Tesla S 2017 Owner's Manual [nl]

Model S Handleiding
8.0

Contents

Overzicht............................................................ 2
Interieur...........................................................................................2
Exterieur......................................................................................... 3
Openen en sluiten...........................................4
Portieren.........................................................................................4
Vergrendelen en ontgrendelen zonder sleutel4De sleutel gebruiken4Portierkrukken buitenzijde gebruiken6Portieren van binnenuit openen6Vergrendelen en ontgrendelen van binnenuit6Door Unlock Mode7Kindersloten7Drive-away vergrendeling7Walk-away vergrendeling7Ontgrendelen wanneer de sleutel niet werkt8Portieren van binnenuit openen zonder stroom8
Ruiten.............................................................................................. 9
Openen en sluiten9Ruitbediening achter uitschakelen9
Bagageruimte achter...............................................................10
Openen10Sluiten10Hoogte van opening10Van binnenuit openen11Ontgrendelen zonder stroom11
Bagageruimte voor...................................................................12
Openen12Sluiten12Van binnenuit openen in noodsituaties13Ontgrendelen zonder stroom13
Dashboardkastje........................................................................14
Openen en sluiten14
Open dak...................................................................................... 15
Openen en sluiten15
Bekerhouders..............................................................................16
Openen en sluiten16
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen......17
Voorstoelen en achterstoelen...............................................17
Correcte houding17Bestuurdersstoel verstellen17Neerklapbare achterbank18Rugleuning achterbank opklappen18Hoofdsteunen18Stoelverwarming18Stoelhoezen18
Veiligheidsgordels.....................................................................19
Veiligheidsgordels dragen19Veiligheidsgordels dragen tijdens zwangerschap19Gordelspanners20Veiligheidsgordels testen21Waarschuwingen veiligheidsgordels21
Kinderzitjes................................................................................. 22
Richtlijnen voor kinderzitjes22Een kinderzitje kiezen23Grotere kinderen25Kinderzitjes installeren25Kinderzitje met veiligheidsgordel installeren25ISOFIX-kinderzitjes installeren26Bovenste riemen bevestigen26Een kinderzitje testen27Waarschuwingen kinderzitjes27
Ingebouwde naar achteren gerichte
kinderzitjes van Tesla.............................................................. 28
Beperkingen28Openen28Inklappen29Een kind vastzetten29Waarschuwingen - Tesla kinderzitjes31
Airbags......................................................................................... 32
Eecten van het opblazen34Controlelampje airbag35Airbagwaarschuwingen35
Plaats van airbags32Werking van airbags33Soorten airbags33De frontairbags aan passagierszijde uitschakelen34
Driving...............................................................36
Bestuurdersprofielen...............................................................36
Een
bestuurdersprofiel aanmaken36Bestuurdersprofiel terughalen36Opgeslagen bestuurdersinstellingen36Valet Mode36
Stuur.............................................................................................. 38
Stand instellen38Gevoeligheid instellen38Toetsen links op het stuur gebruiken38Toetsen rechts op het stuur gebruiken39Spraakbediening40Stuurverwarming40Claxon41
Spiegels........................................................................................42
Buitenspiegels verstellen42Binnenspiegel42
Starten en uitschakelen..........................................................43
Starten43Uitschakelen43
Versnellingen............................................................................. 44
Schakelen44Uw auto in de stand N (Neutraal) houden (sleepmodus)44
Instrumentenpaneel................................................................ 46
Instrumentenpaneel46Instrumentenpaneel - Rijden49
Verlichting.................................................................................... 51
Bediening verlichting51Grootlicht54Headlights After Exit54Adaptive Front Lighting System (AFS)55Richtingaanwijzers55Alarmknipperlichten55
Ruitenwissers en -sproeiers..................................................56
Ruitenwissers56Sproeiers56
Remmen.......................................................................................58
Remsystemen58Remblokslijtage58Regeneratief remmen59Parkeerrem59
Traction Control......................................................................... 61
Hoe het werkt61
Parkeerhulp.................................................................................62
Werking van parkeerhulp62Visuele en hoorbare feedback62Hoorbare feedback regelen63Beperkingen en valse waarschuwingen63Andere parkeerhulpmiddelen63
Vehicle Hold............................................................................... 64
Launch Mode..............................................................................65
Alleen Performance Dual Motor-auto's65Launch Mode activeren65Beperkingen65
Informatie dagteller.................................................................66
Weergave informatie dagteller66Kilometerteller66
De actieradius vergroten....................................................... 67
Rijtips om actieradius te vergroten67Energy-app67Energie besparen67Actieradiusgarantie68
Achteruitrijcamera...................................................................69
Plaats van camera69
Driver Assistance..........................................70
Over bestuurdersassistentie................................................70
Componenten voor bestuurdersassistentie70Functies voor bestuurdersassistentie71Beperkingen71Componenten voor bestuurdersassistentie reinigen71
Trac-aware cruise control..................................................72
Trac-aware cruise control gebruiken72De afstand tot de voorligger instellen74Snelheidslimiet als cruisesnelheid74De ingestelde snelheid wijzigen75Acceleratie bij inhalen75Onderbreken en hervatten76Overzicht van cruise control-indicatoren77Beperkingen77
Autosteer.....................................................................................78
Autosteer gebruiken78Stuur vasthouden79Autosteer wordt afgebroken79Autosteer uitschakelen79Beperkingen80
Auto Lane Change.................................................................... 81
Auto Lane Change gebruiken81Auto Lane Change annuleren82Beperkingen82
Autopark......................................................................................84
Parkeren op de openbare weg84Gebruik van Summon87
Rijstrookassistent.....................................................................90
Beperkingen en onvolkomenheden91
Collision Avoidance Assist.................................................... 93
Forward Collision Warning93Automatisch remmen bij noodstop94Beperkingen en onvolkomenheden95
Snelheidslimietherkenning....................................................96
Hoe Intelligente snelheidsassistentie werkt96Intelligente snelheidsassistentie instellen96Beperkingen en onvolkomenheden97
Touchscreen gebruiken.............................. 98
Overzicht touchscreen...........................................................98
Het grote geheel98
Bediening...................................................................................103
Bedieningsfuncties103
Instellingen................................................................................ 107
De auto aanpassen aan uw wensen107Persoonlijke gegevens wissen 110
Climate control...........................................................................111
Overzicht Climate control111Climate control instellen112Ventilatie114Cabin Overheat Protection114Tips voor bediening van de climate control115
Actieve luchtvering.................................................................116
Handmatige niveauregeling116Op locatie gebaseerde vering116Automatic Lowering117Jack-stand117
Media en audio..........................................................................118
Overzicht118Volumeregeling118Audio-instellingen118Zoeken in Media Player118AM- en FM-radio119DAB-radioservices119Internetradio120Favorieten en recente media120Media van apparaten afspelen121USB-poorten12212V-stopcontact122
Telefoon...................................................................................... 123
Bluetooth®-compatibiliteit123Bluetooth-telefoon koppelen123Contactpersonen en recente oproepen importeren123Bluetooth-telefoon, koppelen ongedaan maken124Verbinding maken met een gekoppelde telefoon124Bellen124Een gesprek aannemen125Opties tijdens gesprek125
Kaarten en navigatie..............................................................126
Overzicht126Kaarten gebruiken126Laadpunten127Navigatie starten127Tijdens het navigeren128Favoriete, thuis- en werkbestemmingen130Bijgewerkte kaarten130
Kalender.......................................................................................131
Overzicht131Kalender en navigatie132
Instellingen alarminstallatie.................................................133
Over de alarminstallatie133
HomeLink® Universal Transceiver......................................134
Over HomeLink®134HomeLink programmeren134Automatisch openen en sluiten134De locatie van het HomeLink-apparaat resetten135Problemen met HomeLink oplossen135
Software-updates....................................................................137
Nieuwe software laden137Release notes bekijken137
Mobiele app...............................................................................138
Mobiele app voor Model S138
Opladen...........................................................139
Elektrische componenten....................................................139
Onderdelen hoogspanningscircuit139Laadapparatuur140
Batterij-informatie................................................................... 141
Over de batterij141Onderhoud batterij141
Instructies voor het laden....................................................142
Laadcontact openen142Aansluiten142Tijdens het laden144Opladen stoppen144Verlichting laadcontact145Instellingen laadfunctie veranderen146Status van het laden148
Onderhoud.................................................... 150
Onderhoudsschema...............................................................150
Onderhoudsintervallen150Dagelijkse controles150Maandelijkse controles150Vervangingsintervallen vloeistoen 150Veiligheid hoogspanningscircuit150
Onderhoud banden................................................................ 152
Bandenspanning152Controle en onderhoud van banden153Banden en wielen vervangen154Typen seizoensbanden155Rijden bij lage temperaturen.156Gebruik van sneeuwkettingen156Bandenspanningcontrole156
Tijdelijke bandenreparatie...................................................158
Bandenreparatiesetje158Oppompen met lucht en vulmiddel159Oppompen met lucht160Busje met vulmiddel vervangen161
wifi................................................. 136
Reinigen......................................................................................162
Carrosserie reinigen162Het interieur reinigen163Poetsen, bijtippen en schadeherstel164Een stofhoes gebruiken165Matten165
Ruitenwissers en -sproeiers................................................166
Ruitenwisserbladencontroleren en vervangen166Ruitensproeiers reinigen167
Vloeistofreservoirs..................................................................168
Afdekplaat onderhoudscompartiment verwijderen168Koelvloeistof batterij controleren168Remvloeistof controleren169Ruitensproeiervloeistof bijvullen170
Opkrikken en heen................................................................171
Opkrikken171
Onderdelen en accessoires................................................. 172
Onderdelen, accessoires en modificaties 172Schadeherstel172Gebruik van RFID-zenders172
Specificaties.................................................. 173
Identificatiestickers................................................................ 173
Voertuigidentificatienummer 173
Belading......................................................................................174
Sticker laadvermogen174Laadvermogen berekenen175Aanhanger trekken175Dakdragers175
Afmetingen en gewichten................................................... 176
Afmetingen exterieur176Afmetingen interieur176Laadvolume177Gewicht177
Subsystemen.............................................................................178
Motor178Aandrijving178Stuurinrichting179Remmen179Wielophanging180Batterij - 12 V180Batterij - Hoogspanning180
Wielen en banden....................................................................181
Technische gegevens wielen181Technische gegevens banden181Betekenis van markeringen op banden182
Tesla Assistance...........................................184
Contact opnemen met Tesla Assistance........................184
Telefoonnummers van Tesla Assistance184
Aanwijzingen voor sleepdiensten.....................................187
Gebruik altijd een autoambulance187Schakel de hoogteregeling uit (alleen auto's met luchtvering)187Sleepmodus inschakelen187Het sleepoog aanbrengen188Op trailer takelen en wielen vastmaken188
Consumenteninformatie...........................189
Over deze informatie voor de eigenaar.........................189
Afbeeldingen189Fouten of onvolkomenheden189Plaats van componenten189Toepasselijkheid van het document189Copyrights en handelsmerken190
Disclaimers................................................................................. 191
Datacommunicatie/datarecorders191Kwaliteitscontrole191
Veiligheidsproblemen melden........................................... 192
Contact opnemen met Tesla192
Conformiteitsverklaringen...................................................193
Sleutel en passief ontgrendelingssysteem193Tire Pressure Monitoring System (Bandenspanningcontrolesysteem)194HomeLink194Informatie over radiofrequentie194

