
FormNo.3367-786RevA
Loopmaaiertractie-eenheid
Vastmaaidek,pistoolgreep,hydraulisch
systeem,uitgerustmetachterlossend
maaidekvan122cm,91cmof81cm
Modelnr.:30033(TractionUnit)—Serienr.:311000001en
hoger
Modelnr.:02712(48in(122cm)CuttingUnit)—Serienr.:
311000001enhoger
Modelnr.:02711(36in(91cm)CuttingUnit)—Serienr.:
311000001enhoger
Modelnr.:02710(32in(82cm)CuttingUnit)—Serienr.:
311000001enhoger
Omuwproductteregistrerenofomeengebruikershandleidingofonderdelencatalogustedownloaden,gaatu
naarwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijke
tekst(NL)

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen,zievoordetailsdeaparteproduct-specieke
conformiteitsverklaring
Inleiding
Dezemaaiermetdraaiendemessenisbedoeldvoor
gebruikdoorparticulierenenprofessionelebestuurders.
Demachineisvoornamelijkontworpenvoorhet
maaienvangrasopgoedonderhoudenparticuliereof
commerciëlegazons.Demachineisnietontworpen
voorhetmaaienvanborsteliggrasofvoorgebruikin
delandbouw .
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruikenen
onderhoudenenomletselenschadeaandemachinete
voorkomen.Dezehandleidingmoetwordenbeschouwd
alsonderdeelvandemachinevanwegedeinformatie
overveiligheid,gebruikenonderhoud.Demaaieris
eenprecisiemachinedieuitsluitendisbedoeldvoor
hetmaaienvangrasenoverigelagebodembegroeiing
binnendebeperkingendieindezehandleidingstaan
aangegeven.Ubentverantwoordelijkvoorhetjuisteen
veiligegebruikvandemachine.
Modelnr.:
Serienr.:
Figuur2
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
UkuntdirectcontactopnemenmetTorovoor
informatieoverproductandaccessoires,hulpbijhet
vindenvaneendealerofomuwproductteregistreren
viaToroCommercialProductsServiceDepartment
Spellbrook,BishopsStortford,CM234BU ,Engeland,
+44(0)1279603019,E-mail:uk.service@toro.com.
Indienuservice,origineleToroonderdelenof
aanvullendeinformatienodighebt,kuntucontact
opnemenmeteenerkendeservicedealerofmetde
klantenservicevanT oro.Houdhierbijaltijdhet
modelnummerenserienummervanuwproductbijde
hand.
Figuur1enFiguur2gevendelocatievanhet
model-enserienummervanhetproductaan.Ukuntde
nummersnotereninderuimtehieronder.
Dezehandleidingnoemteenaantalmogelijkegevaren
enbevateenaantalveiligheidsberichten(
Figuur3)
metdevolgendeveiligheidssymbolen,dieduiden
opeengevaarlijkesituatiediezwaarlichamelijk
letselofdedoodtotgevolgkanhebbenwanneerde
veiligheidsvoorschriftennietinachtwordengenomen.
Figuur3
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingnogtweewoorden
gebruiktomuwaandachtopbijzondereinformatie
tevestigen.Belangrijkattendeertuopbijzondere
technischeinformatieenOpmerkingduidtalgemene
informatieaandiebijzondereaandachtverdient.
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
©2010—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Figuur1
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS.

