Techno Line WS 6502 User Manual [de]

1

WS 6502

INLEIDING

1. SNOOZE/LICHTKNOP

2. ONDERSTEL

3. “ALM SET” KNOP

4. “+ / C/F ” KNOP

5. “HISTORY” KNOP

6. “MODE” KNOP

7. “CHANNEL” KNOP

8. “- / RCC” KNOP

9. “MAX/MIN” KNOP

10. BATTERIJENHOUDER

11. DC LIJN IN AAN SLUI TING

Afb. 1 Vooraanzicht Afb. 2 Achteraanzicht

EERSTE GEBRUIK:

We raden u aan de remote temperatuursensor in te stellen, alvorens u het weerstation/de klok instelt.
Raadpleeg "Remote Temperatuursensor(en) instellen" hieronder voor overige informatie.

DE A/C ADAPTER INSTALLEREN :

1. Verwijder de "AAA" batterijen, alvorens u de A/C-D/C adapter aansluit. Zie de onderstaande
instructies.

2. Steek de A/C-D/C adapter in de D/C input aansluiting (11) (zie afbeelding 2).

DE BATTERIJEN INSTALLEREN :

1. Open batterijenhouder (10) aan de achterkant van het apparaat. (zie de afbeelding 2)

2. Installeer/vervang 3x "AAA" batterijen. We raden u aan uitsluitend alkaline batterijen te gebruiken.

3. Hermonteer het batterijenklepje (10) aan de achterkant van het apparaat.

4. U hoort een korte pieptoon ter bevestiging dat de batterijen correct geïnstalleerd zijn.

BATTERIJEN VEILIGHEIDSWAARSCHUWING :

1. Lees voor het gebruik de aanwijzingen aandachtig door.

2. Installeer de batterijen op correcte wijze in overeenstemming met de polariteit (+/-).

3. Vervang altijd alle batterijen.

4. Meng gebruikte en nieuwe batterijen nooit.

5. Verwijder gebruikte batterijen onmiddellijk.

6. Verwijder de batterijen als u het apparaat niet gebruikt.

7. Probeer de batterijen nooit op te laden en werp ze nooit in het vuur, aangezien ze kunnen
ontploffen.

8. Verzeker u ervan dat de batterijen buiten het bereik van metalen voorwerpen gehouden worden,
teneinde kortsluiting te vermijden.

9. Stel de batterijen nooit bloot aan hoge temperaturen, vocht of direct zonlicht.

2

10. Houd de batterijen buiten het bereik van kinderen. Verstikkingsgevaar.

11. Bewaar de verpakking voor verdere raadplegingen.

HET WEERSTATION INSTELLEN :

Het weerstation zal een pieptoon laten horen als de batterijen geïnstalleerd zijn of als de AC/DC adapter
aangesloten is.

1. De dubbele digits zullen knipperen en uw locatie boven zeeniveau wordt in de hoek rechtsonder op
het display weergegeven. Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) om de locatie boven
zeeniveau van uw apparaat te wijzigen. De hoogte boven zeeniveau wordt in meters aangeduid (1
meter komt overeen met circa 3,28 voet). Neem, indien noodzakelijk, contact op met het
plaatselijke weerstation of de bevoegdheden voor overige informatie.

2. Druk op de "HISTORY" knop (5) om de locatie boven zeeniveau te bevestigen.

3. Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) om de huidige weersituatie van uw locatie te
wijzigen. Zie de onderstaande afbeelding 3 voor het weerpatroon dat het beste bij uw omgeving
past.

Zonnig Lichtbewolkt Bewolkt Regenachtig Wolkbreuk

Afbeelding 3

4. Druk op de "HISTORY" knop (5) om het weerpatroon te bevestigen.

DE SYMBOLEN VAN DE WEERSVOORSPELLING INTERPRETEREN :

1. Het weerstation heeft minstens 24 uur nodig om zich aan de lokale weersomstandigheden te
kunnen aanpassen. Het weerstation zal de weerpatronen van de afgelopen 24 uur bewerken en
analyseren, teneinde het toekomstige weer te bepalen. Het voorspelde weer kan het actuele weer
van uw gebied niet zorgvuldig voorstellen, zolang deze 24 uur niet verstreken zijn.

2. Het weerstation zal de symbolen (zie afbeelding 3) weergeven, teneinde de weersvoorspelling van
de komende 12 tot 24 uur te kunnen geven voor een gebied binnen een straal van ongeveer 30-50
km.

Opmerking :

1. De weersvoorspelling is slechts een indicatie en is uitsluitend voor huishoudelijk gebruik geschikt.
Vertrouw NOOIT uitsluitend op het weerstation voor de weersvoorspelling voor serieuze zaken,
waaronder uw persoonlijke gezondheid, zakelijke of financiële beslissingen en/of het plannen van
de landbouw. Dit geldt VOORNAMELIJK voor situaties van leven en dood.

2. De weersvoorspelling toont het huidige weer niet, maar toont uitsluitend de komende weersituatie.

HET WEERSTATION INSTELLEN :

1. Druk 3 seconden lang op de "HISTORY" knop (5) tot u een pieptoon hoort.

2. Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) voor de keuze van luchtdruk in pascal (hPa) of
duim kwik (inHg)

3. Druk ter bevestiging op de "HISTORY" knop (5).

4. Druk op "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) voor de keuze tussen absolute en relatieve luchtdruk.

5. Druk ter bevestiging op de "HISTORY" knop (5).

6. Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) om de locatie boven zeeniveau van uw apparaat
te wijzigen.

