Toro 70171 Operator's Manual [nl]

NR. 3321–889
Wheel Horse
12–32
Recycler zitmaaier
Model Nr. 70171 – 9900001 en hoger
Bedieningshandleiding
BELANGRIJK: Lees deze handleiding aandachtig door. De handleiding
bevat informatie ten behoeve van uw veiligheid en die van anderen. Zorg dat u vertrouwd bent met de plaats en functie van de bedieningsorganen voordat u de machine gaat gebruiken.
Nederlands (NL)
Inleiding
Dank u voor de keuze van een Toro produkt. Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met
dit nieuwe produkt. Aarzel daarom niet contact op te nemen met uw erkende Toro Service Dealer voor eventuele hulp, service, originele Toro onderdelen of andere informatie.
Wanneer u de dealer of de fabriek raadpleegt, dient u de model- en serienummers van de machine altijd te vermelden. Aan de hand van deze nummers kan de Service Dealer of vertegenwoordiger u de juiste informatie over de specifieke machine verschaffen. De model- en serienummers vindt u op een plaatje dat op een speciale plaats op de machine is aangebracht (zie onder).
1
1. Model- en serienummerplaatje (linkerkant frame)
correct en veilig gebruik daarvan. U bent tevens verantwoordelijk voor de instructie m.b.t. veiligheid van personen die u met de machine laat werken.
In deze handleiding gebruikt Toro een systeem om mogelijke gevaren aan te duiden en u te attenderen op bijzondere aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk fataal) letsel van u en anderen te voorkomen. De woorden GEVAAR, WAARSCHUWING en VOORZICHTIG geven de ernst van het gevaar aan. Ga als regel altijd voorzichtig te werk.
GEVAAR waarschuwt u voor zeer gevaarlijke situaties, die kunnen resulteren in ernstig lichamelijk letsel of zelfs overlijden, die kunnen ontstaan als u niet de vereiste voorzorgsmaatregelen neemt.
WAARSCHUWING waarschuwt u voor een gevaarlijke situatie die kan resulteren in ernstig lichamelijk letsel of zelfs overlijden, die kan ontstaan als u niet de vereiste voorzorgsmaatregelen neemt.
VOORZICHTIG duidt belangrijke instructies inzake uw persoonlijke veiligheid aan. Om letsel te voorkomen moet u dergelijke instructies zorgvuldig lezen en opvolgen.
Noteer de model- en serienummers van de machine hieronder, dan hebt u ze altijd bij de hand.
Modelnr.:
Serienr.:
Lees deze handleiding aandachtig door, zodat u leert hoe u de machine op de juiste wijze bedient en onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u persoonlijk letsel van u en anderen en schade aan de machine voorkomen. Ofschoon Toro veilige en moderne produkten ontwerpt, produceert en op de markt brengt, blijft u verantwoordelijk voor een
The Toro Comany – 1998
All Rights Reserved
Er worden nog twee woorden gebruikt om u op belangrijke informatie te wijzen. “Belangrijk” attendeert u op bijzondere technische informatie en “Opmerking” duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.
Als de handleiding verwijst naar de linker- of rechterkant van de machine, betekent dit gezien vanaf de normale bedieningspositie, d.w.z. zittend op de bestuurdersstoel.
Inhoud
Veiligheid 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veilige bediening 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Geluidsdruk 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Geluidsniveau 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Trillingsniveau 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hellingsdiagram 7. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Overzicht van symbolen 9. . . . . . . . . . . . . . .
Overzicht van symbolen 10. . . . . . . . . . . . . . .
Overzicht van symbolen 11. . . . . . . . . . . . . . .
Benzine en olie 12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aanbevolen benzine 12. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Stabilizer/Conditioner 13. . . . . . . . . . . . . . . .
Brandstoftank met benzine vullen 13. . . . . . .
Motoroliepeil controleren 13. . . . . . . . . . . . .
Montage 14. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Losse onderdelen 14. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voorwielen monteren 15. . . . . . . . . . . . . . . . .
