
FormNo.3409-687RevD
MultiPro
Modelnr.:41188—Serienr.:400000000enhoger
®
1750spuitmachine
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3409-687*D

DeMultiProgazonspuitmachineiseenspeciaal
gazonspuitvoertuigenisbedoeldvoorgebruik
doorprofessionelebestuurdersbijcommerciële
toepassingen.Hetsysteemismetnameontworpen
voorspuitenopgoedonderhoudengazonsinparken,
golfbanenensportvelden.
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Inleiding
Leesdezehandleidingzorgvuldig,zodatuweethoe
udemachineopdejuistewijzekuntgebruikenen
onderhouden.Deinformatieindezehandleidingkan
uenanderenhelpenletselenschadetevoorkomen.
HoewelT oroveiligeproductenontwerptenfabriceert,
blijftuverantwoordelijkvoorhetjuisteenveilige
gebruikvandemachine.
Alsdemachinezondereengoedwerkende
vonkenvanger,zoalsomschreveninsectie4442,of
eengoedonderhouden,brandveiligemotorwordt
gebruiktineenbosgebiedofopeenmetdicht
struikgewasofgrasbegroeidterrein,handeltde
bestuurderinstrijdmetdebepalingenvansectie4442
of4443vandeWetopdeOpenbareHulpbronnen
(PublicResourcesCode)vandeStaatCalifornië.
Hetelektronischeontstekingssysteemvoldoetaande
CanadesenormICES-002
DebijdezemotorgeleverdeGebruikershandleidingbevatinformatieoverhetEnvironmental
ProtectionAgency(EPA)indeVerenigdeStaten,
hetCaliforniaEmissionControlRegulationvoor
emissiesystemen,onderhoudengarantie.Bestel
vervangingsonderdelenbijdefabrikantvande
motor.
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandemotorvan
ditproductbevattenchemische
stoffenwaarvanbekendisdatze
kanker,geboorteafwijkingenofandere
schadeaandevoortplantingsorganen
kunnenveroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenlooden
loodverbindingen.Vandezestoffen
isbekenddatzekankerenschadeaan
devoortplantingsorganenveroorzaken.
Wasaltijduwhandennadatumetdeze
onderdeleninaanrakingbentgeweest.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatze
kanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
Ukuntopwww.Toro.comrechtstreekscontactmet
Toroopnemenomtrainingsmaterialeneninformatie
overproductveiligheidenaccessoiresteverkrijgen,
eenverkopertevindenofuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummer
enhetserienummervanhetproducttevermelden.
Figuur1geeftdeplaatsvanhetmodelnummerenhet
serienummervanhetproductaan.
g023031
Figuur1
1.Locatievanhetmodel-enserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke
gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd
metdevolgendeveiligheidssymbolen(Figuur2),
dieduidenopeengevaarlijkesituatiediezwaar
lichamelijkletselofdedoodtotgevolgkanhebbenals
udeveiligheidsvoorschriftennietinachtneemt.
g000502
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
©2018—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS

Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Veiligebediening................................................4
Chemischeveiligheid..........................................5
Tijdenshetgebruik.............................................6
Onderhoud.........................................................8
Veiligheids-eninstructiestickers........................9
Montage..................................................................16
1Montagevandeanti-overloopaanslui-
ting................................................................16
2Deverenvanhetspuitboomscharnier
controleren....................................................16
3Meerinformatieoveruwproduct....................17
Algemeenoverzichtvandemachine.......................18
Bedieningsorganen..........................................20
Specicaties....................................................24
Werktuigen/accessoires...................................24
Gebruiksaanwijzing................................................25
Veiligheidvoorop..............................................25
Voordatumetdemachinegaatrijden...............25
Controlesuitvoerenvóórhetgebruik.................26
Gebruikvandemachine...................................27
Eennieuwespuitmachineinrijden.....................28
Deingebruiknamevandespuitmachine
voorbereiden.................................................28
Bedieningengebruikvande
spuitmachine.................................................30
Differentieelvergrendelinggebruiken................30
Deschoonwatertankvullen...............................31
Spuittankvullen................................................31
Despuitbomenbedienen..................................31
Spuiten.............................................................32
Spuittips............................................................32
Devloeistofstroomvandespuitmachine
kalibreren......................................................33
Desnelheidvandespuitmachine
kalibreren......................................................34
Deomloopkleppenvandespuitbomen
kalibreren......................................................34
Knopstandvanmengomloopklep.....................35
Demengomloopklepkalibreren........................35
Deomloopklepvandespuitboomhoofdscha-
kelaarafstellen..............................................36
Locatievandespuitpomp.................................36
Demachinetransporteren................................36
Transportvandespuitmachine.........................36
Despuitmachineslepen...................................37
Aanbevelingenvoorspuitlter...........................37
Onderhoud..............................................................41
Aanbevolenonderhoudsschema.........................41
Controlelijstvoordagelijksonderhoud..............42
Aantekeningvoorspecialeaandachtsgebie-
den................................................................43
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........44
Despuitmachineomhoogbrengen...................44
Smering...............................................................45
Demachinesmeren..........................................45
Depompvandeveldspuitsmeren....................45
Spuitboomscharnierensmeren.........................46
Onderhoudmotor................................................46
Hetluchtinlaatroostercontroleren.....................46
Onderhoudvanhetluchtlter............................46
Motoroliepeilcontroleren..................................47
Bougiesvervangen...........................................49
Onderhoudbrandstofsysteem.............................50
Brandstofltervervangen..................................50
Onderhouduitvoerenaandevande
koolstofhouder..............................................51
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank............51
Onderhoudelektrischsysteem............................52
Dezekeringenzoeken......................................52
Onderhoudvandeaccu....................................52
Onderhoudaandrijfsysteem................................54
Dewielenenbandencontroleren......................54
Dekabelvandedifferentieelvergrendeling
afstellen........................................................54
Toespoorvanvoorwielenafstellen....................54
Onderhoudenremmen........................................55
Remvloeistofpeilcontroleren............................55
Deremmencontroleren....................................55
Parkeerremafstellen........................................56
Onderhoudhydraulischsysteem.........................56
Transaxle-olie/Hydraulischevloeistof
controleren....................................................56
Transaxle-olie/Hydraulischevloeistof
verversen......................................................57
Hydraulischltervervangen.............................57
Hydraulischeslangenenleidingen
controleren....................................................58
Onderhoudvanhetspuitsysteem.........................59
Deslangencontroleren.....................................59
Dezuigkorfvervangen......................................59
Hetdrukltervervangen....................................60
Hetspuitdopltervervangen.............................60
Depompcontroleren........................................60
Denylondraaibussencontroleren....................61
Instellingvandespuitbomenophoogte............61
Reiniging.............................................................63
Devloeistofstroommeterreinigen.....................63
Dekleppenvandespuitmachine
reinigen.........................................................63
Stalling....................................................................73
Problemen,oorzaakenremedie.............................75
Schema's................................................................78
3

Veiligheid
Onjuistgebruikofonderhouddoordegebruiker
ofeigenaarkanletselveroorzaken.Omhet
risicoopletselteverminderen,moetuzich
aandevolgendeveiligheidsinstructieshouden
enaltijdophetveiligheidssymboolletten,dat
Voorzichtig,WaarschuwingofGevaarkanbetekenen.
Niet-nalevingvandeinstructiekanleidentot
lichamelijkofdodelijkletsel.
Demachinewerdbeoordeeldaandehandvande
vereistenvanSAEJ2258.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigletselte
voorkomen.
Ditproductgebruikenvooranderedoeleindendanhet
bedoeldegebruikkangevaarlijkzijnvooruofvoor
omstanders.
•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
•Gebruikdemachineenkelalsdenodigeschermen
enanderebeveiligingsmiddelenaanwezigzijnen
naarbehorenwerken.
•Blijfuitdebuurtvanafvoeropeningen.Houd
omstandersendierenopeenveiligeafstandvan
demachine.
•Laatgeenkinderenhetwerkgebiedbetreden.Laat
kinderennooitdemachinebedienen.
•Schakeldemachineendemotoruitvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert,bijtanktof
demachinevrijmaakt.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine
kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop
letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymboolteletten,datbetekent:Voorzichtig,
WaarschuwingofGevaar–instructievoorpersoonlijke
veiligheid.Niet-nalevingvandezeinstructieskan
leidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
Waarnodigvindtubijkomendeveiligheidsinformatie
indezeGebruikershandleiding.
Veiligebediening
Belangrijk:Demachineisindeeersteplaats
bedoeldalsoffroad-voertuigenisnietgeschikt
voorintensiefgebruikopdeopenbareweg.Alsu
zichmetdemachineopdeopenbarewegbegeeft,
neemdandeverkeersregelsinachtengebruik
bijkomendeaccessoiresdiewettelijkverplicht
kunnenzijn,zoalsverlichting,richtingaanwijzers,
eenteken'langzaamrijdendvoertuig',etc.
DeMultiPro1750spuitmachineisontwikkelden
getestomveiligheidbijhetgebruiktebieden,met
dienverstandedathetvoertuigcorrectmoetworden
gebruiktenonderhouden.Hoewelrisicobeheersing
enongevallenpreventiedeelsafhankelijkzijnvan
hetontwerpendeconstructievanhetvoertuig,zijn
eerdergenoemdefactorenookafhankelijkvande
oplettendheid,zorgvuldigheideneengoedetraining
vanhetpersoneeldatisbelastmethetgebruik,
onderhoudenopslagvanhetvoertuig.Onjuist
gebruikofonderhoudvanhetvoertuigkanlichamelijk
ofdodelijkletselveroorzaken.
Indezehandleidingkomennietallewerktuigen
diecompatibelzijnmetdeMultiPro1750
spuitmachineaanbod.Raadpleegdespecieke
gebruikershandleidingdiebijelkwerktuigisgeleverd,
vooraanvullendeveiligheidsinstructies.Leesdeze
handleidingen.
Omhetrisicovanlichamelijkofdodelijkletsel
teverminderen,moetuzichaandevolgende
veiligheidsinstructieshouden:
Verantwoordelijkhedenvande
bedrijfsleiding
•Zorgervoordatdebestuurdersgrondig
zijngetraindenbekendzijnmetde
Gebruikershandleiding,Handleidingvoor
demotor,enallestickersopdemachine.
•Zorgvoorspecialeproceduresenbedrijfsregels
voorongewonewerkomstandigheden
(bijvoorbeeldhellingendietesteilzijnvoorde
spuitmachine).
Vóórhetgebruik
•Umaghetvoertuigpasingebruiknemen,nadatu
dezehandleidinghebtgelezenendeinhoudervan
hebtbegrepen.
•Laatkinderennooitdemachinebedienen.
•Dezemachineisbedoeldvoorvervoervande
bestuurder.Vervoernooitpassagiersopde
machine.
•Gebruikdemachinenooitalsuziekofvermoeid
bentofonderinvloedvandrugsofalcoholverkeert.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenenweethoeudemotorsnel
kuntafzetten.
•Zorgervoordatalleveiligheidsschermen,
veiligheidsvoorzieningenenstickersop
hunplaatszitten.Alsveiligheidsschermen,
veiligheidsvoorzieningenofstickersinslechte
4

staatverkeren,onleesbaarzijnofbeschadigd
raken,moetudezeherstellenofvervangen,
voordatuhetvoertuiggaatgebruiken.
•Draaggeschiktekledingzoalseenveiligheidsbril,
langebroek,stevigeengripvasteschoenen,
veiligheidshandschoenenengehoorbescherming.
Draaggeensieradenofloszittendekleding.Draag
langhaarnietlos.
VOORZICHTIG
Dezemachinesteltdegebruikerblootaan
geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bij
langdurigeblootstellingkanditleidentot
gehoorbeschadiging.
Draaggehoorbeschermingalsudeze
machinegebruikt.
•Werkuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
•Spuitnooitalseromstandersindebuurtzijn.
•Spuitnooitalsermensen,metnamekinderen,en
huisdierenindebuurtzijn.
•Alvorensdemachineingebruiktenemen,moet
ualtijddedelenvandemachinecontroleren
diespeciaalwordengenoemdinderubriek
Controlevoorhetgebruikinhethoofdstuk
Gebruiksaanwijzing.Alsdemachinenietgoed
werktofopenigewijzeisbeschadigd,magude
spuitmachinenietgebruiken.Zorgervoordathet
probleemisverholpenvoordatudemachineof
hetwerktuiggaatgebruiken.
Chemischeveiligheid
WAARSCHUWING
•Chemischestoffendiewordengebruikt
inhetspuitsysteemkunnengevaarlijk
engiftigzijnvoordegebruiker,
omstanders,dieren,planten,debodemof
eigendommen.
•Umoetdewaarschuwingsetiketten
endeVeiligheidsinformatiebladen
voorallegebruiktechemischestoffen
zorgvuldiglezeneninachtnemenenuzelf
beschermenvolgensdeinstructiesvan
defabrikantvandechemischestoffen.
Zorgervoordatuwhuidzoveelmogelijkis
bedektalsuchemischestoffengebruikt.
Omtevoorkomendatuinaanrakingkomt
metchemischestoffen,dientugeschikte
persoonlijkebeschermingsmiddelente
gebruiken,zoals:
–oogbescherming,veiligheidsbrilen/of
gelaatsscherm
–stof-ofltermasker
–handschoenendietegenchemische
stoffenzijnbestand
–rubberenlaarzenofanderstevig
schoeisel
–gehoorbescherming
•Zorgervoordatdebestuurdersruimteschoonis
envrijvanchemischrestmateriaalenaangekoekt
vuil.
•Zorgervoordatalleaansluitstukkenvande
vloeistoeidingenvastzittenenalleslangenen
leidingeningoedestaatverkerenvoordatudruk
zetophetsysteem.
–schonereservekleding,zeepen
wegwerphanddoekendieuindebuurt
bewaartvoorhetgevaluchemische
stoffenmorst.
Belangrijk:Denkeraandatermeerdere
chemischestoffenkunnenzijngebruikt,enzorg
ervoordatuinformatieoverelkestofkrijgt.
Weigerdemachinetegebruikenoftebedienen
alsdezeinformatienietbeschikbaaris.
Voordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoert
aaneenspuitsysteem,moetditdriekeer
zijngespoeldengeneutraliseerdvolgensde
instructiesvandefabrikant(en)vandechemische
stoffenenmoetenallekleppen3cyclussen
hebbendoorlopen.
Controleerofervoldoendewaterenzeepin
denabijheidis,enalsuincontactkomtmet
chemischestoffen,moetudezeonmiddellijk
afspoelen.
•Zorgervoordateengoedetraininghebtgekregen
voordatuomgaatmetchemischestoffen.
•Gebruikdejuistechemischestofvoorhetwerk.
5

•Houduaandeinstructiesvandefabrikantvoorhet
veiliggebruikvandechemischestof.Overschrijd
deaanbevolensysteembedrijfsdrukniet.
•Deeenheidnietvullen,kalibrerenofreinigen
wanneerermensen,inhetbijzonderkinderen,of
huisdierenindebuurtzijn.
•Zorgvooreengoedeventilatievanderuimtewaar
uwerktmetchemischestoffen.
•Zorgervoordaterschoonwatervoorhandenis,in
hetbijzonderalsudespuittankvult.
•Nieteten,drinkenofrokenalsumetchemische
stoffenwerkt.
•Spuitdoppennietschoonmakendoorerinte
blazenofzeinuwmondtenemen.
•Wasaltijduwhandenenandereonbedekte
lichaamsdelenzosnelmogelijknadatu
werkzaamhedenmetchemischestoffenhebt
beëindigd.
•Bewaarchemischestoffeninhunoriginele
verpakkingopeenveiligeplaats.
•Voerongebruiktechemischestoffenen
verpakkingenvoorchemischestoffenafvolgens
deinstructiesvandefabrikantendeplaatselijk
geldendevoorschriften.
•Chemischestoffenendampenindetankzijn
gevaarlijk;blijfaltijdbuitendetankenhouduw
hoofdnooitbovenofindeopeningvaneentank.
•Volgalleplaatselijkevoorschriftenmetbetrekking
tothetstrooienofspuitenvanchemicaliënop.
Tijdenshetgebruik
WAARSCHUWING
Deuitlaatgassenvandemotorbevatten
koolmonoxide,eenreukloos,dodelijkgif.
Laatdemotornietbinnenshuisofineen
afgeslotenruimtelopen.
•Blijfzittenzolangdespuitmachineinbewegingis.
Houwanneermogelijkbeidehandenophetstuur.
Houduwarmenenbenenteallentijdebinnende
bestuurdersruimte.
•Alsdemachinenietveiligwordtgebruikt,kan
ditleidentoteenongeluk,omkantelenvande
spuitmachineenernstiglichamelijkofdodelijk
letsel.Rijvoorzichtig.Ukuntopdevolgende
manierenvoorkomendathetvoertuigomkanteltof
datudecontroleoverhetvoertuigverliest:
–Gazeervoorzichtigtewerk,verminder
uwsnelheidenblijfopeenveiligeafstand
vanzandkuilen,greppels,sloten,hellingen
enonbekendterreinofterreinwaarvan
debodemomstandighedenofhetreliëf
veranderingenvertonen.
–Letopkuilenofandereverborgengevaren.
–Weesextravoorzichtigalsudemachine
gebruiktopeennatoppervlak,inongunstige
weersomstandigheden,bijhogeresnelheden
ofalsdemachinezwaargeladenis.Destoptijd
enderemwegnementoealsdemachine
zwaarbelastis.
–Vermijdplotselingstoppenenstarten.Zet
hetvoertuignietvandeachteruitstandinde
vooruitstandofvandevooruitstandinde
achteruitstandvoordathetvoertuigvolledigtot
stilstandisgekomen.
–Verminderuwsnelheidvoordatueenbocht
maakt.Maakgeenscherpebochtenenvermijd
abruptemanoeuvresofandereriskante
handelingentijdenshetrijden,waardoorude
controleoverdemachinekuntverliezen.
–Voordatuachteruitrijdt,moetuachteromkijken
omerzekervantezijndaterzichniemand
achterubevindt.Rijlangzaamachteruit.
–Letophetverkeerbijhetoverstekenenin
debuurtvandeopenbareweg.Verleen
altijdvoorrangaanvoetgangersenandere
voertuigen.Dezemachineisnietbestemd
voorgebruikopdeopenbareweg.Geefaltijd
aandatuafslaat,ofstopbijtijdszodatanderen
wetenwatugaatdoen.Houduaanalle
verkeersregelsenverkeersvoorschriften.
–Deelektrischeenuitlaatsystemenvan
demachinekunnenvonkenveroorzaken
waardoorexplosiefmateriaaltotontbranding
kankomen.Blijfaltijdmetdemachineuit
debuurtvaneenomgevingwaarzichstofof
dampenindeluchtbevindendietotexplosie
kunnenkomen.
–Alsunietzekerweetofuhetvoertuigveilig
kuntgebruiken,moetuhetwerkstakenende
bedrijfsleidingomadviesvragen.
•Raakdemotorofdegeluiddempernietaan
alsdemotorlooptofdirectnadatudezeheeft
afgezet.Dezekunnenheetzijnenbrandwonden
veroorzaken.
•Alsdespuitmachineabnormaaltrilt,moetu
onmiddellijkstoppen,wachtentotallebewegende
delentotstilstandzijngekomenendemachineop
beschadigingencontroleren.Repareeralleschade
voordatudemachineweeringebruikneemt.
•Voordatudebestuurdersstoelverlaat:
1.Zetdemachineaf.
2.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALST AND
ensteldeparkeerreminwerking.
3.DraaihetcontactsleuteltjeopUIT.
6

4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
Gebruikophellingenofoneffen
Belangrijk:Parkeerdemachinenooitop
eenhelling.
•Bliksemkanernstigofdodelijkletselveroorzaken.
Alsubliksemzietofdonderhoortinhetgebied,
gebruikdemachinedanniet;gaschuilen.
Remmen
•Verminderuwsnelheidalsueenobstakelnadert.
Ditgeeftuextratijdomtestoppenoftedraaien.
Alsueenobstakelraakt,kunnendemachineen
deladingwordenbeschadigd.Enwatbelangrijker
is,ukuntletseloplopen.
•Hetmaximaaltoelaatbaretotaalgewichtvaneen
voertuigheefteenbelangrijkeinvloedopuw
vermogenhetvermogentotstilstandtebrengen
en/oftedraaien.Bijeenzwareladingenzware
werktuigenwordthetmoeilijkerdemachinetot
stilstandtebrengenoftedraaien.Hoezwaarder
delading,destemeertijdhetkostdemachine
totstilstandtebrengen.
•Hetgazonenhetwegdekzijnveelgladderalszij
natzijn.Destoptijdopeennatoppervlakkan2tot
4maallangerzijndanopeendroogoppervlak.
Alsudoorstaandwaterrijdtdatdiepgenoegis
omderemmennattelatenworden,zullenzijpas
goedfunctionerenalszijweerdroogzijn.Nadat
udoorwaterhebtgereden,moetuderemmen
testenomerzekervantezijn,datzijnaarbehoren
functioneren.Alsdatniethetgevalis,moetu
langzaamrijden,terwijlulichtedrukuitoefentop
hetrempedaal.Hierdoordrogenderemmen.
Veiligheidvanderolbeugel
Opmerking:Voorelkemachineindeze
GebruikershandleidinggeldtdateendoorT oro
gemonteerdecabineeenrolbeugelbetreft.
•Derolbeugelnietvandemachineverwijderen.
•Bevestigdeveiligheidsgordelenzorgervoordat
udezesnelkuntlosmakenineennoodgeval.
Draagaltijduwveiligheidsgordelalsderolbeugel
omhoogstaatofopeenmachinemeteendoor
Torogemonteerdecabine.
•Controleergrondigoferbovendemachine
obstakelszijnenzorgervoordatudezenietraakt.
terrein
Alsudespuitmachineopeenhellinggebruikt,bestaat
dekansdatzeomslaatofgaatrollen.Ookbestaatde
kansdatdemotorafslaatofdatdemachineopeen
hellingvaartverliest.Hierdoorkanlichamelijkletsel
ontstaan.
•Geefniettesnelgasentrapnietabruptophet
rempedaalalsuachteruiteenhellingafrijdt,zeker
nietalsueenladingvervoert.
•Rijnooitdwarsovereensteilehelling;umoet
dezehellingaltijdineenrechtelijnop-ofafrijden
oferomheengaan.
•Alsdemotorafslaatofalsdemachinevaartbegint
teverliezenterwijlueenhellingoprijdt,moetu
voorzichtighetrempedaalindrukkenendehelling
langzaamachterwaartsineenrechtelijnafrijden.
•Draaienalsueenhellingop-ofafrijdt,kan
gevaarlijkzijn.Alsumoetdraaienopeenhelling,
dientuditlangzaamenvoorzichtigtedoen.Maak
nooiteenscherpeofsnellebochtopeenhelling.
•Eenzwareladingheeftinvloedopdestabiliteitvan
hetvoertuig.Verminderhetgewichtvandelading
enneemgasterugalsuopeenhellingrijdt.
•Stopnietopeenhelling,zekernietalsueen
ladingvervoert.Stoppentijdensdeafdalingvan
eenhellingkostmeertijddanopvlakterrein.Alsu
demachinetotstilstandmoetbrengen,magude
snelheidnietteabruptverminderen,omdatdan
dekansbestaatdatdemachineomslaatofgaat
rollen.Trapnietteabruptophetrempedaalals
uachterwaartsrolt,omdatdemachinedankan
omslaan.
•Gebruiktijdensbedrijfdeveiligheidsgordelenzorg
ervoordatdezesnelkanwordenlosgemaaktin
noodgevallen.
•Derolbeugel(ROPS)nietverwijderenof
aanpassen.
•Houdetransmissiealtijdingeschakeldalsude
machinevaneenhellingafrijdt.
•Neemgasterugenverminderdeladingalsumoet
rijdenoponeffenterreinenvlaklangswegranden,
kuilenenandereonverwachteveranderingenin
hetterrein.Deladingkangaanschuivenwaardoor
demachinehaarstabiliteitverliest.
•Houdderolbeugelingoedestaatdoordeze
regelmatiggrondigtecontrolerenopbeschadiging,
enzorgdatallebevestigingsmateriaalstevigis
vastgedraaid.
•Vervangbeschadigdeonderdelenvande
rolbeugel.Herstelofwijzigdezeniet.
7

