
FormNo.3414-628RevB
TITAN
®
HD1500seriezitmaaiers
van122cm
Modelnr.:74447TE—Serienr.:400000000enhoger
Modelnr.:74451TE—Serienr.:400000000enhoger
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3414-628*B

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Hetelektronischeontstekingssysteemvoldoetaande
CanadesenormICES-002.
WAARSCHUWING
Standaardgemonteerdeoorspronkelijke
onderdelenenaccessoiresverwijderenkan
eeninvloedhebbenopdegarantie,tractieen
veiligheidvandemachine.Niet-origineleToro
onderdelengebruikenkanernstigletselof
dedoodtotgevolghebben.Ongeoorloofde
wijzigingenaanbrengenaandemotorof
hetbrandstof-ofventilatiesysteemkaneen
inbreukzijnopvoorschriften.
Vervangalleonderdelen,inclusiefmaarniet
beperkttot:banden,riemen,messenen
onderdelenvanhetbrandstofsysteemdoor
origineleToroonderdelen.
Belangrijk:AlsueenmachinemeteenToro
motorgedurendeeenononderbrokenperiode
boven1.500mgebruikt,moetuervoorzorgen
datdesetvoorgrotehoogteisgemonteerd
zodatdemotorvoldoetaandeCARB-en
EPA-emissierichtlijnen.Desetvoorgrote
hoogtevergrootdemotorprestatiesenvoorkomt
vervuilingvandebougie,moeilijkstartenen
grotereemissies.Zodraudesethebtgemonteerd,
dientuhetlabelvoorgrotehoogteopde
machinetebevestigennaastdestickermethet
serienummer.Neemcontactopmeteenerkende
Toroservicedealeromdegeschiktesetvoor
grotehoogteenhetlabelvoorgrotehoogtevoor
uwmachineteverkrijgen.Omeendealerinuw
buurttevinden,kuntukijkenoponzewebsite
www.Toro.comofcontactopnemenmetonzeToro
CustomerCareDepartementophetnummerdat
isopgegevenindegarantieverklaringvoorhet
emissiecontrolesysteem.
Verwijderdesetvandemotorenzetdemotor
terugnaarzijnoriginelefabrieksinstellingalsu
demotorgebruiktonder1.500m.Gebruikgeen
motordiegeschiktisgemaaktvoorgebruikop
grotehoogteoplagerehoogtes;anderskande
motoroververhitrakenenwordenbeschadigd.
Indienunietzekerbentofuwmachinegeschikt
isgemaaktvoorgebruikopgrotehoogte,moetu
zoekennaarhetvolgendelabel(Figuur3).
decal127-9363
Figuur3
Inleiding
Dezemaaitractormetdraaiendemessenisbedoeld
voorgebruikdoorparticulierenofprofessionele
bestuurders.Demachineisvoornamelijkontworpen
voorhetmaaienvangrasopgoedonderhouden
particuliereofcommerciëlegazons.Demachineis
nietontworpenvoorhetmaaienvanstruikgewasof
voorgebruikindelandbouw.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken
enonderhoudenenomschadeaandemachineen
letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet
juisteenveiligegebruikvandemachine.
NeemrechtstreekscontactopmetT orovia
www.toro.comvoortrainingsmaterialenover
productveiligheiden-bediening,informatieover
accessoires,omeenverdelertezoekenofomuw
productrechtstreeksteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanToro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
©2018—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
2
g036742
Figuur1
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.T oro.com.
GedruktindeVS
Allerechtenvoorbehouden

