Toro 41188 Operator's Manual [nl]

FormNo.3409-687RevD
MultiPro
Modelnr.:41188—Serienr.:400000000enhoger
®
1750spuitmachine
Registreeruwproductopwww.T oro.com. Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3409-687*D
DeMultiProgazonspuitmachineiseenspeciaal gazonspuitvoertuigenisbedoeldvoorgebruik doorprofessionelebestuurdersbijcommerciële toepassingen.Hetsysteemismetnameontworpen voorspuitenopgoedonderhoudengazonsinparken, golfbanenensportvelden.
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke conformiteitsverklaring.
Inleiding
Leesdezehandleidingzorgvuldig,zodatuweethoe udemachineopdejuistewijzekuntgebruikenen onderhouden.Deinformatieindezehandleidingkan uenanderenhelpenletselenschadetevoorkomen. HoewelT oroveiligeproductenontwerptenfabriceert, blijftuverantwoordelijkvoorhetjuisteenveilige gebruikvandemachine.
Alsdemachinezondereengoedwerkende vonkenvanger,zoalsomschreveninsectie4442,of eengoedonderhouden,brandveiligemotorwordt gebruiktineenbosgebiedofopeenmetdicht struikgewasofgrasbegroeidterrein,handeltde bestuurderinstrijdmetdebepalingenvansectie4442 of4443vandeWetopdeOpenbareHulpbronnen (PublicResourcesCode)vandeStaatCalifornië.
Hetelektronischeontstekingssysteemvoldoetaande CanadesenormICES-002
DebijdezemotorgeleverdeGebruikershandlei­dingbevatinformatieoverhetEnvironmental
ProtectionAgency(EPA)indeVerenigdeStaten, hetCaliforniaEmissionControlRegulationvoor emissiesystemen,onderhoudengarantie.Bestel vervangingsonderdelenbijdefabrikantvande motor.
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandemotorvan
ditproductbevattenchemische
stoffenwaarvanbekendisdatze
kanker,geboorteafwijkingenofandere
schadeaandevoortplantingsorganen
kunnenveroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenlooden
loodverbindingen.Vandezestoffen
isbekenddatzekankerenschadeaan devoortplantingsorganenveroorzaken. Wasaltijduwhandennadatumetdeze
onderdeleninaanrakingbentgeweest.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatze
kanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
Ukuntopwww.Toro.comrechtstreekscontactmet Toroopnemenomtrainingsmaterialeneninformatie overproductveiligheidenaccessoiresteverkrijgen, eenverkopertevindenofuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummer enhetserienummervanhetproducttevermelden.
Figuur1geeftdeplaatsvanhetmodelnummerenhet
serienummervanhetproductaan.
g023031
Figuur1
1.Locatievanhetmodel-enserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd metdevolgendeveiligheidssymbolen(Figuur2), dieduidenopeengevaarlijkesituatiediezwaar lichamelijkletselofdedoodtotgevolgkanhebbenals udeveiligheidsvoorschriftennietinachtneemt.
g000502
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
©2018—TheToro®Company 8111LyndaleAvenueSouth Bloomington,MN55420
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Veiligebediening................................................4
Chemischeveiligheid..........................................5
Tijdenshetgebruik.............................................6
Onderhoud.........................................................8
Veiligheids-eninstructiestickers........................9
Montage..................................................................16
1Montagevandeanti-overloopaanslui-
ting................................................................16
2Deverenvanhetspuitboomscharnier
controleren....................................................16
3Meerinformatieoveruwproduct....................17
Algemeenoverzichtvandemachine.......................18
Bedieningsorganen..........................................20
Specicaties....................................................24
Werktuigen/accessoires...................................24
Gebruiksaanwijzing................................................25
Veiligheidvoorop..............................................25
Voordatumetdemachinegaatrijden...............25
Controlesuitvoerenvóórhetgebruik.................26
Gebruikvandemachine...................................27
Eennieuwespuitmachineinrijden.....................28
Deingebruiknamevandespuitmachine
voorbereiden.................................................28
Bedieningengebruikvande
spuitmachine.................................................30
Differentieelvergrendelinggebruiken................30
Deschoonwatertankvullen...............................31
Spuittankvullen................................................31
Despuitbomenbedienen..................................31
Spuiten.............................................................32
Spuittips............................................................32
Devloeistofstroomvandespuitmachine
kalibreren......................................................33
Desnelheidvandespuitmachine
kalibreren......................................................34
Deomloopkleppenvandespuitbomen
kalibreren......................................................34
Knopstandvanmengomloopklep.....................35
Demengomloopklepkalibreren........................35
Deomloopklepvandespuitboomhoofdscha-
kelaarafstellen..............................................36
Locatievandespuitpomp.................................36
Demachinetransporteren................................36
Transportvandespuitmachine.........................36
Despuitmachineslepen...................................37
Aanbevelingenvoorspuitlter...........................37
Onderhoud..............................................................41
Aanbevolenonderhoudsschema.........................41
Controlelijstvoordagelijksonderhoud..............42
Aantekeningvoorspecialeaandachtsgebie-
den................................................................43
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........44
Despuitmachineomhoogbrengen...................44
Smering...............................................................45
Demachinesmeren..........................................45
Depompvandeveldspuitsmeren....................45
Spuitboomscharnierensmeren.........................46
Onderhoudmotor................................................46
Hetluchtinlaatroostercontroleren.....................46
Onderhoudvanhetluchtlter............................46
Motoroliepeilcontroleren..................................47
Bougiesvervangen...........................................49
Onderhoudbrandstofsysteem.............................50
Brandstofltervervangen..................................50
Onderhouduitvoerenaandevande
koolstofhouder..............................................51
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank............51
Onderhoudelektrischsysteem............................52
Dezekeringenzoeken......................................52
Onderhoudvandeaccu....................................52
Onderhoudaandrijfsysteem................................54
Dewielenenbandencontroleren......................54
Dekabelvandedifferentieelvergrendeling
afstellen........................................................54
Toespoorvanvoorwielenafstellen....................54
Onderhoudenremmen........................................55
Remvloeistofpeilcontroleren............................55
Deremmencontroleren....................................55
Parkeerremafstellen........................................56
Onderhoudhydraulischsysteem.........................56
Transaxle-olie/Hydraulischevloeistof
controleren....................................................56
Transaxle-olie/Hydraulischevloeistof
verversen......................................................57
Hydraulischltervervangen.............................57
Hydraulischeslangenenleidingen
controleren....................................................58
Onderhoudvanhetspuitsysteem.........................59
Deslangencontroleren.....................................59
Dezuigkorfvervangen......................................59
Hetdrukltervervangen....................................60
Hetspuitdopltervervangen.............................60
Depompcontroleren........................................60
Denylondraaibussencontroleren....................61
Instellingvandespuitbomenophoogte............61
Reiniging.............................................................63
Devloeistofstroommeterreinigen.....................63
Dekleppenvandespuitmachine
reinigen.........................................................63
Stalling....................................................................73
Problemen,oorzaakenremedie.............................75
Schema's................................................................78
3
Veiligheid
Onjuistgebruikofonderhouddoordegebruiker ofeigenaarkanletselveroorzaken.Omhet risicoopletselteverminderen,moetuzich aandevolgendeveiligheidsinstructieshouden enaltijdophetveiligheidssymboolletten,dat Voorzichtig,WaarschuwingofGevaarkanbetekenen. Niet-nalevingvandeinstructiekanleidentot lichamelijkofdodelijkletsel.
Demachinewerdbeoordeeldaandehandvande vereistenvanSAEJ2258.

Algemeneveiligheid

Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle veiligheidsinstructiesopomernstigletselte voorkomen.
Ditproductgebruikenvooranderedoeleindendanhet bedoeldegebruikkangevaarlijkzijnvooruofvoor omstanders.
LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
Gebruikdemachineenkelalsdenodigeschermen
enanderebeveiligingsmiddelenaanwezigzijnen naarbehorenwerken.
Blijfuitdebuurtvanafvoeropeningen.Houd
omstandersendierenopeenveiligeafstandvan demachine.
Laatgeenkinderenhetwerkgebiedbetreden.Laat
kinderennooitdemachinebedienen.
Schakeldemachineendemotoruitvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert,bijtanktof demachinevrijmaakt.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet veiligheidssymboolteletten,datbetekent:Voorzichtig, WaarschuwingofGevaar–instructievoorpersoonlijke veiligheid.Niet-nalevingvandezeinstructieskan leidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
Waarnodigvindtubijkomendeveiligheidsinformatie indezeGebruikershandleiding.

Veiligebediening

Belangrijk:Demachineisindeeersteplaats
bedoeldalsoffroad-voertuigenisnietgeschikt voorintensiefgebruikopdeopenbareweg.Alsu zichmetdemachineopdeopenbarewegbegeeft,
neemdandeverkeersregelsinachtengebruik bijkomendeaccessoiresdiewettelijkverplicht kunnenzijn,zoalsverlichting,richtingaanwijzers, eenteken'langzaamrijdendvoertuig',etc.
DeMultiPro1750spuitmachineisontwikkelden getestomveiligheidbijhetgebruiktebieden,met dienverstandedathetvoertuigcorrectmoetworden gebruiktenonderhouden.Hoewelrisicobeheersing enongevallenpreventiedeelsafhankelijkzijnvan hetontwerpendeconstructievanhetvoertuig,zijn eerdergenoemdefactorenookafhankelijkvande oplettendheid,zorgvuldigheideneengoedetraining vanhetpersoneeldatisbelastmethetgebruik, onderhoudenopslagvanhetvoertuig.Onjuist gebruikofonderhoudvanhetvoertuigkanlichamelijk ofdodelijkletselveroorzaken.
Indezehandleidingkomennietallewerktuigen diecompatibelzijnmetdeMultiPro1750 spuitmachineaanbod.Raadpleegdespecieke gebruikershandleidingdiebijelkwerktuigisgeleverd, vooraanvullendeveiligheidsinstructies.Leesdeze handleidingen.
Omhetrisicovanlichamelijkofdodelijkletsel teverminderen,moetuzichaandevolgende veiligheidsinstructieshouden:

Verantwoordelijkhedenvande bedrijfsleiding

Zorgervoordatdebestuurdersgrondig
zijngetraindenbekendzijnmetde Gebruikershandleiding,Handleidingvoor demotor,enallestickersopdemachine.
Zorgvoorspecialeproceduresenbedrijfsregels
voorongewonewerkomstandigheden (bijvoorbeeldhellingendietesteilzijnvoorde spuitmachine).

Vóórhetgebruik

Umaghetvoertuigpasingebruiknemen,nadatu
dezehandleidinghebtgelezenendeinhoudervan hebtbegrepen.
Laatkinderennooitdemachinebedienen.
Dezemachineisbedoeldvoorvervoervande
bestuurder.Vervoernooitpassagiersopde machine.
Gebruikdemachinenooitalsuziekofvermoeid
bentofonderinvloedvandrugsofalcoholverkeert.
Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenenweethoeudemotorsnel kuntafzetten.
Zorgervoordatalleveiligheidsschermen,
veiligheidsvoorzieningenenstickersop hunplaatszitten.Alsveiligheidsschermen, veiligheidsvoorzieningenofstickersinslechte
4
staatverkeren,onleesbaarzijnofbeschadigd raken,moetudezeherstellenofvervangen, voordatuhetvoertuiggaatgebruiken.
Draaggeschiktekledingzoalseenveiligheidsbril,
langebroek,stevigeengripvasteschoenen, veiligheidshandschoenenengehoorbescherming. Draaggeensieradenofloszittendekleding.Draag langhaarnietlos.
VOORZICHTIG
Dezemachinesteltdegebruikerblootaan geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bij langdurigeblootstellingkanditleidentot gehoorbeschadiging.
Draaggehoorbeschermingalsudeze machinegebruikt.
Werkuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
Spuitnooitalseromstandersindebuurtzijn.
Spuitnooitalsermensen,metnamekinderen,en
huisdierenindebuurtzijn.
Alvorensdemachineingebruiktenemen,moet
ualtijddedelenvandemachinecontroleren diespeciaalwordengenoemdinderubriek Controlevoorhetgebruikinhethoofdstuk Gebruiksaanwijzing.Alsdemachinenietgoed werktofopenigewijzeisbeschadigd,magude spuitmachinenietgebruiken.Zorgervoordathet probleemisverholpenvoordatudemachineof hetwerktuiggaatgebruiken.

Chemischeveiligheid

WAARSCHUWING
Chemischestoffendiewordengebruikt inhetspuitsysteemkunnengevaarlijk engiftigzijnvoordegebruiker, omstanders,dieren,planten,debodemof eigendommen.
Umoetdewaarschuwingsetiketten endeVeiligheidsinformatiebladen voorallegebruiktechemischestoffen zorgvuldiglezeneninachtnemenenuzelf beschermenvolgensdeinstructiesvan defabrikantvandechemischestoffen. Zorgervoordatuwhuidzoveelmogelijkis bedektalsuchemischestoffengebruikt. Omtevoorkomendatuinaanrakingkomt metchemischestoffen,dientugeschikte persoonlijkebeschermingsmiddelente gebruiken,zoals:
–oogbescherming,veiligheidsbrilen/of
gelaatsscherm –stof-ofltermasker –handschoenendietegenchemische
stoffenzijnbestand –rubberenlaarzenofanderstevig
schoeisel –gehoorbescherming
Zorgervoordatdebestuurdersruimteschoonis
envrijvanchemischrestmateriaalenaangekoekt vuil.
Zorgervoordatalleaansluitstukkenvande
vloeistoeidingenvastzittenenalleslangenen leidingeningoedestaatverkerenvoordatudruk zetophetsysteem.
–schonereservekleding,zeepen
wegwerphanddoekendieuindebuurt
bewaartvoorhetgevaluchemische
stoffenmorst.
Belangrijk:Denkeraandatermeerdere
chemischestoffenkunnenzijngebruikt,enzorg ervoordatuinformatieoverelkestofkrijgt.
Weigerdemachinetegebruikenoftebedienen alsdezeinformatienietbeschikbaaris.
Voordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoert aaneenspuitsysteem,moetditdriekeer zijngespoeldengeneutraliseerdvolgensde instructiesvandefabrikant(en)vandechemische stoffenenmoetenallekleppen3cyclussen hebbendoorlopen.
Controleerofervoldoendewaterenzeepin denabijheidis,enalsuincontactkomtmet chemischestoffen,moetudezeonmiddellijk afspoelen.
Zorgervoordateengoedetraininghebtgekregen
voordatuomgaatmetchemischestoffen.
Gebruikdejuistechemischestofvoorhetwerk.
5
Houduaandeinstructiesvandefabrikantvoorhet
veiliggebruikvandechemischestof.Overschrijd deaanbevolensysteembedrijfsdrukniet.
Deeenheidnietvullen,kalibrerenofreinigen
wanneerermensen,inhetbijzonderkinderen,of huisdierenindebuurtzijn.
Zorgvooreengoedeventilatievanderuimtewaar
uwerktmetchemischestoffen.
Zorgervoordaterschoonwatervoorhandenis,in
hetbijzonderalsudespuittankvult.
Nieteten,drinkenofrokenalsumetchemische
stoffenwerkt.
Spuitdoppennietschoonmakendoorerinte
blazenofzeinuwmondtenemen.
Wasaltijduwhandenenandereonbedekte
lichaamsdelenzosnelmogelijknadatu werkzaamhedenmetchemischestoffenhebt beëindigd.
Bewaarchemischestoffeninhunoriginele
verpakkingopeenveiligeplaats.
Voerongebruiktechemischestoffenen
verpakkingenvoorchemischestoffenafvolgens deinstructiesvandefabrikantendeplaatselijk geldendevoorschriften.
Chemischestoffenendampenindetankzijn
gevaarlijk;blijfaltijdbuitendetankenhouduw hoofdnooitbovenofindeopeningvaneentank.
Volgalleplaatselijkevoorschriftenmetbetrekking
tothetstrooienofspuitenvanchemicaliënop.

Tijdenshetgebruik

WAARSCHUWING
Deuitlaatgassenvandemotorbevatten koolmonoxide,eenreukloos,dodelijkgif.
Laatdemotornietbinnenshuisofineen afgeslotenruimtelopen.
Blijfzittenzolangdespuitmachineinbewegingis.
Houwanneermogelijkbeidehandenophetstuur. Houduwarmenenbenenteallentijdebinnende bestuurdersruimte.
Alsdemachinenietveiligwordtgebruikt,kan
ditleidentoteenongeluk,omkantelenvande spuitmachineenernstiglichamelijkofdodelijk letsel.Rijvoorzichtig.Ukuntopdevolgende manierenvoorkomendathetvoertuigomkanteltof datudecontroleoverhetvoertuigverliest:
–Gazeervoorzichtigtewerk,verminder
uwsnelheidenblijfopeenveiligeafstand vanzandkuilen,greppels,sloten,hellingen enonbekendterreinofterreinwaarvan
debodemomstandighedenofhetreliëf
veranderingenvertonen.
–Letopkuilenofandereverborgengevaren.
–Weesextravoorzichtigalsudemachine
gebruiktopeennatoppervlak,inongunstige
weersomstandigheden,bijhogeresnelheden
ofalsdemachinezwaargeladenis.Destoptijd
enderemwegnementoealsdemachine
zwaarbelastis.
–Vermijdplotselingstoppenenstarten.Zet
hetvoertuignietvandeachteruitstandinde
vooruitstandofvandevooruitstandinde
achteruitstandvoordathetvoertuigvolledigtot
stilstandisgekomen.
–Verminderuwsnelheidvoordatueenbocht
maakt.Maakgeenscherpebochtenenvermijd
abruptemanoeuvresofandereriskante
handelingentijdenshetrijden,waardoorude
controleoverdemachinekuntverliezen.
–Voordatuachteruitrijdt,moetuachteromkijken
omerzekervantezijndaterzichniemand
achterubevindt.Rijlangzaamachteruit.
–Letophetverkeerbijhetoverstekenenin
debuurtvandeopenbareweg.Verleen
altijdvoorrangaanvoetgangersenandere
voertuigen.Dezemachineisnietbestemd
voorgebruikopdeopenbareweg.Geefaltijd
aandatuafslaat,ofstopbijtijdszodatanderen
wetenwatugaatdoen.Houduaanalle
verkeersregelsenverkeersvoorschriften.
–Deelektrischeenuitlaatsystemenvan
demachinekunnenvonkenveroorzaken
waardoorexplosiefmateriaaltotontbranding
kankomen.Blijfaltijdmetdemachineuit
debuurtvaneenomgevingwaarzichstofof
dampenindeluchtbevindendietotexplosie
kunnenkomen.
–Alsunietzekerweetofuhetvoertuigveilig
kuntgebruiken,moetuhetwerkstakenende
bedrijfsleidingomadviesvragen.
Raakdemotorofdegeluiddempernietaan
alsdemotorlooptofdirectnadatudezeheeft afgezet.Dezekunnenheetzijnenbrandwonden veroorzaken.
Alsdespuitmachineabnormaaltrilt,moetu
onmiddellijkstoppen,wachtentotallebewegende delentotstilstandzijngekomenendemachineop beschadigingencontroleren.Repareeralleschade voordatudemachineweeringebruikneemt.
Voordatudebestuurdersstoelverlaat:
1.Zetdemachineaf.
2.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALST AND ensteldeparkeerreminwerking.
3.DraaihetcontactsleuteltjeopUIT.
6
4.Verwijderhetcontactsleuteltje.
Gebruikophellingenofoneffen
Belangrijk:Parkeerdemachinenooitop
eenhelling.
Bliksemkanernstigofdodelijkletselveroorzaken.
Alsubliksemzietofdonderhoortinhetgebied, gebruikdemachinedanniet;gaschuilen.

Remmen

Verminderuwsnelheidalsueenobstakelnadert.
Ditgeeftuextratijdomtestoppenoftedraaien. Alsueenobstakelraakt,kunnendemachineen deladingwordenbeschadigd.Enwatbelangrijker is,ukuntletseloplopen.
Hetmaximaaltoelaatbaretotaalgewichtvaneen
voertuigheefteenbelangrijkeinvloedopuw vermogenhetvermogentotstilstandtebrengen en/oftedraaien.Bijeenzwareladingenzware werktuigenwordthetmoeilijkerdemachinetot stilstandtebrengenoftedraaien.Hoezwaarder delading,destemeertijdhetkostdemachine totstilstandtebrengen.
Hetgazonenhetwegdekzijnveelgladderalszij
natzijn.Destoptijdopeennatoppervlakkan2tot 4maallangerzijndanopeendroogoppervlak. Alsudoorstaandwaterrijdtdatdiepgenoegis omderemmennattelatenworden,zullenzijpas goedfunctionerenalszijweerdroogzijn.Nadat udoorwaterhebtgereden,moetuderemmen testenomerzekervantezijn,datzijnaarbehoren functioneren.Alsdatniethetgevalis,moetu langzaamrijden,terwijlulichtedrukuitoefentop hetrempedaal.Hierdoordrogenderemmen.

Veiligheidvanderolbeugel

Opmerking:Voorelkemachineindeze
GebruikershandleidinggeldtdateendoorT oro gemonteerdecabineeenrolbeugelbetreft.
Derolbeugelnietvandemachineverwijderen.
Bevestigdeveiligheidsgordelenzorgervoordat
udezesnelkuntlosmakenineennoodgeval. Draagaltijduwveiligheidsgordelalsderolbeugel omhoogstaatofopeenmachinemeteendoor Torogemonteerdecabine.
Controleergrondigoferbovendemachine
obstakelszijnenzorgervoordatudezenietraakt.
terrein
Alsudespuitmachineopeenhellinggebruikt,bestaat dekansdatzeomslaatofgaatrollen.Ookbestaatde kansdatdemotorafslaatofdatdemachineopeen hellingvaartverliest.Hierdoorkanlichamelijkletsel ontstaan.
Geefniettesnelgasentrapnietabruptophet
rempedaalalsuachteruiteenhellingafrijdt,zeker nietalsueenladingvervoert.
Rijnooitdwarsovereensteilehelling;umoet
dezehellingaltijdineenrechtelijnop-ofafrijden oferomheengaan.
Alsdemotorafslaatofalsdemachinevaartbegint
teverliezenterwijlueenhellingoprijdt,moetu voorzichtighetrempedaalindrukkenendehelling langzaamachterwaartsineenrechtelijnafrijden.
Draaienalsueenhellingop-ofafrijdt,kan
gevaarlijkzijn.Alsumoetdraaienopeenhelling, dientuditlangzaamenvoorzichtigtedoen.Maak nooiteenscherpeofsnellebochtopeenhelling.
Eenzwareladingheeftinvloedopdestabiliteitvan
hetvoertuig.Verminderhetgewichtvandelading enneemgasterugalsuopeenhellingrijdt.
Stopnietopeenhelling,zekernietalsueen
ladingvervoert.Stoppentijdensdeafdalingvan eenhellingkostmeertijddanopvlakterrein.Alsu demachinetotstilstandmoetbrengen,magude snelheidnietteabruptverminderen,omdatdan dekansbestaatdatdemachineomslaatofgaat rollen.Trapnietteabruptophetrempedaalals uachterwaartsrolt,omdatdemachinedankan omslaan.
Gebruiktijdensbedrijfdeveiligheidsgordelenzorg
ervoordatdezesnelkanwordenlosgemaaktin noodgevallen.
Derolbeugel(ROPS)nietverwijderenof
aanpassen.
Houdetransmissiealtijdingeschakeldalsude
machinevaneenhellingafrijdt.
Neemgasterugenverminderdeladingalsumoet
rijdenoponeffenterreinenvlaklangswegranden, kuilenenandereonverwachteveranderingenin hetterrein.Deladingkangaanschuivenwaardoor demachinehaarstabiliteitverliest.
Houdderolbeugelingoedestaatdoordeze
regelmatiggrondigtecontrolerenopbeschadiging, enzorgdatallebevestigingsmateriaalstevigis vastgedraaid.
Vervangbeschadigdeonderdelenvande
rolbeugel.Herstelofwijzigdezeniet.
7
WAARSCHUWING
Onverwachteveranderingeninhetterrein kunnenleidentotabruptebewegingen vanhetstuurwieldieletselaanhandenen armenkunnenveroorzaken.
Houdhetstuurwiellosjesaanderandvast. Houduwhandennietopdespakenvanhet stuurwiel

Laden

Hetgewichtvandeladingkanveranderingbrengenin hetzwaartepuntvandemachineendewijzewaarop udezemoetgebruiken.Omtevoorkomendatude controleoverdemachineverliestwaardoorlichamelijk letselkanontstaan,moetudevolgenderichtlijnen inachtnemen:
Denkeromdatvloeibareladingkangaan
schommelen.Ditgebeurtmeestalalsudraait,een hellingop-ofafrijdt,plotselinguwsnelheidwijzigt ofalsuoveroneffenterreinrijdt.Alsdelading gaatschuiven,kandemachineomslaan.
Alsueenzwareladingvervoert,moetude
snelheidverminderenenervoorzorgendatde remweglanggenoegis.Trapnietabruptophet rempedaal.Weesextravoorzichtigophellingen.
Weeseropbedachtdateenzwareladingde
remwegverlengtendemogelijkheidvermindert omsneltedraaienzonderomteslaan.

