Toro 74534TE Operator's Manual [nl]

FormNo.3426-492RevB
GrandStand
MeteenTURBOFORCE
®
maaier
®
of102cm
maaidekvan91cm
Registreeruwproductopwww.T oro.com. Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3426-492*B
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke conformiteitsverklaring.
Raadpleegdemeegeleverdedocumentatievande motorfabrikant.
Inleiding
Dezestand-ongrasmaaiermetdraaiendemessen isbedoeldvoorprofessioneelgebruik.Demachine isvoornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangras opgoedonderhoudenparticuliereofcommerciële gazons.Ditproductgebruikenvooranderedoeleinden danhetbedoeldegebruikkangevaarlijkzijnvooru ofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken enonderhoudenenomschadeaandemachineen letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet juisteenveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.Toro.comvoormeerinformatie,inclusief veiligheidstips,instructiemateriaal,informatieover accessoires,hulpbijhetvindenvaneendealerofom uwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren hetserienummervanhetproducttevermelden.De locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer (indienaanwezig)scannenomtoegangte krijgentotdegarantie,onderdelenenandere productinformatie.
g272373
Figuur1
1.Locatievanhetmodelnummerenhetserienummer .
Modelnr.:
Serienr.:
Dezehandleidingwijstuopmogelijkegevaren enbevatveiligheidswaarschuwingendieukunt herkennenaanhetwaarschuwingspictogram(Figuur
2),datwijstopeengevaardaternstigletselofdedood
kanveroorzakenindienunalaatdevoorgeschreven maatregelentetreffen.
g000502
Figuur2
1.Waarschuwingspictogram
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen. Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie aandiebijzondereaandachtverdient.
©2019—TheToro®Company 8111LyndaleA venueSouth Bloomington,MN55420
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.T oro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Veiligheids-eninstructiestickers........................4
Algemeenoverzichtvandemachine.......................10
Bedieningsorganen..........................................10
Specicaties.....................................................11
Werktuigen/accessoires....................................11
Voorgebruik........................................................12
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................12
Brandstofbijvullen............................................12
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................13
Eennieuwemachineinrijden............................13
Hetveiligheidssysteemgebruiken....................13
Tijdensgebruik....................................................14
Veiligheidtijdenshetwerk.................................14
Parkeerremgebruiken......................................16
Bedieningvandeaftakas..................................16
Degashendelbedienen....................................17
Dechokebedienen..........................................17
Decontactschakelaarbedienen.......................17
Motorstarten....................................................18
Demotorafzetten.............................................18
Hetplatformbedienen......................................19
Vooruit-enachteruitrijden.................................20
Hetgraszijwaartsafvoerenofmulchen.............21
Demaaihoogteinstellen...................................21
Afvoerplaatinstellen.........................................22
Standvanafvoerplaatinstellen.........................22
Gewichtengebruiken........................................23
Nagebruik...........................................................23
Veiligheidnahetwerk.......................................23
Debrandstofafsluitklepgebruiken.....................24
Machinemetdehandduwen............................24
Demachinetransporteren................................25
Onderhoud..............................................................27
Veiligheidbijonderhoud....................................27
Aanbevolenonderhoudsschema.........................28
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........30
Demaaieromhoogbrengenomeenvoudig
toegangtekrijgen..........................................30
Hetkussenlosmakenomtoegangtekrijgen
totdeachterzijde...........................................31
Smering...............................................................32
Demachinesmeren..........................................32
Draaipuntenvandevoorstezwenkwielen
smeren..........................................................32
Dezwenkwielnavensmeren.............................33
Onderhoudmotor................................................34
Veiligheidvandemotor.....................................34
Onderhoudvanhetluchtlter............................34
Motorolieverversen..........................................35
Onderhoudvandebougie................................37
Vonkenvangercontroleren................................38
Onderhoudbrandstofsysteem.............................39
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank............39
Brandstofltervervangen..................................39
Onderhoudelektrischsysteem............................40
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................40
Onderhoudvandeaccu....................................40
Onderhoudvandezekeringen..........................42
Onderhoudaandrijfsysteem................................43
Desporingafstellen.........................................43
Afstandschakelaarafstellen..............................43
Debandenspanningcontroleren.......................44
Lagervandraaipuntvanzwenkwiel
afstellen........................................................45
Elektrischekoppelingafstellen.........................45
Onderhoudkoelsysteem.....................................46
Luchtinlaatroosterreinigen...............................46
Hetkoelsysteemreinigen.................................46
Onderhoudenremmen........................................47
Deparkeerremtesten.......................................47
Controlerenvandespelingvanderem
......................................................................47
Remmenafstellen.............................................48
Onderhoudriemen..............................................48
Deriemencontroleren......................................48
Drijfriemvanmaaidekvervangen......................48
Aandrijfriemvanpompvervangen....................49
Onderhoudbedieningsysteem............................50
Derechterrijhendelafstellen............................50
Deneutraalstandvanderijhendels
afstellen........................................................51
Onderhoudhydraulischsysteem.........................52
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........52
Specicatiesvanhethydraulische
systeem........................................................52
Hydraulischevloeistofcontroleren....................52
Hydraulischevloeistofvervangen.....................53
Hydraulischltervervangen.............................54
Hydraulischsysteemontluchten.......................55
Hydraulischeslangencontroleren.....................55
Onderhoudvanhetmaaidek................................55
Onderhoudvandemaaimessen.......................55
Maaidekhorizontaalstellen..............................57
Grasgeleidervervangen...................................61
Reiniging.............................................................62
Deonderkantvanhetmaaidekreinigen............62
Afvalafvoeren..................................................62
Stalling....................................................................62
Veiligheidtijdensopslag...................................62
Reinigenenopslaan.........................................62
Problemen,oorzaakenremedie.............................64
Schema's................................................................66
3
Veiligheid
Dezemachineisontworpenmetinachtnemingvan ENISO5395.
Houomstandersenkinderenuitdebuurtvan
hetwerkgebied.Laatkinderennooitdemachine bedienen.Laatenkelmensendieverantwoordelijk engetraindzijnendiebovendienvertrouwdzijn metdeinstructiesenfysiekertoeinstaatzijnde machinebedienen.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle veiligheidsinstructiesopomernstigletselte voorkomen.
LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
Gebruikdemachinenietalserschermenof
anderebeveiligingsmiddelenontbrekenofals dezenietnaarbehorenwerken.
Blijfuitdebuurtvandeafvoeropening.
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen stickers.
Stopdemachine,schakeldemotoruiten
verwijderhetcontactsleuteltjevoordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoertaande machine,brandstofbijvultofverstoppingen verwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet veiligheidssymbool Voorzichtig,WaarschuwingofGevaar–instructie voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeze instructieskanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
teletten,datbetekent
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Risicovanexplosie6.Houdomstandersopeen
2.Geenvonkenofvuuren nietroken.
3.Risicovanbijtende vloeistof/chemische brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde Gebruikershandleiding.
afstand.
7.Draagoogbescherming– explosievegassenkunnen blindheidenanderletsel veroorzaken.
8.Accuzuurkan ernstigebrandwonden veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater spoelenensnelarts raadplegen.
10.Bevatlood;niet weggooien.
decaloemmarkt
Merktekenvanfabrikant
1.GeeftaandathetmesonderdeelvaneenorigineleToro maaimachineis.
decal93-7818
93-7818
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoor instructiesomdemesbout/moervasttezettenmeteen torsievan115tot149N·m.
4
106-5517
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
decal106-5517
decal115-4212
115-4212
1.Peilvandehydraulische vloeistof
3.Waarschuwing–Raakhet heteoppervlaknietaan.
2.Leesde Gebruikershandleiding.
decal110-2067
110-2067
decal116-8772
116-8772
1.Accessoire:15A3.Laden:25A
2.Aftakas:10A4.Hoofd:30A
decal115-4186
115-4186
1.Interval
2.Aftakas
3.Parkeerrem
4.Neutraalstand
5.Dodemansknop
6.Accu
5
1.Leesde Gebruikershandleiding.
decal116-8775
116-8775
2.Waarschuwing–Vullen totdeonderkantvande vulbuis;detankniettevol gieten.
Sticker1 19-0186:voor91cmmaaidekken.
decal119-0217
119-0217
1.Waarschuwing–Zetdemotoraf,blijfuitdebuurtvan bewegendeonderdelenenhoudallebeschermendedelen ophunplaats.
decal119-1854
119-1854
1.Stelknopvoordesnelheidvandetractie-aandrijving.
decal119-0186
119-0186
1.Geleidingvandrijfriem
Sticker1 19-0187:voor102cmmaaidekken.
decal119-2317
119-2317
1.Maaihoogte
1.Geleidingvandrijfriem
decal119-0187
119-0187
6
decal121-6049
121-6049
1.Gevaarop weggeslingerdeobjecten –Houdomstandersop eenafstand.
3.Handenofvoeten kunnenworden gesneden/geamputeerd, maaimes–Blijfuitde buurtvanbewegende onderdelen.
2.Demaaierkanvoorwerpen uitwerpen–Gebruikde maaieralleenmetalle beveiligingenenschermen ophunplaats.
117-0454
1.Tractiebediening3.Langzaam5.Achteruit7.Dodemansknop
2.Snel
4.Neutraalstand
6.Aftakas–uitschakelen
decal117-0454
7
decal119-0241
119-0241
1.LeesdeGebruikershandleiding voordatuservice-ofonderhoudswerk-
3.Smeerdezepuntenomde 50bedrijfsuren.
zaamhedenuitvoert.
2.Controleerelke50bedrijfsurende bandenspanningvandeaandrijfwielen.
4.Smeerdezwenkwielenelke 500bedrijfsuren.
125-4679
1.Parkeerrem:vrijgesteld5.Motortoerental
2.Parkeerrem:ingeschakeld6.Langzaam
3.Aftakas–ingeschakeld7.Continusnelheidsregeling
4.Aftakas–uitgeschakeld8.Snel
5.Controleerdehydraulischeolieomde 50bedrijfsuren.
6.Controleerdemotorolieomde8 bedrijfsuren.
decal125-4679
8
decal139-2878
139-2878
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.6.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstandersop eenafstand.
2.Waarschuwing–Bediendezemachineuitsluitendalsudaarin
bentgetraind.
7.Waarschuwing–Steldeparkeerreminwerking,zetdemotor afenverwijderhetsleuteltjevoordatudemachineverlaatof onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
3.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
8.Kantelgevaar–Gebruikgeendubbeleoprijplaatbijhetladen opeenaanhanger.Gebruikeenenkeleoprijplaatdiebreed genoegisvoordemachine.Rijachteruitdeoprijplaatopen rijvooruitdeoprijplaataf.
4.Gevaarvanuitgeworpenobjecten–Laatdegrasgeleiderneer voordatudemachinegebruikt.
9.Katelgevaar–Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile hellingenofwater;bewaareenveiligeafstandtotsteile hellingen.
5.Gevaar:handenenvoetenkunnenwordengesneden/geam­puteerd–Blijfuitdebuurtvanbewegendedelen;houdalle beschermendedelenophunplaats.
9
Algemeenoverzicht vandemachine
Bedieningsorganen
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
Bedieningspaneel
g020528
Figuur3
1.Zijuitwerpkanaal
2.Accu
3.Motor9.Hydraulischetank
4.Brandstoftank
5.Bedieningspaneel11.V oorstezwenkwiel
6.Rijhendels
7.Stootkussenvoor bestuurder
8.Platform(omlaaggeklapt)
10.Maaidek
Figuur4
1.Brandstoftankdop
2.Maaihoogtehendel
3.Aftakasschakelaar(PTO)9.Contactschakelaar
4.Rijhendelrechts
5.Rijhendellinks
6.Parkeerremhendel
7.Urenteller
8.Chokeklep
10.Brandstofmeter
11.Gashendel
Urenteller
Deurentellerregistreerthetaantalurendatde motorinbedrijfisgeweest.Deurentellerwerktals demotorloopt.Gebruikdezetijdenomregelmatig onderhoudswerkzaamhedenteplannen(Figuur5).
g020529
g009467
Figuur5
1.Symbolen veiligheidssysteem
2.Acculampje
10
3.Urenteller
Brandstofmeter
Debrandstofmeterbevindtzichinhetmidden bovenopdetank(Figuur4).
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnen
zondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Indicatorsveiligheidssysteem
Desymbolenopdeurentellergevenmeteenzwarte driehoekaandathetveiligheidssysteemzichinde juistestandbevindt(Figuur5).
Accu-indicatielampje
Alsuhetsleuteltjegedurendeeenpaarseconden indestandAANzet,wordtdeaccuspanning weergegeveninhetgebiedwaarnormaaldeuren wordenweergegeven.
Hetacculampjewordtingeschakeldwanneeruhet sleuteltjenaardestandAANdraaitenwanneerde ladingzichonderhetjuistebedrijfsniveaubevindt (Figuur5).
Gashendel
Degashendelregelthetmotortoerentalenzorgtvoor eencontinuverstelbareregelingvanLANGZAAMtot SNEL(Figuur4).
Chokeknop
Gebruikdechokeknopomeenkoudemotortestarten. Trekdechokeknopomhoogomdezeinteschakelen. Drukdechokeknopomlaagomdezeuitteschakelen.
Aftakasschakelaar
Gebruikdeaftakasschakelaar(PTO)omde maaimessenin-enuitteschakelen(Figuur4),zie
Bedieningvandeaftakas(bladz.16).
Maaidekvan
91cm
Maaibreedte91cm102cm
Breedtemet grasgeleider omlaag
Lengtemet platformomlaag
Lengtemet platformomhoog
Hoogte122cm122cm
Gewicht
131cm142cm
188cm178cm
155cm145cm
343kg351kg
Maaidekvan
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende servicedealerofeenerkendeT orodistributeur, ofbezoekwww.T oro.comvooreenlijstvanalle goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenerzeker vantezijndatdemachinealtijdveiligkanworden gebruikt,moetutervervanginguitsluitendoriginele Toroonderdelenenaccessoiresgebruiken.Gebruik tervervangingnooitonderdelenenaccessoiresvan anderefabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.Dit kanertoeleidendatdegarantieophetproductkomt tevervallen.
102cm
Contactschakelaar
Decontactschakelaar,waarmeeudemotorstarten afzet,heeft3standen:UIT,LOPENenSTART.ZieDe
contactschakelaarbedienen(bladz.17).
Rijhendels
Derijhendelswordengebruiktomdemotorvooruiten achteruittelatenrijdenenombochtennaarlinksof naarrechtstemaken(Figuur4).
Brandstofklep
Sluitdebrandstofafsluitklepwanneerudemachine transporteertofstalt;zieDebrandstofafsluitklep
gebruiken(bladz.24).
11
Gebruiksaanwijzing
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenooitgebruiken. Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen stellenaandeleeftijdvandegenediemetde machinewerkt.Deeigenaarisverantwoordelijk voordeinstructievanallebestuurdersentechnici.
Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
Controleerdeaanwezigheidengoedewerkingvan
dedodemansinrichtingen,veiligheidsschakelaars enafschermingen.Gebruikdemachineuitsluitend alsdezenaarbehorenwerkt.
Controleervoordatubeginttemaaienaltijdde
machineomzekertezijndatdemessen,de mesboutenenhetmaaimechanismeingoede staatzijn.
