Texas Instruments biedt geen enkele gar antie, hetzij impliciet hetzij
uitdrukkelijk, met inbegrip van en niet uit s l uitend beperkt tot welke
impliciete garanties dan ook wat betreft de geschiktheid voor verkoop
en een specifiek gebruik, voor de programma's of documentatie en
stelt deze documentatie slechts ter beschikking “as-is”.
Texas Instruments kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld
voor speciale, indirecte, toevallige of resulterende schade die in
verband zou staan met of het gevolg is van de aankoop of het gebruik
van deze produkten; de enige en uitsluitende aansprakelijkheid,
ongeacht de wijze van de juridische procedure, die door Texas
Instruments wordt gedragen, zal beperk t blijven tot het bedrag van de
aankoopprijs van dit artikel of mat eriaal. Bovendien kan Texas
Instruments niet aansprakeli jk wor de n ges teld indien een eis tot
schadevergoeding wordt ingediend, ongeacht de aard ervan, t egen het
gebruik van deze produkten door een andere persoon.
Grafiekproducttoepassingen (Apps ) wor den onder lic entie beschikbaar
gesteld. Zie de voorwaarden van de licentieovereenkomst
product.
voor dit
De instructies die gegeven worden in dit handboek zijn alleen bedoeld
voor deze Flash-toepassing. Raadpleeg voor hulp bij het gebr uiken
van de TI-89 / TI-92 Plus / V oyage™ 200 P LT het uitgebreide
handboek op education.ti.com/guides
Microsoft, Windows, Windows NT, Apple, Macintosh, Mac, Mac OS zijn handelsmerken
van hun respectievelijke eigenaars.
De CellSheet-toepassing (App) is een rekenblad in de palm van
uw hand. Zij combineert de mogelijkheden van een rekenblad
met de kracht van een rekenmachine en vormt een aanvulling
op andere software-toepassingen op de rekenmachine.
De toepassing is nuttig voor vakken als wiskunde, sociale
wetenschappen, economie en natuurwetenschappen.
Cellen kunnen het volgende bevatten:
•Reële of complexe getallen
•Formules
•Uitdrukkingen
•Variabelen
•Tekststrings
•Functies die uitdrukkingen opleveren
Ieder rekenblad bevat 999 rijen en 64 kolommen.
Een rekenbladvariabele kan niet groter zijn dan 64 kilobyte (KB).
U kunt een rekenmachine-naar-rekenmachinekabel gebruiken om
rekenbladen uit te wisselen met andere TI-89- en TI-92 Plus- /
Voyage™ 200 PLT-rekenmachines. Een computer-hulpprogramma
voor CellSheet™ is apart verkrijgbaar. Met het hulpprogramma kunt
u rekenbladen van TI-89 en TI-92 Plus / Voyage 200 PLT
uitwisselen met Excel en andere programma's. U kunt het
hulpprogramma ook gebruiken om rekenbladen te converteren en
uit te wisselen met TI-83 Plus- en TI-83 Plus Silver Editionrekenmachines. Zie education.ti.com
voor meer informatie over het
computer-hulpprogramma voor CellSheet.
Talen
Deze toepassing is beschikbaar in nederlands, deens, duits,
engels, fins, frans, italiaans, noors, portugees, spaans, en
zweeds. De gelokaliseerde software in de corresponderende taal
moet eveneens geïnstalleerd en in gebruik zijn.
De 64 kolommen zijn gelabeld van A tot en met BL. De rijen zijn
genummerd van 1 tot en met 999. Hoewel u kolommen en rijen
kunt invoegen en verwijderen, bli jven d e kolommen altijd gelabeld
met A-BL en worden rijen altijd genummerd met 1-999. U kunt de
alfabetische kolomlabels of rijnummers niet veranderen.
Naar afzonderlijke cellen wordt verwezen met de letter van de
kolom en het nummer van de rij. Bijvoorbeeld: B25 verwijst naar
de 25ste cel in kolom B. Celreeksen worden gescheiden door
een dubbele punt. Bijvoorbeeld: A1:C5 verwijst naar de
rechthoekige reeks die als linkerbovenhoek de eerste cel in
kolom A heeft, en als rechteronderhoek de vijfde cel in kolom C.
2:Select Range (2:Kies reeks) stelt u in staat om een reeks
cellen te selecteren door de reeks in te voeren in het
dialoogvenster. U kunt ook ¤ ingedrukt houden en op A, B,C of D drukken in het rekenblad.
•¥ A A of ¥ C C selecteert de gehele rij of kolom vanaf de
huidige positie van de cursor. U kunt ¤ ingedrukt houden en
op A, B, C of D drukken om meerdere rijen of kolommen te
selecteren.
