testo 816-1 User guide [nl]

testo 816-1 geluidsniveaumeter
Bedieningshandleiding
2

1 Inhoud

1 Inhoud
1 Inhoud ...................................................................................... 3
2 Veiligheid en milieu ................................................................... 5
2.1. Over dit document ................................................................ 5
2.2. Veiligheid garanderen ........................................................... 5
2.3. Milieu beschermen ............................................................... 6
3 Functionele beschrijving ............................................................ 7
3.1. Gebruik .................................................................................. 7
3.2. Technische gegevens ............................................................. 7
4 Productbeschrijving ................................................................. 12
5 Product gebruiken ................................................................... 16
5.1. Inbedrijfstelling ................................................................... 16
5.2. In- / Uitschakelen ................................................................ 16
5.3. Datum / Tijd instellen .......................................................... 17
5.4. Datum / Tijd weergeven / onderdrukken ........................... 17
5.5. Displayverlichting in- / uitschakelen ................................... 17
5.6. Frequentieklasse omschakelen ........................................... 17
5.7. Tijdevaluatie omschakelen .................................................. 18
5.8. Meten .................................................................................. 18
5.9. Stopfunctie Min / Max gebruiken ....................................... 19
5.10. Opslag van afzonderlijke waarden gebruiken ..................... 20
5.11. Opslag van meetreeksen gebruiken .................................... 21
5.12. AC / DC signaaluitgang gebruiken ....................................... 22
5.13. PC-interface gebruiken ........................................................ 22
3
1 Inhoud
6 Product instandhouden ........................................................... 22
6.1. Instrument reinigen ............................................................ 22
6.2. Batterijen vervangen ........................................................... 22
6.3. Instrument kalibreren / afstellen ........................................ 23
7 Software testo 816-1 ............................................................... 24
7.1. Systeemvereisten ................................................................ 24
7.2. Driver / Software installeren ............................................... 24
7.3. Instrument verbinden met PC ............................................. 24
7.4. Software starten ................................................................. 24
7.5. Bedieningsveld .................................................................... 25
7.5.1. Hoofdmenu ................................................................................................................ 25
7.6. Real Time ............................................................................. 27
7.7. Data logger .......................................................................... 29
8 Tips en hulp ............................................................................. 30
8.1. Vragen en antwoorden ....................................................... 30
8.2. Toebehoren en onderdelen ................................................ 31
4
2 Veiligheid en milieu

2.1. Over dit document

Gebruik

> Lees deze documentatie aandachtig door en zorg dat u met het
product vertrouwd bent, voordat u het gaat gebruiken. Besteed bijzondere aandacht aan de veiligheidsinstructies en waarschuwingen om verwondingen en materiële schade te voorkomen.
> Houd deze documentatie altijd binnen handbereik, zodat
u indien nodig snel zaken kunt opzoeken.
> Geef deze documentatie altijd door aan eventuele latere
gebruikers van het product.

Waarschuwingen

Houd altijd rekening met de informatie die is gekenmerkt door de volgende waarschuwingen met pictogrammen. Tref de genoemde voorzorgsmaatregelen!
Voorstelling Uitleg
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
OPGELET
wijst op mogelijke ernstige verwondingen
wijst op mogelijke lichte verwondingen
wijst op situaties, die schade aan het product kunnen veroorzaken

2 Veiligheid en milieu

2.2. Veiligheid garanderen

> Gebruik het product uitsluitend waarvoor het bedoeld is, en
alleen binnen de parameters zoals die zijn aangegeven in de technische gegevens. Behandel het product altijd voorzichtig.
> Berg het product niet op samen met oplosmiddelen. Gebruik
geen ontvochtigers.
> Voer aan dit instrument alleen onderhouds- en
instandhoudingswerkzaamheden uit, die zijn beschreven in de documentatie. Houd u daarbij aan de voorgeschreven procedures. Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen van Testo.
5
2 Veiligheid en milieu
> Bescherm het instrument tegen regen en vocht. Zorg ervoor dat