Inhoud
Inleiding.......................................................................2
Veiligheid.....................................................................4
Algemeneveiligheidsregelsmetbetrekkingtot
demaaimachine................................................4
Geluidsdrukvoormodel32RD,36RDen48
RD...................................................................6
Geluidsniveauvoormodel32RD,36RDen
48RD..............................................................6
Trillingsniveauvoorde32RD...............................6
Trillingsniveauvoorde36RD...............................6
Trillingsniveauvoorde48RD...............................6
Hellingsindicator..................................................7
Veiligheids-eninstructiestickers...........................8
Montage.....................................................................10
1Vloeistoffenenbandenspanning
controleren.....................................................10
2Dehandleidinglezenenhet
instructiemateriaalvoordegebruiker
bekijken..........................................................10
Algemeenoverzichtvandemachine............................11
Bedieningsorganen.............................................11
Specicaties........................................................12
Werktuigen/accessoires......................................12
Gebruiksaanwijzing....................................................13
Brandstofbijvullen.............................................13
Veiligheidstaatvoorop.......................................14
Parkeerremgebruiken.........................................14
Startenenstoppenvandemotor.........................14
Deneutraalvergrendelingbedienen.....................15
Bedieningvandeaftakasknop.............................16
Hetveiligheidssysteem........................................16
Demachinenaarvorenennaarachteren
rijden..............................................................17
Demachineindeneutraalstandzetten.................18
Demachinestoppen...........................................18
Machinemetdehandduwen...............................18
Transportvandemachine...................................18
Maaihoogteinstellen...........................................18
Destandvanhetzwenkwielaanpassen................19
Hoogtevanhandgreepinstellen..........................20
Maaihoogteschema.............................................21
Onderhoud................................................................22
Aanbevolenonderhoudsschema.............................22
Smering..................................................................23
Methodevansmeren..........................................23
Lagersvanzwenkwielenwielensmeren...............23
Riemspanpoeliesmeren......................................23
Depompbedieningenhaaksehendel
smeren...........................................................23
Onderhoudmotor..................................................24
Onderhoudvanhetluchtlter.............................24
Motorolieverversen/oliepeilcontroleren............25
Onderhoudvandebougies.................................26
Onderhoudbrandstofsysteem................................28
Onderhoudvandebrandstoftank.......................28
Onderhoudvanhetbrandstoflter......................28
Onderhoudaandrijfsysteem....................................29
Toerenregelaarmechanismeafstellen...................29
Neutraalstandmechanismeafstellen....................30
Hydrauliekmechanismeafstellen.........................31
Bedieningsstangafstellen....................................33
Sporingafstellen................................................34
Veerverankeringafstellen....................................34
Bandenspanningcontroleren..............................34
Onderhoudkoelsysteem.........................................35
Luchtinlaatroosterreinigen.................................35
Hetkoelsysteemreinigen....................................35
Onderhoudenremmen...........................................36
Onderhoudvanderem.......................................36
Onderhoudriemen.................................................37
Riemencontroleren............................................37
Drijfriemvanmaaidekvervangen........................37
Drijfriemspanningafstellen................................38
Onderhoudhydraulischsysteem.............................40
Onderhoudvanhethydraulischesysteem............40
Onderhoudvanhetmaaidek...................................43
Onderhoudvandemaaimessen..........................43
Mesremafstellen................................................45
Stalling.......................................................................46
Problemen,oorzaakenremedie..................................47
Schema's....................................................................49
3

Veiligheid
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemaaier
kanletseltotgevolghebben.Houduaandeze
veiligheidsinstructiesomhetrisicoopletselte
verminderen.
Toroheeftdezemaaierontworpenvoorengetestop
veiliggebruik.Alsuzichechterniethoudtaande
volgendeinstructieskanditlichamelijkletseltotgevolg
hebben.
Hetisvanessentieelbelangdatueneventuele
anderegebruikersvandemaaierdeinhoudvandeze
handleidinglezenenbegrijpenvoordatdemotor
voorheteerstwordtgestartommaximaleveiligheid
endebesteprestatiestegaranderenenzodatu
kennisoverhetproductopdoet.Letmenname
ophetsymboolvoorveiligheidswaarschuwingen
Figuur3)datVoorzichtig,Waarschuwingof
(
Gevaar-'instructievoorpersoonlijkeveiligheid'
kanbetekenen.Zorgdatudeinstructiesleest
enbegrijpt,ditisbelangrijkvoordeveiligheid.
Niet-nalevingvandeinstructiekanleidentot
lichamelijkletsel.
Benzine
WAARSCHUWING:brandstofislichtontvlambaar.
Neemdevolgendevoorzorgsmaatregelen.
•Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikkendie
speciaaldaarvoorbedoeldzijn.
•Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdenshet
bijvullennietroken.
•Vulbrandstofbijvoordatudemotorstart.Verwijder
nooitdedopvandebrandstoftankenvulnooit
benzinebijwanneerdemotorlooptofheetis.
•Probeerdemotorniettestartenalserbrandstofis
gemorst.Verwijderdemachinedanuitdebuurtvan
deplekwaarisgemorst,envoorkomelkevormvan
openvuurofvonkentotdatdebrandstofdampen
volledigzijnverdwenen.
•Doesteedsdedopweerzorgvuldigopbrandstoftanks
en-containers.
Vóóringebruikname
•Draagtijdenshetmaaienaltijdeenlangebroeken
stevigeschoenen.Draaggeenschoenenmetopen
tenenenloopnietopblotevoeten.
Algemeneveiligheidsregels
metbetrekkingtotde
maaimachine
DevolgendeinstructieszijnontleendaanEN836.
Dezemachinekanhandenenvoetenafsnijdenen
voorwerpenuitwerpen.Alsudeveiligheidsinstructies
nietopvolgt,kanditleidentoternstigofdodelijkletsel.
Instructie
•Leesdezehandleidingaandachtigdoor.Zorgervoor
datuvertrouwdraaktmetbedieningsorganenen
weethoeudemachinemoetgebruiken.
•Laatnooitkinderenofpersonendiedeinstructies
nietkennen,demaaimachinegebruiken.Voor
debestuurderkaneenwettelijkeminimumleeftijd
gelden.
•Onthouddatdebestuurderverantwoordelijkisvoor
ongevallenofschadeaananderepersonenofhun
eigendommen.
•Zorgervoordatudeuitlegoverallepictogrammen
opdemaaimachineenindeinstructieshebtgelezen
enbegrepen.
•Inspecteereerstgrondighetterreinwaarude
machinewiltgebruikenenverwijderallestenen,
takken,draden,bottenofanderevreemde
voorwerpen.
•Controleervóórgebruikaltijdofdebeschermplaten
enveiligheidsvoorzieningenzoalsgrasgeleidersop
hunplaatszittenennaarbehorenwerken.
•Controleervóórhetgebruikdemessen,
bevestigingsboutenenhetmaaimechanismealtijd
opsporenvanslijtageofbeschadiging.Vervang
versletenofbeschadigdemessenenboutenaltijdals
completesetomeengoedebalanstebehouden.
Starten
•Schakelallemes-enaandrijfkoppelingenuitenzet
deversnellingindeneutraalstandvoordatude
motorstart.
•Houddemaaimachinenietschuinalsudemachine
startofdemotoraanzet,behalvealsudemachine
schuinmoethoudenomtestarten.Houdde
machineindatgevalnietschuinerdannodigis,entil
alleendezijdeopdiehetverstvanuverwijderdis.
•Startdemotorvoorzichtigvolgensdeinstructiesen
houduwvoetenveruitdebuurtvandemessen.
4