7. Druk op de "HISTORY" knop (5) om de locatie boven zeeniveau te bevestigen.

8. Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) om de huidige weersituatie van uw locatie te
wijzigen. Zie de bovenstaande afbeelding 3 voor het weerpatroon dat het beste bij uw omgeving

3

past.

BAROMETER :

Het apparaat heeft ongeveer 24 uur nodig om de opgeslagen gegevens van de barometrische druk te
kunnen verwerken en analyseren. Zolang deze 24 uur niet verstreken zijn, zullen de druktrend en de
weersvoorspellingen de huidige weersvoorspelling van uw gebied niet weerspiegelen.

Omhoog Omlaag

DE DRUKTREND AFLEZEN :

Opgeslagen gegevens van de barometrische drukwijzigingen worden weergegeven met 3 pijlen,
teneinde de druktrend te tonen.

Toe name On gewijz igd Af name

Opmerking: U kunt de barometrische druk uitsluitend correct opmeten als het apparaat op dezelfde

hoogte boven zeeniveau gehouden wordt. De luchtdruk en de barometrische druk zullen afnemen als u
zich binnen een korte tijd op verschillende hoogtes boven zeeniveau bevindt. De druktrend kan
uitsluitend correct en regulier zijn als het apparaat minstens 24 uur lang op dezelfde hoogte boven
zeeniveau gehouden wordt.

DE OPGESLAGEN DRUKWAARDEN OPROEPEN :

De barometrische drukwaarden worden elk uur opgeslagen. De gegevens van de afgelopen 12 uur
kunnen worden opgeroepen. Druk meerdere keren op de “History" knop (5) om de opgeslagen
gegevens van de afgelopen uren op te roepen. “-1 HR” geeft de druk van het afgelopen uur aan. De
opgeslagen drukwaarden zullen 20 seconden lang worden weergegeven, alvorens de huidige waarde
op het display terugkeert.

DE KLOK MET RCC GELIJKZETTEN :

1. Indien mogelijk, zal de klok automatisch op de tijdstippen 02:03, 03:03, 04:03, 05:03 met de radio
controletorens worden gelijkgezet.

2. De gebruiker kan de klok echter ook met behulp van de onderstaande instructies handmatig
gelijkstellen.

3. Houd de "-/RCC" knop (8) ongeveer 3 seconden lang ingedrukt tot het symbool

begint te

knipperen.

4. Als het symbool knippert, zal de klok proberen om zich met de radio controletoren gelijk te zetten.

Het symbool

zal knipperen, als een sterk signaal ontvangen wordt. De klok zal zich vervolgens

met de radio controletoren gelijkzetten. Dit proces kan 7 minuten lang duren. Het symbool zal
niet langer knipperen en zal worden weergegeven als het signaal ontvangen is en de
synchronisatie plaatsvindt.

4

5. Het symbool wordt niet langer weergegeven als de klok niet in staat is zich binnen deze tijd
gelijk te zetten. De gebruiker kan proberen om de klok op een ander moment gelijk te zetten, terwijl
de klok op de aangegeven tijdstippen zal proberen zich gelijk te zetten.

6. Onthoud dat alle andere instellingen van de klok/het weerstation niet zullen functioneren, als de
klok zich in de RCC synchronisatie modus bevindt. Wacht tot de klok niet langer probeert zich
gelijk te zetten of als zich gelijk zet, teneinde de overige klok- en weerstationfuncties in te stellen.

7. De RCC synchronisatie zal onmiddellijk onderbroken worden, als tijdens het gelijkzetten de wekker
afgaat. Neem de bovenstaande aanwijzingen in acht om de synchronisatie opnieuw in te stellen.

RCC ZONE OFFSET :

De klok is voorzien van een radio gecontroleerde tijdinstelling. De gebruiker moet het signaal van de
tijdzone opzoeken dat op deze plaats ontvangen wordt en de gewenste instellingen verrichten. Deze
functie maakt het tevens mogelijk om daglicht besparende instellingen te verrichten. Neem contact op
met het plaatselijke weerstation of de bevoegdheden voor overige informatie.

1. Druk eenmaal op de "-/RCC" knop (8) voor +1 tijdzone.

2. Druk nogmaals op de "-/RCC" knop (8) voor +2 tijdzone.

3. Druk wederom op de "-/RCC" knop (8) voor -1 tijdzone.

4. Druk nogmaals op de "-/RCC" knop (8) voor dezelfde tijdzone.

DE TIJD HANDMATIG INSTELLEN :

1. Houd de "ALM SET" knop (3) ongeveer 3 seconden lang ingedrukt tot het display knippert.

2. Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) om de uren instelling te wijzigen.

3. Druk nogmaals op de "ALM SET" knop (3). Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) om de
minuten instelling te wijzigen.

4. Druk nogmaals op de "ALM SET" knop (3). Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) om de
jaren instelling te wijzigen.

5. Druk nogmaals op de "ALM SET" knop (3). Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) voor
een keuze tussen "maand/datum" en "datum/maand".

