
FormNo.3424-715RevC
ZMaster
®
7000serie
professionelezitmaaier
MeteenTURBOFORCE
132cmof152cm
Modelnr.:74264TE—Serienr.:403138013enhoger
Modelnr.:74265TE—Serienr.:403227065enhoger
Modelnr.:74279TE—Serienr.:403320852enhoger
®
maaidekvan
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3424-715*

Bruto-ennettokoppel:Ditproductvoldoetaan
allerelevanteEuropeserichtlijnen.Zievoordetails
deaparteproductspeciekeconformiteitsverklaring.
Hetbruto-ennettokoppelvandezemotorisdoor
demotorfabrikantinlaboratoriumomstandigheden
gemetenvolgensstandaardJ1940ofJ2723vande
SocietyofAutomotiveEngineers(SAE).Omdatbijde
conguratierekeningisgehoudenmetdeveiligheids-,
emissie-engebruiksvoorschriften,zaldemotorvan
dittypemaaiersindepraktijkveelminderkoppel
hebben.Raadpleegdemeegeleverdedocumentatie
vandemotorfabrikant.
Raadpleegdemeegeleverdedocumentatievande
motorfabrikant.
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandedieselmotor
vanditproductbevattenbestanddelen
waarvanbekendisdatzekanker,
geboorteafwijkingenofandereschadeaan
devoortplantingsorganenkunnen
veroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenlooden
loodverbindingen.Vandezestoffen
isbekenddatzekankerenschadeaan
devoortplantingsorganenveroorzaken.
Wasaltijduwhandennadatumetdeze
onderdeleninaanrakingbentgeweest.
letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet
juisteenveiligegebruikvandemachine.
NeemrechtstreekscontactopmetT orovia
www.toro.comvoortrainingsmaterialenover
productveiligheiden-bediening,informatieover
accessoires,omeenverdelertezoekenofomuw
productrechtstreeksteregistreren.
VoordeGebruikershandleiding,alleinformatieover
degarantieofhetregistrerenvanuwproductkuntu
deQR-codegebruikenofwww.Toro.comraadplegen.
Alsueengedruktexemplaarvandegarantiewilt
ontvangen,belonsdanop0018883849939.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanToro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaat
deQR-code(indienaanwezig)ophetplaatje
methetserienummerscannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatze
kanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
Inleiding
Dezemaaitractormetdraaiendemessenis
bedoeldvoorprofessioneelgebruik.Demachineis
voornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangras
opgoedonderhoudenparticuliereofcommerciële
gazons.Demachineisnietontworpenvoorhet
maaienvanstruikgewasofvoorgebruikinde
landbouw.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken
enonderhoudenenomschadeaandemachineen
g248729
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Dezehandleidingwijstuopmogelijkegevaren
enbevatveiligheidswaarschuwingendieukunt
©2022—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.T oro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS

herkennenaanhetwaarschuwingspictogram(Figuur
2),datwijstopeengevaardaternstigletselofdedood
kanveroorzakenindienunalaatdevoorgeschreven
maatregelentetreffen.
Figuur2
Waarschuwingspictogram
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Hellingsindicator................................................5
Veiligheids-eninstructiestickers........................6
g000502
Algemeenoverzichtvandemachine.......................16
Bedieningsorganen..........................................17
Voorgebruik........................................................18
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................18
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................19
Brandstofbijvullen............................................19
Eennieuwemachineinrijden............................20
Deomkantelbeveiliging(rolbeugel)
gebruiken......................................................21
Hetveiligheidssysteemgebruiken....................22
Bestuurdersstoelinstellen................................23
Bestuurdersstoelontgrendelen.........................23
Destoelophangingverstellen...........................23
Tijdensgebruik....................................................24
Veiligheidtijdenshetwerk.................................24
Parkeerremgebruiken......................................26
Demesschakelaar(aftakas)bedienen..............26
Degashendelbedienen....................................26
Demotorstartenenuitschakelen......................27
Derijhendelsgebruiken....................................28
Metdemachinerijden.......................................28
Zijafvoergebruiken...........................................30
Demaaihoogteinstellen...................................30
Antiscalpeerrollenafstellen...............................32
Antiscalpeerrollenafstellen...............................32
Desluitnokkenvandeafvoerplaat
instellen.........................................................33
Standvanafvoerplaatinstellen.........................34
Oververhittingssensor......................................35
Tipsvoorbedieningengebruik.........................35
Nagebruik...........................................................36
Veiligheidnahetwerk.......................................36
Debrandstofafsluitklepgebruiken.....................36
Machinemetdehandduwen............................37
Demachinetransporteren................................37
DeZStand
Onderhoud..............................................................42
Aanbevolenonderhoudsschema.........................42
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........43
Veiligheidbijonderhoud....................................43
Deafdekkingvanhetmaaidek
losmaken......................................................44
Hetplaatmetaalschermverwijderen..................44
Smering...............................................................44
Demachinesmeren..........................................44
Draaipuntenvandevoorstezwenkwielen
smeren..........................................................44
Smeren.............................................................44
Dunvloeibareolieofsproeismering
gebruiken......................................................45
TM
gebruiken...................................40
3