2.3. Milieu beschermen

er geen vloeistoffen binnendringen in de microfoon.
> Verwerk defecte accu's / lege batterijen conform de plaatselijke
wet- en regelgeving.
> Lever dit product na het einde van zijn levensduur in bij een
inzamelpunt voor de sortering van elektrische en elektronische apparatuur (houd u aan de plaatselijke voorschriften), of bezorg het voor verwerking terug aan Testo.
6
3 Functionele beschrijving

3.1. Gebruik

De testo 816-1 is een geluidsniveaumeter met een meetbereik van 30 tot 130 dB, twee tijdevaluaties, twee frequentieklassen, een functie voor minimale / maximale waarde, opslag van afzonderlijke waarden en opslag van meetreeksen.
Meetinstellingen en -resultaten worden weergegeven op het LCD­display. Meetgegevens kunnen in het instrument opgeslagen of via een PC-interface naar een Windows® PC overgedragen worden.
Met behulp van de kalibrator (toebehoren) kan het meetinstrument met de meegeleverde schroevendraaier worden afgesteld.

3.2. Technische gegevens

Het instrument vervult de eisen volgens IEC 61672-1 klasse 2.
Eigenschap Waarden
Microfoon
½ inch elektreet condensator meetmicrofoon 2,2 kOhm ingangsimpedantie
Frequentiebereik 20 Hz … 8 kHz
Meetbereik 30 … 130 dB
Ruisniveau < 30 dB
Frequentieklasse A / C
Tijdevaluatie FAST (125 mS), SLOW (1 s)
Nauwkeurigheid
±1,4 dB (onder referentievoorwaarden @ 94 dB, 1 kHz)
Dynamische omvang 100 dB
Geheugen voor meetgegevens
Geheugen voor afzonderlijke waarden: 99 datarecords
Geheugen voor meetreeksen: 31000 datarecords
Digitaal display
Resolutie 0,1 dB, actualisering van het display 0,5 s
Weergave als staafdiagram
50 segmenten, resolutie 2 dB, actualisering van het display 50mS
AC-uitgang 1 Vrms bij volledige uitslag

3 Functionele beschrijving

7
3 Functionele beschrijving
Eigenschap Waarden
DC-uitgang 10 mV / dB
Voeding 4 x IEC LR6P (AA) batterijen
Levensduur batterijen
Stroomverbruik ca. 0,3 W
Netaansluiting 9 V DC (8-10 V DC Max)
Bedrijfstemperatuur 0 … 40 °C
Bedrijfsvochtigheid 10 … 90 % RV
Bedrijfs- / Opslaghoogte
Opslagtemperatuur -10 … 60 °C
Opslagvochtigheid 10 … 75 % RV
Afmetingen (L x B x H)
Gewicht 390 g (inclusief batterijen)
Wetten, richtlijnen, normen
Garantie 2 jaar
ca. 30 h (alkaline batterijen)
max. 2000m NN
272 × 83 × 42 mm
IEC 61672-1 klasse 2, ANSI S 1.4 type 2
Garantievoorwaarden: zie www.testo.com/warranty
8
3 Functionele beschrijving

Richtkarakteristiek van de microfoon

Richtkarakteristiek van de geluidsniveaumeter

9
3 Functionele beschrijving

Invloed van het windscherm

Frequentieklasse

Frequentie [Hz] dBA(dB) dBC(dB) Foutgrenzen (dB)
20 -50,5 -6,2 ±3,5
31,5 -39,4 -3,0 ±3,5
63 -26,2 -0,8 ±2,5
125 -16,1 -0,2 ±2,0
250 -8,6 0,0 ±1,9
500 -3,2 0,0 ±1,9
1000 0,0 0,0 ±1,4
2000 1,2 -0,2 ±2,6
4000 1,0 -0,8 ±3,6
8000 -1,1 -3,0 ±5,6
10

Karakteristiek van de frequentieklasse

3 Functionele beschrijving

Afhankelijkheid van de absolute druk

Hoogte boven NN [m] Druk [mbar] Correctiewaarde [dB]
0 – 250 1013 – 984 0,0
251 – 850 983 – 915 -0,1
851 – 1450 914 – 853 -0,2
1451 – 2000 852 – 795 -0,3