Interieur

Opmerking: In auto's met rechtse besturing zitten veel van de bovenstaande bedieningselementen op dezelfde plaats, maar dan gespiegeld aan de rechterzijde van de auto.
1. Portiergrepen interieur (Portieren van binnenuit openen op pagina 6)
2. Trac-aware cruise control (Trac-aware cruise control op pagina 72) en Autosteer (zie
Autosteer op pagina 78)
3. Grootlicht (Grootlicht op pagina 54), signalen van richtingaanwijzers (Richtingaanwijzers op pagina 55), ruitenwissers en -sproeiers (Ruitenwissers en -sproeiers op pagina 56)
4. Toetsen op het stuur - links (Toetsen links op het stuur gebruiken op pagina 38)
5. Instrumentenpaneel (Instrumentenpaneel op pagina 46)
6. Toetsen op het stuur - rechts (Toetsen rechts op het stuur gebruiken op pagina 39)
7. Selectiehendel (Schakelen op pagina 44)
8. Touchscreen (Overzicht touchscreen op pagina 98)
9. Schakelaar dashboardkastje (Dashboardkastje op pagina 14)
10. Schakelaars ruitbediening (Openen en sluiten op pagina 9)
11. Schakelaars spiegelverstelling (Spiegels op pagina 42)
12. Stoelen (Voorstoelen en achterstoelen op pagina 17)
13. Stuurkolomverstelling (niet zichtbaar in bovenstaande afbeelding) (Stuur op pagina 38)
14. Claxon (Claxon op pagina 41)
15. Remmen (Remmen op pagina 58)
16. Alarmknipperlichten (Alarmknipperlichten op pagina 55)
17. Climate control (Climate control op pagina 111)
18. Bekerhouders (Bekerhouders op pagina 16)
2 Model S Owner's Manual

Exterieur

1. Verlichting (Verlichting op pagina 51)
2. Portiergrepen (Portierkrukken buitenzijde gebruiken op pagina 6)
3. Open dak (optioneel) (Open dak op pagina 15)
4. Laadcontact (Instructies voor het laden op pagina 142)
5. Naar voren gerichte camera (Over bestuurdersassistentie op pagina 70)
6. Buitenspiegels (Spiegels op pagina 42)
7. Voorklep/bagageruimte voor (Bagageruimte voor op pagina 12)
8. Radarsensor (niet zichtbaar in bovenstaande afbeelding)(Over bestuurdersassistentie op pagina 70)
9. Wielen en banden (Wielen en banden op pagina 181)
10. Achteruitrijcamera (Achteruitrijcamera op pagina 69)
11. Bagageruimte achter/achterklep (Bagageruimte achter op pagina 10)
12. Ultrasone sensoren (Parkeerhulp op pagina 62 en Over bestuurdersassistentie op pagina
70)
Overzicht 3

Portieren

Vergrendelen en ontgrendelen zonder sleutel

De Model S kan heel gemakkelijk worden vergrendeld en ontgrendeld. Ondanks het feit dat u een geldige sleutel bij u moet dragen, hoeft u deze niet te gebruiken. De Model S heeft sensoren die de aanwezigheid van de sleutel detecteren binnen een afstand van ongeveer één meter. U kunt dus uw sleutel in uw zak of tas houden en de Model S detecteert hem.
Wanneer u naar de Model S loopt terwijl u de sleutel bij u draagt, worden de portieren automatisch ontgrendeld. Is een portiergreep ingeschoven, druk er dan op om deze te laten uitschuiven. Als de instelling Auto-Present Handles is ingeschakeld (zie Portierkrukken
buitenzijde gebruiken op pagina 6), hoeft u
de portiergreep niet aan te raken. In plaats daarvan komen de portiergrepen automatisch naar buiten wanneer u naar de Model S loopt. Druk op de schakelaar onder de handgreep van de bagageruimte om de bagageruimte achter te openen.
Opmerking: U kunt bepalen of alle portieren worden ontgrendeld of alleen het bestuurdersportier wanneer u de Model S nadert terwijl u de sleutel bij u draagt (zie
Door Unlock Mode op pagina 7).
Wanneer u de sleutel bij u draagt, kunt u ook de bagageruimte achter openen zonder de sleutel te gebruiken. Druk gewoon op de schakelaar onder de handgreep van de bagageruimte. Door Unlock Mode (zie Door
Unlock Mode op pagina 7) moet zijn
ingesteld op All.
De Model S wordt ook automatisch vergrendeld. Als u Walk-Away Door Lock instelt op ON, wordt de Model S vergrendeld wanneer u wegloopt terwijl u de sleutel bij u draagt (zie Walk-away vergrendeling op pagina 7).
Als u in de Model S zit, kunt u de auto ook vergrendelen en ontgrendelen door het pictogram in de statusbalk van het touchscreen aan te tikken of het scherm Controls te gebruiken.
Opmerking: Afhankelijk van de bouwdatum en de gekozen opties bij de aankoop van de Model S, is de auto al dan niet uitgerust met de functie automatisch vergrendelen en ontgrendelen.