Inspecteerhetterreinwaaropudemachine
gaatgebruikenenverwijdervoorwerpendiede machinekanuitwerpen.
Inspecteerhetterreinomnategaanwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomde machineveiligengoedtegebruiken.
Brandstofveiligheid
Brandstofisuiterstontvlambaarenzeerexplosief.
Brandofexplosievanbrandstofkanbrandwonden bijuofanderenenmateriëleschadeveroorzaken.
–Omtevoorkomendateenstatischeladingde
brandstoftotontbrandingkanbrengen,moet uhetbenzinevaten/ofdemachinevoordatu detankvultopdegrondplaatsen,nietopeen voertuigofeenanderobject.
–Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Eventueelgemorste brandstofopnemen.
–Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,en
houdbrandstofuitdebuurtvanopenvuuren vonken.
–Alsdemotordraaitofheetis,magde
brandstoftankdopnietwordenverwijderd
enmagdetanknietmetbrandstofworden bijgevuld.
–Probeerdemotorniettestartenalsu
brandstofmorst.Zorgervoordatergeen ontstekingsbronnenindebuurtzijntotdatde brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
–Brandstofineengoedgekeurdvatofbliken
buitenbereikvankinderenbewaren.
Brandstofisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleiden toternstigletselenziekte.
–Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
–Houduwhandenengezichtuitdebuurtvanhet
vulpistoolendeopeningvandebrandstoftank.
–Houdbrandstofuitdebuurtvanogenenhuid.
Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof waakvlammen(b.v.vaneenboilerofandere toestellen)aanwezigkunnenzijn.
Vulbrandstofvatennietineenvoertuig,
vrachtwagenofopeenaanhangermetkunststof beplating.Plaatsvatendieuwiltvullenaltijdopde grond,uitdebuurtvanuwvoertuig.
Laaddemachineuitdevrachtwagenofaanhanger
envuldezebijmetbrandstofwanneerzeop degrondstaat.Alsditnietmogelijkis,vuldan brandstofbijmeteendraagbaarvatinplaatsvan meteenvulpistoolvaneenpomp.
Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren werkt.
Houdhetvulpistoolincontactmetderandvande
benzinetankofhetvattothettankenvoltooidis. Gebruikgeenvergrendelingvoorhetvulpistool.
Alsubrandstofmorstopuwkledingdientuzich
onmiddellijkomtekleden.Eventueelgemorste brandstofopnemen.
Doedebrandstoftanknooittevol.Plaatsde
brandstofdopterugenmaakhemstevigvast.
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud), loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
Ethanol:benzinemetmaximaal10vol.%ethanol
of15vol.%MTBE(methyltertiairebutylether)is geschikt.EthanolenMTBEzijnverschillende stoffen.Benzinemet15%ethanol(E15)per volumeisnietgoedgekeurdvoorgebruik.Gebruik
12
nooitbenzinediemeerdan10%ethanolper volumebevat,zoalsE15(bevat15%ethanol),
E20(bevat20%ethanol),ofE85(bevattot85% ethanol).Hetgebruikvanniet-goedgekeurde benzinekanleidentotverminderdeprestaties en/ofmotorschadediemogelijknietgedektwordt doordegarantie.
Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen brandstofstabilisatorgebruikt.
Eennieuwemachine inrijden
Eennieuwemotorheefttijdnodigomvolvermogen teontwikkelen.Maai-eenhedenenaandrijfsystemen hebbenmeerwrijvingalszijnieuwzijn,waardoor demotorextrawordtbelast.Houderrekeningmee dateennieuwemachineeeninrijperiodevan40 tot50bedrijfsurennodigheeftomvolvermogente ontwikkelenvoordebesteprestaties.
Mengnooitoliedoorbenzine.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikstabilizer/conditionerindemachineom debrandstoflangerverstehouden;volgde aanbevelingenvandefabrikantvandestabilizerop.
Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditieven
diemethanolofethanolbevatten.
Voegdehoeveelheidstabilizer/conditionertoeaan deversebrandstofvolgensdevoorschriftenvande fabrikantvandestabilizer.
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuit,zetde rijhendelsindeVERGRENDELDENEUTRAALST AND ensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder detankdop.
4.Vuldetanktotaandeonderkantvandevulbuis.
Opmerking:Vuldebrandstoftankniet
helemaal.Ditgeeftdebenzineruimteomuitte zetten.
5.Draaidetankdopstevigvast.Neemeventueel gemorstebrandstofop.
Dagelijksonderhoud uitvoeren
Voerelkedag,voordatudemachinestart,de dagelijkseproceduresuitbeschreveninOnderhoud
(bladz.27).
Hetveiligheidssysteem gebruiken
WAARSCHUWING
Niet-aangeslotenofbeschadigde interlockschakelaarskunnenonverwachte gevolgenhebbenvoordewerkingvan demachine.Ditkanlichamelijkletsel veroorzaken.
Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
Controleerelkedagdewerkingvan deinterlockschakelaarsenvervang beschadigdeschakelaarsvoordatude machineweeringebruikneemt.
Werkingvanhetveiligheidssys­teem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomhetinschakelen vandeaftakasalleenmogelijktemakenwanneeru 1vandevolgendedoet:
Zetderechterrijhendelindemiddelste,
onvergrendeldestand.
TrekdeaftakasschakelaarindestandAAN.
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatde maaimessen/hetwerktuigwordenuitgeschakeld alsuderijhendelsbeweegtofvrijzetinde
VERGRENDELDENEUTRAALST AND.
Deurentellerisvoorzienvansymbolenom degebruikersopdehoogtetestellendatde onderdelenvanhetveiligheidssysteemindejuiste standstaan.Alshetveiligheidssysteemzichin dejuistestandbevindt,wordtereendriehoekje verlichtinhetbetreffendehokje(Figuur6).
13
1.Dedriehoekjeswordenverlichtalshetveiligheidssysteem zichindejuistestandbevindt.
Figuur6
9.Duwdeaftakasschakelaaromlaagnaarde standUIT.
Opmerking:Demessen/hetwerktuigmoeten
totstilstandkomen.
10.Bijdraaiendemotor:trekdeaftakasschakelaar naarbovenenlaatdezelos,zonderderechter rijhendelvasttehoudenindemiddelste, onvergrendeldestand.
g009472
Opmerking:Demessen/hetwerktuigmogen
nietingeschakeldworden.
Tijdensgebruik
Hetveiligheidssysteemtesten
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem telkensvoordatudemachinegebruikt.
Opmerking:Alshetveiligheidssysteemnietwerkt
zoalshieronderwordtbeschreven,moetuhetdirect latenreparerendooreenerkendeservicedealer.
1.Startdemotor;zieMotorstarten(bladz.18).
2.Zetderechterrijhendelindemiddelste, onvergrendeldestand.
Opmerking:Demessen/hetwerktuigende
motormoetentotstilstandkomen.
3.Startdemotorenzetdeparkeerremvrij.
4.Zetderechterrijhendelindemiddelste, onvergrendeldestand.
5.Houderijhendelindemiddelste,onvergrendelde stand,trekdeaftakasschakelaaromhoogen laatdeschakelaarlos.
Opmerking:Dekoppelingende
maaimessen/hetwerktuigmoeteningeschakeld worden.
6.ZetderechterrijhendelindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTANDoflaatdezedaarin
terugspringen.
Opmerking:Demessen/hetwerktuigmoeten
totstilstandkomenendemotormoetblijven draaien.
7.Duwdeaftakasschakelaarinenzetderechter rijhendelindemiddelste,onvergrendeldestand.
8.Houderijhendelindemiddelste,onvergrendelde stand,trekdeaftakasschakelaaromhoogen laatdeschakelaarlos.
Opmerking:Dekoppelingende
maaimessen/hetwerktuigmoeteningeschakeld worden.
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukkendiepersoonlijkletselofmateriële schadekunnenveroorzaken,enhijdientzulke ongelukkentevoorkomen.
Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek, stevigeschoenenmeteengripvastezoolen gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlosen draaggeenlossekledingofjuwelen.
Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders kunnenerletselsontstaanofkaneigendom wordenbeschadigd.
Gebruikdemachinenietalsuziek,moeofonder
deinvloedvanalcoholofdrugsbent.
Vervoernooitpassagiersopdemachineenhoud
omstandersenhuisdierenwegvandemachine terwijldezewordtgebruikt.
Gebruikdemachineuitsluitendalshetzichtgoed
isenbijgeschikteweersomstandigheden.Gebruik demachinenietalserkansopbliksemis.
Alsunatgrasennattebladerenmaait,kuntu
uitglijden,inaanrakingkomenmethetmesen ernstigletseloplopen.Gebruikdemachinenietin vochtigeomstandigheden.
Voordatudemotorstart:zorgdatalle
aandrijvingenindeneutraalstandstaan,de parkeerreminwerkingisgesteldenuzichinde bestuurderspositiebevindt.
Zorgervoordatustevigstaatwanneeru
dezemachinegebruikt,inhetbijzonderalsu achteruitrijdt.
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
maai-eenheden.Blijfaltijduitdebuurtvande afvoeropening.
14
Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
Weesuiterstvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomenenandereobjectendie hetzichtkunnenbelemmeren.
Stopdemaaimessenalsunietdaadwerkelijk
maait.
Stopdemachine,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelentot stilstandzijngekomenvoordatuhetmaaidekof hetwerktuigcontroleertnadatueenvoorwerp hebtgeraaktofwanneerdemachineabnormaal beginttetrillen.Voerallenoodzakelijkereparaties uitvoordatudemachineweeringebruikneemt.
Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden oversteektmetdemachine.Verleenaltijd voorrang.
Schakeldemaai-eenheiduitenstopdemotor
voordatudemaaihoogtewijzigt(tenzijudezekunt aanpassenvanuitdebestuurderspositie).
Laatdemotorenkeldraaieningoed
verluchteomgevingen.Uitlaatgassenbevatten koolstofmonoxide,datdodelijkisbijinademing.
Alsudemachineverlaat,laatdezedanniet
draaien.
Doehetvolgendevoordatudebestuurderspositie
verlaat(inclusiefhetlegenvandegrasvangersof deblokkerenvanhetkanaal):
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Schakeldevermogenaftakasuit.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotorafenverwijderhet
contactsleuteltje.
–Wachttotdatallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
Indevolgendegevallenmoetudemachineende
aandrijvingvandemaai-eenheiduitschakelen:
–voordatubrandstofgaatbijvullen
–voordatuverstoppingenverwijdert
–voordatudemaai-eenheidcontroleert,
schoonmaaktoferonderhoudaanverricht
–alsueenvreemdvoorwerpheeftgeraaktofde
machineabnormaalbeginttetrillen.Controleer demaai-eenheidopbeschadigingenrepareer dezeindiennodigvoordatudemachinestart engebruikt
–Voordatudebedieningsplekverlaat
Demachinenietgebruikenalssleepvoertuig.
GebruikalleendoorTheT oro®Company
goedgekeurdeaccessoiresenwerktuigen.
Demachineveiliggebruikenop hellingen
Hetmaaienophellingeniseenbelangrijke
factorbijongelukkenwaarbijdecontroleoverde machinewordtverlorenofdezeomkantelt.Dit kanernstigofdodelijkletselveroorzaken.Ubent verantwoordelijkvooreenveiliggebruikvande machineophellingen.Gebruikvandemachineop hellingenvereistaltijdextravoorzichtigheid.Doe hetvolgendevoordatudemachineopeenhelling gaatgebruiken:
–Leesdeinstructiesvoorgebruikopeenhelling
indehandleidingenopdemachine,enzorg datudezeinstructiesbegrijpt.
–Onderzoekdetoestandvanhetwerkgebied
opdiedagomtebepalenofdemachine veiligkanwordengebruiktopdehelling. Gebruikuwgezondverstandenuw beoordelingsvermogenwanneerudit onderzoekuitvoert.Veranderingeninhet terrein,zoalsdevochtigheidsgraad,kunnen snelvaninvloedzijnopdemanierwaaropde machinereageertopeenhelling.
Werkzijdelingsophellingen,nooitdehellingopen
neer.Werknietoptesteileofnattehellingen.
Spoorgevarenonderaandehellingop.Gebruik
demachinenietindebuurtvansteilehellingen, greppels,oevers,waterofanderegevaren. Demachinekanplotselingomslaanalseen wieloverderandkomtofalsderandinstort. Houdeenveiligeafstand(tweemaaldebreedte vandemachine)tussendemachineen landschapselementendiegevaarlijkkunnen zijn.Gebruikopdielocatieseenloopmaaierof handgedragengereedschap.
Vermijdstarten,stoppenofbochtenmakenop
hellingen.Vermijdplotseveranderingenvan snelheidofrichting;verandertraagengeleidelijk vanrichting.
Gebruikeenmachinenietinomstandigheden
waarbijutwijfeltovertractie,sturenofstabiliteit. Denkeraandatdemachinetractiekanverliezen doordatubergafwaarts,opnatgrasofdwarsop eenhellingmaait.Alsdeaandrijfwielentractie verliezen,kunnenzegaanslippenenkuntu nietmeerremmenofsturen.Demachinekan schuiven,zelfsalsdeaandrijfwielennietdraaien.
Verwijderofletopobstakelsalssloten,gaten,
geulen,hobbels,stenenofandereverborgen gevaren.Inhooggraszijnobstakelsniet altijdzichtbaar.Demachinekanomslaanop oneffenhedeninhetterrein.
Weesextravoorzichtigbijhetgebruikvan
accessoiresofhulpstukken.Dezekunnende machineminderstabielmaken,waardoorude
15
controleoverdemachinekuntverliezen.Volgde instructiesvoorgebruikvancontragewichtenop.
Alsudebeheersingoverdemachineverliest,stap
erdanafenloopwegindetegenovergestelde richtingvanderijrichtingvandemachine.
Parkeerremgebruiken
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneeru demachinestoptofdezeonbeheerdachterlaat. Voorelkegebruikmoetudejuistewerkingvande parkeerremcontroleren.
Alsdeparkeerremnietgoedwerkt,moetudeze afstellen;zieParkeerremgebruiken(bladz.16).
Trekdehendelvandeparkeerremnaarachterenin omdezeinteschakelen(Figuur7).
Duwdeparkeerremhendelnaarvorenomdezeuitte schakelen.
Inschakelenvande aftakasschakelaar(PTO)
g216326
Figuur8
Uitschakelenvande
Figuur7
1.Parkeerrem:ingeschakeld2.Parkeerrem:vrijgesteld
Bedieningvandeaftakas
Gebruikdeaftakasschakelaar(PTO)samenmetde rijhendelsomdemaaimessenofhulpstukkenin-en uitteschakelen.
aftakasschakelaar(PTO)
Figuur9enFiguur10latentweemethodeszienom
deaftakasin-enuitteschakelen.
g009465
g009174
Figuur9
g012895
Figuur10
16
Degashendelbedienen
Decontactschakelaar
Degashendelheefttweestanden:SNELenLANGZAAM (Figuur11).
GebruikaltijddestandSNELwanneerudeaftakas inschakelt.
Figuur11
Dechokebedienen
Gebruikdechokeomeenkoudemotortestarten.
