7.6. Real Time ............................................................................. 27
7.7. Data logger .......................................................................... 29
8Tips en hulp ............................................................................. 30
8.1. Vragen en antwoorden ....................................................... 30
8.2. Toebehoren en onderdelen ................................................ 31
4
2 Veiligheid en milieu
2.1. Over dit document
Gebruik
> Lees deze documentatie aandachtig door en zorg dat u met het
product vertrouwd bent, voordat u het gaat gebruiken. Besteed
bijzondere aandacht aan de veiligheidsinstructies en
waarschuwingen om verwondingen en materiële schade
te voorkomen.
> Houd deze documentatie altijd binnen handbereik, zodat
u indien nodig snel zaken kunt opzoeken.
> Geef deze documentatie altijd door aan eventuele latere
gebruikers van het product.
Waarschuwingen
Houd altijd rekening met de informatie die is gekenmerkt door de
volgende waarschuwingen met pictogrammen. Tref de genoemde
voorzorgsmaatregelen!
Voorstelling Uitleg
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
OPGELET
wijst op mogelijke ernstige verwondingen
wijst op mogelijke lichte verwondingen
wijst op situaties, die schade aan het product
kunnen veroorzaken
2 Veiligheid en milieu
2.2. Veiligheid garanderen
> Gebruik het product uitsluitend waarvoor het bedoeld is, en
alleen binnen de parameters zoals die zijn aangegeven in de
technische gegevens. Behandel het product altijd voorzichtig.
> Berg het product niet op samen met oplosmiddelen. Gebruik
geen ontvochtigers.
> Voer aan dit instrument alleen onderhouds- en
instandhoudingswerkzaamheden uit, die zijn beschreven
in de documentatie. Houd u daarbij aan de voorgeschreven
procedures. Gebruik uitsluitend originele
vervangingsonderdelen van Testo.
5
2 Veiligheid en milieu
> Bescherm het instrument tegen regen en vocht. Zorg ervoor dat
2.3. Milieu beschermen
er geen vloeistoffen binnendringen in de microfoon.
> Verwerk defecte accu's / lege batterijen conform de plaatselijke
wet- en regelgeving.
> Lever dit product na het einde van zijn levensduur in bij een
inzamelpunt voor de sortering van elektrische en elektronische
apparatuur (houd u aan de plaatselijke voorschriften), of bezorg
het voor verwerking terug aan Testo.
6
3 Functionele beschrijving
3.1. Gebruik
De testo 816-1 is een geluidsniveaumeter met een meetbereik van
30 tot 130 dB, twee tijdevaluaties, twee frequentieklassen, een
functie voor minimale / maximale waarde, opslag van afzonderlijke
waarden en opslag van meetreeksen.
Meetinstellingen en -resultaten worden weergegeven op het LCDdisplay. Meetgegevens kunnen in het instrument opgeslagen of via
een PC-interface naar een Windows® PC overgedragen worden.
Met behulp van de kalibrator (toebehoren) kan het meetinstrument
met de meegeleverde schroevendraaier worden afgesteld.
3.2. Technische gegevens
Het instrument vervult de eisen volgens IEC 61672-1 klasse 2.
