FormNo. 3428-202RevB
Reelmaster
®
7000-D
tractie-eenheid met
vierwielaandrijving
Modelnr.:03780—Serienr.:403350001enhoger
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3428-202*
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen.Zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Alsdemachinezondergoedwerkendevonkenvanger
ofgoedonderhoudenbrandveiligemotorwordt
gebruiktineenbosgebiedofopeenmetdicht
struikgewasofgrasbegroeidterrein,handeltde
bestuurderinstrijdmetdebepalingenvansectie4442
of4443vandeWetopdeOpenbareHulpbronnen
(PublicResourcesCode)vandeStaatCalifornië.
DebijgevoegdeGebruikershandleidingvandemotor
biedtinformatieoverhetAmerikaanseEnvironmental
ProtectionAgency(EP A)enhetCalifornische
controlesysteemvooremissies,onderhouden
garantie.Ukuntvervangingsonderdelenbestellenvia
defabrikantvandemotor.
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandedieselmotor
vanditproductbevattenbestanddelen
waarvanbekendisdatzekanker,
geboorteafwijkingenofandereschadeaan
devoortplantingsorganenkunnen
veroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenlooden
loodverbindingen.Vandezestoffen
isbekenddatzekankerenschadeaan
devoortplantingsorganenveroorzaken.
Wasaltijduwhandennadatumetdeze
onderdeleninaanrakingbentgeweest.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatze
kanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken
enonderhoudenenomschadeaandemachineen
letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet
juisteenveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.Toro.comvoormeerinformatie,inclusief
veiligheidstips,instructiemateriaal,informatieover
accessoires,hulpbijhetvindenvaneendealerofom
uwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.Het
plaatjemethetmodelnummerenhetserienummer
vanhetproductbevindtzichrechtsvoorophetframe.
DelocatievanhetplaatjeisaangegevenopFiguur1.
Ukuntdenummersnotereninderuimtehieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer
(indienaanwezig)scannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie.
g233760
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Inleiding
Dezemachineiseenzitmaaiermetmessenkooi
bedoeldvoorgebruikdoorprofessionelebestuurders
incommerciëletoepassingen.Demachineis
voornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangrasop
goedonderhoudengazons.Ditproductgebruiken
vooranderedoeleindendanhetbedoeldegebruikkan
gevaarlijkzijnvooruofvooromstanders.
©2021—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Dezehandleidingwijstuopmogelijkegevaren
enbevatveiligheidswaarschuwingendieukunt
herkennenaanhetwaarschuwingspictogram(Figuur
2),datwijstopeengevaardaternstigletselofdedood
kanveroorzakenindienunalaatdevoorgeschreven
maatregelentetreffen.
Figuur2
Waarschuwingspictogram
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
g000502
GedruktindeVS
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijk attendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid..........................................4
Veiligheids-eninstructiestickers........................5
Montage...................................................................11
1Desteunrolleninstellen..................................12
2Devergrendelbeugelvandemotorkap
monterenomtevoldoenaande
CE-eisten......................................................12
3Demaai-eenhedenmonteren........................13
4Degazoncompensatieveerafstellen..............17
5Dekickstandaardvanhetmaaidek
gebruiken......................................................18
6Demachinesmeren.......................................18
7Vloeistofniveauscontroleren..........................19
8Meetstaafgebruiken......................................19
9DeCE-stickersaanbrengen...........................19
Algemeenoverzichtvandemachine.......................20
Bedieningsorganen..........................................20
Specicaties....................................................27
Specicatiestractie-eenheid.............................27
Werktuigen/accessoires...................................27
Voorgebruik........................................................28
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................28
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................28
Brandstoftankvullen.........................................28
Tijdensgebruik....................................................29
Veiligheidtijdenshetwerk.................................29
Startenvandemotor........................................31
Demotorafzetten.............................................31
Toerentalschakelaar.........................................31
Grasmaaienmetdemachine...........................32
Regeneratievanhetdieselpartikellter.............32
Tegendrukvandehefarmafstellen...................44
Dedraaistandvandehefarminstellen..............45
Derolbeugelinklappen.....................................45
Deinterlockschakelaarscontroleren.................46
Tipsvoorbedieningengebruik.........................47
Nagebruik...........................................................47
Veiligheidnahetwerk.......................................47
Demachinetransporteren................................48
Debevestigingspuntenzoeken.........................48
Dekrikpuntenbepalen......................................48
Demachineduwenofslepen...........................48
Onderhoud..............................................................51
Veiligheidbijonderhoud....................................51
Aanbevolenonderhoudsschema.........................51
Controlelijstvoordagelijksonderhoud..............53
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........54
Demotorkapverwijderen..................................54
Smering...............................................................55
Lagersenlagerbussensmeren.........................55
Onderhoudmotor................................................57
Veiligheidvandemotor.....................................57
Onderhoudvanhetluchtlter............................57
Motorolieverversen..........................................58
Onderhoudvandedieseloxidatiekatalysator
(DOC)enroetlter.........................................59
Onderhoudbrandstofsysteem.............................60
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank............60
Brandstoeidingenenaansluitingen
controleren....................................................60
Onderhoudvandewaterafscheider
......................................................................61
Onderhoudvanhetbrandstoflter.....................61
Hetbrandstonlaatroosterreinigen...................61
Onderhoudelektrischsysteem............................62
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................62
Deaccuopladenenaansluiten.........................62
Onderhoudvandeaccu....................................63
Zekeringencontroleren.....................................63
Onderhoudaandrijfsysteem................................64
Debandenspanningcontroleren.......................64
Torsievanwielmoerencontroleren...................64
Controleerdeplaneetaandrijvingenop
eindspeling....................................................64
Hetsmeermiddelvandeplaneetwielaandrij-
vingcontroleren............................................65
Oliepeilvandeplaneetwielaandrijving
verversen......................................................66
Hetoliepeilvandeachterascontroleren............67
Vervangenvandeolievandeachteras.............67
Controlerenvanhetsmeermiddelinde
tandwielkastvandeachteras........................68
Detractieaandrijvingafstellenvoorde
neutraalstand................................................68
Toespoorachterwielencontroleren...................69
Onderhoudkoelsysteem.....................................70
Veiligheidvanhetkoelsysteem.........................70
Hetkoelsysteemcontroleren............................70
Hetkoelsysteemvandemotor
onderhouden.................................................70
Onderhoudenremmen........................................72
Deserviceremmenafstellen.............................72
Onderhoudriemen..............................................72
Onderhoudvanderiemvande
wisselstroomdynamo....................................72
Onderhoudhydraulischsysteem.........................73
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........73
Hydraulischeslangenenleidingen
controleren....................................................73
Controleerhetpeilvandehydraulische
vloeistof.........................................................73
Specicatieshydraulischevloeistof..................73
Inhoudvanhydraulischsysteem.......................74
Hydraulischevloeistofverversen......................74
Hydraulischeltersvervangen..........................75
3
Onderhoudvandemaai-eenheid.........................76
Veiligheidvandemessen.................................76
Maai-eenhedenwetten.....................................76
Reiniging.............................................................77
Demachinewassen.........................................77
Stalling....................................................................78
Veiligheidtijdensopslag...................................78
Detractie-eenheidgebruiksklaarmaken...........78
Demotorgebruiksklaarmaken.........................78
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
deEN-normISO5395(alsudeinstellingsprocedures
voltooit)enB71.4-2017vanhetANSI(American
NationalStandardsInstitute).
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijdenen
voorwerpenuitwerpen.
•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kunnenerletselsontstaanofkaneigendom
wordenbeschadigd.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
•Gebruikdemachinenietalserschermenof
anderebeveiligingsmiddelenontbrekenofals
dezenietnaarbehorenwerken.
•Houomstandersenkinderenuitdebuurtvan
hetwerkgebied.Laatkinderennooitdemachine
bedienen.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
(indienaanwezig)enwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatu
debestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine
kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop
letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymbool
Voorzichtig,WaarschuwingofGevaar–instructie
voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeze
instructieskanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
teletten,datbetekent
4
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen
stickers.
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Risicovanexplosie 6.Houdomstandersuitde
2.Nietroken.Geenopen
vuurofvonken
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde
Gebruikershandleiding .
buurtvandeaccu.
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
10.Bevatlood;niet
weggooien
decalbatterysymbols
decal100-6574
100-6574
1.Gevaar,heetoppervlak–
Houdomstandersuitde
buurt.
2.Handenkunnenworden
afgesneden,rotor;risico
omgegrepenteworden,
riem–Blijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
decal106-6754
106-6754
1.Hydraulischevloeistof
1.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
2.Ledematenkunnenwordengesneden/geamputeerddoor
deventilatorofwordengegrependoorderiem–Blijfuitde
buurtvanbewegendeonderdelen.
decal93-6680
93-6680
decal93-6686
93-6686
2.Leesde
Gebruikershandleiding .
decal98-4387
1.Motorkoelvloeistofonder
druk.
2.Risicovanexplosie–Lees
deGebruikershandleiding.
106-6755
3.Waarschuwing–Raakhet
heteoppervlaknietaan.
4.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding .
decal106-6755
98-4387
5
110-9642
1.Opgeslagenenergie–LeesdeGebruikershandleiding.
2.Beweegdeborgpennaardeopeningdiehetdichtstbijde
stangbeugelis,enverwijderdaarnadehefarmenhetjuk
vanhetdraaipunt.
117-4763
decal110-9642
decal120-1670
120-1670
1.Snelheidtractie-eenheid 3.Snel
2.Langzaam
decal117-4763
1.Omdeparkeerreminte
schakelen,moetude
rempedalenvastzetten
metdevergrendelpen,de
rempedalenintrappenen
hetpedaalinschakelen.
117-4765
1.LeesdeGebruikershandleiding.
2.Geenstarthulpmiddelengebruiken.
117-4766
2.Omdeparkeerremuit
teschakelen,moetude
vergrendelpenlosmaken
endepedalenloslaten.
decal117-4765
decal117-4766
1.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding .
2.Erisgeen
omkantelbeveiligingals
derolbeugelomlaagis
geklapt.
3.Erisomkantelbeveiliging
alsderolbeugelomhoog
isgeklapt.
decal120-8947
120-8947
4.Alsderolbeugelomhoog
isgeklapt,draagdande
veiligheidsgordel.
5.Alsderolbeugelomlaagis
geklapt,draagdangeen
veiligheidsgordel.
6.Rijtraaginbochten.
1.Gevaaropsnijwondenofverminking;rotorblad–Hou
afstandtotbewegendedelen,laatallebeveiligingenophun
plaats.
6
121-3884
1.Motor–Afzetten 3.Motor–Starten
2.Motor–V oorgloeien
121-3887
1.LeesdeGebruikershandleiding.
decal121-3884
decal121-3887
121-5644
1.Lichtschakelaar 6.Langzaam
2.Inschakelen
3.Aftakas 8.Omhoog
4.Uitschakelen 9.Leesde
5.Snel
7.Omlaag
Gebruikershandleiding .
decal121-5644
7
125-4605
1.Powerseat 6.Elektrisch
2.Werklamp
3.Motor 8.Elektrisch
4.Aansteker
5.InfoCenter 10.Cabine
133-8062
decal125-4605
7.Controller
9.Controller
decal138-6983
138-6983
1.LeesdeGebruikershandleiding.
decal133-8062
8
decal120-1683
120-1683
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding;alle
bestuurdersmoeteninstructiehebbenontvangenvoordatzij
demachinebedienen.
2.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoordatude
machinegaatslepen.
3.Machinekankantelen–Neembochtenmetlagesnelheid,
maakgeenscherpebochtenbijhogesnelheid,laatde
maai-eenhedenneeralsueenhellingafrijdt,gebruikeen
rolbeugelendoedeveiligheidsgordelom.
4.Waarschuwing–Parkeernietopeenhelling;stelde
parkeerreminwerking,laatdemaai-eenhedenneer,zetde
motorafenverwijderhetsleuteltjevoordatudemachine
verlaat.
5.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstandersop
eenafstand.
6.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfuitdebuurtvan
vanbewegendedelen;houdallebeschermendedelenop
hunplaats.
9
138-1186
Opmerking:Dezemachinevoldoetaandetestsdiedestatischebreedte-enlengtestabiliteitmetenendiestandaardzijninde
sector.Demaximaleaanbevolenhellingshoekwordtvermeldopdesticker.Raadpleegdeinstructiesvoorgebruikvandemachineop
hellingenindeGebruikershandleidingendeomstandighedenwaarinudemachinezougebruikenomnategaanofudemachineop
eenbepaaldedagenophetterreininkwestiekuntgebruiken.Veranderingeninhetterreinkunnentotgevolghebbendatdemachine
andersreageertophellingen.Laatdemaai-eenhedenindienmogelijkneeropdegrondwanneerudemachineopeenhellinggebruikt.
Alsudemaai-eenhedenomhoogbrengtophellingen,kandemachineonstabielworden.
decal138-1186
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding;alle
bestuurdersmoeteninstructiehebbenontvangenvoordatzij
demachinebedienen.
2.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoordatude
machinegaatslepen.
3.Machinekankantelen–Maakgeenscherpebochtenbijhoge
snelheid;gebruikdemachinenietophellingenvanmeerdan
16°;laatdemaai-eenhedenneeralsueenhellingafrijdt,
gebruikeenrolbeugelendoedeveiligheidsgordelom.
4.Waarschuwing–Parkeernietopeenhelling;stelde
parkeerreminwerking,laatdemaai-eenhedenneer,zetde
motorafenverwijderhetsleuteltjevoordatudemachine
verlaat.
5.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstandersop
eenafstand.
6.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfuitdebuurtvan
vanbewegendedelen;houdallebeschermendedelenop
hunplaats.
10
Montage
Losseonderdelen
Gebruikonderstaandelijstomtecontrolerenofalleonderdelenzijngeleverd.
Procedure
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Geenonderdelenvereist
Vergrendelbeugelvandemotorkap 1
Popnagel 2
Schroef(¼"x2")
Plattering(¼")
Borgmoer(¼")
Slanggeleidervoorzijde(rechts)
Slanggeleidervoorzijde(links)
Geenonderdelenvereist
Kickstandaardvanmaaidek 1
Geenonderdelenvereist
Geenonderdelenvereist
Meetstaaf
Waarschuwingssticker 1
CE-sticker
Stickerproductiejaar
Omschrijving
Hoeveel-
heid
–
1
2
1
1
1
–
–
–
1
1
1
Desteunrolleninstellen.
Devergrendelbeugelvandemotorkap
monterenomtevoldoenaande
CE-eisten.
Demaai-eenhedenmonteren.
Degazoncompensatieveerafstellen.
Dekickstandaardvanhetmaaidek
gebruiken.
Demachinesmeren.
Hetpeilvanhetsmeermiddelvande
achteras,dehydraulischevloeistofen
demotoroliecontroleren.
Demeetstaafgebruikenomhetmaaidek
aftestellen.
DeCE-stickersaanbrengen.
Gebruik
Instructiemateriaalenaanvullendeonderdelen
Omschrijving
Gebruikershandleiding
Gebruikershandleidingvandemotor
Conformiteitsverklaring
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Hoeveel-
heid
1 Leesdehandleidingvoordatudemachinegebruikt.
1
1
Leesdehandleidingvoordatdemotoringebruikwordt
genomen.
DitdocumentgarandeertconformiteitmetdeCE-eisten.
11
Gebruik
1
2
Desteunrolleninstellen
Geenonderdelenvereist
Procedure
Afhankelijkvandebreedtevandemaai-eenheden
dieuopdetractie-eenheidwiltmonteren,dientude
steunrollenalsvolgtaftestellen:
Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking,schakeldemotoruit
enverwijderhetsleuteltje.
•Alsumaaidekkenvan69cmgebruikt,moetu
derollenindebovenstebevestigingsgatenvan
dekanalenvandesteunconstructieaanbrengen
(Figuur3).
•Alsumaaidekkenvan81cmgebruikt,moetu
derollenindeonderstebevestigingsgatenvan
dekanalenvandesteunconstructieaanbrengen
(Figuur3).
Devergrendelbeugelvan
demotorkapmonterenom
tevoldoenaandeCE-eisten
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1 Vergrendelbeugelvandemotorkap
2 Popnagel
1
Schroef(¼"x2")
2
Plattering(¼")
1
Borgmoer(¼")
Procedure
1. Haakdemotorkapvergrendelinglosvande
beugelvandemotorkapvergrendeling(Figuur
4).
1.Kanaalvan
steunconstructie
2.Gebruikditgatvoor
maaidekkenvan69cm.
Figuur3
3.Gebruikditgatvoor
maaidekkenvan81cm.
g019541
1.Motorkapvergrendeling
2. Verwijderde2popnagelswaarmeede
motorkapvergrendelingaandemotorkapis
bevestigd(Figuur5).
12
Figuur4
g200373
Figuur5
g012630
Figuur7
g012628
1.Motorkapvergrendeling
1.Beugelvan
motorkapvergrendeling
3. Verwijderdebeugelvandemotorkapvergren-
delingvandemotorkap.
4. PlaatsdebeugelvandeCE-vergrendelingen
debeugelvandemotorkapvergrendelingopde
motorkapenlijndemontageopeningenuit.
2.Popnagels
Opmerking:Debeugelvandevergrendeling
moetzichtegendemotorkapaanbevinden
(Figuur5).
Verwijderdeboutenmoernietvandearmvan
devergrendelbeugel.
8. Schroefdeboutindeanderearmvande
vergrendelbeugelomdesluitingtevergrendelen
(Figuur8).
g012631
Figuur8
1.Bout 3.Armvande
vergrendelbeugel
2.Moer
9. Deboutstevigaandraaien,maardemoerniet.
Figuur6
1.Beugelvan
CE-vergrendeling
5. Lijnderingenuitmetdeopeningenaande
binnenzijdevandemotorkap.
6. Bevestigdebeugelsenderingenmetde
popnagelsaandemotorkap(Figuur6).
7. Haakdesluitingopdevergrendelbeugelvande
motorkap(Figuur7).
2.Boutenmoer
3
g012629
Demaai-eenheden
monteren
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1
Slanggeleidervoorzijde(rechts)
1
Slanggeleidervoorzijde(links)
Procedure
1. Haaldemotorenvandemessenkooienuitde
transportbeugels.
2. Verwijderdeverzendbeugelsenwerpdezeweg.
13
3. Haaldemaaidekkenuitdedozen.
4. Umoetdemaaidekkenmonterenen
afstellenvolgensdeinstructiesinde
Gebruikershandleiding .
B. Verwijderdeensmoerwaarmeedebout
vandeveerbuisbevestigdisaanhetlipje
vanhetdraagframe(Figuur10).
C. Verwijderhetgeheel.
5. Zorgervoordathetcontragewicht(Figuur
9)wordtgemonteerdaanhetjuisteuiteinde
vanhetmaaidekvolgensdeinstructiesinde
Gebruikershandleidingvanhetmaaidek.
Figuur9
1.Contragewicht
D. Monteerdeboutvandeveerbuisophet
tegenoverliggendelipjevanhetdraagframe,
enbevestigmetdeensmoer.
Opmerking:Plaatsdekopvandebout
aandebuitenkantvandelip,zoalswordt
getoondinFiguur11.
g003967
Figuur11
1.Anderelipopdraagframe 2.Stangbeugel
E. Monteerdestangbeugelaandelippen
ophetmaaidekmetdeslotboutenende
g003320
moeren(Figuur1 1).Opmaaideknummer
moetudelinkerslanggeleideraande
voorzijdevandelippenophetmaaidek
bevestigenbijhetterugplaatsenvande
stangbeugel(Figuur13).
6. Allemaaidekkenwordengeleverdmet
degazoncompensatieveergemonteerd
opderechterkantvanhetmaaidek.De
gazoncompensatieveermoetworden
gemonteerdaandezelfdekantvanhetmaaidek
alsdeaandrijfmotorvandemessenkooi.Ustelt
destandvandegazoncompensatieveerals
volgtaf:
A. Verwijderde2slotboutenenmoeren
waarmeedestangbeugelaandelipjesvan
hetmaaidekisbevestigd(Figuur10).
Figuur10
1.Gazoncompensatieveer
2.Stangbeugel
3.Veerbuis
Belangrijk:Opmaaidek4(linksvoor)
enmaaidek5(rechtsvoor),gebruikt
udemoerenvandestang-beugelom
deslanggeleidersaandevoorkantvan
delipjesvanhetmaaidektemonteren.
Deslanggeleidersmoetennaarhet
middelstemaaidekzijngericht(Figuur
12totFiguur14).
g031275
Figuur12
g003949
1.Maai-eenheid1 5.Maai-eenheid5
2.Maai-eenheid2 6.Messenkooimotor
3.Maai-eenheid3
4.Maai-eenheid4
7.Gewicht
14
Figuur13
g015160
1.Slanggeleider(linkerversie
afgebeeld)
2.Stangbeugel
1.Slanggeleiders(dezemoetennaarhetmiddelstemaaidekzijngericht)
3.Moeren
Opmerking:Alsudemaaidekken
monteertofverwijdert,dientuervoorte
zorgendatdeR-penisgemonteerdinhet
gatvandeveerstang,naastdestangbeugel.
AndersmoetdeR-penwordengeplaatstin
deopeninginhetuiteindevandestang.
g019602
Figuur14
7. Vergrootdestuuruitslagvandeachterste
maaidekkendoorde2afstandsstukken,
inbusbouten,enensborgmoeren(Figuur15)
teverwijderenvandedraagframesvande
achterstemaaidekken(maaidekken2en3);zie
Figuur12.
15
Figuur15
10. Alsueenvoormaaidekmonteert,moetuhet
maaidekonderdehefarmschuiven,terwijlu
deasvanhetdraagframeinhetjukvanhet
draaipuntvandehefarmsteekt(Figuur16).
Zorgervoordatdedrukringzichopzijnplaats
opdeasvanhetdraagframebevindt.
11. Zetdeasvanhetdraagframevastaanhetjuk
vandehefarmmetdeborgpen(Figuur16).
12. Omdestuuruitslagvandemaai-eenhedente
borgen,bevestigtuhetjukvanhetdraaipunt
metdeborgpenaanhetdraagframe(Figuur17).
g033150
1.Inbusbout
2.Afstandsstuk
3.Draagframe
4.Flensborgmoer
8. Laatallehefarmenhelemaalneer.
9. Brengeenlaagschoonsmeermiddelaanopde
asvanhetdraagframe(Figuur16).
g015977
Figuur17
1.Borgpen
Opmerking:Bijhetmaaienopschuine
oppervlakkenwordteenvaststuurbereik
aanbevolen.