Modelnr.:
Serienr.:
Dezehandleidingwijstuopmogelijkegevaren
enbevatveiligheidswaarschuwingendieukunt
herkennenaanhetwaarschuwingspictogram(Figuur
2),datwijstopeengevaardaternstigletselofdedood
kanveroorzakenindienunalaatdevoorgeschreven
maatregelentetreffen.
Figuur2
1.Waarschuwingspictogram
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Hellingsindicator................................................5
Veiligheids-eninstructiestickers........................6
Algemeenoverzichtvandemachine.......................12
Bedieningsorganen..........................................12
Specicaties....................................................14
Voorgebruik........................................................15
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................15
Aanbevolenbrandstof.......................................15
Gebruikvanstabilizer/conditioner.....................16
Brandstoftankvullen.........................................16
Hetmotoroliepeilcontroleren............................16
Eennieuwemachineinrijden............................16
Deomkantelbeveiliging(rolbeugel)
gebruiken......................................................17
Veiligheidstaatvoorop......................................17
Hetveiligheidssysteemgebruiken....................19
Bestuurdersstoelinstellen................................19
Destoelophangingverstellen...........................20
Werktuigenenaccessoiresgebruiken..............20
Tijdensgebruik....................................................20
Veiligheidtijdenshetwerk.................................20
Parkeerremgebruiken......................................21
Demesschakelaar(aftakas)bedienen..............22
Degashendelbedienen....................................22
Dechokebedienen...........................................22
Decontactschakelaarbedienen.......................23
Demotorstartenenuitschakelen......................23
Derijhendelsgebruiken....................................25
Metdemachinerijden.......................................26
Maaihoogteinstellen.........................................27
Antiscalpeerrollenafstellen...............................27
Demachinestoppen.........................................28
Zijafvoergebruiken...........................................28
Tipsvoorbedieningengebruik.........................28
Nagebruik...........................................................29
Veiligheidnahetwerk.......................................29
Debrandstofafsluitklepgebruiken.....................30
Devrijgavehendelsvandeaandrijfwielen
gebruiken......................................................30
Demachinetransporteren................................31
Demachineladen.............................................31
g000502
Onderhoud..............................................................33
Aanbevolenonderhoudsschema.........................33
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........34
Onderhoudenopslag.......................................34
Deafdekkingvanhetmaaidek
losmaken......................................................34
Hetplaatmetaalschermverwijderen..................35
Smering...............................................................35
Demachinesmeren..........................................35
Onderhoudmotor................................................36
Veiligheidvandemotor.....................................36
Onderhoudvandemotor..................................36
Vonkenvangercontroleren................................41
Hetemissie-luchtinlaatltervervangen.............41
Onderhoudbrandstofsysteem.............................42
Brandstofltervervangen..................................42
Onderhoudvandebrandstoftank......................42
Onderhoudelektrischsysteem............................43
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................43
Onderhoudvandeaccu....................................43
Onderhoudvandezekeringen..........................44
Onderhoudaandrijfsysteem................................45
Veiligheidsgordelcontroleren...........................45
Deknoppenvanderolbeugel
controleren....................................................45
Desporingafstellen..........................................46
Debandenspanningcontroleren.......................47
Dewielmoerencontroleren...............................47
Onderhoudkoelsysteem.....................................47
Hetmotorschermreinigen................................47
Onderhoudenremmen........................................48
Parkeerremafstellen........................................48
Onderhoudriemen..............................................49
Riemencontroleren..........................................49
Drijfriemvanmaaidekvervangenvoor
maaidekkenmetzijafvoer.............................49
Dedrijfriemvandehydraulischepomp
vervangen.....................................................50
Onderhoudbedieningsysteem............................51
Destandvandebedieningshendel
afstellen........................................................51
Rijhendelmechanismeafstellen........................52
Onderhoudhydraulischsysteem.........................53
3

Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........53
Hethydraulischesysteemeen
onderhoudsbeurtgeven................................53
Filtersenvloeistofvanhethydraulische
systeemvervangen.......................................54
Onderhoudvanhetmaaidek................................56
Maaidekhorizontaalstellen..............................56
Onderhoudvandemaaimessen.......................57
Maaidekverwijderen.........................................60
Grasgeleidervervangen...................................60
Reiniging.............................................................61
Onderkantvanhetmaaidekreinigen.................61
Afvalafvoeren..................................................61
Stalling....................................................................62
Demachinereinigenenstallen.........................62
Problemen,oorzaakenremedie.............................63
Schema's................................................................66
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
deEN-normISO5395:2013.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigletselte
voorkomen.
Ditproductgebruikenvooranderedoeleindendanhet
bedoeldegebruikkangevaarlijkzijnvooruofvoor
omstanders.
•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.Zorg
ervoordatallegebruikersvanditproductweten
hoehettegebruikenendatzedewaarschuwingen
begrijpen.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
•Gebruikdemachineenkelalsdenodigeschermen
enanderebeveiligingsmiddelenaanwezigzijnen
naarbehorenwerken.
•Blijfuitdebuurtvanafvoeropeningen.Houd
omstandersopeenveiligeafstandvande
machine.
•Laatgeenkinderenhetwerkgebiedbetreden.Laat
kinderennooitdemachinebedienen.
•Schakeldemachineendemotoruitvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert,bijtanktof
demachinevrijmaakt.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine
kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop
letseltevermijden,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymboolteletten,datbetekentVoorzichtig,
WaarschuwingofGevaar–instructievoorpersoonlijke
veiligheid.Niet-nalevingvandezeinstructieskan
leidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
Inderelevanteonderdelenindezehandleidingvindt
ubijkomendeveiligheidsinformatie.
4

Hellingsindicator
Figuur4
Dezepaginamagwordengekopieerdvoorpersoonlijkgebruik.
1.Demaximalehellingshoekwaarbijudemachineveiligkuntgebruikenis15graden.Gebruikhethellingsschemaomde
hellingshoektebepalenvoordatudemachinebedient.Gebruikdemachinenietophellingenvanmeerdan15graden.Langs
debetreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand.
5
g011841