Eigenschap Waarden
Microfoon
½ inch elektreet condensator
meetmicrofoon 2,2 kOhm
ingangsimpedantie
Frequentiebereik 20 Hz … 8 kHz
Meetbereik 30 … 130 dB
Ruisniveau < 30 dB
Frequentieklasse A / C
Tijdevaluatie FAST (125 mS), SLOW (1 s)
Nauwkeurigheid
±1,4 dB (onder referentievoorwaarden
@ 94 dB, 1 kHz)
Dynamische omvang 100 dB
Geheugen voor
meetgegevens
Geheugen voor afzonderlijke waarden:
99 datarecords
Geheugen voor meetreeksen:
31000 datarecords
Digitaal display
Resolutie 0,1 dB, actualisering van het
display 0,5 s
Weergave als
staafdiagram
50 segmenten, resolutie 2 dB, actualisering
van het display 50mS
AC-uitgang 1 Vrms bij volledige uitslag
3 Functionele beschrijving
7
3 Functionele beschrijving
Eigenschap Waarden
DC-uitgang 10 mV / dB
Voeding 4 x IEC LR6P (AA) batterijen
Levensduur
batterijen
Stroomverbruik ca. 0,3 W
Netaansluiting 9 V DC (8-10 V DC Max)
Bedrijfstemperatuur 0 … 40 °C
Bedrijfsvochtigheid 10 … 90 % RV
Bedrijfs- /
Opslaghoogte
Opslagtemperatuur -10 … 60 °C
Opslagvochtigheid 10 … 75 % RV
Afmetingen
(L x B x H)
Gewicht 390 g (inclusief batterijen)
Wetten, richtlijnen,
normen
Garantie 2 jaar
ca. 30 h (alkaline batterijen)
max. 2000m NN
272 × 83 × 42 mm
IEC 61672-1 klasse 2, ANSI S 1.4 type 2
Garantievoorwaarden:
zie www.testo.com/warranty
8
3 Functionele beschrijving
Richtkarakteristiek van de microfoon
Richtkarakteristiek van de geluidsniveaumeter
9
3 Functionele beschrijving
Invloed van het windscherm
Frequentieklasse
Frequentie [Hz] dBA(dB) dBC(dB) Foutgrenzen (dB)
20 -50,5 -6,2 ±3,5
31,5 -39,4 -3,0 ±3,5
63 -26,2 -0,8 ±2,5
125 -16,1 -0,2 ±2,0
250 -8,6 0,0 ±1,9
500 -3,2 0,0 ±1,9
1000 0,0 0,0 ±1,4
2000 1,2 -0,2 ±2,6
4000 1,0 -0,8 ±3,6
8000 -1,1 -3,0 ±5,6
10
Karakteristiek van de frequentieklasse
3 Functionele beschrijving
Afhankelijkheid van de absolute druk
Hoogte boven NN [m] Druk [mbar] Correctiewaarde [dB]
0 – 250 1013 – 984 0,0
251 – 850 983 – 915 -0,1
851 – 1450 914 – 853 -0,2
1451 – 2000 852 – 795 -0,3
Afhankelijkheid van de temperatuur
Waarden met betrekking tot:
• Omgevingsvochtigheid: 65 %RV
• Referentiewaarde voor geluidsdruk: 124 dB
• Temperatuurbereik met afwijking < 0,5 dB: 10…40 °C
Geheugenadres van de
opgeslagen waarde, die wordt
weergegeven.
Opgeslagen afzonderlijke
waarde wordt weergegeven.
frequentieklasse.
Indicatie maximale meetwaarde
werd overschreden.
meetwaardengeheugen vol.
Opslag van meetreeksen is
geactiveerd.
Indicatie minimale meetwaarde
werd onderschreden.
15
5 Product gebruiken
5 Product gebruiken
5.1. Inbedrijfstelling
Batterijen erin leggen
1. Kruiskopschroef van het batterijenvak losdraaien met een
schroevendraaier.
2. Afdekking van het batterijenvak eraf nemen.
3. Batterijen erin leggen. Let op de juiste polariteit!
4. Afdekking weer op het batterijenvak leggen.
5.2. In- / Uitschakelen
5. Schroef aandraaien met een schroevendraaier.
Inschakelen (met activering van de uitschakelautomatiek)
> Toets indrukken.
- Het instrument schakelt zich in en (uitschakelautomatiek
geactiveerd) verschijnt.
- Het instrument schakelt zich automatisch uit, als 30 minuten
lang geen toets wordt ingedrukt.
- De uitschakelautomatiek wordt gedeactiveerd, als het
instrument aan een PC aangesloten is of een automatische
gegevensregistratie plaatsvindt.
Inschakelen (zonder activering van de uitschakelautomatiek)
1. Toets ingedrukt houden en toets indrukken.
2. Toets ingedrukt houden, tot het instrument is ingeschakeld.
- Het instrument schakelt zich in. verschijnt niet.
Uitschakelen
> Toets ingedrukt houden, tot P-OFF verschijnt.
16
5 Product gebruiken
5.3. Datum / Tijd instellen
De ingebouwde klok maakt het mogelijk om samen met
meetwaarden datum en tijd op te slaan.
