
FormNo.3390-268RevB
Loopmaaiertractie-eenheid
13,24kW(18pk)metpistoolgreepen
hydrostatischeaandrijving
Modelnr.:30069—Serienr.:315000001enhoger
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3390-268*B

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Inleiding
Dezemaaiermetdraaiendemessenisbedoeldvoorgebruik
doorparticulierenenprofessionelebestuurders.Demachine
isvoornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangrasop
goedonderhoudenparticuliereofcommerciëlegazons.De
machineisnietontworpenvoorhetmaaienvanborsteliggras
ofvoorgebruikindelandbouw .
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweethoeude
machineopdejuistewijzemoetgebruikenenonderhouden
enomletselenschadeaandemachinetevoorkomen.
Dezehandleidingmoetwordenbeschouwdalsonderdeel
vandemachinevanwegedeinformatieoverveiligheid,
gebruikenonderhoud.Demaaieriseenprecisiemachinedie
uitsluitendisbedoeldvoorhetmaaienvangrasenoverige
lagebodembegroeiingbinnendebeperkingendieindeze
handleidingstaanaangegeven.Ubentverantwoordelijkvoor
hetjuisteenveiligegebruikvandemachine.
Modelnr.:
Serienr.:
Figuur2
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
UkuntdirectcontactopnemenmetT orovoorinformatie
overproductenenaccessoires,hulpbijhetvindenvaneen
dealerofomuwproductteregistrerenviaToroCommercial
ProductsServiceDepartment,Spellbrook,Bishops
Stortford,CM234BU ,Engeland,+44(0)1279603019,e-mail:
uk.service@toro.com.
Alsuservice,origineleToro-onderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmeteen
erkendeServiceDealerofmetdeklantenservicevanToro.U
dienthierbijaltijdhetmodelnummerenhetserienummervan
hetproducttevermelden.Figuur1enFiguur2gevende
locatievanhetmodel-enserienummervanhetproductaan.
Ukuntdenummersnotereninderuimtehieronder.
Dezehandleidingnoemteenaantalmogelijkegevarenen
bevateenaantalveiligheidsberichten(Figuur3)metde
volgendeveiligheidssymbolen,dieduidenopeengevaarlijke
situatiediezwaarlichamelijkletselofdedoodtotgevolg
kanhebbenwanneerdeveiligheidsvoorschriftennietinacht
wordengenomen.
Figuur3
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnischeinformatie
enOpmerkingduidtalgemeneinformatieaandiebijzondere
aandachtverdient.
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
©2015—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Figuur1
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS.

Inhoud
Veiligheid......................................................................4
Algemeneveiligheidsregelsmetbetrekkingtotde
maaimachine.......................................................4
Geluidsdrukvoormodel32RD ,36RDen
48RD................................................................6
Geluidsniveauvoormodel32RD ,36RDen
48RD................................................................6
Trillingsniveauvoorde32RD...................................6
Trillingsniveauvoorde36RD...................................6
Trillingsniveauvoorde48RD...................................6
Hellingsindicator....................................................7
Veiligheids-eninstructiestickers................................8
Montage......................................................................11
1Vloeistoffenenbandenspanning
controleren........................................................11
2Dehandleidinglezenenhetinstructiemateriaal
voordegebruikerbekijken...................................11
Algemeenoverzichtvandemachine................................12
Bedieningsorganen................................................12
Specicaties..........................................................13
Werktuigen/accessoires...........................................13
Gebruiksaanwijzing.......................................................13
Brandstofbijvullen.................................................13
Veiligheidstaatvoorop............................................14
Parkeerremgebruiken.............................................14
Startenenstoppenvandemotor...............................15
Deneutraalvergrendelingbedienen...........................16
Bedieningvandeaftakasknop..................................16
Hetveiligheidssysteem............................................17
Demachinenaarvorenennaarachteren
rijden................................................................17
Demachineindeneutraalstandzetten.......................18
Demachinestoppen...............................................18
Machinemetdehandduwen....................................18
Demachinetransporteren.......................................19
Maaihoogteinstellen...............................................19
Destandvanhetzwenkwielaanpassen......................20
Hoogtevanhandgreepinstellen................................20
Maaihoogteschema.................................................22
Onderhoud..................................................................23
Aanbevolenonderhoudsschema..................................23
Smering...................................................................24
Lagersvanzwenkwielenenwielensmeren..................24
Riemspanpoeliesmeren...........................................24
Depompbedieningenhaaksehendelsmeren..............24
Onderhoudmotor.....................................................25
Onderhoudvanhetluchtlter..................................25
Motoroliecontroleren/verversen.............................26
Onderhoudvandebougies......................................27
Onderhoudbrandstofsysteem.....................................28
Onderhoudvandebrandstoftank.............................28
Onderhoudvanhetbrandstoflter............................29
Onderhoudaandrijfsysteem........................................30
Toerenregelaarmechanismeafstellen.........................30
Neutraalstandmechanismeafstellen..........................30
Hydrauliekmechanismeafstellen...............................31
Bedieningsstangafstellen.........................................33
Sporingafstellen....................................................34
Veerverankeringafstellen.........................................34
Bandenspanningcontroleren...................................34
Onderhoudkoelsysteem.............................................35
Luchtinlaatroosterreinigen......................................35
Onderhoudenremmen..............................................35
Onderhoudvanderem...........................................35
Onderhoudriemen....................................................36
Riemencontroleren................................................36
Drijfriemvanmaaidekvervangen.............................36
Drijfriemspanningafstellen......................................37
Onderhoudhydraulischsysteem..................................39
Hethydraulischesysteemeenonderhoudsbeurt
geven................................................................39
Onderhoudvanhetmaaidek........................................42
Onderhoudvandemaaimessen................................42
Mesremafstellen....................................................43
Stalling........................................................................44
Problemen,oorzaakenremedie......................................46
Schema's......................................................................48
3

Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmetde
EN-normISO5395:2013.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemaaier
kanletseltotgevolghebben.Houduaandeze
veiligheidsinstructiesomhetrisicoopletselte
verminderen.
Toroheeftdezemaaierontworpenvoorengetestopveilig
gebruik.Alsuzichechterniethoudtaandevolgende
instructieskanditlichamelijkletseltotgevolghebben.
Hetisvanessentieelbelangdatueneventuele
anderegebruikersvandemaaierdeinhoudvandeze
handleidinglezenenbegrijpenvoordatdemotorvoor
heteerstwordtgestartommaximaleveiligheidende
besteprestatiestegaranderenenzodatukennisover
hetproductopdoet.Letmennameophetsymboolvoor
veiligheidswaarschuwingen(Figuur3)datV oorzichtig,
WaarschuwingofGevaar–'instructievoorpersoonlijke
veiligheid'kanbetekenen.Zorgdatudeinstructies
leestenbegrijpt,ditisbelangrijkvoordeveiligheid.
Niet-nalevingvandeinstructiekanleidentotlichamelijk
letsel.
Algemeneveiligheidsregels
metbetrekkingtotde
•Vulbrandstofbijvoordatudemotorstart.Verwijder
nooitdedopvandebrandstoftankenvulnooitbenzine
bijwanneerdemotorlooptofheetis.
•Probeerdemotorniettestartenalserbrandstofis
gemorst.V erwijderdemachinedanuitdebuurtvande
plekwaarisgemorst,envoorkomelkevormvanopen
vuurofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn
verdwenen.
•Doesteedsdedopweerzorgvuldigopbrandstoftanksen
-containers.
Vóóringebruikname
•Draagtijdenshetmaaienaltijdeenlangebroekenstevige
schoenenmeteengripvastezool.Draaggeenschoenen
metopentenenenloopnietopblotevoeten.
•Inspecteereerstgrondighetterreinwaarudemachine
wiltgebruikenenverwijderallestenen,takken,draden,
bottenofanderevreemdevoorwerpen.
•Controleervóórgebruikaltijdofdebeschermplatenen
veiligheidsvoorzieningenzoalsgrasgeleidersophunplaats
zittenennaarbehorenwerken.
•Controleervóórhetgebruikdemessen,
bevestigingsboutenenhetmaaimechanismealtijd
opsporenvanslijtageofbeschadiging.V ervangversleten
ofbeschadigdemessenenboutenaltijdalscompleteset
omeengoedebalanstebehouden.
maaimachine
Dezemachinekanhandenenvoetenafsnijdenenvoorwerpen
uitwerpen.Alsudeveiligheidsinstructiesnietopvolgt,kandit
leidentoternstigofdodelijkletsel.
Instructie
•Leesdezehandleidingaandachtigdoor.Zorgervoordat
uvertrouwdraaktmetbedieningsorganenenweethoeu
demachinemoetgebruiken.
•Laatnooitkinderenofpersonendiedeinstructiesniet
kennen,demaaimachinegebruiken.Voordebestuurder
kaneenwettelijkeminimumleeftijdgelden.
•Onthouddatdebestuurderverantwoordelijkisvoor
ongevallenofschadeaananderepersonenofhun
eigendommen.
•Zorgervoordatudeuitlegoverallepictogrammenop
demaaimachineenindeinstructieshebtgelezenen
begrepen.
Benzine
WAARSCHUWING:brandstofislichtontvlambaar.Neem
devolgendevoorzorgsmaatregelen.
•Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikkendie
speciaaldaarvoorbedoeldzijn.
•Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdenshet
bijvullennietroken.
Starten
•Schakelallemes-enaandrijfkoppelingenuitenzetde
versnellingindeneutraalstandvoordatudemotorstart.
•Houddemaaimachinenietschuinalsudemachinestart
ofdemotoraanzet,behalvealsudemachineschuinmoet
houdenomtestarten.Houddemachineindatgeval
nietschuinerdannodigis,entilalleendezijdeopdie
hetverstvanuverwijderdis.
•Startdemotorvoorzichtigvolgensdeinstructiesenhoud
uwvoetenveruitdebuurtvandemessen.
Gebruiksaanwijzing
•Bliksemkanernstigofdodelijkletselveroorzaken.Alsu
bliksemzietofdonderhoortinhetgebied,gebruikde
machinedanniet;gaschuilen.
•Laatdemotornooitineenafgeslotenruimtelopen,
omdatzichdaargiftigekoolmonoxidedampenenandere
uitlaatgassenkunnenverzamelen.
•Houdiedereenweguithetgebiedwaarinudemachine
gebruikt,metnamekinderenenhuisdieren.
•Maaiuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
•Gebruikindienmogelijkdemaaimachinenietopeennat
gazon.
•Letopkuileninhetterreinenandereverborgengevaren.
4