Een cel, rij of kolom invoegen
Selecteer een cel, rij of kolom. 2 / voegt een cel, rij of kolom
boven deze selectie in (voor cellen en rijen) of links van deze
selectie (voor kolommen).
Een cel, rij of kolom verwijderen
•¥ 8 of 0 verwijdert een geselecteerde cel, rij of kolom en
schuift de overblijvende cellen, rijen of kolommen één plaats
omhoog of naar links.
•M wist de inhoud van de geselecteerde cel of celreeks
zonder de cel, rij of kolom zelf te verwijderen.
3. Selecteer de naam van het rekenblad dat u wilt openen
en druk op ¸.
Tips U kunt maar één rekenblad tegelijk openen. Als een rekenblad
gearchiveerd is, moet u de archivering opheffen voordat u het
kunt bewerken.
Een rekenblad opslaan
Het rekenblad wordt automatisch opgeslagen in het Random
Access Memory (RAM)-geheugen terwijl u ermee werkt. Het is
niet nodig om uw werk handmatig op te slaan. U kunt het huidige
rekenblad echter ook opslaan onder een nieuwe bestandsnaam.
1. Druk op ƒ
2:Save Sheet As (2:Blad opslaan als).
2. Selecteer de map.
3. Typ de naam voor het rekenblad in en druk op ¸ ¸.
U werkt nog steeds in het huidige rekenblad, niet in het
rekenblad dat u zojuist opgeslagen hebt.
•Letters, cijfers en symbolen bevatten, maar moet beginnen
met een letter
•Maximaal 8 tekens bevatten, maar geen spaties.
Om het opgeslagen rekenblad te openen drukt u op ƒ 1:Open
(1:Openen)
en selecteert u de naam van het rekenblad dat u
zojuist hebt opgeslagen.
Een nieuw rekenblad creëren
1. Druk op ƒ
3:New (3:Nieuw).
2. Selecteer de map.
3. Typ de naam voor het rekenblad in en druk op ¸ ¸.
— of –
Accepteer de voorgestelde naam en druk op ¸.
Knippen, kopiëren en plakken
•ƒ
4:Cut (4:Knippen) verwijdert de inhoud van de
geselecteerde cel of celreeks en plaatst deze op het
klembord, zodat deze in andere cellen geplakt kan worden.
TI-89-sneltoets: ¥ 5. TI-92 Plus- /
Voyage™ 200 PLT-
sneltoets: ¥ X.
•ƒ 5:Copy (5:Kopiëren) kopieert de inhoud van de
geselecteerde cel of celreeks en plaatst deze op het
klembord, zodat deze in andere cellen geplakt kan worden.
U kunt knippen, kopiëren en plakken van cel naar cel en van
bewerkingsregel naar bewerkingsregel, maar niet van cel naar
bewerkingsregel of vice versa. Als u een celverwijzing kopieert
of knipt van een cel en deze vervolgens plakt in een andere cel,
dan verandert de celverwijzing mee; deze verandert echter niet
als u kopieert van bewerkingsregel naar bewerkingsregel.
Om de gehele inhoud van een rekenblad te wissen drukt u
op ƒ
8:Clear Sheet (8:Blad w i sse n) . Deze handeling kan niet
ongedaan gemaakt worden.
Gegevens opmaken
Bij de optie opmaak kunt u kiezen:
•Of waarden automatisch doorgerekend worden bij het
invoeren van gegevens, of dat de waarde alleen voor de
actieve cel berekend wordt. AutoCalc rekent het hele
rekenblad automatisch opnieuw door terwijl u werkt.
Wanneer AutoCalc is ingesteld op
NO (NEE), worden cellen
die formules met verwijzingen naar andere cellen bevatten
niet opnieuw doorgerekend wanneer u wijzigingen invoert in
de cellen waarnaar verwezen wordt.
•Of de cursor automatisch omlaag of naar rechts gaat bij het
invoeren van gegevens in cellen.
•Of een formule of een waarde wordt weergegeven op de
bewerkingsregel.
4. Selecteer wat er op de bewerkingsregel weergegeven
wordt: (
(2:WAARDE)
1:FORMULA (1:FORMULE) of 2:VALUE
).
5. Druk op ¸.
Een rekenblad opnieuw doorrekenen
Wanneer u de CellSheet™ App start, wordt de functie AutoCalc
standaard ingeschakeld. Als u de functie uitschakelt, moet u het
rekenblad handmatig opnieuw doorrekenen.
Om het rekenblad opnieuw door te rekenen drukt u
op 2 Š (TI-89) of Š.