6. Druk nogmaals op de "ALM SET" knop (3). Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) om de
maanden instelling te wijzigen.

7. Druk nogmaals op de "ALM SET" knop (3). Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) om de
datum instelling te wijzigen.

8. Druk nogmaals op de "ALM SET" knop (3). Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) om te
kiezen tussen "am/pm" en "24-uur" klokinstelling.

9. Druk op de "ALM SET" knop (3) om de taalinstelling te wijzigen.

10. EN voor Engels – GE voor Duits – IT voor Italiaans – FR voor Frans – NE voor Nederlands – ES
voor Spaans – DA voor Deens.

11. Druk nogmaals op de "ALM SET" knop (3), teneinde de instellingen te bevestigen. Het display zal
niet langer knipperen.

DE WEKKERTIJD TONEN :

1. Druk eenmaal op de "MODE" knop (6). De wekkertijd 1 wordt weergegeven, zoals aangegeven
wordt door A1.

2. Druk nogmaals op de "MODE" knop (6). De wekkertijd 2 wordt weergegeven, zoals aangegeven
wordt door A2.

3. Druk wederom op de "MODE" knop (6) en de huidige tijd wordt weer weergegeven.

DE WEKKERTIJD INSTELLEN :

1. Druk eenmaal op de "MODE" knop (6). De wekkertijd 1 wordt weergegeven, zoals aangegeven
wordt door A1.

2. Druk de "ALM SET" knop (3) ongeveer 3 seconden lang in tot A1 begint te knipperen.

3. Druk op de "-/RCC" knop (8) om de uren instelling te wijzigen.

4. Druk nogmaals op de "ALM SET" knop (3).

5

5. Druk op de "+/C/F" knop (4) of "-/RCC" knop (8) om de minuten instelling te wijzigen.

6. Druk nogmaals op de "ALM SET" knop (3).

7. Druk op de "ALM SET" knop (3) om de wekker AAN of UIT te zetten als de Wekkertijd 1 (A1) wordt

weergegeven. Het symbool

wordt weergegeven als de wekker aangezet is.

8. Druk nogmaals op de "MODE" knop (6) en de wekkertijd 2 wordt weergegeven. Neem de
bovenstaande instructies in acht als u de wekkertijd A2 wilt instellen. Druk nogmaals op de "Mode"
knop (6) om de huidige tijd weer te laten geven.

9. Het symbool

wordt weergegeven als de wekker A2 aangezet is.

10. De wekker zal 120 seconden lang afgaan als de ingestelde wekkertijd bereikt is. Druk op een
willekeurige knop aan de achterkant van de klok om de wekker te deactiveren. De “snooze” modus
van de klok wordt automatisch geactiveerd als de wekker niet gedeactiveerd wordt.

11. Druk op de "SNOOZE/LICHT" knop (1) als de wekker afgaat. De "snooze" modus wordt
geactiveerd. Het symbool ZZ zal gaan knipperen als de "snooze" modus van de klok geactiveerd is.
De wekker zal na 5 minuten weer afgaan. Druk op een willekeurige knop aan de achterkant van de
klok om de wekker te deactiveren.

12. Onthoud dat u de wekkertijd niet kunt instellen als de klok zich in de RCC synchronisatie modus
bevindt. Wacht tot de synchronisatie beëindigd is, alvorens u de wekkertijd instelt.

DE THERMOMETER CONFIGUREREN :

Het weerstation kan 3 remote temperatuursensoren synchroniseren. Een remote temperatuursensor is
ingesloten. U kunt extra remote temperatuursensoren afzonderlijke bestellen. Neem contact op met uw
plaatselijke verkoper als u sensoren wilt kopen.

Remote temperatuursensoren

Afb. 4 Achteraanzicht Afb.5 Achteraanzicht - Open

1. Opening waarmee de sensor kan worden opgehangen

2. Schroeven batterijenklepje

3. "TX" knop

4. "RESET" knop

5. "Kanaal 123" schakelaar

DE BATTERIJEN INSTALLEREN :

1. Open het batterijenklepje aan de achterkant van het apparaat door de twee kleine schroeven
(RTS2) met een kruiskopschroevendraaier te verwijderen. (zie de afbeelding 4)

2. Installeer/vervang 2x "AAA" batterijen. We raden u aan uitsluitend alkaline batterijen te gebruiken.
Maak geen gebruik van oplaadbare batterijen.

3. Het weerstation kan 3 verschillende kanalen ontvangen. Kies het gewenste kanaalnummer (1, 2 of

3) door de "Kanaal 123" schakelaar (RTS 5) te verplaatsen. Kies kanaal 1 als u slechts 1 enkele
remote temperatuursensor heeft.

4. Druk eenmaal op de "reset" knop (RTS 4). Het rode lampje zal eenmaal knipperen.

5. Hermonteer het batterijenklepje aan de achterkant van het apparaat door de twee schroeven (RTS
2 ) aan te draaien.

6

INSTALLATIE

1. Breng de remote temperatuursensor op de gewenste plaats aan door de speciale opening (RTS 1)
van het apparaat aan een schroef (niet bijgesloten) te hangen. Het apparaat kan echter ook op een
vlakke en horizontale ondergrond worden geplaatst.