13. Gaalsvolgttewerkbijdemontagevande
achtermaaidekkenalsdemaaihoogtehogerdan
19mmis.
A. Verwijderdelynchpenenderingwaarmee
deasvanhetdraaipuntvandehefarmis
bevestigdaandehefarm,enschuifdeas
uitdehefarm(Figuur18).
1.Jukvandraaipuntvan
hefarm
2.Hefarm
3.Borgpen
Figuur16
g003979
Figuur18
g015976
4.Asvandraagframe
5.Drukring
1.Lynchpenenonderlegringvandeasvanhetdraaipuntvan
dehefarm
B. Plaatshetjukvandehefarmopdeasvan
hetdraagframe(Figuur16).
16
C. Steekdeasvandehefarmindehefarmen
zetdezevastmetderingendelynchpen
(Figuur18).
14. Bevestigdekettingvandehefarmaande
kettingbeugelmetdeborgpen(Figuur19).
Opmerking:Gebruikhetaantal
kettingschakelsvolgensdeinstructiesin
deGebruikershandleidingvanhetmaaidek.
18. Draaidemotorlinksomtotdeenzendebouten
omsluitenendraaidandeboutenvast.
Belangrijk:Controleerofdeslangen
vandemotorvandemessenkooinietzijn
verdraaid,gekniktofhetrisicolopente
wordenafgekneld.
4
Degazoncompensatieveer
afstellen
Geenonderdelenvereist
Figuur19
1.Kettingvanhefarm
2.Kettingbeugel
15. Smeerschoonvetopdesleufasvandemotor
vandemessenkooi.
16. SmeerolieopdeO-ringvandemotorvande
messenkooienplaatsdezeopdeensvande
motor.
17. Plaatsdemotordoordezerechtsomtedraaien
zodatdeenzenvanmotorloskomenvande
bouten(Figuur20).
3.Borgpen
g003948
Procedure
Degazoncompensatieveer(Figuur21)zorgtervoor
dathetgewichtvandevoorstenaardeachtersterol
wordtverplaatst.Ditvoorkomtdatereengolfpatroon
indegrasmatontstaat,ookwelbekendals'bobbing'.
Belangrijk:Steldeveerafalsdemaai-eenheid
isgemonteerdaandetractie-eenheid,rechtnaar
vorenwijstenisneergelatenopdevloervande
werkplaats.
1. Monteerdeborgpenindeachtersteopeningin
deveerstang(Figuur21).
Opmerking:Bijonderhoudvanhetmaaidek
beweegtudeborgpennaardeopeningvande
veerstangnaastdegazoncompensatieveer.
1.Aandrijfmotorvan
messenkooi
Figuur20
g003863
Figuur21
g004127
2.Montagebouten
1.Gazoncompensatieveer
2.R-pen 4.Zeskantigemoeren
2. Draaidezeskantigemoerenophetvoorste
uiteindevandeveerstangvasttotdatdelengte
17
3.Veerstang
vandesamengedrukteveer15,9cmbedraagt;
zie(Figuur21).
Opmerking:Alsuwerktoponeffenterrein,
moetdeveer13mmkorterzijn.Demachinezal
hetgrondoppervlakietsmindergoedvolgen.
Opmerking:Degazoncompensatie-instelling
dientopnieuwtewordeningesteldalsde
maaihoogteofdeagressiviteitvandemaaistand
gewijzigdwordt.
5
Dekickstandaardvanhet
maaidekgebruiken
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1 Kickstandaardvanmaaidek
Procedure
Alsdemaai-eenheidmoetwordengekanteldombij
hetondermes/messenkooitekunnenkomen,moetu
deachterkantvandemaai-eenheidondersteunenmet
dekick-standaardzodatdemoerenophetachtereind
vandestelschroevenvandesnijbalknietophet
werkvlakrusten(Figuur22).
g004144
Figuur23
1.Kettingbeugel 3.Kickstandaardvan
maaidek
2.Borgpen
6
Demachinesmeren
Geenonderdelenvereist
Procedure
Voordatudemachinegebruikt,moetusmeervet
aanbrengenomeengoedesmeringteverzekeren.
ZieSmering(bladz.55).Alsdemachinenietgoedis
gesmeerd,kunnenbelangrijkeonderdelenhierdoor
voortijdigslijtenofdefectraken.
Figuur22
1.Kick-standaardvanmaai-eenheid
Bevestigdekick-standaardaandekettingbeugelmet
deborgpen(Figuur23).
g003985
18
7
Vloeistofniveaus
controleren
Geenonderdelenvereist
Procedure
1. Controleerhetpeilvanhetsmeermiddelvan
deachterasvoordatdemotorvoorheteerst
wordtgestart,zieHetoliepeilvandeachteras
controleren(bladz.67).
g004552
Figuur24
2. Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistof
voordatdemotorvoorheteerstwordtgestart,
zieControleerhetpeilvandehydraulische
vloeistof(bladz.73).
3. Controleerhetmotoroliepeilvoor-ennadatde
motorvoordeeerstekeerwordtgestart,zieHet
motoroliepeilcontroleren(bladz.58).
8
Meetstaafgebruiken
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1
Meetstaaf
Procedure
Gebruikdemeetstaafomhetmaaidekaftestellen.
RaadpleegdeGebruikershandleidingvanhet
maaidekvoordeafstelprocedures(Figuur24).
1.Hoogtelat
2.Stelschroefvoor
maaihoogte
3.Moer
4.Gatengebruiktvoorhet
instellenvandehoogte
vandegroomer(HOG)
5.Ongebruiktgat
9
DeCE-stickersaanbrengen
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1 Waarschuwingssticker
1
CE-sticker
1
Stickerproductiejaar
Procedure
Opmachinesdiedienentevoldoenaan
deEU-voorschriften,moetudestickermet
hetproductiejaar(onderdeelnr.138-5615)
aanbrengendichtbijhetplaatjemethet
serienummer,deCE-sticker(onderdeelnr.
93-7252)dichtbijdemotorkapvergrendeling
endeCE-waarschuwingssticker(onderdeelnr.
120-1186)overdestandaardwaarschuwingssticker
(onderdeelnr.133-1683).
19
Algemeenoverzicht
Omtestoppen,laatuhettractiepedaalopkomenen
weerterugkerenindemiddelstestand.
vandemachine
Bedieningsorganen
Rempedalen
De2pedalen(Figuur25)bedienendeafzonderlijke
remmenopdewielenterondersteuningvanhet
draaienentenbehoevevaneenbeteretractiebijhet
rijdenophellingen.
Pedaalvergrendeling
Omdepedaalvergrendelinginwerkingtestellen
(Figuur25),koppeltudepedalenmetdeborgpen.
Pedaalvanparkeerrem
Omdeparkeerreminteschakelen,(Figuur25)sluitu
depedalenopelkaaraanmetdeborgpenendruktu
hetrechterrempedaalinterwijluhetanderepedaal
inschakelt.Omdeparkeerremuitteschakelen,trapt
u1vanderempedalenintotdatdevergrendelingvan
deparkeerremwordtingetrokken.
Pedaalvoorstuurverstelling
Omhetstuurinuwrichtingtekantelen,moetuhet
pedaal(Figuur25)intrappen,destuurkolomnaarutoe
trekkenineenstanddievooruhetmeestcomfortabel
isendaarnauwvoetvanhetpedaalhalen.
Maaitoerentalbegrenzer
Alsdebegrenzervoordemaaisnelheid(Figuur26)is
omhooggeklapt,kuntudemaaisnelheidregelenende
maaidekkeninschakelen.Metelkafstandsstukkunt
udemaaisnelheidmetongeveer0,8km/uwijzigen.
Hoemeerafstandsstukkenubovenopdeboutplaatst,
destetragerzaldemachinezichvoortbewegen.
Omdemachineindetransportstandtezetten,klapt
udesnelheidsbegrenzerterug;ukuntdanmetde
maximaletransportsnelheidrijden.
Schroevenvandesnelheidsbegrenzer
Steldeschroef/schroeven(Figuur26)inomde
maximaleindrukkingvanhettractiepedaaltebeperken
enzodesnelheidvooruit/achteruittebegrenzen.
Belangrijk:Deschroefvandesnelheidsbegren-
zermoethettractiepedaaltegenhoudenvoordat
depompeenvolledigeslagaegt,omdatanders
depompschadekanoplopen.
Figuur25
1.Rempedaal 4.Tractiepedaal
2.Pedaalvergrendeling 5.Pedaalvoor
stuurverstelling
3.Pedaalvanparkeerrem
Tractiepedaal
Hettractiepedaal(Figuur25)regeltdebeweging
vooruitenachteruit.Omvooruitterijden,moetude
bovenkantvanhetpedaalintrappenenomachteruit
terijdendeonderkantvanhetpedaal.Derijsnelheid
hangtafvanhoeverhetpedaalwordtingetrapt.Voor
demaximalerijsnelheidzonderbelastingtraptuhet
pedaalvollediginterwijldegashendelopSnelstaat.
g015074
g015075
Figuur26
1.Schroefvan
snelheidsbegrenzer
Achteruit
2.Schroefvan
snelheidsbegrenzer
Vooruit
3.Afstandsstukken
4.Begrenzervoor
maaisnelheid
Maai-/hefhendel
Metdezehendel(Figuur27)kuntudemaaidekken
opheffenenneerlatenomtemaaienende
20
messenkooienstartenentotstilstandbrengenals
demessenkooienindemaaistandzijngezet.De
maaidekkenkunnennietwordenneergelatenalsde
maai-/hefhendelindetransportstandstaat.
Contactschakelaar
Decontactschakelaar(Figuur27)heeft3standen:
UIT,AAN/ VOORVERWARMENenSTART.
InfoCenter
HetInfoCenterlcd-schermtoontinformatiezoalsde
bedrijfsmodusendiversediagnostiekenenandere
informatieoverdemachine(Figuur27).
Aftakasschakelaar
Deaftakasschakelaar(Figuur27)heeft2standen:
STARTenSTOP .Duwdeaftakasschakelaarnaarvoren
omdemaaimessenvanhetmaaidekinteschakelen.
Duwdeschakelaarnaarachterenomdemaaimessen
vanhetmaaidekuitteschakelen.
Aansluitpunt
Ukunthetaansluitpunt(Figuur28)gebruikenvoor
destroomvoorzieningvanoptioneleelektrische
accessoiresvan12V.
g010239
Figuur28
Figuur27
1.Maai-/hefhendel 4.Aftakasschakelaar
2.Contactschakelaar
3.InfoCenter 6.Schakelaarvan
5.Toerentalschakelaar
koplampen
Toerentalschakelaar
Metdetoerentalschakelaar(Figuur27)kuntuhet
toerentalop2manierenveranderen.Dooropde
schakelaartetikkenkuntuhettoerentalinstappen
van100tpmverhogenofverlagen.Houdebovenofonderkantvandeschakelaaringedruktomhet
toerentalmeteenintestellenophoogoflaag
stationair.
1.Aansluitpunt 3.Zakhouder
2.Ventilatormet
achteruitstand
4.Urenteller
Zakhouder
Gebruikdezakhouder(Figuur28)voor
opslagdoeleinden.
g021208
Wethendels
Gebruikdewethendelsomdemessenkooiente
wetten(Figuur29).
Schakelaarvankoplampen
Zetdeschakelaaromlaagomdekoplampente
ontsteken(Figuur27).
21
Figuur30
g033323
Figuur29
1.Voorstewethendel 2.Achterstewethendel
Destoelinstellen.
Instelhendellengterichting
Gebruikdehendelomdestoelnaarvorenennaar
achterenteverschuiven(Figuur30).
Afstelknopvanarmleuning
Draaiaandeknopomdehoekvandearmsteunvan
destoelteverstellen(Figuur30).
Instelhendelbestuurdersstoelnaarachteren
Verplaatsdehendelomdehoekvandestoelnaar
achterenintestellen(Figuur30).
Gewichtmeter
Demetervoordeinstellingvanhetgewichtgeeftaan
wanneerdestoelisingesteldnaarhetgewichtvande
bestuurder(Figuur30).Dehoogtewordtingesteld
doordeophangingbinnenhetgroenegebiedinte
stellen.
g015076
1.Gewichtsmeter
2.Gewichtinstelhendel
3.Afstelhendelvooren
achter
Gewichtinstelhendel
4.Instelhendel
bestuurdersstoel
5.Instelknoparmsteun
Steldestoelinvolgensuwgewicht(Figuur30).Trek
dehendelomhoogomdeluchtdrukteverhogenen
drukdehendelomlaagomdeluchtdrukteverlagen.
Dejuisteinstellingwordtbereiktalsdegewichtsmeter
inhetgroenegedeeltestaat.
HetInfoCenterlcd-scherm
gebruiken
HetInfoCenterlcd-schermtoontinformatieoveruw
machine,ondermeerdebedrijfsstatusenallerlei
diagnostischeinformatie(Figuur31).InfoCenter
beschiktovereenwelkomstschermenhoofdscherm.
Ukuntteallentijdeheenenweergaantussen
hetwelkomstschermenhethoofdschermdooreen
willekeurigewelkeknopinhetInfoCentertebedienen
endanopderichtingspijltedrukken.
22
Verklaringvanpictogrammeninhet
InfoCenter(cont'd.)
Langzaam
Ventilatoromkering–geeftaanofde
ventilatoromgekeerddraait
Stationairherstelvereist
Figuur31
1.Controlelampje
2.Rechterknop 4.Linkerknop
3.Middelsteknop
•Linkerknop,knoptoegangtotmenu/terug–
drukopdezeknopomnaardemenu'svanhet
InfoCentertegaan.Deknopdientomhethuidige
menuteverlaten.
•Middelsteknop–gebruikdezeknopomnaar
benedendoormenu'stebewegen.
•Rechterknop–Gebruikdezeknopalseenpijlnaar
rechtsaangeeftdaternogandereoptiesinhet
menuzijn.
•Manueleomkeerfunctievoordeventilator–wordt
geactiveerddoordelinker-enrechterknoptegelijk
intedrukken.
•Pieper–klinktalsudemaaidekkenomlaagbrengt
ofalserberichtenofstoringenzijn.
Opmerking:Deknoppenkunnenverschillende
functiesvervullenafhankelijkvanwatopdat
momentnodigis.Voorelkeknopisereenicoon
datdehuidigefunctieweergeeft.
VerklaringvanpictogrammeninhetInfoCenter
SERVICEDUEGeeftaanwanneergepland
onderhoudmoetwordenuitgevoerd
Urenresterendtotonderhoud
g020650
Luchtinlaatverwarmingactief
Maai-eenhedenomhoogbrengen
Maai-eenhedenomlaagbrengen
Debestuurdermoetopdestoelzitten
Indicatorparkeerrem–geeftaanof
deparkeerremisingeschakeld
Geefthethogebereikaan
Vrijstand
Geefthetlagebereikaan
Koelvloeistoftemperatuur–de
temperatuurvandekoelvloeistofin
°Cof°F
Temperatuur(heet)
Geweigerdofniettoegestaan
Aftakasisingeschakeld
Motorstarten
Bedrijfsurenopnulzetten
Motortoerental/status–hettoerental
vandemotor
Informatiepictogram
Urenteller
Snel
Gestoptofuitgeschakeld
Motor
Contactschakelaar
Demaai-eenhedenwordenomlaag
gebracht
Demaai-eenhedenworden
omhooggebracht
23
Verklaringvanpictogrammeninhet
InfoCenter(cont'd.)
Verklaringvanpictogrammeninhet
InfoCenter(cont'd.)
/
Symbolenworden
vaakgecombineerdin
zinnen.Hiervolgen
enkelevoorbeelden
PIN-code
Temperatuurhydraulischevloeistof
-toontdetemperatuurvande
hydraulischevloeistof
CAN-bus
InfoCenter
Slechtofmislukt
Gloeilamp
UitvoervanTEC-controllerof
bedieningskabelinkabelboom
Hoog:boventoegestaanbereik
Laag:ondertoegestaanbereik
Buitenbereik
Schakelaar
Debestuurdermoetdeschakelaar
vrijgeven
Debestuurdermoetdestatus
wijzigeninwataangegevenwordt
Debestuurdermoetdemachinein
neutraalzetten
Motorweigerttestarten
Motoruitgeschakeld
Motorkoelvloeistofteheet
Dehydraulischevloeistofteheet
MeldingopstapelingvanasinDPF .
Raadpleegvoormeerinformatie
AsopbouwinhetDPF(bladz.34)in
hethoofdstukOnderhoud.
Gazittenofschakeldeparkeerrem
inwerking
Enkeltoegankelijkmetdepincode
Demenu'sgebruiken
Drukinhethoofdschermopdemenuknopomnaar
hetInfoCentermenusysteemtegaan.Ugaatnaar
hethoofdmenu.Raadpleegdevolgendetabellenvoor
eenoverzichtvandeoptiesdieuhebtindemenu's:
Hoofdmenu
Menu-optie Beschrijving
Storingen HetmenuStoringenbevat
eenlijstmetderecente
machinestoringen.Raadpleeg
deGebruikershandleidingof
eenerkendeT oro-distributeur
voormeerinformatieover
hetmenuStoringenende
informatiediehetbevat.
Onderhoud HetmenuOnderhoudbevat
informatieoverdemachine,
zoalsbedrijfsurentellersen
anderecijfergegevensvandie
aard.
Diagnostiek HetmenuDiagnostiek
geeftdestatusvanelke
machineschakelaar,sensor
enbedieningsoutputaan.U
kuntditmenugebruikenom
sommigeproblemenopte
lossen.Inhetmenuzietu
namelijkwelkeonderdeleninenuitgeschakeldzijn.
Instellingen InhetmenuInstellingenkunt
uhetInfoCenter-scherm
congurerenenaanuw
voorkeurenaanpassen.
Machine InhetmenuMachineziet
uhetmodelnummer,het
serienummerendeversievan
desoftwareopuwmachine.
Defectvandiagnosecontrolevan
stikstofoxide;rijddemachineterug
naarwerkplaatsenneemcontact
opmetuwerkendeToroverdeler
(softwareversieFenlater).
Onderhoud
Menu-optie Beschrijving
24
Hours
Counts
Diagnostiek
Menu-optie Beschrijving
CuttingUnits Geeftdeinvoer,bepalende
Hi/LowRange Geeftdeinvoer,bepalende
PTO Geeftdeinvoer,bepalende
EngineRun
Backlap
Instellingen
Menu-optie Beschrijving
Eenheden Bepaaltdeeenhedendie
Taal Bepaaltdetaaldiegebruikt
Schermverlichtinglcd
Contrastlcd
Voorstemessenkooisnelheid
(wetmodus)
Achterstemessenkooisnelheid(wetmodus)
Beveiligdemenu's
Autostationair
Hettotaleaantalbedrijfsuren
vandemachine,motor
enaftakas,alsookhet
aantalurendatdemachine
getransporteerdisgeweest
endetijdtothetvolgende
onderhoudsinterval
Eenoverzichtvantalrijke
tellingendiedemachineheeft
uitgevoerd
factorenenuitvoervoorhet
optillenenneerlatenvande
maaidekkenaan
factorenenuitvoervoorhet
rijdenindetransportmodus
aan
factorenenuitvoervoor
hetinschakelenvanhet
aftakascircuitaan
Geeftdeinvoer,bepalende
factorenenuitvoervoorhet
inschakelenvandemotoraan
Geeftdeinvoer,bepalende
factorenenuitvoervoorhet
inschakelenvandewetfunctie
aan
gebruiktwordeninhet
InfoCenter(Amerikaansof
metrisch)
wordtinhetInfoCenter*
Dehelderheidvanhet
lcd-scherm
Hetcontrastvanhet
lcd-scherm
Bepaaltdesnelheidvande
voorstemesseninwetmodus
Bepaaltdesnelheidvan
deachterstemessenin
wetmodus
Geefteendooruwbedrijf
geautoriseerdepersoon
toegangtotdebeveiligde
menu'smeteenPIN-code
Bepaalthoeveeltijder
verstrijktvoordatdemachine
bijstationairdraaiennaarlaag
stationairschakelt
Aantalmessen
Maaisnelheid
Maaihoogte
Vmessenkooitpm
Amessenkooitpm
Bepaalthetaantalmessen
vandemessenkooivoorhet
messenkooitoerental
Regeltderijsnelheidom
hetmessenkooitoerentalte
bepalen
Regeltdemaaihoogteom
hetmessenkooitoerentalte
bepalen
Deberekendetoerentalstand
vandevoorstemessenkooien.
Demessenkooienkunnenook
handmatigwordeningesteld
Deberekendetoerentalstand
vandeachterste
messenkooien.De
messenkooienkunnenook
handmatigwordeningesteld
*Alleengebruikerstekstwordtvertaald.Deschermen
fouten,onderhoudendiagnostiekhebbenbetrekking
oponderhoud.Detitelswordenweergegevenin
deingesteldetaal,maardemenu-itemszijninhet
Engels.
Beveiligdmenu–Enkeltoegankelijkmetdepincode
Betreffende
Menu-optie Beschrijving
Model Hetmodelnummervande
Serienummer
MachineControllerRevision Desoftwareversievande
InfoCentersoftwareversie Desoftwareversievanhet
CAN-bus
machine
Hetserienummervande
machine
hoofdbedieningseenheid
InfoCenter
Destatusvande
communicatiebusvande
machine
Beveiligdemenu's
InhetinstellingenmenuvanhetInfoCenterkunt
u7conguratie-instellingenvoordebediening
veranderen:vertragingautostationair,aantal
messen,maaisnelheid,maaihoogte,Vmessenkooi
tpmenAmessenkooitpm.Ukuntdezeinstellingen
vergrendelendoormiddelvandeBeveiligdemenu's.
Opmerking:Bijleveringvandemachineisde
oorspronkelijkecodegeprogrammeerddooruw
distributeur.
Toegangtotdebeveiligdemenu's
Opmerking:DestandaardPIN-codevande
machineis0000of1234.
25
AlsudePIN-codeheeftgewijzigdenvergetenbent,
neemdancontactopmetuwerkendeT orodistributeur
voorhulp.
1. ScrollinhetHOOFDMENUmetdemiddelsteknop
naarbenedentothetINSTELLINGENMENUendruk
opderechterknop(Figuur32).
Figuur32
2. ScrollinhetINSTELLINGENMENUmetdemiddelste
knopnaarbenedentothetBEVEILIGDEMENUen
drukopderechterknop(Figuur33A).