WAARSCHUWING
Onverwachteveranderingeninhetterrein
kunnenleidentotabruptebewegingen
vanhetstuurwieldieletselaanhandenen
armenkunnenveroorzaken.
Houdhetstuurwiellosjesaanderandvast.
Houduwhandennietopdespakenvanhet
stuurwiel
Laden
Hetgewichtvandeladingkanveranderingbrengenin
hetzwaartepuntvandemachineendewijzewaarop
udezemoetgebruiken.Omtevoorkomendatude
controleoverdemachineverliestwaardoorlichamelijk
letselkanontstaan,moetudevolgenderichtlijnen
inachtnemen:
•Denkeromdatvloeibareladingkangaan
schommelen.Ditgebeurtmeestalalsudraait,een
hellingop-ofafrijdt,plotselinguwsnelheidwijzigt
ofalsuoveroneffenterreinrijdt.Alsdelading
gaatschuiven,kandemachineomslaan.
•Alsueenzwareladingvervoert,moetude
snelheidverminderenenervoorzorgendatde
remweglanggenoegis.Trapnietabruptophet
rempedaal.Weesextravoorzichtigophellingen.
•Weeseropbedachtdateenzwareladingde
remwegverlengtendemogelijkheidvermindert
omsneltedraaienzonderomteslaan.
Onderhoud
•Demachinemaguitsluitendwordenonderhouden,
gerepareerd,afgesteldengeïnspecteerddoor
vakbekwameenerkendetechnici.
uitdebuurtvandemotorenbewegendedelen
houden.Houdiedereenopafstand.
•Gebruikgeenopenbakkenmetbrandstofof
ontvlambarereinigingsvloeistoffenomonderdelen
schoontemaken.
•Steldetractiesnelheidsregelaarnietaf.Ten
behoevevandeveiligheideneennauwkeurige
afstellingmoetuderijsnelheidlatencontroleren
dooreenerkendeT orodealer.
•Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhoge
drukvloeistofontsnapt.Ukuntlekkenopsporen
metbehulpvankartonofpapier.Vloeistofdie
onderdrukontsnapt,kandoordehuidheen
dringenenletselveroorzaken.Devloeistofdient
binnenenkeleurenoperatieftewordenverwijderd
dooreengespecialiseerdechirurgomdatanders
gangreenkanontstaan.
•Indienbelangrijkereparatiesnodigzijnofhulpis
vereist,moetucontactopnemenmeteenerkende
Torodealer.
•Omdebesteprestatiesteverkrijgenenerzeker
vantezijndathetvoertuigveiligkanworden
gebruikt,moetutervervangingaltijdoriginele
onderdelenenaccessoiresvanT oroaanschaffen.
Gebruiktervervangingnooitonderdelenen
accessoiresvananderefabrikanten,omdatdit
gevaarlijkkanzijn.Elkeveranderingaandeze
machinediegevolgenheeftvoordewerking,
prestaties,levensduurofhetgebruikvande
spuitmachine,kanlichamelijkofdodelijkletsel
veroorzaken.Dergelijkeveranderingenkunnen
ertoeleidendatdegarantieophetproductkomt
tevervallen.
•Voordatuonderhoudswerkzaamhedenaande
machineverrichtdezeafstelt,moetudemachine
opeenhorizontaaloppervlakparkeren,de
parkeerreminwerkingstellen,demotorafzetten
enhetsleuteltjeverwijderenomtevoorkomendat
iemanddemotorperongelukstart.
•Omhetvoertuigingoedeconditietehouden,
moetuervoorzorgendatallemoeren,boutenen
schroevengoedzijnvastgedraaid.
•Omhetrisicovanbrandteverminderen,moetu
deomgevingvandemotorvrijvanovertolligvet,
gras,bladerenenaangekoektvuilhouden.
•Controleernooitmeteenopenvuurhetpeilvande
brandstofofhetaccuzuur,ofeenlekkage.
•Alsudemotormoetlatenlopenomonderhouds-
ofafstelwerkzaamhedenuittevoeren,moetuuw
kleding,handen,voetenenanderelichaamsdelen
8

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder
enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof
ontbrekendestickers.
106-9206
1.Aanhaalmomentvandewielbouten
2.LeesdeGebruikershandleiding.
117-2718
120-0616
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding;gebruik
vers,schoonwatervooreerstehulpbijongevallen.
decal106-9206
decal117-2718
decal120-0616
1.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Waarschuwing–Stapniet
indespuittank.
decal120-0622
120-0622
3.Brandgevaarchemische
stoffen;gevaarvoor
inademingvangiftige
gassen–draaghand-,
huid-enoogbescherming;
beschermuwluchtwegen.
1.Amputatiegevaarvande
hand,knelpunt–blijfuit
debuurtvanbewegende
scharnierpunten.
decal120-0617
120-0617
2.Pletgevaar–houd
omstandersuitdebuurt
vandemachine.
9

decal125-4129
125-4129
1.Linkerspuitboom3.Rechterspuitboom
2.Middelstespuitboom
decal125-4125
125-4125
1.Gas-/snelheidsblokkering
2.Sonischespuitboom
1.Linkerspuitboom
2.Rechterspuitboom
3.Motor–Starten
in-/uitschakelen
in-/uitschakelen
(optioneel)
(optioneel)
3.Schuimmarkeerders
decal125-6694
125-6694
1.Locatiebevestigingspunt
decal125-4128
125-4128
omhoog-/omlaagbrengen
omhoog-/omlaagbrengen
4.Motor–Lopen
5.Motor–Uitschakelen
10

125-8113
1.Schakelhendel5.Automatisch(optioneel)
2.Differentieelvergrendeling
6.Manueel(optioneel)
inschakelen
3.Differentieelvergrendeling
uitschakelen
7.Slanghaspelopwinden
(optioneel)
4.Koplampen
in-/uitschakelen
125-8114
decal125-8113
decal125-8114
1.Parkeerrem
2.Voorinformatieover
hetstartenvande
motorraadpleegtude
Gebruikershandleiding
–1)Steldeparkeerrem
inwerking;2)Steekhet
sleuteltjeinhetcontact;
3)Draaihetsleuteltjenaar
destandLopen.
decal127-3935
127-3935
3.Voorinformatieover
hetuitschakelenvan
demotor,leestude
Gebruikershandleiding–
1)Drukhetrempedaal
in;2)Zetdeversnelling
indeneutraalstand;
3)Steldeparkeerrem
inwerking;4)Laathet
rempedaallos;5)Draai
hetcontactsleuteltje
naarSTOP;6)Neemhet
sleuteltjeuithetcontact.
4.Risicoomgegrepente
worden,riem–Blijfop
afstandvanbewegende
delen;zorgdatalle
beschermendedelenop
hunplaatszijn.
1.Dosisbegrenzer
in-/uitgeschakeld
2.Spoelpomp
in-/uitschakelen
11

decal127-3937
127-3937
1.Waarschuwing–niet
betreedbaar.
2.Waarschuwing–blijf
uitdebuurtvanhete
oppervlakken.
3.Risicoomgegrepente
worden,riem–Blijfop
afstandvanbewegende
delen;zorgdatalle
beschermendedelenop
hunplaatszijn.
1.Waarschuwing–leesde
Gebruikershandleiding;
draagaltijdeen
veiligheidsgordelwanneer
udemachinegebruikt;laat
demachinenietkantelen.
2.Kansopvallen–vervoer
geenpassagiersopde
spuittank.
decal127-3939
127-3939
3.Snijgevaar/amputatiegevaar
–houarmenenbenen
nooitbuitenhetvoertuig.
4.Waarschuwing–de
rolbeugelnietboren,
lassenofaanpassen.
12

decal127-3942
127-3942
1.Leesde
6.7,5A
Gebruikershandleiding
voorinformatieoverde
zekeringen.
2.10A–Contactslot
7.7,5A
3.15A–Spuitboom8.2A–TEC
4.15A–Koplampen
9.30A–Spoeltank
5.7,5A
127-6976
1.Verminderen2.Verhogen
decal127-6976
decal127-6981
127-6981
1.Omloop-retourstroom
2.Stroom
3.Werkingspuitboom
decal127-6982
127-6982
1.Omloop-retourstroom
2.Werkingspuitboom
1.Pomp-retourstroom3.Mengstroom
2.Stroom
decal127-6979
127-6979
decal127-6984
127-6984
1.Stroom2.Brandstof-retourstroom
13

decal130-8293
130-8293
1.Spuitmachineuit
2.Spuitmachineaan
5.Versnellen
6.Vertragen
3.Motoraan7.Mengenaan
4.Motoruit8.Mengenuit
1.LeesdeGebruikershandleidingvoormeerinformatieoveronderhoud.
decal133-0382
133-0382
14

decal127-3941
127-3941
1.Waarschuwing–gebruikdemachinenietzonderdenodige
training;leesdeGebruikershandleiding.
2.Waarschuwing–houdomstandersuitdebuurttijdenshet
gebruikvandemachine.
3.Waarschuwing–blijfopafstandvanbewegendedelen;zorg
datallebeschermendedelenophunplaatszijn.
4.Gevaaropelektrocutie,bovengrondseelektrischeleidingen
–controleerhetwerkterreinopbovengrondseelektrische
leidingenvoordatubeginttewerken.
5.Waarschuwing–Steldeparkeerreminwerking,zetdemotor
afenverwijderhetsleuteltjeuithetcontactvoordatude
machineverlaat.
6.Kantelgevaar–traagrijdenmeteenvollespuittank;traag
rijdenoponeffenterrein;geenbochtennemenmethoge
snelheid;traagrijdenwanneerurechtofdwarsopeenheuvel
rijdt.
15

Montage
snelkoppelingzodatdezevastzitaandebeugel
(Figuur3).
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
1
Montagevande
anti-overloopaansluiting
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1
Fittingvan90°
1
Snelkoppeling
1
Slangadapter
1Beugelvoorslangaansluiting
1
Flenskopbout(5/16"x¾")
1Anti-overloopslang
Procedure
1.Plaatsdebeugelvandeslangaansluitingopde
schroefdraadopeningindetankenzetdezevast
meteenenskopbout(5/16"x¾");zieFiguur3.
Opmerking:Monteerdettingmethetopen
uiteindenaardegroteopeningindebeugelen
inderichtingvandetankzodathetwaterinde
tanklooptalsudezevult.
3.Monteerdeslangadapterindesnelkoppeling
(Figuur3).
4.Zetdeslangadaptervastdoordehendelsnaar
deadaptertedraaienendehendelsvervolgens
teborgenmetdeR-pennen(Figuur3).
5.Installeerdeanti-overloopslangviadegrote
openingvandebeugelenophetgeribde
uiteindevandeelleboogttingvan90°(Figuur
3).
Belangrijk:Umagdeslangnietverlengen
zodatdezeincontactkankomenmetde
vloeistofindetank.
2
Deverenvanhet
spuitboomscharnier
controleren
Figuur3
1.Beugelvoor
slangaansluiting
2.Schroefdraadopeningin
detank
3.Flensbout(5/16"x¾")
4.Elleboogttingvan90°
2.Steekhetdraadeindevandeelleboogtting
van90°doordebeugelendraaihieropde
5.Snelkoppeling
6.Slangadapter
7.Anti-overloopslang
Geenonderdelenvereist
Procedure
Belangrijk:Alshetspuitsysteemwordtgebruikt
terwijldeverenvanhetspuitboomscharnierde
verkeerdecompressiehebben,kandespuitboom
schadeoplopen.Meetdeverenendraaiindien
nodigdecontramoeraanomdeverensamente
drukkentot3,96cm.
Despuitmachinewordtgeleverdmetde
verlengstukkenvandespuitbomennaarvoren
geklapt,omdemachinegemakkelijktekunnen
g001488
verzenden.Deverenzijnindefabriekniethelemaal
vastgezetomdespuitbomenvoorvervoerindeze
standtezetten.Voordatdemachineingebruikwordt
genomen,moetdecompressievandeverencorrect
wordeningesteld.
1.Umoetindiennodighetverpakkingsmateriaal
verwijderenwaarmeederechter-ende
linkerspuitboomtijdenshetvervoerzijn
vastgezet.
2.Ondersteundespuitbomenalszijworden
uitgeklaptindespuitstand.
16

3.Meetbijhetspuitboomscharnierdecompressie
vandebovensteendeondersteverenalsde
spuitbomenzijnuitgeklapt(Figuur4).
A.Alleverenmoetenzijnsamengedrukttot
3,96cm.
B.Indienditniethetgevalis,moetude
contramoeraandraaienomdeverensamen
tedrukkentot3,96cm.
3
Meerinformatieoveruw
product
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1
Contactsleuteltje
1
Gebruikershandleiding
1
Gebruikershandleidingvandemotor
1
Onderdelencatalogus
1Instructiemateriaalvoordegebruiker
1Registratiekaart
1
Controlelijstvoorlevering
Procedure
1.Leesdehandleidingen.
Figuur4
1.Veervanhet
spuitboomscharnier
2.Contramoer
4.Herhaaldezeprocedurevoorelkeveeropbeide
spuitboomscharnieren.
5.Zetdespuitbomenkruiselingsoverelkaarinde
transportstand.ZieDetransporthoudervande
spuitbomengebruiken(bladz.32)voormeer
informatie.
3.Afmetingsamengedrukte
veer–3,96cm
2.Bekijkhetinstructiemateriaalvoordegebruiker.
3.Vulderegistratiekaartinenstuurdezeopnaar
g035648
Toro.
4.Bewaarhetdocumentatiemateriaalopeen
veiligeplaats.
17

Algemeenoverzicht
vandemachine
Figuur5
1.Rolbeugel4.Klepverdelers7.Regelcilinderspuitboom10.Linkerspuitboom
2.Anti-overloopaansluiting5.Rechterspuitboom8.Mengdosisklep
3.Dekselvanchemicaliëntank6.Middelstespuitboom
9.Druklter
g033285
11.Brandstoftank
12.Parkeerrem
18

Figuur6
g033286
1.Rechterspuitboom
2.Transporthoudervanspuitbomen5.Bestuurdersstoel
3.Linkerspuitboom
4.Schoonwatertank
19

Bedieningsorganen
Figuur7
1.InfoCenter6.Schakelhendel11.Opwindknopvan
2.Schakelaarvoorde
schuimmarkeerder
(optioneel)
3.Drukmeter
4.Motorschakelaar
5.Schakelaarslinker-,middelsteenrechterspuitboom
7.Choke
8.Schakelaarvankoplampen13.Spuitdrukschakelaar18.Schakelaarsvoor
9.Differentieelvergrendeling14.Schakelaarvanspuitpomp19.Schakelaarvan
10.Schakelaarvansonische
spuitboom(optioneel)
slanghaspel(optioneel)
12.Mengschakelaar
15.Spoeltankschakelaar
(optioneel)
g204239
16.Begrenzerschakelaar
(dosis)
17.Hoofdschakelaarvande
spuitbomen
spuitboomlift
gas-/snelheidsblokkering
20

Gaspedaal
Hetgaspedaal(Figuur8)biedtdebestuurderde
mogelijkheidderijsnelheidvandespuitmachinete
regelen.Alsuhetpedaalintrapt,verhoogtude
rijsnelheid.Alsuhetpedaallaatopkomen,vermindert
desnelheidvandemachineenverlaagthettoerental
vandemotornaarstationair.
Figuur8
VOORZICHTIG
Versletenofverkeerdafgestelderemmen
kunnenlichamelijkletselveroorzaken.
Alsdevrijeslagvanderempedalentot
devloervandespuitmachineminderdan
2,5cmbedraagt,moetenderemmenworden
afgesteldofgerepareerd.
Parkeerrem
Deparkeerremwordtbediendmeteengrotehendel
linksvandebestuurdersstoel(Figuur9).Stelde
parkeerreminwerkingalsudebestuurdersstoelwilt
verlatenteneindetevoorkomendatdemachineper
ongelukinbewegingkomt.Omdeparkeerremin
werkingtestellen,moetudehendelomhoogennaar
achterentrekken.Omdeparkeerremvrijtezetten,
moetudehendelnaarvorenenomlaagduwen.Als
udemachineopeensteilehellingparkeert,moetu
deparkeerreminwerkingstellenenblokjesachter
dewielenplaatsenomtevoorkomendatdemachine
dehellingafrolt.
g023035
1.Koppelingspedaal
2.Rempedaal
3.Gaspedaal
Koppelingspedaal
Drukhetkoppelingspedaalvolledigin(Figuur8)omte
ontkoppelenalsudemotorstartofnaareenandere
versnellingschakelt.Laathetpedaalsoepelopkomen
alsuhebtgeschakeldomonnodigeslijtagevande
versnellingenanderebijbehorendeonderdelente
voorkomen.
Belangrijk:Houduwvoetvanhet
koppelingspedaaltijdenshetgebruik.U
moethetkoppelingspedaalvollediglaten
opkomenomdatdekoppelinganderszalslippen
hetgeenverhittingenslijtageveroorzaakt.
Gebruiknooithetkoppelingspedaalwanneeru
hetvoertuigopeenhellinglaatstoppen.Hierdoor
kanschadeaandekoppelingontstaan.
Rempedaal
Methetrempedaalkuntudemachinetotstilstand
brengenofdesnelheidverminderen(Figuur8).
g023036
Figuur9
1.Parkeerremhendel
Heuvelassistentie
Deheuvelassistentievoorkomtdatdespuitmachine
gaatrollenofschokkendoorhetgewichtvande
spuitmachinetijdelijktegentehoudenopheuvelachtig
terreinterwijluuwvoetvanhetrempedaalnaarhet
gaspedaalverplaatst.Omdeheuvelassistentiein
teschakelen,schakeltudekoppelinginendrukt
uhetrempedaalkrachtigomlaag.Ophetmoment
datdeheuvelassistentieisingeschakeld,wordthet
heuvelassistentiepictogramweergegevenophet
InfoCenter;ziedeSoftwaregidsvandeMultiPro1750
spuitmachine.Heuvelassistentiehoudthetgewicht
vandemachinegedurende2secondentegennadat
hetrempedaalisvrijgegeven.
21

Opmerking:Omdatdeheuvelassistentiede
spuitmachineslechtstijdelijktegenhoudt,magudeze
functienietgebruikeninplaatsvandeparkeerrem.
Differentieelvergrendeling
Metdedifferentieelvergrendelingkuntudeachteras
vergrendelenomdetractietevergroten.Ukunt
dedifferentieelvergrendeling(Figuur7)inschakelen
terwijldespuitmachineinbewegingis.Beweegde
hendelnaarvorenennaarrechtsomdevergrendeling
inteschakelen.
Opmerking:Mogelijkmoetudemachinenaar
vorenrijdenenhetstuurenigszinsdraaienomde
differentieelvergrendelinginofuitteschakelen.
VOORZICHTIG
vorenomdelampenteontstekenennaarachteren
omzetedoven.
Schakelaarvangas/toerentalbegrenzer
AlsdeschakelhendelindeNEUTRAALSTANDstaat,kunt
umetbehulpvanhetgaspedaalhetmotortoerental
verhogen;vervolgensdruktudeschakelaaronder
hetInfoCenternaarvorenomdemotoraftestellen
opdattoerental.Ditisnoodzakelijkomchemicaliën
temengenindestationairestandorvoorhetgebruik
vanwerktuigenzoalsdehandspuitmachine(Figuur7).
Belangrijk:Deschakelaarwerktalleenalsde
schakelhendelindeNEUTRAALSTANDstaatende
parkeerreminwerkingisgesteld.
Alsueenbochtmaaktmetingeschakelde
differentieelgrendel,kuntudecontroleover
demachineverliezen.
Schakeldedifferentieelvergrendelinguit
alsuscherpebochtenmaaktofmeteen
hogesnelheidwerkt;zieDekabelvande
differentieelvergrendelingafstellen(bladz.
54).
Chokehendel
Dechokehendeliseenkleineknopachterde
schakelhendel(Figuur7).Omeenkoudemotorte
starten,moetudechokeknopuittrekken.Nadatde
motorisgestart,kuntumetbehulpvandechokede
motorregelmatiglatenlopen.Zodraditmogelijkis,zet
udechokeknopindestandUIT.Alsdemotorwarmis,
hoeftdechokenietofnauwelijkstewordengebruikt.
Schakelhendel
Deschakelhendel(Figuur7)heeft5standen:3
snelhedenvooruit,NEUTRAALenACHTERUIT.Demotor
startpasalsudeschakelhendelindeNEUTRAALST AND
hebtgezet.
Contactschakelaar
Decontactschakelaar(Figuur7)heeft3standen:
STOP,LOPENenST ART.Draaihetsleuteltjerechtsom
naardestandSTARTomdemotortestartenenlaat
hetsleuteltjelosnaardestandLOPENalsdemotoris
gestart.DraaihetcontactsleuteltjeopSTOPomde
motoraftezetten.
Schakelaarvankoplampen
Brandstofmeter
Debrandstofmeterbevindtzichbovenopdetank,op
delinkerzijdevandemachineengeeftaanhoeveel
brandstoferindetankzit.
Hoofdschakelaarvande
spuitbomen
Dehoofdschakelaarvandespuitbomen(Figuur7)
bevindtzichaandezijkantvandebedieningseenheid,
rechtsvandebestuurder.Hiermeekuntustartenof
stoppenmetspuiten.Drukopdeschakelaaromhet
spuitsysteeminofuitteschakelen.
Schakelaarslinker-,middelsteen
rechterspuitboom
Deschakelaarsvoordelinker-,middelste
enrechterspuitboombevindenzichophet
bedieningspaneel(Figuur7).Zetdeschakelaars
naarvorenomdecorresponderendespuitboom
inteschakelenennaarachterenomdezeuitte
schakelen.Alsdeschakelaarisaangezet,brandt
ereenlampjeopdeschakelaar.Dezeschakelaars
kunnenuitsluitendwordengebruiktvoordebediening
vanhetspuitsysteemalsdehoofdschakelaarvande
spuitbomenisaangezet.
Pompschakelaar
Depompschakelaarbevindtzichophet
bedieningspaneelaanderechterkantvande
bestuurdersstoel(Figuur7).Zetdezeschakelaar
naarvorenomdepompinwerkingtestellenofnaar
achterenomdezeuitteschakelen.
Dekoplampenwordenbediendmetde
tuimelschakelaar(Figuur7).Drukdeschakelaarnaar
Belangrijk:Depompschakelaarkanalleen
ingeschakeldwordenalsdemotorlaag
22

stationairloopt;zowordtvoorkomendatde
pompaandrijvingschadeoploopt.
Schakelaarvoorgebruiksdosis
Deschakelaarvoordegebruiksdosisbevindtzich
ophetbedieningspaneelaanderechterkantvande
bestuurdersstoel(Figuur7).Umoetdeschakelaar
naarvorendrukkeneningedrukthoudenomde
drukinhetspuitsysteemteverhogenofnaar
achterendrukkeneningedrukthoudenomdedruk
teverminderen.
Begrenzerschakelaar(dosis)
Deregelschakelaarbevindtzichophet
bedieningspaneelaanderechterkantvande
bestuurdersstoel(Figuur7).Draaidesleutellinksom
naardeVERGRENDELDEstandomdeschakelaarvoor
degebruiksdosisteblokkeren;hiermeevoorkomtu
datiemandperongelukdegebruiksdosisverandert.
DraaidesleutelrechtsomnaardeONVERGRENDELDE
standomdeschakelaarvoordegebruiksdosiste
activeren.
1.Regelklepvoor
gebruiksdosis
2.Mengklep
3.Hoofdklepvande
spuitbomen
g204247
Figuur10
4.Vloeistofstroommeter
5.Spuitboomkleppen
Schakelaarsvoorspuitboomlift
Deliftschakelaarsvandespuitbomenbevindenzich
ophetbedieningspaneelendienenomdelinkerof
rechterspuitboomomhoogtebrengen.
Urenteller
Deurentellergeefthettotaleaantalurenaandatde
motorinbedrijfisgeweest.Ditgetalzietuophet
eersteschermvanhetInfoCenter.Deurentellergaat
lopenzodrahetsleuteltjenaardestandLOPENis
gedraaid.
Plaatsenvoorschakelaarvan
schuimmarkeerder(optioneel)
Alsudeschuimmarkeerdersetinstalleert,voegtu
methetoogopdebedieningervanschakelaarstoe
aanhetbedieningspaneel.Despuitmachinewordt
geleverdmetkunststofpluggenopdedesbetreffende
plaatsen.
Hoofdklepvandespuitbomen
Dehoofdklepvandespuitbomen(Figuur10)regelt
devloeistofstroomnaardevloeistofstroommeteren
spuitboomkleppen.
Vloeistofstroommeter
Devloeistofstroommetermeetdedoorstroomhoeveelheidvandevloeistofenstuurtdezeinformatienaar
hetInfoCenter(Figuur10).
Omloopkleppenvanspuitbomen
Metdezekleppenkuntuderechter-,middelsteen
linkerspuitboomin-ofuitschakelen(Figuur10).
Afsluiteromloopspuitboom
Deafsluitervandeomloopvandespuitbomen
leidtdevloeistofstroomvooreenspuitboomnaar
detankalsudespuitboomuitschakelt.Ukuntde
omloopafstellenomervoortezorgendatdedruk
vandespuitboomconstantblijft,ongeachthoeveel
spuitbomenzijningeschakeld.ZieDeomloopklepvan
despuitboomhoofdschakelaarafstellen(bladz.36).
Regelklepvoorgebruiksdosis
Metdezeklep,diezichachterdetankbevindt(Figuur
10),regeltudehoeveelheidvloeistofdienaarde
spuitbomenmoetgaanofderetourdosisnaardetank.
Mengklep
Dezeklepbevindtzichachteraandetank(Figuur
10).Wanneerdemengeringeschakeldis,wordtde
vloeistofstroomdoordemengspuitdoppenindetank
geleid.Wanneerdemengeruitgeschakeldis,wordt
devloeistofstroomdoordepompaanzuiginggeleid.
23

