Toro 74585 Operator's Manual [nl]

FormNo.3392-275RevC
DH210Gazontractor
Modelnr.:74585—Serienr.:315000001enhoger
Registreeruwproductopwww.T oro.com. Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3392-275*C
volgendeveiligheidssymbolen(Figuur2),dieduiden opeengevaarlijkesituatiediezwaarlichamelijk letselofdedoodtotgevolgkanhebbenwanneerde veiligheidsvoorschriftennietinachtwordengenomen.
Dezemaaitractormetdraaiendemessenisbedoeld voorgebruikdoorparticulieren.Demachineis voornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangrasop goedonderhoudenparticulieregazons.Demachine isnietontworpenvoorhetmaaienvanstruikgewasof voorgebruikindelandbouw.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken enonderhoudenenomschadeaandemachineen letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet juisteenveiligegebruikvandemachine.
Ukuntopwww.Toro.comrechtstreekscontactmet Toroopnemenominformatieoverproductenen accessoiresteverkrijgen,eenverkopertevindenof uwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren hetserienummervanhetproducttevermelden.De locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
g000502
Figuur2
1.Veiligheidsalarm
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen. Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie aandiebijzondereaandachtverdient.
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Dezehandleidingnoemteenaantalmogelijkegevaren enbevateenaantalveiligheidsberichtenmetde
©2017—TheToro®Company 8111LyndaleAvenueSouth Bloomington,MN55420
g020500
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
GedruktinTsjechië
Allerechtenvoorbehouden
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Instructiesvoorveiligebedieningvan
(rijdende)maaimachinesmetzittende
bestuurder.......................................................4
VeiligebedieningT orozitmaaiers........................6
Geluidsdruk........................................................6
Geluidsniveau.....................................................6
Trilling.................................................................6
Hellingsindicator................................................7
Veiligheids-eninstructiestickers........................8
Algemeenoverzichtvandemachine.......................10
Bedieningsorganen..........................................10
Specicaties.....................................................11
Gebruiksaanwijzing.................................................11
Brandstoftankvullen..........................................11
Hetmotoroliepeilcontroleren............................12
Parkeerremgebruiken......................................12
Bestuurdersstoelinstellen................................12
Gebruikvandekoplampen...............................13
Bedieningvandeaftakas..................................13
Demaaihoogteinstellen...................................13
Motorstarten....................................................13
Motorafzetten..................................................14
Hetveiligheidssysteemgebruiken....................14
Veiligheidssysteemtesten................................16
Demachinemetdehandduwen.......................16
Vooruitenachteruitrijden.................................17
Demachinestoppen.........................................17
Derecyclergebruiken.......................................17
Grasvangerleegmaken....................................17
Hetmaaiseluitwerpenlangsachteren..............18
Deoptioneletrekhaakgebruiken......................19
Tipsvoorbedieningengebruik.........................19
Onderhoud..............................................................21
Aanbevolenonderhoudsschema.........................21
Smering...............................................................22
Machinesmeren...............................................22
Onderhoudmotor................................................23
Onderhoudvanhetluchtlter............................23
Motorolieverversen..........................................24
Onderhoudvandebougie................................26
Onderhoudbrandstofsysteem.............................27
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank............27
Brandstofltervervangen..................................27
Onderhoudelektrischsysteem............................28
Dekoplampenvervangen.................................28
Zekeringenvervangen......................................29
Onderhoudvandeaccu....................................29
Onderhoudaandrijfsysteem................................31
Debandenspanningcontroleren.......................31
Onderhoudvanderem.....................................31
Degrasvangereenonderhoudsbeurt
geven............................................................32
Degrasvangerverwijderen...............................32
Grasvangerplaatsen........................................32
Grasvangerentunnelreinigen..........................33
Onderhoudvanhetmaaidek................................33
Onderhoudvandemaaimessen.......................33
Maaidekverwijderen.........................................34
Maaidekmonteren............................................35
Stalling....................................................................35
Problemen,oorzaakenremedie.............................37
Schema's................................................................39
3
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet deEN-normISO5395:2013

Instructiesvoorveilige bedieningvan(rijdende) maaimachinesmetzittende bestuurder

onvoldoendegripvandewielen,
tesnelrijden,
onjuistgebruikvanderem,
hettypemachineisnietgeschiktvoorhet
speciekewerk,
zichonvoldoendebewustzijnvande
speciekeomstandighedenvanhetterrein, metnameophellingen,
onjuistebevestigingenverdelingvan
lasten.
Leesdezehandleidingenzorgervoordatudeze begrijptvoordatudemachineingebruikneemt.
Hetveiligheidssymbool(Figuur2)wordtgebruiktom uattenttemakenopmogelijkrisico'soplichamelijk letsel.Houduaanalleveiligheidsberichtenbijdit symboolteneindelichamelijkofzelfsdodelijkletsel tevoorkomen.
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle veiligheidsinstructiesopomernstigofmogelijk dodelijkletseltevoorkomen.
Instructie
Leesdezehandleidingaandachtigdoorvoordatu
demaaimachinegaatgebruiken.Zorgervoordat uvertrouwdraaktmetbedieningsorganenenweet hoeudemachinemoetgebruiken.
Udienteroptoeteziendatdemachinenietdoor
kinderenwordtbediendofdoorvolwassenendie nietvandeinstructiesopdehoogtezijn.Voor debestuurderkaneenwettelijkeminimumleeftijd gelden.
Houdiedereenweguithetgebiedwaarinu
demachinegebruikt,metnamekinderenen huisdieren.
Onthouddatdebestuurderverantwoordelijkis
voorongevallenofschadeaananderepersonen ofhuneigendommen.
Hetisniettoegestaanpassagierstevervoeren.
Zorgervoordatudeuitlegoverallepictogrammen
opdemachineenindeinstructieshebtgelezen enbegrepen.
Elkebestuurdermoetervoorzorgendathijofzij
professioneleenpraktischeinstructiekrijgt.Bij eendergelijkeinstructiemoetdenadrukliggenop:
–zorgvuldigheidenconcentratiebijhetwerken
metzitmaaiers;
–alsdemachineopeenhellingbegintteglijden,
kandatnietmetderemwordengecorrigeerd. Debelangrijksteoorzakenvoorhetverliezen vandecontrolezijn:
Brandstofveiligheid
WARNING–Brandstofiszeerontvlambaar.Neemde
volgendevoorzorgsmaatregelen.
Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikkendie
daarspeciaalvoorbedoeldzijn.
Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdenshet
bijvullennietroken.
Vulbrandstofbijvoordatudemotorstart.Nooitde
dopvandebrandstoftankverwijderenofbrandstof bijvullenalsdemotorlooptofheetis.
Probeerdemotorniettestartenalserbrandstof
isgemorst.Verwijderdemachinedanuitde buurtvandeplekwaarisgemorst,envoorkom elkevormvanopenvuurofvonkentotdatde brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
Doesteedsdedopweerzorgvuldigop
brandstoftanksen-containers.
Voorbereiding
Draagtijdenshetmaaienaltijdeenlangebroeken
stevigeschoenenmeteengripvastezool.
Draaggeensieradenoflossekledingenbindlang
haarop.
Inspecteerhetterreinwaaropudemaaimachine
gaatgebruikengrondigenverwijdereventuele voorwerpendiedoordemachinekunnenworden uitgeworpen.
Waarschuwing–Brandstofiszeerontvlambaar.
–Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikken
diespeciaaldaarvoorbedoeldzijn.
–Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdens
hetbijvullennietroken.
–Vulbrandstofbijvoordatudemotorstart.Nooit
dedopvandebrandstoftankverwijderenof brandstofbijvullenalsdemotorlooptofheetis.
–Probeerdemotorniettestartenalserbrandstof
isgemorst.Verwijderdemachinedanuitde buurtvandeplekwaarisgemorst,envoorkom
4
elkevormvanopenvuurofvonkentotdatde brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
–Zorgervoordatdeafsluitdoppenvan
brandstoftanksen–blikkenweergoed vastzitten.
Vervanggeluiddempersdiegebrekenvertonen.
Controleervóórhetgebruikdemessen,
bevestigingsboutenenhetmaaimechanismealtijd opsporenvanslijtageofbeschadiging.Vervang versletenofbeschadigdemessenenbouten altijdalscompletesetomeengoedebalanste behouden.
Letopdatbijmachinesmetmeermaaimessen
anderemessenkunnengaandraaiendoordatu eenmesdraait.
Gebruiksaanwijzing
Laatdemotornooitineenafgeslotenruimtelopen,
omdatzichdaargiftigekoolmonoxidedampen kunnenverzamelen.
Maaiuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
Allewerktuigkoppelingenuitschakelenen
versnellinginvrijschakelenvoordatudemotor start.
Gebruikdemachinenooitzonderdegrasgeleider,
decompletegrasvangerofeenzelfsluitend uitwerpkanaal.
Denkeraandatelkehellinggevaarlijkis.Hetrijden
opmetgrasbegroeidehellingenvereistbijzondere zorgvuldigheid.Omtevoorkomendatdemachine kantelt:
–nietplotselingstoppenofgaanrijdenbijhet
op-enafrijdenvanhellingen.
–houddesnelheidlaagbijhetrijdenophellingen
eninscherpebochten;
–letopbultenenkuilenenandereverborgen
gevaren;
–maainooitdwarsovereenhelling,tenzijde
maaimachinespeciaaldaarvoorisbedoeld.
Gebruikdemaaimachinenietbijderandenvan
kliffen,steilehellingen,slotenofdijken.
Weesvoorzichtigbijhetmaaienvannatgras.
Gazorgvuldigtewerkalsulastensleeptofzware
werktuigengebruikt.
–Gebruikuitsluitendgoedgekeurde
trekstangbevestigingspunten.
–Beperkdebelastingtotwatuveiligkunt
beheersen.
–Maakgeenscherpebochten.Gazorgvuldigte
werkalsuachteruitrijdt.
–Gebruikcontragewicht(en)ofwielgewichten,
alsditindebedieningshandleidingwordt geadviseerd.
Bliksemkanernstigofdodelijkletselveroorzaken.
Alsubliksemzietofdonderhoortinhetgebied, gebruikdemachinedanniet;gaschuilen.
Letophetverkeeralsuindebuurtvaneenweg
werktofdezeoversteekt.
Zetdemaaimessenstilvoordatuandere
oppervlakkendangrasveldenoversteekt.
Bijgebruikvanwerktuigennooitdeafvoeropening
naaromstanderstoerichtenofpersoneninde buurtvandeinwerkingzijndemachinelaten komen.
Gebruikdemachinenooitalsschermenof
anderebeveiligingsmiddelenzijnbeschadigdof ontbreken.
Veranderdeinstellingenvandemotornieten
voorkomoverbelastingvandemotor.Laatde motornietmeteentehoogtoerentallopenomdat ditdekansopongevallenkanvergroten.
Voordatudebestuurderspositieverlaat:
–aftakasuitschakelenenwerktuigenlaten
zakken;
–versnellinginneutraalstandzettenen
parkeerreminwerkingstellen;
–demotorafzettenenhetsleuteltjeuithet
contactnemen.
Aandrijvingnaarwerktuigenuitschakelen,motor
afzettenenbougiekabel(s)losmakenofsleuteltje uithetcontactnemen
–voordatuverstoppingenlosmaaktofhet
uitwerpkanaalontstopt;
–voordatudemaaimachinecontroleert,reinigt
ofdaaraanwerkzaamhedenverricht;
–alsueenvreemdvoorwerpraakt.Controleer
demaaimachineopbeschadigingenenvoer allebenodigdereparatiesuitvoordatude machineweergebruikt:
–alsdemaaimachineabnormaaltrilt(direct
controleren).
Schakeldeaandrijvingnaardewerktuigenuitals
udemachinetransporteertofnietgebruikt.
Zetdemotorafenschakeldeaandrijvingnaarde
werktuigenuit:
–vóórhetbijvullenvanbrandstof; –vóórverwijderingvandegrasvanger; –voordatudemaaihoogteinstelt,tenzijdie
vanafdebestuurderspositiekanworden ingesteld.
Onderhoudenopslag
Draaiallemoeren,boutenenschroeven
regelmatigstrakaan,zodatdemachinesteeds veiligkanwordengebruikt.
5
Reinigdemachinenietmeteenhogedrukreiniger.
Alserzichbrandstofindetankbevindt,magu
demachinenietopslaanineenafgeslotenruimte waarbrandstofdampenincontactkunnenkomen metopenvuurofvonken.
Laatdemotorafkoelenvoordatudemachinein
eenafgeslotenruimtestalt.
Houddemotor,geluiddemper,accubehuizingen
debrandstofopslagplaatsvrijvanovertolligvet, grasenbladerenombrandgevaarteverminderen.
Umoetdeonderdelenvandegrasvangerende
afvoergeleiderveelvuldigcontrolerenen,indien nodig,vervangendooronderdelendiedefabrikant heeftaanbevolen.
Vervangversletenofbeschadigdeonderdelenmet
hetoogopeenveiliggebruik.
Vervanggeluiddempersdiegebrekenvertonen.
Alshetnodigisdebrandstoftankaftetappen,doe
ditdanbuiten.
Weesvoorzichtigalsudemachineafstelt,omte
voorkomendatuwvingersbekneldrakentussen dedraaiendemessenendevasteonderdelenvan demachine.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenener
zekervantezijndatdemachineveiligkan wordengebruikt,moetutervervangingaltijd origineleonderdelenenaccessoiresvan Toroaanschaffen.Gebruiknooituniversele onderdelenenaccessoires;dezekunnende machineonveiligmaken.
udemachinegebruiktmetwerktuigendienietzijn goedgekeurd.