Afhankelijkheid van de temperatuur

Waarden met betrekking tot:
Omgevingsvochtigheid: 65 %RV
Referentiewaarde voor geluidsdruk: 124 dB
Temperatuurbereik met afwijking < 0,5 dB: 10…40 °C
Temperatuur [°C] Correctiewaarde [dB]
-10 -0,7
0 -0,7
5 -0,6
50 +1
11

4 Productbeschrijving

4 Productbeschrijving
12
4 Productbeschrijving
Nr. Element Beschrijving Functie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 - Microfoon Meetwaarden registreren.
13 CAL Afstelschroef Afstelling uitvoeren.
14 PC PC-interface Gegevens overdragen aan PC.
15 OUTPUT AC / DC
16 DC 9V Gelijkspanningsinga
17 - Schroefdraadaanslu
18 - Batterijvak Interne spanningsvoeding.
Aan / Uit Instrument in-/uitschakelen.
Gegevensoproep opslag van
Opgeslagen gegevens van afzonderlijke
waarden weergeven. afzonderlijke waarden
Opslag van meetreeksen
Opslag van afzonderlijke
Automatische opslag van een meetreeks
starten / stoppen.
Handmatige opslag van een afzonderlijke
waarde uitvoeren. waarden
Omhoog / Omlaag Aanzicht of waarde veranderen.
Tijd / Datum Waarden weergeven / onderdrukken,
Interval opslag van meetreeksen
Minimale waarde / Maximale waarde
Displayverlichting Verlichting in- / uitschakelen.
Frequentieklasse Frequentieklasse omstellen.
Tijdevaluatie Tijdevaluatie omstellen.
waarden veranderen.
Interval instellen.
Minimale waarden / Maximale waarden
weergeven / opslaan.
Uitvoer wissel-/gelijkspanningssignaal. signaaluitgang
Spanningsvoeding via externe ng
netadapter.
Apparaat op statief monteren. iting statief
13
4 Productbeschrijving

Display

Element Beschrijving Functie
Resterende
Resterende standtijd: capaciteit van de batterij
vol deels ontladen batterij
vervangen
Automatische uitschakeling van
Automatische uitschakeling van
het instrument is geactiveerd het instrument
Minimale waarde / Maximale
Weergave van de minimale /
maximale waarde. waarde vasthouden
Tijdevaluatie Weergave van de ingestelde
tijdevaluatie.
Meetbereik Minimaal / Maximaal meetbare
waarde.
Schaalweergave Weergave van de meetwaarde
door middel van schaal.
Opslag van afzonderlijke
Indicatie afzonderlijke waarde
wordt opgeslagen. waarden
14
Element Beschrijving Functie
Tijd Weergave van de tijd.
Geheugenadres opslag van afzonderlijke waarden
Weergave opgeslagen afzonderlijke waarde
Frequentieklasse Weergave van de ingestelde
Meetwaarde Weergave van de meetwaarde
Datum Weergave van de datum.
Alarm overschrijding meetbereik
Geheugen vol Indicatie
Opslag van meetreeksen
Alarm onderschrijding meetbereik
4 Productbeschrijving
Geheugenadres van de opgeslagen waarde, die wordt weergegeven.
Opgeslagen afzonderlijke waarde wordt weergegeven.
frequentieklasse.
Indicatie maximale meetwaarde werd overschreden.
meetwaardengeheugen vol.
Opslag van meetreeksen is geactiveerd.
Indicatie minimale meetwaarde werd onderschreden.
15

5 Product gebruiken

5 Product gebruiken

5.1. Inbedrijfstelling

Batterijen erin leggen

1. Kruiskopschroef van het batterijenvak losdraaien met een schroevendraaier.
2. Afdekking van het batterijenvak eraf nemen.
3. Batterijen erin leggen. Let op de juiste polariteit!
4. Afdekking weer op het batterijenvak leggen.