1.Trekdeknopvandechokeomhoogomdeze inteschakelenvoordatudecontactschakelaar inschakelt(Figuur12).
bedienen
Belangrijk:Steldestartmotortelkensnietlanger
dan5secondeninwerking.Alsdemotorniet wilstarten,moetunaelkepoging15seconden wachten.Indienudezeinstructiesnietopvolgt, kandestartmotordoorbranden.
Opmerking:Mogelijkmoetuverschillendekeren
proberenomdemotortestartenalsudemotorvoor heteerststartnadathetbrandstofsysteemhelemaal zonderbrandstofheeftgezeten.
g008946
g031239
Figuur13
2.Drukdeknopvandechokeomlaagomdeze weeruitteschakelennadatdemotorisgestart (Figuur12).
Figuur12
g031281
Figuur14
g008959
1.AAN2.UIT
17
Motorstarten
Demotorafzetten
Belangrijk:Steldestartmotortelkensnietlanger
dan5secondeninwerking.Alsdemotorniet wilstarten,moetunaelkepoging15seconden wachten.Indienudezeinstructiesnietopvolgt, kandestartmotordoorbranden.
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,hoeftu
dechokeniettegebruiken.
Opmerking:Mogelijkmoetuverschillendekeren
proberenomdemotortestartenalsudemotorvoor heteerststartnadathetbrandstofsysteemhelemaal zonderbrandstofheeftgezeten.
VOORZICHTIG
Kinderenofomstanderskunnenletsel oplopenalszijdemachineverplaatsenof proberentebedienenterwijldezeonbeheerd staat.
Verwijderaltijdhetsleuteltjeenstelde parkeerreminwerkingwanneerude bestuurderspositieverlaat.
Laatdemotor60secondenstationairdraaienmeteen lagesnelheid(schildpad)voordatudecontactsleutel naarUITdraait.
Figuur15
g032587
Figuur16
g032586
Belangrijk:Zorgervoordatdebrandstofaf-
sluitklepisgeslotenvoordatudemachine transporteertofstaltomeenbrandstoekte voorkomen.Voordatudemachinestalt,moetude bougie(s)losmakenomtevoorkomendatiemand perongelukdemachinestart.
18
Hetplatformbedienen
Ukuntdemachinegebruikenmethetplatform omhoogofomlaag.Ukuntzelfbeslissenwelkestand uverkiest.
Demachinebedienenmethet platformomlaag
Gebruikdemachinemethetplatformomlaaginde volgendegevallen:
WAARSCHUWING
Hetbestuurdersplatformiszwaarenkanletsel veroorzakenwanneeruhetomhoogofomlaag brengt.Brenghetbestuurdersplatform voorzichtigomhoogofomlaag:ukunt gewondrakenalsuhetplotslaatvallen.
Houdvingersenhandenuitdebuurt vanhetscharnierendegedeeltevanhet platformalshetplatformomhoogof omlaagwordtbewogen.
Zorgervoordathetplatformwordt ondersteundalsudevergrendelpeneruit trekt.
Zorgervoordatdevergrendelinghet platformhoudtalsuhetinklapt.Drukhet platformgoedaanzodatdevergrendelpen opdejuisteplaatsvastklikt.
Houdomstandersopafstandvande machinealsuhetplatformomhoogof omlaagbrengt.
bijgebruikvandemachineindemeeste
omgevingen
hetmaaienophellingen
hetafrijdenvaneenhelling
Omhetplatformomlaagtebrengen,druktuhet platformnaarvorentegenhetkussenzodatde spanningopdevergrendelpenafneemtentrektu vervolgensaandeknopomhetplatformomlaagte brengen(Figuur17).
demachinebedienenmethet platformomhoog
Gebruikdemachinemethetplatformomhooginde volgendegevallen:
alsudemachinegebruiktindebuurtvansteile
randen
alsudemachinegebruiktoptekleineoppervlakten
alsudemachinegebruiktopplaatsenmetlaag
overhangendetakkenofobstakels
alsudemachinelaadtvoortransport
alsueenhellingoprijdt
Omhetplatformomhoogtebrengen,moetude achterzijdevanhetplatformomhoogtrekkenzodatde vergrendelpenen-knopophunplaatsvastklikken. Drukhetplatformgoedaanzodatdevergrendelpen opdejuisteplaatsvastklikt.
1.Platformomhoog
2.Platformomlaag
g012181
Figuur17
3.Deknopuittrekkenomhet platformvrijtezetten.
19
Vooruit-enachteruitrijden
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor, oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut). ZetdegashendelopSNELomdebesteprestatieste verkrijgen.
VOORZICHTIG
Demachinekanergsneldraaien.Ukunt daarbijdecontroleoverdemachineverliezen, watkanleidentotlichamelijkletselenschade aandemachine.
Verminderdesnelheidvandemachine voordatueenscherpebochtmaakt.
Vooruitrijden
1.Schakeldeparkeerremuit;zieParkeerrem
gebruiken(bladz.16).
2.Zetderechterrijhendelindemiddelste, onvergrendeldestand.
3.Zetdesnelheidshendelopdegewenste snelheid.
4.Beweegderijhendelslangzaamnaarvoren (Figuur19).
Opmerking:Demotorwordtuitgeschakeldals
ueenrijhendelbeweegtterwijldeparkeerrem aangetrokkenis.
Opmerking:Hoeverderuderijhendelsineen
vanbeiderichtingenbeweegt,destesnellerde machineindegewensterichtingrijdt.
Opmerking:Omtestoppen,zetubeide
rijhendelsterugindeNEUTRAALSTAND.
Figuur18
1.Voorstereferentiebalk
2.Rijhendellinks5.Derechterrijhendel
3.Rechterreferentiebalk
4.Rijhendelrechts
indeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND
g009473
Figuur19
Achteruitrijden
1.Zetderechterrijhendelindemiddelste, onvergrendeldestand.
2.Beweegderijhendelslangzaamnaarachteren (Figuur20).
g020531
20
Figuur20
Hetgraszijwaartsafvoeren ofmulchen
Dezemachineisuitgerustmeteenscharnierende grasgeleiderdiehetmaaiselzijwaartsenomlaagnaar hetgazonafvoert.
GEVAAR
Zonderaangebrachtegrasgeleider, afvoerafsluiterofcompletegrasvanger kunnenuofandereninaanrakingmethet maaimesofuitgeworpenvoorwerpenkomen. Contactmetdraaiendemaaimessenen
g009474
uitgeworpenvoorwerpenkanlichamelijkof dodelijkletselveroorzaken.
Verwijderdegrasgeleidernietvande machine,wantdegrasgeleidervoert hetmaaiselafnaarhetgazon.Een beschadigdegrasgeleidermoetdirect wordenvervangen.
Steeknooithandenofvoetenonderde machine.
Probeernooitdeuitwerpzoneofde maaibladentereinigenzondereerst debeugelvrijtezettenendeaftakas uitteschakelen.Draaihetsleuteltje naardestandUIT.Verwijderverderhet contactsleuteltjeentrekdebougiekabel(s) vandebougie(s).
Demaaihoogteinstellen
Ukuntdemaaihoogteinstellenvan25tot127mm,in stappenvan6mm.
1.Zetdemaaihoogtehendelindetransportstand (helemaalomhoog).
2.Draaidepen90gradenenverwijderzeuitde maaihoogtebeugel.
3.Kiesdeopeningindemaaihoogtebeugel dieovereenkomtmetdegewenste maaihoogtestand,ensteekdaarinde pen(Figuur21).
4.Drukopdeknopaandebovenzijdeenbreng demaaihoogtehendelomlaagtotaandepen (Figuur21).
21
Standvanafvoerplaat instellen
Devolgendeafbeeldingenzijnslechtsaanbevelingen. Deinstellingisafhankelijkvandegrassoort,het vochtgehalteendehoogtevanhetgras.
Opmerking:Alshetmotorvermogenafneemtende
rijsnelheidvandemaaimachinehetzelfdeblijft,opent udeplaat.
StandA
Figuur21
1.Maaihoogte-openingen3.Maaihoogtehendel
2.Penvoordemaaihoogte
Afvoerplaatinstellen
Ukuntdeuitworpvandemaaieraanpassenaan demaaiomstandigheden.Zorgervoordatude sluitnokendeplaatzodanigplaatstdatuhetbeste maairesultaatverkrijgt.
1.Schakeldeaftakasuit,zetderijhendelsin deVERGRENDELDENEUTRAALST ANDenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Draaidemoerlosomdeplaatteverstellen (Figuur22).
4.Versteldeplaatendemoerindesleuftotde gewensteafvoerstandisbereikt.
g020532
Ditisdevolledigachterwaartsestand(zieFiguur23). Gebruikdezestandindevolgendegevallen:
Maaiomstandighedenmetkort,lichtgras
Drogeomstandigheden
Kleinermaaisel
Werptmaaiselverderwegvandemaaimachine
g012677
Figuur23
g012676
Figuur22
1.Sleuf
2.Moer
22
StandB
Gebruikdezestandalsuhetmaaiselopvangt(Figuur
24).
Figuur24
StandC
uwvoorkeurofomoptimaleprestatiestebereiken bijverschillendewerkomstandigheden.
1gewichttoevoegenofverwijderentotude
gewenstehanteringenbalansvindt.
RaadpleegdeGebruikershandleidingvan
werktuigenvoordeaanbevolengewichten.
Opmerking:Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealeromeensetgewichtentebestellen.
WAARSCHUWING
Overmatigegewichtsveranderingenkunnen dehanteringendebedieningvandemachine beïnvloeden.Ditkanernstigletselbijuof omstanderstotgevolghebben.
Voergewichtsveranderingenslechtsin kleinestappenuit.
g012678
Controleerdemachinenaelke gewichtsveranderingomerzeker vantezijndatudemachineveiligkan bedienen.
Ditisdevolledigopenstand(Figuur25).Gebruik dezestandvoordevolgendeomstandigheden:
Maaiomstandighedenmethoog,dichtgras
Natteomstandigheden
Verminderthetenergieverbruikvandemotor
Maakthogererijsnelheidmogelijkinzware
omstandigheden
Figuur25
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
Schakelaltijddemachineuit,verwijder
hetcontactsleuteltje,wachttotdatalle bewegendeonderdelentotstilstandzijn gekomenenlaatdemachineafkoelen voordatuzeafstelt,schoonmaakt,staltofer onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheden,
degeluiddempersenhetmotorcompartiment ombrandtevoorkomen.Veeggemorsteolieen brandstofop.
Zorgervoordatdebrandstofafsluitklepisgesloten
voordatudemachinestaltoftransporteert.
Schakeldeaftakasuitwanneerudemachine
transporteertofnietgebruikt.
g012679
Staldemachineofhetbrandstofvatnooitinde
buurtvaneenopenvuur,vonkenofeenwaakvlam zoalsdievaneenboilerofeenanderapparaat.
Gewichtengebruiken
Bevestiggewichtenomdebalansteverbeteren.
Ukuntgewichtentoevoegenofverwijderennaar
Gebruikeenoprijplaatvanvolledigebreedtebij
hetladenvandemachineopeenaanhangerof vrachtwagen.
Zetdemachinegoedvastmetspanbanden,
kettingen,kabelsoftouwen.Zoweldevoorsteals
23
deachterstespanbandmoetnaarbenedenen naardebuitenkantvandemachinelopen.
Machinemetdehand duwen
Debrandstofafsluitklep gebruiken
Sluitdebrandstofafsluitkleptijdenstransport, onderhoudenopslag(Figuur26).
Controleerofdebrandstofafsluitklepgeopendisalsu demotorstart.
Dankzijdeomloopventielenkuntudemachinemetde handduwenzonderdatdemotorloopt.
Belangrijk:Umoetdemachinealtijdmetdehand
duwen.Sleepdemachineniet:ditkanschadeaan hethydraulischesysteemveroorzaken.
Belangrijk:Startofbediendemachineniet
terwijldeomloopkleppengeopendzijn.Ukunthet systeembeschadigen.
1.Schakeldeaftakasuit,zetderijhendelsin deVERGRENDELDENEUTRAALST ANDenstelde parkeerreminwerking.
2.Zethetmaaidekindelaagstemaaistand.
Opmerking:Hierdoorkuntubijde
g020864
omloopventielen.
3.Opendeomloopventielenopbeidepompen doordeze1tot2slagenlinksomtedraaien (Figuur27).
Opmerking:Hierdoorkandehydraulische
vloeistoflangsdepompwordengeleiden kunnendewielendraaien.
Opmerking:Draaideomloopventielen
maximaal2slagenomtevoorkomendatdeze uitdebehuizingkomenenervloeistofgaat lekken.
Figuur26
1.AAN2.UIT
g008948
g012680
Figuur27
1.Omloopventielenvanpomp
4.Zetdeparkeerremvrij.
24
5.Duwdemachinenaardegewenstelocatie.
6.Steldeparkeerreminwerking.
7.Sluitdeomloopventielen,maardraaidezeniet tevast.
8.Draaideventielenvastmeteentorsievan12 tot15N·m.
Demachinetransporteren
Gebruikeenaanhangerofvrachtwagenvoorzwaar vervoeromdemachinetetransporteren.Gebruik altijdeenoprijplaatoverdevolledigebreedte. Zorgervoordatdeaanhangerofvrachtwagenis voorzienvanallebenodigderemmen,verlichting enaanduidingendiewettelijkvereistzijn.Lees aandachtigalleveiligheidsinstructies.Metbehulpvan dezeinformatiekuntuvoorkomendatomstandersof uzelfletseloplopen.Raadpleegdelokalevereisten inzakeaanhangwagensendebevestigingvan machines.
WAARSCHUWING
Rijdenopdewegzonderrichtingaanwijzers, verlichting,reectorenofeenbordmetde aanduiding'Langzaamrijdendvoertuig'is gevaarlijkenkanleidentotongelukkendie lichamelijkletselveroorzaken.
1.Oprijplaatovervolledige breedteinopslagstand.
2.Dehellingbaanisminstens 4keerzolangals deafstandvande aanhangwagenofde laadbaktotdegrond
g229507
Figuur28
3.H=Afstandvan delaadbakvande vrachtwagenofaanhanger totdegrond.
4.Aanhanger
Rijdnietmetdemachineopdeopenbareweg.
Eenaanhangerkiezen
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit kanernstiglichamelijkletselofdedood veroorzaken(Figuur28).
Gebruikéénoprijplaatoverdevolledige breedte.Gebruikgeenafzonderlijke oprijplatenvoorelkekantvandemachine.
Zorgervoordatdeoprijplaatminstens 4keerzolangisalsdeafstandvande laadbakvandevrachtwagenofaanhanger totdegrond.
Demachineladen
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit kanernstiglichamelijkletselofdedood veroorzaken.
Gazeervoorzichtigtewerkalsueen machineeenhellingbaanop-/afrijdt.
Rijdemachineachteruitopdeoprijplaat enstapervooruitaf.
Umagnietabruptversnellenofvertragen alsudemachineeenhellingbaanop­ofafrijdt,omdatandersdemachinekan kantelenofudecontroleoverdemachine kuntverliezen.
1.Alsueenaanhangergebruikt,bevestig dezedanaanhetsleepvoertuigensluitde veiligheidskettingenaan.
2.Sluitindienvantoepassingderemmenen verlichtingvandeaanhangeraan.
3.Brengdeoprijplaatnaarbeneden(Figuur28).