Geluidsdruk

Dezemachineoefenteengeluidsdrukvan 84dBAuitophetgehoorvandebestuurder(met eenonzekerheidswaarde(K)van1dBA).De geluidsdrukisvastgesteldvolgensdeproceduresin ENISO5395:2013.

Geluidsniveau

Dezemachineheefteengeluidsniveauvan100dBA meteenonzekerheidswaarde(K)van1dBA.Het geluidsniveauisvastgesteldvolgensdeproceduresin ISO1 1094.
VOORZICHTIG
Langdurigeblootstellingaanlawaaitijdens hetgebruikvandemachinekanleidentot gehoorverlies.
Draaggeschiktegehoorbeschermingalsude machinelangeretijdgebruikt.

Trilling

Hand-arm
Gemetentrillingsniveauvoorderechterhand=
5,4m/s
2
Slepen
Weesvoorzichtigalsudemachineinlaadtopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofuitlaadt.
Gebruikeenoprijplaatvanvolledigebreedtebij
hetladenvandemachineopeenaanhangerof vrachtwagen.
Zetdemachinegoedvastmetspanbanden,
kettingen,kabelsoftouwen.Zoweldevoorsteals deachterstespanbandmoetnaarbenedenen naardebuitenkantvandemachinelopen.

VeiligebedieningToro zitmaaiers

Devolgendeparagraafbevatveiligheidsinstructiesdie speciekzijntoegesnedenopToro-productenenniet zijnopgenomenindeCEN-norm.
GebruikuitsluitenddoorT orogoedgekeurde werktuigen.Degarantiekankomentevervallenals
Gemetentrillingsniveauvoordelinkerhand=
5,4m/s
Onzekerheidswaarde(K)=2,7m/s
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensde proceduresinENISO5395:2013.
2
2
Gehelelichaam
Gemetentrillingsniveau=0,3m/s
Onzekerheidswaarde(K)=0,15m/s
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensde proceduresinENISO5395:2013.
2
2
6
Hellingsindicator
Figuur3
Dezepaginamagwordengekopieerdvoorpersoonlijkgebruik.
1.Demaximalehellingshoekwaarbijudemachineveiligkuntgebruikenis10gradenbijhetmaaienvanhellingenen15gradenbij hetmaaienheuvelopofaf.Gebruikhethellingsschemaomdehellingshoektebepalenvoordatudemachinebedient.Gebruik demachinenietophellingenvanmeerdan15graden.Langsdebetreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand.
7
g011841
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen stickers.
Merktekenvanfabrikant
1.Geeftaandathetmesonderdeelvaneenoriginele Toro-maaimachineis.
93-7276
decal104-3237
decaloemmarkt
104-3237
1.Parkeerrem
decal93-7276
1.Risicovanexplosie–Draagoogbescherming.
2.Risicovanbijtendevloeistof/chemischebrandwonden– Afspoelenmetwatereneerstehulpverlenen.
3.Brandgevaar–Geenvonkenofvuurennietroken
4.Giftig–Houdkinderenopveiligeafstandvandeaccu.
111-5631
1.Maaieninde achteruit-stand ingeschakeld
2.Verlichting
3.Maakdegrasvangerleer
4.Aftakasschakelaar
decal11 1-5631
1.Startprocedure
2.Leesde Gebruikershandleiding.
3.Controleerhet motoroliepeil.
4.Maaidekopheffen.
5.Tractorinneutraalstand zetten.
decal104-3238
119-5517
6.Deparkeerrem vergrendelen.
7.Alsdemotorkoudis,moet udegashendelnaarvoren bewegenomtechoken; alsdemotoralwarm is,trektudegashendel achteruitnaardeinkeping (snellestand).
8.Startdemotor.
9.Zetdeparkeerremvrij alvorenshetvoor-of achteruitpedaalinte drukken.
99-5340
1.KeyChoice-sleuteltje–Omdraaienalsuwiltmaaieninde achteruit-stand.
decal99-5340
1.Trekdehendeluitomde machinetelatenrijden.
8
decal104-3243
125-2345
2.Drukdehendelinomde machineteduwen.
decal106-8552
106-8552
1.Grasopvangen
2.Recyclen
111-5941
1.Waarschuwing–Houuwhandenuitdebuurtvan bewegendeonderdelen.
111-5942
1.Maaihoogte-instellingen
decal11 1-5941
decal11 1-5942
decal119-2725
119-2725
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.
2.Waarschuwing–V erwijderdebougiekabelvoordatude machineonderhoudt.
3.Machinekankantelen–Gebruikdemachinenietop hellingenvanmeerdan10graden.
4.Demaaimachinekanvoorwerpenuitwerpen,ledematen kunnenbekneldraken–Houdomstandersopeenveilige afstandvandemachine.
5.Handenofvoetenkunnenwordengesneden–Blijf uitdebuurtvanbewegendeonderdelenenhoudalle beschermendedelenophunplaats.
1.Maaihoogte-indicator
decal11 1-5953
111-5953
9
Algemeenoverzicht vandemachine
119-2726
1.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen–Houdomstanders opeenveiligeafstandvandemachine.
2.Handenofvoetenkunnenwordengesneden–Blijf uitdebuurtvanbewegendeonderdelenenhoudalle beschermendedelenophunplaats.
111-8217
1.Waarschuwing–Houuwhandenenvoetenuitdebuurt vanbewegendeonderdelen;wachttotdatdebewegende onderdelentotstilstandzijngekomen.
decal119-2726
Bedieningsorganen
Zorgdatuvertrouwdbentmetdebedieningsorganen voordatudemotorstartendemachinegebruikt (Figuur4).
decal11 1-8217
119-2730
1.Ledematenvanomstanderskunnenbekneld raken/afgesnedenwordenbijhetachteruitrijden–Draai nooithetsleuteltjeomalserkinderenindebuurtzijn;houd kinderenopeenveiligeafstandvandemachine.
decal119-2730
1.Aftakasknop
2.Contactschakelaar
3.Gashendelenchoke
4.Rempedaal9.Maaihoogtehendel
5.Recycle-on-Demand hendel
g020501
Figuur4
6.Parkeerremhendel
7.Pedaalvooruitversnelling
8.Pedaalachteruit versnelling
10
Specicaties
Gewicht
Lengte
Breedte110cm
Maaibreedte102cm
Hoogte115cm
Motortoerental2,600tpm
Nominaalmotorvermogen10,17kWbij3000tpm
246kg
246kg
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande machine.

Brandstoftankvullen

Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud), loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
Ethanol:benzinemetmaximaal10vol.%ethanol
of15vol.%MTBE(methyltertiairebutylether)is geschikt.EthanolenMTBEzijnverschillende stoffen.Benzinemet15%ethanol(E15)per volumeisnietgoedgekeurdvoorgebruik.Gebruik nooitbenzinemetmeerdan10vol.%ethanol, zoalsE15(bevat15%ethanol),E20(bevat20% ethanol),ofE85(bevattot85%ethanol).Het gebruikvanongeschiktebenzinekanleidentot eenverminderdeprestatieen/ofschadeaande motorwelkemogelijknietdoordegarantiewordt gedekt.
Geenbrandstofgebruikendiemethanolbevat.
Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen brandstofstabilisatorgebruikt.
Mengnooitoliedoordebrandstof.
Belangrijk:Omgemakkelijkertestarten,kuntu
hethelemaaiseizoenlangbrandstofstabilisator toevoegenaanbrandstofvannietmeerdan 30dagenoud;laatdemachinevolledigleeglopen alsudezelangerdan30dagengaatstallen.
Gebruiknooitanderebrandstofadditievendaneen brandstofstabilisator/conditioner.Gebruikgeen stabilizersopbasisvanalcoholzoalsethanol, methanol,ofisopropanol.
11
GEVAAR

Parkeerremgebruiken

Brandstofenbrandstofdampenzijnuiterst brandbaarenexplosief.Brandofexplosievan brandstofkanbrandwondenveroorzaken.
Omtevoorkomendateenstatische ladingdebrandstoftotontbrandingkan brengen,moetuhetbenzinevaten/ofde machinevoordatudetankvultopde grondplaatsen,nietopeenvoertuigofeen anderobject.
Vuldebrandstoftankindeopenlucht wanneerdemotorkoudis.Neemgemorste benzineop.
Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,en houdbrandstofuitdebuurtvanopenvuur envonken.
Bewaarbrandstofineengoedgekeurd brandstofvatenbuitenbereikvankinderen.
1.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneerude machinestoptofdezeonbeheerdachterlaat.
Parkeerreminwerkingstellen
1.Traphetrempedaalin(Figuur4)enhouddit ingetrapt.
2.Beweegdeparkeerremhendelnaarrechts (Figuur5).
3.Neemuwvoetlangzaamvanhetrempedaal.
g028358
Figuur5
1.Parkeerremhendel
2.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder deze.
3.Vuldebrandstoftankbijmetloodvrije,normale benzinetotmaximaal6tot13mmvanaf deonderkantvandevulinrichting.Vulde brandstoftankniethelemaal.
Belangrijk:Vuldebrandstoftankniet
helemaalvol.Deruimteindetankgeeftde brandstofdekansomuittezetten.
4.Draaidetankdopstevigvast.
5.Neemgemorstebrandstofop.
Belangrijk:Startdemotornietals
ergemorstebrandstof,geopende brandstofvatenofanderebrandbare vloeistoffenofgassenindebuurtvande machinezijn.

