
Loopmaaiervoorprofessioneel
gebruik
FormNo.3391-724RevA
TURBOFORCE
®
-maaidekvan91cm,16pk,
metT-barenhydro-aandrijving
Modelnr.:30071—Serienr.:315000001enhoger
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3391-724*A

WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Ditproductbevateenchemischestofof
chemischestoffenwaarvandeStaatCalifornië
weetdatzekanker,geboorteafwijkingen
enschadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
Deuitlaatgassenvandemotorvanditproduct
bevattenchemischestoffenwaarvanbekend
isdatzekanker,geboorteafwijkingenof
andereschadeaandevoortplantingsorganen
kunnenveroorzaken.
Figuur1
1.Locatievanhetmodelnummerenhetserienummer.
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Inleiding
Dezemaaiermetdraaiendemessenisbedoeldvoor
gebruikdoorparticulierenenprofessionelebestuurders.
Demachineisvoornamelijkontworpenvoorhet
maaienvangrasopgoedonderhoudenparticuliereof
commerciëlegazons.Demachineisnietontworpen
voorhetmaaienvanborsteliggrasofvoorgebruikin
delandbouw.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweethoeude
machineopdejuistewijzemoetgebruikenenonderhouden
enomletselenschadeaandemachinetevoorkomen.Ubent
verantwoordelijkvoorhetjuisteenveiligegebruikvande
machine.
UkuntrechtstreekscontactopnemenmetToroop
www.Toro.comvoorinformatieoverproductenen
accessoires,hulpbijhetvindenvaneendealerofomuw
productteregistreren.
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijkegevaren
eneenaantalveiligheidsberichtengenoemd(Figuur2)metde
volgendeveiligheidssymbolen,dieduidenopeengevaarlijke
situatiediezwaarlichamelijkletselofdedoodtotgevolg
kanhebbenwanneerdeveiligheidsvoorschriftennietinacht
wordengenomen.
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnischeinformatie
enOpmerkingduidtalgemeneinformatieaandiebijzondere
aandachtverdient.
Alsuservice,origineleToro-onderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmeteen
erkendeServiceDealerofmetdeklantenservicevanT oro.U
dienthierbijaltijdhetmodelnummerenhetserienummer
vanhetproducttevermelden.Delocatievanhetplaatjemet
hetmodelnummerenhetserienummervanhetproductis
aangegevenopFiguur1.Ukuntdenummersnotereninde
ruimtehieronder.
©2014—TheT oro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS

Inhoud
Veiligheid......................................................................4
Algemeneveiligheidsregelsmetbetrekkingtotde
maaimachine.......................................................4
Geluidsdruk...........................................................5
Geluidsniveau.........................................................5
Trillingsniveau........................................................5
Hellingsindicator....................................................7
Veiligheids-eninstructiestickers................................8
Algemeenoverzichtvandemachine................................11
Bedieningsorganen................................................11
Specicaties..........................................................12
Gebruiksaanwijzing.......................................................13
Brandstofbijvullen.................................................13
Hetmotoroliepeilcontroleren..................................14
Veiligheidvooralles................................................14
Parkeerremgebruiken.............................................14
Startenenstoppenvandemotor...............................14
Bedieningvandeaftakas..........................................15
Hetveiligheidssysteem............................................16
Vooruitenachteruitrijden........................................16
Demachinestoppen...............................................17
Machinemetdehandduwen....................................17
Transportvandemachine........................................17
Zijuitworpofjnmakenvangras..............................18
Maaihoogteinstellen...............................................18
Antiscalpeerrollenafstellen......................................19
Afvoerplaatinstellen...............................................19
Positievanafvoerplaatinstellen................................19
Onderhoud..................................................................21
Aanbevolenonderhoudsschema..................................21
Smering...................................................................22
Demachinesmeren................................................22
Delagerssmeren....................................................22
Spanpoelievandedrijfriemvandeaftakas
smeren..............................................................22
Onderhoudmotor.....................................................23
Onderhoudvanhetluchtlter..................................23
Motoroliecontroleren/verversen.............................23
Onderhoudvandebougies......................................25
Onderhoudbrandstofsysteem.....................................26
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank....................26
Brandstofltervervangen........................................27
Onderhoudelektrischsysteem....................................28
Onderhoudvandezekeringen..................................28
Onderhoudaandrijfsysteem........................................28
Sporingafstellen....................................................28
Bandenspanningcontroleren...................................28
Delagerbussenvandezwenkwielvork
vervangen..........................................................29
Onderhoudvanzwenkwielenenlagers......................30
Elektrischekoppelingafstellen.................................30
Onderhoudkoelsysteem.............................................31
Luchtinlaatroosterreinigen......................................31
Onderhoudenremmen..............................................31
Onderhoudvanderemmen.....................................31
Onderhoudriemen....................................................32
Riemencontroleren................................................32
Drijfriemvanmaaidekvervangen.............................32
Aandrijfriemvanaftakasvervangen...........................33
Veerverankeringvoorspanpoelievandrijfriemvan
aftakasafstellen..................................................33
Aandrijfriemvanpompvervangen............................34
Onderhoudbedieningsysteem.....................................35
Destandenvanderijhendelsafstellen........................35
Onderhoudhydraulischsysteem..................................37
Hethydraulischesysteemeenonderhoudsbeurt
geven................................................................37
Onderhoudvanhetmaaidek........................................39
Onderhoudvandemaaimessen................................39
Demaaikwaliteitverbeteren.....................................41
Hetframeafstellen.................................................41
Deschuinstandvanhetmaaidekcontroleren..............43
Deschuinstandvanhetmaaidekwijzigen...................43
Maaidekhorizontaalstellen......................................44
Horizontalestandvanmaaidekwijzigen.....................44
Demaaihoogteafstellen..........................................44
Grasgeleidervervangen...........................................45
Reiniging..................................................................45
Onderkantvanhetmaaidekreinigen.........................45
Afvalafvoeren.......................................................45
Stalling........................................................................46
Reinigingenstalling................................................46
Problemen,oorzaakenremedie......................................47
3

Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmetde
EN-normISO5395:2013.
Onjuistgebruikofonderhoudvandemachinekanletsel
totgevolghebben.Omhetrisicoopletselteverkleinen,
dientuzichaandevolgendeveiligheidsinstructieste
houdenenaltijdophetveiligheidssymboolteletten,
datbetekent
instructievoorpersoonlijkeveiligheid.Niet-naleving
vandeinstructiekanleidentotlichamelijkofdodelijk
letsel.
Algemeneveiligheidsregels
metbetrekkingtotde
V oorzichtig , W aar schuwing
of
Gev aar
Vóóringebruikname
•Draagtijdenshetmaaienaltijdeenlangebroekenstevige
schoenen.Draaggeenschoenenmetopentenenenloop
nietopblotevoeten.
•Inspecteereerstgrondighetterreinwaarudemachine
wiltgebruikenenverwijderallestenen,takken,draden,
bottenofanderevreemdevoorwerpen.
–
•Controleervóórgebruikaltijdofdebeschermplaten
enveiligheidsvoorzieningenzoalsgrasgeleidersen
grasvangers,ophunplaatszittenennaarbehorenwerken.
•Controleervóórhetgebruikdemessen,
bevestigingsboutenenhetmaaimechanismealtijd
opsporenvanslijtageofbeschadiging.Vervangversleten
ofbeschadigdemessenenboutenaltijdalscompleteset
omeengoedebalanstebehouden.
maaimachine
Dezemachinekanhandenenvoetenafsnijdenenvoorwerpen
uitwerpen.Alsudeveiligheidsinstructiesnietopvolgt,kandit
leidentoternstigofdodelijkletsel.
Instructie
•Leesdezehandleidingaandachtigdoor.Zorgervoordat
uvertrouwdraaktmetbedieningsorganenenweethoeu
demachinemoetgebruiken.
•Laatnooitkinderenofpersonendiedeinstructiesniet
kennen,demaaimachinegebruiken.Voordebestuurder
kaneenwettelijkeminimumleeftijdgelden.
•Onthouddatdebestuurderverantwoordelijkisvoor
ongevallenofschadeaananderepersonenofhun
eigendommen.
•Zorgervoordatudeuitlegoverallepictogrammenop
demaaimachineenindeinstructieshebtgelezenen
begrepen.
Benzine
WAARSCHUWING:brandstofislichtontvlambaar.Neem
devolgendevoorzorgsmaatregelen.
•Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikkendie
speciaaldaarvoorbedoeldzijn.
•Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdenshet
bijvullennietroken.
•Vulbrandstofbijvoordatudemotorstart.Verwijder
nooitdedopvandebrandstoftankenvulnooitbenzine
bijwanneerdemotorlooptofheetis.
•Probeerdemotorniettestartenalserbrandstofis
gemorst.Verwijderdemachinedanuitdebuurtvande
plekwaarisgemorst,envoorkomelkevormvanopen
vuurofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn
verdwenen.
•Doesteedsdedopweerzorgvuldigopbrandstoftanksen
-containers.
Starten
•Schakelallemes-enaandrijfkoppelingenuitenzetde
versnellingindeneutraalstandvoordatudemotorstart.
•Houddemaaimachinenietschuinalsudemachinestart
ofdemotoraanzet,behalvealsudemachineschuinmoet
houdenomtestarten.Houddemachineindatgeval
nietschuinerdannodigis,entilalleendezijdeopdie
hetverstvanuverwijderdis.
•Houdubijhetstartenofaanzettenvandemotor
zorgvuldigaandevoorschriftenenhouduwvoetenuitde
buurtvandemaaimes(sen)ennietvóórhetuitwerpkanaal.
Gebruiksaanwijzing
•Houdiedereenweguithetgebiedwaarinudemachine
gebruikt,metnamekinderenenhuisdieren.
•Maaiuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
•Gebruikindienmogelijkdemaaimachinenietopeennat
gazon.
•Letopkuileninhetterreinenandereverborgengevaren.
•Leteropdathetuitwerpkanaalnooitnaaromstanders
gerichtmagzijn.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvandraaiende
onderdelen.Blijfaltijduitdebuurtvandeafvoeropening.
•Umageenmaaimachinenooitoptillenofdragenterwijl
demotorloopt.
•Gazeervoorzichtigtewerkalsueenloopmaaimachine
achteruitrijdtofnaarutoetrekt.
•Lopen,nooitrennen.
•Hellingen:
–Maainietopaltesteilehellingen.
–Weesuiterstvoorzichtigophellingen.
–Maaidwarsovereenhelling,nooithellingopenaf,
enweesuiterstvoorzichtigalsuopeenhellingvan
richtingverandert.
4

