Techno Line WL1005 User guide [nl]

Techno Line WL1005 User guide

WL 1005 - LUCHTKWALITEITMONITOR

Gebruiksaanwijzing

EIGENSCHAPPEN:

LCD-scherm

Functietoetsen

Batterijvak

Kwartsklok

12/24 u tijdweergave

Weergave binnentemperatuur in °C/°F

Sensor voor luchtkwaliteit voor het bewaken van de luchtkwaliteit binnenshuis

Weergave van CO2- equivalente waarden en een kwaliteitsaanduiding.

Alarm voor luchtkwaliteit met LED en pieptoon

Alarm

Indicator batterij bijna leeg

INSTELLING:

1.Open het batterijdeksel aan de achterkant van de luchtkwaliteitmonitor.

2.Plaats 1 x D, mono, 1,5 V alkalinebatterij in het batterijvak, controleer hierbij de juiste polariteit, en plaats het deksel weer.

3.Als de batterij is geplaatst lichten alle segmenten van het LCDscherm kort op en klinkt er een “piep”.

4.Druk de SET-toets om eerst handmatig een tijd in te voeren.

Opmerking:

Het equivalent CO2 ppm wordt pas na 30 minuten weergegeven.

De luchtkwaliteitsensor heeft maximaal 5 dagen na het plaatsen van batterij nodig om zichzelf te conditioneren voor de ruimte waarin hij is geplaatst. Als het toestel in een andere ruimte wordt geplaatst, kan het herconditioneren ook enkele dagen duren.

HET PLAATSEN EN VERVANGEN VAN DE BATTERIJ VAN DE LUCHTKWALITEITMONITOR

De luchtkwaliteitmonitor gebruikt 1 batterij, type D, mono 1,5 V. Volg voor het plaatsen en vervangen van de batterij onderstaande stappen:

1.Verwijder het batterijdeksel aan de achterkant van de luchtkwaliteitmonitor.

2.Plaats de batterij en neem hierbij de juiste polariteit in acht (zie markering).

3.Plaats het deksel terug.

VERVANGEN BATTERIJEN:

Het wordt aanbevolen om de batterij van het toestel regelmatig te vervangen om de optimale nauwkeurigheid van het toestel te verzekeren (zie voor de levensduur van de batterij onderstaande

Specificaties).

Lever een bijdrage aan de milieubescherming. Lever gebruikte batterijen in bij een bevoegd inleveradres.

FUNCTIES VAN DE TOETSEN:

De luchtkwaliteitmonitor is voorzien van 4 gemakkelijk te gebruiken toetsen.

SET-toets

ALARM-toets

 

+ toets

ALERT-toets

SET-TOETS:

Houd hem ingedrukt om naar de modi voor handmatige instelling te gaan: 12/24 uur tijdweergave, handmatige tijdinstelling, ºC/ºF temperatuurweergave,

Stakel het alarm uit

Verlaat de handmatige instellingenmodus

+ toets:

Druk om waarden van alle handmatige instellingen te wijzigen

Activeer/deactiveer het alarm

Stakel het alarm uit

ALERT-toets:

Houd hem ingedrukt om naar de instellingenmodus voor het alarm voor de luchtkwaliteit te gaan.

Druk om de instellingen voor het alarm voor de luchtkwaliteit te wijzigen

ALARM-toets:

Houd hem ingedrukt om naar de instellingenmodus voor het alarm te gaan.

Stakel het alarm uit

Verlaat de instellingenmodus voor het alarm

LCD-SCHERM

Alarmicoon

Tijd/Alarmtijd

Icoon alarm luchtkwaliteit UIT

Weergave equivalent CO2 ppm/seconden

Binnentemperatuur Luchtkwaliteitin

in ºC/ºF -dicatielampje Icoon batterij bijna leeg

HANDMATIGE INSTELLINGEN:

In de modus instellingen kunnen de volgende instellingen handmatig worden ingesteld:

1.Tijdinstelling 12/24 uur

2.Tijdinstelling

3.instelling temperatuurweergave ºC/ºF

Houd de SET-toets gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt om naar de instellingenmodus te gaan:

INSTELLING 12/24 UUR TIJDWEERGAVE

Er knippert “12hr” of “24hr” op het LCD-scherm. (standaard 24hr)

Druk de + toets om “12hr” of “24hr” weergavemodus te selecteren.

