openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Tams Elektronik GmbH.
Technische wijzigingen voorbehouden.
Pagina 4
tams elektronik
NederlandsRedBox
1. Starten
Inhoud controleren
Controleer na het uitpakken of alles compleet is:
RedBox
netvoeding (12 V wisselspanning / 1,6 A)
kabel voor het aansluiten van een DCC-programmeerrails
alleen versies "Booster" en "Booster-R" :
3 kortsluitstekkers (jumpers)
2 stekkers voor de aansluitklemmen
CD met handleiding, besturingssoftware voor het USB interface (Tams-ID) en demosoftware
Benodigde extra apparaten
Voor het in bedrijf stellen van de digitale besturing heeft u extra apparaten nodig (niet
meegeleverd):
voor versie "Basic", "Basic-R" en "V24": minstens een externe booster en een daarvoor
passende voeding.
voor versie "Booster" en "Booster-R": een Trafo of een schakelendevoeding. Tip: Het
vermogen hangt van de railspanning af, welke voor de interne booster ingesteld wordt.
(à hoofdstuk 4.6.1. "Stroomverzorging en rails aansluiten")
een bedien apparaat:
een EasyControl apparaat van af software versie 2.0 (b.v. LokControl, HandControl,
HandControl 2) of
een PC met besturingssoftware of het programma CV-Navi of
een Android smartphone/tablet met de App "EasyControl Android" en een Raspberry Pi
met WLAN/WiFi router (b.v. wControl).
Pagina 5
tams elektronik
RedBoxNederlands
Veiligheidsaanwijzingen
De RedBox is geschikt voor het aansturen van digitale modelspoorbanen zoals in deze
handleiding beschreven. Hij is niet bedoeld voor gebruik door kinderen onder de 14 jaar.
Ondeskundig gebruik en het niet opvolgen van de aanwijzingen in deze handleiding kunnen tot
ernstige gevaren leiden. In het bijzonder elektrische gevaren, zoals:
aanraken van onder spanning staande delen,
aanraken van geleidende delen die bij fouten onder spanning staan,
kortsluitingen en aansluiten op niet toelaatbare spanningen,
ontoelaatbaar hoge luchtvochtigheid en vorming van condenswater kunnen leiden tot
gevaarlijke lichaamsstromen en daardoor tot verwondingen.
Voorkom deze gevaren door de volgende maatregelen:
Doe bedradingswerkzaamheden altijd in spanningsloze toestand.
Plaats het apparaat alleen in gesloten schone en droge ruimtes. Voorkom vochtigheid, natte
plekken en sproeiwater in de omgeving.
Voed het apparaat alleen met lage spanning zoals is aangegeven bij de technische gegevens.
Gebruik daarvoor uitsluitend geteste en toegestane transformatoren.
Steek de netstekker van transformatoren alleen in vakbekwaam geïnstalleerde en beveiligde
stopcontacten.
Let bij het maken van elektrische verbindingen op dat draaddikte voldoende is.
Na de vorming van condenswater moet minimaal 2 uur gewacht worden om de ruimte te
laten drogen alvorens het apparaat in te schakelen.
Gebruik bij reparatiewerkzaamheden uitsluiten originele reserve- onderdelen.
Pagina 6
tams elektronik
NederlandsRedBox
2. Was is EasyControl?
EasyControl is een digitale besturing voor modelspoorbanen, welke middels het blokkendoos
principe individueel uit verschillende modulen samengesteld wordt. Het kan daar door flexibel
aan verschillende besturingsconcepten en uiteenlopende modelspoorbaan grootte aangepast
worden.
2.1. Componenten
Deze bestaat minstens uit
een digitale centrale RedBox (leverbaar van af 09-2016) of MasterControl (leverbaar van 2005
to 2016)
een externe booster (niet nodig bij RedBox versie "Booster" en "Booster-R")
een extern bedienapparaat (niet nodig bij MasterControl)
Verder kunnen aan de centrale RedBox of MasterControl in een digitale besturing meer dan
60 extra bedienapparaten of adapters ingezet worden. Daarvoor komen verschillende apparaten
in aanmerking:
EasyControl bedienapparaat (B.v. LokControl, HandControl, HandControl 2)
digitale bestuurapparaten voor bussystemen van andere fabrikanten (b.v. voor XpressNet)
PC
mobile Android apparaten (b.v. Smartphone, Tablet)
DECT telefonen
Digitale centrales van andere fabrikanten voor het Motorola- en/of DCC-formaat
à hoofdstuk 3. Componenten voor het digitalesysteem EasyControl
2.2. EasyNet
Externe bedienapparaten of adapters en de centrale RedBox of MasterControl communiceren
over de databus EasyNet. De verbinding van de apparaten aan EasyNet kan ieder moment – ook
tijdens het lopende bedrijf – aangesloten of afgekoppeld worden (plug and play). Voor de
busleiding voor EasyNet worden patch kabels met RJ 45 stekkers gebruikt.
Een extra bedienapparaat of adapter kan direct aan het EasyNet interface van de RedBox of de
MasterControl aangesloten worden. Een verdeler (b.v. Y-verdeler of BusControl) is nodig, als
meer dan één extra apparaat gebruikt gaat worden – indien het betreffende apparaat niet over
twee RJ 45-aansluitingen beschikt (b.v. SniffControl, PhoneControl).
Pagina 7
tams elektronik
RedBoxNederlands
3
6
1
1
4
2
Voorbeeld van externe bedienapparaten en bezetmelder, die aan een RedBox
aangesloten kunnen worden:
2. Digitale centrales van ander fabrikaat voor het Motorola- en/of DCC-Formaat (B.v. Märklin
Mobile Station): Aansluiten aan de SniffControl
3. Oudere digitale apparaten voor de Märklin Control Unit: Aansluiten aan de mControl
4. digitale bedienapparaten voor XpressNet (B.v. Lenz LH01, Roco Multimaus)
5. PC
6. mobile Android apparaten middels Raspberry Pi met WLAN/WiFi router (b.v. wControl).
Aanwijzing: De versies "Basic-R" en "Booster-R" hebben een geïntegreerde Raspberry Pi 3,
een extra wControl is niet noodzakelijk.
7. s88 bezetmelders
7
5
Pagina 8
tams elektronik
NederlandsRedBox
2.3. Digitale formaten
EasyControl is multiprotocol capabel en kan rijtuigen- en toebehoordecoder van alle fabrikaten
aansturen, de volgende data formaten zijn ondersteund:
Motorola I ("oude" Motorola-Formaat)
Motorola II ("nieuwe" Motorola-Formaat)
DCC (conform de NMRA en RCN normering)
Tevens kunnen met het m3-formaat locdecoders aangestuurd worden, welke voor het mfxformaat gemaakt zijn. Terugmelddata, welke in mfx-formaat gestuurd worden, kan het
digitalesysteem EasyControl niet verwerken.
EasyControl maakt het mogelijk parallel locs met het Motorola-, DCC- of mfx-decoder te
besturen.
Of de toebehoordecoder in het Motorola- of in DCC-formaat aangestuurd worden, kan ofwel
voor alle aangesloten decoders gemeenschappelijk of
voor iedere vierde groep van toebehoordecoder adressen vast gelegd worden.
à hoofdstuk 10. Achtergrond informatie
RailCom
EasyControl ondersteund de terugmeld standaard RailCom. Aan de EasyControl
bedienapparaten, mobile apparaten en aan de PC kunnen opdrachten voor het uitlezen van de
CV-waardes van RailCom geschikte decoders ingegeven worden. Om de terugmeldingen te
kunnen ontvangen en te verwerken, zijn speciale RailCom detectoren nodig.
à hoofdstuk 10. Achtergrond informatie
Decoderadressen, rijstappen, aantal functies
Afhankelijk van het dataformaat zijn er voor de aansturing van rij- en toebehoordecoders de
volgende mogelijkheden:
MotorolaDCCm3
Locdecoder adressen25510.23916.384
Rijstappen14 of 2714, 28 of 128128
Functies
Toebehoordecoder adressen1.0202.040–-
functie (Licht)
f1 t/m f4
f0 t/m f28
ofwel. t/m 32.768
f0
f1 t/m f15
Pagina 9
tams elektronik
RedBoxNederlands
27 Rijstappen in Motorola formaat
In Motorola formaat zijn standaard 14 rijstappen beschikbaar. EasyControl ondersteunt
daarnaast twee methoden, om in Motorola formaat 27 rijstappen te realiseren.
Rijstappenmodus 27a: Bij sommige locdecoders (b.v. Märklin 6090x en Märklin mfx-decoders)
kunnen middels "tussenstappen" 27 rijstappen aangestuurd worden. Om een tussenstappen te
bereiken, moet normaal direct na het wisselen in een hogere rijstap weer één rijstap terug
geschakeld worden. Bij een stroomonderbreking gaat deze rijstappen informatie verloren.
EasyControl simuleert bij decoders, welke deze modus ondersteunen, 27 rijstappen en laat
rijstappen 1 t/m 27 zien. De tussenstappen worden van de centrale RedBox ofwel MasterControl
gegenereerd, doordat ze regelmatig in de volgende rijstap omhoog schakelt. Daarmee is zeker
gesteld, dat de tussenstappen ook na een stroomonderbreking weer correct ingesteld wordt. Het
wisselen tussen de rijstappen is normaal niet zichtbaar.
Rijstappenmodus 27b: Door het gebruik van vrije bit combinaties in de functie dubbelbit is het
ook in Motorola formaat mogelijk, 27 "echte" rijstappen te realiseren. Deze rijstappenmodus kan
alleen door decoders omgezet worden, welke overeenkomstig ontworpen zijn (b.v. locdecoders
van Tams Elektronik en ESU). Worden locdecoders, welke alleen 14 rijstappen of de
rijstappenmodus 27a ondersteunen, met de rijstappenmodus 27b aangestuurd, dan leidt alleen
iedere tweede ingestelde (oneven) rijstap tot een verandering van de snelheid.
Programmering van DCC locdecoders
De RedBox en de MasterControl hebben aansluitingen voor een programmeerrails. Daarmee
kunnen DCC locdecoders uitgelezen of geprogrammeerd worden.