25
4.Brenghetplatformomhoog.
Belangrijk:Laathetplatformaltijdomhoog
wanneerudemachinevanofopeen aanhangerrijdt.
5.Rijdemachineachteruitopdeoprijplaat(Figuur
29).
Figuur29
g031405
1.Rijdemachineachteruit opdeoprijplaat.
2.Stapmetdemachine vooruitvandeoprijplaat.
6.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenstel deparkeerreminwerking.
7.Zetdemachinevastbijdevoorstezwenkwielen endeachterbumper;gebruikhierbij spanbanden,kettingen,kabelsoftouwen (Figuur30).Raadpleegdelokalevereisten inzakedebevestigingvanmachines.
g012183
Figuur30
1.Bindogen
26
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstart waardooruenandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Haalhetsleuteltjeuithetcontactenmaakdebougiekabelslosvandebougiesvoordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoertaandemachine.Drukdekabelsopzij,zodatdezeniet onbedoeldcontactkunnenmakenmetdebougies.
Veiligheidbijonderhoud
Doehetvolgendevoordatudemachine
afstelt,schoonmaakt,verlaatofer onderhoudswerkzaamhedenaanverricht:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak. –Schakeldeaandrijvingenuit. –Steldeparkeerreminwerking. –Zetdemotorafenverwijderhet
contactsleuteltje. –Wachttotdatallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen. –Laatdeonderdelenvandemachineafkoelen
voordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
Laatpersoneeldatnietbekendismetde
instructies,nooitonderhoudswerkzaamhedenaan demachineuitvoeren.
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.Stelindienmogelijkde machinenietafterwijldemotorloopt.
Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmet
opgeslagenenergie.
Controleerdewerkingvandeparkeerrem
regelmatig.Indiennodigmoetuderemafstellen eneenonderhoudsbeurtgeven.
Knoeinooitmetdeveiligheidsvoorzieningen.
Controleerregelmatigofzegoedwerken.
Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,de
aandrijvingen,degeluiddemperendemotorom brandtevoorkomen.Veeggemorsteolieen brandstofop.
Controleerregelmatigdeonderdelenvande
grasvangerenvervangzewanneerzeversleten ofbeschadigdzijn.
Vertrouwnietopeenhydraulischsysteemomde
machineteondersteunen;ondersteundemachine altijdmetkriksteunen.
Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaat
verkerenenallehydraulischeaansluitingenstevig vastzitten.Vervangversleten,beschadigdeen
ontbrekendeonderdelenenstickers.Zorgdat allebevestigingsmiddelengoedvastzittenomte verzekerendatdemachineveiligkanworden gebruikt.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenener
zekervantezijndatdemachinealtijdveilig kanwordengebruikt,moetutervervanging uitsluitendorigineleToroonderdelenen accessoiresgebruiken.Gebruiktervervanging nooitonderdelenenaccessoiresvanandere fabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.Ditkan ertoeleidendatdegarantieophetproductkomt tevervallen.
27
Aanbevolenonderhoudsschema
Nadeeerste8bedrijfsuren
Bijelkgebruikofdagelijks
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
•Demotorolieverversen.
•Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren.
•Vervanghethydraulischelter.
•Controleerhetveiligheidssysteem.
•Oliepeilcontroleren.
•Maakhetluchtinlaatroosterschoon(vakeralsdemachinewordtgebruiktinstofge ofvuileomstandigheden).
•Deparkeerremtesten.
•Controlerenvandespelingvanderem.
•Controleerdemaaimessen.
•Deonderkantvanhetmaaidekreinigen.
•Reinigdemachine,vooralnagebruikindewinter.
Omde25bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
Omde200bedrijfsuren
Omde250bedrijfsuren
•Reinighetschuimelementvanhetluchtlter(vakerbijvuileofstofge omstandigheden).
•Smeerdearmenvandespanpoeliesvanhetmaaidek(ditmoetvakergebeurenals demachinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Smeerhethefsysteem(ditmoetvakergebeurenalsdemachinewordtgebruiktin stofgeofvuileomstandigheden).
•Controleerdevonkenvanger(indienaanwezig).
•Debandenspanningcontroleren.
•Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren.
•Hetpapierelementvanhetluchtlterreinigen(vakeralsdemachinewordtgebruikt instofgeofvuileomstandigheden).
•Demotorolieverversen.
•Debougiescontroleren,reinigenenafstellen.
•Controleerdeaccu.
•Controleerdeelektrischekoppeling.
•Controleerenreinigdekoelribbenenomhullingenvandemotor(ditmoetvaker gebeurenalsdemachinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Controleerdedrijfriem(en)vanhetmaaidek.
•Controleerdeaandrijfriemvandepomp.
•Hydraulischeslangencontroleren.
•Hetpapierelementvanhetluchtltervervangen(vakeralsdemachinewordt gebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Hetmotorolieltervervangen.
•VerversdehydraulischevloeistofalsuMobil®1oliegebruikt.
Omde300bedrijfsuren
Omde500bedrijfsuren
Omde800bedrijfsuren
•Klepspelingcontrolerenenafstellen.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
•Steldelagervanhetdraaipuntvanhetzwenkwielaf.
•VerversdehydraulischevloeistofalsuT oro®HYPR-OIL™500hydraulische vloeistofgebruikt.
•Vervanghethydraulischelter.
•Brandstofltervervangen.
28
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
•Werkbeschadigdeoppervlakkenbij.
•Allebovengenoemdeonderhoudsproceduresmoetenwordenuitgevoerdvoordat
Vóórdestalling
Jaarlijks
demachinewordtopgeslagen.
•Werkbeschadigdeoppervlakkenbij.
•Allebovengenoemdeonderhoudsproceduresmoetenwordenuitgevoerdvoordat demachinewordtopgeslagen.
•Dedraaipuntenvandevoorstezwenkwielensmeren(ditmoetvakergebeurenals demachinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
•Dezwenkwielnavensmeren.
•Controleerdemesboutenendegolfringen.Vervanghetluchtlterhuisindiendit beschadigdis.
Belangrijk:Raadpleegdegebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
29
Procedures voorafgaandeaan onderhoud
Demaaieromhoogbrengen omeenvoudigtoegangte krijgen
Ukuntdevoorzijdevandemaaieromhoogbrengen enondersteunenaandeachterzijdezodatu toeganghebttotdeonderkantvandemachineom onderhoudswerkzaamhedenuittevoeren.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
6.Verwijderdedopvandehydraulischetank, plaatseenstukplasticoverdeopeningenplaats dedopterug.
Opmerking:Hierdoorwordtdehydraulische
tankafgedichtenwordtvoorkomendatdetank gaatlekken.
3.Tilhetplatformomhoog;raadpleegdemachine
bedienenmethetplatformomhoog(bladz.19).
4.Verwijderdeaccu;zieVerwijderenvandeaccu
(bladz.40).
Figuur31
g012681
Figuur32
1.Dop3.Hydraulischetank
2.Stukplastic
7.Brengmet2personendevoorzijdevan demaaieromhoogzodatdezerustopde aandrijfbandenenhetplatformindeomhoog gebrachtestand.
8.Voerdeonderhoudswerkzaamhedenuitopde machine.
9.Brengmet2personendevoorzijdevande maaiervoorzichtigomlaagtotdegrond.
10.Verwijderhetplasticonderdedopvande hydraulischetank.
11.Plaatsdeaccuindemachine.
g012597
1.Vleugelmoer
2.Accudeksel5.Accu
3.Minkabel(-)vandeaccu
5.Tapdebrandstofafuitdebrandstoftank;zie
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank(bladz.
39).
4.Pluskabel(+)vandeaccu
30
Hetkussenlosmakenom toegangtekrijgentotde achterzijde
Hetstootkussenkanwordenlosgemaaktomtoegang tekrijgentotdeachterzijdevandemachineen onderhouds-ofafstelwerkzaamhedenuittevoeren.
1.Brenghetplatformomlaag.
2.VerwijderdeR-pennenaanbeidezijdenvanhet stootkussen.
Figuur33
1.Deaccuverwijderen.2.Brengmet2mensende voorzijdevandemaaier omhoog(zorgervoordat hetplatformomhoogis).
g009448
3.Schuifdegroteringenmetplasticlagerbussen naarbinnen.
4.Verwijderhetstoorkussenenlaathetzakkenop hetplatform.
5.Voerdeonderhoudswerkzaamhedenuitopde machineofpasdeinstellingenaan.
6.Brenghetkussenomhoogenschuifhetop depennenaanbeidezijdenvandemachine (Figuur34).
7.Schuifdegroteringenmetplasticbusseninde kussenbeugelenbevestigdezemeteenR-pen (Figuur34).
g009461
g032596
Figuur34
31
Smering
Demachinesmeren
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren—Smeer
dearmenvandespanpoeliesvan hetmaaidek(ditmoetvaker gebeurenalsdemachinewordt gebruiktinstofgeofvuile omstandigheden).
Omde50bedrijfsuren—Smeerhethefsysteem (ditmoetvakergebeurenalsdemachinewordt gebruiktinstofgeofvuileomstandigheden).
Typevet:vetoplithium-ofmolybdeenbasis
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
g012594
Figuur36
Modellenmeteenmaaidekvan102cm
3.Reinigdesmeernippelsmeteendoek.
Opmerking:Verwijderindiennodigverfvan
devoorkantvandetting(s).
4.Zeteensmeerpistoolopdenippel.
5.Spuitvetindenippelstotdaternieuwvetbijde lagersnaarbuitenkomt.
6.Overtolligvetwegvegen.
Indeonderstaandeafbeeldingenwordende smeerpuntenweergegeven.
Figuur35
Modellenmeteenmaaidekvan91cm
g012682
Figuur37
Allemodellen
Draaipuntenvandevoorste zwenkwielensmeren
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
Typevet:vetoplithium-ofmolybdeenbasis
1.Verwijderdestofkapensteldedraaipuntenvan
g012593
dezwenkwielenbij;zieLagervandraaipuntvan
zwenkwielafstellen(bladz.45).
Opmerking:Plaatsdestofkappasterugalsu
klaarbentmethetsmerenvandedraaipunten vandezwenkwielen.
2.Verwijderdezeskantigeplug.
3.Draaieensmeernippelindeopening.
4.Pompsmeervetindesmeernippeltotdatervet bijhetbovenstelagernaarbuitenkomt.
5.Trekdesmeernippeluitdeopening.
32
6.Plaatsdezeskantigeplugendestofkap.
Dezwenkwielnavensmeren
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
Typevet:vetoplithium-ofmolybdeenbasis
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderhetzwenkwieluitdezwenkwielvorken.
4.Verwijderdeafdichtinghoudersuitdewielnaaf (Figuur38).
afstandvanongeveer3mmvrijtussenhet buitensteoppervlakvandeafstandsmoerenhet eindevandeasbinnendemoer.
10.Plaatsdeasmetdemoerinhetwielaande zijdevanhetwielmetdenieuweafdichtingen hetnieuwelager.
11.Laathetopenuiteindevanhetwielomhoog wijzenenvulhetgebiedronddeasaande binnenzijdevanhetwielmetsmeervetvoor algemenedoeleinden.
12.Plaatshettweedelagereneennieuwe afdichtinginhetwiel.
13.Brengafdichtkitaanopdetweedeafstandsmoer endraaidezeopdeasmetdeafgeplattekanten aandebuitenzijde.
14.Draaidemoeraanmeteentorsievan8-9N·m, draaidemoerlosendraaidezeopnieuwvast meteentorsievan2-3N·m.
Opmerking:Zorgervoordatdeasnietbuiten
demoerensteekt.
15.Plaatsdeafdichtinghoudersopdewielnaafen steekhetwielindezwenkwielvork.
Figuur38
1.Afdichtinghouder2.Afstandsmoer
5.Verwijder1afstandsmoervandeasvanhet zwenkwiel.
Opmerking:Erisafdichtkitaangebracht
tussendeafstandsmoerenendeas.Verwijder deas(terwijldeandereafstandsmoerernog aanbevestigdis)vandewielconstructie.
6.Wrikdeafdichtingenlos,inspecteerdelagers opslijtageofbeschadigingenenvervangdeze indiennodig.
7.Smeerdelagersmetsmeervetvooralgemene doeleinden.
8.Plaats1lageren1nieuweafdichtinginhetwiel.
Opmerking:Vervangdepakkingen.
16.Monteerdezwenkwielboutendraaidemoer volledigvast.
Belangrijk:Controleerdeafstellingvanhetlager
g006115
regelmatigomschadeaandeafdichtingenhet lagertevoorkomen.Laathierbijhetzwenkwiel draaien.Hetwielmagniet(meerdan1of2 omwentelingen)vrijronddraaienofzijspeling hebben.Alshetwielblijftdoordraaien,moetude torsievandeafstandsmoerafstellentotdathet wiellichteweerstandondervindt,enafdichtkit voorschroefdraadaanbrengen.
9.Alsbeideafstandsmoerenvandeaszijn verwijderd(ofafgebroken),brengdanafdichtkit aanop1vandeafstandsmoerenendraaideze opdeasmetdeafgeplattekantenaande buitenzijde.
Opmerking:Draaideafstandsmoerniet
volledigtotheteindevandeas.Laateen
33
Onderhoudmotor
Veiligheidvandemotor
Umoetdemotorafzettenvoordatuhetoliepeil
controleertofhetcarterbijvultmetolie.
Houduwkleding,gezicht,handen,voeten
enanderelichaamsdelenuitdebuurtvande geluiddemperenandereheteoppervlakken.
Onderhoudvanhet luchtlter
Onderhoudsinterval:Omde300bedrijfsuren
Controleerbeideelementenenvervangzeindienze schadehebbenopgelopenofbuitengewoonvuilzijn.
Belangrijk:Geenolieophetschuimelement
smeren.
Schuim-enpapierelement verwijderen
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdeomgevingvanhetluchtlterschoon omtevoorkomendatvuilindemotorkomten schadeveroorzaakt(Figuur39).
4.Maakdedekselknoppenlosenverwijderhet luchtlterdeksel(Figuur39).
5.Maakdeslangklemlosenverwijderhet luchtlter(Figuur39).
6.Trekhetschuimelementvoorzichtigvanhet papierelementaf(Figuur39).
g012619
Figuur39
1.Deksel3.Papierelement
2.Slangklem4.Schuimelement
Schuimelementvanhetluchtlter reinigen
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
1.Washetschuimlterinwarmwatermetvloeibare zeep.Alshetelementschoonis,moetuhet grondiguitspoelen.
2.Schuimlterineenschonedoekwikkelenen droogknijpen.
Belangrijk:Vervanghetschuimelementals
hetgescheurdofversletenis.
Papierelementvanhetluchtlter onderhoudsbeurtgeven
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren—Het
papierelementvanhetluchtlter reinigen(vakeralsdemachine wordtgebruiktinstofgeofvuile omstandigheden).
Omde200bedrijfsuren—Hetpapierelement vanhetluchtltervervangen(vakeralsde machinewordtgebruiktinstofgeofvuile omstandigheden).
1.Reinighetpapierelementdoorervoorzichtigop tekloppenenhetstofteverwijderen.
Opmerking:Alshetpapierelementzeer
vuilis,vervanghetdandooreennieuwe papierelement.
2.Controleerhetlteropscheuren,eenvettig oppervlakofbeschadigingvanderubberen afdichting.