Bevestig met de SET-toets en ga naar de Handmatige tijdinstelling.

HANDMATIGE TIJDINSTELLING

Het instellen van de klok:

De urenaanduiding in het deel voor de tijdweergave begint te knipperen.

Gebruik de + toets om de uren in te stellen en druk den de SET-toets om naar de minuteninstelling te gaan.

De minutenaanduiding knippert. Druk de + toets om de minuten in te stellen.

Bevestig met de SET-toets en ga naar °C/°F temperatuurinstelling.

INSTELLING °C/°F TEMPERATUUREENHEDEN

De standaard uitlezing van de temperatuur is ingesteld op °C (graden Celsius). Het selecteren van °F (graden Fahrenheit):

1.De aanduiding “°C” knippert; wissel met de + toets tussen “°C” en “°F”.

2.Bevestig met de SET-toets om alleinstellingen te bevestigen.

INSTELLING ALARM VOOR DE LUCHTKWALITEIT

Houd de ALERT-toets gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt om naar de instellingenmodus voor het alarm voor de luchtkwaliteit te gaan; de luchtkwaliteitmonitor heeft 3 alarminstellingen (standaard: ALL):

ALL: Knipperend LED-alarm met alarmgeluid

OFF: alarm uit (geen knipperend LED-alarm; geen alarmgeluid)

LED: Alleen knipperend LED-alarm

1.De instelling begint te knipperen. Stel de gewenste instelling (ALL, LED, OFF) in met de ALERT-toets.

2.Bevestig met de SET-toets en verlaat de handmatige instellingen.

Opmerking:

Als het alarm voor de luchtkwaliteit is ingesteld op “ALL” of “LED”:

Equivalent CO2 ppm > 1500 ppm:

Het LED-alarm knippert met een lage snelheid (1,5 sec) en er

klinkt geen alarmgeluid.

Equivalent CO2 ppm > 2000 ppm:

Het LED-alarm knippert met een hogere snelheid (0,5 sec) en er klinkt een alarmgeluid. (Het alarm klinkt alleen als de instelling voor de luchtkwaliteit is ingesteld op ALL).

Opmerking over het alarm voor de luchtkwaliteit:

Het alarm voor de luchtkwaliteit klinkt maximaal 30 minuten. Druk een willekeurige toets om het alarm te stoppen.

LUCHTKWALITEITINDICATIE

De luchtkwaliteitindicatie bevindt zich aan de onderkant van het LCDscherm. Hij wijzigt van GROEN naar ROOD op basis van de meting van het equivalent CO2 ppm.

 

Waarde

 

equivalent CO2

Luchtkwaliteit-

ppm (deeltjes

indicatielampje

per miljoen)*

Staafdiagram

 

*De weergegeven waarde voor de luchtkwaliteit kan na het conditioneren van de sensor +/- 250 ppm variëren.

Opmerking:

Er wordt een staafdiagram met 9 niveaus gebruikt om het niveau van de luchtkwaliteit in de omgeving aan te geven van “GROEN” naar “ROOD”:

Niveaus

Equivalent CO2 ppm

GROEN (niveau 1)

450

– 600 ppm

Niveau 2

650

– 800 ppm

Niveau 3

850

– 1000 ppm

Niveau 4

1050 – 1200 ppm

Niveau 5

1250 – 1500 ppm

Niveau 6

1550 – 1800 ppm

Niveau 7

1850 – 2100 ppm

Niveau 8

2150 – 2400 ppm

Rood (niveau 9)

≥ 2450 ppm

ALARMINSTELLING

Het instellen van het alarm:

1.Houd de ALARM-toets gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt totdat de weergave van de alarmtijd knippert.

2.De urenaanduiding knippert. Druk de + toets om de uren in te stellen.

