Toro 22045 Operator's Manual [nl]

NR. 3321–950
ProLine
53 cm Recycler
Walk-behind Power maaier
Model nr. 22045 – 9900001 en hoger
II
Gebruikershandleiding
Dutch (NL)
Inhoud
Blz.
Inleiding 2. Veiligheid 3
Montage 8
Alvorens te starten9. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
T
ips voor het fijnmaken van gras en bladeren11. . . . . . .
Gebruiksaanwijzing 12
Onderhoud 15
Toebehoren 25
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Training 3 Voorbereiding 3 Gebruiksaanwijzing 3
Onderhoud en stalling4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Geluidsdruk 4 Geluidsniveau 4 Trillingsniveau 4
Overzicht van symbolen5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Handgreep (fig. 2)8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Brandstoftank en -slang8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Luchtfilterdeksel 9 Tunnelafsluiter 9
Menge mengverhoudin
Algemene tips11. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gras maaien11. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Fijnmaken van bladeren12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
T
ips voor bediening en gebruik12. . . . . . . . . . . . . . .
Starten, stoppen en rijaandrijving12. . . . . . . . . . . . .
Gebruik van de tunnelafsluiter13. . . . . . . . . . . . . . . .
Gebruik van de grasvangzak13. . . . . . . . . . . . . . . . .
Instellen van de maaihoogte14. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud van het luchtfilter15. . . . . . . . . . . . . . . .
V
ervangen van de bougie15. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aftappen van benzine uit de brandstoftank16. . . . . .
Afstellen van het handgas16. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Schoonmaken van het koelsysteem16. . . . . . . . . . . .
Schoonmaken van demper en uitlaat16. . . . . . . . . . .
Afstellen van de rijaandrijving17. . . . . . . . . . . . . . . .
Controleren/verwijderen/slijpen van het mes18. . . .
Smeren 20
Smeren van de tandwielkast20. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afstellen van de mesremkabel20. . . . . . . . . . . . . . . .
Schoonmaken van de maaier21. . . . . . . . . . . . . . . . .
Drijfriemdeksel 22 Reinigen van d
Onderhoud van de wielen (fig. 33)23. . . . . . . . . . . .
Brandstoffilter 24
Maaier voorbereiden voor stalling24. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
n van b
enzin
e e
n olie -
g 5
0:1 10
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
e kap van d
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
e m
esremkoppeling 22
. . . .
Inleiding
Dank u voor de keuze van een T W
ij bij T
oro wensen dat u geheel tevreden bent met dit nieuwe produkt. Aarzel daarom niet contact op te nemen met uw erkende T service, originele T
W
anneer u de dealer of de fabriek raadpleegt, dient u de model- en serienummers van de machine altijd te vermelden. Aan de hand van deze nummers kan de Service Dealer of vertegenwoordiger u de juiste informatie over de specifieke machine verschaf model- en serienummers vindt u op een plaatje dat op een speciale plaats op de machine is aangebracht (fig. 1).
1. Model-
Noteer hieronder
Lees deze handleiding aandachtig door de machine op de juiste wijze bedient en onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u persoonlijk letsel van u en anderen en schade aan de machine voorkomen. Ofschoon Toro veilige en moderne produkten ontwerpt, produceert en op de markt brengt, blijft u verantwoordelijk voor een correct en veilig gebruik daarvan. U bent tevens verantwoordelijk voor de instructie m.b.t. veiligheid van personen die u met de machine laat werken.
en serienummerplaatje
de model- en serienummers van de machine
, dan hebt u ze altijd bij de hand.
Modelnr.:
Serienr.:
oro Service Dealer voor eventuele hulp,
oro onderdelen of andere informatie.
Figuur
oro produkt.
fen. De
m-2302
1
, zodat u leert hoe u
oro Company
All Rights Reserved
– 1998
2
Printed in USA
In deze handleiding gebruikt T mogelijke gevaren aan te duiden en u te attenderen op bijzondere aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk fataal) letsel van u en anderen te voorkomen. De woorden GEV
AAR, W geven de ernst van het gevaar aan. Ga als regel altijd voorzichtig te werk.
GEVAAR
die kunnen resulteren in ernstig lichamelijk letsel of zelfs overlijden, die kunnen ontstaan als u niet de vereiste voorzor
WAARSCHUWING
situatie die kan resulteren in ernstig lichamelijk letsel of zelfs overlijden, die kan ontstaan als u niet de vereiste voorzor
VOORZICHTIG
persoonlijke veiligheid aan. Om letsel te voorkomen moet u der
gelijke instructies zorgvuldig lezen en opvolgen.
Er worden nog twee woorden gebruikt om u op belangrijke informatie te wijzen. “Belangrijk” attendeert u op bijzondere technische informatie en “Opmerking” duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.
Als de handleiding verwijst naar de linker van de machine, betekent dit gezien vanaf de normale bedieningspositie, d.w
AARSCHUWING en VOORZICHTIG
waarschuwt u voor zeer gevaarlijke situaties,
gsmaatregelen neemt.
waarschuwt u voor een gevaarlijke
gsmaatregelen neemt.
duidt belangrijke instructies inzake uw
.z. staand achter de handgreep.
oro een systeem om
- of rechterkant
2.
Draag tijdens het gebruik van de machine altijd een veiligheidsbril of -masker om uw ogen te beschermen tegen voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen. Het dragen van gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen en -helm wordt aanbevolen.
3.
Inspecteer het terrein waarop u de maaier gaat gebruiken grondig en verwijder eventuele voorwerpen die door de maaier kunnen worden uitgeworpen.
4. W
AARSCHUWING - Benzine is licht ontvlambaar
Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken
die daar speciaal voor bedoeld zijn.
V
ul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het
bijvullen niet roken.
V
ul zo nodig brandstof bij voordat u de motor aanzet. V brandstoftank en vul nooit benzine bij wanneer de motor loopt of voordat de motor na gebruik een aantal minuten is afgekoeld.
Als er benzine gemorst is de motor niet aanzetten, maar eerst de maaier verplaatsen. Zor er geen ontstekingsbronnen in de buurt van de gemorste brandstof komen totdat alle benzinedampenverdwenen zijn.
Zor
van brandstoftanks en -blikken.
erwijder nooit de dop van de
g ervoor dat
g voor een goede bevestiging van afsluitdoppen
.
Veiligheid
Training
1.
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de maaimachine gaat gebruiken. Let op de plaats en functie van de bedieningselementen en hoe u de machine moet gebruiken.
2.
U dient erop toe te zien dat de machine niet door kinderen wordt bediend of door volwassenen die niet van de instructies op de hoogte zijn. V met de machine kan een wettelijke minimumleeftijd bestaan.
Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de machine
3.
gebruikt, met name kinderen en huisdieren.
4.
Onthoud dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen of schade aan andere personen of hun eigendommen.
Voorbereiding
1.
Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en stevige schoenen. Draag geen schoenen met open tenen en loop niet op blote voeten.
oor het werken
5. V
ervang geluiddempers die gebreken vertonen.
6.
Controleer de messen, bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of beschadiging voor het gebruik. V beschadigde messen en bouten altijd als complete set om een goede balans te behouden.
7.
Let op dat bij machines met meer maaimessen andere messen kunnen gaan draaien doordat u een mes draait.
ervang versleten of
Gebruiksaanwijzing
1.
Laat de motor niet in een afgesloten ruimte lopen, omdat zich giftige koolmonoxydedampen kunnen verzamelen.
Alleen bij daglicht of goed kunstlicht maaien.
2.
3. V
ermijd indien mogelijk gebruik van de maaier op nat
gras.
g dat u altijd stevig staat op hellingen.
4. Zor
5.
Loop in een normaal tempo, ga niet rennen.
6.
Met een cirkelmaaier altijd dwars op hellingen maaien, nooit heuvel op en af.
7.
Ga zeer voorzichtig te werk bij het veranderen van richting op hellingen.
8.
Maai niet op te steile hellingen.
3
9.
Ga zeer voorzichtig te werk bij achteruitrijden of de maaier naar u toe trekken.
10.