Stuurwiel monteren 15. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zitting monteren 15. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Accu vullen 16. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Carter met olie vullen 18. . . . . . . . . . . . . . . . .
Gebruiksaanwijzing 19. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheid staat voorop 19. . . . . . . . . . . . . . . .
Bedieningsorganen 19. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Versnellingshendel 19. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Koppelingspedaal 19. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Rempedaal 19. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Parkeerrem 19. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Contactschakelaar 20. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Maaidekhendel 20. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Maaihoogtehendel 20. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Keuzeschakelaar 20. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Handgas 20. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Starten en stoppen van de motor 20. . . . . . . .
Blz.
Blz.
Inrijden 21. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instellen van de maaihoogte 21. . . . . . . . . . . .
Bediening 21. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het veiligheidssysteem 22. . . . . . . . . . . . . . .
Werktuig-in-achteruit 22. . . . . . . . . . . . . . . . .
Zijafvoer of grasvanger 24. . . . . . . . . . . . . . .
Vooruit en achteruit rijden 25. . . . . . . . . . . . .
Tractor stoppen 25. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bestuurdersstoel instellen 26. . . . . . . . . . . . .
Tips voor Recyclerrmaaien 26. . . . . . . . . . . .
Tips voor het maaien van gras 27. . . . . . . . . .
Onderhoud 30. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoudsschema 30. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Luchtfilter 31. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Motorolie 32. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bougie 33. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Smeren 35. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bandenspanning 36. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Rem 36. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Brandstoftank 37. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Toesporing van de voorwielen 38. . . . . . . . . .
Accu 38. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Maaimes 40. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verwijderen/monteren van de maaieenheid 42
Vervangen van de mesdrijfriem 42. . . . . . . . .
Afstellen van de mesdrijfriem 43. . . . . . . . . .
Vervangen van de tractiedrijfriem 43. . . . . . .
Vlakstellen van de maaiereenheid 44. . . . . . .
Afstellen van neutraalstand van
de versnelling 44. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Schema elektrische installatie 46. . . . . . . . . .
Reiniging en stalling 47. . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderkant van de maaikast wassen 48. . . . . .
Problemen, oorzaak en remedie 49. . . . . . . . . . . . .
1
Veiligheid
Deze machine voldoet ten minste aan de Europese normen, van kracht op het moment van produktie. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan echter letsel veroorzaken. Om het risico van letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool VOORZICHTIG, WAARSCHUWING, of GEVAARLIJK-“instructie voor persoonlijke veiligheid”. Het niet opvolgen van de instructie kan leiden tot (mogelijk fataal) lichamelijk letsel.
te letten, dat betekent
Veilige bediening
Dit produkt kan amputatie van handen of voeten veroorzaken en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig of mogelijk fataal letsel te voorkomen.
Bediening algemeen
1. Zorg ervoor dat u alle instructies in de
gebruikershandleiding en op de tractor hebt gelezen, begrepen en opgevolgd voordat u de tractor start.
2. U dient de bediening van de machine uitsluitend
toe te staan aan verantwoordelijke volwassenen die vertrouwd zijn met de instructies.
3. Inspecteer het terrein waarop u de machine gaat
gebruiken grondig op voorwerpen zoals stenen, speelgoed, draad enz. en verwijder eventuele voorwerpen die door het maaimes kunnen worden uitgeworpen.
4. Controleer of zich geen personen in de buurt van
de tractor ophouden voordat u gaat maaien. Stop de machine als er iemand in de directe omgeving komt.
5. Het vervoeren van passagiers is niet toegestaan.
MOGELIJK GEVAAR
Uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxyde, een reukloos en dodelijk gif.
WAT ER KAN GEBEUREN
Koolmonoxyde kan de dood tot gevolg
hebben en aangeboren afwijkingen veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN
De motor nooit in een afgesloten ruimte
laten draaien.
6. Niet in de achteruit maaien, tenzij dat strikt
noodzakelijk is. Kijk altijd omlaag en achterom vóór en tijdens achteruitrijden.