34
3.Vervanghetpapierelementalshetis beschadigd.
Belangrijk:Umaghetpapierlterniet
reinigen.
Schuimelementenpapierelement installeren
Belangrijk:Motornooitlatenlopenzonderdat
hetcompleteluchtltergemonteerdis,daar andersdemotorkanwordenbeschadigd.
1.Schuifhetschuimelementvoorzichtigophet papierelement(Figuur39).
2.Monteerhetluchtlteropdebasisvanhet luchtlterofdeslangenzethetvast(Figuur39).
WAARSCHUWING
Contactmetheteoppervlakkenkanlichamelijk letselveroorzaken.
Houduwkleding,gezicht,handen,voeten enanderelichaamsdelenuitdebuurtvande geluiddemperenandereheteoppervlakken.
Belangrijk:Hetcarternooitovervullenmetolie.
Hierdoorkandemotorbeschadigdraken.Laat demotornooitlopenalsdeolielagerstaatdan deonderstemarkering,omdatdemotordaardoor beschadigdkanraken.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
3.Monteerhetluchtlterdekselenzetditvastmet dedekselknop(Figuur39).
Motorolieverversen
Motorolietype
Oliesoort:detergent-olie(APIserviceclassSJof
hoger)
Carterinhoud:1,7lzonderlter;1,5litermetlter
Viscositeit:zieonderstaandetabel:
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Controleerhetoliepeilzoalswordtgetoondin (Figuur41).
Figuur40
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Opmerking:Controleerhetoliepeilalsdemotor
koudis.
g004216
35
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
Opmerking:Geefdeafgewerkteolieafbijeen
inzamelcentrum.
g020534
1.Parkeerdemachinezodatdeaftapkantiets lagerstaatdandeanderekantzodatalleolie kanweglopen.
2.Schakeldeaftakasuit,zetderijhendelsin deVERGRENDELDENEUTRAALST ANDenstelde parkeerreminwerking.
3.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
4.Verversdemotoroliezoalswordtgetoondin
Figuur42.
Figuur41
g020534
g194611
g032598
Figuur42
5.Gietlangzaamongeveer80%vande gespeciceerdeolieindevulbuisenvoeg langzaamderestvandeolietoetothetpeilde markeringVolbereikt(Figuur43).
36
Figuur43
6.Startdemotorenrijdnaareenvlakgebied.
7.Controleerhetoliepeilopnieuw.
Hetmotorolieltervervangen
g020534
g194610
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren
Opmerking:Vervanghetolieltervandemotor
vakeralsdemachinewordtgebruiktinzeerstofgeof zanderigeomstandigheden.
1.Laatdeolieuitdemotorlopen;raadpleeg
Motorolieverversen(bladz.36).
2.Vervanghetmotorolielter(Figuur44).
g027477
Figuur44
Opmerking:Controleerofdepakkingvanhet
olieltercontactmaaktmetdemotorendraai hetlternog¾slagextravast.
3.Vulhetcartermethetjuistetypenieuweolie;zie
Motorolietype(bladz.35).
Onderhoudvandebougie
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
Controleerofdeelektrodenafstandtussendecentrale elektrode-endemassa-elektrodecorrectisvoordatu debougiemonteert.
Gebruikeenbougiesleutelvoorhet(de)monterenvan debougie(s)eneenvoelermaatvoorhetmetenen afstellenvandeelektrodenafstand.Monteerindien nodignieuwebougies.
Type:NGK®BPR4ESofeenequivalenttype
37
Elektrodenafstand:0,75mm
Bougieverwijderen
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderdebougiezoalswordtgetoondin
Figuur45.
Bougiemonteren
g027661
Figuur47
g012187
Vonkenvangercontroleren
Figuur45
Bougiecontroleren
Belangrijk:Maakdebougie(s)nietschoon.
Verwijdereenbougiealtijdalsdeze:eenzwarte laagheeft,alsdeelektrodenversletenzijn,alser eenvettigelaagopligtofalsdebougiescheuren vertoont.
Alsdeisolatorlichtbruinofgrijsis,werktdemotor naarbehoren.Eenzwartelaagopdeisolatorduidt meestalopeenvuilluchtlter.
Steldeafstandinop0,75mm.
Figuur46
Voormachinesmeteen vonkenvanger
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren
g027478
g027479
WAARSCHUWING
Heteonderdelenvanhetuitlaatsysteem kunnenbrandstofdampenontsteken,zelfs nadatudemotorhebtafgezet.Hetedeeltjes dietijdenshetgebruikvandemotoruitde uitlaatkomen,kunnenontvlambaarmateriaal ontsteken,waardoorlichamelijkletselof materiëleschadekanontstaan.
Vulgeenbrandstofbijenlaatdemotorniet lopentotdatdevonkenvangerisgeplaatst.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Wachttotdegeluiddemperisafgekoeld.
4.Alsuscheurenzietinhetschermofindelassen moetudevonkenvangervervangen.
5.Alshetschermverstoptraakt,verwijderdan devonkenvangerenschuddedeeltjeseruit. Reinighetschermmeteenstaalborstel(laathet schermindiennodigwekeninoplosmiddel).
6.Plaatsdevonkenvangerterugopdeuitlaat.
38
Onderhoud brandstofsysteem
Brandstofaftappenuitde brandstoftank
Opmerking:Gebruikeenhevelpomp(sifonpomp)
omdebrandstofuitdetanktehalen.Eendergelijke pompisbijdevakhandelverkrijgbaar.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstof uiterstontvlambaarenzeerexplosief.Brand ofexplosievanbrandstofkanbrandwonden bijuofanderenenmateriëleschade veroorzaken.
Verrichtonderhoudswerkzaamhedenin verbandmethetbrandstofsysteemalsde motorkoudis.Doeditbuitenopeenopen terrein.Eventueelgemorstebrandstof opnemen.
Rooknooitalsubenzineaftaptenblijf uitdebuurtvanopenvuurofalsdekans bestaatdatbenzinedampendooreenvonk kunnenontbranden.
g020861
Figuur48
1.Brandstoftankdop
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde800bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)
Naverwijderingmagueenvuillternietopnieuwaan debrandstofslangmonteren.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Reinighetgebiedronddedopvande brandstoftankomtevoorkomendatde brandstoftankverontreinigdraakt(Figuur48).
4.Verwijderdedopvandebrandstoftank.
5.Steekeensifonpompindebrandstoftank.
6.Gebruikdepompomdebrandstofnaareen schonejerrycanovertehevelen(Figuur48).
7.Neemeventueelgemorstebrandstofop.
Opmerking:Neemeventueelgemorstebrandstof
op.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Sluitdebrandstofafsluitklep;zieDe
brandstofafsluitklepgebruiken(bladz.24)
4.Vervanghetbrandstoflterzoalswordtgetoond inFiguur49.
39
Onderhoudelektrisch systeem
Veiligheidvanhet elektrischsysteem
Maakdeaccukabellosofverwijderdebougiekabel
voordatureparatiewerkzaamhedengaat verrichtenMaakeerstdeminpoolvandeacculos endaarnadepluspool.Sluiteerstdepluspoolvan deaccuaanendaarnademinpool.
Laaddeaccuopineenopen,goedgeventileerde
ruimte,uitdebuurtvanvonkenenopenvuur.Haal deopladeruithetstopcontactvoordatudeaccu aan-ofloskoppelt.Draagbeschermendekleding engebruikgeïsoleerdgereedschap.
Onderhoudvandeaccu
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
Figuur49
Houddeaccualtijdschoonenvollediggeladen.Veeg
g033082
deaccubehuizingschoonmeteentissue.Alsde accupolenzijngeoxideerd,moetudezeschoonmaken meteenoplossingvanvierdelenwateren1deel zuiveringszout.Brengeenlaagjevetopdeaccupolen aanomcorrosietevoorkomen.
Spanning:12V
Verwijderenvandeaccu
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.VerwijderdeaccuzoalsgetoondinFiguur50.
40
Accuopladen
WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassen dietotontplofngkunnenkomen.
Rooknooitindebuurtvandeaccuenzorg ervoordatergeenvonkenofvlammenvlakbij deaccukomen.
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijd
vollediggeladenis(soortelijkgewicht1,265)om tevoorkomendatdeaccubeschadigdwordtbij temperaturenonder0°C.
1.Verwijderdeaccuvanhetchassis;raadpleeg
Verwijderenvandeaccu(bladz.40).
2.Zuurpeilcontroleren.
3.Zorgervoordatdevuldoppenopdeaccuzijn geplaatst.
4.Laaddeaccuéénuuropbij25–30Aof6uur bij4–6A.
Figuur50
5.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haaltu deacculaderuithetstopcontactenmaaktude oplaadkabelslosvandeaccuklemmen(Figuur
51).
6.Monteerdeaccuindemachineensluitde accukabelsaan;zieDeaccuplaatsen(bladz.
g273408
42).
Opmerking:Gebruikdemachinenooit
wanneerdeaccuislosgekoppeld;ditkan beschadigingenaanhetelektrischesysteemtot gevolghebben.
g000538
Figuur51
1.Pluspoolvandeaccu
2.Minpoolvandeaccu
41
3.Rode(+)oplaadkabel
4.Zwarte(–)oplaadkabel
Deaccuplaatsen
PlaatsdeaccuzoalswordtgetoondinFiguur52.
Onderhoudvande zekeringen
Deelektrischeinstallatieisbeveiligddoormiddelvan zekeringen.Erisgeenonderhoudnodig.Alsereen zekeringisdoorgebrand,moetuhetonderdeelof circuitcontrolerenopdefectenofkortsluiting.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Maakhetstootkussenvoordebestuurderlos vandeachterzijdevandemachine.
4.Trekdezekeringeruitenvervangdeze(Figuur
53).
5.Plaatshetstootkussenvoordebestuurder.
Figuur52
g273407
1.Zekeringoptioneel
accessoire(15A)
2.Zekeringaftakas(10A)4.Hoofdzekering(30A)
Figuur53
3.Zekeringlader(25A)
g032599
42
Onderhoud aandrijfsysteem
Desporingafstellen
Alsudebeiderijhendelsevenvernaarvorenduwten demachinetrektnaar1kant,danmoetudesporing alsvolgtafstellen.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Maakhetkussenlosvandeachterzijdevande machine.
4.Draaiderechterkabelafstellingzo,datde rechterrijhendelinhetmiddenvandesleufvoor deneutraalstandinhetbedieningspaneelstaat (Figuur55).
g017848
Figuur55
1.Linkerkabelafstelling3.Rechterkabelafstelling
2.Kabelvergrendeling
Figuur54
1.Rijhendellinks3.VERGRENDELDE
2.Rijhendelrechts
5.Draaidelinkerkabelafstellingzo,datdesnelheid vanhetlinkerwielovereenkomtmetdeeerder ingesteldesnelheidvanhetrechterwiel.
6.Pasdeschroefaaninstappenvaneenkwart draaitotdemachinerechtspoort.
NEUTRAALSTAND
4.Steldeuitlijning voor/achtervande rijhendelsaf.
Opmerking:Verstelalleendelinkerkabelom
desnelheidvanhetlinkerwielgelijktemaken aandievanhetrechterwiel.Steldesnelheid vanhetrechterwielnietopnieuwinomdat hierdoorderechterrijhendelnietmeerinhet middenvandesleufvoordeneutraalstandin hetbedieningspaneelstaat.
7.Controleerofdesporingjuistis.
Opmerking:Alsdemachinenietstartnadat
udesporinghebtaangepast,controleerdan ofhetraakvlakvoordeafstandschakelaar uitgelijndismetdeboutaanderijhendel;zie
Afstandschakelaarafstellen(bladz.43).
8.Steldekabelnetzolangaftotdatdesporing correctis.
g015241
9.Controleerofdemachinenietkruiptinde neutraalstandmetdeparkeerreminwerking.
Belangrijk:Draaideverbindingenniettever,
omdatdemachinehierdoorkangaankruipenin deneutraalstand.
Afstandschakelaar afstellen
Voerdevolgendestappenuitalsdemachinenietstart nadatudesporinghebtafgesteld.
1.Zorgdatdeboutaanderijhendeluitgelijndis methetraakvlakvandeafstandsschakelaar (Figuur56).
2.Zetindiennodigdeboutenlosenstel deafstandsschakelaaraftothetraakvlak overeenkomtmetdeboutaanderijhendel (Figuur56).
43
3.Controleerdeafstandvandebouttotde afstandsschakelaar;dezemoet0,51tot 1,02mmbedragen;zieFiguur56.
4.Alsafstellingnodigis,draaidandecontramoer losensteldeboutinopdejuisteafstand.
5.Draaidecontramoervastalsdeboutafgesteld is(Figuur56).
6.Beproefhetveiligheidssysteem(interlock)voor gebruikvandemachine.
Debandenspanning controleren
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren/Maan-
delijks(houdhierbijdekortste periodeaan)
Dejuistebandenspanningvoordeachterbandenis 0,83tot0,97bar.
Belangrijk:Eenongelijkebandenspanningkan
leidentotonregelmatigemaairesultaten.
Opmerking:Devoorbandenzijnsemi-pneumatisch
enhoevennietopspanningtewordengehouden.
1.Raakvlakvan
afstandsschakelaar
2.Afstandsschakelaar
3.Boutenenmoeren
g001055
Figuur57
c:\data\documentum\checkout\g015609
Figuur56
4.Boutaanderijhendel
5.0,51tot1,02mm
6.Contramoer
44
Lagervandraaipuntvan
Elektrischekoppeling
zwenkwielafstellen
Onderhoudsinterval:Omde500bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderdestofkapvanhetzwenkwielendraai deborgmoeraan(Figuur58).
4.Draaideborgmoeraantotdatdeveerringenvlak liggen,endraaidezevervolgenseen¼slag terugomdevoorspanningopdelagerscorrect aftestellen(Figuur58).
Belangrijk:Zorgervoordatdeveerringen
goedzijngeplaatst,zoalsgetoondinFiguur
58.
5.Plaatsdestofkap(Figuur58).
afstellen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Controleerdeelektrische koppeling.
Dekoppelingisafstelbaarzodatergoedgeschakeld engeremdkanworden.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Steekeenvoelermaatvan0,4tot0,5mmdoor eeninspectiesleufindezijkantvandeeenheid.
Opmerking:Verzekerdatdevoelermaatzich
tussenhetarmatuurenhetfrictie-oppervlakvan derotorbevindt.
Opmerking:Deopeningmoetminimaal
0,4mmenmaximaal0,5mmbedragen.
4.Alsafstellingnodigis,gebruikdaneen voelermaatvan0,4mmomde3afstelsleuven aftestellen.
Figuur58
1.Schotelveren3.Stofkap
2.Borgmoer
5.Draaideborgmoerenaantotdatdevoelermaat lichtisvastgeklemdmaargemakkelijkbinnende spleetkanbewegen(Figuur59).
6.Herhaaldezeprocedurebijdeoverigegleuven.