Dunvloeibareolieofsproeismering
gebruiken......................................................45
Maaidekenriemspanpoeliessmeren...............46
Zwenkwielnavensmeren..................................47
Onderhoudmotor................................................48
Veiligheidvandemotor.....................................48
Onderhoudvanhetluchtlter............................48
Motorolieverversen..........................................49
Onderhoudbrandstofsysteem.............................54
Brandstoflter/waterafscheider
onderhoudsbeurtgeven................................54
Onderhoudvandebrandstoftank......................55
Onderhoudelektrischsysteem............................56
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................56
Onderhoudvandeaccu....................................56
Onderhoudvandezekeringen..........................57
Onderhoudaandrijfsysteem................................59
Desporingafstellen..........................................59
Bandenspanningcontroleren............................59
Desleufmoervandewielnaaf
controleren....................................................60
Lagervandraaipuntvanzwenkwiel
afstellen........................................................60
Onderhoudvandetandwielkast........................60
Elektrischekoppelingafstellen.........................61
Onderhoudkoelsysteem.....................................63
Onderhoudvanhetkoelsysteem......................63
Onderhoudenremmen........................................64
Parkeerremafstellen........................................64
Onderhoudriemen..............................................65
Riemencontroleren..........................................65
Aandrijfriemvanmaaidekvervangen................65
Drijfriemvanmaaidekvervangen.....................66
Aandrijfriemvanaftakasvervangen..................67
Aandrijfriemvanpompvervangen....................68
Riemvanwisselstroomdynamovervangen
enspannen...................................................68
Onderhoudbedieningsysteem............................69
Neutraalstandvanrijhendelafstellen................69
Onderhoudhydraulischsysteem.........................71
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........71
Hethydraulischesysteemeen
onderhoudsbeurtgeven................................71
Neutraalstandhydraulischepomp
afstellen........................................................74
Onderhoudvanhetmaaidek................................76
Maaidekhorizontaalstellenop3punten...........76
Onderhoudvandemaaimessen.......................78
Grasgeleidervervangen...................................81
Reiniging.............................................................82
Deonderkantvanhetmaaidekreinigen............82
Afvalafvoeren..................................................82
Stalling....................................................................83
Veiligheidtijdensopslag...................................83
Reinigenenopslaan.........................................83
Problemen,oorzaakenremedie.............................84
Schema's................................................................86
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
deEN-normISO5395:2013.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigletselte
voorkomen.
Ditproductgebruikenvooranderedoeleindendanhet
bedoeldegebruikkangevaarlijkzijnvooruofvoor
omstanders.
•Houdderolbeugelaltijdindevolledigomhoog
geklapteenvergrendeldestandendoede
veiligheidsgordelom.
•Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile
hellingen,greppels,oevers,waterofandere
gevaren,ofophellingensteilerdan15graden.
•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
•Gebruikdemachineenkelalsdenodigeschermen
enanderebeveiligingsmiddelenaanwezigzijnen
naarbehorenwerken.
•Laatgeenkinderenofomstandershetwerkgebied
betreden.Laatkinderennooitdemachine
bedienen.
•Stopdemachine,schakeldemotoruit
enverwijderhetsleuteltjevoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoertaan
demachine,brandstofbijvultofverstoppingen
verwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine
kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop
letseltevermijden,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymboolteletten,datbetekentVoorzichtig,
WaarschuwingofGevaar–instructievoorpersoonlijke
veiligheid.Niet-nalevingvandezeinstructieskan
leidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
Uvindtbijkomendeveiligheidsinformatieopde
betreffendeplaatsenindezehandleiding.
4

Hellingsindicator
Figuur3
Umagdezepaginakopiërenvoorpersoonlijkgebruik.
1.Demaximalehellingshoekwaarbijudemachinemaggebruikenis15graden.Gebruikhethellingsschemaomdehellingshoek
tebepalenvoordatudemachinebedient.Gebruikdemachinenietophellingenvanmeerdan15graden.Langsde
betreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand
5
g011841

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen
stickers.
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Risicovanexplosie6.Houdomstandersuitde
2.Nietroken.Geenopen
vuurofvonken
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
buurtvandeaccu.
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
10.Bevatlood;niet
weggooien
Merktekenvanfabrikant
1.GeeftaandathetmesonderdeelvaneenorigineleToro
maaimachineis.
decal93-7010
93-7010
1.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstanders
opeenafstand.
2.Machinekanvoorwerpenuitwerpen–Zorgervoordatde
grasgeleideropzijnplaatszit.
3.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
maaimes–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
decal93-7818
93-7818
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoor
instructiesomdemesbout/moervasttezettenmeteen
torsievan115tot149N·m.
decaloemmarkt
decal93-8069
93-8069
1.Heetoppervlak/gevaarvoorbrandwonden–blijfuitdebuurt
vanhetheteoppervlak.
decal58-6520
58-6520
1.Smeervet
decal98-1977
98-1977
1.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
6

1.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
decal98-4387
98-4387
decal107-3069
decal104-2449
104-2449
1.Waarschuwing–Erisgeenomkantelbeveiligingalsde
rolbeugelomlaagisgeklapt.
2.Omlichamelijkofdodelijkletseltevoorkomenals
demachineomkantelt,moetuderolbeugelinde
omhooggeklapteenvergrendeldepositiehoudenende
veiligheidsgordelomdoen.Klapderolbeugeluitsluitend
omlaagalsditabsoluutnoodzakelijkis;alsderolbeugel
omlaagisgeklapt,magudeveiligheidsgordelnietomdoen.
3.LeesdeGebruikershandleiding;rijlangzaamenvoorzichtig.
107-3069
107-2114
decal107-2114
decal133-8062
133-8062
7

1.Maaihoogteinmillimeters
decal107-3962
107-3962
1.Maaihoogteinmillimeters
decal107-3961
107-3961
1.Waarschuwing–Gebruikgeendrugs
ofalcohol.
2.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleidingenzorg
ervoordatuinstructieinhetgebruik
krijgt.
107-3964
3.Waarschuwing–Steldeparkeerremin
werking,zetdemotorafenverwijder
hetsleuteltjevoordatudemachine
verlaat.
4.Waarschuwing–Draag
gehoorbescherming.
8
decal107-3964
5.LeesdeGebruikershandleiding.