De sleutel gebruiken

Om snel vertrouwd te worden met de sleutel, kunt u deze het beste zien als een miniatuurversie van de Model S met het Tesla­logo op de motorkap. De sleutel heeft drie knoppen die aanvoelen als zachtere delen in het oppervlak.
1. Bagageruimte
Twee keer indrukken om de achterklep te openen.
Indien een elektrisch bediende achterklep aanwezig is: twee keer indrukken om de bagageruimte achter te sluiten. Een keer indrukken om de beweging van de klep te stoppen.
Houd de knop een of twee seconden ingedrukt om het klepje van het laadcontact te openen.
2. Alles vergrendelen/ontgrendelen
Druk twee keer om de Model S te ontgrendelen. De alarmknipperlichten knipperen twee keer en de portiergrepen schuiven naar buiten.
Opmerking: Als Door Unlock Mode is ingesteld op Driver, ontgrendelt u alleen het bestuurdersportier door twee keer te drukken en moet u nogmaals twee keer drukken om alle portieren en bagageruimtes te ontgrendelen. Als All is geselecteerd, worden bij de eerste keer dat twee keer wordt gedrukt alle portieren en bagageruimtes geopend. Gebruik het touchscreen om deze instelling te wijzigen (druk op Controls > Settings > Vehicle > Door Unlock Mode).
4 Model S Owner's Manual
Portieren
Een keer indrukken om de portieren en de bagageruimtes te vergrendelen (alle portieren en bagageruimtes moeten goed gesloten zijn). De alarmknipperlichten knipperen een keer en de portierkrukken schuiven naar binnen.
3. Bagageruimte voor (ook 'frunk' genoemd)
Twee keer indrukken om de voorklep te openen.
U hoeft de sleutel niet op de Model S te richten, maar de sleutel moet wel binnen het bereik van de auto zijn (afhankelijk van de conditie van de batterij in de sleutel).
Als de sleutel niet kan worden gedetecteerd door de Model S, wordt dit door middel van een bericht op het instrumentenpaneel aangegeven. Plaats de sleutel daar waar de Model S deze het gemakkelijkst kan herkennen (onder het 12V-stopcontact; zie Sleutel niet
aanwezig op pagina 43).
De werking van de sleutel kan verstoord worden door radioapparatuur die dezelfde frequenties gebruikt. Houd de sleutel in zo'n geval op minstens 30 cm afstand van andere elektronische apparatuur (mobiele telefoon, laptop enz.). Als de sleutel niet werkt, moet u mogelijk de batterij vervangen. Wanneer de batterij van de sleutel ontladen is, kunt u de Model S openen met de ontgrendelingsprocedure (zie Ontgrendelen
wanneer de sleutel niet werkt op pagina 8).
Let op!: Zorg dat u altijd de sleutel bij u hebt als u gaat rijden. U kunt wel wegrijden van de sleutel, maar zonder sleutel kunt u de Model S niet meer starten als deze is uitgeschakeld.
Let op!: Bescherm de sleutel tegen schokken, hoge temperaturen en schade door vloeistoen. Voorkom dat de sleutel in aanraking komt met oplosmiddelen, autowas en schurende reinigingsmiddelen.
Batterij in sleutel vervangen
De batterij in de sleutel gaat ongeveer een jaar mee. Als de batterij leegraakt, verschijnt er een bericht op het instrumentenpaneel. Vervang de batterij op de volgende wijze:
1. Leg de sleutel met de knoppen omlaag gericht op een zacht oppervlak en gebruik een hulpmiddel met een klein, plat uiteinde om het deksel aan de onderkant te openen.
2. Verwijder de batterij door hem uit de voorste bevestigingsklemmen te tillen.
3. Plaats een nieuwe batterij (type CR2032) met de ‘+’ naar boven.
Opmerking: Veeg de batterij schoon voordat u hem plaatst en vermijd de platte kanten van de batterij aan te raken. Vingerafdrukken op de platte kanten van de batterij kunnen de levensduur van de batterij verkorten.
4. Houd het deksel onder een hoek, lijn de lippen aan de breedste zijde van het deksel uit met de bijbehorende sleuven in de sleutel en druk het deksel stevig op de sleutel tot hij op zijn plaats vastklikt.
Meerdere sleutels
Neem contact op met Tesla als u de sleutel kwijt bent of een extra sleutel wilt bestellen. De Model S kan maximaal vijf sleutels herkennen.
Neem alle bestaande sleutels mee als u een nieuwe sleutel voor de Model S wilt bestellen; de bestaande sleutels moeten opnieuw geprogrammeerd worden.
Openen en sluiten 5
Portieren

Portierkrukken buitenzijde gebruiken

Door licht tegen een portiergreep te drukken, komt deze naar buiten, mits een sleutel binnen het bereik van de Model S wordt gedetecteerd.
U kunt instellen dat de portiergrepen automatisch naar buiten komen wanneer u de bestuurderskant nadert terwijl u de sleutel bij u draagt. Tik op het touchscreen op Controls > Settings > Vehicle > Auto-Present Handles > On.
Opmerking: Afhankelijk van de bouwdatum en de gekozen opties bij de aankoop van de Model S, is de auto al dan niet uitgerust met de functie Auto-Present Handles.
Trek aan de portierkruk om het portier te openen.
De portierkrukken schuiven automatisch naar binnen als ze niet binnen één minuut na het uitschuiven gebruikt worden. Druk op een portierkruk om deze weer naar buiten te laten komen. Een minuut na het sluiten van het laatste portier, als de Model S gaat rijden en als u de Model S vergrendelt, schuiven de portiergrepen ook naar binnen.
Opmerking: Om de levensduur van de batterij te optimaliseren, is Model S zodanig ontworpen dat de functie Auto-Present Handles tijdelijk wordt uitgeschakeld wanneer:
De sleutel meer dan 48 uur buiten het bereik is geweest.
De sleutel binnen het bereik blijft tot 5 minuten nadat alle portieren zijn gesloten.
Laat de grepen in zo'n geval naar buiten komen door een van de portiergrepen aan te raken of op de ontgrendelingsknop op de sleutel te drukken. U hoeft de instelling niet opnieuw in te stellen. Als u de volgende keer de Model S nadert, gelden de bovenstaande omstandigheden niet en zullen de portierkrukken automatisch naar buiten komen.
Als een portier open is, gaat het controlelampje op het instrumentenpaneel branden. De Model S geeft op het scherm Controls van het touchscreen weer welk portier of welke bagageruimte geopend is.

Portieren van binnenuit openen

Om een portier te openen, trekt u de portiergreep aan de binnenzijde naar u toe.
Opmerking: Om te voorkomen dat kinderen de achterportieren met de binnengrepen openen, schakelt u de kindersloten in op het touchscreen (Controls > Settings > Vehicle > Child Protection Lock) (zie Kindersloten op pagina 7).

Vergrendelen en ontgrendelen van binnenuit

U kunt de portieren en de bagageruimte voor en achter vanuit de Model S via het touchscreen vergrendelen en ontgrendelen, mits een geldige sleutel aanwezig is in de auto. Tik op het vergrendelpictogram op de statusbalk van het touchscreen.
6 Model S Owner's Manual
Portieren
U kunt kiezen of u de portieren wilt laten ontgrendelen of deze vergrendeld wilt laten wanneer u de Model S stopt en de stand P (Parkeren) inschakelt. Om dit te doen, drukt u op Controls > Settings > Vehicle > Unlock On Park. Als deze optie is ingesteld op ON, worden de portieren automatisch ontgrendeld wanneer u naar de stand P (Parkeren) schakelt.
U kunt de portieren ook ontgrendelen en de portiergrepen naar buiten laten komen door een tweede keer op de knop P op het uiteinde van de selectiehendel te drukken (nadat u hier één keer op hebt gedrukt om naar de stand P (Parkeren) te schakelen).
Opmerking: Als een portier of bagageruimte nog open staat als u de Model S vergrendelt, wordt die vergrendeld op het moment dat u hem sluit.

Door Unlock Mode

U kunt bepalen of alle portieren worden ontgrendeld of alleen het bestuurdersportier wanneer u de auto nadert terwijl u de sleutel bij u draagt. Dit doet u door te tikken op Controls > Settings > Vehicle > Door Unlock Mode en vervolgens Driver of All te kiezen.

Kindersloten

De Model S is uitgerust met kindersloten op de achterportieren en de achterklep om te voorkomen dat deze met de binnengrepen kunnen worden geopend. Het in- en uitschakelen van de kindersloten gebeurt via het touchscreen. Tik op Controls > Settings > Vehicle > Child Protection Lock.
Opmerking: Gebruik de kindersloten altijd als er kinderen achterin worden meegenomen.
Opmerking: Afhankelijk van de bouwdatum en de gekozen opties bij de aankoop van de Model S, is de auto al dan niet uitgerust met de functie Walk-Away Door Lock.
Opmerking: Als alle portieren zijn gesloten en u de sleutel gebruikt om de Model S te ontgrendelen, wordt de walk-away vergrendeling tijdelijk uitgeschakeld totdat de Model S weer wordt ingeschakeld (bijvoorbeeld wanneer u het rempedaal intrapt om naar een rijversnelling te schakelen), of tot u de sleutel opnieuw gebruikt om de Model S te vergrendelen. Zo kunt u de Model S ontgrendeld in uw garage laten staan.