Stop het maaimes (de messen) als u de maaier voor transport moet optillen of bij het oversteken van andere oppervlakken dan gras en bij vervoer van de maaier naar en van het te maaien oppervlak.
11.
Gebruik de maaier niet als schermen of schilden defect zijn, of andere beveiligingsmiddelen ontbreken, zoals schermen en/of grasvangers.
12.V
erander de instellingen van de motor niet en voorkom
overbelasting van de motor Alle mes- en rijkoppelingen uitschakelen alvorens de
13.
motor te starten.
14.
Start de motor of zet die aan volgens de instructies, ga daarbij zor buurt van maaimessen.
15.
De maaier nooit kantelen als u de motor start of aan zet, behalve als de motor voor het starten moet worden gekanteld. In dat geval niet meer kantelen dan absoluut noodzakelijk en uitsluitend dat deel optillen dat zich van de bestuurder af bevindt.
16.
De motor nooit starten terwijl u voor de afvoeropening staat.
Handen en voeten uit de buurt houden van roterende
17.
delen. Altijd uit de buurt van de afvoeropening blijven.
18.
De maaier nooit oppakken of dragen terwijl de motor loopt.
Motor stoppen en bougiekabel losmaken:
19.
Stop de motor
20.
gvuldig te werk en houdt uw voeten uit de
alvorens verstoppingen te verwijderen of de afvoertunnel te ontstoppen;
alvorens de maaier te controleren, te reinigen of eraan te werken;
als u een voorwerp hebt geraakt. Controleer de maaier op beschadiging en voer reparatie uit alvorens de maaier opnieuw te starten en te gebruiken;
als de maaier abnormaal begint te trillen (direct controleren).
als u de maaier onbeheerd achterlaat;
.
21.V
erlaag het motortoerental voordat u de motor stopt. Als de motor is uitgerust met een brandstofkraan, deze sluiten na beëindiging van het maaien.
Onderhoud
1. Draai
2.
3.
4.
5.
6. V
7.
alle moeren, bouten en schroeven regelmatig
strak aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is. Als er zich benzine in de tank bevindt de maaier niet
opber
gen in een afgesloten ruimte waar benzinedampen in contact met open vuur of vonken kunnen komen.
Laat de motor afkoelen voordat u de maaimachine in een afgesloten ruimte opber
Om brandgevaar te beperken dienen motor geluiddemper de brandstoftank steeds te worden vrijgemaakt van een overmaat aan vet, gras, bladeren en opgehoopt vuil.
Controleer de grasvangzak regelmatig op slijtage en beschadiging.
ervang versleten of beschadigde onderdelen ten
behoeve van een veilig gebruik. Als de brandstoftank moet worden leeggemaakt, dient
dit buiten plaats te vinden.
en stalling
gt.
,
, accucompartiment en de omgeving van
Geluidsdruk
Dit apparaat produceert een geluidsdruk aan het oor van de bestuurder van 83,6 dB(A), op basis van metingen van identieke machines volgens Richtlijn 81/1051/EEG.
Geluidsniveau
Dit apparaat produceert een geluidsvolume van 100 LwA, op basis van metingen van identieke machines volgens Richtlijn 84/538/EEG.
Trillingsniveau
Dit apparaat produceert een maximum hand–arm trillingsniveau van 3,45 m/s2, op basis van metingen van identieke machines volgens EN 1033.
alvorens brandstof bij te vullen.
4
Overzicht
van symbolen
Veiligheidsalarm ­symbool in de driehoek geeft gevaar aan
Veiligheidsalarm
Lees de bedienings­handleiding
Raadpleeg de technische handleiding voor de juiste onderhouds­procedures
Veiligheidsschermen niet openen of verwijderen terwijl de motor loopt
Afsnijden van tenen en vingers, draaiend maaimes. Blijf uit de buurt van het maaimes zolang de motor loopt
Om storingen bij fijnmaken te voorkomen, mesversneller gebruiken als de maaier met een fijnmaakhulpstuk uitgerust is
Transmissie
Blijf op veilige afstand van de machine
Blijf op veilige afstand van de machine
Uitgeworpen voorwerpen - gevaar voor alle lichaamsdelen
Uitgeworpen voorwerpen - aan zijkant gemonteerde cirkelmaaier. Veiligheidsscherm moet gemonteerd zijn
Olie
Aan/Lopen
Inschakelen
Uitschakelen
5
Motor stoppen alvorens bestuurders­positie te verlaten
Laadtoestand van accu
Bedrijfsurenteller/vers treken bedrijfsuren
Snel Neutraal
Langzaam
Afname/toename
Smeernippel
Brandstof
1e versnelling
2e versnelling
3e versnelling
Motor starten
Motor stoppen
Choke
Maaielement ­basissymbool
Maaielement ­maaihoogte-instelling
Koord uittrekken
6
Hulpstarter Wiel
Hulpstartknop driemaal indrukken
Accu’s op verantwoorde wijze afvoeren
Sleutel in contactschakelaar steken
Sleutel in contactschakelaar omdraaien
Bedieningsorgaan bewegen
Wielaandrijving
Bedieningsstang omlaag brengen
Bedieningsstang omhoog brengen
Bedieningsstang omhoog/omlaag brengen
Bedieningsstang omhoog/omlaag brengen
Bedieningsorgaan naar voren bewegen
Bedieningsorgaan naar achteren bewegen
Bedieningsstang omhoog brengen
Bedieningsstang omhoog brengen
Bedieningsstang omlaag brengen
7
Montage
Handgreep
1. Handgreep
het onderste gat met twee 8 mm x 31 mm (5/16-18 x 1-1/4”) bouten, ringen en dunne nylon bor
gmoeren (fig. 2).
2.
Handgreepbeugels aan handgreep bevestigen met twee 8 mm x 38 mm (5/16-18 x 1-1/2”) bouten, ringen en dunne nylon bor
N.B.:
De handgreep kan op de meest comfortabele hoogte worden ingesteld. Ga achter de maaier staan om de beste hoogte te bepalen. Om de hoogte te veranderen, de bouten en moeren voor bevestiging van de handgreep in andere gaten van de beugels plaatsen.
3.
Steunstang voor grasvangzak door bevestigingsgaten in handgreep steken en beide uiteinden met een dopmoer vastzetten (fig. 2).
(fig. 2)
aan buitenkan van maaierhuis monteren, in
gmoeren (fig. 2).
bovenste
Brandstofank
1. Zelftappende
schroeven in de onderkant van de
en -slang
brandstoftank draaien en daarna er weer uit draaien.
2.
Plastic klemmen aan de voorkant van de brandstoftank aan de tankplaat haken (fig. 3).
3. T
ank op tankplaat bevestigen met 2 zelftappende
schroeven (fig. 3). Schroeven niet te strak aandraaien.
4. T
ankbeugel aan de achterkant van de tank haken en uiteinde van de beugel door het gat in de tankplaat steken. Beugel aan tankplaat bevestigen met de moer (fig. 3). De moer niet te strak aandraaien.
2
3
5
4
7
3
2
4
1
m-534
2
3. Steunstang grasvangzak
4. Handgreepbeugel
voor
1. Handgreep
2. Dopmoer
4. Gebruik
Figuur
kabelbandjes om de regelkabels onder de steunstang voor de grasvangzak aan de handgreep vast te zetten.
6
1
1. Zelftappende
2. Brandstoftank
3.
Plastic klemmen
4. Tankbeugel
5. Verwijder
de rode dop van het uiteinde van de
Figuur
schroeven
3
5. Tankplaat
6. Moer
7. Tanksteun
brandstofslang en van het uiteinde van de gebogen pijp aan de brandstoftank. Uiteinde van de brandstofslang over de gebogen pijp schuiven (fig. 4). Brandstofslang vastzetten met slangklem.
1
3
2
m-2943
m-2942
1. Brandstofslang
2. Gebogen
8
pijp
Figuur
4
3. Slangklem
Luchtfilterdeksel
1. Lippen
aan onderkant van luchtfilterdeksel in sleuven plaatsen. Deksel omhoog zwenken en vastdrukken (fig. 5).
3. Druk
2
1
de afsluiter er helemaal in, totdat de veerklem aan de onderkant van de afsluiter vastklikt en de afsluiter stevig in de afvoertunnel vastklemt (fig. 7). Laat de handgreep van het afvoerdeurtje los, zodat die de bovenkant van de afsluiter vastklemt.
