt u er niet
langer op vertrouwen dat het Accu-lampje gaat branden ter aanduiding
van een laag accu-energieniveau.
3. Na het opladen van de accu-eenheid dient u de netadapter niet langer
dan enkele uren achtereen aangesloten te laten wanneer de computer
uit staat. Als u doorgaat met opladen terwijl de accu-eenheid reeds
volledig is opgeladen, kan de accu beschadigd raken.
Gebruikershandleiding6-7
Page 92
Stroomvoorziening en spaarstanden
De accu’s opladen
Als de lading in de accu-eenheid opraakt, gaat het Accu-lampje oranje
knipperen om aan te geven dat er slechts acculading voor enkele minuten
resteert. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het Accu-lampje knippert,
wordt de slaapstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt
de computer automatisch afgesloten.
U moet een accu-eenheid opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Om een accu-eenheid op te laden terwijl deze in de computer is
geïnstalleerd, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in de
gelijkstroomingang (DC IN) en het andere uiteinde in een functionerend
stopcontact.
Tijdens het opladen van de accu brandt het Accu-lampje oranje.
Laad de accu-eenheid alleen op via de computer terwijl deze is
aangesloten op het elektriciteitsnet. Probeer de accu-eenheid niet met een
andere lader op te laden.
Tijd
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe lang het duurt om een lege
accu volledig op te laden.
Oplaadtijd (uren)
Type accu/batterijStroom ingeschakeld Stroom uitgeschakeld
Accu-eenheidcirca 12 of langer circa 4 of langer
RTC-batterijcirca 24circa 24 op netvoeding
of accu-eenheid
De oplaadtijd wanneer de computer aan is, wordt beïnvloed door de
omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier
waarop u de computer gebruikt.
Als u intensief gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens
gebruik wellicht nauwelijks opgeladen. Raadpleeg ook het gedeelte
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren.
Accu: aanwijzingen voor het opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
De accu is extreem heet of koud. Om te zorgen dat de accu maximaal wordt
■
opgeladen, dient u bij een kamertemperatuur van 10° tot 30°C op te laden.
■ De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter enkele minuten
aangesloten; hierna begint het opladen.
Gebruikershandleiding6-8
Page 93
Stroomvoorziening en spaarstanden
Als een accu volledig is opgeladen, verdient het aanbeveling de computer
uitsluitend op accuvoeding te gebruiken totdat de accu geheel leeg is.
Hierdoor zorgt u dat de accu langer meegaat en dat de accucapaciteit
correct kan worden bijgehouden.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het acculampje een snelle daling in de accubedrijfstijd
aangeeft:
■ De accu is lange tijd niet gebruikt.
■ De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
■ Een koele accu is in een warme computer geïnstalleerd.
Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit.
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
2. Sluit de netadapter aan.
3. Laad de accu-eenheid op tot het acculampje blauw brandt (afhankelijk
van het gekochte model).
Herhaal deze stappen twee à drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Als u de netadapter aangesloten laat, wordt de levensduur van de accueenheid aangetast. Laat ten minste één keer per week de computer aan
staan totdat de accu volledig leeg is en laad de accu vervolgens weer op.
Accucapaciteit controleren
De resterende accuspanning kan op de volgende manieren worden
gecontroleerd.
■ Op het accupictogram op de taakbalk klikken
■ Via Battery Status (Accustatus) in het Windows Mobility Center-venster
■ Wacht ten minste zestien seconden na het inschakelen van de
computer voordat u probeert de resterende gebruiksduur te
controleren. Dit omdat de computer deze tijd nodig heeft om de
resterende capaciteit van de accu te controleren en om de resterende
gebruiksduur uit te rekenen op basis van het huidige energieverbruik.
■ De werkelijke resterende gebruiksduur kan enigszins afwijken van de
berekende tijd.
■ Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn.
Bedrijfstijd van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de bedrijfstijd die één
acculading levert.
Gebruikershandleiding6-9
Page 94
Stroomvoorziening en spaarstanden
Hoe lang de lading van een accu meegaat, hangt af van de volgende
factoren:
■ de configuratie van de computer (of u bijvoorbeeld
energiebesparingsopties hebt geactiveerd). De computer verschaft een
modus voor het besparen van accu-energie. Deze modus heeft de
volgende opties:
■ Display auto off (beeldscherm automatisch uitschakelen)
■ Hard Disk Drive auto off (stroom vaste schijf automatisch
uitschakelen)
■ System auto off (systeem automatisch uitschakelen)
■ LCD-helderheid
■ frequentie en duur van het gebruik van de vaste schijf, het optische
station en het diskettestation (als er een is aangesloten);
■ het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu;
■ het activeren van de (zuinige) slaapstand bij regelmatig in- en
uitschakelen van de computer;
■ de locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat;
■ het sluiten van het beeldscherm wanneer u het toetsenbord niet
gebruikt om energie te besparen;
■ de omgevingstemperatuur (de bedrijfstijd neemt af bij lage
temperaturen);
■ de toestand van de accupolen. Zorg dat de polen schoon blijven door
ze met een schone, droge doek af te vegen voordat u de accu-eenheid
installeert.