2. Het apparaat kan zowel binnens- als buitenshuis worden geplaatst. Het apparaat is waterdicht.
Dompel het apparaat niet onder in water. Stel het apparaat nooit langdurig bloot aan water. Vermijd
de ophoping van water of sneeuw op het apparaat. Stel het apparaat nooit aan direct zonlicht bloot.
Verwijder het a ppar aa t va n de installatieplek buitenshuis in het geval van slecht weer, inclusief
maar niet uitsluitend het orkanen-, tyfoon- en cyclonenseizoen. Houd het apparaat buiten het
bereik van harde wind.

3. Plaats de remote temperatuursensor op maximaal 30 meter (96 voet) afstand van het ontvangende
weerstation. De remote temperatuursensor functioneert beter als er geen sprake is van
hindernissen en interferentie tussen de remote temperatuursensor en het weerstation. Plaats de
temperatuursensor op minder dan 30 meter afstand, als het weerstation de signalen niet kan
ontvangen. Dit kan te wijten zijn aan hindernissen en/of interferentie. Het kan zijn dat de gebruiker
verschillende plaatsen moet uitproberen, teneinde de beste ontvangst te kunnen garanderen.

4. Druk op de "TX" knop (RTS 3) op de remote temperatuursensoren, teneinde de remote
temperatuursensoren opnieuw te configureren, als de stroomvoorziening in de hoofdunit kan
wijzigen (bijv. van batterijen naar AC-DC adapter of omgekeerd), zie afbeelding 5.

HET WEERSTATION CONFIGUREREN VOOR HET ONTVANGEN VAN REMOTE
TEMPERATUURSIGNALEN :

1. Neem de bovenstaande aanwijzingen in acht, teneinde de remote temperatuursensor in te stellen.

2. Druk 3 seconden lang op de "Channel" knop (7) op het weerstation. Het symbool

zal gaan

knipperen. De opgeslagen temperaturen worden gewist.

3. Het weerstation begint de signalen voor kanaal 1 te zoeken. De temperatuur wordt weergegeven
zodra de signalen door kanaal 1 worden ontvangen. Het weerstation zal automatisch naar andere
kanalen zoeken. Het zal 3 seconden lang elk kanaal afzoeken, alvorens het naar het volgende
kanaal overschakelt.

4. Druk eenmaal op de "Channel" knop (7) om het kanaal te bevestigen als het apparaat alle kanalen

ontvangen heeft. Het symbool

wordt niet langer weergegeven.

5. Het weerstation ontvangt automatisch elke 30 seconden een nieuw signaal, zodat de remote
temperatuur kan worden bijgewerkt.

6. Druk meerdere keren op de "Channel" knop (7) op het weerstation om een keuze te maken uit
kanaal 1, kanaal 2 en kanaal 3.

7. Het symbool

wordt op het weerstation weergegeven als de batterijen van een van de remote

temperatuursensoren vervangen moet worden.

OPGESLAGEN TEMPER ATUREN :

Druk op de "Max/Min" knop (4) op de opgeslagen maximum temperatuur, minimum temperatuur en
huidige temperatuur weer te geven: "max" duidt op maximum temperatuur, "min" duidt op minimum
temperatuur.

TEMPERATUURWEERGAVE :

1. De "IN" temperatuur toont de temperatuur binnenshuis. Dit is de temperatuur van de plaats waar
het weerstation daadwerkelijk geplaatst is.

2. De "OUT" temperatuur toont de temperatuur van de remote temperatuursensoren.

3. Druk meerdere keren op de "Channel" knop (7) op het weerstation om de temperatuur van kanaal
1, kanaal 2 en kanaal 3 weer te geven.

7

CELSIUS/FAHRENHEIT :

Druk op de "+/C/F" knop (4) teneinde voor de weergave van de temperatuur in Celsius of Fahrenheit te
kiezen.

TEMPERATUURTREND :

1.

Geeft aan dat de temperatuurtrend toeneemt.

2.

Geeft aan dat de temperatuurtrend stabiel is.

3. Geeft aan dat de temperatuurtrend afneemt.

SPECIFICATIES

1. Temperatuurrange binnenshuis : -10ºC ---- 70ºC

2. Temperatuurrange buitenshuis : -40ºC ---- 70ºC

3. Barometrische drukrange : 900mb --- 1050 mb.

4. Kalenderrange : jaar 2000 tot jaar 2099

BATTERIJWET

Gebruik in overeenstemming met de batterijwet

Gebruikte batterijen mogen niet bij het normale huisvuil worden gestopt, aangezien ze de gezondheid
en het milieu kunnen schaden. De eindgebruiker wordt door de wet verplicht de gebruikte batterijen
naar verkopers en andere inzamelpunten te brengen.

1

WS 6502

EINFÜHRUNG

1. SNOOZE/LIGHT TASTE

2. STANDFUß

3. ”ALM SET” TASTE

4. ”+ / C/F ” TASTE

5. ”HISTORY” TASTE

6. ”MODE” TASTE

7. ”CHANNEL” TASTE

8. ”- / RCC” TASTE

9. ”MAX/MIN” TASTE

10. BATTERIEFACH

11. NET ZTEI LANSC HLUS S

Fig. 1 Front View Fig. 2 Back view

Abbildung 1 Abbildung 2

INBETRIEBNAHME:

Wir empfehlen, zuerst den Temperatursender und anschließend die Wetterstation in Betrieb zu nehmen.
Nähere Informationen finden Sie unter ”Einrichten des Temperatursenders”.