Onderhoud

Demachinemaguitsluitendwordenonderhouden,
gerepareerd,afgesteldengeïnspecteerddoor vakbekwameenerkendetechnici.
uitdebuurtvandemotorenbewegendedelen houden.Houdiedereenopafstand.
Gebruikgeenopenbakkenmetbrandstofof
ontvlambarereinigingsvloeistoffenomonderdelen schoontemaken.
Steldetractiesnelheidsregelaarnietaf.Ten
behoevevandeveiligheideneennauwkeurige afstellingmoetuderijsnelheidlatencontroleren dooreenerkendeT orodealer.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhoge drukvloeistofontsnapt.Ukuntlekkenopsporen metbehulpvankartonofpapier.Vloeistofdie onderdrukontsnapt,kandoordehuidheen dringenenletselveroorzaken.Devloeistofdient binnenenkeleurenoperatieftewordenverwijderd dooreengespecialiseerdechirurgomdatanders gangreenkanontstaan.
Indienbelangrijkereparatiesnodigzijnofhulpis
vereist,moetucontactopnemenmeteenerkende Torodealer.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenerzeker
vantezijndathetvoertuigveiligkanworden gebruikt,moetutervervangingaltijdoriginele onderdelenenaccessoiresvanT oroaanschaffen. Gebruiktervervangingnooitonderdelenen accessoiresvananderefabrikanten,omdatdit gevaarlijkkanzijn.Elkeveranderingaandeze machinediegevolgenheeftvoordewerking, prestaties,levensduurofhetgebruikvande spuitmachine,kanlichamelijkofdodelijkletsel veroorzaken.Dergelijkeveranderingenkunnen ertoeleidendatdegarantieophetproductkomt tevervallen.
Voordatuonderhoudswerkzaamhedenaande
machineverrichtdezeafstelt,moetudemachine opeenhorizontaaloppervlakparkeren,de parkeerreminwerkingstellen,demotorafzetten enhetsleuteltjeverwijderenomtevoorkomendat iemanddemotorperongelukstart.
Omhetvoertuigingoedeconditietehouden,
moetuervoorzorgendatallemoeren,boutenen schroevengoedzijnvastgedraaid.
Omhetrisicovanbrandteverminderen,moetu
deomgevingvandemotorvrijvanovertolligvet, gras,bladerenenaangekoektvuilhouden.
Controleernooitmeteenopenvuurhetpeilvande
brandstofofhetaccuzuur,ofeenlekkage.
Alsudemotormoetlatenlopenomonderhouds-
ofafstelwerkzaamhedenuittevoeren,moetuuw kleding,handen,voetenenanderelichaamsdelen
8
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof ontbrekendestickers.
106-9206
1.Aanhaalmomentvandewielbouten
2.LeesdeGebruikershandleiding.
117-2718
120-0616
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding;gebruik vers,schoonwatervooreerstehulpbijongevallen.
decal106-9206
decal117-2718
decal120-0616
1.Waarschuwing–Leesde Gebruikershandleiding.
2.Waarschuwing–Stapniet indespuittank.
decal120-0622
120-0622
3.Brandgevaarchemische stoffen;gevaarvoor inademingvangiftige gassen–draaghand-, huid-enoogbescherming; beschermuwluchtwegen.
1.Amputatiegevaarvande hand,knelpunt–blijfuit debuurtvanbewegende scharnierpunten.
decal120-0617
120-0617
2.Pletgevaar–houd omstandersuitdebuurt vandemachine.
9
decal125-4129
125-4129
1.Linkerspuitboom3.Rechterspuitboom
2.Middelstespuitboom
decal125-4125
125-4125
1.Gas-/snelheidsblokkering
2.Sonischespuitboom
1.Linkerspuitboom
2.Rechterspuitboom
3.Motor–Starten
in-/uitschakelen
in-/uitschakelen (optioneel)
(optioneel)
3.Schuimmarkeerders
decal125-6694
125-6694
1.Locatiebevestigingspunt
decal125-4128
125-4128
omhoog-/omlaagbrengen
omhoog-/omlaagbrengen
4.Motor–Lopen
5.Motor–Uitschakelen
10
125-8113
1.Schakelhendel5.Automatisch(optioneel)
2.Differentieelvergrendeling
6.Manueel(optioneel)
inschakelen
3.Differentieelvergrendeling uitschakelen
7.Slanghaspelopwinden (optioneel)
4.Koplampen in-/uitschakelen
125-8114
decal125-8113
decal125-8114
1.Parkeerrem
2.Voorinformatieover hetstartenvande motorraadpleegtude
Gebruikershandleiding
–1)Steldeparkeerrem inwerking;2)Steekhet sleuteltjeinhetcontact;
3)Draaihetsleuteltjenaar destandLopen.
decal127-3935
127-3935
3.Voorinformatieover hetuitschakelenvan demotor,leestude Gebruikershandleiding
1)Drukhetrempedaal in;2)Zetdeversnelling indeneutraalstand;
3)Steldeparkeerrem inwerking;4)Laathet rempedaallos;5)Draai hetcontactsleuteltje naarSTOP;6)Neemhet sleuteltjeuithetcontact.
4.Risicoomgegrepente worden,riem–Blijfop afstandvanbewegende delen;zorgdatalle beschermendedelenop hunplaatszijn.
1.Dosisbegrenzer in-/uitgeschakeld
2.Spoelpomp in-/uitschakelen
11
decal127-3937
127-3937
1.Waarschuwing–niet betreedbaar.
2.Waarschuwing–blijf uitdebuurtvanhete oppervlakken.
3.Risicoomgegrepente worden,riem–Blijfop afstandvanbewegende delen;zorgdatalle beschermendedelenop hunplaatszijn.
1.Waarschuwing–leesde Gebruikershandleiding; draagaltijdeen veiligheidsgordelwanneer udemachinegebruikt;laat demachinenietkantelen.
2.Kansopvallen–vervoer geenpassagiersopde spuittank.
decal127-3939
127-3939
3.Snijgevaar/amputatiegevaar –houarmenenbenen nooitbuitenhetvoertuig.
4.Waarschuwing–de rolbeugelnietboren, lassenofaanpassen.
12
decal127-3942
127-3942
1.Leesde
6.7,5A
Gebruikershandleiding
voorinformatieoverde zekeringen.
2.10A–Contactslot
7.7,5A
3.15A–Spuitboom8.2A–TEC
4.15A–Koplampen
9.30A–Spoeltank
5.7,5A
127-6976
1.Verminderen2.Verhogen
decal127-6976
decal127-6981
127-6981
1.Omloop-retourstroom
2.Stroom
3.Werkingspuitboom
decal127-6982
127-6982
1.Omloop-retourstroom
2.Werkingspuitboom
1.Pomp-retourstroom3.Mengstroom
2.Stroom
decal127-6979
127-6979
decal127-6984
127-6984
1.Stroom2.Brandstof-retourstroom
13
decal130-8293
130-8293
1.Spuitmachineuit
2.Spuitmachineaan
5.Versnellen
6.Vertragen
3.Motoraan7.Mengenaan
4.Motoruit8.Mengenuit
1.LeesdeGebruikershandleidingvoormeerinformatieoveronderhoud.
decal133-0382
133-0382
14
decal127-3941
127-3941
1.Waarschuwing–gebruikdemachinenietzonderdenodige training;leesdeGebruikershandleiding.
2.Waarschuwing–houdomstandersuitdebuurttijdenshet gebruikvandemachine.
3.Waarschuwing–blijfopafstandvanbewegendedelen;zorg datallebeschermendedelenophunplaatszijn.
4.Gevaaropelektrocutie,bovengrondseelektrischeleidingen –controleerhetwerkterreinopbovengrondseelektrische leidingenvoordatubeginttewerken.
5.Waarschuwing–Steldeparkeerreminwerking,zetdemotor afenverwijderhetsleuteltjeuithetcontactvoordatude machineverlaat.
6.Kantelgevaar–traagrijdenmeteenvollespuittank;traag rijdenoponeffenterrein;geenbochtennemenmethoge snelheid;traagrijdenwanneerurechtofdwarsopeenheuvel rijdt.
15
Montage
snelkoppelingzodatdezevastzitaandebeugel (Figuur3).
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande machine.
1

Montagevande anti-overloopaansluiting

Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1
Fittingvan90°
1
Snelkoppeling
1
Slangadapter
1Beugelvoorslangaansluiting
1
Flenskopbout(5/16"x¾")
1Anti-overloopslang
Procedure
1.Plaatsdebeugelvandeslangaansluitingopde schroefdraadopeningindetankenzetdezevast meteenenskopbout(5/16"x¾");zieFiguur3.
Opmerking:Monteerdettingmethetopen
uiteindenaardegroteopeningindebeugelen inderichtingvandetankzodathetwaterinde tanklooptalsudezevult.
3.Monteerdeslangadapterindesnelkoppeling (Figuur3).
4.Zetdeslangadaptervastdoordehendelsnaar deadaptertedraaienendehendelsvervolgens teborgenmetdeR-pennen(Figuur3).
5.Installeerdeanti-overloopslangviadegrote openingvandebeugelenophetgeribde uiteindevandeelleboogttingvan90°(Figuur
3).
Belangrijk:Umagdeslangnietverlengen
zodatdezeincontactkankomenmetde vloeistofindetank.
2

Deverenvanhet spuitboomscharnier controleren

Figuur3
1.Beugelvoor slangaansluiting
2.Schroefdraadopeningin detank
3.Flensbout(5/16"x¾")
4.Elleboogttingvan90°
2.Steekhetdraadeindevandeelleboogtting
van90°doordebeugelendraaihieropde
5.Snelkoppeling
6.Slangadapter
7.Anti-overloopslang
Geenonderdelenvereist
Procedure
Belangrijk:Alshetspuitsysteemwordtgebruikt
terwijldeverenvanhetspuitboomscharnierde verkeerdecompressiehebben,kandespuitboom schadeoplopen.Meetdeverenendraaiindien nodigdecontramoeraanomdeverensamente drukkentot3,96cm.
Despuitmachinewordtgeleverdmetde verlengstukkenvandespuitbomennaarvoren geklapt,omdemachinegemakkelijktekunnen
g001488
verzenden.Deverenzijnindefabriekniethelemaal vastgezetomdespuitbomenvoorvervoerindeze standtezetten.Voordatdemachineingebruikwordt genomen,moetdecompressievandeverencorrect wordeningesteld.
1.Umoetindiennodighetverpakkingsmateriaal verwijderenwaarmeederechter-ende linkerspuitboomtijdenshetvervoerzijn vastgezet.
2.Ondersteundespuitbomenalszijworden uitgeklaptindespuitstand.
16
3.Meetbijhetspuitboomscharnierdecompressie vandebovensteendeondersteverenalsde spuitbomenzijnuitgeklapt(Figuur4).
A.Alleverenmoetenzijnsamengedrukttot
3,96cm.
B.Indienditniethetgevalis,moetude
contramoeraandraaienomdeverensamen tedrukkentot3,96cm.
3

Meerinformatieoveruw product

Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1
Contactsleuteltje
1
Gebruikershandleiding
1
Gebruikershandleidingvandemotor
1
Onderdelencatalogus
1Instructiemateriaalvoordegebruiker
1Registratiekaart
1
Controlelijstvoorlevering
Procedure
1.Leesdehandleidingen.
Figuur4
1.Veervanhet
spuitboomscharnier
2.Contramoer
4.Herhaaldezeprocedurevoorelkeveeropbeide spuitboomscharnieren.
5.Zetdespuitbomenkruiselingsoverelkaarinde transportstand.ZieDetransporthoudervande
spuitbomengebruiken(bladz.32)voormeer
informatie.
3.Afmetingsamengedrukte veer–3,96cm
2.Bekijkhetinstructiemateriaalvoordegebruiker.
3.Vulderegistratiekaartinenstuurdezeopnaar
g035648
Toro.
4.Bewaarhetdocumentatiemateriaalopeen veiligeplaats.
17
Algemeenoverzicht vandemachine
Figuur5
1.Rolbeugel4.Klepverdelers7.Regelcilinderspuitboom10.Linkerspuitboom
2.Anti-overloopaansluiting5.Rechterspuitboom8.Mengdosisklep
3.Dekselvanchemicaliëntank6.Middelstespuitboom
9.Druklter
g033285
11.Brandstoftank
12.Parkeerrem
18
Figuur6
g033286
1.Rechterspuitboom
2.Transporthoudervanspuitbomen5.Bestuurdersstoel
3.Linkerspuitboom
4.Schoonwatertank
19
Bedieningsorganen
Figuur7
1.InfoCenter6.Schakelhendel11.Opwindknopvan
2.Schakelaarvoorde schuimmarkeerder (optioneel)
3.Drukmeter
4.Motorschakelaar
5.Schakelaarslinker-,mid­delsteenrechterspuitboom
7.Choke
8.Schakelaarvankoplampen13.Spuitdrukschakelaar18.Schakelaarsvoor
9.Differentieelvergrendeling14.Schakelaarvanspuitpomp19.Schakelaarvan
10.Schakelaarvansonische spuitboom(optioneel)
slanghaspel(optioneel)
12.Mengschakelaar
15.Spoeltankschakelaar (optioneel)
g204239
16.Begrenzerschakelaar (dosis)
17.Hoofdschakelaarvande spuitbomen
spuitboomlift
gas-/snelheidsblokkering
20
Gaspedaal
Hetgaspedaal(Figuur8)biedtdebestuurderde mogelijkheidderijsnelheidvandespuitmachinete regelen.Alsuhetpedaalintrapt,verhoogtude rijsnelheid.Alsuhetpedaallaatopkomen,vermindert desnelheidvandemachineenverlaagthettoerental vandemotornaarstationair.
Figuur8
VOORZICHTIG
Versletenofverkeerdafgestelderemmen kunnenlichamelijkletselveroorzaken.
Alsdevrijeslagvanderempedalentot devloervandespuitmachineminderdan 2,5cmbedraagt,moetenderemmenworden afgesteldofgerepareerd.
Parkeerrem
Deparkeerremwordtbediendmeteengrotehendel linksvandebestuurdersstoel(Figuur9).Stelde parkeerreminwerkingalsudebestuurdersstoelwilt verlatenteneindetevoorkomendatdemachineper ongelukinbewegingkomt.Omdeparkeerremin werkingtestellen,moetudehendelomhoogennaar achterentrekken.Omdeparkeerremvrijtezetten, moetudehendelnaarvorenenomlaagduwen.Als udemachineopeensteilehellingparkeert,moetu deparkeerreminwerkingstellenenblokjesachter dewielenplaatsenomtevoorkomendatdemachine dehellingafrolt.
g023035
1.Koppelingspedaal
2.Rempedaal
3.Gaspedaal
Koppelingspedaal
Drukhetkoppelingspedaalvolledigin(Figuur8)omte ontkoppelenalsudemotorstartofnaareenandere versnellingschakelt.Laathetpedaalsoepelopkomen alsuhebtgeschakeldomonnodigeslijtagevande versnellingenanderebijbehorendeonderdelente voorkomen.
Belangrijk:Houduwvoetvanhet
koppelingspedaaltijdenshetgebruik.U moethetkoppelingspedaalvollediglaten opkomenomdatdekoppelinganderszalslippen hetgeenverhittingenslijtageveroorzaakt. Gebruiknooithetkoppelingspedaalwanneeru hetvoertuigopeenhellinglaatstoppen.Hierdoor kanschadeaandekoppelingontstaan.
Rempedaal
Methetrempedaalkuntudemachinetotstilstand brengenofdesnelheidverminderen(Figuur8).
g023036
Figuur9
1.Parkeerremhendel
Heuvelassistentie
Deheuvelassistentievoorkomtdatdespuitmachine gaatrollenofschokkendoorhetgewichtvande spuitmachinetijdelijktegentehoudenopheuvelachtig terreinterwijluuwvoetvanhetrempedaalnaarhet gaspedaalverplaatst.Omdeheuvelassistentiein teschakelen,schakeltudekoppelinginendrukt uhetrempedaalkrachtigomlaag.Ophetmoment datdeheuvelassistentieisingeschakeld,wordthet heuvelassistentiepictogramweergegevenophet InfoCenter;ziedeSoftwaregidsvandeMultiPro1750 spuitmachine.Heuvelassistentiehoudthetgewicht vandemachinegedurende2secondentegennadat hetrempedaalisvrijgegeven.
21
Opmerking:Omdatdeheuvelassistentiede
spuitmachineslechtstijdelijktegenhoudt,magudeze functienietgebruikeninplaatsvandeparkeerrem.
Differentieelvergrendeling
Metdedifferentieelvergrendelingkuntudeachteras vergrendelenomdetractietevergroten.Ukunt dedifferentieelvergrendeling(Figuur7)inschakelen terwijldespuitmachineinbewegingis.Beweegde hendelnaarvorenennaarrechtsomdevergrendeling inteschakelen.
Opmerking:Mogelijkmoetudemachinenaar
vorenrijdenenhetstuurenigszinsdraaienomde differentieelvergrendelinginofuitteschakelen.
VOORZICHTIG
vorenomdelampenteontstekenennaarachteren omzetedoven.
Schakelaarvangas­/toerentalbegrenzer
AlsdeschakelhendelindeNEUTRAALSTANDstaat,kunt umetbehulpvanhetgaspedaalhetmotortoerental verhogen;vervolgensdruktudeschakelaaronder hetInfoCenternaarvorenomdemotoraftestellen opdattoerental.Ditisnoodzakelijkomchemicaliën temengenindestationairestandorvoorhetgebruik vanwerktuigenzoalsdehandspuitmachine(Figuur7).
Belangrijk:Deschakelaarwerktalleenalsde
schakelhendelindeNEUTRAALSTANDstaatende parkeerreminwerkingisgesteld.
Alsueenbochtmaaktmetingeschakelde differentieelgrendel,kuntudecontroleover demachineverliezen.
Schakeldedifferentieelvergrendelinguit alsuscherpebochtenmaaktofmeteen hogesnelheidwerkt;zieDekabelvande
differentieelvergrendelingafstellen(bladz.
54).
Chokehendel
Dechokehendeliseenkleineknopachterde schakelhendel(Figuur7).Omeenkoudemotorte starten,moetudechokeknopuittrekken.Nadatde motorisgestart,kuntumetbehulpvandechokede motorregelmatiglatenlopen.Zodraditmogelijkis,zet udechokeknopindestandUIT.Alsdemotorwarmis, hoeftdechokenietofnauwelijkstewordengebruikt.
Schakelhendel
Deschakelhendel(Figuur7)heeft5standen:3 snelhedenvooruit,NEUTRAALenACHTERUIT.Demotor startpasalsudeschakelhendelindeNEUTRAALST AND hebtgezet.
Contactschakelaar
Decontactschakelaar(Figuur7)heeft3standen: STOP,LOPENenST ART.Draaihetsleuteltjerechtsom naardestandSTARTomdemotortestartenenlaat hetsleuteltjelosnaardestandLOPENalsdemotoris gestart.DraaihetcontactsleuteltjeopSTOPomde motoraftezetten.
Schakelaarvankoplampen
Brandstofmeter
Debrandstofmeterbevindtzichbovenopdetank,op delinkerzijdevandemachineengeeftaanhoeveel brandstoferindetankzit.
Hoofdschakelaarvande spuitbomen
Dehoofdschakelaarvandespuitbomen(Figuur7) bevindtzichaandezijkantvandebedieningseenheid, rechtsvandebestuurder.Hiermeekuntustartenof stoppenmetspuiten.Drukopdeschakelaaromhet spuitsysteeminofuitteschakelen.
Schakelaarslinker-,middelsteen rechterspuitboom
Deschakelaarsvoordelinker-,middelste enrechterspuitboombevindenzichophet bedieningspaneel(Figuur7).Zetdeschakelaars naarvorenomdecorresponderendespuitboom inteschakelenennaarachterenomdezeuitte schakelen.Alsdeschakelaarisaangezet,brandt ereenlampjeopdeschakelaar.Dezeschakelaars kunnenuitsluitendwordengebruiktvoordebediening vanhetspuitsysteemalsdehoofdschakelaarvande spuitbomenisaangezet.
Pompschakelaar
Depompschakelaarbevindtzichophet bedieningspaneelaanderechterkantvande bestuurdersstoel(Figuur7).Zetdezeschakelaar naarvorenomdepompinwerkingtestellenofnaar achterenomdezeuitteschakelen.
Dekoplampenwordenbediendmetde tuimelschakelaar(Figuur7).Drukdeschakelaarnaar
Belangrijk:Depompschakelaarkanalleen
ingeschakeldwordenalsdemotorlaag
22
stationairloopt;zowordtvoorkomendatde pompaandrijvingschadeoploopt.
Schakelaarvoorgebruiksdosis
Deschakelaarvoordegebruiksdosisbevindtzich ophetbedieningspaneelaanderechterkantvande bestuurdersstoel(Figuur7).Umoetdeschakelaar naarvorendrukkeneningedrukthoudenomde drukinhetspuitsysteemteverhogenofnaar achterendrukkeneningedrukthoudenomdedruk teverminderen.
Begrenzerschakelaar(dosis)
Deregelschakelaarbevindtzichophet bedieningspaneelaanderechterkantvande bestuurdersstoel(Figuur7).Draaidesleutellinksom naardeVERGRENDELDEstandomdeschakelaarvoor degebruiksdosisteblokkeren;hiermeevoorkomtu datiemandperongelukdegebruiksdosisverandert. DraaidesleutelrechtsomnaardeONVERGRENDELDE standomdeschakelaarvoordegebruiksdosiste activeren.
1.Regelklepvoor gebruiksdosis
2.Mengklep
3.Hoofdklepvande spuitbomen
g204247
Figuur10
4.Vloeistofstroommeter
5.Spuitboomkleppen
Schakelaarsvoorspuitboomlift
Deliftschakelaarsvandespuitbomenbevindenzich ophetbedieningspaneelendienenomdelinkerof rechterspuitboomomhoogtebrengen.
Urenteller
Deurentellergeefthettotaleaantalurenaandatde motorinbedrijfisgeweest.Ditgetalzietuophet eersteschermvanhetInfoCenter.Deurentellergaat lopenzodrahetsleuteltjenaardestandLOPENis gedraaid.
Plaatsenvoorschakelaarvan schuimmarkeerder(optioneel)
Alsudeschuimmarkeerdersetinstalleert,voegtu methetoogopdebedieningervanschakelaarstoe aanhetbedieningspaneel.Despuitmachinewordt geleverdmetkunststofpluggenopdedesbetreffende plaatsen.
Hoofdklepvandespuitbomen
Dehoofdklepvandespuitbomen(Figuur10)regelt devloeistofstroomnaardevloeistofstroommeteren spuitboomkleppen.
Vloeistofstroommeter
Devloeistofstroommetermeetdedoorstroomhoeveel­heidvandevloeistofenstuurtdezeinformatienaar hetInfoCenter(Figuur10).
Omloopkleppenvanspuitbomen
Metdezekleppenkuntuderechter-,middelsteen linkerspuitboomin-ofuitschakelen(Figuur10).
Afsluiteromloopspuitboom
Deafsluitervandeomloopvandespuitbomen leidtdevloeistofstroomvooreenspuitboomnaar detankalsudespuitboomuitschakelt.Ukuntde omloopafstellenomervoortezorgendatdedruk vandespuitboomconstantblijft,ongeachthoeveel spuitbomenzijningeschakeld.ZieDeomloopklepvan
despuitboomhoofdschakelaarafstellen(bladz.36).
Regelklepvoorgebruiksdosis
Metdezeklep,diezichachterdetankbevindt(Figuur
10),regeltudehoeveelheidvloeistofdienaarde
spuitbomenmoetgaanofderetourdosisnaardetank.
Mengklep
Dezeklepbevindtzichachteraandetank(Figuur
10).Wanneerdemengeringeschakeldis,wordtde
vloeistofstroomdoordemengspuitdoppenindetank geleid.Wanneerdemengeruitgeschakeldis,wordt devloeistofstroomdoordepompaanzuiginggeleid.
23
Drukmeter
Dedrukmeterbevindtzichophetbedieningspaneel (Figuur7).Dezemetertoontdedrukvandevloeistof inhetsysteeminpsienkPa.
InfoCenterlcd-scherm
HetInfoCenterlcd-schermtoontinformatieover uwmachineenhetaccupack,zoalsdehuidige accuspanning,snelheid,diagnostischeinformatie, enz.(Figuur7).
RaadpleegvoormeerinformatiedeSoftwaregidsvan deMultiPro1750.
Mengdosisklep
Demengdosisklepdientomdevloeistofstroomnaar hetmengcircuitteverminderen.Zelevertextra vloeistofstroomnaardespuitbomen.
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnen
zondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Gewichtmetstandaard spuitsysteem,leeg,zonder bestuurder
Gewichtmetstandaard spuitsysteem,vol,zonder bestuurder
Maximaaltoelaatbaar totaalgewichtvanvoertuig(op horizontaaloppervlak)
Totalebreedtemetstandaard spuitsysteem
Totalehoogtemetstandaard spuitsysteem
Totalehoogtemetstandaard spuitsysteemtotdebovenkant vandespuitbomenalsdeze kruiselingszijningeklapt.
Totalebreedtemetstandaard spuitsysteemalsde spuitbomenkruiselings zijningeklapt
Afstandtotdegrond
Wielbasis155cm
Tankinhoud(inclusiefde5% overloopvolgensdeEuropese voorschriften)
953kg
1678kg
1814kg
343cm
191cm
246cm
178cm
14cm
662L