•Leteropdathetuitwerpkanaalnooitnaaromstanders
gerichtmagzijn.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvandraaiende
onderdelen.
•Umageenmaaimachinenooitoptillenofdragenterwijl
demotorloopt.
•Gazeervoorzichtigtewerkalsueenloopmaaimachine
achteruitrijdtofnaarutoetrekt.
•Lopen,nooitrennen.
•Hellingen:
–Maainietopaltesteilehellingen.
–Weesuiterstvoorzichtigophellingen.
–Maaidwarsovereenhelling,nooithellingopenaf,
enweesuiterstvoorzichtigalsuopeenhellingvan
richtingverandert.
–Zorgdatuophellingenaltijdstevigstaat.
•Gebruikdegazonmaaiernooitmetbeschadigde
beschermplatenofzonderdatdebeveiligingen,zoals
veiligheidsschermenen/ofgrasvangers,ophunplaats
zitten.
•Neemgasterugalsudetractie-koppelinginschakelt,
vooralwanneerdemachineineenhogeversnellingstaat.
Verminderdesnelheidopeenhellingenineenscherpe
bochtomtevoorkomendatdemachinekanteltofdatu
decontroleoverdemachineverliest.
•Zorgervoordathetmesstilstaatalsudemaaimachine
schuinmoethoudenomoppervlakkenovertestekendie
nietmetgraszijnbegroeid,enalsudemachinenaarhet
terreinbrengtwaarumoetmaaienofdaarweerweghaalt.
•Laatdemotornooitineenafgeslotenruimtelopen,
omdatzichdaargiftigekoolmonoxidedampenkunnen
verzamelen.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje(indien
aanwezig)encontroleerofallebewegendedelenvolledig
totstilstandzijngekomen:
–alsudemaaimachineachterlaat.
–voordatubrandstofbijvult.
–voordatudegrasvangerverwijdert.
–voordatudemaaihoogteinstelt,tenzijdievanafde
bestuurderspositiekanwordeningesteld.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje(indien
aanwezig),controleerofallebewegendedelenvolledigtot
stilstandzijngekomenenmaakdebougiekabellos:
–voordatuverstoppingenlosmaaktofhet
uitwerpkanaalontstopt.
–voordatudemaaimachinecontroleert,reinigtofer
werkzaamhedenaanverricht.
–alsueenvreemdvoorwerpheeftgeraakt,moetu
demaaimachineopbeschadigingencontrolerenen
reparatiesuitvoerenvoordatudemachineopnieuw
startenweeringebruikneemt.
–alsdemaaimachineabnormaalbeginttetrillen(direct
controleren).
•Zetdegashendelterugterwijludemotorafzet.Alsde
machinemeteenbrandstofafsluitklepisuitgerust,draai
dezedandichtalshetmaaiwerkvoltooidis.
•Weesvoorzichtigalsueenzitkargebruikten
–werkuitsluitendmetgoedgekeurde
trekstangbevestigingspunten.
–beperkdebelastingtotwatuveiligkuntbeheersen.
–maakgeenscherpebochten;gazorgvuldigtewerk
alsuachteruitrijdt.
–hetisniettoegestaanpassagierstevervoeren.
•Letophetverkeeralsuindebuurtvaneenwegwerktof
dezeoversteekt.
•Voordatudebestuurderspositieverlaat
–aftakasuitschakelenenwerktuigenlatenzakken.
–versnellinginneutraalstandzettenenparkeerremin
werkingstellen.
–motorafzettenensleuteltjeuithetcontactnemen.
Onderhoudenopslag
•Draaiallemoeren,boutenenschroevenregelmatigstrak
aan,zodatdemachinesteedsveiligingebruikis.
•Gebruikgeenhogedrukalsuwerktuigenopdemachine
reinigt.
•Alserzichbrandstofindetankbevindt,magude
machinenietopslaanineenafgeslotenruimtewaar
brandstofdampenincontactkunnenkomenmetopen
vuurofvonken.
•Laatdemotorafkoelenvoordatudemachineineen
afgeslotenruimteopslaat.
•Houddemotor,geluiddemper,accubehuizingende
brandstofopslagplaatsvrijvanovertolligvet,grasen
bladerenombrandgevaarteverminderen.
•Umoetdeonderdelenvandeafvoergeleiderregelmatig
controlerenen,indiennodig,vervangendooronderdelen
diedefabrikantheeftaanbevolen.
•Vervangversletenofbeschadigdeonderdelenmethetoog
opeenveiliggebruik.
•Vervanggeluiddempersdiegebrekenvertonen.
•Alshetnodigisdebrandstoftankaftetappen,doedit
danbuiten.
•Veranderdeinstellingenvandemotornietenvoorkom
overbelastingvandemotor.Laatdemotornietmeteen
tehoogtoerentallopenomdatditdekansopongevallen
kanvergroten.
•Letopdatbijmachinesmetmeerderemessenandere
messenkunnengaandraaiendoordatueenmesdraait.
•Weesvoorzichtigalsudemachineafsteltenvoorkomdat
uwvingersbekneldrakentussendedraaiendemessenen
devasteonderdelenvandemachine.
•Omdebesteprestatieseneenveiliggebruik
teverzekeren,dientuuitsluitendoriginele
Toro-onderdelenenaccessoirestegebruiken.
5