Hetmotoroliepeil controleren

Opmerking:Hetkoppelings-/rempedaalmoet
indeingetrapte(vergrendelde)standblijven staan.
Parkeerremvrijzetten
1.Traphetrempedaalinenhoudditingetrapt (Figuur4).
2.Beweegdeparkeerremhendelnaarlinks(Figuur
5).
3.Laathetrempedaalnulangzaamopkomen.

Bestuurdersstoelinstellen

Ukuntdestoelnaarvorenennaarachteren verschuiven.Destandvandestoelmoetzozijn datudemachinehetbestkuntbedienenendatu comfortabelzit.
1.Tildestoelopendraaideinstelknoppenlos (Figuur6).
Voordatudemotorstartendemachineingebruik neemt,moetuhetoliepeilinhetcartervandemotor controleren;zieHetmotoroliepeilcontroleren(bladz.
24).
12
Figuur6
1.Instelknoppen
2.Schuifdestoelnaardegewenstestandendraai deknoppenweervast.
Belangrijk:Umoetdemaaihoogtehendelinde
hoogstestandzetten(7)alsudemachinevanhet grasrijdt,ombeschadigingvandemaaimessen tevoorkomen.
1.Drukopdeknopopdemaaihoogtehendelen houddeknopingedrukt(Figuur7).
g017870
g008253
1.Maaihoogtehendel
2.Zetdemaaihoogtehendelindegewenstestand.
3.Laatdeknoplos.
Figuur7

Gebruikvandekoplampen

Dekoplampenzijneenintegralefunctievande contactschakelaar.Draaihetcontactsleuteltjenaar rechtsindestandLichten.

Bedieningvandeaftakas

Metdemes-knopschakeltudeaandrijvingnaarde maaimesseninofuit.
Demaaimesseninschakelen
1.Traphetrempedaalinomdemachinete stoppen.
2.Trekdemaaimes-knopuitindeingeschakelde positie(Figuur4).
Demaaimessenuitschakelen
1.Traphetrempedaalinomdemachinete stoppen.
2.Drukdemaaimesknopinomuitteschakelen (Figuur4).

Motorstarten

1.Opendebrandstofafsluitklepdezebevindtzich tussendebrandstoftankendemotor(Figuur8).
g008258
Figuur8
1.Brandstofafsluitklep

Demaaihoogteinstellen

Metdemaaihoogtehendelsteltuhetmaaidekinop degewenstemaaihoogte.Demaaihoogtekanin zevenstandenwordengezet,vanongeveer30tot 80mm(1-1/4tot3-1,8").
Opmerking:Deklepmoetinéénlijnmetde
brandstofslangstaan.
2.Neemplaatsopdebestuurdersstoel.
3.Controleerofdetractiepedaleninde neutraalstandstaan.
13
4.Steldeparkeerreminwerking;zieParkeerrem inwerkingstellenParkeerreminwerkingstellen
(bladz.12).
5.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit;zieFiguur
4.
Opmerking:Demotorzalnietstartenalsde
maaimessenzijningeschakeld.
6.Alsdemotorkoudis,zetudegashendelvolledig naarvorenopchoke(Figuur9).
8.Zodrademotorstart,zetudegashendel langzaamopSnel(Figuur9).

Motorafzetten

1.Zetdegashendelindelangzamestand(Figuur
9).
Opmerking:Alsdemotorterugslaat,zetdan
degashendelopSnelvoordatudemotorafzet.
2.DraaihetcontactsleuteltjeopUit(Figuur9).
Opmerking:Alsdemotorzwaarbelastis
geweestofheetis,moetudezenogeenminuut latendraaienvoordatuhetcontactsleuteltje opUitdraait.Hierdoorkandemotorafkoelen voordatudemotorafzet.Ineennoodgevalkunt udemotorafzettendoorhetcontactsleuteltje opUittedraaien.
Hetveiligheidssysteem
Figuur9
1.Gashendel
Opmerking:Alsueenwarmemotorstart,trek
dandegashendelachteruitnaardesnellestand.
7.Draaihetcontactsleuteltjenaarrechtsenhoud hetindeStartstand(Figuur10).
Figuur10
1.Contactsleuteltje
2.START
3.AAN
4.Verlichting
5.Uit
g020502
gebruiken
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
VOORZICHTIG
Niet-aangeslotenofbeschadigde interlockschakelaarskunnenonverwachte gevolgenhebbenopdewerkingvan demachine.Ditkanlichamelijkletsel veroorzaken.
Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
Controleerelkedagdewerkingvan deinterlockschakelaarsenvervang beschadigdeschakelaarsvoordatude machineweeringebruikneemt.
Vervangschakelaarsomdetweejaar ongeachtofzewelofnietnaarbehoren functioneren.
g017884
Werkingvanhetveiligheidssys­teem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvande motoralleenmogelijktemakenwanneer:
Opmerking:Laathetsleuteltjeloszodrade
motoraanslaat.
Belangrijk:Alsdemotorna15seconden
continustartennietaanslaat,moetuhet contactsleuteltjeopUitdraaienende startmotor2minutenlatenafkoelen;zie
Problemen,oorzaakenremedie(bladz.37).
Debestuurderopdestoelzit.
Hetrempedaalisingetrapt.
Deaftakasknopisuitgeschakeld.
Hettractiepedaalstaatindeneutraalstand.
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatdemotor wordtgestoptalsudebestuurdersstoelverlaatterwijl
14
hettractiepedaalnietindeneutraalstandstaat,de parkeerremnietinwerkingisgesteldofdeaftakas isingeschakeld.
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatde maaimachinewordtgestopt,wanneer:
Udemachineindeachteruitstandzetterwijlde
maaimessenzijningeschakeld.
Udegrasvangerverwijdertofleegstort.
GEVAAR
Wanneeruachteruitrijdtterwijlde maaimessenofanderewerktuigeningebruik zijn,bestaathetgevaardatueenkindofeen andereomstanderoverrijdt,meternstigletsel ofdedoodtotgevolg.
Maaiuitsluitendindeachteruitstand,als datstriktnoodzakelijkis.
KeyChoice
®
schakelaarinstellen
voorWerkenindeachteruit-stand
Dankzijeeninterlockschakelaaropdemachinewordt deaftakasuitgeschakeldalsuachteruitrijdt.Alsude rijsnelheidshendelindeachteruitstandzetterwijlde messen(aftakas)zijningeschakeld(datwilzeggen alsermaaimessenofanderewerktuigeningebruik zijn),zullendemessentotstilstandkomen.Maai
uitsluitendindeachteruitstand,alsdatstrikt noodzakelijkis.
Alsudemaaimessenmoetgebruikenterwijlu achteruitrijdt,moetudeinterlockschakelaaruitzetten metbehulpvandeKeyChoice-schakelaardiezich naastdebeugelvandebestuurdersstoelbevindt (Figuur1 1).
SteekhetKeyChoice-sleuteltjealleenin deKeyChoice-schakelaaralsditstrikt noodzakelijkis.
Kijkaltijdomlaagenachteromvóóren tijdenshetachteruitrijden.
GebruikdeKeyChoice-schakelaaralleen wanneeruerzekervanbentdatergeen kinderenofandereomstandersbinnenhet maaigebiedzullenkomen.
Letheelgoedopalsude interlockschakelaarhebtuitgezet: doorhetlawaaivandemotormerktu mogelijknietdateenkindofandere omstanderzichinhetmaaigebiedbevindt.
Verwijderaltijdzowelhetcontactsleuteltje alshetKeyChoice-sleuteltjeenbewaar zeopeenveiligeplaatsbuitenhetbereik vankinderenofonbevoegdegebruikers, wanneerudemachineonbeheerd achterlaat.
1.KeyChoice-schakelaar
1.Schakeldemaaimessenin.
2.SteekhetKeyChoice-sleuteltjeindeschakelaar (Figuur1 1).
3.DraaihetKeyChoice-sleuteltjeom.
Opmerking:Eenroodlampjeophetvoorste
paneel(Figuur12)gaatbrandenomaante gevendatdeinterlockschakelaarisuitgezet.
g017872
Figuur11
g017873
Figuur12
1.Lampjewerktuig-in-achteruit
4.Bediendemachineindeachteruitenmaakuw werkaf.
5.Schakeldemaaimessenuitomdeinterlockin teschakelen.
15
6.VerwijderhetKeyChoice-sleuteltjeenbewaar ditopeenveiligeplaatsbuitenhetbereikvan kinderen.

Veiligheidssysteemtesten

Demachinemetdehand duwen

Belangrijk:Umoetdemachinealtijdmetdehand
duwen.Umagdemachinenooitslepen.Ditkan schadeaandetransaxleveroorzaken.
VOORZICHTIG
Niet-aangeslotenofbeschadigde interlockschakelaarskunnenonverwachte gevolgenhebbenopdewerkingvan demachine.Ditkanlichamelijkletsel veroorzaken.
Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
Controleerelkedagdewerkingvan deinterlockschakelaarsenvervang beschadigdeschakelaarsvoordatude machineweeringebruikneemt.
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem telkensvoordatudemachineingebruikneemt.Als hetveiligheidssysteemnietwerktzoalshieronder wordtbeschreven,moetuhetdirectlatenrepareren dooreenerkendeservicedealer.Gebruikdemachine niettotdatdezeisgerepareerd.Neemplaatsopde stoelenvoerdevolgendecontrolesuit:
1.Steldeparkeerreminwerking,schakelde aftakasinendraaihetcontactsleuteltjeop Starten.Destartmotormagnunietdraaien.
Demachineduwen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.Verwijderdegrasvanger;zieDegrasvanger
verwijderen(bladz.32).
7.Drukderijknop(aandeachterzijdevande machine)naarbuitenindeduwstand.
8.Zetdeparkeerremvrij.
Opmerking:Hierdoorwordthetaandrijfsysteem
uitgeschakeldenkunnendewielenvrijdraaien (Figuur13).
2.Steldeparkeerreminwerking,schakelde aftakasuitendraaihetcontactsleuteltjeop Starten.Destartmotormagnunietdraaien.
3.Zethettractiepedaalindeneutraalstand,stelde parkeerreminwerking,schakeldeaftakasuit enstartdemotor.Alsdemotorloopt,zetude parkeerremvrijenkomtuietsovereinduitde bestuurdersstoel.Demotormoetafslaan.
4.Steldeparkeerreminwerking,schakel deaftakasuit,zethettractiepedaalinde neutraalstandenstartdemotor.Alsdemotor loopt,schakeltudeaftakasinenzetuhet tractiepedaalindeachteruitstand.Demotor moetafslaan.
5.Steldeparkeerreminwerking,schakelde aftakasuitenzethettractiepedaalinde neutraalstand.Startdemotor,schakelde aftakasin,draaihetKeyChoicesleuteltjeomen laatditweerlos.HetlampjeWerken-in-achteruit moetnuoplichten.
6.Schakeldeaftakasuit.Hetwaarschu­wingslampjevoorwerken-in-achteruitmoetnu doven.
Figuur13
1.StandDUWEN
2.InWerking
Gebruikvandemachine
1.Steldeparkeerreminwerking.
2.Zetdeaandrijfhendelindebedieningsstand (Figuur13)omhetaandrijfsysteeminte schakelen.
Opmerking:Ukuntdemachineuitsluitend
latenrijdenalsdeaandrijfhendelindestandIn Werkingstaat.
3.Monteerdegrasvanger;zieGrasvanger
plaatsen(bladz.32).
g017874
16

Vooruitenachteruitrijden

Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor, oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut). ZetdegashendelopSNELomdebesteprestaties teverkrijgen.
Belangrijk:Zetomschadeaandemaaier
tevoorkomendemaaieraltijdindehoogste maaistandalsudemachinevanhetgrasrijdt.