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen
stickers.
Merktekenvanfabrikant
1.GeeftaandathetmesonderdeelvaneenorigineleToro
maaimachineis.
93-7818
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoor
instructiesomdemesbout/moervasttezettenmeteen
torsievan115tot149N·m.
decaloemmarkt
decal93-7818
106-5517
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
decal106-5517
decal107-3069
107-3069
1.Waarschuwing–Erisgeenomkantelbeveiligingalsde
rolbeugelomlaagisgeklapt.
2.Omlichamelijkofdodelijkletseltevoorkomenals
demachineomkantelt,moetuderolbeugelinde
omhooggeklapteenvergrendeldepositiehoudenende
veiligheidsgordelomdoen.Klapderolbeugeluitsluitend
omlaagalsditabsoluutnoodzakelijkis;alsderolbeugel
omlaagisgeklapt,magudeveiligheidsgordelnietomdoen.
3.LeesdeGebruikershandleiding;rijlangzaamenvoorzichtig.
decal109-6014
109-6014
6

decal112-3858
112-3858
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Leesdeinstructiesvoordat
uservice-ofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
112-9028
1.Waarschuwing–Blijfuitdebuurtvanbewegende
onderdelen;laatallebeschermplatenophunplaats.
3.Haalhetsleuteltjeuit
hetcontactvoordatude
maaihoogteafstelt.
4.Maaihoogte-instellingen.
decal112-9028
decal116-8588
116-8588
1.LeesdeGebruikershandleiding.
2.Draaidevrijgaveknoplos,verschuifdeknopenzetdeze
vast.
3.Duwdemachine.
Berichtweergave
1.Uur4.Neutraalstand
2.Aftakas
3.Parkeerrem6.Accu
decalhourmessagedisplay-116-5610
decal117-1 194
117-1194
5.Dodemansknop
1.Motor
7

117-3848
1.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen–Houdomstanders
opeenveiligeafstandvandemachine.
2.Maaierkanvoorwerpenuitwerpen–Gebruikdemachine
nietzonderdatdegrasgeleider,deafsluitervandeafvoer
ofhetgrasopvangsysteemisgemonteerd.
3.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd
–Blijfuitdebuurtvanbewegendedelen;houdalle
beschermendedelenophunplaats.
126-4363
1.Ledematenkunnenwordengesneden/geamputeerden
wordengegrepen,ventilator,riem.Zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltjevoordatuafstellingenuitvoert,
servicewerkzaamhedenverrichtofschoonmaakt.
decal117-3848
decal126-7816
126-7816
1.Maaihoogte
decal126-4363
1.Leesde
Gebruikershandleiding
2.Schuifdestoelnaarvoren
decal126-8161
126-8161
3.Drukdegrendelinomde
stoelteontgrendelen
4.Kanteldestoel
8

126-8172
1.Handremvrijgesteld2.Handremingeschakeld
decal132-0904
AlleenmotorvanToro
1.Schakeldemotoruitopvolgas
decalptosymbols
Symbolenaftakasschakelaar
1.Aftakas–uitschakelen2.Aftakas–inschakelen
decal126-8172
1.Leesde
Gebruikershandleiding
decaltransportlock
Transportvergrendeling
1.Maaihoogte
decal126-9939
2.Omhoogtrekkenomde
transportvergrendelingte
ontgrendelen
126-9939
2.Vullentotdeonderkant
vandevulbuis;
waarschuwing–detank
niettevolgieten
decal131-1097
131-1097
AlleenmotorenvanT oro
1.Aftapplug
1.Snelheidvandemachine
2.Snel
3.Langzaam
Linkerrijhendel
4.Neutraalstand
5.Achteruit
decalmotioncntrllh-126-6194
9

Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
decalbatterysymbols
1.Snelheidvandemachine
2.Snel
3.Langzaam
1.Risicovanexplosie6.Houdomstandersop
veiligeafstandvande
accu.
2.Nietroken.Geenopen
vuurofvonken
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
decalmotioncntrlrh-126-6183
Rechterrijhendel
4.Neutraalstand
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Achteruit
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
10.Bevatlood;niet
weggooien
136-1305
1.Snel4.Choke
2.Continusnelheidsregeling5.Werkverlichting(optioneel)
3.Langzaam6.Aansluitpunt
10
decal136-1305