Gebruiknooit
dezekunnendeveiligheidingevaarbrengen.
uni v er sele
onderdelenenaccessoires;
Gemetentrillingsniveauopderechterhand=2,5m/s
Gemetentrillingsniveauopdelinkerhand=3,1m/s
2
2
Geluidsdrukvoormodel
32RD,36RDen48RD
De32RDoefenteengeluidsdrukvan87dBAuitophet
gehoorvandegebruiker,meteenonzekerheidswaarde(K)
van2dBA.
De36RDoefenteengeluidsdrukvan87dBAuitophet
gehoorvandegebruiker,meteenonzekerheidswaarde(K)
van2dBA.
De48RDoefenteengeluidsdrukvan92dBAuitophet
gehoorvandegebruiker,meteenonzekerheidswaarde(K)
van2dBA.
Degeluidsdrukisvastgesteldvolgensdeproceduresin
ENISO5395:2013.
Geluidsniveauvoormodel
32RD,36RDen48RD
De32RDende36RDhebbeneengegarandeerd
geluidsniveauvan100dBAuitmeteenonzekerheidswaarde
(K)van1dBA.
Onzekerheidswaarde(K)=1,5m/s
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeproceduresin
ENISO5395:2013.
2
De48RDmachineheefteengegarandeerdgeluidsniveauvan
105dBAuitmeteenonzekerheidswaarde(K)van1dBA.
Hetgeluidsniveauisvastgesteldvolgensdeproceduresin
ISO11094.
Trillingsniveauvoorde32RD
Hand-arm
Gemetentrillingsniveauopderechterhand=1,2m/s
Gemetentrillingsniveauopdelinkerhand=2,0m/s
Onzekerheidswaarde(K)=1,0m/s
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeproceduresin
ENISO5395:2013.
2
2
2
Trillingsniveauvoorde36RD
Hand-arm
Gemetentrillingsniveauopderechterhand=1,3m/s
Gemetentrillingsniveauopdelinkerhand=1,8m/s
Onzekerheidswaarde(K)=1,0m/s
2
2
2
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeproceduresin
ENISO5395:2013.
Trillingsniveauvoorde48RD
Hand-arm
6