Typ het getal op de bewerkingsregel en druk op ¸. Als het
getal te groot is voor de cel, verschijnt er in de cel een deel van
het getal gevolgd door een aantal puntjes (…). Selecteer de cel
met een afgekapt getal om het volledige getal op de
bewerkingsregel te zien. Het volgende scherm bevat een
voorbeeld van een afgekapt getal.
Het afgekapte getal
verschijnt in de cel
Het volledige getal verschijnt op
de bewerkingsregel
Voorbeeld
1. Voer 14/16 in op de bewerkingsregel.
2. Druk op ¸. In de cel wordt 7/8 weergegeven.
— of —
Druk op ¥ ¸. In de cel wordt .875 weergegeven.
Om ervoor te zorgen dat tekst wordt behandeld als een string en
niet als een variabele, moet u de string tussen aanhalingstekens
plaatsen. Tekststrings lopen door de celgrens heen zolang de
volgende cel leeg is. Als de volgende cel informatie bevat, wordt
de tekst afgekapt in de cel. Selecteer de cel met de afgekapte
tekst om de volledige tekststring op de bewerkingsregel te zien.
Om letters op de TI-89 te typen, drukt u op j en vervolgens
op de lettertoets. Druk op 2 ™ om de alfabet-modus in te
schakelen en op j om de alfabet-modus uit te schakelen.
Symbolische uitdrukkingen bevatten variabelen en andere
symbolen als p en ˆ. U kunt symbolische uitdrukkingen invoeren
in cellen en ze gebruiken in formules.
De CellSheet™ App behandelt variabelen op de volgende manier.
•U kunt bepaalde en onbepaalde variabelen gebruiken.
•Als een variabele bepaald is, wordt de waarde ervan
gesubstitueerd voor de variabele.
•Als u een variabele in een symbolische uitdrukking gebruikt
en vervolgens de waarde van de variabele buiten de
CellSheet App verandert, zullen alle cellen die die variabele
gebruiken de nieuwe waarde bevatten, zodra die cellen
opnieuw doorgerekend zijn.
•U kunt variabelen gebruiken die opgeslagen zijn in een
willekeurige map op uw rekenmachine, door de naam van de
map op te nemen bij de naam van de variabele.
•Als namen van cellen en bepaalde variabelen geen deel
uitmaken van een formule, worden deze vervangen door hun
waarde.
•Als een variabele dezelfde naam heeft als een cel, wordt de
waarde van die cel gebruikt, tenzij u de naam van de map en
de naam van de variabele typt, zelfs als de variabele zich in
de huidige map bevindt.
Voorbeeld 1
De variabele x heeft geen waarde.
1. Typ 3x^2+2x op de bewerkingsregel.
2. Druk op ¸. In de cel wordt 3*x^2…weergegeven,
en op de bewerkingsregel wordt 3x^2+2*x weergegeven.
Voorbeeld 2
Neem aan dat de variabele HW (Huidige waarde) is opgeslagen
in een map met de naam
FINANCIËN en dat de waarde 12 is.
Voer het volgende op de bewerkingsregel in: =financiën\HW.
In de cel verschijnt 12.
— of —
Voer = in op de bewerkingsregel, druk op 2 °,
en selecteer HW in de map financiën. Druk op ¸. Op de
bewerkingsregel verschijnt financiën\HW. Druk op ¸ en in
de cel verschijnt 12.
Een formule is een vergelijking die bewerkingen uitvoert op
gegevens van het rekenblad. Formules kunnen:
•wiskundige bewerkingen uitvoeren, zoals optellen en
vermenigvuldigen
•naar andere cellen in hetzelfde rekenblad verwijzen
Als u een formule invoert, worden de formule en de uitkomst van
de formule beide opgeslagen in de cel.
In het volgende voorbeeld wordt 15 opgeteld bij de waarde in cel
C4 en wordt de uitkomst gedeeld door de som van de waarden
van de cellen B4, B5 en B6.
Numerieke constante
Celverwijzing
=(C4+15)/sum(B4:B6)
Plaats altijd een = of een + voor de formule zodat de formule
opgeslagen wordt bij die cel, en waarden opnieuw doorgerekend
kunnen worden als de waarden van variabelen veranderen.
Formules in cellen worden opnieuw uitgewerkt nadat er
veranderingen zijn aangebracht in andere cellen en wanneer u
terugkeert naar de CellSheet™ App.
OpmerkingAls een formule direct verwijst naar een lege cel (bv. =A1+2),
wordt de cel behandeld als een 0 (nul). Als de formule verwijst
naar een lege cel die een onderdeel is van een reeks
(bv. =som(A1:A3)), wordt de lege cel genegeerd.