ANSCHLIEßEN DES NETZTEILS:

1. Entfernen Sie alle Batterien aus dem Gerät bevor Sie den A/C-D/C-Adapter anschließen.

2. Stecken Sie den A/C-D/C-Adapter in den vorgesehenen D/C-Anschluss an der Rückseite des
Geräts (11).

EINLEGEN DER BATTERIEN:

1. Öffnen Sie das Batteriefach (10) auf der Rückseite des Geräts.

2. Legen Sie 3 x ”AAA” Batterien unter Beachtung der richtigen Polarität ein. Wir empfehlen
ausschließlich den Gebrauch von Alkaline Batterien.

3. Schließen Sie das Batteriefach (10).

4. Ein kurzer Piepton ertönt, sobald die Batterien vollständig und korrekt eingelegt wurden.

BATTERIE-SICHERHEITSHINWEISE:

1. Lesen Sie vor dem Gebrauch sorgfältig die Gebrauchsanweisung.

2. Beachten Sie beim Einlegen der Batterien die richtige Polarität (+/-).

3. Tauschen Sie verbrauchte Batterien immer als ganzes Set aus.

4. Verwenden Sie niemals verbrauchte und neue Batterien zusammen.

5. Entfernen Sie verbrauchte Batterien sofort.

6. Entnehmen Sie die Batterien, wenn das Gerät längere Zeit nicht in Betrieb ist.

7. Verbrauchte Batterien dürfen weder aufgeladen noch ins Feuer geworfen werden – es besteht

2

Explosionsgefahr!

8. Bewahren Sie die Batterien nicht in der Nähe metallischer Objekte auf. Der Kontakt könnte einen
Kurzschluss verursachen.

9. Setzen Sie die Batterien nicht direktem Sonnenlicht, extremen Temperaturen oder hoher
Luftfeuchtigkeit aus.

10. Bewahren Sie die Batterien außer Reichweite von Kindern auf – es besteht Erstickungsgefahr!

11. Bitte entsorgen Sie die Batterien und deren Verpackung umweltfreundlich.

EINRICHTEN DER WETTERSTATION:

Die Wetterstation piept kurz sobald alle Batterien eingelegt bzw. der A/C-D/C-Adapter angeschlossen
wurden.

1. Die Anzeige für die Höhe über dem Meeresspiegel blinkt im unteren Teil des Displays auf.

2. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder die ”-/RCC” Taste (8) um den Wert für die Höhe über

dem Meeresspiegel für Ihren Standort anzupassen. Die Angabe erfolgt in Metern (1 Meter
entspricht 3,28 Fuß). Kontaktieren Sie Ihr nächstgelegenes Wetteramt oder eine
entsprechende Behörde um nährere Informationen zu erhalten.

3. Drücken Sie die ”HISTORY” Taste (5) um den Wert zu speichern.

4. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder die ”-/RCC” Taste (8) um die momentane

Ausgangswetterlage an Ihrem Standort einzustellen. Wählen Sie hierzu das entsprechende
Wettersymbol, welches die aktuellen Witterungsverhältnisse in Ihrer unmittelbaren
Umgebung darstellt.

Abbildung 3

5. Drücken Sie die ”HISTORY” Taste (5) um das ausgewählte Wettersymbol zu speichern.

VORHERSAGE MIT WETTERSYMBOLEN:

1. Die Wetterstation benötigt etwa 1 Tag um sich auf die lokalen Wettterbedingungen einzustellen.
Die Witterungsabläufe der letzten 24 Stunden werden aufbereitet und analysiert um die
zukünftigen Wettersituationen zu bestimmen. Daher stimmt die Wettervorhersage in den ersten 24
Stunden nicht unbedingt mit den tatsächlichen Witterungsabläufen in Ihrer Umgebung überein.

2. Die Wetterstation zeigt mit den Wettersymbolen (siehe Abbildung 3) die voraussichtlichen
Witterungsabläufe der nächsten 12 bis 24 Stunden in einem Umfeld von maximal 30 bis 50
Kilometern an.

Hinweis:

1. Die Wetterstation dient ausschließlich für einzelne Referenzmessungen und den Hausgebrauch.
Verlassen Sie sich NICHT auf die Vorhersage der Wetterstation bei wichtigen Entscheidungen,
welche die persönliche Gesundheit, jegliche geschäftliche oder finanzielle Entscheidungen oder
landwirtschaftliche Planung betreffen!

2. Die Wetterstation zeigt nicht die aktuelle, sondern die zukünftig zu erwartende Wettersituation an.

EINSTELLEN DER WETTERSYMBOLE:

1. Drücken Sie die ”HISTORY” Taste (5) für 3 Sekunden bis ein Piepton ertönt.

2. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder die ”-/RCC” Taste (8) um für die Luftdruckanzeige die
Einheit Pascal (hPa) oder Inches of mercury (inHg) auszuwählen.

3. Drücken Sie die ”HISTORY” Taste (5) zum Bestätigen.

3

4. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder die ”-/RCC” Taste (8) um zwischen der absoluten oder
relativen Luftdruckanzeige zu wechseln.