Wachttothetrodecontrolelampjevanhet
InfoCenteroplicht.
Opmerking:AlshetInfoCenterdepincode
accepteertenhetbeveiligdemenuopentdan
verschijnt"PIN"inderechterbovenhoekvanhet
scherm.
Opmerking:ZetdecontactschakelaaropUITendan
opAANomhetbeveiligdemenutevergrendelen.
Inhetbeveiligdemenukuntuinstellingenbekijken
enwijzigen.Scrollinhetbeveiligdemenuomlaagtot
deoptieInstellingenbeveiligen.Wijzigdeinstelling
metderechterknop.AlsuInstellingenbeveiligenop
UITzetkuntudeinstellingeninhetbeveiligdemenu
bekijkenenwijzigenzonderdepincodeintevoeren.
AlsuInstellingenbeveiligenopAANzetwordende
g028523
beveiligdeoptiesverborgenenmoetudepincode
invoerenomdeinstellingeninhetbeveiligdemenute
wijzigen.NahetinstellenvandePIN-codemoetude
contactschakelaaropUITzettenendanterugopAAN
omdezeoptieteactiverenenopteslaan.
Instellingautomatischstationair
Figuur33
3. Omdepincodeintevoerendruktuopde
middelsteknoptotheteerstegewenstecijfer
verschijnt,drukdanopderechterknopom
naarhetvolgendecijfertegaan(Figuur33B
enFiguur33C).Herhaaldittothetlaatstecijfer
isingevoerdendrukdannogmaalsopde
rechterknop.
4. Drukopdemiddelsteknopomdepincodein
tevoeren(Figuur33D).
aanpassen
1. Scrollinhetinstellingenmenunaarbenedentot
udefunctieAutoStationairziet.
2. Drukopderechterknopomdeinstellingvoor
automatischstationairdraaientewijzigen;de
mogelijkeoptieszijn8,10,15,20,30seconden
ofUIT .
Hetaantalmesseninstellen
1. Scrollinhetinstellingenmenunaarbenedentot
udefunctieAantalmessenziet
2. Drukopderechterknopomhetaantalmessen
intestellenop5,8of1 1.
Maaisnelheidinstellen
1. Scrollinhetinstellingenmenunaarbenedentot
udefunctieMaaisnelheidziet.
g028522
2. Drukopderechterknopomdemaaisnelheidin
testellen.
3. Gebruikdemiddelsteenderechterknopomde
gepastemaaisnelheidinstellingteselecterenop
demechanischemaaisnelheidbegrenzervan
hettractiepedaal.
4. Drukopdelinkerknopomhetmaaisnelheidmenu
teverlatenendeinstellingtebewaren.
Demaaihoogte(HOC)instellen
1. Scrollinhetinstellingenmenunaarbenedentot
udefunctieHOCziet
26
2. DrukopderechterknopomHOCteselecteren.
3. Gebruikdemiddelsteenderechterknopomde
gewenstemaaihoogte-instellingtekiezen.
Opmerking:Alsdegewensteinstellingniet
wordtweergegeven,kiesdandeHOC-instelling
uitdelijstdiedezehetdichtstbenadert.
4. DrukopdelinkerknopomhetmenuHOCte
verlatenendeinstellingtebewaren.
Detoerentallenvandevoorsteen
achterstemessenkooieninstellen
Detoerentallenvandevoorsteenachterste
messenkooienwordenberekendaandehand
vanhetaantalmessen,demaaisnelheidende
maaihoogte-instellinginhetInfoCenter.Ukunt
deinstellingechterhandmatigaanpassenaan
verschillendemaaiomstandigheden.
1. Scrollbenedennaardesnelheidvandevoorste
messenkooi,deachterste,ofbeide.
2. Drukopderechterknopomhettoerental
teveranderen.Alsdetoerentalinstelling
wordtgewijzigd,zalhetdisplayhettoerental
berekendopbasisvandevorigeinstellingen
vanhetaantalmessen,demaaisnelheidende
maaihoogteblijvenweergeven;uzultechterook
denieuwewaardezien.
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen
enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde
machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren
enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeT orodistributeur,
ofbezoekwww.Toro.comvooreenlijstvanalle
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenerzeker
vantezijndatdemachinealtijdveiligkanworden
gebruikt,moetutervervanginguitsluitendoriginele
Toroonderdelenenaccessoiresgebruiken.Gebruik
tervervangingnooitonderdelenenaccessoiresvan
anderefabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.Dit
kanertoeleidendatdegarantieophetproductkomt
tevervallen.
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnen
zondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Specicatiestractie-eenheid
Maaibreedte,69cm
maaidekken
Maaibreedte,81cm
maaidekken
Totalebreedte,69cm
maaidekkenneergelaten
Totalebreedte,81cm
maaidekkenneergelaten
Totalebreedte,maaidekken
opgeheven(transport)
Totalelengte 370cm
Hoogtemetrolbeugel 220cm
Spoorbreedte,vóór
Spoorbreedte,achter
Wielbasis 171cm
Nettogewicht(zonder
maaidekkenenvloeistoffen)
307cm
320cm
345cm
358cm
239cm
229cm
141cm
1574kg
27
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies
•Geenbrandstofbijvullenofaftappenineen
afgeslotenruimte.
•Bewaardemachineenhetbrandstofvatniet
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(bv.vaneenboilerofeenander
toestel)aanwezigkunnenzijn.
•Probeerdemotorniettestartenalsubrandstof
hebtgemorst;voorkomelkevormvanopenvuur
ofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn
verdwenen.
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof
onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerkt.Deeigenaarisverantwoordelijk
voordeinstructievanallebestuurdersentechnici.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
(indienaanwezig)enwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatu
debestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
•Gebruikdemachinenietalserschermenof
anderebeveiligingsmiddelenontbrekenofals
dezenietnaarbehorenwerken.
•Controleervoordatubeginttemaaienaltijdde
machineomzekertezijndatdemaai-eenheden
ingoedestaatzijn.
•Inspecteerhetterreinwaaropudemachine
gaatgebruikenenverwijdervoorwerpendiede
machinekanuitwerpen.
Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Voerelkedag,voordatudemachinestart,de
dagelijkseproceduresuitbeschreveninOnderhoud
(bladz.51).
Brandstoftankvullen
Inhoudbrandstoftank
83l
Brandstof
Belangrijk:Gebruikuitsluitenddieselmet
eenextreemlaagzwavelgehalte.Brandstof
meteenhogergehaltezwavelbeschadigtde
dieseloxidatiekatalysator(DOC).Ditzalleidentot
operationeleproblemenenverkortdelevensduur
vandemotoronderdelen.
Alsdeonderstaandewaarschuwingennietworden
opgevolgdkanditleidentotschadeaandemotor.
•Gebruikgeenkerosineofbenzineinplaatsvan
dieselbrandstof.
•Mengnooitkerosineofmotoroliemetde
dieselbrandstof.
•Bewaardebrandstofnooitinvatendievanbinnen
verzinktzijn.
•Voeggeenadditieventoeaandebrandstof.
Brandstofveiligheid
•Weesuiterstvoorzichtigbijhetomgaanmet
brandstof.Brandstofisontvlambaarendedampen
kunnentotontplofngkomen.
•Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
•Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik
voordebrandstof.
•Wanneerdemotorlooptofheetis,magude
brandstofdopnietverwijderenofgeenbrandstof
toevoegen.
Diesel
Cetaangetal:45ofhoger
Zwavelgehalte:ultralaag(<15ppm)
Brandstof
Dieselspecicatie
ASTMD975
Nr.1-DS15
Nr.2-DS15
28
Locatie
VS
Brandstof(cont'd.)
EN590 EU
ISO8217DMX
JISK2204GradeNo.2
KSM-2610
Internationaal
Japan
Korea
•Gebruikuitsluitendschone,versedieselof
biodiesel.
•Koopbrandstofinhoeveelhedendiebinnen
180dagenkunnenwordengebruiktzodatualtijd
versebrandstofheeft.
Gebruikzomerdieselbrandstof(nr.2-D)bij
temperaturenboven-7°Cenwinterdieselbrandstof
(nr.1-Dofnr.1-D/2-D-mengsel)bijtemperaturen
beneden-7°C.
Opmerking:Gebruikvanwinterdieselbrandstofbij
lagetemperaturenbiedteenlagervlampunteneen
lagerstolpunt.Ditvergemakkelijkthetstartenen
vermindertdekansdatdeltersverstoptraken.
Gebruikbijtemperaturenboven-7°Czomer-inplaats
vanwinterdieselbrandstofomdebrandstofpomp
langertelatenmeegaanenmeervermogente
ontwikkelen.
Brandstoftanken
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaalvlak,laat
demaai-eenhedenneer,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Maakdeomgevingvandedopvande
brandstoftankschoon.Gebruikhiervooreen
schonedoek.
3. Verwijderdedopvandebrandstoftank(Figuur
34).
g200372
Figuur34
Biodiesel
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneen
dieselmengseltotmaximaalB20(20%biodiesel,80%
diesel).
Zwavelgehalte:ultralaag(<15ppm)
Biodieselspecicatie:ASTMD6751ofEN14214
Gemengdebrandstofspecicatie:ASTMD975,
EN590,ofJISK2204
Belangrijk:Hetaandeeldieselmoeteenultralaag
zwavelgehaltehebben.
Neemdevolgendevoorzorgsmaatregeleninacht:
•Biodieselmengselskunnengelakteoppervlakken
beschadigen.
•GebruikB5(biodieselinhoud5%)ofmengselsmet
eenlagerpercentageinkoudweer.
•Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,
dieincontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde
loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
•Dekansbestaatdateenbrandstoflternaverloop
vantijdverstoptraakt,nadatubentovergestapt
opeenbiodieselmengsel.
•NeemcontactopmetuwerkendeT orodistributeur
alsuinformatieoverbiodieselwenst.
1.Dopvanbrandstoftank
4. Vuldetanktotdebrandstofdeonderkantvan
devulnekbereikt.
5. Draaidetankdopnahetvullenstevigvast.
Opmerking:Vuldebrandstoftanknaelk
gebruikindienditmogelijkis.Ditbeperkt
mogelijkecondensvormingindebrandstoftank
toteenminimum.
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukkendiepersoonlijkletselofmateriële
schadekunnenveroorzaken,enhijdientzulke
ongelukkentevoorkomen.
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek,
stevigeschoenenmeteengripvastezoolen
29
gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlosen
draaggeenlossekledingofjuwelen.
•Gebruikdemachinenietalsuziek,moeofonder
deinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kunnenerletselsontstaanofkaneigendom
wordenbeschadigd.
•Voordatudemotorstart:zorgdatalle
aandrijvingenindeneutraalstandstaan,de
parkeerreminwerkingisgesteldenuzichinde
bestuurderspositiebevindt.
•Vervoergeenpassagiersopdemachineenhoud
omstandersenkinderenweguithetwerkgebied.
•Gebruikdemachineuitsluitendbijeengoede
zichtbaarheidzodatukuilenenverborgengevaren
kuntvermijden.
•Gebruikdemachinenietopnatgras.Alsdewielen
hungripverliezen,kandemachinegaanglijden.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
maai-eenheden.
•Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
•Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomen,enandereobjectendie
uwzichtkunnenbelemmeren.
•Schakeldemaai-eenhedenuitwanneeruniet
maait.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden
oversteektmetdemachine.Verleenaltijd
voorrang.
•Laatdemotorenkeldraaieningoed
verluchteomgevingen.Uitlaatgassenbevatten
koolstofmonoxide,datdodelijkisbijinademing.
•Laateenmachinemetdraaiendemotorniet
onbeheerdachter.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Schakeldemaai-eenheid/maai-eenhedenuit
enlaatdewerktuigenzakken.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotoruitenverwijderhetsleuteltje
(indienaanwezig).
–Wachttotdatallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetzichtgoed
isenbijgeschikteweersomstandigheden.Gebruik
demachinenietalserkansopbliksemis.
Beschermingvanderolbeugel
•Verwijderderolbeugelnietvandemachine.
•Zorgdatudeveiligheidsgordeldraagtendezein
eennoodgevalsnelkuntlosmaken.
•Controleeraandachtigoferobstakelszijnwaaru
onderdoormoetrijden,enzorgdatuzenietraakt.
•Houdderolbeugelindeugdelijkestaatdoordeze
regelmatiggrondigtecontrolerenopbeschadiging,
enzorgdatallebevestigingsmateriaalstevigis
vastgedraaid.
•Eenbeschadigderolbeugeldientvervangente
worden.Probeernietomdezetereparerenofaan
tepassen.
Machinesmeteeninklapbarerolbeugel
•Doealtijddeveiligheidsgordelomalsderolbeugel
omhoogisgeklapt.
•Derolbeugeliseenintegraleveiligheidsvoor-
ziening.Houdeeninklapbarerolbeugelinde
opgehevenenvergrendeldepositieendoede
veiligheidsgordelomalsudemachinegebruikt
metderolbeugelomhoog.
•Klapeeninklapbarerolbeugelslechtstijdelijk
omlaagenalleenalsditnoodzakelijkis.Doede
veiligheidsgordelnietomalsderolbeugelomlaag
isgeklapt.
•Letop:erisgeenomkantelbeveiligingalseen
inklapbarerolbeugelomlaagisgeklapt.
•Controleerhetgebieddatugaatmaaienenklap
derolbeugelnooitomlaagopgolvendterreinof
gebiedenmetsteilehellingenofwaterkanten.
Demachineveiliggebruikenop
hellingen
•Hetmaaienophellingeniseenbelangrijkefactor
bijongelukkenwaarbijdecontroleoverdemachine
wordtverlorenofdezeomkantelt.Ditkanernstig
ofdodelijkletselveroorzaken.Debestuurderis
verantwoordelijkvooreenveiliggebruikvande
machineophellingen.Gebruikvandemachineop
hellingenvereistaltijdextravoorzichtigheid.
•Onderzoekdetoestandvanhetwerkgebiedomte
bepalenofdemachineveiligkanwordengebruikt
opdehelling.Gebruikaltijduwgezondverstand
enuwbeoordelingsvermogenwanneerudit
onderzoekuitvoert.
•Neemdehierondergenoemdeinstructiesvoor
gebruikvandemachineophellingendooren
beoordeeldegebruiksomstandighedenvande
machineomnategaanofudemachineinde
speciekesituatieophetbetreffendeterreinkunt
gebruiken.Veranderingeninhetterreinkunnentot
30
gevolghebbendatdemachineandersreageert
ophellingen.
•Vermijdstarten,stoppenofbochtenmakenop
hellingen.Vermijdplotseveranderingenvan
snelheidofrichting.Draailangzaamengeleidelijk.
•Gebruikeenmachinenooitinomstandigheden
waarbijutwijfeltovertractie,sturenofstabiliteit.
•Verwijderofmarkeerobstakelszoalsgreppels,
putten,geulen,hobbels,stenenenandere
verborgengevaren.Inhooggraszijnobstakels
nietaltijdzichtbaar.Demachinekanomslaanop
oneffenhedeninhetterrein.
•Denkeraandatdemachinetractiekanverliezen
doordatubergafwaarts,opnatgrasofdwarsop
eenhellingmaait.Alsdeaandrijfwielentractie
verliezen,kunnenzegaanslippenenkuntuniet
meerremmenofsturen.
•Rijzeervoorzichtigalsudemachinegebruiktin
debuurtvansteilehellingen,greppels,dijken,
waterhindernissenenanderegevaarlijkepunten.
Demachinekanplotselingomslaanalseenwiel
overderandkomt,ofalsderandinstort.Zorg
vooreenveiligeafstandtussendemachineen
eengevarenzone.
•Spoorgevarenonderaandehellingop.Indien
ergevarenzijn,maaitudehellingmeteen
loopmaaimachine.
•Laatdemaai-eenhedenindienmogelijkneerop
degrondwanneerudemachineopeenhelling
gebruikt.Alsudemaai-eenhedenomhoogbrengt
ophellingen,kandemachineonstabielworden.
•Weesuiterstvoorzichtigmetgrasopvangsystemen
ofanderewerktuigen.Dezekunnendemachine
minderstabielmaken,waardoorudecontrole
overdemachinekuntverliezen.
Startenvandemotor
Belangrijk:Ontluchthetbrandstofsysteeminde
volgendegevallen:
•Demotorisgestoptomdatdebrandstofopwas.
•Erisonderhouduitgevoerdaancomponentenvan
hetbrandstofsysteem.
1. Haaluwvoetvanhettractiepedaalencontroleer
ofhetpedaalindeNEUTRAALSTANDstaat.
Opmerking:Zorgdatdeparkeerremin
werkingisgesteld.
2. ZetdetoerentalschakelaaropLAAGSTATIONAIR.
3. DraaihetsleuteltjenaardestandLOPEN .
Opmerking:Hetindicatielampjevande
gloeibougiegaatbranden.
4. Alshetindicatielampjevandegloeibougiedooft,
draaituhetsleuteltjeopSTART .
5. Laathetsleuteltjedirectlosalsdemotorstarten
laathetweerterugkerennaarDRAAIEN .
6. Stelhettoerentalaf.
Belangrijk:Laatdestartmotornietlanger
dan15secondenachterelkaardraaienomdat
destartmotorhierdoorvroegtijdigdefectkan
raken.Alsdemotorna15secondennog
nietaangeslagenis,moetuhetsleuteltje
opUITdraaien,debedieningsorganenen
destartprocedureopnieuwcontroleren,
nogeens15secondenwachtenende
startprocedureherhalen.
Alsdetemperatuurbeneden-7°Cis,kuntude
startmotor30secondenlatendraaien.Daarna
moetudestartmotor60secondenafzetten
voordatueentweedestartpogingonderneemt.
VOORZICHTIG
Aanrakingvanbewegendedelenkan
leidentotletsels.
Zetdemotorafenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandgekomen
zijnvoordatucontroleertopolielekken,
losseonderdelenenanderedefecten.
Demotorafzetten
Belangrijk:Laatdemotor5minutenstationair
lopenvoordatudezeafzetofnadatdemachine
volledigbelastisgebruikt.Hierdoorkande
turbocompressorafkoelenvoordatudemotor
afzet.Indienuditnalaat,kunnenerproblemen
metdeturbocompressorontstaan.
Opmerking:Laatdemaaidekkenopdegrond
neeralsudemachineparkeert.Ditvermindertde
hydraulischebelastingvanhetsysteem,beperkt
slijtagevanonderdelenvanhetsysteemenvoorkomt
datdemaaidekkenperongelukwordenneergelaten.
1. Laatdemotoropnieuwopeenlaagstationair
toerentallopen.
2. ZetdeaftakasschakelaarindestandUIT .
3. Steldeparkeerreminwerking.
4. DraaihetsleuteltjeopUIT .
5. Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactomte
voorkomendatdemotorperongelukstart.
Toerentalschakelaar
Metdetoerentalschakelaarkuntuhettoerental
op2manierenveranderen.Dooreventjesopde
schakelaartetikken,kanhettoerentalinstappen
van100tpmverhoogdofverlaagdworden.Doorde
schakelaaringedrukttehouden,gaanhettoerental
31
meteennaarhoogoflaagstationair,afhankelijkvan
welkekantvandeschakelaaruindrukt.
Grasmaaienmetde
machine
Opmerking:Hetmaaienvangrasopeensnelheid
waaropdemotorwordtbelastdraagtbijaande
regeneratievanhetDPF .
1. Brengdemachinenaarhetwerkterreinenstel
dezebuitenhetmaaigebiedopomdeeerste
baantemaaien.
2. Verzekerdatdeaftakasschakelaarop
DISABLE/ UITGESCHAKELDstaat.
3. Duwdehendelvandemaaisnelheidbegrenzer
naarvoren.
4. Drukopdegashendel-snelheidsschakelaarom
hetmotortoerentalopSTATIONAIR–HOOGinte
stellen.
Eentehogetegendrukbetekentdathetroetinhet
lternietverbrandwordttijdenshetnormalebedrijf
vandemotor.Hourekeningmethetvolgendeom
roetopbouwinhetDPFtevoorkomen:
•Passieveregeneratiewordtcontinuuitgevoerd
zolangdemotorloopt.Laatdemotorindien
mogelijkmetvoltoerentallopentijdensde
regeneratievanhetDPF .
•Alsdetegendrukinhetdieselpartikelltertehoog
isofreeds100uurgeenherstelregeneratie
uitgevoerdis,brengtdecomputervandemotoru
viahetInfoCenteropdehoogtewanneerherstel
generatiebezigis.
•Wachttotdeherstelregeneratieafgelopenis
voordatudemotoruitschakelt.
Houbijhetgebruikenonderhoudvanuwmachine
rekeningmetdewerkingvanhetDPF .Eenbelaste
motorbijeenhoogstationairtoerental(volgas)
produceertmeestaluitlaatgassendieheetgenoegzijn
voorderegeneratievanhetDPF .
5. Laatdemaai-eenhedenneeropdegrondmet
dejoystick.
6. Drukdeaftakasschakelaarinomde
maai-eenhedenklaartemakenvoorgebruik.
7. Tildemaai-eenhedenvandegrondmetde
joystick.
8. Rijdemachinenaarhetmaaigebiedenlaatde
maai-eenhedenzakken.
Opmerking:Hetmaaienvangrasopeen
snelheidwaaropdemotorwordtbelastdraagt
bijaanderegeneratievanhetDPF .
9. Nametmaaienvaneenbaanheftude
maai-eenhedenmetdejoystick.
10. Maakeendruppelvormigebochtomdemachine
snelvoordevolgendebaanuittelijnen.
Regeneratievanhet
dieselpartikellter
Hetdieselpartikellter(DPF)iseenonderdeelvanhet
uitlaatsysteem.Deoxidatie-katalysatorvanhetDPF
vermindertdehoeveelheidschadelijkegassenenhet
roetltervangthetroetindeuitlaatgassenop.
Belangrijk:Minimaliseerdetijddatdemotor
stationairloopt,ofdatudemachineopeenlaag
toerentallaatlopen,omdeopbouwvanroetinhet
ltertebeperken.
RoetopbouwinhetDPF
•Naverloopvantijdwordtroetopgestapeldinhet
roetltervanhetdieselpartikellter.Decomputer
vandemotorbewaaktderoetopbouwinhetDPF.
•Wanneervoldoenderoetzichheeftopgestapeld,
meldtdecomputerdathettijdisomhet
dieselpartikellterteregenereren.
•HierbijwordthetroetinhetDPFverbrandtotas.
•Decomputergeeftnietalleeneenwaarschuwing
maarverlaagthetmotorvermogenook,afhankelijk
vandematevanroetopbouw.