1. Toets 2 s lang ingedrukt houden.
De waarden worden in de volgende volgorde ingesteld: jaar (year),
maand (month), dag (day), uur (hour), minuten (minute),
seconden (second).
2. Toets of indrukken om de waarde in te stellen, toets
indrukken om naar de volgende waarde te gaan.
> Toets indrukken om het proces te annuleren.
5.4. Datum / Tijd weergeven / onderdrukken
> Toets indrukken.
5.5.Displayverlichting in- / uitschakelen
Handmatig in- / uitschakelen
> Toets indrukken.
Automatische uitschakeling
De displayverlichting wordt na 30 s automatisch uitgeschakeld.
5.6. Frequentieklasse omschakelen
Voor standaard geluidsniveaumetingen wordt de
frequentieklasse A gebruikt. Deze klasse komt overeen met
het gevoel voor geluidsniveau van het menselijke oor. In dit
verband wordt gesproken van "aan het gehoor aangepast
volume".
Als ook de laagfrequente aandelen van een geluid moeten
worden gemeten, dan wordt de frequentieklasse C gebruikt.
Als de weergegeven waarde bij de C-klasse wezenlijk
hoger ligt dan bij de A-klasse, dan is het aandeel
laagfrequent geluid hoog.
> Toets indrukken.
17
5 Product gebruiken
5.7. Tijdevaluatie omschakelen
Er kan worden gekozen tussen de bereiken "Slow" met een
tijdevaluatie van 1s en "Fast" met 125ms. De integratie van
de binnenkomende geluidssignalen gebeurt
dienovereenkomstig gedurende een periode van 1s resp.
125ms. Bij de instelling "Fast" wordt de weergavesnelheid
op het display van één meetwaarde per seconde verhoogd
tot ca. 5-6 meetwaarden per seconde. Bij geluiden waarvan
het volume van het signaal maar langzaam verandert, zoals
bijv. machines, fotokopieermachines, printers enz., moet de
tijdevaluatie "Slow" worden gekozen. Om plotselinge
veranderingen van het geluidsniveau (bijv. van
bouwmachines) te registreren kiest u de bedrijfsmodus
"Fast".
> Toets indrukken.
5.8.Meten
Informatie en aanbevelingen
• Geluidsgolven kunnen aan muren, plafonds en andere
voorwerpen gereflecteerd worden. Ook het huis van het
meetinstrument en de metende persoon zijn bij verkeerde
hantering storende factoren in het schakelveld en kunnen tot
verkeerde meetresultaten leiden.
• Het huis van het instrument en de bediener kunnen niet alleen
het geluid dat uit een bepaalde richting komt hinderen, maar
zelfs reflecties en daardoor aanzienlijke meetfouten
veroorzaken. Uit experimenten is gebleken dat bijvoorbeeld bij
frequenties rond 400 Hz lichaamsfouten tot 6 dB kunnen
ontstaan, als men meet op een afstand van minder dan één
meter van het lichaam. Bij andere frequenties is deze fout
weliswaar kleiner, maar er moet toch een minimum afstand
worden aangehouden. In het algemeen wordt aanbevolen om
het meetinstrument minstens 30 cm - maar nog beter 50 cm van het lichaam verwijderd te houden.
• Het wordt aanbevolen om het instrument voor nauwkeurige
metingen te bevestigen op een statief.
• Afhankelijkheid van de absolute druk: In de fabriek is het
meetinstrument gekalibreerd voor metingen op een hoogte
van 0 m boven NN. Metingen op andere hoogten hebben
meetfouten tot gevolg, die aan de hand van een tabel (zie
Technische gegevens) gecorrigeerd kunnen worden. Trek van
de gemeten waarde de bijhorende correctiewaarde af (bijv. 0,1 dB bij metingen op een hoogte van 500 m boven NN).
18
5 Product gebruiken
U kunt deze meetfouten vermijden, indien u vóór (en na) elke
meting het meetinstrument afstelt op de betreffende hoogte.
Neem hiervoor de bedieningshandleiding van het ijkinstrument
in acht.