3
Figuur
1. Luchtfilterdeksel
2. Lippen
5
3. Sleuven
Tunnelafsluiter
1. Open
2.
1. Handgreep
het afvoerdeurtje door de handgreep naar voren te trekken en naar achteren te bewegen (fig. 6). Handgreep van afvoerdeurtje vasthouden, om te voorkomen dat die door de veerdruk sluit terwijl u de afsluiter plaatst.
Omdat de afsluiter iets breder is dan de opening van het afvoerdeurtje, moet u de afsluiter iets rechtsom draaien terwijl u hem in de opening steekt (fig. 6). De pijl op het plaatje van de afsluiter moet omhoog wijzen.
1
2
Figuur
van
afvoerdeurtje
6
2.
Afsluiter rechtsom draaien
m–1914
m-196
1
Figuur
1. Veerklem
Alvorens
7
te starten
GEVAAR
MOGELIJK
Benzine is onder bepaalde omstandigheden
uitermate brandbaar en explosief.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Brand of explosie van benzine kan brandwonden of schade aan eigendommen veroorzaken.
AARLIJKE SITUA
GEV
Gebruik een tr
uitsluitend in de open lucht bij koude motor bijvullen. Gemorste brandstof meteen opvegen.
V
ul de tank niet helemaal, maar slechts tot 6-13 mm (1/4-1/2”) onder de onderkant van de vulbuis. De vulbuis mag zelf niet volstaan, omdat deze ruimte nodig is voor het uitzetten van de brandstof.
Rook niet wanneer u met brandstof bezig bent en houd brandstof weg van open vlammen of vonken. Brandstof in goedgekeurde vaten opslaan en
buiten ber Nooit meer benzine dan voor 30 dagen op
voorraad houden.
GEV
AAR
TIES V
echter of tuit; brandstof
eik van kinder
en bewar
OORKOMEN
en.
m–1915
9
GEVAAR
MOGELIJK GEV
Bij het bijvullen van brandstof kan onder
bepaalde omstandigheden statische elektriciteit ontstaan, die de brandstof doet ontbranden.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Brand of explosie van benzine kan brandwonden of schade aan eigendommen veroorzaken.
GEV
AARLIJKE SITUA
Benzinevaten altijd op de gr
van de maaier zetten alvor vullen. Benzinevaten nooit in een vrachtwagen of
aanhanger vullen, omdat bekleding of kunststof beplating het vat kan isoler statische lading kan bemoeilijken.
Indien praktisch uitvoerbaar aangedr
even machines uit de vrachtwagen of aanhanger verwijder terwijl de machine met de wielen op de gr staat.
Als dit niet mogelijk is, dergelijke machines op een truck of aanhanger bij voorkeur uit een draagbaar vat bijvullen, niet met behulp van een vulpistool van een pomp.
Als een vulpistool moet worden gebruikt, de vulpijp voortdur de brandstoftank of de opening van het vat houden, totdat het bijvullen voltooid is.
Mengen
AAR
TIES V
OORKOMEN
ond en uit de buurt
ens de tank bij te
en en de afvoer van
, door benzine
en en de tank bijvullen
ond
end in contact met de rand van
van benzine en olie -
mengverhouding 50:1
GOEDGEKEURDE OLIE - V motorprestaties vermengt u de inhoud van één fles T 50:1 T
wo-Cycle Oil (tweetaktolie) met 7,6 liter (2 ga.) verse, loodvrije normaalbenzine. Loodhoudende benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is.
T
oro tweetaktolie is speciaal samengesteld voor een goede smering, goed starten en een lange levensduur van de motor
. Als T
oro T
wo-Cycle Oil niet verkrijgbaar is, vermengt u 7,6 liter (2 ga.) benzine met 154 ml (5.2 oz) van een andere tweetaktolie van goede kwaliteit, waarbij de NMMA of BIA-TCW certifiëring op de label is afgedrukt.
BELANGRIJK: U KUNT OOK EEN FLES T “EASY
-MIX” TWO-CYCLE OIL VAN 95 ML (3.2 OZ.) VERMENGEN MET 3,8 LITER (1 GA.) BENZINE (mengverhouding 40:1) IN DEZE T TWEETAKTMOTOR.
oor de eenvoud en de beste
oro
ORO
ORO
NOOIT MOT (SAE 30, 10W30 enz.), TWEET NMMA/BIA-TCW CER MENGVERHOUDING GEBRUIKEN, OMDA
ORSCHADE KAN VEROORZAKEN, DIE NIET
MOT DOOR DE T
oro adviseert tevens regelmatig T
T Conditioner in alle T tijdens gebruik en stalling te gebruiken. T
OROLIE VOOR AUT
OMOBIELEN
AKT
OLIE ZONDER
TIFIËRING, OF EEN ONJUISTE
T DIT
ORO GARANTIE WORDT GEDEKT
oro Stabilizer/
oro machines met benzinemotor
oro Stabilizer/
.
Conditioner reinigt de motor tijdens het gebruik en voorkomt de vorming van harsachtige afzettingen in de motor gedurende stalling.
1.
Mengen van benzine en olie (fig. 8) - Giet de juiste hoeveelheid tweetaktolie in een goedgekeurde benzinekan en voeg hier 1,9 liter (0.5 ga.) benzine aan toe. Plaats de dop op de kan en schud het vat om olie en benzine goed te vermengen. V
erwijder de dop en
voeg de resterende hoeveelheid benzine toe.
1. Olie
aan deel van benzine
toevoegen
2.
Dop aanbrengen en kan schudden om te vermengen
BELANGRIJK: METHANOL
BEVAT, GASOHOL MET MEER DAN
21
Figuur
NOOIT METHANOL
3
8
3.
Rest van benzine toevoegen
, BENZINE DIE
m-111
10% ETHANOL, SUPERBENZINE OF WITTE BENZINE GEBRUIKEN, OMDA SCHADE AAN HET BRANDST DE MOT
OR KAN ONTST
GEBRUIK UITSLUITEND BRANDST
OEGINGEN DIE SPECIAAL BEDOELD ZIJN
TOEV V
OOR BRANDST
ST
ALLING, ZOALS T
OFSTABILISA
ORO ST CONDITIONER OF EEN GELIJKW PRODUKT
ORO ST
ABILIZER/CONDITIONER IS
. T EEN BRANDSTOFADDITIEF OP BASIS V AARDOLIEDESTILLAAT GEBRUIK V
AN ST
ABILISAT
T HIERDOOR
OFSYSTEEM V
AAN.
OF-
TIE GEDURENDE
ABILIZER/
AARDIG
. T
ORO RAADT HET
ORS OP
AN
AN
ALCOHOLBASIS, ZOALS ETHANOL, METHANOL OF ISOPROPYL AF
. T
OEV
OEGINGEN MOGEN NIET WORDEN GEBRUIKT OM HET VERMOGEN OF DE PRESTATIES V
AN DE MOT
OR TE
VERHOGEN.
10
N.B.:
Benzine en olie niet in de brandstoftank van de maaier mengen. Olie op kamertemperatuur laat zich eenvoudiger en beter mengen dan koude olie.
Mengtabel benzine/olie 50:1
Reinig het luchtfilter vaker wordt meer maaisel en stof geproduceerd, waardoor het luchtfilter verstopt kan raken en het motorvermogen afneemt.
. Bij maaien en fijnmaken
LITERS
Benzine Olie
       
Tips
voor het fijnmaken van gras en bladeren
Algemene
Volg
onderstaande instructies op bij het fijnmaken van gras of bladeren, voor de beste maairesultaten en het mooiste gazon:
Houd het maaiseizoen. Regelmatig braam met een vijl verwijderen.
Maai alleen dr
gaat aankoeken en kan verstopping van de maaier of afslaan van de motor veroorzaken. Nat gras en blad kan glad zijn, zodat het gevaar bestaat dat u uitglijdt en valt.
MOGELIJK GEV
Door nat gras of blad kunt u uitglijden en in
contact met het maaimes komen.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Contact met het maaimes kan ernstig letsel veroorzaken.