5. Drücken Sie die ”HISTORY” Taste (5) zum Bestätigen.

6. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder die ”-/RCC” Taste (8) um die Höhe über dem Meeresspiegel
an Ihrem Standort einzustellen.

7. Drücken Sie die ”HISTORY” Taste (5) zum Bestätigen.

8. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder die ”-/RCC” Taste (8) um die momentane
Ausgangswetterlage an Ihrem Standort mit dem entsprechenden Wettersymbol (siehe Abbildung 3)
einzustellen.

BAROMETER:

Die Wetterstation benötigt etwa 1 Tag um die an Ihrem Standort aufgenommenen Luftdruck-Daten
aufzubereiten und zu analysieren. Daher stimmt die Luftdruck-Tendenz-Anzeige in den ersten 24
Stunden nicht unbedingt mit den tatsächlichen Witterungsabläufen in Ihrer Umgebung überein.

Steigend Fallend

LUFTDRUCK-TREND:

Anhand der gespeicherten Luftdruckveränderungen wird mit 3 verschiedenen Pfeilen die
Luftdrucktendenz angezeigt.

Hinweis: Eine genaue Luftdrucktendenz-Vorhersage ist nur an Standorten mit gleicher Höhenlage
möglich.
Beim Umstellen der Station an Standorte mit anderer Höhenlage verändert sich innerhalb kurzer Zeit
der Luftdruck. Eine Tendenz-Vorhersage ist nur korrekt und beständig, wenn die Station für mehr als 24
Stunden an einem Standort mit gleicher Höhenlage verbleibt.

ABRUFEN DER LUFTDRUCKHISTORIE:

Der Luftdruck wird in stündlichen Intervallen gemessen und kann für die letzten 12 Stunden abgerufen
und eingesehen werden. Drücken Sie mehrmals die ”History” Taste (5) um die aufgenommen Daten der
letzten Stunden anzuzeigen. ”-1 HR” zeigt den Luftdruck der letzten Stunde an. Die Luftdruckhistorie
erscheint für 20 Sekunden und wechselt dann zur Anzeige des aktuellen Luftdrucks zurück.

EMPFANG DER FUNKUHRZEIT:

Sofern verfügbar, gleicht sich die Uhrzeit automatisch täglich zu folgenden Zeiten mit den
Funkturmsignalen ab: 02:03, 03:03, 04:03, 05:03.
Die Uhrzeit kann aber auch manuell wie folgt eingestellt werden:

4

1. Halten Sie die ”-/RCC” Taste (8) für 3 Sekunden gedrückt bis das Symbol aufblinkt.

2. Wenn dieses Symbol aufblinkt, sucht die Uhr das Funksignal.

3. Das Symbol

blinkt während der Suche nach dem Funksignal und dem Angleichen der Uhrzeit.

Dieser Vorgang kann bis zu 7 Minuten dauern. Das Symbol

hört auf zu blinken und wird

dauerhaft angezeigt wenn ein Funksignal empfangen und die Uhrzeit angepasst wurde.

4. Das Symbol

wird nicht weiter angezeigt, wenn während dieses Zeitraums kein Funksignal
empfangen wurde und sich die Uhrzeit demzufolge nicht angleichen konnte. Ein erneuter Versuch
kann zu einem späteren Zeitpunkt manuell gestartet werden. Ansonsten startet die Uhr
automatisch zu den anfangs genannten Zeiten weitere Versuche.

5. Bitte beachten Sie, dass alle weiteren Einstellungen während dieses Synchronisationsmodus nicht
möglich sind. Warten Sie bis der Synchronisationsmodus beendet wurde um mit Ihren weiteren
Einstellungen fortzufahren.

6. Geht während des Synchronisationsmodus der Alarm los, wird die Funksignalsuche sofort
abgebrochen. Sie können die Synchronisation zu einem späteren Zeitpunkt erneut manuell starten,
ansonsten erfolgt dies automatisch zu den anfangs genannten Zeiten.

ZEITZONENEINSTELLUNG:

Die Uhr ist ausgestattet mit Funkuhrzeiteinstellung. Finden Sie heraus, in welcher Zeitzone Sie sich an
Ihrem Standort befinden und nehmen Sie bei Bedarf die entsprechenden Einstellung (siehe unten) vor.
Diese Funktion ermöglicht ebenfalls die automatische Sommerzeitumstellung. Kontaktieren Sie Ihr
nächstgelegenes Wetteramt oder eine entsprechende Behörde um nährere Informationen zu erhalten

1. Drücken Sie die ”-/RCC” Taste (8) für die +1 Zeitzone.

2. Drücken Sie erneut die ”-/RCC” Taste (8) für die +2 Zeitzone.

3. Drücken Sie erneut die ”-/RCC” Taste (8) für die -1 Zeitzone.

4. Drücken Sie erneut die ”-/RCC” Taste (8) für die anfänliche Zeitzone.

MANUELLE ZEITEINSTELLUNG:

1. Halten Sie die ”ALM SET” Taste (3) für 3 Sekunden gedrückt bis die Display-Anzeige blinkt.

2. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder ”-/RCC” Taste (8) um die Stunden einzustellen.