7. Let op de uitwerprichting van de maaier en richt
die niet op personen. De maaier uitsluitend gebruiken als de complete grasvanger of de beschermkap op zijn plaats aanwezig is.
8. Scherpe bochten kunnen op elk terrein verlies
van de macht over het stuur tot gevolg hebben. Snelheid verminderen en voorzichtig zijn bij het nemen van scherpe bochten.
9. De machine nooit met draaiende motor
achterlaten. Altijd eerst de maaimessen uitschakelen, parkeerrem aantrekken, motor stoppen en sleutel uit het contactslot verwijderen alvorens de tractor te verlaten.
10. Schakel de maaimessen uit als u niet maait.
2
Veiligheid
11. Handen, voeten, haar en losse kleding uit de
buurt houden van het afvoergedeelte van werktuigen, de onderkant van de maaier of bewegende onderdelen terwijl de motor loopt.
12. Stop de motor alvorens de grasvangbak te
verwijderen of de afvoertunnel te ontstoppen.
13. Alleen bij daglicht of goed kunstlicht maaien.
14. Gebruik de machine niet als u onder de invloed
van alcohol, drugs of medicijnen verkeert.
15. Let op het verkeer als u in de buurt van een weg
werkt of een weg oversteekt.
16. Ga zeer zorgvuldig te werk als u de machine op
een aanhanger of vrachtwagen laadt.
17. De machine of werktuigen die nog heet van
werken kunnen zijn niet aanraken. Alle delen eerst laten afkoelen alvorens onderhoud te plegen, of af te stellen.
Werken op hellingen
Hellingen brengen grote risico’s met zich mee van verlies van de macht over het stuur of omslaan, die ernstig en mogelijk fataal letsel kunnen veroorzaken. Ga op hellingen extra voorzichtig te werk. Als u niet achteruit tegen de helling op kunt rijden, of u voelt zich niet vertrouwd op de helling, maai die dan niet.
DOEN
Hellingen van meer dan 5° heuvelop- en
heuvelafwaarts maaien, niet dwars.
Op hellingen van meer dan 10° altijd
heuvelafwaarts maaien, nooit heuvelopwaarts. Als u een steile helling moet oprijden, rijd dan achteruit tegen de helling op. Rijd vooruit de heuvel af en houd de machine in de versnelling.
Rijd langzaam en in een lage versnelling, zodat u
niet hoeft te stoppen of te schakelen terwijl u op de helling rijdt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant voor
wielgewichten of contragewichten op, ten behoeve van een goede stabiliteit.
Let goed op bij montage van grasvangers of
andere werktuigen. Hierdoor kan de stabiliteit van de machine veranderen.
Houd alle bewegingen op hellingen langzaam en
geleidelijk. Nooit snel van snelheid of richting veranderen.
Vermijd optrekken of stoppen op een helling.
Als de banden geen grip hebben, de maaimessen uitschakelen en langzaam recht de heuvel af rijden.
NIET DOEN
De machine niet op heuvels of hellingen van meer dan 15° gebruiken.
Vermijd wenden op hellingen. Als dat toch nodig is, langzaam en geleidelijk heuvelafwaarts wenden, indien mogelijk.
Niet maaien in de buurt van randen met hoogteverschil, sloten of oevers. De machine kan omslaan als een wiel over een rand gaat of als een rand instort.
Niet maaien op nat gras. De verminderde tractie kan wegglijden veroorzaken.
Nooit proberen de machine tegen te houden door een voet op de grond te zetten.
Op steile hellingen geen grasvanger gebruiken. Door een zware graszak kunt u de macht over het stuur verliezen of kan de machine omslaan.
Verwijder obstakels zoals stenen, takken enz. uit
het maaigebied. Kijk uit voor kuilen, sporen of bulten, omdat de machine op ongelijk terrein kan omslaan. In hoog gras kunnen obstakels onzichtbaar zijn.
3
Veiligheid
Kinderen
Er kunnen ernstige ongevallen gebeuren als de bestuurder niet let op de aanwezigheid van kinderen. Kinderen worden vaak aangetrokken door de machine en het maaien. Ga er nooit vanuit dat kinderen blijven waar u ze het laatst hebt gezien. De volgende voorschriften moeten worden opgevolgd om letsel van kinderen te voorkomen.
