
FormNo.3426-443RevC
GrandStand
MeteenTURBOFORCE
®
maaier
®
122cm
Modelnr.:74504TE—Serienr.:404320000enhoger
maaidekvan
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3426-443*C

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Alsdemachinezondergoedwerkendevonkenvanger
ofgoedonderhoudenbrandveiligemotorwordt
gebruiktineenbosgebiedofopeenmetdicht
struikgewasofgrasbegroeidterrein,handeltde
bestuurderinstrijdmetdebepalingenvansectie4442
of4443vandeWetopdeOpenbareHulpbronnen
(PublicResourcesCode)vandeStaatCalifornië.
DebijgevoegdeGebruikershandleidingvandemotor
biedtinformatieoverhetAmerikaanseEnvironmental
ProtectionAgency(EP A)enhetCalifornische
controlesysteemvooremissies,onderhouden
garantie.Ukuntvervangingsonderdelenbestellenvia
defabrikantvandemotor.
Raadpleegdemeegeleverdedocumentatievande
motorfabrikant.
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandemotorvan
ditproductbevattenchemische
stoffenwaarvanbekendisdatze
kanker,geboorteafwijkingenofandere
schadeaandevoortplantingsorganen
kunnenveroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenlooden
loodverbindingen.Vandezestoffen
isbekenddatzekankerenschadeaan
devoortplantingsorganenveroorzaken.
Wasaltijduwhandennadatumetdeze
onderdeleninaanrakingbentgeweest.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatze
kanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
danhetbedoeldegebruikkangevaarlijkzijnvooru
ofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken
enonderhoudenenomschadeaandemachineen
letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet
juisteenveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.Toro.comvoormeerinformatie,inclusief
veiligheidstips,instructiemateriaal,informatieover
accessoires,hulpbijhetvindenvaneendealerofom
uwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanToro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer
(indienaanwezig)scannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie.
g235457
Figuur1
1.Locatievanhetmodelnummerenhetserienummer.
Inleiding
Dezestand-ongrasmaaiermetdraaiendemessen
isbedoeldvoorprofessioneelgebruik.Demachine
isvoornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangras
opgoedonderhoudenparticuliereofcommerciële
gazons.Ditproductgebruikenvooranderedoeleinden
©2019—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Modelnr.:
Serienr.:
Dezehandleidingwijstuopmogelijkegevaren
enbevatveiligheidswaarschuwingendieukunt
herkennenaanhetwaarschuwingspictogram(Figuur
2),datwijstopeengevaardaternstigletselofdedood
kanveroorzakenindienunalaatdevoorgeschreven
maatregelentetreffen.
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.T oro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS

Inhoud
Figuur2
1.Waarschuwingspictogram
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
g000502
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Veiligheids-eninstructiestickers........................5
Algemeenoverzichtvandemachine.........................9
Bedieningsorganen...........................................9
Specicaties....................................................10
Werktuigen/accessoires...................................10
Voorgebruik.........................................................11
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk...............................................................11
Brandstofbijvullen.............................................11
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................12
Eennieuwemachineinrijden............................12
Hetveiligheidssysteemgebruiken....................12
Tijdensgebruik....................................................13
Algemeneveiligheid.........................................13
Parkeerremgebruiken......................................14
Deaftakasschakelaarbedienen.......................14
Degashendelbedienen....................................15
Dechokebedienen..........................................15
Decontactschakelaarbedienen.......................16
Motorstarten....................................................16
Demotorafzetten.............................................17
Hetplatformbedienen......................................17
Vooruit-enachteruitrijden.................................18
Hetgraszijwaartsafvoerenofmulchen.............19
Maaihoogteinstellen.........................................19
Afvoerplaatinstellen.........................................20
Standvanafvoerplaatinstellen.........................20
Gewichtengebruiken........................................21
Nagebruik...........................................................21
Veiligheidnahetwerk.......................................21
Debrandstofafsluitklepgebruiken.....................22
Machinemetdehandduwen............................22
Demachinetransporteren................................22
Onderhoud..............................................................25
Veiligheidbijonderhoud....................................25
Aanbevolenonderhoudsschema.........................25
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........27
Hetkussenlosmakenomtoegangtekrijgen
totdeachterzijde...........................................27
Hetmotorschermopenmaken..........................27
Hetmotorschermsluiten...................................28
Smering...............................................................29
Demachinesmeren..........................................29
Despanpoelievoordetorsiesmeren................29
Draaipuntenvandevoorstezwenkwielen
smeren..........................................................29
Dezwenkwielnavensmeren.............................29
Rijhendelssmerenmetvet...............................30
Onderhoudmotor................................................31
Veiligheidvandemotor.....................................31
Onderhoudvanhetluchtlter............................31
Motorolieverversen..........................................32
Onderhoudvandebougie................................34
Vonkenvangercontroleren................................35
3