7.Controleernogmaalselkesleufenstellichtjes bijtotdatdevoelermaattussenderotorende armatuurhiermeezeerlichtcontactmaakt.
g001297
g009482
Figuur59
1.Stelmoer
2.Sleuf
3.Voelermaat
45
Onderhoudkoelsysteem
Luchtinlaatroosterreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Verwijdervóórelkgebruikaangekoektgras,vuilof andererommelvandecilinderendekoelribbenvan decilinderkop,hetluchtinlaatroosterophetuiteinde vanhetvliegwielenderegelhendelsendekoppeling vandecarburateur.Ditdraagtbijtoteenadequate koelingvandemotoreneencorrectmotortoerental enverkleintdekansdatdemotoroververhitraaktof mechanischeschadeoploopt.
Hetkoelsysteemreinigen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Controleerenreinigde koelribbenenomhullingenvande motor(ditmoetvakergebeuren alsdemachinewordtgebruiktin stofgeofvuileomstandigheden).
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
1.Beschermkap4.Ventilatorbehuizing
2.Luchtinlaatrooster
3.Bout
g017626
Figuur60
5.Schroef
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderhetluchtinlaatroosterende ventilatorbehuizing(Figuur60).
4.Verwijdervuilengrasvandemachineonderde­len.
5.Monteerhetluchtinlaatroosterende ventilatorbehuizing(Figuur60).
46
Onderhoudenremmen
Deparkeerremtesten
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Voorelkgebruikmoetudeparkeerremcontrolerenop eenhorizontaaloppervlakeneenhelling.
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneerude machinestoptofdezeonbeheerdachterlaat.Alsde parkeerremnietgoedwerkt,moetudezeafstellen.
1.Schakeldeaftakasuitensteldeparkeerrem inwerking
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Zetdeparkeerremvrij.
4.Schakelderemhendelinencontroleerofde machinebeweegt.
5.Stelderemafindienditnodigis.
g021180
Figuur61
1.Wiel3.Despelingmoettussen3 en6mmzijn.
2.Remstaaf4.Meetdekleinsteafstand tussendestaafende band.
Controlerenvandespeling vanderem
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Belangrijk:Zorgdatdemachineopeen
horizontaaloppervlakstaatbijhetcontrolerenen afstellenvanderem.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Controleerdebandenspanning;zieDe
bandenspanningcontroleren(bladz.44).
4.Schakeldeparkeerremuit;zieParkeerrem
gebruiken(bladz.16).
5.Metderemvrij:meetdeafstandtussende remstaafendebandaanelkekant.
6.Gebruikdekantmetdekleinsteafstandals referentie,verzekerdatdeafstand3tot6mm bedraagt,zoalsinFiguur61,zieRemmen
afstellen(bladz.48)alsdeafstandnietjuistis.
47
Remmenafstellen
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Zetdeparkeerremvrij.
4.Omderemaftestellen,verwijdertudeborgpen endegaffelpenuitdeondersteremhendelen degaffel(Figuur62).
5.Steldegaffelaf(Figuur61).
Opmerking:Deafstandtussenderemstaaf
endebandmoettussen3en6mmzijn.
Onderhoudriemen
Deriemencontroleren
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Controleerdedrijfriem(en)van hetmaaidek.
Controleerderiemenopscheuren,gerafelderanden, schroeiplekken,slijtage,tekenenvanoververhitting enandereschade.
Tekenendateenriemaanhetslijtenis,zijn:gieren tijdenshetdraaienvanderiem,slippenvande messentijdenshetmaaien,gerafelderanden, schroeiplekkenenscheuren.Vervangderiemalsu eenvandezetekenengewaarwordt.
Opmerking:Draaidegaffelnaarbovenomde
remstrakkeraftestellen.Draaidegaffelnaar onderenomderemminderstrakaftestellen.
6.Controleeropnieuwdewerkingvanderem;zie
Deparkeerremtesten(bladz.47).
7.Bevestigdegaffelaandeondersteremhendel metdeborgpenendegaffelpen(Figuur62).
Drijfriemvanmaaidek vervangen
Belangrijk:Debevestigingenopdedeksels
vandezemachinezijnzoontworpendatzeop hetdekselblijvenzittennadatdebevestiging islosgemaakt.Draaiallebevestigingenopeen dekseleenpaarslagenlosserzodathetdeksel loszitmaarnogwelbevestigdisendraaide bevestigingendaarnapashelemaallostotdathet dekselerafkomt.Hiermeevoorkomtudatuper ongelukdeboutenvandeborgringenlosdraait.
Machinesmeteenmaaidekvan 91cm
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
Figuur62
1.Gaffel3.Ondersteremhendel
2.Gaffelpen
4.R-pen
3.Draaideboutenlosenverwijderderechter riemkapsamenmetdebijbehorendebout.
g013291
4.Verwijderdeveervandeankerpostopdearm vandespanpoelie(Figuur63).
5.Verwijderdeversletendrijfriem(Figuur63).
6.Plaatsdenieuwedrijfriemrondde koppelingspoelie,depoeliesvanhet maaidekendespanpoelie(Figuur63).
7.Monteerdeveeraandeankerpostopdearm vandespanpoelie(Figuur63).
8.Bevestigderiemkapophetmaaidekendraai deboutvast.
48
Figuur63
1.Riem3.Veer
2.Veerbelastespanpoelie
Machinesmeteenmaaidekvan 102cm
A.Verwijderdeveervandeankerpostopde
armvandespanpoelie(Figuur65).
B.Verwijderdeversletendrijfriem(Figuur65).
C.Plaatseennieuwedrijfriemomdepoelies
vanhetmaaidek,dekoppelingspoelie,en despanpoelie(Figuur65).
g012738
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Draaideboutenlosenverwijderderiemkappen samenmetdebouten.
4.Verwijderdeveervandeankerpostopdearm vandespanpoelie(Figuur63).
Figuur64
1.Riem3.Veerbelastespanpoelie
2.Veer
5.Verwijderdedrijfriemvanhetrechtermaaidek (Figuur64).
6.Alsudedrijfriemvanhetlinkermaaidek vervangt,gadandoormetdestappen hieronder;zonietgadannaarstap7.
g012737
Figuur65
1.Riem3.Veer
2.Veerbelastespanpoelie
7.Plaatsdeeerderverwijderdeofnieuwedrijfriem omdepoeliesvanhetrechtermaaidekende spanpoelie(Figuur64).
8.Monteerdeveeraandeankerpostopdearm vandespanpoelie(Figuur63).
9.Bevestigderiemkappenophetmaaideken draaideboutenvast.
Aandrijfriemvanpomp vervangen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Controleerdeaandrijfriemvan depomp.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
g012707
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Verwijderdeaandrijfriemvanhetmaaidek;zie
Drijfriemvanmaaidekvervangen(bladz.48).
4.Kanteldemachine;raadpleegDemaaier
omhoogbrengenomeenvoudigtoegangte krijgen(bladz.30).
5.Verwijderdeborstbout,moerenringvanhet motordekendegekoppeldeveer(Figuur66).
49
Onderhoud bedieningsysteem
Derechterrijhendel afstellen
Alsderijhendelsnietopéénhorizontalelijnstaan, moetuderechterrijhendelafstellen.
Opmerking:Steldehorizontaleuitlijningin,endan
deuitlijningvoor/achter.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Duwderechterrijhendelomlaaguitde
VERGRENDELDENEUTRAALST AND(Figuur67).
Figuur66
1.Hydraulischepompen4.Bevestigingvankoppeling
2.Spanpoelie5.Aandrijfriemvanpomp
3.Koppelingspoelie6.Borstbout,moerenring
6.Verwijderdeaandrijfriemvandepomp(Figuur
66).
7.Plaatseennieuweriemronddekoppelingende 2poeliesvandepomp.
8.Monteerdeveeropdeborstboutenring,en bevestigmetdemoeraanhetmaaidek(Figuur
66).
9.Brengdemachineomlaagnaarde inbedrijfpositie.
10.Plaatsdeaandrijfriemvanhetmaaidek;zie
Drijfriemvanmaaidekvervangen(bladz.48).
4.Controleerofderechterrijhendelhorizontaal uitgelijndismetdelinkerrijhendel(Figuur67).
g015402
g009436
Figuur67
1.Rijhendellinks
2.Derechterrijhendel
indeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND
3.Controleerhierde horizontaleuitlijning.
4.Rijhendelrechts
Opmerking:Omderechterrijhendel
horizontaalteverstellen,versteltudenok.
5.Maakhetkussenlosvandeachterzijdevande machine.
6.Draaidemoerloswaarmeedenokisbevestigd (Figuur68).
50
Figuur69
g012706
Figuur68
1.Nok2.Moer
7.Versteldenoktotdatdezeisuitgelijndmetde linkerrijhendelendraaidemoervandenok vast.
Opmerking:Beweegdenokrechtsom(inde
verticalestand)omdehendeltelatenzakken, enlinksom(indeverticalestand)omdehendel omhoogtebrengen.
Belangrijk:Zorgervoordathetvlakke
gedeeltevandenoknietboveneenverticale standgaat(linksnochrechts);anderskuntu deschakelaarbeschadigen.
Deneutraalstandvande rijhendelsafstellen
Belangrijk:Verzekernahetafstellenvande
rijhendelsdatdesporingjuistis(Figuur69).
1.Rijhendellinks3.VERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND
2.Rijhendelrechts4.Lijnderijhendelsuitzodat zenaastelkaarstaan (uitlijningvoor-achter).
g024053
2.Controleerofderechterrijhendelgemakkelijkin
deVERGRENDELDENEUTRAALSTANDglijdt.
Opmerking:Draaidekabelafstellingrechtsom
omderijhendelnaarvorentebewegen.Draai dekabelafstellinglinksomomderijhendelnaar achterentebewegen.
3.Draaidekabelafstellingaanderechterkantals
erafstellingnodigis.
Opmerking:Steldekabelafstellingafin
stappenvaneenkwartdraai.
4.Nadatderechterrijhendelzoisafgesteld
datdezegemakkelijkindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTANDglijdt,steltudelinkerrijhendel
zoindatdezeisuitgelijndmetderechter rijhendel.
5.Controleerofdesporingjuistis;zieDesporing
afstellen(bladz.43).
6.Plaatsdekabelvergrendelingopde
kabelafstellingmoerenomdeafstellingteborgen (Figuur70).
Opmerking:Steldehorizontaleuitlijningin,endan
deuitlijningvoor/achter.
Alsderijhendelsnietvoor-achterzijnuitgelijnd,ofde rechterrijhendelnietmakkelijkindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTANDspringt,steldandeneutraalstandvan
dehendelsin.
1.Nadatudehorizontaleuitlijninghebtvoltooid, moetudeuitlijningvoor-achtercontrolerendoor derijhendelsnaarvorenteduwenomeventuele spelingindeoverbrengingvanderijhendelste verhelpen(Figuur69).
51
1.Linkerkabelafstelling3.Rechterkabelafstelling
2.Kabelvergrendeling
Figuur70
Onderhoudhydraulisch systeem
Veiligheidvanhet hydraulischesysteem
Waarschuwonmiddellijkeenartsalser
hydraulischevloeistofisgeïnjecteerdindehuid. Geïnjecteerdevloeistofmoetbinnenenkeleuren operatiefwordenverwijderddooreenarts.
Controleerofallehydraulischeslangenen
leidingeningoedestaatverkerenenalle hydraulischeaansluitingenenttingsstevig vastzittenvoordatudrukzetophethydraulische systeem.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhogedruk hydraulischevloeistofontsnapt.
g017848
Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier.
Hefalledrukinhethydraulischesysteemop
veiligewijzeop,voordatuwerkzaamhedengaat verrichtenaanhethydraulischesysteem.
Specicatiesvanhet hydraulischesysteem
Typehydraulischevloeistof:T oro
500hydraulischevloeistofofMobil synthetischemotorolie.
Inhoudvanhethydraulischesysteem:2,0L
Belangrijk:Gebruikdevoorgeschreven
vloeistof.Anderevloeistoffenkunnenhetsysteem beschadigen.
®
®
HYPR-OIL
115W-50
Hydraulischevloeistof controleren
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren
Opmerking:Dekeerplaatindetankgeeft2niveaus
aan,afhankelijkofdevloeistofwarmofkoudis.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
52
3.Reinighetgebiedronddevulbuisendedopvan dehydraulischetank(Figuur71).
Figuur71
1.Dop
2.Keerplaat
3.Peilkoudevloeistof–Vol
4.Peilwarmevloeistof–Vol
4.Verwijderdedopvandevulbuis(Figuur71).
Opmerking:Kijkindevulbuisomhet
vloeistofpeilinhetreservoirtecontroleren.
5.Voegvloeistoftoeaanhetreservoirtothet peildemarkeringvoorkoudevloeistofopde keerplaatbereikt.
WAARSCHUWING
Warmehydraulischevloeistofkanernstige brandwondenveroorzaken.
Laatdehydraulischevloeistofafkoelen voordatuonderhoudswerkzaamheden uitvoertaanhethydraulischesysteem.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen
g012005
totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Dopvanhydraulischreservoirverwijderen.
4.Devoorstehydraulischeslangbevindtzich onderdehydraulischetank.Plaatseen opvangbakonderdetank(Figuur72).
5.Draaideslangklemenverplaatsdezeomlaag langsdeslang.
6.Verwijderdevoorstehydraulischeslangenlaat devloeistofuitdetanklopen.
6.Laatdemachine15minutenlangzaamstationair lopenomdeluchtuithetsysteemteverwijderen endevloeistofwarmtelatenworden.
7.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
8.Controleerhetpeilalsdevloeistofwarmis. Voegindiennodigvloeistoftoeaanhetreservoir tothetpeilzichtussenhetkoudeenhetwarme peilbevindt.
Opmerking:Hetvloeistofpeilmoetonderde
warm-markeringopdekeerplaatstaanalsde vloeistofwarmis(Figuur71).
9.Plaatsdedopterugopdevulbuis.
Hydraulischevloeistof vervangen
Onderhoudsinterval:Omde250bedrijfsu-
ren—Verversdehydraulische vloeistofalsuMobil
Omde500bedrijfsuren—Verversde hydraulischevloeistofalsuT oro 500hydraulischevloeistofgebruikt.
®
1oliegebruikt.
®
HYPR-OIL
g012575
Figuur72
1.Hydraulischetank3.Voorstehydraulische
2.Hydraulischlter
slang
7.Vervanghethydraulischelter;zieHydraulisch
ltervervangen(bladz.54).
8.Sluitdehydraulischeslangaanonderdetank.
9.Voegvloeistoftoeaandetanktothetpeilde markeringvoorkoudevloeistofopdetank bereikt.
Belangrijk:Gebruikdevoorgeschreven
vloeistofofequivalent.Anderevloeistoffen
kunnenschadeaanhetsysteemveroorzaken.
10.Plaatsdedopopdehydraulischetank.
53
11.Startdemotorenlaatdezeongeveer2minuten lopenomluchtuithetsysteemteverwijderen
5.Smeereendunlaagjehydraulischevloeistofop derubberenpakkingvanhetnieuwelter.
12.Zetdemotorafencontroleeroplekkages.
Opmerking:Alseenofbeidewielennietwillen
draaien,raadpleegdanHydraulischsysteem
ontluchten(bladz.55).
13.Controleerhetvloeistofpeilenvulindiennodig vloeistofbij.
Belangrijk:Niettevolvullen.
Hydraulischlter vervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde500bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij dekortsteperiodeaan)
WAARSCHUWING
Warmehydraulischevloeistofkanernstige brandwondenveroorzaken.