1. Houd kinderen uit het maaigebied en onder
toezicht van een andere verantwoordelijke volwassene.
2. Let goed op en stop de machine als kinderen in
de buurt komen.
3. Vóór en tijdens achteruitrijden achterom en
omlaag kijken of er geen kleine kinderen zijn.
4. Nooit kinderen vervoeren. Ze kunnen van de
tractor af vallen en ernstig gewond raken, of een veilige bediening van de machine in gevaar brengen.
Onderhoud
1. Stop de motor en maak de bougiekabel(s) los
alvorens service, reparatie, onderhoud of afstellingen te verrichten.
2. Let goed op bij het hanteren van diesel en andere
brandstoffen. Deze zijn brandbaar en de dampen zijn explosief.
A. Gebruik uitsluitend goedgekeurde vaten. B. Nooit de brandstoftankdop verwijderen of
brandstof bijvullen terwijl de motor loopt. Laat de motor afkoelen voordat u brandstof bijvult. Niet roken tijdens het bijvullen.
C. De brandstoftank nooit in een afgesloten
ruimte bijvullen.
D. De machine of een brandstofvat nooit
binnen in de buurt van een open vlam plaatsen, bijvoorbeeld bij een boiler of verwarmingsketel.
5. De machine nooit door kinderen laten bedienen.
6. Let extra goed op bij nadering van
onoverzichtelijke hoeken, struiken, bomen, het einde van een hek of andere objecten die het zicht kunnen belemmeren.
3. De motor nooit in een afgesloten ruimte laten
lopen.
4. Zorg dat alle moeren, schroeven en bouten goed
aangedraaid zijn, met name de bevestigings­bouten van het maaimes. Zorg dat de machine in goede conditie blijft.
5. Nooit proberen veiligheidsvoorzieningen te
omzeilen. Controleer de veiligheidsvoorzieningen op een goede werking vóór elk gebruik.
6. Houd de machine vrij van gras, bladeren of
ander vuil. Gemorste olie of brandstof direct opvegen. De machine laten afkoelen voordat u hem stalt.
7. De machine stoppen als u een object raakt.
Indien nodig repareren alvorens de machine opnieuw te gebruiken.
4
Veiligheid
8. De onderdelen voor het opvangen van gras zijn
onderhevig aan slijtage, beschadiging en achteruitgang, waardoor bewegende delen vrij kunnen komen of voorwerpen kunnen worden uitgeworpen. Controleer deze onderdelen regelmatig en vervang ze indien nodig door onderdelen die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Maaimessen zijn scherp en kunnen snijwonden
veroorzaken. Maaimessen alleen met een doek of handschoenen aanpakken en extra voorzichtig zijn wanneer u er onderhoud aan verricht.
10. Uitsluitend originele vervangingsdelen
gebruiken, zodat de oorspronkelijke standaards behouden blijven.
11. Controleer regelmatig de remwerking. Indien
nodig afstellen en onderhoud verrichten.
12. Accuzuur is giftig en bijtend. Vermijd contact
met de huid, ogen en kleding. Draag gezichts­bescherming, veiligheidsbril en -kleding als u aan een accu werkt.
Geluidsdruk
Deze machine produceert een continu-geluidsdruk volgens A-norm bij het oor van de bestuurder van 87 dB(A), op basis van metingen uitgevoerd op identieke machines volgens Richtlijn 84/538/EEG en wijzigingen daarop.
Geluidsniveau
Deze machine produceert een geluidsniveau van 100 Lwa, op basis van metingen van identieke machines, uitgevoerd volgens Richtlijn 84/538/EEG en wijzigingen daarop.
Trillingsniveau
Deze machine produceert een maximum hand-arm trillingsniveau van 4,5 m/s2 en over het gehele lichaam van 0,25 m/s2 op basis van metingen van identieke machines volgens EN 1033 en EN 1032.
