TAMS Elektronik series 30 plus User manual [nl]

Handleiding
Locdecoders serie 30
plus
LD-G-31
plus
Art. 41-03310 Art. 41-03312 Art. 41-03313
LD-G-33
plus
Art. 41-03330 Art. 41-03332 Art. 41-03333 Art. 41-03334
LD-G-34
plus
Art. 41-03340 Art. 41-03341 Art. 41-03342
LD-G-36
plus
Art. 41-03360x Art. 41-03362x Art. 41-03363x Art. 41-03364x
n n n
DCC MM
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Inhoudsopgave
1. Starten.......................................................................................6
2. Veiligheidsvoorschriften...............................................................9
3. Goed en degelijk solderen..........................................................12
4. Werking....................................................................................13
4.1. Bedrijfmodi.......................................................................13
4.2. Motoraansturing................................................................15
4.3. Functie-uitgangen.............................................................17
4.4. Soundfuncties...................................................................18
4.5. In werking stellen van de functies......................................20
4.6. Geautomatiseerde bewegingen..........................................21
4.7. Terugmelding met RailCom** en RailCom plus**................23
4.8. Overbelastingsbeveiliging (behalve LD-G-31 plus)................24
4.9. POM-Update (behalve LD-G-36 plus)..................................25
5. Technische gegevens.................................................................26
6. Aansluitingen............................................................................29
6.1. Aansluitingen LD-G-31 plus (PluX12)..................................30
6.2. Aansluitingen LD-G-33 plus (PluX22)..................................32
6.3. Aansluitingen LD-G-33 plus (21MTC en 21-polig).................34
6.4. Aansluitingen LD-G-34 plus................................................36
6.5. Aansluitingen LD-G-36 plus (PluX22)..................................38
6.6. Aansluitingen LD-G-36 plus (21MTC en 21-polig).................40
6.7. Gebruik van locdecoders met interface...............................43
6.8. Gebruik in locs met wisselstroommotoren...........................44
6.9. INFO: massa aansluiting en spanningsuitgangen.................45
6.10.Decoders zonder interface inbouwen..................................46
6.11.LEDs op de functie uitgangen aansluiten.............................48
6.12.Aansluiten van inductieve verbruikers.................................50
Pagina 2
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
6.13.Aansluiten van verbruikers via een relais.............................50
6.14.Aansluiten van een luidspreker...........................................51
6.15.Aansluiten van een steunelco.............................................51
6.16.Aansluiten van een servo (niet bij LD-G-31)........................52
6.17.Aansluiten van de schakelingangen....................................53
6.18.Aansluiten van een SUSI-module (behalve LD-G-31 plus).....55
6.19.Aansluiten van een impulsgever op de LD-G-36 plus............55
6.20.Bevestigen van de decoder................................................55
7. Programmeren..........................................................................56
8. Configuratievariabelen en registers.............................................59
9. POM-update uitvoeren...............................................................82
10. Checklist voor storingen.............................................................84
11. Garantieverklaring.....................................................................88
12. EU-conformiteitsverklaring.........................................................89
13. Verklaringen bij AEEA-richtlijn....................................................89
© 11/2015 Tams Elektronik GmbH Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden
vermenig-vuldigd opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Tams Elektronik GmbH.
Technische wijzigingen voorbehouden.
Pagina 3
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
De sterren**
RailCom® is de geregistreerde naam van: Lenz Elektronik GmbH | Vogelsang 14 | DE-35398 Gießen
RailComPlus® is de geregistreerde naam van: Lenz Elektronik GmbH | Vogelsang 14 | DE-35398 Gießen en ESU electronic solutions ulm GmbH & Co. KG | Edisonallee 29 | DE-89231 Neu-Ulm
Om de leesbaarheid van de tekst te behouden hebben we ervan afgezien telkens hiernaar te verwijzen.
In deze handleiding zijn de volgende fabrikanten en hun producten genoemd:
Gebr. MÄRKLIN & Cie. GmbH | Stuttgarter Str. 55-57 |DE-73033 Göppingen Uhlenbrock Elektronik GmbH | Mercatorstraße 6 | DE-46244 Bottrop
Pagina 4
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

1. Starten

Deze handleiding geldt voor alle locdecoders van de serie 30 plus, dus voor:
Locdecoder LD-G-31 plus,Locdecoder LD-G-33 plus,Locdecoder LD-G-34 plus,Sound-locdecoder LD-G-36 plus.
Wanneer in de verschillende hoofdstukken niets wordt anders aangegeven, geldt deze voor alle decoders.
Hoe deze handleiding u verder helpt
Deze handleiding helpt u stap voor stap bij het veilig en doelgericht inbouwen en het in bedrijf nemen van de decoder. Voor u met het in bedrijf stellen begint, raden wij u aan deze handleiding geheel te lezen, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften en het hoofdstuk over mogelijke fouten en hun oplossingen. U weet dan, waar u op moet letten om fouten, die vaak alleen met veel inspanning weer te verhelpen zijn, te vermijden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, opdat u later bij eventuele storingen de werking weer kunt herstellen. Indien u de decoder aan een ander doorgeeft, geef dan ook de handleiding door.
Gebruiksvoorschriften
De locdecoders van de serie 30 plus zijn geschikt om volgens deze voorschriften te worden gebruikt in de modelbouw, in´t bijzonder in een digitale modelspoorweg. Ieder ander gebruik is niet toegestaan, hierdoor verloopt de garantie overeenkomst.
De locdecoders zijn niet geschikt om door kinderen onder de 14 jaar te worden ingebouwd.
Bij de gebruiksvoorschriften behoort ook het lezen, begrijpen en volgen van deze handleiding.
Pagina 5
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Inhoud controleren
Controleer na het uitpakken de inhoud op volledigheid:
een of vijf decoders, al naar gelang de uitvoering met of zonder
aansluitdraden of met of zonder een interface;
LD-G-31 plus: een of vijf extra elco´s (100 µF / 35 V);LD-G-33 plus, LD-G-34 plus, LD-G-36 plus: een of vijf extra elco´s
(220 µF / 35 V);
LD-G-31 plus, LD-G-33 plus, LD-G-34 plus: een of vijf smoorspoelen
(470 µH / >90mA);
een CD (met handleiding, software "POM-Updater.exe" en andere
informatie).
Attentie: vanwege productiemethoden kan het voorkomen dat de print niet volledig uitgerust is. Dit is geen fout.
Leverbare versies
Aansluitdraden / Interface
LD-G-31
plus
LD-G-33
plus
LD-G-34
plus
LD-G-36
plus
zonder draden*
1
+ + + +
met draden*
1
+
Volgens NEM 650*18-polig
(NEM 652)
8-polig
(NEM 652)
8-polig
(NEM 652)
8-polig
(NEM 652)
volgens NEM 658 PluX12 PluX22 PluX22
volgens NEM 660 21MTC 21MTC
in navolging van NEM 660
21-polig*
2
(4 versterkte
uitgangen )
21-polig
(4 versterkte uitgangen )
*1 Aansluitingen overeenkomstig versie met PluX-interface *2 in voorbereiding (stand 11/2013) )
Pagina 6
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Benodigde gereedschappen en materialen
Voor het inbouwen en aansluiten van decoders zonder interface heeft u nodig:
een soldeerbout (hoogstens 30 Watt) met dunne stift en een
soldeerstandaard,
een doekje, spons of siliconendoek, een hittebestendige ondergrond,een kleine zijkniptang, een isolatietang en een pincet, soldeertin (liefst 0,5 mm doorsnede).
Voor het aansluiten van decoders zonder interface of gesoldeerde aansluitdraden heeft u ook aansluitdraden nodig. Aanbevolen doorsnede:
> 0,04 mm² voor het aansluiten op de functie-uitgangen;> 0,05 mm² voor het aansluiten op de motor en de stroomafnemer
(m.u.v. LD-G-34 plus);
> 0,14 mm² voor het aansluiten op de motor en de stroomafnemer
van de locdecoder LD-G-34 plus.
Voor de weergave van de geluiden heeft u nodig:
een luidspreker met een impedantie van minstens 4 Ohm en een
nominale belastbaarheid van minstens 0,1 Watt.
Wanneer u de werking wilt automatiseren bv.:
Reedcontacten 1xsluitcontact (bv. art. nr. 84-53110) en/of Hall-sensoren (bv. art. nr. 84-53210) enpermanente magneten (bv. Neodym-magneten Ø 3mm, d= 2mm,
art. nr. 84-53990);
voor het aansluiten via een SUSI connector van de decoder: een Susi
interface met draden (b.v. art. no. 70-01111).
Wanneer u de uitgang voor een servo wilt gebruiken:
een servo, een voeding voor de servo (bv. servoprint art. nr. 70-05900).
Pagina 7
!
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Als timer voor de sound locdecoder LD-G-36 plus (b.v. voor het opwekken van wiel synchrone stoomuitstoot):
Reedcontacten 1xsluitcontact (bv. art. nr. 84-53110) en/of Hall-sensoren (bv. art. nr. 84-53210) enpermanente magneten (bv. Neodym-magneten Ø 3mm, d= 2mm,
art. nr. 84-53990).
Wanneer u de decoder op een wisselstroommotor wilt aansluiten:
een lastregel adapter LRA (art. nr. 70-02105 of 70-02106) ofeen permanente magneet (bv. art. nr. 70-04100, 70-04200 of 70-
04300) oder
een motor ombouwset (bv. art. nr. 70-40110, 70-40210 of 70-
40310).

2. Veiligheidsvoorschriften

Let op:
De decoder is voorzien van geïntegreerde schakelingen (ICs). Deze zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Raak daarom de onderdelen niet aan voordat u zichzelf heeft ontladen. Het is meestal voldoende om b.v. de radiator even aan te raken.
Mechanische gevaren
Afgeknipte draden en uiteinden kunnen scherpe punten hebben, die bij onvoorzichtig vastpakken huidverwondingen kunnen opleveren. Pas daarom op voor scherpe punten bij het vastpakken.
Zichtbare beschadigingen van onderdelen kunnen tot niet calculeerbare gevaren leiden. Bouw beschadigde onderdelen niet in, maar verwijder deze zoals voorgeschreven en vervang ze door nieuwe.
Elektrische gevaren
Aanraken van onder spanning staande delen,aanraken van geleidende delen, die in geval van fouten onder
Pagina 8
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
spanning staan,
kortsluitingen en aansluiten aan een niet geschikte spanning,ontoelaatbaar hoge luchtvochtigheid en vorming van condenswater
kan tot gevaarlijke lichaamsstromen leiden en daardoor verwondingen aanrichten. Voorkom dit gevaar door de volgende maatregelen te nemen:
Voer bedradingwerkzaamheden alleen uit in een spanningsloze toestand.Het bouwen en inbouwen kan alleen gedaan worden in gesloten, schone
en droge ruimtes. Vermijd in de werkomgeving vocht en nattigheid.
Gebruik voor het apparaat alleen lage spanningen zoals aangegeven
in de technische gegevens. Gebruik daarvoor uitsluitend goedgekeurde transformatoren.
Steek de netstekker van transformatoren en soldeerbouten /
soldeerstations alleen in goed geïnstalleerde wandcontactdozen.
Let bij het maken van elektrische verbindingen op de juiste
draaddoorsnede.
Na de vorming van condenswater dient u voor het werk tot 2 uur
acclimatiseringtijd in acht te nemen.
Gebruik bij reparatiewerkzaamheden uitsluiten originele reserve-
onderdelen.
Brandgevaar
Wanneer de hete soldeerpunt met brandbaar materiaal in contact komt ontstaat een brandhaard. Deze kan een brand veroorzaken en daardoor levensgevaarlijke verwondingen veroorzaken door verbranding en rookvergiftiging. Steek de netstekker van de soldeerbout of het soldeerstation alleen in het stopcontact gedurende de tijd die u voor het solderen nodig heeft. Houdt de soldeerpunt nooit in de buurt van brandbare materialen. Gebruik een goede soldeerbouthouder. Laat de hete soldeerbout nooit zonder toezicht liggen.
Thermische gevaren
Wanneer per ongeluk de hete soldeerpunt met uw huid in aanraking
Pagina 9
!
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
komt, of wanneer vloeibare soldeertin op de huid springt, bestaat het gevaar van huidverbranding. Voorkom dit gevaar door:
bij uw werkzaamheden een hittebestendige onderlegger te
gebruiken,
de soldeerbout altijd op een goede soldeerbouthouder weg te
leggen,
bij het solderen op een juiste behandeling van de soldeerstift te
letten,
vloeibare soldeertin met een dikke vochtige lap of spons van de
soldeerstift af te strijken.
Omgevingsgevaren
Een te klein, ongeschikt werkoppervlak en beperkte ruimteverhoudingen kunnen per ongeluk huidverbrandingen of brand teweegbrengen. Voorkom dit gevaar door een toereikend, schoon werkoppervlak in te richten met voldoende bewegingsvrijheid.
Andere gevaren
Kinderen kunnen uit onachtzaamheid of door een gemis aan verantwoordelijkheidsgevoel alle hiervoor beschreven gevaren veroorzaken. Om gevaar voor lijf en leden te voorkomen mogen kinderen onder de 14 jaar bouwsets niet bouwen en bouwstenen niet inbouwen.
Let op:
Kleine kinderen kunnen zeer kleine onderdelen met scherpe draadeinden inslikken. LEVENSGEVAARLIJK! Zorg er daarom voor dat onderdelen niet in handen van kleine kinderen komen.
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en sociale werkplaatsen dient de bouw, het inbouwen en het gebruik van bouwgroepen door geschoold personeel te worden begeleid.
In industriële instellingen zijn de voor die bedrijfstak geldende voorschriften voor het gebruik van elektrische componenten van toepassing (NEN 1010).
Pagina 10
!
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

3. Goed en degelijk solderen

Let op:
Bij ondeskundig solderen kan er brandgevaar optreden. Vermijd dit gevaar: lees hoofdstuk Veiligheidsmaatregelen goed door en volg de aanwijzingen op.
Gebruik een kleine soldeerbout van hoogstens 30 Watt. Houd de
soldeerstift schoon waardoor de warmte van de soldeerbout goed naar de te solderen plaatst, kan worden geleid.
Gebruik alleen elektronica soldeertin met een vloeimiddel.Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen nooit
soldeerwater of soldeervet. Deze bevatten zuren, die de onderdelen en koperbanen kunnen beschadigen.
Soldeer snel: door te lang solderen worden onderdelen beschadigd. Ook
heeft dit het loslaten van de soldeerogen en koperbanen als gevolg.
Houd de soldeerstift zodanig op de soldeerplek, dat gelijktijdig het
soldeeroog en de draad verhit worden. Voer gelijktijdig (niet te veel) soldeertin toe. Zodra de soldeertin begint te vloeien haalt u het weg. Dan wacht u nog een moment, totdat het achtergebleven soldeertin goed is doorgelopen alvorens de soldeerstift van de soldeerplek weg te halen.
Beweeg het de zojuist gemaakte soldering gedurende 5 seconden niet. Voorwaarde voor een correcte soldeerplek en goed solderen is een
schone en niet geoxideerde soldeerstift. Strijk daarom voor elke soldering het overtollige soldeertin en het vuil weg met een vochtige spons, een dikke vochtige doek of een siliconendoek.
Controleer na het solderen (het beste met een loep), of niet per
ongeluk printbanen met tin zijn overbrugd. Dit kan niet alleen leiden tot een verkeerde werking, maar ook tot beschadiging van deze onderdelen. U kunt overvloedig soldeertin met een schone soldeerstift opnieuw vloeibaar maken. De tin vloeit dan van de print naar de soldeerstift.
Pagina 11
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