BijderegeneratievanhetDPFwordthetroetinhet
lterverbranddoordehittevandeuitlaatgassen.
Hierbijwordthetroetomgezettotasenworden
dekanalenvanhetlterschoongemaaktzodat
degelterdeuitlaatgassendoorhetDPFkunnen
stromen.
Decomputervandemotorbepaaltdematevan
roetopbouwdoordetegendrukvanhetDPFtemeten.
32
Motorwaarschuwingen–roetopbouw
Niveau Foutcode Motorvermogen Aanbevolenactie
Niveau1:Motor-
waarschuwing
Niveau2:Motor-
waarschuwing
g213866
Figuur35
Controleerdemotor
SPN3719,FMI16
g213867
Figuur36
Controleerdemotor
SPN3719,FMI0
Decomputerverminderthet
motorvermogentot85%.
Decomputerverminderthet
motorvermogentot50%.
Voerzosnelmogelijkeen
geparkeerderegeneratieuit,
zieGeparkeerdeofherstel
regeneratie(bladz.40)
Voerzosnelmogelijkeen
herstelregeneratieuit,
zieGeparkeerdeofherstel
regeneratie(bladz.40)
33
AsopbouwinhetDPF
•Wanneervoldoendeaszichheeftopgehoopt,
•Delichtereaswordtviahetuitlaatsysteemnaar
buitengeblazen,dezwaardereasbouwtzichop
inhetinroetlter.
•Dezeasiseenoverblijfselvanhet
•Defoutberichtengevenaandathettijdisvoor
regeneratieproces.Naverloopvantijd
bouwtdeasdienietmetdeuitlaatgassennaar
•Decomputergeeftnietalleeneenwaarschuwing
buitenwordtgeblazenzichopinhetDPF.
•Decomputervandemotorberekentde
hoeveelheidasinhetDPF.
InfoCenterbestuurdersadviezenenmotorwaarschuwingen–asopbouw
stuurtdecomputervandemotoreenmotorfout
naarhetInfoCentertentekendataszichheeft
opgehooptinhetdieselpartikellter.
onderhoudvanhetdieselpartikellter.
maarverlaagthetmotorvermogenook,afhankelijk
vandematevanasopbouw.
Niveau Foutcode
Niveau1:Mo-
torwaarschu-
wing
Niveau2:Mo-
torwaarschu-
wing
Niveau3:Mo-
torwaarschu-
wing
g213863
Figuur37
Controleerdemotor
SPN3720,FMI16
g213863
Figuur38
Controleerdemotor
SPN3720,FMI16
g214715
Figuur39
Controleerdemotor
SPN3251,FMI0
Verminderingvan
hettoerental
Geen
Geen
Motortoerentalbij
maximaletorsie
+200tpm
Motorvermogen Aanbevolenactie
Decomputer
verminderthet
motorvermogen
tot85%.
Decomputer
verminderthet
motorvermogen
tot50%.
Decomputer
verminderthet
motorvermogen
tot50%.
GeefhetDPFeen
onderhoudsbeurt,zie
Onderhoudvande
dieseloxidatiekatalysator
(DOC)enroetlter
(bladz.59)
GeefhetDPFeen
onderhoudsbeurt,zie
Onderhoudvande
dieseloxidatiekatalysator
(DOC)enroetlter
(bladz.59)
GeefhetDPFeen
onderhoudsbeurt,zie
Onderhoudvande
dieseloxidatiekatalysator
(DOC)enroetlter
(bladz.59)
34
SoortenDPF-regeneratie
DPF-regeneratieterwijldemachineinbedrijfis:
Soortregeneratie Omstandighedendieleidentotregeneratievan
PassiefGedurendenormaalbedrijfvandemachine,bijeen
Ondersteund
Reset
hetdieselpartikellter
hoogtoerentalofhogemotorbelasting
Doetzichvoordoorlaagmotortoerental,lage
motorbelastingofnadatdecomputerheeft
gedetecteerddathetdieselpartikellterverstopt
raaktmetroet
Eensomde100bedrijfsuren
Doetzichookvoorindiendecomputerdetecteert
dateenondersteunderegeneratieonvoldoende
roetheeftverwijderd
Proces
•HetInfoCentertoontgeenpictogramtijdens
passieveregeneratie.
•Tijdenspassieveregeneratieverwerkthet
dieselpartikellterheteuitlaatgassen,waarbij
schadelijkeemissieswordengeoxideerdenroet
wordtverbrandtotas.
ZiePassieveregeneratievanhetDPF(bladz.38).
•HetInfoCentergeeftgeenpictogramweerdat
ondersteunderegeneratieaanduidt.
•Tijdensondersteunderegeneratiepastde
computervandemotordeinstellingenvande
motorzoaandatdeuitlaattemperatuurstijgt.
ZieOndersteunderegeneratievanhetDPF(bladz.
38).
•Wanneerhetpictogramhogeuitlaattemperatuur
wordtweergegevenophetInfoCenter
wordteenregeneratieuitgevoerd.
•Tijdensresetregeneratiepastdecomputervan
demotordeinstellingenvandemotorzoaandat
deuitlaattemperatuurstijgt.
ZieResetregeneratie(bladz.38).
Voordeonderstaandesoortenregeneratiemoetdemachinewordengeparkeerd:
Soortregeneratie Omstandighedendieleidentotregeneratievan
Geparkeerd
hetdieselpartikellter
Doetzichvooromdatdecomputertegendruk
tengevolgevanroetophopingwaarneemtinhet
dieselpartikellter
Doetzichookvoorwanneerdebestuurdereen
geparkeerderegeneratiestart
Kanzichvoordoenwanneeruresetregeneratie
hebtverhinderdinhetInfoCenterendemachine
bentblijvengebruiken,waarbijmeerroetzichheeft
opgestapeldterwijlhetdieselpartikellteralreset
regeneratievereiste.
Kanveroorzaaktwordendoordeverkeerde
brandstofofmotorolietegebruiken
Proces
•Wanneerhetpictogramreset-standby/gepar-
keerdeofherstelregeneratie
NR.188wordtweergegevenophetInfoCenter,
wordtregeneratiegevraagd.
•Voerdegeparkeerderegeneratiezosnelmogelijk
uitomeenherstelregeneratietevoorkomen.
•Geparkeerderegeneratieduurt30tot60minuten.
•Debrandstoftankmoetminstens¼gevuldzijn.
•Umoetdemachineparkerenomeengeparkeerde
regeneratieuittevoeren.
ZieGeparkeerdeofherstelregeneratie(bladz.40).
ofMELDING
35
Voordeonderstaandesoortenregeneratiemoetdemachinewordengeparkeerd:(cont'd.)
Soortregeneratie Omstandighedendieleidentotregeneratievan
hetdieselpartikellter
HerstelDoetzichvooromdatdegebruikeraanvragenvoor
eengeparkeerderegeneratieheeftgenegeerden
demachineisblijvengebruiken,waarbijmeerroet
zichheeftopgestapeldinhetdieselpartikellter.
Naardemenu’sDPFRegeneration
gaan
Naardemenu’sDPFRegenerationgaan
1. Ganaarhetonderhoudsmenuendrukop
demiddelsteknopomnaardeoptieDPF
REGENERATIONtegaan(Figuur40).
Proces
•Wanneerhetpictogramreset-standby/gepar-
keerdeofherstelregeneratie ofMELDING
NR.190wordtweergegevenophetInfoCenter,
wordtherstelregeneratiegevraagd.
•Herstelregeneratiekantot3uurduren.
•Debrandstoftankvandemachinemoetminstens
½volzijn.
•Umoetdemachineparkerenvooreenherstel
regeneratie.
ZieGeparkeerdeofherstelregeneratie(bladz.40).
InhetveldLASTREGENzietuhoeveeluurdemotor
heeftgelopensindsdevorigereset,geparkeerdeof
herstelregeneratie.
Figuur40
2. DrukopderechterknopomdeoptieDPF
Regenerationteselecteren(Figuur40).
Tijdsindsvorigeregeneratie
DrukinhetmenuDPFRegenerationopdemiddelste
knopomnaarbenedentescrollennaarhetveldLAST
REGEN(Figuur41).
g224693
Figuur41
g227667
MenuTechnician
Belangrijk:Alsditubeteruitkomt,kuntueen
geparkeerderegeneratieuitvoerenvoordatde
roetbelasting100%bereikt,opvoorwaardedatde
motormeerdan50uurheeftgedraaidsindsde
vorigegeslaagdereset,geparkeerdeofherstel
regeneratie.
GebruikhetmenuT echnicianomdehuidige
regeneratie-instellingvandemotorenhetopgegeven
roetniveautezien.
GanaarhetmenuDPFRegeneration,drukopde
middelsteknopomnaardeoptieTECHNICIANtegaan
36
endrukopderechterknopomdeoptieTechnicuste
selecteren(Figuur42).
DPF-werkingstabel(cont'd.)
Figuur42
•Gebruikdewerkingstabelvanhet
dieselpartikelltervoormeerinformatieoverde
huidigewerkingsstatusvanhetdieselpartikellter
(Figuur43).
Status
ResetStby
ResetRegen Decomputervandemotorvoerteen
ParkedStby
ParkedRegen Uhebteengeparkeerderegeneratie
g227348
Recov.Stby
Recov.Regen Uhebteenherstelregeneratiegevraagd
Beschrijving
Decomputer
vandemotor
probeerteenreset
regeneratieuitte
voerenmaareen
vandevolgende
factorenverhindert
deregeneratie:
resetregeneratieuit.
Decomputervandemotorvraagtomeen
geparkeerderegeneratie.
gevraagdendecomputervandemotor
isbezigmetderegeneratie.
Decomputervandemotorvraagtomeen
herstelregeneratie.
endecomputervandemotorisbezig
metderegeneratie.
DeinstellingInhibit
RegenstaatAAN .
De
uitlaattemperatuur
istelaagvoor
regeneratie.
•Raadpleegderoetbelastinguitgedruktalshet
percentageroetinhetdieselpartikellter(Figuur
44);kijkindetabelroetbelasting.
Figuur43
DPF-werkingstabel
Status
Normal
AssistRegen Decomputervandemotorvoerteen
Beschrijving
Hetdieselpartikellterisinnormale
bedrijfsmodus–passieveregeneratie.
ondersteunderegeneratieuit.
Opmerking:Dewaardevanderoetbelasting
varieertnaargelanghetgebruikvandemachine
enDPF-regeneratie.
g227359
Figuur44
g227360
Tabelroetbelasting
Belangrijkeroetbelastingswaarden
0%tot5%
78%
100%
122%
Statusregeneratie
Minimaleroetbelasting
Decomputervandemotor
voerteenondersteunde
regeneratieuit.
Decomputervandemotor
vraagtautomatischeen
geparkeerderegeneratie.
Decomputervandemotor
vraagtautomatischeenherstel
regeneratie.
37
PassieveregeneratievanhetDPF
•Passieveregeneratiewordtuitgevoerdtijdensde
normalewerkingvandemotor.
•Laatdemotortijdenshetgebruikvandemachine
zoveelmogelijkophetmaximaletoerentalenmet
hogebelastinglopenomderegeneratievanhet
DPFtebevorderen.
Ondersteunderegeneratievanhet
DPF
•Decomputervandemotorpastde
motorinstellingenzoaandatdeuitlaattemperatuur
stijgt.
•Laatdemotortijdenshetgebruikvandemachine
zoveelmogelijkophetmaximaletoerentalenmet
hogebelastinglopenomderegeneratievanhet
DPFtebevorderen.
Resetregeneratie
VOORZICHTIG
GedurendedeDPF-regeneratieisde
uitlaattemperatuurhoog(ongeveer600°C).De
heteuitlaatgassenkunnengevaaropleveren
vooruofanderen.
• Laatdemotornooitineenafgesloten
ruimtelopen.
• Zorgdatergeenbrandbaarmateriaalisin
debuurtvanhetuitlaatsysteem.
• Raaknooitenigonderdeelvaneenheet
uitlaatsysteemaan.
• Blijfnooitindebuurtvandeuitlaatvande
machinestaan.
•Hetpictogramhogeuitlaattemperatuur
verschijntophetInfoCenter(Figuur45).
•Decomputervandemotorpastde
motorinstellingenzoaandatdeuitlaattemperatuur
stijgt.
Belangrijk:Hetpictogramhoge
uitlaattemperatuurgeeftaandatde
uitlaattemperatuurvanuwmachinehogerkan
zijndanbijnormaalbedrijf.
•Laatdemotortijdenshetgebruikvandemachine
zoveelmogelijkophetmaximaletoerentalenmet
hogebelastinglopenomderegeneratievanhet
DPFtebevorderen.
•HetpictogramverschijntophetInfoCentertijdens
deresetregeneratie.
•Indienmogelijk:schakeldemotornietuit
enverlaaghettoerentalniettijdensdereset
regeneratie.
Belangrijk:Laatdemachineindienmogelijk
devolledigeherstelregeneratieuitvoeren
voordatudemotorafzet.
Periodiekeresetregeneratie
Alsdemotortijdensdevoorbije100bedrijfsurengeen
succesvollereset,geparkeerdeofherstelregeneratie
heeftuitgevoerd,zaldecomputervandemotor
proberenomeenresetregeneratieuittevoeren.
InhibitRegeninstellen
Uitsluitendresetregeneratie
Opmerking:AlsuhetInfoCentervraagtom
regeneratieteverhinderen,zalhetInfoCenter
zolangdemotoreenresetregeneratievraagtomde
15minutenMELDINGNR.185(Figuur46)weergeven.
Figuur45
g224692
Figuur46
Eenresetregeneratieleidttothogeretemperatuur
vandeuitlaatgassen.Alsudemachinegebruikt
nabijbomen,struiken,hooggrasofandere
temperatuurgevoeligeplantenofmaterialen,kuntude
instellingInhibitRegengebruikenomteverhinderen
datdecomputervandemotoreenresetregeneratie
uitvoert.
g224417
Belangrijk:Wanneerudemotoruitschakelten
weerstart,schakeltdeinstellingInhibitRegen
naarUIT .
38
1. GanaarhetmenuDPFRegeneration,drukop
demiddelsteknopomnaardeoptieINHIBIT
REGENtegaanendrukopderechterknopom
deoptieInhibitRegenteselecteren(Figuur47).
g224394
Figuur49
Figuur47
2. DrukopderechterknopomdeinstellingInhibit
RegenvanAannaarUit(Figuur47)ofvanUit
naarAan(Figuur48)teschakelen.
Figuur48
Resetregeneratietoestaan
HetInfoCentergeefthetpictogramhoge
uitlaattemperatuur
regeneratiewordtuitgevoerd.
weerwanneereenreset
g227304
Opmerking:Alsdeuitlaattemperatuurtelaagis,
geefthetInfoCenterMELDINGNR.186(Figuur50)
weeromtemeldendatudemotormoetinstellenop
volgas(hoogstationair).
g224395
Figuur50
g224691
Opmerking:Wanneerresetregeneratievoltooid
is,verdwijnthetpictogramhogeuitlaattemperatuur
vanhetschermvanhetInfoCenter.
Opmerking:AlsINHIBITREGENAANstaat,geeft
hetInfoCenterMELDINGNR.185weer(Figuur49).
Drukopknop3omdeinstellingInhibitRegenUITte
schakelenengadoormetderesetregeneratie.
39
Geparkeerdeofherstelregeneratie
•Wanneerdecomputervandemotoreen
geparkeerderegeneratieofherstelregeneratie
vraagt,wordthetpictogramregeneratievereist
(Figuur51)weergegevenophetInfoCenter.
Figuur51
•Demachinevoertnietautomatischeen
geparkeerderegeneratieofeenherstel
regeneratieuit;umoetderegeneratieuitvoeren
viahetInfoCenter.
InfoCenter(geparkeerderegeneratievereist–
aftakasuitgeschakeld)(Figuur54).
g224398
Figuur54
Belangrijk:Udienteengeparkeerde
regeneratieuittevoerenvoordatudeaftakas
opnieuwkuntinschakelen;zieVoorbereiden
vaneengeparkeerdeofherstelregeneratie
(bladz.41)enEengeparkeerdeofherstel
regeneratieuitvoeren(bladz.41).
Opmerking:Hetpictogramaftakas
uitgeschakeld(Figuur55)verschijntophet
g224404
hoofdscherm.
Berichtengeparkeerderegeneratie
Wanneerdecomputervandemotoreengeparkeerde
regeneratievraagt,wordendevolgendeberichten
weergegeveninhetInfoCenter:
•MotorwaarschuwingSPN3720,FMI16(Figuur52)
g213863
Figuur52
•GeparkeerderegeneratievereistMELDINGNR.188
(Figuur53)
Opmerking:Meldingnr.188verschijntomde
15minuten.
g224415
Figuur55
Berichtenherstelregeneratie
Wanneerdecomputervandemotoreenherstel
regeneratievraagt,wordendevolgendeberichten
weergegeveninhetInfoCenter:
•MotorwaarschuwingSPN3719,FMI0(Figuur56)
g213867
Figuur56
•Herstelregeneratievereist–aftakasuitgeschakeld
MELDINGNR.190(Figuur57)
Figuur53
•Alsudegeparkeerderegeneratienietbinnen
2uuruitvoert,verschijntMELDINGNR.189ophet
g224397
g224399
Figuur57
40
Belangrijk:Udienteenherstelregeneratie
uittevoerenvoordatudeaftakasopnieuw
kuntinschakelen;zieVoorbereidenvaneen
geparkeerdeofherstelregeneratie(bladz.41)en
Eengeparkeerdeofherstelregeneratieuitvoeren
(bladz.41).
Opmerking:Hetpictogramaftakasuitgeschakeld
verschijntophethoofdscherm;zieFiguur55in
Berichtengeparkeerderegeneratie(bladz.40).
OnbeschikbareoptiesDPF-status
•Alsdecomputervandemotoreenherstel
regeneratievraagtofbezigismetherstel
regeneratieenunaardeoptiePARKEDREGEN
gaat,wordtgeparkeerderegeneratievergrendeld
enverschijnthetpictogrammethetslotje(Figuur
58)onderaanrechtsinhetInfoCenter.
•Geparkeerderegeneratie:Verzeker
datbrandstoftankminstens¼volisvoor
geparkeerderegeneratie
•Herstelregeneratie:Verzekerdat
brandstoftankminstens½volisvoorherstel
regeneratie
2. Parkeerdemachinebuiten,enopgeruime
afstandvanbrandbarematerialen.
3. Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
4. Verzekerdattractiebedieningofrijhendelsop
NEUTRAALstaan.
5. Schakelindiennodigdeaftakasuitenlaatde
maai-eenhedenofwerktuigenzakken.
6. Steldeparkeerreminwerking.
7. ZetdegashendelopLAAGSTATIONAIR.
Eengeparkeerdeofherstelregeneratie
uitvoeren
Figuur58
•Alsdecomputervandemotorgaanherstel
regeneratieheeftgevraagdenunaardeoptie
RECOVERYREGENgaat,wordtherstelregeneratie
vergrendeldenverschijnthetpictogrammet
hetslotje(Figuur59)onderaanrechtsinhet
InfoCenter.
Figuur59
Voorbereidenvaneengeparkeerdeofherstel
regeneratie
VOORZICHTIG
GedurendedeDPF-regeneratieisde
g224625
g224628
uitlaattemperatuurhoog(ongeveer600°C).De
heteuitlaatgassenkunnengevaaropleveren
vooruofanderen.
• Laatdemotornooitineenafgesloten
ruimtelopen.
• Zorgdatergeenbrandbaarmateriaalisin
debuurtvanhetuitlaatsysteem.
• Raaknooitenigonderdeelvaneenheet
uitlaatsysteemaan.
• Blijfnooitindebuurtvandeuitlaatvande
machinestaan.
Belangrijk:Decomputervandemachine
annuleertdeDPF-regeneratiealsuhetlaag
stationairetoerentalverhoogtofdeparkeerrem
vrijzet.
1. GanaarhetmenuDPFRegeneration,drukop
demiddelsteknopomnaardeoptiePARKED
REGENSTARTofRECOVERYREGENSTARTte
gaan(Figuur60)endrukopderechterknopom
deregeneratietebeginnen(Figuur60).
1. Verzekerdatdemachinevoldoendebrandstof
indetankheeftvoordebetreffenderegeneratie:
41
Figuur60
3. ControleerinhetschermDPF-controlelijst
ofdeparkeerremingeschakeldisenhet
motortoerentaloplaagstationairstaat(Figuur
62).
g224402
g224407
g224629
2. ControleerinhetschermVERIFYFUELLEVEL
(controlebrandstofpeil)ofdebrandstoftank
minstens¼volisindienueengeparkeerde
regeneratiegaatuitvoerenofhalfvolinhetgeval
vaneenherstelregeneratie,endrukopde
rechterknopomverdertegaan(Figuur61).
g227679
Figuur62
4. DrukinhetschermINITIA TEDPFREGENopde
rechterknopomverdertegaan(Figuur63).
g224414
g224626
Figuur61
g227678
g224630
Figuur63
42
5. HetInfoCentertoontdeboodschapINITIA TING
DPFREGEN(Figuur64).
Figuur64
6. HetInfoCentertoonthoelangderegeneratie
zalduren(Figuur65).
Tabelberichtenenvereisteacties(cont'd.)
g224411
Vereisteactie: Startdemotorenlaatdezelopen.
g227681
Vereisteactie: Laatdemotorlopentotdekoelvloeistoftemperatuur60°Cbedraagt.
Vereisteactie:Stelhetmotortoerentalinoplaagstationair.
Figuur65
7. Decomputervandemotorcontroleertde
motorstatusenfoutinformatie.HetInfoCenter
kandeboodschappenindevolgendetabel
tonen:
Tabelberichtenenvereisteacties
Vereisteactie:Verlaathetmenuregeneratieenlaatde
machinelopentotermeerdan50uurverstrekenissindsde
vorigeregeneratie;zieTijdsindsvorigeregeneratie(bladz.36).
g224406
Vereisteactie: Loshetprobleemmetdecomputervande
g224416
motoropenprobeernogmaalsDPF-regeneratieuittevoeren.
8. HethoofdschermvanhetInfoCenterverschijnt
enhetpictogramregeneratieaanvaard(Figuur
66)verschijntrechtsonderaanhetschermterwijl
deregeneratiebezigis.
g224403
Figuur66
Opmerking:T erwijldeDPF-regeneratiebezig
is,wordthetpictogramhogeuitlaattemperatuur
Vereisteactie: Losdemotorfoutopenprobeernogmaals
DPF-regeneratieuittevoeren.
weergegeveninhetInfoCenter.