Gebruiksaanwijzing
–alsudemaaimachineachterlaat.
•Bliksemkanernstigofdodelijkletselveroorzaken.
Alsubliksemzietofdonderhoortinhetgebied,
gebruikdemachinedanniet;gaschuilen.
•Houdiedereenweguithetgebiedwaarinude
machinegebruikt,metnamekinderenenhuisdieren.
•Maaiuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
•Gebruikindienmogelijkdemaaimachinenietopeen
natgazon.
•Letopkuileninhetterreinenandereverborgen
gevaren.
•Leteropdathetuitwerpkanaalnooitnaaromstanders
gerichtmagzijn.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvandraaiende
onderdelen.
•Umageenmaaimachinenooitoptillenofdragen
terwijldemotorloopt.
•Gazeervoorzichtigtewerkalsueen
loopmaaimachineachteruitrijdtofnaaru
toetrekt.
•Lopen,nooitrennen.
•Hellingen:
–Maainietopaltesteilehellingen.
–W eesuiterstvoorzichtigophellingen.
–Maaidwarsovereenhelling,nooithellingopen
af,enweesuiterstvoorzichtigalsuopeenhelling
vanrichtingverandert.
–voordatubrandstofbijvult.
–voordatudegrasvangerverwijdert.
–voordatudemaaihoogteinstelt,tenzijdievanaf
debestuurderspositiekanwordeningesteld.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
(indienaanwezig),controleerofallebewegende
delenvolledigtotstilstandzijngekomenenmaak
debougiekabellos:
–voordatuverstoppingenlosmaaktofhet
uitwerpkanaalontstopt.
–voordatudemaaimachinecontroleert,reinigtof
erwerkzaamhedenaanverricht.
–alsueenvreemdvoorwerpheeftgeraakt,moetu
demaaimachineopbeschadigingencontroleren
enreparatiesuitvoerenvoordatudemachine
opnieuwstartenweeringebruikneemt.
–alsdemaaimachineabnormaalbeginttetrillen
(directcontroleren).
•Zetdegashendelterugterwijludemotorafzet.Als
demachinemeteenbrandstofafsluitklepisuitgerust,
draaidezedandichtalshetmaaiwerkvoltooidis.
•Weesvoorzichtigalsueenzitkargebruikten
–werkuitsluitendmetgoedgekeurde
trekstangbevestigingspunten.
–beperkdebelastingtotwatuveiligkunt
beheersen.
–Zorgdatuophellingenaltijdstevigstaat.
•Gebruikdegazonmaaiernooitmetbeschadigde
beschermplatenofzonderdatdebeveiligingen,zoals
veiligheidsschermenen/ofgrasvangers,ophun
plaatszitten.
•Neemgasterugalsudetractie-koppelinginschakelt,
vooralwanneerdemachineineenhogeversnelling
staat.V erminderdesnelheidopeenhellingenin
eenscherpebochtomtevoorkomendatdemachine
kanteltofdatudecontroleoverdemachineverliest.
•Zorgervoordathetmesstilstaatalsude
maaimachineschuinmoethoudenomoppervlakken
overtestekendienietmetgraszijnbegroeid,enals
udemachinenaarhetterreinbrengtwaarumoet
maaienofdaarweerweghaalt.
•Laatdemotornooitineenafgeslotenruimtelopen,
omdatzichdaargiftigekoolmonoxidedampen
kunnenverzamelen.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
(indienaanwezig)encontroleerofallebewegende
delenvolledigtotstilstandzijngekomen:
–maakgeenscherpebochten;gazorgvuldigte
werkalsuachteruitrijdt.
–hetisniettoegestaanpassagierstevervoeren.
•Letophetverkeeralsuindebuurtvaneenweg
werktofdezeoversteekt.
•Voordatudebestuurderspositieverlaat
–aftakasuitschakelenenwerktuigenlatenzakken.
–versnellinginneutraalstandzettenenparkeerrem
inwerkingstellen.
–motorafzettenensleuteltjeuithetcontact
nemen.
Onderhoudenopslag
•Draaiallemoeren,boutenenschroevenregelmatig
strakaan,zodatdemachinesteedsveiligingebruikis.
•Gebruikgeenhogedrukalsuwerktuigenopde
machinereinigt.
•Alserzichbrandstofindetankbevindt,magude
machinenietopslaanineenafgeslotenruimtewaar
5