4. Werking

4.1. Bedrijfmodi

Digitaal bedrijf
De locdecoder is een multiprotocoldecoder, die zowel signalen in het DCC-format als in het Motorola-format analyseert. De decoder herkent automatisch in welk format de centrale de signalen aan zijn adres stuurt.
Het aantal adresmogelijkheden is afhankelijk van het format waarmee de decoder wordt aangestuurd:
Motorola-format: 255 adressen. DCC-format: 127 basisadressen of 10.239 extra adressen.
In DCC-format kunnen de decoders in alle rijstappenmodi (14, 28 of 128 rijstappen) worden aangestuurd. In Motorola-format kunnen de decoders 14 of 27 rijstappen aansturen. De aansturing van alle 27 rijstappen is alleen mogelijk met centrales die deze mode in het Motorola format ondersteunen (b.v. de MasterControl). Bij centrales die alleen de aansturing van 14 rijstappen ondersteunen kan slechts iedere tweede beschikbare rijstap worden aangestuurd.
De programmering van de decoders wordt gedaan
voor het Motorola-format via de registers, voor het DCC-format via de instellingen van de
configuratievariabelen (Direct Programming, DCC-conform) of via POM (Programming on Main = hoofdspoorprogrammering). Aanwijzing: de voor het Susi interface gereserveerde configuratievariabelen #897 – #1024 kunnen niet via POM worden geprogrammeerd.
Pagina 12
!
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Analoge mode
De locdecoder kan ook op analoge gelijkstroom- of wisselstroom­modelspoorwegen worden gebruikt. Zodra het voertuig op de rails wordt gezet herkent de decoder automatisch of hij door een analoog of digitaal signaal wordt aangestuurd en stelt de overeenkomstige bedrijfsmode in. De automatische herkenning van het analoog bedrijf kan worden uitgeschakeld.
Let op:
Oude analoge trafo’s (b.v. modellen met blauw huis van Märklin**), zijn niet geschikt voor gebruik van digitale decoders in analoogbedrijf! Deze trafo’s zijn voor de voorheen gebruikelijke netspanning van 220 V geproduceerd en verwekken bij het omschakelen van de rijrichting zeer hoge spanningsimpulsen. Bij gebruik van de hedendaagse normale netspanning van 230V kunnen zulke hoge spanningsimpulsen optreden, dat er schade ontstaat aan de onderdelen van de decoder. Gebruik daarom uitsluitend rijtrafo’s, die voor de hedendaagse normale netspanning van 230 V zijn geproduceerd!
Het in- en uitschakelen van de functie-uitgangen is bij analoog bedrijf niet mogelijk. Ze kunnen dusdanig worden geprogrammeerd dat ze in het analoog bedrijf of in- of uitgeschakeld zijn. De effecten die voor de uitgangen zijn ingesteld zijn ook actief binnen het analoog bedrijf.
Uitgangen die met F0 worden geschakeld, worden in analoog bedrijf in overeenstemming met de rijrichting in- of uitgeschakeld. Bij gebruik op analoge gelijkstroombanen geldt dit alleen voor lampen of extra apparaten, waarvan de retourleiding met de retourdraad voor alle functies van de decoder is vebonden.
De lastregeling van de decoders is ook in analoog bedrijf actief. De ingestelde maximale snelheid begrenst ook in analoog bedrijf de maximum snelheid van de loc.
Pagina 13
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

4.2. Motoraansturing

Puls breedte modulatie
De puls breedte modulatie (PBM) kan op een waarde tussen 60 Hz en 30 kHz worden ingesteld. De decoder kan daardoor individueel aan verschillende motortypen, inclusief klokanker motoren, worden aangepast.
Lastregeling
De locdecoders heeft een lastregeling. De lastregeling beïnvloedt de motorspanning dusdanig dat de snelheid van de loc tijdens het rijden bij een gekozen rijstap constant blijft, onafhankelijk van de belasting (b.v. rijden tegen hellingen, aangekoppelde wagens).
Door het wijzigen van een CV van de decoder kan de lastregeling worden in- of uitgeschakeld. De lastregelparameters kunnen door het veranderen van een CV worden gewijzigd, om de decoder aan te passen op de individuele eigenschappen van de motor.
Lastregelparameter: De lastregeling wordt bepaald door drie op elkaar afgestemde parameters, die op elkaar afgestemd moeten zijn om optimale rijeigenschappen te verkrijgen. Aan iedere lastregelparameter is een CV toegewezen. De parameters zijn:
KP: Het proportionele bestanddeel van de regeling zorgt er direct voor dat het onderscheid tussen de MOET waarde en de IS waarde zo klein mogelijk is. De waarde "0" is onmogelijk. Dit heeft zijn uitwerking op de basissnelheid. Is de ingestelde waarde te klein dan rijdt de loc te langzaam. Is de waarde te groot dan schokt de loc tijdens de rit.
KI: Het integrale aandeel van de regeling zorgt ervoor dat het resterende onderscheid tussen de MOET en de IS waarde gereduceerd wordt naar 0 en daarmee ook dat kleine afwijkingen worden opgeheven. Is de ingestelde waarde te hoog dan leidt dat tot heftig schokken van de loc tijdens de rit.
Pagina 14
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
KD: Het differentiële aandeel van de regeling zorgt ervoor dat de regeling niet te snel wordt omgezet. Is de ingestelde waarde te laag dan schokt de loc tijdens de rit. Is de ingestelde waarde te hoog dan schommelt de loc tijdens de rit.
Snelheidskromme
Door het instellen van de vertrek-, de midden- en de maximumsnelheid kunnen de decoders worden aangepast aan de individuele rijeigenschappen van de motor en de karakteristieke rijsnelheid van het loctype. Uit de drie instellingen bepaalt de decoder een lineaire (voor zover gewenst afgebroken) snelheidskromme.
Wanneer de rijstappenmode is ingesteld op 28 rijstappen, kan aan de lineaire snelheidskromme aan elk van de 28 rijstappen een willekeurige motorspanning worden toegewezen. Dit maakt het mogelijk een aan de motor aangepaste snelheidskromme te creëren. De ingestelde waarden worden in de alternatieve snelheidskromme opgeslagen.
Rangeerstand
Door het overeenkomstig programmeren via een functietoets (bij aflevering F3) naar de rangeermode worden overgeschakeld. In de rangeermode wordt de snelheid van alle rijstappen tot ca. 50% ten opzichte van de ingestelde snelheid gereduceerd.
Optrek- en remsnelheid
De optrek- en remsnelheid zijn gescheiden van elkaar via de centrale te programmeren. Deze kan worden in- en uitgeschakeld met een functietoets (bij aflevering F4) indien goed geprogrammeerd.
Pagina 15
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

4.3. Functie-uitgangen

De decoder heeft functie-uitgangen waaraan naar behoefte verbruikers kunnen worden aangesloten (b.v. verlichting, rookgenerator, geluidsmodule, elektrische koppeling). Het aantal en soort van de verbruikers, die kunnen worden aangesloten, is afhankelijk van het aantal verbruikers, de maximale stroom van de uitgangen en de maximale totaalstroom van de betreffende decoder (zie hoofdstuk 5. "Technische gegevens").
Effecten voor de functie-uitgangen
Voor de functie-uitgangen (zonder AUX7) kunnen de volgende effecten apart worden ingesteld:
Rijrichtingafhankelijk aan-/uitschakelen. Knipperen en dubbel knipperen. De frequentie en de impulsduur van
de knipperlichten kan worden ingesteld. Voorbeeld: Enkelvoudig en afwisselend knipperlicht of flitsen.
Kicken: De functie-uitgangen kunnen zo worden ingesteld dat ze
eerst voor maximaal 12,5 seconden de volle spanning behouden en daarna worden uitgeschakeld. Voorbeeld: Bij enkele typen elektrische koppelingen is voor het ontkoppelen de volle spanning noodzakelijk. Om de koppeling te lossen moet aansluitend de spanning worden uitgeschakeld.
Rangeerlicht: de uitgangen kunnen ook zo worden geprogrammeerd,
dat ze tijdens het rangeren (te schakelen met F3 of F4) daadwerkelijk ingeschakeld zijn. De rijrichtingafhankelijkheid van deze uitgangen is tijdens het rangeren opgeheven.
Speciale functie voor rijstap 0: Een functie kan zo worden
geprogrammeerd dat hij bij rijstap 0 sommige functies uitschakelt en andere functie-uitgangen inschakelt. Voorbeeld: in sommige werkplaatsen is het gebruikelijk dat bij kortstondig opgestelde locs aan de voor- en achterzijde het sluitlicht wordt ingeschakeld.
Dimmen. Voorbeeld: De voor het analoog bedrijf bedoelde lampjes
van oudere voertuigen kunnen worden gedimd en hoeven daarom
Pagina 16
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
na het inbouwen van de decoder niet te worden verwisseld.
Rijstapafhankelijk dimmen: de spanning wordt afhankelijk van de rijstap
gedimd. Hierdoor kan bv. een matige rookontwikkeling worden gerealiseerd bij een stop of een uitgeschakelde of gedimde stuurstandverlichting tijdens het rijden.
MARslight (= aanzwellen en afnemen van de lichtsterkte): Voorbeeld:
Amerikaanse locs met dit type verlichting.
Servo-uitgang (behalve LD-G-31 plus) De locdecoders LD-G-33 plus, LD-G-34 plus en LD-G-36 plus hebben
een uitgang die de signalen voor het aansturen van een servo kan overdragen. De voedingsspanning voor de servo kan niet worden onttrokken aan de decoder, daarom is daarvoor een externe voedingsspanning nodig (bv. de servoprint art. nr. 70-05900).
De aansturing van de servo gaat als volgt:
instellen van de eindstanden via de CVs en de aansturing door het
indrukken van de functietoetsen ("on" = eindstand 1 , "off" = eindstand 2) of
door het invoeren van een waarde voor de uitslag via POM,
waardoor elke willekeurige hoek kan worden bereikt.

4.4. Soundfuncties

SUSI-aansluiting (behalve LD-G-31 plus) Op de locdecoders LD-G-33 plus, LD-G-34 plus en LD-G-36 plus kan
een SUSI-module worden aangesloten, die via de decoder kan worden uitgelezen, geprogrammeerd en aangestuurd kan worden.
De decoder geeft de toestand van de functies en de op de centrale ingestelde rijstap door aan de SUSI-module. Daardoor worden snelheids­afhankelijke functies van de SUSI-module beïnvloed. (b.v. motorgeluid). Op de decoder kunnen de optreksnelheid en remvertraging worden ingesteld zodat de snelheidsafhankelijke functies van de SUSI-module overeenkomen met het rijgedrag tijdens het optrekken en afremmen.
Pagina 17
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Geïntegreerde geluiden (behalve LD-G-36 plus) Bij de locdecoders LD-G-31 plus, LD-G-33 plus en LD-G-34 plus staan
drie geïntegreerde geluiden ter beschikking
locfluit,bel,hoorn.
Rijsound (alleen LD-G-36) Via de functietoetsen van de digitale centrale kunnen vier verschillende
geluiden (stand- en rijgeluiden, hoorn of locfluit, ontkoppelings- of geluiden van sluitende deuren, bel of tweede hoorn) worden opgeroepen. De geluiden kunnen vrij aan de functietoetsen worden toegewezen.
De vier voor een loctype typische geluiden zijn op de IC op de print opgeslagen. Het gaat om opnamen van originele geluiden van het overeenkomstige voorbeeldvoertuig. Voor uitlevering wordt de decoder geprogrammeerd met de geluiden uit de soundbestanden. Met een speciaal programmeerapparaat (Tams Sound Programmer, art. nr. 70-
03200) is het mogelijk de programmering van de decoder te veranderen. Via een impulsgenerator (Hall-sensor of reedcontact in combinatie met
een magnet) kan bv. de cilinderaanslag van stoomlocs synchroon worden aangestuurd.
Instelmogelijkheden
De fabrieksmatige voorinstellingen kunnen door het veranderen van de configuratie variabelen worden aangepast:
volume;cilinderaanslag van de stoomloc;lengte van de pauze tussen twee signaaltonen;schakelen bij verandering van motorbelasting, voor remgeluiden en
voor ontluchtingsgeluiden van E-locs;
fadingtijd (= duur van het aanzwellen en afnemen bij in- en
uitschakelen);
Pagina 18
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
gevoeligheid bij lastveranderingen;uitlooptijd;toewijzing van de geluiden aan de functietoetsen.

4.5. In werking stellen van de functies

De functie uitgangen, de servo uitgang, de geïntegreerde sounds en bij de LD-G-36 plus de rijgeluiden, worden in werking gesteld door:
indrukken van de functietoetsen en / of automatisch via de twee schakelingangen. De schakelingangen worden
via externe contacten bekrachtigd, bv. via reedcontacten of Hall­sensoren in combinatie met permanente magneten op het spoor.
Aanwijzing voor de locdecoder LD-G-33 plus: wanneer er een SUSI module is aangesloten, zijn de schakelingangen niet ter beschikking.
Aanwijzing voor de locdecoders LD-G-34 plus en LD-G-36 plus: de geluiden van een aangesloten SUSI module kunnen worden in werking gesteld zowel via de functietoetsen als via de schakelingangen die deze functies zijn toegewezen.
Toewijzing van de uitgangen aan de functietoetsen
De toewijzing van de uitgangen aan de functietoetsen is vrij. Het is mogelijk, om aan een uitgang meerdere functietoetsen en schakelingangen toe te wijzen.
Uitgang DCC format MM format F0f / F0r F0 t/m F12 F0 t/m F4 oder
F5 t/m F9
(= F0 t/m F4 van een tweede decoderadres)
AUX1 t/m AUX6
(LD-G-31 plus: AUX1 t/m AUX2)
F0 t/m F28
AUX7
(alleen versies met aansluitingen overeenkomstig PluX, niet bij LD-G-31 plus)
F13 t/m F28
Alle functieuitgangen kunnen geïnverteerd geschakeld worden, d.w.z. bij de stand "on" worden de toegewezen functies uitgeschakeld, bij de stand "off" ingeschakeld.
Pagina 19
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