Hellingsindicator
Figuur4
Umagdezepaginavooreigengebruikkopiëren.
1.Demaximalehellingsgraadwaaropudemaaierveiligkuntgebruikenis20graden.Bepaalvoordatugaatmaaiende
hellingsgraadmetbehulpvandehellingstabel.Gebruikdemaaimachinenietophellingenvanmeerdan20graden.Vouw
overdelijndieovereenkomtmetdeaangeradenhelling.
2.Houddezerandnaasteenverticaaloppervlakzoalseenboom,eengebouw,eenpaalofdergelijke.
3.Voorbeeldhoeueenhellingkuntvergelijkenmetdevouwrand.
7

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderenbevindenzich
bijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Zorgervoordatveiligheidsinformatieduidelijkzichtbaaris.Vervang
beschadigdeofontbrekendeveiligheidsstickers.
1.Maaihoogte
1.Handenkunnenwordengesneden
2.Voetenkunnenwordengesneden
320006
1.Waarschuwing–Steldeparkeerreminwerkingenblokkeer
dewielenalsudemachineopeenhellingparkeert.
95-5852
40-13–010
106-2733
1.Snel
2.Continusnelheidsregeling
3.Langzaam
1.Leesde
Gebruikershandleiding
voorinstructiesover
hetbedienenvande
maaimessen
2.Vooruittrekkenominte
schakelen
95-5537
3.Terugtrekkenomuitte
schakelen
111-1979
8

Merktekenvanfabrikant
1.Geeftaandathetmesonderdeelvaneenoriginele
Toro-maaimachineis.
115-4212
1.Peilhydraulischevloeistof
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
3.Waarschuwing–Raakhet
heteoppervlaknietaan.
115-1039
1.Parkeerrem–buiten
werking
2.Parkeerrem–inwerking
119-6672
1.Vooruit
2.Neutraalstand
3.Achteruit12.Machinekanvoorwerpenuitwerpen–Zorgervoordatde
4.Omdemachinenaarrechtstedraaien,schakeltunaarde
neutraalstandmetderechterhendelterwijldelinkerhendelin
vooruitstaat.
5.Omdemachinenaarlinkstedraaien,schakeltunaarde
neutraalstandmetdelinkerhendelterwijlderechterhendelin
vooruitstaat.
6.Snel15.Waarschuwing–Zetdemotorafenmaakdebougiekabel
7.Continusnelheidsregeling16.Waarschuwing–Zetdemotorafvoordatudemachine
8.Langzaam
9.Neutraalstand
10.Waarschuwing–RaadpleegdeGebruikershandleiding.
11.Waarschuwing–Gebruikdezemachineuitsluitendalsu
hiervoorinstructiehebtontvangen.
grasgeleideropzijnplaatszit.
13.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen–Houdomstanders
opeenveiligeafstandvandemachine.
14.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
losvoordatuonderhoudswerkzaamhedenaandemachine
uitvoert.
achterlaat.
17.Risicoopsnijden/verliesvaneenhand–Blijfuitdewegvan
bewegendedelenenhoudallebeschermendedelenophun
plaats.
9

1.Vergrendeldeneutraalstand
130-8370
130-8375
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Linksverhogen5.Instelknopsporing
3.Afstellingsporing
4.Rechtsverhogen
10

Montage
Losseonderdelen
Gebruikonderstaandelijstomtecontrolerenofalleonderdelenzijngeleverd.
Procedure
1
2
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebestuurderspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Geenonderdelenvereist
Gebruikershandleiding
Gebruikershandleidingvanmotor
Instructiemateriaalvoorgebruiker1
Olieaftapslang
Omschrijving
1
Vloeistoffenen
bandenspanningcontroleren
Hoeveel-
heid
–
1
1
1
Vloeistoffenenbandenspanning
controleren.
LeesdeGebruikershandleidingen
bekijkhetinstructiemateriaalvoorde
gebruikervoordatudemachinebedient.
2
Dehandleidinglezenenhet
instructiemateriaalvoorde
gebruikerbekijken
Geenonderdelenvereist
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
Procedure
•Controleervoordatudemotorstartendemachine
gebruikthetoliepeilvandemotor;zieMotoroliepeil
controleren.
•Controleerdesmeringvandemaaimachineenhet
maaidek.
1
Gebruikershandleiding
1
Gebruikershandleidingvanmotor
1Instructiemateriaalvoorgebruiker
1
Olieaftapslang
Gebruik
•Controleerdebandenspanning;zieBandenspanning
controleren.
Opmerking:Demaaimessenzijnoorspronkelijkingesteld
opeenmaaihoogtevan51mm.DestandvandeasisBmet2
afstandsstukkenonderdezwenkwielenen4afstandsstukken
onderdespilas.
Procedure
•LeesdeGebruikershandleiding.
•Bekijkhetinstructiemateriaalvoordegebruikervoordat
udemachinebedient.DemeegeleverdeDVDbevat
algemeeninstructiemateriaalenuwmachinekan
verschillenvandemachinesinhetinstructiemateriaal.
•Gebruikdeolieaftapslangbijhetvervangenvande
motorolie.
11