Drive-away vergrendeling

De Model S vergrendeld automatisch alle portieren (en de bagageruimtes) zodra u sneller rijdt dan 8 km/h.

Walk-away vergrendeling

Portieren en bagageruimtes kunnen automatisch worden vergrendeld wanneer u wegloopt en de sleutel bij u draagt.
Tik op Controls > Settings > Vehicle > Walk­Away Door Lock om deze functie in te schakelen.
Openen en sluiten 7
Portieren

Ontgrendelen wanneer de sleutel niet werkt

Als de Model S niet wordt ontgrendeld als u er naartoe loopt of als u de toets op de sleutel indrukt, kan de batterij in de sleutel leeg zijn. Als dat het geval is, kunt u de Model S toch ontgrendelen en er mee rijden.
Om de Model S te ontgrendelen (en het beveiligingsalarm uit te schakelen), plaatst u eerst de sleutel vlakbij de voet van de ruitenwisser aan de passagierskant, zoals afgebeeld. Druk dan op de portiergreep aan de kant van de voorpassagier. Pas de stand van de sleutel aan als de Model S niet ontgrendeld wordt. De sleutel moet in de juiste stand staan.
Opmerking: In de bovenstaande afbeelding staat een auto met besturing links. Bij een auto met besturing rechts bevindt de ruitenwisser aan passagierszijde zich aan de andere (linker)kant van de auto.
Om met de Model S te kunnen rijden, moet u de sleutel op de middenconsole, direct onder het 12V-stopcontact, plaatsen. Trap vervolgens het rempedaal in om de Model S in te schakelen.
Opmerking: Als de Model S op deze manier ontgrendeld wordt, wordt de walk-away vergrendeling uitgeschakeld. U moet de walk­away vergrendeling na het vervangen van de batterij in de sleutel handmatig opnieuw inschakelen.
Kijk voor meer informatie over het vervangen van de batterij van de sleutel op Batterij in
sleutel vervangen op pagina 5.

Portieren van binnenuit openen zonder stroom

Als de Model S geen stroom meer heeft, kunnen de voorportieren op de normale wijze van binnenuit geopend worden. Sla voor het openen van de achterportieren de vloerbedekking onder de achterbank terug om bij de kabel van de mechanische ontgrendeling te komen. Trek de kabel naar het midden van de auto.
8 Model S Owner's Manual

Ruiten

Openen en sluiten

Druk de schakelaar helemaal in om de desbetreende ruit helemaal te openen. De ruitschakelaars hebben een dubbele functie. Als u een ruit gedeeltelijk wilt openen, houdt u de schakelaar ingedrukt en laat u deze los wanneer de gewenste stand van de ruit is bereikt.
Trek op dezelfde manier de schakelaar omhoog om de ruit te sluiten. De schakelaar heeft een dubbele functie: trek de schakelaar omhoog en laat deze los zodra de ruit de gewenste stand heeft bereikt.
Attentie: Zorg ervoor dat er zich geen lichaamsdelen in de ruitopening bevinden als u de ruiten bedient, let daarbij vooral op kinderen. Het negeren van deze aanwijzing vergroot de kans op ernstig letsel.
Attentie: Neem de sleutel altijd mee als u de Model S verlaat. Als u de sleutel in de Model S achterlaat, zal alles normaal blijven functioneren. Dit kan leiden tot onbedoeld of ongeoorloofd gebruik van de Model S, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.

Ruitbediening achter uitschakelen

Druk de blokkeerschakelaar in om te voorkomen dat de achterpassagiers de ruitschakelaars achterin gebruiken. Het lampje in de schakelaar gaat branden. Druk nog een keer op de schakelaar om de blokkering van de ruitbediening achter ongedaan te maken.
Attentie: Gebruik de blokkering van de ruitbediening achter altijd als er kinderen achterin worden meegenomen.
Attentie: Laat kinderen nooit alleen achter in de Model S.
Openen en sluiten 9

Bagageruimte achter

Openen

Er zijn verschillende manieren om de achterklep te openen:
Tik op Controls > Trunk op het touchscreen.
Druk de toets voor de achterklep op de sleutel twee keer achter elkaar in.
Druk op de schakelaar onder de portiergreep (afhankelijk van de bouwdatum en de gekozen opties bij de aankoop, dient u de Model S mogelijk eerst te ontgrendelen).
Als de achterklep open is, gaat het controlelampje op het instrumentenpaneel branden. Op het scherm Controls van het touchscreen wordt ook aangegeven dat de bagageruimte van de Model S is geopend.
Druk één keer op de toets voor de klep op de sleutel om de beweging van de klep te stoppen. Druk de toets twee keer in om de klep weer in beweging te brengen; de klep zal nu in de omgekeerde richting bewegen (tenzij deze al helemaal open of dicht is). Voorbeeld: als u de toets één keer indrukt tijdens het openen, stopt de beweging van de klep. Als u de toets dan twee keer indrukt, zal de klep sluiten.
Raadpleeg Ontgrendelen zonder stroom op pagina 11 om de achterklep van binnenuit te openen in het onwaarschijnlijke geval dat de Model S helemaal geen stroom meer heeft.

Sluiten

Als de Model S niet is uitgerust met een elektrisch bediende achterklep, sluit de achterklep dan door deze omlaag te drukken en stevig aan te drukken totdat deze volledig is gesloten.
Er zijn verschillende manieren om de elektrische bediende achterklep te sluiten:
Druk de toets voor de klep op de sleutel twee keer achter elkaar in.
Tik op Controls > Trunk op het touchscreen.
Druk op de achterklepschakelaar aan de onderzijde van de klep (zie Hoogte van
opening op pagina 10).
Als de elektrisch bediende achterklep tijdens het sluiten een obstakel tegenkomt, klinken er twee piepjes en gaat de klep automatisch weer open. Verwijder het obstakel en probeer de klep weer te sluiten. Als de klep de tweede keer niet sluit, wordt de voeding tijdelijk onderbroken. Sluit de klep handmatig om de elektrische bediening te herstellen.
Opmerking: De elektrische bediening wordt uitgeschakeld als de klep langer dan een uur open staat.

Hoogte van opening

Als de Model S een elektrisch bediende achterklep heeft, kunt u de hoogte van de opening zelf instellen:
1. Open de achterklep helemaal en laat deze vervolgens handmatig zakken tot de gewenste hoogte.
2. Druk op de schakelaar aan de onderzijde van de achterklep en houd deze minstens twee seconden ingedrukt tot er een geluidssignaal klinkt ter bevestiging.
3. Bevestig het instellen van de hoogte door de klep te sluiten en dan opnieuw te openen.
10 Model S Owner's Manual
Bagageruimte achter

Van binnenuit openen

Als u de achterklep van binnenuit wilt openen in een Model S met ingebouwde tegen de rijrichting in geplaatste kinderzitjes van Tesla, drukt u op de schakelaar aan de binnenzijde in de bagageruimte achter en duwt u de achterklep omhoog. Als de Model S is afgesloten en is uitgerust met een elektrisch bediende achterklep, wordt de bagageruimte achter met een eerste druk op de knop ontgrendeld en met een tweede geopend.
Opmerking: Wanneer de Model S niet is uitgerust met ingebouwde tegen de rijrichting in geplaatste kinderzitjes van Tesla, lijkt het of de schakelaar aanwezig is, maar is deze niet actief. Als u erop drukt, wordt de achterklep niet ontgrendeld.
Als de Model S is uitgerust met de elektrisch bediende achterklep, hoeft u de klep niet omhoog te duwen. Als u op de schakelaar drukt, gaat de klep open; als u aan de schakelaar trekt, gaat de klep dicht.
Opmerking: De schakelaar aan de binnenzijde is uitgeschakeld als u de kindersloten hebt ingeschakeld (zie Kindersloten op pagina 7) en als de Model S rijdt.