4.6. Geautomatiseerde bewegingen

De besturingssoftware in de locdecoder maakt het mogelijk complete bewegingen te automatiseren en te reduceren door middel van een druk op de knop.
Pendelautomaat
Via de schakelingangen kan een pendelautomaat tussen twee eindstations worden ingericht. De pendelautomaat kan worden toegewezen aan een functietoets, waardoor deze tijdens het bedrijf in­en uitgeschakeld kan worden.
Werking: zodra de schakelingang wordt gesloten (bv. door een magneet in de rails in combinatie met een hallsensor of een reedcontact), remt de loc met de ingestelde vertraging. Na de ingestelde stoptijd rijdt de loc met de ingestelde versnelling weer weg. Al naar geland de instelling wordt intern de rijrichting veranderd of niet en rijdt de loc in tegengestelde richting terug of in dezelfde richting verder.
Bij een correcte programmering wordt het sluiten van een schakelingang op het vrije traject tussen de eindstations door de pendelautomaat genegeerd en kan tijdens de pendelrit gebruikt worden voor het in werking stellen van een functie naar wens. Let echter op, dat altijd alle actieve functies, die aan de schakelingang zijn toegewezen, in werking worden gezet, zodra de schakelingang gesloten wordt. Via de tweede schakelingang kunnen extra tussenstops op het pendeltraject worden benut.
Door CV programmering wordt vastgelegd:
lengte van de stoptijd ( 0 tot max. 160 seconden), of
gemeenschappelijk voor beide rijrichtingen of gescheiden voor vooruit en achteruit rijden;
of na een stop een richtingsverandering wordt uitgevoerd of niet;uitschakelen van de pendelautomaat met de functie F5 bis F12;aantal van schakelimpulsen, die tussen de eindstations worden
geignoreerd (en geen remmen voor de eindstation inzetten).
Pagina 20
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Snelheidsafhankelijke dimfunctie
Snelheidsafhankelijke functies kunnen automatisch bij het bereiken van een per CV gedefinieerde rijstap geschakeld worden. Aan de functie uitgangen wordt voor de rijstappen onder en boven de gedefinieerde rijstap telkens een individuele spanning toegewezen. Daarmee kunnen bv. de frontseinen in- en uitgeschakeld worden, de stuurstandverlichting geregeld worden of de intensiteit van de stoomuitstoot worden beïnvloed.
Rangeerfunctie
Rangeersnelheid en rangeerlicht kunnen aan dezelfde functietoets worden toegewezen. Dan wordt automatisch bij het omschakelen naar de rengeersnelheid (en daarmee de gekoppelde reducering van de snelheid) de rangeerverlichting (witte front- en sluitseinen) worden ingeschakeld.
Speciale functies voor rijstap 0
Door programmering van de speciale functie voor rijstap 0 kunnen meerdere functie uitgangen en functies gelijktijdig in- of uitgeschakeld worden, die anders apart geschakeld moesten worden. Zo kunnen bv. bij het afstellen van een loc op het locdepot met een functietoets meerdere verlichtingsonderdelen tegelijkertijd worden geschakeld (front- en sluitseinen, stuurstand- en aandrijfverlichting).
Aan- en ontkoppelautomaat
Door een correcte CV programmering kunnen aan- en ontkoppelsituaties met een functietoets in werking worden gezet.
Aan de koppelautomaat wordt zowel voor het aankoppelen in rijrichting “vooruit” als “achteruit” een functietoets toegewezen. Voor het aankoppelen rijdt de loc met een per CV instelbare snelheid naar de aan te koppelen wagen toe. Zodra de toegewezen schakelingang met massa wordt verbonden (bv. door een stroomvoerende koppeling), stopt de loc. Na het aankoppelen wordt de oorspronkelijke rijrichting
Pagina 21
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
weer ingesteld. Voor het ontkoppelen rijdt de loc eerst een klein stukje tegen de ingestelde rijrichting in, om de koppeling te ontlasten. De functie uitgang, waaraan de koppeling is aangesloten, wordt ingeschakeld.
Om de koppeling te beveiligen, wordt de stroom – na een instelbare tijd – automatisch weer uitgeschakeld. De rijrichting wordt intern weer op de ingestelde rijrichting omgezet en de loc rijdt een kort stukje van de afgekoppelde wagen weg.

4.7. Terugmelding met RailCom** en RailCom plus**

RailCom is een protocol voor bi-directionele datacommunicatie binnen digitale modelspoorwegen, die in DCC-format worden aangestuurd. Hiermee is het mogelijk de terugmelding van het adres en de CV­instellingen van de decoders naar de digitale centrale of naar speciale ontvangerschakelingen (detectoren) te zenden. De decoders moeten dan wel geschikt zijn om de zogenaamde RailCom-berichten uit te sturen.
Bij juiste programmering zendt de locdecoder van de serie 30 plus constant zijn (basis-, uitgebreide of consist-) adres aan de detectoren (het zogenaamde RailCom Broadcast Datagram) en na een overeenkomstige DCC-uitleesopdracht bovendien een CV melding.
Het verzenden van RailCom-berichten is alleen mogelijk op modelspoorwegen waar een DCC-signaal op de rails aanwezig is. Het gebruik van de RailCom-functie in een pure Motorola omgeving is niet mogelijk.
RailComPlus maakt een automatisch aanmelding van de decoder aan de centrale mogelijk. Daarbij worden het locadres, de locnaam en de functiesoort en –omvang overgedragen. Dit kan alleen gebruikt worden bij gebruik van een centrale, die geschikt is voor deze methode van terugmelden.
Pagina 22
!
!
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

4.8. Overbelastingsbeveiliging (behalve LD-G-31 plus)

De locdecoders LD-G-33 plus, LD-G-34 plus en LD-G-36 plus hebben een overbelastingsbeveiliging, die ze bij het overschrijden van de motor- of totale stroom voor oververhitting beschermd.
Zodra de toegestane motor- of totale stroom wordt overschreden, schakelt de decoder automatisch voor een korte periode uit, om de decoder tegen overbelasting te beschermen. Dit wordt net zolang herhaald totdat de overbelasting is opgeheven.
Wordt de maximale stroom op een uitgang overschreden, echter niet de totale stroom van de decoder, treedt de overbelastingsbeveiliging niet in werking, de betreffende uitgang kan dan beschadigd raken.
Let op:
Bij een kortsluiting, bij de onderdelen op de decoder onder elkaar of wanneer deze met de gelijkspanning worden kortgesloten, kan de overbelastingsbescherming niet werken. Voorbeelden:
contact tussen de decoder en de rails of metalen delen van het
voertuig;
contact tussen niet geïsoleerde decoderaansluitdraden en de rails of
metalen delen van het voertuig;
contact tussen verbruikers, die op de retourdraad voor alle functies
van de decoder zijn aangesloten, en de rails of metalen onderdelen van het voertuig.
Let op:
Defecten aan de locmotor (bv. zogenaamde borstelvonken) kunnen extreme stroomstoringen veroorzaken, die onderdelen op de decoder kunnen beschadigen. Ook tegen dergelijke extreem hoge stromen kan de overbelastingsbescherming niet functioneren.
Pagina 23
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

4.9. POM-Update (behalve LD-G-36 plus)

POM-Update is een methode die het mogelijk maakt om de firmware van de decoder te actualiseren (= de speciale software van de decoder) zonder dat de decoder moet worden gedemonteeerd en zonder een extra apparaat. POM-Update is gebaseerd op het DCC POM formaat waarvoor geen programmeer rails nodig is.
Voor het gebruik van deze methode is het volgende vereist:
Locdecoder LD-G-31 plus vanaf versie 2.4,
locdecoder LD-G-33 plus vanaf versie 2.5 of locdecoder LD-G-34 plus vanaf versie 2.5.
Een digitale DCC centrale met een PC interface en POM
ondersteuning. Tip: Omdat bijna iedere fabrikant van digitale centralen een eigen methode gebruikt POM om te zetten, is POM­Update op het moment (stand: 01/2015) alleen mogelijk met:
MasterControl (Tams Elektronik) Intellibox 1 (Uhlenbrock**) CS2 (Maerklin**).
De geactualiseerde lijst met alle centralen welke het POM-Update mogelijk maken vind u op onze homepage.
PC. Het besturingssysteem moet Java ondersteunen. De software "POM-Updater.exe" is op de mee geleverde CD
voorhanden. Ook kan deze software kostenloos worden gedownload van onze homepage.
De actueele firmware versie van de decoder kan kostenloos worden gedownload van onze homepage. Indien u op de hoogte gehouden wilt worden over nieuwe firmware versies dan kunt u zich abonneren op de Newsletter van onze homepage.
Pagina 24
!
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

5. Technische gegevens

Dataformat DCC en MM Terugmeldprotocol RailCom en Railcom plus Bedrijfsspanning Digitaalspanning: 12-24 Volt
LD-G-31 plus: 12-18 Volt
Analoge spanning: max. 18 Volt Stroomopname (zonder verbruikers) max. 40 mA Uitgang voor servo (niet bij LD-G-31 plus)
max. stroom voor servo uitgang
1
5 mA Luidsprekeruitgang | Weergave
Impedantie van de luidspreker Nominale belasting
1 | mono
> 8 Ohm
> 0,1 Watt Aantal schakelingangen 2 Aansluiten hulp elco Capaciteit:
- voor LD-G-31 plus
- voor LD-G-33, LD-G-34, LD-G-36 plus
Doorlaatspanning
- in analoge wisselspanningsbanen
1
100 t/m 470 µF
220 t/m 1.000 µF
> 25 V
> 35 V Aansluitingen (afhankelijk van het type
decoder en van de uitvoering)
volgens NEM 652, 658, 660 of
21-polig (in navolging van NEM 660);
SUSI (niet bij LD-G-31) Beschermwijze IP 00 Omgevingstemperatuur in bedrijf 0 ... +60 °C Omgevingstemperatuur in opslag -10 ... +80 °C Toegestane relatieve luchtvochtigheid max. 85 %
Pagina 25
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Max. totaalstroom [mA]
Max. stroom voor de motor
[mA]
Aantal functieuitgangen
Max. stroom / uitgang [mA]
Max. stroom / uitgang [mA]
Afmetingen van de print ca.
[mm]
Gewicht [g]
LD-G-31 plus
zonder draden
1.200 600 4 300 --- 19,5x9x4,5 1,0
NEM 652 1.200 600 4 300 --- 19,5x9x4,5 3,0
PluX12 1.200 600 4 300 --- 19,5x9x7,5 1,2
LD-G-33 plus
zonder draden
1.500 1.000 9
F0f, F0r,
AUX1 – AUX6:
500
AUX7:
100
25,5x15,5x5 2,0
NEM 652 1.500 1.000 9
F0f, F0r,
AUX1 – AUX6:
500
AUX7:
100
25,5x15,5x5 5,0
PluX22 1.500 1.000 9
F0f, F0r,
AUX1 – AUX6:
500
AUX7:
100
25,5x15,5x7,5 2,5
21MTC 1.500 1.000 8
F0f, F0r,
AUX1, AUX2:
500
AUX3
-AUX6:
10
25,5x15,5x5 2,2
21-polig 1.500 1.000 8
F0f, F0r,
AUX1 - AUX4
500
AUX5, AUX6:
10
25,5x15,5x5 2,2
Pagina 26
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Max. totaalstroom [mA]
Max. stroom voor de motor
[mA]
Aantal functieuitgangen
Max. stroom / uitgang [mA]
Max. stroom / uitgang [mA]
Afmetingen van de print ca.
[mm]
Gewicht [g]
LD-G-34 plus
zonder draden
3.000 3.000 8 500 --- 27x17x6 3,0
met draden
3.000 3.000 8 500 --- 27x17x6 5,0
NEM 652 3.000 1.500 8 500 --- 27x17x6 6,0
LD-G-36 plus
zonder draden
1.500 1.000 9
F0f, F0r,
AUX1 – AUX6:
500
AUX7:
100
34,5x16x6 3,2
NEM 652 1.500 1.000 9
F0f, F0r,
AUX1 – AUX6:
500
AUX7:
100
34,5x16x6 5,2
PluX22 1.500 1.000 9
F0f, F0r,
AUX1 – AUX6:
500
AUX7:
100
34,5x16x6 3,5
21MTC 1.500 1.000 8
F0r, F0f,
AUX1, AUX2:
500
AUX3
-AUX6:
10
30x15,5x5 3,2
21-polig 1.500 1.000 8
F0f, F0r,
AUX1 - AUX4:
500
AUX5, AUX6:
10
30x15,5x5 3,2
Pagina 27
!
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

6. Aansluitingen

Lees de navolgende aanwijzingen goed door, om de
decoder voor (evt. niet te repareren) schade te
beschermen!
Vermijdt alle geleidende verbindingen tussen de decoder of verbruikers, die op de retourdraad voor alle functies zijn aangesloten aan een zijde en metalen delen van het voertuig of de rails aan de andere zijde. Verbindingen ontstaan bv. door slecht geïsoleerde aansluitdraden (ook bij de isolatievrije einden van niet gebruikte aansluitdraden) of slechte bevestiging en isolering van de decoder of de verbruiker.Kortsluitgevaar! In dit geval werkt de overbelastings­beveiligen van de decoder niet.
Test voor het aansluiten van de motor, de verlichting en andere verbruikers, of de stroom onder de maximaal toelaatbare waarde ligt en de toelaatbare totale stroom niet wordt overschreden. Wordt de toegestane stroom overschreden, kan de decoder worden beschadigd. Wordt de stroom vor de motor of de totale maximum stroom van decoders met overbelastingsbeveiliging overschreden, dan schakelt de beveiliging de decoder uit.
U mag de retourdraad voor alle functies op de decoder in geen geval verbinden met de voertuigmassa. Kortsluitgevaar!
Oude analoge trafo’s (bv. modellen met blauw huis van Märklin**), zijn niet geschikt voor gebruik van digitale decoders in analoog bedrijf! Deze trafo’s zijn voor de voorheen gebruikelijke netspanning van 220 V geproduceerd en verwekken bij het omschakelen van de rijrichting zeer hoge spanningsimpulsen. Bij gebruik van de hedendaagse normale netspanning van 230V kunnen zulke hoge spanningsimpulsen optreden, dat er schade ontstaat aan de onderdelen van de decoder. Gebruik daarom uitsluitend rijtrafo’s, die voor de hedendaagse normale netspanning van 230 V zijn geproduceerd!
Pagina 28
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

6.1. Aansluitingen LD-G-31 plus (PluX12)

Versies: PluX12 (NEM 658), 8polige stekker (NEM652), zonder kabels
LD-G-31 plus
- Voorzijde -
LD-G-31 plus
- Achterzijde -
Voor­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X1 wit F0f = licht vooruit (functietoets F0) X2 oranje Motoraansluiting 1 (plus) X3 blauw RL = Retourdraad voor alle functies (+) X4 grijs Motoraansluiting 2 (minus) X5 --- Index, niet gebruikt X6 rood Rechter stroomafnemer (resp. sleper) X7 geel F0r = licht achteruit (functietoets F0) X8 zwart Linker stroomafnemer (resp. huismassa) X9 bruin Luidspreker aansluiting A (signaal / -) X10 groen AUX1 (functietoets F1) X11 bruin Luidspreker aansluiting B (+)
Pagina 29
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Voor­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X12 violet AUX2 (functietoets F2) X13 grijs Schakelingang IN1 X14 grijs Schakelingang IN2
Achter­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
X15 bruin Extra elco minpool (-);
Massa aansluiting voor reedcontacten en Hall-
sensor X16 blauw Extra elco pluspool (+);
Voedingsspanning Hall-Sensor
Pagina 30
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

6.2. Aansluitingen LD-G-33 plus (PluX22)

Versies: PluX22 (NEM 658), 8polige stekker (NEM652), zonder kabels
LD-G-33 plus
met PluX-interface
- Voorzijde -
LD-G-33 plus
met PluX-interface
- Achterzijde -
Voor­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X1 oranje Servo uitgang X2 wit AUX3 (functietoets F5) X3 grijs SUSI CLOCK of Schakelingang IN1 X4 grijs SUSI DATA of Schakelingang IN2
Pagina 31
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Voor­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X5 bruin Massa aansluiting voor reedcontacten en Hall-
sensoren X6 blauw Extra elco pluspool (+);
Voedingsspanning Hall-Sensoren X7 wit F0f = licht vooruit (functietoets F0) X8 oranje Motoraansluiting 1 (plus) X9 blau RL = Retourdraad voor alle functies (+) X10 grijs Motoraansluiting 2 (minus) X11 --- Index, niet gebruikt X12 rood Rechter stroomafnemer (resp. sleper) X13 geel F0r = licht achteruit (functietoets F0) X14 zwart Linker stroomafnemer (resp. huismassa) X15 bruin Luidspreker aansluiting A (signaal / -) X16 groen AUX1 (functietoets F1) X17 bruin Luidspreker aansluiting B (+) X18 violet AUX2 (functietoets F2) X19 wit AUX4 (functietoets F6) X20 wit AUX5 (functietoets F10) X21 wit AUX6 (functietoets F11) X22 wit AUX7 (functietoets F13) X23 oranje Servo uitgang
(alternatief voor X1) X24 bruin Extra elco minpool (-);
Massa aansluiting voor servo
Pagina 32
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