107-3968
1.Uitschakelen3.Parkeerrem
2.Inschakelen
107-3969
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.
2.Ledematenkunnenbekneldraken,maaimachine–Stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafenverwijderhet
sleuteltjevoordatuwerkzaamhedenonderdemaaimachine
gaatverrichten.
decal107-3968
decal107-3969
decal107-7719
107-7719
1.Ledematenkunnenwordengesneden/geamputeerden
wordengegrepen,ventilator,riem–Blijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
2.Voordatudemotorstart,moetugrasenvuilonderde
aandrijfriemenpoeliesvanhetmaaidekverwijderen,steek
vervolgenshetsleuteltjeinhetcontactenstartdemotor.
107-9309
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoorinformatieoverhetopladenvandeaccu;bevatlood;nietweggooien.
2.LeesdeGebruikershandleiding.
decal108-5955
108-5955
108-5957
decal107-9309
decal108-5957
9

decal108-5981
108-5981
1.Geleidingvandrijfriem
1.Snel
2.Langzaam
3.Neutraalstand
4.Achteruit
2.Maaihoogte
decal110-0820
110-0820
5.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.
6.Gevaarvoorvergiftigingenrisicovanbijtende
vloeistof/chemischebrandwonden–blijfuitdebuurtvande
accu.
7.Gevaarvoorontplofng–Geenvonkenofvuurennietroken.
8.Omdetractieaandrijvingteontgrendelen,draaitude
omloopklep1heleslaglinksommetbehulpvaneen⅝"of
16mmsleutel.
decal110-2067
110-2067
decal110-2068
110-2068
Uitsluitendvoormachinesmetzijafvoer
1.LeesdeGebruikershandleiding.
10

decal112-9028
112-9028
1.Waarschuwing–Blijfopafstandvanbewegendedelen;
zorgdatallebeschermendedelenophunplaatszijn.
decal110-3852
110-3852
1.Neemhetsleuteltjeuitde
contactschakelaarenlees
deinstructiesvoordatu
service-ofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
1.Ledematen
kunnenworden
gesneden/geamputeerd
enwordengegrepen,
ventilator,riem.
2.Eenononderbrokentoon
geeftaandatdemotor
oververhitraakt.
110-3853
2.Neemhetsleuteltjeuitde
contactschakelaarenlees
deinstructiesvoordatu
service-ofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
decal110-3853
114-9600
1.LeesdeGebruikershandleiding.
115-4212
1.Peilvandehydraulische
vloeistof
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
decal114-9600
decal115-4212
3.Waarschuwing–Raakhet
heteoppervlaknietaan.
Uitsluitendvoormachinesmetachterafvoer
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Leesdeinstructiesvoordat
uservice-ofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
112-3858
3.Haalhetsleuteltjeuitde
contactschakelaarvoordat
udemaaihoogteafstelt.
4.Maaihoogte-instellingen.
decal112-3858
1.Urenteller4.Neutraalstand
2.Aftakasschakelaar
3.Parkeerrem6.Accu
11
decal116-5610
116-5610
5.Dodemansschakelaar

Uitsluitendvoormachinesmetachterafvoer:
117-3848
1.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstanders
opeenafstand.
2.Machinekanvoorwerpenuitwerpen,omhooggebrachte
grasgeleider–Gebruikdemachinenooitzonderdat
degrasgeleider,deafsluitervandeafvoerofhet
grasopvangsysteemisgemonteerd.
3.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
maaimes–Blijfuitdebuurtvanbewegendedelen;houd
allebeschermendedelenophunplaats.
decal117-3848
1.Drukinomtestarten4.Toerentalregelaar
2.Leesde
Gebruikershandleiding
voormeerinformatieover
hetvoorverwarmenvande
motor.
3.Langzaam
decal121-7562
121-7562
5.Snel
decal119-0397
119-0397
decal126-2055
126-2055
1.Torsievanwielmoer129N·m(4x)
2.Torsievanwielnaaf319N·m(4x)
3.LeesdeGebruikershandleidingvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoertenzorgervoordatu
deinhoudbegrijpt.Controleerdetorsienadeeerste100
bedrijfsurenenvervolgenselke500bedrijfsuren.
decal119-0398
119-0398
12

127-0326
Uitsluitendvoormachinesmetzijafvoer
decal127-0326
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Maaihoogte
1.Hetmaximale
sleepvermogenvande
trekstang36kg.
3.Verwijderhetsleuteltjeen
leesdeGebruikershand-
leidingvoordatuserviceofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
decal131-4036
131-4036
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
13

132-0871
Opmerking:Dezemachinevoldoetaandetestsdiedestatischebreedte-enlengtestabiliteitmetenendiestandaardzijninde
sector.Demaximaleaanbevolenhellingshoekwordtvermeldopdesticker.Raadpleegdeinstructiesvoorgebruikvandemachineop
hellingenindeGebruikershandleidingendeomstandighedenwaarinudemachinezougebruikenomnategaanofudemachine
opeenbepaaldedagenophetterreininkwestiekuntgebruiken.Veranderingeninhetterreinkunnentotgevolghebbendatde
machineandersreageertophellingen.
decal132-0871
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding;alle
bestuurdersmoeteninstructiehebbenontvangenvoordatzij
demachinegebruikeñ;draaggehoorbescherming.
2.Gevaar:handenkunnenwordengesneden/geamputeerd
–Blijfuitdebuurtvanbewegendedelen;houdalle
beschermendedelenophunplaats.
3.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstandersop
eenafstand.
4.Kantelgevaar–Gebruikgeendubbeleoprijplaatbijhetladen
opeenaanhanger;gebruikéénenkeleoprijplaatdiebreed
genoegisvoordemachineendieeenhellingshoekheeft
vanminderdan15graden;rijachteruitdeoprijplaatopenrij
vooruitdeoprijplaataf.
5.Gevaaromoverredenteworden–Vervoergeenpassagiers;
kijkachteromalsuachteruitrijdt.
6.Kantelgevaar–Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile
hellingenofhellingenvanmeerdan15°;gebruikdemachine
enkelophellingenvanminderdan15°.
14