Welke programmeer mogelijkheden bij de betreffende decoder mogelijk zijn en welke
parameters ingesteld kunnen worden, hangt van de gebruikte decoder af (zie de decoder
beschrijving). EasyControl ondersteunt de programmering en het uitlezen van de data bij de
volgende DCC programmeermodi:
CV programmering – per byte en per bit
Register en Page programmering
POM programmering
à hoofdstuk 10. Achtergrond informatie
Programmering van mfx locdecoders
Bij rijtuigen met mfx-decoders, welke op de programmeerrails geplaatst worden, kan
de UID uitgelezen en
adres geprogrammeerd worden.
Programmering van Motorola locdecoders
Bij Motorola locdecoders is het programmeren op de programmeerrails niet mogelijk, omdat bij
het Motorola formaat dit proces niet voorhanden is. Motorola decoders moeten vandaar volgens
de aanleiding van de fabrikant op de normale rails geprogrammeerd worden.
à hoofdstuk 10. Achtergrond informatie
Pagina 10
tams elektronik
NederlandsRedBox
3. Componenten voor het digitalesysteem EasyControl
3.1. Centrale
Voor digitalecentrale komt ofwel een RedBox of een MasterControl voor de functie
"Digitalecentrale" in aanmerking. De centrales RedBox en MasterControl
sturen digitale opdrachten aan de loc- en toebehoordecoders naar de modelbaan,
onderzoeken, welke componenten aan het EasyNet zijn aangesloten,
vragen data en bestuuropdrachten van de verschillende componenten van het EasyControl
systeem af,
sturen data aan de componenten van het EasyControl systeem,
ontvangen bezetmeldingen van de s88-modulen en stuurt deze aan de computer door,
vormen de interface tussen computer(s) en de modelbaan.
Databank voor systeem parameters
MasterControl en RedBox hebben een geïntegreerde databank, waarin alle systeem relevante
instellingen opgeslagen worden:
booster configuratie (kortsluit polariteit, kortsluit gevoeligheid)
output van toebehoordecoder opdrachten aan de boosteruitgangen
standaard digitaalformaat voor de locdecoders
schakeltijden van de magneetartikeldecoders (minimale/maximale)
RailCom support
aantal van de aangesloten s88-modulen
lengte van de signaalpauze voor Motorola locdecoders
Loc databank
In een loc databank, die in de centrales RedBox en MasterControl geïntegreerd is, worden de
parameters opgeslagen, welke aan de locadressen toegewezen zijn:
dataformaat
aantal rijstappen
(loc-) naam. Voorbeeld: Een stoomloc van BR 89 krijgt het adres "89" en tevens de naam
"EMMA". Wanneer een locadres een locnaam toegewezen is, bestaat de mogelijkheid, een loc
middels de locnaam uit de databank op te roepen.
Data invoeren en veranderen
Om de systeem paramaters of data van de locdecoders te tonen, in te voeren en te bewerken, is
het volgende nodig:
MasterControl of
LokControl of HandControl (Software versie 2.0 of hoger) of
PC met de CV-Navi of besturingssoftware, welke het systeem EasyControl ondersteund of
Raspberry Pi (of wControl) en een Android smartphone/tablet met de App "EasyControl
Android"
De centrale RedBox heeft geen mogelijkheid, om de systeem parameters te tonen, in te voeren
of te bewerken.
Pagina 11
tams elektronik
RedBoxNederlands
3.2. Booster
Iedere digitale centrale heeft minstens één booster nodig. Bij grotere modelbanen zijn meestal
meerdere boosters nodig, welke ieder aan een apart gedeelte van de modelbaan aangesloten
wordt. Hoeveel boosters nodig zijn, hangt van de benodigde stroom van de modelbaan af en
hoeveel stroom de booster leveren kan.
Booster uitgangen
RedBox: een uitgang voor het aansluiten van externe boosters (ofwel Märklin compatible of
DCC conforme booster)
MasterControl: twee uitgangen voor het aansluiten van externe boosters (ofwel Märklin
compatible of DCC conforme booster). Omdat beide booster interfaces gemeenschappelijk
ingesteld worden, moet bij beide uitgangen boosters van het zelfde type (Märklin compatible
of DCC conform) gebruikt worden. Het is aanbevolen om het zelfde type booster te
gebruiken.
Geïntegreerde boosters
In de versies "Booster" en "Booster-R" van de RedBox is (extra) een 2,5A booster geïntegreerd,
welke voor het bedrijf van kleine modelbanen (tot spoor H0) voldoet. In de MasterControl en in
de versies "Basic", "Basic-R" en "V24" van de RedBox zijn geen boosters geïntegreerd – bij deze
centrales moet minstens één externe booster worden aangesloten.
3.2.1. Remsectie-Booster ("Rembooster")
De MasterControl heeft naast de standaard boosteruitgang een tweede boosteruitgang
("Rembooster"), welke ter controle van alle remsecties van de modelbaan ingezet kan worden.
Voor remboosters zijn alle Märklin compatible boosters of booster voor het DCC systeem
geschikt. Omdat beide booster interfaces gemeenschappelijk ingesteld worden, moet bij beide
uitgangen boosters van het zelfde type (Märklin compatible of DCC conform) gebruikt worden.
Het is aanbevolen om het zelfde type booster te gebruiken.
De interne booster van de RedBox (versies "Booster" en "Booster-R") kan als rembooster
ingesteld worden.
Zodra een loc in een aan de rembooster aangesloten remsectie komt, krijgt de locdecoder de
rijopdracht "rijstap 0" - onafhankelijk van de werkelijk ingestelde rijstap. Alle overige digitale
opdrachten (behoudens de rijstap) worden verder van de centrale aan de loc- en
toebehoordecoders gestuurd.
Pagina 12
tams elektronik
NederlandsRedBox
3.2.2. Gescheiden rijden en schakelen
Normaal worden via de boosteruitgang van de centrale de opdrachten voor het besturen van de
locdecoders continu verstuurd, de opdrachten om te schakelen van de toebehoordecoders alleen
indien nodig. Daarvoor wordt het verzenden van de locdecoder opdrachten kort onderbroken, de
toebehoordecoder opdrachten worden in de ontstane openingen verzonden.
In PC bestuurde (grotere) modelbanen kan deze wijze van data verzenden problemen opleveren,
B.v. wanneer locdecoders stop opdrachten te laat ontvangen en de locs daardoor seinen voorbij
rijden. Normalerwijze worden voor het oplossen van dit probleem twee centrales gebruikt (en
door de PC-Software zo bestuurd), om loc- en toebehoordecoders apart te besturen.
Bij de MasterControl en de RedBox kunnen de toebehoordecoder opdrachten aan de
boosteruitgang uit geschakeld worden. Dan worden uitsluitend locdecoder opdrachten
verzonden, een vertraging door het verzenden van toebehoordecoder opdrachten is dan
uitgesloten.
De MasterControl en de RedBox (versies "Booster" en "Booster-R") bieden hiermee de
mogelijkheid, om met één centrale loc- en toebehoordecoders gescheiden te besturen:
MasterControl: Besturing van de locdecoders via de standaard boosteruitgang
(toebehoordecoder opdrachten uit geschakeld) en besturing van de toebehoordecoders via de
rembooster uitgang
RedBox versies "Booster" en "Booster-R": Besturing van de locdecoders via de uitgang voor
externe boosters (toebehoordecoder opdrachten uitgeschakeld) en besturing van de
toebehoordecoders via de geïntegreerde booster.
Een aanpassing van de besturingssoftware is niet nodig. In de PC software wordt voor deze
toepassing enkel één centrale aangemeld.
Afbeelding: Gescheiden schakelen en rijden met een RedBox (versies "Booster" of "Booster-R").
De interne booster bestuurd de toebehoordecoders, via de externe boosters worden uitsluitend
de digitale opdrachten voor de locdecoders gestuurd.
Pagina 13
tams elektronik
RedBoxNederlands
3.3. Externe bestuurapparaten
Externe bestuurapparaten (b.v. voor het systeem EasyControl, XpressNet apparaten, digitale
centrales van andere fabrikanten) geven de mogelijkheid om de besturing van get rijverkeer van
verschillende plaatsen van de modelbaan en / of het gelijktijdige rijverkeer met meerdere
personen. U kunt altijd – ook tijdens het lopende rijverkeer - extra besturingsapparaten aan het
EasyNet van de RedBox of de MasterControl aansluiten en weer afkoppelen. Totaal kunnen aan
één EasyNet meer dan 60 decentrale bestuurapparaten, adapters o.i.d. aangesloten worden.
Beperkingen ten aanzien van de bestuurbare digitale formaten worden bij het aansluiten van
externe apparaten aan het EasyNet opgeheven. Zo kunnen b.v. locdecoders voor het Motorolaof mfx-formaat met normale DCC apparaten bestuurd worden. Komt het aantal rijstappen voor
een decoder in de locdatabank niet overeen met het aangesloten apparaat, rekent de centrale
het aantal rijstappen intern om. Het aantal functies en de het adresbereik blijft begrenst op het
aantal wat het apparaat (qua hardware) kan.
In een digitale besturing kan enkel alleen een RedBox of een MasterControl met de functie
"Centrale" gebruikt worden. Één of meerdere (extra) MasterControls kunnen als decentrale
bestuurapparaten ingezet worden, wanneer deze met een gemodificeerde software uitgerust
worden.
Pagina 14
tams elektronik
NederlandsRedBox
3.4. PC, Tablet en Smartphone
RedBox in de versies "Basic", "Booster" en "V24"en MasterControl hebben ieder twee interfaces
voor het (gelijktijdig) aansluiten van twee computers. De versies "Basic-R"en "Booster-R"
hebben een interface.
Tot 32 mobile Android aparaten (Tablets, Smartphones) kunnen in het digitale systeem
EasyControl opgenomen en als draadloze bestuurapparaten gebruikt worden.