5.2. In- / Uitschakelen

5. Schroef aandraaien met een schroevendraaier.

Inschakelen (met activering van de uitschakelautomatiek)

> Toets indrukken.
- Het instrument schakelt zich in en (uitschakelautomatiek geactiveerd) verschijnt.
- Het instrument schakelt zich automatisch uit, als 30 minuten lang geen toets wordt ingedrukt.
- De uitschakelautomatiek wordt gedeactiveerd, als het instrument aan een PC aangesloten is of een automatische gegevensregistratie plaatsvindt.

Inschakelen (zonder activering van de uitschakelautomatiek)

1. Toets ingedrukt houden en toets indrukken.
2. Toets ingedrukt houden, tot het instrument is ingeschakeld.
- Het instrument schakelt zich in. verschijnt niet.

Uitschakelen

> Toets ingedrukt houden, tot P-OFF verschijnt.
16
5 Product gebruiken

5.3. Datum / Tijd instellen

De ingebouwde klok maakt het mogelijk om samen met meetwaarden datum en tijd op te slaan.
1. Toets 2 s lang ingedrukt houden. De waarden worden in de volgende volgorde ingesteld: jaar (year),
maand (month), dag (day), uur (hour), minuten (minute), seconden (second).
2. Toets of indrukken om de waarde in te stellen, toets
indrukken om naar de volgende waarde te gaan.
> Toets indrukken om het proces te annuleren.

5.4. Datum / Tijd weergeven / onderdrukken

> Toets indrukken.

5.5. Displayverlichting in- / uitschakelen

Handmatig in- / uitschakelen

> Toets indrukken.

Automatische uitschakeling

De displayverlichting wordt na 30 s automatisch uitgeschakeld.

5.6. Frequentieklasse omschakelen

Voor standaard geluidsniveaumetingen wordt de frequentieklasse A gebruikt. Deze klasse komt overeen met het gevoel voor geluidsniveau van het menselijke oor. In dit verband wordt gesproken van "aan het gehoor aangepast volume".
Als ook de laagfrequente aandelen van een geluid moeten worden gemeten, dan wordt de frequentieklasse C gebruikt. Als de weergegeven waarde bij de C-klasse wezenlijk hoger ligt dan bij de A-klasse, dan is het aandeel laagfrequent geluid hoog.
> Toets indrukken.
17
5 Product gebruiken

5.7. Tijdevaluatie omschakelen

Er kan worden gekozen tussen de bereiken "Slow" met een tijdevaluatie van 1s en "Fast" met 125ms. De integratie van de binnenkomende geluidssignalen gebeurt dienovereenkomstig gedurende een periode van 1s resp. 125ms. Bij de instelling "Fast" wordt de weergavesnelheid op het display van één meetwaarde per seconde verhoogd tot ca. 5-6 meetwaarden per seconde. Bij geluiden waarvan het volume van het signaal maar langzaam verandert, zoals bijv. machines, fotokopieermachines, printers enz., moet de tijdevaluatie "Slow" worden gekozen. Om plotselinge veranderingen van het geluidsniveau (bijv. van bouwmachines) te registreren kiest u de bedrijfsmodus "Fast".
> Toets indrukken.