Onderhoudbrandstofsysteem.............................36
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank............36
Brandstoftankverwijderen................................36
Brandstofltervervangen..................................37
Onderhoudelektrischsysteem............................37
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................37
Onderhoudvandeaccu....................................37
Onderhoudvandezekeringen..........................39
Onderhoudaandrijfsysteem................................40
Desporingafstellen..........................................40
Debandenspanningcontroleren.......................40
Lagervandraaipuntvanzwenkwiel
afstellen........................................................41
Onderhoudvanzwenkwielenenlagers.............42
Opvulstukvandekoppelingverwijderen...........43
Dewielmoerencontroleren...............................44
Onderhoudkoelsysteem.....................................45
Luchtinlaatroosterreinigen...............................45
Hetkoelsysteemreinigen.................................45
Onderhoudenremmen........................................45
Deparkeerremtesten.......................................45
Remmenafstellen.............................................45
Onderhoudriemen..............................................46
Deriemencontroleren......................................46
Voordatudedrijfriemvanhetmaaidek
vervangt........................................................46
Drijfriemvanmaaidekvervangen......................46
Detransmissieriemvervangen.........................46
Onderhoudbedieningsysteem............................48
Rijhendelsafstellen..........................................48
Onderhoudhydraulischsysteem.........................49
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........49
Specicatiesvanhethydraulische
systeem........................................................49
Hydraulischevloeistofcontroleren....................49
Dehydraulischevloeistofenlters
vervangen.....................................................49
Hydraulischesysteemontluchten.....................50
Onderhoudvanhetmaaidek................................51
Onderhoudvandemaaimessen.......................51
Maaidekhorizontaalstellen..............................53
Dehefveervanhetmaaidekafstellen...............56
Grasgeleidervervangen...................................56
Reiniging.............................................................57
Onderkantvanhetmaaidekreinigen.................57
Afvalafvoeren..................................................57
Stalling....................................................................57
Veiligheidtijdensopslag...................................57
Reinigenenopslaan.........................................57
Problemen,oorzaakenremedie.............................59
Schema's................................................................61
Veiligheid
Dezemachineisontworpenmetinachtnemingvan
ENISO5395.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigletselte
voorkomen.
•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
•Gebruikdemachinenietalserschermenof
anderebeveiligingsmiddelenontbrekenofals
dezenietnaarbehorenwerken.
•Blijfuitdebuurtvandeafvoeropening.
•Houomstandersenkinderenuitdebuurtvan
hetwerkgebied.Laatkinderennooitdemachine
bedienen.Laatenkelmensendieverantwoordelijk
engetraindzijnendiebovendienvertrouwdzijn
metdeinstructiesenfysiekertoeinstaatzijnde
machinebedienen.
•Stopdemachine,schakeldemotoruiten
verwijderhetcontactsleuteltjevoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoertaande
machine,brandstofbijvultofverstoppingen
verwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine
kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop
letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymbool
Voorzichtig,WaarschuwingofGevaar–instructie
voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeze
instructieskanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
teletten,datbetekent
4

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarenbevindenzichbij
plaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangbeschadigdeenontbrekendestickers.
decal106-5517
106-5517
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
1.Risicovanexplosie6.Houdomstandersopeen
afstand.
2.Geenvonkenofvuuren
nietroken.
7.Draagoogbescherming–
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
4.Draagoogbescherming.
8.Accuzuurkan
ernstigebrandwonden
veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
10.Bevatlood;niet
weggooien.
Merktekenvanfabrikant
1.Ditmerktekengeeftaandathetmesonderdeelvaneen
origineleT oromaaimachineis.
decal112-3858
112-3858
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Leesdeinstructiesvoordat
uservice-ofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
decaloemmarkt
3.Haalhetsleuteltjeuit
hetcontactvoordatude
maaihoogteafstelt.
4.Maaihoogte-instellingen.
93-7818
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoor
instructiesomdemesbout/moervasttezettenmeteen
torsievan115tot149N·m.
decal93-7818
5
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
decal116-8775
116-8775
2.Waarschuwing–Vullen
totdeonderkantvande
vulbuis;detankniettevol
gieten.

