WIB-33.2 Nederlands
Aansturing in de analoge mode
De interieurverlichtingen WIB-33.2 kunnen ook op analoge
modelspoorbanen worden gebruikt. Zodra het voertuig op de rails
wordt gezet herkent de decoder automatisch of hij door een analoog of
digitaal signaal wordt aangestuurd en stelt de overeenkomstige
bedrijfsmode in. De automatische herkenning van het analoog bedrijf
kan worden uitgeschakeld. Het in- en uitschakelen van de LEDs en de
functie-uitgangen is bij analoogbedrijf niet mogelijk. Ze kunnen
dusdanig worden geprogrammeerd dat ze in het analoogbedrijf of in- of
uitgeschakeld zijn. De effecten die voor de uitgangen zijn ingesteld zijn
ook actief binnen het analoogbedrijf.
In analoge modelspoorwegen, die gevoed worden door gelijkstroom,
worden de uitgangen, die met F0 geschakeld worden, overeenkomstig
de rijrichting in- of uitgeschakeld. In analoge wisselstroommodelspoorwegen is dit niet mogelijk, daar de decoder de impuls van
de rijrichtingsomschakelaar niet herkent.
Aansturing van de LEDs
De acht LEDs kunnen apart, in groepen of tegelijk in- en uitgeschakeld
worden. Door de overeenkomstige programmering van de decoder
kunnen
de helderheid van de LEDs apart worden ingesteld,
de LEDs rijrichtingsafhankelijk worden geschakeld,
bij het inschakelen van de LEDs fluorisentiebuizen worden
gesimuleerd,
voor iedere LED apart de tijdsduur voor de ontsteken van de
fluorisentiebuizen t/m het bereiken van de gelijkmatige verlichting en
een defect aan de fluorisentiebuis worden vastgelegd.
Met een functietoets kan van standaardverlichting op
orienteringsverlichting worden omgeschakeld (b.v. bij een ter zijde
gesteld rijtuig of slaaprijtuig). De helderheid van de
oriënteringsverlichting wordt voor alle LEDs gezamenlijk ingesteld.
Als alternatief voor het programmeren met een digitale centrale kan de
helderheid van de LEDs op een trimpot (voor alle LEDs tegelijk) worden
ingesteld. De via CVs/register geprogrammeerde helderheid van de
LEDs blijft daarbij van kracht, de instelling op de potmeter
bewerkstelligd slechts een verandering van de helderheid voor alle LEDs
met eenzelfde factor.
Aansturing van de extra functie-uitgangen
Op de print zijn drie uitgangen voor externe verbruikers aanwezig, die
via de geïntegreerde decoder aangestuurd worden. De uitgang AUX2 is
bedoeld voor het aansluiten van de LEDs voor de sluitlichten. De
benodigde voorschakelweerstanden zijn op de print geïntegreerd.
De beide andere uitgangen AUX1 en AUX3 zijn b.v. geschikt voor extra
verlichting (b.v. het machinistenhuis of in het toilet) of elektrische
koppelingen. Zij kunnen elk met 300 mA worden belast.
Alle uitgangen kunnen richtingafhankelijk worden geschakeld en
gedimd. De beide uitgangen AUX1 en AUX3 bieden bovendien:
Kickfunctie voor het schakelen van vele soorten elektrische
koppelingen, waarbij na het schakelen de aanliggende spanning
gereduceerd moet worden, om de koppeling te beschermen.
Toevalsschakeling, die de uitgang in onregelmatige afstanden in- en
uitschakelt (b.v. voor de verlichting van een toilet).
Aansluiten van een lichtgevoelige weerstand
Door het aansluiten van een lichtgevoelige weerstand kunnen de LEDs
en de functie-uitgangen van de decoder automatisch afhankelijk van de
omgevingsverlichting in- en uitgeschakeld worden. De gevoeligheid
wordt via de CVs of registers ingesteld. De dimschakeling wordt via een
functietoets geactiveerd.
De dimschakeling is alleen werkzaam op de uitgangen, die ingeschakeld
zijn. Zodra via de dimschakeling de uitgangen geschakeld worden,
kunnen ze niet meer via de functietoetsen worden ingeschakeld. De
dimschakeling moet dan eerst gedeactiveerd worden.
In de basisinstellingen worden de LEDs ingeschakeld, zodra de
omgevingsverlichting de ingestelde waarde overschrijdt. Het is
mogelijk, deze functie te inverteren, zodat de verlichting b.v. in het
schaduwstation automatisch wordt uitgeschakeld.
Pagina 7