5.8. Meten

Informatie en aanbevelingen

Geluidsgolven kunnen aan muren, plafonds en andere voorwerpen gereflecteerd worden. Ook het huis van het meetinstrument en de metende persoon zijn bij verkeerde hantering storende factoren in het schakelveld en kunnen tot verkeerde meetresultaten leiden.
Het huis van het instrument en de bediener kunnen niet alleen het geluid dat uit een bepaalde richting komt hinderen, maar zelfs reflecties en daardoor aanzienlijke meetfouten veroorzaken. Uit experimenten is gebleken dat bijvoorbeeld bij frequenties rond 400 Hz lichaamsfouten tot 6 dB kunnen ontstaan, als men meet op een afstand van minder dan één meter van het lichaam. Bij andere frequenties is deze fout weliswaar kleiner, maar er moet toch een minimum afstand worden aangehouden. In het algemeen wordt aanbevolen om het meetinstrument minstens 30 cm - maar nog beter 50 cm ­van het lichaam verwijderd te houden.
Het wordt aanbevolen om het instrument voor nauwkeurige metingen te bevestigen op een statief.
Afhankelijkheid van de absolute druk: In de fabriek is het meetinstrument gekalibreerd voor metingen op een hoogte van 0 m boven NN. Metingen op andere hoogten hebben meetfouten tot gevolg, die aan de hand van een tabel (zie Technische gegevens) gecorrigeerd kunnen worden. Trek van de gemeten waarde de bijhorende correctiewaarde af (bijv. ­0,1 dB bij metingen op een hoogte van 500 m boven NN).
18
5 Product gebruiken
U kunt deze meetfouten vermijden, indien u vóór (en na) elke meting het meetinstrument afstelt op de betreffende hoogte. Neem hiervoor de bedieningshandleiding van het ijkinstrument in acht.
Windscherm: Het meegeleverde windscherm moet in het algemeen erop worden gezet bij metingen in de openlucht of bij het optreden van luchtbewegingen. Windgeluiden aan de microfoon veroorzaken een meetfout, aangezien het nuttige signaal (de geluidsbron) en het windgeluid bij elkaar worden opgeteld. Het windscherm vervalst de meetwaarde niet.
Over- en ondersturing: De geluidsniveaumeter controleert bij elke meetcyclus of het gemeten geluidsniveau binnen het geldigheidsgebied van het meetbereik ligt. Afwijkingen worden op het display weergegeven door "Over" resp. "Under". De criteria voor over- resp. onderschrijding verschillen echter wel. Oversturing wordt gesignaleerd als de tijdens de laatste meetcyclus opgetreden maximale waarde (piekwaarde, bijv. korte geluidsimpuls, knal) te groot was. Deze waarde kan aanzienlijk groter zijn dan de weergegeven effectieve waarde van het geluidsniveau. Daarom kan "Over" gesignaleerd worden, hoewel een geluidsniveau binnen het normale gebied van het betreffende meetbereik wordt weergegeven. "Under" oriëntieert zich daarentegen aan de gemeten effectieve waarde en wordt daarom gezet bij een enkele onderschrijding van de onderste grens van het meetbereik.

Meting uitvoeren

1. Instrument inschakelen.
2. Meettijd (FAST/SLOW) instellen
3. Frequentie (A/C) instellen
4. Microfoon altijd precies op de te meten geluidsbron richten (referentierichting).

5.9. Stopfunctie Min / Max gebruiken

Meetwaarden vasthouden

> Toets indrukken.
- brandt. De maximale waarde sinds inschakelen van de functie wordt weergegeven en automatisch vastgehouden.
> Toets opnieuw indrukken.
- brandt. De minimale waarde sinds inschakelen van de functie wordt weergegeven en automatisch vastgehouden.
19
5 Product gebruiken
> Toets opnieuw indrukken.
- en knipperen. De huidige meetwaarde wordt
weergegeven. Minimale waarde en maximale waarde sinds inschakelen van de functie worden automatisch vastgehouden.
> Toets opnieuw indrukken.
- De stopfunctie wordt gedeactiveerd.

Stopfunctie terugzetten

> Toets twee seconden ingedrukt houden. De vastgehouden waarden worden verwijderd.

5.10. Opslag van afzonderlijke waarden gebruiken

Afzonderlijke waarde opslaan

> Toets indrukken.
- brandt kort en de afzonderlijke waarde wordt
opgeslagen onder het eerste vrije geheugenadres.

Opgeslagen afzonderlijke waarde weergeven

> Toets indrukken.
- brandt. De afzonderlijke waarde van de het laatst
uitgevoerde opslag van afzonderlijke waarden en het geheugenadres worden weergegeven.
20
> Met de toetsen en wisselen tussen de afzonderlijke
geheugenadressen.
- Bij nog niet bezette geheugenadressen verschijnt in plaats van
de meetwaarde 00.