131-1180
131-3528
15A 15A 10A
7.5A
decal131-3521
131-3521
1.Maaihoogte
decal131-1180
1.Leesde
3.Opvangmodus
Gebruikershandleiding.
2.Kort,lichtgras;droogweer4.Hoog,dichtgras;vochtig
weer
131-3507
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Riemspanner
decal131-3507
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Transmissievloeistof
decal131-3524
131-3524
3.Vloeistofpeil
decal131-3528
131-3528
1.Contactschakelaar–15A3.Aftakas–10A
2.Aansluitpuntaccessoire–
4.Infocenter–7,5A
15A
6

131-3536
1.Accu4.Parkeerrem
2.Tijd
3.Aftakasschakelaar6.Schakelderijhendelsin.
5.Motor–Starten
decal133-8062
133-8062
decal131-3536
133-4604
1.Demachinekan
voorwerpenuitwerpen
–Houdomstandersuitde
buurtvandemachine.
2.Demaaierkanvoorwerpen
uitwerpen,geopende
uitwerpplaat–gebruik
demachineenkelmet
eenuitwerpplaatoreen
grasvanger.
3.Handenofvoetenkunnen
wordengesneden–Blijfuit
debuurtvanbewegende
onderdelen.
4.Risicoomgegrepente
worden–Blijfuitdebuurt
vanbewegendedelenen
houdallebeschermende
delenophunplaats.
133-4641
1.Waarschuwing–Hetisniettoegestaanpassagierste
vervoeren.
decal133-4604
decal133-4641
7

131-3525
1.Steldehandrembuitenwerking.5.Snel
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Schakeldeaftakasin.
4.Schakeldeaftakasuit.
131-3526
decal131-3525
6.Motor–toerental
7.Langzaam
decal131-3526
1.Aftakas–uitgeschakeld
2.Snel
3.Langzaam
5.Achteruit
6.Tractie-aandrijving
7.Schakelderijhendelsin.
4.Neutraalstand
139-2878
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.6.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstandersop
2.Waarschuwing–Bediendezemachineuitsluitendalsudaarin
bentgetraind.
3.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
4.Gevaarvanuitgeworpenobjecten–Laatdegrasgeleiderneer
voordatudemachinegebruikt.
5.Gevaar:handenenvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd–Blijfuitdebuurtvanbewegendedelen;houdalle
beschermendedelenophunplaats.
eenafstand.
7.Waarschuwing–Steldeparkeerreminwerking,zetdemotor
afenverwijderhetsleuteltjevoordatudemachineverlaatof
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
8.Kantelgevaar–Gebruikgeendubbeleoprijplaatbijhetladen
opeenaanhanger.Gebruikeenenkeleoprijplaatdiebreed
genoegisvoordemachine.Rijachteruitdeoprijplaatopen
rijvooruitdeoprijplaataf.
9.Katelgevaar–Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile
hellingenofwater;bewaareenveiligeafstandtotsteile
hellingen.
decal139-2878
8

Algemeenoverzicht
vandemachine
Bedieningsorganen
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
g031446
Figuur3
1.Voorstezwenkwiel
2.Grasgeleider8.Platform(omlaaggeklapt)
3.Motor
4.Bedieningspaneel
5.Rijhendels
6.Hydraulischetank
7.Brandstoftank
9.Brandstofklep
10.Accu
11.Maaidek
Figuur4
1.Brandstoftankdop
2.Choke
3.Parkeerremhendel
4.Dopvanhydraulischetank11.Rijhendelrechts
5.Urenteller
6.Contactschakelaar
7.Gashendel
8.Maaihoogtehendel
9.Penvoordemaaihoogte
10.Platformvergrendeling
12.Aftakasschakelaar
13.Rijhendellinks
Aftakasschakelaar
Gebruikdeaftakasschakelaaromdemaaimessenin
enuitteschakelenofomaangedrevenwerktuigen
testartenentestoppen(Figuur4);zieDe
aftakasschakelaarbedienen(bladz.14).
Urenteller
Deurentellerregistreerthetaantalurendatde
motorinbedrijfisgeweest.Deurentellerwerktals
g031182
9