De WLAN verbinding kan gemaakt worden middels:
normaal verkrijgbare card computer Raspberry Pi 3 met geïntegreerde WLAN of een
Raspberry Pi 2 en een extra WLAN router
wControl (Artikel-Nr. 40-09957). De wControl bestaat uit een card computer Raspberry Pi 3
Modell B en een micro SD kaart, welke voor het gebruik als WLAN interface voor het systeem
EasyControl geconfigureerd is.
de RedBox versie "Basic-R" of "Booster-R", waarin een geconfigureerde card computer
Raspberry Pi 3 is geïntegreerd.
Afbeelding: Opnemen van een PC en mobile apparaten (hier: middels een externe WLAN
interface wControl)
Pagina 15
tams elektronik
RedBoxNederlands
Afbeelding: Opnemen van een PC en mobile apparaten (hier: middels de geïntegreerde WLAN
interface van RedBox versie "Booster-R")
3.4.1. Overzicht PC en WLAN interfaces van de centrale versies
PC-interfaceWlan-interface
MasterControleen seriële interface
(Baudrate instelbaar)
een USB interface met SiLabs-ID
RedBox "Basic"
RedBox "Booster"
RedBox "Basic-R"
RedBox "Booster-R"
RedBox "V24"een seriële interface
3.4.2. PC besturingssoftware
Voor het besturen van de RedBox en de MasterControl is iedere PC besturingssoftware geschikt,
welke het Märklin** 6050- of het P50X-protocol ondersteunt.
Om een Tablet of Smartphone als draadloos bestuurapparaat te kunnen gebruiken, moet een
App op het mobile apparaat geïnstalleerd worden.
Pagina 16
USB-1 Type Mini-B met Tams-ID
USB-2 Type B met SiLabs-ID
USB-2 Type B met SiLabs-IDgeïntegreerde Raspberry Pi 3
(Baudrate instelbaar)
een USB interface met Tams-ID
externe WLAN interface nodig
externe WLAN interface nodig
geconfigureerd voor EasyControl
externe WLAN interface nodig
tams elektronik
NederlandsRedBox
3.5. Adapters voor andere bussystemen
Digitale apparaten van andere fabrikanten, welke hun data via andere bussystemen dan het
EasyNet verzenden, kunnen in het digitale systeem EasyControl geïntegreerd en dan voor het
besturen en schakelen van loc- en toebehoordecoders gebruikt worden. De RedBox heeft een
geïntegreerde XpressNet interface, aan welke tot 16 XpressNet apparaten direct aangesloten
kunnen worden.
Voor het aansluiten van apparaten van andere fabrikanten zijn verschillende adapters
beschikbaar:
Aan te sluiten apparaatAdapter
DECT-TelefonenPhoneControl
XpressNet apparaten van alle fabrikantenXNControl
Tip: De RedBox heeft een geïntegreerde XpressNet interface,
aan welke to 16 XpressNet apparaten aangesloten kunnen
worden.
Motorola- und DCC-Digitalebesturing
van alle fabrikanten
Oude digitale apparaten voor de Märklin**
Control Unit (Art.-Nr. 6020 en 6021)
SniffControl
mControl
Tip: De mControl vervangt de Märklin** Control Unit Art.-Nr.
6020 of 6021.
3.6. s88 Bezetmeldermodulen
Aan de RedBox of de MasterControl kunnen tot 52 s88 bezetmelder of s88 compatibele modulen
met max. 832 contacten aangesloten worden. Er kunnen modulen van alle fabrikaten
geïntegreerd worden.
De RedBox heeft een s88 interface volgens de standaard s88-N (voor het aansluiten van RJ 45
kabels), de MasterControl heeft een 6-polige interface.
Afbeelding: Aansluiten van s88 Modulen (max. 52 met 832 contacten)
Pagina 17
tams elektronik
RedBoxNederlands
3.7. DCC Programmeerrails
RedBox en MasterControl hebben een aansluiting voor een DCC programmeerrails. Voor
programmeerrails is ieder gangbaar stuk rails geschikt.
Voor de decoders van rijtuigen, welke op de programmeerrails staan, kunnen
in DCC formaat: de CV's uitgelezen en geprogrammeerd worden
in m3 formaat (voor mfx decoders): het adres geprogrammeerd, en de UID uitgelezen
worden
Pagina 18
tams elektronik
NederlandsRedBox
4. Externe componenten en voeding aan de RedBox aansluiten
Aan het EasyNet interface aan de voorkant van de RedBox kunt u meer dan 60 decentrale
bestuurapparaten of adapters voor apparaten van andere fabrikanten in het systeem opnemen
en als externe besturingsapparaten gebruiken. Voor het aansluiten kunt u normale patch kabels
met RJ 45 stekkers gebruiken, welke ook voor PC netwerken ingezet worden. Lees hiervoor ook
de gebruiksaanleiding van het besturingsapparaat ofwel van de adapter.
Een besturingsapparaat of adapter kan direct aan het EasyNet interface van de RedBox
aangesloten worden. Een verdeler (b.v. Y-Verdeler voor RJ 45 kabels of BusControl) is nodig, als
meer dan één extra apparaat ingezet wordt, met uitzondering van apparaten met twee EasyNet
interfaces beschikt (b.v. SniffControl, XNControl).
Tot vier extra apparaten kunnen door de stroomverzorging van de RedBox mee verzorgd
worden. Indien er meer apparaten gebruikt worden, is een BusControl en een extra voeding
nodig.
EasyControl apparaten
Belangrijk is, dat alle apparaten de zelfde software versie hebben als de RedBox, om een
probleemloze communicatie tussen de apparaten te kunnen garanderen.
Digitale besturing van andere fabrikanten en DECT telefonen
Met behulp van adapters, welke aan het EasyNet interface van de RedBox aan gesloten worden,
kunt u alle Motorola- en/of DCC centrale van andere fabrikanten en digitale apparaten voor
andere bussystemen in het systeem integreren en als extern bestuurapparaat gebruiken.
Beperkingen van digitale centrales t.a.v. de ondersteunde digitale formaten worden opgelost,
b.v. kunnen locdecoders voor het Motorola of mfx formaat met DCC apparaten bestuurd worden.
Komt het aantal rijstappen voor een decoder in de locdatabank niet overeen met het
aangesloten apparaat, rekent de RedBox het aantal rijstappen intern om.
Let op dat de keuze mogelijkheden bij bepaalde apparaten beperkt zijn (B.v. het aantal
bedienbare functies, lengte van de locadressen, keuze van toebehoordecoder opdrachten).
Pagina 20
tams elektronik
NederlandsRedBox
Aan te sluiten apparaatAdapter
DECT-TelefonePhoneControl
XpressNet apparaten van alle digitale
fabrikanten, b.v.
Roco** Lokmaus 2 en 3, Multimaus (niet
Lokmaus 1)
Handbediening van Lenz**
Handbediening van Massoth**
Motorola- en DCC digitale besturing
van alle fabrikanten
Oudere digitale apparaten voor de
digitalebesturing Control Unit van Märklin**
(Art.-Nr. 6020 en 6021), b.v.
Keyboard (Art.-Nr. 6040)
Memory (Art.-Nr. 6043)
Rijregelaar Control 80 (Art.-Nr. 6035) en
80F (Art.-Nr. 6036)
Infra Control 80 f (Art.-Nr. 6070)
XNControl
Tip: De RedBox heeft een geïntegreerde XpressNet interface,
aan welke tot 16 XpressNet apparaten aangesloten kunnen
worden.
Tip: Voor de stroomvoorziening van de aangesloten apparaten
is een gelijk- of wisselstroomvoeding nodig (B.v. Art.-Nr. 70-
09110).
SniffControl
mControl
Tip: De mControl vervangt de Märklin** Control Unit Art.-Nr.
6020 of 6021.
Tip: Voor de stroomvoorziening van de aangesloten apparaten
is een gelijk- of wisselstroomvoeding nodig (B.v. Art.-Nr. 70-
09110).
Afbeelding: Aansluiten van EasyControl besturingsapparaten en DECT telefonen aan het
EasyNet interface (van links naar rechts):
Afbeelding: Aansluiten van digitale besturingen van ander fabrikaat aan het EasyNet interface
(van links naar rechts):
Märklin Mobile Station of andere Motorola- en/of DCC centrales via SniffControl
Digitale apparaten voor Märklin Control Unit 6020 en 6021 via mControl: De ControlUnit wordt
door de mControl en de RedBox vervangen.
Tip: De SniffControl heeft twee EasyNet interfaces, zo dat geen verdeler nodig is, om een
volgend apparaat met het EasyNet te verbinden.
Pagina 22
tams elektronik
NederlandsRedBox
4.2. XpressNet interface
De XpressNet interface aan de voorkant van de RedBox biedt een directe aansluiting tot 16
XpressNet digitale apparaten (B.v. Roco** Lokmaus 2 en 3, Roco** Multimaus, handbediening
van Lenz** en Massoth**) aan de RedBox voor het gebruik van externe bestuurapparaten.
Beperkingen van digitale centrales t.a.v. de ondersteunde digitale formaten worden opgelost,
b.v. kunnen locdecoders voor het Motorola of mfx formaat met DCC apparaten bestuurd worden.
Komt het aantal rijstappen voor een decoder in de locdatabank niet overeen met het
aangesloten apparaat, rekent de centrale het aantal rijstappen intern om.
Let op dat de keuze mogelijkheden bij bepaalde apparaten beperkt zijn (B.v. het aantal
bedienbare functies, lengte van de locadressen, keuze van toebehoordecoder opdrachten).
Afbeelding: Aansluiten van XpressNet apparaten
Tot 16 apparaten kunnen direct via de XpressNet interface met de RedBox verbonden
worden.
Alternatief of aanvullend kunnen XpressNet apparaten via een XNControl aangesloten worden,
welke aan het EasyNet interface aangesloten is.