AARLIJKE SITUA
GEV
Maai alleen als het gras dr
Zet het motortoerental op de hoogste stand. Een maximum vermogen geeft het beste maairesultaat.
V
erwijder maaisel en bladeren van de onderkant van
de maaier na elke keer maaien.
tips
maaimes scherp gedurende het gehele
oog gras en blader
WAARSCHUWING
AAR
TIES V
en.
Nat gras en blad
OORKOMEN
oog is.
Gras
Gras
Als
Als het gemaaide grasveld er niet goed uitziet, kunt u een of meer van de volgende remedies proberen:
maaien
groeit niet het gehele jaar even snel. W
s zomers heet is, is het over het algemeen aan te raden het gras te maaien op maaihoogte 44 mm (1­57 mm (2­ongeveer 1/3 van de lengte van het gras moet worden afgemaaid. Afgeraden wordt om onder de instelling van 44 mm (1­of het laat in de herfst is, en het gras langzamer groeit.
gemaaid, moet u wellicht eerst de hoogste maaihoogte instellen en langzamer lopen; vervolgens maait u het gras dan nog eens op een normalere hoogte. Als het gras te lang is en er plukken gras op het gazon achterblijven, kan de maaier verstopt raken waardoor de motor afslaat.
Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt het gemaaide gras beter over het gazon verspreid en vindt een betere bemesting plaats.
Slijp het mes. Loop langzamer tijdens het maaien. Stel de maaier in op een hogere maaihoogte. Maai het gras vaker
!/4
”) of 70 mm (2-
#/4
”) te maaien, tenzij er weinig gras is
   
 
Figuur
gras van meer dan 15 cm hoog moet worden
.
#/4
”) (fig. 9). Slechts
 
9
anneer het
#/4”),
 
 
m-976
Houd de motor in goede conditie. Voor maaien en fijnmaken is meer vermogen nodig.
11
Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds een
volledig nieuwe baan te maaien.
Maai de randzones een tweede maal.
Stel de voorwielen één stand lager in dan de achterwielen. Bijvoorbeeld: de voorwielen op 44 mm (1-#/4
”) en de achterwielen op 57 mm (2-
!/4”).
1
2
Fijnmaken
Wanneer
50% van het gazon door de laag fijngemaakte bladeren te zien zijn. Soms is het nodig hiervoor één of meer keren over de bladeren heen te gaan.
V
oor een lichte bladbedekking stelt u alle wielen op
dezelfde maaihoogte in.
Als er meer dan 12,5 cm (5”) bladeren op het gazon ligt, stelt u de voorwielen één of twee standen hoger dan de achterwielen in. Hierdoor kunnen de bladeren gemakkelijker onder het maaidek worden ingevoerd.
Loop langzamer met de maaier als de bladeren niet fijn genoeg worden gemaakt om in het gras verbor te worden.
Als u veel eikebladeren fijnmaakt, is het aan te raden in het voorjaar kalk op het gras aan te brengen. Hierdoor wordt het zuur uit de eikebladeren geneutraliseerd.
van bladeren
u klaar bent met maaien, moet steeds nog
gen
Gebruiksaanwijzing
Tips
1. VOOR
2.
voor bediening en gebruik
ELKE MAAIBEUR rijaandrijving en bedieningsstang goed werken. Als u de bedieningsstang loslaat, moeten het maaimes en de rijaandrijving automatisch stoppen. Als de bedieningsor die eerst worden gerepareerd voordat de maaier opnieuw wordt gebruikt.
SCHERP MES - Begin elk maaiseizoen met een scherp mes. V
ganen niet naar behoren werken, moeten
erwijder regelmatig braam met een vijl.
T - Controleer of mesrem,
3
Figuur
1. Handgashendel
2. Rijsnelheidshendel
1. Druk
2. STAR
N.B.:
(CHOKE) mogelijk niet nodig.
3.
de bougiekabel op de bougie.
TEN - Zet de rijsnelheidshendel in neutraal en de handgashendel op het midden van de hulpstartknop (fig. 15) met de duim en druk éénmaal. Zet een voet op het maaidek en trek aan het startkoord totdat u weerstand voelt. Daarna flink trekken om de motor te starten. Regel het handgas nadat de motor gestart is. Zet de rijsnelheidshendel op de gewenste snelheid.
Bij starten van een warme motor is gebruik van
BEDIENING V RIJAANDRIJVING (fig. 1 in positie “A” schuift u de bedieningsstang naar rechts en beweegt u die omhoog naar positie “B” om het maaimes in te schakelen. Trek de bedieningsstang tegen de handgreep aan in positie “C” om te rijden. Om de rijaandrijving uit te schakelen terwijl het mes blijft draaien, laat u de bedieningsstang langzaam in positie “B” zakken. Om te rijden met het mes uitgeschakeld, trekt u de bedieningsstang tegen de handgreep aan in “C”, zonder de bedieningsstang naar rechts te schuiven.
C
AN MAAIMES EN
10
3. Bedieningsstang maaimes-/rijaandrijving
(CHOKE). Bedek het gaatje in
1) - Met de bedieningsstang
m-512
Starten,
stoppen en
rijaandrijving
BEDIENINGSORGANEN en rijsnelheidshendel bevinden zich respectievelijk links en rechts op de console op de handgreep. De regelstang voor maaimes-/rijaandrijving bevindt zich onder de bovenste handgreep. De repeteerstarter bevindt zich boven op de motor
.
(fig. 10) - De handgashendel
4. STOPPEN
12
B
A
Figuur 11
- Om de motor te stoppen de
bedieningsstang loslaten en handgas op zetten. T onbeheerd achterlaat of u hem niet meer gebruikt.
rek de kabel van de bougie als u de motor
m-512
OFF (UIT)
Gebruik
1. Zorg
van de tunnelafsluiter
dat de motor af staat. Open de afvoerdeur door de hendel naar voren te trekken en duw het deurtje daarna naar achteren (fig. 6). Houd de handgreep van het deurtje vast om te voorkomen dat het deurtje door de veerspanning dicht slaat terwijl u de afsluiter aanbrengt.
Omdat de afsluiter iets breder is dan de opening van de
2.
afvoertunnel, draait u de afsluiter iets rechtsom terwijl u die plaatst (fig. 6). De pijl op het plaatje op de afsluiter moet omhoog wijzen.
3.
Druk de afsluiter helemaal naar binnen, totdat de veerklem onder aan de afsluiter vastklikt, waardoor de afsluiter stevig op zijn plaats in de tunnel wordt vastgehouden (fig. 7). Laat de handgreep van het deurtje los, om de bovenkant van de afsluiter vast te zetten.
Om de afsluiter te verwijderen, de handgreep van het
4.
deurtje naar achteren bewegen en tegelijkertijd de veerklem aan de onderkant van de afsluiter optillen. Zodra de afsluiter vrij komt, deze uit de afvoertunnel trekken.
Als het gras dik en lang is, kan zich maaisel op en
N.B.:
rond de tunnelafsluiter verzamelen. Hierdoor is de afsluiter mogelijk moeilijk te verwijderen. Maak de afsluiter na elk gebruik goed schoon.
1
12
3.
Handgreep helemaal naar voren. Afvoerdeurtje gesloten.
1. Zakframe
2.
Pen vast in vergrendeling
4. Trek
op pen
de handgreep van de afvoerdeur naar voren totdat
Figuur
de pen vrijkomt en beweeg de handgreep naar achteren totdat de pen in het gat van de zak valt (fig. 13). Het afvoerdeurtje in de maaikast is nu geopend.
1
2
3
m–1912
Gebruik
Soms
wilt u misschien de grasvangzak gebruiken om
van de grasvangzak
hierin extra lang of dik gras of bladeren te verzamelen.
1.
Zet de motor af en wacht tot alle draaiende delen stilstaan.
g dat de handgreep van het afvoerdeurtje helemaal
2. Zor
naar voren staat en de pen ver
3. PLAA
TSEN V
AN DE GRASV
grendeld is (fig. 12).
ANGZAK - Schuif het gat in het zakframe over de pen op de afvoertunnel (fig. 12). Plaats de achterkant van het zakframe op de steunstang.