brandstofdampenincontactkunnenkomenmet
openvuurofvonken.
•Laatdemotorafkoelenvoordatudemachineineen
afgeslotenruimteopslaat.
•Houddemotor,geluiddemper,accubehuizingende
brandstofopslagplaatsvrijvanovertolligvet,grasen
bladerenombrandgevaarteverminderen.
•Umoetdeonderdelenvandeafvoergeleider
regelmatigcontrolerenen,indiennodig,vervangen
dooronderdelendiedefabrikantheeftaanbevolen.
•Vervangversletenofbeschadigdeonderdelenmet
hetoogopeenveiliggebruik.
Geluidsniveauvoormodel32
RD,36RDen48RD
De32RDende36RDhebbeneengegarandeerd
geluidsniveauvan100dBAuitmeteen
onzekerheidswaarde(K)van1dBA.
De48RDmachineheefteengegarandeerdgeluidsniveau
van105dBAuitmeteenonzekerheidswaarde(K)van
1dBA.
Hetgeluidsniveauisvastgesteldvolgensdeprocedures
inISO11094.
•Vervanggeluiddempersdiegebrekenvertonen.
•Alshetnodigisdebrandstoftankaftetappen,doe
ditdanbuiten.
•Veranderdeinstellingenvandemotornieten
voorkomoverbelastingvandemotor.Laatdemotor
nietmeteentehoogtoerentallopenomdatditde
kansopongevallenkanvergroten.
•Letopdatbijmachinesmetmeerderemessenandere
messenkunnengaandraaiendoordatueenmes
draait.
•Weesvoorzichtigalsudemachineafsteltenvoorkom
datuwvingersbekneldrakentussendedraaiende
messenendevasteonderdelenvandemachine.
•Omdebesteprestatieseneenveiliggebruik
teverzekeren,dientuuitsluitendoriginele
Toro-onderdelenenaccessoirestegebruiken.
Gebruiknooit
accessoires;dezekunnendeveiligheidingevaar
brengen.
uni v er sele
onderdelenen
Trillingsniveauvoorde32RD
Hand-arm
Gemetentrillingsniveauopderechterhand=3,7m/s
Gemetentrillingsniveauopdelinkerhand=3,4m/s
Onzekerheidswaarde(K)=1,0m/s
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeprocedures
inEN836.
2
Trillingsniveauvoorde36RD
Hand-arm
Gemetentrillingsniveauopderechterhand=1,5m/s
Gemetentrillingsniveauopdelinkerhand=2,0m/s
Onzekerheidswaarde(K)=1,0m/s
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeprocedures
inEN836.
2
2
2
2
2
Geluidsdrukvoormodel32
RD,36RDen48RD
De32RDoefenteengeluidsdrukvan91dBAuitophet
gehoorvandegebruiker,meteenonzekerheidswaarde
(K)van1dBA.
De36RDoefenteengeluidsdrukvan85dBAuitophet
gehoorvandegebruiker,meteenonzekerheidswaarde
(K)van1dBA.
De48RDoefenteengeluidsdrukvan88dBAuitophet
gehoorvandegebruiker,meteenonzekerheidswaarde
(K)van1dBA.
Degeluidsdrukisvastgesteldvolgensdeproceduresin
EN836.
Trillingsniveauvoorde48RD
Hand-arm
Gemetentrillingsniveauopderechterhand=2,0m/s
Gemetentrillingsniveauopdelinkerhand=2,0m/s
Onzekerheidswaarde(K)=1,0m/s
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeprocedures
inEN836.
6
2
2
2