9. Wanneerdecomputervandemotoreen
geparkeerdeofherstelregeneratievoltooid
heeft,verschijntMELDINGNR.183ophet
43
InfoCenter(Figuur67).Drukopdelinkerknop
omhetHome-schermteverlaten.
Figuur67
Eengeparkeerdeofherstelregeneratie
annuleren
MetdeinstellingenParkedRegenCancelenRecovery
RegenCancelkuntueenhuidigegeparkeerdeof
herstelregeneratieafbreken.
1. GanaarhetmenuDPFRegeneration(Figuur
69).
g224392
Opmerking:Alsderegeneratienietvoltooid
kanworden,geefthetInfoCenterMelding
nr.184weer(Figuur67).Drukopdelinkerknop
omhetHome-schermteverlaten.
Figuur68
g227305
Figuur69
2. Drukopdemiddelsteknopomnaardeoptie
PARKEDREGENCANCEL(Figuur69)ofRECOVERY
REGENCANCELtegaan(Figuur70).
g224393
g227306
Figuur70
3. DrukopderechterknopomRegenCancelte
selecteren(Figuur69ofFiguur70).
Tegendrukvandehefarm
afstellen
Ukuntdetegendrukopdehefarmenvanhet
achtermaaidekafstellenomdemachineaante
passenvoorverschillendegazonomstandighedenen
44
ervoortezorgendatdemaaihoogteconstantblijftin
zwareomstandighedenofopterreinwaareenviltlaag
isontstaan.
Ukuntelketegendrukveerinstellenop4verschillende
standen.Elkestandverhoogtofverlaagtdetegendruk
ophetmaaidekmet2,3kgtenopzichtevandevorige
stand.Deverenkunnenopdeachterkantvande
eersteactuatorvandeveerwordengeplaatstomalle
tegendrukopteheffen(vierdestand).
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Steekeenbuisofgelijksoortigvoorwerpophet
uiteindevandelangeveeromdespanning
opdeveertijdensdeafstellingwegtenemen
(Figuur71).
VOORZICHTIG
Deverenstaanonderspanningen
kunnenpersoonlijkletselveroorzaken.
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Deschakelaarvandehefarmbevindtzich
achterdehefarmrechtsvoor(Figuur72).
Weesvoorzichtigbijhetinstellenvande
veren.
3. Alsdeveerisontspannen,verwijdertudebout
endeborgmoerwaarmeedeactuatorvande
veerisbevestigdaandebeugel(Figuur71).
Figuur71
1.Veer 2.Actuatorvanveer
g015079
Figuur72
1.Schakelaar
3. Maakdeschroevenvandeschakelaar(Figuur
72)losenbeweegdeschakelaarnaarboven
omdedraaistandvandehefarmtevergroten,of
naarbenedenomdedraaistandvandehefarm
teverkleinen.
4. Draaidebevestigingsschroevenvast.
Derolbeugelinklappen
Ukuntderolbeugelnaarbenedenvouwenomonder
lageobstakelsdoorterijden.
WAARSCHUWING
Demachineheeftgeenkantelbeveiliging
g015078
wanneerderolbeugelingeklaptisenmag
indatgevaldusnietbeschouwdwordenals
beveiligdtegenkantelen.
4. Plaatsdeactuatorvandeveerinhetgewenste
gatenzetdezevastmetdeborgmoer.
5. Herhaaldezeprocedurebijdeandereveer.
Dedraaistandvande
hefarminstellen
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
Doedeveiligheidsgordelnietomalsde
rolbeugelomlaagisgeklapt.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Ondersteunhetgewichtvanhetbovengeraamte
vanderolbeugelterwijludeborgpennenende
gaffelpennenuitdescharnierhoudersverwijdert
(Figuur73).
45
Figuur73
1.Bovengeraamte 3.Borgpennen
2.Gaffelpennen 4.Onderstegaten
WAARSCHUWING
Zorgerbijhetin-enuitvouwenvande
rolbeugelvoordatuwvingersnietgekneld
rakentussendemachineenderolbeugel.
Weesvoorzichtigbijhetin-enuitvouwen
vanderolbeugelomtevoorkomendatuw
vingersgekneldrakentussenhetvasteenhet
scharnierendegedeeltevandeconstructie.
•Zorgervoordatallemoeren,boutenenschroeven
juistaangedraaidzijn,zodatdemachinesteeds
veiligkanwordengebruikt.
•Vervangversletenofbeschadigdeonderdelenmet
hetoogopeenveiliggebruik.
•Zorgervoordatdeveiligheidsgordelenzitsteun
veiligkunnenwordengebruikt.
•Gebruikdeveiligheidsgordelalsderolbeugel
omhooggeklaptis;geenveiligheidsgordeldragen
alsderolbeugelnaarbenedenisgeklapt.
g200378
Belangrijk:Derolbeugeliseenvolledige
veiligheidsinrichting.Houdderolbeugelinde
omhooggeklaptestandalsudemaaiergebruikt.
Klapderolbeugeluitsluitendtijdelijkomlaagals
ditabsoluutnoodzakelijkis.
3. Laathetframevoorzichtigzakkentothetopde
steunenrust.
4. Plaatsdegaffelpennenindeonderstegaten
enbevestigzemetdeborgpennenomhet
bovengeraamteteondersteunenterwijlhet
ingevouwenis.
5. Omhetgeraamteomhoogtebrengen,volgtu
dezeinstructiesinomgekeerdevolgorde.
WAARSCHUWING
Debeveiligingvanderolbeugelismogelijk
nietwerkzaamalsdebevestigingsbouten
vanderolbeugellosstaan;alsdemachine
indatgevalkantelt,kandaternstig,mogelijk
dodelijkletselveroorzaken.
Alshetframenietisingevouwen,moeten
debeidebevestigingsboutengemonteerd
zijnenvolledigvastgedraaidvooreengoede
kantelbeveiliging.
Deinterlockschakelaars
controleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
VOORZICHTIG
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvan
demachine.Ditkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
• Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
• Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Demachineheeftinterlockschakelaarsinhet
elektrischesysteem.Dezeschakelaarszijnbedoeld
omdemotoruitteschakelenalsudestoelverlaat
terwijlhettractiepedaalwordtingedrukt.Ukunt
echterdestoelverlatenterwijldemotorlooptenhet
tractiepedaalinneutraalstaat.Hoeweldemotorblijft
draaienalsudeaftakasschakelaaruitschakeltenhet
tractiepedaalloslaat,moetudemotoruitschakelen
voordatudestoelverlaat.
46
Omdecontrolerenofdeinterlockschakelaars
functioneren,moetudevolgendestappenuitvoeren:
1. Rijdemachinelangzaamnaareenruim,tamelijk
openterrein.
2. Laatdemaai-eenhedenzakken,zetdemotoraf
ensteldeparkeerreminwerking.
3. Neemplaatsopdebestuurdersstoelentraphet
tractiepedaalin.
4. Probeerdemotortestarten.
Grasmaaien
Startdemotorenzetdemotorsnelheidsschakelaar
opSNEL .ZetdemaaisnelheidbegrenzeropMAAIEN .
ZetdeaftakasschakelaaropAANengebruikde
hefschakelaaromdemaai-eenhedentebedienen
(devoorstemaai-eenhedenzijnzoingestelddatze
vóórdeachterstenaarbenedengaan).Omvooruitte
rijdenenhetgrastemaaien,moetudetractiepedaal
naarvorenintrappen.
Opmerking:Demotormagnietstarten.Als
demotordraaitdanheefthetveiligheidssysteem
eendefect;repareerhetvoordatudemachine
gebruikt.
5. Neemplaatsopdebestuurdersstoelenstart
demotor.
6. Komovereinduitdebestuurdersstoelenschakel
deaftakasschakelaaropAan.
Opmerking:Deaftakasmagnietinwerking
komen.Alsdeaftakasdraaitdanheefthet
veiligheidssysteemeendefect;repareerhet
voordatudemachinegebruikt.
7. Neemplaatsopdebestuurdersstoel,stelde
parkeerreminwerkingenstartdemotor.
8. ZethettractiepedaaluitdeNEUTRAALSTAND.
Opmerking:Demotormoetafslaan.Als
demotornietafslaat,isereendefectinhet
interlocksysteem;repareerhetvoordatude
machinegaatgebruiken.
Tipsvoorbedieningen
gebruik
Vertrouwdrakenmetdemachine
Voordatugaatmaaien,moetuzichopeenopen
terreinoefeneninhetgebruikvandemachine.De
motorstartenenuitschakelen.Rijdemachinevooruit
enachteruit.Laatdemaai-eenhedenneerenhef
zeopenschakeldemessenkooieninenuit.Alsu
zichvertrouwdvoeltmetdemachine,moetuzich
oefeneninhethellingopwaartsenafwaartsrijdenbij
verschillendesnelheden.
Demachinelatenrijdenin
Transportmodus
Zetdeschakelaarvandevermogenaftakasop
UITenbrengdemaai-eenhedenomhooginde
transportstand.Zetdemaaisnelheidbegrenzerin
detransportstand.Weesvoorzichtigalsutussen
objectenrijdtzodatudemachineofdemaaidekken
nietperongelukbeschadigt.Weesextravoorzichtig
wanneerudemachineophellingengebruikt.Rij
langzaamenmaakgeenscherpebochtenom
omkantelentevoorkomen.
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
(indienaanwezig)enwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatu
debestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheden,
deaandrijvingen,degeluiddempers,de
koelschermenenhetmotorcompartimentom
brandtevoorkomen.Veeggemorsteolieen
brandstofop.
•Zorgervoordatdebrandstofafsluitklepisgesloten
alsudemachinestaltoftransporteert.
•Schakeldeaandrijvingvanhetwerktuiguitalsu
demachinetransporteertofnietgebruikt.
Hetwaarschuwingssysteem
begrijpen
Alseenwaarschuwingslampjetijdenshetgebruikgaat
branden,moetudemachineonmiddellijkstoppenen
hetprobleemverhelpenvoordatuverdergaatmet
maaien.Eenmachinemeteendefectkanernstige
schadeoplopenalsdezewordtgebruikt.
•Onderhoudenreinigdeveiligheidsgordel(s)indien
nodig.
•Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(b.v .vaneenboilerofandere
toestellen)aanwezigkunnenzijn.
47
Demachinetransporteren
Demachineduwenof
•Gebruikeenoprijplaatvanvolledigebreedtebij
hetladenvandemachineopeenaanhangerof
vrachtwagen.
•Maakdemachinestevigvast.
Debevestigingspunten
zoeken
Debevestigingspuntenbevindenzichopdevolgende
plaatsen:
•Aanbeidekantenvanhetframeonderdevoorste
opstap.
•Deachterbumper
slepen
Ineennoodgevalkuntudemachineverplaatsendoor
deomloopklepvandehydraulischepompinwerking
testellen,endaneenhydraulischeslangtemonteren
alsomloopronddeterugslagklep,endemachinedan
teduwenofslepen.
Belangrijk:Duwofsleepdemachinenietsneller
dan3tot4,8km/hofovereenafstandgroterdan
0,4km–datzoukunnenleidentotbeschadiging
vandeinternetransmissie.Deomloopklep
moetopenzijnalsudemachineduwtofsleept.
Bovendienmoetueenhydraulischeomloopslang
monterenoverdeterugslagklepindienude
machineachteruitduwtofsleept.
Alsudemachinemoetduwenofslepenzalditvaak
zowelvooruitalsachteruitgedaanmoetenworden.
Omschadeaandeaandrijvingdoorduwenofslepen
tevoorkomenishetaanteradendemachinevoorte
bereidenopduwenofslepenvooruiténachteruit.
Demachinevoorbereidenop
Figuur74
1.Voorstebevestigingspun-
ten
2.Achterste
bevestigingspunten
Dekrikpuntenbepalen
Opmerking:Ondersteundemachinemetassteunen
alsuonderdemachinewerkt.
Dekrikpuntenbevindenzichopdevolgendeplaatsen:
duwenofslepenachteruit
Belangrijk:Alsudemachineachteruitmoet
duwenofslependanmoetueersteenomloop
aanbrengenronddeterugslagklepophet
verdeelstukvoorvierwielaandrijving.
Voorhetomlopenvandeterugslagklepheeftude
volgendeT oroonderdelennodig:
•T oroonderdeelnr.59-7410,diagnosetting
g200995
•T oroonderdeelnr.354-79,dopvandiagnosetting
•T oroonderdeelnr.95-8843,hydraulischeslang
•T oroonderdeelnr.95-0985,koppelingtting(2)
•T oroonderdeelnr.340-77,hydraulischetting(2)
1. Monteereendiagnosettingopdeongemerkte
poorttussenpoortenM8enP2ophetachterste
tractieverdeelstuk(Figuur75).
•Opdevoorkantvanhetframevandemachineaan
debinnenzijdevanelkwiel
•Opdeachterkantvanhetframeophetmidden
vanas
48
1.Achterste
tractieverdeelstuk(achter
hetlinkervoorwiel)
Figuur75
2.Ongemerktepoort
langzaamverplaatsenzonderschadeaande
transmissie.
Letopdestandvandeklepalsudezeopent
ensluit.
g033131
g009703
Figuur77
1.Omloopklep
2. Sluiteenhydraulischeslangaantussende
diagnosettinginhetachterstetractieverdeelstuk
endedruktestpoortvoortractie-achteruit(Figuur
76).
Opmerking:Gebruikdegeschikte
hydraulischettingenenkoppelingenomde
slangaantesluiten.
Figuur76
1.Druktestpoortvoor
tractie-achteruit.
2.Retourltervoorde
hydraulischevloeistof
3. Draaideomloopklep90°(eenkwartslag),naar
linksofnaarrechts,omdezeteopenenende
vloeistofinterntelatenstromen(Figuur77).
Opmerking:Omdatdevloeistofnuomde
transmissieheenloopt,kuntudemachine
4. Nahetduwenofslepenvandemachine
verwijdertudehydraulischeslangdieuheeft
aangebracht.
5. Plaatsdebestaandeeindkapopdedruktestpoort
voortractie-achteruit.
6. Plaatsdekapvoordediagnose-ttingopde
ttingdieuheeftgeplaatstinhetverdeelstuk.
7. Draaideomloopklep90°(¼slag)terugvoordat
udemotortestart.
Opmerking:Sluitdeklepmeteentorsievan
maximaal7tot11N∙m.
Demachineuitsluitendvooruit
duwenofslepen
Alsudemachineuitsluitendvooruitwiltduwenof
slepenkuntugewoondeomloopklepomzetten.
Belangrijk:Alsudemachineachteruitmoet
duwenofslepen,ziedanDemachinevoorbereiden
opduwenofslepenachteruit(bladz.48).
g033132
1. Opendemotorkapenverwijderhetmiddelste
scherm.
2. Draaideomloopklep90°(eenkwartslag),naar
linksofnaarrechts,omdezeteopenenende
vloeistofinterntelatenstromen(Figuur77).
Opmerking:Omdatdevloeistofnuomde
transmissieheenloopt,kuntudemachine
langzaamverplaatsenzonderschadeaande
transmissie.
Letopdestandvandeklepalsudezeopent
ensluit.
49
3. Draaideomloopklep90°(¼slag)terugvoordat
udemotortestart.
Opmerking:Sluitdeklepmeteentorsievan
maximaal7tot11N∙m.
50
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Veiligheidbijonderhoud
•Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Schakeldemaai-eenheid/maai-eenhedenuit
enlaatdewerktuigenzakken.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotoruitenverwijderhetsleuteltje
(indienaanwezig).
–Wachttotdatallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
•Laatdeonderdelenvandemachineafkoelen
voordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
•Voerindienmogelijkgeenonderhoudswerkzaam-
hedenuitalsdemotordraait.Blijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
Aanbevolenonderhoudsschema
•Ondersteundemachinemetassteunenalsu
onderdemachinewerkt.
•Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmet
opgeslagenenergie.
•Zorgervoordatalleonderdelenvande
machineingoedestaatverkerenenalhet
bevestigingsmateriaalstevigvastzit.
•Vervangversletenofbeschadigdestickers.
•Omveiligeenoptimaleprestatiesvandemachine
teverkrijgen,moetutervervangingalleen
origineleT oroonderdelengebruiken.Gebruik
tervervangingnooitonderdelenvanandere
fabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijnende
productgarantiehierdoorkanvervallen.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure
Nadeeerste8bedrijfsuren
Nadeeerste50bedrijfsuren
Nadeeerste200
Bijelkgebruikofdagelijks
Omde50bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
Omde200bedrijfsuren
•Dewielmoerenaandraaien.
•Olievanvoorsteplaneetwielaandrijvingverversen.
bedrijfsuren
•Vervangenvandeolievandeachteras.
•Controleerdeveiligheidsgordel(s)opslijtage,insnijdingenenandere
beschadigingen.Vervangdeveiligheidsgordel(s)alseenonderdeelervannietnaar
behorenfunctioneert.
•Controleerdeinterlockschakelaars.
•Oliepeilcontroleren.
•Verwijderdagelijkswaterofandervuiluitdewaterafscheider.
•Debandenspanningcontroleren.
•Controleerdeachterasvisueeloplekken.
•Controleerdetandwielkastindeachterasvisueeloplekken.
•Controleerhetkoelsysteem.
•Verwijderhetvuiluitdeomgevingvandemotor,deoliekoelerenderadiateur.
•Hydraulischeslangenenleidingencontroleren
•Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistof.
•Lagersenlagerbussensmeren.
•Deconditievandeaccucontroleren.
•Deconditieendespanningvandewisselstroomdynamo/ventilatorcontroleren.
•Dewielmoerenaandraaien.
Omde250bedrijfsuren
•Motorolieverversenenltervervangen.
51
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure
Omde400bedrijfsuren
Omde800bedrijfsuren
•Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt(voerditeerderdangeplanduitindiende
onderhoudsindicatorroodis).Ditmoetvakergebeureninuiterststofgeofvuile
omstandigheden.
•Deleidingenenaansluitingencontrolerenopslijtage,beschadigingenofloszittende
verbindingen
•Brandstoflterbusvervangen.
•Vervanghetmotorbrandstoflter.
•Controleerdeplaneetaandrijvingenopeindspeling.
•Hetoliepeilvandeplaneetwielaandrijvingcontroleren(controleeropuitwendig
lekkage).
•Hetoliepeilvandeachterascontroleren.(Controleerhetmotoroliepeilookvoordat
udemotorvoordeeerstekeerstart.)
•Controlerenvanhetsmeermiddelindetandwielkastvandeachteras.(Controleer
ookhetsmeermiddelvoordatudemotorvoorheteerststart.)
•Brandstoftankaftappenenreinigen.
•Olievanvoorsteplaneetwielaandrijvingverversenofjaarlijks,waarbijdekortste
periodemoetwordenaangehouden.
•Vervangenvandeolievandeachteras.
•Toespoorachterwielencontroleren.
•Alsudeaanbevolenhydraulischevloeistofnietgebruiktofhetreservoirooithebt
gevuldmeteenanderevloeistof,moetudehydraulischevloeistofverversen.
•Alsudeaanbevolenhydraulischevloeistofnietgebruiktofhetreservoirooithebt
gevuldmeteenanderevloeistof,moetudehydraulischeltersvervangen.
Omde1000bedrijfsuren
Omde2000bedrijfsuren
•Alsudeaanbevolenhydraulischevloeistofgebruikt,moetudehydraulischelters
vervangen.
•Alsudeaanbevolenhydraulischevloeistofgebruikt,moetudehydraulische
vloeistofverversen.
•DemonteerhetroetltervanhetDPF,maakhetschoonenmonteerhetgeheelweer
Omde6000bedrijfsuren
ofmaakhetroetlterschoonalsmotorstoringSPN3251FMI0,SPN3720FMI0ofSPN
3720FMI16ophetInfoCenterverschijnt.
•Brandstoftankaftappenenreinigen.
•Controleerdebandenspanning.
Vóórdestalling
•Allebevestigingencontroleren.
•Smeerallesmeer-endraaipuntenmetvetofolie.
•Beschadigdeoppervlakkenbijwerken.
52
Controlelijstvoordagelijksonderhoud
Gelievedezepaginatekopiërentenbehoevevangebruikbijroutinecontroles.
Gecontroleerd
item
Werkingvanveiligheidssysteem
controleren.
Werkingvan
deremmen
controleren.
Peilvande
motorolieen
brandstof
controleren.
Peilvande
koelvloeistof
controleren.
Brandstoflter/waterafscheideraftappen.
Onderhoudsindicatorvanhet
luchtltercontroleren.
Radiateur,
oliekoeler
enscherm
controlerenop
vuil.
Controlerenof
motorongewone
geluidenmaakt.
Controleren
opongewone
geluidentijdens
hetgebruik.
Peilvanhet
hydraulische
systeem
controleren.
Hydraulische
slangenen
leidingen
opschade
controleren.
Controlerenop
lekkages.
Controleerde
bandenspanning.
Werkingvan
instrumenten
controleren.
Afstellingvan
contacttussen
snijplaaten
messenkooi
controleren.
Voorweekvan:
Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo.
1
53
Gecontroleerd
item
Maaihoogteinstelling
controleren.
Vetinalle
smeernippels
spuiten.
Beschadigdelak
bijwerken.
1.Controleerdegloeibougieendespuitstukkenvandeinjectoralsdemotormoeilijkstart,buitensporigveelrookafgeeftofongelijkmatigloopt.
2.Onmiddellijknaelkewasbeurt,ongeachtdevoorgeschreveninterval
2
Voorweekvan:
Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo.
Aantekeningvoorspecialeaandachtsgebieden
Controleuitgevoerddoor:
Item Datum
1
2
3
4
5
6
7
8
Informatie
Belangrijk: RaadpleegdeGebruikershandleidingvandemotorendeGebruikershandleidingvande
maai-eenheidvoorverdereonderhoudsprocedures.
Opmerking:Downloadhetelektrischeofhydraulischeschemagratisopwww.Toro.com;ukuntuwmachine
zoekenviadelinkHandleidingenopdehoofdpagina.
Procedures
voorafgaandeaan
onderhoud
Demotorkapverwijderen
1. Maakdemotorkapvergrendelingen(Figuur78)
losenopendemotorkap.
Figuur78
g200373
1.Motorkapvergrendeling(2)
54
2. Verwijderdeborgpennenwaarmeedeachterste
beugelsvandemotorkapvergrendelingaan
depennenvanhetframezijnbevestigden
verwijderdemotorkap.