1. Pen
vast in
zakvergrendeling
Figuur
m–1913
13
13
GEVAAR
MOGELIJK
Maaisel en ander
geopende afvoertunnel worden uitgeworpen.
WA
T ER KAN GEBEUREN
V
oorwerpen die met kracht worden uitgeworpen kunnen persoonlijk (fataal) letsel van de bestuurder of omstanders ver
AARLIJKE SITUA
GEV
Maak het deurtje van de afvoertunnel nooit
open terwijl de motor loopt, tenzij een grasvangzak, optionele zijafvoer of tunnelafsluiter corr
GEV
AAR
e voorwerpen kunnen uit de
TIES V
ect aangebracht is.
OORKOMEN
oorzaken.
5.
LEGEN V en wacht tot alle bewegende delen stilstaan. T handgreep van de afvoerdeur op en beweeg die naar voren, totdat de pen in de ver Pak de handgrepen aan de voor- en achterkant van de zak vast en til de grasvangzak van de maaier af. Kantel de zak langzaam voorover om hem leeg te maken.
6.
Om de grasvangzak te plaatsen, stap 3 t/m 4 herhalen.
Instellen
De
maaihoogte is instelbaar van ca. 19 mm tot 83 mm
(#/4
” tot 3­Door de afstelhefboom naar voren te bewegen, wordt een hogere maaihoogte-instelling verkregen.
AN DE GRASV
ANGZAK - Zet de motor af
grendeling valt (fig. 12).
van de maaihoogte
!/4
”), in stappen van 12,7 mm (
!/2
”) (fig. 9).
il de
GEVAAR
MOGELIJK GEV
Door een versleten grasvangzak kunnen
steentjes en ander bestuurder of omstanders worden uitgeworpen.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Uitgeworpen voorwerpen kunnen persoonlijk (fataal) letsel van de bestuurder of omstanders veroorzaken.
GEV
AARLIJKE SITUA
Contr
oleer de grasvangzak r versleten is, vervangen door een nieuwe originele T
AAR
e voorwerpen naar de
TIES V
ORO grasvangzak.
OORKOMEN
egelmatig. Als die
GEVAAR
MOGELIJK GEV
Door een niet volledig gesloten afvoerdeur
kunnen voorwerpen uitgeworpen worden.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Uitgeworpen voorwerpen kunnen persoonlijk (fataal) letsel van de bestuurder of omstanders veroorzaken.
AARLIJKE SITUA
GEV
Als het deurtje niet kan worden gesloten omdat
de afvoer door maaisel verstopt is, de motor af zetten en de handgr rustig heen en weer bewegen totdat het deurtje volledig kan worden gesloten. Als het deurtje nog niet kan worden gesloten, verstopping met een stok verwijder
AAR
TIES V
eep van de afvoerdeur
en, niet met de hand.
OORKOMEN
GEVAAR
MOGELIJK GEV
Bij het instellen van de maaihoogte kunnen de
handen met het draaiende mes in aanraking komen.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Aanraking van het mes kan ernstig letsel veroorzaken.
AARLIJKE SITUA
GEV
Zet de motor af en wacht tot alle bewegende
delen stilstaan voordat u de maaihoogte instelt.
Zorg dat uw vingers niet onder de maaikast komen wanneer u de maaihoogte instelt.
AAR
TIES V
OORKOMEN
14
1.
Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen stilstaan.
Licht de maaikast op, zodat de wielen van de grond
2.
komen.
om de maaikast op te tillen.
naar het wiel toe (fig. 14) en zet hem op de gewenste stand. Zor uitsparing in de maaikast valt. Stel alle wielen op dezelfde hoogte in.
Niet de handen onder de maaikast steken
Druk de instelhefboom
g ervoor dat de pen op de hefboom in een
3
4
1
2
m-196
1
m-225
Figuur
1. Instelhefboom
14
Onderhoud
WAARSCHUWING
MOGELIJK
anneer de bougiekabel op de bougie is
W
aangesloten, kan de motor onbedoeld worden gestart.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Per ongeluk starten van de motor kan leiden tot lichamelijk letsel van u of omstanders.
GEV
AARLIJKE SITUA
ek de kabel van de bougie voordat u
Tr
onderhoud gaat verrichten.
Onderhoud
Normaliter uren te worden schoongemaakt. W in stoffige of vuile omstandigheden wordt gebruikt, moet het filter vaker worden schoongemaakt.
1.
Zet de motor af en trek de kabel van de bougie (fig. 15).
GEV
AAR
TIES V
OORKOMEN
van het luchtfilter
dient het schuimfilter telkens na 25 bedrijfs-
anneer de maaimachine
Figuur
1. Bougiekabel
2. Hulpstartknop
2. Lippen
3.
4. BELANGRIJK: Motor nooit laten lopen zonder
luchtfilter beschadiging van de motor ver
Vervangen
Gebruik juiste elektrodenafstand is 0,81 mm (0,032”). V bougie telkens na 25 bedrijfsuren ter controle.
1.
2.
BELANGRIJK: V vervuilde bougie. De elektr geschuurd, afgeschraapt of anderszins schoongemaakt omdat er motorschade kan ontstaan wanneer er gruis in de cilinder komt.
aan de bovenkant van het luchtfilterdeksel optillen en deksel omlaag zwenken. Deksel grondig schoonmaken.
Als de buitenkant van het schuimfilter vuil is, het element uit het luchtfilter verwijderen en grondig reinigen.
Schuimfilter W
A.
vloeibare zeep en warm water samenknijpen om vuil te verwijderen, maar niet wringen, omdat het schuimfilter dan kan scheuren. Goed uitspoelen in schoon water
DROGEN door in een schone doek te wikkelen.
B.
Doek en schuimfilter samendrukken om te drogen.
C.
Filterelement VERZADIGEN met motorolie. Element samenknijpen om overtollige olie te verwijderen en de olie goed te verdelen. Een vochtig element is het best.
Schuimelement en luchtfilterdeksel weer monteren.
element; dit kan extr
ASSEN in een oplossing van
van de bougie
een NGK BPMR4A of gelijkwaardige bougie. De
Zet de motor af en trek de kabel van de bougie (fig. 15).
Maak de omgeving van de bougie schoon en verwijder de bougie uit de cilinderkop.
ervang een gescheurde, verstopte of
15
3. Schuim-filterelement
4. Luchtfilterdeksel
. V
oorzichtig
.
eme slijtage of
oorzaken.
erwijder de
oden mogen niet worden
15
3.
Stel de elektrodenafstand in op 0,81 mm (0,032”) (fig. 16). Plaats de bougie met de juist afgestelde afstand en de pakkingsluiting. Draai de bougie goed vast tot 13,6 Nm (10 ft-lb).
1
5
2
0,81 mm
(0.032")
16
Aftappen
Figuur
van benzine uit de
brandstoftank
1. Zet
de motor af en trek de kabel van de bougie
(fig. 15).
N.B.:
Benzine mag alleen worden afgetapt bij koude
motor.
erwijder de dop van de brandstoftank en gebruik een
2. V
pomphevel om de brandstof in een schoon benzineblik te laten lopen.
N.B.:
Het aftappen van brandstof mag alleen op deze
manier gebeuren.
Afstellen
van het handgas
m-110
3
6
Figuur
1. Gasklephefboom
2. Choke-hefboom
3. Kabelklemschroef
Schoonmaken
17
4. Gaskabel
5. Gaten
6. Gasklepbeugel
van het
tegenover elkaar
koelsysteem
Na
elke 75 bedrijfsuren vuil en kaf van de buitenkant van de cilinder aansluitingen met borstel of perslucht verwijderen. T vuil uit inlaatopeningen op huis van repeteerstarter verwijderen. Hierdoor worden een goede koeling en de beste prestaties van de motor gegarandeerd.
, koelribben en rond de carburateur en
evens
4
m-269
Als
de motor niet start, is het misschien nodig de gasklepregeling opnieuw af te stellen. Dit moet eveneens gebeuren wanneer een nieuwe gaskabel is geïnstalleerd.
1.
Zet de motor af en trek de kabel van de bougie
(fig. 15).
2.