Ontgrendelen zonder stroom

Als de Model S geen stroom meer heeft, kunt u de achterklep van binnenuit openen. Gebruik in dat geval de mechanische ontgrendelingskabel aan de onderzijde van de achterklep, naast de verlichting in de bagageruimte.
1. Open het dekseltje door de onderkant stevig naar u toe te trekken.
2. Trek aan de kabel om het slot te ontgrendelen.
3. Duw de achterklep omhoog.
Openen en sluiten 11

Bagageruimte voor

Openen

De bagageruimte voor openen:
Tik op Controls > Front Trunk op het touchscreen, of dubbelklik op de sleutel op de toets voor de bagageruimte voor.
Trek de klep omhoog.
Het controlelampje op het instrumentenpaneel gaat branden als de voorklep open is. Op het scherm Controls van het touchscreen wordt ook aangegeven dat de bagageruimte van de Model S is geopend.
Opmerking: De bagageruimte voor wordt afgesloten wanneer de Model S wordt afgesloten met behulp van het touchscreen, van buitenaf wordt afgesloten met de sleutel of door middel van walk-away vergrendeling of wanneer de Valet Mode actief is (zie Valet
Mode op pagina 36).

Sluiten

De carrosserie van de Model S is gemaakt van licht aluminium. Daarom is de klep niet zwaar genoeg om onder zijn eigen gewicht te vergrendelen. Tevens kan schade ontstaan als u druk uitoefent op de voorste rand of het midden van de klep. De klep sluiten:
Laat de klep volledig zakken tot deze de vergrendelingen raakt.
Leg uw handen op de hieronder (in groen) aangegeven plaatsen aan de voorzijde van de klep en druk stevig omlaag om de vergrendeling vast te klikken.
Trek even aan de voorkant van de klep om te controleren of deze goed dicht zit.
Let op!: Schade vermijden:
Oefen alleen druk uit op de groene zones die hierboven zijn weergegeven. Wanneer u druk uitoefent op de rode zones, kan schade ontstaan.
Sluit de klep niet met één hand. Wanneer u dit doet, wordt de kracht op één plaats geconcentreerd wat tot deuken kan leiden.
Oefen geen druk uit op de voorste rand van de klep, omdat dit een deuk in de rand kan veroorzaken.
Sla de klep niet dicht en laat deze ook niet vallen.
Attentie: Rijd niet met de auto als de klep alleen door de secundaire vergrendeling is bevestigd.
12 Model S Owner's Manual
Bagageruimte voor

Van binnenuit openen in noodsituaties

In de bagageruimte voor zit een knop waarmee iemand die ingesloten is, zichzelf kan bevrijden. Deze knop werkt alleen als de Model S stilstaat.
Druk op de knop om de voorklep te openen en duw dan de klep omhoog.
Opmerking: De verschillende uren op nadat deze even is blootgesteld aan omgevingslicht.
fluorescerende knop licht

Ontgrendelen zonder stroom

Opmerking: De hieronder beschreven mechanische ontgrendeling is niet aanwezig in alle uitvoeringen van de Model S. Neem contact op met Tesla voor ondersteuning bij auto's met Dual Motor en sommige nieuwere modellen.
Als de Model S zonder stroom staat of als u de voorklep niet via het touchscreen of met behulp van de sleutel kunt openen, gebruik dan de mechanische ontgrendeling onder het dashboardkastje. Daarmee wordt de primaire vergrendeling geopend.
Druk vervolgens omlaag op de secundaire vergrendeling en open de klep. Soms is het nodig om de klep iets naar beneden te drukken om de druk op het tweede slot te verminderen.
Openen en sluiten 13

Dashboardkastje

Openen en sluiten

Druk op de toets rechts naast het touchscreen om het dashboardkastje te openen. Als het dashboardkastje meer dan vijf minuten open is, gaat de verlichting automatisch uit.
Opmerking: Het dashboardkastje wordt afgesloten als de Model S met de sleutel of door de walk-away vergrendeling wordt vergrendeld. Het wordt ook afgesloten wanneer de Model S in Valet Mode staat (zie
Valet Mode op pagina 36). Het wordt niet
afgesloten als de Model S via het touchscreen wordt vergrendeld.
Attentie: Houd het dashboardkastje onder het rijden dicht om te voorkomen dat het deksel bij een noodstop of een aanrijding verwondingen veroorzaakt.
14 Model S Owner's Manual

Open dak

Openen en sluiten

Als uw Model S is uitgerust met een open dak, tikt u op Controls > Sunroof op het touchscreen om het te bedienen. Tik op of sleep de schuifbalk in de gewenste stand of tik op de afbeelding van het open dak en sleep het in de gewenste stand. Het dak zal in de geselecteerde stand worden gezet.
Tik één keer op OPEN om het dak in de comfortstand (75% voor zo min mogelijk windgeruis) te openen. U kunt het dak ook in de comfortstand zetten met behulp van de schuifbalk op het touchscreen. Open een zijruit een stukje als u het windgeruis (dat varieert afhankelijk van uw snelheid) met het open dak in de comfortstand nog steeds hinderlijk vindt.
Tik twee keer op OPEN om het dak helemaal te openen.
Tik op CLOSE om het dak helemaal te sluiten.
Als het dak tijdens het sluiten een obstakel tegenkomt, zal het niet sluiten. Verwijder het obstakel. Als het dak dan nog niet sluit, tik dan op CLOSE en houd dit even vast om de beveiliging te overschrijven.
Tik op VENT om het dak gedeeltelijk te openen.
Tik op de afbeelding van het open dak om de stand van het dak te vergrendelen.
Let op!: Verwijder ijs en sneeuw van het open dak voordat u het opent. Er kan schade ontstaan wanneer u een dak opent dat is bedekt met sneeuw of ijs.
Attentie: Zorg ervoor dat de inzittenden geen lichaamsdelen door het dak naar buiten steken. Vliegende voorwerpen,
Openen en sluiten 15
boomtakken of andere obstakels kunnen ernstig letsel veroorzaken.
Attentie: Zorg ervoor dat inzittenden geen lichaamsdelen uit het geopende dak steken als u het sluit; let daarbij vooral op kinderen. Het negeren van deze aanwijzing vergroot de kans op letsel.
Attentie: Vervoer geen voorwerpen die door het open dak naar buiten steken. Anders kunnen de afdichtingen en het anti-beknellingsmechanisme van het zonnedak beschadigd raken, wat kan leiden tot letsel voor inzittenden.

Bekerhouders

Openen en sluiten

Schuif de armsteun naar achteren om de voorste bekerhouder te kunnen gebruiken.
Om de achterste bekerhouders te kunnen gebruiken (indien aanwezig in uw auto), drukt u kort op de afdekplaat van de bekerhouders op de achterkant van de middenconsole.
16 Model S Owner's Manual

Voorstoelen en achterstoelen

Correcte houding

De stoel, de vaste hoofdsteun, de gordel en de airbag vormen een combinatie die zorgt voor een optimale veiligheid. Een juist gebruik geeft een maximale bescherming.
Stel de stoel zo in dat u de veiligheidsgordel goed kunt dragen en u zo ver mogelijk van de airbag zit:
1. Ga rechtop zitten met beide voeten op de vloer en met de rugleuning niet meer dan 30 graden achterover.
2. Zorg dat u goed bij de pedalen kunt en dat uw armen iets gebogen zijn als u het stuur vastpakt. De afstand tussen borst en het midden van de airbag moet minstens 25 cm bedragen.
3. Leg de schoudergordel midden over uw schouder, zorg dat uw nek vrij blijft. Leg de heupgordel strak over de heupen, niet over uw buik.
De Model S heeft stoelen met geïntegreerde, vaste hoofdsteunen. Deze kunnen niet worden versteld of verwijderd.

Bestuurdersstoel verstellen

1. Lendensteun verstellen.
2. Rugleuning verstellen.
3. Zitting naar voren/achteren verstellen.
4. Hoogte en hellingshoek verstellen.
Attentie: Verstel de stoelen niet onder het rijden. Dit vergroot de kans op een aanrijding.
Attentie: Rijd niet met de auto als de rugleuning van de stoel achterover gekanteld is. Dit is gevaarlijk en kan ernstig letsel veroorzaken als u bij een aanrijding onder de gordel doorschiet. Zorg dat de rugleuning van de stoel onder het rijden nooit meer dan 30 graden achterover gekanteld is.

Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 17

Voorstoelen en achterstoelen

Neerklapbare achterbank

De Model S heeft een in delen neerklapbare achterbank.
Opmerking: Als de Model S is uitgerust met de optionele executive zitplaatsen achterin, kunnen deze niet naar voren worden geklapt.
Verwijder alle spullen van de achterbank en van de vloer voordat u de achterbank neerklapt. Het kan zijn dat de voorstoelen iets naar voren geschoven moeten worden om de achterbank helemaal neer te kunnen klappen.
Druk op de vergrendeling aan de bovenkant van de rugleuning en klap de rugleuning naar voren toe neer.