–Zorgdatuophellingenaltijdstevigstaat.
•Neemgasterugalsudetractie-koppelinginschakelt,
vooralwanneerdemachineineenhogeversnellingstaat.
Verminderdesnelheidopeenhellingenineenscherpe
bochtomtevoorkomendatdemachinekanteltofdatu
decontroleoverdemachineverliest.
•Zorgervoordathetmesstilstaatalsudemaaimachine
schuinmoethoudenomoppervlakkenovertestekendie
nietmetgraszijnbegroeid,enalsudemachinenaarhet
terreinbrengtwaarumoetmaaienofdaarweerweghaalt.
•Laatdemotornooitineenafgeslotenruimtelopen,
omdatzichdaargiftigekoolmonoxidedampenkunnen
verzamelen.
•Zetdemotoraf,
–alsudemaaimachineachterlaat.
–voordatubrandstofbijvult.
–voordatudegrasvangerverwijdert.
–voordatudemaaihoogteinstelt,tenzijdievanafde
bestuurderspositiekanwordeningesteld.
•Zetdemotorafenmaakdebougiekabellosvande
bougieofzetdemotorafenverwijderhetsleuteltjeuit
hetcontact.
–voordatuverstoppingenlosmaaktofhet
uitwerpkanaalontstopt.
–voordatudemaaimachinecontroleert,reinigtofer
werkzaamhedenaanverricht.
–alsueenvreemdvoorwerpheeftgeraakt,moetu
demaaimachineopbeschadigingencontrolerenen
reparatiesuitvoerenvoordatudemachineopnieuw
startenweeringebruikneemt.
–alsdemaaimachineabnormaalbeginttetrillen(direct
controleren).
•Weesvoorzichtigalsueenzitkargebruikt,en
–werkuitsluitendmetgoedgekeurde
trekstangbevestigingspunten.
–beperkdebelastingtotwatuveiligkuntbeheersen.
–maakgeenscherpebochten;gazorgvuldigtewerk
alsuachteruitrijdt.
–hetisniettoegestaanpassagierstevervoeren.
•Letophetverkeeralsuindebuurtvaneenwegwerktof
dezeoversteekt.
•Voordatudebestuurderspositieverlaat
–aftakasuitschakelenenwerktuigenlatenzakken.
–versnellinginneutraalstandzettenenparkeerremin
werkingstellen.
–motorafzettenensleuteltjeuithetcontactnemen.
•Alserzichbrandstofindetankbevindt,magude
machinenietopslaanineenafgeslotenruimtewaar
brandstofdampenincontactkunnenkomenmetopen
vuurofvonken.
•Laatdemotorafkoelenvoordatudemachineineen
afgeslotenruimteopslaat.
•Houddemotor,geluiddemper,accubehuizingende
brandstofopslagplaatsvrijvanovertolligvet,grasen
bladerenombrandgevaarteverminderen.
•Umoetdeonderdelenvandegrasvangerende
afvoergeleiderveelvuldigcontrolerenen,indiennodig,
vervangendooronderdelendiedefabrikantheeft
aanbevolen.
•Vervangversletenofbeschadigdeonderdelenmethetoog
opeenveiliggebruik.
•Vervanggeluiddempersdiegebrekenvertonen.
•Alshetnodigisdebrandstoftankaftetappen,doedit
danbuiten.
•Veranderdeinstellingenvandemotornietenvoorkom
overbelastingvandemotor.Laatdemotornietmeteen
tehoogtoerentallopenomdatditdekansopongevallen
kanvergroten.
•Letopdatbijmachinesmetmeerderemessenandere
messenkunnengaandraaiendoordatueenmesdraait.
•Weesvoorzichtigalsudemachineafsteltenvoorkomdat
uwvingersbekneldrakentussendedraaiendemessenen
devasteonderdelenvandemachine.
•Omdebesteprestatieseneenveiliggebruik
teverzekeren,dientuuitsluitendoriginele
Toro-onderdelenenaccessoirestegebruiken.Nooit
uni v er sele
dezekunnendeveiligheidingevaarbrengen.
onderdelenenaccessoiresgebruiken;
Geluidsdruk
Dezemachineoefenteengeluidsdrukvan88dBAuitophet
gehoorvandegebruiker,meteenonzekerheidswaarde(K)
van1dBA.
Degeluidsdrukisvastgesteldvolgensdeproceduresin
ENISO5395:2013.
Geluidsniveau
Dezemachineheefteengegarandeerdgeluidsniveauvan
100dBAuitmeteenonzekerheidswaarde(K)van1dBA.
Hetgeluidsniveauisvastgesteldvolgensdeproceduresin
ISO11094.
Onderhoudenopslag
•Draaiallemoeren,boutenenschroevenregelmatigstrak
aan,zodatdemachinesteedsveiligingebruikis.
•Gebruikgeenhogedrukalsuwerktuigenopdemachine
reinigt.
Trillingsniveau
Hand-arm
Gemetentrillingsniveauopderechterhand=2,8m/s
Gemetentrillingsniveauopdelinkerhand=2,1m/s
5
2
2