Pagina 23
tams elektronik
RedBoxNederlands
4.3. PC interfaces
De RedBox heeft in de versies
Basic", "Booster" und "V24": twee galvanisch gescheiden PC interfaces, aan welke u parallel
twee computers kunt aansluiten
"Basic-R" en "Booster-R" met geïntegreerde WLAN interface: een USB interface
Met behulp van de PC kunt u
Software updates voor de RedBox te kunnen uitvoeren
Parameters voor de RedBox in te stellen (B.v. met de software CV-Navi)
de modelbaan te besturen (met een passende PC besturingssoftware)
Versies met twee USB interfaces: RedBox "Basic" en "RedBox "Booster"
USB-1 in de uitvoering type Mini-B met de driver ID "Tams"
USB-2 in de uitvoering type B met de driver ID "Si-Labs"
Ten aanzien van de toewijzing aan de computer van beide interfaces is er geen richtlijn. De
voorkeur gaat uit om aan de interface USB-1 een computer met een ander besturingssysteem
dan Windows of een Raspberry Pi aan te sluiten.
Als u voor een Windows PC interface USB-1 gebruiken wilt, moet u voor het eerste gebruik de
USB interface driver van de CD op uw PC installeren. Wanneer de installatie van de driver
sotware met de Tams-ID op deze PC niet mogelijk is, kunt u de interface USB-2 gebruiken.
Tijdens het eerste gebruik van deze interface wordt normaal de driver software automatisch
geïnstalleerd (van af Windows 7).
Versies met een USB interfaces: RedBox "Basic-R" en "RedBox "Booster-R"
Bij de versies "Basic" en "Booster" heeft de RedBox een USB interface (USB-2( in de uitvoering
type B met de driver ID "Si-Labs". Tijdens het eerste gebruik van deze interface wordt normaal
de driver software automatisch geïnstalleerd (van af Windows 7).
Seriële interface
Bij de versie "V24" heeft de RedBox een seriële interface en een USB interface met Tams-ID. De
seriële interface wordt dan gebruikt, als de besturingssoftware alleen de interfaces COM1 en
COM2 besturen kan en/of de gebruikte PC geen USB interface heeft.
Pagina 24
tams elektronik
NederlandsRedBox
4.4. WLAN interface
Mobile apparaten opnemen
U kunt tot 32 Android Smartphones en/of Tablets parallel in een digitalebesturing EasyControl
inzetten. Om mobile apparaten als (draadloze) bestuurapparaten met de versies "Basic",
"Booster" of "V24" gebruiken te kunnen, heeft u nodig:
een normaal verkrijgbaar Raspberry Pi 2 en een externe WLAN router of
een normaal verkrijgbaar Raspberry Pi 3 met een geïntegreerde WLAN router of
een interface "wControl" (Art.-Nr. 40-09957) voor ingestelde Raspberry Pi 3
De WLAN interface moet u (bij voorkeur) met de USB-1 interface van de RedBox verbinden.
In de versies "Basic-R" en "Booster-R" van de RedBox is een WLAN interface geïntegreerd.
Benodigde Software ("App")
U heeft voor het of de mobiele Android apparaat/apparaten de App "EasyControl Android" nodig,
welke u uit de Google-Playstore kunt installeren. De test versie is kosteloos, prijs voor de
volledige versie: 5,99 € | Situatie: dec. 2016.
4.4.1. Android apparaten met de WLAN interface van de RedBox verbinden
In de versies "Basic-R" en "Booster-R" is een WLAN interface geïntegreerd, welke voor het
gebruik in EasyNet geconfigureerd is.
Inschakelen
Uiterlijk na max. één minuut, na het inschakelen van de stroomverzorging voor de RedBox versie
"Basic-R" of "Booster-R", is het WLAN beschikbaar.
Een mobiel apparaat met de wControl verbinden
Roep op uw Smartphone of Tablet onder "Instellingen" de lijst met de beschikbare WLAN
toegangspunten op.
Verbind het mobiele apparaat met het netwerk "EasyControl_Android" en geef voor dit netwerk
het volgende paswoord in:
EasyControl
Let bij het ingeven van het paswoord op hoofd en kleine letters.
Tip: Uw Smartphone of tablet verbindt zich na het opnieuw inschakelen automatisch met het
laatst uitgekozen WLAN.
De besturingssoftware downloaden
Download de software bij Google-Playstore.
Het IP adres van het WLAN (192.168.42.1) is in de Software EasyControl Android voor
geconfigureerd. Mocht deze instelling veranderd zijn, moet u deze handmatig ingeven.
Pagina 25
tams elektronik
RedBoxNederlands
4.5. Externe Booster
Bij de RedBox versies "Basic", "Basic-R" en "V24" moet u minstens één externe Booster aan de
"Booster" aansluiting aansluiten. U kunt ofwel Märklin compatibele boosters of booster voor het
DCC systeem gebruiken. Raadpleeg ook de booster handleiding!
Let op: De beide booster type onderscheiden zich met betrekking tot de kortsluit polariteit. U
moet daarom de kortsluit polariteit van de booster in de systeem instellingen van de RedBox
juist instellen. Omdat de instelling voor alle boosters geldt, mach u alleen boosters van het
zelfde type aan de RedBox aansluiten. Principieel is het gebruik van de zelfde soort boosters
voor het verzorging van de secties in een booster ring aanbevolen, om problemen bij het rijden
over de booster isoleringen te voorkomen.
Pin layout van de booster interface
Märklin compatibele
booster interface
1 Kortsluitmelderleiding.
Wanneer de booster een kortsluiting (of anders gezegd: een
te hoog stroomverbruik) herkent, meldt het dit aan de
centrale. De centrale schakelt vervolgens de booster uit en
toont een kortsluiting.
2 MassaD Massa
3 niet gebruikt
4 Booster "in / uit"
= Uitgang signaal voor het in- en uitschakelen Märklin
compatible boosters
5 Data
= Uitgang signaal (railsignaal) voor het besturen van de locen toebehoordecoders
Bijzonderheden bij de RedBox versies "Booster" en "Booster-R"
De geïntegreerde booster en het interface voor het aansluiten van externe boosters zijn
compleet van elkaar gescheiden. Wanneer u de geïntegreerde booster uitsluitend voor de
verzorging van een apart gedeelte van de modelbaan, als rembooster of voor het besturen van
de toebehoordecoders gebruikt, kunt u ook Märklin compatible boosters of Boosters voor het
DCC systeem als externe booster gebruiken (zoals bij de versies "Basic", "Basic-R" en "V24").
Wanneer u voor de stroomverzorging meerdere booster secties in een modelbaan de
geïntegreerde booster middels externe boosters uitbreiden wilt, moet u booster B-3 (Art.-Nr. 40-
19327) gebruiken, omdat deze booster gelijk opgebouwd is als de geïntegreerde booster. Bij het
gebruik van andere booster typen kunnen bij het rijden over de isolatiepunten kortsluitingen en
storingen bij de data overdracht optreden.
E Kortsluitmelderleiding.
Wanneer de booster een kortsluiting (of anders gezegd: een
te hoog stroomverbruik) herkent, meldt het dit aan de
centrale. De centrale schakelt vervolgens de booster uit en
toont een kortsluiting.
C Data
= Uitgang signaal (railsignaal) voor het besturen van de locen toebehoordecoders
DCC conforme
booster interface
Pagina 26
tams elektronik
NederlandsRedBox
Afbeelding:
Verzorging meerdere booster secties van
een modelspoorbaan. De in de RedBox
"Booster" of "Booster-R" geïntegreerde
booster wordt door twee boosters B-3
aangevuld.
Pagina 27
tams elektronik
RedBoxNederlands
4.6. Geïntegreerde booster (alleen versies "Booster" en "Booster-R")
Let op:
!
Door de luchtopeningen van de behuizing moet constant een ongehinderde luchtstroom
mogelijk zijn, omdat anders de geïntegreerde booster oververhit kan raken. Brandgevaar! Let
u bij het aansluiten van de RedBox er op, dat aan alle kanten genoeg afstand tot andere
apparaten, wanden en dergelijke blijft.
Technische gegevens van de geïntegreerde boosters
VoedingsspanningAparte trafo's of aparte netadapters (uitgangsspanning
afhankelijk van de ingestelde rail spanning)
Ingestelde
Railspanning
15 V12 - 15 V17 - 18 V
19 V16 - 18 V21 – 22 V
Uitgangspanning 15 of 19 Volt digitale spanning (geregeld)
Met de LED aan de achterkant van de RedBox wordt de bedrijfstoestand van de geïntegreerde
booster aangegeven.
→ Hoofdstuk 6.3.: LED indicatie aan de achterkant
DCC, Motorola
mfx (alleen locdecoder opdrachten, geen terugmeldingen)
Uitgangspanning van de trafo
WisselspanningGelijkspanning
Pagina 28
tams elektronik
NederlandsRedBox
4.6.1. Stroomverzorging en rails aansluiten
De aansluiting van de stroomverzorging en de rails aan de versies "Booster" en "Booster-R" gaat
middels aansluitklemmen stekkers. Steek de aansluitkabel in de stekker (wordt meegeleverd),
schroef deze vast en steek deze stekker dan op de aansluitklem.
Voor de stroomverzorging van de geïntegreerde booster kunt u gebruiken:
Wisselstroomtrafo met een uitgangsspanning van
12 - 15 V (voor 15 V railspanning) of
16 - 18 V ( voor 19 V railspanning)
Schakelendevoeding met een ingestelde spanning van
17 - 18 V (voor 15 V railspanning) of
21 - 22 V (voor 19 V railspanning)
Let op:
!
De uitgangsspanning van de trafo ofwel de schakelendevoeding mag niet meer bedragen dan
de aangegeven waardes, omdat de overvloedige spanning van de booster in warmte afgevoerd
moet worden. De geïntegreerde booster kan oververhitten. Brandgevaar!
Aansluiten aan de rails
Verbindt u de beide railaansluitingen van de geïntegreerde booster met de beide railstaven (bij
2-rail systemen) ofwel met één railstaaf en de middengeleider (bij 3-rail systemen). De
aansluitingen van de boosterstroom aan de rails zou in afstanden van ca. 2 tot 3 m moeten
worden gemaakt, omdat de weerstand tussen de railverbinders relatief hoog is. Worden de
afstanden te groot gekozen, kan dit tot problemen bij de kortsluitingsmelder of de
stroomverzorging van de voertuigen komen.