Zet de handgashendel op
Kabelklemschroef losdraaien totdat de gaskabel
3.
loskomt (fig. 17).
4.
Controleer of de gaten in de gasklephefboom en de
choke-hefboom tegenover elkaar staan (fig. 17). Als
dat niet zo is, volgt u de instructies voor afstelling in
stap 5 op.
5.
AFSTELLEN - Een dunne pen kan door de tegenover
elkaar geplaatste gaten worden gestoken om de
afstelling te behouden. Druk tegen de gaskabel totdat
de gasklephefboom de choke-hefboom raakt (fig. 17).
Draai de kabelklemschroef vast. V
indien gebruikt.
(SNEL).
erwijder de pen,
Schoonmaken
van demper en
uitlaat
Uiteinde elke 75 bedrijfsuren schoonmaken.
van demperpijp en uitlaatopening van cilinder na
VOORZICHTIG
MOGELIJK GEV
Demper en motor worden heet als de maaier in
gebruik is.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Contact met de hete demper kan brandwonden veroorzaken.
AARLIJKE SITUA
GEV
Demper en uitlaat alleen schoonmaken als
motor en demper afgekoeld zijn.
AAR
TIES V
OORKOMEN
16
1.
Zet de motor af en trek de kabel van de bougie.
2.
Gebruik een hardhouten schraper om koolstof uit het uiteinde van de demperpijp te verwijderen (fig. 18).
3. V
erwijder de bout, moeren en klemring (fig. 18).
Schuif de demper van de bevestigingspennen af.
1
1. Bout,
Figuur
moeren, klemring
2
18
2. Demperpijp
m-202
Afstellen
Als
de maaier niet uit zichzelf rijdt, of dit juist wel doet
wanneer de bedieningsstang zich op dan 38 mm (1
van de rijaandrijving
!/2”) van de handgreep bevindt, moeten de regelkabel en de kabel van de rijaandrijving worden afgesteld.
Afstellen van de regelkabel
1. Zet
de motor af en trek de kabel van de bougie
(fig. 15).
2. V
erwijder de bouten waarmee het drijfriemdeksel (fig. 20) op het maaierhuis bevestigd is en til het deksel eraf.
1
4. Trek
langzaam aan het startkoord, zodat de cilinder de
uitlaat afsluit (fig. 19).
5. V
erwijder koolstof uit de uitlaat (fig. 19) met een
platte hardhouten schraper
.
BELANGRIJK: Gebruik geen metalen schraper of iets dergelijks om de uitlaat schoon te maken, omdat de zuiger of cilinder beschadigd kunnen worden.
6.
Monteer de demper met de bout, 2 moeren en klemringen (fig. 19). Na het schoonmaken van de uitlaat controleren of de pakking van de demper nog in bruikbare staat is.
1. Uitlaat
Figuur
1
19
m-203
Figuur
1. Drijfriemdeksel
3. Zet
de rijsnelheidshendel in neutraal en zo ver
20
mogelijk naar achteren.
4.
Draai de kabelklemschroef los (fig. 21).
5. T
rek de hefboom naar rechts, totdat deze strak tegen de aanslag op de tandwielkast aan zit (fig. 21).
6. T
rek de kabel door de kabelklem naar rechts, totdat er geen speling meer in de kabel zit (fig. 21).
2
4
m-224
3
1
m–4162
1. Kabelklemschroef
2. Hefboom
7. Draai
8.
Monteer het drijfriemdeksel.
17
Figuur
21
3. Aanslag
4. Kabel
de kabelklemschroef weer vast.
op tandwielkast
Afstellen van de kabel van de rijaandrijving
1. Het
deurtje in de maaikast sluiten en grasvangzak
verwijderen. AFSTELLEN (fig. 22) - Draai de afstelknop
2.
rechtsom als de rijaandrijving niet werkt. Beweegt de maaier vooruit zonder dat de rijaandrijving geactiveerd is, de afstelknop drijfriem te ontspannen.
!/2
slag linksom draaien om de
!/2
slag
Controleren/verwijderen/ slijpen
Maai
altijd met een scherp mes. Met een scherp mes bereikt u een goed maairesultaat zonder het gras af te scheuren, wat bij een bot mes kan gebeuren.
1.
Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen stilstaan. T
van het mes
rek de kabel van de bougie (Fig. 15).
VOORZICHTIG
Figuur
1. Afstelknop
3. AFSTELLING
langzaam naar achteren terwijl u de bedieningsstang geleidelijk aan naar de handgreep toe beweegt. De afstelling is correct als de achterwielen stoppen met draaien als de bedieningsstang zich op ca. 25 mm (1”) van de handgreep af bevindt (fig. 23).
25 mm
(1")
CONTROLEREN - T
22
rek de maaier
MOGELIJK GEV
Als de bougiekabel op de bougie zit, zou de
motor onbedoeld kunnen worden gestart.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Onbedoeld starten van de motor kan ernstig
letsel van bestuurder of omstanders
1
m-228
veroorzaken.
AARLIJKE SITUA
GEV
Alvor
2. T
3.
1
ens het mes te contr of te vervangen altijd eerst de kabel van de bougie af tr bougie vast te zetten, om contact met de bougie te voorkomen.
ap alle benzine af uit de brandstoftank, zie Aftappen
van benzine uit de brandstoftank, pagina 16. Zet de maaimachine op zijn rechterkant (fig. 24).
AAR
TIES V
ekken en die uit de buurt van de
OORKOMEN
oler
en, te verwijder
2
en
Figuur
23
m-513
4
1. Maaimes
2. Mesmoeren
18
Figuur
3
24
3. Mesversneller
4. Beschermkap
m-796
4. CONTROLEREN VAN HET MES - Controleer het
mes zor
gvuldig op scherpte en slijtage, met name op het raakvlak van vlakke en gebogen delen (fig. 25A). Het metaal dat deze delen verbindt kan door zand en schurend materiaal afslijten. Het mes moet daarom voor gebruik worden gecontroleerd. Als u gleuven of slijtage constateert (fig. 25B en C), dient het mes door een nieuw T
ORO-mes te worden vervangen. Zie
hiervoor stap 5.
5. VER
WIJDEREN V
AN HET MES - Pak het uiteinde van het mes vast met behulp van een oude lap of dikke gewatteerde handschoen. V
erwijder de mesmoeren, de
beschermkap, de versneller en het mes (fig. 24).
6.
SLIJPEN V
AN HET MES - Met behulp van een vijl de bovenkant van het mes slijpen, waarbij u de oorspronkelijke snijhoek in stand houdt (fig. 26). Als u aan beide snijranden evenveel materiaal verwijdert, blijft het mes in evenwicht.
1
1
A
2
B
3
C
4
Figuur
1. Wiek
2. Platte
N.B.:
deel van het mes
U bereikt het beste resultaat, wanneer u voor het
25
3. Slijtage
4.
Gevormde sleuf
begin van het maaiseizoen een nieuw mes plaatst. In de loop van het jaar kunt u dan kleine onregelmatigheden wegvijlen om de snijrand scherp te houden.
GEVAAR
MOGELIJK GEV
Een versleten of beschadigd mes kan br
in een dergelijk geval kan een stuk van het mes worden uitgeworpen naar bestuurder of omstanders.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Een uitgeworpen stukje mes kan bestuurder of omstanders ernstig verwonden of zelfs doden.
GEV
AARLIJKE SITUA
Contr
oleer het mes r
beschadigingen.
ervang een versleten of beschadigd mes.
V
AAR
TIES V
OORKOMEN
egelmatig op slijtage of
eken en
m-270
m-153
26
1. Slijp
1
BELANGRIJK:
alleen onder deze
hoek
Figuur
Contr
oleer de balans van het mes door
het op een mesbalans te leggen. In de ijzerwinkel kunt
1
evenwicht is, blijft het horizontaal liggen. Is het mes niet in balans, dan helt het over naar de zwaarder
u een goedkope balans kopen. W
anneer een mes in
e kant. In dit geval moet nog wat metaal van de snijkant aan die kant worden afgevijld.
7.
Monteer het scherpe, gebalanceerde mes, de versneller
, de beschermkap en de mesmoeren. De wiek van het mes moet naar de bovenkant van het maaierhuis wijzen. Draai de mesmoeren aan tot 20-37 Nm (15-27 ft-lb).