Geheugen voor afzonderlijke waarden wissen

1. Instrument uitschakelen.
2. Toets ingedrukt houden en toets ingedrukt houden.
- Terwijl de toetsen worden ingedrukt: CLr verschijnt, SURE
knippert en er wordt een countdown (5 seconden) gestart.
3. Na afloop van de countdown de toetsen loslaten.
- Het geheugen is gewist.
5 Product gebruiken

5.11. Opslag van meetreeksen gebruiken

Opslaginterval instellen

1. Toets indrukken.
2. Met de toetsen en de interval (in seconden) instellen (minimaal: 1 seconde, maximaal 1 minuut).
3. Toets opnieuw indrukken.

Meetreeks opslaan

Bij geactiveerde opslag van meetreeksen zijn de meeste functies (opslag van afzonderlijke waarden, instelling van de opslaginterval, frequentieklasse, tijdevaluatie) gedeactiveerd.
1. Toets indrukken.
- brandt en de meetwaarden worden opgeslagen.
2. Toets opnieuw indrukken.
- De opslag van meetwaarden wordt beëindigd.

Geheugen voor meetreeksen wissen

1. Instrument uitschakelen.
2. Toets ingedrukt houden en toets ingedrukt houden.
- Terwijl de toetsen worden ingedrukt: CLr verschijnt, SURE knippert en er wordt een countdown (5 seconden) gestart.
3. Na afloop van de countdown de toetsen loslaten.
- Het geheugen is gewist.

Meetreeks weergeven

Het weergeven en evalueren van opgeslagen meetreeksen gebeurt via de PC-software, zie 7.7 Data Logger, pagina 29.
21

6 Product instandhouden

DC Signal
AC Signal
Ground

5.12. AC / DC signaaluitgang gebruiken

Specificatie AC: 1 Vrms bij volledige uitslag, uitgangsimpedantie ca. 100 Ohm,
uitgangssignaal door standaard 3,5mm klinkstekker (zie afbeelding hieronder).
DC: uitgang 10mV/dB, uitgangsimpedantie 1 kOhm, uitgangssignaal door standaard 3,5mm klinkstekker (zie afbeelding hieronder).

5.13. PC-interface gebruiken

Om de PC-interface te gebruiken is de RS232 / USB­verbindingskabel nodig. Specificatie van de signaaluitgang: Seriële interface, 9600bps N 8 1.
6 Product instandhouden

6.1. Instrument reinigen

> Huis van het instrument regelmatig afvegen met een droge
doek. Geen schuur- of oplosmiddelen gebruiken.

6.2. Batterijen vervangen

Batterijen vervangen binnen 30 minuten. Na langere bedrijfsonderbreking en nadat de batterijen eruit zijn
22
genomen, moeten datum en tijd opnieuw worden ingesteld.
1. Kruiskopschroef van het batterijenvak losdraaien met een
schroevendraaier.
2. Afdekking van het batterijenvak eraf nemen.
6 Product instandhouden
3. Verbruikte batterijen eruit nemen en vervangen door nieuwe. Let op de juiste polariteit!
4. Afdekking weer op het batterijenvak leggen.
5. Schroef aandraaien met een schroevendraaier.

6.3. Instrument kalibreren / afstellen

De aanbevolen kalibratie-interval bedraagt één jaar. Voor een kalibratie / afstelling is de geluidskalibrator 0554 0452
nodig. Gelieve voor de uitvoering de met de geluidskalibrator meegeleverde bedieningshandleiding in acht te nemen.
Het meetinstrument is in de fabriek al gekalibreerd. Ter controle van de nauwkeurigheid valt het echter aan te bevelen, met name als het instrument lang niet werd gebruikt, om een kalibratie uit te voeren met de kalibrator.
Bij metingen onder gure omstandigheden, op grote hoogten, bij hoge luchtvochtigheid of bij bijzonder hoge eisen aan de meetresultaten, moet het instrument vóór en na de meting met de kalibrator gecontroleerd worden.
Voor het kalibreren wordt de kalibrator met een draaibeweging op de microfoon gezet. Schakel de geluidsniveaumeter
in en zet de tijdevaluatie op "Fast" en de frequentieklasse op "A". Vervolgens wordt de kalibrator ingeschakeld, als u de schakelaar
in de middelste stand (94 dB) brengt. Bij een afwijking van de weergegeven waarde kunt u de geluidsniveaumeter afstellen met de meegeleverde schroevendraaier.
Daarna kan gecontroleerd worden of ook het tweede niveau van de kalibrator binnen de foutgrens van ± 0,2 dB wordt weergegeven. Als de weergegeven waarde niet binnen de foutgrens ligt, gelieve u dan te wenden tot onze service.
23