Onzekerheidswaarde(K)=1,4m/s
2
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeproceduresin
ENISO5395:2013.
6

Hellingsindicator
Figuur3
Umagdezepaginavooreigengebruikkopiëren.
1.Demaximalehellingsgraadwaaropudemaaierveiligkuntgebruikenis20graden.Bepaalvoordatugaatmaaiende
hellingsgraadmetbehulpvandehellingstabel.Gebruikdemaaimachinenietophellingenvanmeerdan20graden.Vouw
overdelijndieovereenkomtmetdeaangeradenhelling.
2.Houddezerandnaasteenverticaaloppervlakzoalseenboom,eengebouw,eenpaalofdergelijke.
3.Voorbeeldhoeueenhellingkuntvergelijkenmetdevouwrand.
7

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderenbevindenzich
bijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenenstickers.
Merktekenvanfabrikant
1.Geeftaandathetmesonderdeelvaneenoriginele
Toro-maaimachineis.
93-7818
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoor
instructiesomdemesbout/moervasttezettenmeteen
torsievan115–149Nm.
104-8185
106-0636
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Maaihoogte
99-8939
3.Haalhetsleuteltjeuithet
contactenleesdeinstructiesvoordatuservice-of
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
1.Maaihoogte3.Leesde
Gebruikershandleiding
voormeerinformatie.
2.Waarschuwing–stroom
106-5517
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
110-2067
8

112-8721
110-2068
1.LeesdeGebruikershandleiding.
1.Machinekanvoorwerpen
uitwerpen–Zorgervoor
datdegrasgeleideropzijn
plaatszit.
2.Handenofvoeten
kunnenworden
gesneden/geamputeerd
–Blijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
3.Motor–Afzetten6.Zetdeaftakasschakelaar
4.Motor–Starten
5.Zetderijhendelin
deneutraalstand;
trekvervolgensde
aftakasschakelaaruitom
demesseninteschakelen.
omlaagomdemessenuit
teschakelen.
1.Parkeerrem–buiten
werking
114-3422
7.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding.
8.Demachinekan
voorwerpenuitwerpen
–houdomstandersop
eenveiligeafstandvande
machine.
9.Waarschuwing–Zetde
motorafenmaakde
bougiekabellosvoordat
uonderhoudswerkzaamhedenaandemachine
uitvoert.
2.Parkeerrem–inwerking
10.Waarschuwing–Zetde
motorafvoordatude
machineachterlaat.
11.Waarschuwing–Gebruik
dezemachineuitsluitend
alsuhiervoorinstructie
hebtontvangen.
114-3424
1.Tractiebediening3.Langzaam5.Achteruit
2.Snel
4.Neutraalstand
9
6.Aftakasuitschakelen