• Windscherm: Het meegeleverde windscherm moet in het
algemeen erop worden gezet bij metingen in de openlucht of bij
het optreden van luchtbewegingen. Windgeluiden aan de
microfoon veroorzaken een meetfout, aangezien het nuttige
signaal (de geluidsbron) en het windgeluid bij elkaar worden
opgeteld.
Het windscherm vervalst de meetwaarde niet.
• Over- en ondersturing: De geluidsniveaumeter controleert bij
elke meetcyclus of het gemeten geluidsniveau binnen het
geldigheidsgebied van het meetbereik ligt. Afwijkingen worden
op het display weergegeven door "Over" resp. "Under".
De criteria voor over- resp. onderschrijding verschillen echter
wel. Oversturing wordt gesignaleerd als de tijdens de laatste
meetcyclus opgetreden maximale waarde (piekwaarde, bijv.
korte geluidsimpuls, knal) te groot was. Deze waarde kan
aanzienlijk groter zijn dan de weergegeven effectieve waarde
van het geluidsniveau. Daarom kan "Over" gesignaleerd
worden, hoewel een geluidsniveau binnen het normale gebied
van het betreffende meetbereik wordt weergegeven. "Under"
oriëntieert zich daarentegen aan de gemeten effectieve waarde
en wordt daarom gezet bij een enkele onderschrijding van de
onderste grens van het meetbereik.
Meting uitvoeren
1. Instrument inschakelen.
2. Meettijd (FAST/SLOW) instellen
3. Frequentie (A/C) instellen
4. Microfoon altijd precies op de te meten geluidsbron richten
(referentierichting).
5.9.Stopfunctie Min / Max gebruiken
Meetwaarden vasthouden
> Toets indrukken.
- brandt. De maximale waarde sinds inschakelen van de
functie wordt weergegeven en automatisch vastgehouden.
> Toets opnieuw indrukken.
- brandt. De minimale waarde sinds inschakelen van de
functie wordt weergegeven en automatisch vastgehouden.
19
5 Product gebruiken
> Toets opnieuw indrukken.
- en knipperen. De huidige meetwaarde wordt
weergegeven. Minimale waarde en maximale waarde sinds
inschakelen van de functie worden automatisch vastgehouden.
> Toets opnieuw indrukken.
- De stopfunctie wordt gedeactiveerd.
Stopfunctie terugzetten
> Toets twee seconden ingedrukt houden.
De vastgehouden waarden worden verwijderd.
5.10.Opslag van afzonderlijke waarden gebruiken
Afzonderlijke waarde opslaan
> Toets indrukken.
- brandt kort en de afzonderlijke waarde wordt
opgeslagen onder het eerste vrije geheugenadres.
Opgeslagen afzonderlijke waarde weergeven
> Toets indrukken.
- brandt. De afzonderlijke waarde van de het laatst
uitgevoerde opslag van afzonderlijke waarden en het
geheugenadres worden weergegeven.
20
> Met de toetsen en wisselen tussen de afzonderlijke
geheugenadressen.
- Bij nog niet bezette geheugenadressen verschijnt in plaats van
de meetwaarde 00.
Geheugen voor afzonderlijke waarden wissen
1. Instrument uitschakelen.
2. Toets ingedrukt houden en toets ingedrukt houden.
- Terwijl de toetsen worden ingedrukt: CLr verschijnt, SURE
knippert en er wordt een countdown (5 seconden) gestart.
3. Na afloop van de countdown de toetsen loslaten.
- Het geheugen is gewist.
5 Product gebruiken
5.11.Opslag van meetreeksen gebruiken
Opslaginterval instellen
1. Toets indrukken.
2. Met de toetsen en de interval (in seconden) instellen
(minimaal: 1 seconde, maximaal 1 minuut).
3. Toets opnieuw indrukken.
Meetreeks opslaan
Bij geactiveerde opslag van meetreeksen zijn de meeste functies
(opslag van afzonderlijke waarden, instelling van de opslaginterval,
frequentieklasse, tijdevaluatie) gedeactiveerd.
1. Toets indrukken.
- brandt en de meetwaarden worden opgeslagen.