Demachinestoppen

Vooruitrijden:
1.Zetdeparkeerremvrij;zieParkeerremvrijzetten
(bladz.12).
2.Zetuwvoetophetpedaalvande vooruitversnellingentraphetpedaal langzaaminomvooruitterijden(Figuur14).
Figuur14
1.Laathettractiepedaalofhetpedaalvande achteruitversnellingopkomen.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.DraaihetcontactsleuteltjeopUit.
4.Steldeparkeerreminwerkingalsudemachine onbeheerdachterlaat;zieParkeerreminwerking
stellen(bladz.12).
Opmerking:Verwijderhetcontactsleuteltjeen
hetKeyChoice-sleuteltjeuitdedesbetreffende schakelaars.
VOORZICHTIG
Kinderenofomstanderskunnenletsel oplopenalszijdemachineverplaatsenof proberentebedienenterwijldezeonbeheerd staat.
Verwijderaltijdhetcontactsleuteltjeenhet KeyChoicesleuteltjeensteldeparkeerrem inwerkingwanneerudemachineonbeheerd
g008264
laat,ookalishetslechtsvooreenpaar minuten.
1.Pedaalvooruitversnelling2.Pedaalachteruit versnelling
Opmerking:Omdesnelheidteverhogen,
moetuhetpedaalvandevooruitversnelling intrappen.Omlangzamerterijden,laatuhet tractiepedaalopkomen.
Achteruitrijden:
1.Zetdeparkeerremvrij;zieParkeerremvrijzetten
(bladz.12).
2.Zetuwvoetophetpedaalvandeachteruit
versnellingentraphetpedaallangzaaminom achteruitterijden(Figuur14).
Opmerking:Omdesnelheidteverhogen,
moetuhetpedaalvandeachteruitversnelling intrappen.Omlangzamerterijden,laatuhet pedaalvandeachteruitversnellingopkomen.
Belangrijk:Omschadeaandetransmissiete
voorkomen,moetualtijdeerstdeparkeerrem vrijzettenvoordatuhettractiepedaalofhetpedaal vandeachteruitversnellingbeweegt.

Derecyclergebruiken

Ukuntderecycleractiverenofdeactiverenterwijlde machinemaaitofisstilgezet.Alsuhoogendikgras verzamelt,moetudemaaihoogteineenhogerestand zettenenbijeenlageresnelheidmaaien.
1.Zetderecyclerhendel(Figuur4)naarvorenals ugrasmaaiselwiltopvangen.
2.Zetderecyclerhendelnaarachterenalsu geengrasmaaiselwiltopvangen,maarditwilt recyclen.

Grasvangerleegmaken

Zodradegrasvangervolis,klinktereenzoemeren moetdegrasvangerwordengeleegd.
Belangrijk:Omtevoorkomendatdeafvoertunnel
verstoptraaktmetgras,moetendemaaimessen (aftakas)wordenuitgeschakeldalsdezoemer klinkt.
1.Maakdevergrendelpallos(Figuur15).
17
Figuur15
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uitenzetde gashendelopLangzaam.
3.Trekdestorthendelvandegrasvangernaar vorenomdegrasvangertekantelen(Figuur16).

Hetmaaiseluitwerpen langsachteren

Alshetgrastelangisomopgevangenteworden, moetumisschienmaaienzondergrasvanger.
1.Maakdevergrendelpallos(Figuur17).
g017876
g017876
Figuur17
Figuur16
1.TEKSTHIER
4.Maakdegrasvangerleeg.
5.Zetdemachinenaarvorenvoordatude grasvangerweerindewerkstandzetomde grasvangervanhetgestortegrastehalen.
1.Vergrendeling
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uitenzetde gashendelopLangzaam.
3.Trekdestorthendelvandegrasvangernaar vorenenkanteldegrasvanger(Figuur18)totde paldegrasvangerindeopenstandvergrendelt (Figuur19).
g017877
6.Beweegdestorthendellangzaamomlaagomde grasvangerterugtezettenindebeginstand.
g017877
Figuur18
1.Storthendelvangrasvanger
18
Figuur19
1.Vergrendeling
4.Maaihetgrasmetdegrasvangerindeopen stand,zoalsgewenst.
5.Zetdemachinenaarvorenvoordatude grasvangerweerindewerkstandzetomde grasvangervanhetgestortegrastehalen.
6.Beweegdestorthendellangzaamomlaagomde grasvangerterugtezettenindebeginstand.

Deoptioneletrekhaak gebruiken

Demachinekanwerktuigen(dienietmetdegrond inaanrakingkomen)meteenmaximumgewichtvan 150kgslepen.
1.Verwijderdegrasvanger;zieDegrasvanger
verwijderen(bladz.32).
2.Bevestighetwerktuigaandetrekhaakonderaan ophetachterstedeelvandetractor(Figuur20).
g017883
Figuur20
1.Trekhaak
g017878
Tipsvoorbedieningen gebruik
Omdebesteresultatenteverkrijgen,moetude
motorophetmaximaletoerentallatendraaien. Omhetgrasgoedaftemaaienisluchtnodig; zetdemaaihoogtedusniettelaagenzorgdat demaaimachineniethelemaaldoorongemaaid grasomgevenis.Umoetaltijdéénkantvande machinevrijvanongemaaidgrastehouden,zodat luchtkanwordenaangezogen.
Laathetgrasietslangerdannormaal,omte
voorkomendatoneffenhedeninhetgrasvolledig wordenweggemaaid.Alsugrasvanmeerdan 15cm(6")langgaatmaaien,kuntuhetbestin tweekeermaaienomeengoedmaairesultaatte verkrijgen.
Aanbevolenwordtnietmeerdanongeveer1/3
vandelengtevanhetgrasaftemaaien.Meer afmaaienwordtafgeraden,tenzijhetgrasdunis, ofindelateherfst,wanneerhetgraslangzamer groeit.
Maaiafwisselendinverschillenderichtingen,zodat
hetgrasrechtopblijftstaan.Ditzorgtookvoor eenbetereverspreidingvanhetmaaisel,watde verteringenbemestingtengoedekomt.
Hettempowaarmeehetgrasgroeit,varieertper
jaargetijde.Omdezelfdemaaihoogtetebehouden, wateengoedegewoonteis,moetuinhetvroege voorjaarvakermaaien.Alsdegroeisnelheidinde zomerafneemt,maaitumindervaak.
Alshetgraslangerdannormaalisofalsheteen
hoogvochtgehalteheeft,moetudemaaihoogte hogerdannormaalinstellen,hetgrasopdeze hoogtemaaienendaarnahetgrasopdelagere, normalehoogtemaaien.
19
Alsudemachinemoetstoppentijdenshet
maaien,kanereenkluitmaaiselophetgazon terechtkomen.Omdittevoorkomen,moetuals volgttewerkgaan:
–Schakeldemaaimesseninenrijnaareendeel
vanhetgazondatalisgemaaid.
–Omhetmaaiselgelijkmatigteverspreiden,zet
udemaaihoogteéénoftweestandenhogeren rijdtuvooruitmetdeingeschakeldemessen.
Gebruikdewasaansluitingommaaiselenvuilvan
deonderkantvanhetmaaidekteverwijderen.Als zichgrasenvuilindemaaimachineverzamelt, leidtdatuiteindelijktoteenonbevredigend maairesultaat.
Zorgdatugedurendehetheleseizoensteedsmet
scherpemessenmaait.Eenscherpmessnijdthet grasgoedafzonderhettescheurenoftekwetsen. Doorscheurenenkwetsenwordthetgrasbruin aanderanden,waardoorhetlangzamergroeiten gevoeligerisvoorziekten.Controleeromde30 dagenofdemessengoedscherpzijnenverwijder bramenmeteenvijl.
20
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker–enrechterzijdevandemachine.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste5bedrijfsuren
Bijelkgebruikofdagelijks
Omde25bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
Jaarlijksofvóórstalling
•Demotorolieverversen.
•Veiligheidssysteemcontroleren.
•Controleerhetmotoroliepeil.
•Accuzuurcontroleren.
•Deremcontroleren.
•Maaimessencontroleren.
•Maaikastreinigen.
•Invettenensmerenvandemachine.(Demachinevakerinvettenensmerenbijhet werkenonderstofgeofzanderigecondities.)
•Schuimelementvanluchtlterreinigen.(Pleegvakeronderhoudbijgebruikvande machineonderstofgeofvuilecondities.)
•Bougiecontroleren.
•Debandenspanningcontroleren.
•Buitenkantvandemotorreinigen.
•Demotorolieverversen.(Pleegvakeronderhoudbijgebruikvandemachineonder stofgeofvuilecondities.)
•Luchtlteronderhoudsbeurtgeven.(Pleegvakeronderhoudbijgebruikvande machineonderstofgeofvuilecondities.)
•Motorolieltervervangen.(Pleegvakeronderhoudbijgebruikvandemachineonder stofgeofvuilecondities.)
•Bougievervangen.
•Brandstofltervervangen.
•Allebovenstaandeonderhoudsproceduresuitvoeren.
•Benzineaftappenuitdebrandstoftank.
•Beschadigdeoppervlakkenbijwerken.
•Accuopladenenkabelsloskoppelen.
Belangrijk:Ziedegebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstart waardooruenandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Haalhetsleuteltjeuithetcontactenmaakdebougiekabellosvoordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoertaandemachine.Drukdekabelopzij,zodatdezeniet onbedoeldcontactkanmakenmetdebougie.
21
Smering