Algemeenoverzicht
vandemachine
1.Maaidek4.Bedieningsorganen
2.Rem5.Handgreep
3.Brandstoftank
Bedieningsorganen
Figuur5
Figuur6
1.Gashendel
6.Zwenkwiel
2.Toerenhendel7.Handgreep
3.Contactschakelaar
4.Choke9.Aftakasknop
5.Vergrendelde
neutraalstand
6.Dodemanshendels
8.Rijhendel
10.Brandstofafsluitklep
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
(Figuur6)voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
Gashendel
Degashendelheefttweestanden:SnelenLangzaam.
Dodemanshendels
Alsudedodemanshendelstegendehandgrepenknijpt,
registreerthetsysteemdatdebestuurderzichopde
bestuurderspositiebevindt.Alsudedodemanshendels
loslaat,registreerthetsysteemdatdebestuurderde
bestuurderspositieheeftverlatenenstopthetsysteemde
motoralsdetoerenhendelzichnietindeneutraalstand
bevindtofalsdeaftakasknopisingeschakeld.
Aftakasknop
Deaftakasknopwordtgebruiktomdeaandrijfrieminenuit
teschakelenwaarmeedemaaimessenwordenaangedrevenals
dedodemanshendelstegendehandgrepenwordengedrukt.
Trekdeknopomhoogomdemesseninteschakelenendruk
deknopomlaagomdemessenuitteschakelen.
Contactschakelaar
Dezeschakelaarwordtsamenmetdehandstartergebruikten
heeftdriestanden:Uit,lopenenstart.
Toerenhendel
Dezemachineisvoorzienvaneenvariabeletoerenregelaar
meteenneutraalstand.Hiermeeregeltuhoesneldemachine
rijdt.
Rijhendels
Laatderijhendelslosomdevoorwaartsetractieinte
schakelenenknijpindehendelstotdatuvoeltdatde
tegendrukovergaatindeneutraalstand,blijfknijpenomde
achteruitstandinteschakelen.Knijpinderechterrijhendel
omeenbochtnaarrechtstemakenenindelinkerrijdhendel
omeenbochtnaarlinkstemaken.
Vergrendeldeneutraalstand
Knijpindetijdhendelstotudetegendrukvoelttoenemen
enzetdevergrendelingnaarachterenomdehendelsinde
vergrendeldeneutraalstandtezetten.
12

Brandstofafsluitklep
Sluitdebrandstofafsluitklepvoordatudemachine
transporteertofstalt.
Gebruiksaanwijzing
Brandstofbijvullen
Choke
Gebruikdechokeomeenkoudemotortestarten.
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnenzonder
voorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Maaiersvan82cm:
Maaibreedte82cm
Breedte89cm
Lengte203cm
Hoogte112cm
Gewicht
Maaiersvan91cm:
Maaibreedte91cm
Breedte94cm
Lengte203cm
Hoogte112cm
Gewicht
Maaiersvan122cm:
Maaibreedte122cm
Breedte126cm
Lengte194cm
Hoogte112cm
Gewicht
231kg
232kg
248kg
•Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitendschone,verse
(minderdan30dagenoud),loodvrijebenzinemeteen
octaangetalvan87ofhoger(indelingsmethode(R+M)/2).
•Ethanol:Benzinemetmaximaal10%ethanol(gasohol)
of15%MTBE(methyl-tertiair-butylether)pervolume
isaanvaardbaar.EthanolenMTBEzijnniethetzelfde.
Benzinemet15%ethanol(E15)pervolumeisniet
geschiktvoorgebruik.Gebruiknooitbenzinediemeer
dan10%ethanolpervolumebevat,zoalsE15(bevat
15%ethanol),E20(bevat20%ethanol),ofE85(bevat
tot85%ethanol).Ongeschiktebenzinegebruikenkan
leidentotverminderdeprestatiesen/ofmotorschadedie
mogelijknietgedektwordtdoordegarantie.
•Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
•Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
•Mengnooitoliedoorbenzine.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbenzineuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandofexplosie
vanbenzinekanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
•Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Eventueelgemorstebenzine
opnemen.
•Vuldebrandstoftanknooitalsdemachineop
eenaanhangerineenafgeslotenruimtestaat.
•Vuldebrandstoftankniethelemaalvol.Vulde
brandstoftanktotdathetpeil6mmtot13mm
vandeonderkantvandevulbuisstaat.Deze
ruimteindetankgeeftbenzinedekansomuit
tezetten.
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigenen
accessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetdemachineomde
mogelijkhedendaarvanteverbeterenenuittebreiden.Neem
contactopmeteenerkendeservicedealerofdistributeurvoor
eenlijstmetgoedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
•Rooknooitwanneerumetbenzinebezigbent,
enhouddebrandstofwegvanopenvuurof
vonken.
•Bewaarbenzineineengoedgekeurdvatofblik
enbuitenbereikvankinderen.Koopnooitmeer
benzinedanuin30dagenkuntopmaken.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren
werkt.
13

GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenkantijdenshet
tankenstatischeelektriciteitwordenontladen
waardoorvonkenontstaandiebenzinedampentot
ontbrandingkunnenbrengen.Brandofexplosie
vanbenzinekanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
•Zetbenzinevatenaltijdopdegrondenuitde
buurtvanhetvoertuigvoordatudetankbijvult.
Voegdejuistehoeveelheidstabilizer/conditioneraande
benzinetoe.
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkthetbestals
dezemetversebenzinewordtgemengd.Gebruikaltijd
eenstabilizeromhetrisicovanharsachtigeafzettingenin
hetbrandstofsysteemzokleinmogelijktehouden.
Debrandstoftankvullen
1.Motorafzettenenparkeerreminwerkingstellen.
•Benzinevatennietineenvrachtwagenof
aanhangervullen,omdatbekledingofkunststof
beplatinghetvatkanisoleren,waardoorde
afvoervanstatischeladingwordtbemoeilijkt.
•Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhetbeste
eenmachinemeteenbenzinemotoreerstvande
vrachtwagenofaanhangerhalenenbijtanken
alsdemachinemetdewielenopdegrondstaat.
•Alsditnietmogelijkis,verdienthetdevoorkeur
dergelijkemachinesopeentruckofaanhanger
bijtevullenuiteendraagbaarvat,nietmet
behulpvaneenvulpistoolvaneenpomp.
•Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dientude
vulpijpvoortdurendincontactmetderandvan
debrandstoftankofdeopeningvanhetvatte
houden,totdatuklaarbentmetbijvullen.
WAARSCHUWING
Benzineisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleidentot
ernstigletselenziekte.
2.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijderde
dop.Vuldebrandstoftankmetloodvrije,normale
benzinetotdathetpeil6mmtot13mmvande
onderkantvandevulbuisstaat.Deruimteindetank
geeftdebenzinedekansomuittezetten.Vulde
brandstoftankniethelemaalvol.
3.Draaidetankdopstevigvast.Gemorstebenzine
opnemen.
Veiligheidstaatvoorop
Leesaandachtigalleveiligheidsinstructiesen-stickersinhet
hoofdstukVeiligebediening.Metbehulpvandezeinformatie
kuntuvoorkomendatomstandersofuzelfletseloplopen.
Wijadviserenubeschermendeuitrustingtegebruiken,zoals
eenveiligheidsbril,gehoorbescherming,veiligheidsschoenen
eneenhelm.
VOORZICHTIG
Dezemachinesteltdegebruikerblootaan
geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bijlangdurige
blootstellingkanditleidentotgehoorbeschadiging.
•Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
•Houduwgezichtuitdebuurtvaneenvulpijp
endeopeningvaneentank,blikofesmet
conditioner.
•Voorkomcontactmetdehuid,alsdittoch
gebeurt:afspoelenmetzeepenwater.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikvanstabilizer/conditionerindemachinebiedtde
volgendevoordelen:
•Houdtdebenzineversgedurendestallingvan90dagen
ofminder.Alsudemachinelangerwiltstallen,moetude
benzineaftappenuitdebrandstoftank.
•Houdtdemotortijdenshetgebruikschoon.
•Voorkomtharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteem,dietotstartproblemenkunnen
leiden
Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditievendie
methanolofethanolbevatten.
Draaggehoorbeschermingalsudezemachine
gebruikt.
Figuur7
1.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
Parkeerremgebruiken
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneerudemachine
stoptofonbeheerdachterlaat.Vóórelkgebruikmoetu
controlerenofdeparkeerremgoedwerkt.
Alsdeparkeerremnietgoedwerkt,moetudezeafstellen.Zie
Onderhoudvandeparkeerrem.
14