Pagina 29
tams elektronik
RedBoxNederlands
4.6.2. De geïntegreerde booster konfigureren
Op de achterkant van de RedBox zijn meerdere headers, welke met behulp van jumpers kort
gesloten kunnen worden of niet, om instellingen voor te nemen:
15 V: Iinstelling van de railspanning
RailCom: RailCom-Cutout aan of uit
F-Booster en B-Booster: Gebruik van de geïntegreerde booster als standaard booster
("Rijbooster") of als rembooster
Instellen van de railspanning
Jumper geplaatst: 15 V (geregeld)
Jumper niet geplaatst: 19 V (geregeld)
RailCom®-Cutout aan / uit
Jumper geplaatst: RailCom-Cutout ingeschakeld
Jumper niet geplaatst: RailCom-Cutout uitgeschakeld
Advies: Wanneer RailCom niet voor terugmeldingen gebruikt
wordt, kan het beste de RailCom-Cutout uitgeschakeld (de
jumper is niet geplaatst) worden.
Keuze standaard booster of rembooster
De jumper moet ofwel op F-Booster of B-Booster geplaatst worden. Is de jumper niet geplaatst,
dan is de booster geen functie, als indicatie knippert de LED.
Jumper op de F-Booster geplaatst:
Het gebruikt van de geïntegreerde boosters als
"Standaardbooster" (Rijbooster). Uit de boosteruitgang komen
de "normale" digitale opdrachten voor het besturen van de locen toebehoordecoder.
Jumper op de B-Booster geplaatst:
Het gebruik van de geïntegreerde boosters als "rembooster".
Uit de boosteruitgang komen de digitale opdrachten voor het
besturen van de loc- en toebehoordecoders, voor de
locdecoders wordt – onafhankelijk van de ingestelde rijstappen
– rijstap "0" gestuurd.
Pagina 30
tams elektronik
NederlandsRedBox
4.6.3. Gescheiden rijden en schakelen met een RedBox
U kunt de geïntegreerde booster zo instellen, dat de output van de digitale opdrachten voor het
besturen van de toebehoordecoders bij het gebruik als rij- of rembooster onderdrukt worden.
Daarmee wordt verhinderd, dat het verzenden van de rijopdrachten door opdrachten voor
toebehoordecoders onderbroken wordt. U heeft voor het instellen een PC (met CV-Navi of
besturingssoftware) nodig.
Let op: De instellingen, welke u voor het gebruik als "Standaardbooster" (rijbooster) maakt,
gelden ook voor de externe boosters. Principieel zijn 4 verschillende instellingen mogelijk. voor
de meest gevallen is de volgende instelling nuttig:
Jumper op B-Booster geplaatst
+ geen toebehoor opdrachten uit de rijbooster
Dit is de standaard instelling, als de opdrachten voor het
besturen van de locdecoders en de toebehoordecoders
gescheiden verzonden moeten worden. De toebehoordecoders
worden via de geïntegreerde booster verzonden en verzorgd,
de locdecoders via externe booster(s). De geïntegreerde
booster kan bij deze instelling extra als rembooster gebruikt
worden.
Voorbeld: De toebehoordecoders worden door de geïntegreerde booster geschakeld. Bij de
interface voor externe booster worden de toebehoor opdrachten onderdrukt, de externe
boosters zenden uitsluitend de rijopdrachten voor de locdecoders.
Pagina 31
tams elektronik
RedBoxNederlands
4.7. S88 bezetmeldermodule
In totaal kunt u 52 s88 bezetmelder of s88 compatible modulen (met max. 832 contacten)
aansluiten. Bezetmeldermodulen met aansluitingen conform de standaard s88-N kunt u direct
met behulp van patchkabels met RJ 45 stekkers aansluiten. Om andere s88 bezetmeldermodulen
met 6-polige headers aan de RedBox aan te sluiten, heeft u een adapter s88-A-SR of s88-A-BR
nodig. Raadpleeg alvorens de gebruiksaanwijzing van de s88 module!
Zie hoofdstuk 10. Achtergrond informatie
Let op:
!
Er zijn s88 bezetmeldermodulen met RJ 45 aansluitingen verkrijgbaar, waarbij de contact
aansluitingen niet conform de standaard s88-N zijn. Deze moet u niet aan de RedBox aansluiten.
Bij het in bedrijf nemen kan schade aan de RedBox en/of de aangesloten modulen ontstaan!
Afbeelding: Aansluiten van s88 modulen (max. 52 met 832 contacten)
Pagina 32
tams elektronik
NederlandsRedBox
4.8. Programmeerrails
U kunt op de programmeerrails
Locdecoder met het DCC formaat uitlezen en programmeren
de adressen va locdecoders voor het mfx formaat programmeren en hun UID uitlezen
Welke programmeer soorten bij de betreffende decoder mogelijk zijn en welke parameters u
instellen kunt, leest u na in de decoder handleiding.
Let op: Bij Motorola locdecoders is het programmeren op de programmeerrails niet mogelijk,
omdat bij het Motorola formaat dit proces niet voorhanden is. Motorola decoders moeten
vandaar volgens de aanleiding van de fabrikant op de normale rails geprogrammeerd worden.
Om instellingen bij de decoder op de programmeerrails te kunnen veranderen, heeft u het
volgende nodig:
een stuk rails, dat u middels de meegeleverde aansluitkabel met de programmeerrails
aansluiting "Prog" van de RedBox verbindt
een EasyControl apparaat met software versie van af 2.0 (b.v. LokControl, HandControl) of
een PC met de software CV-Navi of een besturingssoftware, welke het programmeren van
decoders ondersteunt of
een mobile Android apparaat (Smartphone, Tablet) met de App "EasyControl Android", dat via
een Raspberry Pi met de RedBox verbonden is.
Let op:
!
Als u de programmeerrails in uw modelbaan integreert (b.v. als opstelspoor), moet u zeker
stellen, dat beide spoorstaven tijdens het programmeren van de rest van de modelbaan
geïsoleerd zijn.
Anders kan de programmeerrail aansluiting van de RedBox defect raken!
Tevens worden dan alle DCC decoders op de modelbaan geprogrammeerd.
4.9. Stroomverzorging van de bestuurapparaten
Voor de stroomverzorging van de RedBox wordt een netvoeding gebruikt (wordt bij de centrale
meegeleverd). Een netvoeding is voldoende voor de verzorging van de centrale en tot vier extra
bestuurapparaten. Moeten meerdere extra bestuurapparaten aangesloten worden, dan is een
extra netvoeding nodig. Deze wordt dan aan de BusControl aangesloten.
Verbindt u de netvoeding met de aansluiting "12 V ~" aan de achterkant van de RedBox en het
stopcontact. Zodra de RedBox bedrijfsklaar is, licht de rode LED aan de voorkant op.
Tip: De netvoeding verzorgt alleen de RedBox en max. vier bestuurapparaten, echter niet bij de
versies "Booster" of "Booster-R" met geïntegreerde booster. Voor de verzorging van de
geïntegreerde booster (en de rails) is een wisselstroomtrafo of een schakelende voeding nodig.
Zie hoofdstuk 4.5.: Geïntegreerde booster
Pagina 33
tams elektronik
RedBoxNederlands
Pagina 34
tams elektronik
NederlandsRedBox
5. Systeem parameters instellen
EasyControl kan met verschillende apparaat types gecombineerd worden. Bij de systeem
parameters moet ingesteld worden, welk type (booster, decoder etc.) gebruikt worden, om de
foutloze besturing van de apparaten te garanderen.
De RedBox biedt geen mogelijkheid, om de systeem parameters direct te tonen, in te geven of
te veranderen. U kunt daarvoor het volgende gebruiken:
EasyControl apparaten (b.v. MasterControl, LokControl, HandControl): De apparaten moeten
de software versie 2.0 of hoger hebben. De handelwijze is in de handleiding van af versie
07/2018 beschreven, welke u kosteloos van onze Homepage kunt downloaden.
PC (met software CV-Navi of besturingssoftware met EasyControl ondersteuning)
mobile Android smartphone of tablet met de App "EasyControl Android" en Raspberry Pi
Lengte van de signaal pauze voor Motorola formaat instellen
De instelling geldt alleen voor locdecoders voor het Motorola formaat. Aanbevolen is de instelling
van de korte signaal pauze. Alleen indien bij het rijden met Motorola I-decoders problemen
optreden, moet u de lange signaal pauze instellen.
Default waardeInstelmogelijkheden
kort
Booster instellen
De instellingen van het booster type (Motorola of DCC) en de kortsluitgevoeligheid geldt voor
alle externe boosters.
Tip: Hoe lager de ingestelde waarde, zo sneller reageert de kortsluit herkenning en
de booster uitgang wordt van de RedBox uitgeschakeld.
Let op: Bij een zeer hoog ingestelde waarde kan het (voor al bij hoog vermogen
boosters) in geval van een kortsluiting tot lasplekken op de railstaven komen.
Pagina 35
tams elektronik
RedBoxNederlands
Standaard digital formaat voor locdecoders instellen
De instelling wordt als standaardinstelling bij het programmeren van loc- en functiedecoders
genomen.
Default waardeInstelmogelijkheden
DCC formaat, 28 rijstappen
Om de formaat of het aantal rijstappen te veranderen, met welke een locdecoder besturrd
wordt, moet u de instellingen voor de decoder in de locdatabank veranderen. U kunt de
veranderingen doorvoeren
met een EasyControl apparaat: via het loc menu
met een PC: middels het programma "CV-Navi" of de besturingssoftware
met een smartphone of tablet en een Raspberry Pi: Via de App "EasyControl Android"
RailCom support
Default waardeInstelmogelijkheden
++ Accessory
Booster opties (alleen voor de RedBox versies "Booster" en "Booster-R")
U kunt de output van de toebehoordecoder opdrachten apart voor de rijbooster en de
rembooster, voor geen van beide of bij beide boosters onderdrukken. Als u de interne booster
voor het besturen van de toebehoordecoders ("Schakelen") en of de externe boosters voor het
besturen van de locdecoder ("Rijden") gebruiken wilt, moet u
Uit (0): De RailCom ondersteuning is uitgeschakeld.