7 Software testo 816-1

7 Software testo 816-1

7.1. Systeemvereisten

PC met Windows® besturingssysteem
De computer moet de eisen van het betreffende
besturingssysteem vervullen. Bovendien moet de volgende eis vervuld zijn: 50MB vrije geheugenplaats voor de installatie van de software

7.2. Driver / Software installeren

1. Programma-CD in de CD-ROM-drive van de computer
plaatsen. Indien het installatieprogramma niet automatisch start: > Station openen, CD-drive selecteren en het bestand
MainSetup.exe starten.
2. Volg de instructies van de installatie-assistent.
- Eerst wordt de voor het instrument vereiste driver en daarna de
software geïnstalleerd.

7.3. Instrument verbinden met PC

1. RS232 / USB-verbindingskabel verbinden met instrument en
PC.
2. Instrument inschakelen: Toets indrukken.

7.4. Software starten

Het bedieningsveld van de software is alleen
24
beschikbaar in het Engels
1. Verbind eerst het instrument met de PC, voordat u de software
start.
2. Klik op (Start) | (Alle) programma´s | t816-1 | t816-1.

7.5. Bedieningsveld

7.5.1. Hoofdmenu

File
Functie Beschrijving
Open
Save
Printer
Printer Setup
Exit
Bestanden openen.
Gegevens (huidige aanzicht) opslaan.
Gegevens (huidige aanzicht) afdrukken.
Printer selecteren en inrichten.
Programma sluiten.
7 Software testo 816-1
Real Time
Functie Beschrijving
Run
Stop
Real-time meting starten.
Real-time meting beëindigen.
Data logger
Functie Beschrijving
Load Data Meetreeks uit het geheugen van het
instrument in de software laden.
25
7 Software testo 816-1
Functie Beschrijving
Erase Memory Opgeslagen meetreeksen in het geheugen
RECALL
Functie Beschrijving
RECALL Afzonderlijke meetwaarden uit het geheugen
View
Functie Beschrijving
Control Panel Venster voor de besturing van het
Real-Time Graph
Window
Functie Beschrijving
Tile
Cascade
van het instrument verwijderen.
van het instrument weergeven.
meetinstrument weergeven.
Venster voor de real-time indicatie van de huidige meetwaarden weergeven.
Vensters onder elkaar groeperen.
Vensters vrij groeperen.
26
Help
Functie Beschrijving
Contents
Info
Helpbestand openen.
Programma-informatie tonen.

7.6. Real Time

Functie voor de real-time indicatie van meetwaarden van het instrument.

Instellingen uitvoeren

Functie Beschrijving
Real-Time data no. to be recorded
Real-Time sampling rate
Recording Period
Start
7 Software testo 816-1
Invoerveld: Aantal meetwaarden invoeren, dat geregistreerd moet worden.
Invoerveld: Registratiesnelheid invoeren.
Info-veld: Berekende registratieduur wordt getoond.
Real-time indicatie starten

Real-Time Graph

27
7 Software testo 816-1

Functiebalk

Functie Beschrijving
Balk voor de weergave van de registratie­informatie weergeven / onderdrukken.
Balk voor de weergave van de evaluatie­informatie weergeven / onderdrukken.
Standaard muisaanwijzer.
kruis in het diagram.
Muisaanwijzer voor het invoegen van een
Muisaanwijzer voor het invoegen van een
commentaar in het diagram.

Zoomen

1. Standaard muisaanwijzer activeren.
2. In het diagram klikken en bij ingedrukte muistoets een
rechthoek trekken.
- Het gekozen diagrambereik wordt weergegeven.
3. Om terug te keren naar het standaard beeld op de knop
drukken.