VOORZICHTIG
Kinderenofomstanderskunnenletseloplopenals
zijdemachineverplaatsenofproberentebedienen
terwijldezeonbeheerdisachtergelaten.
Verwijderaltijdhetsleuteltjeuithetcontactenstel
deparkeerreminwerkingwanneerudemachine
onbeheerdachterlaat,ookalishetslechtsvooreen
paarminuten.
Parkeerreminwerkingstellen
Trekdeparkeerremhendelnaarachteren(Figuur8).
Figuur8
1.Parkeerremhendel(indeonvergrendeldestand)
Parkeerremvrijzetten
Duwdeparkeerremhendelnaarvoren.
10.DraaihetcontactsleuteltjeopSTARTomdestartmotor
inwerkingtestellen.Laathetsleuteltjeloszodrade
motoraanslaat.
Opmerking:Steldestartmotortelkensnietlanger
dan5secondeninwerking.Alsdemotornietwil
starten,moetunaelkepogingdemotor60seconden
latenafkoelen.Indienudezeinstructiesnietopvolgt,
kandestartmotordoorbranden.
11.ZetdechokehendelopUitzodrademotoropgewarmd
is(Figuur9).
12.Laateenkoudemotorwarmwordenenzetvervolgens
degashendelindestandSnel.
Motorafzetten
Belangrijk:Innoodgevallenkuntudemotor
ogenblikkelijkstoppendoorhetcontactsleuteltjenaarde
uit - stand
1.Zetderijhendelsindevergrendeldeneutraalstand.
2.ZetdegashendelweeropLangzaam(Figuur9).
3.Schakeldeaftakasknopuitenzetdetoerenregelaarin
4.Laatdemotor30tot60secondenstationairlopen
5.Omdemotoraftezetten,draaituhetcontactsleuteltje
6.Steldeparkeerremmeninwerkingenverwijderhet
tedraaien.
deneutraalstand.
voordatudemotorafzet.
naardestandUit.
sleuteltje.
Startenenstoppenvande
motor
Motorstarten
1.Sluitdebougiekabelsaanopdebougies.
2.Opendebrandstofklep.
3.Schakeldeaftakasknopuitenzetdetoerenregelaarin
deneutraalstand.
4.Zetderijhendelsindevergrendeldeneutraalstand.
5.Steldeparkeerreminwerking.
6.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandLopen(Figuur
6).
7.Alsueenkoudemotorstart,zetudegashendeltussen
SnelenLangzaam.
8.Alsueenwarmemotorstart,zetudegashendelinde
standSnel.
9.Trekaandechokewanneerdemotorkoudis(Figuur
6).
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,hoeftu
dechokemeestalniettegebruiken.
Belangrijk:Sluitdebrandstofafsluitklepvoordat
udemachinetransporteertofophangt.Zo
voorkomtudatbrandstoflekt.
Figuur9
1.Gashendel3.Choke
2.Contactschakelaar
15

Belangrijk:Sluitdebrandstofafsluitklepvoordat
udemachinetransporteertofophangt.Zo
voorkomtudatbrandstoflekt.
Deneutraalvergrendeling
bedienen
Gebruikaltijddevergrendeldeneutraalstandalsudemachine
uitschakelt.Steldeparkeerreminwerkingalsudemachine
onbeheerdachterlaat.
Vergrendeldeneutraalstandinstellen
1.Knijpderijhendelsnaarachterentotudetegendruk
voelttoenemen.
2.Zetuwduimenophetbovenstegedeeltevande
vergrendelingenbeweegdezenaarachterentotdatde
pennenzichindeneutraalstandbevinden(Figuur10).
Figuur10
1.Handgreep4.Rijhendel
2.Vergrendelde
neutraalstand
3.Neutraalstand6.Achteruitstand
5.Versnellingvooruit
Figuur11
1.Handgreep4.Peninversnellingvooruit
2.Vergrendelde
neutraalstand
3.Rijhendel
5.Handgreep
6.Sleufvoorvooruit
Bedieningvandeaftakasknop
Deaftakasknopwordtgebruiktincombinatiemetde
dodemanshendelsomdemaaimessenin-enuitteschakelen.
Maaimesseninschakelen(aftakas)
1.Omdemesseninteschakelen,knijptude
dodemanshendelstegendehandgrepen(Figuur12).
2.Trekdeaftakasknopomhoog.Houdde
dodemanshendelstegendehandgreepgedrukt.
Opmerking:Alsudedodemanshendelsloslaat
terwijldemaaimessendraaien,slaatdemotoraf.
3.Startdemotoropnieuwenherhaaldeprocedureom
demaaimesseninteschakelenalsdedodemanshendels
zijnlosgelaten.
Vergrendeldeneutraalstandvrijzetten
1.Knijpderijhendelsnaarachterentotudetegendruk
voelttoenemen.
2.Zetuwduimenophetbovenstegedeeltevande
vergrendelingenenbeweegdezenaarachterentotdat
depennenzichindesleufvoorvooruitbevinden
(Figuur11).
16