13. Accugassen kunnen exploderen. Sigaretten,
vonken en vlammen uit de buurt van de accu houden.
5
Veiligheid
6
Hellingsdiagram
Lees alle veiligheidsinstructies op pagina 2-5.
Veiligheid
       
    
LANGS DE JUISTE LIJN OMVOUWEN
VOORBEELD:
VERGELIJK HELLING MET
OMGEVOUWEN RAND
7
8
Overzicht van symbolen
Veiligheid
Veiligheidsalarm
Veiligheidsalarm
Lees de bedieningshandleiding
Raadpleeg technische handleiding voor juiste onderhouds­procedures
Uitgeworpen voorwerpen– gevaar voor alle lichaamsdelen
Uitgeworpen voorwerpen– aan zijkant gemonteerde cirkelmaaier. Zorg dat veiligheidsscherm altijd aangebracht is
Amputatiegevaar–maaier in achterwaartse beweging
Blijf altijd op veilige afstand van de maaier
Blijf altijd op veilige afstand van de maaier
Houd kinderen op veilige afstand van de machine
Machine kantelt dwars op helling
Roterend mes– kan tenen of voet afsnijden
Roterend mes– kan vingers of hand afsnijden
Roterend mes, kan tenen of vingers afsnijden. Blijf uit de buurt van het mes zolang de motor loopt
Veiligheidsschermen niet openen of verwijderen terwijl de motor loopt
Machine kantelt heuvelopwaarts
Machine kantelt heuvelafwaarts
Machine kantelt
Gebruik in achteruit niet toegestaan, tenzij uitgeschakeld via keuzeschakelaar
9
Veiligheid
Overzicht van symbolen
Maaimes– basissymbool
Maaimes– afstelling maaihoogte
Maaieenheid zakken
Maaieenheid heffen
Maaitrommel–kan voet afsnijden of afknellen
Rotor–kan vingers of hand afsnijden
Blijf op veilige afstand van sneeuwruimer
Meerijden op deze machine uitsluitend toegestaan op passagierszitplaats en als zicht van de bestuurder niet belemmerd wordt
Vingers of hand kunnen bekneld raken– zijwaartse kracht
Terugslag of opwaartse beweging–opgeslagen energie
Motor afzetten en contactsleutel verwijderen alvorens onderhoud of reparatie te verrichten
Rijrichting machine– gecombineerd
Blijf op veilige afstand van sneeuwruimer
Tractoren moeten uitgerust zijn met achterwielgewicht van 45 kg voor aanbouw van dit werktuig
Machine kantelt veiligheidsbeugel sneeuwruimer
Maaimes–kan hand afsnijden
Maaimes–kan voet afsnijden
Laag
Hoog
Achteruit
Neutraal
Eerste versnelling
Tweede versnelling
Derde versnelling tot maximum # aantal versnellingen vooruit
10
Overzicht van symbolen
Veiligheid
Snel
Langzaam
Toename/afname
Aan/lopen
Uit/stop
Motor
Motor starten
Motor afzetten
Brandstof
Brandstofvoorraad
Leeg
Vol
Laadtoestand van de accu
Koplampen– Dim-/grootlicht
Remsysteem
Choke
Motortemperatuur
Motorolie–druk
Motoroliepeil
Keuzeschakelaar
Parkeerrem
Koppeling
Aftakas
Vast
Los
Openen
Sluiten
11
Benzine en olie
Aanbevolen benzine
Gebruik LOODVRIJE normaalbenzine voor automobielen (octaangetal minimaal 85). Gelode normaalbenzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is.
Belangrijk: Gebruik nooit methanol, benzine die
methanol bevat, gasohol die meer dan 10% ethanol bevat, omdat het brandstofsysteem van de motor hierdoor beschadigd kan raken. Geen olie door de benzine mengen.
MOGELIJK GEVAAR
Benzine is onder bepaalde omstandigheden
uitermate brandbaar en explosief.
WAT ER KAN GEBEUREN
Brand of explosie van benzine kan
brandwonden of schade aan eigendommen veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN
Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij koude motor bijvullen. Veeg gemorste benzine meteen op.