Hellingsindicator
Figuur4
Umagdezepaginavooreigengebruikkopiëren.
1.Demaximalehellingsgraadwaaropudemaaierveiligkuntgebruikenis20graden.Bepaalvoordatugaatmaaiende
hellingsgraadmetbehulpvandehellingstabel.Gebruikdemaaimachinenietophellingenvanmeerdan20graden.Vouw
overdelijndieovereenkomtmetdeaangeradenhelling.
2.Houddezerandnaasteenverticaaloppervlakzoalseenboom,eengebouw,eenpaalofdergelijke.
3.Voorbeeldhoeueenhellingkuntvergelijkenmetdevouwrand.
7

Veiligheids-en
instructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Zorgervoordatveiligheidsinformatie
duidelijkzichtbaaris.Vervangbeschadigdeofontbrekendeveiligheidsstickers.
1.Handenkunnenwordengesneden
2.Voetenkunnenwordengesneden
40-13–010
106-2733
1.Snel
2.Continusnelheidsregeling
3.Langzaam
1.Leesde
Gebruikershandleiding
voorinstructiesover
hetbedienenvande
maaimessen
2.Terugtrekkenomuitte
schakelen
95-5537
3.Vooruittrekkenominte
schakelen
105-4109
105-4110
106-5517
1.Waarschuwing-Raakhetheteoppervlaknietaan.
Merktekenvanfabrikant
1.Geeftaandathetmesonderdeelvaneenoriginele
Toro-maaimachineis.
8

1.Parkeerrem-buiten
werking
115-1039
2.Parkeerrem-inwerking
1.Peilhydraulischevloeistof
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
115-4212
3.Waarschuwing-Raakhet
115-1038
1.Vooruit
2.Neutraalstand
3.Achteruit
4.Omnaarrechtstedraaien,beweegtudelinkerhendelnaarvorenterwijlderechterhendelindeneutraalstandstaat.
5.Omnaarlinkstedraaien,beweegtuderechterhendelnaarvorenterwijldelinkerhendelindeneutraalstandstaat.
6.Motor-Afzetten
7.Motor-Lopen
8.Rijsnelheid
9.Snel
10.Continusnelheidsregeling
11.Langzaam
12.Neutraalstand
13.Waarschuwing-RaadpleegdeGebruikershandleiding.
14.Waarschuwing-Gebruikdezemachineuitsluitendalsuhiervoorinstructiehebtontvangen.
15.Waarschuwing-Draaggehoorbescherming.
16.Waarschuwing-Verwijderhetcontactsleuteltjevoordatuonderhoudswerkzaamhedenaandemachineuitvoert.
17.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerddoorhetmaaimes-zetdemotorafvoordatudebestuurderspositie
verlaat.
18.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen-Houdomstandersopeenveiligeafstandvandemachine.
19.Waarschuwing-Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen;laatalleschermenophunplaats.
heteoppervlaknietaan.
9

Montage
Losseonderdelen
Gebruikonderstaandelijstomtecontrolerenofalleonderdelenzijngeleverd.
Procedure
1
2
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebestuurderspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Geenonderdelenvereist
Gebruikershandleiding
Gebruikershandleidingvanmotor
Onderdelencatalogus
Instructiemateriaalvoorgebruiker1
Registratiekaart1
Olieaftapslang
Omschrijving
1
Vloeistoffenen
bandenspanningcontroleren
Hoeveel-
heid
–
1
1
1
1
Controleerdevloeistoffenende
bandenspanningcontroleren
LeesdeGebruikershandleidingen
bekijkhetinstructiemateriaalvoorde
gebruikervoordatudemachinebedient.
Gebruik
2
Dehandleidinglezenenhet
instructiemateriaalvoorde
gebruikerbekijken
Geenonderdelenvereist
Procedure
•Controleervoordatudemotorstartendemachine
gebruikthetoliepeilvandemotor;zieMotoroliepeil
controleren.
•Controleerdesmeringvandemaaimachineenhet
maaidek.
•Controleerdebandenspanning;zieBandenspanning
controleren.
Opmerking:Demaaimessenzijnoorspronkelijk
ingesteldopeenmaaihoogtevan51mm.Destandvan
deasisBmet2afstandsstukkenonderdezwenkwielen
en4afstandsstukkenonderdespilas.
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1
Gebruikershandleiding
1
Gebruikershandleidingvanmotor
1
Onderdelencatalogus
1Instructiemateriaalvoorgebruiker
1Registratiekaart
1
Olieaftapslang
Procedure
•LeesdeGebruikershandleiding.
•Bekijkhetinstructiemateriaalvoordegebruiker
voordatudemachinebedient.Demeegeleverde
DVDbevatalgemeeninstructiemateriaalenuw
machinekanverschillenvandemachinesinhet
instructiemateriaal.
•Vulderegistratiekaartin.
•Gebruikdeolieaftapslangbijhetvervangenvande
motorolie.
10