Machinesmeren

6.Zeteensmeerpistoolopelkesmeernippelen pomphiervetin.
7.Veegovertolligvetweg.
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren/Jaarlijks
(houdhierbijdekortsteperiode aan)—Invettenensmerenvan demachine.(Demachinevaker invettenensmerenbijhetwerken onderstofgeofzanderige condities.)
Methodevansmeren
Opmerking:Smeerdemachinemetuniverseel
smeervet.
1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Reinigdesmeernippelsmeteenvodenschuur verfvandevoorkantvandenippels.
Smeerpunten
Smeerpunten
g008270
Figuur21
ItemNaamHoeveel-
Voorwiel-smeerttings
1
2
Stuurkogels
3
Stuurinrichting
4
Stuurasmechanisme
5
Stuuraslager
6
Stuuraslager
7
Rijhendel150
8
Asnaafommaaidekopteheffen.
9Kogelverbindingenvanbewegendeverbinding450
10
11Draaipuntenrempedaalas250
12
13
14
15
16
Smeernippelvandespanpoelieriem
Parkeerremring150
Stuurlager
Linkerenrechteras–Smeermiddelinnippelspompen
Scharnierpennenvanmaaidek
Draaipennenvanvooras2Bijverwijdering
heid(pom­pen)
225
450
150
125
150
150
150
150
125
225
6Bijverwijdering
Interval(uren)Smeermiddel
Smeervet
Olie
Smeervet
Smeervet
Olie
Olie
Smeervet
Olie
Olie
Smeervet
Olie
Olie
Smeervet
Smeervet
Smeervet
Smeervet
22
Onderhoudmotor
Onderhoudvanhet luchtlter
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsu-
ren—Schuimelementvanluchtlter reinigen.(Pleegvakeronderhoud bijgebruikvandemachineonder stofgeofvuilecondities.)
Omde100bedrijfsuren—Luchtlter onderhoudsbeurtgeven.(Pleegvaker onderhoudbijgebruikvandemachineonder stofgeofvuilecondities.)
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
g008279
Figuur22
1.Luchtlterdeksel
2.Hendelvan luchtlterdeksel
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.Laatdemotorafkoelen.
7.Opendemotorkap.
Schuim-enpapierelement verwijderen
1.Maakdeomgevingvanhetluchtlterschoon omtevoorkomendatvuilindemotorkomten schadeveroorzaakt.
2.Trekdehendelvanhetluchtlterdekselomhoog endraaidezeinderichtingvandemotor(Figuur
22).
3.Verwijderhetluchtlterdeksel.
4.Schuifhetpapierelementenhetschuimelement voorzichtigvandeventilatorbehuizing(Figuur
23).
Figuur23
1.Papierelement4.Lip
2.Schuimelement5.Sleuf
3.Luchtlterdeksel
6.Ventilatorbehuizing
Schuim-enpapierelementreinigen
Schuimelement
1.Schuimlterinwarmwatermetvloeibarezeep wassen.
23
g008280
2.Schuimlterineenschonedoekwikkelenen droogknijpen.
Opmerking:Geenoliesmerenophet
schuimelement.
Belangrijk:Vervanghetschuimelementalshet
gescheurdofversletenis.
Papierelement
1.Klophetpapierelementvoorzichtigtegeneen vlakoppervlakomvuilenstofteverwijderen.
2.Controleerhetlteropscheuren,eenvettig oppervlakofbeschadigingvanderubberen afdichting.
Belangrijk:Hetpapierlternooitreinigenmet
persluchtofvloeistoffenzoalsoplosmiddelen, benzineofkerosine.Vervanghetpapierelement alshetisbeschadigdofnietgrondigkanworden gereinigd.
Schuimelementenpapierelement installeren
Belangrijk:Motornooitlatenlopenzonderdat
hetcompleteluchtltergemonteerdis,daar andersdemotorkanwordenbeschadigd.
1.Plaatshetschuimelementenhetpapierelement opdeventilatorbehuizing.
Opmerking:Derubberenafdichtingmoetvlak
tegendebodemvanhetluchtlteraanliggen.
2.Houddelipjesophetluchtlterdekselvoorde sleuvenvandeventilatorbehuizing(Figuur23).
g006909
Figuur24
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.Opendemotorkap.
7.Maakdeomgevingvandepeilstok(Figuur25) schoon,zodatergeenvuilindevulopeningkan komen,watinmotorschadekanresulteren.
3.Bevestigdehendelaanhetluchtlterdekselen drukdehendelomlaagomhetdekselvastte zettenopzijnplaats.

Motorolieverversen

Typeolie:Reinigingsolie(API-classicatieSJof hoger)
Carterinhoud:1,4litermetlter;1,3literzonderlter
Viscositeit:ziedeolietabel(Figuur24).
Figuur25
1.Peilstok3.Vulbuis
2.Metalendeel
8.Verwijderdepeilstokenveeghetmetalendeel schoon(Figuur25).
9.Draaidepeilstokhelemaalindevulbuis(Figuur
25).
10.Peilstokopnieuweruitdraaienenoliepeilop metalendeelcontroleren.Alshetoliepeilte laagis,moetulangzaamnetgenoegolieinde
4.Aftapplug
g008268
24
vulbuisgietentotdathetpeildeVolmarkering opdepeilstokbereikt.
Belangrijk:Gietnietteveelolieinhet
carter;alsdemotordaarnagaatlopen,kan demotorschadeoplopen.
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste5bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren(Pleegvakeronderhoud bijgebruikvandemachineonderstofgeof vuilecondities.)
1.Startdemotorenlaatdezevijfminutenlopen.
Opmerking:Warmeoliekanbeterafgetapt
worden.
2.Parkeerdemachinezodatdeaftapkantiets lagerstaatdandeanderekantzodatalleolie kanweglopen.
3.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
4.Steldeparkeerreminwerking.
5.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
6.Verwijderhetcontactsleuteltje.
7.Opendemotorkap.
8.Plaatseenopvangbakonderdeaftapplug.
9.Verwijderdepluggenzodatdeolieinde opvangbakkenkanlopen(Figuur25).
Figuur26
1.Motorolielter
2.Pakking
3.Tussenstuk
3.Smeereendunlaagjeschoneolieopde rubberenpakkingvanhetnieuweolielter (Figuur26).
4.Plaatshetnieuweolielterophetltertussenstuk. Draaihetlterrechtsomtotdatderubberen pakkingcontactmaaktmethetltertussenstuk.
5.Draaihetltervervolgensnogeenseen½tot¾ slag(Figuur26).
6.Vulhetcartermethetjuistetypenieuwe motorolie;zieHetmotoroliepeilcontroleren
(bladz.24).
g008301
10.Alsdeolieergeheelisuitgelopenmoetde aftapplugweerwordengeplaatstengoed vastgedraaid.
Opmerking:Recycleerdegebruiktemotorolie
opdejuistewijze.
11.Reinigdeomgevingvandepeilstokenschroef dedoplos(Figuur25).
12.Gietca.80%vandegespeciceerde hoeveelheidolielangzaamindevulbuis(Figuur
25).
13.Controleerhetoliepeil;ziestappen9en10in Motoroliepeilcontrolerenin.
Motorolieltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren(Pleeg
vakeronderhoudbijgebruikvan demachineonderstofgeofvuile condities.)
1.Laatdeolieuitdemotorlopen;raadpleeg
Motorolieverversen(bladz.25).
2.Verwijderhetoudelterenveegdepakkingvan deltertussenstuk(Figuur26)schoon.
25

Onderhoudvandebougie

Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsu-
ren—Bougiecontroleren.
Omde100bedrijfsuren—Bougievervangen.
GebruikeenChampionRC12YCofsoortgelijke bougie.Controleerofdeafstandtussendecentrale
elektrodeendemassa-elektrode0,76mm(0,030") bedraagtvoordatudebougiemonteert.Gebruikeen bougiesleutelvoorhet(de)monterenvandebougie eneenvoelermaatomdeelektrodenafstandtemeten enaftestellen.
Bougiecontroleren
1.Bekijkdebinnenkantvandebougie(Figuur
28).Alsdeisolatorlichtbruinofgrijsis,werkt
demotornaarbehoren.Eenzwartelaagopde isolatorduidtmeestalopeenvuilluchtlter.
Bougieverwijderen
1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Opendemotorkap.
6.Verwijderdebougiekabelvandebougie(Figuur
27).
Figuur27
1.Bougie2.Bougiekabel
g000666
Figuur28
1.Centraleelektrodemet isolator
2.Massa-elektrode
3.Elektrodenafstand(nietop schaalweergegeven)
Belangrijk:Bougienooitschoonmaken.
Bougiealtijdvervangenbijzwartelaagopde bougie,versletenelektroden,vettigelaagop debougieofscheuren.
2.Controleerdeafstandtussendecentrale elektrodeendemassa-elektrode(Figuur28)en verbuigdemassa-elektrodealsdeafstandniet correctis.
Bougiemonteren
1.Monteerdebougieendemetalenafdichtring. Controleerofdeelektrodenafstandcorrectis.
2.Draaidebougievastmeteentorsievan 20,4N·m.
g008274
3.Sluitdebougiekabelaanopdebougie(Figuur
27).
4.Sluitdemotorkap.
7.Maakdeomgevingvandebougieschoonom tevoorkomendatervuilindemotorkomt,wat beschadigingkanveroorzaken.
8.Verwijderdebougiesendemetalen pakkingringen(Figuur27).
26
Onderhoud brandstofsysteem

Brandstofaftappenuitde brandstoftank

Maakdebrandstoftankleegalsudemachinelanger dan30dagennietgebruikt.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenzijnbrandstof enbrandstofdampenuiterstontvlambaar enzeerexplosief.Brandofexplosievan brandstofkanbrandwondenbijuofanderen enmateriëleschadeveroorzaken.
Tapdebrandstofafuitdebrandstoftank wanneerdemotorkoudis.Doeditbuiten opeenopenterrein.Eventueelgemorste brandstofopnemen.
Rooknooitalsubenzineaftaptenblijf uitdebuurtvanopenvuurofalsdekans bestaatdatbenzinedampendooreenvonk kunnenontbranden.
1.Parkeerdemachinezodatdelinkervoorkant ietslagerstaatdanderechterkant,zodatalle olieuitdetankkanlopen.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
g008275
Figuur29
1.Slangklem3.Brandstoflter
2.Brandstofslang
8.Trekdebrandstofslangvanhetbrandstoflter (Figuur29).
9.Opendebrandstofafsluitklepenlaatde brandstofineengoedgekeurdbenzinevatofeen opvangbaklopen.
Opmerking:Omdatdetanknutochleegis,is
diteenuitstekendmomentomhetbrandstoflter tevervangen.
10.Steekdebrandstofslangophetlter.
11.Schuifdeslangklemdichtophetlteromde brandstofslangvasttezetten(Figuur29).
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.Opendebrandstofafsluitkleponderdevoorzijde vandebrandstoftank.
7.Maakdeslangklemophetbrandstoflterlosen schuifdezeoverdebrandstofslangwegvanhet brandstoflter(Figuur29).
Ukunthetbrandstoflter(Figuur29)hetbest vervangenalsdebrandstoftankleegis.Na verwijderingnooiteenvuilbrandstoflteropnieuwaan debrandstofslangmonteren.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.Sluitdebrandstofafsluitklep(Figuur30).
27
Figuur30
1.Brandstofafsluitklep
7.Drukdeuiteindenvandeslangklemmennaar elkaartoeenschuifzewegvanhetoude brandstoflter(Figuur30).
Onderhoudelektrisch systeem

Dekoplampenvervangen

1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Opendemotorkap.
6.Trekdebeugelvandegloeilampuit(Figuur31).
g008278
8.Verwijderhetltervandebrandstofslang.
9.Monteereennieuwbrandstoflterenschuifde slangklemmenterugtotdichtbijhetlter.
10.Opendebrandstofafsluitklep.
Figuur31
1.Gloeilamp
7.Buigdedraadlippenindemetalenhuls (waarmeedegloeilampbevestigdis)uitdeweg; raadpleegFiguur32.
2.Beugelvangloeilamp
g017879
Figuur32
1.Gloeilamp2.Draadlippen(3)
8.Verwijderdeoudegloeilamp.
9.Monteereennieuwegloeilamp.
28
g017880
10.Buigdedraadlippenachterdegloeilampom dezeophaarplaatstehouden.
Accuverwijderen
11.Plaatsdebeugelvandegloeilamp.