Drukmeter
Dedrukmeterbevindtzichophetbedieningspaneel
(Figuur7).Dezemetertoontdedrukvandevloeistof
inhetsysteeminpsienkPa.
InfoCenterlcd-scherm
HetInfoCenterlcd-schermtoontinformatieover
uwmachineenhetaccupack,zoalsdehuidige
accuspanning,snelheid,diagnostischeinformatie,
enz.(Figuur7).
RaadpleegvoormeerinformatiedeSoftwaregidsvan
deMultiPro1750.
Mengdosisklep
Demengdosisklepdientomdevloeistofstroomnaar
hetmengcircuitteverminderen.Zelevertextra
vloeistofstroomnaardespuitbomen.
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnen
zondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Gewichtmetstandaard
spuitsysteem,leeg,zonder
bestuurder
Gewichtmetstandaard
spuitsysteem,vol,zonder
bestuurder
Maximaaltoelaatbaar
totaalgewichtvanvoertuig(op
horizontaaloppervlak)
Totalebreedtemetstandaard
spuitsysteem
Totalehoogtemetstandaard
spuitsysteem
Totalehoogtemetstandaard
spuitsysteemtotdebovenkant
vandespuitbomenalsdeze
kruiselingszijningeklapt.
Totalebreedtemetstandaard
spuitsysteemalsde
spuitbomenkruiselings
zijningeklapt
Afstandtotdegrond
Wielbasis155cm
Tankinhoud(inclusiefde5%
overloopvolgensdeEuropese
voorschriften)
953kg
1678kg
1814kg
343cm
191cm
246cm
178cm
14cm
662L
Werktuigen/accessoires
EriseenaantalgoedgekeurdeT orowerktuigenen
accessoiresverkrijgbaaromdemogelijkhedenvan
demachineuittebreiden.Neemcontactopmeteen
erkendeservicedealerofverdeler.
OrigineleonderdelenvanT orozijndebeste
waarborgvanuwinvesteringenvanhetoptimale
prestatievermogenvanuwmaaimachine.Om
debetrouwbaarheidteverzekerenlevertT oro
reserveonderdelendievolledigvoldoenaande
technischespecicatiesvanonzemachines.Eis
daaromorigineleToroonderdelenvooreenzorgeloos
gebruik.
24

Gebruiksaanwijzing
5.Plaatsdepeilstokweerstevigopzijnplaats.
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Veiligheidvoorop
Leesaandachtigalleveiligheidsinstructiesen-stickers
inhethoofdstukVeiligebediening.Metbehulpvan
dezeinformatiekuntuvoorkomendatomstandersof
uzelfletseloplopen.
Voordatumetdemachine
gaatrijden
Motoroliepeilcontroleren
Hetcartervandemotorisindefabriekgevuldmet
olie.Desondanksdientuhetoliepeiltecontroleren
voordatudemotorvoordeeerstekeerstarten
daarnanogeens.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Verwijderdepeilstokenveegdezeafmeteen
schonedoek(Figuur11).
3.Steekdepeilstokindebuis.Leteropdatde
peilstokervollediginschuift.Haaldepeilstok
eruitencontroleerhetoliepeil.
Bandenspanningcontroleren
Umoetdebandenspanningomde8bedrijfsurenof
dagelijkscontrolerenomerzekervantezijndatdeze
correctis.Brengdebandenopeenspanningvan
1,38bar.Controleerdebandenookopslijtageof
schade.
Brandstofbijvullen
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstof
uiterstontvlambaarenzeerexplosief.Brand
ofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschade
veroorzaken.
•Vuldebrandstoftankindeopenlucht
wanneerdemotorkoudis.Eventueel
gemorstebrandstofopnemen.
•Vuldebrandstoftanknooitalsdemachine
ineengeslotenaanhangerstaat.
•Vuldebrandstoftankniethelemaal.Vul
debrandstoftanktotdathetpeil6mmtot
13mmvandeonderkantvandevulbuis
staat.Dezegeeftdebrandstofindetank
ruimteomuittezetten.
Figuur11
1.Dopvanvulbuis2.Peilstok
4.Alshetoliepeiltelaagis,moetudevuldop
losmakenvanhetklepdeksel(Figuur1 1)en
voldoendeoliebijvullentotdathetpeilde
VOL-markeringopdepeilstokbereikt;zie
Motoroliepeilcontroleren(bladz.47)voorhet
juistetypeolieendeviscositeit.
Opmerking:Vuldeolielangzaambijen
controleerdaarbijveelvuldighetpeil.Niette
volvullen.
•Rooknooitalsumetbrandstofwerkten
blijfuitdebuurtvanopenvuurofvonken
diebrandstofdampenkunnenontsteken.
•Brandstofineengoedgekeurdvatofblik
enbuitenbereikvankinderenbewaren.
Koopnooitmeerbrandstofdanuin
30dagenkuntopmaken.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshet
completeuitlaatsysteemisgemonteerden
g023037
naarbehorenwerkt.
25

GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenkantijdens
hettankenstatischeelektriciteitworden
ontladenwaardoorvonkenontstaandie
brandstofdampentotontbrandingkunnen
brengen.Brandofexplosievanbrandstofkan
brandwondenbijuofanderenenmateriële
schadeveroorzaken.
•Zetbrandstofvatenaltijdopdegronden
uitdebuurtvandemachinevoordatude
tankbijvult.
•Brandstofvatennietineenvoertuigof
vrachtwagenofopaanhangervullen,
omdatbekledingofkunststofbeplating
hetvatkunnenisolerenendeafvoervan
statischeladingkunnenbemoeilijken.
•Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhet
besteeenmachinemeteenbenzinemotor
eerstvandevrachtwagenofaanhanger
halenenbijtankenalsdemachinemetde
wielenopdegrondstaat.
•Alsditnietmogelijkis,verdienthetde
voorkeurdergelijkemachinesopeen
vrachtwagenofaanhangerbijtevullenuit
eendraagbaarvat,nietmetbehulpvaneen
vulpistoolvaneenpomp.
•Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dient
udevulpijpvoortdurendincontactmetde
randvandebrandstoftankofdeopening
vanhetvattehouden,totdathetbijvullen
voltooidis.
•Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud),
loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of
hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
•ETHANOL:Benzinemetmaximaal10%ethanol
(gasohol)of15%MTBE(methyl-tertiair-butylether)
pervolumeisaanvaardbaar.EthanolenMTBEzijn
niethetzelfde.Benzinemet15%ethanol(E15)per
volumeisnietgeschiktvoorgebruik.Gebruiknooit
benzinediemeerdan10%ethanolpervolume
bevat,zoalsE15(bevat15%ethanol),E20(bevat
20%ethanol),ofE85(bevattot85%ethanol).
Ongeschiktebenzinegebruikenkanleidentot
verminderdeprestatiesen/ofmotorschadedie
mogelijknietgedektwordtdoordegarantie.
•Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
•Indewintergeenbrandstofbewarenin
debrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
•Mengnooitoliedoorbenzine.
Brandstoftankvullen
Deinhoudvandebrandstoftankisongeveer19liter.
Opmerking:Dedopvandebrandstoftankis
voorzienvaneenmeterdiehetbrandstofpeilaangeeft;
controleerditgeregeld.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,steldeparkeerreminwerking,
schakeldemotoruitenverwijderhetsleuteltje.
2.Maakdeomgevingvandedopvande
brandstoftankschoon(Figuur12).
g023038
Figuur12
1.Dopvanbrandstoftank2.Brandstofmeter
3.Verwijderdedopvandebrandstoftank.
4.Vuldebenzinetanktotongeveer2,5cmvanaf
debovenkantvandetank(deonderkantvan
devulbuis).
Opmerking:Dezeluchtgeeftdebrandstof
indetankruimteomuittezetten.Vulde
brandstoftankniettevol.
5.Brengdebrandstofdopvastaanopdetank.
6.Neemgemorstebrandstofop.
Controlesuitvoerenvóór
hetgebruik
Voerelkedagdevolgendecontrolesuitvoordatude
spuitmachinegaatgebruiken:
•Debandenspanningcontroleren.
Opmerking:Dezebandenzijnandersdan
autobanden:zijvereiseneenlagerespanning
omcompactieenbeschadigingvandegrasmat
tevoorkomen.
•Controleerhetpeilvanallevloeistoffen.Indienhet
peiltelaagis,moetubijvullenmetdevereiste
hoeveelheidvloeistofvolgensdespecicaties.
•Controleerofhetrempedaalwerkt.
•Controleerofdeverlichtingwerkt.
•Draaihetstuurwielnaarlinksennaarrechtsom
destuurreactietecontroleren.
•Controleeropolielekken,loszittendeonderdelen
enanderezichtbaregebreken.Zetdemotorafen
wachttotdatallebewegendedelentotstilstand
26

gekomenzijnvoordatucontroleertopolielekken,
losseonderdelenofanderegebreken.
Opmerking:Laatdemotornietlangetijd
stationairdraaien.
Indieneenvanbovengenoemdezakennietinorde
is,moetudemonteurhiervanopdehoogtestellen
ofcontactopnemenmetdebedrijfsleidingvoordat
udiedagmetdespuitmachinegaatwerken.De
bedrijfsleidingkanuverzoekendagelijksandere
controlesuittevoeren.Vraagdaaromwatuwtaken
zijn.
Gebruikvandemachine
Motorstarten
1.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,steekhet
sleuteltjeinhetcontactendraaihetrechtsom
naardestandLOPEN.
2.Drukhetkoppelingspedaalinenzetde
schakelhendelindeNEUTRAALSTAND.
3.ZorgervoordatdepompschakelaaropUITstaat.
4.Alsdemotorkoudis,trektudechokeknop
omhoog.
Belangrijk:Umagdechokenietgebruiken
alsdemotorwarmis.
5.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandST ART
totdatdemotorstart.
Belangrijk:Houdhetsleuteltjenietlanger
dan10secondenindestandSTART.Alsde
motorna10secondennietaanslaat,moet
u1minuutwachten,voordatueennieuwe
startpogingdoet.Probeerdemotorniette
startendoordespuitmachineaanteduwen
ofteslepen.
6.Alsdemotorisgestart,druktudechokeknop
langzaamin.
Metdemachinerijden
1.Zetdeparkeerremvrij.
2.Drukhetkoppelingspedaalvolledigin.
3.Zetdeschakelhendelindeeersteversnelling.
4.Laathetkoppelingspedaallangzaamopkomen,
terwijluhetgaspedaalintrapt.
5.Wanneerhetvoertuigvoldoendesnelheid
heeft,haaltuuwvoetvanhetgaspedaal,trapt
uhetkoppelingspedaalvolledigin,zetude
schakelhendelindevolgendeversnellingenlaat
uhetkoppelingspedaalomhoogkomen,terwijlu
hetgaspedaalintrapt.Herhaaldezestappentot
udejuistesnelheidheeftbereikt.
Belangrijk:Stophetvoertuigaltijdvoordat
uvaneenversnellingachteruitnaareen
versnellingvooruitschakelt,ofandersom.
Gebruikdeonderstaandetabelomde
rijsnelheidvanhetvoertuigtebepalenbijeen
motortoerentalvan3.400tpm.
Overbrenging
166,4:15,63,5
238,1:19,86,1
319,6:119,21 1,9
Achteruit80,7:14,72,9
Verhouding
Snelheid
(km/u)
Snelheid
(mijl/uur)
Opmerking:Wanneeruhetcontactsleuteltje
gedurendelangeretijdindestandAANlaat
staan,zonderdemotortestarten,kandeaccu
leeglopen.
Belangrijk:Probeerdemotorniettestarten
doorhetvoertuigaanteduwenofteslepen.
Deaandrijijnkanhierdoorschadeoplopen.
Degasblokkeringinstellen
Opmerking:Omdegasblokkeringintestellen
moetendeparkeerremendespuitpompingeschakeld
zijnendeschakelhendelindeNEUTRAALSTANDstaan.
1.Traphetgaspedaalintotdatuhetgewenste
toerentalhebtbereikt.
2.Zetdegasblokkeringophetbedieningspaneel
opAAN.
3.Omdegasblokkeringuitteschakelen,zetude
schakelaarindestandUITofdruktuhetrem-
ofkoppelingspedaalin.
Snelheidsblokkeringinstellen
Opmerking:Voordatdesnelheidsblokkeringwordt
ingesteld,moetuopdebestuurdersstoelzittenmet
deparkeerremuit,depompaanendeschakelhendel
indeversnelling.
1.Traphetgaspedaalintotdatuhetgewenste
motortoerentalhebtbereikt.
2.Zetdesnelheidsblokkeringophet
bedieningspaneelopAAN.
3.Omdesnelheidsblokkeringuitteschakelen,zet
udeschakelaaropUITofdruktuhetrem-of
koppelingspedaalin.
Demotorafzetten
1.Drukhetkoppelingspedaalinenschakelderem
inomhetspuitsysteemtestoppen.
2.Trekdehendelvandeparkeerremomhoogen
naarachterenomdeparkeerreminwerkingte
stellen.
27

3.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALSTAND.
4.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandSTOP.
5.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactomte
voorkomendatdemotorperongelukstart.
Eennieuwespuitmachine
inrijden
Onderhoudsinterval:Nadeeerste100
bedrijfsuren—Omervoorte
zorgendatdespuitmachinegoede
prestatiesleverteneenlange
levensduurheeft,moetudeeerste
100bedrijfsurendevolgende
richtlijneninachtnemen:
•Controleerregelmatighetpeilvandemotorolieen
devloeistoffenenletoptekenendieeropwijzen
dateenonderdeelvandemachineoververhit
raakt.
•Naeenkoudestartmoetudemotorongeveer
15secondenwarmlatenworden,voordatu
optrekt.
•Omhetremsysteemteoptimaliseren,dientude
remmenalsvolgtinterijden:
1.Giet454literwaterindetank.
2.Rijdemachinenaareenopen,vlakterrein.
3.Rijmetdemachineopvollesnelheid.
4.Traphetrempedaalstevigin.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking,schakelde
spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet
sleuteltje.
2.Verwijderbovenaandespuittankdeborgclip
waarmeedeslangttingbevestigdisaande
groteslangvandebehuizingvandezuigkorf
(Figuur13).
g033577
Figuur13
1.Zuigslang2.Borgclip
3.Verwijderdeslangendeslangttingvande
behuizingvandezuigkorf(Figuur13).
4.Trekdezuigkorfuitzijnbehuizingindetank
(Figuur14).
Opmerking:Brengdemachineineen
rechtelijntotstilstandzonderdewielente
blokkeren.
5.Wacht1minuuttotderemmenafgekoeld
zijn.
6.Herhaalstap3tot59keer.
•Laatdemotorniet'razen'.
•Varieerdesnelheidvandemachinetijdenshet
gebruik.Vermijdsnelstartenenstoppen.
•ZiehethoofdstukOnderhoud(bladz.41)voor
bijzonderecontrolesoprustigemomenten.
Deingebruiknamevande
spuitmachinevoorbereiden
Zuigkorfreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Zuigkorfreinigen.
Reinigdezuigkorf(aanzuiglter)
(vakerbijgebruikvanbevochtigbaar
poeder).
g033578
Figuur14
1.Schermklep2.Zuigkorf
5.Reinigdezuigkorfmetschoonwater.
Belangrijk:Vervangdezuigkorfalsdeze
beschadigdisofnietgoedkanworden
gereinigd.
6.Plaatsdezuigkorfinhethuistotdatdezegoed
opzijnplaatszit.
7.Lijndeslangendeslangttinguitmetde
behuizingvandekorfbovenaandetanken
bevestigdettingendebehuizingmetde
borgclipdieuverwijderdhebtinstap2.
28

Druklterreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Druklterreinigen.
Reinighetdruklter(vakerbij
gebruikvanbevochtigbaarpoeder).
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking,schakelde
spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet
sleuteltje.
2.Plaatseenopvangbakonderhetdruklter
(Figuur15).
Opmerking:Zorgdathetlterelementstevig
indelterkopzit.
9.Maakdebakhandmatigvastopdelterkop
(Figuur15).
10.Monteerdeaftapdopopdettingonderaande
bakendraaidedophandmatigvast(Figuur15).
Spuitdoplterreinigen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking,schakelde
spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet
sleuteltje.
2.NeemdespuitdopuitdehouderFiguur16
Figuur15
1.Filterkop
2.Pakking(bak)5.Aftapdop
3.Filterelement6.Bak
4.Pakking(aftapplug)
3.Draaideaftapdoplinksomenneemzevande
bakvanhetdruklter(Figuur15).
Opmerking:Laatdebakvolledigleeglopen.
4.Draaidebaklinksomenverwijderdelterkop
(Figuur15).
5.Verwijderhetdruklterelement(Figuur15).
6.Reinighetlterelementmetschoonwater.
Belangrijk:Vervanghetlteralsdit
beschadigdisofnietgrondigkanworden
gereinigd.
7.Controleerdepakkingvoordeaftapplug(inde
bak)endepakkingvoordebak(indelterkop)
opschadeenslijtage(Figuur15).
g033293
g209504
Figuur16
1.Spuitdophouder3.Spuitdop
2.Spuitdoplter
3.Verwijderhetspuitdoplter(Figuur16).
4.Reinighetspuitdopltermetschoonwater.
Belangrijk:Vervangdezuigkorfalsdeze
beschadigdisofnietgoedkanworden
gereinigd.
5.Monteerhetspuitdoplter(Figuur16).
Opmerking:Verzekerdathetltergoedop
zijnplaatszit.
6.Monteerdespuitdopopdespuitdophouder
(Figuur16).
Belangrijk:Vervangbeschadigdeof
versletenpakkingenvoordeplug,debakof
beide.
8.Monteerhetdruklterelementindelterkop
(Figuur15).
Detankbandencontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerde
tankbanden.
29

Belangrijk:Debevestigingenvandetankbanden
tevastaandraaienkanvervormingen
beschadigingvandetankenbandenveroorzaken.
1.Vuldehoofdtankmetwater.
2.Controleerofudetankbandenopdetankkunt
bewegen(Figuur17).
Figuur17
1.Achterstetankband4.Voorstetankband
2.Bout5.Voorkantvanmachine
3.Flensborgmoer
3.Alsdetankbandentelosomdetankheenzitten,
draaidandeensborgmoerenendebouten
bovenaandebandenaantotdebandengelijk
komenmethetoppervlakvandetank(Figuur
17).
Opmerking:Zetdebandenvandetankniet
tevast.
Bedieningengebruikvan
despuitmachine
OpdeMultiProspuitmachinetegebruiken,moet
ueerstdespuittankvullen.Vervolgensspuitude
oplossingophetwerkgebiedenalsudaarmeeklaar
bent,reinigtudetank.Voerdezedriestappen
achtereenvolgensuitomschadeaandespuitmachine
tevoorkomen.Zokuntubeterchemischestoffenniet
'savondsindetankgietenenmengenenpasde
volgendeochtendgaanspuiten.Hierdoorbestaatde
kansdatdechemischestoffenwordengescheiden,
hetgeenschadekantoebrengenaandeonderdelen
vandespuitmachine.
VOORZICHTIG
Chemischestoffenzijngevaarlijkenkunnen
lichamelijkletselveroorzaken.
•Leesdeaanwijzingenophetfabrieksetiket
voordatugaatwerkenmetchemische
stoffen,enneemalleaanbevelingenen
voorzorgsmaatregelenvandefabrikantin
acht.
•Zorgervoordatuwhuidnietincontact
komtmetchemischestoffen.Alsdittoch
gebeurt,moetudedesbetreffendeplek
grondigafspoelenmetzeepenschoon
water.
•Draageenveiligheidsbrilofandere
beschermendeuitrustingvolgensde
aanbevelingenvandefabrikantvande
g028263
chemischestoffen.
DeMultiProspuitmachineheefteenhoge
duurzaamheid,zodatdezedeverwachtelevensduur
garandeert.Omspecialeredenenzijnop
verscheideneplaatsenopuwspuitmachine
verschillendematerialengebruiktomditdoelte
verwezenlijken.Helaasbestaatergeenenkele
materiaaldatperfectisvoorallevoorzienbare
spuitwerkzaamheden.
Sommigechemischestoffenzijnagressieverdan
andereenelkechemischestofreageertandersmet
verschillendematerialen.Eenaantalvastestoffen
(zoalsbevochtigbaarpoeder,houtskool)heefteen
sterkerschurendewerkingenveroorzaaktmeerdan
normaleslijtage.Alseenchemischestofverkrijgbaar
isineensamenstellingdiedelevensduurvande
spuitmachineverlengt,adviserenwijudezete
gebruiken.
Verdermoetunatuurlijkaltijduwspuitmachinena
gebruikgrondigreinigen.Ditbiedtdebestegarantie
vooreenlangdurigenprobleemloosgebruikvande
spuitmachine.
Differentieelvergrendeling
gebruiken
Dedifferentieelvergrendelingvergrootdetractie
vandespuitmachinedoordeachterwielente
vergrendelen,zodatnietéénwielkangaanslippen.
Ditkangoedvanpaskomenwanneeruzware
ladingenmoetvervoerenopnatgras,gladde
oppervlakken,hellingenofzanderigterrein.Udient
echteringedachtentehoudendatdezeextratractie
slechtsbedoeldisvoortijdelijkofbeperktgebruik.Het
isgeenvervangingvoordeveiligheidsmaatregelen
tenaanzienvansteilehellingenenzwareladingendie
hiervooraandeordezijngeweest.
30