decal126-8151
126-8151
1.Leesdeinstructiesalvorensservice-ofonderhoudswerkzaamhedenuittevoeren.
2.Tijdsinterval
4.Raadpleegdegebruikershandleidingvanhetmaaidekvoor
instructiesvoordeverwijdering
5.Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistofenraadpleeg
deGebruikershandleidingvoorverdereinstructies
3.Controleerhetoliepeil6.Controleerdebandenspanning
126-8383
UitsluitendvoormachineszonderMyRide™
Opmerking:Dezemachinevoldoetaandetestsdiedestatischebreedte-enlengtestabiliteitmetenendiestandaardzijninde
sector.Demaximaleaanbevolenhellingshoekwordtvermeldopdesticker.Raadpleegdeinstructiesvoorgebruikvandemachineop
hellingenindeGebruikershandleidingendeomstandighedenwaarinudemachinezougebruikenomnategaanofudemachineop
eenbepaaldedagenophetterreininkwestiekuntgebruiken.Veranderingeninhetterreinkunnentotgevolghebbendatdemachine
andersreageertophellingen.Laatdemaai-eenhedenindienmogelijkneeropdegrondwanneerudemachineopeenhellinggebruikt.
Alsudemaai-eenhedenomhoogbrengtophellingen,kandemachineonstabielworden.
decal126-8383
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding,gebruik
dezemachineuitsluitendalsuhieringetraindbent;draag
gehoorbescherming.
2.Ledematenkunnenwordengesneden/geamputeerden
wordengegrepen–Houduwhandenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen;laatallebeveiligingenophunplaats.
3.Gevaar,oprijplaat–Gebruikgeendubbeleoprijplaatbijhet
ladenopeenaanhanger.Gebruikeenenkeleoprijplaatdie
breedgenoegisvoordemachineendieeenhellingshoek
heeftvanminderdan15°.Rijachteruitdeoprijplaatopenrij
vooruitdeoprijplaataf.
4.Risicooplichamelijkletsel–Vervoergeenpassagiers;kijk
achteromalsuachteruitmaait.
5.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstandersop
eenafstand.
6.Kantelgevaarophellingen–Gebruikdemachinenietop
hellingenindebuurtvanwaterofophellingenvanmeerdan
15°.
11

Algemeenoverzicht
vandemachine
1.Hefpedaalmaaihoogtedek
2.Maaihoogtestanden
3.Transportvergrendeling
4.Bedieningsorganen
5.Rijhendels
6.Rolbeugel
Figuur5
Ontstekingsschakelaar
Startdemotorvandemaaiermetdezeschakelaar.
Hijheeft3standen:START,LOPENenUIT.
Chokeknop
Gebruikdechokeomeenkoudemotortestarten.
Trekdeknopvandechokeomhoogomdezeinte
schakelen.Duwdeknopvandechokeomlaagom
dezeuitteschakelen(Figuur6).
Gashendel
Degashendelregelthetmotortoerentalenzorgtvoor
eencontinuverstelbareregelingvanLANGZAAMtot
SNEL(Figuur6).
Maaimesschakelaar(aftakas,PTO)
g036854
7.Veiligheidsgordel
8.Brandstoftankdop
9.Parkeerremhendel
10.Maaidek
11.Zwenkwiel
Metdemesschakelaar(aftakas)schakeltude
aandrijvingnaardemaaimesseninofuit(Figuur6).
Urenteller
Deurentellerregistreerthetaantalurendatde
motorinbedrijfisgeweest.Deurentellerwerktals
demotorloopt.Gebruikdezetijdenomregelmatig
onderhoudswerkzaamhedenteplannen(Figuur6).
Bedieningsorganen
Zorgervoordatuvertrouwdbentmetalle
bedieningsorganenvoordatudemotorstartende
machinegebruikt(Figuur5enFiguur6).
Figuur6
1.Elektrischeaansluiting
2.Chokeknop6.Contactschakelaar
3.Gashendel
4.Urenteller
5.Aftakasschakelaar
7.Locatievanschakelaar
vooroptionele
verlichtingsset
Indicatorsveiligheidssysteem
Erstaansymbolenopdeurentellerdiemeteen
zwartedriehoekaangevendathetveiligheidssysteem
juistaangebrachtis(Figuur7).
Accu-indicatielampje
Alsuhetcontactsleuteltjegedurendeeenpaar
secondenindestandAANzet,wordtdeaccuspanning
weergegeveninhetgebiedwaarnormaaldeuren
wordenweergegeven.
Hetacculampjewordtingeschakeldwanneerhet
g037119
contactisingeschakeldenwanneerdeladingzich
onderhetjuistebedrijfsniveaubevindt(Figuur7).
12

Figuur7
g187133
1.Symbolen
veiligheidssysteem
2.Urenteller
3.Acculampje
Rijhendels
Derijhendelswordengebruiktomdemotorvooruit
enachteruittelatenrijdenenombochtennaarlinks
ofnaarrechtstemaken.
Vergrendeldeneutraalstand.
GebruikdeVERGRENDELDENEUTRAALSTANDsamen
methetveiligheidssysteemomdeNEUTRAALSTAND
tebepalen.
Brandstofafsluitklep
Sluitdebrandstofafsluitklep(achterdestoel)alsude
maaiergaattransporterenofstallen.
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen
enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde
machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren
enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofdistributeurofbezoekwww.Toro.com
vooreenlijstvanallegoedgekeurdewerktuigenen
accessoires.
13

Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnenzondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Breedte–Maaidekkenmetzijuitworp:
Maaidekvan122cmMaaidekvan132cm
Zondermaaidek121cm124cm
Geleideromhoog
Geleideromlaag
Lengte–Maaidekkenmetzijuitworp:
Lengte208cm208cm
Hoogte:
RolbeugelomhoogRolbeugelomlaag
179cm125cm
Gewicht:
133cm144cm
160cm171cm
Maaidekvan122cmMaaidekvan132cm
Machines
Machinesmetmaaidekvan122cmmetzijuitworp385–425kg
Machinesmetmaaidekvan132cmmetzijuitworp391–434kg
Gewicht
14

Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof
onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerkt.Deeigenaarisverantwoordelijk
voordeinstructievanallebestuurdersentechnici.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
•Controleerofdedodemansknoppen,de
veiligheidsschakelaarsendeveiligheidsschermen
zijnbevestigdennaarbehorenwerken.Gebruik
demachineuitsluitendalsdezenaarbehoren
werkt.
•Controleervoordatubeginttemaaienaltijdde
machineomzekertezijndatdemessen,de
mesboutenenhetmaaimechanismeingoede
staatzijn.Vervangversletenofbeschadigde
messenenboutenaltijdalscompletesetomeen
goedebalanstebehouden.
•Inspecteerhetterreinwaaropudemachine
gaatgebruikenenverwijdervoorwerpendiede
machinekanuitwerpen.
•Inspecteerhetterreinomnategaanwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomde
machineveiligengoedtegebruiken.
Brandstofveiligheid
•Weesuiterstvoorzichtigbijhetomgaanmet
benzineompersoonlijkletselenmateriëleschade
tevoorkomen.Brandstofdampenzijnontvlambaar
enexplosief.
•Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
•Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik
voordebrandstof.
•Wanneerdemotorlooptofheetis,magude
brandstofdopnietverwijderenofgeenbrandstof
toevoegen.
•Vuldemachinenietbinneneengebouwbijmet
brandstof.
•Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(b.v .vaneenboilerofandere
toestellen)aanwezigkunnenzijn.
•Vulbrandstofvatennietineenvoertuig,
vrachtwagenofopeenaanhangermetkunststof
beplating.Plaatsvatendieuwiltvullenaltijdopde
grond,uitdebuurtvanuwvoertuig.
•Laaddemachineuitdevrachtwagenofaanhanger
envuldezebijmetbrandstofwanneerzeop
degrondstaat.Alsditnietmogelijkis,vuldan
brandstofbijmeteendraagbaarvatinplaatsvan
meteenvulpistoolvaneenpomp.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren
werkt.
•Houdhetvulpistoolincontactmetderandvande
benzinetankofhetvattothettankenvoltooidis.
Gebruikgeenvergrendelingvoorhetvulpistool.
•Alsubrandstofmorstopuwkledingdientuzich
onmiddellijkomtekleden.Eventueelgemorste
brandstofopnemen.
•Doedebrandstoftanknooittevol.Plaatsde
brandstofdopterugenmaakhemstevigvast.
•Brandstofineengoedgekeurdvatofblikenbuiten
bereikvankinderenbewaren.Koopnooitmeer
benzinedanuin30dagenkuntopmaken.
•Vuldebrandstoftankniethelemaal.Vulde
brandstoftanktotdathetpeil6mmtot13mmvan
deonderkantvandevulbuisstaat.Dezegeeftde
brandstofindetankruimteomuittezetten.
–Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
–Houduwgezichtuitdebuurtvandevulpijpen
deopeningvandetank.
–Vermijdcontactmetdehuid;spoelgemorste
vloeistofafmetwaterenzeep.
Aanbevolenbrandstof
•Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud),
loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of
hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
•Ethanol:benzinemetmaximaal10vol.%ethanol
of15vol.%MTBE(methyltertiairebutylether)is
geschikt.EthanolenMTBEzijnverschillende
stoffen.Benzinemet15%ethanol(E15)per
volumeisnietgoedgekeurdvoorgebruik.Gebruik
nooitbenzinediemeerdan10%ethanolper
15