demotorloopt.Gebruikdezetijdenomregelmatig
onderhoudswerkzaamhedenteplannen(Figuur5).
Contactschakelaar
Decontactschakelaar,waarmeeudemotorstarten
afzet,heeft3standen:UIT,LOPENenSTART.Zie
Motorstarten(bladz.16).
Rijhendels
Derijhendelswordengebruiktomdemotorvooruiten
achteruittelatenrijdenenombochtennaarlinksof
naarrechtstemaken(Figuur4).
Figuur5
1.Symbolen
veiligheidssysteem
2.Acculampje
3.Urenteller
Indicatorsveiligheidssysteem
Desymbolenopdeurentellergevenmeteenzwarte
driehoekaandathetveiligheidssysteemzichinde
juistestandbevindt(Figuur5).
Accu-indicatielampje
Alsuhetsleuteltjegedurendeeenpaarseconden
indestandAANzet,wordtdeaccuspanning
weergegeveninhetgebiedwaarnormaaldeuren
wordenweergegeven.
Hetacculampjewordtingeschakeldwanneeruhet
sleuteltjenaardestandAANdraaitenwanneerde
ladingzichonderhetjuistebedrijfsniveaubevindt
(Figuur5).
g216020
Brandstofklep
Sluitdebrandstofafsluitklepwanneerudemachine
transporteertofstalt;zieDebrandstofafsluitklep
gebruiken(bladz.22).
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnen
zondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Maaibreedte122cm
Breedte–Machinesmet
zijafvoerenneergeklapte
grasgeleider
Breedte–Machinesmet
zijafvoerinopgeklapte
grasgeleider
Lengtemetplatformomlaag
Lengtemetplatformomhoog
Hoogte122cm
Gewicht
163cm
127cm
191cm
155cm
408kg
Gashendel
Degashendelregelthetmotortoerentalenzorgtvoor
eencontinuverstelbareregelingvanLANGZAAMtot
SNEL(Figuur4).
Chokeknop
Gebruikdechokeknopomeenkoudemotortestarten.
Trekdechokeknopomhoogomdezeinteschakelen.
Drukdechokeknopomlaagomdezeuitteschakelen.
Aftakasschakelaar
Gebruikdemesschakelaar(aftakas)omde
maaimesseninenuitteschakelen(Figuur4).
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen
enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde
machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren
enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeTorodistributeur,
ofbezoekwww.T oro.comvooreenlijstvanalle
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenerzeker
vantezijndatdemachinealtijdveiligkanworden
gebruikt,moetutervervanginguitsluitendoriginele
Toroonderdelenenaccessoiresgebruiken.Gebruik
tervervangingnooitonderdelenenaccessoiresvan
anderefabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.Dit
kanertoeleidendatdegarantieophetproductkomt
tevervallen.
10

Gebruiksaanwijzing
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenooitgebruiken.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerkt.Deeigenaarisverantwoordelijk
voordeinstructievanallebestuurdersentechnici.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
•Controleerdeaanwezigheidengoedewerkingvan
dedodemansinrichtingen,veiligheidsschakelaars
enafschermingen.Gebruikdemachineuitsluitend
alsdezenaarbehorenwerkt.
•Controleervoordatubeginttemaaienaltijdde
machineomzekertezijndatdemessen,de
mesboutenenhetmaaimechanismeingoede
staatzijn.
•Inspecteerhetterreinwaaropudemachine
gaatgebruikenenverwijdervoorwerpendiede
machinekanuitwerpen.
•Inspecteerhetterreinomnategaanwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomde
machineveiligengoedtegebruiken.
Brandstofveiligheid
•Brandstofisuiterstontvlambaarenzeerexplosief.
Brandofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschadeveroorzaken.
–Omtevoorkomendateenstatischeladingde
brandstoftotontbrandingkanbrengen,moet
uhetbenzinevaten/ofdemachinevoordatu
detankvultopdegrondplaatsen,nietopeen
voertuigofeenanderobject.
–Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Eventueelgemorste
brandstofopnemen.
–Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,en
houdbrandstofuitdebuurtvanopenvuuren
vonken.
–Alsdemotordraaitofheetis,magde
brandstoftankdopnietwordenverwijderd
enmagdetanknietmetbrandstofworden
bijgevuld.
–Probeerdemotorniettestartenalsu
brandstofmorst.Zorgervoordatergeen
ontstekingsbronnenindebuurtzijntotdatde
brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
–Brandstofineengoedgekeurdvatofbliken
buitenbereikvankinderenbewaren.
•Brandstofisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleiden
toternstigletselenziekte.
–Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
–Houduwhandenengezichtuitdebuurtvanhet
vulpistoolendeopeningvandebrandstoftank.
–Houdbrandstofuitdebuurtvanogenenhuid.
•Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(b.v .vaneenboilerofandere
toestellen)aanwezigkunnenzijn.
•Vulbrandstofvatennietineenvoertuig,
vrachtwagenofopeenaanhangermetkunststof
beplating.Plaatsvatendieuwiltvullenaltijdopde
grond,uitdebuurtvanuwvoertuig.
•Laaddemachineuitdevrachtwagenofaanhanger
envuldezebijmetbrandstofwanneerzeop
degrondstaat.Alsditnietmogelijkis,vuldan
brandstofbijmeteendraagbaarvatinplaatsvan
meteenvulpistoolvaneenpomp.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren
werkt.
•Houdhetvulpistoolincontactmetderandvande
benzinetankofhetvattothettankenvoltooidis.
Gebruikgeenvergrendelingvoorhetvulpistool.
•Alsubrandstofmorstopuwkledingdientuzich
onmiddellijkomtekleden.Eventueelgemorste
brandstofopnemen.
•Doedebrandstoftanknooittevol.Plaatsde
brandstofdopterugenmaakhemstevigvast.
Brandstofbijvullen
•Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud),
loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of
hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
•Ethanol:benzinemetmaximaal10vol.%ethanol
of15vol.%MTBE(methyltertiairebutylether)is
geschikt.EthanolenMTBEzijnverschillende
stoffen.Benzinemet15%ethanol(E15)per
volumeisnietgoedgekeurdvoorgebruik.Gebruik
nooitbenzinediemeerdan10%ethanolper
volumebevat,zoalsE15(bevat15%ethanol),
E20(bevat20%ethanol),ofE85(bevattot85%
11