Werktuigen/accessoires

EriseenaantalgoedgekeurdeT orowerktuigenen accessoiresverkrijgbaaromdemogelijkhedenvan demachineuittebreiden.Neemcontactopmeteen erkendeservicedealerofverdeler.
OrigineleonderdelenvanT orozijndebeste waarborgvanuwinvesteringenvanhetoptimale prestatievermogenvanuwmaaimachine.Om debetrouwbaarheidteverzekerenlevertT oro reserveonderdelendievolledigvoldoenaande technischespecicatiesvanonzemachines.Eis daaromorigineleToroonderdelenvooreenzorgeloos gebruik.
24
Gebruiksaanwijzing
5.Plaatsdepeilstokweerstevigopzijnplaats.
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande machine.

Veiligheidvoorop

Leesaandachtigalleveiligheidsinstructiesen-stickers inhethoofdstukVeiligebediening.Metbehulpvan dezeinformatiekuntuvoorkomendatomstandersof uzelfletseloplopen.

Voordatumetdemachine gaatrijden

Motoroliepeilcontroleren

Hetcartervandemotorisindefabriekgevuldmet olie.Desondanksdientuhetoliepeiltecontroleren voordatudemotorvoordeeerstekeerstarten daarnanogeens.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Verwijderdepeilstokenveegdezeafmeteen schonedoek(Figuur11).
3.Steekdepeilstokindebuis.Leteropdatde peilstokervollediginschuift.Haaldepeilstok eruitencontroleerhetoliepeil.

Bandenspanningcontroleren

Umoetdebandenspanningomde8bedrijfsurenof dagelijkscontrolerenomerzekervantezijndatdeze correctis.Brengdebandenopeenspanningvan 1,38bar.Controleerdebandenookopslijtageof schade.

Brandstofbijvullen

GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstof uiterstontvlambaarenzeerexplosief.Brand ofexplosievanbrandstofkanbrandwonden bijuofanderenenmateriëleschade veroorzaken.
Vuldebrandstoftankindeopenlucht wanneerdemotorkoudis.Eventueel gemorstebrandstofopnemen.
Vuldebrandstoftanknooitalsdemachine ineengeslotenaanhangerstaat.
Vuldebrandstoftankniethelemaal.Vul debrandstoftanktotdathetpeil6mmtot 13mmvandeonderkantvandevulbuis staat.Dezegeeftdebrandstofindetank ruimteomuittezetten.
Figuur11
1.Dopvanvulbuis2.Peilstok
4.Alshetoliepeiltelaagis,moetudevuldop losmakenvanhetklepdeksel(Figuur1 1)en voldoendeoliebijvullentotdathetpeilde VOL-markeringopdepeilstokbereikt;zie
Motoroliepeilcontroleren(bladz.47)voorhet
juistetypeolieendeviscositeit.
Opmerking:Vuldeolielangzaambijen
controleerdaarbijveelvuldighetpeil.Niette volvullen.
Rooknooitalsumetbrandstofwerkten blijfuitdebuurtvanopenvuurofvonken diebrandstofdampenkunnenontsteken.
Brandstofineengoedgekeurdvatofblik enbuitenbereikvankinderenbewaren. Koopnooitmeerbrandstofdanuin 30dagenkuntopmaken.
Gebruikdemachineuitsluitendalshet completeuitlaatsysteemisgemonteerden
g023037
naarbehorenwerkt.
25
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenkantijdens hettankenstatischeelektriciteitworden ontladenwaardoorvonkenontstaandie brandstofdampentotontbrandingkunnen brengen.Brandofexplosievanbrandstofkan brandwondenbijuofanderenenmateriële schadeveroorzaken.
Zetbrandstofvatenaltijdopdegronden uitdebuurtvandemachinevoordatude tankbijvult.
Brandstofvatennietineenvoertuigof vrachtwagenofopaanhangervullen, omdatbekledingofkunststofbeplating hetvatkunnenisolerenendeafvoervan statischeladingkunnenbemoeilijken.
Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhet besteeenmachinemeteenbenzinemotor eerstvandevrachtwagenofaanhanger halenenbijtankenalsdemachinemetde wielenopdegrondstaat.
Alsditnietmogelijkis,verdienthetde voorkeurdergelijkemachinesopeen vrachtwagenofaanhangerbijtevullenuit eendraagbaarvat,nietmetbehulpvaneen vulpistoolvaneenpomp.
Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dient udevulpijpvoortdurendincontactmetde randvandebrandstoftankofdeopening vanhetvattehouden,totdathetbijvullen voltooidis.
Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud), loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
ETHANOL:Benzinemetmaximaal10%ethanol
(gasohol)of15%MTBE(methyl-tertiair-butylether) pervolumeisaanvaardbaar.EthanolenMTBEzijn niethetzelfde.Benzinemet15%ethanol(E15)per volumeisnietgeschiktvoorgebruik.Gebruiknooit benzinediemeerdan10%ethanolpervolume bevat,zoalsE15(bevat15%ethanol),E20(bevat 20%ethanol),ofE85(bevattot85%ethanol). Ongeschiktebenzinegebruikenkanleidentot verminderdeprestatiesen/ofmotorschadedie mogelijknietgedektwordtdoordegarantie.
Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
Indewintergeenbrandstofbewarenin
debrandstoftankofinvaten,tenzijueen brandstofstabilisatorgebruikt.
Mengnooitoliedoorbenzine.
Brandstoftankvullen
Deinhoudvandebrandstoftankisongeveer19liter.
Opmerking:Dedopvandebrandstoftankis
voorzienvaneenmeterdiehetbrandstofpeilaangeeft; controleerditgeregeld.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak,steldeparkeerreminwerking, schakeldemotoruitenverwijderhetsleuteltje.
2.Maakdeomgevingvandedopvande brandstoftankschoon(Figuur12).
g023038
Figuur12
1.Dopvanbrandstoftank2.Brandstofmeter
3.Verwijderdedopvandebrandstoftank.
4.Vuldebenzinetanktotongeveer2,5cmvanaf debovenkantvandetank(deonderkantvan devulbuis).
Opmerking:Dezeluchtgeeftdebrandstof
indetankruimteomuittezetten.Vulde brandstoftankniettevol.
5.Brengdebrandstofdopvastaanopdetank.
6.Neemgemorstebrandstofop.

Controlesuitvoerenvóór hetgebruik

Voerelkedagdevolgendecontrolesuitvoordatude spuitmachinegaatgebruiken:
Debandenspanningcontroleren.
Opmerking:Dezebandenzijnandersdan
autobanden:zijvereiseneenlagerespanning omcompactieenbeschadigingvandegrasmat tevoorkomen.
Controleerhetpeilvanallevloeistoffen.Indienhet
peiltelaagis,moetubijvullenmetdevereiste hoeveelheidvloeistofvolgensdespecicaties.
Controleerofhetrempedaalwerkt.
Controleerofdeverlichtingwerkt.
Draaihetstuurwielnaarlinksennaarrechtsom
destuurreactietecontroleren.
Controleeropolielekken,loszittendeonderdelen
enanderezichtbaregebreken.Zetdemotorafen wachttotdatallebewegendedelentotstilstand
26
gekomenzijnvoordatucontroleertopolielekken, losseonderdelenofanderegebreken.
Opmerking:Laatdemotornietlangetijd
stationairdraaien.
Indieneenvanbovengenoemdezakennietinorde is,moetudemonteurhiervanopdehoogtestellen ofcontactopnemenmetdebedrijfsleidingvoordat udiedagmetdespuitmachinegaatwerken.De bedrijfsleidingkanuverzoekendagelijksandere controlesuittevoeren.Vraagdaaromwatuwtaken zijn.

Gebruikvandemachine

Motorstarten

1.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,steekhet sleuteltjeinhetcontactendraaihetrechtsom naardestandLOPEN.
2.Drukhetkoppelingspedaalinenzetde schakelhendelindeNEUTRAALSTAND.
3.ZorgervoordatdepompschakelaaropUITstaat.
4.Alsdemotorkoudis,trektudechokeknop omhoog.
Belangrijk:Umagdechokenietgebruiken
alsdemotorwarmis.
5.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandST ART totdatdemotorstart.
Belangrijk:Houdhetsleuteltjenietlanger
dan10secondenindestandSTART.Alsde motorna10secondennietaanslaat,moet u1minuutwachten,voordatueennieuwe startpogingdoet.Probeerdemotorniette startendoordespuitmachineaanteduwen ofteslepen.
6.Alsdemotorisgestart,druktudechokeknop langzaamin.

Metdemachinerijden

1.Zetdeparkeerremvrij.
2.Drukhetkoppelingspedaalvolledigin.
3.Zetdeschakelhendelindeeersteversnelling.
4.Laathetkoppelingspedaallangzaamopkomen, terwijluhetgaspedaalintrapt.
5.Wanneerhetvoertuigvoldoendesnelheid heeft,haaltuuwvoetvanhetgaspedaal,trapt uhetkoppelingspedaalvolledigin,zetude schakelhendelindevolgendeversnellingenlaat uhetkoppelingspedaalomhoogkomen,terwijlu hetgaspedaalintrapt.Herhaaldezestappentot udejuistesnelheidheeftbereikt.
Belangrijk:Stophetvoertuigaltijdvoordat
uvaneenversnellingachteruitnaareen versnellingvooruitschakelt,ofandersom.
Gebruikdeonderstaandetabelomde rijsnelheidvanhetvoertuigtebepalenbijeen motortoerentalvan3.400tpm.
Overbren­ging
166,4:15,63,5
238,1:19,86,1
319,6:119,21 1,9
Achteruit80,7:14,72,9
Verhouding
Snelheid (km/u)
Snelheid (mijl/uur)
Opmerking:Wanneeruhetcontactsleuteltje
gedurendelangeretijdindestandAANlaat staan,zonderdemotortestarten,kandeaccu leeglopen.
Belangrijk:Probeerdemotorniettestarten
doorhetvoertuigaanteduwenofteslepen. Deaandrijijnkanhierdoorschadeoplopen.

Degasblokkeringinstellen

Opmerking:Omdegasblokkeringintestellen
moetendeparkeerremendespuitpompingeschakeld zijnendeschakelhendelindeNEUTRAALSTANDstaan.
1.Traphetgaspedaalintotdatuhetgewenste toerentalhebtbereikt.
2.Zetdegasblokkeringophetbedieningspaneel opAAN.
3.Omdegasblokkeringuitteschakelen,zetude schakelaarindestandUITofdruktuhetrem- ofkoppelingspedaalin.

Snelheidsblokkeringinstellen

Opmerking:Voordatdesnelheidsblokkeringwordt
ingesteld,moetuopdebestuurdersstoelzittenmet deparkeerremuit,depompaanendeschakelhendel indeversnelling.
1.Traphetgaspedaalintotdatuhetgewenste motortoerentalhebtbereikt.
2.Zetdesnelheidsblokkeringophet bedieningspaneelopAAN.
3.Omdesnelheidsblokkeringuitteschakelen,zet udeschakelaaropUITofdruktuhetrem-of koppelingspedaalin.

Demotorafzetten

1.Drukhetkoppelingspedaalinenschakelderem inomhetspuitsysteemtestoppen.
2.Trekdehendelvandeparkeerremomhoogen naarachterenomdeparkeerreminwerkingte stellen.
27
3.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALSTAND.
4.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandSTOP.
5.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactomte voorkomendatdemotorperongelukstart.

Eennieuwespuitmachine inrijden

Onderhoudsinterval:Nadeeerste100
bedrijfsuren—Omervoorte zorgendatdespuitmachinegoede prestatiesleverteneenlange levensduurheeft,moetudeeerste 100bedrijfsurendevolgende richtlijneninachtnemen:
Controleerregelmatighetpeilvandemotorolieen
devloeistoffenenletoptekenendieeropwijzen dateenonderdeelvandemachineoververhit raakt.
Naeenkoudestartmoetudemotorongeveer
15secondenwarmlatenworden,voordatu optrekt.
Omhetremsysteemteoptimaliseren,dientude
remmenalsvolgtinterijden:
1.Giet454literwaterindetank.
2.Rijdemachinenaareenopen,vlakterrein.
3.Rijmetdemachineopvollesnelheid.
4.Traphetrempedaalstevigin.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking,schakelde spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet sleuteltje.
2.Verwijderbovenaandespuittankdeborgclip waarmeedeslangttingbevestigdisaande groteslangvandebehuizingvandezuigkorf (Figuur13).
g033577
Figuur13
1.Zuigslang2.Borgclip
3.Verwijderdeslangendeslangttingvande behuizingvandezuigkorf(Figuur13).
4.Trekdezuigkorfuitzijnbehuizingindetank (Figuur14).
Opmerking:Brengdemachineineen
rechtelijntotstilstandzonderdewielente blokkeren.
5.Wacht1minuuttotderemmenafgekoeld zijn.
6.Herhaalstap3tot59keer.
Laatdemotorniet'razen'.
Varieerdesnelheidvandemachinetijdenshet
gebruik.Vermijdsnelstartenenstoppen.
ZiehethoofdstukOnderhoud(bladz.41)voor
bijzonderecontrolesoprustigemomenten.

Deingebruiknamevande spuitmachinevoorbereiden

Zuigkorfreinigen

Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Zuigkorfreinigen. Reinigdezuigkorf(aanzuiglter) (vakerbijgebruikvanbevochtigbaar poeder).
g033578
Figuur14
1.Schermklep2.Zuigkorf
5.Reinigdezuigkorfmetschoonwater.
Belangrijk:Vervangdezuigkorfalsdeze
beschadigdisofnietgoedkanworden gereinigd.
6.Plaatsdezuigkorfinhethuistotdatdezegoed opzijnplaatszit.
7.Lijndeslangendeslangttinguitmetde behuizingvandekorfbovenaandetanken bevestigdettingendebehuizingmetde borgclipdieuverwijderdhebtinstap2.
28
Druklterreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Druklterreinigen. Reinighetdruklter(vakerbij gebruikvanbevochtigbaarpoeder).
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking,schakelde spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet sleuteltje.
2.Plaatseenopvangbakonderhetdruklter (Figuur15).
Opmerking:Zorgdathetlterelementstevig
indelterkopzit.
9.Maakdebakhandmatigvastopdelterkop (Figuur15).
10.Monteerdeaftapdopopdettingonderaande bakendraaidedophandmatigvast(Figuur15).
Spuitdoplterreinigen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking,schakelde spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet sleuteltje.
2.NeemdespuitdopuitdehouderFiguur16
Figuur15
1.Filterkop
2.Pakking(bak)5.Aftapdop
3.Filterelement6.Bak
4.Pakking(aftapplug)
3.Draaideaftapdoplinksomenneemzevande bakvanhetdruklter(Figuur15).
Opmerking:Laatdebakvolledigleeglopen.
4.Draaidebaklinksomenverwijderdelterkop (Figuur15).
5.Verwijderhetdruklterelement(Figuur15).
6.Reinighetlterelementmetschoonwater.
Belangrijk:Vervanghetlteralsdit
beschadigdisofnietgrondigkanworden gereinigd.
7.Controleerdepakkingvoordeaftapplug(inde bak)endepakkingvoordebak(indelterkop) opschadeenslijtage(Figuur15).
g033293
g209504
Figuur16
1.Spuitdophouder3.Spuitdop
2.Spuitdoplter
3.Verwijderhetspuitdoplter(Figuur16).
4.Reinighetspuitdopltermetschoonwater.
Belangrijk:Vervangdezuigkorfalsdeze
beschadigdisofnietgoedkanworden gereinigd.
5.Monteerhetspuitdoplter(Figuur16).
Opmerking:Verzekerdathetltergoedop
zijnplaatszit.
6.Monteerdespuitdopopdespuitdophouder (Figuur16).
Belangrijk:Vervangbeschadigdeof
versletenpakkingenvoordeplug,debakof beide.
8.Monteerhetdruklterelementindelterkop (Figuur15).

Detankbandencontroleren

Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerde tankbanden.
29
Belangrijk:Debevestigingenvandetankbanden
tevastaandraaienkanvervormingen beschadigingvandetankenbandenveroorzaken.
1.Vuldehoofdtankmetwater.
2.Controleerofudetankbandenopdetankkunt bewegen(Figuur17).
Figuur17
1.Achterstetankband4.Voorstetankband
2.Bout5.Voorkantvanmachine
3.Flensborgmoer
3.Alsdetankbandentelosomdetankheenzitten, draaidandeensborgmoerenendebouten bovenaandebandenaantotdebandengelijk komenmethetoppervlakvandetank(Figuur
17).
Opmerking:Zetdebandenvandetankniet
tevast.

Bedieningengebruikvan despuitmachine

OpdeMultiProspuitmachinetegebruiken,moet ueerstdespuittankvullen.Vervolgensspuitude oplossingophetwerkgebiedenalsudaarmeeklaar bent,reinigtudetank.Voerdezedriestappen achtereenvolgensuitomschadeaandespuitmachine tevoorkomen.Zokuntubeterchemischestoffenniet 'savondsindetankgietenenmengenenpasde volgendeochtendgaanspuiten.Hierdoorbestaatde kansdatdechemischestoffenwordengescheiden, hetgeenschadekantoebrengenaandeonderdelen vandespuitmachine.
VOORZICHTIG
Chemischestoffenzijngevaarlijkenkunnen lichamelijkletselveroorzaken.
Leesdeaanwijzingenophetfabrieksetiket voordatugaatwerkenmetchemische stoffen,enneemalleaanbevelingenen voorzorgsmaatregelenvandefabrikantin acht.
Zorgervoordatuwhuidnietincontact komtmetchemischestoffen.Alsdittoch gebeurt,moetudedesbetreffendeplek grondigafspoelenmetzeepenschoon water.
Draageenveiligheidsbrilofandere beschermendeuitrustingvolgensde aanbevelingenvandefabrikantvande
g028263
chemischestoffen.
DeMultiProspuitmachineheefteenhoge duurzaamheid,zodatdezedeverwachtelevensduur garandeert.Omspecialeredenenzijnop verscheideneplaatsenopuwspuitmachine verschillendematerialengebruiktomditdoelte verwezenlijken.Helaasbestaatergeenenkele materiaaldatperfectisvoorallevoorzienbare spuitwerkzaamheden.
Sommigechemischestoffenzijnagressieverdan andereenelkechemischestofreageertandersmet verschillendematerialen.Eenaantalvastestoffen (zoalsbevochtigbaarpoeder,houtskool)heefteen sterkerschurendewerkingenveroorzaaktmeerdan normaleslijtage.Alseenchemischestofverkrijgbaar isineensamenstellingdiedelevensduurvande spuitmachineverlengt,adviserenwijudezete gebruiken.
Verdermoetunatuurlijkaltijduwspuitmachinena gebruikgrondigreinigen.Ditbiedtdebestegarantie vooreenlangdurigenprobleemloosgebruikvande spuitmachine.

Differentieelvergrendeling gebruiken

Dedifferentieelvergrendelingvergrootdetractie vandespuitmachinedoordeachterwielente vergrendelen,zodatnietéénwielkangaanslippen. Ditkangoedvanpaskomenwanneeruzware ladingenmoetvervoerenopnatgras,gladde oppervlakken,hellingenofzanderigterrein.Udient echteringedachtentehoudendatdezeextratractie slechtsbedoeldisvoortijdelijkofbeperktgebruik.Het isgeenvervangingvoordeveiligheidsmaatregelen tenaanzienvansteilehellingenenzwareladingendie hiervooraandeordezijngeweest.
30
Dedifferentieelvergrendelingzorgtervoordatde achterwielenmetdezelfdesnelheiddraaien.Wanneer udedifferentieelvergrendelinggebruikt,wordthet vermogenomscherpebochtentemakenietsbeperkt enkanhetgazonwordenbeschadigd.Gebruikde differentieelvergrendelingalleenwanneerhetnodig is,bijlagesnelhedenenalleenindeeersteoftweede versnelling.
WAARSCHUWING
Alsdespuitmachineopeenhellingomslaatof gaatrollen,kanditernstigletselveroorzaken.
Deextratractiediede differentieelvergrendelingbiedt,kan genoegzijnomuingevaarlijkesituaties tebrengen,zoalsoprijdenvanhellingen dietesteilzijnomtedraaien.Weesextra voorzichtigalsuwerktmetingeschakelde differentieelvergrendeling,vooralopsteile hellingen.
Alsdedifferentieelvergrendelingis ingeschakeldterwijlumeteenhoge snelheideenscherpebochtmaakt,en hetbinnensteachterwielvandegrond komt,kuntudecontroleoverhetvoertuig verliezen,waarbijdekansbestaatdatde spuitmachinegaatslippen.Gebruikde differentieelvergrendelinguitsluitendbij lagesnelheden.