WAARSCHUWING
MOGELIJK GEV
Bij gebruik van de maaier zonder
mesversneller kan het mes verbuigen of br
WA
T ER KAN GEBEUREN
Een gebr ernstig verwonden of zelfs doden.
GEV
AARLIJKE SITUA
De maaier nooit zonder mesversneller
gebruiken.
AAR
eken.
oken mes kan gebruiker of omstanders
TIES V
OORKOMEN
19
Smeren
Afstellen
van de mesremkabel
De wielassen moeten telkens na 25 bedrijfsuren en aan het eind van het seizoen worden gesmeerd.
1.
Zet de maaihoogtehefbomen van de achterwielen in de middenstand. Smeernippels met een schone doek afvegen (fig. 27). Zet een vetspuit op de smeernippel en pomp voorzichtig 2 à 3 slagen nr universeelvet in de smeernippel. Door een teveel aan vet kunnen de afdichtingen beschadigd worden.
Figuur
1. Smeernippel
. 2 lithiumverzeept
1
m-232
27
Als
er een nieuwe mesremkabel geïnstalleerd is of de mesremriem vervangen is, moet de mesremkabel worden afgesteld.
Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen
1.
stilstaan. T
2.
Draai de kabelklemschroef los totdat de mantel van de
remkabel loskomt (fig. 29). T
speling weg te nemen, maar zet de veer niet onder
spanning. Draai de schroef aan om de afstelling vast te
zetten.
1. Veer
2. Kabelklemschroef
rek de kabel van de bougie (fig. 15).
rek aan de kabel om
2
1
Figuur
29
3. Kabelmantel
3
m-278
Smeren
Na
elke 100 bedrijfsuren de tandwielkast smeren met nr
lithiumverzeept universeelvet.
1.
Grasvangzak verwijderen.
2.
Zet een vetspuit op de smeernippel door de opening in het drijfriemdeksel (fig. 28). Pomp voorzichtig 1-2 slagen vet in de smeernippel.
1. Smeernippel 2. Drijfriemdeksel
3. Monteer
van de tandwielkast
2
de grasvangzak.
1
Figuur
28
m-224
. 2
WAARSCHUWING
MOGELIJK
De mesr
strak spannen kan de mesr remtr geen contact met de tr mes niet met draaien als de bedieningsstang wordt losgelaten.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Een draaiend mes kan ernstig letsel veroorzaken.
GEV
AARLIJKE SITUA
Contr
telkens wanneer u de r verzeker 3 seconden of sneller stopt.
Als het mes niet binnen 3 seconden of sneller stopt, br Tor
GEV
AAR
emkabel niet te strak zetten. Door te
em van de
ommel af worden getr
oleer het mechanisme van de mesr
en dat de r
engt u de maaier naar een erkende
o Service Dealer voor contr
em het mes binnen
okken. Als de r
ommel maakt, stopt het
TIES V
OORKOMEN
emkabel afstelt, om te
ole en r
em
em
eparatie.
20
Schoonmaken
van de maaier
Afvoertunnel
Controleer wanneer u de handgreep loslaat. Als de deur door vuil niet goed sluit, de binnenkant van de tunnel en deur grondig schoonmaken.
altijd of de afvoertunneldeur goed sluit
Wassen
1. Zet
de maaier op een vlakke onder
aangesloten tuinslang.
2.
Bevestig een snelkoppeling (los verkrijgbaar) aan het uiteinde van de tuinslang. Bevestig de snelkoppeling aan de wasaansluiting van de maaier en draai de waterkraan helemaal open (fig. 31).
grond bij een
WAARSCHUWING
MOGELIJK GEV
Maaisel en ander
geopende afvoertunnel worden uitgeworpen.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Uitgeworpen voorwerpen kunnen persoonlijk (fataal) letsel van de bestuurder of omstanders veroorzaken.
AARLIJKE SITUA
GEV
De maaier nooit starten of bedienen tenzij één
van de volgende punten waar is:
1.
De afvoertunnelafsluiter zit stevig in de
afvoertunnel.
De grasvangzak zit stevig op zijn plaats.
2.
3.
De optionele zijafvoer zit stevig op zijn
plaats.
De afvoertunneldeur zit stevig op zijn
4. plaats.
Onderkant van de maaikast
Houd
de onderkant van de maaikast schoon. Houd vooral
de stootplaten schoon (fig. 30).
AAR
e voorwerpen kunnen uit de
TIES V
OORKOMEN
1
Figuur
1. Wasaansluiting
2. Snelkoppeling
3. Start
4.
5.
6.
7.
8.
9.
de motor Schakel het maaimes in. Laat de maaier twee minuten lopen. Schakel het maaimes uit. Zet de motor af. Draai de waterkraan dicht en verwijder de
snelkoppeling van de wasaansluiting. Start de maaier opnieuw en laat hem één minuut
draaien om het vocht uit de maaier te verwijderen.
.
31
3. Tuinslang
3
2
m-2858
1. Stootplaten
Figuur
30
m-796
21
10.
Als er aan de onderkant van de maaikast veel gras is aangekoekt, de tuinslang opnieuw op de wasaansluiting aansluiten, de waterkraan helemaal open draaien en de maaier twee minuten laten lopen. Zet daarna de motor af en draai de kraan dicht. Laat de maaier 30 minuten inweken. Draai de waterkraan opnieuw helemaal open en laat de maaier nog eens twee minuten lopen.
WAARSCHUWING
MOGELIJK GEV
Door een gebr
wasaansluiting kunnen de gebruiker of omstanders aan uitgeworpen voorwerpen of contact met het maaimes worden blootgesteld.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Contact met uitgeworpen voorwerpen of het maaimes kan (fataal) letsel ver
GEV
AARLIJKE SITUA
ervang een gebr
V
wasaansluiting dir opnieuw gebruikt.
Maak eventuele gaten in de maaier dicht met bouten en moer Nooit handen of voeten onder de maaier of door
openingen in de maaier steken.
Schrapen
Als niet al het vuil d.m.v de maaier en schraapt u het resterende vuil weg.
AAR
oken of ontbr
oken of ontbr
ect en voordat u de maaier
en.
. wassen is verwijderd, kantelt u
ekende
TIES V
oorzaken.
OORKOMEN
ekende
WAARSCHUWING
MOGELIJK GEV
Benzine is licht ontvlambaar
kan onder bepaalde omstandigheden persoonlijk letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Bij kantelen van de maaier kan lekkage van brandstof uit carburateur of tank optr
GEV
AARLIJKE SITUA
oorkom lekkage van brandstof door de maaier
V
te laten lopen totdat alle benzine verbruikt is of verwijder de benzine met een handpomp uit de tank, niet met een hevel.
1. T
rek de kabel van de bougie.
2. T
ap alle benzine af uit de brandstoftank, zie Aftappen
van benzine uit de brandstoftank, pagina 16.
3.
Zet de maaimachine op zijn rechterkant (fig. 24).
4. V
erwijder vuil en maaisel met een houten schraper ermijd naden en scherpe kanten.
V
AAR
, zeer explosief en
TIES V
OORKOMEN
eden.
Drijfriemdeksel
Houd het deel onder het drijfriemdeksel schoon.
1. V
erwijder de bouten waarmee het drijfriemdeksel
(fig. 28) aan de maaikast is bevestigd.
2. T
il het deksel eraf en verwijder alle verontreinigingen
rondom de drijfriem.
3.
Monteer het deksel weer over de drijfriem.
Schoonmaken
van de kap van
de mesremkoppeling
De
kap van de mesremkoppeling moet regelmatig tijdens het maaiseizoen en aan het eind van elk maaiseizoen worden schoongemaakt om goede prestaties te verzekeren en achteruitgang van onderdelen te voorkomen. De kap kan het best worden schoongemaakt als het mes wordt geslepen, omdat het mes moet worden verwijderd om de kap van de mesremkoppeling te verwijderen.
1.
Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen stilstaan. T
2. T
ap alle benzine af uit de brandstoftank, zie Aftappen
van benzine uit de brandstoftank, pagina 16.