114-3442
1.Snel
2.Continusnelheidsregeling
3.Motor
4.Langzaam
114-3449
1.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen–Houdomstanders
opeenveiligeafstandvandemachine.
2.Machinekanvoorwerpenuitwerpen–Zorgervoordatde
grasgeleideropzijnplaatszit.
3.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd
–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
5.Choke
119-0217
1.Waarschuwing–stopdemotor;blijfopeenveiligeafstand
vanbewegendeonderdelen;laatallebeschermkappenop
hunplaats.
1.Peilhydraulischevloeistof
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
115-4212
3.Waarschuwing–Raakhet
heteoppervlaknietaan.
10

Algemeenoverzicht
vandemachine
1.Zijuitwerpkanaal5.Parkeerrem
2.Motor6.Maaidek
3.Brandstoftank
4.Bedieningsorganen
Figuur4
7.Voorstezwenkwiel
Figuur5
1.Contactschakelaar6.Choke
2.Rijhendellinks7.Vergrendelde
3.Gashendel
4.Urenteller
5.Brandstoftank
neutraalstandvoorrechter
rijhendel
8.Rijhendelrechts
9.Aftakasschakelaar
10.Kokervoor
gebruikershandleiding
Bedieningsorganen
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
(Figuur5)voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
Gashendel
Degashendelheeft2standen:SnelenTraag.
Choke
Gebruikdechokeomeenkoudemotortestarten.
Aftakasschakelaar
Deaftakasschakelaarwordtgebruiktomdeelektrische
koppelinginteschakelenomdemaaimessenaantedrijven
metderechterrijhendelindemiddelsteonvergrendelde
stand.Zetdedeschakelaaromhoogomdemesseninte
schakelenenlaatdezelos.Omdemessenuitteschakelen,
zetudeschakelaaromlaagofzetuderechterrijhendelinde
vergrendeldeneutraalstand.
Contactschakelaar
Deschakelaardientomdemotorvandemaaiertestartenen
heeft3standen:Start,LopenenUit.
Rijhendels
Metderijhendelskandemachinevooruitenachteruitrijden
eninallerichtingendraaien.
Vergrendeldeneutraalstand
Devergrendeldeneutraalstandwordtgebruiktmethet
veiligheidssysteemomdemaaimesseninenuitteschakelen
endeneutraalstandtebepalen.
11

Brandstofafsluitklep
Werktuigen/accessoires
Sluitdebrandstofafsluitklep(onderdebrandstoftank)alsude
machinetransporteertofstalt.
Urenteller
Toonthetaantalurendatdemachineinbedrijfisgeweest.
Deurentellerwerktuitsluitendalsdemaaimessenzijn
ingeschakeld.
Deurentellerknippert3urenvóórennaeen
onderhoudsinterval.Deonderhoudsintervallenzijningesteld
voordeeerste8bedrijfsuren;vervolgenswordtomde
100en400bedrijfsurenaangegevendatdemachineeen
onderhoudsbeurtmoetkrijgen.
Opmerking:Zorgervoordatdemachineeen
onderhoudsbeurtkrijgtopdeaanbevolenintervallenvolgens
hetaanbevolenonderhoudsschema.
EenselectievandoorTorogoedgekeurdewerktuigenen
accessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetdemachine
omdemogelijkhedendaarvanteverbeterenenuitte
breiden.Neemcontactopmeteenerkendeservicedealerof
distributeurofbezoekwww .Toro.comvooreenlijstvanalle
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnenzonder
voorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Breedtemetgrasgeleider
omlaag
Lengte199cm
Hoogte117cm
Gewicht
130cm
303kg
12