Dedifferentieelvergrendelingzorgtervoordatde
achterwielenmetdezelfdesnelheiddraaien.Wanneer
udedifferentieelvergrendelinggebruikt,wordthet
vermogenomscherpebochtentemakenietsbeperkt
enkanhetgazonwordenbeschadigd.Gebruikde
differentieelvergrendelingalleenwanneerhetnodig
is,bijlagesnelhedenenalleenindeeersteoftweede
versnelling.
WAARSCHUWING
Alsdespuitmachineopeenhellingomslaatof
gaatrollen,kanditernstigletselveroorzaken.
•Deextratractiediede
differentieelvergrendelingbiedt,kan
genoegzijnomuingevaarlijkesituaties
tebrengen,zoalsoprijdenvanhellingen
dietesteilzijnomtedraaien.Weesextra
voorzichtigalsuwerktmetingeschakelde
differentieelvergrendeling,vooralopsteile
hellingen.
•Alsdedifferentieelvergrendelingis
ingeschakeldterwijlumeteenhoge
snelheideenscherpebochtmaakt,en
hetbinnensteachterwielvandegrond
komt,kuntudecontroleoverhetvoertuig
verliezen,waarbijdekansbestaatdatde
spuitmachinegaatslippen.Gebruikde
differentieelvergrendelinguitsluitendbij
lagesnelheden.
Deschoonwatertankvullen
Vuldeschoonwatertankaltijdmetschoonwater
voordatugaatwerkenmetchemischestoffen.
Deschoonwatertankbevindtzichlinksvande
rolbeugel.Dezebevatschoonwater,waarmee
uuwogen,uwhuidandereoppervlakkenkunt
schoonspoelenalsdezeperongelukincontactzijn
gekomenmetchemischestoffen.
Omdetapkraanvandewatertankteopenen,moetu
dehendelopdekraandraaien.
Spuittankvullen
Monteerdevoormengsetvoorchemischestoffenals
uoptimalemengprestatieswenstendeexternetank
zoschoonmogelijkwilthouden.
Belangrijk:Controleerofdejuistegebruiksdosis
isingesteldvóórhetvullenvandetankmet
chemischestoffen.
1.Parkeerdespuitmachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdeschakelhendelinde
NEUTRAALSTAND,zetdemotorafenstelde
parkeerreminwerking.
2.Controleerofdeaftapklepvandetankgesloten
is.
3.Bepaalhoeveelwaterumoetmengenmetde
hoeveelheidvandechemischestoffendieu
nodighebtvolgensdevoorschriftenvande
fabrikantvandechemischestoffen.
4.Openhetdekselvandespuittank.
Opmerking:Hettankdekselbevindtzich
middenopdetank.Omditteopenen,moet
udevoorstehelftvanhetdekselnaarlinks
draaienenopenklappen.Ukuntdezeefaan
debinnenzijdeverwijderenomdezetereinigen.
Omdetankaftesluiten,moetuhetdeksel
dichtdoenendevoorstehelftvanhetdeksel
naarrechtsdraaien.
5.Gietongeveer¾vandebenodigde
hoeveelheidwaterindespuittankviade
anti-overloopaansluiting.
Belangrijk:Umoetdetankaltijdvullenmet
schoonwater.Gietnooitconcentraatineen
legetank.
6.Startdemotorenzetdepompschakelaarop
AAN.
7.Traphetgaspedaalvollediginenzetde
gasblokkeringopAAN.
8.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomenop
UIT.
9.ZetdemengklepopAAN.
10.Voegdecorrectehoeveelheidhetchemische
concentraattoeindetankvolgensdeinstructies
vandefabrikant.
Belangrijk:Alsueenbevochtigbaarpoeder
gebruiktzondervolledigemenging,moetu
ditmeteenkleinehoeveelheidwatertoteen
dikkemassamengenvoordatudittoevoegt.
11.Gietderestvanhetwaterindetank.
Belangrijk:Dechemischestoffendieugebruikt,
moetengeschiktzijnvoorViton
fabrieksetiket;ditmoetaangevenofdechemische
stoffengeschiktzijn).Chemischestoffendieniet
geschiktzijnvoorViton
indespuitmachineaantastenwaardoorlekkage
ontstaat.
TM
,zullendeO-ringen
TM
(raadpleeghet
Despuitbomenbedienen
Metdeschakelaarsvandespuitboomliftophet
bedieningspaneelvandespuitmachinekuntu
despuitbomenindeTRANSPORTST ANDofinde
SPUITSTANDzettenzonderdatudebestuurdersstoel
hoeftteverlaten.Hetverdientaanbevelingde
31

spuitbomenindegewenstestandtezettenterwijlde
machinestilstaat.
Despuitbomenverstellen
1.Stopdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
hebbenendemotorhogerdanstationairlaten
lopen.Alsuhetvoertuigtotstilstandbrengtmaar
hetmengsysteemwensttegebruiken:stelde
parkeerreminwerking,zetdepompaan,drukhet
gaspedaalvollediginenzetdegasblokkeringop
AAN.
2.Laatdespuitbomenzakkenmetbehulpvande
liftschakelaarsvandespuitbomen.
Opmerking:Wachttotdatdespuitbomen
volledigzijnuitgeklaptindeSPUITSTAND.
3.Alsdespuitbomenmoetenwordeningeklapt,
dientudemachinetelatenstoppenopeen
horizontaaloppervlak.
4.Brengdespuitbomenmetdeliftschakelaars
omhoogtotdatzijgeheelkruiselingsoverelkaar
indetransportstandindetransporthouder
zijngezetendehefcilindersvolledigzijn
teruggetrokken.
Belangrijk:Tervoorkomingvanschade
aandecilindervandeactuatorsvande
spuitbomen,moetuervoorzorgendat
deactuatorsvóórtransportvolledigzijn
ingetrokken.
Detransporthoudervande
spuitbomengebruiken
Despuitmachineheefteentransporthoudervoorde
spuitbomendieisvoorzienvaneenuniekebeveiliging.
AlsdespuitbomenindeTRANSPORTSTANDstaan
enperongelukinaanrakingkomenmeteenlaag
overhangendobject,kunnenzijuitdetransporthouder
wordengedrukt.Inditgevalkomendespuitbomen
ineenbijnahorizontalestandopdeachterkantvan
demachineterusten.Hoeweldespuitbomenhierbij
geenschadeoplopen,dienenzijonmiddellijkte
wordenteruggeplaatstindetransporthouder.
Belangrijk:Despuitbomenkunnen
beschadigdrakenalszijnietkruiselings
wordengetransporteerdindetransporthouder.
Omdespuitbomenterugteplaatseninde
transporthouder,moetudezeneerlateninde
SPUITSTANDenvervolgensweeromhoogbrengenin
deTRANSPORTSTAND.Zorgervoordatdecilinders
vandespuitbomenvolledigzijnteruggetrokkenom
beschadigingvandeactuatorstangtevoorkomen.
Opmerking:Dezeproceduregaatervanuitdat
depompingeschakeldisnaaraanleidingvande
procedureBedieningengebruikvandespuitmachine
(bladz.30).
1.Brengdespuitbomenomlaag.
2.Zet,terwijldehoofdschakelaarvan
despuitbomenopUITstaat,de3
spuitboomschakelaarsopAAN.
3.Vervolgensrijdtunaarhetperceelwaarumoet
spuiten.
4.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomenop
AANomtebeginnenmetspuiten.
Opmerking:HetInfoCentertoontde
spuitbomendieaanhetsproeienzijn.
Opmerking:Alsdetankbijnaleegis,kanhet
mengenleidentotschuimvormingindetank.
Zetdemengklepuitomdittevoorkomen.Als
alternatiefkuntuookeenantischuimmiddelin
detankgebruiken.
5.Gebruikdedosisschakelaaromdedosiste
wijzigenenintestellen.
6.Alsuklaarbentmetspuiten,zetude
hoofdschakelaarvandespuitbomenopUITom
allespuitbomenuitteschakelen.Daarnazetu
depompschakelaaropUIT.
Spuittips
•Overlapgeenstukkenwaarueerderhebt
gespoten.
•Controleerofergeenspuitdoppenzijnverstopt.
Vervangversletenofbeschadigdespuitdoppen.
•Schakelmetdehoofdschakelaardespuitbomen
uitvoordatudespuitmachinetotstilstandbrengt.
Nadatudemachinetotstilstandhebtgebracht,
moetudeschakelhendelindeNEUTRAALST AND
zettenenmetdesnelheidsblokkeringinde
neutraalstanddemotoroptoerenhouden,zodat
hetmengenblijftdoorgaan.
Spuiten
Belangrijk:Omervoortezorgendatdeoplossing
goedgemengdblijft,moetudemengfunctie
gebruikenalsereenoplossingindetankzit.
Omtemengen,moetudepompingeschakeld
•Uverkrijgtbetereresultatenalsdespuitmachinein
bewegingiswanneerudespuitbomeninschakelt.
•Letopveranderingenindegebruiksdosisdie
kunnenaangevendatuwsnelheidtehoogisvoor
hetbereikvandespuitdoppenofdaterproblemen
zijnmethetspuitsysteem.
32

Devloeistofstroomvande
spuitmachinekalibreren
Voordatudespuitmachinevoorheteerstgebruikt,als
udespuitdoppenvervangt,ofalsditomeenandere
redennodigis,dientudevloeistofstroomvande
spuitmachinetekalibreren
Benodigdhedendoordebestuurderverstrekt:
Stopwatchdieop±1/10vaneenseconde
nauwkeurigkanmeteneneenopvangbekermeteen
schaalverdelingin50ml.
5.Wanneerdeopvangtestdehoeveelheden
indeonderstaandetabeloplevert,zetude
controleknopvandedosisindeVERGRENDELDE
stand.
6.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomenuit.
Devloeistofstroomvande
spuitmachinekalibreren
1.GainhetInfoCenternaarhetkalibratiemenuen
selecteerFLOWCALalsvolgt:
Dekalibratievande
vloeistofstroomvande
spuitmachinevoorbereiden
1.Vuldespuittankvandespuitmachinemet
schoonwater.
Opmerking:Zorgdatergenoegwaterinde
tankisomdekalibratietevoltooien.
2.Steldeparkeerreminwerkingenstartdemotor.
3.ZetdepompschakelaaropAANenzetde
mengschakelaaropaan.
4.Drukhetgaspedaalintotuhetmaximale
toerentalbereiktenzetdegasblokkeringop
AAN.
Eenopvangtestuitvoeren
1.Zetde3afzonderlijkeschakelaarsende
hoofdschakelaarvandespuitbomenopAAN.
2.Zetdecontroleknop(vergrendelingvande
dosis)indeONTGRENDELDEstand.
3.Bereiduvooropeenopvangtestmetde
opvangbekermetschaalverdeling.
4.Beginbij2,76barengebruikde
gebruiksdosisschakelaaromdespuitdruk
aantepassentoteenopvangtestde
hoeveelhedenindetabelhieronderoplevert.
Opmerking:Voerdetest3keeruitenneem
hetgemiddelde.
KleurspuitdopMilliliter
Geel
Rood37812,8
Bruin47316,0
Grijs
Wit
Blauw94632,0
Groen
opgevangenin
15seconden
1896,4
56719,2
757
141948,0
Ounces
opgevangenin
15seconden
25,6
Opmerking:Ukuntopelkmomenthet
pictogramvanhethoofdschermselecterenom
dekalibratiesteannuleren.
A.Druktweemaalopdemiddelste
selectieknopvanhetInfoCenteromnaar
demenu'stegaan.
B.Ganaarhetkalibratiemenudoorde
rechterselectieknopvanhetInfoCenterin
tedrukken.
C.SelecteerFLOWCALendrukopde
rechterselectieknopvanhetInfoCenter.
D.Inhetvolgendeschermvoertude
gekendehoeveelheidwaterindieuitde
spuitbomenzalwordengesproeidvoor
dekalibratieprocedure;raadpleegde
onderstaandetabel.
E.Drukopderechterselectieknopvanhet
InfoCenter.
2.Gebruikdesymbolen(+)en(-)omhet
vloeistofvolumeintevoerenvolgensde
onderstaandetabel:
KleurspuitdopLiterAmerikaanse
Geel
Rood8322
Bruin10628
Grijs
Wit16744
Blauw208
Groen
4211
12533
31483
gallons
55
3.Schakeldehoofdschakelaarvandespuitbomen
5minutenlangin.
Opmerking:T erwijldemachinespuit,zalhet
InfoCenterdegemetenhoeveelheidvloeistof
weergeven.
4.Laatdespuitmachinevijfminutendraaienen
vinkhetvakjeafdoordemiddelsteknopvanhet
InfoCenterintedrukken.
33

Opmerking:Hetisnietergalsde
hoeveelheiddietijdenshetkalibratieproces
wordtweergegevennietovereenstemtmet
degekendehoeveelheidwaterdieuinhet
InfoCenterhebtingevoerd.
5.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomen
na5minutenuitenselecteerhetvinkjeinhet
InfoCenter.
Opmerking:Dekalibratieisnuvoltooid.
Deomloopkleppenvande
spuitbomenkalibreren
Voordatudespuitmachinevoorheteerstgebruikt,als
udespuitdoppenvervangt,ofalsditomeenandere
redennodigis,dientudeomloopvandespuitbomen
tekalibreren.
Belangrijk:Kieseenopenenvlakterreinom
dezeprocedureuittevoeren.
Desnelheidvande
spuitmachinekalibreren
Voordatudespuitmachinevoorheteerstgebruikt,
alsudespuitdoppenvervangt,ofalsditomeen
andereredennodigis,dientudesnelheidvande
spuitmachinetekalibreren.
1.Vuldetankmetschoonwater.
2.Duidopeenopen,vlakterreineenafstandvan
45tot152maan.
Opmerking:T orobeveeltaanomeen
afstandvan152metertemarkerenvooreen
nauwkeurigerresultaat.
3.Startdemotorenrijnaarhetbeginvande
aangeduidezone.
Opmerking:Zethetmiddenvandevoorste
wielenpreciesbovendestartlijnvoorhetmeest
nauwkeurigeresultaat.
4.GainhetInfoCenternaarhetkalibratiemenuen
selecteerSPEEDCAL.
Opmerking:Ukuntopelkmomenthet
pictogramvanhethoofdschermselecterenom
dekalibratiesteannuleren.
Dekalibratievande
omloopkleppenvande
spuitbomenvoorbereiden
1.Vuldespuittanktotdehelftmetschoonwater.
2.Laatdespuitbomenzakken.
3.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALSTANDen
steldeparkeerreminwerking.
4.Zetde3spuitboomschakelaarsopAAN,maar
laatdehoofdschakelaarvandespuitbomenuit.
5.ZetdepompschakelaaropAANenzetde
mengschakelaaropaan.
6.Drukhetgaspedaalintotuhetmaximale
toerentalbereiktenzetdegasblokkeringop
AAN.
7.GainhetInfoCenternaarhetkalibratiemenuen
selecteerTESTSPEED.
Opmerking:Ukuntopelkmomenthet
pictogramvanhethoofdschermselecterenom
dekalibratieteannuleren.
8.Gebruikdesymbolen(+)en(-)omeen
testsnelheidvan5,6km/uintevoeren
enselecteerdanhetpictogramvanhet
hoofdscherm.
5.Selecteerdevolgendepijl(→)inhetInfoCenter.
6.Gebruikdesymbolen(+)en(-)omde
gemarkeerdeafstandintevoereninhet
InfoCenter.
7.Schakeldemachineineersteversnellingen
rijdegemarkeerdeafstandmetvolgasineen
rechtelijn.
8.Stopdemachineopdegemarkeerdeafstanden
selecteerhetvinkjeinhetInfoCenter.
Opmerking:Vertraagenstopmethetmidden
vandevoorwielenpreciesopdelijnvoorhet
meestnauwkeurigeresultaat.
Opmerking:Dekalibratieisnuvoltooid.
9.Zetdecontroleschakelaar(vergrendelingvan
gebruiksdosis)indeONTGRENDELDEstandenzet
dehoofdschakelaarvandespuitbomenopAAN.
Deomloopkleppenafstellen.
1.Stelmetbehulpvandeschakelaarde
gebruiksdosisinaandehandvande
onderstaandetabel.
Kleur
spuitdop
Geel159l/ha
Rood
Bruin
Grijs478l/ha
Wit
34
SI(metrisch)
319l/ha
394l/ha
637l/ha
Engels
17gpa0,39gpk
34gpa0,78gpk
42gpa0,96gpk
51gpa1,17gpk
68gpa1,56gpk
Turf

Blauw
Groen1.190l/ha
2.Schakeldelinkerspuitboomuitenstelde
omloopknopvandespuitboom(Figuur18)
zodanigindatdedrukmeterdeeerder
gewijzigdewaardeaangeeft(doorgaans
2,75bar).
796l/ha
85gpa1,95gpk
127gpa2,91gpk
Opmerking:Denummeraanduidingenvan
deomloopknopennaalddienenenkelter
referentie.
g214029
Figuur19
Figuur18
1.Stelknoppenvanspuitboomomloop
3.Schakeldelinkerspuitboominende
rechterspuitboomuit.
4.Steldeomloopknopvanderechterspuitboom
(Figuur18)zodanigindatdedrukmeterde
eerdergewijzigdewaardeaangeeft(doorgaans
2,75bar).
5.Schakelderechterspuitboominendemiddelste
spuitboomuit.
6.Steldeomloopknopvandemiddelstespuitboom
(Figuur18)zodanigindatdedrukmeterde
eerdergewijzigdewaardeaangeeft(doorgaans
2,75bar).
7.Zetdespuitbomenaf.
8.Zetdepompuit.
Opmerking:Dekalibratieisnuvoltooid.
1.Open
2.Gesloten(0)
3.Tussenstand
Demengomloopklep
kalibreren
g028047
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
Kieseenopenenvlakterreinomdezeprocedureuit
tevoeren.
1.Vuldespuittankvandespuitmachinemet
schoonwater.
2.Ganaofdemengregelklepopenis.Alsdeze
aangepastis,opentuzenuvolledig.
3.Steldeparkeerreminwerkingenstartdemotor.
4.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALSTAND.
5.ZetdepompschakelaaropAAN.
6.Drukhetgaspedaalinzodatdemotorhet
maximaletoerentalbereiktenschakelde
gasblokkeringin.
7.Zetde3spuitboomkleppenindestandUIT.
8.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomenop
AAN.
9.SteldesysteemdrukinopMAXIMUM.
10.ZetdemengschakelaaropUITenleesdestand
vandedrukmeteraf.
Knopstandvan
mengomloopklep
•Demengomloopklepstaathelemaalopenzoals
getoondinFiguur19A.
•Demengomloopklepstaatgesloten(0)zoals
getoondinFiguur19B.
•Demengomloopklepstaatineentussenstand
(naargelangdedrukmetervanhetspuitsysteem)
zoalsgetoondinFiguur19C.
•Alsdestand6,9barblijft,isde
mengomloopklepjuistgekalibreerd.
•Alsdedrukmetereenanderestandaangeeft,
gaatudoormetdevolgendestap.
11.Steldemengomloopklep(Figuur20)achteraan
demengklepintotdedrukmeter6,9bar
aangeeft.
35

Figuur20
g028049
Figuur21
g216323
1.Mengomloopklep
12.DrukdepompschakelaarnaardestandUIT,
zetdegashendelopST ATIONAIRendraaide
contactschakelaarnaardestandUIT.
2.Omloopvanspuitboomhoofdschakelaar
Deomloopklepvande
spuitboomhoofdschakelaar
afstellen
Opmerking:Steldeomloopklepvande
spuitboomhoofdschakelaarafomdevloeistofstroom
dienaardemengdoppenindetankwordtgeleidte
verkleinenofvergrotenwanneerdehoofdschakelaar
vandespuitbomenopUITstaat.
1.Vuldespuittanktotdehelftmetschoonwater.
2.Rijdemachinenaareenopen,vlakterrein.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALSTAND.
5.ZetdepompschakelaaropAAN.
6.ZetdemengschakelaaropAAN.
7.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomenop
UIT.
8.Verhooghetmotortoerentalnaarvolgasenzet
degasblokkeringopAAN.
9.Steldeomloophendelvandespuitboomhoofdschakelaarafomtebepaleninwelkematede
inhoudvandetankgemengdwordt(Figuur20).
10.Verlaagdegasinstellingnaarstationair.
11.Zetdemengschakelaarendepompschakelaar
opUIT.
12.Schakeldemachineuit.
Demachinetransporteren
•Gebruikeenoprijplaatvanvolledigebreedtebij
hetladenvandemachineopeenaanhangerof
vrachtwagen.
•Maakdemachinestevigvast.
Transportvande
spuitmachine
Omdemachineovergroteafstandenteverplaatsen
moetueenaanhangergebruiken.
•Zetdemachinegoedvastopdeaanhanger.
–Gebruikhetbevestigingspuntaandevoorkant
vanhetframe,zieFiguur22A.
–Gebruikde2bevestigingspuntenaande
achterkantvanhetframe,zieFiguur22B.
•Zorgerookvoordatdebuitenstespuitbomen
vastgebondenzijnenstevigvastzitten.
Locatievandespuitpomp
Despuitpompbevindtzichonderdestoel(Figuur21).
36

Aanbevelingenvoor
spuitlter
Eenzuigkorfkiezen
Standaarduitrusting;zuigkorf50mesh(blauw)
Gebruikdezuigkorftabelomnategaanwelkgaas
udienttegebruikenvooruwspuitdoppenopbasis
vanchemischeproductenofoplossingenmeteen
viscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Zuigkorftabel
Figuur22
1.Voorstebevestigingspunt2.Achterste
bevestigingspunten
Despuitmachineslepen
Innoodgevallenmagdespuitmachineovereen
korteafstandwordengesleept.Ditmagechterniet
regelmatigwordengedaan.
WAARSCHUWING
Kleurcodespuitdop(doorstroomhoeveelheid)
Geel(0,2gpm)
Rood(0,4gpm)
Bruin(0,5gpm)50(of30)Blauw(ofgroen)
Grijs(0,6gpm)
g216272
Wit(0,8gpm)
Blauw(1,0gpm)
Groen(1,5gpm)
*Degaasgroottevandezuigkorvenindezetabelgaat
uitvanchemischeproductenofoplossingenmeteen
viscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Groottevangaas*
50Blauw
50Blauw
30
30
30
30
Kleurcodevan
lter
Groen
Groen
Groen
Groen
Belangrijk:Alsuchemicaliënmeteen
hogereviscositeit(dikker)ofoplossingenmet
bevochtigbarepoedersgebruikt,dientumogelijk
eengaasmetgrotereopeningentegebruikenvoor
deoptionelezuigkorf;zieFiguur23.
Alsudemachinebijeentehogesnelheid
sleept,kuntudecontroleoverhetstuur
verliezen.Ditkanletselveroorzaken.
Sleepdespuitmachinenooitsnellerdan8km
peruur.
Demachinemoetwordengesleeptdoor2personen.
Alsudemachineovereengroteafstandmoet
verplaatsen,moetudezevervoerenopeen
vrachtwagenofeenaanhanger;zieTransportvande
spuitmachine(bladz.36).
1.Bevestigeensleepkabelaanhetchassis.
2.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALSTANDen
zetdeparkeerremvrij.
3.Sleepdemachinenietsnellerdan8kmperuur.
37

vanchemischeproductenofoplossingenmeteen
viscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Tabelvandruklter
Figuur23
Gaasgrootte–viscositeitchemischproductofoplossing
1.Chemicaliënof
oplossingenmethogere
viscositeit
2.Chemicaliënof
oplossingenmetkleinere
viscositeit
3.Groottevangaas
Wanneerumeteenhogeregebruiksdosisspuit,
overweegdaneengrotergaasvoordeoptionele
zuigkorf;zieFiguur24.
Kleurcodespuitdop(doorstroomhoeveelheid)
Zoalsvereist
voorchemicaliën
ofoplossingen
metlage
viscositeitofkleine
gebruiksdosissen
Geel(0,2gpm)
g214212
Rood(0,4gpm)
Bruin(0,5gpm)
Grijs(0,6gpm)
Wit(0,8gpm)
Blauw(1,0gpm)
Groen(1,5gpm)
Zoalsvereist
voorchemicaliën
ofoplossingen
methoge
viscositeitofgrote
gebruiksdosissen
Zoalsvereist
voorchemicaliën
ofoplossingen
methoge
viscositeitofgrote
gebruiksdosissen
*Degaasgroottevandedrukltersindezetabelgaat
uitvanchemischeproductenofoplossingenmeteen
viscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Groottevangaas*
100
80
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
30Rood
16Bruin
Kleurcodevan
lter
Groen
Geel
Figuur24
Groottevangaas–gebruiksdosis
1.Groteregebruiksdosis3.Groottevangaas
2.Kleineregebruiksdosis
Eendruklterkiezen
Enkeleleverbareschermgroottes:
Standaarduitrusting;zuigkorf50mesh(blauw)
Gebruikdedrukltertabelomnategaanwelkgaas
udienttegebruikenvooruwspuitdoppenopbasis
Belangrijk:Alsuchemicaliënmeteen
hogereviscositeit(dikker)ofoplossingenmet
bevochtigbarepoedersgebruikt,dientumogelijk
eengaasmetgrotereopeningentegebruikenvoor
hetoptioneledruklter;zieFiguur25.
g214214
38