Behoud van gegevens bij het uitschakelen van de computer
(slaapstand)
Als u de computer uitschakelt terwijl de accu en RTC-batterij volledig zijn
opgeladen, zorgen de accu en batterij dat de gegevens en energie
gedurende de volgende tijdsperioden behouden blijven:
AccuCirca 1,5 dag (slaapstand, 9 cellen)
Circa 1 dag (slaapstand, 6 cellen)
Circa 0,5 dag (slaapstand, 3 cellen)*
Circa 1 maand (afsluitmodus, alle soorten accu-eenheden)
RTC-batterij Circa 1 maand
* De beschikbaarheid van deze accu is afhankelijk van het aangeschafte
model.
Levensduur verlengen
U kunt de levensduur van de accu-eenheid als volgt verlengen:
■ Als u extra accu-eenheden hebt, gebruik deze dan afwisselend.
■ Verwijder de accu-eenheid als u het systeem langere tijd niet gebruikt.
Gebruikershandleiding6-10
Page 95
■ Bewaar reserve-accu-eenheden op een koele, droge plek zonder
rechtstreeks zonlicht.
De accu-eenheid vervangen
Als de accu-eenheid volledig versleten is, moet u een nieuwe eenheid
installeren. Indien het Accu-lampje oranje knippert kort nadat de accu
volledig is opgeladen, dient de accu-eenheid te worden vervangen.
U kunt een lege accu-eenheid ook vervangen door een reserve-accu als u
de computer niet op het elektriciteitsnet hebt aangesloten. In dit gedeelte
wordt uitgelegd hoe u de accu-eenheid verwijdert en installeert.
De accu-eenheid verwijderen
Voer de volgende stappen uit om een lege accu-eenheid te vervangen.
■ Wees bij het hanteren van accu-eenheden voorzichtig dat u de
accucontactpunten niet kortsluit. Laat de eenheid niet vallen en vermijd
schokken; kras of breek het accuoppervlak niet en buig of verdraai de
accu-eenheid niet.
■ Verwijder de accu niet als de computer zich in de slaapstand bevindt
omdat de gegevens die zich in het geheugen bevinden dan verloren
gaan.
1. Sla uw werk op.
2. Schakel de computer uit. Controleer of de Aan/uit-lampje uit is.
3. Verwijder alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
4. Zet computer ondersteboven.
5. Ontgrendel de vergrendelingsschuif voor de accu-eenheid.
Stroomvoorziening en spaarstanden
1
2
Accu-eenheid 1 verwijderen
Gebruikershandleiding6-11
Page 96
Stroomvoorziening en spaarstanden
6. Duw de accuvergrendelingsschuif naar links en trek de accu uit de
accuhouder.
3
Accu-eenheid 2 verwijderen
De accu-eenheid installeren
Om een accu-eenheid te installeren voert u de volgende stappen uit.
4
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die door
TOSHIBA zijn aanbevolen.
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle kabels van de computer.
3. Houd de accu met het etiket naar beneden en de connectoren op de
accu tegenover de connectoren op de computer.
4. Duw de accu voorzichtig in de accuhouder tot de vergrendelingsschuif
vastklikt.
Gebruikershandleiding6-12
Page 97
De accu-eenheid installeren
TOSHIBA Password-hulpprogramma
Het hulpprogramma TOSHIBA Supervisor Password verschaft twee
niveaus van wachtwoordbeveiliging: User en Supervisor.
Stroomvoorziening en spaarstanden
1
2
Wachtwoorden die met het TOSHIBA Hulpprogramma voor
supervisorwachtwoord worden ingesteld, verschillen van het Windows
wachtwoord.
®
-
User Password
Start het hulpprogramma door de volgende items te selecteren:
Star t TOSHIBA AssistSECURE(VEILIG)User Password
(Gebruikerswachtwoord)
■ Geregistreerd
Klik op deze knop om een wachtwoord van maximaal 8 tekens te
registreren. Na het instellen van een wachtwoord wordt u gevraagd het
wachtwoord in te voeren wanneer u de computer opstart.