Algemeenoverzicht
vandemachine
Figuur5
1.Maaidek4.Bedieningsorganen
2.Rem5.Handgreep
3.Brandstoftank
6.Zwenkwiel
Bedieningsorganen
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
(Figuur6)voordatudemotorstartendemachine
gebruikt.
Figuur6
1.Gashendel
2.Toerenhendel7.Rijhendel
3.Contactschakelaar8.Aftakasknop
4.Vergrendelde
neutraalstand
5.Dodemanshendels
6.Handgreep
9.Choke
10.Brandstofafsluitklep
Gashendel
Degashendelheefttweestanden:SnelenLangzaam.
Dodemanshendels
Alsudedodemanshendelstegendehandgrepenknijpt,
registreerthetsysteemdatdebestuurderzichopde
bestuurderspositiebevindt.Alsudedodemanshendels
loslaat,registreerthetsysteemdatdebestuurderde
bestuurderspositieheeftverlatenenstopthetsysteemde
motoralsdetoerenhendelzichnietindeneutraalstand
bevindtofalsdeaftakasknopisingeschakeld.
Aftakasknop
Deaftakasknopwordtgebruiktomdeaandrijfriem
inenuitteschakelenwaarmeedemaaimessen
wordenaangedrevenalsdedodemanshendelstegende
handgrepenwordengedrukt.Trekdeknopomhoogom
demesseninteschakelenendrukdeknopomlaagom
demessenuitteschakelen.
Contactschakelaar
Decontactschakelaarwordtgebruiktincombinatiemet
dehandstartenheefttweestanden:LopenenUit.
11

Toerenhendel
Specicaties
Dezemachineisvoorzienvaneenvariabele
toerenregelaarmeteenneutraalstand.Hiermeeregeltu
hoesneldemachinerijdt.
Rijhendels
Laatderijhendelslosomdevoorwaartsetractieinte
schakelenenknijpindehendelstotdatuvoeltdatde
tegendrukovergaatindeneutraalstand,blijfknijpenom
deachteruitstandinteschakelen.Knijpinderechter
rijhendelomeenbochtnaarrechtstemakeneninde
linkerrijdhendelomeenbochtnaarlinkstemaken.
Vergrendeldeneutraalstand
Knijpindetijdhendelstotudetegendrukvoelt
toenemenenzetdevergrendelingnaarachterenomde
hendelsindevergrendeldeneutraalstandtezetten.
Handstarter
Trekaandehandgreepvandehandstarteromdemotor
testarten(
Figuur5).
Brandstofafsluitklep
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnenzonder
voorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Maaiersvan81cm:
Breedte89cm
Lengte203cm
Hoogte112cm
Gewicht
Maaiersvan91cm:
Breedte94cm
Lengte203cm
Hoogte112cm
Gewicht
Maaiersvan122cm:
Breedte126cm
Lengte194cm
Hoogte112cm
Gewicht
231kg
232kg
248kg
Sluitdebrandstofafsluitklepvoordatudemachine
transporteertofstalt.
Choke
Gebruikdechokeomeenkoudemotortestarten.
Werktuigen/accessoires
EriseenruimekeuzeaandoorTorogoedgekeurde
werktuigenenaccessoiresverkrijgbaarvoordeze
machineomdetoepassingsmogelijkhedenuitte
breidenenteverbeteren.Neemcontactopmeteen
erkendeservicedealerofdistributeurvooreenlijstmet
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
12