Gebruikdespuitdopltertabelomnategaanwelk
gaasudienttegebruikenvooruwspuitdoppenop
basisvanchemischeproductenofoplossingenmet
eenviscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Tabelspuitdoplter
Figuur25
Gaasgrootte–viscositeitchemischproductofoplossing
1.Chemicaliënof
oplossingenmethogere
viscositeit
2.Chemicaliënof
oplossingenmetkleinere
viscositeit
3.Groottevangaas
Wanneerumeteenhogeregebruiksdosisspuit,
overweegdaneengrotergaasvoorhetoptionele
druklter;zieFiguur26.
g214211
Kleurcodespuitdop(doorstroomhoeveelheid)
Geel(0,2gpm)
Rood(0,4gpm)
Bruin(0,5gpm)
Grijs(0,6gpm)
Wit(0,8gpm)
Blauw(1,0gpm)
Groen(1,5gpm)
*Degaasgroottevandespuitdopltersindezetabelgaat
uitvanchemischeproductenofoplossingenmeteen
viscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Groottevan
ltergaas*
100
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
Kleurcodevan
lter
Groen
Belangrijk:Alsuchemicaliënmeteen
hogereviscositeit(dikker)ofoplossingenmet
bevochtigbarepoedersgebruikt,dientumogelijk
eengaasmetgrotereopeningentegebruikenvoor
hetoptionelespuitdoplter;zieFiguur27.
Figuur26
Groottevangaas–gebruiksdosis
1.Groteregebruiksdosis3.Groottevangaas
2.Kleineregebruiksdosis
Eenspuitdoplterkiezen
(optioneel)
Opmerking:Gebruikeenoptioneelspuitdoplter
omdekopvandespuitdoptebeschermenende
levensduurervanteverlengen.
g214240
g214246
Figuur27
Gaasgrootte–viscositeitchemischproductofoplossing
1.Chemicaliënof
oplossingenmethogere
viscositeit
2.Chemicaliënof
oplossingenmetkleinere
viscositeit
3.Groottevangaas
Wanneerumeteenhogeregebruiksdosisspuit,
overweegdaneengrotergaasvoorhetspuitdoplter;
zieFiguur28.
39

Figuur28
Groottevangaas–gebruiksdosis
1.Groteregebruiksdosis3.Groottevangaas
2.Kleineregebruiksdosis
g214245
40

Onderhoud
Opmerking:Downloadhetschemagratisopwww.Toro.com;ukuntuwmachinezoekenviadelink
Handleidingenopdehoofdpagina.
Voorbijkomendeinformatieoverhetspuitsysteem,raadpleegtuhetschemavanhetspuitsysteeminSchema's
(bladz.78).
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste8bedrijfsuren
Nadeeerste50bedrijfsuren
Nadeeerste100
Bijelkgebruikofdagelijks
Omde50bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
•Draaidewielmoerenaan.
•Hydraulischltervervangen.
•Demotorolieverversen.
•Hetluchtltervoordekoolstofhouderinspecteren.
•Vervanghetltervandekoolstofhouder.
•Omervoortezorgendatdespuitmachinegoedeprestatiesleverteneenlange
bedrijfsuren
levensduurheeft,moetudeeerste100bedrijfsurendevolgenderichtlijnenin
achtnemen:
•Zuigkorfreinigen.
•Druklterreinigen.
•Controleerdetankbanden.
•Hetroterendemotorschermcontroleren.
•Hetmotoroliepeilcontroleren.
•Debandenspanningcontroleren.
•Smeerdepomp.
•Schuimelementvanluchtlterreinigenenmetoliebestrijken(vakerinstofge,vuile
omstandigheden).
•Controleerdeaansluitingenvandeaccukabels.
•Hetaccuzuurpeilcontroleren.
•Vetinallesmeernippelsspuiten.
•Spuitboomscharnierensmeren.
•Hetroterendemotorschermreinigen(vakerinstofge,vuileomstandigheden).
•Demotorolieverversen(vakerwanneerdemotoronderzwarebelastingofbijhoge
temperaturenmoetwerken).
•Hetmotorolieltervervangen.
•Brandstofltervervangen.
•Draaidewielmoerenaan.
•Conditieenafslijtingvandebandencontroleren.
•T oespoorvanvoorwielcontroleren.
•Deremmencontroleren
•Vervanghetpapierenlterelement(vakerinstofge,vuileomstandigheden).
•Bougiesvervangen.
•Hetluchtltervoordekoolstofhouderinspecteren.
•Vervanghetltervandekoolstofhouder.
Omde200bedrijfsuren
•Kabelvandedifferentieelvergrendelingafstellen.
•Deparkeerremcontroleren.
•Transaxle-olie/Hydraulischevloeistofcontroleren.
•Controlerenofalleslangenenaansluitingeningoedestaatverkerenengoedzijn
bevestigd.
•Devloeistofstroommeterreinigen(vakerbijgebruikvanbevochtigbaarpoeder).
41

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Omde400bedrijfsuren
•Verrichtallejaarlijkseonderhoudsproceduresdiestaanvermeldinde
gebruikershandleidingvandemotor.
•Brandstoeidingencontroleren.
•Brandstoftankaftappenenreinigen.
•Dezuigkorfvervangen.
•Hetdrukltervervangen.
•Controleerdepompmembranenenvervangindiennodig(neemcontactopmeteen
erkendeT oroservicedealer).
•Controleerdeafsluitkleppenvandepompenvervangindiennodig(neemcontact
opmeteenerkendeT oroservicedealer).
•Denylondraaibussencontroleren.
Omde800bedrijfsuren
Jaarlijks
•Transaxle-olie/Hydraulischevloeistofverversenenzeefschoonmaken.
•Hydraulischltervervangen.
•Demengomloopklepkalibreren.
Raadpleegdegebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
Controlelijstvoordagelijksonderhoud
Kopieerdezepaginatenbehoevevangebruikbijroutinecontroles.
Gecontroleerditem
Werkingvanremenparkeerrem
controleren.
Werkingvanschakelinrichting/neutraalstandcontroleren.
Brandstofpeilcontroleren.
Controleerhetmotoroliepeil.
Hettransaxle-oliepeilcontroleren.
Luchtltercontroleren.
Koelribbenvandemotorcontroleren.
Controlerenofmotorongewonegeluiden
maakt.
Controlerenopongewonegeluiden
tijdenshetgebruik.
Debandenspanningcontroleren.
Controlerenoplekkages.
Werkingvaninstrumentencontroleren.
Werkingvanhetgaspedaalcontroleren.
Zuigkorfreinigen.
Toespoorcontroleren.
Vetinallesmeernippelsspuiten.
Beschadigdelakbijwerken.
1
Voorweekvan:
Ma.Di.Wo.Do.Vr.Za.Zo.
1
Onmiddellijknaelkewasbeurt,ongeachthetvoorgeschreveninterval
42

Aantekeningvoorspecialeaandachtsgebieden
Controleuitgevoerddoor:
ItemDatum
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstart
waardooruenandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Informatie
Haalhetsleuteltjeuithetcontactenmaakdebougiekabel(s)losvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoertaandemachine.Drukdekabel(s)opzij,zodatdezeniet
onbedoeldcontactkan(kunnen)makenmetdebougie(s).
Figuur29
decal133-0382
43

Procedures
voorafgaandeaan
onderhoud
Despuitmachineomhoog
brengen
Alsudemotorlaatlopenomroutineonderhoudswerkzaamhedenuittevoerenen/
demotortetesten,moetendeachterwielenvan
demachinezich2,5cmbovendegrondbevinden,
waarbijdeachterasmoetsteunenopdesteunpunten
vandekrik.
GEVAAR
Eenopgekriktemachinekanwankelstaanen
vandekrikglijdenwaardooriemanddiezich
onderdemachinebevindt,letselkanoplopen
•Startdemotornietalsdemachineis
opgekrikt.
•Haalaltijdhetsleuteltjeuithetcontact,
voordatuvandemachinestapt.
•Blokkeerdewielenalsdemachineis
opgekrikt.
Hetkrikpuntaandevoorzijdevandemachinebevindt
zichonderdevoorstedwarsstang(Figuur30).Het
krikpuntaandeachterkantvandemachinebevindt
zichophetsteunpuntvanhetachterframe,achterde
achterstebevestigingspunten(Figuur30).
g028108
Figuur30
1.Krikpuntaandevoorzijde2.Achterste
bevestigingspunten
44

Smering
Demachinesmeren
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)—Vetinallesmeernippels
spuiten.
Typevet:Nr.2vetoplithiumbasis
ZieFiguur31voordeplaatsvandesmeernippels.
g216324
Figuur31
1.Veegdesmeernippeleerstschoonzodater
geenvuilinhetlagerofdebuswordtgedrukt.
2.Pompvetinhetlagerofdelagerbus.
3.Veegovertolligvetweg.
Depompvandeveldspuit
smeren
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren—Smeer
depomp.
Typesmeermiddel:MobilXHP461
1.Zetdespuitmachineopkriksteunen;zieDe
spuitmachineomhoogbrengen(bladz.44).
2.Ganaardespuitpomp.
Opmerking:Depompbevindtzichonderde
stoel;zieLocatievandespuitpomp(bladz.36).
g216476
g216325
Figuur32
1.Smeernippel(aande
buitenkantvande
spuitpomp)
2.Smeernippel(aande
achterkantvande
spuitpomp)
4.Pompvetindeuitwendigesmeernippels(Figuur
32AenFiguur32B).
5.Veegovertolligvetweg.
3.Voorkantvandemachine
3.Veegde2uitwendigesmeernippelsschoon
(Figuur32AenFiguur32B).
45

Spuitboomscharnieren
Onderhoudmotor
smeren
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
Belangrijk:Alshetspuitboomscharnieris
afgespoeldmetwater,moetalhetwaterenvuil
vanhetscharnierwordenverwijderdenmoetu
hetscharnieropnieuwmetvetsmeren.
Typevet:Nr.2vetoplithiumbasis
1.Veegdesmeernippelsschoonzodatergeen
ongerechtighedenkunnenbinnendringeninhet
lagerofdelagerbus.
2.Pompvetinhetlagerofdelagerbusbijelke
smeernippel(Figuur33).
Hetluchtinlaatrooster
controleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks—Het
roterendemotorschermcontroleren.
Omde100bedrijfsuren—Hetroterende
motorschermreinigen(vakerinstofge,vuile
omstandigheden).
Indiennodigdientuhetluchtinlaatroosteropde
voorkantvandemotorvóórelkgebruikofdagelijkste
controlerenentereinigen.
Onderhoudvanhet
luchtlter
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren/Jaarlijks
(houdhierbijdekortsteperiode
aan)(vakerinstofge,vuile
omstandigheden).
Omde200bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij
dekortsteperiodeaan)(vakerinstofge,vuile
omstandigheden).
Figuur33
1.Smeernippel
3.Veegovertolligvetweg.
4.Herhaaldezeprocedurebijalledraaiarmenvan
despuitbomen.
Schuim-enpapierelement
verwijderen
1.Steldeparkeerreminwerking,schakelde
pompuit,zetdemotorafenverwijderhet
g002014
contactsleuteltje.
2.Maakdevergrendelingopdeachterzijdevande
bestuurdersstoellosenklapdezenaarvoren.
3.Maakdeomgevingvanhetluchtlterschoon
omtevoorkomendatvuilindemotorkomten
schadeveroorzaakt(Figuur34).
46

1.Luchtlterdeksel5.Schuimelement
2.Knop6.Papierelement
3.Dekselmoer
4.Kap
Figuur34
7.Rubberenafdichting
8.Basisvanhetluchtlter
Papierelementcontroleren
Controleerhetpapierelementopscheuren,een
vettigoppervlak,beschadigingenvanderubberen
afdichting,overmatigvuilofandereschade(Figuur
36).Alsueenvandezezakenconstateert,moetu
hetltervervangen.
Belangrijk:Reinighetpapierelementnooitmet
persluchtofvloeistoffenzoalsoplosmiddel,
benzineofkerosine.
g001980
g001982
Figuur36
4.Draaideknopopluchtlterdeksellosen
verwijderhetdeksel(Figuur34).
5.Schuifhetschuimelementvoorzichtigvanhet
papierelementaf(Figuur34).
6.Dekselmoerlosdraaienendekselenpapierlter
verwijderen(Figuur34).
Schuimelementreinigen
1.Washetschuimlterinwarmwatermetvloeibare
zeep.
2.Alshetelementschoonis,moetuhetgrondig
uitspoelen.
3.Schuimlterineenschonedoekwikkelenen
droogknijpen.
4.Giet30tot59mlolieophetlterelement(Figuur
35).
Belangrijk:Vervanghetschuimelementals
hetgescheurdofversletenis.
1.Papierelement
2.Rubberenafdichting
Belangrijk:Laatdemotornooitlopenzonderdat
hetcompleteluchtltergemonteerdis,anderskan
demotorbeschadigdraken.
Schuimelementenpapierelement
installeren
1.Schuifhetschuimelementvoorzichtigophet
papierelement(Figuur34).
2.Schuifhetcompletelterophetlangedraadeind.
3.Draaivervolgenshetdekselmoermetdehand
vasttegenhetdekselaan(Figuur34).
Opmerking:Derubberenafdichtingmoetvlak
tegendebodemvanhetluchtlterenhetdeksel
aanliggen.
4.Monteerhetluchtlterdekselendeknop(Figuur
34).
5.Klapdestoelterugenvergrendeldeze.
Figuur35
1.Schuimelement2.Olie
5.Knijpinhetlteromdeolieteverdelen.
Motoroliepeilcontroleren
Decarterinhoudis2,0litermetlter.
Gebruikhoogwaardigemotoroliediemoet
beantwoordenaandevolgendespecicaties:
•VereisteonderhoudsclassicatievanAPI:SJ,JK,
SLofhoger.
g001981
•Aanbevolenolie:SAE10W30(boven-18°C)
•Alternatieveolie:SAE5W30(beneden0°C)
ToroPremiummotorolieisverkrijgbaarbijuwdealer
meteenviscositeitvan10W-30of5W-30.Ziede
Onderdelencatalogusvoordeonderdeelnummers.
47

Motoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Omde400bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij
dekortsteperiodeaan)
Hetcartervandemotorisindefabriekgevuldmet
olie.Desondanksdientuhetoliepeiltecontroleren
voordatudemotorvoordeeerstekeerstarten
daarnanogeens.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Verwijderdepeilstokenveegdezeafmeteen
schonedoek(Figuur37).Steekdepeilstokin
debuis.Leteropdatdepeilstokervolledigin
schuift.Haaldepeilstokeruitencontroleerhet
oliepeil.
VOORZICHTIG
Deonderdelenonderdestoelzullenheet
zijnalsdespuitmachineingebruikis
geweest.Ukuntzichverbrandenalsu
heteonderdelenaanraakt.
Laatdemachineafkoelenvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoertof
onderdelenonderdemotorkapaanraakt.
4.Plaatseenopvangbakonderdeaftapplug.
5.Verwijderdeaftapplug(Figuur38).
Figuur37
1.Dopvanvulbuis2.Peilstok
3.Alshetoliepeiltelaagis,moetudevuldop
losmakenvanhetklepdeksel(Figuur37)en
voldoendeoliebijvullentotdathetpeilde
Vol-markeringopdepeilstokbereikt.Vuldeolie
langzaambijencontroleerdaarbijveelvuldighet
peil.Niettevolvullen.
4.Plaatsdepeilstokweerstevigopzijnplaats.
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50
bedrijfsuren—Demotorolie
verversen.
Omde100bedrijfsuren—Demotorolie
verversen(vakerwanneerdemotoronder
zwarebelastingofbijhogetemperaturenmoet
werken).
1.Startdemotorenlaatdeze5minutenlopen.
Warmeoliekanbeterwordenafgetapt.
2.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking,schakelde
spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet
sleuteltje.
3.Maakdevergrendelingopdeachterzijdevande
bestuurdersstoellosenklapdezenaarvoren.
g023037
g023045
Figuur38
1.Olielter2.Olieaftapplug
6.Alsalleolieisafgetapt,plaatstudeaftapplug
terugenzetudezevastmet13,6N·m.
7.Geefdeoudeolieafbijeenerkend
inzamelcentrum.
8.Gietca.80%vandegespeciceerde
hoeveelheidolielangzaamindevulbuis(Figuur
37).
9.Controleerhetoliepeil.
10.Gietlangzaamextraoliebijtotdathetoliepeilde
VOL-markeringopdepeilstokbereikt.
Belangrijk:Hetcarternooittevolvullen
metolie.Hierdoorkandemotorworden
beschadigd.
Hetmotorolieltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
1.Laatdeolieuitdemotorlopen;raadpleeg
Motorolieverversen(bladz.48),stap1tot7.
2.Verwijderhetolielter(Figuur38).
3.Veeghetoppervlakvandepakkingvoorhet
ltertussenstukschoon.
48

4.Smeereendunlaagjeschoneolieopde
rubberenpakkingvanhetnieuwelter.
5.Plaatshetnieuwelterophetltertussenstuk.
Draaihetolielterrechtsomtotdatderubberen
pakkingcontactmaaktmethetltertussenstuk.
Draaihetltervervolgensnogeens½slag
(Figuur38).
6.Vulhetcartermethetjuistetypenieuweolie;
zieMotorolieverversen(bladz.48),stappen8
totenmet10.
7.Hetgebruikteolielterafgevenbijeenerkende
inzamelplaats.
Bougiesvervangen
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren
g001985
Figuur39
1.Bougiekabel2.Bougie
Type:ChampionRC-12YC(ofequivalenttype)
Elektrodenafstand:0,76mm
Controleerofdeelektrodenafstandcorrectisvoordatu
debougiesmonteert.Gebruikeenbougiesleutelvoor
het(de)monterenvandebougieseneenvoelermaat
voorhetmetenenafstellenvandeelektrodenafstand.
Bougiesverwijderen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking,schakelde
spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet
sleuteltje.
2.Maakdevergrendelingopdeachterzijdevande
bestuurdersstoellosenklapdezenaarvoren.
3.Maakdekabelslosvandebougies(Figuur39).
4.Maakdeomgevingvandebougieschoonom
tevoorkomendatervuilindemotorkomt,wat
beschadigingkanveroorzaken.
5.Verwijderdebougiesendemetalen
pakkingringen.
Bougiescontroleren
1.Bekijkdebinnenkantvandebougies(Figuur
40).
Opmerking:Alsdeisolatorlichtbruinofgrijs
is,werktdemotornaarbehoren.Eenzwarte
laagopdeisolatorduidtmeestalopeenvuil
luchtlter.
Belangrijk:Bougiesnooitschoonmaken.
Bougiesaltijdvervangenbijeenzwartelaag
opdebougie,versletenelektroden,een
vettigelaagopdebougieofscheuren.
2.Controleerdeafstandtussendecentrale
elektrodeendemassa-elektrode(Figuur40)en
verbuigdemassa-elektrodealsdeafstandniet
correctis.
Figuur40
1.Centraleelektrodemet
isolator
2.Massa-elektrode
3.Elektrodenafstand(nietop
Bougiesmonteren
1.Monteerdebougiesendemetalen
pakkingringen.
2.Haaldebougiesaanmet24,4tot29,8N·m.
49
g000533
schaalweergegeven)

3.Drukdebougiekabelsopdebougies(Figuur39).
4.Klapdestoelterugenvergrendeldeze.
Onderhoud
brandstofsysteem
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Brandstofltervervangen.
Omde400bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij
dekortsteperiodeaan)—Brandstoeidingen
controleren.
1.Steldeparkeerreminwerking,schakelde
pompuit,zetdemotorafenverwijderhet
contactsleuteltje.
2.Maakdevergrendelingopdeachterzijdevande
bestuurdersstoellosenklapdezenaarvoren.
3.Klemdeslangenafaanbeidezijdenvanhet
brandstoflteromtevoorkomendaterbenzine
uitdeslangenstroomtalsuhetlterverwijdert.
4.Plaatseenopvangbakonderhetlter.
5.Drukdeuiteindenvandeslangklemmennaar
elkaartoeenschuifzewegvanhetlter(Figuur
41).
6.Trekhetlteruitdebrandstofslangen.
Figuur41
1.Slangklem
2.Brandstofslang
7.Monteereennieuwlterenschuifde
slangklemmenterugtotdichtbijhetlter.
Zorgervoordatdepijlvoordestroomrichting
naardemotorwijst.
3.Filter
4.Pijlvoorstroomrichting
g001986
50

Onderhouduitvoerenaan
Brandstofaftappenuitde
devandekoolstofhouder
Hetluchtltervoorde
koolstofhouderinspecteren
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50bedrijfsuren
Omde200bedrijfsuren
Inspecteerdeopeningonderaanhetluchtltervoorde
koolstofhouderenzorgervoordatdezevrijisvanvuil
enverstopping(Figuur42).
brandstoftank
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
Alshetbrandstofsysteemvervuildraaktofalsude
machinevoorlangeretijdwiltstallen,moetude
brandstoftankaftappenenreinigen.Gebruikverse,
schonebrandstofomdetankuittespoelen.
1.Brengdebrandstofmeteensifonpompover
vanuitdetanknaareengoedgekeurdvatofblik
ofverwijderdetankvandemachineengietde
brandstofvanuitdetankoverinhetvatofblik.
Opmerking:Alsudebrandstoftankverwijdert,
moetueerstdebrandstof-enretourslangenvan
detanklosmaken.
2.Vervanghetbrandstoflter;zieBrandstoflter
vervangen(bladz.50).
3.Spoeldebrandstoftankindiennodigommet
verse,schonebrandstof.
4.Plaatsdetankterugalsudezehebtverwijderd.
Figuur42
1.Openingvanluchtlter4.Koolstofhouder
2.Koolstofhouderlter5.Brandstoftank
3.Slang
Hetltervandekoolstofhouder
vervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50bedrijfsuren
Omde200bedrijfsuren
1.Verwijderdegeribdeaansluitingvanhet
koolstofhouderltervandeslangonderaande
koolstofhouder.Verwijderhetlter(Figuur42).
5.Vuldebrandstoftankmetverse,schone
brandstof.
g033149
Opmerking:Gooihetoudelterweg.
2.Steekdegeribdeaansluitingvanhetnieuwe
koolstofhouderlterhelemaalindeslang
onderaandekoolstofhouder.
51