Als AutoCalc is ingesteld op YES (JA), wordt het rekenblad
automatisch opnieuw doorgerekend als u gegevens op het
rekenblad invoert of bewerkt.
Tip Indien gewenst kunt u de functie AutoCalc uitschakelen als het
rekenblad erg groot is. Bij grote rekenbladen duurt het minstens
een minuut om het blad opnieuw door te rekenen.
Als er een cel is geselecteerd, verschijnt de formule op de
bewerkingsregel en de waarde van de formule in de cel.
Om waarden van formules op de bewerkingsregel te bekijken,
drukt u op ¥ Í (TI-89) of ¹ F om het dialoogvenster
(NOTATIES)
(Toon:2:waarde)
weer te geven. Selecteer Show:2:Value
. In de cel wordt de waarde van de formule
FORMATS
weergegeven. Door op ¸ te drukken keert de
bewerkingsregel terug naar de bewerkingsmodus en wordt de
formule op de bewerkingsregel weergegeven. Druk op
…
9:Show Pretty Print (9:Toon Pretty Print) om waarden van
cellen die groter zijn dan in de cel getoond kan worden, in een
pop-up-venster weer te geven.
Een functie is een vooraf gedefinieerde opdracht die berekeningen
uitvoert op gespecificeerde waarden in een bepaalde volgorde.
De waarden worden argumenten genoemd. De argumenten
kunnen getallen, lijsten, namen van cellen, celreeksen enz. zijn,
afhankelijk van wat nodig is voor de functie. De argumenten staan
tussen haakjes en worden van elkaar gescheide n door een komma.
Als ƒ
Functienaam
=sum(A3:A25)
9:Format (9:Notatie) zodanig is ingesteld dat formules
Argument
worden weergegeven, worden functies van de CellSheet™ Appmenu's, de Catalog (Catalogus) of rekenmachinetoetsen op de
bewerkingsregel weergegeven.
U kunt elke functie op de rekenmachine in een cel gebruiken,
zolang de einduitkomst een uitdrukking is.
2. Druk op 2 ˆ (TI-89) of ˆ om een lijst weer te geven
van enkele veelgebruikte functies in het rekenblad en de
functie te selecteren.
— of —
Selecteer een functie uit het menu Catalog (Catalogus)
of Math (Wiskunde).
— of —
Druk op een functietoets.
3. Voer de argument(en) voor de functie in en druk op Í.
In het volgende gedeelte worden de functies beschreven die
beschikbaar zijn in het menu ˆ
De functie cellIf( (celAls() geeft trueResult (Resultaat als waar)
of falseResult (Resultaat als onwaar) als uitkomst, afhankelijk
van of de conditie waar of onwaar is.
TICSHEET.cell[f(conditie, resultaat als waar,
resultaat als onwaar)⇒uitdrukking
Bijvoorbeeld:
Als-voorwaarde
=TICSHEET.cellΙΙΙΙf(A3‚100,100,0)
Resultaat als waar
Resultaat als onwaar
Druk op 2 ˆ (TI-89) of ˆ 1:cellZf( (1:celAls().
De conditie van cellIf (celAls), trueResult (Resultaat als waar)
en falseResult (Resultaat als onwaar) kunnen verwijzingen naar
cellen bevatten.
De functie mean( (gem() geeft het gemiddelde van een lijst
waarden weer. Als u deze functie gebruikt in de CellSheet™
App, kunt u een lijst of een celreeks als argument invoeren.
De functie rand( (toeval()
De functie rand( (toeval() geeft een toevalsgetal weer. In de
CellSheet App kunt u een cel die een geheel getal bevat
invoeren als een argument.
De functie sum( (som()
De functie sum( (som() geeft de som van de gegevens in een
lijst weer. In de CellSheet App kunt u een lijst of een celreeks
invoeren als argument.
U kunt de volgende menu's rechtstreeks gebruiken binnen de
CellSheet™ App:
•CellSheet App -menu's door op de betreffende
functietoetsen te drukken
•De Catalog (Catalogus) en andere menu's door op de
betreffende toetsen te drukken
U kunt een cel bewerken door deze te selecteren en de nieuwe
gegevens in te voeren. M verwijdert de inhoud van een
enkele cel of van een reeks cellen. Met † kunt u de laatste
handeling ongedaan maken.
Tip Als u nog niet op ¸ hebt gedrukt om de inhoud van een cel
te veranderen, kunt u op N drukken om terug te keren naar de
eerdere inhoud van de cel.
Knippen, kopiëren en plakken
1. Selecteer de cel of de celreeks die u wilt knippen of
kopiëren.
Tip Houd ¤ ingedrukt en druk op de pijltoetsen om een reeks cellen