6.3. Aansluitingen LD-G-33 plus (21MTC en 21-polig)

Versies: 21MTC (NEM 660) en 21-polige aansluiting (in navolging van 21 MTC)
LD-G-33 plus
met MTC-aansluiting of
21-polige aansluiting
- Voorzijde -
LD-G-33 plus
met MTC-aansluiting of
21-polige aansluiting
- Achterzijde -
Voor­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X1/X2 --- niet gebruikt X3 *3wit AUX6 (functietoets F11) *
3
X4 *3wit AUX4 (functietoets F6) *
3
X5 grijs SUSI CLOCK of schakelingang IN1
Pagina 33
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Voor­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X6 grijs
SUSI DATA of schakelingang IN2 X7 geel
F0r = licht achteruit (functietoets F0) X8
wit
F0f = licht vooruit (functietoets F0) X9 bruin
Luidspreker aansluiting A (signaal / -) X10 bruin
Luidspreker aansluiting B (+) X11 ---
Index, niet gebruikt X12 ---
Interne decoderspanning VCC: niet voor externe
aansluitingen geschikt X13 *
3
wit
AUX3 (functietoets F5) *
3
X14 violet
AUX2 (functietoets F2) X15 violet
AUX1 (functietoets F1) X16 blauw
RL = Retourdraad voor alle functies (+);
Voedingsspanning voor Hall-sensoren X17 *
3
wit
AUX5 (functietoets F10) *
3
X18 grijs
Motoraansluiting 2 (minus) X19 oranje
Motoraansluiting 1 (plus) X20 bruin
Massa aansluiting voor reedcontacten en Hall-sensoren X21 zwart
Linker stroomafnemer (resp. huismassa) X22 rood
Rechter stroomafnemer (resp. sleper)
Achter­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X23 blauw
Extra elco pluspool (+) X24 bruin
Extra elco minpool (-) X25 oranje
Servo uitgang X26 bruin
Massa aansluiting voor servo
*3 Max. stroom 21 MTC (NEM 660) 21-polig AUX3 / AUX4
10 mA (onversterkt)
500 mA (versterkt )
AUX5 / AUX6
10 mA (onversterkt)
10 mA (onversterkt)
Pagina 34
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

6.4. Aansluitingen LD-G-34 plus

Versies: zonder / met kabels, met 8polige stekker (NEM652)
LD-G-34 plus
- Voorzijde -
LD-G-34 plus
- Achterzijde -
Pagina 35
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Voor­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X1 wit F0f = licht vooruit (functietoets F0) X2 geel F0r = licht achteruit (functietoets F0) X3 groen AUX1 (functietoets F1) X4 violet AUX2 (functietoets F2) X5 wit AUX3 (functietoets F5) X6 wit AUX4 (functietoets F6) X7 wit AUX5 (functietoets F10) X8 wit AUX6 (functietoets F11) X9 blauw RL = Retourdraad voor alle functies (+) X10 oranje Servo uitgang X11 bruin Massa aansluiting voor reedcontacten en Hall-
sensoren X12 bruin Extra elco minpool (-);
Massa aansluiting voor servo X13 blauw Extra elco pluspool (+);
Voedingsspanning voor Hall-sensoren X14 bruin Luidspreker aansluiting B (+) X15 bruin Luidspreker aansluiting A (signaal / -) X16 grijs Schakelingang IN2 X17 grijs Schakelingang IN1
Achter­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X18 rood Rechter stroomafnemer (resp. sleper) X19 zwart Linker stroomafnemer (resp. huismassa) X20 grijs Motoraansluiting 2 (minus) X21 oranje Motoraansluiting 1 (plus)
Pagina 36
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

6.5. Aansluitingen LD-G-36 plus (PluX22)

Versies: PluX22 (NEM 658), 8polige stekker (NEM652), zonder kabels
LD-G-36 plus met PluX22-aansluiting -voorzijde-
LD-G-36 plus met PluX22-aansluiting -achterzijde-
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X1 oranje Servo uitgang X2 wit AUX3 (functietoets F9)
Pagina 37
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X3 grijs SUSI CLOCK X4 grijs SUSI DATA X5 bruin Extra elco minpool (-); Massa aansluiting voor
reedcontacten en Hall-sensoren X6 blauw Extra elco pluspool (+) X7
wit
F0f = licht vooruit (functietoets F0) X8 oranje Motoraansluiting 1 (plus) X9 blauw RL = Retourdraad voor alle functies (+) X10 grijs Motoraansluiting 2 (minus) X11 --- Index, niet gebruikt X12 rood Rechter stroomafnemer (resp. sleper) X13 geel F0r = licht achteruit (functietoets F0) X14 zwart Linker stroomafnemer (resp. huismassa) X15 bruin Luidspreker aansluiting A (signaal / -) X16 groen AUX1 (functietoets F5) X17 bruin Luidspreker aansluiting B (+) X18 violet AUX2 (functietoets F6) X19
wit
AUX4 (functietoets F10) X20
wit
AUX5 (functietoets F11) X21
wit
AUX6 (functietoets F13) X22
wit
AUX7 (functietoets F14) X23 bruin Massa aansluiting voor sound-impulsgever
(reedcontact of Hall-sensor) X24 blauw Voedingsspanning voor sound-impulsgever
(Hall-Sensor) X25 grijs Ingang voor sound-impulsgever
(reedcontact of Hall-sensor)
Pagina 38
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

6.6. Aansluitingen LD-G-36 plus (21MTC en 21-polig)

Versies: 21MTC (NEM 660) en 21-polige aansluiting (in navolging van 21 MTC)
LD-G-36plus
met 21MTC- en
21-polige
aansluiting
- Voorzijde -
LD-G-36plus
met 21MTC- en
21-polige
aansluiting
- Achterzijde -
Pagina 39
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Voor­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X1/X2 --- niet gebruikt X3 *4wit AUX6 (functietoets F11) *
4
X4 *4wit AUX4 (functietoets F6) *
4
X5 grijs SUSI CLOCK X6 grijs SUSI DATA X7 geel F0r = licht achteruit (functietoets F0) X8 wit F0f = licht vooruit (functietoets F0) X9 bruin Luidspreker aansluiting A (signaal / -) X10 bruin Luidspreker aansluiting B (+) X11 --- Index, nicht belegt X12 --- Interne decoderspanning VCC: niet voor externe
aansluitingen geschikt X13 *4wit AUX3 (functietoets F5) *
4
X14 violet AUX2 (functietoets F2) X15 groen AUX1 (functietoets F1) X16 blauw RL = Retourdraad voor alle functies (+) X17 *4wit AUX5 (functietoets F10) *
4
X18 grijs Motoraansluiting 2 (minus) X19 oranje Motoraansluiting 1 (plus) X20 bruin Massa aansluiting voor reedcontact en Hall-sensor X21 zwart Linker stroomafnemer (resp. huismassa) X22 rood Rechter stroomafnemer (resp. sleper)
Pagina 40
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Voor­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X23 rood SUSI PLUS ;
Extra elco pluspool (+) X24 blauw SUSI CLOCK of schakelingang IN1 X25 grijs SUSI DATA of schakelingang IN2 X26 zwart SUSI GND;
Extra elco minpool (-) X27 Niet voor externe aansluiting geschikt
Achter­zijde
Draad­kleur
Aansluiten op
(voor gebruik met de fabrieksinstellingen) X28 grijs Ingang voor sound-impulsgever
(reedcontact of Hall-sensor) X29 bruin Massa aansluiting voor sound-impulsgever / Servo
uitgang (reedcontact, Hall-sensor, servo) X30 blauw Voedingsspanning voor sound-impulsgever
(Hall-Sensor) X31 oranje Servo uitgang
*4 Max. stroom 21 MTC (NEM 660) 21-polig
AUX3 / AUX4 10 mA (onversterkt ) 500 mA (versterkt )
AUX5 / AUX6 10 mA (onversterkt ) 10 mA (onversterkt )
Pagina 41
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

6.7. Gebruik van locdecoders met interface

In veel nieuw locs met gelijkstroommotoren is vanaf de fabriek al een aansluitbus of aansluitstekker ingebouwd. Door gebruik te maken van een decoder met een passende stekker bespaart u zich het verwijderen van de niet noodzakelijke aansluitingen en soldeerwerkzaamheden aan de loc. Mogelijke uitvoeringen:
Betekenis Aantal contacten MOROP Norm 8-polig 8 NEM 652
PluX12,-16,-22
(Afb.: PluX12)
11, 15 oder 21 NEM 658
21MTC 21 NEM 660
(2 versterkte uitgangen )
21-polig in navolging van 21MTC
21-polig 21 ---
(4 versterkte uitgangen )
Via de aansluiting wordt de decoder met de motor, de stroomafnemers, de verlichting en – voor zover de betreffende stekker daarvoor geschikt is – extra verbruikers verbonden.
Let bij gebruik van decoders met een 6-polige stekker volgens NEM 651 of 8-polige stekkers volgens NEM 652 erop, dat het merkteken van de stekker en de aansluiting na inbouw over elkaar liggen. De PluX­stekkers volgens NEM 658 en de 21MTC-bussen volgens NEM 660 kunnen slechts in één richting worden aangebracht.
U kunt een decoder met de PluX12-stekker ook in een loc met PluX16 of PluX22 aansluitingen gebruiken. Verschillende functies van de decoder staan dan te beschikking.
Pagina 42
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Aanwijzing: Er zijn locs met aansluitingen verkrijgbaar, die uiterlijk overeenkomen
met de 21 MTC aansluiting, doch niet overeenkomstig NEM 660 met 2, maar met 4 versterkte uitgangen zijn uitgevoerd. Alleen bij locs, die volgens NEM 660 zijn uitgevoerd, mag op de verpakking het logo 21MTC worden aangegeven.
Controleer daarom de verpakking en de handleiding van de loc, of de aansluitingen overeenkomstig NEM 660 zijn uitgevoerd of niet en gebruik dan de juiste decodervariant.

6.8. Gebruik in locs met wisselstroommotoren

De locdecoders van de serie 30 plus zijn geschikt voor het aansturen van gelijkstroommotoren, zij kunnen daarom niet direct op wisselstroommotoren worden aangesloten. Wisselstroommotoren kunnen met locdecoders uit de serie 30 plus worden aangestuurd en ook kan de lastregeling worden gebruikt, wanneer:
tussen wisselstroom locmotor en decoder een lastregeladapter is
ingebouwd of
de veldspoel van een wisselstroom locmotor door een permanente
magneet wordt vervangen.
Pagina 43
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

6.9. INFO: massa aansluiting en spanningsuitgangen

De meeste locdecoders van de serie 30 plus hebben elk meerdere massa aansluitingen (-) en spanningsuitgangen (+). In de aansluittabellen zijn de aansluitingen voor de retourleiding van de verbruikers, de servo’s, reedcontacten, Hall-sensoren en steun elco’s, net als bij de overige indelingen zo praktisch mogelijk weergegeven. U kunt de massa aansluitingen (-) en de spanningsuitgangen (+) naar behoefte anders indelen.
Mogelijke toewijzingen
aan de
massa aansluitingen (-)
Mogelijke toewijzingen aan de spanningsuitgangen(+)
Retourleider van verbruikers
--- Retourleider (voor alle functies)
Steun elco Min pool Plus pool Reedcontacten Massa aansluiting --­Hall-sensoren Massa aansluiting Voedingsspanning Servo Massa aansluiting ---
Aanwijzing: voor servo’s is een externe voeding noodzakelijk!
Pagina 44
!
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

6.10. Decoders zonder interface inbouwen

Bepaal de plaats, waar u de decoder wilt inbouwen na het openen van de kap van de loc. Verbreek eerst de aansluitingen van de motor naar de railaansluitingen resp. bij loc met een elektronische omschakelaar de aansluitingen van de omschakelaar naar de motor en naar de rails. De omschakelaar is niet meer nodig, deze kan worden uit gebouwd.
Let op:
De ontstoringsonderdelen die aan de motor of in de toevoerleiding zijn aangebracht, mogen niet worden verwijderd! Motor en ontstoringsonderdelen vormen een eenheid. Wordt er een deel van verwijderd, dan kan dit ernstige elektrische storingen veroorzaken.
Aansluiten van de decoder aan de motor
Verbind de decoder met de stroomafnemers en de motor. Komt de rijrichting van de loc in analoogbedrijf niet overeen met de op de trafo ingestelde rijrichting, dan moet u de aansluitingen, die naar de stroomafnemers / de sleper lopen, omwisselen.
Fig. 1: Aansluiting van de motor en de voedingsspanning
Pagina 45
!
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Aansluiten van verbruikers op de functie-uitgangen
Verwijder eventueel aanwezige diodes in de toevoerleidingen naar de lampen, daar de lampen anders niet oplichten. Sluit de lampen en andere verbruikers aan op de functie-uitgangen van de decoder. Wanneer de retourleiding van de aan te sluiten lampen of de aan te sluiten extra apparaten al met de locmassa is verbonden, is het aansluiten daarmee gereed. Zo niet, dan sluit u de retourleidingen van de lampen en de extra apparaten aan op de retourleiding voor alle functies van de decoder.
De fabrieks- (default-) instellingen kunt u vinden in de tabel met de aansluitgegevens. Anders kunt u de uitgangen door het instellen van de configuratievariabelen naar believen instellen.
Fig. 2: Voorbelden van het aansluiten van verbruikers en LEDs op de functie­uitgangen
F0f en F0r: Licht vooruit / achteruit
AUX1: parallelle aansluiting van LEDs
AUX3: seriële aansluiting van LEDs
AUX4: gecombineerde parallelle en seriële aansluiting van LEDs
Let op: de aansluitvoorbeelden gelden niet gehell voor decoders met 21MTC- of 21-polige aansluiting. Bij de decoders met 21MTC polige aansluiting zijn AUX3 t/m AUX6 en bij decoders met 21-polige aansluiting AUX5 en AUX6 belastbaar tot max. 10 mA!
Pagina 46
!
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