Onderhoudelektrisch
systeem
Dezekeringenzoeken
Erzijn2zekeringenen1legesleufinhet
elektrischesysteem.Dezebevindenzichonderde
bestuurdersstoel(Figuur43).
Figuur43
1.Accu2.Zekeringhouders
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdworden
verbonden,kanditschadeaande
spuitmachineendekabelstotgevolg
hebbenenvonkenveroorzaken.
Hierdoorkunnenaccugassentot
ontplofngkomenenlichamelijkletsel
veroorzaken.
•Maakaltijdeerstdeminkabel(zwart)
vandeacculosvoordatudepluskabel
(rood)losmaakt.
•Sluitaltijddepluskabel(rood)van
deaccuaanvoordatudeminkabel
(zwart)aansluit.
WAARSCHUWING
Accupolenofmetalengereedschappen
kunnenkortsluitingmakenmetmetalen
g023046
onderdelenvandemachine,waardoor
vonkenkunnenontstaan.Hierdoor
kunnenaccugassentotontplofng
komenenlichamelijkletselveroorzaken.
Onderhoudvandeaccu
Belangrijk:Startdemachinenietmetstartkabels
ofaccuklemmen.
Houddeaccualtijdschoonenvollediggeladen.
Gebruikeentissueomdeaccuendeaccubakschoon
temaken.Alsdeaccupolenzijngeoxideerd,moetu
dezeschoonmakenmeteenoplossingvanvierdelen
waterenééndeelzuiveringszout.Brengeenlaagje
vetopdeaccupolenaanomcorrosietevoorkomen.
Accuspanning:12V ,280A,koudestartbij-18°C
Accuverwijderen
1.Plaatsdespuitmachineopeenhorizontaal
oppervlak,steldeparkeerreminwerking,
schakeldespuitpompuit,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2.Deaccubevindtzichaanderechterzijdevande
machine,achterdepomp(Figuur43).
3.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool.
•Zorgervoordatbijhetverwijderenof
installerenvandeaccudeaccupolen
nietinaanrakingkomenmetmetalen
onderdelenvandemachine.
•Voorkomdatmetalengereedschappen
kortsluitingveroorzakentussende
accupolenenmetalenonderdelenvan
demachine.
•Zorgervoordatdeaccuhouderaltijd
opzijnplaatszitomdeaccute
beschermenenvasttezetten.
4.Maakdepluskabel(rood)losvandeaccupool.
5.Verwijderdeaccuhouderenbevestigingen
(Figuur43).
6.Verwijderdeaccu.
Accumonteren
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsu-
ren—Controleerdeaansluitingen
vandeaccukabels.
1.Plaatsdeaccuindeaccubakenzorgervoordat
deaccupolennaardevoorzijdevandemachine
wijzen.
2.Monteerdeaccuhouderenzetdezevastmet
debevestigingendieueerderhebtverwijderd
(Figuur43).
52

Belangrijk:Zorgervoordatdeaccuhouder
altijdopzijnplaatszitomdeaccute
beschermenenvasttezetten.
3.Sluitdepluskabel(rood)aanopdepluspool
(+)vandeaccuendeminkabel(zwart)op
deminpool(–)vandeaccumetbehulpvan
deboutenendevleugelmoeren.Schuifhet
rubberenkapjeoverdepluspoolvandeaccu
heen.
4.Monteerhetaccudekselenzetditgoedvastmet
de2knoppen(Figuur43).
Zuurpeilcontroleren
overanderedelenvandemachine.Dit
kanernstigecorrosieenbeschadiging
veroorzaken.
Accuopladen
WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassen
dietotontplofngkunnenkomen.
Rooknooitindebuurtvandeaccuenzorg
ervoordatergeenvonkenofvlammenvlakbij
deaccukomen.
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren
Opmerking:Alsdemachineisgestald,moethet
zuurpeilvandebatterijomde30dagenworden
gecontroleerd.
1.Draaideknoppenaanbeidezijdenvande
accubaklosenverwijderhetaccudeksel(Figuur
43).
2.Verwijderdevuldoppen.Alshetzuurpeil
benedendevulmarkeringstaat,moetubijvullen
metdevereistehoeveelheidgedistilleerdwater;
zieAccubijvullenmetwater(bladz.53).
GEVAAR
Accuzuurbevatzwavelzuur;ditiseen
dodelijkgifdaternstigebrandwonden
veroorzaakt.
•Voorkomdatuaccuzuurinslikt,en
vermijdelkcontactmethuid,ogenof
kleding.Draageenveiligheidsbrilen
rubberhandschoenenomuwogenen
handentebeschermen.
•Vuldeaccualleenbijopplaatsen
waarschoonwateraanwezigisom
indiennodiguwhuidaftespoelen.
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijd
vollediggeladenis(soortelijkgewicht1.260).Dit
isvooralbelangrijkombeschadigingvandeaccu
tevoorkomenbijtemperaturenonder0°C.
1.Verwijderdeaccuvanhetchassis;zieAccu
verwijderen(bladz.52).
2.Controleerhetpeilvanhetaccuzuur;zie
Zuurpeilcontroleren(bladz.53).
3.Sluiteenacculadervan3tot4Aaanopde
accupolen.Laaddeaccuopgedurende4tot
8uurbij3-4A(12V).
Belangrijk:Deaccunietteveropladen.
4.Monteerdeaccuinhetchassis;zieAccu
monteren(bladz.52).
Opslagvandeaccu
Alsudemachinelangerdan30dagengaatopslaan,
moetudeaccuverwijderenenvolledigopladen.U
moetdeaccuapartopslaanofinhetvoertuiglaten
zitten.Deaccukabelsmogennietaangeslotenzijn
opdeaccualsudezeinhetvoertuiglaatzitten.Sla
deaccuopineenkoeleomgevingomtevoorkomen
datdebatterijsnelontlaadt.Omtevoorkomendatde
accubevriest,moetdezevolledigzijnopgeladen.
Accubijvullenmetwater
Ukuntdeaccuhetbestbijvullenmetgedistilleerd
watervoordatudemachinegaatgebruiken.Het
watervermengtzichdangoedmethetaccuzuur.
1.Maakdebovenkantvandeaccuschoonmet
eentissue.
2.Verwijderdevuldoppenvandeaccuengiet
langzaamgedistilleerdwaterinelkeceltotdat
hetpeiltotaandeVol-streepstaat.Plaatsde
vuldoppenterug.
Belangrijk:Laatdeaccuniettevolworden.
Erzaldanaccuzuurnaarbuitenstromen
53

Onderhoud
aandrijfsysteem
Dewielenenbanden
controleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks—De
bandenspanningcontroleren.
Nadeeerste8bedrijfsuren—Draaide
wielmoerenaan.
Omde100bedrijfsuren—Draaidewielmoeren
aan.
Omde100bedrijfsuren—Conditieenafslijting
vandebandencontroleren.
Umoetdebandenspanningomde8bedrijfsurenof
dagelijkscontrolerenomerzekervantezijndatdeze
correctis.Brengdebandenopeenspanningvan
1,38bar.Controleerdebandenookopslijtageof
schade.
Controleernadeeerste8bedrijfsurenendaarna
omde100bedrijfsurenofdewielenstevigzijn
gemonteerd.Draaideboutenenmoerenvastmet
102tot108N·m.
Umoetdebandenminstensomde100bedrijfsuren
controleren.Ongelukkentijdenswerkzaamheden,
zoalseenbotsingtegeneentrottoirrand,kunnen
eenbandofeenvelgbeschadigenentevensde
wieluitlijningverstoren.Daarommoetunaeen
ongelukdetoestandvandebandencontroleren.
Dekabelvande
differentieelvergrendeling
afstellen
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren
Figuur44
1.Kabeldifferentieelvergrendeling
2.Transaxlebeugel
3.Steldecontramoerenzoafdatereenopening
van0,25tot1,5mmontstaattussende
veerhaakendebuitenkantvanhetgatinde
transaxlehendel.
4.Draaidecontramoerenvastalsuklaarbent.
3.Veer
4.Openingvan0,25tot
1,5mm
Toespoorvanvoorwielen
afstellen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
Hettoespoormoet0tot6mmzijn.
1.Vuldetankmetongeveer331literwater.
2.Controleerdebandenenbrengzeopspanning;
zieBandenspanningcontroleren(bladz.25).
g002425
1.Zetdehendelvandedifferentieelvergrendeling
opUIT.
2.Draaidecontramoerenloswaarmeedekabel
vandedifferentieelvergrendelingvastzitaande
beugelopdetransaxle(Figuur44).
3.Umoetdespuitmachineeenpaarkeernaar
vorenenachterenlatenrijdenomdeA-armen
teontspannen;daarnamoetudemachine
minstens3mvooruitlatenrijden.
4.Meetterhoogtevandeasdeafstandtussende
voorwielenaandevoorkantendeachterkant
vandewielen(Figuur45).
Opmerking:Uheefteenhulpmiddelof
uitlijnmaatnodigomdeafstandaande
achterkantvandevoorwielenterhoogtevande
astemeten.Gebruikditookomdeafstandaan
devoorkantvandevoorwielenterhoogtevan
deastemeten(Figuur45).
54

Devoorkantvandewielenmoet0tot6mm
dichterbijstaandandeachterkantvande
voorwielen.
Figuur45
Onderhoudenremmen
Remvloeistofpeil
controleren
Hetreservoirvoorderemvloeistofisindefabriek
gevuldmetDOT3-remvloeistof.Controleerelkedag
hetremvloeistofpeilvoordatudemotorstart.
g002006
1.Hart-op-hart-afstand–
achterkantwielen
2.Hart-op-hart-afstand–
voorkantwielen
3.Middellijnvanas6.15cm
5.Alsdezeafstandbuitenhetgespeciceerde
bereikvalt,moetudecontramoerenaanbeide
uiteindenvandetrekstangenlosdraaien(Figuur
46).
1.Contramoer2.Spoorstang
4.Spanklem
5.Afstandmiddellijnvanas
Figuur46
g023047
Figuur47
1.Reservoirvoorremvloeistof
1.Parkeerdespuitmachineopeenhorizontaal
oppervlak,steldeparkeerreminwerking,
schakeldepompuit,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltjeuithetcontact.
2.HetvloeistofpeilmoettotaandeVOL-markering
ophetreservoirstaan.
3.Alshetvloeistofpeiltelaagis,moetude
g002007
omgevingvandedopvanhetreservoirreinigen,
dedopverwijderenenhetreservoirvullentot
hetcorrecteniveau.Niettevolvullen.
6.Draaiaanbeidespoorstangenomdevoorzijde
vanhetwielnaarbinnenofnaarbuitente
draaien.
Opmerking:Despoorstangenmoeten
dezelfdelengtehebben.
7.Draaidecontramoerenvandespoorstangweer
vastalsdeafstellingcorrectis.
8.Zorgervoordathetstuurinbeiderichtingen
volledigkanuitslaan.
Deremmencontroleren
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
Deremmenzijnvanessentieelbelangvooreenveilig
gebruikvandespuitmachine.Deremmenwordenals
volgtgecontroleerd:
•Deremschoenenopslijtageofbeschadigingen
controleren.Alsdediktevanderemvoering
(remblok)minderdan1,6mmis,moetende
remschoenenwordenvervangen.
•Deankerplaatenandereonderdelencontroleren
optekenenvanovermatigeslijtageofvervorming.
Alseenonderdeelisvervormd,moetditdooreen
geschiktonderdeelwordenvervangen.
55

Parkeerremafstellen
Onderhoudhydraulisch
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren—De
parkeerremcontroleren.
1.Verwijderdeplastichandgreep.
2.Draaidestelschroefloswaarmeedeknopis
bevestigdaandeparkeerremhendel(Figuur48).
Figuur48
1.Parkeerremhendel
3.Draaiaandeknoptotdateenkrachtvan18tot
23kgnodigisomdehendeltebedienen.
systeem
Transaxle-olie/Hydraulischevloeistofcontroleren
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren
1.Plaatsdespuitmachineopeenhorizontaal
oppervlak,steldeparkeerreminwerking,
schakeldespuitpompuit,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2.Verwijderdepeilstokenveegdezeafmeteen
schonedoek(Figuur49).
g023036
4.Draaidestelschroefvast.
g002002
Figuur49
1.Peilstok2.Vulopening
Belangrijk:Zorgervoordatergeenvuil
ofandereverontreinigendestoffeninde
openingkomenalsudeoliecontroleert.
3.Steekdepeilstokindebuis.Leteropdatde
peilstokervollediginschuift.Haaldepeilstok
eruitencontroleerhetoliepeil.
4.Hetpeilvandetransaxle-oliemoettotaande
bovenkantvanhetplattedeelvandepeilstok
staan.Alsditniethetgevalis,moetuhet
reservoirmetdegeschikteolievullen;zie
Transaxle-olie/Hydraulischevloeistofverversen
(bladz.57).
5.Plaatsdepeilstokweerstevigopzijnplaats.
56

Transaxle-olie/Hydraulischevloeistofverversen
Onderhoudsinterval:Omde800bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
1.Parkeerdespuitmachineopeenhorizontaal
oppervlak,steldeparkeerreminwerking,
schakeldepompuit,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltjeuithetcontact.
2.Plaatseenopvangbakonderdeaftapplugvan
hetreservoir.
3.Verwijderdeaftappluguitdezijkantvanhet
reservoirenlaatdehydraulischevloeistofinde
opvangbaklopen(Figuur50).
6.Verwijderdezeefenreinigdezedoorhem
vanachterendoortespoelenmeteenschoon
ontvettingsmiddel.
7.Laatdezeefaandeluchtdrogen.
8.Plaatsdezeefalsdeoliewordtafgetapt.
9.Monteerdehydraulischeslangende90°tting
opdezeef.
10.Monteerdeaftapplugendraaidezevast.
11.Vulhetreservoirmetongeveer7literDexron
IIIA TF .
Belangrijk:Gebruikuitsluitendde
gespeciceerdehydraulischevloeistoffen.
Anderevloeistoffenkunnenschadeaanhet
systeemveroorzaken.
12.Startdemotorenlaatdespuitmachinerijden
zodatdevloeistofzichverspreidtdoorhet
hydraulischesysteem.
13.Controleerhetoliepeilenvulindiennodigoliebij.
Figuur50
1.Peilstokvanhet
hydraulischesysteem
4.Onthouddepositievandehydraulischeslang
ende90°ttingvoordezeef.
5.Verwijderdehydraulischeslangende90°tting
(Figuur51).
2.Aftapplug
Hydraulischlter
vervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde800bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij
g002003
dekortsteperiodeaan)
GebruiktervervangingeenT orolter
(Onderdeelnr.54-0110).
Belangrijk:Alseenanderlterwordtgebruikt,
kandegarantievanbepaaldeonderdelenkomen
tevervallen.
1.Parkeerdespuitmachineopeenhorizontaal
oppervlak,steldeparkeerreminwerking,
schakeldepompuit,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltjeuithetcontact.
2.Reinigdeomgevingvandeplaatswaarhetlter
wordtgemonteerd.
3.Plaatseenopvangbakonderhetlter.
4.Verwijderhetlter(Figuur52).
Figuur51
1.Hydraulischezeef3.Fittingvan90°
2.O-ring
g002004
57

Figuur52
1.Hydraulischelter
5.Smeerdenieuwelterpakking.
6.Zorgervoordatdeplaatswaarhetlterwordt
bevestigd,schoonis.
7.Schroefhetltereroptotdatdepakkingcontact
maaktmetdebevestigingsplaat;draaihetlter
vervolgensnogeenseenhalveslag.
8.Startdemotorenlaatdezeongeveer2minuten
lopenomluchtuithetsysteemteverwijderen.
9.Zetdemotorafencontroleerofhetpeilvan
dehydraulischevloeistofcorrectisenofhet
systeemlekt.
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdruk
ontsnapt,kandoordehuidheendringenen
letselveroorzaken.
•Controleerofallehydraulischeslangen
enleidingeningoedestaatverkeren
enallehydraulischeaansluitingenen
verbindingsstukkenstevigvastzitten
g204330
voordatudrukzetophethydraulische
systeem.
•Houdlichaamenhandenuitdebuurtvan
kleinelekgatenofspuitmondenwaaruit
onderhogedrukhydraulischevloeistof
ontsnapt.
•Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier.
•Hefalledrukinhethydraulische
systeemopveiligewijzeop,voordatu
werkzaamhedengaatverrichtenaanhet
hydraulischesysteem.
•Waarschuwonmiddellijkeenartsalser
hydraulischevloeistofisgeïnjecteerdinde
huid.Geïnjecteerdevloeistofmoetbinnen
enkeleurenoperatiefwordenverwijderd
dooreenarts.
Hydraulischeslangenen
leidingencontroleren
Controleerdagelijksdehydraulischeleidingenen
slangenoplekkages,kinken,loszittendesteunen,
slijtage,loszittendeaansluitingen,slijtagedoor
weersinvloedenendeinwerkingvanchemische
stoffen.Voerallenoodzakelijkereparatiesuitvoordat
udemachineweeringebruikneemt.
58

Onderhoudvanhet
Dezuigkorfvervangen
spuitsysteem
WAARSCHUWING
Chemischestoffendiewordengebruiktinhet
spuitsysteemkunnengevaarlijkengiftigvoor
degebruiker,omstanders,dieren,planten,de
bodemofeigendommenzijn.
•Umoetdewaarschuwingsetiketten
endeVeiligheidsinformatiebladen
voorallegebruiktechemischestoffen
zorgvuldiglezeneninachtnemenen
uzelfbeschermenvolgensdeinstructies
vandefabrikantvandechemische
stoffen.Draagbijvoorbeeldgeschikte
persoonlijkebeschermingsmiddelen
(PBM)zoalsgezichts-enoogbescherming,
handschoenenofanderevoorzieningenter
beschermingtegenlichamelijkcontactmet
chemischestoffen.
•Denkeraandatermeerderechemische
stoffenkunnenzijngebruikt,enzorg
ervoordatuinformatieoverelkestofkrijgt.
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren
Opmerking:Kiesdegewenstemaasgroottevande
zuigkorfvooruwtoepassing,zieEenzuigkorfkiezen
(bladz.37).
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking,schakelde
spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet
sleuteltje.
2.Verwijderbovenaandespuittankdeborgclip
waarmeedeslangttingbevestigdisaande
groteslangvandebehuizingvandezuigkorf
(Figuur53).
g033577
Figuur53
1.Zuigslang2.Borgclip
•Weigerdemachinetegebruikenof
tebedienenalsdezeinformatieniet
beschikbaaris.
•Voordatuonderhouduitvoertaaneen
spuitsysteemmoetditdriekeerzijn
gespoeldengeneutraliseerdvolgensde
instructiesvandefabrikant(en)vande
chemischestoffenenmoetenallekleppen
3cyclussenhebbendoorlopen.
•Controleerofervoldoendewaterenzeep
indebuurtis,enalsuincontactkomt
metchemischestoffen,moetudeze
onmiddellijkafspoelen.
Deslangencontroleren
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsu-
ren—Controlerenofalleslangen
enaansluitingeningoedestaat
verkerenengoedzijnbevestigd.
Controleeralleslangenvanhetspuitsysteemop
scheuren,lekkenofandereschade.Controleer
tegelijkertijddeaansluitingenenttingenop
soortgelijkeschade.Vervangversletenof
beschadigdeslangenenttings.
3.Verwijderdeslangendeslangttingvande
behuizingvandezuigkorf(Figuur53).
4.Verwijderdeoudezuigkorfuitdebehuizinginde
tank(Figuur54).
Opmerking:Gooihetoudelterweg.
g033578
Figuur54
1.Schermklep2.Zuigkorf
5.Monteerdenieuwezuigkorfindebehuizing.
Opmerking:Verzekerdatdekorfgoedopzijn
plaatszit.
59

6.Lijndeslangendeslangttinguitmetde
behuizingvandekorfbovenaandetanken
bevestigdettingendebehuizingmetde
borgclipdieuverwijderdhebtinstap2.
8.Maakdebakhandmatigvastopdelterkop
(Figuur55).
9.Maakdeplugmetdehandvastopdebak
(Figuur55).
Hetdrukltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
zetdespuitpompaf,schakeldemotoruiten
verwijderhetsleuteltje.
2.Plaatseenopvangbakonderhetdruklter
(Figuur55).
Hetspuitdoplter
vervangen
Opmerking:Kiesdegewenstemaasgrootte
vanhetspuitdopltervooruwtoepassing,zieEen
spuitdoplterkiezen(optioneel)(bladz.39).
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking,schakelde
spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet
sleuteltje.
2.NeemdespuitdopuitdehouderFiguur56
Figuur55
1.Filterkop4.Bak
2.O-ring(bak)5.O-ring(aftapplug)
3.Filterelement
3.Draaideaftappluglinksomenneemzevande
bakvanhetdruklter(Figuur55).
6.Aftapplug
Opmerking:Laatdebakvolledigleeglopen.
4.Draaidebaklinksomenverwijderdezevande
lterkop(Figuur55).
5.Verwijderhetoudedruklterelement(Figuur55).
Opmerking:Gooihetoudelterweg.
6.ControleerdeO-ringvoordeaftapplug(inde
bak)endeO-ringvoordebak(indelterkop)op
schadeenslijtage(Figuur55).
Opmerking:Vervangbeschadigdeof
versletenO-ringenvoordeplug,debakofbeide.
7.Monteerhetnieuwedruklterelementinde
lterkop(Figuur55).
Opmerking:Zorgdathetlterelementstevig
indelterkopzit.
g033293
g209504
Figuur56
1.Spuitdophouder3.Spuitdop
2.Spuitdoplter
3.Verwijderhetoudespuitdoplter(Figuur56).
Opmerking:Gooihetoudelterweg.
4.Monteerhetnieuwespuitdoplter(Figuur56).
Opmerking:Verzekerdatdekorfgoedopzijn
plaatszit.
5.Monteerdespuitdopopdespuitdophouder
(Figuur56).
Depompcontroleren
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
60

aan)—Controleerdepompmembranenenvervangindiennodig(neem
contactopmeteenerkendeT oro
servicedealer).
Omde400bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij
dekortsteperiodeaan)—Controleerde
afsluitkleppenvandepompenvervangindien
nodig(neemcontactopmeteenerkendeToro
servicedealer).
Opmerking:Devolgendeonderdelenzijn
onderhevigaanslijtagedoorgebruik,tenzijdeze
gebrekenvertonen,envallennietonderdedekking
vandegarantieopdezemachine.
LaateenerkendeT oroservicedealerdevolgende
inwendigeonderdelenvandepompopschade
controleren:
•Pompmembranen
g022367
Figuur57
1.Nylonlagerbussen3.Bout
2.Draaipen
•Afsluitkleppenvanpomp
Vervangdezeonderdelenindiennoodzakelijk.
Denylondraaibussen
controleren
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking,schakelde
spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet
sleuteltje.
2.Zetdespuitbomenindespuitstanden
ondersteundespuitbomenmetsteunenof
hijsbandenenhijsvoorzieningen.
3.Alshetgewichtvandespuitboomis
ondersteund,verwijdertudeboutendemoer
waarmeededraaipenisbevestigdaande
spuitboom(Figuur57).
4.Verwijderdeboutenmoerwaarmeedraaipen
bevestigdis,enverwijderdepen(Figuur57).
5.Verwijderdespuitboomendedraaibeugelvan
hetmiddelsteframeombijdenylondraaibussen
tekunnenkomen.
6.Verwijderdedraaibussenvandevoor-en
achterkantvandedraaibeugelencontroleer
deze(Figuur57).
Opmerking:Vervangversletenofbeschadigde
bussen.
7.Smeereenbeetjeolieopdenylondraaibussen
enmonteerdezeweerindedraaibeugel(Figuur
57).
8.Plaatsdespuitboomendedraaibeugelinhet
middelsteframeenlijndegatenuit(Figuur57).
9.Plaatsdedraaipenenzetdezevastmetdebout
endemoerdieuinstap4verwijderdhebt.
10.Herhaalstap2totenmet9voordeandere
buitenstespuitboom.
Instellingvande
spuitbomenophoogte
Volgdeonderstaandeprocedureomdespuitbomen
linksenrechtsophoogte(horizontaal)intestellen,
alszeindespuitstandstaan.
1.Klapdespuitbomenindespuitstand.
2.Verwijderdeborgpenvandedraaipen(Figuur
58).
61