Gebruiksaanwijzing
Brandstofbijvullen
•Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitendschone,
verse,loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of
hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
•Metzuurstofverrijktebenzinemettenhoogste10%
ethanolof15%MTBEisgeschikt.
•Ethanol:Benzinemetmaximaal10%ethanol(gasohol)
of15%MTBE(methyl-tertiair-butylether)pervolume
isaanvaardbaar.EthanolenMTBEzijnniethetzelfde.
Benzinemet15%ethanol(E15)pervolumeisniet
geschiktvoorgebruik.Gebruiknooitbenzinediemeer
dan10%ethanolpervolumebevat,zoalsE15(bevat
15%ethanol),E20(bevat20%ethanol),ofE85(bevat
tot85%ethanol).Ongeschiktebenzinegebruikenkan
leidentotverminderdeprestatiesen/ofmotorschadedie
mogelijknietgedektwordtdoordegarantie.
•Geenethanolmengselsvanbenzinegebruiken(zoalsE15
ofE85)metmeerdan10%ethanolpervolume.Ditkan
leidentotverminderdeprestatiesen/ofmotorschadedie
mogelijknietgedektwordtdoordegarantie.
•Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
•Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
•Mengnooitoliedoorbenzine.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenkantijdenshet
tankenstatischeelektriciteitwordenontladen
waardoorvonkenontstaandiebenzinedampentot
ontbrandingkunnenbrengen.Brandofexplosie
vanbenzinekanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
•Zetbenzinevatenaltijdopdegrondenuitde
buurtvanhetvoertuigvoordatudetankbijvult.
•Benzinevatennietineenvrachtwagenof
aanhangervullen,omdatbekledingofkunststof
beplatinghetvatkanisoleren,waardoorde
afvoervanstatischeladingwordtbemoeilijkt.
•Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhetbeste
eenmachinemeteenbenzinemotoreerstvande
vrachtwagenofaanhangerhalenenbijtanken
alsdemachinemetdewielenopdegrondstaat.
•Alsditnietmogelijkis,verdienthetdevoorkeur
dergelijkemachinesopeentruckofaanhanger
bijtevullenuiteendraagbaarvat,nietmet
behulpvaneenvulpistoolvaneenpomp.
•Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dientude
vulpijpvoortdurendincontactmetderandvan
debrandstoftankofdeopeningvanhetvatte
houden,totdatuklaarbentmetbijvullen.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbenzineuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandofexplosie
vanbenzinekanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
•Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Eventueelgemorstebenzine
opnemen.
•Vuldebrandstoftanknooitalsdemachineop
eenaanhangerineenafgeslotenruimtestaat.
•Vuldebrandstoftankniethelemaalvol.Vulde
brandstoftanktotdathetpeil6mmtot13mm
vandeonderkantvandevulbuisstaat.Deze
ruimteindetankgeeftbenzinedekansomuit
tezetten.
•Rooknooitwanneerumetbenzinebezigbent,
enhouddebrandstofwegvanopenvuurof
vonken.
•Bewaarbenzineineengoedgekeurdvatofblik
enbuitenbereikvankinderen.Koopnooitmeer
benzinedanuin30dagenkuntopmaken.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren
werkt.
WAARSCHUWING
Benzineisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleidentot
ernstigletselenziekte.
•Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
•Houduwgezichtuitdebuurtvaneenvulpijp
endeopeningvaneentankofeenblikmet
conditioner.
•Houdbenzineuitdebuurtvanogenenhuid.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikvanstabilizer/conditionerindemachinebiedtde
volgendevoordelen:
•Houdtdebenzineversgedurendestallingvan90dagen
ofminder.Alsudemachinelangerwiltstallen,moetude
benzineaftappenuitdebrandstoftank.
•Houdtdemotortijdenshetgebruikschoon.
•Voorkomtharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteem,dietotstartproblemenkunnen
leiden
Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditievendie
methanolofethanolbevatten.
13