volumebevat,zoalsE15(bevat15%ethanol),
E20(bevat20%ethanol),ofE85(bevattot85%
ethanol).Hetgebruikvanniet-goedgekeurde
benzinekanleidentotverminderdeprestaties
en/ofmotorschadediemogelijknietgedektwordt
doordegarantie.
•Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
•Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
•Mengnooitoliedoorbenzine.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikvanstabilizer/conditionerindemachinebiedt
devolgendevoordelen:
•Houdtdebrandstofversgedurendestalling
van90dagenofminder(laatdebrandstoftank
leeglopenalsudemachinelangerdan90dagen
stalt).
•Houdtdemotortijdenshetgebruikschoon.
•Voorkomtharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteem,dietotstartproblemenkunnen
leiden
Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditieven
diemethanolofethanolbevatten.
Voegdejuistehoeveelheidstabilizer/conditioner
aandebrandstoftoe.
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkt
hetbestalsdezemetversebenzinewordt
gemengd.Gebruikaltijdstabilizer/conditioner
omhetrisicovanharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteemzokleinmogelijktehouden.
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Schakeldemotoruitensteldeparkeerremin
werking.
3.Reinighetgebiedronddedopvande
brandstoftank.
4.Vuldetanktotaandeonderkantvandevulbuis
(Figuur8).
Opmerking:Vuldebrandstoftankniet
helemaalvol.Ditgeeftdebenzineruimteom
uittezetten.
g036751
Figuur8
Hetmotoroliepeil
controleren
Voordatudemotorstartendemachineingebruik
neemt,moetuhetoliepeilinhetcartervandemotor
controleren;zieHetmotoroliepeilcontroleren(bladz.
37).
Eennieuwemachine
inrijden
Eennieuwemotorheefttijdnodigomvolvermogen
teontwikkelen.Maai-eenhedenenaandrijfsystemen
hebbenmeerwrijvingalszijnieuwzijn,waardoor
demotorextrawordtbelast.Houderrekeningmee
dateennieuwemachineeeninrijperiodevan40
tot50bedrijfsurennodigheeftomvolvermogente
ontwikkelenvoordebesteprestaties.
16

Deomkantelbeveiliging
(rolbeugel)gebruiken
WAARSCHUWING
Omlichamelijkofdodelijkletselte
voorkomenalsdemachineomkantelt:
houdderolbeugelindevolledigomhoog
geklapteenvergrendeldestandendoede
veiligheidsgordelom.
Controleerofdestoelgoedopdemachine
isbevestigd.
WAARSCHUWING
Erisgeenomkantelbeveiligingalsde
rolbeugelomlaagisgeklapt.
•Klapderolbeugeluitsluitendomlaagals
ditabsoluutnoodzakelijkis.
•Doedeveiligheidsgordelnietomalsde
rolbeugelomlaagisgeklapt.
•Rijlangzaamenvoorzichtig.
•Klapderolbeugelomhoogzodraderuimte
dittoelaat.
•Letgoedopdatervoldoenderuimte
bovendemachineis(denkaantakken,
deuropeningen,elektrischekabels)
voordatuondereenobjectrijdtenzorg
ervoordatuditnietraakt.
Belangrijk:Klapderolbeugeluitsluitendomlaag
alsditabsoluutnoodzakelijkis.
1.Omderolbeugelomlaagtebrengen,moetu
voorwaartsedrukuitoefenenophetbovenste
gedeeltevanderolbeugel.
2.Trekdebeideknoppenuitendraaize90°zodat
zenietmeeringeschakeldzijn(Figuur9).
3.Klapderolbeugelomlaag(Figuur9).
Figuur9
1.Rolbeugelomhoog4.Draaideknopvande
2.Knopvanderolbeugel
vergrendeld
3.Trekdeknopvande
rolbeugelnaarbuiten.
4.Omderolbeugelomhoogtebrengen,klaptude
rolbeugeluitnaardebedrijfsstandendraaitu
aandeknoppentotzegedeeltelijkindegroeven
gaan(Figuur9).
5.Brengderolbeugelvolledigomhoogterwijlu
tegenhetbovenstegedeeltevanderolbeugel
duwt.Hierdoorklikkendepennenophun
plaatszodradeopeningenmetdepennenzijn
uitgelijnd(Figuur9).
rolbeugel90graden.
5.Knopvanderolbeugel
ontgrendeld
6.Rolbeugelingeklapt
Belangrijk:Doealtijddeveiligheidsgordel
omalsderolbeugelomhoogisgeklapt.
g036746
6.Drukopderolbeugelencontroleerofbeide
pennenopdehunplaatszitten.
Veiligheidstaatvoorop
LeesalleveiligheidsinstructiesinhethoofdstukVeilige
bediening.Metbehulpvandezeinformatiekuntu
voorkomendatomstandersofuzelfletseloplopen.
17