Uitsluitendvoormachinesmetzijafvoer
1.Verwijderhet
sleuteltjeenleesde
Gebruikershandleiding
voordatuonderhoud
uitvoert.
2.Smeerpunt
136-5510
3.Onderhoudsinterval(uren)
decal136-5510
Uitsluitendvoormachinesmetachterafvoer
1.Verwijderhet
sleuteltjeenleesde
Gebruikershandleiding
voordatuonderhoud
uitvoert.
2.Smeerpunt
decal136-5519
136-5519
3.Onderhoudsinterval(uren)
15

Algemeenoverzicht
vandemachine
Machinesmetzijafvoer
1.Hefpedaalmaaihoogtedek
2.Transportvergrendeling7.Veiligheidsgordel
3.Parkeerremhendel
4.Bedieningsorganen9.Maaidek
5.Rijhendel10.Zwenkwiel
Figuur4
g020466
Figuur5
g019888
1.ZStand
6.Rolbeugel
8.Brandstoftankdop
2.Maaihoogtehendel
3.Rijhendel8.Maaidek
4.Veiligheidsgordel9.Zwenkwiel
5.Rolbeugel
Machinesmetachterafvoer
©
6.Brandstoftankdop(beide
kanten)
7.Parkeerremhendel
16

Bedieningsorganen
Accu-indicatielampje
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
Bedieningspaneel
Figuur6
1.Urenteller
2.Contactschakelaar
3.Brandstofafsluitklep8.Gashendel
4.Akoestisch
waarschuwingssignaal
5.Schakelaargloeibougie
6.Indicatielampjevan
7.Lampjemotortemperatuur
9.Aftakasschakelaar
Alsuhetcontactsleuteltjegedurendeeenpaar
secondenindestandAANzet,wordtdeaccuspanning
weergeveninhetgebiedwaarnormaaldeuren
wordenweergegeven.
Hetacculampjewordtingeschakeldwanneerhet
contactisingeschakeldenwanneerdeladingzich
onderhetjuistebedrijfsniveaubevindt(Figuur7).
g009610
Figuur7
g010363
gloeibougie
1.Symbolen
veiligheidssysteem
2.Urenteller
3.Acculampje
Gashendel
Degashendelregelthetmotortoerentalenzorgtvoor
eencontinuverstelbareregelingvanLANGZAAMtot
SNEL(Figuur6).
Contactschakelaar
Decontactschakelaar,waarmeeudemotorstarten
afzet,heeft3standen:UIT,LOPENenSTART.ZieDe
motorstartenenuitschakelen(bladz.27).
Urenteller
Deurentellerregistreerthetaantalurendatde
motorinbedrijfisgeweest.Deurentellerwerktals
demotorloopt.Gebruikdezetijdenomregelmatig
onderhoudswerkzaamhedenteplannen(Figuur6).
Indicatorsveiligheidssysteem
Erstaansymbolenopdeurentellerdiemeteen
zwartedriehoekaangevendathetveiligheidssysteem
juistaangebrachtis(Figuur7).
Vergrendeldeneutraalstand
GebruikdeVERGRENDELDENEUTRAALSTANDsamen
methetveiligheidssysteemomdeNEUTRAALSTANDin
teschakelenentebepalen.
Lampjegloeibougie
Hetindicatielampjevandegloeibougiegaatbranden
alsdegloeibougieinwerkingis(Figuur6).
Schakelaargloeibougie
Dezeschakelaarsteltdegloeibougieinwerking.
Hetlampjevandegloeibougiegaatdanbranden.
Houddeschakelaarvandegloeibougie10seconden
ingedruktvoordatudemachinestart.
Temperatuurlampje
Hettemperatuurlampjegaatbrandenalsdemotor
oververhitraakt(Figuur6).
17

Akoestischwaarschuwingssignaal
Dezemachineisvoorzienvaneenakoestisch
signaalomdegebruikertewaarschuwendatdeze
demotormoetafzetten,omdaterandersschade
aandemotorkanontstaandooroververhitting.Zie
Oververhittingssensor(bladz.35).
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Voorgebruik
Brandstofafsluitklep
Debrandstofafsluitklepbevindtzichachterde
bestuurdersstoel.
Sluitdebrandstofafsluitklepvoordatudemachine
transporteertofstalt.
Beweegdeafsluitklepnaarlinksofrechtsvoor
gebruik.
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen
enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde
machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren
enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeT orodistributeur,
ofbezoekwww.T oro.comvooreenlijstvanalle
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenerzeker
vantezijndatdemachinealtijdveiligkanworden
gebruikt,moetutervervanginguitsluitendoriginele
Toroonderdelenenaccessoiresgebruiken.Gebruik
tervervangingnooitonderdelenenaccessoiresvan
anderefabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.Dit
kanertoeleidendatdegarantieophetproductkomt
tevervallen.
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof
onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerkt.Deeigenaarisverantwoordelijk
voordeinstructievanallebestuurdersentechnici.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
•Controleerofdedodemansknoppen,de
veiligheidsschakelaarsendeveiligheidsschermen
zijnbevestigdennaarbehorenwerken.Gebruik
demachineuitsluitendalsdezenaarbehoren
werkt.
•Controleervoordatubeginttemaaienaltijdde
machineomzekertezijndatdemessen,de
mesboutenenhetmaaimechanismeingoede
staatzijn.Vervangversletenofbeschadigde
messenenboutenaltijdalscompletesetomeen
goedebalanstebehouden.
•Inspecteerhetterreinwaaropudemachine
gaatgebruikenenverwijdervoorwerpendiede
machinekanuitwerpen.
•Inspecteerhetterreinomnategaanwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomde
machineveiligengoedtegebruiken.
Brandstofveiligheid
•Weesuiterstvoorzichtigbijhetomgaanmet
benzineompersoonlijkletselenmateriëleschade
tevoorkomen.Brandstofdampenzijnontvlambaar
enexplosief.
•Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
•Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik
voordebrandstof.
18