■ Niet geregistreerd
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te verwijderen. U
kunt een wachtwoord pas verwijderen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Gebruikershandleiding6-13
Page 98
Stroomvoorziening en spaarstanden
■ Owner String (tekstvak)
U kunt dit vak gebruiken om tekst aan het wachtwoord te koppelen. Klik
nadat u tekst hebt toegevoegd op Toepassen of op OK. Elke keer
wanneer u de computer inschakelt, wordt deze tekst weergegeven,
samen met de vraag het wachtwoord op te geven.
Supervisorwachtwoord
Als u een supervisorwachtwoord instelt, zullen sommige functies niet
beschikbaar zijn wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het
gebruikerswachtwoord. Als u een supervisorwachtwoord wilt instellen,
dient u te klikken op:
TOSHIBA Assist VEILIG Supervisorwachtwoord
Met dit hulpprogramma kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
■ het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen.
■ beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
De computer opstarten met een wachtwoord
Als u al een wachtwoord hebt geregistreerd, is er één manier om de
computer op te starten:
■ Voer het wachtwoord handmatig in.
Het wachtwoord is alleen nodig als de computer was afgesloten in de
opstartmodus, niet in de (zuinige) slaapstand.
U gaat als volgt te werk om een wachtwoord handmatig in te voeren:
1. Schakel de computer in volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 3, Aan
de slag. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Enter Password [xxxxxxxx]
De sneltoetsen Fn + F1 tot en met F9 werken op dit moment niet. U kunt
ze pas weer gebruiken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op Enter.
Als u het wachtwoord driemaal achtereen onjuist invoert, wordt de
computer afgesloten. U moet de computer opnieuw aanzetten en het
wachtwoord opnieuw typen.
Gebruikershandleiding6-14
Page 99
Stroomvoorziening en spaarstanden
Spaarstanden
De computer heeft de volgende spaarstanden:
■ Slaapstand (de gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de
vaste schijf).
■ Slaapstand (stroom blijft ingeschakeld, gegevens in het geheugen
blijven behouden, maar de CPU en alle andere apparaten komen in de
zogeheten slaapstand te staan).
■ Opstarten (de gegevens in het geheugen worden niet opgeslagen).
Raadpleeg tevens het gedeelte De computer uitschakelen in hoofdstuk 3,
Aan de slag.
Uit/Inschakelen via LCD
Met deze functie schakelt de computer over op de slaapstand wanneer het
beeldscherm wordt dichtgeklapt. De computer gaat weer aan wanneer het
beeldscherm wordt geopend.
Als de functie Uitschakelen via LCD is geactiveerd en u Windows afsluiten
gebruikt, dient u het scherm niet te sluiten voordat de afsluitfunctie is
voltooid.
Systeem in automatische slaapstand/zuinige slaapstand
Met deze functie wordt het systeem automatisch in de (zuinige) slaapstand
gezet als een bepaalde tijd lang geen computeractiviteit heeft
plaatsgevonden.
Raadpleeg Speciale voorzieningen in hoofdstuk 1, A200 - voorzieningen,
voor uitleg over het instellen van de tijdlimiet.
Gebruikershandleiding6-15
Page 100
HW Setup
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de computer met behulp van het
hulpprogramma TOSHIBA HW Setup configureert. Met TOSHIBA HW
Setup kunt u instellingen voor diverse apparaten configureren. Dit gebeurt
via de volgende tabbladen: General, Password, Display, Boot Priority,
Keyboard, CPU, LAN en USB.
HW Setup starten
Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) aan, wijs TOSHIBA
aan, wijs Utilities (Hulpprogramma's) aan en klik op HWSetup.
Het HW Setup-venster
Het HW Setup-venster bestaat uit de volgende tabbladen: General,
Password, Display, Boot Priority, Keyboard, LAN en USB.
Er zijn ook deze drie knoppen:
OKBevestigt uw wijzigingen en sluit het HW Setup-venster.
CancelSluit het venster zonder uw wijzigingen door te voeren.
ApplyBevestigt al uw wijzigingen zonder het HW Setup-
HW Setup
Hoofdstuk 7
venster te sluiten.
Algemeen
Dit tabblad toont de BIOS-versie en bevat twee knoppen:
DefaultDe fabrieksinstellingen van alle HW Setup-opties
herstellen.
AboutHiermee geeft u versiegegevens van HW Setup weer.
Setup
Dit veld geeft de BIOS-versie met de datum weer.
Als u klaar bent met de BIOS-update, start u uw computer opnieuw op en
drukt u op F2 in de BIOS-installatiehandleiding en laadt u de
BIOS-standaard één keer
Gebruikershandleiding7-1
.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.