6.11. LEDs op de functie uitgangen aansluiten

De functie uitgangen schakelen tegen de decodermassa. Daarom moet de kathode (-) van de LEDs op de uitgangen en de anode (+) op de retourdraad voor alle functies worden aangesloten.
Let op:
Wanneer lichtdiodes worden gebruikt, moet altijd een voorschakelweerstand worden geplaatst, daar de LEDs anders bij ingebruikname direct stuk gaan of hun levensduur aanmerkelijk wordt verkort. Wanneer u geen voorschakelweerstanden gebruikt, nemen andere componenten de functie van voorschakelweerstand over (bv. rails, wielen, stroomafnemer), wat tot een verandering van het digitale signaal kan leiden en er storingen kunnen optreden in het digitaal bedrijf. Bereken de noodzakelijk voorschakelweerstand op basis van de piekspanning van de ter beschikking staande voeding. Deze komt overeen bij geregelde boosters met de op de booster aangegeven uitgangs- (rail) spanning. Bij niet geregelde boosters en analoge rijregelaars bedraagt de piekspanning ca. 1,4 maal de op de trafo aangegeven waarde.
Serieel aansluiten van LEDs
Wanneer u meerdere LEDs op één uitgang wilt aansluiten, dan kunnen deze met één voorschakelweerstand in serie worden geschakeld. De stroom bedraagt al naar geland de voorschakelweerstand max. 20 mA voor alle LEDs. Het maximaal aantal aan te sluiten LEDs wordt als volgt berekend
Piekspanning van de voedingsspanning
- som van de doorlaatspanning van alle LEDs > 0
Voordeel bij deze oplossing is de lage stroom. Voor het berekenen van de juiste voorschakelweerstand bij het serieel
aansluiten van LEDs telt u eerst de doorlaatspanning van alle te gebruiken LEDs bij elkaar op. De doorlaatspanning is afhankelijk van de
Pagina 47
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
kleur en zou in de technische gegevens van de LED aangeven moeten zijn. Zijn er geen fabrieksgegevens voorhanden, dan kunt u voor witte en blauwe LEDs 4V, voor gele, oranje, rode en groene LEDs 2V aannemen.
De resterende spanning moet door de voorschakelweerstand worden "onderdrukt". De formule voor de berekening is:
nodig R
V
V
[Ohm] = ( UB [V] – ∑ U
F
F
[V] ) / (I
F
F
[mA] x 0,001 )
U
B
= voedingsspanning (piek) | ∑ U
F
= som van de doorlaatspanningen van alle LEDs
I
F =
stroom bij max. lichtsterkte.
Parallel aansluiten van LEDs
Als alternatief kunnen meerdere LEDs parallel worden aangesloten, maar dan moet voor elke LED een voorschakelweerstand worden gebruikt. De stroom bedraagt al naar gelang de waarde van de voorschakelweerstand max. 20 mA per LED. Het maximaal aantal LEDs, dat parallel op een uitgang aangesloten kan worden, wordt als volgt berekend:
Stroom, die max. op de uitgang aanwezig is
- som van de stromen door alle LEDs > 0
Hierbij is het grote voordeel, dat de LEDs bij het bereiken van de doorlaatspanning al oplichten (2 tot 4 V, al naar gelang de kleur), waardoor ze bijzonder geschikt zijn voor gebruik in analoog bedrijf. Nadeel is de grote stroomopname. De voorschakelweerstand wordt als volgt berekend:
nodig RV [Ohm] = ( UB [V] – UF [V] / (IF [mA] x 0,001 )
U
B
= voedingsspanning (piek) | U
F
= doorlaatspanning van de LED
I
F
= stroom bij max. lichtsterkte
Om stroom te besparen, kunt u de stroom van de LEDs zonder helderheidverlies, in de regel tot 10 mA begrenzen.
Pagina 48
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

6.12. Aansluiten van inductieve verbruikers

Wanneer u inductieve verbruikers (bv. TELEX koppelingen, relais of andere verbruikers met spoelen) wilt aansluiten, moet u een diode (bv, 1N400x) parallel over de verbruiker aansluiten, om beschadiging van de uitgang te voorkomen. Let erop, dat de anode van de diode (+) aangesloten wordt op de functie uitgang.

6.13. Aansluiten van verbruikers via een relais

Wanneer u verbruikers wilt aansluiten op de decoder waarbij de maximale stroom die de uitgang van de decoder kan leveren wordt overschreden, kunt u de verbruiker(s) aansluiten via een relais (z.B. 1xUm 1A 12V, Art.-Nr. 84-61010) en direct op de stroomafnemers van het voertuig aansluiten.
De stroom, die een relais nodig heeft, hangt af van het type relais. Bij gebruik van het voorbeeld relais is dat ca. 100 mA.
Net als in de paragraaf "aansluiten van inductieve" beschreven, moeten u een diode parallel schakelen over het relais.
Fig. 3: Aansluiten van een verbruiker via een relais
Pagina 49
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

6.14. Aansluiten van een luidspreker

Gebruik een luidspreker met een impedantie van minstens 4 Ohm. Wanneer u een luidspreker met een geringe impedantie aansluit, wordt de luidsprekeruitgang van de decoder beschadigd. Over het algemeen gaat de weergavekwaliteit omhoog met de grootte van de luidspreker. Daarom moet u de grootst mogelijke luidspreker nemen.
Daarbij is een correcte inbouw van de luidspreker belangrijk voor de weergavekwaliteit van de geluiden. Een luidsprekermembraan moet direct naar buiten toe kunnen uitstralen, de andere zijde in het luchtdicht afgesloten binnenste van het voertuig. Hoe groter het volume in het binnenin, des te beter de weergavekwaliteit. Voor de inbouw geschikt zijn bv. de bodem van het voertuig of de achterwand van het machinistenhuis.
Storingen in de geluidsweergave oplossen
In principe kan de geluidweergave verstoort worden door een hoge fluittoon. In dit geval moet er een smoorspoel (> 470 µH / 90 mA) in een van de beide luidsprekerdraden worden opgenomen (niet bij LD-G­36 plus).
Storende geluiden kunnen bovendien optreden bij slechte stroomafname (bv. door vuile plekken op de rails of bij wissels) en bij ingeschakelde terugmelding via RailCom. Deze storingen kunnen worden opgelost door het inbouwen van een elco.

6.15. Aansluiten van een steunelco

In stukken met slecht contact naar de rails kan de voeding van de decoder kort worden onderbroken. Dit kan bv. leiden tot het knipperen van verlichting of storende geluiden op de luidspreker. In dit soort situaties kan het inbouwen van de condensator hulp bieden.
De elco moet een capaciteit hebben van minstens 100 µF (Ld-G-31 plus) of 220 µF en een doorlaatspanning van minstens 25 V. Bij gebruik
Pagina 50
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
op analoge wisselstroombanen is een spanningsvastheid van minstens 35V noodzakelijk. Let bij het aansluiten van de elco op de polariteit.
Fig. 4: aansluiten van een elco voor het verbeteren van de voeding en een smoorspoel op de luidspreker.

6.16. Aansluiten van een servo (niet bij LD-G-31)

Sluit de signaalingang van de servo aan de servo uitgang van de decoder en de massa aansluiting van de servo aan een massa aansluiting van de decoder. De voeding van de servo kan niet via de decoder worden uitgevoerd, daar de decoder de noodzakelijke stroom voor de servo niet kan leveren. U heeft daarom een externe voedingsspanning voor de servo nodig (bv. de servoprint art. nr. 70-05900).
Fig. 5: Aansluiten van een servo
Pagina 51
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

6.17. Aansluiten van de schakelingangen

Al naar gelang het decodertype en –uitvoering kunnen de onderdelen, die nodig zijn voor het schakelen van de schakelingangen (bv. Reedcontacten of Hall-sensoren) of direct op de soldeerpunten aansluiten (resp. aan de aangesloten draden aansluiten) of via de SUSI aansluitingen. Bij de decoderversies die met een gesoldeerde SUSI stekker zijn uitgevoerd ( (LD-G-33 plus en LD-G-36 plus in de PluX­versie), heeft u voor het aansluiten van de schakelingangen een SUSI bus met draden nodig (bv. Art. nr. 70-01111).
Versies soldeerpunten SUSI-
aansluiting LD-G-31 plus alle X13 | X14 --­LD-G-33 plus *5Zonder draden,
NEM652-stekker
X3 | X4 via SUSI-bus
LD-G-33 plus *
5*5
PluX22, 21 MTC, 21-polig
--- SUSI-bus
LD-G-34 plus alle X16 | X17 --­LD-G-36 plus *5PluX22, zonder
draden, NEM652­stekker
--- SUSI-bus
LD-G-36 plus *521 MTC,
21-polig
--- soldeerpunten X24, X25
*5 Bij LD-G-33 plus kunt u of de schakelingangen gebruiken of een SUSI module aansluiten. Bij de LD-G-36 plus kunt u tegelijkertijd de schakelingangen gebruiken en een SUSI module aansluiten, de SUSI module moet in dit geval echter op de overeenkomstige aansluitingen van de PluX aansluiting worden aangesloten.
De schakelingangen schakelen tegen de decodermassa en kunnen daarom met alle (externe) schakelingen worden verbonden, die via een massaverbinding worden ingesteld. Mogelijk zijn bv. het aansluiten van
Pagina 52
!
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
reedcontacten of Hall sensoren, die een massaverbinding maken zodra ze binnen het magnetisch veld komen van permanente magneten.
U kunt de schakelingangen als alternatief in plaats van tegen decodermassa ook tegen railmassa schakelen. In dit geval moet u echter een weerstand (3,3 kOhm) solderen in de verbinding tussen schakelingang en railmassa.
Verbind reedcontacten met de schakelingangen en een massa aansluiting van de decoder. Reedcontacten hebben geen polarisatie, waardoor ze naar wens kunnen worden aangesloten.
Let bij het aansluiten van Hall sensoren wel op de polariteit. Verbind de massa aansluiting van de Hall sensor met een massa aansluiting van de decoder, de aansluiting voor de voedingsspanning met een spanningsuitgang van de decoder en de uitgang met een schakelingang.
Let op:
Wanneer u de massa aansluiting en de aansluiting voor de voedings­spanning verwisselt, dan kan de Hall sensor beschadigd worden.
Fig. 6: Aansluiten van reedcontacten en Hall-sensoren op de schakelingangen
Toewijzing van de aansluiting bij gebruik van de SUSI aansluitingen:
SUSI PLUS Voedingsspanning voor reedcontacten of Hall-sensoren SUSI CLOCK Schakelingang IN1 SUSI DATA Schakelingang IN2 SUSI GND Massa aansluiting voor reedcontacten of Hall-sensoren
Pagina 53
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

6.18. Aansluiten van een SUSI-module (behalve LD-G-31 plus)

De SUSI-aansluiting is een gestandaardiseerde aansluiting voor extra modules op voertuigdecoders. De aansturing van de SUSI module loopt via de voertuigdecoder. De noodzakelijke instellingen worden door het programmeren van de decoder vastgelegd.
Op de decoder (behalve LD-G-36 plus met 21MTC- of 21-polige aansluiting) is een SUSI-stekker gesoldeerd, waarop de geluidmodule kan worden aangesloten. Bij de LD-G-36 plus met MTC- of 21-polige aansluiting kan de SUSI-module op de daarvoor voorziene soldeerpunten worden gesoldeerd.
In de 21MTC- en de PluX22-aansluiting zijn eveneens aansluitpunten overeenkomstig SUSI geïntegreerd. Voor het aansluiten van een externe SUSI module zijn echter alleen de decoderversies zonder PluX­stekker resp. MTC-bus geschikt.
Let op, dat bij de locdecoder LD-G-33 plus of een SUSI-module kan worden aangesloten of de schakelingangen gebruikt kunnen worden. Bij de locdecoders LD-G-34 plus en LD-G-36 plus kan zowel een SUSI module worden aangesloten als ook de schakelingangen worden gebruikt.

6.19. Aansluiten van een impulsgever op de LD-G-36 plus

Bij de LD-G-36 plus kan bv. de stoomuitstoot van stoomlocs wiel synchroon worden gestuurd. Sluit daarvoor als geluidimpulsgever een reedcontact of een Hall-sensor aan en bevestig op een wiel twee of meerdere mini magneten. Let bij het aansluiten van een Hall sensor op de juiste poling.

6.20. Bevestigen van de decoder

Na het maken van alle verbindingen moet de decoder worden geplaatst, om bv. kortsluiting door contact met metalen delen van het voertuig te verbinden wordt dit gedaan met dubbelzijdig plakband.
Pagina 54
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

7. Programmeren

Programmering met DCC-centrales
Vanuit de centrale kunt u de configuratievariabelen (CVs) van de decoder programmeren, de hoofdspoorprogrammering is eveneens mogelijk. Lees daartoe goed het betreffende hoofdstuk in de handleiding van uw centrale, waarin de byteprogrammering van de CVs (direct programming) en de hoofdspoorprogrammering (POM) zijn beschreven. Met centrales die alleen registerprogrammering kennen kunt u de decoder niet programmeren.
Programmering met Motorola-centrales
In het Motorola-format worden de instellingen in het register geprogrammeerd.
Let op: Wanneer u een centrale gebruikt die zowel het DCC als het Motorola-format zendt is het programmeren in DCC-format aan te bevelen. U kunt de decoder na het programmeren aansturen in het Motorola-format.
Let op: sluit voor het programmeren met een Motorola centrale op F0f of F0r minstens een lamp of LED aan, daar dit tijdens het programmeren door het knipperen van de verlichting op deze twee uitgangen wordt aangegeven dat de decoder in programmeermode staat. De knipper frequentie geeft aan welke invoer verwacht wordt:
Langzaam knipperen Snel knipperen
Nummer van het te programmeren register
Waarde van het te programmeren register
Zet het voertuig op een railovaal of een railstuk dat met de railuitgang van de centrale is verbonden (niet met de aansluiting voor het programmeerspoor) . Overtuig u ervan dat er geen ander voertuig op de rails staat, omdat de zich daarin bevindende decoder eventueel ook geprogrammeerd wordt.
Pagina 55
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Programmeermode starten Decoder programmeren
1. Centrale inschakelen of reset op de centrale uitvoeren
(tegelijk "stop" en "go").
2. Actuele adres (Default: 3) of adres 80 instellen.
3. Alle functies op "off" zetten.
4. "STOP"-toets indrukken
à railspanning uitschakelen.
5. Rijrichtingomkeerschakelaar indrukken en vasthouden.
"GO"-toets indrukken.
6. Wannneer de verlichting knippert, rijrichtingomkeer-
schakelaar loslaten.
1. Nummer van het register als Motorola adres invoeren.
Indien nodig: voorafgegaan door een "0".
2. Richting omkeerschakelaar indrukken.
à Verlichting knippert sneller.
3. Gewenste waarde van het register invoeren
(als Motorola adres).
4. Richting omkeerschakelaar indrukken. à Verlichting
knippert langzamer.
Stappen 1 t/m 4 voor alle
registers herhalen.
"stop" drukken.
à Programmeermode
à Programmeermode
beëindigen.
Programmeren met besturingen met beperkte invoermogelijkhden
Veel besturingen maken slechts een invoerwaarde van 80 of 99 mogelijk. Twee hulpregisters (CV#26 en #30) maken een hogere invoerwaarde mogelijk.
Programmering met Märklin** Central Station en Mobile Station
Met het Central Station I en het Mobile Station van Märklin** kunt u de registers programmeren. Roep daarvoor artikelnummer 29750 uit de loc­databank op en programmeer de decoder zoals voor dit artikelnummer wordt
Pagina 56
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
beschreven in de handleiding van het Central Station of het Mobile Station.
Programmering met de CV-Navi
In plaats van de configuratievariabelen of de registers van de decoder met behulp van een digitale centrale te programmeren, kunt u voor het programmeren ook de software CV-Navi gebruiken. Daarvoor is een centrale nodig, die het p50x-protocol ondersteunt (bv. Tams MasterControl of Intellibox van Uhlenbrock**).
Deze gratis download wordt vanaf begin 2014 verwacht onder: www.tams-online.de
Pagina 57
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