ethanol).Hetgebruikvanniet-goedgekeurde
benzinekanleidentotverminderdeprestaties
en/ofmotorschadediemogelijknietgedektwordt
doordegarantie.
•Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
•Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
•Mengnooitoliedoorbenzine.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikstabilizer/conditionerindemachineom
debrandstoflangerverstehouden;volgde
aanbevelingenvandefabrikantvandestabilizerop.
Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditieven
diemethanolofethanolbevatten.
g038312
Figuur6
Voegdehoeveelheidstabilizer/conditionertoeaan
deversebrandstofvolgensdevoorschriftenvande
fabrikantvandestabilizer.
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldeaftakasuit,zetde
rijhendelsindeVERGRENDELDENEUTRAALSTAND
ensteldeparkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder
detankdop.
4.Vuldetanktotaandeonderkantvandevulbuis.
Opmerking:Vuldebrandstoftankniet
helemaalvol.Ditgeeftdebrandstofindetank
ruimteomuittezetten.
5.Draaidetankdopstevigvast.Neemeventueel
gemorstebrandstofop.
Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Voerelkedag,voordatudemachinestart,de
dagelijkseproceduresuitbeschreveninOnderhoud
(bladz.25).
Eennieuwemachine
inrijden
Eennieuwemotorheefttijdnodigomvolvermogen
teontwikkelen.Maai-eenhedenenaandrijfsystemen
hebbenmeerwrijvingalszijnieuwzijn,waardoor
demotorextrawordtbelast.Houderrekeningmee
dateennieuwemachineeeninrijperiodevan40
tot50bedrijfsurennodigheeftomvolvermogente
ontwikkelenvoordebesteprestaties.
Hetveiligheidssysteem
gebruiken
WAARSCHUWING
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenvoordewerkingvan
demachine.Ditkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
•Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
•Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
12

Werkingvanhetveiligheidssysteem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomhetinschakelen
vandeaftakasalleenmogelijktemakenwanneeru
1vandevolgendedoet:
•Zetéénvanderijhendelsindemiddelste,
onvergrendeldestand.
•TrekdeaftakasschakelaarindestandAAN.
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatde
maaimessen/hetwerktuigwordenuitgeschakeld
alsuderijhendelsbeweegtofvrijzetinde
VERGRENDELDENEUTRAALSTAND.
Deurentellerisvoorzienvansymbolenom
degebruikersopdehoogtetestellendatde
onderdelenvanhetveiligheidssysteemindejuiste
standstaan.Alshetveiligheidssysteemzichin
dejuistestandbevindt,wordtereendriehoekje
verlichtinhetbetreffendehokje(Figuur7).
5.Houderijhendelindemiddelste,onvergrendelde
stand,trekdeaftakasschakelaaromhoogen
laatdeschakelaarlos.
Opmerking:Dekoppelingende
maaimessen/hetwerktuigmoeteningeschakeld
worden.
6.Beweegofzetderijhendelsvrijinde
VERGRENDELDENEUTRAALSTAND.
Opmerking:Demessen/hetwerktuigmoeten
totstilstandkomenendemotormoetblijven
draaien.
7.Drukdeaftakasschakelaaromlaagenbeweeg
eenvanderijhendelsnaardemiddelste,
onvergrendeldestand.
8.Houderijhendelindemiddelste,onvergrendelde
stand,trekdeaftakasschakelaaromhoogen
laatdeschakelaarlos.
Opmerking:Dekoppelingende
maaimessen/hetwerktuigmoeteningeschakeld
worden.
9.Duwdeaftakasschakelaaromlaagnaarde
standUIT.
Figuur7
1.Dedriehoekjeswordenverlichtalshetveiligheidssysteem
zichindejuistestandbevindt.
Hetveiligheidssysteemtesten
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem
telkensvoordatudemachinegebruikt.
Opmerking:Alshetveiligheidssysteemnietwerkt
zoalshieronderwordtbeschreven,moetuhetdirect
latenreparerendooreenerkendeservicedealer.
1.Startdemotor;zieMotorstarten(bladz.16).
2.Zetderijhendelsindemiddelste,ontgrendelde
stand.
Opmerking:Demessen/hetwerktuigende
motormoetentotstilstandkomen.
3.Startdemotorenzetdeparkeerremvrij.
4.Zetéénvanderijhendelsindemiddelste,
onvergrendeldestand.
Opmerking:Demessen/hetwerktuigmoeten
totstilstandkomen.
10.Zetterwijldemotorlooptdeaftakasschakelaar
omhoogenlaatdezeloszondereenvande
rijhendelsindemiddelste,onvergrendeldestand
g031282
tehouden.
Opmerking:Demessen/hetwerktuigmogen
nietingeschakeldworden.
Tijdensgebruik
Algemeneveiligheid
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukkendiepersoonlijkletselofmateriële
schadekunnenveroorzaken,enhijdientzulke
ongelukkentevoorkomen.
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek,
stevigeschoenenmeteengripvastezoolen
gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlosen
draaggeenlossekledingofjuwelen.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kunnenerletselsontstaanofkaneigendom
wordenbeschadigd.
13