Zekeringenvervangen

Deelektrischeinstallatieisbeveiligddoormiddelvan zekeringen.Dezebevindenzichonderdemotorkap, bijdebrandstoftank(Figuur33).Alsereenzekering isdoorgebrand,moetdebedradingopkortsluiting wordengecontroleerd.
Figuur33
WAARSCHUWING
Accupolenofmetalengereedschappen kunnenkortsluitingmakenmetmetalen onderdelenvandemachine,waardoor vonkenkunnenontstaan.Hierdoorkunnen accugassentotontplofngkomenen lichamelijkletselveroorzaken.
Zorgervoordatbijhetverwijderenof installerenvandeaccudeaccupolen nietinaanrakingkomenmetmetalen onderdelenvandemachine.
Voorkomdatmetalengereedschappen kortsluitingveroorzakentussende accupolenenmetalenonderdelenvande machine.
1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
g012460
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
1.Zekeringen
Omeenzekeringtevervangen,trektudeoude zekeringomhooguitdehouder.Plaatsdenieuwe zekeringdoordezeindehouderteduwen.
Opmerking:Controleerofdenieuwezekering
hetzelfdeamperageheeftalsdeoudezekeringdie uvervangt.

Onderhoudvandeaccu

Belangrijk:Startdemotornietmeteen
startbooster(jumpstarter).Alsudemotorstart meteenstartboosterkuntuschadetoebrengen aanelektronischecomponentenvandemachine.
Houddeaccualtijdschoonenvollediggeladen. Gebruikeentissueomdeaccuendeaccubakschoon temaken.Alsdeaccupolenzijngeoxideerd,moetu dezeschoonmakenmeteenoplossingvanvierdelen waterenééndeelzuiveringszout.Brengeenlaagje vetopdeaccupolenaanomcorrosietevoorkomen.
Accuspanningenamperage:12V ,190Akoudestart
5.Klapdestoelopomdeaccutezien.
6.Verwijderhetrubberenkapjevandeminkabel (zwart).
7.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool (Figuur34).
Figuur34
1.Rubberenkapje
2.Negatievekabel(zwart),
kabelbeschermingniet afgebeeldvoormeer duidelijk
3.Pluskabel(rood)
g020503
29
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdworden verbonden,kanditschadeaande machineendekabelstotgevolghebben envonkenveroorzaken.Hierdoorkunnen accugassentotontplofngkomenen lichamelijkletselveroorzaken.
Maakaltijddeminkabel(zwart)van deacculosvoordatudepluskabel (rood)losmaakt.
Sluitaltijddepluskabel(rood)van deaccuaanvoordatudeminkabel (zwart)aansluit.
8.Verwijderhetrubberenkapjevandepluskabel (rood).
9.Maakdepluskabel(rood)losvandeaccupool (Figuur34).
10.Verwijderdeaccuhouder.
11.Verwijderdeaccuuithetchassis.
Accumonteren
1.Plaatsdeaccuinhetchassismetdeaccupolen naardeachterzijdevandemachinewijzend (Figuur34).
2.Zetdeaccuvastinhetchassismetde aandrukstang.
3.Bevestigdepluskabel(rood)metbehulpvande boutendevleugelmoeraandepluspool(+)van deaccu(Figuur34).Schuifhetrubberenkapje overdeaccupoolheen.
Figuur35
1.Dopvanvulbuis
2.Bovenstestreep
3.Onderstestreep
Opmerking:Hetzuurpeilmagnietbeneden
deonderstestreepkomen(Figuur35).
3.Alshetzuurpeiltelaagis,moetubijvullenmet devereistehoeveelheidgedistilleerdwater;zie
Accubijvullenmetwater(bladz.30).
GEVAAR
Accuzuurbevatzwavelzuur;ditiseen dodelijkgifdaternstigebrandwonden veroorzaakt.
Umagaccuzuurnooitinslikken enmoetelkcontactmethuid, ogenofkledingvermijden. Draageenveiligheidsbrilen rubberhandschoenenomuwogenen handentebeschermen.
Vuldeaccualleenbijopplaatsen waarschoonwateraanwezigisom indiennodiguwhuidaftespoelen.
g006918
4.Bevestigdeminkabel(zwart)metbehulpvande boutendevleugelmoeraandemin(–)poolvan deaccu(Figuur34).Schuifhetrubberenkapje overdeaccupoolheen.
Zuurpeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Klapdezittingnaarvoren.Hieronderbevindt zichdeaccu.
2.Kijkaandezijkantvandeaccu.Hetzuurpeil moettotaandebovenstestreepkomen(Figuur
35).
Accubijvullenmetwater
Ukuntdeaccuhetbestbijvullenmetgedistilleerd waternetvoordatudemachinegaatgebruiken.Het watervermengtzichdangoedmethetaccuzuur.
1.Maakdebovenkantvandeaccuschoonmet eentissue.
2.Verwijderdevuldoppen(Figuur35).
3.Gietlangzaamgedistilleerdwaterinelkeaccucel totdathetpeiltotaanhetonderstedeelvande slangkomt(Figuur35).
Belangrijk:Laatdeaccuniettevol
worden.Accuzuur(zwavelzuur)kanernstige corrosieenbeschadigingvanhetchassis veroorzaken.
4.Plaatsdevuldoppenterug.
30
Accuopladen
Onderhoud
WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassen dietotontplofngkunnenkomen.Rooknooit indebuurtvandeaccuenzorgervoordat ergeenvonkenofvlammenvlakbijdeaccu komen.
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijdvolledig
geladenis(soortelijkgewicht1,260),vooralbij temperaturenbeneden0°C,omschadeaande accutevoorkomen.
1.Verwijderdeaccuvanhetchassis;raadpleeg
Accuverwijderen(bladz.29).
2.Controleerhetpeilvanhetaccuzuur;zie
Zuurpeilcontroleren(bladz.30).
3.Verwijderdevuldoppenvandeaccuensluiteen acculadervan2Aaanopdeaccupolen.
4.Laaddeaccugedurende24uuropmet2Aof minder(12V).
Belangrijk:Gebruikuitsluitendeenoplader
dieisafgesteldop12Vomdeaccuopte laden.
5.Alsdeaccuvolledigisopgeladen,plaatsude vuldoppen.
6.Monteerdeaccuinhetchassis;zieAccu
monteren(bladz.30).
aandrijfsysteem

Debandenspanning controleren

Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren/Jaarlijks
(houdhierbijdekortsteperiodeaan)
Devoor-enachterbandenmoeteneenspanning vanrespectievelijk1,72baren0,83barhebben. Controleerdebandenspanningbijhetventiel(Figuur
36).Debandenspanningkanhetbestbijkoude
bandenwordengecontroleerd.
g000069
Figuur36
1.Ventiel

Onderhoudvanderem

Derembevindtzichaanderechterkantvande achteras,inhetachterwiel(Figuur37).
Figuur37
1.Stelmoervanderem
g008269
31
Opmerking:Alsdemachineeenremwegvan
meerdan1mheeftbijhogesnelheidindehoogste versnelling,steldanderemaf.

Degrasvangereen onderhoudsbeurtgeven

Remcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.ZetdeaandrijfstanguitdestandDUWEN (Figuur13).
7.Alsdeachterwielenblokkerenenslippen wanneerudetractornaarvorenduwt,hoeftu deparkeerremnietaftestellen.Alsdewielen draaienennietblokkeren,moetuderem afstellen;zieRemafstellen(bladz.32).
Remafstellen
1.Controleerderemvoordatudezeafstelt;zie
Remcontroleren(bladz.32).
2.DeaandrijfhendelmoetopdestandInWerking staan(Figuur13)endeparkeerremmoetin werkingzijngesteld.
3.Draaiderem-instelmoerrechtsomtotude machinenietmeerkuntduwen(Figuur37).
4.Ontkoppeldeparkeerremencontroleerofde wielenvrijdraaienalsudemachineduwt.Als zedatnietdoen,moetuderemafstelmoernet zoverlinksomdraaiendatudemachinekunt duwen.

Degrasvangerverwijderen

1.Vergrendeldeborgpenopdegrasvanger (Figuur38).
g017881
Figuur38
2.Brengdegrasvangeromhoogmetbehulpvan debovenstesteunbalk.

Grasvangerplaatsen

1.Hangdebovenstesteunbalkindetwee inkepingenindesteunbeugelaandeachterzijde vandemachine(Figuur39).
5.Controleeropnieuwdewerkingvanderem;zie
Remcontroleren(bladz.32).
g012467
Figuur39
1.Bovenstesteunbalk2.Inkepingeninsteunbeugel vangrasvanger
Opmerking:Controleerofdegrasvangergoed
opdemaaierbevestigdis.Hetmaaidekzal nietfunctionerenalsdegrasvangernietgoedis gemonteerd.
32
2.Ontgrendeldeborgpenalsudegrasvangerwilt legen.

Grasvangerentunnel reinigen

1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.