•Wanneerdemotorlooptofheetis,magude
brandstofdopnietverwijderenofgeenbrandstof
toevoegen.
•Vuldemachinenietbinneneengebouwbijmet
brandstof.
•Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(b.v .vaneenboilerofandere
toestellen)aanwezigkunnenzijn.
•Vulbrandstofvatennietineenvoertuig,
vrachtwagenofopeenaanhangermetkunststof
beplating.Plaatsvatendieuwiltvullenaltijdopde
grond,uitdebuurtvanuwvoertuig.
•Laaddemachineuitdevrachtwagenofaanhanger
envuldezebijmetbrandstofwanneerzeop
degrondstaat.Alsditnietmogelijkis,vuldan
brandstofbijmeteendraagbaarvatinplaatsvan
meteenvulpistoolvaneenpomp.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren
werkt.
•Houdhetvulpistoolincontactmetderandvande
benzinetankofhetvattothettankenvoltooidis.
Gebruikgeenvergrendelingvoorhetvulpistool.
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
Demotorlooptopschoneversedieselbrandstofmet
eenoctaangetalvanminimaal40.Koopbrandstofin
hoeveelhedendiebinnen30dagenkunnenworden
gebruiktzodatualtijdversebrandstofheeft.
Gebruikzomerbrandstof(nr.2-D)bijtemperaturen
boven-7°Cenwinterbrandstof(nr.1-Dof
nr.1-D/2-D-mengsel)bijtemperaturenonder
-7°C.Gebruikvanwinterdieselbrandstofbijlage
temperaturenbiedteenlagervlampunteneenlager
stolpunt.Ditvergemakkelijkthetstartenenvermindert
dekansvaneenchemischescheidingvande
brandstofalsgevolgvanlagetemperaturen(vorming
vanwas,waardoordeltersverstoptkunnenraken).
Zomerdieselbrandstofgebruikenbijtemperaturen
boven-7°Cdraagtbijaaneenlangerelevensduur
vandeonderdelenvandepomp.
Belangrijk:Gebruikgeenkerosineofbenzine
inplaatsvandieselbrandstof.Alsudeze
waarschuwingnietinachtneemt,kanditleiden
totbeschadigingvandemotor.
•Alsubrandstofmorstopuwkledingdientuzich
onmiddellijkomtekleden.Eventueelgemorste
brandstofopnemen.
•Doedebrandstoftanknooittevol.Plaatsde
brandstofdopterugenmaakhemstevigvast.
•Brandstofineengoedgekeurdvatofblikenbuiten
bereikvankinderenbewaren.Koopnooitmeer
benzinedanuin30dagenkuntopmaken.
•Vuldebrandstoftankniethelemaal.Vulde
brandstoftanktotdathetpeil6mmtot13mmvan
deonderkantvandevulbuisstaat.Dezegeeftde
brandstofindetankruimteomuittezetten.
–Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
–Houduwgezichtuitdebuurtvanhetvulpistool
endeopeningvandebrandstoftank.
–Vermijdcontactmetdehuid;spoelgemorste
vloeistofafmetwaterenzeep.
Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Voerelkedag,voordatudemachinestart,de
dagelijkseproceduresuitbeschreveninOnderhoud
(bladz.42).
Geschiktvoorbiodiesel
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneen
dieselmengseltotmaximaalB20(20%biodiesel,80%
petrodiesel).Hetdeelpetrodieselmoeteenlaagof
ultralaagzwavelgehaltehebben.
Neemdevolgendevoorzorgsmaatregeleninacht:
•Herdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoen
aandespecicatieASTMD6751ofEN14214.
•Hetdieselmengselmoetbeantwoordenaan
ASTMD975ofEN590.
•Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigd
doorbiodiesel.
•GebruikB5(biodieselinhoud5%)ofmengselsmet
eenlagerpercentageinkoudweer.
•Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,
dieincontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde
loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
•Dekansbestaatdateenbrandstoflternaverloop
vantijdverstoptraakt,nadatubentovergestapt
opeenbiodieselmengsel.
•Neemcontactopmetuwleverancieralsu
informatieoverbiodieselwenst.
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Steldeparkeerreminwerking.
19