Afzonderlijke meetwaarden tonen / Tijdspanne evalueren

De balk voor de weergave van de evaluatie-informatie ( ) moet zichtbaar zijn.
> De beide schuifregelaars (groen) onder het diagram
verschuiven.
- Een blauwe lijn (cursor A) en een rode lijn (cursor B) met
meetwaarde en tijd op de gekozen positie worden getoond.
- Maximale / Minimale meetwaarde in het gekozen bereik A-B
worden getoond.
- De gemiddelde waarde in het gekozen bereik A-B wordt
getoond.

Diagrameigenschappen aanpassen

> Knop indrukken.
- Er gaat een venster open voor de aanpassing van
diagraminstellingen.
28

Geregistreerde meetwaarden exporteren

1. Knop indrukken.
- De meetwaarden worden gekopieerd naar het klembord.
2. Programma openen waarin de gegevens geëxporteerd moeten worden (bijv. Microsoft® Excel®) en gegevens invoegen.

Geregistreerde meetwaarden opslaan

1. In het hoofdmenu de functie File | Save kiezen.
- Windows-dialoog om bestanden op te slaan gaat open.
2. Voer de bestandsnaam in en kies een bestandsformaat.
Opdat de gegevens later in de software kunnen worden weergegeven, moet het bestandstype .ghf worden gekozen. Als de gegevens geëxporteerd moeten worden voor gebruik in een andere software, dan moet het bestandstype .txt worden gekozen.
3. Selecteer een geheugenplaats en klik op [Opslaan].

7.7. Data logger

Functie voor de weergave van meetreeksen uit het geheugen van het instrument.
7 Software testo 816-1
In de linker helft worden de meetreeksen in het geheugen van het instrument getoond en kunnen deze per muisklik geselecteerd worden.
In de rechter helft wordt de geselecteerde meetreeks weergegeven. De functies voor de weergave en evaluatie van de meetgegevens komen overeen met die van de functie Real Time (zie hoofdstuk hierboven).
In aanvulling tot de daar beschreven functies is het mogelijk om alle meetreeksen in het geheugen van het instrument (Data Sets) op te slaan. Hiervoor moet in de Windows dialoog voor het opslaan van gegevens het gegevensformaat .rec gekozen worden.
29

8 Tips en hulp

8 Tips en hulp

8.1. Vragen en antwoorden

Vraag Mogelijke oorzaken / Oplossing
De geluidsniveaumeter werd verbonden met de PC, maar in de software verschijnt NO
CONNECTION.
Hoe kunnen meetwaarden worden overgedragen naar een software voor de calculatie van tabellen.
Hoe kan de software gedeïnstalleerd worden?
Functie Real Time: Bij korte meetpuls (bijv. 0,1 s) worden niet alle meetwaarden overgedragen.
Indien we uw vraag niet konden beantwoorden, neem dan contact op met uw verkooppunt of met de Testo klantendienst. Voor contactgegevens zie achterzijde van dit document of internetpagina www.testo.com/service-contact.
Misschien zijn interfaces bezet door andere toepassingen.
> Alle andere toepassingen
sluiten.
> PC en software opnieuw
starten.
> Gegevens opslaan als
kommagescheiden tekstbestand (*.txt).
> In het besturingssysteem de
systeembesturing openen en de functie om programma´s te deïnstalleren openen.
Te lange antwoordtijden van de PC.
> Meetpuls verlengen.
30

8.2. Toebehoren en onderdelen

Beschrijving Artikel-nr.
Kalibrator 0554 0452
Windscherm
RS232 / USB-verbindingskabel
ISO-kalibreercertificaat geluidsniveau; kalibreerpunt 94 dB, bij verschillende frequenties
ISO-kalibreercertificaat geluidsniveau­kalibratoren
Een volledige lijst met alle toebehoren en onderdelen vindt u in de productcatalogi en -folders of op internet op: www.testo.com
8 Tips en hulp
Service contacteren
Service contacteren
0520 0111
0520 0411
31
0970 8161 nl 01
Loading...