Onderhoudvanhet maaidek

Onderhoudvande maaimessen

2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Verwijderdegrasvanger;zieDegrasvanger
verwijderen(bladz.32).
6.Spoeldegrasvangerschoonmeteen hogedrukreiniger.
7.VeegdeomgevingvandeVOL-sensorvande grasvangerschoon.
8.Reinigdebinnenzijdevandeafvoertunnel helemaaltotaanhetbegin.
9.Monteerdegrasvanger;zieDegrasvanger
verwijderen(bladz.32).
Opmerking:Laatdegrasvangergrondig
drogenvoordatudezeweermonteert.
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande machine.
Omeengoedmaairesultaatteverkrijgen,moetu demaaimessenscherphouden.Omhetslijpenen vervangentevergemakkelijken,ishethandigextra messeninvoorraadtehebben.
GEVAAR
Versletenofbeschadigdemessenkunnen brekeneneenstukvanhetmeskan wordenuitgeworpeninuwrichtingofnaar omstandersendaarbijernstiglichamelijkof dodelijkletseltoebrengen.
Controleeropgezettetijdende maaimessenopslijtageofbeschadigingen.
Vervangversletenofbeschadigdemessen.
Demaaimessencontroleren
1.Verwijderdemaaier;zieMaaidekverwijderen
(bladz.34).
2.Controleerdesnijranden(Figuur40).Alsde randennietscherpzijnofbramenvertonen, moetuhetmaaimesverwijderenenslijpen;zie
Demaaimessenslijpen(bladz.34).
Figuur40
1.Mesaandrijver
2.Veiligheidspen(2)
3.Mes7.Bout
4.Gebogenrand
5.Afstandsstuk
6.Ring
g008281
33
3.Controleerdemessen,metnamedegebogen randen(Figuur40).Alsubeschadiging,slijtage ofeengevormdesleufinditdeelconstateert, moetueenmesdirectvervangen.
4.Alsdeveiligheidspennenzijngebroken,moetu dezedirectvervangen(Figuur40).
Belangrijk:Alsdeveiligheidspennenzijn
gebroken,kandemaaidekriemworden beschadigd.Controleerderiem;zieMaaidek
verwijderen(bladz.34).
Maaimessenverwijderen
1.Verwijderdemaaier;zieMaaidekverwijderen
(bladz.34).
2.Kantelhetmaaidekvoorzichtig.
3.Verwijderdebouten,deringenendemessen (Figuur40).Plaatseenhoutenbloktussenelk maaimesenhetmaaidekomhetmesvastte zetten,zodatuelkeboutkuntlosdraaien.
Opmerking:Hetrechtermesheefteenlinkse
draad.
g000047
Figuur42
1.Mes2.Mesbalans
Maaimessenmonteren
1.Monteerdemessen,deringenendemesbouten (Figuur40).
Belangrijk:Controleerofhetrechter-en
linkermesindejuistestandzijngeplaatst: degebogenrandenvandemessenmoeten naardebovenkantvandemaaikastwijzen omeengoedemaaikwaliteittegaranderen.
2.Zetdemessenineenhoekvan90gradenten opzichtevanelkaar(Figuur43).
4.Controleeralleonderdelen;beschadigde ofversletenonderdelenmoetenworden vervangen.
Demaaimessenslijpen
1.Gebruikeenvijlomdesnijrandenaanbeide uiteindenvanhetmesteslijpen(Figuur41).
Opmerking:Houddaarbijdeoorspronkelijke
hoekinstand.Hetmesblijftinbalansals uevenveelmateriaalweghaaltvanbeide snijkanten.
Figuur41
1.Onderoorspronkelijkehoekslijpen
g008282
Figuur43
3.Draaidemaaimesboutenvasttot50N·m.
g000046

Maaidekverwijderen

1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Controleerdebalansvanhetmesmeteen mesbalans(Figuur42).
Opmerking:Alshetmeshorizontaalblijft,is
hetinbalansengeschiktvoorgebruik.Alshet mesnietinbalansis,moetuwatmateriaalvan deachterkantvanhetmesafvijlen.Herhaaldit totdatelkemesinbalansis.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Verwijderhetcontactsleuteltje.
6.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
7.Zetdemaaihoogtehendelindelaagstestand.
34
8.Verwijderdetunnel.
9.Trekdearmvandespanpoelieinenverwijder deV-riemvandepoelie(Figuur44).
Figuur44
1.Koppelingvandevoorste
arm
2.V-riem5.Achterstepennen
3.Pen
4.Armvanspanpoelie
Stalling
1.Schakeldemaaimessen(aftakas)uit.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
5.Verwijderdegrasvangerenreinigdeze;zieDe
grasvangerverwijderen(bladz.32).
6.Maaisel,vuilenvetvandebuitenkantvande gehelemachineverwijderen,metnamevande motor.Vuilenkafvandebuitenkantvande cilinder,dekoelribbenvandecilinderkopende ventilatorbehuizingverwijderen.
Belangrijk:Ukunthetvoertuigmeteen
mildreinigingsmiddelenwaterwassen.Was
g017882
demachinenooitmeteenhogedrukreiniger. Hierdoorkanhetelektrischesysteem wordenbeschadigdofnoodzakelijkvet opwrijvingspuntenwordenweggespoeld. Gebruiknietteveelwater,zekernietin debuurtvanhetbedieningspaneel,de verlichting,demotorendeaccu.
10.Verwijderdetweepennentussendeachterarm enhetmaaidek.
Belangrijk:Deveerisergsterk.Zetde
maaierbehuizingvastomtevoorkomendat deveerwegschietenschadeveroorzaakt.
11.Verwijderdepentussendekoppelingvande voorstearmendemaaierbehuizing(Figuur44).
12.VerwijderdeVriemvandemotorpoelie(Figuur
44).
13.Schuifhetmaaidekwegvanonderdemachine.