8. Configuratievariabelen en registers

In de tabellen zijn in de kolom "Nr." de nummers van de configuratievariabelen voor de programmering in DCC-format weergegeven. De nummers van de registers voor het programmeren in Motorola-format zijn identiek aan de CV-nummers. De defaultwaarden zijn waarden, die bij uitlevering ingesteld zijn en die na een reset ingesteld worden.
Aanwijzing: bij variabelen, waarin verschillende eigenschappen kunnen worden ingesteld, wordt de invoerwaarde berekend door het optellen van de getalwaarden, die overeenkomen met de gewenste instellingen.
Instelling van het adres
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Basisadres 1 1 ... 255
(3)
Waardebereik in DCC-format: 1 ... 127
Aanwijzing: Wanneer voor het basisadres een hogere waarde dan 127 geprogrammeerd wordt en het gebruik van extra adressen in CV#29 is uitgeschakeld, reageert de decoder niet op opdrachten in DCC-format.
Extra adressen
17 192 ... 255
(192)
Allen voor DCC-format. Bij de meeste centrales is het mogelijk extra adressen direct in te voeren. De CVs 17, 18 en 29 worden door de centrale automatisch goed ingesteld.
18 0 ... 255
(255)
Consistadres 19 1 ... 127 (0) = 2. adres
Alleen in DCC-format! 2de Motorola­adres
47 0 … 255 (4) = Adres, waar in Motorola-
format extra functies geschakeld
worden. De functies F5 t/m F8
worden via de functietoetsen F1
t/m F4, de functie F9 via de
functietoets F0 bereikt.
Pagina 58
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Informaties / Alleen uit te lezen
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Versie 7 --- Alleen in DCC-format uit te lezen!
Fabrikant 8 --- (62) Alleen in DCC-format uit te lezen!
Index voor hogere CV­Pages
31 --- (0) Vast ingesteld. Voor het uitlezen
van RailCom-relevante
informatie. Alleen in DCC-format.
32 --- (255)
Hulpfuncties
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Reset 8 0 ... 255 Door het invoeren van een
willekeurige waarde worden alle
instellingen op de fabriekswaarden
teruggezet.
Hulpregister voor het programmeren met centrales met een be­perkte invoer
Maakt de invoer mogelijk van waarden > 80 resp. 99 bij centrales, die slechts een invoer
van 0 of 1 t/m 80 of 99 toestaan. 26 (0) Nummer van de CV 30 (0) Waarde van de CV
In CV #26 en 30 worden de honderd- en tientallen voor het CV-nummer en de CV­waarde vooringesteld. Voor het programmeren van een CV met een nummer > 80 of 99 wordt dan in de CV met een overeenkomstig eenheidsnumer het gewenste eenheidgetal ingevoerd. In plaats van een "0" voor de 1e kan (bij centrales, die geen invoer van een "0" toestaan) een "10" worden ingevoerd. Voorbeelden:
CV#137 Waarde 245
1. CV#26 =13 (1= 100e | 3 =10e)
2. CV#30= 24 (2= 100e | 4 = 10e)
3. CV#7 = 5 (7 = 1e van het CV-nummer, 5 = 1e van de CV-waarde)
CV#120 Waarde 230
1. CV#26 =12 (1= 100e | 2 =10e)
2. CV#30= 23 (2= 100e | 3 = 10e)
3. CV#10 = 0 of 10 (10 voor waarde 0 van de 1e van het CV-nummer, 0 of 10 voor de waarde 0 van de 1e van de CV-waarde)
Pagina 59
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Instellingen voor analoog bedrijf
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Packet Time Out voor analoge herkenning
11 0 ... 255 (5) Hoe hoger de ingestelde
waarde, des te langer de tijd die vergaat na het ontvangen van het laatste digitale signaal, voordat de decoder automatisch naar analoog bedrijf omschakelt.
Analoge mode 12 0, 1 (1) = Methode, die in analoog
bedrijf een omkering van de rijrichting veroorzaakt.
Overspanningimpuls (wisselstroombanen) 0
Polariteitwissel (gelijkstroombanen) 1
In analoog
bedrijf actieve functies
(alleen voor F1 t/m F8, niet voor F9 t/m F12)
13 0 ... 255 (0) F1 aan 1
F2 aan 2 F3 aan 4 F4 aan 8 F5 aan 16 F6 aan 32 F7 aan 64 F8 aan 128
Intensiteit van de omschakel­impuls (voor analoge wisselstroom­banen).
199 0 ... 255 (100) 0 = minimale spanning
255 = maximale spanning
Pagina 60
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Basis-instellingen
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
RailCom­instellingen
28 0,1,2,3,128,
129,130,131 (131)
geen terugmedling 0 kanaal 1 in 1 kanaal 2 in 2 RailComPlus in 128
Configuratie­data 1
29 0 ... 64 (14) Rijrichting "Standaard" 0
Rijrichting inverteren 1 14 rijstappen 0 28 of 128 rijstappen 2 Analoog herkenning uit 0 Analoog herkenning aan 4 RailCom uit 0 RailCom aan 8 Lineaire snelheidskromme 0 Alternat. snelheidskromme 16 Basisadressen 0
Niet voor MM-bedrijf: Extra adressen 32
Voorbeeld: CV#29 = 0. rijrichting = "Standaard". 14 rijstappen. Automatische Analoog herkenning = "uit". RailCom = "uit". Basisadressen.
Voorbeeld: CV#29 = 46. rijrichting = "Standaard". 28 of 128 rijstappen in DCC-mode. Automatische Analoog herkenning = "aan". RailCom = "aan". Extra adressen.
Aanwijzing: Wanneer het gebruik van extra adressen in CV#29 is geactiveerd reageert de decoder niet op opdrachten in het Motorola-format!
Configuratie­data 2
49 0 ... 255
(73)
Lastregeling uit 0 Lastregeling aan 1 Rangeersnelheid met F1 2 Rangeersnelheid met F2 4 Rangeersnelheid met F3 8 Rangeersnelheid met F4 16 Optrek- / remvertraging schakelbaar met F3 32 Optrek- / remvertraging schakelbaar met F4 64
Pagina 61
FD-R Extended Nederlands
Basis-instellingen (vervolg)
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Uitschakelen bij overbelasting
(niet geldig voor LD-G-31 plus en LD-G-34 plus)
48 --- (45) Legt vast bij welke stroom de
overbelasting-bescherming in werking treedt. Hoe hoger de waarde, des te hoger de stroom bij welke de overbelasting­bescherming in werking treedt. 45 = 1.500 mA De waarde 45 mag alleen bij hoge uitzondering worden verandert.
Instelling van de motoraansturing
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Startspanning (vertrek­snelheid)
2 0 … 255
(6)
= Spanning, die bij rijstap 1 aan de motor wordt afgegeven. 0 = 0 Volt
255 = maximale spanning Optrek constante (Optreksnel­heid)
3 0 … 255
(10)
= Lengte van de wachttijd, bij
het optrekken / afremmen van
de loc telkens voor het
opschakelen / omlaag naar de
volgende hogere / lagere rijstap.
De wachttijd wordt als volgt
berekend:
Waarde van CV#3 x 0,9 sec. /
aantal rijstappen
Afrem constante (Remsnelheid)
4 0 … 255
(5)
Maximale spanning (maximum­snelheid)
5 0 … 255
(255)
= Spanning, die bij de hoogste
rijstap aan de motor wordt
afgegeven.
2 = 0,8 % van de max. spanning
255 = maximale spanning
Seite 62
Nederlands FD-R Extended
Instelling van de motoraansturing (vervolg)
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Midden spanning (Midden snelheid)
6 0 … 255
(100)
= Spanning, die bij de middelste
rijstap aan de motor wordt
afgegeven.
2 = 0,8 % van de max.
spanning
255 = maximale spanning Motor­frequentie
9 0 … 255
(0)
= Frequentie, waarmee de
motor wordt aangestuurd.
0 = 30 kHz
255 = 58 Hz
Voor waarde > 0 geldt:
frequentie [Hz] =
30.000 / (2 x waarde van CV#9) Remgedrag bij gelijkspanning
27 0, 32, 64,96
(0)
Geen remmen bij gelijkspanning 0 Remmen bij negatieve gelijkspanning 32 Remmen bij positieve gelijkspanning 64
Aanwijzing: Standaard wordt bij het aanleggen van een gelijkspanning op de rails naar analoog bedrijf omgeschakeld. Wordt de decoder op een modelspoorweg met een remtraject gebruikt die op het aanleggen van een gelijkspanning is gebaseerd (b.v. Märklin**­remtraject), dan moet de analoog herkenning uitgeschakeld worden (in CV#29) zodat de loc zoals gewenst op het remsignaal reageert.
De weergave van de negatieve of positieve gelijkspanning wordt in de rijrichting van de loc gezien bepaald door de rechter railstaaf.
Optrek-kick 65 0 … 255 (0) = kortstondige verhoging van
de motorspanning bij het wegrijden om uit stilstand te kunnen optrekken.
Voorbeeld: CV#65 = 6 à De motorspanning bij het optrekken komt overeen met de spanning die in het rijbedrijf bij rijstap 6 (van 255) ligt. Deze wordt direct met de in CV#4 ingestelde remrate op de daadwerkelijk gekozen rijstap gereduceerd. Na verandering van CV#4 kan daarom een verandering van CV#65 noodzakelijk zijn.
Seite 63
FD-R Extended Nederlands
Instelling van de motoraansturing (vervolg)
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Alternatieve kromme (alleen bij de 28 rijstappen mode)
68 . . 95
0 ... 255 = Snelheidstabel voor de
alternatieve snelheidskromme. Aan elk van de 28 rijstappen wordt een motorspanning toegewezen. 0 = spanning van "0" 255 = maximale spanning
Instelling van de lastregel-parameters
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Lastregel­parameter KP
50 0 ... 255 (16) = Proportioneel deel van de
lastregeling.
De parameter KP legt de basissnelheid vast. Waarde te klein à loc rijdt te langzaam. Waarde te groot à sterk schokken van de loc.
Lastregel­parameter KI
51 0 ... 255 (14) = Integraal deel van de
lastregeling.
De parameter KI zorgt voor de fijnafstelling van de lastregeling. De waarde moet in zeer kleine stappen worden aangepast. Waarde te groot à sterk schokkende loc.
Lastregel­parameter KD
52 0 ... 255 (8) = Differentiële deel van de
lastregeling.
De parameter KD vertraagt de omzetting van de lastregeling. Waarde te klein à schokkende loc. Waarde te groot à Schommelen van de loc.
Motor­aanpassing 1
165 0 ... 20 (4) = factor, waarmee de waarde
van de lastregeling wordt
vermenigvuldigd Motor­aanpassing 2
166 0 ... 20 (1) = Gemiddeld aantal van de
gemeten waarden van de
lastregeling
Seite 64
Nederlands FD-R Extended
Optimaliseren van de CV-instellingen
De rijeigenschappen worden voornamelijk beïnvloed door de instellingen van CV#2 (optreksnelheid), van de CV#6 (midden snelheid) en CV#5 (maximum snelheid).
Bovendien kunt u de lastregelparameter veranderen. Voor het instellen van de lastregelparameters (CV#50 t/m #52) zijn de volgende handelingen aan te raden:
Wanneer de loc schokt: à verhoog de waarde van CV#52 (KD) in 5 stappen. Geeft dit geen verbetering van de rijeigenschappen, zet dan de waarde van CV#52 terug op de fabriekswaarde (defaultwaarde). Verlaag dan de waarde van CV#50 (KP) in 5 stappen en voor CV#51 (KI) in 2 stappen.
Wanneer de loc te weinig kracht heeft en b.v. bij bergritten zeer langaam wordt: à verhoog dan de waarde van CV#51 (KI) in 2 stappen, totdat de loc begint te schokken. Verhoog dan de waarde van CV#52 (KD) in 5 stappen. Wanneer deze handelingen geen resultaat hebben of de loc meteen na het verhogen van CV#51 begint te schokken, zet dan de waardes van CV#51 en CV#52 terug en verhoog de waarde van CV#50 (KP) in 5 stappen.
Wanneer de loc schommelt: à verlaag de waarde van CV#52 (KD) in 5 stappen.
Wanneer u niet tevreden bent over de rijeigenschappen bij het langzaam rijden, kunt u deze door het veranderen van CV #166 en CV # 165 beïnvloeden. Verander eerst de waarde van CV #166 met stappen van 1.
Aanwijzing: de instelling van de lastregelparameter is zeer gevoelig, een verandering kan tot een behoorlijke verslechtering van de rijeigenschappen leiden. Daarom moet de waarde in principe alleen in kleine stappen worden veranderd. Wanneer een verandering van de lastregelparameter geen verbeteringen laat zien, dient de defaultwaarde weer teruggezet te worden.
Seite 65
FD-R Extended Nederlands
Toewijzing van de uitgangen aan de functietoetsen F0 bis F12
Aanwijzing: Bij de LD-G-31 plus staan alleen de uitgangen F0f, F0r, AUX1 en AUX2 ter beschikking.
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
F0 vooruit aan 33 0 ... 255 (1) F0f 1
F0r 2 AUX1 4 AUX2 8 AUX3 16 AUX4 32 AUX5 64 AUX6 128
F0 achteruit aan
34 0 ... 255 (2)
F1 35 0 ... 255 (4)
LD-G-36: (0)
F2 36 0 ... 255 (8)
LD-G-36: (0)
F3 37 0 ... 255 (0) F4 38 0 ... 255 (0) F5 39 0 ... 255 (16)
LD-G-36: (4)
F6 40 0 ... 255 (32)
LD-G-36: (8)
F7 41 0 ... 255 (0) F8 42 0 ... 255 (0) F9 43 0 ... 255 (0)
LD-G-36: (16)
F10 44 0 ... 255 (64)
LD-G-36: (32)
F11 45 0 ... 255 (128)
LD-G-36: (0)
F12 46 0 ... 255 (0)
LD-G-36: (64)
Seite 66
Nederlands FD-R Extended
Toewijzing van de uitgangen aan de functietoetsen F13 bis F28
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
F13 180
LD-G-31: (0) LD-G-33 PluX: (64) LD-G-33 MTC: (0) LD-G-34: (0) LD-G-36 PluX: (32) LD-G-36 MTC: 0
AUX1 1 AUX2 2 AUX3 4 AUX4 8 AUX5 16 AUX6 32 AUX7 64
(behalve LD-G-33 plus MTC, LD-G-34 plus en LD-G-36 plus MTC)
F14 181 0 ... 127 (0)
LD-G-36: (64)
... ... 0 ... 127 (0)
F28 195 0 ... 127 (0)
Invoerwaarde voor decoders zonder AUX7: 0 … 63
Toewijzing van de uitgangen aan de functietoetsen / Defaultwaarde:
LD-G-31 plus, LD-G-33 plus en LD-G-34 plus:
LD-G-36 plus:
F0f
schakelbaar met F0, vooruit ingeschakeld
F0r
schakelbaar met F0, ingeschakeld bij achteruit AUX1 schakelbaar met F1 schakelbaar met F5 AUX2 schakelbaar met F2 schakelbaar met F6 AUX3 schakelbaar met F5 schakelbaar met F9 AUX4 schakelbaar met F6 schakelbaar met F10 AUX5 schakelbaar met F10 schakelbaar met F12 AUX6 schakelbaar met F11 schakelbaar met F13 AUX7 schakelbaar met F13 schakelbaar met F14
Voorbeeld: F0r met F5 schakelen CV#39 = 2 Voorbeeld: F0f en AUX1 met F6 schakelen CV#40 = 5 (= 1+4)
Seite 67
FD-R Extended Nederlands
Effecten van de uitgangen
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
F0f 53 0 ... 255 (0) richtingsonafhankelijk 0 F0r 54 AUX bij achteruit rijden uit 1 AUX1 55 AUX bij vooruit rijden uit 2 AUX2 56 Functie geïnverteerd 4 AUX3 57 Knipperen geïnverteerd 8 AUX4 58 Knipperen in 16 AUX5 59 MARslight in 32 AUX6 60 Dubbel knipperen in 64
Kicken in
(zonder F0f en F0r) 128
Fabrieksinstellingen: de functies F1 t/m F28 schakelen de toegewezen uitgangen richtingafhankelijk. Met F0 wordt altijd richtingafhankelijk geschakeld.
Voorbeelden: MARslight met F0f bij vooruit rijden inschakelen: invoerwaarde voor CV#53 = 33 (= 1 + 32) Wissel knipperen met AUX2 en AUX3:
invoerwaarde voor AUX2: CV#56 = 16 | invoerwaarde voor AUX3: CV#57 = 24 (16 + 8)
Instellingen voor de knipperlichten
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Knipperfrequentie van de verlichting
F0f 104 10 ... 255 (20) Met de knipper frequentie wordt
vastgelegd, hoe lang een periode duurt.
10 = hoogste frequentie 255 = laagste frequentie
F0r 105 AUX1 106 AUX2 107
... ...
AUX6 111
Knipper frequentie voor MARslight
voor alle uitgangen