Gebruiksaanwijzing
Brandstofbijvullen
Gebruiknormaleloodvrijebenzinevoorautomobielen
(octaangetalminimaal85).
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbenzineuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandofexplosie
vanbenzinekanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
•Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Eventueelgemorstebenzine
opnemen.
•Vuldebrandstoftanknooitalsdemachineop
eenaanhangerineenafgeslotenruimtestaat.
•Vuldebrandstoftankniethelemaalvol.Vulde
brandstoftanktotmaximaal6tot13mmvanaf
deonderkantvandevulbuis.Dezeruimteinde
tankgeeftbenzinedekansomuittezetten.
•Rooknooitwanneerumetbenzinebezigbent,
enhouddebrandstofwegvanopenvuurof
vonken.
•Bewaarbenzineineengoedgekeurdvatofblik
enbuitenbereikvankinderen.Koopnooit
meerbenzinedanuin30dagenkuntopmaken.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenkantijdenshet
tankenstatischeelektriciteitwordenontladen
waardoorvonkenontstaandiebenzinedampentot
ontbrandingkunnenbrengen.Brandofexplosie
vanbenzinekanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
•Zetbenzinevatenaltijdopdegrondenuitde
buurtvanhetvoertuigvoordatudetankbijvult.
•Benzinevatennietineenvrachtwagenof
aanhangervullen,omdatbekledingofkunststof
beplatinghetvatkanisoleren,waardoorde
afvoervanstatischeladingwordtbemoeilijkt.
•Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhetbeste
eenmachinemeteenbenzinemotoreerstvande
vrachtwagenofaanhangerhalenenbijtanken
alsdemachinemetdewielenopdegrondstaat.
•Alsditnietmogelijkis,verdienthetdevoorkeur
dergelijkemachinesopeentruckofaanhanger
bijtevullenuiteendraagbaarvat,nietmet
behulpvaneenvulpistoolvaneenpomp.
•Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dientude
vulpijpvoortdurendincontactmetderandvan
debrandstoftankofdeopeningvanhetvatte
houden,totdatuklaarbentmetbijvullen.
WAARSCHUWING
•Gebruikdemachineuitsluitendalshet
completeuitlaatsysteemisgemonteerdennaar
behorenwerkt.
Benzineisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleiden
toternstigletselenziekte.
•Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
•Houduwgezichtuitdebuurtvaneenvulpijp
endeopeningvaneentank,blikofesmet
conditioner.
•Voorkomcontactmetdehuid,alsdittoch
gebeurt:afspoelenmetzeepenwater.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikvanstabilizer/conditionerindemachinebiedt
devolgendevoordelen:
•Houdtdebenzineversgedurendestallingvan
90dagenofminder.Alsudemachinelanger
wiltstallen,moetudebenzineaftappenuitde
brandstoftank.
•Houdtdemotortijdenshetgebruikschoon.
•Voorkomtharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteem,dietotstartproblemenkunnen
leiden
13

Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditieven
diemethanolofethanolbevatten.
gebruikmoetucontrolerenofdeparkeerremgoed
werkt.
Voegdejuistehoeveelheidstabilizer/conditioner
aandebenzinetoe.
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkthet
bestalsdezemetversebenzinewordtgemengd.
Gebruikaltijdeenstabilizeromhetrisicovan
harsachtigeafzettingeninhetbrandstofsysteemzo
kleinmogelijktehouden.
Debrandstoftankvullen
1.Motorafzettenenparkeerreminwerkingstellen.
2.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder
dedop.Vuldebrandstoftankbijmetloodvrije,
normalebenzinetotmaximaal6tot13mmvanaf
deonderkantvandevulinrichting.Deruimteinde
tankgeeftdebenzinedekansomuittezetten.Vul
debrandstoftankniethelemaalvol.
3.Draaidetankdopstevigvast.Gemorstebenzine
opnemen.
Veiligheidstaatvoorop
Alsdeparkeerremnietgoedwerkt,moetudeze
afstellen.ZieOnderhoudvandeparkeerrem.
VOORZICHTIG
Kinderenofomstanderskunnenletseloplopenals
zijdemachineverplaatsenofproberentebedienen
terwijldezeonbeheerdisachtergelaten.
Verwijderaltijdhetsleuteltjeuithetcontactenstel
deparkeerreminwerkingwanneerudemachine
onbeheerdachterlaat,ookalishetslechtsvooreen
paarminuten.
Parkeerreminwerkingstellen
Trekdeparkeerremhendelnaarachteren(Figuur8).
Leesaandachtigalleveiligheidsinstructiesen-stickersin
hethoofdstukVeiligebediening.Metbehulpvandeze
informatiekuntuvoorkomendatomstandersofuzelf
letseloplopen.
Wijadviserenubeschermendeuitrustingtegebruiken,
zoalseenveiligheidsbril,gehoorbescherming,
veiligheidsschoeneneneenhelm.
VOORZICHTIG
Dezemachinesteltdegebruikerblootaan
geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bij
langdurigeblootstellingkanditleidentot
gehoorbeschadiging.
Draaggehoorbeschermingalsudezemachine
gebruikt.
Figuur7
1.Waarschuwing-Draaggehoorbescherming.
Figuur8
1.Parkeerremhendel(indeonvergrendeldestand)
Parkeerremvrijzetten
Duwdeparkeerremhendelnaarvoren.
Startenenstoppenvande
motor
Motorstarten
1.Sluitdebougiekabelsaanopdebougies.
2.Opendebrandstofklep.
Opmerking:Demachineisvoorzienvaneen
setomtestartenbijkoudweer,dezekuntuook
gebruikenomdemachinetestartennadatdezeeen
tijdnietisgebruikt.
Parkeerremgebruiken
Steldeparkeerremaltijdinwerkingwanneerude
machinestoptofonbeheerdachterlaat.Vóórelk
Dekoude-startsetgebruiken:
•Pakdesleufring(Figuur9)aanderechterkant
vandemachinevast,trekderingendeketting
rechtuitdezijkantvandemachineenhaakde
ringoverdeboutvanhetscherm.
14