Deschoonwatertankvullen

Vuldeschoonwatertankaltijdmetschoonwater voordatugaatwerkenmetchemischestoffen.
Deschoonwatertankbevindtzichlinksvande rolbeugel.Dezebevatschoonwater,waarmee uuwogen,uwhuidandereoppervlakkenkunt schoonspoelenalsdezeperongelukincontactzijn gekomenmetchemischestoffen.
Omdetapkraanvandewatertankteopenen,moetu dehendelopdekraandraaien.

Spuittankvullen

Monteerdevoormengsetvoorchemischestoffenals uoptimalemengprestatieswenstendeexternetank zoschoonmogelijkwilthouden.
Belangrijk:Controleerofdejuistegebruiksdosis
isingesteldvóórhetvullenvandetankmet chemischestoffen.
1.Parkeerdespuitmachineopeenhorizontaal oppervlak,zetdeschakelhendelinde
NEUTRAALSTAND,zetdemotorafenstelde
parkeerreminwerking.
2.Controleerofdeaftapklepvandetankgesloten is.
3.Bepaalhoeveelwaterumoetmengenmetde hoeveelheidvandechemischestoffendieu nodighebtvolgensdevoorschriftenvande fabrikantvandechemischestoffen.
4.Openhetdekselvandespuittank.
Opmerking:Hettankdekselbevindtzich
middenopdetank.Omditteopenen,moet udevoorstehelftvanhetdekselnaarlinks draaienenopenklappen.Ukuntdezeefaan debinnenzijdeverwijderenomdezetereinigen. Omdetankaftesluiten,moetuhetdeksel dichtdoenendevoorstehelftvanhetdeksel naarrechtsdraaien.
5.Gietongeveer¾vandebenodigde hoeveelheidwaterindespuittankviade anti-overloopaansluiting.
Belangrijk:Umoetdetankaltijdvullenmet
schoonwater.Gietnooitconcentraatineen legetank.
6.Startdemotorenzetdepompschakelaarop AAN.
7.Traphetgaspedaalvollediginenzetde gasblokkeringopAAN.
8.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomenop UIT.
9.ZetdemengklepopAAN.
10.Voegdecorrectehoeveelheidhetchemische concentraattoeindetankvolgensdeinstructies vandefabrikant.
Belangrijk:Alsueenbevochtigbaarpoeder
gebruiktzondervolledigemenging,moetu ditmeteenkleinehoeveelheidwatertoteen dikkemassamengenvoordatudittoevoegt.
11.Gietderestvanhetwaterindetank.
Belangrijk:Dechemischestoffendieugebruikt,
moetengeschiktzijnvoorViton fabrieksetiket;ditmoetaangevenofdechemische stoffengeschiktzijn).Chemischestoffendieniet geschiktzijnvoorViton indespuitmachineaantastenwaardoorlekkage ontstaat.
TM
,zullendeO-ringen
TM
(raadpleeghet

Despuitbomenbedienen

Metdeschakelaarsvandespuitboomliftophet bedieningspaneelvandespuitmachinekuntu despuitbomenindeTRANSPORTST ANDofinde
SPUITSTANDzettenzonderdatudebestuurdersstoel
hoeftteverlaten.Hetverdientaanbevelingde
31
spuitbomenindegewenstestandtezettenterwijlde machinestilstaat.

Despuitbomenverstellen

1.Stopdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
hebbenendemotorhogerdanstationairlaten lopen.Alsuhetvoertuigtotstilstandbrengtmaar hetmengsysteemwensttegebruiken:stelde parkeerreminwerking,zetdepompaan,drukhet gaspedaalvollediginenzetdegasblokkeringop AAN.
2.Laatdespuitbomenzakkenmetbehulpvande liftschakelaarsvandespuitbomen.
Opmerking:Wachttotdatdespuitbomen
volledigzijnuitgeklaptindeSPUITSTAND.
3.Alsdespuitbomenmoetenwordeningeklapt, dientudemachinetelatenstoppenopeen horizontaaloppervlak.
4.Brengdespuitbomenmetdeliftschakelaars omhoogtotdatzijgeheelkruiselingsoverelkaar indetransportstandindetransporthouder zijngezetendehefcilindersvolledigzijn teruggetrokken.
Belangrijk:Tervoorkomingvanschade
aandecilindervandeactuatorsvande spuitbomen,moetuervoorzorgendat deactuatorsvóórtransportvolledigzijn ingetrokken.

Detransporthoudervande spuitbomengebruiken

Despuitmachineheefteentransporthoudervoorde spuitbomendieisvoorzienvaneenuniekebeveiliging. AlsdespuitbomenindeTRANSPORTSTANDstaan enperongelukinaanrakingkomenmeteenlaag overhangendobject,kunnenzijuitdetransporthouder wordengedrukt.Inditgevalkomendespuitbomen ineenbijnahorizontalestandopdeachterkantvan demachineterusten.Hoeweldespuitbomenhierbij geenschadeoplopen,dienenzijonmiddellijkte wordenteruggeplaatstindetransporthouder.
Belangrijk:Despuitbomenkunnen
beschadigdrakenalszijnietkruiselings wordengetransporteerdindetransporthouder.
Omdespuitbomenterugteplaatseninde transporthouder,moetudezeneerlateninde
SPUITSTANDenvervolgensweeromhoogbrengenin
deTRANSPORTSTAND.Zorgervoordatdecilinders vandespuitbomenvolledigzijnteruggetrokkenom beschadigingvandeactuatorstangtevoorkomen.
Opmerking:Dezeproceduregaatervanuitdat
depompingeschakeldisnaaraanleidingvande procedureBedieningengebruikvandespuitmachine
(bladz.30).
1.Brengdespuitbomenomlaag.
2.Zet,terwijldehoofdschakelaarvan despuitbomenopUITstaat,de3 spuitboomschakelaarsopAAN.
3.Vervolgensrijdtunaarhetperceelwaarumoet spuiten.
4.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomenop AANomtebeginnenmetspuiten.
Opmerking:HetInfoCentertoontde
spuitbomendieaanhetsproeienzijn.
Opmerking:Alsdetankbijnaleegis,kanhet
mengenleidentotschuimvormingindetank. Zetdemengklepuitomdittevoorkomen.Als alternatiefkuntuookeenantischuimmiddelin detankgebruiken.
5.Gebruikdedosisschakelaaromdedosiste wijzigenenintestellen.
6.Alsuklaarbentmetspuiten,zetude hoofdschakelaarvandespuitbomenopUITom allespuitbomenuitteschakelen.Daarnazetu depompschakelaaropUIT.

Spuittips

Overlapgeenstukkenwaarueerderhebt
gespoten.
Controleerofergeenspuitdoppenzijnverstopt.
Vervangversletenofbeschadigdespuitdoppen.
Schakelmetdehoofdschakelaardespuitbomen
uitvoordatudespuitmachinetotstilstandbrengt. Nadatudemachinetotstilstandhebtgebracht, moetudeschakelhendelindeNEUTRAALST AND zettenenmetdesnelheidsblokkeringinde neutraalstanddemotoroptoerenhouden,zodat hetmengenblijftdoorgaan.

Spuiten

Belangrijk:Omervoortezorgendatdeoplossing
goedgemengdblijft,moetudemengfunctie gebruikenalsereenoplossingindetankzit. Omtemengen,moetudepompingeschakeld
Uverkrijgtbetereresultatenalsdespuitmachinein
bewegingiswanneerudespuitbomeninschakelt.
Letopveranderingenindegebruiksdosisdie
kunnenaangevendatuwsnelheidtehoogisvoor hetbereikvandespuitdoppenofdaterproblemen zijnmethetspuitsysteem.
32

Devloeistofstroomvande spuitmachinekalibreren

Voordatudespuitmachinevoorheteerstgebruikt,als udespuitdoppenvervangt,ofalsditomeenandere redennodigis,dientudevloeistofstroomvande spuitmachinetekalibreren
Benodigdhedendoordebestuurderverstrekt:
Stopwatchdieop±1/10vaneenseconde nauwkeurigkanmeteneneenopvangbekermeteen schaalverdelingin50ml.
5.Wanneerdeopvangtestdehoeveelheden indeonderstaandetabeloplevert,zetude controleknopvandedosisindeVERGRENDELDE stand.
6.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomenuit.

Devloeistofstroomvande spuitmachinekalibreren

1.GainhetInfoCenternaarhetkalibratiemenuen selecteerFLOWCALalsvolgt:

Dekalibratievande vloeistofstroomvande spuitmachinevoorbereiden

1.Vuldespuittankvandespuitmachinemet schoonwater.
Opmerking:Zorgdatergenoegwaterinde
tankisomdekalibratietevoltooien.
2.Steldeparkeerreminwerkingenstartdemotor.
3.ZetdepompschakelaaropAANenzetde mengschakelaaropaan.
4.Drukhetgaspedaalintotuhetmaximale toerentalbereiktenzetdegasblokkeringop AAN.

Eenopvangtestuitvoeren

1.Zetde3afzonderlijkeschakelaarsende hoofdschakelaarvandespuitbomenopAAN.
2.Zetdecontroleknop(vergrendelingvande dosis)indeONTGRENDELDEstand.
3.Bereiduvooropeenopvangtestmetde opvangbekermetschaalverdeling.
4.Beginbij2,76barengebruikde gebruiksdosisschakelaaromdespuitdruk aantepassentoteenopvangtestde hoeveelhedenindetabelhieronderoplevert.
Opmerking:Voerdetest3keeruitenneem
hetgemiddelde.
KleurspuitdopMilliliter
Geel
Rood37812,8
Bruin47316,0
Grijs
Wit
Blauw94632,0
Groen
opgevangenin 15seconden
1896,4
56719,2
757
141948,0
Ounces opgevangenin 15seconden
25,6
Opmerking:Ukuntopelkmomenthet
pictogramvanhethoofdschermselecterenom dekalibratiesteannuleren.
A.Druktweemaalopdemiddelste
selectieknopvanhetInfoCenteromnaar demenu'stegaan.
B.Ganaarhetkalibratiemenudoorde
rechterselectieknopvanhetInfoCenterin tedrukken.
C.SelecteerFLOWCALendrukopde
rechterselectieknopvanhetInfoCenter.
D.Inhetvolgendeschermvoertude
gekendehoeveelheidwaterindieuitde spuitbomenzalwordengesproeidvoor dekalibratieprocedure;raadpleegde onderstaandetabel.
E.Drukopderechterselectieknopvanhet
InfoCenter.
2.Gebruikdesymbolen(+)en(-)omhet vloeistofvolumeintevoerenvolgensde onderstaandetabel:
KleurspuitdopLiterAmerikaanse
Geel
Rood8322
Bruin10628
Grijs
Wit16744
Blauw208
Groen
4211
12533
31483
gallons
55
3.Schakeldehoofdschakelaarvandespuitbomen 5minutenlangin.
Opmerking:T erwijldemachinespuit,zalhet
InfoCenterdegemetenhoeveelheidvloeistof weergeven.
4.Laatdespuitmachinevijfminutendraaienen vinkhetvakjeafdoordemiddelsteknopvanhet InfoCenterintedrukken.
33
Opmerking:Hetisnietergalsde
hoeveelheiddietijdenshetkalibratieproces wordtweergegevennietovereenstemtmet degekendehoeveelheidwaterdieuinhet InfoCenterhebtingevoerd.
5.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomen na5minutenuitenselecteerhetvinkjeinhet InfoCenter.
Opmerking:Dekalibratieisnuvoltooid.

Deomloopkleppenvande spuitbomenkalibreren

Voordatudespuitmachinevoorheteerstgebruikt,als udespuitdoppenvervangt,ofalsditomeenandere redennodigis,dientudeomloopvandespuitbomen tekalibreren.
Belangrijk:Kieseenopenenvlakterreinom
dezeprocedureuittevoeren.

Desnelheidvande spuitmachinekalibreren

Voordatudespuitmachinevoorheteerstgebruikt, alsudespuitdoppenvervangt,ofalsditomeen andereredennodigis,dientudesnelheidvande spuitmachinetekalibreren.
1.Vuldetankmetschoonwater.
2.Duidopeenopen,vlakterreineenafstandvan 45tot152maan.
Opmerking:T orobeveeltaanomeen
afstandvan152metertemarkerenvooreen nauwkeurigerresultaat.
3.Startdemotorenrijnaarhetbeginvande aangeduidezone.
Opmerking:Zethetmiddenvandevoorste
wielenpreciesbovendestartlijnvoorhetmeest nauwkeurigeresultaat.
4.GainhetInfoCenternaarhetkalibratiemenuen selecteerSPEEDCAL.
Opmerking:Ukuntopelkmomenthet
pictogramvanhethoofdschermselecterenom dekalibratiesteannuleren.

Dekalibratievande omloopkleppenvande spuitbomenvoorbereiden

1.Vuldespuittanktotdehelftmetschoonwater.
2.Laatdespuitbomenzakken.
3.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALSTANDen steldeparkeerreminwerking.
4.Zetde3spuitboomschakelaarsopAAN,maar laatdehoofdschakelaarvandespuitbomenuit.
5.ZetdepompschakelaaropAANenzetde mengschakelaaropaan.
6.Drukhetgaspedaalintotuhetmaximale toerentalbereiktenzetdegasblokkeringop AAN.
7.GainhetInfoCenternaarhetkalibratiemenuen selecteerTESTSPEED.
Opmerking:Ukuntopelkmomenthet
pictogramvanhethoofdschermselecterenom dekalibratieteannuleren.
8.Gebruikdesymbolen(+)en(-)omeen testsnelheidvan5,6km/uintevoeren enselecteerdanhetpictogramvanhet hoofdscherm.
5.Selecteerdevolgendepijl(→)inhetInfoCenter.
6.Gebruikdesymbolen(+)en(-)omde gemarkeerdeafstandintevoereninhet InfoCenter.
7.Schakeldemachineineersteversnellingen rijdegemarkeerdeafstandmetvolgasineen rechtelijn.
8.Stopdemachineopdegemarkeerdeafstanden selecteerhetvinkjeinhetInfoCenter.
Opmerking:Vertraagenstopmethetmidden
vandevoorwielenpreciesopdelijnvoorhet meestnauwkeurigeresultaat.
Opmerking:Dekalibratieisnuvoltooid.
9.Zetdecontroleschakelaar(vergrendelingvan gebruiksdosis)indeONTGRENDELDEstandenzet dehoofdschakelaarvandespuitbomenopAAN.

Deomloopkleppenafstellen.

1.Stelmetbehulpvandeschakelaarde gebruiksdosisinaandehandvande onderstaandetabel.
Kleur spuitdop
Geel159l/ha
Rood
Bruin
Grijs478l/ha
Wit
34
SI(metrisch)
319l/ha
394l/ha
637l/ha
Engels
17gpa0,39gpk
34gpa0,78gpk
42gpa0,96gpk
51gpa1,17gpk
68gpa1,56gpk
Turf
Blauw
Groen1.190l/ha
2.Schakeldelinkerspuitboomuitenstelde omloopknopvandespuitboom(Figuur18) zodanigindatdedrukmeterdeeerder gewijzigdewaardeaangeeft(doorgaans 2,75bar).
796l/ha
85gpa1,95gpk
127gpa2,91gpk
Opmerking:Denummeraanduidingenvan
deomloopknopennaalddienenenkelter referentie.
g214029
Figuur19
Figuur18
1.Stelknoppenvanspuitboomomloop
3.Schakeldelinkerspuitboominende rechterspuitboomuit.
4.Steldeomloopknopvanderechterspuitboom (Figuur18)zodanigindatdedrukmeterde eerdergewijzigdewaardeaangeeft(doorgaans 2,75bar).
5.Schakelderechterspuitboominendemiddelste spuitboomuit.
6.Steldeomloopknopvandemiddelstespuitboom (Figuur18)zodanigindatdedrukmeterde eerdergewijzigdewaardeaangeeft(doorgaans 2,75bar).
7.Zetdespuitbomenaf.
8.Zetdepompuit.
Opmerking:Dekalibratieisnuvoltooid.
1.Open
2.Gesloten(0)
3.Tussenstand

Demengomloopklep kalibreren

g028047
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
Kieseenopenenvlakterreinomdezeprocedureuit tevoeren.
1.Vuldespuittankvandespuitmachinemet schoonwater.
2.Ganaofdemengregelklepopenis.Alsdeze aangepastis,opentuzenuvolledig.
3.Steldeparkeerreminwerkingenstartdemotor.
4.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALSTAND.
5.ZetdepompschakelaaropAAN.
6.Drukhetgaspedaalinzodatdemotorhet maximaletoerentalbereiktenschakelde gasblokkeringin.
7.Zetde3spuitboomkleppenindestandUIT.
8.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomenop AAN.
9.SteldesysteemdrukinopMAXIMUM.
10.ZetdemengschakelaaropUITenleesdestand vandedrukmeteraf.

Knopstandvan mengomloopklep

Demengomloopklepstaathelemaalopenzoals
getoondinFiguur19A.
Demengomloopklepstaatgesloten(0)zoals
getoondinFiguur19B.
Demengomloopklepstaatineentussenstand
(naargelangdedrukmetervanhetspuitsysteem) zoalsgetoondinFiguur19C.
Alsdestand6,9barblijft,isde
mengomloopklepjuistgekalibreerd.
Alsdedrukmetereenanderestandaangeeft,
gaatudoormetdevolgendestap.
11.Steldemengomloopklep(Figuur20)achteraan demengklepintotdedrukmeter6,9bar aangeeft.
35
Figuur20
g028049
Figuur21
g216323
1.Mengomloopklep
12.DrukdepompschakelaarnaardestandUIT, zetdegashendelopST ATIONAIRendraaide contactschakelaarnaardestandUIT.
2.Omloopvanspuitboom­hoofdschakelaar

Deomloopklepvande spuitboomhoofdschakelaar afstellen

Opmerking:Steldeomloopklepvande
spuitboomhoofdschakelaarafomdevloeistofstroom dienaardemengdoppenindetankwordtgeleidte verkleinenofvergrotenwanneerdehoofdschakelaar vandespuitbomenopUITstaat.
1.Vuldespuittanktotdehelftmetschoonwater.
2.Rijdemachinenaareenopen,vlakterrein.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALSTAND.
5.ZetdepompschakelaaropAAN.
6.ZetdemengschakelaaropAAN.
7.Zetdehoofdschakelaarvandespuitbomenop UIT.
8.Verhooghetmotortoerentalnaarvolgasenzet degasblokkeringopAAN.
9.Steldeomloophendelvandespuitboomhoofd­schakelaarafomtebepaleninwelkematede inhoudvandetankgemengdwordt(Figuur20).
10.Verlaagdegasinstellingnaarstationair.
11.Zetdemengschakelaarendepompschakelaar opUIT.
12.Schakeldemachineuit.

Demachinetransporteren

Gebruikeenoprijplaatvanvolledigebreedtebij
hetladenvandemachineopeenaanhangerof vrachtwagen.
Maakdemachinestevigvast.

Transportvande spuitmachine

Omdemachineovergroteafstandenteverplaatsen moetueenaanhangergebruiken.
Zetdemachinegoedvastopdeaanhanger.
–Gebruikhetbevestigingspuntaandevoorkant
vanhetframe,zieFiguur22A.
–Gebruikde2bevestigingspuntenaande
achterkantvanhetframe,zieFiguur22B.
Zorgerookvoordatdebuitenstespuitbomen
vastgebondenzijnenstevigvastzitten.

Locatievandespuitpomp

Despuitpompbevindtzichonderdestoel(Figuur21).
36
Aanbevelingenvoor spuitlter

Eenzuigkorfkiezen

Standaarduitrusting;zuigkorf50mesh(blauw)
Gebruikdezuigkorftabelomnategaanwelkgaas udienttegebruikenvooruwspuitdoppenopbasis vanchemischeproductenofoplossingenmeteen viscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Zuigkorftabel
Figuur22
1.Voorstebevestigingspunt2.Achterste bevestigingspunten