Laatdehydraulischevloeistofafkoelen voordatuonderhoudswerkzaamheden uitvoertaanhethydraulischesysteem.
6.Monteerhetnieuwehydraulischelterophet ltertussenstuk.
7.Draaihetolielterrechtsomtotdatderubberen pakkingcontactmaaktmethetltertussenstuk. Draaihetltervervolgensnogeens½slag (Figuur74).
Figuur74
1.Hydraulischlter
2.Pakking
8.Neemgemorstevloeistofop.
3.Tussenstuk
g001043
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Plaatseenopvangbakonderhetlter(Figuur
73).
Figuur73
9.Controleerhetvloeistofpeilindetankenvoeg vloeistoftoeaandetanktothetpeildemarkering voorkoudevloeistofopdetankbereikt.
Belangrijk:Gebruikdevoorgeschreven
vloeistofofequivalent.Anderevloeistoffen kunnenschadeaanhetsysteemveroorzaken.
10.Startdemotorenlaatdezeongeveer2minuten lopenomluchtuithetsysteemteverwijderen.
11.Zetdemotorafencontroleeroplekkages.
Opmerking:Alseenofbeidewielenniet
draaien,raadpleegdanHydraulischsysteem
ontluchten(bladz.55).
12.Controleerhetvloeistofpeilenvulindiennodig vloeistofbij.
Belangrijk:Niettevolvullen.
g012576
1.Hydraulischetank
4.Verwijderhetoudelterenveegdepakkingvan deltertussenstukschoon(Figuur74).
2.Hydraulischlter
54
Hydraulischsysteem
Onderhoudvanhet
ontluchten
Hettractiesysteemontluchtzichzelf,maarhetkan noodzakelijkzijnhetsysteemteontluchtenalsde vloeistofwordtververstofnadaterwerkzaamheden zijnverrichtaanhetsysteem.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Brengdeachterzijdevandemachineomhoog opassteunentotdeaandrijfwielenvandegrond komen.
4.Startdemotorenzetdegashendelopstationair.
Opmerking:Alshetwielnietdraait,kuntuhet
systeemontluchtendoordebandvoorzichtig naarvorentedraaien.
5.Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistof engietindiennodigvloeistofbijomhetcorrecte peiltehandhaven.
6.Herhaalditbijhetanderewiel.
Hydraulischeslangen controleren
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
Controleerdehydraulischeslangenoplekkages, losgeraakteaansluitingen,kinken,loszittende steunen,slijtage,algemenebeschadigingenals gevolgvanweersinvloedenendeinwerkingvan chemicaliën.Voerallenoodzakelijkereparatiesuit voordatudemachineingebruikneemt.
Opmerking:Houddeomgevingvanhet
hydraulischesysteemvrijvanaangekoektgrasen vuil.
Opmerking:Langetijdmeteenhoge
bedrijfstemperatuurwerkenineenergwarme omgevingkandeslangenenafdichtingenaantasten. Controleervakerineenergwarmeomgeving envervangdehydraulischevloeistofenhetlter frequenter.
maaidek
Onderhoudvande maaimessen
Omeengoedmaairesultaatteverkrijgen,moetu demaaimessenscherphouden.Omhetslijpenen vervangentevergemakkelijken,ishethandigextra messeninvoorraadtehebben.
Veiligheidvandemessen
Eenversletenofbeschadigdmeskanbrekeneneen stukvanhetmeskannaaruofnaaromstanders wordenuitgeworpenenernstiglichamelijkofdodelijk letseltoebrengen.
Controleeropgezettetijdendemaaimessenop
slijtageofbeschadigingen.
Weesvoorzichtigalsudemessencontroleert.
Omwikkeldemaaimessenofdraag handschoenenenweesvoorzichtigalsu onderhoudswerkzaamhedenaandemaaimessen verricht.Demaaimessenmogenalleenworden vervangenofgeslepen,probeerzenooitrechtte makenoferaantelassen.
Controleeraltijddemachineomzekertezijndat
demessenendemesboutenvrijzijnvanslijtageof beschadiging.Vervangversletenofbeschadigde messenenboutenaltijdalscompletesetomeen goedebalanstebehouden.
Letopdatbijmachinesmetmeerderemaaimessen
anderemessenkunnengaandraaiendoordatu 1mesdraait.
Vóórcontroleenonderhoudvan demaaimessen
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenmaak debougiekabelslos.
Demaaimessencontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Controleerdesnijranden(Figuur75).
2.Alsderandennietscherpzijnofbramen vertonen,moetuhetmaaimesverwijderenen slijpen;zieDemaaimessenslijpen(bladz.57).
3.Controleerdemessen,inhetbijzonderhet gebogendeel.
55
4.Alsuscheuren,slijtageofgroefvormingindit deelconstateert,moetudirecteennieuwmes monteren(Figuur75).
Figuur75
1.Snijrand3.Slijtage/groefvorming
2.Gebogendeel4.Scheur
Controleopkrommemessen
1.Draaidemessentotdatdeuiteindeninde lengterichtingliggen.
2.Meetdeafstandtusseneenhorizontaal oppervlakendesnijrand,standA,vande messen(Figuur76).
Opmerking:Alsditverschilmeerdan3mm
bedraagt,moetuhetmesvervangen.
WAARSCHUWING
Eenkromofbeschadigdmeskan brekenenuofomstandersernstigletsel toebrengen.
Vervangaltijdeenkromofbeschadigd mesdooreennieuwmes.
Vijldesnijrandenofhetoppervlakvan
g006530
hetmesnietenmaakergeenscherpe inkepingenin.
Maaimessenverwijderen
Vervangeenmesalsheteenvastvoorwerpheeft geraakt,ofalshetuitbalansofkromis.Omdebeste prestatiesteverkrijgenenerzekervantezijndat demachinealtijdveiligkanwordengebruikt,moet utervervanginguitsluitendorigineleT oro-messen gebruiken.Gebruiktervervangingnooitmessenvan anderefabrikantenomdatditinstrijdkanzijnmetde veiligheidsnormen.
1.Pakhetuiteindevanhetmesvastmeteendoek ofeendikkehandschoen.
Figuur76
1.Meethierdeafstandvan hetmestothetharde oppervlak
2.StandA
3.Draaidetegenovergesteldeuiteindenvande
messennaarvoren.
4.Meetdeafstandtusseneenhorizontaal
oppervlakendesnijrandvandemessenop dezelfdeplaatsalsinbovengenoemdestap2.
2.Verwijderdemesbout,deklemringenhetmes vandespilas(Figuur77).
g000975
g010341
Figuur77
1.Vleugelvanhetmes3.Klemring
2.Mes4.Mesbout
Opmerking:Hetverschiltussendeafstanden
diezijngemetenbijstap2enstap3magniet meerdan3mmzijn.
56
Demaaimessenslijpen
1.Gebruikeenvijlomdesnijrandenaanbeide uiteindenvanhetmesteslijpen(Figuur78).
Opmerking:Houddaarbijdeoorspronkelijke
hoekinstand.
Opmerking:Hetmesblijftinbalansalsuvan
beidesnijrandendezelfdehoeveelheidmateriaal verwijdert.
Figuur78
g000552
1.Onderoorspronkelijkehoekslijpen.
2.Controleerdebalansvanhetmesmeteen mesbalans(Figuur79).
Opmerking:Alshetmeshorizontaalblijft,is
hetinbalansengeschiktvoorgebruik.
Opmerking:Alshetmesnietinbalansis,
moetuwatmetaalafvijlenvanhetuiteindevan devleugel(Figuur78).
Figuur79
1.Mes2.Mesbalans
3.Herhaalditindiennodigtotdathetmesinbalans is.
Maaimessenmonteren
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
1.Controleerofdeschroefdraadvandemesbout beschadigdis.Vervangdeboutendegolfring indiennodig.
2.Monteerhetmesopdeas(Figuur80).
Belangrijk:Hetgebogendeelvanhetmes
moetnaardebinnenzijdevanhetmaaidek wijzenomeengoedemaaikwaliteitte garanderen.
g004536
Figuur80
1.Vleugelvanhetmes3.Klemring
2.Mes4.Mesbout
Maaidekhorizontaalstellen
Demachinegebruiksklaarmaken
Controleerofhetmaaidekhorizontaalstaattelkens wanneeruhetmaaidekinstalleertofwanneerueen
g000553
ongelijkemaaiplekinuwgrasziet.
Stelhetmaaidekeerstlinks/rechtshorizontaal,en danvoor/achter.
1.Parkeerdemaaimachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuitenstelde parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenmaak debougiekabelslos.
3.Controleerdebandenspanningvanbeide aandrijfbanden;zieDebandenspanning
controleren(bladz.44).
4.Controleeroferverbogenmaaimessenzijn; verwijderenvervangeventueelverbogen maaimessen;zieOnderhoudvande
maaimessen(bladz.55).
5.Laathetmaaidekzakkentoteenmaaihoogte van76mm.
3.Monteerdeklemringendemesbout(Figuur80).
Opmerking:Deconusvandeklemringmoet
wordengemonteerdopdeboutkop(Figuur80).
4.Draaidemesboutvastmeteentorsievan115 tot150N·m.
57
Controlerenvandeafstandenvan dewartelsengaffels
1.Controleerdeafstandtussendewartels,meet inhetmiddenvandewartels(delengtevan middentotmidden)opelkedraadstang(Figuur
81).
Opmerking:Controleerofdelengte49,5cm
bedraagtvoormaaidekkenvan91cmen 43,7cmvoormaaidekkenvan102cm.
2.Zetdecontramoerenaandevoorstewartellos (Figuur81).
3.Gebruikdecontramoerenomdelengtevande draadstangaftestellenendejuisteafstandte verkrijgen.
4.Zetdecontramoerenaandevoorstewartel vast(Figuur81).
Opmerking:Dezeafstandmoet11mm
bedragenzoalsafgebeeldinFiguur82.
6.Alsafstellingvereistis,zetdandebovenste kettingboutlos(Figuur82).
7.Zetdecontramoerlosensteldeboutafomde juisteafstandteverkrijgen;zieFiguur82.
8.Draaidecontramoerendebovenstekettingbout vast.
Figuur81
1.Meetdeafstandtussen demiddelpuntenvan dewartels(hart-op-hart afstand).
2.Contramoerenvanwartel7.Contramoer
3.Voorstewartel
4.Voorsteketting9.Bovenstekettingbout
5.Achtersteketting
6.Stelbout
8.Gaffel
5.Controleervoorelkegaffeldeafstandtussende
gaffelendedraagarmvanhetmaaidek.
g020807
Figuur82
1.Stelbout
2.Contramoer5.Deafstandmoet1 1mm
3.Gaffel
4.Draagarmvanmaaidek
bedragen.
Schuinstandvanhet rechtermaaidekinstellen
1.Zethetrechtermaaimesindeschuinstand (Figuur83).
2.MeethetrechtermesbijpuntC.Meetdeafstand
g020801
tusseneenhorizontaaloppervlakendesnijrand vanhetmaaimesennoteerdezeafstand(Figuur
83).
3.MeethetrechtermesbijpuntD.Meetdeafstand tusseneenhorizontaaloppervlakendesnijrand vanhetmaaimesennoteerdezeafstand(Figuur
83).
Opmerking:Hetmaaimesmoet6tot10mm
lagerstaanbijpuntCdanbijpuntD(Figuur83). Indienditniethetgevalis,gaatualsvolgtte werk.
4.Zetdecontramoerenaandevoorstewartels linksenrechtslos(Figuur81).
58
5.Gebruikderechtercontramoerenomdelengte vanderechterdraadstangaftestellen.Zorg vooreenschuinstandvan6tot10mminde lengterichting.
6.Zetdecontramoerenaandevoorstewartels linksenrechtsvast(Figuur81).
g020859
Figuur84
Figuur83
1.Meethierdeafstand
tussenhetmaaimesende vloer.
2.MetenbijCenD.
Deachterkantvanhetmaaidek afstellen
1.Steldeschuinstandindelengterichtingvanhet linker-enrechtermaaimesin.
2.MeethetlinkermesbijpuntB.Meetdeafstand tusseneenhorizontaaloppervlakendesnijrand vanhetmaaimesennoteerdezeafstand(Figuur
84).
3.MeethetrechtermesbijpuntD.Meetdeafstand tusseneenhorizontaaloppervlakendesnijrand vanhetmaaimesennoteerdezeafstand(Figuur
84).
Opmerking:DeafstandbijpuntBmagniet
meerdan3mmverschillenvandiebijpuntD (Figuur84).Indienditniethetgevalis,gaatu alsvolgttewerk.
4.Maakdecontramoerenvandewartellinksvoor los(Figuur81).
5.Gebruikdelinkercontramoerenomdelengte vandelinkerdraadstangaftestellenzodat puntBovereenkomtmetpuntD.
6.Zetdecontramoerenaandevoorstewartellinks vast(Figuur81).
1.Meethierdeafstand tussenhetmaaimesende vloer.
g020858
2.MetenbijBenD
Devoorkantvanhetmaaidek afstellen
1.Steldeschuinstandindelengterichtingvanhet
linker-enrechtermaaimesin.
2.Controleerdevoorstekettingenenzorgervoor
datzeonderspanningstaan.
Opmerking:Alsereenkettingloszit,moetu
dedraadstangmetdelossekettingafstellenom dezeoptespannen.
3.MeethetlinkermesbijpuntA.Meetdeafstand
tusseneenhorizontaaloppervlakendesnijrand vanhetmaaimesennoteerdezeafstand(Figuur
85).
4.MeethetrechtermesbijpuntC.Meetdeafstand
tusseneenhorizontaaloppervlakendesnijrand vanhetmaaimesennoteerdezeafstand(Figuur
85).
Opmerking:DeafstandtussenpuntAenpunt
Cmoetminderdan3mmbedragen.Indiendit
niethetgevalis,gaatualsvolgttewerk.
5.Draaidebovenstekettingboutenlos(Figuur81).
6.Draaidecontramoerenopdegaffelslos(Figuur
81).
7.SteldestelboutenindegaffelsafbijpuntenA
enCzodatudegewenstehoogteverkrijgt (Figuur85).
8.Draaidecontramoerenendebovenste
kettingboutenvast(Figuur81).
59
Figuur85
g020860
1.Meethierdeafstand tussenhetmaaimesende vloer.
2.MetenbijAenC.
Demaaihoogteafstellen
1.Laathetmaaidekzakkentoteenmaaihoogte
van76mm.
2.Zethetrechtermaaimesindeschuinstand
(Figuur83).
3.MeethetrechtermesbijpuntC.Meetdeafstand
tusseneenhorizontaaloppervlakendesnijrand vanhetmaaimesennoteerdezeafstand(Figuur
85).
Opmerking:DeafstandbijpuntCmag
nietmeerdan3mmverschillenvande maaihoogte-instellingvan76mm.Indienditniet hetgevalis,gaatualsvolgttewerk.
4.Draaidecontramoerenaanbeidezijdenvande
spanschroeflos(Figuur86).
Opmerking:Hetuiteindevandespanmoer
metdegroefheefteenlinkseschroefdraad (Figuur86).
g020808
Figuur86
1.Contramoer3.Groefdielinks schroefdraadaangeeft
2.Spanschroef
Drukveerafstellen
Opmerking:Afstellenvandedrukveerverandert
inhoeverrehetmaaidekzweeftenhoeveelmoeite hetkostomhetmaaidekomhoogtebrengenmetde maaihoogtehendel.