Tailbits (1): Bij de dataoverdracht wordt plaats voor de
RailCom gap gelaten.
+ IdNotify (2): De centrale zendt regelmatig zijn ID (extra bij
Tailbits).
++ Accessory (3): De centrale zendt regelmatig een wissel
opdracht, om terugmeldingen van wisseldecoders mogelijk te
maken (extra bij Tailbits en IdNotify).
de jumper op "B-Booster" plaatsen
de booster optie op "geen toebehoor opdrachten op de rijbooster" instellen
Default waardeInstelmogelijkheden
-----geen toebehoor opdrachten op de rijbooster
geen toebehoor opdrachten op de rembooster
geen toebehoor opdrachten op rij- en rembooster
Tip: In de regel is alleen de instelling "geen toebehoor opdrachten op de rijbooster"
zinvol!
Pagina 36
tams elektronik
NederlandsRedBox
Aantal van de s88 modulen invoeren
Default waardeInstelmogelijkheden
0Bereik: 0, 1, 2, 3….52
Schakeltijd van de magneetartikel decoder instellen
Tip: Als u een passende lange minimale schakeltijd instelt, kunt u magneetartikelen
door kort de functietoets in te drukken schakelen, ook indien deze een langere
schakeltijd nodig hebben.
Bereik: 0,1 , 0,2 , 0,3, 0,4 ... 25,5 s
Tip: Als u een korte maximale schakeltijd instelt, kunt u verhinderen dat de
wisselaandrijvingen defect raken door te lange schakeltijden.
Tip:
Bij gebruik van de seriële interface moet u de waarde in overeenstemming met de
interface van uw PC instellen.
Bij de USB interface is de baudrate vast op 57600 ingesteld. Deze waarde kan niet
worden veranderd.
Pagina 37
tams elektronik
RedBoxNederlands
Pagina 38
tams elektronik
NederlandsRedBox
6. Bediening
6.1. In- en uitschakelen
De RedBox inschakelen
Nadat u de voeding voor de RedBox heeft ingeschakeld, is/zijn de aangesloten booster(s) eerst
uitgeschakeld, daarom is de rails stroomloos. De rode LED in de "stop" drukknop is aan.
Druk nu op de knop "go". Daarmee worden de booster(s) ingeschakeld. De groene LED in de
"go" drukknop is nu aan.
De RedBox uitschakelen
U kunt de booster met de "stop" drukknop uitschakelen. Als b.v. een botsing dreigt, kunt u zo
met één druk op de knop het gehele rijbedrijf op de modelbaan direct stoppen. Let op: De
rijstappen en de status van de functies blijven geldig! Zodra u de booster met "go" weer
inschakelen, rijden alle actieve locs met de ingestelde rijstap verder.
Let op! Enige locdecoders beschikken over een extra schakeling, welke tijdens een
onderbreking van de railstroom de locdecoder verder met stroom verzorgen. Hoeveel energie
ter beschikking staat en welke afstand de loc daarmee nog rijden kan, moet u voor het begin
van het rij bedrijf nagaan. Indien er veel energie beschikbaar is, is het uitschakelen van de
booster evt. niet genoeg, om een botsing te verhinderen.
6.2. Plug and play
U kunt de verbindingen van externe apparaten of adapters aan het EasyNet altijd – ook tijdens
het lopende bedrijf herstellen of onderbreken (plug and play).
Pagina 39
tams elektronik
RedBoxNederlands
6.3. LED indicatie aan de voorkant
In beide drukknoppen "go" en "stop" is een groene ofwel een rode LED geïntegreerd. Aan de
hand van de LED's wordt de bedrijfstoestand van de RedBox aangegeven.
rood uit
groen uit
rood aan
groen uit
rood uit
groen aan
rood snel knipperenEen booster heeft een kortsluiting gemeld, de RedBox heeft
groen uit
rood langzaam
knipperen
groen uit
rood
groen
afwisselend
knipperen
De RedBox is niet aan de netvoeding aangesloten.
De RedBox is ingeschakeld.
Alle boosters zijn uitgeschakeld.
De RedBox is ingeschakeld.
Alle boosters zijn ingeschakeld.
daarvoor de railspanning uitgeschakeld.
Na het opheffen van de kortsluiting moet u "go" indrukken, om
het bedrijf weer op te nemen.
In de RedBox is de update modus gestart.
om uit deze modus weer in het normale bedrijf terug te keren,
moet u de RedBox uitschakelen (de stroomverzorging kort
onderbreken).
Tip: Stop niet de update modus, wanneer de update van de software al gestart is.
Voor de externe apparaten is de update modus gestart.
om uit deze modus in het normale bedrijf terug te keren, moet
u de RedBox uitschakelen (de stroomverzorging kort
onderbreken).
6.4. LED indicatie aan de achterkant (alleen bij versies "Booster" en "Booster-R")
De LED aan de achterkant laat de bedrijfstoestand of opgetreden problemen van de
geïntegreerde booster zien.
uitDe RedBox en de booster zijn uitgeschakeld.
aanDe RedBox en de booster zijn ingeschakeld.
langzaam knipperen
(ca. 1 x per seconde)
De booster ontvangt geen signaal van de centrale. Controleer,
of de centrale op "stop" staat.
of de jumper op B-Booster of F-Booster geplaatst is. Indien
niet, plaats de jumper.
snel knipperenBij de railuitgang is er een kortsluiting, de RedBox heeft
vervolgens de railstroom uitgeschakeld.
Na het opheffen van de kortsluiting moet u "go" indrukken, om
het bedrijf weer op te nemen.
Pagina 40
tams elektronik
NederlandsRedBox
7. Update
De RedBox en de overige EasyControl apparaten zijn uitgekiende producten conform de laatste
stand van de techniek. Nieuwe ontwikkelingen maken het echter nodig, de software, met welke
de apparaten bestuurd worden, aan te passen. Door software updates kunnen de apparaten op
de actuele stand gebracht worden.
Let op: Alle EasyControl apparaten, welke u in een digitale besturing gebruiken, moeten de
zelfde software versie hebben! De data overdracht tussen de apparaten is anders evt.
gestoord.
De actuele software (firmware) kunt u kosteloos van onze Homepage (Sectie "Download")
downloaden. om een update te kunnen maken, heeft u het volgende nodig:
een PC met een Linux of Windows besturingssysteem en Internet toegang
een USB kabel (of wanneer u de versie "V24" gebruikt een seriële kabel)
Software "CV-Navi", welke u kosteloos van onze Homepage kunt downloaden
Als u de update niet zelf wilt of kan maken, kunt u ons de RedBox toesturen. Wanneer u
meerdere EasyControl apparaten samen met de RedBox in gebruik heeft, moet u deze ook voor
de update opsturen. De update is kosteloos, wij berekenen alleen de verzendkosten voor de
retour volgens onze geldige prijslist.
Software update van de RedBox
Download u eerst de firmware (d.w.z. de software, welke de RedBox bestuurd) van de
Homepage op uw PC. U vindt de firmware onder:
www.tams-online.de/download/firmware
Schakel de stroomverzorging van de RedBox uit. Druk gelijktijdig de drukknoppen "stop" en "go"
en schakel de stroomverzorging weer aan, tijdens dat u de beide drukknoppen ingedrukt houdt.
De rode LED aan de voorkant van de RedBox knippert en de groene LED is uit.
Verbindt nu de RedBox met de PC en start daarna het update programma op de PC.
Let op: U moet altijd eerste de RedBox met de PC verbinden alvorens het programma gestart
wordt. Anders kan het gebeuren, das de software de interface, aan welke u de PC aan de
RedBox heeft aangesloten, niet correct herkend wordt.
Ga volgens de gebruiksaanwijzing van het programma verder.
Pagina 41
tams elektronik
RedBoxNederlands
8. Checklist voor fouten zoeken
8.1. Fout bij het in bedrijf nemen
Nadat u de railstroom ingeschakeld heeft, reageren de locs wel op het in- en uitschakelen van
de functies, maar rijden echter niet, wanneer u aan een handregelaar van een
besturingsapparaat draait.
Mogelijk oorzaak: De interne booster (alleen bij de versies "Booster" en "Booster-R") is als
rembooster ingesteld en zendt steeds rijstap "0". Verander de instelling van de interne
booster, door de jumper op "F-Booster" te plaatsen.
Na het inschakelen van de booster met de drukknop "go" schakelt zich de RedBox direct uit,
de rode LED in de "stop" drukknop knippert snel.
Mogelijk oorzaak: De kortsluit polariteit van de booster is verkeerd ingesteld. Verander de
instelling van de kortsluit polariteit.
Versies "Booster" en "Booster-R": Na het inschakelen en het indrukken van de "go" drukknop
is de groene LED in de "go" drukknop en de rode LED van de interne booster aan de
achterkant aan. Maar toch reageren de locs niet, wanneer u aan een handregelaar van een
besturingsapparaat draait.
Mogelijk oorzaak: De stroomverzorging voor de booster (Trafo, Schakelendevoeding) is niet
juist aangesloten of niet ingeschakeld. Controleer de stroomverzorging van de booster.
8.2. Fout bij het instellen van een parameter
Bij het programmeren van een DCC decoder wordt een foutmelding getoond.
Mogelijk oorzaak: U heeft een programmeer type uitgezocht, welke van de decoder niet
ondersteund wordt. Controleer aan hand van de decoder gebruiksaanwijzing, welke
programmeer typen deze ondersteunt.
U kunt niet alle s88 modulen testen, terwijl deze correct aangesloten zijn.
Mogelijk oorzaak: Het aantal s88 modulen is verkeerd ingesteld. Verander het aantal van de
s88 modulen.
8.3. Fout tijdens het bedrijf
Een loc reageert niet op rij- en functieopdrachten, terwijl u het juiste loc adres ingevoerd
heeft.
Mogelijk oorzaak: Het loc adres is een verkeerd data formaat toegewezen. Verander het data
formaat voor dit adres.
Een loc met DCC decoder rijdt al met rijstap 1 met een zeer hoge snelheid.