Despuitmachineslepen

Innoodgevallenmagdespuitmachineovereen korteafstandwordengesleept.Ditmagechterniet regelmatigwordengedaan.
WAARSCHUWING
Kleurcodespuit­dop(doorstroom­hoeveelheid)
Geel(0,2gpm)
Rood(0,4gpm)
Bruin(0,5gpm)50(of30)Blauw(ofgroen)
Grijs(0,6gpm)
g216272
Wit(0,8gpm)
Blauw(1,0gpm)
Groen(1,5gpm)
*Degaasgroottevandezuigkorvenindezetabelgaat
uitvanchemischeproductenofoplossingenmeteen
viscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Groottevangaas*
50Blauw
50Blauw
30
30
30
30
Kleurcodevan lter
Groen
Groen
Groen
Groen
Belangrijk:Alsuchemicaliënmeteen
hogereviscositeit(dikker)ofoplossingenmet bevochtigbarepoedersgebruikt,dientumogelijk eengaasmetgrotereopeningentegebruikenvoor deoptionelezuigkorf;zieFiguur23.
Alsudemachinebijeentehogesnelheid sleept,kuntudecontroleoverhetstuur verliezen.Ditkanletselveroorzaken.
Sleepdespuitmachinenooitsnellerdan8km peruur.
Demachinemoetwordengesleeptdoor2personen. Alsudemachineovereengroteafstandmoet verplaatsen,moetudezevervoerenopeen vrachtwagenofeenaanhanger;zieTransportvande
spuitmachine(bladz.36).
1.Bevestigeensleepkabelaanhetchassis.
2.ZetdeschakelhendelindeNEUTRAALSTANDen
zetdeparkeerremvrij.
3.Sleepdemachinenietsnellerdan8kmperuur.
37
vanchemischeproductenofoplossingenmeteen viscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Tabelvandruklter
Figuur23
Gaasgrootte–viscositeitchemischproductofoplossing
1.Chemicaliënof
oplossingenmethogere viscositeit
2.Chemicaliënof
oplossingenmetkleinere viscositeit
3.Groottevangaas
Wanneerumeteenhogeregebruiksdosisspuit, overweegdaneengrotergaasvoordeoptionele zuigkorf;zieFiguur24.
Kleurcodespuit­dop(doorstroom­hoeveelheid)
Zoalsvereist voorchemicaliën ofoplossingen metlage viscositeitofkleine gebruiksdosissen
Geel(0,2gpm)
g214212
Rood(0,4gpm)
Bruin(0,5gpm)
Grijs(0,6gpm)
Wit(0,8gpm)
Blauw(1,0gpm)
Groen(1,5gpm)
Zoalsvereist voorchemicaliën ofoplossingen methoge viscositeitofgrote gebruiksdosissen
Zoalsvereist voorchemicaliën ofoplossingen methoge viscositeitofgrote gebruiksdosissen
*Degaasgroottevandedrukltersindezetabelgaat uitvanchemischeproductenofoplossingenmeteen
viscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Groottevangaas*
100
80
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
30Rood
16Bruin
Kleurcodevan lter
Groen
Geel
Figuur24
Groottevangaas–gebruiksdosis
1.Groteregebruiksdosis3.Groottevangaas
2.Kleineregebruiksdosis
Eendruklterkiezen
Enkeleleverbareschermgroottes:
Standaarduitrusting;zuigkorf50mesh(blauw)
Gebruikdedrukltertabelomnategaanwelkgaas udienttegebruikenvooruwspuitdoppenopbasis
Belangrijk:Alsuchemicaliënmeteen
hogereviscositeit(dikker)ofoplossingenmet bevochtigbarepoedersgebruikt,dientumogelijk eengaasmetgrotereopeningentegebruikenvoor hetoptioneledruklter;zieFiguur25.
g214214
38
Gebruikdespuitdopltertabelomnategaanwelk gaasudienttegebruikenvooruwspuitdoppenop basisvanchemischeproductenofoplossingenmet eenviscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Tabelspuitdoplter
Figuur25
Gaasgrootte–viscositeitchemischproductofoplossing
1.Chemicaliënof
oplossingenmethogere viscositeit
2.Chemicaliënof
oplossingenmetkleinere viscositeit
3.Groottevangaas
Wanneerumeteenhogeregebruiksdosisspuit, overweegdaneengrotergaasvoorhetoptionele druklter;zieFiguur26.
g214211
Kleurcodespuit­dop(doorstroom­hoeveelheid)
Geel(0,2gpm)
Rood(0,4gpm)
Bruin(0,5gpm)
Grijs(0,6gpm)
Wit(0,8gpm)
Blauw(1,0gpm)
Groen(1,5gpm)
*Degaasgroottevandespuitdopltersindezetabelgaat
uitvanchemischeproductenofoplossingenmeteen
viscositeitgelijkwaardigmetdievanwater.
Groottevan ltergaas*
100
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
50Blauw
Kleurcodevan lter
Groen
Belangrijk:Alsuchemicaliënmeteen
hogereviscositeit(dikker)ofoplossingenmet bevochtigbarepoedersgebruikt,dientumogelijk eengaasmetgrotereopeningentegebruikenvoor hetoptionelespuitdoplter;zieFiguur27.
Figuur26
Groottevangaas–gebruiksdosis
1.Groteregebruiksdosis3.Groottevangaas
2.Kleineregebruiksdosis
Eenspuitdoplterkiezen (optioneel)
Opmerking:Gebruikeenoptioneelspuitdoplter
omdekopvandespuitdoptebeschermenende levensduurervanteverlengen.
g214240
g214246
Figuur27
Gaasgrootte–viscositeitchemischproductofoplossing
1.Chemicaliënof oplossingenmethogere viscositeit
2.Chemicaliënof oplossingenmetkleinere viscositeit
3.Groottevangaas
Wanneerumeteenhogeregebruiksdosisspuit, overweegdaneengrotergaasvoorhetspuitdoplter; zieFiguur28.
39
Figuur28
Groottevangaas–gebruiksdosis
1.Groteregebruiksdosis3.Groottevangaas
2.Kleineregebruiksdosis
g214245
40
Onderhoud
Opmerking:Downloadhetschemagratisopwww.Toro.com;ukuntuwmachinezoekenviadelink
Handleidingenopdehoofdpagina. Voorbijkomendeinformatieoverhetspuitsysteem,raadpleegtuhetschemavanhetspuitsysteeminSchema's
(bladz.78).
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste8bedrijfsuren
Nadeeerste50bedrijfsuren
Nadeeerste100
Bijelkgebruikofdagelijks
Omde50bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
•Draaidewielmoerenaan.
•Hydraulischltervervangen.
•Demotorolieverversen.
•Hetluchtltervoordekoolstofhouderinspecteren.
•Vervanghetltervandekoolstofhouder.
•Omervoortezorgendatdespuitmachinegoedeprestatiesleverteneenlange
bedrijfsuren
levensduurheeft,moetudeeerste100bedrijfsurendevolgenderichtlijnenin achtnemen:
•Zuigkorfreinigen.
•Druklterreinigen.
•Controleerdetankbanden.
•Hetroterendemotorschermcontroleren.
•Hetmotoroliepeilcontroleren.
•Debandenspanningcontroleren.
•Smeerdepomp.
•Schuimelementvanluchtlterreinigenenmetoliebestrijken(vakerinstofge,vuile omstandigheden).
•Controleerdeaansluitingenvandeaccukabels.
•Hetaccuzuurpeilcontroleren.
•Vetinallesmeernippelsspuiten.
•Spuitboomscharnierensmeren.
•Hetroterendemotorschermreinigen(vakerinstofge,vuileomstandigheden).
•Demotorolieverversen(vakerwanneerdemotoronderzwarebelastingofbijhoge temperaturenmoetwerken).
•Hetmotorolieltervervangen.
•Brandstofltervervangen.
•Draaidewielmoerenaan.
•Conditieenafslijtingvandebandencontroleren.
•T oespoorvanvoorwielcontroleren.
•Deremmencontroleren
•Vervanghetpapierenlterelement(vakerinstofge,vuileomstandigheden).
•Bougiesvervangen.
•Hetluchtltervoordekoolstofhouderinspecteren.
•Vervanghetltervandekoolstofhouder.
Omde200bedrijfsuren
•Kabelvandedifferentieelvergrendelingafstellen.
•Deparkeerremcontroleren.
•Transaxle-olie/Hydraulischevloeistofcontroleren.
•Controlerenofalleslangenenaansluitingeningoedestaatverkerenengoedzijn bevestigd.
•Devloeistofstroommeterreinigen(vakerbijgebruikvanbevochtigbaarpoeder).
41
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Omde400bedrijfsuren
•Verrichtallejaarlijkseonderhoudsproceduresdiestaanvermeldinde gebruikershandleidingvandemotor.
•Brandstoeidingencontroleren.
•Brandstoftankaftappenenreinigen.
•Dezuigkorfvervangen.
•Hetdrukltervervangen.
•Controleerdepompmembranenenvervangindiennodig(neemcontactopmeteen erkendeT oroservicedealer).
•Controleerdeafsluitkleppenvandepompenvervangindiennodig(neemcontact opmeteenerkendeT oroservicedealer).
•Denylondraaibussencontroleren.
Omde800bedrijfsuren
Jaarlijks
•Transaxle-olie/Hydraulischevloeistofverversenenzeefschoonmaken.
•Hydraulischltervervangen.
•Demengomloopklepkalibreren.
Raadpleegdegebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.

Controlelijstvoordagelijksonderhoud

Kopieerdezepaginatenbehoevevangebruikbijroutinecontroles.
Gecontroleerditem
Werkingvanremenparkeerrem controleren.
Werkingvanschakelinrichting/neutraal­standcontroleren.
Brandstofpeilcontroleren.
Controleerhetmotoroliepeil.
Hettransaxle-oliepeilcontroleren.
Luchtltercontroleren.
Koelribbenvandemotorcontroleren.
Controlerenofmotorongewonegeluiden maakt.
Controlerenopongewonegeluiden tijdenshetgebruik.
Debandenspanningcontroleren.
Controlerenoplekkages.
Werkingvaninstrumentencontroleren.
Werkingvanhetgaspedaalcontroleren.
Zuigkorfreinigen.
Toespoorcontroleren.
Vetinallesmeernippelsspuiten.
Beschadigdelakbijwerken.
1
Voorweekvan:
Ma.Di.Wo.Do.Vr.Za.Zo.
1
Onmiddellijknaelkewasbeurt,ongeachthetvoorgeschreveninterval
42

Aantekeningvoorspecialeaandachtsgebieden

Controleuitgevoerddoor:
ItemDatum
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstart waardooruenandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Informatie
Haalhetsleuteltjeuithetcontactenmaakdebougiekabel(s)losvoordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoertaandemachine.Drukdekabel(s)opzij,zodatdezeniet onbedoeldcontactkan(kunnen)makenmetdebougie(s).
Figuur29
decal133-0382
43
Procedures voorafgaandeaan onderhoud

Despuitmachineomhoog brengen

Alsudemotorlaatlopenomroutine­onderhoudswerkzaamhedenuittevoerenen/ demotortetesten,moetendeachterwielenvan demachinezich2,5cmbovendegrondbevinden, waarbijdeachterasmoetsteunenopdesteunpunten vandekrik.
GEVAAR
Eenopgekriktemachinekanwankelstaanen vandekrikglijdenwaardooriemanddiezich onderdemachinebevindt,letselkanoplopen
Startdemotornietalsdemachineis opgekrikt.
Haalaltijdhetsleuteltjeuithetcontact, voordatuvandemachinestapt.
Blokkeerdewielenalsdemachineis opgekrikt.
Hetkrikpuntaandevoorzijdevandemachinebevindt zichonderdevoorstedwarsstang(Figuur30).Het krikpuntaandeachterkantvandemachinebevindt zichophetsteunpuntvanhetachterframe,achterde achterstebevestigingspunten(Figuur30).
g028108
Figuur30
1.Krikpuntaandevoorzijde2.Achterste bevestigingspunten
44
Smering

Demachinesmeren

Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)—Vetinallesmeernippels spuiten.
Typevet:Nr.2vetoplithiumbasis
ZieFiguur31voordeplaatsvandesmeernippels.
g216324
Figuur31
1.Veegdesmeernippeleerstschoonzodater geenvuilinhetlagerofdebuswordtgedrukt.
2.Pompvetinhetlagerofdelagerbus.
3.Veegovertolligvetweg.

Depompvandeveldspuit smeren

Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren—Smeer
depomp.
Typesmeermiddel:MobilXHP461
1.Zetdespuitmachineopkriksteunen;zieDe
spuitmachineomhoogbrengen(bladz.44).
2.Ganaardespuitpomp.
Opmerking:Depompbevindtzichonderde
stoel;zieLocatievandespuitpomp(bladz.36).
g216476
g216325
Figuur32
1.Smeernippel(aande buitenkantvande spuitpomp)
2.Smeernippel(aande achterkantvande spuitpomp)
4.Pompvetindeuitwendigesmeernippels(Figuur
32AenFiguur32B).
5.Veegovertolligvetweg.
3.Voorkantvandemachine
3.Veegde2uitwendigesmeernippelsschoon (Figuur32AenFiguur32B).
45
Spuitboomscharnieren
Onderhoudmotor
smeren
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
Belangrijk:Alshetspuitboomscharnieris
afgespoeldmetwater,moetalhetwaterenvuil vanhetscharnierwordenverwijderdenmoetu hetscharnieropnieuwmetvetsmeren.
Typevet:Nr.2vetoplithiumbasis
1.Veegdesmeernippelsschoonzodatergeen ongerechtighedenkunnenbinnendringeninhet lagerofdelagerbus.
2.Pompvetinhetlagerofdelagerbusbijelke smeernippel(Figuur33).

Hetluchtinlaatrooster controleren

Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks—Het
roterendemotorschermcontroleren.
Omde100bedrijfsuren—Hetroterende motorschermreinigen(vakerinstofge,vuile omstandigheden).
Indiennodigdientuhetluchtinlaatroosteropde voorkantvandemotorvóórelkgebruikofdagelijkste controlerenentereinigen.
Onderhoudvanhet luchtlter
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren/Jaarlijks
(houdhierbijdekortsteperiode aan)(vakerinstofge,vuile omstandigheden).
Omde200bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij dekortsteperiodeaan)(vakerinstofge,vuile omstandigheden).
Figuur33
1.Smeernippel
3.Veegovertolligvetweg.
4.Herhaaldezeprocedurebijalledraaiarmenvan despuitbomen.
Schuim-enpapierelement verwijderen
1.Steldeparkeerreminwerking,schakelde pompuit,zetdemotorafenverwijderhet
g002014
contactsleuteltje.
2.Maakdevergrendelingopdeachterzijdevande bestuurdersstoellosenklapdezenaarvoren.
3.Maakdeomgevingvanhetluchtlterschoon omtevoorkomendatvuilindemotorkomten schadeveroorzaakt(Figuur34).
46
1.Luchtlterdeksel5.Schuimelement
2.Knop6.Papierelement
3.Dekselmoer
4.Kap
Figuur34
7.Rubberenafdichting
8.Basisvanhetluchtlter
Papierelementcontroleren
Controleerhetpapierelementopscheuren,een vettigoppervlak,beschadigingenvanderubberen afdichting,overmatigvuilofandereschade(Figuur
36).Alsueenvandezezakenconstateert,moetu
hetltervervangen.
Belangrijk:Reinighetpapierelementnooitmet
persluchtofvloeistoffenzoalsoplosmiddel, benzineofkerosine.
g001980
g001982
Figuur36
4.Draaideknopopluchtlterdeksellosen verwijderhetdeksel(Figuur34).
5.Schuifhetschuimelementvoorzichtigvanhet papierelementaf(Figuur34).
6.Dekselmoerlosdraaienendekselenpapierlter verwijderen(Figuur34).
Schuimelementreinigen
1.Washetschuimlterinwarmwatermetvloeibare zeep.
2.Alshetelementschoonis,moetuhetgrondig uitspoelen.
3.Schuimlterineenschonedoekwikkelenen droogknijpen.
4.Giet30tot59mlolieophetlterelement(Figuur
35).
Belangrijk:Vervanghetschuimelementals
hetgescheurdofversletenis.
1.Papierelement
2.Rubberenafdichting
Belangrijk:Laatdemotornooitlopenzonderdat
hetcompleteluchtltergemonteerdis,anderskan demotorbeschadigdraken.
Schuimelementenpapierelement installeren
1.Schuifhetschuimelementvoorzichtigophet papierelement(Figuur34).
2.Schuifhetcompletelterophetlangedraadeind.
3.Draaivervolgenshetdekselmoermetdehand vasttegenhetdekselaan(Figuur34).
Opmerking:Derubberenafdichtingmoetvlak
tegendebodemvanhetluchtlterenhetdeksel aanliggen.
4.Monteerhetluchtlterdekselendeknop(Figuur
34).
5.Klapdestoelterugenvergrendeldeze.
Figuur35
1.Schuimelement2.Olie
5.Knijpinhetlteromdeolieteverdelen.

Motoroliepeilcontroleren

Decarterinhoudis2,0litermetlter.
Gebruikhoogwaardigemotoroliediemoet beantwoordenaandevolgendespecicaties:
VereisteonderhoudsclassicatievanAPI:SJ,JK,
SLofhoger.
g001981
Aanbevolenolie:SAE10W30(boven-18°C)
Alternatieveolie:SAE5W30(beneden0°C)
ToroPremiummotorolieisverkrijgbaarbijuwdealer meteenviscositeitvan10W-30of5W-30.Ziede Onderdelencatalogusvoordeonderdeelnummers.
47
Motoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Omde400bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij dekortsteperiodeaan)
Hetcartervandemotorisindefabriekgevuldmet olie.Desondanksdientuhetoliepeiltecontroleren voordatudemotorvoordeeerstekeerstarten daarnanogeens.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Verwijderdepeilstokenveegdezeafmeteen schonedoek(Figuur37).Steekdepeilstokin debuis.Leteropdatdepeilstokervolledigin schuift.Haaldepeilstokeruitencontroleerhet oliepeil.
VOORZICHTIG
Deonderdelenonderdestoelzullenheet zijnalsdespuitmachineingebruikis geweest.Ukuntzichverbrandenalsu heteonderdelenaanraakt.
Laatdemachineafkoelenvoordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoertof onderdelenonderdemotorkapaanraakt.
4.Plaatseenopvangbakonderdeaftapplug.
5.Verwijderdeaftapplug(Figuur38).
Figuur37
1.Dopvanvulbuis2.Peilstok
3.Alshetoliepeiltelaagis,moetudevuldop losmakenvanhetklepdeksel(Figuur37)en voldoendeoliebijvullentotdathetpeilde Vol-markeringopdepeilstokbereikt.Vuldeolie langzaambijencontroleerdaarbijveelvuldighet peil.Niettevolvullen.
4.Plaatsdepeilstokweerstevigopzijnplaats.
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50
bedrijfsuren—Demotorolie verversen.
Omde100bedrijfsuren—Demotorolie verversen(vakerwanneerdemotoronder zwarebelastingofbijhogetemperaturenmoet werken).
1.Startdemotorenlaatdeze5minutenlopen. Warmeoliekanbeterwordenafgetapt.
2.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking,schakelde spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet sleuteltje.
3.Maakdevergrendelingopdeachterzijdevande bestuurdersstoellosenklapdezenaarvoren.
g023037
g023045
Figuur38
1.Olielter2.Olieaftapplug
6.Alsalleolieisafgetapt,plaatstudeaftapplug terugenzetudezevastmet13,6N·m.
7.Geefdeoudeolieafbijeenerkend inzamelcentrum.
8.Gietca.80%vandegespeciceerde hoeveelheidolielangzaamindevulbuis(Figuur
37).
9.Controleerhetoliepeil.
10.Gietlangzaamextraoliebijtotdathetoliepeilde VOL-markeringopdepeilstokbereikt.
Belangrijk:Hetcarternooittevolvullen
metolie.Hierdoorkandemotorworden beschadigd.
Hetmotorolieltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
1.Laatdeolieuitdemotorlopen;raadpleeg
Motorolieverversen(bladz.48),stap1tot7.
2.Verwijderhetolielter(Figuur38).
3.Veeghetoppervlakvandepakkingvoorhet ltertussenstukschoon.
48
4.Smeereendunlaagjeschoneolieopde rubberenpakkingvanhetnieuwelter.
5.Plaatshetnieuwelterophetltertussenstuk. Draaihetolielterrechtsomtotdatderubberen pakkingcontactmaaktmethetltertussenstuk. Draaihetltervervolgensnogeens½slag (Figuur38).
6.Vulhetcartermethetjuistetypenieuweolie; zieMotorolieverversen(bladz.48),stappen8 totenmet10.
7.Hetgebruikteolielterafgevenbijeenerkende inzamelplaats.

Bougiesvervangen

Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren
g001985
Figuur39
1.Bougiekabel2.Bougie
Type:ChampionRC-12YC(ofequivalenttype)
Elektrodenafstand:0,76mm
Controleerofdeelektrodenafstandcorrectisvoordatu debougiesmonteert.Gebruikeenbougiesleutelvoor het(de)monterenvandebougieseneenvoelermaat voorhetmetenenafstellenvandeelektrodenafstand.
Bougiesverwijderen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking,schakelde spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet sleuteltje.
2.Maakdevergrendelingopdeachterzijdevande bestuurdersstoellosenklapdezenaarvoren.
3.Maakdekabelslosvandebougies(Figuur39).
4.Maakdeomgevingvandebougieschoonom tevoorkomendatervuilindemotorkomt,wat beschadigingkanveroorzaken.
5.Verwijderdebougiesendemetalen pakkingringen.
Bougiescontroleren
1.Bekijkdebinnenkantvandebougies(Figuur
40).
Opmerking:Alsdeisolatorlichtbruinofgrijs
is,werktdemotornaarbehoren.Eenzwarte laagopdeisolatorduidtmeestalopeenvuil luchtlter.
Belangrijk:Bougiesnooitschoonmaken.
Bougiesaltijdvervangenbijeenzwartelaag opdebougie,versletenelektroden,een vettigelaagopdebougieofscheuren.
2.Controleerdeafstandtussendecentrale elektrodeendemassa-elektrode(Figuur40)en verbuigdemassa-elektrodealsdeafstandniet correctis.
Figuur40
1.Centraleelektrodemet
isolator
2.Massa-elektrode
3.Elektrodenafstand(nietop
Bougiesmonteren
1.Monteerdebougiesendemetalen pakkingringen.
2.Haaldebougiesaanmet24,4tot29,8N·m.
49
g000533
schaalweergegeven)
3.Drukdebougiekabelsopdebougies(Figuur39).
4.Klapdestoelterugenvergrendeldeze.
Onderhoud brandstofsysteem
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Brandstofltervervangen.
Omde400bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij dekortsteperiodeaan)—Brandstoeidingen controleren.
1.Steldeparkeerreminwerking,schakelde pompuit,zetdemotorafenverwijderhet contactsleuteltje.
2.Maakdevergrendelingopdeachterzijdevande bestuurdersstoellosenklapdezenaarvoren.
3.Klemdeslangenafaanbeidezijdenvanhet brandstoflteromtevoorkomendaterbenzine uitdeslangenstroomtalsuhetlterverwijdert.
4.Plaatseenopvangbakonderhetlter.
5.Drukdeuiteindenvandeslangklemmennaar elkaartoeenschuifzewegvanhetlter(Figuur
41).
6.Trekhetlteruitdebrandstofslangen.
Figuur41
1.Slangklem
2.Brandstofslang
7.Monteereennieuwlterenschuifde slangklemmenterugtotdichtbijhetlter.
Zorgervoordatdepijlvoordestroomrichting naardemotorwijst.
3.Filter
4.Pijlvoorstroomrichting
g001986
50
Onderhouduitvoerenaan
Brandstofaftappenuitde
devandekoolstofhouder
Hetluchtltervoorde koolstofhouderinspecteren
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50bedrijfsuren
Omde200bedrijfsuren
Inspecteerdeopeningonderaanhetluchtltervoorde koolstofhouderenzorgervoordatdezevrijisvanvuil enverstopping(Figuur42).
brandstoftank
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)
Alshetbrandstofsysteemvervuildraaktofalsude machinevoorlangeretijdwiltstallen,moetude brandstoftankaftappenenreinigen.Gebruikverse, schonebrandstofomdetankuittespoelen.
1.Brengdebrandstofmeteensifonpompover vanuitdetanknaareengoedgekeurdvatofblik ofverwijderdetankvandemachineengietde brandstofvanuitdetankoverinhetvatofblik.
Opmerking:Alsudebrandstoftankverwijdert,
moetueerstdebrandstof-enretourslangenvan detanklosmaken.
2.Vervanghetbrandstoflter;zieBrandstoflter
vervangen(bladz.50).
3.Spoeldebrandstoftankindiennodigommet verse,schonebrandstof.
4.Plaatsdetankterugalsudezehebtverwijderd.
Figuur42
1.Openingvanluchtlter4.Koolstofhouder
2.Koolstofhouderlter5.Brandstoftank
3.Slang
Hetltervandekoolstofhouder vervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50bedrijfsuren
Omde200bedrijfsuren
1.Verwijderdegeribdeaansluitingvanhet koolstofhouderltervandeslangonderaande koolstofhouder.Verwijderhetlter(Figuur42).
5.Vuldebrandstoftankmetverse,schone brandstof.
g033149
Opmerking:Gooihetoudelterweg.
2.Steekdegeribdeaansluitingvanhetnieuwe koolstofhouderlterhelemaalindeslang onderaandekoolstofhouder.
51
Onderhoudelektrisch systeem

Dezekeringenzoeken

Erzijn2zekeringenen1legesleufinhet elektrischesysteem.Dezebevindenzichonderde bestuurdersstoel(Figuur43).
Figuur43
1.Accu2.Zekeringhouders
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdworden verbonden,kanditschadeaande spuitmachineendekabelstotgevolg hebbenenvonkenveroorzaken. Hierdoorkunnenaccugassentot ontplofngkomenenlichamelijkletsel veroorzaken.
Maakaltijdeerstdeminkabel(zwart) vandeacculosvoordatudepluskabel (rood)losmaakt.
Sluitaltijddepluskabel(rood)van deaccuaanvoordatudeminkabel (zwart)aansluit.
WAARSCHUWING
Accupolenofmetalengereedschappen kunnenkortsluitingmakenmetmetalen
g023046
onderdelenvandemachine,waardoor vonkenkunnenontstaan.Hierdoor kunnenaccugassentotontplofng komenenlichamelijkletselveroorzaken.