2. Toets opnieuw indrukken.
- De opslag van meetwaarden wordt beëindigd.
Geheugen voor meetreeksen wissen
1. Instrument uitschakelen.
2. Toets ingedrukt houden en toets ingedrukt houden.
- Terwijl de toetsen worden ingedrukt: CLr verschijnt, SURE
knippert en er wordt een countdown (5 seconden) gestart.
3. Na afloop van de countdown de toetsen loslaten.
- Het geheugen is gewist.
Meetreeks weergeven
Het weergeven en evalueren van opgeslagen meetreeksen gebeurt
via de PC-software, zie 7.7 Data Logger, pagina 29.
21
6 Product instandhouden
DC Signal
AC Signal
Ground
5.12.AC / DC signaaluitgang gebruiken
Specificatie
AC: 1 Vrms bij volledige uitslag, uitgangsimpedantie ca. 100 Ohm,
uitgangssignaal door standaard 3,5mm klinkstekker (zie afbeelding
hieronder).
Om de PC-interface te gebruiken is de RS232 / USBverbindingskabel nodig. Specificatie van de signaaluitgang: Seriële
interface, 9600bps N 8 1.
6 Product instandhouden
6.1. Instrument reinigen
> Huis van het instrument regelmatig afvegen met een droge
doek. Geen schuur- of oplosmiddelen gebruiken.
6.2. Batterijen vervangen
Batterijen vervangen binnen 30 minuten. Na langere
bedrijfsonderbreking en nadat de batterijen eruit zijn
22
genomen, moeten datum en tijd opnieuw worden ingesteld.
1. Kruiskopschroef van het batterijenvak losdraaien met een
schroevendraaier.
2. Afdekking van het batterijenvak eraf nemen.
6 Product instandhouden
3. Verbruikte batterijen eruit nemen en vervangen door nieuwe.
Let op de juiste polariteit!
4. Afdekking weer op het batterijenvak leggen.
5. Schroef aandraaien met een schroevendraaier.
6.3. Instrument kalibreren / afstellen
De aanbevolen kalibratie-interval bedraagt één jaar.
Voor een kalibratie / afstelling is de geluidskalibrator 0554 0452
nodig. Gelieve voor de uitvoering de met de geluidskalibrator
meegeleverde bedieningshandleiding in acht te nemen.
Het meetinstrument is in de fabriek al gekalibreerd. Ter controle
van de nauwkeurigheid valt het echter aan te bevelen, met name
als het instrument lang niet werd gebruikt, om een kalibratie uit te
voeren met de kalibrator.
Bij metingen onder gure omstandigheden, op grote hoogten, bij
hoge luchtvochtigheid of bij bijzonder hoge eisen aan de
meetresultaten, moet het instrument vóór en na de meting met de
kalibrator gecontroleerd worden.
Voor het kalibreren wordt de kalibrator met een draaibeweging
op de microfoon gezet. Schakel de geluidsniveaumeter
in en zet de tijdevaluatie op "Fast" en de frequentieklasse op "A".
Vervolgens wordt de kalibrator ingeschakeld, als u de schakelaar
in de middelste stand (94 dB) brengt. Bij een afwijking van de
weergegeven waarde kunt u de geluidsniveaumeter afstellen met
de meegeleverde schroevendraaier.
Daarna kan gecontroleerd worden of ook het tweede niveau van
de kalibrator binnen de foutgrens van ± 0,2 dB wordt weergegeven.
Als de weergegeven waarde niet binnen de foutgrens ligt, gelieve
u dan te wenden tot onze service.
23
7 Software testo 816-1
7 Software testo 816-1
7.1. Systeemvereisten
• PC met Windows® besturingssysteem
• De computer moet de eisen van het betreffende
besturingssysteem vervullen. Bovendien moet de volgende eis
vervuld zijn: 50MB vrije geheugenplaats voor de installatie van
de software
7.2. Driver / Software installeren
1. Programma-CD in de CD-ROM-drive van de computer
plaatsen.
Indien het installatieprogramma niet automatisch start:
> Station openen, CD-drive selecteren en het bestand
MainSetup.exe starten.