Smering
Lagersenlagerbussen
smeren
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren
Demachineisvoorzienvansmeerpuntendie
regelmatigmoetenwordengesmeerdmetnr.2
smeervetoplithiumbasis.Alsudemachinein
normaleomstandighedengebruikt,moetuallelagers
enlagerbussenomde50bedrijfsurenofdirectnaeen
wasbeurtsmeren.
Desmeerpuntenendehoeveelhedenzijn:
•Lagersvandraaipuntvanremas(5)(Figuur79)
Figuur79
•Lagerbussenvandraaipuntvanachteras(2)
(Figuur80)
Figuur80
g009704
g009705
55
•Kogelverbindingenvanstuurcilinder(2)(Figuur81)
g009706
Figuur81
1.Bovenstenippelopkoppelpen
•Draaikogellagersvanhefarm(1permaaidek)
(Figuur83)
•Draagframevanmaaidek(2permaaidek)(Figuur
83)
•Asvanhefarmvanmaaidek(1permaaidek)
(Figuur83)
g015158
Figuur83
•Kogelverbindingenvanspoorstang(2)(Figuur81)
•Lagerbussenvankoppelpen(2)(Figuur81).De
bovenstenippelopdekoppelpenhoeftslechts
éénkeerperjaartewordengesmeerd(twee
keerpompen).
•Lagerbussenvanhefarm(1permaaidek)(Figuur
82)
Figuur82
•Lagerbussenvanhefcilinder(2permaaidek)
(Figuur82)
g015159
56
Onderhoudmotor
Veiligheidvandemotor
•Umoetdemotorafzettenvoordatuhetoliepeil
controleertofhetcarterbijvultmetolie.
•Veranderdesnelheidvandetoerenregelaarniet
enlaatdemotorhetmaximaletoerentalniet
overschrijden.
Onderhoudvanhet
luchtlter
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren—Geef
hetluchtltereenonderhoudsbeurt
(voerditeerderdangeplanduit
indiendeonderhoudsindicator
roodis).Ditmoetvaker
gebeureninuiterststofgeof
vuileomstandigheden.
Controleerdeluchtlterbehuizingopschadedie
eenluchtlekkanveroorzaken.Vervangdezein
gevalvanbeschadiging.Controleerhetgehele
luchtinlaatsysteemoplekken,beschadigingoflosse
slangklemmen.
Geefhetluchtlteruitsluitendeenonderhoudsbeurt
alsdeonderhoudsindicator(Figuur84)ditaangeeft.
Alsuhetluchtltervervangtvoordatditnodigis,wordt
alleenmaardekansvergrootdatervuilindemotor
komtalshetlterwordtverwijderd.
Figuur85
1.Indicatielampjevoor
onderhoud
2.Sluiting
3. Verwijderhetdekselvandeluchtlterbehuizing.
4. Voordatuhetlterweghaalt,moetumetschone
endrogepersluchtonderlagedruk(2,76bar)
grotehoeveelhedenaangekoektvuilverwijderen
dattussendebuitenkantvanhetvoorlteren
delterbuszit.Gebruikgeenpersluchtonder
hogedruk,omdathierdoorvuilviathelter
inhetinlaatkanaalkanwordengeblazen.
Dezereinigingvoorkomtdatervuilindeinlaat
terechtkomtalshetvoorlterwordtverwijderd.
5. Verwijderenvervanghetvoorlter(Figuur86).
Hetwordtafgeradenhetgebruikteelementte
reinigenomdatditkanleidentotbeschadiging
vandeltermedia.Inspecteerhetnieuwelter
optransportschadeencontroleerhetuiteinde
vanhetlter,datgoedmoetaansluiten,ende
lterbehuizing.Eenbeschadigdelementmag
nietwordengebruikt.
3.Kap
g011503
Figuur84
1.Indicatielampjevooronderhoud
Belangrijk:Zorgervoordathetdekselgoed
vastzitendeluchtlterbehuizinghelemaalafsluit.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Trekdevergrendelingnaarbuitenendraaihet
luchtlterdeksellinksom(Figuur85).
Plaatshetnieuwelterdoordebuitenringvan
hetelementaantedrukkenomditvasttezetten
indelterbus.Druknietophetexibele
middenvanhetlter.
g009709
g011504
Figuur86
1.Voorlter
57
Belangrijk:Probeernooiteen
veiligheidsltertereinigen(Figuur
87).Plaatssteedseennieuwveiligheidslter
alshetvoorlter3onderhoudsbeurtenheeft
gehad.
Figuur87
1.Veiligheidslter
6. Reinigdeopeningvandevuiluitlaatinhet
afneembaredeksel.
7. Verwijderderubberenuitlaatklepvanhetdeksel,
maakdeholteschoonenplaatsdeuitlaatklep.
8. Monteerhetdekselmetderubberenuitlaatklep
naarbenedengericht,ineenstandtussen
ongeveer5tot7uurgezienvanafhetuiteinde.
9. Steldeindicator(Figuur84)opnieuwinalsdeze
roodis.
Motorolieverversen
Oliespecicaties
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Hetcartervandemotorisindefabriekgevuldmet
olie;hetoliepeilmoetechterwordengecontroleerd
voor-ennadatdemotorvoordeeerstekeerwordt
gestart.
Belangrijk:Controleerhetmotoroliepeil
dagelijks.Alsdeniveauvandemotoroliehogeris
danhetVol-merktekenopdepeilstokkandeolie
verdundzijnmetbrandstof,
indatgevalmoetdeolievervangenworden.
Debestetijdomdemotorolietecontrolerenis
wanneerdemotorkoudisvoordatdezeisgestartvoor
g011505
dedag.Alshijalheeftgedraaid,moetudeolieeerst
teruglatenlopengedurendetenminste10minuten
voordatucontroleert.Alshetolieniveauopofonder
debijvulmarkering'Add'opdepeilstokstaat,vuldan
oliebijomhetolieniveaubijhetVol-merkteken'Full'te
brengen.Gietnietteveelolieindemotor.
Belangrijk:Zorgervoordathetoliepeiltussende
merktekensvoorhetminimumenhetmaximum
opdepeilstokstaat,demotorkanbeschadigd
wordenindiendezeteveelofteweinigoliebevat.
1. Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2. Maakdesluitingenvandemotorkaplosenopen
dekap.
3. Verwijderdepeilstokuitdebuis,veegdeze
schoonenplaatsdepeilstokweerindebuis.
Haaldepeilstokerweeruit.
Hetoliepeilmoetzichindeveiligezone
bevinden(Figuur88).
Gebruikhoogwaardigemotoroliemeteenlaag
asgehalte,dieaandevolgendespecicatiesvoldoet:
•APIservicecategoryCJ-4ofhoger
•ACEAservicecategoryE6
•JASOservicecategoryDH-2
Belangrijk:Hetgebruikvanmotoroliedieniet
voldoetaanAPICJ-4ofhoger,ACEAE6,ofJASO
DH-2kanleidentotverstoppingvanhetDPFof
motorschade.
Gebruikmotoroliemetdevolgendeviscositeit:
•Aanbevolenolie:SAE15W-40:boven-18°C
•Alternatieveolie:SAE10W-30of5W-30(vooralle
temperaturen)
ToroPremiummotorolieisverkrijgbaarbijuwerkende
Toro-distributeur,meteenviscositeitvan15W-40of
10W-30.
Figuur88
1.Peilstok
4. Alshetoliepeilzichonderdeveiligezone
bevindt,verwijdertudevuldop(Figuur88)
58
2.Olievuldop
g020435
envultubijmetolietotdathetoliepeilde
vol-markeringbereikt.
Belangrijk:Gietnietteveelolieindemotor.
Opmerking:Alsuandereoliegaatgebruiken,
moetueerstalleoudeolieaftappenuithet
cartervoordatuditvultmetnieuweolie.
5. Plaatsdevuldopendepeilstokterug.
6. Sluitdemotorkapenzetdezevastmetde
vergrendelingen.
Olievolumeinhetcarter
5,7lmethetlter.
Motorolieverversenenlter
vervangen
Onderhoudsinterval:Omde250bedrijfsuren
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Verwijderdeaftapplug(Figuur89)enlaatdeolie
ineenopvangbaklopen.
Figuur89
1.Aftapplug
3. Plaatsdeaftapplugwanneerdeoliestopt.
4. Verwijderhetolielter(Figuur90).
g008807
Figuur90
1.Olielter
5. Smeereendunlaagjeschoneolieopdenieuwe
lterpakkingvoordatudezeplaatst.
Opmerking:Draaihetlterniettevast.
6. Vulhetcartermetolie;zieHetmotoroliepeil
controleren(bladz.58).
Onderhoudvande
dieseloxidatiekatalysator
(DOC)enroetlter
Onderhoudsinterval:Omde6000bedrijfsu-
ren—Demonteerhetroetltervan
hetDPF ,maakhetschoonenmonteerhetgeheelweerofmaakhet
roetlterschoonalsmotorstoring
SPN3251FMI0,SPN3720FMI0of
g009713
AlsmotorfoutCHECKENGINESPN3251FMI0,CHECK
ENGINESPN3720FMI0ofCHECKENGINESPN3720FMI
16ophetInfoCenterverschijnt(Figuur91),maakhet
roetlterdanschoonzoalshieronderbeschreven:
SPN3720FMI16ophetInfoCenter
verschijnt.
59
Onderhoud
brandstofsysteem
g214715
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenzijnbrandstof
enbrandstofdampenuiterstontvlambaaren
explosief.Brandofexplosievanbrandstof
g213864
kanbrandwondenofmateriëleschade
veroorzaken.
• Vuldebrandstoftankindeopenlucht
wanneerdemotorkoudisenuitstaat.
Eventueelgemorstebrandstofopnemen.
Figuur91
1. Ziehethoofdstukoverdemotorinde
Onderhoudshandleiding voorinformatie
overdedemontageenmontagevande
dieseloxidatiekatalysator(DOC)enroetltervan
hetDPF .
2. NeemcontactopmetuwerkendeT oro
distributeurvoorvervangingsonderdelenof
onderhoudvandedieseloxidatiekatalysator
(DOC)enhetroetlter.
3. NeemcontactopmetuwerkendeT oro
distributeurvooreenresetvandeECUvande
motornamontagevaneenschoonDPF .
g213863
• Vuldebrandstoftankniethelemaal.Vul
debrandstoftanktot25mmvanafde
bovenkantvandetank,nietdevulbuis.Dit
geeftdebrandstofindetankruimteomuit
tezetten.
• Rooknooitwanneerumetbrandstofbezig
bentenhouddebrandstofwegvanopen
vlammenofvonken.
• Bewaardebrandstofinschone,veiligeen
goedgekeurdecontainersenzorgdatde
dopopzijnplaatsblijft.
Brandstofaftappenuitde
brandstoftank
Onderhoudsinterval:Omde800bedrijfsuren
Vóórdestalling
Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,laat
demaai-eenhedenzakken,steldeparkeerremin
werking,zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
Detankmoetwordenafgetaptengereinigdals
hetbrandstofsysteemvervuildraaktofwanneerde
machinevoorlangeretijdwordtgestald.Gebruik
schonebrandstofomdetankuittespoelen.
Brandstoeidingenen
aansluitingencontroleren
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,laat
demaai-eenhedenzakken,steldeparkeerremin
werking,zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
Inspecteerdebrandstoeidingenopslijtage,
beschadigingenofloszittendeverbindingen.
60
Onderhoudvande
waterafscheider
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Verwijderdagelijkswater
ofandervuiluitdewaterafscheider.
Omde400bedrijfsuren—Brandstoflterbus
vervangen.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Plaatseenschoneopvangbakonderhet
brandstoflter.
3. Draaideaftapplugonderdelterbuslos.
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Maakdeomgevingvandekopvanhet
brandstoflterschoon(Figuur93).
g021291
Figuur93
1.Kopvanbrandstoflter 2.Brandstoflter
Figuur92
1.Filterbus
4. Reinigdeomgevingvandeplaatswaarde
lterbuswordtgemonteerd.
5. Verwijderdelterbusenreinigdeplaatswaar
dezewordtgemonteerd.
6. Smeerschoneolieopdepakkingvande
lterbus.
7. Monteerdelterbusmetdehandtotdatde
pakkingcontactmaaktendraaidezevervolgens
nogeenhalveslagverder.
8. Draaideaftapplugonderdelterbusvast.
Onderhoudvanhet
brandstoflter
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren
3. Verwijderhetlterenreinighetlterkopplaatsingsoppervlak(Figuur93).
4. Smeerdelterpakkingmetschonemotorsmeerolie.RaadpleegdeGebruikershandleidingvan
g007367
demotor,diebijdemachinegeleverdwerd,voor
bijkomendeinformatie.
5. Monteerdedrogelterbusmetdehandtotdatde
pakkingcontactmaaktendraaidezevervolgens
nogeenhalveslagverder.
6. Startdemotorencontroleeropbrandstoekkage
ronddelterkop.
Hetbrandstonlaatrooster
reinigen
Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,laat
demaai-eenhedenzakken,steldeparkeerremin
werking,zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
Debrandstonlaatbuisbevindtzichindebrandstoftank
enisvoorzienvaneenroosterdatvoorkomtdat
ervuilinhetbrandstofsysteemkomt.Verwijderde
brandstonlaatbuisenreinighetroosteralsditnodig
is.
Hetmotorbrandstofltermoetomde400bedrijfsuren
wordenvervangen.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
61
Onderhoudelektrisch
systeem
GEVAAR
Accuzuurbevatzwavelzuur;dezestof
isdodelijkbijinnameenveroorzaakt
ernstigebrandwonden.
Veiligheidvanhet
elektrischsysteem
•Koppeldeaccuafvoordatureparatiesaande
machineverricht.Maakeerstdeminpoolvande
acculosendaarnadepluspool.Bevestigeerstde
pluspoolvandeaccuendaarnademinpool.
•Laaddeaccuopineenopen,goedgeventileerde
ruimte,uitdebuurtvanvonkenenopenvuur.Haal
deopladeruithetstopcontactvoordatudeaccu
aan-ofloskoppelt.Draagbeschermendekleding
engebruikgeïsoleerdgereedschap.
Deaccuopladenen
aansluiten
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Ontgrendelhetbedieningspaneelenbrengdit
omhoog(Figuur94).
• Umagaccuzuurnooitinslikken
enmoetelkcontactmethuid,
ogenofkledingvermijden.
Draageenveiligheidsbrilen
rubberhandschoenenomuwogenen
handentebeschermen.
• Vuldeaccualleenbijopplaatsen
waarschoonwateraanwezigisom
indiennodiguwhuidaftespoelen.
3. Sluiteenacculadervan3tot4Aaanopde
accupolen.
4. Laaddeaccuopgedurende4tot8uurbij3-4A.
5. Alsdeaccuisopgeladen,haaltudeacculader
uithetstopcontactenmaaktudezelosvande
accupolen.
6. Bevestigdepluskabel(rood)aandeklemvan
pluspool(+)vandeaccuendeminkabel(zwart)
aandeklemvanminpool(-)vandeaccu(Figuur
95).
1.Bedieningspaneel 2.Vergrendeling
Figuur94
g016643
Figuur95
1.Pluskabelvandeaccu 2.Minkabelvandeaccu
7. Bevestigdekabelsmetinbusboutenenmoeren
aandeaccupolen.
Zorgervoordatdeaccuklemhelemaalopde
pluspoolzitendekabelgoedopdeaccuis
geplaatst.Dekabelmaggeencontactmaken
methetaccudeksel.
g200376
8. Schuifhetrubberenstofkapjeoverdepluspool
omeventuelekortsluitingtevoorkomen.
9. Omcorrosievandeaccuklemmente
voorkomen,moethieropueendunlaagjeGrafo
62
112X-vet(T oroonderdeelnr.505-47),vaseline
ofdunvloeibaresmeerolieaanbrengen.
10. Schuifhetrubberenkapjeoverdepluspoolvan
deaccuheen.
11. Sluithetbedieningspaneelensluitde
vergrendeling.
Onderhoudvandeaccu
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren
Belangrijk:Voordatulaswerkzaamhedenaande
machineverricht,moetudeminkabelloskoppelen
vandeaccuombeschadigingvanhetelektrische
systeemtevoorkomen.
Opmerking:Controleerdeconditievandeaccu
elkeweekofomde50bedrijfsuren.Zorgervoordat
deaccuklemmenendegeheleaccubehuizingschoon
zijnomdateenvuileacculangzaamstroomafgeeft.
Reinigdeaccualsvolgt:
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Verwijderdeaccuuitdemachine.
decal125-4605
Figuur96
Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,laat
demaai-eenhedenzakken,steldeparkeerremin
werking,zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
Maakdevergrendelinglosenbrenghet
bedieningspaneelomhoog(Figuur97)omtoegangte
krijgentotdezekeringen(Figuur98).
3. Maakdegeheleaccubehuizingschoonmeteen
oplossingvannatriumbicarbonaatenwater.
4. Spoeldeaccubehuizingmetschoonwater.
5. SmeereendunlaagjeGrafo112X-vet
(Toro-onderdeelnr.505-47)ofvaselineopde
accupolenendekabelklemmenomcorrosiete
voorkomen.
Zekeringencontroleren
Dezekeringenbevindenzichonderhet
bedieningspaneel.
g200376
Figuur97
1.Bedieningspaneel 2.Vergrendeling
63
Onderhoud
aandrijfsysteem
Debandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Debandenwordenindefabriekopzettelijktehard
opgepompt.Umoetdaaromvoorgebruikwatlucht
latenontsnappenomdeluchtdrukteverminderen.De
luchtdrukindebandenmoettussen0,83en1,03bar
zijn.Controleerdebandenspanningelkedag.
g016642
Figuur98
1.Zekeringen
Belangrijk:Zorgervoordatallebandensteeds
deaanbevolenbandenspanninghebben,hierdoor
kandemachineoptimalemaaiprestatiesleveren
engoedfunctioneren.Pompdebandenniette
zachtop.
Torsievanwielmoeren
controleren
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde200bedrijfsuren
Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,laat
demaai-eenhedenzakken,steldeparkeerremin
werking,zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
WAARSCHUWING
Indiendewielmoerennietsteedszijn
aangedraaidmetdecorrectetorsie,kan
ditleidentotdefectenofverliesvaneen
wiel,waardoorlichamelijkletselkanworden
veroorzaakt.
Detorsievandemoerenvandevoorwielenen
achterwielenmoet115tot136N·mbedragen.
Haaldemoerenaanna1tot4bedrijfsuren
ennogeensna8bedrijfsuren.Draaide
wielmoerenvervolgensomde200uuraan.
Opmerking:Demoerenvandevoorwielenzijn
1/2-20UNF .Demoerenvandeachterwielenzijn
M12x1,6-6H(metrisch).
Controleer de
planeetaandrijvingenop
eindspeling
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren
64
Deplaneetaandrijvingen/aandrijfwielenmogengeen
eindspelinghebben(d.w.z.dewielenmogenniet
bewegenwanneeruzeineenrichtingparallelmet
deasduwtoftrekt).
1. Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,steldeparkeerreminwerking,laat
demaai-eenhedenzakken,schakeldemotoruit
enverwijderhetsleuteltje.
2. Blokkeerdeachterwielenenhefdevoorzijde
vandemachineop;laatdevooras/hetframe
opassteunenrusten.
GEVAAR
Eenopgekriktemachinekanwankel
staanenvandekrikglijdenwaardoor
iemanddiezichonderdemachine
bevindtletselkanoplopen.
• Startdemotornietalsdemachineis
opgekrikt.
• Haalaltijdhetsleuteltjeuithetcontact
voordatuvandemachinestapt.
Hetsmeermiddelvande
planeetwielaandrijving
controleren
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren
(controleeropuitwendiglekkage).
Aanbevolensmeermiddel: hoogwaardige
SAE85W-140transmissieolie
1. Plaatsdemachineopeenegaleondergrond
enzethetwielzodanigdatdevulplugzich
bovenaanbevindt,decontroleplugrechtsende
aftapplugonderaan(Figuur100).
• Blokkeerdewielenwanneerude
machineopkrikt.
• Ondersteundemachinemet
assteunen.
3. Neemeenvandevoorsteaandrijfwielenen
duw/trekhetnaardemachinetoeenvande
machineweg;controleerofhetbeweegt.
Figuur99
1.Voorsteaandrijfwielen
g225612
Figuur100
1.Vulplug(bovenaan)
2.Controleplug(rechts)
3.Aftapplug(onderaan)
2. Verwijderdecontroleplugrechts(Figuur100).
Deoliezoutotdeonderkantvandeopeningvan
decontroleplugmoetenreiken.
g229453
4. Herhaalstap3voorhetandereaandrijfwiel.
5. Alseenwielbeweegt,moetucontactopnemen
metuwerkendeTorodistributeuromde
planeetaandrijvingtelatenreviseren.
g225606
Figuur101
1.Openingvancontroleplug 2.Controleplug
65
3. Alshetpeiltelaagis,verwijderdandevulplug
bovenaanenvoegolietoetotdezeuitde
openingaanderechterkantbeginttevloeien.
4. ControleerdeO-ringvoordeplug(gen)op
slijtageofschade.
Opmerking:VervangdeO-ring(en)indien
nodig.
5. Plaatsdeplug(en).
6. Herhaalstappen1totenmet5voorhet
planeetwielaandeanderekantvandemachine.
Oliepeilvan de
planeetwielaandrijving
verversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50bedrijfsuren
Omde800bedrijfsurenofjaarlijks,waarbijde
kortsteperiodemoetwordenaangehouden.
Aanbevolensmeermiddel: hoogwaardige
SAE85W-140transmissieolie
3. Plaatseenopvangbakonderdenaafvanhet
planeetwiel,verwijderdeaftapplugonderaanen
laataldeolieweglopen(Figuur102).
4. ControleerdeO-ringenvandevul-,controle-en
aftappluggenopslijtageofschade.
Opmerking:VervangdeO-ring(en)indien
nodig.
5. Monteerdeaftapplugindeaftapopeningvande
planeetwielkast(Figuur102).
6. Plaatseenopvangbakonderderemkast,
verwijderdeaftapplugenlaataldeolieinde
baklopen(Figuur103).
Smeermiddelcapaciteitplaneetwiel-enremkast:
0,65liter
Deolieuitdeplaneetwielaandrijvingverwijderen
1. Plaatsdemachineopeenegaleondergrond
enzethetwielzodanigdatdevulplugzich
bovenaanbevindt,decontroleplugrechtsen
deaftapplugonderaan;zieFiguur100inHet
smeermiddelvandeplaneetwielaandrijving
controleren(bladz.65).