Alsdedrukveerverderwordtingedrukt,moetu
minderkrachtuitoefenenopdehendelenzalhet maaidekmeerzweven.
Alsdedrukveerminderverwordtingedrukt,moet
umeerkrachtuitoefenenopdehendelenzalhet maaidekminderzweven.
1.Brengdemaaihoogtehendelomhoogen
vergrendeldezeindetransportstand.
2.Controleerdelengtevandedrukveer.
5.Steldespanschroefafomdemaaidekhoogte omhoogofomlaagtebrengentot76mmbij puntC.
6.Draaidecontramoerenaanbeidezijdenvande spanschroefvast.
7.Controleerofdehefhendelvanhetmaaidek vergrendeldwordtindetransportstand.
Opmerking:Alshijnietindetransportstand
wordtvergrendeld,moetudespanschroef afstellentotdatwelhetgevalis.
8.Draaidecontramoerenvast.
Opmerking:Denominalelengtebedraagt
28,2cmvoormaaidekkenvan91cmen25,7cm voormaaidekkenvan102cm(Figuur87).
3.Steldezeafstandindoordecontramoervande veerlostemakenendemoeraandevoorkant vanelkeveerteverdraaien(Figuur87).
4.Uborgtdemoerindezestanddoorde contramoervandeveervasttedraaien(Figuur
87).
60
Figuur88
g015594
Figuur87
1.25,7cmvooreen102cm maaideken28,2cmvoor een91cmmaaidek
2.Contramoervanveer
3.Voorstemoer
4.Drukveer
5.Herhaaldezeprocedureaandehefveervanhet
tegenoverliggendemaaidek.
Grasgeleidervervangen
WAARSCHUWING
Alsdeuitworpopeningnietafgedektis,kan demachinevoorwerpenuitwerpennaaru ofnaaromstanders;ditkanernstigletsel veroorzaken.Daarnaastkuntuookincontact komenmethetmes.
Gebruikdemachinenietzonderafdekplaat, mulchplaat,grasgeleiderofgrasvanger.
1.Bout
2.Afstandsstuk6.Grasgeleider
g020703
3.Borgmoer7.J-vormighaakuiteindevan
4.Veer
5.Veer(gemonteerd)
veer
2.Verwijdereenbeschadigdeofversleten grasgeleider.
3.Plaatseenafstandsstukendeveeropde grasgeleider.
4.Plaats1J-vormighaakeindvandeveerachter derandvanhetmaaidek.
Opmerking:Zorgervoordat1J-vormig
haakeindvandeveerisgemonteerdachter derandvanhetmaaidekvoordatudebout monteertzoalswordtaangegeveninFiguur88.
5.Monteerdeboutendemoer.
6.Plaats1J-vormighaakuiteindevandeveerom degrasgeleider(Figuur88).
Belangrijk:Degrasgeleidermoetkunnen
draaien.Klapdegeleiderhelemaalomhoog encontroleerofdezevolledigomlaagdraait.
1.Verwijderdeborgmoer,bout,veeren afstandsstukwaarmeedegrasgeleidervastzit opdedraaibeugels(Figuur88).
61
Reiniging
Stalling
Deonderkantvanhet maaidekreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Bijelkgebruikofdagelijks
Verwijderelkedaghetaangekoektegrasaande onderkantvanhetmaaidek.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak,schakeldeaftakasuit,zetde rijhendelsindeVERGRENDELDENEUTRAALST AND ensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
3.Brengdevoorkantvandemachineomhoogen plaatsdezeopassteunen.
Afvalafvoeren
Motorolie,accu's,hydraulischevloeistofen motorkoelvloeistofverontreinigenhetmilieu.Verwijder dezestoffenvolgensdeplaatselijkevoorschriften.
Veiligheidtijdensopslag
Laatdemotorafkoelenvoordatudemachine
opslaat.
Umagdemachineofbrandstofnietopslaanin
denabijheidvaneenopenvuurofbinnenshuis brandstofaftappen.
Reinigenenopslaan
Onderhoudsinterval:Vóórdestalling
Vóórdestalling
1.Schakeldeaftakasuit,steldeparkeerrem inwerking,zetdemotorafenverwijderhet contactsleuteltje.
2.Maaisel,vuilenvetvandebuitenkantvande gehelemachineverwijderen,metnamevande motor.
Belangrijk:Ukunthetvoertuigmeteen
mildreinigingsmiddelenwaterwassen. Maakdemachinenietschoonmeteen hogedrukreiniger.Gebruiknietteveelwater, zekernietindebuurtvanhetaandrijfsysteem endemotor.Gebruikgeenhogedrukreiniger. Hierdoorkunnenvuilenwateressentiële onderdelenbinnendringen,zoalslagersen elektrischeschakelaars.
3.Verwijdervuilenkafvandebuitenkantvan dekoelribbenvandecilinderkopende ventilatorbehuizing.
4.Controleerderem;zieDeparkeerremtesten
(bladz.47).
5.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.34).
6.Smeerdemachine;zieSmering(bladz.32).
7.Verversdemotorolie;zieMotorolieverversen
(bladz.36).
8.Controleerdebandenspanning;zieDe
bandenspanningcontroleren(bladz.44).
9.Voorlangerestallingdientualsvolgttewerk tegaan:
A.Voegstabilizer/conditionertoeaande
brandstofindetank;volghierbijde aanbevelingenvandefabrikantvande brandstofstabilizer.
B.Laatdemotor5minutenlopenom
destabilizer/conditionerdoorhet brandstofsysteemteverspreiden.
C.Zetdemotoraf,laatdezeafkoelen,enlaat
debrandstoftankleeglopen;zieBrandstof
62
aftappenuitdebrandstoftank(bladz.39),of
laatdemotorlopentotdatdezeafslaat.
D.Startdemotorenlaathemlopentotdat
hijafslaat.Herhaaldeproceduremetde chokeingeschakeld(indienvantoepassing) totdatdemotornietmeerstart.
E.Voerbrandstofopdejuistemanieraf;
recyclenvolgensdelokalevoorschriften.
Belangrijk:Bewaarbrandstofdie
stabilizer/conditionerbevatnietlanger danaanbevolendoordefabrikantvan destabilizer.
10.Verwijderdebougie(s)encontroleerdetoestand daarvan,zieOnderhoudvandebougie(bladz.
37).
11.Laatdebougie(s)uitdemotorengiet15ml (2eetlepels)motorolieinhetbougiegat;gebruik destartmotoromdemotortelatendraaienen deolieindecilinderteverspreiden.
12.Monteerdebougie(s)maarsluitdekabelniet aanopdebougie(s).
13.Controleerallebevestigingenenzetzevast. Repareerofvervangversletenofontbrekende delen.
14.Werkallekrassenofafgebladderde metaaloppervlakkenbijmetlakvaneenerkende servicedealer.
15.Staldemachineineenschone,drogegarage ofopslagruimte.Verwijderhetsleuteltjeuit hetcontactenbewaarhetopeenplaatsdieu makkelijkkuntonthouden.Dekdemachineaf omdezetebeschermenenschoontehouden.
63
Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorstartniet,startmoeilijkofslaat af.
Demotorverliestvermogen.
1.Debrandstoftankisleegofde brandstofafsluitklepgesloten.
2.Dechokehendelisnietingeschakeld.
3.Eenbougiekabelzitlosofisniet aangesloten.
4.Debougieisaangetast,vuil,ofde elektrodenafstandisnietcorrect afgesteld.
5.Hetluchtlterisvuil.5.Voeronderhouduitophetluchtlter.
6.Erzitvuilinhetbrandstoflter.6.Brandstofltervervangen.
7.Vuil,waterofoudebrandstofinhet brandstofsysteem.
8.Deafstandtussendeschakelaarsvan hetveiligheidssysteemisnietjuist.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetluchtlterisvuil.2.Voeronderhouduitophetluchtlter.
3.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.3.Hetcarterbijvullenmetolie.
4.Dekoelribbenenluchtkanalenonder deventilatorbehuizingvandemotor zijnverstopt.
5.Debougieisaangetast,vuil,ofde elektrodenafstandisnietcorrect afgesteld.
6.Deventilatieopeninginde brandstoftankdopisverstopt.
7.Erzitvuilinhetbrandstoflter.7.Brandstofltervervangen.
8.Vuil,waterofoudebrandstofinhet brandstofsysteem.
1.Vuldebrandstoftankmetbrandstofen opendeklep
2.Schakeldechokehendelin.
3.Kabelopbougieaansluiten.
4.Plaatseennieuwebougiemeteen correctafgesteldeelektrodenafstand.
7.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
8.Neemcontactopmeteenerkende ServiceDealer.
4.Dekoelribbenenluchtkanalen ontstoppen.
5.Plaatseennieuwebougiemeteen correctafgesteldeelektrodenafstand.
6.Brandstoftankdopreinigenof vervangen.
8.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
Demotorraaktoververhit.
Demachinedrijftnietaan.
Demachinetriltabnormaal.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.2.Hetcarterbijvullenmetolie.
3.Dekoelribbenenluchtkanalenonder deventilatorbehuizingvandemotor zijnverstopt.
1.Hetpeilinhethydraulische vloeistofreservoiristelaag.
2.Luchtinhethydraulischesysteem.
3.Eenslippendepompaandrijfriem.3.Vervangdeaandrijfriemvandepomp.
4.Erontbreekteenveervande spanpoelieopdeaandrijfriem.
5.Deomloopkleppenvandepompzijn open.
1.Hetmaaimes(demaaimessen)is(zijn) verbogenofnietinbalans.
2.Eenbevestigingsboutvanhetmaaimes zitlos.
3.Debevestigingsboutenvandemotor zittenlos.
4.Erziteenmotorpoelie,spanpoelieof mespoelielos.
5.Eriseenmotorpoeliebeschadigd.5.Neemcontactopmeteenerkende
Mesasverbogen.
6.
3.Dekoelribbenenluchtkanalen ontstoppen.
1.Hydraulischevloeistofbijvulleninhet reservoir.
2.Ontluchthethydraulischesysteem.
4.Plaatseennieuweveervoorde spanpoelievandeaandrijfriem.
5.Sluitdeomloopkleppen.Vastdraaien meteentorsievan12tot15N·m.
1.Nieuwemaaimes(sen)monteren.
2.Debevestigingsboutvanhetmaaimes vastdraaien.
3.Draaidemontageboutenvast.
4.Desbetreffendepoelievastzetten.
ServiceDealer. Neemcontactopmeteenerkende
6. servicedealer.
64
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demaaihoogteisongelijk.
Messendraaienniet.
1.Maaimes(sen)is/zijnbot.1.Mes(sen)slijpen.
2.Maaimes(sen)verbogenofnietin balans.
3.Hetmaaidekstaatniethorizontaal.
4.Deschuinstandvanhetmaaidekis verkeerd.
5.Deonderkantvanhetmaaidekisvuil.5.Reinigdeonderkantvanhetmaaidek.
6.Debandenspanningisnietcorrect.6.Bandenopjuistespanningbrengen.
7.Mesasverbogen.7.Neemcontactopmeteenerkende
1.Eenaandrijfriemvandepompis versleten,losofstuk.
2.Eenaandrijfriemvandepompisvan depoelieaf.
3.Eenmaaidekriemisversleten,losof stuk.
4.Eenmaaidekriemisvandepoelie afgelopen.
5.Eenveervandespanpoelieiskapotof ontbreekt.
6.Deelektrischekoppelingisnietgoed afgesteld.
7.Destekkerofkabelvandekoppeling isbeschadigd.
8.Deelektrischekoppelingis beschadigd.
9.Demessendraaiennietdoorhet veiligheidssysteem.
10.Deaftakasschakelaarwerktnietgoed.
2.Nieuwemaaimes(sen)monteren.
3.Stelhetmaaidekhorizontaalin.
4.Pasdeschuinstandaan.
servicedealer.
1.Controleerdespanningvande drijfriem.
2.Drijfriemmonterenenassenen riemgeleidersopjuistestand controleren.
3.Plaatseennieuwedrijfriem.
4.Poelievanmaaidekmonterenen controlerenofdespanpoelie,dearm vandespanpoelieendeveercorrect zijngeplaatstengoedfunctioneren.
5.Veervervangen.
6.Pasdeopeningvandekoppelingaan.
7.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
8.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
9.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
Neemcontactopmeteenerkende
1
servicedealer.
0.
65
Schema's
Hydraulischschema(Rev.A)
g009494
66
Elektrischschema(Rev.A)
67
g015606
PrivacyverklaringEEA/VK
Toro’sgebruikvanuwpersoonlijkegegevens
TheT oroCompany(“Toro”)respecteertuwrechtopprivacy.Wanneeruonzeproductenkoopt,kunnenwebepaaldepersoonlijkeinformatieoveru verzamelen,ofwelrechtstreeksviauofwelviauwplaatselijkT orobedrijfofdealer.T orogebruiktdezeinformatieomtevoldoenaancontractuele verplichtingen–zoalshetregistrerenvanuwgarantie,hetbehandelenvanuwgarantieclaimofomcontactmetuoptenemeninhetgevalvan terugroepacties–envoorlegitiemezakelijkedoeleinden–zoalsklanttevredenheidmeten,onzeproductenverbeterenofuproductinformatieverschaffen dievanbelangkanzijn.T orokanuwinformatiedelenmetonzedochterondernemingen,verdelersofanderezakenpartnersinverbandmetdeze activiteiten.Wekunnenookpersoonlijkeinformatievrijgevenvanrechtswegeofinverbandmetdeverkoop,aankoopoffusievaneenbedrijf.We verkopenuwpersoonsgegevensnooitaananderebedrijvenvoormarketingdoeleinden.
Behoudvanuwpersoonlijkegegevens
Torobewaartuwpersoonlijkeinformatiezolangdezerelevantisvoordebovengenoemdedoeleindeneninovereenstemmingismetdewettelijke vereisten.Gelievecontactoptenemenvialegal@toro.comvoormeerinformatieoverdebewaarperiodesdievantoepassingzijn.
Toro’sengagementinzakeveiligheid
UwpersoonlijkeinformatiekanbehandeldwordenindeVSofeenanderlanddatmogelijksoepeleredatabeschermingswettenheeftdanhetlandwaar uverblijft.Indienweuwinformatieoverdragennaareenanderlanddanhetlandwaaruverblijft,nemenwijdewettelijkverplichtemaatregelenom ervoortezorgendatdeinformatieopgepastewijzewordtbeschermdenveiligwordtbehandeld.
Toegangencorrectie
Uhebthetrechtomuwpersoonlijkegegevenstecorrigerenofteraadplegen,ofzichteverzettentegendeverwerkingvanuwgegevensofdezete beperken.Omdezerechtenuitteoefenen,gelieveeene-mailtesturennaarlegal@toro.com.AlsuzichzorgenmaaktoverdemanierwaaropTorouw informatieheeftbehandeld,vragenwijuomdezedirecttenaanzienvanonsteuiten.Europeseburgershebbenhetrechtomeenklachtintedienen bijhungegevensbeschermingsautoriteit.
374-0282RevC
Loading...