3.Druk dan de ALARM-toets; de minutenaanduiding begint te knipperen. Druk de + toets om de minuten in te stellen.

4.Druk de ALARM/SET-toets om de instelling te bevestigen en de alarminstelling te verlaten.

Opmerking:

Druk om de alarmfunctie te activeren/deactiveren eenmaal de ALARM-toets. Als het alarmicoon wordt weergegeven is het alarm “AAN”.

Het alarm klinkt gedurende 180 seconden.

Druk een willekeurige toets om het alarm te stoppen.

SPECIFICATIES:

Aanbevolen temperatuurbereik:

+5 ºC tot +40 ºC/+41 ºF tot +139,8 ºF

Temperatuurmeetbereik:

Binnen: -9,9 ºC tot +59,9 ºC met 0,1 ºC resolutie 14,1 ºF tot +139,8 ºF met 0,2 ºF resolutie (als hij buiten dit bereik is wordt er OFL

weergegeven. In de weergave graden F wordt OFL weergegeven als de temperatuur hoger is dan 99,9 ºF)

Meetbereik equivalent CO2 ppm:

450 ppm tot 6950 ppm met 50 ppm resolutie (Er wordt OFL

weergegeven als de waarde > 6950 ppm)

 

Meetintervallen:

 

Interval controle binnentemperatuur:

iedere 16 seconden

Interval controle vochtigheid binnenshuis:

iedere 16 seconden

Interval controle luchtkwaliteit:

iedere 3 minuten

Stroomverbruik: 1 x D, mono, 1,5 V

 

Afmetingen (L x B x H): 104 x 47 x 84 mm

 

Vorrzorgsmaatregelen

Dit hoofdapparaat is uitsluitend bestemd voor binnenshuis gebruik.

Stel het apparaat niet bloot aan overmatige krachten of schokken.

Stel het apparaat niet bloot aan hoge temperaturen, direct zonlicht, stof en vocht.

Niet onderdompelen het apparaat in water

Vermijd contact met bijtende stoffen.

Gebruik het apparaat niet in een vuur. Deze kan ontploffen.

Niet open de behuizing en niet manipuleren structurele componenten van het apparaat.

Batterijvoorschriften

Gebruik uitsluitend alkaline batterijen, geen oplaadbare batterijen.

Installeer batterijen correct volgens de polariteitmarkeringen (+/- ).

Vervang altijd een volledige set batterijen.

Combineer nooit gebruikte en nieuwe batterijen.

Verwijder onmiddellijk uitgeputte batterijen.

Verwijder batterijen wanneer niet in gebruik.

Batterijen nooit opladen of in vuur werpen om ontploffing te voorkomen.

Houd de batterijen niet in de nabijheid van metalen voorwerpen. Een contact kan een kortsluiting veroorzaken.

Houd alle batterijen buiten bereik van kinderen omdat ze een verstikkingsgevaar vormen.

Bewaar de verpakking voor eventueel toekomstig gebruik.

Verordening verwijdering batterijen

Oude batterijen horen niet in het huisvuil. Als batterijen in het milieu terechtkomen kunnen deze milieu en gezondheidsproblemen tot gevolg hebben. U kunt gebruikte batterijen kosteloos bij uw handelaar of inzamelplaatsen teruggeven. U bent als verbruiker wettelijk verplicht oude batterijen, als omschreven, in te leveren.

Verordening verwijdering elektrische apparaten

Dit symbool betekent dat elektrische apparatuur, wanneer hij het eind van zijn levensduur bereikt, niet mag worden afgevoerd met het gewone huishoudelijk afval. Breng de apparaat naar het plaatselijke inzamelpunt voor afval of recyclingcentrum. Dit is van toepassing voor alle landen van de Europese Unie en op de overige Europese landen met een systeem voor gescheiden afvalinzameling.

Richtlijn R&TTE 1999/5/EC

Samenvatting van de conformiteitsverklaring: Hierbij verklaren wij dat dit draadloze zendtoestel voldoet aan de belangrijkste eisen van de Richtlijn R&TTE 1999/5/EC.

Loading...