Rugleuning achterbank opklappen

Zorg dat de veiligheidsgordels niet achter de rugleuning blijven hangen als u de achterstoelen omhoog klapt.
Duw de rugleuning omhoog tot in de vergrendeling.
Trek de rugleuning even naar voren toe om te controleren of deze goed vastzit.
Attentie: Controleer na het opklappen altijd of de rugleuning goed vergrendeld is. Wanneer u dit niet doet, vergroot u de kans op letsel.

Hoofdsteunen

De stoelen hebben ingebouwde hoofdsteunen die niet versteld of verwijderd kunnen worden.

Stoelverwarming

De voorstoelen zijn uitgerust met thermostatisch geregelde stoelverwarming met 3 standen (1 = laagste stand, 3 = hoogste stand). Zie Climate control op pagina 111 voor de bediening van de stoelverwarming.
Als de Model S is uitgerust met het optionele Cold Weather-pakket, kunt u ook de stoelverwarming van alle achterstoelen, de verwarmde ruitenwissers en ruitensproeiers bedienen door te tikken op Controls > Cold Weather (zie Bediening op pagina 103).

Stoelhoezen

Gebruik geen stoelhoezen in de Model S. Deze zouden bij een aanrijding de goede werking van de zijairbags kunnen verstoren. Bovendien kunnen hoezen de werking van het systeem voor het detecteren van inzittenden verstoren, indien aanwezig.
18 Model S Owner's Manual

Veiligheidsgordels

Veiligheidsgordels dragen

Veiligheidsgordels en kinderzitjes zijn de beste middelen ter bescherming van de inzittenden bij een aanrijding. Het dragen van de veiligheidsgordels is in de meeste landen dan ook verplicht.
De voorstoelen van de Model S zijn uitgerust met 3-punts veiligheidsgordels met oprolautomaat. De oprolautomaat zorgt ervoor dat de inzittenden zich onder normale omstandigheden comfortabel kunnen bewegen. Om kinderzitjes veilig op hun plaats te houden zijn alle passagiersstoelen voorzien van een ALR (Automatic Locking Retractor: automatisch blokkerend oprolmechanisme). Wanneer de veiligheidsgordel langer uitgetrokken wordt dan nodig is voor een gemiddelde volwassen inzittende, zet dit mechanisme de gordel vast totdat deze weer wordt losgeklikt (zie Kinderzitje met
veiligheidsgordel installeren op pagina 25).
De oprolautomaat vergrendelt automatisch om de passagiers stevig in hun stoel te houden wanneer de Model S snel accelereert, stevig remt of snel door een bocht rijdt, of bij een aanrijding.
Het controlelampje op het instrumentenpaneel gaat branden als één van de passagiers vergeet zijn gordel om te doen. Als de gordel niet wordt vastgemaakt, gaat het lampje knipperen en klinkt er een pieptoon. Maak de gordels voor de zekerheid nog eens vast als het lampje blijft branden terwijl alle inzittenden de gordels hebben omgedaan. Leg geen zware voorwerpen (zoals een een lege stoel. Neem contact op met Tesla als het controlelampje blijft branden.
koer) op
3. Druk de gesp in de sluiting tot u een duidelijke 'klik' hoort, ten teken dat de gordel goed vastzit.
4. Trek even aan de gordel om te controleren of deze goed vastzit.
5. Trek het schoudergedeelte van de gordel aan tot dit vlak tegen de borst rust.
Gordel losmaken
Houd de gordel vlak bij de sluiting vast om te voorkomen dat deze te snel losschiet en druk op de knop van de gordelsluiting. De gordel rolt automatisch op. Zorg dat het oprollen van de gordel op geen enkele wijze belemmerd wordt. De gordel mag niet loshangen. Neem contact op met Tesla als een veiligheidsgordel niet helemaal oprolt.

Veiligheidsgordels dragen tijdens zwangerschap

Draag de gordel niet over de buik. Draag het heupgedeelte van de gordel onder de buik, zo laag mogelijk over het bekken. Draag het diagonale deel van de gordel over de borst boven de buik. Raadpleeg een arts voor meer specifieke advies.
Gordel vastmaken
1. Controleer of de stoel in de juiste stand staat (zie Correcte houding op pagina 17).
2. Trek de gordel rustig uit en zorg dat deze midden over uw schouder loopt en plat over borst en bekken ligt.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 19
Veiligheidsgordels
Attentie: Plaats niets tussen de riem en uw lichaam om de klap van een aanrijding op te vangen.

Gordelspanners

De veiligheidsgordels voorin zijn voorzien van gordelspanners die bij een zware frontale aanrijding tegelijk met de airbags geactiveerd worden. De gordelspanner trekt het heup- en schoudergedeelte van de gordel automatisch strak tegen het lichaam zodat de inzittende niet naar voren schiet.
Als de gordelspanners en airbags bij een aanrijding niet geactiveerd werden, wil dat nog niet zeggen dat het systeem defect is. In de meeste gevallen betekent het dat de kracht of de aard van de aanrijding geen aanleiding gaf om deze systemen te activeren.
Attentie: Een gordelspanner die eenmaal is geactiveerd, moet daarna vervangen worden. Laat na een aanrijding de airbags, de gordelspanners en alle bijbehorende onderdelen controleren en zo nodig vervangen.
20 Model S Owner's Manual
Veiligheidsgordels

Veiligheidsgordels testen

U kunt op eenvoudige wijze controleren of de veiligheidsgordels hun werk goed doen.
1. Maak de gordel vast en geef ter hoogte van de sluiting een korte, felle ruk aan de riem. De gordel moet netjes vast blijven zitten.
2. Neem de losse gordel en trek de riem helemaal uit. Controleer of het afrollen soepel en zonder haperingen verloopt en controleer de riem op sporen van slijtage. Laat de gordel oprollen, controleer of de riem soepel en zonder haperingen helemaal oprolt.
3. Rol de riem half uit en trek dan de gesp snel naar voren. De oprolautomaat moet de riem nu blokkeren.
Neem onmiddellijk contact op met Tesla als een veiligheidsgordel niet werkt zoals hierboven is beschreven.
Zie Veiligheidsgordels op pagina 163 voor informatie over het reinigen van veiligheidsgordels.

Waarschuwingen veiligheidsgordels

Attentie: Alle inzittenden moeten op elk moment hun veiligheidsgordel dragen, zelfs bij een bijzonder korte afstand. Het negeren van deze aanwijzing kan bij een aanrijding leiden tot ernstig letsel, in sommige gevallen zelfs met dodelijke
afloop.
Attentie: Zet kleine kinderen altijd in een geschikt kinderzitje (zie Kinderzitjes op pagina 22). Volg bij het plaatsen van een kinderzitje in de auto altijd de aanwijzingen van de fabrikant van het zitje.
Attentie: Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels op de juiste manier gedragen worden. Het negeren van deze aanwijzing kan bij een aanrijding leiden tot ernstig letsel, in sommige gevallen zelfs met dodelijke afloop.
Attentie: Leg de gordel niet over harde, kwetsbare of scherpe voorwerpen in uw kleding zoals pennen, sleutels, een bril enz. Deze kunnen verwondingen veroorzaken als de gordel gespannen wordt.
Attentie: Zorg dat de riem op geen enkele plaats gedraaid is.
Attentie: Elke veiligheidsgordel mag maar door één persoon tegelijk gedragen worden. Voer geen kinderen mee op schoot.
Attentie: Veiligheidsgordels die bij een aanrijding gebruikt zijn, moeten door Tesla gecontroleerd en zo nodig vervangen worden, ook al lijkt er in eerste instantie niets aan de hand.
Attentie: Laat veiligheidsgordels die sporen van slijtage (rafels) vertonen, die gescheurd zijn of op enige andere wijze beschadigd zijn, zo snel mogelijk door Tesla vervangen.
Attentie: Zorg dat er geen chemicaliën, vloeistoen, grit en reinigingsmiddelen op de gordels terecht kunnen komen. Vervang een veiligheidsgordel onmiddellijk als deze niet goed oprolt of als de sluiting niet goed werkt. Neem contact op met Tesla.
Attentie: Voer geen wijzigingen of aanpassingen uit aan de veiligheidsgordels, hierdoor zou de werking van de oprolautomaat verstoord kunnen worden. Een slappe gordel biedt onvoldoende bescherming.
Attentie: Voer geen wijzigingen of aanpassingen uit aan de veiligheidsgordels, hierdoor zou de goede werking van de veiligheidsgordels verstoord kunnen worden.
Attentie: Als een gordel niet gebruikt wordt, moet deze helemaal opgerold zijn, de gordel mag niet (gedeeltelijk) loshangen. Neem contact op met Tesla als een veiligheidsgordel niet helemaal oprolt.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 21