Maaidekmonteren

VoerdeprocedureMaaidekverwijderenin omgekeerdevolgordeuit
7.Controleerderem;zieRemcontroleren(bladz.
32).
8.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.23).
9.Smeerhetchassis;zieMachinesmeren(bladz.
22).
10.Verversdemotorolieenhetlter;zieMotorolie
verversen(bladz.25)enMotorolielter vervangen(bladz.25).
11.Controleerdebandenspanning;zieDe
bandenspanningcontroleren(bladz.31).
12.Wanneerdetractorlangerdan30dagenniet wordtgebruikt,moetdezealsvolgtworden voorbereidopstalling:
A.Voegeenstabilizer/conditionerop
aardoliebasistoeaandebrandstofinde tankopbasisvandeinstructiesvande fabrikantervan.Gebruikgeenstabilizer
opalcoholbasis(ethanolofmethanol).
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkt
hetbestalshetmetversebrandstofwordt gemengdenaltijdwordtgebruikt.
B.Laatdemotorvijfminutenlopenom
debrandstofmetdetoegevoegde stabilizer/conditionerdoorhet brandstofsysteemteverspreiden.
C.Zetdemotoraf,wachttotdatdezeis
afgekoeldenlaatdebenzineuitdetank
35
lopen;zieBrandstofaftappenuitde
brandstoftank(bladz.27).
D.Motoropnieuwstartenenlatenlopentotdat
dezeafslaat.
E.Bediendechokeofhulpstarter.
F.Startdemotortotdatdezenietmeerstart.
G.Voerdegebruikteolieafvolgensde
plaatselijkgeldendevoorschriften.
H.Sluitdebrandstofafsluitklep.
Belangrijk:Brandstofwaaraan
stabilizer/conditioneristoegevoegd, nietlangerdan90dagenbewaren.
13.Verwijderencontroleerdebougie;zie
Onderhoudvandebougie(bladz.26).Nadatde
bougieuitdecilinderis(zijn)verwijderd,gietu tweeeetlepelsmotorolieindebougie-opening. Gebruikdeelektrischestartmotoromdemotorte latendraaienenzodeolieoverdecilinderwand teverspreiden.Monteerdebougie,maarsluit dekabelnietaanopdebougie.
14.Maakdeminkabelvandeacculos.Reinig deaccuendeaccupolen.Controleerhet accuzuurpeilenlaaddeaccuvolledigop;zie
Onderhoudvandeaccu(bladz.29).Laatde
minkabelloszittentijdensdestalling.
Belangrijk:Deaccumoetvolledig
opgeladenzijn,omtevoorkomendat dezebevriestenbeschadigdraaktbij temperaturenbeneden0°C.Eenvolledig opgeladenaccukandegehelewinterworden opgeslagenzonderdatdezetussentijds hoefttewordenopgeladen.
15.Controleerallebouten,schroevenenmoerenen draaidezevast.Versletenofbeschadigdedelen reparerenofvervangen.
16.Werkallekrassenofafgebladderde metaaloppervlakkenbijmetlakdieverkrijgbaar isbijeenerkendeservicedealer.
17.Staldemachineineenschone,drogegarage ofopslagruimte.Verwijderhetcontactsleuteltje enhetKeyChoice-sleuteltjeenbewaarzeop eengemakkelijkteonthoudenplaats.Dekde machineafomdezetebeschermenenschoon tehouden.
36
Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Destartmotorslaatnietaan.
Demotorraaktoververhit.
Demachinedrijftnietaan.
Demotorstartniet,startmoeilijkofslaat af.
1.Deaftakasisingeschakeld.1.Deaftakasuitschakelen.
2.Deparkeerremisnietinwerking.
3.Deaccuisleeg.3.Accuopladen.
4.Deelektrischeaansluitingenzijn gecorrodeerdofzittenlos.
5.Eenvandezekeringenisdoorgebrand.5.Dezekeringvervangen.
6.Eenvanderelaisofschakelaarsis defect.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.2.Hetcarterbijvullenmetolie.
3.Dekoelribbenenluchtkanalenonder deventilatorbehuizingvandemotor zijnverstopt.
1.Deaandrijfstangstaatindestand DUWEN.
2.Detractieriemisversleten,losofstuk.
3.Detractieriemzitnietopdepoelie.3.Neemcontactopmeteenerkende
1.Destoelisleeg.1.Neemplaatsopdebestuurdersstoel.
2.Debrandstoftankisleeg.2.Brandstoftankvullen.
3.Hetluchtlterisvuil.
4.Debougiekabelzitlosofisniet aangesloten.
5.Debougieisaangetast,vuil,ofde elektrodenafstandisnietcorrect afgesteld.
6.Dechokegaatnietdicht.
7.Erzitvuilinhetbrandstoflter7.Brandstofltervervangen.
8.Hetstationairtoerentalistelaag ofhetmengselheeftnietdejuiste verhouding.
9.Vuil,waterofoudebrandstofinhet brandstofsysteem.
10.Debrandstofafsluitklepisgesloten.10.Opendebrandstofafsluitklep.
2.Steldeparkeerreminwerking.
4.Controleerofdeelektrische aansluitingengoedcontactmaken.
6.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
3.Dekoelribbenenluchtkanalen ontstoppen.
1.DeaandrijfstanginstandInWerking zetten.
2.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
servicedealer.
3.Hetluchtlterelementreinigenof vervangen.
4.Debougiekabelopdebougie monteren.
5.Nieuwebougiemeteencorrect afgesteldeelektrodenafstandplaatsen.
6.Degaskabelafstellen.
8.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
9.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
Demotorverliestvermogen.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetluchtlterisvuil.2.Hetluchtlterelementreinigen.
3.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.3.Hetcarterbijvullenmetolie.
4.Dekoelribbenenluchtkanalenonder deventilatorbehuizingvandemotor zijnverstopt.
5.Debougieisaangetast,vuil,ofde elektrodenafstandisnietcorrect afgesteld.
6.Deventilatieopeninginde brandstoftankdopisverstopt.
7.Erzitvuilinhetbrandstoflter.7.Brandstofltervervangen.
8.
Vuil,waterofoudebrandstofinhet brandstofsysteem.
4.Dekoelribbenenluchtkanalen ontstoppen.
Nieuwebougiemeteencorrect
5. afgesteldeelektrodenafstandplaatsen.
6.
Brandstoftankdopreinigenof vervangen.
8.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
37
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demachinetriltabnormaal.
Messendraaienniet.
Demaaihoogteisongelijk.
1.Maaimessenzijnverbogenofnietin balans.
2.Debevestigingsschroevenvaneen maaimeszittenlos.
3.Debevestigingsboutenvandemotor zittenlos.
4.Eenmotorpoelie,spanpoelieof mespoeliezitlos.
5.Demotorpoelieisbeschadigd.5.Neemcontactopmeteenerkende
6.Dedrijfriemvandemaaimessenis beschadigd.
1.Degrasvangerisnietgemonteerd.1.Degrasvangermonteren.
2.Dedrijfriemvandemaaimessenis versleten,losofstuk.
3.Dedrijfriemvandemaaimessenzit nietopdepoelie.
1.Debandenspanningisnietcorrect.1.Debandenopdecorrectespanning
2.Hetmaaidekstaatniethorizontaal.2.Dekabelstangvandemaaihoogte
3.Deonderkantvanhetmaaidekisvuil.
4.Debevestigingsschroevenvaneen maaimeszittenlos.
5.Dedrijfriemvandemaaimessenheeft nietdecorrectespanning.
1.Nieuwemessenmonteren.
2.Debevestigingsschroevenvanhet maaimesvastdraaien.
3.Debevestigingsboutenvandemotor vastdraaien.
4.Desbetreffendepoelievastzetten.
servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
2.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
3.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
brengen.
instellingafstellen.
3.Onderkantvanhetmaaidek schoonmaken.
4.Debevestigingsschroevenvanhet maaimesvastdraaien.
5.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
38
Schema's
(Rev.A)
g028270
39
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
PrivacyverklaringvoorEuropa
DeinformatiedieT oroverzamelt ToroWarrantyCompany(T oro)respecteertuwprivacy.Omuwaanspraakopgarantietebehandelenencontactmetuoptenemeninhetgevalvaneen terugroepactievragenwijombepaaldepersoonlijkeinformatie,hetzijdirectofviauwlokaleT orodealer.
HetT orogarantiesysteemwordtgehostopserversindeVerenigdeStaten,waardeprivacywetmogelijknietdezelfdebeschermingbiedtalsinuwland.
DOORUWPERSOONLIJKEGEGEVENSMETONSTEDELENSTEMTUINMETDEVERWERKINGVANUWPERSOONLIJKEGEGEVENS ZOALSBESCHREVENINDEZEPRIV ACYVERKLARING.
HoeT oroinformatiegebruikt Torokanuwpersoonsgegevensgebruikenomuwaanspraakopgarantietebehandelen,contactmetuoptenemeninhetgevalvaneenterugroepactie, ofvooreenanderdoeleindewaarvanweuopdehoogtebrengen.Torokanuwinformatiedelenmetzijnafdelingen,verdelersofanderezakenpartnersin verbandmetdezeactiviteiten.Weverkopenuwpersoonsgegevensnietaananderebedrijven.Webehoudenonshetrechtvoorompersoonsgegevenste delenteneindetevoldoenaangeldendewettenenverzoekenvandeaangewezenautoriteiten,opdatwijonzesystemennaarbehorenkunnengebruiken ofmethetoogoponzeeigenbeschermingofdievananderegebruikers.
Behoudvanuwpersoonlijkegegevens Wijbewarenuwpersoonlijkegegevenszolangalsdatnodigisvoordedoeleindenwaarvoorzeoorspronkelijkwerdenverzameldofvoorandere legitiemedoeleinden(zoalsnalevingvanvoorschriften),ofzolangalsvereistisdoordevantoepassingzijndewet.
Torostreefternaaromuwpersoonlijkegegevenstebeschermen Wijnemenredelijkemaatregelenomuwpersoonlijkegegevenstebeschermen.Weproberenbovendiendenauwkeurigheidengeldigheidvan persoonlijkegegevenstewaarborgen.
Toegangtotenaanpassingvanuwpersoonlijkegegevens Alsutoegangwensttotuwpersoonlijkegegevensofdezewiltaanpassen,gelievedaneene-mailtesturennaarlegal@toro.com.
Australischeconsumentenwet
AustralischeklantenkunnenvoorinformatieoverdeAustralischeconsumentenwet(AustralianConsumerLaw)terechtbijdelokaleTorodealerofze kunnendezeinformatieindedoosvinden.
374-0282RevC
ToroGarantie
Productenvoorthuisgebruik
en
DeToroGTS-startgarantie
Gedektevoorwaardenenproducten
TheT oroCompanyendehieraangelieerdeonderneming,T oroWarrantyCompany , biedenkrachtenseenovereenkomsttussenbeideondernemingendeoorspronkelijke
1
koper
gezamenlijkdegarantiedatzehethierondervermeldeT oro-productzullen reparerenalshetmateriaalgebrekenoffabricagefoutenvertoontofalsdeToro GTS(GuaranteedtoStart)motornietstartbijdeeersteofdetweedepoging,op voorwaardedathetroutineonderhouddatvereistwordtdoordeGebruikershandleiding uitgevoerdis.
Devolgendeperiodenzijnvantoepassingvanafdedatumvanaankoop:
Producten
Motorgazonmaaiers
Gegotenmaaidek
Motor
Accu2jaar
Maaiersmetstalenmaaidek2jaarthuisgebruik
Motor
TimeMastermaaiers3jaarthuisgebruik
Motor
Accu2jaar
Elektrischetrimmersenbladblazers2jaarthuisgebruik
Sneeuwruimers
Enkelstadium2jaarthuisgebruik
Motor
Tweetraps3jaarthuisgebruik
Kanaal,kanaalgeleideren
kapvanrotorbehuizing
Elektrischesneeuwruimers2jaarthuisgebruik
Alleonderstaandezitmaaiers
MotorRaadpleegdegarantievande
Accu2jaarthuisgebruik
Werktuigen2jaarthuisgebruik
DHgazon-entuintractoren2jaarthuisgebruik
XLSgazon-entuintractoren
TimeCutter
TITAN-maaiers
Frame
1
Oorspronkelijkekoper:depersoondiehetT oro-productoorspronkelijkheeftgekocht.
2
Thuisgebruikbetekentgebruikvanhetproductophetterreindatbijuwhuishoort.Gebruik opmeerderelocatieswordtbeschouwdalscommercieelgebruik.Hieropisdegarantievoor commercieelgebruikvantoepassing.
3
DeT oroGTS-startgarantieisnietvantoepassingopproductendiecommercieelgebruiktworden.
4
VoorbepaaldemotorenvanT oro-productengeldteengarantievandefabrikantvandemotor.
5
Deoptiediezichheteerstaandient,moetwordenaangehouden.
6
Levenslangegarantieophetframe.Alshethoofdframe,bestaanduitdeonderdelendieaanelkaar zijngelastendiesamendestructuurvandetractorvormenenwaaraanandereonderdelenzoalsde motorzijnbevestigd,scheurenofbreukenvertoontnanormaalgebruik,wordthetframegerepareerd ofvervangen,naardevoorkeurvanhetbedrijfT oro,zonderkostenvooronderdelenofarbeid.Deze garantiedektgeenschadeaanhetframedieisveroorzaaktdoorverkeerdgebruikofmisbruikof reparatiesdienodigzijnvanwegeroestofcorrosie.
Degarantiekanontoepasselijkwordenverklaardalsdeurentellerverwijderdis, aangepastisoflijkttezijngesaboteerd.
Garantieperiode
5jaarthuisgebruik
2
90dagencommercieelgebruik 5jaarGTSgarantie,
Thuisgebruik
3
2
30dagencommercieelgebruik 2jaarGTSgarantie,
Thuisgebruik
3
2
90dagencommercieelgebruik 3jaarGTSgarantie,
Thuisgebruik
3
2
Geengarantievoorcommercieelgebruik
2
45dagencommercieelgebruik 2jaarGTSgarantie,
Thuisgebruik
3
2
45dagencommercieelgebruik Levenslang(alleenoorspronkelijke
5
eigenaar)
2
Geengarantievoorcommercieelgebruik
motorfabrikant
30dagencommercieelgebruik 3jaarthuisgebruik 30dagencommercieelgebruik 3jaarthuisgebruik 30dagencommercieelgebruik 3jaarof240uur Levenslang(alleenoorspronkelijke
eigenaar)
4
2
2
2
2
2
5
6
Aanwijzingenomvandegarantiedienstgebruiktemaken
AlsuvanmeningbentdateenT oroproductmateriaalgebrekenoffabricagefouten vertoont,moetudezeprocedurevolgen:
1.Neemcontactopmetdeverkoperomhetproducttelatennakijkenofte repareren.Alsuomenigeredengeencontactmetdeverkoperkuntopnemen, kuntueenerkendeToro-dealerhetproductlatennakijkenofrepareren.Zie bijgevoegdelijstmetdealers.
2.Brenghetproductmetuwaankoopbewijs(kwitantie)naardeonderhoudsgarage. Alsuomwatvoorredendanookontevredenbentoverdeanalysevande onderhoudsgarageofdeverleendehulp,verzoekenwijucontactmetonsop tenemenvia:
ToroCustomerCareDepartment,RLCDivision
ToroWarrantyCompany
811 1LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420-1196,VS
001-952-948-4707
Niet-gedekteonderdelenenvoorwaarden
Erisgeenandereuitdrukkelijkegarantiebehalvevoorspecialeemissiesystemenen motorenvansommigeproducten.Buitendezeexplicietegarantievallen:
Dekostenvannormaalonderhoudofonderdelen,zoalslters,brandstof,
smeermiddelen,olieverversen,bougies,luchtlters,slijpen/vervangenvan versletenmaaimessen,bijstellenvankabels/mechanismenofafstellenvande remendekoppeling.
Onderdelendiehetlatenafwetentengevolgevannormaleslijtage
Elkproductofonderdeeldatisveranderd,verkeerdisgebruikt,is
veronachtzaamdofmoetwordenvervangenofgerepareerdalsgevolgvan ongelukkenofgebrekkigonderhoud
Kostenvoorophalenenaeveren
ReparatiesofpogingentotreparatiesdienietzijnuitgevoerddooreenErkende
Toroservicedealer
Reparatiedienoodzakelijkisomdatdeaanbevolenprocedurevoorbrandstof
nietisgevolgd(raadpleegdeGebruikershandleidingvoormeerdetails)
Hetverwijderenvanverontreinigingenuithetbrandstofsysteemvaltniet
onderdegarantie
Gebruikvanoudebrandstof(meerdaneenmaandoud)ofbrandstofmet
meerdan10%ethanolofmeerdan15%MTBE
Hetnietaftappenvanhetbrandstofsysteemvoorafgaandvaneenperiode
vanéénmaandwaarindemachinenietwordtgebruikt
Reparatiesofafstellingenomstartproblemenoptelossendieworden
veroorzaaktdoor:
Hetnietopvolgenvandejuisteonderhoudsproceduresofdeaanbevolen
proceduremetbetrekkingtotbrandstof
Gevallenwaarbijdemaaiereenobjectraakt
Specialewerkomstandighedenwaarbijhetstartenmeerdantweekeertrekken
kanvereisen:
Deeerstestartnaeenlangereperiodebuitengebruik,meerdandrie
maandenofseizoenopslag
Startenbijkouderweerzoalsindevroegelenteenheteindevandeherfst
Onjuistestartprocedures–alsuproblemenondervindtbijhetstartenvan
demaaierraadpleegdeGebruikershandleidingdanomteverzekerendat udejuistestartprocedurevolgt.Ditkaneenonnodigbezoekaaneen erkendeT oroservicedealervoorkomen.
Algemenevoorwaarden
Dekoperwordtbeschermddoordenationalewetgevingvanelkland.Derechten waaroverdekoperbeschiktopgrondvandezewetgeving,wordennietbeperktdoor dezegarantie.
Verantwoordelijkhedenvandeeigenaar
UdientuwT oroproductteonderhoudenzoalswordtbeschreveninde Gebruikershandleiding.Ditroutine-onderhoudisvooruwrekening,ongeachtofdit wordtuitgevoerddoordedealerofuzelf.
374-0268RevF
Loading...