Figuur58
1.Actuator4.Borgpen
2.Actuatorstang5.Pen
3.Behuizingvandraaipen
vanspuitboom
3.Tildespuitboomopenverwijderdepen(Figuur
58),enlaatdespuitboomlangzaamopdegrond
zakken.
4.Controleerdepenopbeschadigingenen
vervangdezeindienditnodigis.
5.Zeteenmoersleutelopdeplattekantenvande
actuatorstangomdezeteimmobiliserenenzet
vervolgensdecontramoerloszodatdestang
methetoogkanwordenbewogen(Figuur59).
g013780
1.Plattekantopde
actuatorstang
2.Contramoer6.Standvanringvoor
3.Ring
4.Contramoerlos
Figuur59
5.Ringaangepast
montage
7.Contramoervastgedraaid
omnieuwepositiete
vergrendelen
g014220
6.Draaideoogstangindeactuatorstangomde
uitstekendeactuatorteverkortenofteverlengen
totdegewenstestand(Figuur59).
Opmerking:Draaidestangmethetoogin
halveofvolledigeslagenzodatudestangaan
despuitboomkuntmonteren.
7.Zodradegewenstepositieisbereikt,bevestigtu
decontramoeromdeactuatorendeoogstang
vasttezetten.
8.Hefdespuitboomopzodathetdraaipuntende
actuatorstangzichineenlijnbevinden.
9.Houddespuitboomvastensteekdepen
doorhetdraaipuntvandespuitboomende
actuatorstang(Figuur58).
10.Alsdepenopzijnplaatsis,laatudespuitboom
losenzetudepenvastmetdeborgpendieu
eerderhebtverwijderd.
11.Herhaaldezeprocedureindiennodigbijalle
anderelagersvandeactuatorstang.
62

Reiniging
7.Gebruiklichteluchtdruk(0,34bar)omervoorte
zorgendatdeturbinevrijdraait.
Devloeistofstroommeter
reinigen
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)(vakerbijgebruikvanbevochtigbaarpoeder).
1.Hetvolledigespuitsysteemgrondiguitspoelen
enaftappen.
2.Verwijderdevloeistofstroommeterenspoel
dezeafmetschoonwater.
3.Verwijderdeborgringaandestroomopwaartse
kant(Figuur60).
Opmerking:Alsdeturbinenietvrijdraait,geef
dandezeskantigepalaandeonderkantvande
turbinenaaf1/16draaitotdeturbinevrijdraait.
Dekleppenvande
spuitmachinereinigen
•Reinigderegelklepvoordegebruiksdosisaande
handvandevolgendehoofdstukken:
1.Deklepactuatorverwijderen(bladz.64)
2.Deverdelerklepvoordegebruiksdosis
verwijderen(bladz.64)
3.Deverdelerklepreinigen(bladz.68)
4.Deverdelerklepmonteren(bladz.69)
5.Deverdelerklepvoordegebruiksdosis
plaatsen(bladz.70)
6.Deklepactuatorplaatsen(bladz.73)
•Reinigdemengklepaandehandvandevolgende
hoofdstukken:
Figuur60
1.Flens(behuizingvan
vloeistofstroommeter)
2.Stroomafwaartsenaaf
(metspiebaannaar
boven)
3.Borgring9.Draadboomklem
4.Stroomafwaartsgerichte
pijl
5.Stroomopwaarts11.Sensorconstructie
6.Rotor/magneet
4.Reinigdeturbineendeturbinenaafom
metaalvijlselenbevochtigbaarpoederte
verwijderen.
5.Controleerdeturbinebladenopslijtage.
7.Stroomopwaartsenaafen
lager(metspiebaannaar
boven)
8.Turbinepal
10.Flenskopschroef
1.Deklepactuatorverwijderen(bladz.64)
2.Demengverdelerklepverwijderen(bladz.
65)
3.Deverdelerklepreinigen(bladz.68)
g012934
4.Deverdelerklepmonteren(bladz.69)
5.Demengverdelerklepmonteren(bladz.70)
6.Deklepactuatorplaatsen(bladz.73)
•Reinigdehoofdklepvandespuitbomenaande
handvandevolgendehoofdstukken:
1.Deklepactuatorverwijderen(bladz.64)
2.Deverdelervoordehoofdklepvande
spuitbomenverwijderen(bladz.66)
3.Deverdelerklepreinigen(bladz.68)
4.Deverdelerklepmonteren(bladz.69)
5.Deverdelervoordehoofdklepvande
spuitbomenmonteren(bladz.71)
6.Deklepactuatorplaatsen(bladz.73)
•Reinigde3spuitboomkleppenaandehandvan
devolgendehoofdstukken:
Opmerking:Houddeturbineinuwhanden
laatdezedraaien.Deturbinemoetvrijkunnen
draaienenmagnietteveelaanlopen.Alsde
turbinenietvrijdraaitofergaanloopt,moetu
dezevervangen.
6.Monteerdevloeistofstroommeter.
1.Deklepactuatorverwijderen(bladz.64)
2.Despuitboomverdelerklepverwijderen
(bladz.66)
3.Deverdelerklepreinigen(bladz.68)
4.Deverdelerklepmonteren(bladz.69)
63

5.Despuitboomverdelerklepplaatsen(bladz.
72)
6.Deklepactuatorplaatsen(bladz.73)
Deklepactuatorverwijderen
1.Plaatsdespuitmachineopeenhorizontaal
oppervlak,steldeparkeerreminwerking,
schakeldepompuit,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2.Maakdestekkermet3pennenvande
klepactuatorlosvandeelektrischeconnector
met3contactenvandekabelboomvande
spuitmachine.
3.Verwijderdeborgclipwaarmeedeactuator
bevestigdisaandeverdelerklepvoorde
gebruiksdosis,demengklep,dehoofdklepofde
klepvandespuitboom(Figuur61).
Opmerking:Knijpde2pennenvandeborgclip
samenterwijluhemnaarbenedendrukt.
Opmerking:Bewaardeactuatorende
borgclipomdezelatertemontereninDe
klepactuatorplaatsen(bladz.73).
Opmerking:Bewaardeklem(men)en
pakking(en)voormontageinDeverdelerklep
voordegebruiksdosisplaatsen(bladz.70).
g033304
Figuur62
Figuur61
Actuatorvanspuitboomklepgetoond(demengklepis
vergelijkbaar)
1.Klepactuator
(spuitboomklepgetoond)
2.Borgclip
3.Ventielopening
1.Flens(druklterkop)
2.Verdeler(regelklepvoor
gebruiksdosis)
3.Flens(mengklep)6.Connectormet3pennen
4.Klem
5.Pakking
(klepactuator–regelklep
voorgebruiksdosis)
2.Verwijderdeborgclipwaarmeedeuitgaande
ttingaandeverdelerklepvoordegebruiksdosis
isbevestigd(Figuur63).
g028237
4.Verwijderdeactuatoruitdeverdelerklep.
Deverdelerklepvoorde
gebruiksdosisverwijderen
1.Verwijderdeklemmenenpakkingenwaarmee
deverdelerklepvoordegebruiksdosisis
bevestigd(Figuur62).
64

Figuur63
g033313
1.Flenskopbout4.Borgclip
2.Klepbevestiging
3.Flensborgmoer6.Verdelerklep
5.Houder(uitgaandetting)
3.Verwijderde2enskopboutenen2
ensborgmoerenwaarmeederegelklep
voordegebruiksdosisisbevestigdaande
klepbevestigingenverwijderdeverdeleruitde
machine(Figuur63).
Opmerking:Maakindiennodigde
bevestigingsmaterialenvandedruklterkop
losomderegelklepvoordegebruiksdosis
gemakkelijkertekunnenverwijderen.
Demengverdelerklepverwijderen
1.Verwijderdeklemmenenpakkingenwaarmee
deverdelervoordemengklep(Figuur64)
bevestigdisaandemengomloopklep,de
regelklepvoordegebruiksdosis,dehoofdklep
vandespuitbomenendeadaptertting
(mengdosisklep).
Figuur64
1.Pakking
2.Flens(druklterkop)7.Houder(uitgaandetting)
3.Verdeler(mengklep)
4.Flens(omloopklep–
mengklep)
5.Flens(hoofdklepvan
spuitbomen)
6.Connectormet3pennen
(klepactuator–mengklep)
8.Borgclip
9.Klem
3.Verwijderdeenskopboutenensborgmoer
waarmeedemengklepisbevestigdaande
klepbevestigingenverwijderdeverdeleruitde
machine(Figuur65).
g033327
Opmerking:Bewaardeklem(men)
enpakking(en)voormontageinDe
mengverdelerklepmonteren(bladz.70).
2.Verwijderdeborgclipwaarmeedeuitgaande
ttingaandeverdelervoordemengklepis
bevestigd(Figuur64).
1.Flenskopbout3.Klepbevestiging
2.Verdeler(mengklep)
65
g033307
Figuur65
4.Flensborgmoer

Deverdelervoordehoofdklepvan
despuitbomenverwijderen
1.Verwijderdeklemmenenpakkingenwaarmee
deverdelervoordehoofdklepvandespuitboom
(Figuur66)isbevestigdaandeomloopklepvan
despuitboomhoofdschakelaar,demengklep
endeverdelervoordehoofdklepvande
spuitboom(aanhetuiteindevandeslangvoor
devloeistofmeter).
Opmerking:Bewaardeklem(men)en
pakking(en)voormontageinDeverdelervoor
dehoofdklepvandespuitbomenmonteren
(bladz.71).
2.Verwijderdeborgclipwaarmeedeuitgaande
ttingaandeverdelervoordehoofdklepvande
spuitboomisbevestigd(Figuur66).
1.Flenskopbout3.Klepbevestiging
2.Verdeler(hoofdklepvan
spuitbomen)
Despuitboomverdelerklep
verwijderen
g033309
Figuur67
4.Flensborgmoer
1.Pakking
2.Flens(omloop–hoofdklep
vanspuitboom)
3.Flens(mengklep)
4.Verdeler(hoofdklepvan
spuitbomen)
1.Verwijderdeklemmenenpakkingenwaarmee
deverdelervoordespuitboomklep(Figuur
68)bevestigdisaandeaangrenzende
spuitboomklep(indienlinkerspuitboomklepen
verloopkoppeling).
g033328
Figuur66
5.Connectormet3pennen
(klepactuator–hoofdklep
spuitboom)
6.Houder(uitgaandetting)
7.Borgclip
8.Klem
3.Verwijderdeenskopboutenensborgmoer
waarmeedehoofdklepvandespuitboomis
bevestigdaandeklepbevestigingenverwijder
deklepverdelervandemachine(Figuur67).
66

Figuur68
g028236
1.Flens(verloopkoppeling)
2.Verdeler(spuitboomklep)
3.Flens(aangrenzende
spuitboomklep)
4.Pakking
5.Flensklem
2.Verwijderdeborgclipswaarmeedeuitgaande
ttingisbevestigdaandeverdelerklepvan
despuitbomenendeborgclipswaarmeede
verdeleraandeomloopttingisbevestigd
(Figuur69).
Figuur69
1.Borgclip
2.Houder(omlooptting)
3.Houder(uitgaandetting)
4.Verdelerklep
3.Bijdekleppenvandelinker-en
rechterspuitbomen:verwijderdeenskopbouten
enensmoerenwaarmeedeklep/kleppen
vandespuitbomenopdeklepbevestigingzijn
gemonteerd,enverwijderdeklepverdeler(s)
vandemachine.Bijdeklepvandemiddelste
spuitboom:verwijderdespuitboomklepverdeler
vandemachine(Figuur70).
g028238
67

Figuur70
1.Omlooptting2.Spuitboomklepverdeler
Deverdelerklepreinigen
1.Plaatsdeafsluiterzodatdezeindegesloten
standstaat(Figuur71B).
g028243
Figuur72
g028239
1.Houdervanafsluiter7.O-steunring(0,676"x
2.Afsluiter
3.Ventielopening9.Behuizingvanverdeelstuk
4.Ventielhouder10.Kogelklep
5.Dopaansluiting11.Dopaansluiting
6.Afdichtringvoordop
(0,796"x0,139")
Mengklepverdeler
0,07")
8.Ringklepzitting
Figuur71
1.Klepopen2.Klepgesloten
2.Verwijderde2dopaansluitingenvande
uiteindenvandeverdelerbehuizing(Figuur72
enFiguur73).
g027562
68

Deverdelerklepmonteren
1.ControleerdestaatvandeO-ringenvande
uitgaandetting(alleenspuitboomklepverdeler),
deO-ringenvandedopafdichting,deO-ringen
vandeachterzittingendekogelzittingopschade
ofslijtage(Figuur72enFiguur73).
Opmerking:Vervangversletenofbeschadigde
O-ringenenzittingen.
2.Brengsmeerselaanopdeafsluiterensteek
dezeindezittingvandeafsluiter(Figuur72en
Figuur73).
3.Monteerdeafsluiterendezittingindeverdeler
enbevestigdeafsluiterendezittingmetde
houdervandeafsluiter(Figuur72enFiguur73).
4.ZorgdatdeO-ringvandeachterzittingende
kogelzittinguitgelijndzijnenophunplaatszitten
indedopaansluiting(Figuur72enFiguur73).
5.Brengdedopaansluitingaanopde
verdelerbehuizingtotdeensvande
g028240
Figuur73
Spuitboomklepverdeler
dopaansluitingcontactmaaktmetde
verdelerbehuizing(Figuur72enFiguur73).
Draaivervolgensdedopaansluitingnog⅛tot¼
slag.Draaidettingaantot225-282N·cm
1.Ventielzitting
2.Ventieleenheid
3.Ventielopening9.Kogelzitting
4.Houdervanafsluiter
5.O-ringvanuitgaande
aansluiting(0,737"x
0,103")
6.Koppeling(verdeler)
7.O-ringvandop(0,796"x
0,139")
8.O-steunring(0,676"x
0,07")
10.Behuizingvanverdeelstuk
11.Kogelklep
12.Koppelingseenheid
(verdeler)
3.Draaideafsluiterzodatdekogelindegeopende
standstaat(Figuur71A).
Opmerking:Wanneerdeafsluiterinhet
verlengdevandestroomindeklepligt,zalde
kogeleruitglijden.
4.Verwijderdehoudervandeafsluiteruitde
openingenindeventielopeningvandeverdeler
(Figuur72enFiguur73).
5.Neemdehoudervandeafsluiterendezitting
vandeafsluiteruitdeverdeler(Figuur72en
Figuur73).
Opmerking:Weesvoorzichtigzodatuhet
uiteindevandeaansluitingnietbeschadigt.
6.Steekdekogelindeklepbehuizing(Figuur74).
Opmerking:Deafsluitermoetinde
kogelopeningpassen.Alsdeafsluitererniet
inpast,dientudelocatievandekogelaante
passen(Figuur74).
g027565
Figuur74
6.Neemdeventieleenheiduitdeverdelerbehuizing
(Figuur72enFiguur73).
7.Reinigdebinnenkantvandeverdelerende
buitenkantvandekogelklep,deventieleenheid,
deborgclipendeeindsluitingen.
7.Draaideafsluiterspindel-eenheidzodatdeklep
geslotenis(Figuur71B)
8.Herhaalstap4en5voordeandere
dopaansluiting.
69

Deverdelerklepvoorde
gebruiksdosisplaatsen
1.Lijneenpakkinguittussendeenzenvan
deregelklepvoordegebruiksdosisende
druklterkop(Figuur75A).
Opmerking:Zetindiennodighet
bevestigingsmateriaalvoordedruklterkoplos
omspelingteverkrijgen.
4.Monteerdeverdelerklepvoordegebruiksdosis,
depakkingendemengklepverdelermeteen
ensklemendraaihandmatigvast(Figuur75A).
5.Monteerderegelklepvoordegebruiksdosisaan
deklepbevestigingmetde2enskopbouten
en2ensborgmoeren(Figuur75A)dieuhebt
verwijderdinstap3vanDeverdelerklepvoorde
gebruiksdosisverwijderen(bladz.64)endraai
demoerenboutvasttot10-12N·m.
6.Monteerdeuitgaandettingopde
koppelingttingonderaandeverdeler
voorderegelklepvoordegebruiksdosis(Figuur
75B).
7.Bevestigdekoppelingvandeuitgaandetting
dooreenborgclipindehoudervandeuitgaande
ttingtesteken(Figuur75B).
8.Alsuhetbevestigingsmateriaalhebtlosgezet
voordedruklterkop,dientudemoerenbout
aantedraaientot10-12N·m.
Demengverdelerklepmonteren
1.Borgmoer(¼")
2.Klepbevestiging
3.Flens
(mengklep)
4.Flenskopbout
(¼"x¾")
Figuur75
5.Pakking9.Koppeling
6.Flensklem10.Houder
7.Flens
(druklterkop)
8.Flens
(regelklepvoor
gebruiksdosis)
1.Lijndeensvandemengklepverdeleruitmet
1pakkingendeensvandemengomloopklep
(Figuur76A).
Opmerking:Maakindiennodighet
bevestigingsmateriaalvoordehoofdklepvande
spuitboomlosomspelingteverkrijgen.
g033311
(verdelerklep)
(uitgaande
tting)
11.Borgclip
2.Monteerdeverdelerklepvoordegebruiksdosis,
depakkingendedruklterkopmeteenensklem
endraaihandmatigvast(Figuur75A).
3.Lijndepakkinguittussendeenzenvan
deregelklepvoordegebruiksdosisende
mengklepverdeler(Figuur75A).
70

8.Bevestigdedopaansluitingaandeuitgaande
ttingdooreenborgclipindehoudervande
uitgaandettingteplaatsen(Figuur76C).
9.Monteerdemengklepopdeklepbevestigingmet
deenskopboutenensborgmoerdieuhebt
verwijderdinstap3vanDemengverdelerklep
verwijderen(bladz.65)endraaidemoeren
boutvastmet1017tot1243N∙cm
10.Alsuhetbevestigingsmateriaalvande
hoofdklepvandespuitboomhebtlosgedraaid,
dientudemoerenboutaantedraaienmet
1978tot2542N∙cm.
Deverdelervoordehoofdklepvan
despuitbomenmonteren
1.Lijndeensvandeverdelervoorde
hoofdklepvandespuitboomuitmet1pakking
endeensvandeomloopklepvande
spuitboomhoofdschakelaar(Figuur77A).
Figuur76
1.Flensklem7.Flensborgmoer
2.Pakking
3.Verdeler(mengklep)9.Flens(hoofdklepvan
4.Flens(verdeler–
mengomloopklep)
5.Flenskopbout
6.Klepbevestiging
8.Flens(regelklepvoor
gebruiksdosis)
spuitbomen)
10.Borgclip
11.Houder(uitgaandetting)
2.Monteerdemengomloopklep,depakkingende
mengklepverdelermeteenklemdiehandvast
isgezet(Figuur76A).
3.Lijndepakkinguittussendeenzenvan
deregelklepvoordegebruiksdosisende
mengklepverdeler(Figuur76B).
4.Monteerdepakkingendemengklepverdeler
meteenklemdiehandvastisgezet(Figuur
76B).
5.Lijndepakkinguittussendeenzenvande
mengklepverdelerendehoofdklepvande
spuitboom(Figuur76B).
6.Monteerdemengklepverdeler,depakkingende
hoofdklepvandespuitboommeteenklemdie
handvastisgezet(Figuur76B).
g033329
g033330
Figuur77
1.Flensklem6.Klepbevestiging
2.Pakking7.Flensborgmoer
3.Verdeler(hoofdklepvan
spuitbomen)
4.Flens(omloop–hoofdklep
vanspuitboom)
5.Flenskopbout
8.Flens(mengklep)
9.Borgclip
10.Houder(uitgaandetting)
7.Monteerdemengklepverdelerenhoudermet
eenklemdiehandvastisgezet(Figuur76C).
2.Monteerdeverdelervoordehoofdklepvande
spuitboom,depakkingendeomloopklepvan
71

despuitboomhoofdschakelaarmeteenklemdie
handvastisgezet(Figuur77A).
3.Lijndeensvandeverdelervoordehoofdklep
vandespuitboomuitmeteenpakkingende
mengklepverdeler(Figuur77B).
4.Monteerdeverdelervoordehoofdklepvande
spuitboom,depakkingendemengklepverdeler
meteenklemdiehandvastisgezet(Figuur77B)
5.Lijndeensvandeverdelervoordehoofdklep
vandespuitboomuitmeteenpakkingende
hoofdspuitboombehuizing(Figuur77B).
6.Monteerdeverdelervoordehoofdklepvan
despuitboomendehoudermeteenklemdie
handvastisgezet(Figuur77B).
7.Bevestigdedopaansluitingaandeuitgaande
ttingdooreenborgclipindeuitgaandetting
testeken(Figuur77B).
8.Monteerdemengklepopdeklepbevestiging
metdeenskopboutenensborgmoerdieu
hebtverwijderdinstap3vanDeverdelervoor
dehoofdklepvandespuitbomenverwijderen
(bladz.66)endraaidemoerenboutvastmet
1017tot1243N∙cm
Figuur78
1.Flens(verloopkoppeling)6.Houder(uitgaandetting)
2.Houder(omlooptting)
3.Omlooptting8.Flens(verdeler–
4.Flens(aangrenzende
verdeler–mengklep)
5.Dopaansluiting
(verdelerklep)
7.Borgclip
spuitboomklep)
9.Pakking
10.Flensklem
g028245
Despuitboomverdelerklep
plaatsen
1.Monteerdebovenstedopaansluitingvande
verdelerklepindeomlooptting(Figuur78A).
Opmerking:Zetindiennodighet
bevestigingsmateriaalvoordeomloopttinglos
omspelingteverkrijgen.
2.Bevestigdedopaansluitingaandeomlooptting
dooreenborgclipindehoudervande
omloopttingtebrengen(Figuur78A).
3.Monteerdeuitgaandettingopdeonderste
dopaansluitingvandeverdelerklep(Figuur78A).
4.Bevestigdedopaansluitingaandeuitgaande
ttingdooreenborgclipindehoudervande
uitgaandettingtebrengen(Figuur78A).
5.Lijndepakkinguittussendeenzenvande
verloopkoppelingendespuitboomklepverdeler
(Figuur78B).
6.Monteerdeverloopkoppeling,depakkingende
spuitboomklepverdelermeteenklemendraai
handmatigvast(Figuur78B).
7.Bijdemontagevande2spuitboomkleppen
uiterstlinksdientupakkinguittelijnen
tussendeenzenvande2aangrenzende
spuitboomklepverdelers(Figuur78B).
8.Monteerde2aangrenzendespuitboomklepverdelerseneenpakkingmeteenklemendraai
dezemetdehandvast(Figuur78B).
9.Bijdekleppenvandelinkerenrechter
spuitbomen:monteerdekleppenaande
klepbevestigingmetdeenskopbouten
ensborgmoerdieuhebtverwijderdinstap
3vanDespuitboomverdelerklepverwijderen
(bladz.66)endraaidemoerenenboutenaan
met10-12N·m.
72

10.Alsuhetbevestigingsmateriaalhebtlosgedraaid
voordeomlooptting,dientudemoerenbout
aantedraaientot10-12N·m.
Deklepactuatorplaatsen
1.Lijndeactuatoruitmetdeverdelerklep(Figuur
61).
2.Bevestigdeactuatorendeklepmetde
borgclipdieuhebtverwijderdinstap3vanDe
klepactuatorverwijderen(bladz.64).
3.Sluitdestekkermet3contactenvande
klepactuatorkabelboomaanopdeconnector
met3contactenvandekabelboomvande
spuitmachine.
Stalling
1.Plaatsdespuitmachineopeenhorizontaal
oppervlak,steldeparkeerreminwerking,
schakeldepompuit,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2.Verwijdervuilenvetvandegehelemachine,
inclusiefdebuitenkantvandecilinder,
dekoelribbenvandecilinderkopende
ventilatorbehuizing.
Belangrijk:Ukunthetvoertuigmeteenmild
reinigingsmiddelenwaterwassen.Doedit
nietmeteenhogedrukreiniger.Daardoorkan
hetelektrischesysteemwordenbeschadigd
ofnoodzakelijkvetopwrijvingspunten
wordenweggespoeld.Gebruiknietteveel
waterindebuurtvanhetbedieningspaneel,
deverlichting,demotorendeaccu.
3.Reinighetspuitsysteem;zieReiniging(bladz.
63).
4.Reinigdezuigersinhetklepstel;zieDekleppen
vandespuitmachinereinigen(bladz.63).
5.Behandelhetspuitsysteemalsvolgt:
A.Laatdeschoonwatertankleeglopen.
B.Laathetspuitsysteemzogrondigmogelijk
leeglopen.
C.Maakroestwerende,niet-alcohol-
gebaseerdeantivriesoplossingvoor
motorvoertuigenvolgensdeinstructiesvan
defabrikant.
D.Gietdeantivriesoplossingvoor
motorvoertuigenindeschoonwatertanken
hetspuitsysteem.
E.Laatdespuitpompeenpaarminutenlopen
zodatdeantivriesvoormotorvoertuigen
doorhetspuitsysteemeneventueel
gemonteerdespuitaccessoiresstroomt.
F.Laatdeschoonwatertankenhet
spuitsysteemzogrondigmogelijk
leeglopen.
6.Laatdebuitenstespuitbomenomhoogkomen
metbehulpvandehefschakelaarsvande
spuitbomen.Brengdespuitbomenomhoog
totdatzijzichgeheelkruiselingsoverelkaar
indetransportstandindetransporthouder
bevindenendespuitboomcilindersvolledigzijn
teruggetrokken.
Opmerking:Zorgervoordatdecilindersvan
despuitbomenvolledigzijnteruggetrokken
ombeschadigingvandeactuatorstangte
voorkomen.
7.Controleerderemmen;zieDeremmen
controleren(bladz.55).
73