GEVAAR
Alsumaaitopnatgrasofeensteilehelling
bestaatdekansdatdewielenslippenenude
controleoverdemachineverliest.
•Gebruikdemaaimachinenietophellingen
vanmeerdan15graden.
•Verminderuwsnelheidenweesuiterst
voorzichtigophellingen.
•Gebruikdemachinenietindebuurtvan
water.
g000963
Figuur10
GEVAAR
Wielendieoverrandenheenkomen,kunnen
totgevolghebbendatdemachineomkantelt,
hetgeenernstigofdodelijkletseldanwel
verdrinkingkanveroorzaken.
Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile
hellingen.
GEVAAR
Demachinegebruikenmeteenomlaag
geklapterolbeugelkanleidentoternstigof
dodelijkletselalsdemachineomkantelt.
Houdderolbeugelaltijdindevolledig
omhooggeklapteenvergrendeldestanden
doedeveiligheidsgordelom.
1.Veiligezone–Gebruik
demachineindezezone
ophellingenvanminder
dan15gradenofvlakke
gebieden.
2.Gevarenzone–Gebruik
eenloopmaaieren/ofeen
handtrimmerophellingen
vanmeerdan15graden
enindebuurtvansteile
hellingenofwater.
3.Water
VOORZICHTIG
Dezemachinesteltdegebruikerblootaan
geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bij
langdurigeblootstellingkanditleidentot
gehoorbeschadiging.
Draaggehoorbeschermingalsudezemachine
gebruikt.
Gebruikbeschermendeuitrustingvooruwogen,oren,
voetenenhoofd.
1.Draagoogbescherming.2.Draaggehoorbescher-
18
g009027
Figuur11
ming.

Hetveiligheidssysteem
Hetveiligheidssysteemtesten
gebruiken
WAARSCHUWING
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvan
demachine.Ditkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
•Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
•Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Werkingvanhetveiligheidssysteem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvande
motoralleenmogelijktemakenwanneer:
•deparkeerreminwerkingisgesteld;
•demesschakelaar(aftakas)isuitgeschakeld;
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem
telkensvoordatudemachineingebruikneemt.Als
hetveiligheidssysteemnietwerktzoalshieronder
wordtbeschreven,moetuhetdirectlatenrepareren
dooreenerkendeservicedealer.
1.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werkingenschakeldemesschakelaar(aftakas)
IN.Probeerdemotortestarten;demotormag
nunietgaandraaien.
2.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werkingenschakeldemesschakelaar(aftakas)
UIT.Beweegeenvanbeiderijhendels(uitde
VERGRENDELDENEUTRAALSTAND).Probeerde
motortestarten;demotormagnunietgaan
draaien.Herhaalvoordeandererijhendel.
3.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerrem
inwerking,schakeldemesschakelaarUIT
enzetderijhendelsindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND.Startnudemotor.Laatde
motorlopenenzetdeparkeerremvrij,schakel
demesschakelaar(aftakas)inenkomiets
overeinduitdebestuurdersstoel.Demotormoet
afslaan.
•derijhendelsindevergrendeldeNEUTRAALST AND
staan;
Hetveiligheidssysteemzorgterookvoordatde
motorwordtuitgezetwanneerdetractiehendelsuitde
vergrendeldestandwordengezetalsdeparkeerrem
inwerkingisgesteldofalsudebestuurdersstoel
verlaatterwijldeaftakasisingeschakeld.
Deurentellerisvoorzienvansymbolenom
degebruikersopdehoogtetestellenalshet
veiligheidssysteemindejuistestandstaat.Alshet
veiligheidssysteemzichindejuistestandbevindt,
wordtereendriehoekjeverlichtinhetbetreffende
hokje.
4.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerrem
inwerking,schakeldemesschakelaarUIT
enzetderijhendelsindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND.Startnudemotor.Alsdemotor
loopt,centreertueenvanbeiderijhendelsen
beweegtudeze(vooruitofachteruit).Demotor
moetnustoppen.Herhaaldezeprocedurebijde
andererijhendel.
5.Neemplaatsopdestoel,schakeldeparkeerrem
uit,schakeldemesschakelaar(aftakas)UIT
enzetderijhendelsindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND.Probeerdemotortestarten;de
motormagnunietgaandraaien.
Bestuurdersstoelinstellen
Ukuntdestoelnaarvorenennaarachteren
verschuiven(Figuur13).Destandvandestoelmoet
zozijndatudemachinehetbestkuntbedienenen
datucomfortabelzit.
1.Dedriehoekjeswordenverlichtalshetveiligheidssysteem
zichindejuistestandbevindt
g187670
Figuur12
19