Onderhoudvandeaccu

Belangrijk:Startdemachinenietmetstartkabels
ofaccuklemmen.
Houddeaccualtijdschoonenvollediggeladen. Gebruikeentissueomdeaccuendeaccubakschoon temaken.Alsdeaccupolenzijngeoxideerd,moetu dezeschoonmakenmeteenoplossingvanvierdelen waterenééndeelzuiveringszout.Brengeenlaagje vetopdeaccupolenaanomcorrosietevoorkomen.
Accuspanning:12V ,280A,koudestartbij-18°C
Accuverwijderen
1.Plaatsdespuitmachineopeenhorizontaal oppervlak,steldeparkeerreminwerking, schakeldespuitpompuit,zetdemotorafen verwijderhetsleuteltje.
2.Deaccubevindtzichaanderechterzijdevande machine,achterdepomp(Figuur43).
3.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool.
Zorgervoordatbijhetverwijderenof installerenvandeaccudeaccupolen nietinaanrakingkomenmetmetalen onderdelenvandemachine.
Voorkomdatmetalengereedschappen kortsluitingveroorzakentussende accupolenenmetalenonderdelenvan demachine.
Zorgervoordatdeaccuhouderaltijd opzijnplaatszitomdeaccute beschermenenvasttezetten.
4.Maakdepluskabel(rood)losvandeaccupool.
5.Verwijderdeaccuhouderenbevestigingen (Figuur43).
6.Verwijderdeaccu.
Accumonteren
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsu-
ren—Controleerdeaansluitingen vandeaccukabels.
1.Plaatsdeaccuindeaccubakenzorgervoordat deaccupolennaardevoorzijdevandemachine wijzen.
2.Monteerdeaccuhouderenzetdezevastmet debevestigingendieueerderhebtverwijderd (Figuur43).
52
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccuhouder
altijdopzijnplaatszitomdeaccute beschermenenvasttezetten.
3.Sluitdepluskabel(rood)aanopdepluspool (+)vandeaccuendeminkabel(zwart)op deminpool(–)vandeaccumetbehulpvan deboutenendevleugelmoeren.Schuifhet rubberenkapjeoverdepluspoolvandeaccu heen.
4.Monteerhetaccudekselenzetditgoedvastmet de2knoppen(Figuur43).
Zuurpeilcontroleren
overanderedelenvandemachine.Dit kanernstigecorrosieenbeschadiging veroorzaken.
Accuopladen
WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassen dietotontplofngkunnenkomen.
Rooknooitindebuurtvandeaccuenzorg ervoordatergeenvonkenofvlammenvlakbij deaccukomen.
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren
Opmerking:Alsdemachineisgestald,moethet
zuurpeilvandebatterijomde30dagenworden gecontroleerd.
1.Draaideknoppenaanbeidezijdenvande accubaklosenverwijderhetaccudeksel(Figuur
43).
2.Verwijderdevuldoppen.Alshetzuurpeil benedendevulmarkeringstaat,moetubijvullen metdevereistehoeveelheidgedistilleerdwater; zieAccubijvullenmetwater(bladz.53).
GEVAAR
Accuzuurbevatzwavelzuur;ditiseen dodelijkgifdaternstigebrandwonden veroorzaakt.
Voorkomdatuaccuzuurinslikt,en vermijdelkcontactmethuid,ogenof kleding.Draageenveiligheidsbrilen rubberhandschoenenomuwogenen handentebeschermen.
Vuldeaccualleenbijopplaatsen waarschoonwateraanwezigisom indiennodiguwhuidaftespoelen.
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijd
vollediggeladenis(soortelijkgewicht1.260).Dit isvooralbelangrijkombeschadigingvandeaccu tevoorkomenbijtemperaturenonder0°C.
1.Verwijderdeaccuvanhetchassis;zieAccu
verwijderen(bladz.52).
2.Controleerhetpeilvanhetaccuzuur;zie
Zuurpeilcontroleren(bladz.53).
3.Sluiteenacculadervan3tot4Aaanopde accupolen.Laaddeaccuopgedurende4tot 8uurbij3-4A(12V).
Belangrijk:Deaccunietteveropladen.
4.Monteerdeaccuinhetchassis;zieAccu
monteren(bladz.52).
Opslagvandeaccu
Alsudemachinelangerdan30dagengaatopslaan, moetudeaccuverwijderenenvolledigopladen.U moetdeaccuapartopslaanofinhetvoertuiglaten zitten.Deaccukabelsmogennietaangeslotenzijn opdeaccualsudezeinhetvoertuiglaatzitten.Sla deaccuopineenkoeleomgevingomtevoorkomen datdebatterijsnelontlaadt.Omtevoorkomendatde accubevriest,moetdezevolledigzijnopgeladen.
Accubijvullenmetwater
Ukuntdeaccuhetbestbijvullenmetgedistilleerd watervoordatudemachinegaatgebruiken.Het watervermengtzichdangoedmethetaccuzuur.
1.Maakdebovenkantvandeaccuschoonmet eentissue.
2.Verwijderdevuldoppenvandeaccuengiet langzaamgedistilleerdwaterinelkeceltotdat hetpeiltotaandeVol-streepstaat.Plaatsde vuldoppenterug.
Belangrijk:Laatdeaccuniettevolworden.
Erzaldanaccuzuurnaarbuitenstromen
53
Onderhoud aandrijfsysteem

Dewielenenbanden controleren

Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks—De
bandenspanningcontroleren.
Nadeeerste8bedrijfsuren—Draaide wielmoerenaan.
Omde100bedrijfsuren—Draaidewielmoeren aan.
Omde100bedrijfsuren—Conditieenafslijting vandebandencontroleren.
Umoetdebandenspanningomde8bedrijfsurenof dagelijkscontrolerenomerzekervantezijndatdeze correctis.Brengdebandenopeenspanningvan 1,38bar.Controleerdebandenookopslijtageof schade.
Controleernadeeerste8bedrijfsurenendaarna omde100bedrijfsurenofdewielenstevigzijn gemonteerd.Draaideboutenenmoerenvastmet 102tot108N·m.
Umoetdebandenminstensomde100bedrijfsuren controleren.Ongelukkentijdenswerkzaamheden, zoalseenbotsingtegeneentrottoirrand,kunnen eenbandofeenvelgbeschadigenentevensde wieluitlijningverstoren.Daarommoetunaeen ongelukdetoestandvandebandencontroleren.

Dekabelvande differentieelvergrendeling afstellen

Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren
Figuur44
1.Kabeldifferentieelvergren­deling
2.Transaxlebeugel
3.Steldecontramoerenzoafdatereenopening
van0,25tot1,5mmontstaattussende veerhaakendebuitenkantvanhetgatinde transaxlehendel.
4.Draaidecontramoerenvastalsuklaarbent.
3.Veer
4.Openingvan0,25tot 1,5mm

Toespoorvanvoorwielen afstellen

Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)
Hettoespoormoet0tot6mmzijn.
1.Vuldetankmetongeveer331literwater.
2.Controleerdebandenenbrengzeopspanning; zieBandenspanningcontroleren(bladz.25).
g002425
1.Zetdehendelvandedifferentieelvergrendeling opUIT.
2.Draaidecontramoerenloswaarmeedekabel vandedifferentieelvergrendelingvastzitaande beugelopdetransaxle(Figuur44).
3.Umoetdespuitmachineeenpaarkeernaar vorenenachterenlatenrijdenomdeA-armen teontspannen;daarnamoetudemachine minstens3mvooruitlatenrijden.
4.Meetterhoogtevandeasdeafstandtussende voorwielenaandevoorkantendeachterkant vandewielen(Figuur45).
Opmerking:Uheefteenhulpmiddelof
uitlijnmaatnodigomdeafstandaande achterkantvandevoorwielenterhoogtevande astemeten.Gebruikditookomdeafstandaan devoorkantvandevoorwielenterhoogtevan deastemeten(Figuur45).
54
Devoorkantvandewielenmoet0tot6mm dichterbijstaandandeachterkantvande voorwielen.
Figuur45
Onderhoudenremmen

Remvloeistofpeil controleren

Hetreservoirvoorderemvloeistofisindefabriek gevuldmetDOT3-remvloeistof.Controleerelkedag hetremvloeistofpeilvoordatudemotorstart.
g002006
1.Hart-op-hart-afstand– achterkantwielen
2.Hart-op-hart-afstand– voorkantwielen
3.Middellijnvanas6.15cm
5.Alsdezeafstandbuitenhetgespeciceerde
bereikvalt,moetudecontramoerenaanbeide uiteindenvandetrekstangenlosdraaien(Figuur
46).
1.Contramoer2.Spoorstang
4.Spanklem
5.Afstandmiddellijnvanas
Figuur46
g023047
Figuur47
1.Reservoirvoorremvloeistof
1.Parkeerdespuitmachineopeenhorizontaal oppervlak,steldeparkeerreminwerking, schakeldepompuit,zetdemotorafen verwijderhetsleuteltjeuithetcontact.
2.HetvloeistofpeilmoettotaandeVOL-markering ophetreservoirstaan.
3.Alshetvloeistofpeiltelaagis,moetude
g002007
omgevingvandedopvanhetreservoirreinigen, dedopverwijderenenhetreservoirvullentot hetcorrecteniveau.Niettevolvullen.
6.Draaiaanbeidespoorstangenomdevoorzijde vanhetwielnaarbinnenofnaarbuitente draaien.
Opmerking:Despoorstangenmoeten
dezelfdelengtehebben.
7.Draaidecontramoerenvandespoorstangweer vastalsdeafstellingcorrectis.
8.Zorgervoordathetstuurinbeiderichtingen volledigkanuitslaan.

Deremmencontroleren

Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
Deremmenzijnvanessentieelbelangvooreenveilig gebruikvandespuitmachine.Deremmenwordenals volgtgecontroleerd:
Deremschoenenopslijtageofbeschadigingen
controleren.Alsdediktevanderemvoering (remblok)minderdan1,6mmis,moetende remschoenenwordenvervangen.
Deankerplaatenandereonderdelencontroleren
optekenenvanovermatigeslijtageofvervorming. Alseenonderdeelisvervormd,moetditdooreen geschiktonderdeelwordenvervangen.
55

Parkeerremafstellen

Onderhoudhydraulisch
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren—De
parkeerremcontroleren.
1.Verwijderdeplastichandgreep.
2.Draaidestelschroefloswaarmeedeknopis bevestigdaandeparkeerremhendel(Figuur48).
Figuur48
1.Parkeerremhendel
3.Draaiaandeknoptotdateenkrachtvan18tot 23kgnodigisomdehendeltebedienen.
systeem
Transaxle-olie/Hydrauli­schevloeistofcontroleren
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren
1.Plaatsdespuitmachineopeenhorizontaal oppervlak,steldeparkeerreminwerking, schakeldespuitpompuit,zetdemotorafen verwijderhetsleuteltje.
2.Verwijderdepeilstokenveegdezeafmeteen schonedoek(Figuur49).
g023036
4.Draaidestelschroefvast.
g002002
Figuur49
1.Peilstok2.Vulopening
Belangrijk:Zorgervoordatergeenvuil
ofandereverontreinigendestoffeninde openingkomenalsudeoliecontroleert.
3.Steekdepeilstokindebuis.Leteropdatde peilstokervollediginschuift.Haaldepeilstok eruitencontroleerhetoliepeil.
4.Hetpeilvandetransaxle-oliemoettotaande bovenkantvanhetplattedeelvandepeilstok staan.Alsditniethetgevalis,moetuhet reservoirmetdegeschikteolievullen;zie
Transaxle-olie/Hydraulischevloeistofverversen (bladz.57).
5.Plaatsdepeilstokweerstevigopzijnplaats.
56
Transaxle-olie/Hydrauli­schevloeistofverversen
Onderhoudsinterval:Omde800bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)
1.Parkeerdespuitmachineopeenhorizontaal oppervlak,steldeparkeerreminwerking, schakeldepompuit,zetdemotorafen verwijderhetsleuteltjeuithetcontact.
2.Plaatseenopvangbakonderdeaftapplugvan hetreservoir.
3.Verwijderdeaftappluguitdezijkantvanhet reservoirenlaatdehydraulischevloeistofinde opvangbaklopen(Figuur50).
6.Verwijderdezeefenreinigdezedoorhem vanachterendoortespoelenmeteenschoon ontvettingsmiddel.
7.Laatdezeefaandeluchtdrogen.
8.Plaatsdezeefalsdeoliewordtafgetapt.
9.Monteerdehydraulischeslangende90°tting opdezeef.
10.Monteerdeaftapplugendraaidezevast.
11.Vulhetreservoirmetongeveer7literDexron IIIA TF .
Belangrijk:Gebruikuitsluitendde
gespeciceerdehydraulischevloeistoffen. Anderevloeistoffenkunnenschadeaanhet systeemveroorzaken.
12.Startdemotorenlaatdespuitmachinerijden zodatdevloeistofzichverspreidtdoorhet hydraulischesysteem.
13.Controleerhetoliepeilenvulindiennodigoliebij.
Figuur50
1.Peilstokvanhet hydraulischesysteem
4.Onthouddepositievandehydraulischeslang
ende90°ttingvoordezeef.
5.Verwijderdehydraulischeslangende90°tting
(Figuur51).
2.Aftapplug
Hydraulischlter vervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde800bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij
g002003
dekortsteperiodeaan)
GebruiktervervangingeenT orolter (Onderdeelnr.54-0110).
Belangrijk:Alseenanderlterwordtgebruikt,
kandegarantievanbepaaldeonderdelenkomen tevervallen.
1.Parkeerdespuitmachineopeenhorizontaal oppervlak,steldeparkeerreminwerking, schakeldepompuit,zetdemotorafen verwijderhetsleuteltjeuithetcontact.
2.Reinigdeomgevingvandeplaatswaarhetlter wordtgemonteerd.
3.Plaatseenopvangbakonderhetlter.
4.Verwijderhetlter(Figuur52).
Figuur51
1.Hydraulischezeef3.Fittingvan90°
2.O-ring
g002004
57
Figuur52
1.Hydraulischelter
5.Smeerdenieuwelterpakking.
6.Zorgervoordatdeplaatswaarhetlterwordt bevestigd,schoonis.
7.Schroefhetltereroptotdatdepakkingcontact maaktmetdebevestigingsplaat;draaihetlter vervolgensnogeenseenhalveslag.
8.Startdemotorenlaatdezeongeveer2minuten lopenomluchtuithetsysteemteverwijderen.
9.Zetdemotorafencontroleerofhetpeilvan dehydraulischevloeistofcorrectisenofhet systeemlekt.
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdruk ontsnapt,kandoordehuidheendringenen letselveroorzaken.
Controleerofallehydraulischeslangen enleidingeningoedestaatverkeren enallehydraulischeaansluitingenen verbindingsstukkenstevigvastzitten
g204330
voordatudrukzetophethydraulische systeem.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvan kleinelekgatenofspuitmondenwaaruit onderhogedrukhydraulischevloeistof ontsnapt.
Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem opsporenmetbehulpvankartonofpapier.
Hefalledrukinhethydraulische systeemopveiligewijzeop,voordatu werkzaamhedengaatverrichtenaanhet hydraulischesysteem.
Waarschuwonmiddellijkeenartsalser hydraulischevloeistofisgeïnjecteerdinde huid.Geïnjecteerdevloeistofmoetbinnen enkeleurenoperatiefwordenverwijderd dooreenarts.

Hydraulischeslangenen leidingencontroleren

Controleerdagelijksdehydraulischeleidingenen slangenoplekkages,kinken,loszittendesteunen, slijtage,loszittendeaansluitingen,slijtagedoor weersinvloedenendeinwerkingvanchemische stoffen.Voerallenoodzakelijkereparatiesuitvoordat udemachineweeringebruikneemt.
58
Onderhoudvanhet

Dezuigkorfvervangen

spuitsysteem
WAARSCHUWING
Chemischestoffendiewordengebruiktinhet spuitsysteemkunnengevaarlijkengiftigvoor degebruiker,omstanders,dieren,planten,de bodemofeigendommenzijn.
Umoetdewaarschuwingsetiketten endeVeiligheidsinformatiebladen voorallegebruiktechemischestoffen zorgvuldiglezeneninachtnemenen uzelfbeschermenvolgensdeinstructies vandefabrikantvandechemische stoffen.Draagbijvoorbeeldgeschikte persoonlijkebeschermingsmiddelen (PBM)zoalsgezichts-enoogbescherming, handschoenenofanderevoorzieningenter beschermingtegenlichamelijkcontactmet chemischestoffen.
Denkeraandatermeerderechemische stoffenkunnenzijngebruikt,enzorg ervoordatuinformatieoverelkestofkrijgt.
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren
Opmerking:Kiesdegewenstemaasgroottevande
zuigkorfvooruwtoepassing,zieEenzuigkorfkiezen
(bladz.37).
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking,schakelde spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet sleuteltje.
2.Verwijderbovenaandespuittankdeborgclip waarmeedeslangttingbevestigdisaande groteslangvandebehuizingvandezuigkorf (Figuur53).
g033577
Figuur53
1.Zuigslang2.Borgclip
Weigerdemachinetegebruikenof
tebedienenalsdezeinformatieniet beschikbaaris.
Voordatuonderhouduitvoertaaneen spuitsysteemmoetditdriekeerzijn gespoeldengeneutraliseerdvolgensde instructiesvandefabrikant(en)vande chemischestoffenenmoetenallekleppen 3cyclussenhebbendoorlopen.
Controleerofervoldoendewaterenzeep indebuurtis,enalsuincontactkomt metchemischestoffen,moetudeze onmiddellijkafspoelen.

Deslangencontroleren

Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsu-
ren—Controlerenofalleslangen enaansluitingeningoedestaat verkerenengoedzijnbevestigd.
Controleeralleslangenvanhetspuitsysteemop scheuren,lekkenofandereschade.Controleer tegelijkertijddeaansluitingenenttingenop soortgelijkeschade.Vervangversletenof beschadigdeslangenenttings.
3.Verwijderdeslangendeslangttingvande behuizingvandezuigkorf(Figuur53).
4.Verwijderdeoudezuigkorfuitdebehuizinginde tank(Figuur54).
Opmerking:Gooihetoudelterweg.
g033578
Figuur54
1.Schermklep2.Zuigkorf
5.Monteerdenieuwezuigkorfindebehuizing.
Opmerking:Verzekerdatdekorfgoedopzijn
plaatszit.
59
6.Lijndeslangendeslangttinguitmetde behuizingvandekorfbovenaandetanken bevestigdettingendebehuizingmetde borgclipdieuverwijderdhebtinstap2.
8.Maakdebakhandmatigvastopdelterkop (Figuur55).
9.Maakdeplugmetdehandvastopdebak (Figuur55).
Hetdrukltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, zetdespuitpompaf,schakeldemotoruiten verwijderhetsleuteltje.
2.Plaatseenopvangbakonderhetdruklter (Figuur55).
Hetspuitdoplter vervangen
Opmerking:Kiesdegewenstemaasgrootte
vanhetspuitdopltervooruwtoepassing,zieEen
spuitdoplterkiezen(optioneel)(bladz.39).
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking,schakelde spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet sleuteltje.
2.NeemdespuitdopuitdehouderFiguur56
Figuur55
1.Filterkop4.Bak
2.O-ring(bak)5.O-ring(aftapplug)
3.Filterelement
3.Draaideaftappluglinksomenneemzevande bakvanhetdruklter(Figuur55).
6.Aftapplug
Opmerking:Laatdebakvolledigleeglopen.
4.Draaidebaklinksomenverwijderdezevande lterkop(Figuur55).
5.Verwijderhetoudedruklterelement(Figuur55).
Opmerking:Gooihetoudelterweg.
6.ControleerdeO-ringvoordeaftapplug(inde bak)endeO-ringvoordebak(indelterkop)op schadeenslijtage(Figuur55).
Opmerking:Vervangbeschadigdeof
versletenO-ringenvoordeplug,debakofbeide.
7.Monteerhetnieuwedruklterelementinde lterkop(Figuur55).
Opmerking:Zorgdathetlterelementstevig
indelterkopzit.
g033293
g209504
Figuur56
1.Spuitdophouder3.Spuitdop
2.Spuitdoplter
3.Verwijderhetoudespuitdoplter(Figuur56).
Opmerking:Gooihetoudelterweg.
4.Monteerhetnieuwespuitdoplter(Figuur56).
Opmerking:Verzekerdatdekorfgoedopzijn
plaatszit.
5.Monteerdespuitdopopdespuitdophouder (Figuur56).

Depompcontroleren

Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
60
aan)—Controleerdepompmembra­nenenvervangindiennodig(neem contactopmeteenerkendeT oro servicedealer).
Omde400bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij dekortsteperiodeaan)—Controleerde afsluitkleppenvandepompenvervangindien nodig(neemcontactopmeteenerkendeToro servicedealer).
Opmerking:Devolgendeonderdelenzijn
onderhevigaanslijtagedoorgebruik,tenzijdeze gebrekenvertonen,envallennietonderdedekking vandegarantieopdezemachine.
LaateenerkendeT oroservicedealerdevolgende inwendigeonderdelenvandepompopschade controleren:
Pompmembranen
g022367
Figuur57
1.Nylonlagerbussen3.Bout
2.Draaipen
Afsluitkleppenvanpomp
Vervangdezeonderdelenindiennoodzakelijk.

Denylondraaibussen controleren

Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking,schakelde spuitpompuit,zetdemotorafenverwijderhet sleuteltje.
2.Zetdespuitbomenindespuitstanden ondersteundespuitbomenmetsteunenof hijsbandenenhijsvoorzieningen.
3.Alshetgewichtvandespuitboomis ondersteund,verwijdertudeboutendemoer waarmeededraaipenisbevestigdaande spuitboom(Figuur57).
4.Verwijderdeboutenmoerwaarmeedraaipen bevestigdis,enverwijderdepen(Figuur57).
5.Verwijderdespuitboomendedraaibeugelvan hetmiddelsteframeombijdenylondraaibussen tekunnenkomen.
6.Verwijderdedraaibussenvandevoor-en achterkantvandedraaibeugelencontroleer deze(Figuur57).
Opmerking:Vervangversletenofbeschadigde
bussen.
7.Smeereenbeetjeolieopdenylondraaibussen enmonteerdezeweerindedraaibeugel(Figuur
57).
8.Plaatsdespuitboomendedraaibeugelinhet middelsteframeenlijndegatenuit(Figuur57).
9.Plaatsdedraaipenenzetdezevastmetdebout endemoerdieuinstap4verwijderdhebt.
10.Herhaalstap2totenmet9voordeandere buitenstespuitboom.