Vul de tank nooit helemaal, maar slechts tot
6-13 mm (1/4-1/2”) vanaf de onderkant van de vulopening. De vulopening mag zelf niet volstaan, omdat deze ruimte nodig is voor het uitzetten van de brandstof.
Rook niet wanneer u met benzine bezig
bent en houd de brandstof weg van open vlammen of vonken.
Brandstof in goedgekeurde vaten opslaan
en buiten bereik van kinderen bewaren. Nooit meer voorraad dan voor 30 dagen kopen.
MOGELIJK GEVAAR
Benzine is onder bepaalde omstandigheden
uitermate brandbaar en explosief.
WAT ER KAN GEBEUREN
Brand of explosie van benzine kan
brandwonden of schade aan eigendommen veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES VOORKOMEN
Benzinevaten altijd op de grond en uit de
buurt van de tractor zetten alvorens de tank bij te vullen.
Benzinevaten nooit in een vrachtwagen of
aanhanger vullen, omdat bekleding of kunststof beplating het vat kan isoleren en de afvoer van statische lading kan bemoeilijken.
Indien praktisch uitvoerbaar, door benzine
aangedreven machines uit de vrachtwagen of aanhanger verwijderen en de tank bijvullen terwijl de machine met de wielen op de grond staat.
Als dit niet mogelijk is, dergelijke machines
op een truck of aanhanger bij voorkeur uit een draagbaar vat bijvullen, niet met behulp van een vulpistool van een pomp.
Als een vulpistool moet worden gebruikt,
de vulpijp voortdurend in contact met de rand van de brandstoftank of de opening van het vat houden, totdat het bijvullen voltooid is.
12
Benzine en olie
Stabilizer/Conditioner
Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de benzine toe. Gebruik van stabilizer/conditioner in de machine:
Houdt de benzine vers gedurende stalling van
90 dagen of minder. Voor langere stalling wordt aanbevolen alle benzine uit de tank af te tappen.
Houdt de motor tijdens het gebruik schoon.
Voorkomt harsachtige afzettingen in het
brandstofsysteem, die tot startproblemen kunnen leiden.
Belangrijk: Gebruik nooit brandstofadditieven
die methanol of ethanol bevatten.
Brandstoftank met benzine vullen
1. Motor afzetten en parkeerrem in werking stellen.
2. Omgeving van beide brandstoftankdoppen
reinigen en doppen afnemen. Beide brandstoftanks vullen met loodvrije normaalbenzine tot 6-13 mm (1/4-1/2”) onder de onderkant van de vulbuis. Deze ruimte is nodig voor het uitzetten van de benzine. De brandstoftanks nooit helemaal vullen.
3. Tankdoppen terugplaatsen en goed vastzetten. Gemorste benzine opvegen.
4. De brandstofvooraadmeter bevindt zich in de rechter tank.
Motoroliepeil controleren
Voordat u de motor start en de machine gebruikt, moet u het peil van de motorolie in het carter controleren, zie Motoroliepeil controleren, pagina 32.
13
Montage
Losse onderdelen
NB.: Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn aan de hand van onderstaande tabel.
BESCHRIJVING AANTAL GEBRUIK
Zitting Kabelbandje Klem Zittingbout Moer
Voorwiel Platte ring Naafdop R-pen Stuurwiel Rolpen Stuuraskap Sleutel
Bout Vleugelmoer
Slangkoppeling
1 1 1 4 4
2 2 2 2
1 1 1
2 2
2 1
Zitting monteren, pagina 10.
Voorwielen monteren, pagina 10.
Stuurwiel monteren, pagina 10.
Voor contactschakelaar en keuzeschakelaar. Kabels aan accu bevestigen, pagina 11.
Tuinslang op wasaansluiting aansluiten voor schoonmaken. Bedieningshandleiding Registratiekaart Label
14
1 1 1
Lees de bedieningshandleiding voordat u de maaier gebruikt.
Invullen en naar Toro opsturen.
Lezen voor informatie over garantie.
Loading...
+ 36 hidden pages