Kinderzitjes

Richtlijnen voor kinderzitjes

Neem baby's en kleine kinderen altijd mee in een kinderzitje dat geschikt is voor leeftijd, gewicht en lengte. Plaats nooit een kind in een kinderzitje of op een zitverhoging op de passagiersstoel als de airbag is ingeschakeld. Zie De frontairbags aan passagierszijde uitschakelen op pagina 34 voor het uitschakelen van de passagiersairbag voorin. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje.
Attentie: Gebruik nooit een naar achteren gericht zitje op een stoel met een ACTIEVE AIRBAG. Dit kan tot ERNSTIG of zelfs DODELIJK LETSEL leiden.
Raadpleeg het volgende label dat op de zonnekleppen is aangebracht.
Opmerking: De onderstaande afbeelding is alleen bedoeld ter illustratie en is mogelijk niet gelijk aan die in uw auto.
Als uw Model S is uitgerust met de optionele naar achteren gerichte kinderzitjes van Tesla, gaat het om kinderzitjes die alleen geschikt zijn voor kinderen tot een bepaalde lengte en een bepaald gewicht (zie Ingebouwde naar achteren gerichte kinderzitjes van Tesla op pagina 28).
22 Model S Owner's Manual
Kinderzitjes

Een kinderzitje kiezen

Raadpleeg de onderstaande tabellen voor richtlijnen in verband met het type van de geïnstalleerde veiligheidsgordel en van het kinderzitje met ISOFIX-bevestiging op basis van het gewicht van het kind.
Kinderzitjes met veiligheidsgordelbevestiging
Gewichtsklasse Voorpassagier Buitenste
zitplaatsen
achterin
Groep 0 tot 10 kg X U U
Groep 0+ tot 13 kg L* U U
Groep I 9 - 18 kg UF** U, UF U, UF
Groep II 15 - 25 kg UF** U, UF U, UF
Groep III 22 - 36 kg UF** U, UF U, UF
U: Universeel, tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje.
UF: Universeel, in de rijrichting geplaatst kinderzitje.
L: Speciaal geschikt voor deze kinderzitjes: Max-Cosi Cabrio/Cabriofix E4 04443517 of Takata Mini E4 04443717.
X: Stand van stoel is niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse.
* De stoel moet zo ver mogelijk omlaag en naar achteren gezet worden.
** De stoel moet zo ver mogelijk omhoog en naar achteren gezet worden.
Opmerking: Bevestig zitverhogingen alleen met veiligheidsgordels (gebruik geen ISOFIX­bevestiging).
Opmerking: Als de Model S uitgerust is met de optionele executive zitplaatsen achter, is de middelste zitplaats achterin niet beschikbaar.
Binnenste
zitplaatsen
achterin
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 23
Kinderzitjes
Kinderzitjes met ISOFIX*-bevestiging
ISOFIX-positie
buitenste
Gewichtsklasse Klasse Bevestiging
Groep 0 tot 10 kg E R1
Opmerking:
Bevestig
zitverhogingen
alleen met
veiligheidsgordel
s (gebruik geen
ISOFIX-
bevestiging).
E R1 IL
Groep 0+ tot 13 kg
D R2 IL
C R3 IL
D R2 IL
C R3 IL
Groep I 9 - 18 kg
B F2 IUF, IL
B1 F2X IUF, IL
A F3 IUF, IL
IL: Geschikt voor elk semi-universeel kinderzitje (in rijrichting/tegen rijrichting met voetensteun).
IUF: Geschikt voor elk universeel kinderzitje (in rijrichting geplaats met verankeringspunt).
A
Aanbeveling: Takata Mini E4 04443717.
B
Aanbeveling: Takata Midi E4 04444204.
C
Aanbeveling: Maxi-cosi Cabriofix/Easyfix E4 04443517.
D
Aanbeveling: Maxi-cosi Pearl/familyfix E4 043908.
zitplaatsen
achterin
IL
A, C
A, C
A, C
B
B
B, D
B, D
B, D
*ISOFIX: de internationale standaard voor bevestigingspunten voor kinderzitjes in personenauto's.
Opmerking: Als het gewicht van het kind en het zitje in totaal meer dan 29 kg bedraagt, bevestig het zitje dan bij voorkeur met de veiligheidsgordel van de auto aan het bovenste verankeringspunt. Naast een optimale bescherming biedt deze oplossing ook het voordeel dat het waarschuwingslampje van de veiligheidsgordels niet onnodig blijft branden. Volg bij het plaatsen van een kinderzitje in de auto altijd de aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje.
24 Model S Owner's Manual
Kinderzitjes

Grotere kinderen

Gebruik een geschikte zitverhoging als een kind te groot is voor een kinderzitje maar nog niet groot genoeg om de veiligheidsgordel goed te kunnen gebruiken. Volg de aanwijzingen van de fabrikant om de zitverhoging met behulp van de veiligheidsgordel vast te zetten. Gebruik het ISOFIX-systeem niet om een zitverhoging vast te zetten, ook al heeft de zitverhoging ISOFIX­bevestigingen.

Kinderzitjes installeren

Er zijn twee manieren om kinderzitjes te installeren:
Met de veiligheidsgordel in de auto (zie
Kinderzitje met veiligheidsgordel installeren op pagina 25).
Met ISOFIX-bevestigingen - deze zitjes kunnen aan verankeringspunten op de achterbank van de auto worden vastgemaakt (zie ISOFIX-kinderzitjes
installeren op pagina 26).
Controleer de aanwijzingen van de fabrikant en de tabel op Kinderzitjes op pagina 22 om de installatiemethode te bepalen. Sommige kinderzitjes kunnen op beide manieren bevestigd worden. Volg bij het plaatsen van een kinderzitje altijd de aanwijzingen van de fabrikant van het zitje.

Kinderzitje met veiligheidsgordel installeren

Controleer eerst of het kind in de gewichtsklasse van het zitje valt.
Trek kinderen niet al te dikke kleren aan en plaats geen voorwerpen tussen het lichaam en de riempjes.
Stel de riempjes elke rit op de juiste lengte af.
Om kinderzitjes veilig op hun plaats te houden zijn alle passagiersstoelen voorzien van ALR (Automatic Locking Retractor: automatisch blokkerend oprolmechanisme). Wanneer de veiligheidsgordel langer uitgetrokken wordt dan nodig is voor een gemiddelde volwassen inzittende, zet dit mechanisme de gordel vast totdat deze weer losgeklikt wordt en de riem weer helemaal is opgerold. Het ALR­mechanisme werkt als een pal die speling oprolt en voorkomt dat de gordel verder uitgetrokken kan worden totdat deze weer volledig is opgerold. Wanneer u een kinderzitje bevestigt, schakelt u het automatisch blokkerende oprolmechanisme van de gordel in door de riem helemaal uit te trekken. Het ALR-systeem wordt alleen ingeschakeld wanneer de gordel volledig is uitgetrokken.
Opmerking: Een automatisch blokkerend oprolmechanisme wordt alleen uitgeschakeld wanneer de gordel wordt losgemaakt en helemaal wordt opgerold. De veiligheidsgordel kan dan worden gebruikt als een normale gordel die vrijelijk op- en uitrolt, en alleen in een noodgeval stevig vastslaat. Is het mechanisme uitgeschakeld, dan moet de gordel volledig worden uitgetrokken om het mechanisme weer in te schakelen, telkens wanneer u een kinderzitje installeert.
Volg altijd de aanwijzingen van de fabrikant van het zitje. Hieronder vindt u enkele algemene richtlijnen.
1. Plaats het kinderzitje in de Model S en trek de veiligheidsgordel helemaal uit. Volg de instructies van de fabrikant om de riem door het kinderzitje te voeren, en steek de gesp in de gordelsluiting.
2. Laat de gordel strak oprollen, zorg dat er geen speling overblijft door het kinderzitje bij het oprollen van de gordel stevig in de stoel van de Model S te drukken.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 25
Kinderzitjes
3. Als het kinderzitje met veiligheidsgordelbevestiging een bevestiging aan de bovenzijde heeft, maak deze dan vast aan de rugleuning van de stoel (zie Bovenste riemen bevestigen op pagina 26).