Instellingvande spuitbomenophoogte

Volgdeonderstaandeprocedureomdespuitbomen linksenrechtsophoogte(horizontaal)intestellen, alszeindespuitstandstaan.
1.Klapdespuitbomenindespuitstand.
2.Verwijderdeborgpenvandedraaipen(Figuur
58).
61
Figuur58
1.Actuator4.Borgpen
2.Actuatorstang5.Pen
3.Behuizingvandraaipen vanspuitboom
3.Tildespuitboomopenverwijderdepen(Figuur
58),enlaatdespuitboomlangzaamopdegrond
zakken.
4.Controleerdepenopbeschadigingenen
vervangdezeindienditnodigis.
5.Zeteenmoersleutelopdeplattekantenvande
actuatorstangomdezeteimmobiliserenenzet vervolgensdecontramoerloszodatdestang methetoogkanwordenbewogen(Figuur59).
g013780
1.Plattekantopde actuatorstang
2.Contramoer6.Standvanringvoor
3.Ring
4.Contramoerlos
Figuur59
5.Ringaangepast
montage
7.Contramoervastgedraaid omnieuwepositiete vergrendelen
g014220
6.Draaideoogstangindeactuatorstangomde uitstekendeactuatorteverkortenofteverlengen totdegewenstestand(Figuur59).
Opmerking:Draaidestangmethetoogin
halveofvolledigeslagenzodatudestangaan despuitboomkuntmonteren.
7.Zodradegewenstepositieisbereikt,bevestigtu decontramoeromdeactuatorendeoogstang vasttezetten.
8.Hefdespuitboomopzodathetdraaipuntende actuatorstangzichineenlijnbevinden.
9.Houddespuitboomvastensteekdepen doorhetdraaipuntvandespuitboomende actuatorstang(Figuur58).
10.Alsdepenopzijnplaatsis,laatudespuitboom losenzetudepenvastmetdeborgpendieu eerderhebtverwijderd.
11.Herhaaldezeprocedureindiennodigbijalle anderelagersvandeactuatorstang.
62
Reiniging
7.Gebruiklichteluchtdruk(0,34bar)omervoorte zorgendatdeturbinevrijdraait.

Devloeistofstroommeter reinigen

Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)(vakerbijgebruikvanbevoch­tigbaarpoeder).
1.Hetvolledigespuitsysteemgrondiguitspoelen enaftappen.
2.Verwijderdevloeistofstroommeterenspoel dezeafmetschoonwater.
3.Verwijderdeborgringaandestroomopwaartse kant(Figuur60).
Opmerking:Alsdeturbinenietvrijdraait,geef
dandezeskantigepalaandeonderkantvande turbinenaaf1/16draaitotdeturbinevrijdraait.