3.Zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
4.Reinighetgebiedronddedopvande
brandstoftank.
5.Vuldetanktotaandeonderkantvandevulbuis
(Figuur8).
Opmerking:Vuldebrandstoftankniet
helemaalvol.Ditgeeftdebrandstofindetank
ruimteomuittezetten.
derechterbrandstoftanktegebruiken,moetude
brandstofafsluitklepnaarrechtsdraaien(Figuur9).
Sluitdebrandstofafsluitklepvoordatudemachine
transporteertofstalt.
Figuur8
Brandstoftankswisselen
Belangrijk:Laatdemachinenietzonder
brandstofvallen,wantditkandemachine
beschadigen.
Debrandstofafsluitklepbevindtzichachterde
linkerkantvandestoel.
Demachineheefttweebrandstoftanks,eenopde
linkerkanteneenopderechterkant.Elketankis
aangeslotenopdebrandstofafsluitklep.Hiervandaan
loopteengemeenschappelijkebrandstofslangnaar
demotor(Figuur9).
g000962
Figuur9
1.Linkerbrandstoftank2.Brandstofafsluitklep
Eennieuwemachine
inrijden
g027726
Eennieuwemotorheefttijdnodigomvolvermogen
teontwikkelen.Maai-eenhedenenaandrijfsystemen
hebbenmeerwrijvingalszijnieuwzijn,waardoor
demotorextrawordtbelast.Houderrekeningmee
dateennieuwemachineeeninrijperiodevan40
tot50bedrijfsurennodigheeftomvolvermogente
ontwikkelenvoordebesteprestaties.
Omdelinkerbrandstoftanktegebruiken,moetu
debrandstofafsluitklepnaarlinksdraaien.Om
20

Deomkantelbeveiliging
(rolbeugel)gebruiken
WAARSCHUWING
Omlichamelijkofdodelijkletseltevoorkomen
alsdemachineomkantelt:laatderolbeugel
volledigomhooggeklaptenvergrendeld,en
doedeveiligheidsgordelom.
Controleerofdestoelgoedopdemachine
isbevestigd.
g004954
Figuur10
WAARSCHUWING
Erisgeenomkantelbeveiligingalsde
rolbeugelomlaagisgeklapt.
•Klapderolbeugeluitsluitendomlaagals
ditabsoluutnoodzakelijkis.
•Doedeveiligheidsgordelnietomalsde
rolbeugelomlaagisgeklapt.
•Rijlangzaamenvoorzichtig.
•Klapderolbeugelomhoogzodraderuimte
dittoelaat.
•Letgoedopdatervoldoenderuimte
bovendemachineis(denkaantakken,
deuropeningen,elektrischekabels)
voordatuondereenobjectrijdtenzorg
ervoordatuditnietraakt.
Derolbeugelomlaagklappen
Belangrijk:Klapderolbeugeluitsluitendomlaag
alsditabsoluutnoodzakelijkis.
1.Volledigneergelatenstand
2.Omlaaggeklaptmetde
grasvangergemonteerd
Belangrijk:Zorgdatuhetachterste
gedeeltevandestoelbevestigtmetde
stoelvergrendeling.
Derolbeugelomhoogklappen
Belangrijk:Doealtijddeveiligheidsgordelomals
derolbeugelomhoogisgeklapt.
1.MaakdeR-pennenlosenverwijderde2pennen
(Figuur1 1).
2.Klapderolbeugelomhoog,plaatsde2pennen
enzetdezevastmetdeR-pennen(Figuur11).
1.MaakdeR-pennenlosenverwijderde2pennen
(Figuur1 1).
2.Klapderolbeugelomlaag(Figuur10).
Opmerking:Derolbeugelkanin2standen
omlaagwordengeklapt;zieFiguur10.
3.Plaatsde2pennenenzetdezevastmetde
R-pennen(Figuur11).
1.Rolbeugel3.Pen
2.Omhooggeklaptestand
21
g004955
Figuur11
4.R-pen

Hetveiligheidssysteem
Hetveiligheidssysteemtesten
gebruiken
WAARSCHUWING
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvan
demachine.Ditkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
•Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
•Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Werkingvanhetveiligheidssysteem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvande
motoralleenmogelijktemakenwanneer:
•deparkeerreminwerkingisgesteld;
•demesschakelaar(aftakas)isuitgeschakeld;
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem
telkensvoordatudemachineingebruikneemt.Als
hetveiligheidssysteemnietwerktzoalshieronder
wordtbeschreven,moetuhetdirectlatenrepareren
dooreenerkendeservicedealer.
1.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werkingenschakeldemesschakelaar(aftakas)
IN.Probeerdemotortestarten;demotormag
nunietgaandraaien.
2.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werkingenschakeldemesschakelaar(aftakas)
UIT.Beweegeenvanbeiderijhendels(uitde
VERGRENDELDENEUTRAALSTAND).Probeerde
motortestarten;demotormagnunietgaan
draaien.Herhaalvoordeandererijhendel.
3.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerrem
inwerking,schakeldemesschakelaarUIT
enzetderijhendelsindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND.Startnudemotor.Laatde
motorlopenenzetdeparkeerremvrij,schakel
demesschakelaar(aftakas)inenkomiets
overeinduitdebestuurdersstoel.Demotormoet
afslaan.
•derijhendelsindevergrendeldeNEUTRAALST AND
staan;
Hetveiligheidssysteemzorgterookvoordatde
motorwordtuitgezetwanneerdetractiehendelsuitde
vergrendeldestandwordengezetalsdeparkeerrem
inwerkingisgesteldofalsudebestuurdersstoel
verlaatterwijldeaftakasisingeschakeld.
Deurentellerisvoorzienvansymbolenom
degebruikersopdehoogtetestellenalshet
veiligheidssysteemindejuistestandstaat.Alshet
veiligheidssysteemzichindejuistestandbevindt,
wordtereendriehoekjeverlichtinhetbetreffende
hokje.
4.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerrem
inwerking,schakeldemesschakelaarUIT
enzetderijhendelsindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND.Startnudemotor.Alsdemotor
loopt,centreertueenvanbeiderijhendelsen
beweegtudeze(vooruitofachteruit).Demotor
moetnustoppen.Herhaaldezeprocedurebijde
andererijhendel.
5.Neemplaatsopdestoel,schakeldeparkeerrem
uit,schakeldemesschakelaar(aftakas)UIT
enzetderijhendelsindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND.Probeerdemotortestarten;de
motormagnunietgaandraaien.
1.Dedriehoekjeswordenverlichtalshetveiligheidssysteem
zichindejuistestandbevindt
g009612
Figuur12
22