ISOFIX-kinderzitjes installeren

In de buitenste stoelen van de tweede zitrij zijn de onderste verankeringspunten voor ISOFIX-kinderzitjes aanwezig. De verankeringspunten bevinden zich tussen de rugleuning en zitting van de stoelen. De precieze plaats van elk verankeringspunt is aangegeven met een identificatieknop voor het zitje, zie onderstaande afbeelding. De knop bevindt zich op de rugleuning van de stoel, direct boven het bijbehorende verankeringspunt.
Plaats ISOFIX-kinderzitjes alleen op de buitenste stoelen. Gebruik in het midden alleen een zitje dat met de veiligheidsgordel bevestigd moet worden.
betreende
Controleer na het plaatsen of het zitje goed vastzit voordat u er een kind in plaatst. Probeer het zitje heen en weer te draaien en van de bank af te trekken en controleer dan of het zitje nog steeds goed vastzit.

Bovenste riemen bevestigen

Als het zitje aan de bovenzijde een riem heeft, bevestig de haak van deze riem dan aan het verankeringspunt aan de achterkant van de stoelen achterin.
Breng enkelvoudige bevestigingsriemen altijd zo aan dat zij over de hoofdsteun heen lopen. Bij dubbele bevestigingsriemen dient er aan weerszijden van de hoofdsteun een riem te worden aangebracht.
Zet de bovenste bevestigingsriemen vast volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje.
Opmerking: Om te voorkomen dat de enkelvoudige bevestigingsriem naar links of naar rechts verschuift, vervormt de bovenkant van de vaste hoofdsteun.
Opmerking: De locatie van verankeringspunten zijn mogelijk niet direct zichtbaar, maar de punten kunnen worden gevonden aan de hand van een markering in het materiaal van de stoel.
Schuif een ISOFIX-kinderzitje met de sluitingen op de verankeringspunten tot ze vastklikken. Volg altijd de aanwijzingen van de fabrikant van het zitje.
26 Model S Owner's Manual
Kinderzitjes

Een kinderzitje testen

Controleer altijd of een kinderzitje goed vastzit voordat u er een kind inzet:
1. Pak het zitje vast waar de riem door het zitje loopt, en probeer het zitje heen en weer en van voor naar achter te schuiven.
2. Als het zitje meer dan 2,5 cm speling heeft, zit het te los. Trek de gordel strakker of klik het ISOFIX-kinderzitje opnieuw vast.
3. Plaats het zitje op een andere zitplaats of gebruik een ander kinderzitje als het niet lukt om het zitje goed vast te zetten.

Waarschuwingen kinderzitjes

Attentie: Plaats nooit een kind in een kinderzitje of op een zitverhoging op de passagiersstoel als de airbag is ingeschakeld. Dit kan tot ernstig letsel of de dood leiden.
Attentie: Gebruik nooit een naar achteren gericht zitje op een stoel met een actieve airbag. Dit kan ernstig letsel veroorzaken met de dood tot gevolg. Raadpleeg het waarschuwingslabel op de zonneklep aan de passagierszijde.
Attentie: Systemen voor de bescherming van kinderen in auto's zijn zo ontworpen dat zij op de autostoel worden bevestigd door middel van een heupgordel of door middel van het heupgedeelte van een driepuntsgordel. Bij een botsing lopen kinderen gevaar als de systemen die hen moeten beschermen niet goed in de auto worden aangebracht.
Attentie: Volgens ongevallenstatistieken zijn kinderen veiliger af wanneer zij goed in een beschermingssysteem worden neergezet op de stoelen achter in de auto dan in een zelfde systeem op zitplaatsen voorin.
Attentie: Gebruik geen naar voren gericht kinderzitje totdat uw kind meer dan 9 kg weegt en zelfstandig kan zitten. Tot de leeftijd van twee jaar zijn de ruggengraat en nek van kinderen niet voldoende ontwikkeld om letsel te vermijden bij een frontale botsing.
Attentie: Neem baby's en kinderen nooit op schoot mee. Kinderen moeten altijd vervoerd worden in een goedgekeurd en geschikt kinderzitje.
Attentie: Volg de aanwijzingen in deze handleiding en de aanwijzingen van de
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 27
fabrikant van het kinderzitje om er zeker van te zijn dat kinderen veilig vervoerd worden.
Attentie: Kinderen moeten zo lang mogelijk in een naar achteren gericht kinderzitje vervoerd worden en stevig worden vastgezet met de 5-punts harnasgordel van het zitje.
Attentie: Gebruik geen gordelverlengers voor een gordel die wordt gebruikt om een kinderzitje of zitverhoging te bevestigen.
Attentie: Zorg er bij het vervoer van grotere kinderen voor dat het hoofd wordt ondersteund en dat de veiligheidsgordels goed zijn afgesteld en bevestigd. Het schoudergedeelte van de gordel mag niet tegen het gezicht of de nek komen en het heupgedeelte mag niet op de buik rusten.
Attentie: Maak nooit twee zitjes vast aan één verankeringspunt. Eén verankeringspunt is mogelijk niet sterk genoeg om bij een zware aanrijding twee zitjes vast te houden.
Attentie: Verankeringen van kinderzitjes zijn alleen bestand tegen krachten die correct geplaatste kinderzitjes er op kunnen uitoefenen. Ze mogen in geen geval worden gebruikt voor veiligheidsgordels van volwassenen of andere riemsystemen, noch voor het bevestigen van andere voorwerpen of uitrusting.
Attentie: Controleer de gordels en de bevestigingsriemen altijd op slijtage en beschadiging.
Attentie: Laat een kind nooit alleen achter, ook niet als het kind in het zitje vastzit.
Attentie: Gebruik nooit een kinderzitje dat eerder aan een aanrijding is blootgesteld. Laat het zitje controleren of vervangen conform de aanwijzingen van de fabrikant van het zitje.

Ingebouwde naar achteren gerichte kinderzitjes van Tesla

Beperkingen

De optionele ingebouwde naar achteren gerichte kinderzitjes van Tesla zijn kinderbeveiligingssystemen die voldoen aan de Europese R44.04-norm voor zitjes in gewichtsklasse II en III, voor 15 tot 36 kg. Deze zitjes zijn alleen geschikt voor kinderen van 3 t/m 12 jaar met een lengte van 98 tot 135 cm.
Zorg er altijd voor dat een kind zijn hoofd niet kan stoten en dat het comfortabel kan zitten met de gordels op de juiste maat. Het bekken van het kind moet stevig op zijn plaats gehouden worden door het heupgedeelte van de gordel. Volg alle aanwijzingen en plaats nooit een extra zitje of zitverhoging op deze stoelen.
Opmerking: Als een kind in het ingebouwde, tegen de rijrichting in geplaatste kinderzitje van Tesla zit, wordt aanbevolen de climate control buitenlucht te laten aanzuigen in de Model S, in plaats van de lucht in de auto te laten recirculeren. Zo wordt er meer lucht naar achteren gevoerd. Zie Climate control instellen op pagina 112.

Openen

1. Verwijder de afdekplaat in de vloer van de bagageruimte en trek aan de lus om de opklapbank omhoog te trekken.
2. Klap de bank op zijn plaats.
3. Maak de riem in het midden los.
4. Trek aan de hendel om de hoofdsteunen uit te klappen en trek de hoofdsteunen dan naar u toe.
28 Model S Owner's Manual
Ingebouwde naar achteren gerichte kinderzitjes van Tesla
5. Trek de rugleuning omhoog en druk deze in de vergrendeling. Controleer of de bank goed in de vergrendeling zit.
6. Trek even aan de rugleuning om te controleren of de zitting en rugleuning goed vastzitten.

Inklappen

Let op!: Maak de gordels vast voordat u de bank inklapt om te voorkomen dat ze klem komen te zitten en/of beschadigd raken.
1. Trek de rugleuning met de hendel los en klap de rugleuning neer.
3. Maak de riem in het midden vast.
4. Trek aan de achterkant aan de lus om de achterbank in zijn geheel weg te klappen in de vloer van de bagageruimte.
5. Plaats de afdekplaat in de vloer van de bagageruimte.
2. Druk het hendeltje in om de hoofdsteunen los te maken en klap ze achterover.

Een kind vastzetten

De ingebouwde naar achteren gerichte kinderzitjes van Tesla zijn kinderbeschermingssystemen die voldoen aan de Europese R44.04-norm voor zitjes in gewichtsklasse II en III, voor 15 - 36 kg. Deze zitjes zijn alleen geschikt voor kinderen van 3 tot 12 jaar en een lengte van 98 - 135 cm.
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen 29
Loading...
+ 172 hidden pages