Dekleppenvande spuitmachinereinigen

Reinigderegelklepvoordegebruiksdosisaande
handvandevolgendehoofdstukken:
1.Deklepactuatorverwijderen(bladz.64)
2.Deverdelerklepvoordegebruiksdosis
verwijderen(bladz.64)
3.Deverdelerklepreinigen(bladz.68)
4.Deverdelerklepmonteren(bladz.69)
5.Deverdelerklepvoordegebruiksdosis
plaatsen(bladz.70)
6.Deklepactuatorplaatsen(bladz.73)
Reinigdemengklepaandehandvandevolgende
hoofdstukken:
Figuur60
1.Flens(behuizingvan vloeistofstroommeter)
2.Stroomafwaartsenaaf (metspiebaannaar boven)
3.Borgring9.Draadboomklem
4.Stroomafwaartsgerichte pijl
5.Stroomopwaarts11.Sensorconstructie
6.Rotor/magneet
4.Reinigdeturbineendeturbinenaafom
metaalvijlselenbevochtigbaarpoederte verwijderen.
5.Controleerdeturbinebladenopslijtage.
7.Stroomopwaartsenaafen lager(metspiebaannaar boven)
8.Turbinepal
10.Flenskopschroef
1.Deklepactuatorverwijderen(bladz.64)
2.Demengverdelerklepverwijderen(bladz.
65)
3.Deverdelerklepreinigen(bladz.68)
g012934
4.Deverdelerklepmonteren(bladz.69)
5.Demengverdelerklepmonteren(bladz.70)
6.Deklepactuatorplaatsen(bladz.73)
Reinigdehoofdklepvandespuitbomenaande
handvandevolgendehoofdstukken:
1.Deklepactuatorverwijderen(bladz.64)
2.Deverdelervoordehoofdklepvande
spuitbomenverwijderen(bladz.66)
3.Deverdelerklepreinigen(bladz.68)
4.Deverdelerklepmonteren(bladz.69)
5.Deverdelervoordehoofdklepvande
spuitbomenmonteren(bladz.71)
6.Deklepactuatorplaatsen(bladz.73)
Reinigde3spuitboomkleppenaandehandvan
devolgendehoofdstukken:
Opmerking:Houddeturbineinuwhanden
laatdezedraaien.Deturbinemoetvrijkunnen draaienenmagnietteveelaanlopen.Alsde turbinenietvrijdraaitofergaanloopt,moetu dezevervangen.
6.Monteerdevloeistofstroommeter.
1.Deklepactuatorverwijderen(bladz.64)
2.Despuitboomverdelerklepverwijderen
(bladz.66)
3.Deverdelerklepreinigen(bladz.68)
4.Deverdelerklepmonteren(bladz.69)
63
5.Despuitboomverdelerklepplaatsen(bladz.
72)
6.Deklepactuatorplaatsen(bladz.73)
Deklepactuatorverwijderen
1.Plaatsdespuitmachineopeenhorizontaal oppervlak,steldeparkeerreminwerking, schakeldepompuit,zetdemotorafen verwijderhetsleuteltje.
2.Maakdestekkermet3pennenvande klepactuatorlosvandeelektrischeconnector met3contactenvandekabelboomvande spuitmachine.
3.Verwijderdeborgclipwaarmeedeactuator bevestigdisaandeverdelerklepvoorde gebruiksdosis,demengklep,dehoofdklepofde klepvandespuitboom(Figuur61).
Opmerking:Knijpde2pennenvandeborgclip
samenterwijluhemnaarbenedendrukt.
Opmerking:Bewaardeactuatorende
borgclipomdezelatertemontereninDe
klepactuatorplaatsen(bladz.73).
Opmerking:Bewaardeklem(men)en
pakking(en)voormontageinDeverdelerklep
voordegebruiksdosisplaatsen(bladz.70).
g033304
Figuur62
Figuur61
Actuatorvanspuitboomklepgetoond(demengklepis
vergelijkbaar)
1.Klepactuator
(spuitboomklepgetoond)
2.Borgclip
3.Ventielopening
1.Flens(druklterkop)
2.Verdeler(regelklepvoor gebruiksdosis)
3.Flens(mengklep)6.Connectormet3pennen
4.Klem
5.Pakking
(klepactuator–regelklep voorgebruiksdosis)
2.Verwijderdeborgclipwaarmeedeuitgaande
ttingaandeverdelerklepvoordegebruiksdosis isbevestigd(Figuur63).
g028237
4.Verwijderdeactuatoruitdeverdelerklep.
Deverdelerklepvoorde gebruiksdosisverwijderen
1.Verwijderdeklemmenenpakkingenwaarmee deverdelerklepvoordegebruiksdosisis bevestigd(Figuur62).
64
Figuur63
g033313
1.Flenskopbout4.Borgclip
2.Klepbevestiging
3.Flensborgmoer6.Verdelerklep
5.Houder(uitgaandetting)
3.Verwijderde2enskopboutenen2 ensborgmoerenwaarmeederegelklep voordegebruiksdosisisbevestigdaande klepbevestigingenverwijderdeverdeleruitde machine(Figuur63).
Opmerking:Maakindiennodigde
bevestigingsmaterialenvandedruklterkop losomderegelklepvoordegebruiksdosis gemakkelijkertekunnenverwijderen.
Demengverdelerklepverwijderen
1.Verwijderdeklemmenenpakkingenwaarmee deverdelervoordemengklep(Figuur64) bevestigdisaandemengomloopklep,de regelklepvoordegebruiksdosis,dehoofdklep vandespuitbomenendeadaptertting (mengdosisklep).
Figuur64
1.Pakking
2.Flens(druklterkop)7.Houder(uitgaandetting)
3.Verdeler(mengklep)
4.Flens(omloopklep– mengklep)
5.Flens(hoofdklepvan spuitbomen)
6.Connectormet3pennen (klepactuator–mengklep)
8.Borgclip
9.Klem
3.Verwijderdeenskopboutenensborgmoer waarmeedemengklepisbevestigdaande klepbevestigingenverwijderdeverdeleruitde machine(Figuur65).
g033327
Opmerking:Bewaardeklem(men)
enpakking(en)voormontageinDe
mengverdelerklepmonteren(bladz.70).
2.Verwijderdeborgclipwaarmeedeuitgaande ttingaandeverdelervoordemengklepis bevestigd(Figuur64).
1.Flenskopbout3.Klepbevestiging
2.Verdeler(mengklep)
65
g033307
Figuur65
4.Flensborgmoer
Deverdelervoordehoofdklepvan despuitbomenverwijderen
1.Verwijderdeklemmenenpakkingenwaarmee deverdelervoordehoofdklepvandespuitboom (Figuur66)isbevestigdaandeomloopklepvan despuitboomhoofdschakelaar,demengklep endeverdelervoordehoofdklepvande spuitboom(aanhetuiteindevandeslangvoor devloeistofmeter).
Opmerking:Bewaardeklem(men)en
pakking(en)voormontageinDeverdelervoor
dehoofdklepvandespuitbomenmonteren (bladz.71).
2.Verwijderdeborgclipwaarmeedeuitgaande ttingaandeverdelervoordehoofdklepvande spuitboomisbevestigd(Figuur66).
1.Flenskopbout3.Klepbevestiging
2.Verdeler(hoofdklepvan spuitbomen)
Despuitboomverdelerklep verwijderen
g033309
Figuur67
4.Flensborgmoer
1.Pakking
2.Flens(omloop–hoofdklep vanspuitboom)
3.Flens(mengklep)
4.Verdeler(hoofdklepvan spuitbomen)
1.Verwijderdeklemmenenpakkingenwaarmee deverdelervoordespuitboomklep(Figuur
68)bevestigdisaandeaangrenzende
spuitboomklep(indienlinkerspuitboomklepen verloopkoppeling).
g033328
Figuur66
5.Connectormet3pennen (klepactuator–hoofdklep spuitboom)
6.Houder(uitgaandetting)
7.Borgclip
8.Klem
3.Verwijderdeenskopboutenensborgmoer waarmeedehoofdklepvandespuitboomis bevestigdaandeklepbevestigingenverwijder deklepverdelervandemachine(Figuur67).
66
Figuur68
g028236
1.Flens(verloopkoppeling)
2.Verdeler(spuitboomklep)
3.Flens(aangrenzende
spuitboomklep)
4.Pakking
5.Flensklem
2.Verwijderdeborgclipswaarmeedeuitgaande ttingisbevestigdaandeverdelerklepvan despuitbomenendeborgclipswaarmeede verdeleraandeomloopttingisbevestigd (Figuur69).
Figuur69
1.Borgclip
2.Houder(omlooptting)
3.Houder(uitgaandetting)
4.Verdelerklep
3.Bijdekleppenvandelinker-en rechterspuitbomen:verwijderdeenskopbouten enensmoerenwaarmeedeklep/kleppen vandespuitbomenopdeklepbevestigingzijn gemonteerd,enverwijderdeklepverdeler(s) vandemachine.Bijdeklepvandemiddelste spuitboom:verwijderdespuitboomklepverdeler vandemachine(Figuur70).
g028238
67
Figuur70
1.Omlooptting2.Spuitboomklepverdeler
Deverdelerklepreinigen
1.Plaatsdeafsluiterzodatdezeindegesloten standstaat(Figuur71B).
g028243
Figuur72
g028239
1.Houdervanafsluiter7.O-steunring(0,676"x
2.Afsluiter
3.Ventielopening9.Behuizingvanverdeelstuk
4.Ventielhouder10.Kogelklep
5.Dopaansluiting11.Dopaansluiting
6.Afdichtringvoordop (0,796"x0,139")
Mengklepverdeler
0,07")
8.Ringklepzitting
Figuur71
1.Klepopen2.Klepgesloten
2.Verwijderde2dopaansluitingenvande uiteindenvandeverdelerbehuizing(Figuur72 enFiguur73).
g027562
68
Deverdelerklepmonteren
1.ControleerdestaatvandeO-ringenvande uitgaandetting(alleenspuitboomklepverdeler), deO-ringenvandedopafdichting,deO-ringen vandeachterzittingendekogelzittingopschade ofslijtage(Figuur72enFiguur73).
Opmerking:Vervangversletenofbeschadigde
O-ringenenzittingen.
2.Brengsmeerselaanopdeafsluiterensteek dezeindezittingvandeafsluiter(Figuur72en
Figuur73).
3.Monteerdeafsluiterendezittingindeverdeler enbevestigdeafsluiterendezittingmetde houdervandeafsluiter(Figuur72enFiguur73).
4.ZorgdatdeO-ringvandeachterzittingende kogelzittinguitgelijndzijnenophunplaatszitten indedopaansluiting(Figuur72enFiguur73).
5.Brengdedopaansluitingaanopde verdelerbehuizingtotdeensvande
g028240
Figuur73
Spuitboomklepverdeler
dopaansluitingcontactmaaktmetde verdelerbehuizing(Figuur72enFiguur73). Draaivervolgensdedopaansluitingnog⅛tot¼ slag.Draaidettingaantot225-282N·cm
1.Ventielzitting
2.Ventieleenheid
3.Ventielopening9.Kogelzitting
4.Houdervanafsluiter
5.O-ringvanuitgaande aansluiting(0,737"x 0,103")
6.Koppeling(verdeler)
7.O-ringvandop(0,796"x 0,139")
8.O-steunring(0,676"x 0,07")
10.Behuizingvanverdeelstuk
11.Kogelklep
12.Koppelingseenheid (verdeler)
3.Draaideafsluiterzodatdekogelindegeopende standstaat(Figuur71A).
Opmerking:Wanneerdeafsluiterinhet
verlengdevandestroomindeklepligt,zalde kogeleruitglijden.
4.Verwijderdehoudervandeafsluiteruitde openingenindeventielopeningvandeverdeler (Figuur72enFiguur73).
5.Neemdehoudervandeafsluiterendezitting vandeafsluiteruitdeverdeler(Figuur72en
Figuur73).
Opmerking:Weesvoorzichtigzodatuhet
uiteindevandeaansluitingnietbeschadigt.
6.Steekdekogelindeklepbehuizing(Figuur74).
Opmerking:Deafsluitermoetinde
kogelopeningpassen.Alsdeafsluitererniet inpast,dientudelocatievandekogelaante passen(Figuur74).
g027565
Figuur74
6.Neemdeventieleenheiduitdeverdelerbehuizing (Figuur72enFiguur73).
7.Reinigdebinnenkantvandeverdelerende buitenkantvandekogelklep,deventieleenheid, deborgclipendeeindsluitingen.
7.Draaideafsluiterspindel-eenheidzodatdeklep geslotenis(Figuur71B)
8.Herhaalstap4en5voordeandere dopaansluiting.
69
Deverdelerklepvoorde gebruiksdosisplaatsen
1.Lijneenpakkinguittussendeenzenvan deregelklepvoordegebruiksdosisende druklterkop(Figuur75A).
Opmerking:Zetindiennodighet
bevestigingsmateriaalvoordedruklterkoplos omspelingteverkrijgen.
4.Monteerdeverdelerklepvoordegebruiksdosis, depakkingendemengklepverdelermeteen ensklemendraaihandmatigvast(Figuur75A).
5.Monteerderegelklepvoordegebruiksdosisaan deklepbevestigingmetde2enskopbouten en2ensborgmoeren(Figuur75A)dieuhebt verwijderdinstap3vanDeverdelerklepvoorde
gebruiksdosisverwijderen(bladz.64)endraai
demoerenboutvasttot10-12N·m.
6.Monteerdeuitgaandettingopde koppelingttingonderaandeverdeler voorderegelklepvoordegebruiksdosis(Figuur
75B).
7.Bevestigdekoppelingvandeuitgaandetting dooreenborgclipindehoudervandeuitgaande ttingtesteken(Figuur75B).
8.Alsuhetbevestigingsmateriaalhebtlosgezet voordedruklterkop,dientudemoerenbout aantedraaientot10-12N·m.
Demengverdelerklepmonteren
1.Borgmoer(¼")
2.Klepbevestiging
3.Flens (mengklep)
4.Flenskopbout (¼"x¾")
Figuur75
5.Pakking9.Koppeling
6.Flensklem10.Houder
7.Flens (druklterkop)
8.Flens (regelklepvoor gebruiksdosis)
1.Lijndeensvandemengklepverdeleruitmet 1pakkingendeensvandemengomloopklep (Figuur76A).
Opmerking:Maakindiennodighet
bevestigingsmateriaalvoordehoofdklepvande spuitboomlosomspelingteverkrijgen.
g033311
(verdelerklep)
(uitgaande tting)
11.Borgclip
2.Monteerdeverdelerklepvoordegebruiksdosis, depakkingendedruklterkopmeteenensklem endraaihandmatigvast(Figuur75A).
3.Lijndepakkinguittussendeenzenvan deregelklepvoordegebruiksdosisende mengklepverdeler(Figuur75A).
70
8.Bevestigdedopaansluitingaandeuitgaande ttingdooreenborgclipindehoudervande uitgaandettingteplaatsen(Figuur76C).
9.Monteerdemengklepopdeklepbevestigingmet deenskopboutenensborgmoerdieuhebt verwijderdinstap3vanDemengverdelerklep
verwijderen(bladz.65)endraaidemoeren
boutvastmet1017tot1243N∙cm
10.Alsuhetbevestigingsmateriaalvande hoofdklepvandespuitboomhebtlosgedraaid, dientudemoerenboutaantedraaienmet 1978tot2542N∙cm.
Deverdelervoordehoofdklepvan despuitbomenmonteren
1.Lijndeensvandeverdelervoorde hoofdklepvandespuitboomuitmet1pakking endeensvandeomloopklepvande spuitboomhoofdschakelaar(Figuur77A).
Figuur76
1.Flensklem7.Flensborgmoer
2.Pakking
3.Verdeler(mengklep)9.Flens(hoofdklepvan
4.Flens(verdeler– mengomloopklep)
5.Flenskopbout
6.Klepbevestiging
8.Flens(regelklepvoor gebruiksdosis)
spuitbomen)
10.Borgclip
11.Houder(uitgaandetting)
2.Monteerdemengomloopklep,depakkingende mengklepverdelermeteenklemdiehandvast isgezet(Figuur76A).
3.Lijndepakkinguittussendeenzenvan deregelklepvoordegebruiksdosisende mengklepverdeler(Figuur76B).
4.Monteerdepakkingendemengklepverdeler meteenklemdiehandvastisgezet(Figuur
76B).
5.Lijndepakkinguittussendeenzenvande mengklepverdelerendehoofdklepvande spuitboom(Figuur76B).
6.Monteerdemengklepverdeler,depakkingende hoofdklepvandespuitboommeteenklemdie handvastisgezet(Figuur76B).
g033329
g033330
Figuur77
1.Flensklem6.Klepbevestiging
2.Pakking7.Flensborgmoer
3.Verdeler(hoofdklepvan spuitbomen)
4.Flens(omloop–hoofdklep vanspuitboom)
5.Flenskopbout
8.Flens(mengklep)
9.Borgclip
10.Houder(uitgaandetting)
7.Monteerdemengklepverdelerenhoudermet eenklemdiehandvastisgezet(Figuur76C).
2.Monteerdeverdelervoordehoofdklepvande spuitboom,depakkingendeomloopklepvan
71
despuitboomhoofdschakelaarmeteenklemdie handvastisgezet(Figuur77A).
3.Lijndeensvandeverdelervoordehoofdklep vandespuitboomuitmeteenpakkingende mengklepverdeler(Figuur77B).
4.Monteerdeverdelervoordehoofdklepvande spuitboom,depakkingendemengklepverdeler meteenklemdiehandvastisgezet(Figuur77B)
5.Lijndeensvandeverdelervoordehoofdklep vandespuitboomuitmeteenpakkingende hoofdspuitboombehuizing(Figuur77B).
6.Monteerdeverdelervoordehoofdklepvan despuitboomendehoudermeteenklemdie handvastisgezet(Figuur77B).
7.Bevestigdedopaansluitingaandeuitgaande ttingdooreenborgclipindeuitgaandetting testeken(Figuur77B).
8.Monteerdemengklepopdeklepbevestiging metdeenskopboutenensborgmoerdieu hebtverwijderdinstap3vanDeverdelervoor
dehoofdklepvandespuitbomenverwijderen (bladz.66)endraaidemoerenboutvastmet
1017tot1243N∙cm
Figuur78
1.Flens(verloopkoppeling)6.Houder(uitgaandetting)
2.Houder(omlooptting)
3.Omlooptting8.Flens(verdeler–
4.Flens(aangrenzende verdeler–mengklep)
5.Dopaansluiting (verdelerklep)
7.Borgclip
spuitboomklep)
9.Pakking
10.Flensklem
g028245
Despuitboomverdelerklep plaatsen
1.Monteerdebovenstedopaansluitingvande verdelerklepindeomlooptting(Figuur78A).
Opmerking:Zetindiennodighet
bevestigingsmateriaalvoordeomloopttinglos omspelingteverkrijgen.
2.Bevestigdedopaansluitingaandeomlooptting dooreenborgclipindehoudervande omloopttingtebrengen(Figuur78A).
3.Monteerdeuitgaandettingopdeonderste dopaansluitingvandeverdelerklep(Figuur78A).
4.Bevestigdedopaansluitingaandeuitgaande ttingdooreenborgclipindehoudervande uitgaandettingtebrengen(Figuur78A).
5.Lijndepakkinguittussendeenzenvande verloopkoppelingendespuitboomklepverdeler (Figuur78B).
6.Monteerdeverloopkoppeling,depakkingende spuitboomklepverdelermeteenklemendraai handmatigvast(Figuur78B).
7.Bijdemontagevande2spuitboomkleppen uiterstlinksdientupakkinguittelijnen tussendeenzenvande2aangrenzende spuitboomklepverdelers(Figuur78B).
8.Monteerde2aangrenzendespuitboomklepver­delerseneenpakkingmeteenklemendraai dezemetdehandvast(Figuur78B).
9.Bijdekleppenvandelinkerenrechter spuitbomen:monteerdekleppenaande klepbevestigingmetdeenskopbouten ensborgmoerdieuhebtverwijderdinstap
3vanDespuitboomverdelerklepverwijderen (bladz.66)endraaidemoerenenboutenaan
met10-12N·m.
72
10.Alsuhetbevestigingsmateriaalhebtlosgedraaid voordeomlooptting,dientudemoerenbout aantedraaientot10-12N·m.
Deklepactuatorplaatsen
1.Lijndeactuatoruitmetdeverdelerklep(Figuur
61).
2.Bevestigdeactuatorendeklepmetde borgclipdieuhebtverwijderdinstap3vanDe
klepactuatorverwijderen(bladz.64).
3.Sluitdestekkermet3contactenvande klepactuatorkabelboomaanopdeconnector met3contactenvandekabelboomvande spuitmachine.
Stalling
1.Plaatsdespuitmachineopeenhorizontaal oppervlak,steldeparkeerreminwerking, schakeldepompuit,zetdemotorafen verwijderhetsleuteltje.
2.Verwijdervuilenvetvandegehelemachine, inclusiefdebuitenkantvandecilinder, dekoelribbenvandecilinderkopende ventilatorbehuizing.
Belangrijk:Ukunthetvoertuigmeteenmild
reinigingsmiddelenwaterwassen.Doedit nietmeteenhogedrukreiniger.Daardoorkan
hetelektrischesysteemwordenbeschadigd ofnoodzakelijkvetopwrijvingspunten wordenweggespoeld.Gebruiknietteveel waterindebuurtvanhetbedieningspaneel, deverlichting,demotorendeaccu.
3.Reinighetspuitsysteem;zieReiniging(bladz.
63).
4.Reinigdezuigersinhetklepstel;zieDekleppen
vandespuitmachinereinigen(bladz.63).
5.Behandelhetspuitsysteemalsvolgt:
A.Laatdeschoonwatertankleeglopen.
B.Laathetspuitsysteemzogrondigmogelijk
leeglopen.
C.Maakroestwerende,niet-alcohol-
gebaseerdeantivriesoplossingvoor motorvoertuigenvolgensdeinstructiesvan defabrikant.
D.Gietdeantivriesoplossingvoor
motorvoertuigenindeschoonwatertanken hetspuitsysteem.
E.Laatdespuitpompeenpaarminutenlopen
zodatdeantivriesvoormotorvoertuigen doorhetspuitsysteemeneventueel gemonteerdespuitaccessoiresstroomt.
F.Laatdeschoonwatertankenhet
spuitsysteemzogrondigmogelijk leeglopen.
6.Laatdebuitenstespuitbomenomhoogkomen metbehulpvandehefschakelaarsvande spuitbomen.Brengdespuitbomenomhoog totdatzijzichgeheelkruiselingsoverelkaar indetransportstandindetransporthouder bevindenendespuitboomcilindersvolledigzijn teruggetrokken.
Opmerking:Zorgervoordatdecilindersvan
despuitbomenvolledigzijnteruggetrokken ombeschadigingvandeactuatorstangte voorkomen.
7.Controleerderemmen;zieDeremmen
controleren(bladz.55).
73
8.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.46).
9.Smeerdespuitmachine;zieSmering(bladz.
45).
10.Verversdeolieinhetcarter;zieMotorolie
verversen(bladz.48).
11.Controleerdebandenspanning;zie
Bandenspanningcontroleren(bladz.25).
12.Wanneerhetvoertuiglangerdan30dagenniet wordtgebruikt,moethetbrandstofsysteemals volgtwordenvoorbereidopstalling:
A.Voegeenstabilizer/conditionerop
aardoliebasistoeaandebrandstofinde tank.
Volgdemengvoorschriftenvandefabrikant vandestabilizerop.Gebruikgeen stabilisatoropalcoholbasis(ethanolof methanol).
Opmerking:Stabilisator/conditionerwerkt
hetbestalshetmetversebenzinewordt vermengdenaltijdwordtgebruikt.
B.Laatdemotorvijfminutenlopenom
destabilisator/conditionerdoorhet brandstofsysteemteverspreiden.
C.Zetdemotoraf,laatdezeafkoelenenlaat
debenzineuitdetanklopen.
D.Motoropnieuwstartenenlatenlopentotdat
dezeafslaat.
E.Chokedemotor.
F.Startdemotoropnieuwtotdatdezeniet
meerstart.
17.Verwijderdeaccuuithetchassis,controleerhet zuurpeilenlaaddeaccuvolledigop;zieAccu
verwijderen(bladz.52).
Opmerking:Umagdeaccukabelsniet
aansluitenopdeaccupolentijdensstalling.
Belangrijk:Deaccumoetvolledig
opgeladenzijnomtevoorkomendat dezebevriestenbeschadigdraaktbij temperaturenbeneden0°C.Eenvolledig opgeladenaccukanongeveer50dagen wordengestaldbijtemperaturenbeneden 4°Czondertussentijdstewordenopgeladen. Bijtemperaturenboven4°Cmoetuomde 30dagenhetwaterpeilindeaccucontroleren endeaccuopladen.
18.Controleerallebouten,schroevenenmoeren endraaidezevast.Repareerofvervang beschadigdedelen.
19.Controleerdeconditievanallespuitslangenen vervangdezealszebeschadigdofversleten zijn.
20.Draaialleslangaansluitingenvast.
21.Werkallekrassenenbeschadigingenvandelak bij.Bijwerklakisverkrijgbaarbijeenerkende servicedealer.
22.Staldemachineineenschone,drogegarageof opslagruimte.
23.Verwijderhetcontactsleuteltjeenbewaarditop eenveiligeplaatsbuitenhetbereikvankinderen.
24.Dekdemachineafomdezetebeschermenen schoontehouden.
G.Umoetbrandstofopdejuistewijze
afvoeren.Verwerkdezevolgensde plaatselijkgeldendevoorschriften.
Belangrijk:Brandstofwaaraan
stabilizer/conditioneristoegevoegd,niet langerdan90dagenbewaren.
13.Verwijderdebougiesencontroleerhun toestand;zieBougiesvervangen(bladz.49).
14.Nadatdebougiesuitdecilinderzijnverwijderd, gietutweeeetlepelsmotorolieinde bougie-opening.
15.Gebruikdeelektrischestartmotoromdemotorte latendraaienenzodeolieoverdecilinderwand teverspreiden.
16.Monteerdebougiesendraaizevastmethet aanbevolenmoment;zieBougiesmonteren
(bladz.49).
Opmerking:Debougiekabelnietopde
bougie(s)drukken.
74
Problemen,oorzaakenremedie
Problemenmetdemotorendemachineverhelpen
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Destartmotorslaatnietaan.
Demotordraait,maarstartniet.
1.Deschakelhendelstaatin deversnellingennietinde
NEUTRAALSTAND.
2.Deelektrischeaansluitingenzijn gecorrodeerdofzittenlos.
3.Doorgebrandeoflossezekering.3.Zekeringgoedinzettenofvervangen.
4.Accuisleeg.
5.Hetveiligheidssysteemisdefect.
6.Eenstartmotorofstartmotorsolenoïde isstuk.
7.Deinterneonderdelenvandemotor zijnvastgelopen.
1.Debrandstoftankisleeg.1.Brandstoftankmetversebrandstof
2.Vuil,waterofoudebrandstofinhet brandstofsysteem.
3.Debrandstoeidingisverstopt.3.Brandstofsysteemreinigenof
4.Debougiekabelisnietaangesloten.4.Bougieaansluiten.
5.Eenbougieisbeschadigdofvuil.
6.Hetafbreekrelaisisnietbekrachtigd.
7.Deontstekingisdefect.
1.Hetrempedaalintrappenende schakelhendelindeNEUTRAALSTAND zetten.
2.Controlerenofdeelektrische aansluitingengoedcontactmaken.
4.Accuopladenofvervangen.
5.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
7.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
vullen.
2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
vervangen.
5.Bougievervangen.
6.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
7.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
Demotorstart,maarblijftnietlopen.
Demotorloopt,maarkloptofhapert.
1.Deontluchtingvandebrandstoftank wordtbelemmerd.
2.Vuilofwaterinhetbrandstofsysteem.2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
3.Hetbrandstoflterisverstopt.3.Brandstofltervervangen.
4.Doorgebrandeoflossezekering.4.Zekeringgoedinzettenofvervangen.
5.Debrandstofpompisdefect.
6.Decarburateurisdefect.
7.Lossekabelsofslechteaansluitingen.
8.Depakkingvandecilinderkopiskapot.8.Neemcontactopmeteenerkende
1.Vuil,waterofoudebrandstofinhet brandstofsysteem.
2.Eenbougiekabelzitlos.2.Kabelopbougieaansluiten.
3.
Eenbougieisdefect.
4.Lossekabelsofslechteaansluitingen.
5.Demotorraaktoververhit.5.Zieverder'Demotorraaktoververhit'.
1.Brandstoftankdopvervangen.
endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
5.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
7.Dekabelaansluitingencontrolerenen vastzetten.
servicedealer.
1.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
Bougievervangen.
3.
4.Dekabelaansluitingencontrolerenen vastzetten.
75
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Motorlooptnietstationair.
Demotorraaktoververhit.
1.Deontluchtingvandebrandstoftank
1.Brandstoftankdopvervangen.
wordtbelemmerd.
2.Vuil,waterofoudebrandstofinhet brandstofsysteem.
2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
3.Eenbougieisbeschadigdofdefect.
4.Deleegloopkanalenvandecarburateur zijnverstopt.
5.Deregelschroefvoorstationair toerentalisonjuistafgesteld.
6.Debrandstofpompisdefect.
3.Bougievervangen.
4.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
5.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
7.Lagecompressie.7.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
8.Hetluchtlterelementisvuil.8.Elementreinigenofvervangen.
1.Verkeerdoliepeilinhetcarter .
1.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde VOL-markeringbereikt.
2.Debelastingistegroot.2.Deladingverminderen;meteenlagere snelheidrijden.
3.Deluchtinlaatroosterszijnvuil.3.Bijelkgebruikreinigen.
4.Dekoelribbenenluchtkanalenonder
4.Bijelkgebruikreinigen. debehuizingvandemotorventilator en/ofhetdraaiendeluchtinlaatrooster zijnverstopt.
5.Hetbrandstofmengselisschraal.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Demotorverliestvermogen.
Demachinetriltabnormaal.
Demachinerijdtingeenvanbeide richtingenomdatdemotorvastlooptof afslaat.
Demachinerijdtingeenvanbeide richtingen.
1.Verkeerdoliepeilinhetcarter .
1.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde
VOL-markeringbereikt.
2.Hetluchtlterelementisvuil.2.Reinigenofvervangen.
3.Vuil,waterofoudebrandstofinhet brandstofsysteem.
3.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
4.Demotorisoververhit.4.ZieMotorraaktoververhit.
5.Eenbougieisbeschadigdofvuil.
6.Deventilatieopeningindeontluchting
5.Bougievervangen.
6.Brandstoftankdopvervangen.
vandebrandstoftankisverstopt.
7.Lagecompressie.7.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
1.Debevestigingsboutenvandemotor
zittenlos.
1.Debevestigingsboutenvandemotor vastdraaien.
2.Eriseenprobleemmetdemotor.2.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
1.Deparkeerremisinwerkingisgesteld.1.Zetdeparkeerremvrij.
1.Deschakelhendelinde
NEUTRAALSTANDzetten.
1.Hetrempedaalintrappenende schakelhendelineenversnelling zetten.
2.Deparkeerremisnietvrijgezetofde parkeerremkomtnietvrij.
3.Detransmissieisdefect.
2.Deparkeerremvrijzettenofde koppelingcontroleren.
3.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
4.Dekoppelingvandebediening moetwordenafgesteldofworden
4.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
vervangen.
Neemcontactopmeteenerkende
5.
Despievandeaandrijfstangofde wielnaafisbeschadigd.
5. servicedealer.
76
Problemenmethetspuitsysteemverhelpen
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Eenspuitboomwerktniet.
Eenspuitboomkannietworden uitgeschakeld.
Eenklepvaneenspuitboomlekt.
Dedrukdaaltalsueenspuitboom inschakelt.
1.Deelektrischeaansluitingopdeklep vandespuitboomisvuiloflos.
2.Eenvandezekeringenisdoorgebrand.2.Dezekeringencontrolerenenindien
3.Erziteenslanggekneld.
4.Eenomloopleidingvandespuitboom isverkeerdingesteld.
5.Erzijnspuitboomkleppenbeschadigd.5.Neemcontactopmeteenerkende
6.Hetelektrischesysteemisbeschadigd.6.Neemcontactopmeteenerkende
1.Deklepvandespuitboomis beschadigd.
1.Eriseenafdichtingversletenof beschadigd.
1.Deomloopleidingvandespuitboomis verkeerdingesteld.
2.Erziteenverstoppingindeklepvan despuitboom.
3.Eenltervaneenspuitdopis beschadigdofverstopt.
1.Deklepmetdehanduitschakelen. Deelektrischeconnectoropdeklep losmakenenallekabelsreinigen; daarnadeelektrischeconnector aansluiten.
nodigvervangen.
3.Slangreparerenofvervangen.
4.Steldeomloopleidingvande spuitboomjuistaf.
servicedealer.
servicedealer.
1.Demonteerdeklepvandespuitboom; ziehethoofdstukDekleppenvande spuitmachinereinigen.Controleeralle onderdelenenvervangdezealsze beschadigdzijn.
1.Demonteerdeklepenvervangde afdichtingenmetbehulpvandeset voorklepreparatie;neemcontactop meteenerkendeservicedealer.
1.Steldeomloopleidingvande spuitboomjuistaf.
2.Deinlaat-enuitlaataansluitingenvan deklepvandespuitboomnemenen deverstoppingverwijderen.
3.Allespuitdoppenverwijderenen controleren.
77
Schema's
Schemavandeveldspuit(Rev.DWG125-0698RevB)
78
g028078
PrivacyverklaringvoorEuropa
DeinformatiedieT oroverzamelt ToroWarrantyCompany(T oro)respecteertuwprivacy.Omuwgarantieclaimtebehandelenencontactmetuoptenemeninhetgevalvaneen terugroepactievragenwijombepaaldepersoonlijkeinformatiemeetedelen,hetzijdirectofviauwlokaleTorodealer .
HetT orogarantiesysteemwordtgehostopserversindeVerenigdeStaten,waardeprivacywetmogelijknietdezelfdebeschermingbiedtalsinuwland.
DOORUWPERSOONLIJKEGEGEVENSMETONSTEDELENSTEMTUINMETDEVERWERKINGVANUWPERSOONLIJKEGEGEVENS ZOALSBESCHREVENINDEZEPRIV ACYVERKLARING.
HoeT oroinformatiegebruikt Torokanuwpersoonsgegevensgebruikenomuwgarantieclaimtebehandelen,contactmetuoptenemeninhetgevalvaneenterugroepactie,ofvoor eenanderdoeleindewaarvanweuopdehoogtebrengen.Torokanuwinformatiedelenmetzijnafdelingen,dealersofanderezakenpartnersinverband metdezeactiviteiten.Weverkopenuwpersoonsgegevensnietaananderebedrijven.Webehoudenonshetrechtvoorompersoonsgegevenstedelen teneindetevoldoenaangeldendewettenenverzoekenvandeaangewezenautoriteiten,opdatwijonzesystemennaarbehorenkunnengebruikenofmet hetoogoponzeeigenbeschermingofdievananderegebruikers.
Behoudvanuwpersoonlijkeinformatie Wijbewarenuwpersoonsgegevenszolangalsnodigisvoordedoeleindenwaarvoorzeoorspronkelijkwerdenverzameldofvooranderelegitieme doeleinden(zoalsnalevingvanvoorschriften),ofzolangalsvereistisdoordevantoepassingzijndewet.
Toro'sengagementvoordebeveiligingvanuwpersoonlijkegegevens. Wenemenredelijkevoorzorgenomuwpersoonlijkegegevenstebeschermen.Weproberenbovendiendenauwkeurigheidengeldigheidvan persoonlijkegegevenstewaarborgen.
Toegangtotenaanpassingvanuwpersoonlijkegegevens Alsutoegangwensttotuwpersoonlijkegegevensofdezewiltaanpassen,gelievedaneene-mailtesturennaarlegal@toro.com.
Australischeconsumentenwet
AustralischeklantenkunnenvoorinformatieoverdeAustralischeconsumentenwet(AustralianConsumerLaw)terechtbijdelokaleTorodealerofze kunnendezeinformatieindedoosvinden.
374-0282RevC
ToroGarantie
Beperktegarantievantweejaar
Voorwaardenenproductenwaarvoordegarantiegeldt
TheT oroCompanyendehieraangelieerdeonderneming,T oroWarrantyCompany , biedenkrachtenseenovereenkomsttussenbeideondernemingengezamenlijk degarantiedatuwT oroproduct(hierna:het'product')gedurendetweejaarof 1500bedrijfsuren*vrijvanmateriaalgebrekenoffabricagefoutenis,metdien verstandedathierbijdekortsteperiodemoetwordenaangehouden.Dezegarantie geldtvooralleproductenmetuitzonderingvanbeluchters(ziedeafzonderlijke garantieverklaringenvoordezeproducten).Ineengevalwaarindegarantievan toepassingis,zullenwijhetproductkosteloosreparerenenooknietdekosten vandiagnose,arbeid,onderdelenentransportinrekeningbrengen.Degarantie gaatinopdedatumwaarophetproductisgeleverdaandeoorspronkelijkekoper. *Hetproductisuitgerustmeteenurenteller .
Aanwijzingenvooraanvraagvangarantieservice
Udientcontactoptenemenmetdedistributeuroferkendedealerbijwieuhetproduct heeftgekocht,zodraudenktdatersprakeisvaneengevalwaaropdegarantievan toepassingis.Alshetumoeitekosteendistributeuroferkendedealertevindenof vragenhebtoverrechtenofplichtenmetbetrekkingtotdegarantie,kuntucontact metonsopnemenop:
ToroCommercialProductsServiceDepartment ToroWarrantyCompany
811 1LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420-1196
+1-952-888-8801of+1-800-952-2740
E-mail:commercial.warranty@toro.com
Plichtenvandeeigenaar
Alseigenaarvanhetproductbentuverantwoordelijkvoordevereisteonderhouds­enafstelwerkzaamhedendiewordenvermeldindeGebruikershandleiding.Indienu devereisteonderhouds-enafstelwerkzaamhedennietuitvoert,kanuwgarantieclaim wordenafgewezen.
Zakenengevallendienietonderdegarantievallen
Nietallestoringenofdefectenvanhetproductdieplaatsvindentijdensde garantieperiodezijnmateriaalgebrekenoffabricagefouten.Buitendezegarantie vallen:
DefectenalsgevolgvanhetgebruikvananderedanorigineleToroonderdelen,
ofalsgevolgvandemontageengebruikvanadditionele,gewijzigdeofnietvan Toroafkomstigeaccessoiresenproducten.Defabrikantvandezeartikelenkan eenafzonderlijkegarantieverstrekken.
Defectenalsgevolgvannalatigheidomaanbevolenonderhouds-en/of
afstelwerkzaamhedenteverrichten.AlsuuwT oroproductnietgoed onderhoudtvolgensdelijstmetaanbevolenonderhoudswerkzaamhedenin deGebruikershandleiding,kanditertoeleidendatgarantieclaimsworden afgewezen.
Defectenalsgevolgvanverkeerd,achteloosofroekeloosgebruikvanhet
product.
Onderdelendieonderhevigzijnaanslijtagedoorgebruik,tenzijdezegebreken
vertonen.Voorbeeldenvanonderdelendieslijtenofwordenverbruikt tijdenseennormaalgebruikvanhetproductzijnondermeer,maarniet uitsluitend:remblokkenenremvoeringen,koppelingsvoeringen,maaimessen, messenkooien,rollenenlagers(verzegeldofsmeerbaar),snijplaten,bougies, zwenkwielenenzwenkwiellagers,banden,lters,drijfriemenensommige onderdelenvanspuitmachineszoalsmembranen,spuitdoppen,afsluitkleppen endergelijke.
Defectenveroorzaaktdoorexterneinvloeden.Externeinvloedenzijnondermeer ,
maarnietuitsluitend:weersomstandigheden,wijzevanopslag,verontreiniging, gebruikvanniet-goedgekeurdebrandstoffen,koelvloeistoffen,smeermiddelen, additieven,meststoffen,water ,chemischestoffenendergelijke.
Storingenofgebrekkigeprestatiesdiehetgevolgzijnvanhetgebruikvan
brandstoffen(bv.benzine,dieselofbiodiesel)dienietvoldoenaanhun respectievelijkeindustriestandaarden.
Normalegeluidssterkte,trillingen,slijtageenachteruitgang.
Normaleslijtageomvatondermeer,maarnietuitsluitend:schadeaanstoelenals
gevolgvanslijtageofafschuring,afgebladderdeverfoppervlakken,beschadigde stickersenkrassenopruiten.
Onderdelen
Garantiewordtverleendoponderdelendiemoetenwordenvervangeninhetkadervan hetvereisteonderhoud,gedurendedegarantieperiodetothungeplandevervanging. Eenonderdeeldatuithoofdevandegarantieisvervangen,komtvoordeduurvande oorspronkelijkeproductgarantieinaanmerkingvoordegarantieenwordteigendom vanT oro.T oroneemtdeuiteindelijkebeslissingofeenonderdeelofeengroepvan onderdelenwordtgerepareerdofvervangen.T oromagvoorgarantiereparatiesinde fabriekgereviseerdeonderdelengebruiken.
Garantiesemitractieaccuenlithiumionaccu:
Semitractieaccu'senlithiumionaccu'shebbeneenspeciektotaalaantal kilowatturendiezijtijdenshunlevensduurkunnenleveren.Dewijzewaaropzij wordengebruikt,opgeladenenonderhoudenkanhunlevensduurverlengenof bekorten.Alsdeaccu'sinditproductwordengebruikt,zalhunbruikbaarheid tussendeoplaadintervallenlangzaamverminderentotdatzijvollediguitgeput zijn.Vervangingvaneenaccudieisuitgeputalsgevolgvannormaalgebruik,is deverantwoordelijkheidvandeeigenaarvanhetproduct.Eenaccumoetsoms tijdensdenormalegarantieperiodeopkostenvandeeigenaarwordenvervangen. Opmerking:(alleenlithiumionaccu):Eenlithiumionaccuheefteengedeeltelijke proratagarantiedielooptvanjaar3totjaar5engebaseerdisopdetijddie deaccualdienstheeftgedaanendegebruiktekilowatturen.Raadpleegde Gebruikershandleidingvoormeerinformatie.
Onderhoudopkostenvandeeigenaar
Opvoerenvandemotor,smeren,reinigenenwaxen,hetvervangenvanlters, koelvloeistofenhetuitvoerenvanaanbevolenonderhoudswerkzaamhedenbehoren totdegebruikelijkewerkzaamhedendienodigzijnvoorT oroproductenendievoor rekeningvandeeigenaarzijn.
Algemenevoorwaarden
Opgrondvandezegarantiesmogenreparatiesuitsluitendwordenuitgevoerddoor eenerkendeT orodealer.
TheToroCompanyendeT oroWarrantyCompanyzijnnietaansprakelijkvoor indirecteofbijkomendeschadeofgevolgschadeinsamenhangmethetgebruik vandeToroproductendieonderdezegarantievallen,inclusiefdekosten ofuitgavenvoordeleveringvanvervangenmateriaalofdienstengedurende eenredelijkeperiodevanonbruikbaarheidofbuitengebruikstellingtijdens deuitvoeringvanreparatiewerkzaamhedenopgrondvandezegarantie.Met uitzonderingvandeemissiegarantiewaarnaarhieronder,indienvantoepassing, wordtverwezen,bestaatergeenandereexplicietegarantie.Alleimpliciete garantiesvanverkoopbaarheidofgeschiktheidvoorgebruikzijnbeperkttot deduurvandezeexplicietegarantie.
Sommigelandenstaanuitsluitingenvanbijkomendeschadeofgevolgschadeof beperkingenopdeduurvandeimplicietegarantieniettoe,zodatbovengenoemde uitsluitingenenbeperkingeninuwgevalmogelijknietvantoepassingzijn.Deze garantiegeeftuspeciekejuridischerechten;daarnaastkuntubeschikkenover andererechtendieperlandkunnenverschillen.
Opmerkingmetbetrekkingtotdegarantieopdemotor:
Hetemissiecontrolesysteemopuwproductkanvallenonderdedekkingvan eenafzonderlijkegarantiedietegemoetkomtaandeeisenvandeAmerikaanse EnvironmentalProtectionAgency(EP A)en/ofdeCaliforniaAirResourcesBoard (CARB).Debeperkingenvandebedrijfsurendiehierbovenzijngenoemd,geldenniet voordegarantieophetemissiecontrolesysteem.Ziedegarantieverklaringvoorhet controlesysteemvandeemissievandemotorindeGebruikershandleidingvanuw productofinhetdocumentatiemateriaalvandefabrikantvandemotorvoornadere bijzonderheden.
AnderelandendandeVSofCanada
KopersvanT oroproductendiezijngeëxporteerduitdeVerenigdeStatenofCanada,moetencontactopnemenmethunT oroDistributeur(Dealer)voordegarantiebepaling dieinhunland,provincieofstaatvantoepassingzijn.Alsuomeenofandereredenontevredenbentoverdeservicevanuwverdelerofmoeilijkinformatieoverde garantiekuntkrijgen,verzoekenwijucontactoptenemenmetdeT oroimporteur.
374-0253RevD
Loading...