2. Volg de instructies van de installatie-assistent.
- Eerst wordt de voor het instrument vereiste driver en daarna de
software geïnstalleerd.
7.3. Instrument verbinden met PC
1. RS232 / USB-verbindingskabel verbinden met instrument en
PC.
2. Instrument inschakelen: Toets indrukken.
7.4. Software starten
Het bedieningsveld van de software is alleen
24
beschikbaar in het Engels
1. Verbind eerst het instrument met de PC, voordat u de software
De balk voor de weergave van de evaluatie-informatie () moet
zichtbaar zijn.
> De beide schuifregelaars (groen) onder het diagram
verschuiven.
- Een blauwe lijn (cursor A) en een rode lijn (cursor B) met
meetwaarde en tijd op de gekozen positie worden getoond.
- Maximale / Minimale meetwaarde in het gekozen bereik A-B
worden getoond.
- De gemiddelde waarde in het gekozen bereik A-B wordt
getoond.
Diagrameigenschappen aanpassen
> Knop indrukken.
- Er gaat een venster open voor de aanpassing van
diagraminstellingen.
28
Geregistreerde meetwaarden exporteren
1. Knop indrukken.
- De meetwaarden worden gekopieerd naar het klembord.
2. Programma openen waarin de gegevens geëxporteerd moeten
worden (bijv. Microsoft® Excel®) en gegevens invoegen.
Geregistreerde meetwaarden opslaan
1. In het hoofdmenu de functie File | Save kiezen.
- Windows-dialoog om bestanden op te slaan gaat open.
2. Voer de bestandsnaam in en kies een bestandsformaat.
Opdat de gegevens later in de software kunnen worden
weergegeven, moet het bestandstype .ghf worden gekozen. Als de
gegevens geëxporteerd moeten worden voor gebruik in een andere
software, dan moet het bestandstype .txt worden gekozen.
3. Selecteer een geheugenplaats en klik op [Opslaan].
7.7. Data logger
Functie voor de weergave van meetreeksen uit het geheugen van
het instrument.
7 Software testo 816-1
In de linker helft worden de meetreeksen in het geheugen van het
instrument getoond en kunnen deze per muisklik geselecteerd
worden.
In de rechter helft wordt de geselecteerde meetreeks
weergegeven. De functies voor de weergave en evaluatie van de
meetgegevens komen overeen met die van de functie Real Time
(zie hoofdstuk hierboven).
In aanvulling tot de daar beschreven functies is het mogelijk om
alle meetreeksen in het geheugen van het instrument (Data Sets)
op te slaan. Hiervoor moet in de Windows dialoog voor het opslaan
van gegevens het gegevensformaat .rec gekozen worden.
29
8 Tips en hulp
8 Tips en hulp
8.1. Vragen en antwoorden
Vraag Mogelijke oorzaken / Oplossing
De geluidsniveaumeter werd
verbonden met de PC, maar in
de software verschijnt NO
CONNECTION.
Hoe kunnen meetwaarden
worden overgedragen naar
een software voor de calculatie
van tabellen.
Hoe kan de software
gedeïnstalleerd worden?
Functie Real Time: Bij korte
meetpuls (bijv. 0,1 s) worden
niet alle meetwaarden
overgedragen.
Indien we uw vraag niet konden beantwoorden, neem dan contact
op met uw verkooppunt of met de Testo klantendienst. Voor
contactgegevens zie achterzijde van dit document of internetpagina
www.testo.com/service-contact.
Misschien zijn interfaces bezet
door andere toepassingen.
> Alle andere toepassingen
sluiten.
> PC en software opnieuw
starten.
> Gegevens opslaan als
kommagescheiden
tekstbestand (*.txt).
> In het besturingssysteem de
systeembesturing openen en
de functie om programma´s te
deïnstalleren openen.
Te lange antwoordtijden van de
PC.
> Meetpuls verlengen.
30
8.2.Toebehoren en onderdelen
Beschrijving Artikel-nr.
Kalibrator 0554 0452
Windscherm
RS232 / USB-verbindingskabel
ISO-kalibreercertificaat geluidsniveau;
kalibreerpunt 94 dB, bij verschillende frequenties