3. Drücken Sie erneut die ”ALM SET” Taste (3).

4. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder ”-/RCC” Taste (8) um die Minuten einzustellen.

5. Drücken Sie erneut die ”ALM SET” Taste (3).

6. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder ”-/RCC” Taste (8) um das Jahr einzustellen.

7. Drücken Sie erneut die ”ALM SET” Taste (3).

8. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder ”-/RCC” Taste (8) um zwischen den
Anzeigeformaten ”Monat/Tag” oder ”Tag/Monat” zu wechslen.

9. Drücken Sie erneut die ”ALM SET” Taste (3).

10. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder ”-/RCC” Taste (8) um den Monat einzustellen.

11. Drücken Sie erneut die ”ALM SET” Taste (3).

12. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder ”-/RCC” Taste (8) um den Tag einzustellen.

13. Drücken Sie erneut die ”ALM SET” Taste (3).

14. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder ”-/RCC” Taste (8) um zwischen den
Anzeigeformaten ”am/pm” oder ”24h” zu wechseln.

15. Drücken Sie erneut die ”ALM SET” Taste (3) um die Sprache auszuwählen:
EN für Englisch – GE für Deutsch – IT für Italien – FR für Frankreich – NE für Niederlande – ES für
Spanisch – DA für Dänisch.

16. Drücken Sie erneut die ”ALM SET” Taste (3) um die Einstellungen zu speichern. Die Display­Anzeige hört auf zu blinken.

ALARMZEITANZEIGE:

1. Drücken Sie die ”MODE” Taste (6) und die erste Alarmzeit (A1) wird angezeigt.

5

2. Drücken Sie erneut die ”MODE” Taste (6) und die zweite Alarmzeit (A2) wird angezeigt.

3. Drücken Sie erneut die ”MODE” Taste (6) und die aktuelle Uhrzeit wird wieder angezeigt.

ALARMZEITEINSTELLUNG:

1. Drücken Sie die ”MODE” Taste (6) und die erste Alarmzeit (A1) wird angezeigt.

2. Halten Sie die ”ALM SET” Taste (3) für 3 Sekunden gedrückt bis die Ziffern blinken.

3. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder die ”-/RCC” Taste (8) um die Stunden einzustellen.

4. Drücken Sie erneut die ”ALM SET” Taste (3).

5. Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) oder die ”-/RCC” Taste (8) um die Minuten einzustellen.

6. Drücken Sie erneut die ”ALM SET” Taste (3).

7. Wenn die erste Alarmzeit (A1) angezeigt wird, drücken Sie die ”ALM SET” Taste (3) um diesen

ein- oder auszuschalten. Das Symbol

wird angezeigt, wenn der Alarm 1 aktiviert ist.

8. Drücken Sie erneut die ”Mode” Taste (6) und die zweite Alarmzeit (A2) wird angezeigt.
Wiederholen Sie die oben genannten Anweisungen um auch diesen einzustellen.

9. Das Symbol

wird angezeigt, wenn der Alarm 2 aktiviert ist.

10. Drücken Sie erneut die ”MODE” Taste (6) und die aktuelle Uhrzeit wird wieder angezeigt.

11. Der Alarm ertönt für 120 Sekunden wenn die eingestellte Zeit erreicht ist. Drücken Sie eine
beliebige Taste auf der Rückseite des Geräts um den Alarm auszuschalten, ansonsten wird nach
Ablauf des Alarmtons automatisch der Schlummermodus aktiviert.

12. Drücken Sie während des Alarms die ”SNOOZE/LIGHT” Taste (1) um selbstständig den
Schlummermodus zu aktivieren. Das Symbol ZZ blinkt während des Schlummermodus. Der Alarm
ertönt erneut nach 5 Minuten. Drücken Sie eine beliebige Taste auf der Rückseite des Geräts um
diesen auszuschalten.

Hinweis:

Bitte beachten Sie das während des Synchronisierungsmodus keine Alarmzeiteinstellungen
vorgenommen werden können. Warten Sie bis der Synchronisationsmodus beendet wurde um mit
Ihren weiteren Einstellungen fortzufahren.

EINRICHTEN DES THERMOMETERS:

Die Wetterstation ist so ausgelegt, dass sie bis zu 3 Außensender empfangen kann. Ein Außensender
ist bereits im Lieferumfang enthalten. Weitere Außensender sind einzeln erhältlich. Bitte erkundigen Sie
sich hierzu bei Ihrem Händler.

Außentemperatursender:

Abbildung 5 - Rückansicht

1. Aufhängung

2. Schrauben für das Batteriefach

3. ”TX” Taste

4. ”RESET” Taste

6

5. ”Channel 123” Schalter

EINLEGEN DER BATTERIEN:

1. Öffnen Sie das Batteriefach auf der Rückseite des Senders indem Sie mit einem Schraubenzieher
die beiden kleinen Schrauben (2) entfernen.

2. Legen Sie 2 x ”AAA” Batterien in das Fach ein. Wir empfehlen ausschließlich den Gebrauch von
Alkaline Batterien. Verwenden Sie keine Akkus!