•Gebruikdemachinenietalsuziek,moeofonder
deinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Vervoernooitpassagiersopdemachineenhoud
omstandersenhuisdierenwegvandemachine
terwijldezewordtgebruikt.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetzichtgoed
isenbijgeschikteweersomstandigheden.Gebruik
demachinenietalserkansopbliksemis.
•Alsunatgrasennattebladerenmaait,kuntu
uitglijden,inaanrakingkomenmethetmesen
ernstigletseloplopen.Gebruikdemachinenietin
vochtigeomstandigheden.
•Voordatudemotorstart:zorgdatalle
aandrijvingenindeneutraalstandstaan,de
parkeerreminwerkingisgesteldenuzichinde
bestuurderspositiebevindt.
•Zorgervoordatustevigstaatwanneeru
dezemachinegebruikt,inhetbijzonderalsu
achteruitrijdt.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
maai-eenheden.Blijfaltijduitdebuurtvande
afvoeropening.
•Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
•Weesuiterstvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomenenandereobjectendie
hetzichtkunnenbelemmeren.
•Stopdemaaimessenalsunietdaadwerkelijk
maait.
•Stopdemachine,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomenvoordatuhetmaaidekof
hetwerktuigcontroleertnadatueenvoorwerp
hebtgeraaktofwanneerdemachineabnormaal
beginttetrillen.Voerallenoodzakelijkereparaties
uitvoordatudemachineweeringebruikneemt.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden
oversteektmetdemachine.Verleenaltijd
voorrang.
•Schakeldemaai-eenheiduitenstopdemotor
voordatudemaaihoogtewijzigt(tenzijudezekunt
aanpassenvanuitdebestuurderspositie).
•Laatdemotorenkeldraaieningoed
verluchteomgevingen.Uitlaatgassenbevatten
koolstofmonoxide,datdodelijkisbijinademing.
•Alsudemachineverlaat,laatdezedanniet
draaien.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurderspositie
verlaat(inclusiefhetlegenvandegrasvangersof
deblokkerenvanhetkanaal):
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Schakeldevermogenaftakasuit.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotorafenverwijderhet
contactsleuteltje.
–Wachttotdatallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
•Indevolgendegevallenmoetudemachineende
aandrijvingvandemaai-eenheiduitschakelen:
–voordatubrandstofgaatbijvullen
–voordatuverstoppingenverwijdert
–voordatudemaai-eenheidcontroleert,
schoonmaaktoferonderhoudaanverricht
–alsueenvreemdvoorwerpheeftgeraaktofde
machineabnormaalbeginttetrillen.Controleer
demaai-eenheidopbeschadigingenrepareer
dezeindiennodigvoordatudemachinestart
engebruikt
–Voordatudebedieningsplekverlaat
•Demachinenietgebruikenalssleepvoertuig.
•GebruikalleendoorTheT oro®Company
goedgekeurdeaccessoiresenwerktuigen.
Parkeerremgebruiken
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneeru
demachinestoptofdezeonbeheerdachterlaat.
Voorelkegebruikmoetudejuistewerkingvande
parkeerremcontroleren.
Alsdeparkeerremnietgoedwerkt,moetudeze
afstellen;zieRemmenafstellen(bladz.45).
Trekdehendelvandeparkeerremnaarachterenin
omdezeinteschakelen(Figuur8).
Duwdeparkeerremhendelnaarvorenomdezeuitte
schakelen.
g009465
Figuur8
1.Parkeerrem:ingeschakeld2.Parkeerrem:vrijgesteld
Deaftakasschakelaar
bedienen
Gebruikdeaftakasschakelaarincombinatiemetde
rijhendelsomdemaaimesseninenuitteschakelen.
14