Figuur9
1.Sleufring
2.Boutvanscherm
•Treknadatdemotorisgestartdekettingrecht
uitdezijkantvandemachinetotudering
kuntverwijderenvandebout.Verminderde
spanningopdekettinglangzaam.
3.Schakeldeaftakasknopuitenzetdetoerenregelaar
indeneutraalstand.
4.Zetderijhendelsindevergrendeldeneutraalstand.
5.Steldeparkeerreminwerking.
6.DraaihetcontactsleuteltjenaardestandLopen
(Figuur6).
7.Alsueenkoudemotorstart,zetudegashendel
tussenSnelenLangzaam.
4.Laatdemotor30tot60secondenstationairlopen
voordatudemotorafzet.
5.Omdemotoraftezetten,draaituhet
contactsleuteltjenaardestandUit.
Figuur10
1.Gashendel3.Choke
2.Contactschakelaar
Belangrijk:Zorgervoordatde
brandstofafsluitklepisgeslotenvoordat
udemachinetransporteertofstaltomdater
andersbenzinekanlekkenuitdemachine.Om
tevoorkomendatdemaaimachineperongeluk
wordtgestart,moetudebougiekabellosmaken
vandebougie(s)voordatudemachinestalt.
8.Alsueenwarmemotorstart,zetudegashendelin
destandSnel.
9.Trekaandechokewanneerdemotorkoudis
(Figuur6).
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,hoeft
udechokemeestalniettegebruiken.
10.Pakdehandstarterstevigbeetentrekeraantot
dezevastgrijptentrekvervolgenskrachtigaande
handgreepomdemotortestarten.Laathetkoord
langzaamterugkeren.
11.ZetdechokehendelopUitzodrademotor
opgewarmdis(
Figuur10).
12.Laateenkoudemotorwarmwordenenzet
vervolgensdegashendelindestandSnel.
Motorafzetten
1.Zetderijhendelsindevergrendeldeneutraalstand.
2.ZetdegashendelweeropLangzaam(Figuur10).
3.Schakeldeaftakasknopuitenzetdetoerenregelaar
indeneutraalstand.
Deneutraalvergrendeling
bedienen
Gebruikaltijddevergrendeldeneutraalstandalsude
machineuitschakelt.Steldeparkeerreminwerkingals
udemachineonbeheerdachterlaat.
Vergrendeldeneutraalstandinstellen
1.Knijpderijhendelsnaarachterentotudetegendruk
voelttoenemen.
2.Zetuwduimenophetbovenstegedeeltevan
devergrendelingenbeweegdezenaarachteren
totdatdepennenzichindeneutraalstandbevinden
Figuur11).
(
15

Figuur11
1.Handgreep4.Rijhendel
2.Vergrendelde
neutraalstand
3.Neutraalstand6.Achteruitstand
5.Versnellingvooruit
Vergrendeldeneutraalstandvrijzetten
1.Knijpderijhendelsnaarachterentotudetegendruk
voelttoenemen.
2.Zetuwduimenophetbovenstegedeeltevande
vergrendelingenenbeweegdezenaarachteren
totdatdepennenzichindesleufvoorvooruit
bevinden(Figuur12).
2.Trekdeaftakasknopomhoog.Houdde
dodemanshendelstegendehandgreepgedrukt.
Opmerking:Alsudedodemanshendelsloslaat
terwijldemaaimessendraaien,slaatdemotoraf.
3.Startdemotoropnieuwenherhaaldeprocedure
omdemaaimesseninteschakelenalsde
dodemanshendelszijnlosgelaten.
Figuur13
1.Gashendel
2.Dodemanshendels
3.Handgreep
4.Rijhendel
5.Aftakasknop
Figuur12
1.Handgreep4.Peninversnellingvooruit
2.Vergrendelde
neutraalstand
3.Rijhendel
5.Handgreep
6.Sleufvoorvooruit
Bedieningvandeaftakasknop
Deaftakasknopwordtgebruiktincombinatiemet
dedodemanshendelsomdemaaimessenin-enuitte
schakelen.
Maaimesseninschakelen(aftakas)
1.Omdemesseninteschakelen,knijptude
dodemanshendelstegendehandgrepen(Figuur13).
Maaimessenuitschakelen(aftakas)
Demaaimessenkunnenopdevolgendemanieren
wordenuitgeschakeld:
1.DuwdeaftakasknopomlaagindestandUit
Figuur13).
(
2.Laatdedodemanshendelslos.Demotorslaataf
endemaaimessenstoppen(Figuur13)terwijlde
aftakasisingeschakeld.
Hetveiligheidssysteem
VOORZICHTIG
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvandemachine.
Ditkanlichamelijkletselveroorzaken.
•Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
•Controleerelkedagdewerkingvande
interlockschakelaarsenvervangbeschadigde
schakelaarsvoordatudemachineweerin
gebruikneemt.
16