Voegdejuistehoeveelheidstabilizer/conditioneraande
benzinetoe.
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkthetbestals
dezemetversebenzinewordtgemengd.Gebruikaltijdeen
stabilizeromhetrisicovanharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteemzokleinmogelijktehouden.
Debrandstoftankvullen
1.Motorafzettenenparkeerreminwerkingstellen.
VOORZICHTIG
Kinderenofomstanderskunnenletseloplopenals
zijdemachineverplaatsenofproberentebedienen
terwijldezeonbeheerdisachtergelaten.
Verwijderaltijdhetsleuteltjeuithetcontactenstel
deparkeerreminwerkingwanneerudemachine
onbeheerdachterlaat,ookalishetslechtsvooreen
paarminuten.
2.Omgevingvanbeidebrandstoftankdoppenreinigen
endoppenafnemen.
3.Vuldebeidebrandstoftanksmetloodvrije,normale
benzinetotdathetpeil6mmtot13mmvande
onderkantvandevulbuisstaat.
Deruimteindetankgeeftdebenzinedekansomuit
tezetten.Debrandstoftanksnooithelemaalvullen.
4.Plaatsdetankdoppenterugenzetzegoedvast.
5.Gemorstebenzineopnemen.
Hetmotoroliepeilcontroleren
Controleervoordatudemotorstartendemachinegebruikt
hetoliepeilvandemotor;zieControlerenvanhetoliepeilin
Onderhoudmotor(bladz.23).
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebestuurderspositie
delinker-enrechterzijdevandemachine.
Veiligheidvooralles
Leesaandachtigalleveiligheidsinstructiesen-stickersinhet
hoofdstukVeiligebediening.Metbehulpvandezeinformatie
kuntuvoorkomendatomstandersofuzelfletseloplopen.
Wijadviserenubeschermendeuitrustingtegebruiken,zoals
eenveiligheidsbril,gehoorbescherming,veiligheidsschoenen
eneenhelm.
Parkeerreminwerkingstellen
Trekdeparkeerremhendelnaarachteren(Figuur6).
Figuur6
1.Parkeerremhendel(inde
onvergrendeldestand)
2.Parkeerremhendel(inde
vergrendeldestand)
Parkeerremvrijzetten
Duwdeparkeerremhendelnaarvoren.
VOORZICHTIG
Dezemachinesteltdegebruikerblootaan
geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bijlangdurige
blootstellingkanditleidentotgehoorbeschadiging.
Draaggehoorbeschermingalsudezemachine
gebruikt.
Parkeerremgebruiken
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneerudemachine
stoptofonbeheerdachterlaat.Vóórelkgebruikmoetu
controlerenofdeparkeerremgoedwerkt.
Alsdeparkeerremnietgoedwerkt,moetudezeafstellen.Zie
Onderhoudvanderemmen(bladz.31).
Startenenstoppenvande
motor
Motorstarten
1.Sluitdebougiekabelsaanopdebougies.
2.Opendebrandstofklep.
3.Steldeparkeerreminwerking.
4.ZetdegashendelopSNELenzetdechokehendelop
AANvoordatueenkoudemotorstart.(Figuur7).
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,hoeftu
dechokeniettegebruiken.Alsueenwarmemotor
start,zetudegashendeltussenSnelenLangzaam.
14

Figuur7
1.Contactschakelaar3.Choke
2.Gashendel
5.DraaihetcontactsleuteltjeopSTARTomdestartmotor
inwerkingtestellen.Laathetsleuteltjeloszodrade
motoraanslaat.
Opmerking:Steldestartmotortelkensnietlanger
dan5secondeninwerking.Alsdemotornietwil
starten,moetunaelkepogingdemotor60seconden
latenafkoelen.Indienudezeinstructiesnietopvolgt,
kandestartmotordoorbranden.
Bedieningvandeaftakas
Deaftakasschakelaarwordtgebruiktincombinatiemetde
rechterrijhendelomdemaaimesseninenuitteschakelen.
Maaimesseninschakelen(aftakas)
1.Omdemaaimesseninteschakelen,beweegtude
rechterrijhendelnaardemiddelste,onvergrendelde
stand(Figuur8).
2.Zetdeaftakasschakelaaromhoogenlaatdezelosterwijl
uderechterrijhendelindemiddelste,onvergrendelde
standhoudt.
6.Alsdemotorstart,zetudegashendelzetude
gashendeltussenSNELenLANGZAAMenzetude
chokehendelopUIT .Laatdemotorwarmwordenen
zetvervolgensdegashendelopSNEL.
Motorafzetten
1.Zetderijhendelsindeneutraalstandenzetderechter
rijhendelindevergrendeldeneutraalstand.
2.ZetdegashendelweeropLANGZAAM(Figuur7).
3.Alsdemotorzwaarbelastisgeweestofheetis,moetu
demotornog30tot60secondenlatendraaienvoordat
udezeafzet.
4.Omdemotoraftezetten,draaituhetcontactsleuteltje
opUIT .
Belangrijk:Zorgervoordatdebrandstofafsluitklepisgeslotenvoordatudemachine
transporteertofstaltomdaterbenzinekan
lekkenuitdemachine.Omtevoorkomendatde
maaimachineperongelukwordtgestart,moetu
debougiekabellosmakenvandebougie(s)voordat
udemachinestalt.
Figuur8
1.Aftakasschakelaar
2.Rechterrijhendelinde
middelste,onvergrendelde
standgeduwd.
3.Rechterrijhendel
invergrendelde
neutraalstand
4.Rijhendellinks
Maaimessenuitschakelen(aftakas)
Hierondervolgen2optiesomdemaaimessenuitteschakelen.
•ZetdeaftakasschakelaaromlaagnaardestandUit.
•Zetderijhendelsindeneutraalstandenzetderechter
rijhendelindevergrendeldeneutraalstand.
15