Demaaimesseninschakelen
(aftakas)
Demaaimessenuitschakelen
Figuur9
g008946
Figuur12
Dechokebedienen
Gebruikdechokeomeenkoudemotortestarten.
1.Trekdeknopvandechokeomhoogomdeze
g031592
inteschakelenvoordatudecontactschakelaar
inschakelt(Figuur13).
2.Drukdeknopvandechokeomlaagomdeze
weeruitteschakelennadatdemotorisgestart
(Figuur13).
(aftakas)
Figuur10enFiguur11tonen2manierenomde
maaimessenuitteschakelen.
Figuur10
Figuur11
g009174
g008959
Figuur13
g031593
1.AAN2.UIT
Degashendelbedienen
Degashendelheefttweestanden:SNELenLANGZAAM
(Figuur12).
GebruikaltijddestandSNELwanneerudeaftakas
inschakelt.
15

Decontactschakelaar
Motorstarten
bedienen
Belangrijk:Steldestartmotortelkensnietlanger
dan5secondeninwerking.Alsdemotorniet
wilstarten,moetunaelkepoging15seconden
wachten.Indienudezeinstructiesnietopvolgt,
kandestartmotordoorbranden.
Opmerking:Mogelijkmoetuverschillendekeren
proberenomdemotortestartenalsudemotorvoor
heteerststartnadathetbrandstofsysteemhelemaal
zonderbrandstofheeftgezeten.
Figuur14
Belangrijk:Steldestartmotortelkensnietlanger
dan5secondeninwerking.Alsdemotorniet
wilstarten,moetunaelkepoging15seconden
wachten.Indienudezeinstructiesnietopvolgt,
kandestartmotordoorbranden.
Opmerking:Mogelijkmoetuverschillendekeren
proberenomdemotortestartenalsudemotorvoor
heteerststartnadathetbrandstofsysteemhelemaal
zonderbrandstofheeftgezeten.
g031239
Figuur15
g031281
g030981
Figuur16
16

Demotorafzetten
VOORZICHTIG
Kinderenofomstanderskunnenletsel
oplopenalszijdemachineverplaatsenof
proberentebedienenterwijldezeonbeheerd
staat.
Verwijderaltijdhetsleuteltjeenstelde
parkeerreminwerkingwanneerudemachine
onbeheerdachterlaat.
Hetplatformbedienen
Ukuntdemachinegebruikenmethetplatform
omhoogofomlaag.Ukuntzelfbeslissenwelkestand
uverkiest.
WAARSCHUWING
Hetbestuurdersplatformiszwaarenkanletsel
veroorzakenwanneeruhetomhoogofomlaag
brengt.Brenghetbestuurdersplatform
voorzichtigomhoogofomlaag:ukunt
gewondrakenalsuhetplotslaatvallen.
Laatdemotor60secondenstationairdraaienmeteen
lagesnelheid(schildpad)voordatudecontactsleutel
naarUITdraait.
Figuur17
•Houdvingersenhandenuitdebuurt
vanhetscharnierendegedeeltevanhet
platformalshetplatformomhoogof
omlaagwordtbewogen.
•Zorgervoordathetplatformwordt
ondersteundalsudevergrendelpeneruit
trekt.
•Zorgervoordatdevergrendelinghet
platformhoudtalsuhetinklapt.Drukhet
platformgoedaanzodatdevergrendelpen
opdejuisteplaatsvastklikt.
•Houdomstandersopafstandvande
machinealsuhetplatformomhoogof
omlaagbrengt.
demachinebedienenmethet
platformomhoog
Gebruikdemachinemethetplatformomhooginde
volgendegevallen:
•alsudemachinegebruiktindebuurtvansteile
randen
•alsudemachinegebruiktoptekleineoppervlakten
•alsudemachinegebruiktopplaatsenmetlaag
overhangendetakkenofobstakels
g030982
•alsudemachinelaadtvoortransport
•alsueenhellingoprijdt
Belangrijk:Zorgervoordatdebrandstofaf-
sluitklepisgeslotenvoordatudemachine
transporteertofstaltomeenbrandstoekte
voorkomen.Voordatudemachinestalt,moetude
bougie(s)losmakenomtevoorkomendatiemand
perongelukdemachinestart.
Omhetplatformomhoogtebrengen,moetude
achterzijdevanhetplatformomhoogtrekkenzodatde
vergrendelpenen-knopophunplaatsvastklikken.
Drukhetplatformgoedaanzodatdevergrendelpen
opdejuisteplaatsvastklikt.
Demachinebedienenmethet
platformomlaag
Gebruikdemachinemethetplatformomlaaginde
volgendegevallen:
•bijgebruikvandemachineindemeeste
omgevingen
17