Mogelijk oorzaak: Het loc adres is het aantal rijstappen "128" toegewezen, maar de loc
decoder ondersteunt echter alleen 14 of 28 rijstappen. Verander het aantal rijstappen voor dit
adres.
Bij een loc met DCC decoder kan het licht niet geschakeld worden en/of bij het verhogen van
de rijstappen flikkert het licht.
Mogelijk oorzaak: De instelling van het aantal rijstappen bij de decoder en in de locdatabank
passen niet samen. Verander het aantal rijstappen bij de decoder of in de locdatabank.
Pagina 42
tams elektronik
NederlandsRedBox
Tijdens het verhogen van de rijstappen voor een loc met een Motorola decoder wordt alleen
bij iedere tweede rijstap de snelheid veranderd.
Mogelijk oorzaak: De locdecoder is het aantal rijstappen "27 a" of "27 b" toegewezen, echter
de locdecoder ondersteund enkel 14 rijstappen. Verander het aantal rijstappen in de
locdatabank.
Tijdens het bedrijf hebben locs met Motorola I-Decoders problemen: Ze reageren niet op rij-
en functieopdrachten of hebben slechte rijeigenschappen.
Mogelijk oorzaak: De Lengte van de signaal pauze is verkeerd ingesteld. Verander de signaal
pauze tijd.
De beide locs van een multi tractie rijden in tegenovergestelde richting.
Mogelijk oorzaak: Voordat u de multi tractie samengesteld heeft, heeft u niet de zelde
rijrichting voor de beide locs ingesteld. Stel de multi trace opnieuw samen.
De wissels kunnen niet geschakeld worden.
Mogelijk oorzaak: Het wissel formaat is verkeerd ingesteld. Verander het wissel formaat.
De RedBox reageert niet op software opdrachten van de aangesloten PC's.
Mogelijk oorzaak: De verbinding tussen PC en RedBox is niet juist. Controleer de
verbindingskabel. Controleer of bij de PC de juiste COM poort is ingesteld.
Mogelijk oorzaak (alleen bij versie "V24"): De baudrate is verkeerd ingesteld. Verander de
baudrate.
8.4. Fouten bij software update
Na de update start de RedBox niet meer.
Mogelijk oorzaak: Tijdens de update werd een verkeerde software geprogrammeerd (b.v. van
de LokControl). Herhaal de update met de juiste software.
Tijdens de update springt de progressbar (meermaals) aan het begin terug.
Dit is geen fout. Het update programma controleert continu, of de data overdracht correct
functioneert. Is dit niet het geval, start het programma voor de zekerheid het uitvoeren van
de update opnieuw.
Technische Hotline
Voor vragen bij het in gebruik nemen van het apparaat helpt u onze Technische Hotline
(Telefoonnummer en Email adres zie de laatste pagina).
Reparatie
Een defect apparaat kunt u ons ter reparatie opsturen (Adres zie de laatste pagina). In het geval
van garantie is de reparatie voor u kosteloos. Bij schade, welke niet onder de garantie vallen,
berekenen wij voor de reparatie maximaal 50% van de actuele verkoop prijs volgens onze
geldige prijslijst. Wij behouden ons het recht voor, de reparatie van een apparaat af te wijzen,
wanneer dit technisch niet mogelijk of niet rendabel is.
Stuur ons a.u.b. geen reparatie zending zonder voldoende porto. In het geval van garantie
vergoeden wij u de geldende verzendkosten. Bij reparaties, die niet onder de garantie vallen,
zijn de kosten voor toe- en retourzendingen voor u.
Pagina 43
tams elektronik
RedBoxNederlands
9. Technische gegevens
9.1. RedBox
Motorola-I en –II
Data formaten
Voedingsspanning12 Volt wisselspanning
Stroom verbruik (zonder afname)ca. 200 mA
Interfaces voor het aansluiten van
externe besturingsapparaten
Computer interfaces
(galvanisch gescheiden)
Overige aansluitingen
Maximale aantal van s88 modulen
Locdecoder adressen
Rijstappen
Funkties
Toebehoordecoder adressen
DCC (conform NMRA en RCN standaard)
m3 (voor het besturen van mfx decoders)
EasyNet (RJ 45)
XpressNet (RJ 12)
Versies "Basic", "Basic-R", "Booster" en "Booster-R":
USB-1 type Mini-B met Tams-ID
USB-2 type B met SiLabs-ID
Versie "V24":
een seriële interface (baudrate instelbaar)
een USB interface met Tams-ID
Booster (naar keuze Märklin compatible of DCC
conform)
DCC programmeerrails
s88 terugmeldmodule (conform de standaard s88-N)
Stroomverzorging
16 - 18 Volt wisselspanning of
17 – 22 Volt gelijkspanning
DCC, Motorola
mfx (alleen locdecoder opdrachten)
Pagina 45
tams elektronik
RedBoxNederlands
10. Achtergrondinformatie
10.1. Motorola-format
Het Motorola-format werd door de Märklin** ingevoerd. De kern van de digitale componenten
waren oorspronkelijk ICs van de firma Motorola, vandaar de naam. In het begin konden slechts
80 adressen worden gecodeerd, later werd door gebruik te maken van andere ICs het aantal
adressen uitgebreid tot 255.
Data-overdracht in Motorola-format
De data-overdracht geschiedt door enkelvoudige "Pakketten", waartussen telkens een korte
pauze ligt. Deze vorm van dataoverdracht wekt op de rails een gelijkspanning op. Daarom rijden
locs die niet van een decoder zijn voorzien direct weg zodra ze op een door het Motorola-format
aangestuurde modelspoorbaan worden gebruikt.
Aanvankelijk ontwikkelde Motorola I-format werden twee datapakketten op verschillende
frequenties verzonden: één datapakket dat constant verzonden wordt bevat de adresinformatie,
de 14 rijstappeninformatie en de informatie over de situatie van één functie (function). De
eigenlijk mogelijke 15e rijstapinformatie is als signaal voor de richtingsverandering gedefinieerd.
De informatie over de situatie van de vier speciale functies wordt in het tweede pakket
overgedragen. Dit datapakket wordt alleen verzonden nadat de situatie van een speciale functie
veranderd wordt.
In het Motorola II-format worden alle locdecoderdata in één pakket overgedragen dat constant
wordt verzonden: de informatie over het adres en de rijstap, de extra informatie over de situatie
van de vier speciale functies en de absolute rijrichting. Ook in het Motorola II-format worden
slechts 14 rijstappen gezonden. Inmiddels zijn er locdecoders verkrijgbaar die 27 rijstappen
mogelijk maken doordat u tussen de 14 rijstappen extra “halve” rijstappen invoegt.
Compatibiliteit van de beide Motorola-formats
Onafhankelijk van het Motorola-format waarmee een decoder wordt aangestuurd kan deze de
rijstap, de rijrichting en de functie “function” (licht) correct schakelen. Om ook de vier speciale
functies te kunnen schakelen moet echter op basis van de verschillen in dataoverdracht het
juiste format worden verstuurd.
Aansturen van magneetartikeldecoders in het Motorola-format
De informatie voor het schakelen van magneetartikeldecoders (wissel- en schakeldecoders)
worden in het Motorola I-format via hetzelfde (tweede) datapakket verzonden als de informatie
voor het schakelen van de vier speciale functies. In het Motorola II-format krijgt dit (tweede)
datapakket alleen nog informatie voor het schakelen van magneetartikeldecoders. Het
datapakket wordt alleen verzonden wanneer er een schakelopdracht voor een
magneetartikeldecoder werd ingevoerd.
Bij 80 beschikbare adressen kunnen dan ook 80 x 4 = 320 wisseladressen worden aangestuurd
en bij 255 beschikbare adressen 255 x 4 = 1020 wisseladressen.
Bij het oproepen van adressen op de centrale moet een onderscheid gemaakt worden tussen
loc- en wisseladressen waardoor de centrale de juiste loc- of magneetartikeldecoders kan
aansturen. Hoe dit verschil wordt gemaakt is afhankelijk van de centrale.
Pagina 46
tams elektronik
NederlandsRedBox
10.2. DCC-format
Het DCC-format werd door de firma Lenz** ontwikkeld en door de Amerikaanse NMRA (National
Model Railroad Association) als standaard aangenomen. Inmiddels wordt de standaard van de
RailCommunitiy (de organisatie van de fabrikanten van digitale modelbaan producten)
onderhouden en verder ontwikkeld.
Data-overdracht in DCC-format
De data wordt in DCC-format voortdurend verzonden, daarom ontstaat er geen gelijkspanning
op de rails. In tegenstelling tot digitale modelbanen die met het Motorola-format worden
aangestuurd rijden hier de analoge locs dus niet direct weg. Op DCC-modelbanen is het in
principe mogelijk om behalve de gedigitaliseerde locs telkens één analoge loc via de centrale aan
te sturen. De daarvoor benodigde rijsignalen worden op de digitale signalen gezet en
beïnvloeden de gedigitaliseerde locs niet. Deze methode voor het aansturen van analoge locs is
echter niet aan te bevelen daar de motoren van de locs op den duur door de overspanning op
de digitale signalen beschadigd kunnen worden. Daarom ondersteunt EasyControl het aansturen
van analoge locs niet.
Mogelijkheden in DCC-format
In DCC-format kunnen max. 10.239 adressen worden gebruikt en max. 28 (ofwel 32.768)
functies, max. 128 rijstappen en de absolute rijrichting worden opgegeven. Hoeveel adressen,
functies en rijstappen er concreet kunnen worden gebruikt is afhankelijk van de componenten
(centrale, decoders).
CV-programmering
Bij de huidige gebruikelijke CV-programmering worden de eigenschappen van Configuratie
Variabelen (CVs) gedefinieerd. De betekenis van de CVs is gedetailleerd vastgelegd in de
aanbevelingen van de NMRA. Iedere variabele bestaat uit 8 bits en kan de waarden van 0 tot
255 bevatten (daarom zijn lange adressen aan twee CVs toegewezen). De waarden kunnen op
bit- of byteniveau worden ingevoerd. Het invoeren op bitniveau is alleen zinvol wanneer elke bit
een eigen eigenschap definieert (b.v. CV29). In de tabel in hoofdstuk 10.2 zijn de meest
voorkomende CVs en hun mogelijke invoerwaarde (byteniveau) aangegeven.