2. Verwijderdevulplugbovenaanende
controleplugrechts(Figuur102).
g225608
Figuur103
1.Aftapopening(remkast) 2.Aftapplug
7. ControleerdeO-ringvandeplugopslijtageof
schadeenmonteerdeaftappluginderemkast.
Opmerking:VervangdeO-ringindiennodig.
Deplaneetwielaandrijvingvullen
metsmeermiddel
1. Gietlangzaam0,65literhoogwaardige
SAE85W-140tandwieloliedoordeopeningvan
devulplug.
Belangrijk:Alshetplaneetwielvolis
voordatu0,65literoliehebttoegevoegd,
moetu1uurwachtenofdeplugmonteren
endemachineongeveer3meterverplaatsen
omdeolieoverhetremsysteemteverdelen.
Verwijderdaarnadeplugenvoegde
resterendeolietoe.
1.Openingvanaftapplug 3.Controleplug
2.Vulplug
g225609
Figuur102
4.Aftapplug
66
Figuur104
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Verwijderdecontroleplugvanéénuiteindevan
deas(Figuur106)encontroleerofdeolietot
aandeonderkantvandeopeningkomt.Indien
hetpeiltelaagstaat,verwijdertudevulplug
(Figuur106)envultuvoldoendeoliebijtotdat
hetpeildeonderkantvandeopeningenvande
controleplugbereikt.
g225610
1.Openingvanvulplug
(planeetwielkast)
2.Vulplug
2. Plaatsdevulplugendecontroleplug.
3. Veegdeplaneetwiel-enremkastschoon(Figuur
105).
Figuur105
4. Herhaalstappen1totenmet7inDeolieuitde
planeetwielaandrijvingverwijderen(bladz.66)
enstappen1totenmet3indezeprocedure
voordeplaneetwiel-enremeenheidaande
anderekantvandemachine.
g009716
Figuur106
1.Controleplug
2.Vulplug
Vervangenvandeolievan
deachteras
Onderhoudsinterval:Nadeeerste200bedrijfsuren
Omde800bedrijfsuren
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
g225607
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Reinigdeomgevingvandedrieaftappluggen,1
aanelkekanten1inhetmidden(Figuur107).
Hetoliepeilvandeachteras
controleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Omde400bedrijfsuren(Controleerhet
motoroliepeilookvoordatudemotorvoorde
eerstekeerstart.)
DeachterasisindefabriekgevuldmetSAE85-140
transmissieolie.Decapaciteitbedraagt2,4liter.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
g009717
Figuur107
1.Aftappluggen
3. Verwijderdecontrolepluggenvoorhetoliepeil
endeontluchtingsdopopdehoofdaszodatde
oliegemakkelijkkanweglopen.
67
4. Verwijderdeaftappluggenzodatdeolieinde
opvangbakkenkanlopen.
5. Plaatsdepluggen.
Detractieaandrijving
afstellenvoorde
6. Verwijderencontroleplugenvuildeasmet
ongeveer2,37liter85W-140tandwielkastolie,of
totdatdeoliedeonderkantvanhetgatbereikt.
7. Plaatsdecontroleplugterug.
Controlerenvanhet
smeermiddelinde
tandwielkastvande
achteras
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Omde400bedrijfsuren(Controleerookhet
smeermiddelvoordatudemotorvoorheteerst
start.)
DetandwielkastisgevuldmetSAE85W-140
transmissieolie.Decapaciteitbedraagt0,5liter.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
neutraalstand
Demachinemagnietkruipenalshettractiepedaalniet
isingetrapt.Alsdemachinekruipt,isafstellingvereist
1. Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldemotoruit,zetde
snelheidsregelingopLaag,enlaatde
maai-eenhedenneer.
2. Trapalleenhetrechterrempedaalenstelde
parkeerreminwerking.
3. Krikdelinkerkantvandemachineomhoogtotdat
hetlinkervoorwielvrijkomtvandevloervande
werkplaats.Zorgervoordatdemachinesteunt
opderustpuntenvandekrikomtevoorkomen
datdemachineperongelukvalt.
4. Startdemotorenlaatdezelaagstationairlopen.
5. Draaiaandecontramoerenophetuiteindevan
depompstangenbeweegdebedieningshendel
vandepompnaarvorenalsdemachine
voorwaartskruipt,ofnaarachterenalsde
machineachterwaartskruipt,totdatdemachine
nietmeerkruipt(Figuur109).
2. Verwijderdecontrole/vulplugaandelinkerzijde
vandetandwielkast(Figuur108)encontroleer
ofdetandwielolietotaandeonderkantvan
deopeningkomt.Alshetpeiltelaagis,vult
uvoldoendetandwieloliebijtotdathetpeilde
onderkantvandeopeningbereikt.
Figuur108
1.Tandwielkast
2.Controle-/vulplug
g009987
Figuur109
1.Contramoerenvan
pompstang
6. Alsdewielennietmeerdraaien,draaitude
contramoerenvastomdeafstellingteborgen.
7. Zetdemotorafenzetderechterremvrij.
8. Haaldeassteunenwegenlaatdemachineneer
opdegrond.
g011488
9. Maakeenproefritmetdemachineomerzeker
vantezijndatdezenietkruipt.
2.Bedieningshendelvan
pomp
68
Toespoorachterwielen
controleren
Onderhoudsinterval:Omde800bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Meetdeafstandhart-op-hartvanhettoespoor
(terhoogtevandeassen)aandevoorzijdeen
deachterzijdevandestuurwielen.
Opmerking:Deafstandaandevoorzijdemoet
3mmkorterzijndandegemetenafstandaande
achterzijde(Figuur110).
5. Draaideklemmenaanbeideuiteindenvande
spoorstangenlos(Figuur111).
6. Draaidelosgezettekogelverbinding1heleslag
naarbinnenofnaarbuiten.
7. Zetdeklemvastophetlosseuiteindevande
trekstang.
8. Draaidecompletetrekstang1heleslagin
dezelfderichting(naarbinnenofnaarbuiten).
9. Zetdeklemvastophetaangeslotenuiteinde
vandetrekstang.
10. Plaatsdekogelverbindingindesteunvanhet
differentieelhuisendraaidemoermetdehand
vast.
11. Meethettoespoor.
12. Herhaaldezeprocedureindiennodig.
13. Draaidemoervastenmonteereennieuwepen
alsdeafstellingcorrectis.
Figuur110
1.Voorzijdevande
tractie-eenheid
2.3mmminderdanbijde
achterkantvandeband
3.Afstandhart-tot-hart
3. Omhettoespoorbijtestellenverwijdertu
deborgpenendemoervanéénvande
kogelverbindingenvandetrekstang(Figuur
111).
Figuur111
g009169
g009718
1.Klemvandetrekstang 2.Kogelverbindingvan
trekstang
4. Verwijderdekogelverbindingvandetrekstang
uitdesteunvanhetdifferentieelhuis.
69
Onderhoudkoelsysteem
Veiligheidvanhet
koelsysteem
•Motorkoelvloeistofinslikkenkanvergiftiging
veroorzaken;buitenhetbereikvankinderenen
huisdierenhouden.
•Alsuhete,onderdrukstaandekoelvloeistofover
uheenkrijgtofinaanrakingkomtmeteenhete
radiateurofomliggendedelen,kuntuernstige
brandwondenoplopen.
–Laatdemotoraltijdminstens15minuten
afkoelenvoordatuderadiateurdoplosdraait.
–Gebruikeendoekalsuderadiateurdop
verwijdertendraaidedoplangzaamopenom
destoomtelatenontsnappen.
Hetkoelsysteem
g009702
Figuur112
1.Expansietank
controleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerhetkoelvloeistofpeilbijhetbeginvanelke
dag.Deinhoudvanhetsysteemis12,3liter.
1. Verwijdervoorzichtigderadiateurdop.
VOORZICHTIG
Alsdemotorheeftgelopen,kande
hetekoelvloeistof,dieonderdrukstaat,
ontsnappenindienderadiateurdop
wordtverwijderd.Ditkanbrandwonden
veroorzaken.
• Verwijderderadiateurdopnooitalsde
motorloopt.
• Gebruikeendoekalsude
radiateurdopverwijdertendraai
dedoplangzaamopenomdestoom
telatenontsnappen.
2. Controleerhetkoelvloeistofpeilinderadiateur.
Opmerking:Deradiateurmoetworden
gevuldtotdebovenkantvandevulbuis,ende
expansietanktotdevol-markering(Figuur1 12).
3. Alshetkoelvloeistofpeiltelaagis,moetu
bijvullenmeteenoplossingdiehalfuitwater,
halfuitethyleenglycol-antivriesbestaat.
Opmerking:Gebruikgeenkoelvloeistoffenop
basisvanalcohol/methanolofalleenwater.
4. Plaatsdedoppenvanderadiateurende
expansietankterug.
Hetkoelsysteemvande
motoronderhouden
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Verwijderdagelijkshetvuiluitdeomgevingvande
motor,deoliekoelerenderadiateur.Reinigzevaker
alsinvuileomstandighedenwordtgemaaid.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Ontgrendelendraaihetachterschermopen
(Figuur113).
70
Figuur113
1.Sluitingvanachterscherm
3. Verwijdergrondigalhetvuildatzichophet
schermbevindt.
Opmerking:Omhetschermteverwijderen,
moetudescharnierpennenverwijderen.
4. Reinigbeidezijdenvandeoliekoelerende
omgevingvanderadiateur(Figuur114)grondig
metperslucht.Beginaandevoorkanten
blaashetvuileruitnaardeachterkant.Reinig
vervolgensvanafdeachterkantenblaashet
vuilnaardevoorkant.Herhaaldezeprocedure
verschillendekerentotdathetmaaiselenhet
vuilgeheelzijnverwijderd.
Belangrijk:Alsuderadiateurofde
oliekoelermetwaterreinigt,kanhierdoor
voortijdigcorrosieoptredenenkunnen
onderdelenschadeoplopenenkanvuilgaan
aankoeken.
5. Sluithetachterschermenzethetvastmetde
vergrendeling.
g200377
g020509
Figuur114
1.Oliekoeler/radiateur
71
Onderhoudenremmen
Onderhoudriemen
Deserviceremmenafstellen
Steldeserviceremmenafalsderempedalenmeer
dan13mm'speling'hebbenofalsderemmenniet
naarbehorenfunctioneren.Metspelingwordtde
afstandbedoelddiehetrempedaalaegtalshetwordt
ingetraptvoordaterremweerstandwordtgevoeld.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Haaldeborgpenvanderempedalenloszodat
beidepedalenonafhankelijkvanelkaarkunnen
functioneren.
3. Omdespelingopderempedalenteverkleinen,
moetuderemmenalsvolgtvasterzetten:
A. Draaidevoorstemoerophetdraadeinde
vanderemkabellos(Figuur1 15).
Onderhoudvanderiemvan
dewisselstroomdynamo
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
Controleerdeconditieendespanningvanderiemen
(Figuur116)omde100bedrijfsuren.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Bijeencorrectespanningwordtderiem10mm
ingedruktalsuhalverwegetussendepoeliesop
deriemdruktmeteenkrachtvan45N.
3. Alsdeindrukkingnietcorrectis(geen
10mm),moetudemontageboutenvande
wisselstroomdynamolosdraaien(Figuur116).
Figuur115
1.Remkabel
B. Draaivervolgensdeachterstemoervast
omdekabelnaarachterentehalentotdat
derempedalen0tot13mmspelinghebben.
Opmerking:Zorgervoordatergeen
remspanningisalshetpedaalwordt
losgelaten.
C. Draaidevoorstemoerenaannadatde
remmencorrectzijnafgesteld.
g009721
g008932
Figuur116
1.Wisselstroomdynamo 2.Bevestigingsbout
4. Verhoogofverminderdespanningvanderiem
vandewisselstroomdynamoendraaidebouten
vast.
5. Controleernogmaalsdeindrukkingvanderiem
omzekervantezijndatdespanningcorrectis.
72
Onderhoudhydraulisch
systeem
Veiligheidvanhet
hydraulischesysteem
•Waarschuwonmiddellijkeenartsalser
hydraulischevloeistofisgeïnjecteerdindehuid.
Geïnjecteerdevloeistofmoetbinnenenkeleuren
operatiefwordenverwijderddooreenarts.
•Controleerofallehydraulischeslangenen
leidingeningoedestaatverkerenenalle
hydraulischeaansluitingenenttingsstevig
vastzittenvoordatudrukzetophethydraulische
systeem.
•Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhogedruk
hydraulischevloeistofontsnapt.
•Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier.
•Hefalledrukinhethydraulischesysteemop
veiligewijzeop,voordatuwerkzaamhedengaat
verrichtenaanhethydraulischesysteem.
g200375
Figuur117
1.Dopvanhydraulischetank
Hydraulischeslangenen
leidingencontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Dehydraulischeleidingenenslangencontroleren
oplekkages,kinken,loszittendesteunen,
slijtage,loszittendeaansluitingen,slijtagedoor
weersinvloedenendeinwerkingvanchemicaliën.
Voerallenoodzakelijkereparatiesuitvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Controleerhetpeilvande
hydraulischevloeistof
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Hetreservoirisindefabriekgevuldmethoogwaardige
hydraulischevloeistof.Controleerhetpeilvande
hydraulischevloeistofvoordatdemotorvoorheteerst
wordtgestart,envervolgensdagelijks.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
3. Verwijderdedopvandevulbuis.
4. Verwijderdepeilstokuitdevulbuisenveegdeze
afmeteenschonedoek.
5. Steekdepeilstokindevulbuis,haalhem
ervervolgensweeruitencontroleerhet
vloeistofpeil.
Hetvloeistofpeilmoettussende2markeringen
opdepeilstokstaan.
6. Alshetpeiltelaagis,vultugenoegvloeistofbij
totdathetpeildebovenstemarkeringbereikt.
7. Plaatsdepeilstokendedopopdevulbuis.
Specicatieshydraulische
vloeistof
Hetreservoirisindefabriekgevuldmethoogwaardige
hydraulischevloeistof.Controleerhetpeilvande
hydraulischevloeistofvoordatudemotorvoorhet
eerststart,envervolgensdagelijks;zieControleerhet
peilvandehydraulischevloeistof(bladz.73).
Aanbevolenhydraulischevloeistof: ToroPX
ExtendedLifehydraulischevloeistof;verkrijgbaarin
emmersvan19literofvatenvan208liter.
2. Reinigdeomgevingvandevulbuisendedop
vandehydraulischetank(Figuur117).
Opmerking:Eenmachinediedeaanbevolen
vloeistofombijtevullengebruiktmoetmindervaak
73
bijgevuldwordenendeltermoetmindervaak
wordenvervangen.
Anderehydraulischevloeistoffen: Als
deT oroPXExtendedLifehydraulische
vloeistofnietverkrijgbaaris,kuntueenandere
conventionele,petroleumgebaseerdehydraulische
vloeistofgebruikendieaandevolgende
materiaaleigenschappenendeindustrienormen
voldoet.Gebruikgeensynthetischevloeistof.Vraag
uwsmeermiddelenleveranciernaareengeschikt
product.
Opmerking:T oroaanvaardtgeenenkele
aansprakelijkheidvoorschadediewordtveroorzaakt
doorgebruikvanverkeerdevervangendevloeistoffen.
Gebruikdaaromuitsluitendproductenvan
gerenommeerdefabrikantendiegarantstaanvoorde
doorhenaanbevolenvloeistoffen.
ISOVG46slijtagewerendehydraulische
vloeistofmethogeviscositeitsindex/laag
stolpunt
Materiaaleigenschappen:
Viscositeit,ASTMD445 cStbij40°C44tot48
ViscositeitsindexASTMD2270 140ofhoger
Stolpunt,ASTMD97 -37°Ctot-45°C
Industriespecicaties: EatonVickers694(I-286-S,
M-2950-S/35VQ25of
M-2952-S)
Opmerking:Veelhydraulischevloeistoffenzijnbijna
kleurloos,zodathetmoeilijkislekkagesoptesporen.
Eriseenrodekleurstofleverbaarvoordehydraulische
vloeistof,inesjesvan20ml.Eenesjeisvoldoende
voor15tot22literhydraulischevloeistof.Ukuntdeze
kleurstofbestellenbijeenerkendeToro-distributeur,
onderdeelnr.44-2500.
Belangrijk:ToroPremiumsynthetische,
biologischafbreekbarehydraulischevloeistof
isdeenigebiologischafbreekbarevloeistof
diedoorToroisgoedgekeurd.Dezevloeistof
iscompatibelmetdeelastomerendieworden
gebruiktinhydraulischesystemenvan
Toro,enisgeschiktvooreengrootaantal
temperatuursomstandigheden.Dezevloeistofis
compatibelmetgangbaremineraleolie,maarmet
hetoogopmaximalebiologischeafbreekbaarheid
engoedeprestatiesmoethethydraulische
systeemgrondigmetgewonevloeistofworden
gespoeld.Devloeistofisleverbaarinemmersvan
19lenvan208ldooruwerkendeTorodistributeur.
Inhoudvanhydraulisch
systeem
28,4liter;zieSpecicatieshydraulischevloeistof
(bladz.73)
Hydraulischevloeistof
verversen
Onderhoudsinterval:Omde2000bedrijfsuren—Als
udeaanbevolenhydraulische
vloeistofgebruikt,moetude
hydraulischevloeistofverversen.
Omde800bedrijfsuren—Alsudeaanbevolen
hydraulischevloeistofnietgebruiktofhet
reservoirooithebtgevuldmeteenandere
vloeistof,moetudehydraulischevloeistof
verversen.
Alsdevloeistofverontreinigdraakt,moetucontact
opnemenmetuwerkendeT orodistributeuromdat
hetsysteemdienttewordenschoongespoeld.
Verontreinigdevloeistofzieterinvergelijkingmet
schonevloeistofmelkachtigofzwartuit.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Tildemotorkapop.
3. Maakdeterugvoerleidingvandebaklosvande
bodemvanhethydraulischereservoirenlaatde
hydraulischevloeistofineenopvangbaklopen.
4. Plaatsdeleidingweerterugalsergeen
hydraulischevloeistofmeernaarbuitenkomt.
5. Vulhetreservoirmethydraulischevloeistof;zie
Specicatieshydraulischevloeistof(bladz.73)
enInhoudvanhydraulischsysteem(bladz.74).
Belangrijk:Gebruikuitsluitendde
gespeciceerdehydraulischevloeistoffen.
Anderevloeistoffenkunnenschadeaanhet
systeemveroorzaken.
6. Plaatsdedopweerophetreservoir.
7. Startdemotorengebruikallehydraulische
bedieningsorganenomdehydraulischevloeistof
doorhethelesysteemteverspreiden.
8. Controleeroplekkagesenzetdemotoraf.
9. Controleerhetvloeistofpeilenvulvloeistofbij
totdathetpeildeFull-markering(Vol)opde
peilstokbereikt.
Opmerking:Vulhethydraulischesysteemniet
tevol.
74
Hydraulischelters
vervangen
Onderhoudsinterval:Omde1000bedrijfsuren—Als
udeaanbevolenhydraulische
vloeistofgebruikt,moetude
hydraulischeltersvervangen.
Omde800bedrijfsuren—Alsudeaanbevolen
hydraulischevloeistofnietgebruiktofhet
reservoirooithebtgevuldmeteenandere
vloeistof,moetudehydraulischelters
vervangen.
GebruiktervervangingToroltersmetonderdeelnr.
94-2621opdeachterkant(maai-eenheid)vande
machineenonderdeelnr.75-1310opdevoorkant
(druk)vandemachine.
Belangrijk:Alsueenandertypeltergebruikt,
kandegarantievanbepaaldeonderdelenkomen
tevervallen.
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Reinigdeomgevingvandeplaatswaarhetlter
wordtgemonteerd.
3. Plaatseenopvangbakonderhetlteren
verwijderhetlter(Figuur1 18enFiguur119).
4. Smeerdenieuwelterpakkingenvulhetlter
methydraulischevloeistof.
g200374
Figuur119
1.Hydraulischlter
5. Zorgervoordatdeplaatswaarhetlterwordt
bevestigd,schoonis.
6. Schroefhetltereroptotdatdepakkingcontact
maaktmetdebevestigingsplaat:draaihetlter
vervolgensnogeenseen½slag.
1.Hydraulischlter
7. Startdemotorenlaatdezeongeveer2minuten
lopenomluchtuithetsysteemteverwijderen.
8. Zetdemotorafencontroleeroplekkages.
g009723
Figuur118
75
Onderhoudvande
5. Startdemotorenlaatdezeopeenlaag
stationairtoerentallopen.
maai-eenheid
Veiligheidvandemessen
•Versletenofbeschadigdemessenofondermessen
kunnenbrekeneneenstukervankannaaru
ofnaaromstanderswordenuitgeworpenenzo
ernstiglichamelijkofdodelijkletseltoebrengen.
•Controleeropgezettetijdendemaai-eenhedenop
overmatigeslijtageofbeschadigingen.
•Weesvoorzichtigalsudemaai-eenheden
controleert.Omwikkeldemaaimessenof
draaghandschoenenenweesvoorzichtig
alsuonderhoudswerkzaamhedenaande
messenkooienenondermessenverricht.De
maaimessenenondermessenmogenalleen
wordenvervangenofgeslepen;probeerzenooit
terechtenoferaantelassen.
•Letopbijmachinesmetmeerderemaai-eenheden:
alsuéénmessenkooidraait,kunnenandere
messenkooienookinbewegingkomen.
Maai-eenhedenwetten
GEVAAR
Wanneeruhettoerentalvandemotor
tijdenshetwettenverandert,kunnende
messenkooientotstilstandkomen.
• Verandernooithetmotortoerental
tijdenshetwetten.
• Wetdemessenkooienuitsluitendals
demotorlaagstationairloopt.
GEVAAR
Aanrakingmetdemaaidekkenkan
lichamelijkletselveroorzaken.
Blijfbuitenhetbereikvandemaaidekken
alvorensverderewerkzaamhedenuitte
voeren.
6. Zet,terwijldemaaisnelheidbegrenzeropMAAIEN
staat,deaftakasschakelaaropAAN .
7. Drukopdehefschakelaaromdegewenste
messenkooientebeginnenwetten.
WAARSCHUWING
Contactmetdemessenkooienofandere
bewegendeonderdelenkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
• Houduwvingers,handenenkledinguit
debuurtvandemessenkooienofandere
bewegendeonderdelen.