3.
Zet de maaimachine op zijn rechterkant.
MOGELIJK GEV
Benzine is licht ontvlambaar
kan onder bepaalde omstandigheden persoonlijk letsel of schade aan eigendommen veroorzaken.
WA
T ER KAN GEBEUREN
Bij kantelen van de maaier kan lekkage van brandstof uit carburateur of tank optr
GEV
oorkom lekkage van brandstof door de maaier
V
te laten lopen totdat alle benzine verbruikt is of verwijder de benzine met een handpomp uit de tank, niet met een hevel.
4. V
erwijder 2 mesmoeren, beschermkap, versneller en
maaimes (fig. 24).
.
rek de kabel van de bougie (fig. 15).
WAARSCHUWING
AAR
AARLIJKE SITUA
TIES V
, zeer explosief en
eden.
OORKOMEN
5.
Zet de maaier weer rechtop.
6. V
ul de brandstoftank.
7.
Druk de bougiekabel weer op de bougie.
22
5.
Maak de lippen waarmee de kap aan de maaikast bevestigd is los door de moeren of bouten van de lippen los te draaien (fig. 32). Draai de lippen 180 om ze uit de weg te bewegen.
Onderhoud
_
(fig. 33)
van de wielen
1
1. Lippen
2.
en moeren
Lip en bout
6. Verwijder
Figuur
de kap van de mesremkoppeling en veeg of
32
3. Kap
van mesremkoppeling
blaas alle vuil onder de kap en rond de mesremkoppeling weg.
7.
Monteer de kap op de mesremkoppeling. Draai de lippen 180_ terug in positie. Draai de moeren of bouten van de lippen aan om de kap aan de maaikast te bevestigen.
Monteer maaimes, versneller
8.
, beschermkap en
2 mesmoeren.
9.
Zet de maaier weer rechtop.
10.
Druk de kabel op de bougie.
3
m-796
12 3
4
5
2
9
8
67 75
1. Moeren
2. Wiel-vulplaat
3. Lager/naaf
4. Lagerbus
5. Wielhelft
Figuur
33
6. Plastic achterwielen)
7. Lip
8.
Lager (2)
9. Bout
kap (alleen
m-209
Verwijderen
1. Zet
de motor af en wacht tot alle bewegende delen
stilstaan. T
2. V
erwijder de bout, wiel-vulplaat en moer waarmee het
wiel op de as bevestigd is.
3. V
erwijder de wielhelften van de band door de 4 bouten
en moeren te verwijderen.
rek de kabel van de bougie (fig. 15).
N.B.:
Als de lagers uit de naaf moeten worden verwijderd,
doet u dat door tegen de lagerbus te drukken.
Montage
1.
Plaats de band op (1) wielhelft, met de lippen tegenover elkaar
Plaats het lager/naafdeel in het middengat van de
2.
wielhelft. Zor over de flens van het gat heen plaatst.
3.
Plaats de andere wielhelft op het lager/naafdeel, waarbij u de lippen en bevestigingsgaten van wiel en band gelijk houdt.
.
g ervoor dat u de uitsteeksels van de naaf
23
4.
Met behulp van twee 6 mm x 38 mm (1/4-20 x 1,50”) lange voldraadbouten of bouten en moeren de wielhelften losjes aan elkaar bevestigen. Schroeven of bouten in tegenover elkaar liggende gaten monteren.
5.
Controleer of alle delen goed recht tegenover elkaar zitten. Draai de bouten ombeurten en kruiselings aan, totdat de wielhelften tegen elkaar aan getrokken zijn.
6.
Monteer 2 bouten en moeren, die u eerder verwijderd hebt, in de resterende gaten in de wielhelften en draai ze vast. V vervang deze door 2 bouten en moeren.
7.
Monteer het wiel op de as met de bouten, vulplaat en moer
erwijder de 2 lange schroeven en bouten en
. Plaats de vulplaat tussen de wielnaaf en de as.
Brandstoffilter
Brandstoffilter vervangen
Vervang jaar aangehouden. De beste tijd om het brandstof vervangen (fig. 34) is wanneer de tank leeg is. Nooit een vuil filter opnieuw installeren nadat het van de brandstofslang verwijderd is.
1.
1. Slangklem
2. Brandstofslang
het brandstof
, waarbij de kortste periode moet worden
Druk de uiteinden van de slangklemmen naar elkaar toe en schuif ze weg van het filter (fig. 34).
2
3
filter na elke 100 bedrijfsuren of elk
1
Figuur
34
3. Filter
filter te
m-2943
Maaier
voorbereiden voor
stalling
1. Vóór
2. V
3.
4.
langdurige opslag ofwel benzine uit tank aftappen, of alvorens te stallen een brandstofadditief gebruiken. V Aftappen van benzine uit de brandstoftank, pagina 16. Nadat benzine afgetapt is, motor starten en stationair laten draaien tot alle benzine verbruikt is en motor stopt. Startprocedure nog tweemaal herhalen om te verzekeren dat alle benzine uit de motor verwijderd is. Als benzine niet afgetapt wordt, vormt zich een gomachtige vernisaanslag, waardoor motor slecht gaat lopen en mogelijk problemen met starten krijgt.
Brandstof mag alleen in de tank blijven als een additief, zoals T brandstof is toegevoegd en door de motor verspreid is vóór stalling. T stabilisator op basis van aardoliedestillaat. T adviseert geen stabilisators op alcoholbasis, zoals ethanol, methanol of isopropyl te gebruiken. Gebruik het additief in de op de verpakking geadviseerde hoeveelheid.
Onder normale omstandigheden behouden brandstofadditieven gedurende 6-8 maanden hun werking.
erwijder de bougie en giet 30 ml (2 eetlepels) SAE 30-olie in het gaatje in de cilinder het startkoord zodat de olie zich in de cilinder verspreidt. Breng de bougie weer aan en draai hem vast tot 13,6 Nm (10 ft-lb). PLAA BOUGIEKABEL NIET OP DE BOUGIE.
Maak de maaikast schoon: zie hiervoor Schoonmaken van de maaier
Controleer de toestand van het mes: zie hiervoor Controleren/verwijderen/slijpen van het mes, pagina 18.
oor het aftappen van de benzine, zie
oro Stabilizer/Conditioner
oro Stabilizer/Conditioner is een
. T
TS DE
, pagina 21.
, aan de
oro
rek langzaam aan
2. Trek
3.
het filter uit de brandstofslangen.
Monteer een nieuw filter en schuif de slangklemmen terug tot dicht bij het filter
De pijl voor de stroomrichting moet naar de
N.B.:
carburateur wijzen.
.
24
5.
Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan.
6. V
erwijder maaisel en vuil van de uitwendige delen van de motor van de maaikast.
7.
Maak de kap van de mesremkoppeling schoon, zie Schoonmaken van de kap van de mesremkoppeling, pagina 22.
, cilinder
, koelribben, dekplaat en bovenzijde
8.
Maak het luchtfilter schoon: zie hiervoor Onderhoud van het luchtfilter
9.
Smeer de assen, zie Smeren, pagina 20.
10.W
erk alle geroeste of afgeschilferde geverfde oppervlakken bij. Bij de erkende T kunt u hiervoor T
11.
Zet de maaier op een schone, droge plaats buiten bereik van kinderen. Dek hem af zodat hij schoon blijft en beschermd wordt.
, pagina 15.
ORO Service dealer
oro Re-Kote verf kopen.
Toebehoren
V
oor bijzondere omstandigheden kunt u de volgende accessoires bij uw erkende T aanschaffen.
ORO Service dealer
Zijafvoerset, model nr
1.
installeren. Aan de achterzijde bevestigd in plaats van grasvangzak of tunnelafsluiter tijdens het maaien naar beide zijden (fig. 35).
1. Zijafvoerset
2. Vonkenvanger
wettelijke voorschriften een vonkenvanger verplicht is, is die verkrijgbaar via de T scherm na elke 75 bedrijfsuren schoonmaken.
(ond.nr. 81-0200)
. 59113 - in enkele seconden te
. V
erspreidt maaisel
Figuur
35
- als vanwege
ORO Service Dealer
2047
. Het
25
Loading...