Hetveiligheidssysteem
VOORZICHTIG
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunneneenonverwacht
effecthebbenopdewerkingvandemachine.Dit
kanlichamelijkletselveroorzaken.
•Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
•Controleerelkedagdewerkingvande
interlockschakelaarsenvervangbeschadigde
schakelaarsvoordatudemachineweerin
gebruikneemt.
Werkingvanhetveiligheidssysteem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomhetinschakelenvande
maaimessenalleenmogelijktemakenwanneer:
•Derechterrijhendelindemiddelste,onvergrendelde
standstaat.
•DeaftakasschakelaarindestandAanstaat.
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatdemaaimessen
wordenuitgeschakeldalsuderechterrijhendelvrijzetin
devergrendeldeneutraalstand.
9.Zetderechterrijhendelindemiddelste,onvergrendelde
stand.
10.Houderechterrijhendelindemiddelste,
onvergrendeldestand,trekdeaftakasschakelaar
omhoogenlaatdeschakelaarlos.
Alshetgoedis,wordtnudekoppelingingeschakelden
beginnendemaaimessentedraaien.
11.ZetdeaftakasschakelaaromlaagnaardestandUit.
Opmerking:Demessenmoetenophoudenmet
draaien.
12.Zetterwijldemotorlooptdeaftakasschakelaar
omhoogenlaatdezelosterwijluderechterrijhendel
indemiddelste,onvergrendeldestandhoudt.
Opmerking:Demessenmogennietdraaien.
Vooruitenachteruitrijden
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor,oftewel
hettoerental(inomwentelingenperminuut).Zetde
gashendelopSNELomdebesteprestatiesteverkrijgen.Laat
demotortijdenshetmaaienaltijdvolgasdraaien.
VOORZICHTIG
Hetveiligheidssysteemtesten
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Opmerking:Alshetveiligheidssysteemnietwerktzoals
hieronderwordtbeschreven,moetuhetdirectlatenrepareren
dooreenerkendeservicedealer.
1.Startdemotor;zieStartenenstoppenvandemotorin
Startenenstoppenvandemotor(bladz.14).
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetderechterrijhendelindemiddelste,onvergrendelde
stand.
Opmerking:Demessenmogennietdraaien.
4.Beweegderijhendelsnaarvoren.
Opmerking:Demotormoetafslaan.
5.Startdemotorenzetdeparkeerremvrij.
6.Zetderechterrijhendelindemiddelste,onvergrendelde
stand.
7.Houderechterrijhendelindemiddelste,
onvergrendeldestand,trekdeaftakasschakelaar
omhoogenlaatdeschakelaarlos.
Opmerking:Alshetgoedis,wordtnudekoppeling
ingeschakeldenbeginnendemaaimessentedraaien.
8.Zetderechterrijhendelvrijindevergrendelde
neutraalstand.
Demachinekanzeersnelronddraaien.De
bestuurderkandecontroleoverdemachine
verliezen.Ditkanleidentotlichamelijkletselen
schadeaandemachine.
•Weesvoorzichtigalsueenbochtmaakt.
•Verminderdesnelheidvandemachinevoordat
ueenscherpebochtmaakt.
Vooruitrijden
1.Zetdeparkeerremvrij;zieParkeerremvrijzettenin
Startenenstoppenvandemotor(bladz.14).
2.Zetderechterrijhendelindemiddelste,onvergrendelde
stand.
3.Omvooruitterijden,duwtuderijhendelslangzaam
naarvoren(Figuur9).
Opmerking:Demotorslaatafalsuderijhendels
vandetractiebeweegtterwijldeparkeerreminwerking
isgesteld.
Omineenrechtelijnterijden,moetugelijkmatige
drukuitoefenenopbeiderijhendels(Figuur9).
Omtedraaien,beweegtuaandezijdewaarnaaruwilt
draaienderijhendelnaardeneutraalstand(Figuur9).
Hoeverderuderijhendelsbeweegt(inbeide
richtingen),destesnellerzaldemachineindegewenste
richtingrijden.
Opmerking:Demessenmoetenophoudenmet
draaien.
Omtestoppen,zetubeiderijhendelsteruginde
neutraalstand.
16