8.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.46).
9.Smeerdespuitmachine;zieSmering(bladz.
45).
10.Verversdeolieinhetcarter;zieMotorolie
verversen(bladz.48).
11.Controleerdebandenspanning;zie
Bandenspanningcontroleren(bladz.25).
12.Wanneerhetvoertuiglangerdan30dagenniet
wordtgebruikt,moethetbrandstofsysteemals
volgtwordenvoorbereidopstalling:
A.Voegeenstabilizer/conditionerop
aardoliebasistoeaandebrandstofinde
tank.
Volgdemengvoorschriftenvandefabrikant
vandestabilizerop.Gebruikgeen
stabilisatoropalcoholbasis(ethanolof
methanol).
Opmerking:Stabilisator/conditionerwerkt
hetbestalshetmetversebenzinewordt
vermengdenaltijdwordtgebruikt.
B.Laatdemotorvijfminutenlopenom
destabilisator/conditionerdoorhet
brandstofsysteemteverspreiden.
C.Zetdemotoraf,laatdezeafkoelenenlaat
debenzineuitdetanklopen.
D.Motoropnieuwstartenenlatenlopentotdat
dezeafslaat.
E.Chokedemotor.
F.Startdemotoropnieuwtotdatdezeniet
meerstart.
17.Verwijderdeaccuuithetchassis,controleerhet
zuurpeilenlaaddeaccuvolledigop;zieAccu
verwijderen(bladz.52).
Opmerking:Umagdeaccukabelsniet
aansluitenopdeaccupolentijdensstalling.
Belangrijk:Deaccumoetvolledig
opgeladenzijnomtevoorkomendat
dezebevriestenbeschadigdraaktbij
temperaturenbeneden0°C.Eenvolledig
opgeladenaccukanongeveer50dagen
wordengestaldbijtemperaturenbeneden
4°Czondertussentijdstewordenopgeladen.
Bijtemperaturenboven4°Cmoetuomde
30dagenhetwaterpeilindeaccucontroleren
endeaccuopladen.
18.Controleerallebouten,schroevenenmoeren
endraaidezevast.Repareerofvervang
beschadigdedelen.
19.Controleerdeconditievanallespuitslangenen
vervangdezealszebeschadigdofversleten
zijn.
20.Draaialleslangaansluitingenvast.
21.Werkallekrassenenbeschadigingenvandelak
bij.Bijwerklakisverkrijgbaarbijeenerkende
servicedealer.
22.Staldemachineineenschone,drogegarageof
opslagruimte.
23.Verwijderhetcontactsleuteltjeenbewaarditop
eenveiligeplaatsbuitenhetbereikvankinderen.
24.Dekdemachineafomdezetebeschermenen
schoontehouden.
G.Umoetbrandstofopdejuistewijze
afvoeren.Verwerkdezevolgensde
plaatselijkgeldendevoorschriften.
Belangrijk:Brandstofwaaraan
stabilizer/conditioneristoegevoegd,niet
langerdan90dagenbewaren.
13.Verwijderdebougiesencontroleerhun
toestand;zieBougiesvervangen(bladz.49).
14.Nadatdebougiesuitdecilinderzijnverwijderd,
gietutweeeetlepelsmotorolieinde
bougie-opening.
15.Gebruikdeelektrischestartmotoromdemotorte
latendraaienenzodeolieoverdecilinderwand
teverspreiden.
16.Monteerdebougiesendraaizevastmethet
aanbevolenmoment;zieBougiesmonteren
(bladz.49).
Opmerking:Debougiekabelnietopde
bougie(s)drukken.
74

Problemen,oorzaakenremedie
Problemenmetdemotorendemachineverhelpen
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Destartmotorslaatnietaan.
Demotordraait,maarstartniet.
1.Deschakelhendelstaatin
deversnellingennietinde
NEUTRAALSTAND.
2.Deelektrischeaansluitingenzijn
gecorrodeerdofzittenlos.
3.Doorgebrandeoflossezekering.3.Zekeringgoedinzettenofvervangen.
4.Accuisleeg.
5.Hetveiligheidssysteemisdefect.
6.Eenstartmotorofstartmotorsolenoïde
isstuk.
7.Deinterneonderdelenvandemotor
zijnvastgelopen.
1.Debrandstoftankisleeg.1.Brandstoftankmetversebrandstof
2.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
3.Debrandstoeidingisverstopt.3.Brandstofsysteemreinigenof
4.Debougiekabelisnietaangesloten.4.Bougieaansluiten.
5.Eenbougieisbeschadigdofvuil.
6.Hetafbreekrelaisisnietbekrachtigd.
7.Deontstekingisdefect.
1.Hetrempedaalintrappenende
schakelhendelindeNEUTRAALSTAND
zetten.
2.Controlerenofdeelektrische
aansluitingengoedcontactmaken.
4.Accuopladenofvervangen.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
vullen.
2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
vervangen.
5.Bougievervangen.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demotorstart,maarblijftnietlopen.
Demotorloopt,maarkloptofhapert.
1.Deontluchtingvandebrandstoftank
wordtbelemmerd.
2.Vuilofwaterinhetbrandstofsysteem.2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
3.Hetbrandstoflterisverstopt.3.Brandstofltervervangen.
4.Doorgebrandeoflossezekering.4.Zekeringgoedinzettenofvervangen.
5.Debrandstofpompisdefect.
6.Decarburateurisdefect.
7.Lossekabelsofslechteaansluitingen.
8.Depakkingvandecilinderkopiskapot.8.Neemcontactopmeteenerkende
1.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
2.Eenbougiekabelzitlos.2.Kabelopbougieaansluiten.
3.
Eenbougieisdefect.
4.Lossekabelsofslechteaansluitingen.
5.Demotorraaktoververhit.5.Zieverder'Demotorraaktoververhit'.
1.Brandstoftankdopvervangen.
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
7.Dekabelaansluitingencontrolerenen
vastzetten.
servicedealer.
1.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
Bougievervangen.
3.
4.Dekabelaansluitingencontrolerenen
vastzetten.
75

ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Motorlooptnietstationair.
Demotorraaktoververhit.
1.Deontluchtingvandebrandstoftank
1.Brandstoftankdopvervangen.
wordtbelemmerd.
2.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
3.Eenbougieisbeschadigdofdefect.
4.Deleegloopkanalenvandecarburateur
zijnverstopt.
5.Deregelschroefvoorstationair
toerentalisonjuistafgesteld.
6.Debrandstofpompisdefect.
3.Bougievervangen.
4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
7.Lagecompressie.7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
8.Hetluchtlterelementisvuil.8.Elementreinigenofvervangen.
1.Verkeerdoliepeilinhetcarter .
1.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde
VOL-markeringbereikt.
2.Debelastingistegroot.2.Deladingverminderen;meteenlagere
snelheidrijden.
3.Deluchtinlaatroosterszijnvuil.3.Bijelkgebruikreinigen.
4.Dekoelribbenenluchtkanalenonder
4.Bijelkgebruikreinigen.
debehuizingvandemotorventilator
en/ofhetdraaiendeluchtinlaatrooster
zijnverstopt.
5.Hetbrandstofmengselisschraal.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demotorverliestvermogen.
Demachinetriltabnormaal.
Demachinerijdtingeenvanbeide
richtingenomdatdemotorvastlooptof
afslaat.
Demachinerijdtingeenvanbeide
richtingen.
1.Verkeerdoliepeilinhetcarter .
1.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde
VOL-markeringbereikt.
2.Hetluchtlterelementisvuil.2.Reinigenofvervangen.
3.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
3.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
4.Demotorisoververhit.4.ZieMotorraaktoververhit.
5.Eenbougieisbeschadigdofvuil.
6.Deventilatieopeningindeontluchting
5.Bougievervangen.
6.Brandstoftankdopvervangen.
vandebrandstoftankisverstopt.
7.Lagecompressie.7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Debevestigingsboutenvandemotor
zittenlos.
1.Debevestigingsboutenvandemotor
vastdraaien.
2.Eriseenprobleemmetdemotor.2.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Deparkeerremisinwerkingisgesteld.1.Zetdeparkeerremvrij.
1.Deschakelhendelinde
NEUTRAALSTANDzetten.
1.Hetrempedaalintrappenende
schakelhendelineenversnelling
zetten.
2.Deparkeerremisnietvrijgezetofde
parkeerremkomtnietvrij.
3.Detransmissieisdefect.
2.Deparkeerremvrijzettenofde
koppelingcontroleren.
3.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
4.Dekoppelingvandebediening
moetwordenafgesteldofworden
4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
vervangen.
Neemcontactopmeteenerkende
5.
Despievandeaandrijfstangofde
wielnaafisbeschadigd.
5.
servicedealer.
76

Problemenmethetspuitsysteemverhelpen
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Eenspuitboomwerktniet.
Eenspuitboomkannietworden
uitgeschakeld.
Eenklepvaneenspuitboomlekt.
Dedrukdaaltalsueenspuitboom
inschakelt.
1.Deelektrischeaansluitingopdeklep
vandespuitboomisvuiloflos.
2.Eenvandezekeringenisdoorgebrand.2.Dezekeringencontrolerenenindien
3.Erziteenslanggekneld.
4.Eenomloopleidingvandespuitboom
isverkeerdingesteld.
5.Erzijnspuitboomkleppenbeschadigd.5.Neemcontactopmeteenerkende
6.Hetelektrischesysteemisbeschadigd.6.Neemcontactopmeteenerkende
1.Deklepvandespuitboomis
beschadigd.
1.Eriseenafdichtingversletenof
beschadigd.
1.Deomloopleidingvandespuitboomis
verkeerdingesteld.
2.Erziteenverstoppingindeklepvan
despuitboom.
3.Eenltervaneenspuitdopis
beschadigdofverstopt.
1.Deklepmetdehanduitschakelen.
Deelektrischeconnectoropdeklep
losmakenenallekabelsreinigen;
daarnadeelektrischeconnector
aansluiten.
nodigvervangen.
3.Slangreparerenofvervangen.
4.Steldeomloopleidingvande
spuitboomjuistaf.
servicedealer.
servicedealer.
1.Demonteerdeklepvandespuitboom;
ziehethoofdstukDekleppenvande
spuitmachinereinigen.Controleeralle
onderdelenenvervangdezealsze
beschadigdzijn.
1.Demonteerdeklepenvervangde
afdichtingenmetbehulpvandeset
voorklepreparatie;neemcontactop
meteenerkendeservicedealer.
1.Steldeomloopleidingvande
spuitboomjuistaf.
2.Deinlaat-enuitlaataansluitingenvan
deklepvandespuitboomnemenen
deverstoppingverwijderen.
3.Allespuitdoppenverwijderenen
controleren.
77

Schema's
Schemavandeveldspuit(Rev.DWG125-0698RevB)
78
g028078

PrivacyverklaringvoorEuropa
DeinformatiedieT oroverzamelt
ToroWarrantyCompany(T oro)respecteertuwprivacy.Omuwgarantieclaimtebehandelenencontactmetuoptenemeninhetgevalvaneen
terugroepactievragenwijombepaaldepersoonlijkeinformatiemeetedelen,hetzijdirectofviauwlokaleTorodealer .
HetT orogarantiesysteemwordtgehostopserversindeVerenigdeStaten,waardeprivacywetmogelijknietdezelfdebeschermingbiedtalsinuwland.
DOORUWPERSOONLIJKEGEGEVENSMETONSTEDELENSTEMTUINMETDEVERWERKINGVANUWPERSOONLIJKEGEGEVENS
ZOALSBESCHREVENINDEZEPRIV ACYVERKLARING.
HoeT oroinformatiegebruikt
Torokanuwpersoonsgegevensgebruikenomuwgarantieclaimtebehandelen,contactmetuoptenemeninhetgevalvaneenterugroepactie,ofvoor
eenanderdoeleindewaarvanweuopdehoogtebrengen.Torokanuwinformatiedelenmetzijnafdelingen,dealersofanderezakenpartnersinverband
metdezeactiviteiten.Weverkopenuwpersoonsgegevensnietaananderebedrijven.Webehoudenonshetrechtvoorompersoonsgegevenstedelen
teneindetevoldoenaangeldendewettenenverzoekenvandeaangewezenautoriteiten,opdatwijonzesystemennaarbehorenkunnengebruikenofmet
hetoogoponzeeigenbeschermingofdievananderegebruikers.
Behoudvanuwpersoonlijkeinformatie
Wijbewarenuwpersoonsgegevenszolangalsnodigisvoordedoeleindenwaarvoorzeoorspronkelijkwerdenverzameldofvooranderelegitieme
doeleinden(zoalsnalevingvanvoorschriften),ofzolangalsvereistisdoordevantoepassingzijndewet.
Toro'sengagementvoordebeveiligingvanuwpersoonlijkegegevens.
Wenemenredelijkevoorzorgenomuwpersoonlijkegegevenstebeschermen.Weproberenbovendiendenauwkeurigheidengeldigheidvan
persoonlijkegegevenstewaarborgen.
Toegangtotenaanpassingvanuwpersoonlijkegegevens
Alsutoegangwensttotuwpersoonlijkegegevensofdezewiltaanpassen,gelievedaneene-mailtesturennaarlegal@toro.com.
Australischeconsumentenwet
AustralischeklantenkunnenvoorinformatieoverdeAustralischeconsumentenwet(AustralianConsumerLaw)terechtbijdelokaleTorodealerofze
kunnendezeinformatieindedoosvinden.
374-0282RevC

ToroGarantie
Beperktegarantievantweejaar
Voorwaardenenproductenwaarvoordegarantiegeldt
TheT oroCompanyendehieraangelieerdeonderneming,T oroWarrantyCompany ,
biedenkrachtenseenovereenkomsttussenbeideondernemingengezamenlijk
degarantiedatuwT oroproduct(hierna:het'product')gedurendetweejaarof
1500bedrijfsuren*vrijvanmateriaalgebrekenoffabricagefoutenis,metdien
verstandedathierbijdekortsteperiodemoetwordenaangehouden.Dezegarantie
geldtvooralleproductenmetuitzonderingvanbeluchters(ziedeafzonderlijke
garantieverklaringenvoordezeproducten).Ineengevalwaarindegarantievan
toepassingis,zullenwijhetproductkosteloosreparerenenooknietdekosten
vandiagnose,arbeid,onderdelenentransportinrekeningbrengen.Degarantie
gaatinopdedatumwaarophetproductisgeleverdaandeoorspronkelijkekoper.
*Hetproductisuitgerustmeteenurenteller .
Aanwijzingenvooraanvraagvangarantieservice
Udientcontactoptenemenmetdedistributeuroferkendedealerbijwieuhetproduct
heeftgekocht,zodraudenktdatersprakeisvaneengevalwaaropdegarantievan
toepassingis.Alshetumoeitekosteendistributeuroferkendedealertevindenof
vragenhebtoverrechtenofplichtenmetbetrekkingtotdegarantie,kuntucontact
metonsopnemenop:
ToroCommercialProductsServiceDepartment
ToroWarrantyCompany
811 1LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420-1196
+1-952-888-8801of+1-800-952-2740
E-mail:commercial.warranty@toro.com
Plichtenvandeeigenaar
AlseigenaarvanhetproductbentuverantwoordelijkvoordevereisteonderhoudsenafstelwerkzaamhedendiewordenvermeldindeGebruikershandleiding.Indienu
devereisteonderhouds-enafstelwerkzaamhedennietuitvoert,kanuwgarantieclaim
wordenafgewezen.
Zakenengevallendienietonderdegarantievallen
Nietallestoringenofdefectenvanhetproductdieplaatsvindentijdensde
garantieperiodezijnmateriaalgebrekenoffabricagefouten.Buitendezegarantie
vallen:
•DefectenalsgevolgvanhetgebruikvananderedanorigineleToroonderdelen,
ofalsgevolgvandemontageengebruikvanadditionele,gewijzigdeofnietvan
Toroafkomstigeaccessoiresenproducten.Defabrikantvandezeartikelenkan
eenafzonderlijkegarantieverstrekken.
•Defectenalsgevolgvannalatigheidomaanbevolenonderhouds-en/of
afstelwerkzaamhedenteverrichten.AlsuuwT oroproductnietgoed
onderhoudtvolgensdelijstmetaanbevolenonderhoudswerkzaamhedenin
deGebruikershandleiding,kanditertoeleidendatgarantieclaimsworden
afgewezen.
•Defectenalsgevolgvanverkeerd,achteloosofroekeloosgebruikvanhet
product.
•Onderdelendieonderhevigzijnaanslijtagedoorgebruik,tenzijdezegebreken
vertonen.Voorbeeldenvanonderdelendieslijtenofwordenverbruikt
tijdenseennormaalgebruikvanhetproductzijnondermeer,maarniet
uitsluitend:remblokkenenremvoeringen,koppelingsvoeringen,maaimessen,
messenkooien,rollenenlagers(verzegeldofsmeerbaar),snijplaten,bougies,
zwenkwielenenzwenkwiellagers,banden,lters,drijfriemenensommige
onderdelenvanspuitmachineszoalsmembranen,spuitdoppen,afsluitkleppen
endergelijke.
•Defectenveroorzaaktdoorexterneinvloeden.Externeinvloedenzijnondermeer ,
maarnietuitsluitend:weersomstandigheden,wijzevanopslag,verontreiniging,
gebruikvanniet-goedgekeurdebrandstoffen,koelvloeistoffen,smeermiddelen,
additieven,meststoffen,water ,chemischestoffenendergelijke.
•Storingenofgebrekkigeprestatiesdiehetgevolgzijnvanhetgebruikvan
brandstoffen(bv.benzine,dieselofbiodiesel)dienietvoldoenaanhun
respectievelijkeindustriestandaarden.
•Normalegeluidssterkte,trillingen,slijtageenachteruitgang.
•Normaleslijtageomvatondermeer,maarnietuitsluitend:schadeaanstoelenals
gevolgvanslijtageofafschuring,afgebladderdeverfoppervlakken,beschadigde
stickersenkrassenopruiten.
Onderdelen
Garantiewordtverleendoponderdelendiemoetenwordenvervangeninhetkadervan
hetvereisteonderhoud,gedurendedegarantieperiodetothungeplandevervanging.
Eenonderdeeldatuithoofdevandegarantieisvervangen,komtvoordeduurvande
oorspronkelijkeproductgarantieinaanmerkingvoordegarantieenwordteigendom
vanT oro.T oroneemtdeuiteindelijkebeslissingofeenonderdeelofeengroepvan
onderdelenwordtgerepareerdofvervangen.T oromagvoorgarantiereparatiesinde
fabriekgereviseerdeonderdelengebruiken.
Garantiesemitractieaccuenlithiumionaccu:
Semitractieaccu'senlithiumionaccu'shebbeneenspeciektotaalaantal
kilowatturendiezijtijdenshunlevensduurkunnenleveren.Dewijzewaaropzij
wordengebruikt,opgeladenenonderhoudenkanhunlevensduurverlengenof
bekorten.Alsdeaccu'sinditproductwordengebruikt,zalhunbruikbaarheid
tussendeoplaadintervallenlangzaamverminderentotdatzijvollediguitgeput
zijn.Vervangingvaneenaccudieisuitgeputalsgevolgvannormaalgebruik,is
deverantwoordelijkheidvandeeigenaarvanhetproduct.Eenaccumoetsoms
tijdensdenormalegarantieperiodeopkostenvandeeigenaarwordenvervangen.
Opmerking:(alleenlithiumionaccu):Eenlithiumionaccuheefteengedeeltelijke
proratagarantiedielooptvanjaar3totjaar5engebaseerdisopdetijddie
deaccualdienstheeftgedaanendegebruiktekilowatturen.Raadpleegde
Gebruikershandleidingvoormeerinformatie.
Onderhoudopkostenvandeeigenaar
Opvoerenvandemotor,smeren,reinigenenwaxen,hetvervangenvanlters,
koelvloeistofenhetuitvoerenvanaanbevolenonderhoudswerkzaamhedenbehoren
totdegebruikelijkewerkzaamhedendienodigzijnvoorT oroproductenendievoor
rekeningvandeeigenaarzijn.
Algemenevoorwaarden
Opgrondvandezegarantiesmogenreparatiesuitsluitendwordenuitgevoerddoor
eenerkendeT orodealer.
TheToroCompanyendeT oroWarrantyCompanyzijnnietaansprakelijkvoor
indirecteofbijkomendeschadeofgevolgschadeinsamenhangmethetgebruik
vandeToroproductendieonderdezegarantievallen,inclusiefdekosten
ofuitgavenvoordeleveringvanvervangenmateriaalofdienstengedurende
eenredelijkeperiodevanonbruikbaarheidofbuitengebruikstellingtijdens
deuitvoeringvanreparatiewerkzaamhedenopgrondvandezegarantie.Met
uitzonderingvandeemissiegarantiewaarnaarhieronder,indienvantoepassing,
wordtverwezen,bestaatergeenandereexplicietegarantie.Alleimpliciete
garantiesvanverkoopbaarheidofgeschiktheidvoorgebruikzijnbeperkttot
deduurvandezeexplicietegarantie.
Sommigelandenstaanuitsluitingenvanbijkomendeschadeofgevolgschadeof
beperkingenopdeduurvandeimplicietegarantieniettoe,zodatbovengenoemde
uitsluitingenenbeperkingeninuwgevalmogelijknietvantoepassingzijn.Deze
garantiegeeftuspeciekejuridischerechten;daarnaastkuntubeschikkenover
andererechtendieperlandkunnenverschillen.
Opmerkingmetbetrekkingtotdegarantieopdemotor:
Hetemissiecontrolesysteemopuwproductkanvallenonderdedekkingvan
eenafzonderlijkegarantiedietegemoetkomtaandeeisenvandeAmerikaanse
EnvironmentalProtectionAgency(EP A)en/ofdeCaliforniaAirResourcesBoard
(CARB).Debeperkingenvandebedrijfsurendiehierbovenzijngenoemd,geldenniet
voordegarantieophetemissiecontrolesysteem.Ziedegarantieverklaringvoorhet
controlesysteemvandeemissievandemotorindeGebruikershandleidingvanuw
productofinhetdocumentatiemateriaalvandefabrikantvandemotorvoornadere
bijzonderheden.
AnderelandendandeVSofCanada
KopersvanT oroproductendiezijngeëxporteerduitdeVerenigdeStatenofCanada,moetencontactopnemenmethunT oroDistributeur(Dealer)voordegarantiebepaling
dieinhunland,provincieofstaatvantoepassingzijn.Alsuomeenofandereredenontevredenbentoverdeservicevanuwverdelerofmoeilijkinformatieoverde
garantiekuntkrijgen,verzoekenwijucontactoptenemenmetdeT oroimporteur.
374-0253RevD