• Probeerdemessenkooiennooitmetuw
handenofvoetentedraaienofaanteraken
terwijldemotordraait.
Opmerking:Tijdenshetwettenzijnde
voormaaidekkenendeachterstemaaidekkentegelijk
inwerking.
1. Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,laatdemaai-eenhedenzakken,stel
deparkeerreminwerking,zetdemotorafenzet
deafstakasschakelaarindestandUIT .
2. Ontgrendeldemotorkapentildezeomhoog
zodatubijdebedieningsorganenkuntkomen.
3. Stelhetcontacttussendemessenkooienhet
ondermesafenzorgervoordatditgeschikt
isvoorhetwettenbijallemaaidekken;ziede
Gebruikershandleiding vanhetmaaidek.
4. Kiesmetdevoorste,achtersteofbeide
wethendelsdemessenkooiendiemoeten
wordengewet(Figuur120).
8. Brengdewetpastaaanmeteenborstelmet
langesteel.
Opmerking:Gebruikgeenborstelmeteen
kortesteel.
g015076
Figuur120
1.Voorstewethendel 2.Achterstewethendel
9. Alsdemessenkooienvastkomentezitten
ofonregelmatigwordentijdenshetwetten,
76
verhoogtugasinstellingtotdemessenkooi
gestabiliseerdwordt.
10. Afstellenvandemaaidekkentijdenshetwetten:
schakeldemessenkooienuitdooropde
achterkantvandehefschakelaartedrukken,
zetdeaftakasschakelaaropUIT ,enschakel
demotoruit.Nadeafstellingherhaaltualle
stappen5totenmet9.
Reiniging
Demachinewassen
Reinigdemachineindiennodigmetalleenwaterof
eenmildreinigingsmiddel.Ukunteenvodgebruiken
wanneerudemachinewast.
11. Herhaaldeprocedurebijallemaaidekkendie
uwiltwetten.
12. Alsuklaarbentmetwetten,moetude
wethendelsindeMAAIST ANDzetten,de
motorkaplatenzakkenenallewetpastavande
maai-eenhedenwassen.Stelindiennodighet
tussendemessenkooienhetondermesaf.Zet
detoerentalregelingvandemessenkooieninde
gewenstemaaistand.
Belangrijk:Alsudewetschakelaarnahet
wettennietindestandUITzet,zullende
maai-eenhedennietomhoogkomenofnaar
behorenwerken.
Opmerking:Voornadereinformatieoverhet
wetten,ziede TorohandleidingSlijpenvan
maaimachinesmetmessenkooienenroterende
messen,documentnr.80-300SL.
Opmerking:Vooreenbeteresnijrandmoet
udevoorkantvanhetondermesbijvijlenalsu
klaarbentmetwetten.Hiermeeverwijdertu
bramenofruwerandendiekunnenzijnontstaan
opdesnijrand.
Belangrijk:Gebruikgeenbrakofteruggewonnen
wateromdemachineschoontemaken.
Belangrijk:Gebruiknooiteenhogedrukreiniger
omdemachineschoontemaken.
Hogedrukreinigerskunnenhetelektrische
systeembeschadigen,belangrijkestickers
loswekenennoodzakelijkvetopwrijvingspunten
wegspoelen.Gebruiknietteveelwaterindebuurt
vanhetbedieningspaneel,demotorendeaccu.
Belangrijk:Reinigdemachinenietterwijlde
motorloopt.Demachinereinigenterwijldemotor
looptkaninternemotorschadeveroorzaken.
77
Stalling
Veiligheidtijdensopslag
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
(indienaanwezig)enwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatu
debestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Bewaardemachineenhetbrandstofvatniet
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(bv.vaneenboilerofeenander
toestel)aanwezigkunnenzijn.
Demotorgebruiksklaar
maken
1. T apdemotorolieafuithetcarterenplaatsde
aftapplug.
2. Verwijderhetolielterengooihetweg.Plaats
eennieuwolielter.
3. Vuldemotormetdeopgegevenmotorolie.
4. Startdemotorenlaatdezeongeveertwee
minutenstationairlopen.
5. Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
6. Spoeldebrandstoftankmetverse,schone
brandstof.
Detractie-eenheid
gebruiksklaarmaken
1. Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
laatdemaai-eenhedenzakken,stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetsleuteltje.
2. Reinigdetractie-eenheid,demaai-eenhedenen
demotorgrondig.
3. Controleerdebandenspanning;zieDe
bandenspanningcontroleren(bladz.64).
4. Controleerofallebevestigingsmiddelen
vastzitten;zetzevastindiennodig.
5. Smeerallesmeer-endraaipuntenmetvetof
olie.Neemovertolligvetop.
6. Plaatsenwaardelakisbekrast,beschadigdof
geroest,moetenlichtgeschuurdenbijgewerkt
worden.Eventueledeukenindemetalen
carrosserieuitdeuken.
7. Verrichtdevolgendeonderhoudswerkzaamhedenaandeaccuendekabels;zieVeiligheid
vanhetelektrischsysteem(bladz.62):
7. Zetalleonderdelenvanhetbrandstofsysteem
weergoedvast.
8. Zorgervoordathetluchtltergrondigwordt
gereinigdeneenonderhoudsbeurtkrijgt.
9. Plakdeluchtlterinlaatendeuitlaatafmet
weerbestendigetape.
10. Controleerdeantivriesbeschermingenvulhet
systeembijmeteenoplossingdiehalfuitwater,
halfuitethyleenglycolbestaat.Vulzoveelbij
alsnodigismethetoogopdeplaatselijkte
verwachtenminimumtemperatuur.
A. Haaldeaccuklemmenlosvande
accupolen.
B. Reinigdeaccu,deklemmenende
polenmetbehulpvaneenstaalborstel
eneenoplossingvanzuiveringszout
(natriumbicarbonaat).
C. SmeereendunlaagjeGrafo112X-vet
(Toroonderdeelnr.505-47)ofpetrolatum
opdekabelklemmenendeaccupolenom
corrosietevoorkomen.
D. Laaddeaccuomde60dagen24uur
langopomloodsulfatievandeaccute
voorkomen.
78
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
PrivacyverklaringEEA/VK
Toro'sgebruikvanuwpersoonlijkegegevens
TheToroCompany(“T oro”)respecteertuwrechtopprivacy.Wanneeruonzeproductenkoopt,kunnenwebepaaldepersoonlijkeinformatieoveru
verzamelen,ofwelrechtstreeksviauofwelviauwplaatselijkT orobedrijfofdealer .T orogebruiktdezeinformatieomtevoldoenaancontractuele
verplichtingen–zoalshetregistrerenvanuwgarantie,hetbehandelenvanuwgarantieclaimofomcontactmetuoptenemeninhetgevalvan
terugroepacties–envoorlegitiemezakelijkedoeleinden–zoalsklanttevredenheidmeten,onzeproductenverbeterenofuproductinformatieverschaffen
dievanbelangkanzijn.T orokanuwinformatiedelenmetonzedochterondernemingen,verdelersofanderezakenpartnersinverbandmetdeze
activiteiten.Wekunnenookpersoonlijkeinformatievrijgevenvanrechtswegeofinverbandmetdeverkoop,aankoopoffusievaneenbedrijf.We
verkopenuwpersoonsgegevensnooitaananderebedrijvenvoormarketingdoeleinden.
Behoudvanuwpersoonlijkegegevens
Torobewaartuwpersoonlijkeinformatiezolangdezerelevantisvoordebovengenoemdedoeleindeneninovereenstemmingismetdewettelijke
vereisten.Gelievecontactoptenemenvialegal@toro.comvoormeerinformatieoverdebewaarperiodesdievantoepassingzijn.
Toro'sengagementinzakeveiligheid
UwpersoonlijkeinformatiekanbehandeldwordenindeVSofeenanderlanddatmogelijksoepeleredatabeschermingswettenheeftdanhetlandwaar
uverblijft.Indienweuwinformatieoverdragennaareenanderlanddanhetlandwaaruverblijft,nemenwijdewettelijkverplichtemaatregelenom
ervoortezorgendatdeinformatieopgepastewijzewordtbeschermdenveiligwordtbehandeld.
Toegangencorrectie
Uhebthetrechtomuwpersoonlijkegegevenstecorrigerenofteraadplegen,ofzichteverzettentegendeverwerkingvanuwgegevensofdezete
beperken.Omdezerechtenuitteoefenen,gelieveeene-mailtesturennaarlegal@toro.com.AlsuzichzorgenmaaktoverdemanierwaaropT orouw
informatieheeftbehandeld,vragenwijuomdezedirecttenaanzienvanonsteuiten.Europeseburgershebbenhetrechtomeenklachtintedienen
bijhungegevensbeschermingsautoriteit.
374-0282RevC
CaliforniëProposition65Waarschuwingsinformatie
Watbetekentdezewaarschuwing?
Sommigeproductendieopdemarktzijnbevatteneenetiketmeteenwaarschuwingals:
WAARSCHUWING: Kankerenschadeaandevoortplantingsorganen–
www.p65Warnings.ca.gov.
WatisProp65?
Prop65geldtvoorelkbedrijfdatactiefisinCalifornië,productenverkooptinCalifornië,ofproductenmaaktdiekunnenwordenverkochtofgeïmporteerd
inCalifornië.DewetschrijftvoordatdeGouverneurvanCaliforniëeenlijstvanchemischestoffenbijhoudtenpubliceertwaarvanbekendisdatze
kanker,geboorteafwijkingenen/ofandereschadeaandevoortplantingsorganenkunnenveroorzaken.Delijstwordtjaarlijksbijgewerktenomvat
honderdenchemischestoffendieinveelalledaagsevoorwerpenvoorkomen.Prop65heeftalsdoelmensenteinformerenoverblootstellingaan
dezechemischestoffen.
Prop65verbiedtdeverkoopvanproductendiedezechemicaliënbevattenniet;welschrijftdewetvoordathetproduct,deproductverpakkingende
bijgevoegdedocumentatiewaarschuwingenbevatten.EenProp65-waarschuwingbetekentooknietdateenproductenigenormofvereisteinzake
productveiligheidschendt.DeCalifornischeregeringsteltduidelijkdateenProp65-waarschuwing“nietneerkomtopeenwettelijkebeslissingdateen
product‘veilig’of‘onveilig’is.”V eelvandezechemischestoffenwordenaljarenopgroteschaalenzondergedocumenteerdeschadegebruiktin
alledaagsevoorwerpen.Gavoormeerinformatienaarhttps://oag.ca.gov/prop65/faqs-view-all
EenProp65-waarschuwingbetekentdat(1)eenbedrijfdeblootstellingheeftbeoordeeldenvanmeningisdatdezehetniveau‘geensignicant
risico’overschrijdt,ofdat(2)hetbedrijfkiestomeenwaarschuwingtevermeldenomdathetweetdateenbetreffendechemischestofaanwezigis,
zonderevenweldeblootstellingeraantebeoordelen.
.
Isdezewetoveralvankracht?
Prop65-waarschuwingenzijnenkelvereistkrachtensdeCalifornischewet.DezewaarschuwingenzietmeninheelCaliforniëinuiteenlopende
omgevingen,bijvoorbeeldinrestaurants,kruidenierswinkels,hotels,scholen,ziekenhuizenenopeengrootaantalproducten.Daarnaastkiezensommige
webverkopersenpostorderbedrijvenervooromProp65-waarschuwingentegevenophunwebsiteofincatalogi.
HoeverhoudendeCalifornischewaarschuwingenzichtotdefederalelimieten?
DeProp65-voorschriftenzijnvaakstrikterdanfederaleeninternationalenormen.VoorverschillendestoffenisinCaliforniëalbijveellageredosisseneen
waarschuwingvereistdaneldersindeVS.Bijvoorbeeld:deProp65-normvoorwaarschuwingenvoorloodbedraagt0,5microgramperdag,watveel
minderisdandefederaleeninternationalestandaarden.
Waaromwordennietallevergelijkbareproductenvandewaarschuwingvoorzien?
•ProductendieverkochtwordeninCaliforniëmoetenvoorzienwordenvaneenProp65-aanduiding,maarditgeldtnietvoorvergelijkbare
productenopandereplaatsen.
•EenbedrijfkaninnavolgingvaneenrechtszaakverplichtwordenomzijnproductentevoorzienvanProp65-waarschuwingen,terwijlditvoor
anderebedrijvendievergelijkbareproductenverkopennietgeldt.
•Prop65wordtnieteenduidigopgelegd.
•Bedrijvenkunnenervoorkiezengeenwaarschuwingtevermeldenomdatzevindendatzedaarniettoeverplichtzijninhetkadervande
Prop65-voorschriften;ookalsergeenwaarschuwingenopeenproductstaan,ishetbestmogelijkdatdebetreffendechemischeproductentoch
invergelijkbaredosissenaanwezigzijn.
WaaromvermeldtTorodezewaarschuwing?
Torowilconsumentenzogoedmogelijkinformerenzodatzegeïnformeerdebeslissingenkunnennemenoverdeproductendiezekopenengebruiken.
Torovermeldtinsommigegevallenwaarschuwingenopbasisvanzijnkennisoverdeaanwezigheidvanéénofmeervandebetreffendechemische
stoffen,zonderevenwelhetniveauvanblootstellingtebeoordelen,aangeziennietallebetreffendechemischestoffenvoorzienzijnvanvoorschriften
voorblootstellingslimieten.OokalisdeblootstellingdoorproductenvanT oroverwaarloosbaarofvaltdezeruimbinnendecategorie'geensignicant
risico',heeftToroerveiligheidshalvevoorgekozenomProp65-waarschuwingenoptenemen.AlsTorodezewaarschuwingennietvermeldt,zouhet
bovendienvervolgdkunnenwordendoordeStaatCaliforniëofdoorprivatepersonendietenuitvoerleggingvanProp65beogen,enhetkanopdie
manieraanzienlijkeboeteskrijgen.
RevA
Torogarantie
Garantiegedurende2jaarof1500bedrijfsuren
Voorwaardenenproductenwaarvoordegarantiegeldt
DeT oroCompanyendehieraangelieerdeonderneming,ToroWarrantyCompany,
biedenkrachtenseenovereenkomsttussenbeideondernemingengezamenlijk
degarantiedatuwToroproduct(hierna:het'product')gedurende2jaarof
1500bedrijfsuren*vrijvanmateriaalgebrekenoffabricagefoutenis,metdien
verstandedathierbijdekortsteperiodemoetwordenaangehouden.Dezegarantie
geldtvooralleproductenmetuitzonderingvanbeluchters(ziedeafzonderlijke
garantieverklaringenvoordezeproducten).Ineengevalwaarindegarantievan
toepassingis,zullenwijhetproductkosteloosreparerenenooknietdekosten
vandiagnose,arbeid,onderdelenentransportinrekeningbrengen.Degarantie
gaatinopdedatumwaarophetproductisgeleverdaandeoorspronkelijkekoper.
*Productenuitgerustmeteenurenteller.
Aanwijzingenvooraanvraagvangarantieservice
Udientcontactoptenemenmetdedistributeurvancommerciëleproductenof
erkendedealerbijwieuhetproductheeftgekocht,zodraudenktdatersprakeisvan
eengevalwaaropdegarantievantoepassingis.Alshetumoeitekosteendistributeur
oferkendedealertevindenofvragenoverrechtenofplichtenuithoofdevande
garantieheeft,kuntucontactmetonsopnemenop:
ToroCommercialProductsServiceDepartment
ToroWarrantyCompany
811 1LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420-1196,VS
+1-952-888-8801of+1-800-952-2740
E-mail:commercial.warranty@toro.com
Plichtenvandeeigenaar
Alseigenaarvanhetproductbentuverantwoordelijkvoordevereisteonderhouds-en
afstelwerkzaamhedendiewordenvermeldindeGebruikershandleiding.Herstellingen
voorproblemenmethetproductdiewordenveroorzaaktdoorhetnietuitvoerenvande
vereisteonderhouds-enafstelwerkzaamhedenwordennietgedektdoordezegarantie.
Zakenengevallendienietonderdegarantievallen
Nietallestoringenofdefectenvanhetproductdieplaatsvindentijdensde
garantieperiodezijnmateriaalgebrekenoffabricagefouten.Buitendezegarantie
vallen:
•Productstoringendiehetgevolgzijnvanhetgebruikvanvervangstukkenniet
afkomstigvanT oro,ofvanhetaanbrengenofgebruikenvanrandapparatenof
aangepasteaccessoiresenproductendienietvanhetmerkT orozijn.
•Productstoringenveroorzaaktdoorhetfeitdatdeeigenaarnalaataanbevolen
onderhouden/ofaanpassingenuittevoeren.
•Defectenalsgevolgvanverkeerd,achteloosofroekeloosgebruikvanhet
product.
•Doorgebruikversletenonderdelendienietdefectzijn.Voorbeeldenvan
onderdelendieslijtenofwordenverbruikttijdenseennormaalgebruikvanhet
productzijnondermeer ,maarnietuitsluitend:remblokkenenremvoeringen,
koppelingsvoeringen,maaimessen,messenkooien,rollenenlagers(verzegeld
ofsmeerbaar),snijplaten,bougies,zwenkwielenenzwenkwiellagers,banden,
lters,drijfriemenensommigeonderdelenvanspuitmachineszoalsmembranen,
spuitdoppenenafsluitkleppen.
•Storingendiewordenveroorzaaktdoorexterneinvloedenzijnondermeer ,
maarnietuitsluitend:weersomstandigheden,wijzevanopslag,verontreiniging,
gebruikvanniet-goedgekeurdebrandstoffen,koelvloeistoffen,smeermiddelen,
additieven,meststoffen,waterofchemicaliën.
•Storingenofgebrekkigeprestatiesdiehetgevolgzijnvanhetgebruikvan
brandstoffen(bv.benzine,dieselofbiodiesel)dienietvoldoenaanhun
respectievelijkeindustriestandaarden.
•Normalegeluidssterkte,trillingen,slijtageenachteruitgang.Normaleslijtage
omvat,maarisnietbeperkttot,schadeaanzittingentengevolgevanslijtageof
afslijting,afgesletengeverfdeoppervlakken,gekrastestickersoframen.
Onderdelen
Garantiewordtverleendoponderdelendiemoetenwordenvervangeninhetkader
vanhetvereisteonderhoud,gedurendedegarantieperiodetothungeplande
vervanging.Eenonderdeeldatuithoofdevandegarantieisvervangen,komtvoorde
duurvandeoorspronkelijkeproductgarantieinaanmerkingvoordegarantieenwordt
eigendomvanT oro.T orobeslistinlaatsteinstantieofeenonderdeelofeengroepvan
onderdelenwordtgerepareerdofvervangen.T oromagvoorgarantiereparatiesinde
fabriekgereviseerdeonderdelengebruiken.
Garantiesemitractieaccuenlithiumionaccu
Semitractieaccu'senlithiumionaccu'shebbeneenspeciektotaalaantalkilowatturen
diezijtijdenshunlevensduurkunnenleveren.Degebruiktetechniekenvoorhet
bedienen,opladenenonderhoudenvandeaccukanleidentoteenlangereof
korterelevensduurvandeaccu.Alsdeaccu'sinditproductwordengebruikt,
zalhunbruikbaarheidtussendeoplaadintervallenlangzaamverminderentotdat
zijvollediguitgeputzijn.Eenaccuvervangendieversletenistengevolgevan
normaalgebruikisdeverantwoordelijkheidvandeeigenaarvanhetproduct.
Opmerking(alleenlithiumionaccu):pro-ratana2jaar.Raadpleegdegarantievan
deaccuvoormeerinformatie.
Onderhoudistenkostevandeeigenaar
Opvoerenvandemotor,smeren,reinigenenwaxen,hetvervangenvanlters,
koelvloeistofenhetuitvoerenvanaanbevolenonderhoudswerkzaamhedenbehoren
totdegebruikelijkewerkzaamhedendienodigzijnvoorT oroproductenendievoor
rekeningvandeeigenaarzijn.
Algemenevoorwaarden
Opgrondvandezegarantiesmogenreparatiesuitsluitendwordenuitgevoerddoor
eenerkendeT oro-distributeurof-dealer.
TheToroCompanyendeT oroWarrantyCompanyzijnnietaansprakelijkvoor
indirecteofbijkomendeschadeofgevolgschadeinsamenhangmethetgebruik
vandeToroproductendieonderdezegarantievallen,inclusiefdekosten
ofuitgavenvoordeleveringvanvervangenmateriaalofdienstengedurende
eenredelijkeperiodevanonbruikbaarheidofbuitengebruikstellingtijdens
deuitvoeringvanreparatiewerkzaamhedenopgrondvandezegarantie.Met
uitzonderingvandeemissiegarantiewaarnaarhieronder,indienvantoepassing,
wordtverwezen,bestaatergeenandereexplicietegarantie.Alleimpliciete
garantiesvanverkoopbaarheidofgeschiktheidvoorgebruikzijnbeperkttot
deduurvandezeexplicietegarantie.
Sommigestatenlatengeenuitsluitingvanincidenteleofvoortvloeiendeschade
toe,nochbeperkingenvandeduurvangeïmpliceerdegaranties.Debovenstaande
uitsluitingenenbeperkingenzijndaarommogelijknietopuvantoepassing.Deze
garantiegeeftuspeciekejuridischerechten;daarnaastkuntubeschikkenover
andererechtendieperlandkunnenverschillen.
Opmerkingmetbetrekkingtotdeemissiegarantie
Hetemissiecontrolesysteemopuwproductkanvallenonderdedekkingvan
eenafzonderlijkegarantiedietegemoetkomtaandeeisenvandeAmerikaanse
EnvironmentalProtectionAgency(EP A)en/ofdeCaliforniaAirResourcesBoard
(CARB).Debeperkingenvandebedrijfsurendiehierbovenzijngenoemd,geldenniet
voordegarantieophetemissiecontrolesysteem.Ziedegarantieverklaringvoorhet
controlesysteemvandeemissievandemotorindeGebruikershandleidingvanuw
productofinhetdocumentatiemateriaalvandefabrikantvandemotor.
AnderelandendandeVerenigdeStatenenCanada
KopersvanT oroproductendiezijngeëxporteerduitdeVerenigdeStatenofCanadamoetencontactopnemenmethunT oro-distributeur(dealer)voordegarantiebepalingen
dieinhunland,provincieofstaatvantoepassingzijn.Alsuomeenofandereredenontevredenbentoverdeservicevanuwverdelerofmoeilijkinformatieoverdegarantie
kuntkrijgen,verzoekenwijucontactoptenemenmetuwerkendT oroservicecenter.
374-0253RevE