3. Die Wetterstation kann bis zu 3 Kanäle empfangen. Wählen Sie den jeweiligen Kanal für die
einzelnen Außensender (1,2, oder 3) durch Verschieben des ”Channel 123” Schalters (5) aus.
Wenn Sie nur einen Außensender haben, stellen Sie Kanal 1 ein.

4. Drücken Sie die ”RESET” Taste (4) und ein rotes LED-Licht blinkt auf.

5. Schließen Sie das Batteriefach und schrauben Sie es wieder zu.

INSTALLATION

1. Platzieren Sie den Außensender an einem gewünschten Ort. Der Sender kann mit der Aufhängung
(1) an eine Schraube angehängt werden oder alternativ auf einer flachen horizontalen Fläche
aufgestellt werden.

2. Der Außensender kann innen sowie außen platziert werden, er ist wetterfest.

- Tauchen Sie das Gerät nicht unter Wasser und setzen Sie es nicht lang andauerndem
Regen aus. –

- Vermeiden Sie die Ansammlung von Wasser und Schnee am bzw. auf dem Gerät.

- Setzen Sie das Gerät nicht direktem Sonnenlicht aus.

- Entfernen Sie das Gerät von draußen bei extremen und rauen Witterungsverhältnissen wie
beispielsweise Hurricans, Typhoons und anderen Wirbelstürmen. Platzieren Sie das Gerät
möglichst windgeschützt.

3. Platzieren Sie den Außensender nicht weiter als 30 Meter von der Basis-Wetterstation entfernt.
Zwischen dem Außensender und der Basis-Wetterstation sollten möglichst wenig Störquellen
liegen um eine störungsfreie Übertragung der Daten zu ermöglichen. Empfängt die Basis­Wetterstation keine Daten vom Außensender, platzieren Sie diesen näher an der Station. Probieren
Sie mehrere Stellen aus um die bestmögliche Übertragung herzustellen.

4. Wenn Sie die Batterien in der Basis-Wetterstation wechseln oder die Stromversorgung mit dem
AC-DC-Adapter umstellen, drücken Sie am Außensender die ”TX” Taste (3) um diesen neu zu
synchronisieren.

SYNCHRONISIEREN VON WETTERSTATION UND AUßENSENDER :

1. Befolgen Sie die oben genannten Anweisungen um den Außensender in Betrieb zu nehmen.

2. Halten Sie die ”Channel” Taste (7) an der Wetterstation für 3 Sekunden gedrückt. Das Symbol
blinkt auf. Alle gespeicherten Temperaturen werden gelöscht.

3. Die Wetterstation startet nun die Suche nach dem Funksignal des Außensenders für Kanal 1.
Sobald ein Signal empfangen wurde, wird die am Außensender gemessene Temperatur angezeigt.
Die Wetterstation sucht automatisch nach Außenssendern auf weiteren Kanälen (jeweils 3
Sekunden pro Kanal).

4. Werden alle Kanäle von der Station empfangen, drücken Sie die ”Channel” Taste (7) um die

Kanäle zu bestätigen. Das Symbol

wird nicht länger angezeigt.

5. Die Wetterstation empfängt alle 30 Sekunden die Außensenderdaten und aktualisiert die
Te mp e r at u ra n ze i g e.

6. Drücken Sie mehrmals die ”Channel” Taste (7) an der Wetterstation um zwischen den Kanälen 1, 2
und 3 zu wählen und sich die jeweiligen Temperaturen anzeigen zu lassen.

7. Das Symbol

erscheint auf dem Display der Wetterstation wenn die Batterien in den

Außensendern ersetzt werden müssen.

7

TEMPERATUR-SPEICHERUNG:

Drücken Sie die ”Max/Min” Taste (4) um die gespeicherte Höchsttemperatur, die gespeicherte
Tiefsttemperatur und die aktuelle Temperatur anzuzeigen. ”max” steht für Höchsttemperatur. ”min” steht
für Tiefsttemperatur.

TEMPERATUR-ANZEIGE:

1. Die ”IN”-Temperatur zeigt die aktuelle Innentemperatur, also die Temperatur am Standort der
Wetterstation an.

2. Die ”OUT” –Temperatur zeigt die Temperatur am Ort des Außensenders an.

3. Drücken Sie mehrmals die ”Channel” Taste (7) an der Wetterstation um zwischen den Kanälen 1, 2
und 3 zu wählen und sich die jeweiligen Temperaturen anzeigen zu lassen.

°C/°F:

Drücken Sie die ”+/C/F” Taste (4) um zwischen den Anzeigeformaten °C und °F zu wechseln.

TEMPERATUR-TREND:

1.

Deutet auf steigende Temperaturen hin.

2.

Deutet auf gleichbleibende Temperaturen hin.

3.

Deutet auf fallende Temperaturen hin.

TECHNISCHE DATEN

1. Messbereich Innentemperatur : -10’C ---- 70’C

2. Messbereich Außentemperatur : -40’C ---- 70’C

3. Messbereich Luftdruck : 900mb --- 1050 mb.

4. Kalender : Jahr 2000 bis 2099

BATTERIEGESETZ

Alte Batterien gehören nicht in den Hausmüll da sie schwere Schäden für Gesundheit und Umwelt
verursachen können. Endverbraucher sind gesetzlich verpflichtet, verbrauchte Batterien beim Händler
oder entsprechenden Sammelstellen abzugeben.