Bestuurdersstoelinstellen
Destoelophanging
Destoelkannaarvorenennaarachterenverschoven
worden.Destandvandestoelmoetzozijndatude
machinehetbestkuntbedienenendatucomfortabel
zit.
Omdebestuurdersstoelintestellen,moetude
instelhendelzijwaartsbewegen.Hiermeeontgrendelt
udestoel(Figuur13).
Figuur13
Bestuurdersstoel
ontgrendelen
verstellen
Destoelkanwordenversteldzodatuprettigen
comfortabelkuntrijden.Zetdestoelineenstanddie
vooruhetmeestcomfortabelis.
Omdestoelteverstellen,draaitudeknopineenvan
beiderichtingenomdemeestcomfortabelepositie
teverkrijgen(Figuur15).
g019754
g019768
Figuur15
1.Knopvoorstoelophanging
1.Beweegdestoelzovermogelijknaarachteren.
Opmerking:Ditvoorkomtdatdestoelergens
tegenaankomtwanneeruhemomhoogbrengt.
2.Duwdestoelvergrendelingnaarachterenomde
stoelteontgrendelen.
3.Zetdestoelomhoog(Figuur14).
Opmerking:Hierdoorkuntubijhetdeelvan
demachineonderdestoelkomen.
Figuur14
g000950
1.Stoelvergrendeling3.Stoel
2.Brandstoftankdop
23

Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukkendiepersoonlijkletselofmateriële
schadekunnenveroorzaken,enhijdientzulke
ongelukkentevoorkomen.
•Draaggeschiktekleding,zoalseenveiligheidsbril,
langebroek,gripvaste,stevigeschoenenen
gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlosen
draaggeenlossejuwelen.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kunnenerletselsontstaanofkaneigendom
wordenbeschadigd.
•Gebruikdemachinenietalsuziek,moeofonder
deinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Vervoernooitpassagiersopdemachineenhoud
omstandersenhuisdierenwegvandemachine
terwijldezewordtgebruikt.
•Gebruikdemachineuitsluitendbijeengoede
zichtbaarheidzodatukuilenenverborgengevaren
kuntvermijden.
•Gebruikdemachinenietopnatgras.Alsdewielen
hungripverliezen,kandemachinegaanglijden.
•Controleerofalleaandrijvingenindeneutraalstand
zijn,deparkeerreminwerkingisgesteldenu
zichindebestuurderspositiebevindtvoordatude
motorstart.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
demaaidekken.Blijfaltijduitdebuurtvande
afvoeropening.
•Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
•Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomen,enandereobjectendie
uwzichtkunnenbelemmeren.
•Maainietindebuurtvansteilehellingen,greppels
ofdijken.Demachinekanplotselingomslaanals
eenwieloverderandkomt,ofalsderandinstort.
•Stopdemaaimessenalsunietdaadwerkelijk
maait.
•Stopdemachine,zetdemotoraf,verwijderhet
sleuteltjeencontroleerdemessenalsueen
voorwerpheeftgeraaktofdemachineabnormaal
beginttetrillen.Voerallenoodzakelijkereparaties
uitvoordatudemachineweeringebruikneemt.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden
oversteektmetdemachine.Verleenaltijd
voorrang.
•Schakeldeaandrijvingvandemaai-eenheid
uit,zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje
voordatudemaaihoogtewijzigt(tenzijudezekunt
aanpassenvanuitdebestuurderspositie).
•Laatdemotornooitlopenineenruimtewaar
uitlaatgassenzichkunnenverzamelen.
•Alsudemachineverlaat,laatdezedanniet
draaien.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurderspositie
verlaat(inclusiefhetlegenvandegrasvangersof
deblokkerenvanhetkanaal):
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Schakeldeaftakasuitenlaatdewerktuigen
zakken.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
–Wachttotallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
•Gebruikdemachinenietalshetkanbliksemen.
•Gebruikdemachineenkelalssleepvoertuigalsze
voorzienisvaneentrekhaak.
•Veranderdesnelheidvandetoerenregelaarniet
enlaatdemotorhetmaximaletoerentalniet
overschrijden.
•GebruikalleendoorT orogoedgekeurde
accessoiresenwerktuigen.
•Dezemachinesteltdegebruikerblootaan
geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bij
langdurigeblootstellingkanditleidentot
gehoorbeschadiging.
g229846
Figuur16
1.Draaggehoorbescherming.
Beschermingvanderolbeugel
•Verwijderderolbeugelnietvandemachine.
•Zorgdatudeveiligheidsgordeldraagtendezein
eennoodgevalsnelkuntlosmaken.
•Draagaltijduwveiligheidsgordelalsderolbeugel
omhoogisgeklapt.
24