112 0 … 255 (64) 0 = snel
255 = langzaam
Seite 68
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Instellingen voor de knipperlichten (vervolg)
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Inschakeltijd van de knipperlichten F0f 132 0 … 255 (4) De inschakeltijd kan max. de in
CV#106 ff ingestelde waarde hebben. Hoe hoger de waarde, des te langer de inschakeltijd.
F0r 133 AUX1 134
... ...
AUX6 139
Voorbeeld: voor AUX1 is in CV#106 een waarde van 100 voor de knipper frequentie ingesteld en een waarde van 60 voor de inschakeltijd.
Een waarde van 50 in CV#132 geeft, dat in- en uitschakeltijd even lang zijn, bij een waarde van 100 zou het licht duurzaam ingeschakeld zijn.
Dubbel knipperen: lengte van de pauzes tussen beide knipperlichten
F0f
140
0 … 255 (2)
Frequentie en inschakeltijd worden in CV#104 ff en CV#132ff gedefinieert. De lengte van de pauzes tussen de beide impulsen is des te langer, als de invoerwaarde hoger is. Voor de invoerwaarden van CV#104ff, 132ff en 140ff geldt: (CV#132) x 2 + (CV#140) < (CV#104)
F0r
141
AUX1
142
AUX2
143
... ...
AUX6
147
Voorbeeld: voor AUX1 is in CV#106 een waarde van 100 voor de knipper frequentie ingesteld en in CV#134 ein waarde van 15 voor de inschakeltijd. De waarde voor de pauzelengte in CV#142 bedraagt 10.
Was 2 x de waarde van de inschakeltijd + de waarde van de pauzelengte groter dan de frequentie, dan zou de afloop bij het bereiken van het einde van een periode worden afgebroken.
Pagina 69
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Dimmen van de uitgangen
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
F0f 115
1...255 (255)
= reductie van de spanning die op de uitgang staat. "1" = kleinste spanning "255" = maximale spanning
F0r 116 AUX1 117
... ...
AUX6 122
Rijstap afhankelijk dimmen van de uitgangen
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Interne rijstap voor CV#114
113 1 ... 255 (10) = rijstap, waar vanaf de in
CV#114 vastgelegde uitgangen worden gedimd met de instellingen in CV##123 t/m 126 (in plaats van de instellingen in CV##115 bis
118).
Rijstap­afhankelijk gedimde uitgangen
114 0 … 15 (0) F0f 1
F0r 2 AUX1 4 AUX2 8 AUX3 16 AUX4 32 AUX5 64 AUX6 128
Snelheidsafhankelijk dimmen = reductie van de spanning, die
aan de uitgang ligt.
"1" = kleinste spanning
"255" = maximale spanning
Waarden gelden alleen voor de in CV#114 gedefinieerde uitgangen en vanaf een in CV#113 gedefinieerde rijstap.
F0f
123 1...255 (255)
F0r
124
AUX1
125
...
...
AUX6
130
Pagina 70
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Rangeerlicht
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Rangeerlicht 131 0 ... 255 (0) voor F0f 1
voor F0r 2 voor AUX1 4 voor AUX2 8 voor AUX3 16 voor AUX4 32 te schakelen met F3 64 te schakelen met F4 128
Voorbeeld: voor F0r en AUX1 rangeerlicht te schakelen met F4: invoerwaarde: 134 (= 2 + 4 + 128)
Kicken
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Extra kickfunctie
160 0 ... 252 (0) voor AUX1 4
voor AUX2 8 voor AUX3 16 voor AUX4 32 voor AUX5 64 voor AUX6 128
Wordt een uitgang aan de extra kickfunctie toegewezen, dan wordt de motor zolang van stroom voorzien als de kickfunctie ingeschakeld is.
Voorbeeld: bij het schakelen van een uitgang met de extra kickfunctie rijdt de loc automatisch een stukje naar de wagen toe (voor het ontlasten van de koppeling). Daarna wordt de elektrische koppeling via de kickfunctie ontkoppeld en rijdt de loc automatisch een stukje van de afgekoppelde wagen weg.
Spanning bij extra kickfunctie
161 0 ... 255 (10) = Spanning, die bij het schakelen
met de extra kickfunctie naar de
motor wordt gevoerd. Kicktijd bij richting "vooruit" / "achteruit"
162 163
0 ... 255 (32) 0 = kort
255 = lang
Pagina 71
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Toewijzing van de schakelingangen
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Toewijzing van de functie uitgangen naar de schakelingangen IN1 61 0 … 255 (0) F0f 1 IN2 63 0 … 255 (0) F0r 2
Aanwijzing: de schakelingangen worden tegen decodermassa geschakeld. Moet het schakelen tegen railmassa gebeuren, dan moet een weerstand (3,3 kOhm) worden ingebouwd.
Aanwijzing: soundfuncties en de servo kunnen alleen dan via de schakelingangen geschakeld worden, wanneer ze aan een functietoets zijn toegewezen (CV#62 en #64).
AUX1 4
AUX2 8
AUX3 16
AUX4 32
AUX5 64
AUX6 128
Toewijzing van de functies naar de schakelingangen IN1 62 0...255 (0) F1 1 IN2 64 0...255 (0) F2 2
De functies worden zowel door de functietoets als door de toegewezen schakelingang geschakeld.
Aanwijzing: de schakelingangen worden tegen decodermassa geschakeld. Moet het schakelen tegen railmassa gebeuren, dan moet een weerstand (3,3 kOhm) worden ingebouwd.
F3 4
F4 8
F5 16
F6 32
F7 64
F8 128
Instelling van de minimale schakeltijd van de schakelingangen
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
IN1 177 0 … 255 (1) = Tijd, waarvoor de ingang
minstens ingeschakeld blijft,
nadat hij met massa was
verbonden.
De verhoging van de
invoerwaarde met "1" verlengt
de tijd met 1,1 sec.
0 = 0 seconde (uit)
255 = 280,5 sec. (> 4 Min.)
IN2 178 0 … 255 (1)
Pagina 72
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Instellingen voor de geïntegreerde geluiden
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Toewijzing van de funktietoetsen aan de geïntegreerde geluiden F1 148 16,32,64 (0) fluit 16 F2 149 16,32,64 (0) hoorn 32 F3 150 16,32,64 (0) bel 64 F4 151 16,32,64 (0) F5 152 16,32,64 (0) F6 153 16,32,64 (0) F7 154 16,32,64 (16) F8 155 16,32,64 (32) F9 156 16,32,64 (64) F10 157 16,32,64 (0) F11 158 16,32,64 (0) F12 159 16,32,64 (0)
Per functietoets mag slechts één geluide worden toegewezen.
Instellingen voor servo-uitgang (außer LD-G-31 plus)
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Inverteren van de functies F5 t/m F12 voor de servo­uitgang
(samen met CV#167)
164 0 ... 255 (1) Verwissel linker en rechter servo
aanslag
Aansturen met F5 1
F6 2
F7 4
F8 8
F9 16
F10 32
F11 64
F12 128
Pagina 73
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Instellingen voor servo-uitgang (vervolg)
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Toewijzing servo-uitgang aan de functietoetsen
167 0 ... 255 (2) Aansturing van de servo via
POM mogelijk maken 0
Aansturen met F5 1
F6 2
F7 4
F8 8
F9 16
F10 32
F11 64
F12 128
Vastleggen van de functie van de servo­uitgang
168 0,1 (0) Aansturing van de servo via
functietoetsen 0
Invoer van de stelhoek
via POM 1
Instellen van de servo Der waarde voor de rechter
aanslag moet groter zijn dan die voor de linker aanslag.
Linker aanslag 169 40…250 (112) Rechter aanslag
170 40…250 (176)
Snelheid 171 0 … 255 (16) 0 = laagste snelheid
255 = hoogste snelheid Aansturen van de servo via POM/ servo positie
172 40…250
beperkt door: CV#169 à laagste waarde en CV#170 à hoogste waarde
De laatste via POM gekozen
waarde wordt opgeslagen en de
overeenkomstige positie wordt
automatisch aangestuurd.
Aanwijzing: de aansturing van de servo via POM is alleen mogelijk, wanneer CV#167 = 0 en CV#168 = 1.
Pagina 74
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Aankoppelfunctie
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Time-Out voor aankoppel­functie
96 0 ... 255 (10) = max. tijdsduur van de
aankoppelcyclus in sec., voordat afgebroken wordt.
Functietoetsen F1 t/m F4 en richting voor ingang 1 voor ingang 2 9799
0 ... 255 (0) = legt vast, welke functietoets
de aankoppelfunctie schakelt en in welke richting het aankoppelen gebeurt. achteruit 0 vooruit 128 F1 1 F2 2 F3 4
F4 8 Functietoetsen F5 t/m F12 voor ingang 1 voor ingang 2
Aanwijzing: Instelling van de rijrichting in CV##97 en 99
98 100
0 ... 255 (0) F5 1
F6 2
F7 4
F8 8
F9 16
F10 32
F11 64
F12 128
Aanwijzing: de schakelingangen worden tegen decodermassa geschakeld. Moet het schakelen tegen railmassa gebeuren, dan moet een weerstand (3,3 kOhm) worden ingebouwd.
Motor­spanning voor aankoppel­functie
101 1 ... 255 (16) 0 = min. spanning
(snelheid = 0)
255 = max. spanning
(max. snelheid)
Pagina 75
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Pendelautomaat
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Pendel­automaat voor ingang 1 voor ingang 2
Aanwijzing: het is aan te raden
de eindstations aan ingang 1 en de tussenstops aan ingang 2 toe te wijzen
(s. CV#179)
196 197
0 ... 255 (0) Stoptijd = 0 sec. 0
Stoptijd = 5 sec. 1
Stoptijd = 10 sec. 2
Stoptijd = 20 sec. 4
Stoptijd = 40 sec. 8
Stoptijd verlengen (x 4) 16
voor beide richtingen 32
alleen heenreis 0
alleen terugreis 64
met richtingswisseling 0
zonder richtingswisseling 128
Voorbeeld: pendelautomaat tussen twee eindstations met 100 seconden stoptijd, schakelen via schakelingang 1: à Invoerwaarde voor CV#196: 53 (= 1 + 4 + 16 + 32 + 0)
Voorbeeld: tussenstop met 30 seconden stoptijd, alleen bij terugreis, schakelen via schakelingang 2: à Invoerwaarde voor CV#197: 198 (= 2 + 4 + 64 + 128)
Uitschakelen van de pendelauto­maat met F5 t/mF12
198 0 ... 255 (0) F5 1
F6 2
F7 4
F8 8
F9 16
F10 32
F11 64
F12 128 Te negeren schakelimpuls voor ingang 1
179 0 ... 255 (1) Verhindert, dat schakelimpulsen,
die tussen de eindstations worden
gebruikt, om het remmen voor de
eindstations in te zetten.
Aanwijzing: behalve bij zeer korte pendeltrajecten worden voor de beide eindstations de stops via eigen contacten geschakeld. Om bij de terugreis in tegengestelde richting de loc niet direct weer afremt, moet in CV#179 de waarde "1" ingevoerd worden.
Voorbeeld: in het bij CV##196 en 197 gegeven voorbeeld moet de loc telkens op eindstations stoppen en de richting veranderen en bij de terugreis 3 x een tussenstop maken. De stop op de eindstations wordt via eigen contacten geschakeld. -> Invoerwaarde voor CV#179: 4.
Pagina 76
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Speciale functie voor rijstap 0
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Uitschakelen van de functie F0 bij rijstap 0
173 0...255 (0) Geeft aan met welke van de
functies F1 t/m F8 bij rijstap 0
de functie F0 uitgeschakeld
wordt.
F1 1
F2 2
F3 4
F4 8
F5 16
F6 32
F7 64
F8 128
Inschakelen van de uitgangen bij rijstap 0.
Uitschakelen van de uitgangen bij rijstap 0.
Inverteren van de uitgangen bij rijstap 0. uit = aan aan = uit
174
175
176
0 ... 255 (0)
0 ... 255 (0)
0 ... 255 (0)
Geeft aan welke uitgangen bij
de in CV#173 gedefinieerde
functies worden in-/
uitgeschakeld / geinverteerd.
F0f 1
F0r 2
AUX1 4
AUX2 8
AUX3 16
AUX4 32
AUX5 64
AUX6 128
Pagina 77
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Sound-update (alleen LD-G-36 plus)
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Sound-update 103 0, 1 (0) Geen update mogelijk 0
Update mogelijk 1
Aanwijzing: wanneer voor CV#103 de waarde "1" ingevoerd is, wordt geen geluid afgespeeld! Stel na de sound-update daarom de waarde voor CV#103 weer op "0".
Instelling van het volume (alleen LD-G-36 plus)
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Volume 902 0 ... 255 (128) 0 = uit
255 = max. volume
Toewijzing van de functietoetsen aan de sounds (alleen LD-G-36 plus)
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
F0 903 0 ... 8 (0) Geen sound 0 F1 904 0 ... 8 (3) Bel of hoorn 2 1 F2 905 0 ... 8 (2) Fluit of hoorn 1 2 F3 906 0 ... 8 (0) Stand- en rijgeluiden 3 F4 907 0 ... 8 (0) Ontkoppelen of
deuren sluiten 4
F5 908 0 ... 8 (0) F6 909 0 ... 8 (0) Fading voor alle sounds 8 F7 910 0 ... 8 (1) F8 911 0 ... 8 (8) F9 912 0 ... 8 (0) F10 913 0 ... 8 (0) F11 914 0 ... 8 (4) F12 915 0 ... 8 (0)
Fabrieksmatige instellingen: Functie F1 schakelt geluid nr. 3 (= Stand- en rijgeluid)
Functie F2 schakelt geluid nr. 2 (= hoorn 1 of locfluit) Functie F11 schakelt geluid nr. 4 (= Ontkoppelen of deuren sluiten) Functie F7 schakelt geluid nr. 1 (= hoorn 2 of bel) Functie F8 schakelt fading (= aanzwellen en afnemen) voor alle sounds
Pagina 78
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
Basisinstellingen voor het rijgeluid (alleen LD-G-36 plus)
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Configuratie­variabelen
920 0 … 195 (129) Cilinderslag stoomloc
alleen via reedcontact 0
Cilinderaanslag stoomloc
automatisch en
via reedcontact 1
Pauze voor het herhalen
van de fluit 2
Cilinderaanslagen halveren 4
Fadingtijd = 8 seconden en
fading automatisch bij
inschakelen 64
Eindtrap altijd aan
*
6
0 Eindtrap uit, wanneer geluid uit
*
6
128
Fabrieksmatige voorinstellingen: Cilinderaanslag automatisch en via reedcontact: aan
Pauze voor herhalen van de fluit: uit Cilinderaanslag halveren: uit Fadingtijd = 8 seconden en automatisch aan bij inschakelen: uit Eindtrap uitgeschakeld, wanneer geluid uit
*
Voor de configuratievariabelen worden de invoerwaarden door het optellen van de
getalwaarden verkregen, die overeenkomen met de gewenste instellingen.
*
6
In combinatie met sommige loctypen kunnen tijdens het bedrijf stoorgeluiden optreden. De decoder kan zo worden ingesteld, dat de sound-eindtrap wordt uitgeschakeld, wanneer er geen geluid wordt opgeroepen.
Pagina 79
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Verdere instellingen voor het rijgeluid (alleen LD-G-36 plus)
Naam van CV / registers
Nr. Invoer waarde
(Defaultw.)
Verklaring en aanwijzingen
Uitstoot bij toename van de motorlast
921 0 ... 128
(3)
0 = geluidverandering bij de kleinste toe- of afname van de motorlast. 128 = geen geluidverandering bij de toe- of afname van de motorlast.
Uitstoot bij afname van de motorlast
922 0 ... 128
(3)
Schakel­drempel voor elektrische ontluchting bij E-locs
923 0 ... 255
(128)
0 = directe reactie op verandering 128 = onluchtingsgeluid/remge­luid uitgeschakeld
Drempel voor remgeluid
924 0 ... 255
(44)
Reactie op de lastverande­ring
925 1 ... 8
(6)
1 = snelst mogelijke reactie 8 = meest langzame reactie
Uitlooptijd 937 1 ... 254
(15)
"0" = directe terugkeer in het lastbedrijf "255" = geen directe terugkeer in het lastbedrijf
Aanpassing van de cilinderaanslag op de rijstap van de loc
Alleen voor gebruik zonder
pulsgenerator! max. cilinderslagen
938 50 ... 255
(0) min. cilinderslagen
939 50 ... 255
(0)
Pagina 80
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