contactopmetuwerkendeservicedealervoorde
voor-ballastset.
Figuur13
Destoelophanging
verstellen
Destoelkanwordenversteldzodatuprettigen
comfortabelkuntrijden.Zetdestoelineenstanddie
vooruhetmeestcomfortabelis.
Omdestoelteverstellen,draaitudeknopineenvan
beiderichtingenomdemeestcomfortabelepositie
teverkrijgen(Figuur14).
Figuur14
1.Knopvoorstoelophanging
Werktuigenenaccessoires
gebruiken
GebruikuitsluitenddoorT orogoedgekeurde
werktuigenenaccessoires.
Indienermeerdanéénmontagesetvooraccessoires
(emmersetofuniverselemontageset)wordt
gemonteerdopeenvande4positiesinFiguur15
moeteenvoor-ballastsetgemonteerdworden.Neem
g028272
Figuur15
1.Monteereenvoor-ballastsetindien2ofmeermontagesets
vooraccessoiresopdezepositieszijngemonteerd.
g037417
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukkendiepersoonlijkletselofmateriële
schadekunnenveroorzaken,enhijdientzulke
ongelukkentevoorkomen.
•Draaggeschiktekleding,zoalseen
veiligheidsbril,gripvaste,stevigeschoenen
engehoorbescherming.Draaglanghaarnietlos
endraaggeenjuwelen.
•Gebruikdemachinenietalsuziek,moeofonder
deinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Vervoernooitpassagiersopdemachineenhoud
g024881
omstandersenhuisdierenwegvandemachine
terwijldezewordtgebruikt.
•Gebruikdemachineuitsluitendbijeengoede
zichtbaarheidzodatukuilenenverborgengevaren
kuntvermijden.
•Gebruikdemachinenietopnatgras.Alsdewielen
hungripverliezen,kandemachinegaanglijden.
•Controleerofalleaandrijvingenindeneutraalstand
zijn,deparkeerreminwerkingisgesteldenu
zichindebestuurderspositiebevindtvoordatude
motorstart.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
demaaidekken.Blijfaltijduitdebuurtvande
afvoeropening.
•Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
20

•Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomen,enandereobjectendie
uwzichtkunnenbelemmeren.
•Maainietindebuurtvansteilehellingen,greppels
ofdijken.Demachinekanplotselingomslaanals
eenwieloverderandkomt,ofalsderandinstort.
•Stopdemaaimessenalsunietdaadwerkelijk
maait.
•Stopdemachineencontroleerdemaaimessen
alsueenvreemdvoorwerpheeftgeraaktofals
demachineabnormaalbeginttetrillen.Voeralle
noodzakelijkereparatiesuitvoordatudemachine
weeringebruikneemt.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden
oversteektmetdemachine.Verleenaltijd
voorrang.
•Schakeldeaandrijvingvandemaai-eenheid
uitenstopdemotorvoordatudemaaihoogte
wijzigt(tenzijudezekuntaanpassenvanuitde
bestuurderspositie).
•Laatdemotornooitlopenineenruimtewaar
uitlaatgassenzichkunnenverzamelen.
•Alsudemachineverlaat,laatdezedanniet
draaien.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurderspositie
verlaat(inclusiefhetlegenvandegrasvangersof
deblokkerenvanhetkanaal):
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Schakeldeaftakasuitenlaatdewerktuigen
zakken.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
–Wachttotdatallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
•Gebruikdemachinenietalshetkanbliksemen.
•Demachinenietgebruikenalssleepvoertuig.
•Veranderdesnelheidvandetoerenregelaarniet
enlaatdemotorhetmaximaletoerentalniet
overschrijden.
•GebruikalleendoorT orogoedgekeurde
accessoiresenwerktuigen.
•Controleeraandachtigoferobstakelszijnwaaru
onderdoormoetrijden,enzorgdatuzenietraakt.
•Houdderolbeugelindeugdelijkestaatdoordeze
regelmatiggrondigtecontrolerenopbeschadiging,
enzorgdatallebevestigingsmateriaalstevigis
vastgedraaid.
•Vervangeenbeschadigderolbeugel.Probeerniet
omdezetereparerenofaantepassen.
Demachineveiliggebruikenop
hellingen
•Verminderuwsnelheidenweesextravoorzichtig
ophellingen.Rijdomhoogenomlaagophellingen.
Detoestandvanhetgraskanvaninvloedzijnop
destabiliteitvandemachine.
•Vermijdbochtenmakenophellingen.Alsutoch
eenbochtmoetmaken,doeditindienmogelijk
langzaamenvoorzichtighellingafwaarts.
•Maakgeenscherpebochtenmetdemachine.
Weesvoorzichtigalsudemachineachteruitrijdt.
•Weesextravoorzichtigalsudemachinegebruikt
metwerktuigen;dezekunnendestabiliteitvande
machinebeïnvloeden.
Parkeerremgebruiken
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneerude
machinestoptofdezeonbeheerdachterlaat.
Dehandreminschakelen
WAARSCHUWING
Dekansbestaatdatdeparkeerremde
machinenietinstilstaandetoestandhoudt
alsdezeopeenhellingisgeparkeerd;
hierdoorkanlichamelijkletselofschadeaan
eigendommenontstaan.
Parkeernooitopeenhellingtenzijdewielen
zijnvastgezetofgeblokkeerd.
Beschermingvanderolbeugel
•Verwijderderolbeugelnietvandemachine.
•Zorgdatudeveiligheidsgordeldraagtendezein
eennoodgevalsnelkuntlosmaken.
•Draagaltijduwveiligheidsgordelalsderolbeugel
omhoogisgeklapt.
g036754
Figuur16
21