•hetmaaienophellingen
•hetafrijdenvaneenhelling
Omhetplatformomlaagtebrengen,druktuhet
platformnaarvorentegenhetkussenzodatde
spanningopdevergrendelpenafneemtentrektu
vervolgensaandeknopomhetplatformomlaagte
brengen(Figuur18).
Vooruitrijden
1.Schakeldeparkeerremuit;zieParkeerrem
gebruiken(bladz.14).
2.Zetderijhendelsindemiddelste,ontgrendelde
stand.
g031026
Figuur18
1.Platformomhoog
2.Platformomlaag
3.Deknopuittrekkenomhet
platformvrijtezetten.
Vooruit-enachteruitrijden
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor,
oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut).
ZetdegashendelopSNELomdebesteprestatieste
verkrijgen.
Belangrijk:Rijddemachineachterwaartsover
stoepenmetenkeléénwiel.Voorwaartsover
stoepenrijden,kandemachinebeschadigen.
VOORZICHTIG
Figuur19
1.Voorstereferentiebalk
2.Linkerrijhendel5.Rechterrijhendelin
3.Rechterreferentiebalk
4.Rechterrijhendel
deVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND
6.Linkerrijhendelin
deVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND
3.Beweegderijhendelslangzaamnaarvoren
(Figuur20).
Opmerking:Demotorslaatafalsueen
rijhendelbeweegtterwijldeparkeerremin
werkingisgesteld.
Opmerking:Hoeverderuderijhendelsineen
vanbeiderichtingenbeweegt,destesnellerde
machineindegewensterichtingrijdt.
Opmerking:Omtestoppen,zetubeide
rijhendelsterugindeNEUTRAALSTAND.
g030983
Demachinekanergsneldraaien.Ukunt
daarbijdecontroleoverdemachineverliezen,
watkanleidentotlichamelijkletselenschade
aandemachine.
Verminderdesnelheidvandemachine
voordatueenscherpebochtmaakt.
18

Figuur20
Achteruitrijden
1.Zetdebeiderijhendelsindemiddelste,
ontgrendeldestand.
2.Beweegderijhendelslangzaamnaarachteren
(Figuur21).
Hetgraszijwaartsafvoeren
ofmulchen
Dezemachineisuitgerustmeteenscharnierende
grasgeleiderdiehetmaaiselzijwaartsenomlaagnaar
hetgazonafvoert.
GEVAAR
Zonderaangebrachtegrasgeleider,
afvoerafsluiterofcompletegrasvanger
kunnenuofandereninaanrakingmethet
maaimesofuitgeworpenvoorwerpenkomen.
Contactmetdraaiendemaaimessenen
uitgeworpenvoorwerpenkanlichamelijkof
dodelijkletselveroorzaken.
•Verwijderdegrasgeleidernietvande
machine,wantdegrasgeleidervoert
g009473
hetmaaiselafnaarhetgazon.Een
beschadigdegrasgeleidermoetdirect
wordenvervangen.
•Steeknooithandenofvoetenonderde
machine.
•Probeernooitdeuitwerpzoneofde
maaibladentereinigenzondereerst
debeugelvrijtezettenendeaftakas
uitteschakelen.Draaihetsleuteltje
naardestandUIT.Verwijderverderhet
contactsleuteltjeentrekdebougiekabel(s)
vandebougie(s).
Figuur21
Maaihoogteinstellen
Ukuntdemaaihoogteinstellenvan38tot127mm,in
stappenvan6mm.
Opmerking:Alsueenmaaihoogtevanminderdan
51mmgebruikt,verslijtderiemvanhetmaaidek
sneller.Kiesindienmogelijksteedseenmaaihoogte
vanmeerdan51mm.
g009474
19

3.Draaidemoerlosomdeplaatteverstellen
(Figuur23).
4.Versteldeplaatendemoerindesleuftotde
gewensteafvoerstandisbereikt.
Figuur23
g012676
Figuur22
Afvoerplaatinstellen
Ukuntdeuitworpvandemaaieraanpassenaan
demaaiomstandigheden.Zorgervoordatude
sluitnokendeplaatzodanigplaatstdatuhetbeste
maairesultaatverkrijgt.
1.Sleuf
2.Moer
Standvanafvoerplaat
instellen
Devolgendeafbeeldingenzijnslechtsaanbevelingen.
Deinstellingisafhankelijkvandegrassoort,het
vochtgehalteendehoogtevanhetgras.
Opmerking:Alshetmotorvermogenafneemtende
rijsnelheidvandemaaimachinehetzelfdeblijft,opent
udeplaat.
StandA
g267253
Ditisdevolledigachterwaartsestand(zieFiguur24).
Gebruikdezestandindevolgendegevallen:
•Maaiomstandighedenmetkort,lichtgras
•Drogeomstandigheden
•Kleinermaaisel
•Werptmaaiselverderwegvandemaaimachine
1.Schakeldeaftakasuit,zetderijhendelsin
deVERGRENDELDENEUTRAALSTANDenstelde
parkeerreminwerking.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
20