•Controleeraandachtigoferobstakelszijnwaaru
onderdoormoetrijden,enzorgdatuzenietraakt.
•Houdderolbeugelindeugdelijkestaatdoordeze
regelmatiggrondigtecontrolerenopbeschadiging,
enzorgdatallebevestigingsmateriaalstevigis
vastgedraaid.
•Vervangeenbeschadigderolbeugel.Probeerniet
omdezetereparerenofaantepassen.
eenhellingmaait.Alsdeaandrijfwielentractie
verliezen,kunnenzegaanslippenenkuntu
nietmeerremmenofsturen.Demachinekan
schuiven,zelfsalsdeaandrijfwielennietdraaien.
•Verwijderofletopobstakelsalssloten,gaten,
geulen,hobbels,stenenofandereverborgen
gevaren.Inhooggraszijnobstakelsniet
altijdzichtbaar.Demachinekanomslaanop
oneffenhedeninhetterrein.
Demachineveiliggebruikenop
hellingen
•Hetmaaienophellingeniseenbelangrijke
factorbijongelukkenwaarbijdecontroleoverde
machinewordtverlorenofdezeomkantelt.Dit
kanernstigofdodelijkletselveroorzaken.De
bestuurderisverantwoordelijkvooreenveilig
gebruikvandemachineophellingen.Gebruik
vandemachineophellingenvereistaltijdextra
voorzichtigheid.Doehetvolgendevoordatude
machineopeenhellinggaatgebruiken:
–Leesdeinstructiesvoorgebruikopeenhelling
indehandleidingenopdemachine,enzorg
datudezeinstructiesbegrijpt.
–Gebruikeenhellingsindicatoromde
hellingshoekbijbenaderingtebepalen.
–Gebruikdemaaimachinenooitophellingen
vanmeerdan15graden.
–Onderzoekdetoestandvanhetwerkgebied
opdiedagomtebepalenofdemachine
veiligkanwordengebruiktopdehelling.
Gebruikuwgezondverstandenuw
beoordelingsvermogenwanneerudit
onderzoekuitvoert.Veranderingeninhet
terrein,zoalsdevochtigheidsgraad,kunnen
snelvaninvloedzijnopdemanierwaaropde
machinereageertopeenhelling.
•Spoorgevarenonderaandehellingop.Gebruik
demachinenietindebuurtvansteilehellingen,
greppels,oevers,waterofanderegevaren.
Demachinekanplotselingomslaanalseen
wieloverderandkomtofalsderandinstort.
Houdeenveiligeafstand(tweemaaldebreedte
vandemachine)tussendemachineen
landschapselementendiegevaarlijkkunnenzijn.
Gebruikeenloopmaaierofeenhandtrimmerom
grastemaaienopdezeplaatsen.
•Vermijdstarten,stoppenofbochtenmakenop
hellingen.Vermijdplotseveranderingenvan
snelheidofrichting;verandertraagengeleidelijk
vanrichting.
•Gebruikeenmachinenooitinomstandigheden
waarbijutwijfeltovertractie,sturenofstabiliteit.
Denkeraandatdemachinetractiekanverliezen
doordatubergafwaarts,opnatgrasofdwarsop
•Weesextravoorzichtigwanneerudemachine
gebruiktmetaccessoiresofwerktuigenzoals
grasopvangsystemen.Dezekunnendemachine
minderstabielmaken,waardoorudecontroleover
demachinekuntverliezen.Volgdeinstructies
voorgebruikvancontragewichtenop.
•Laathetmaaidekindienmogelijkneeropdegrond
wanneerudemachineopeenhellinggebruikt.
Alsuhetmaaidekomhoogbrengtophellingen,
kandemachineonstabielworden.
Figuur17
1.Veiligezone–Gebruik
demachineindezezone
ophellingenvanminder
dan15gradenofvlakke
gebieden.
2.Gevarenzone–Gebruik
eenloopmaaieren/ofeen
handtrimmerophellingen
vanmeerdan15graden
enindebuurtvansteile
hellingenofwater.
3.Water
4.W=breedtevande
machine
5.Houdeenveiligeafstand
(tweemaaldebreedte
vandemachine)
tussendemachineen
landschapselementendie
gevaarlijkkunnenzijn.
g221745
25

Parkeerremgebruiken
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneerude
machinestoptofdezeonbeheerdachterlaat.
Dehandreminschakelen
Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
Figuur18
g008945
Figuur20
Messchakelaar(aftakas)
uitschakelen
g187227
g009174
Figuur21
Dehandremuitschakelen
Figuur19
Demesschakelaar(aftakas)
bedienen
Demesschakelaar(aftakas)startenstoptde
maaimesseneneventuelebekrachtigdewerktuigen.
Degashendelbedienen
Degashendelheefttweestanden:SNELenLANGZAAM
(Figuur22).
GebruikaltijddestandSNELalsuhetmaaidek
inschakeltmetdemesschakelaar(aftakas).
g187226
g008946
Figuur22
Messchakelaar(aftakas)
inschakelen
Opmerking:Demesschakelaar(aftakas)
inschakelenmethalfgasofminderzorgtvoor
overmatigeslijtageaandeaandrijfriemen.
26

Demotorstartenen
uitschakelen
Starteninnormaleweersomstandigheden
Belangrijk:Startdemotortelkensnietlangerdan
30secondenperminuutomtevoorkomendatde
startmotoroververhitraakt.
Opmerking:Meerderestartpogingenkunnennodig
zijnalsudemotorvoordeeerstekeerstartnadater
helemaalgeenbrandstofinhetbrandstofsysteem
heeftgezeten.
Demotorstartenbijkoudweer
(beneden-5°C)
Gebruikdejuistemotorolievoordestarttemperatuur;
zieMotorolietype(bladz.49).
Belangrijk:Startdemotortelkensnietlangerdan
30secondenperminuutomtevoorkomendatde
startmotoroververhitraakt.
Opmerking:Gebruikgeenbrandstofdienog
overisvandezomer.Gebruikuitsluitendverse
winterdieselbrandstof.
Figuur23
g032594
Figuur24
g032593
27