9. POM-update uitvoeren

Tip: De POM-update is vanaf decoder versie 2.4 (LD-G-31 plus) resp. Versie 2.5 (LD-G-33 plus en LD-G-34 plus) mogelijk. Decoders met een voorgaande firmware versie moet u voor een update opsturen. Het versie nummer is in CV#7 opgeslagen.
Voorbereiding
1. Voor een Firmware-Update hoeft u de decoder niet te demonteren. Zet het voertuig met de decoder op het hoofd spoor. Tip: U kunt te gelijkertijd meerdere locdecoders van hetzelfde type updaten, de huidige software versie van de decoder is daarbij onbelangrijk. De individuele CV-instellingen van de decoder worden tijdens de update niet veranderd.
2. Bewaar het bestand met de nieuwe firmware op uw PC, b.v. onder de naam „LD-G-31_plus_V2_5_0_0.hex“ voor versie 2.5.0.0.
De nieuwste firmware kunt u kosteloos van onze homepage downloaden. Wanneer u (van iemand anders) een gecomprimeerd bestand heeft gehad (b.v. *.zip), moet u deze decomprimeren.
3. Doe de meegeleverde CD met het programma "POM-Updater.exe" in de CD speler of download het programma van onze homepage.
4. Verbindt uw centrale met de PC. Een POM-Update is momentee (stuatie: 01/015) mogelijk met de MasterControl (Tams Elektronik), de Intellibox 1 (Uhlenbrock**) en de CS2 (Maerklin**). De actuele lijst met de centrales, waarmee POM-Update mogelijk is, vindt u op onze homepage.
5. Sluit voor het starten van de update minstens op F0f een lamp of LED aan, zodat tijdens de update door het knipperen of oplichten de status zichtbaar wordt.
Pagina 81
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
In de update modus omschakelen
Start het programma „POM-Updater.exe“, en lees het help bestand. Ga als volgt te werk:
1. Instellingen voor de update uitvoeren.
2. In de adressen lijst de lokdecoders toevoegen, voor welke een update moet worden doorgevoerd.
3. In de update modus omschakelen.
De verlichting, die aan de uitgang F0f voor de update gekozen decoder aangesloten zijn, knipperen langzaam. Als ze snel knipperen kan voor de decoder geen update worden doorgevoerd,
omdat het decoder type niet met het hex-bestand overeenstemt ofomdat de firmware van de decoder reeds met de versie van het hex-
bestand overeenkomt.
U kunt de betrokkenen voertuigen op de rails laten staan, want deze beïnvloeden de doorvoering van de updates bij de andere decoders niet. Alternatief kunt u ze kort stroomloos maken, om het snelle knipperen te stoppen.
POM-Update doorvoeren
Na het omschakelen in de update modus kunt u de update starten. De aan F0f aangesloten verlichting van de decoder in de update modus stoppen met knipperen en gaan over in voortdurend aan.
De duur van de update hangt af van de centrale en de hoeveelheid te verzenden data. De voortgang wordt in het programma middels een balk aangegeven. Zodra de update gereed is begint de verlichting weer langzamer te knipperen. Maak de voertuigen kort stroomloos. De voertuigen zijn nu weer in normaal bedrijf.
Als er tijdens de update een probleem voor doet, wordt de update afgebroken en de verlichting begint snel te knipperen. Start in dit geval het updaten opnieuw, en verander zo nodig de instellingen (zie het help bestand van het programma).
Pagina 82
!
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

10. Checklist voor storingen

Onderdelen worden zeer heet en / of beginnen te roken.
Aanwijzing: Schakel direct de voedingsspanning uit!
Mogelijke oorzaak: een of meerdere aansluitingen zijn verkeerd gesoldeerd. à Controleer de aansluitingen.
Mogelijke oorzaak: kortsluiting tussen de decoder of verbruikers, die met de retourleiding voor alle functies zijn verbonden en metalen delen van de loc of de rails. à Onderzoek de aansluitingen. Het is niet uitgesloten dat de decoder door deze kortsluiting voorgoed beschadigd is.
Problemen met de rijeigenschappen
Na het programmeren rijdt de loc slecht of helemaal niet.
Mogelijke oorzaak: De ingevoerde waarden voor de CVs kloppen niet.
Voer een decoderreset uit en programmeer de decoder opnieuw.
In digitaal bedrijf rijdt de loc plotseling met een hoge snelheid.
Mogelijke oorzaak: Stoorsignalen op de modelbaan hebben de decoder naar analoog bedrijf omgeschakeld. à Daar vaak niet is te traceren welke oorzaken de stoorsignalen hebben is het aan te raden de automatische analoogherkenning tijdens het digitaal bedrijf uit te schakelen. Als alternatief kan de waarde voor CV#11 worden verhoogd.
De CV-waarden kunnen niet via RailCom worden uitgelezen.
Mogelijke oorzaak: RailCom is uitgeschakeld. à Verander de waarde in CV#29 (tel "8" bij de invoerwaarde op).
De decoder schakelt tijdens gebruik uit, na korte tijd weer aan en
direct weer uit. Mogelijke oorzaak: De overbelastingsbeveiliging werd geactiveerd,
daar het stroomverbruik boven de maximale totaalstroom van de decoder ligt. Controleer het stroomverbruik van de locomotor, waarschijnlijk is de decoder niet geschikt voor inbouw in deze loc.
Pagina 83
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Problemen bij analoog bedrijf
De loc rijdt niet in analoog bedrijf, de decoder reageert niet.
Mogelijke oorzaak: Het analoog bedrijf is uitgeschakeld. Verander de waarde van CV#29.
De decoder schakelt niet om naar analoog bedrijf (of schakelt om,
terwijl hij digitaal aangestuurd wordt). Mogelijke oorzaak: in CV#11 is de waarde te hoog of te laag
ingesteld. Verander de waarde en controleer de instelling tijdens gebruik.
Problemen bij het schakelen van de functies
Een extra apparaat / een verlichting reageert niet op
schakelopdrachten. Mogelijke oorzaak: het apparaat is defect of verkeerd aangesloten. Controleer het apparaat / de aansluitingen.
Mogelijke oorzaak: de uitgang is defect (bv. door overbelasting of een kortsluiting). Stuur de decoder voor controle / (betaalde) reparatie op.
Het licht gaat bij het opschakelen van de rijstappen aan en uit of het
licht laat zich niet in- resp. uitschakelen. Mogelijke oorzaak: De rijstappenmode van de decoder en de
centrale komen niet overeen. Voorbeeld: de centrale bevindt zich in de 28 rijstappenmode, de decoder echter in de 14 rijstappenmode. Verander de rijstappenmode van de centrale of de decoder.
Problemen bij het schakelen via schakelingangen
Na het passeren van een permanente magneet in het spoor wordt
geen functie in werking gesteld. Mogelijke oorzaak: het reedcontact of de Hall-sensor is verkeerd
aangesloten. Controleer de aansluitingen. Mogelijke oorzaak: de afstand naar de magneet is te groot of de
magneet is te zwak. Verplaats de plaats van de magneet (indien
Pagina 84
Locdecoders serie 30 plus Nederlands
mogelijk) of plaats een sterkere magneet. Mogelijke oorzaak: de magneet is verkeerd gepoold ingebouwd.
Verander de inbouwrichting. Mogelijke oorzaak: de toewijzing van de functie naar de
schakelingang is verkeerd. Controleer de waarden van CV## 61 t/m 64 en 177 en 178.
Problemen met de geluidsweergave
Na het inschakelen is geen geluid te horen.
Mogelijke oorzaak: de luidspreker is niet goed aangesloten. Controleer de aansluitingen.
Mogelijke oorzaak (alleen LD-G-36 plus) : in CV#902 is een te laag volume ingesteld. Controleer de instelling.
Mogelijke oorzaak: de decoder is niet goed aangesloten op de SUSI­stekker van de geluidsmodule. Controleer de aansluitingen.
De geluidsweergave is slecht, de luidspreker bromt, er zijn storende
geluiden te horen. bouw een elco en een smoorspoel in.
Problemen bij het schakelen van de servo
De servo beweegt niet.
Mogelijke oorzaak: de linker en de rechter aanslag zijn verkeerd gedefinieerd. Controleer de waarden in CV##169 en 170.
Mogelijke oorzaak: de servo is verkeerd aangesloten. Controleer de aansluitingen.
Mogelijke oorzaak: de voeding van de servo is verkeerd aangesloten. Controleer de aansluitingen.
Pagina 85
Nederlands Locdecoders serie 30 plus
Problemen tijdens POM-Update
Tijdens de POM-Updates begint de verlichting snel te knipperen en
de update wordt afgebroken. Mogelijke oorzaak: De instellingen in de POM-Updater zijn verkeerd.
Controleer en verander zo nodig de instellingen, het help bestand bevat toelichtingen.
Hotline: Bij problemen met uw decoder kan onze Hotline u helpen (mail-adres op de laatste pagina).
Reparaties: Een defecte decoder kunt u voor reparatie naar ons toezenden (adres op de laatste pagina). Schade die onder de garantie valt wordt gratis gerepareerd. Bij schade, die niet onder de garantie vallen, berekenen wij maximaal 50 % van de actuele verkoopsprijs volgens onze geldende prijslijst. Wij hebben het recht, de reparatie van een decoder te weigeren, wanneer deze technisch of economisch niet mogelijk is.
Stuur een reparatiezending niet ongefrankeerd op. In een garantiegeval vergoeden wij de verzendkosten tot de hoogte, die wij volgens onze geldende prijslijst bij de levering van het product zouden moeten berekenen. Bij reparaties, die niet onder de garantie vallen, draagt u de kosten voor porto.
Pagina 86
Locdecoders serie 30 plus Nederlands

11. Garantieverklaring

Op dit product wordt twee jaar garantie gegeven vanaf de datum van aankoop aan de eerste koper, met een maximum van drie jaar na de productie van het product. De eerste koper is de gebruiker die als eerste het product bij ons gekocht heeft, bij een winkelier of een ander, juridisch gezien, persoon, die het product in het kader van zijn zelfstandige beroep doorverkoopt of inbouwt. De garantie bestaat naast de wettelijke garantiebepalingen, uit de afspraken die de gebruiker met de verkoper is overeengekomen.
De garantie omvat een gratis reparatie van gebreken, die aantoonbaar terug te voeren zijn op materiaal of fabricage onzerzijds. Bij bouwsets aanvaarden wij de verantwoordelijkheid voor de volledigheid en staat van de componenten, evenals de karakteristieke functies van de onderdelen in ongebouwde toestand. Wij garanderen de naleving van de technische gegevens wanneer de schakeling volgens de handleiding is samengesteld en zoals is voorgeschreven in gebruik werd genomen.
Wij behouden het recht van reparatie, verbeteringen, reserve leveringen of teruggave van de koopprijs. Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten. Vorderingen tot vergoeding van gevolgschade of productaansprakelijkheid worden alleen naar wettelijke voorschriften erkent.
Voor waarde voor de aansprakelijkheid op garantie is de naleving van de handleiding. Aanspraken op garantie vervallen ook in de navolgende gevallen:
bij eigenmachtige verandering van de schakeling,bij reparatiepogingen aan de kant en klare schakeling,bij schade door derden,bij foutief bedienen of schade door een verkeerde behandeling of
misbruik.
Pagina 87
Nederlands Locdecoders serie 30 plus

12. EU-conformiteitsverklaring

Dit product voldoet aan de hierna genoemde EG- Richtlijnen en heeft hiervoor het CE – certificaat.
2004/108/EG inzake elektromagnetische compatibiliteit. Als basis dienende normen : EN 55014-1 and EN 61000-6-3.
Om de elektromagnetische verdraagzaamheid bij gebruik te garanderen dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
Sluit de transformator alleen aan op een door een erkende
installateur geïnstalleerde en beveiligde wandcontactdoos.
Breng geen wijzigingen aan in de originele onderdelen en volg de
aanwijzingen, de aansluitplannen en print lay-out van deze handleiding nauwkeurig op.
Gebruik bij reparatie alleen originele reserve onderdelen.
2011/65/EG betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (RoHS). Als basis dienende norm: EN 50581.

13. Verklaringen bij AEEA-richtlijn

Dit product voldoet aan de EG-richtlijn 2012/19/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
De firma Tams Elektronik GmbH is overeenkomstig §6 lid 2 van de Duitse wet voor Electro bij de hiervoor erkende Stichting Elektrische Apparaten (Stiftung Elektro-Altgeräte­Register – EAR) onder nummer WEEE-Nummer DE 37847206 geregistreerd.
Verwijder dit product niet via het huisvuil, maar via een onderneming voor hergebruik.
Pagina 88
DE 37847206
n
n
n
Actuele informatie en tips:
n
http://www.tams-online.de
n
n
n
n
Garantie en service:
n
Tams Elektronik GmbH
n
Fuhrberger Straße 4 DE-30625 Hannover
n
fon: +49 (0)511 / 55 60 60 fax: +49 (0)511 / 55 61 61
n
e-mail: modellbahn@tams-online.de
n
n
DE 37847206
Loading...