Pageprogrammering en register-programmering
Voorlopers van de CV-programmering zijn de register-programmering en de
pageprogrammering.
De mogelijkheden voor het vastleggen van de decodereigenschappen zijn bij de registerprogrammering beperkt. Hier staan slechts 8 registers ter beschikking om de eigenschappen van
de decoder vast te leggen (basisadres, startspanning, optreksnelheid, remsnelheid,
configuratiedata, versienummer, fabrikant). De mogelijke waarden van de registervariabelen
komen overeen met de CVs.
Pageprogrammering geeft de mogelijkheden die ook de CV-programmering heeft. De
eigenschappen van de decoder worden in de registervariabelen vastgelegd. Vier registers
vormen telkens een page. Bij het programmeren hoeft de page niet te worden aangegeven. De
registers van alle pages zijn doorlopend genummerd (register 1 t/m 4 op page 0, register 5 t/m
8 op page 1, enz.), waardoor bij het programmeren direct op een register kan worden benoemd.
Pagina 47
tams elektronik
RedBoxNederlands
Configuratie variabelen voor het DCC-format (de meest belangrijke)
CV# CV-naamInvoerwaard
en
(ingevoerd)
1Basisadres0 ... 127
(3)
2Startspanning0 ... 255
(-)
3Optreksnelheid0 ... 255
(-)
4Remsnelheid0 ... 255
(-)
5Maximale spanning 0 ... 255
(0)
6Middelste spanning 1 ... 255
(1)
7Versienummer1 ... 255Geeft het versienummer van de decodersoftware.
8Fabrieksherkenning B.v. 62voor Tams Elektronik GmbH
9PBM-periode0 ... 255
(0)
17 18Uitgebreid adres1 ... 10239
(-)
19Consist-adres0 ... 127
(-)
29Configuratiedata 10 ... 255
(-)
Verklaring
Het basisadres heeft een waarde tussen 1 en 127. Is
CV1 gelijk aan 0, dan verlaat de decoder het digitale
bedrijf en gaat over naar een alternatief bedrijf
(analoog).
Definieert de rijspanning die bij de laagste rijstap aan
de motor wordt gelegd.
Definieert de lengte van de wachttijd bij het
optrekken tussen het omhoogschakelen naar de
volgende rijstap.
Definieert de lengte van de wachttijd bij het remmen
tussen het omlaagschakelen naar een lagere rijstap.
Definieert de rijspanning die op de motor staat bij de
hoogste rijstap.
Definieert de rijspanning die op de motor staat bij de
middelste rijstap.
De op de motor aangelegde spanning wordt door inen uitschakelen van de maximale spanning
opgewekt. De intervallen tussen het periodiek
inschakelen van de max. spanning wordt als PBMperiode aangemerkt. Door het veranderen van de
PBM-periode kunnen de individuele rijeigenschappen
van de motor worden beïnvloed.
Bevat het adres tussen 1 en 10.239, wanneer de
decoder is ingesteld op "Uitgebreid Adres".
Definieert het alternatieve (tweede adres) van de
decoder.
Definieert algemene eigenschappen van de decoder:
rijrichting, aantal rijstappen, omschakelen naar
analoog bedrijf, uitgebreide terugmelding in
programmeermode, keuze van de snelheidskromme,
basisadres of uitgebreid adres.
Pagina 48
tams elektronik
NederlandsRedBox
CV# CV-naamInvoerwaard
en
(ingevoerd)
33 – 42Toewijzing van de
uitgangen F0 t/m F8
49 – 64Fabrieksparamaters 0 ... 255 (-) Gereserveerd voor de fabrikant.
= Tabel voor de alternatieve snelheidskromme. Aan
elk van de 28 rijstappen wordt een specifieke
motorspanning toegewezen. Een waarde van "0"
komt overeen met een spanning van "0", "255" met
de maximale spanning.
10.3. m3
Wij hebben dat protocol voor het digitale systeem EasyControl ontwikkeld, om mfx voertuig
decoders te kunnen besturen. Voertuigen met mfx decoders kunnen op de programmeer rails,
welke aan de RedBox of de MasterControl aangesloten is, geprogrammeerd worden. Met m3 is
het niet mogelijk, de door Mfx gestuurde terugmeldingen te lezen.
10.4. S88
Bij PC bestuurde modelbanen is de bezetmelding middel de s88-bus veel gebruikt. Veel digitale
centrales hebben een (meestal 6-polig) aansluiting voor de s88 kabel. De bezetmelding over de
s88-bus is zowel in wisselstroom als ook in gelijkstroom banen gebruikelijk - onafhankelijk van
het gebruikte digitaal formaat.
Aan de meeste bezetmeldingsmodulen kunnen tot 16 ingangen aangesloten worden, die hun
toestand (open of met massa verbonden) aan de ontvanger (interface of centrale) melden.
Meerdere bezetmeldingsmodulen kunnen in serie aangesloten worden, het maximale aantal is
van de ontvangen afhankelijk (B.v. 52 bij de MasterControl).
s88-N
De norm s88-N is geschikt voor het aansluiten van standaard patchkabels in s88terugmeldsystemen. Anders dan de veel gebruikte 6 aderige aansluitkabels zijn patchkabels, die
binnen computernetwerken worden gebruikt, afgeschermd tegen vreemde elektrische signalen.
Door gebruik van patchkabels wordt de storingsgevoeligheid in de s88-bus aanzienlijk
gereduceerd. Alle modulen, welke aan deze standaard voldoen, zijn met elkaar compatibel.
Pagina 49
tams elektronik
RedBoxNederlands
10.5. RailCom
RailCom ist een uitbreiding van het DCC-protocol en definieert alle details, die voor de
terugmelding van data in DCC gestuurde digitale modelspoorwegen van belang zijn. Het
uitgangspunt is, dat RailCom-geschikte decoders niet alleen als opdrachtontvanger fungeren,
maar ook data via de rails aan de RailCom-ontvanger terugzenden.
Om plaats te maken voor de terugmelding van data, worden met speciale RailCom-boosters
korte openingen gemaakt in de continue DCC datastroom van de centrale naar de decoders.
Deze RailCom-Cutouts worden gebruikt, om de data van de decoders naar de detectoren te
struren.
Met behulp van RailCom is het b.v. mogelijk, van de centrale opdrachten voor het uitlezen van
CV’s aan de decoders te sturen en de waarde van de CV’s op de RailCom-ontvangers uit te
lezen.
Pagina 50
tams elektronik
NederlandsRedBox
10.6. Booster
Boosters versterken de van de centrale verzonden digitale signalen en voorzien een aangesloten
traject van stroom. Op de MasterControl moet minstens één externe Booster worden
aangesloten omdat er in de centrale geen Booster is geïntegreerd. Het aantal noodzakelijke
Boosters is afhankelijk van het stroomverbruik van de modelbaan.
Berekenen van de stroombehoefte
een loc: spoor N: 600 mA / spoor H0: 800 mA / > spoor 0: 1 A
binnenverlichting in b.v. een rijtuig 50 - 200 mA
een andere verbruiker (b.v. geluidsmodule): 100 - 300 mA
reserve voor wissels: 10% van de berekende totale waarde
Boostertypen
Märklin**-compatible Boosters en Boosters voor het DCC-systeem worden op een verschillende
manier in- en uitgeschakeld. Märklin**-compatible Boosters worden via een eigen signaal in- en
uitgeschakeld, dat via een extra pin op de Boosteruitgang aan de centrale gereed wordt gezet.
DCC-Boosters worden ingeschakeld zodra een datasignaal op de Boosteruitgang van de centrale
wordt gezet. De Boosteruitgangen van de MasterControl kunnen dusdanig worden
geconfigureerd dat het gebruik van het ene of het andere Boostertype op het EasyNet mogelijk
is.
Geregelde Boosters houden de spanning in het aangesloten traject constant. In tegenstelling
daartoe kunnen trajecten die op een ongeregelde Booster zijn aangesloten spanningsvariaties
hebben die er toe leiden dat de rijsnelheden van de locs en de helderheid van de verlichting
variëren.
Tip 1
Deel de modelspoorbaan vanaf het begin in blokken op die in de eindfase door een eigen
Booster van stroom worden voorzien. In elk blok moeten max. drie tot vijf locs gelijktijdig
kunnen rijden. Let erop dat de limieten zo weinig mogelijk worden overschreden.
Tip 2
Gebruik indien mogelijk Boosters van één fabrikant en van één type, anders kunnen er bij het
passeren van de overgangen tussen de blokken problemen optreden zoals:
Storing van de data-overdracht naar de decoders.
Stromen die de locs zomaar in beweging zetten.
Kortsluitingen bij het berijden van de overgangen tussen de verschillende trajecten.
Pagina 51
tams elektronik
RedBoxNederlands
11. De sterren **
In deze handleiding zijn de volgende fabrikanten en hun producten genoemd:
LENZ** Elektronik GmbH
Vogelsang 14
DE-35398 Gießen
MASSOTH** Elektronik GmbH
Frankensteiner Str. 28
DE-64342 Seeheim
Gebr. MÄRKLIN** & Cie. GmbH
Stuttgarter Straße 55-57
DE-73033 Göppingen
ROCO**
Modelleisenbahn München GmbH
Kronstadter Str. 4
DE-81677 München
Pagina 52
tams elektronik
NederlandsRedBox
12. Garantieverklaring
Op dit product wordt twee jaar garantie gegeven vanaf de datum van aankoop aan de eerste
koper, met een maximum van drie jaar na de productie van het product. De eerste koper is de
gebruiker die als eerste het product bij ons gekocht heeft, bij een winkelier of een ander,
juridisch gezien, persoon, die het product in het kader van zijn zelfstandige beroep doorverkoopt
of inbouwt. De garantie bestaat naast de wettelijke garantiebepalingen, uit de afspraken die de
gebruiker met de verkoper is overeengekomen.
De garantie omvat een gratis reparatie van gebreken, die aantoonbaar terug te voeren zijn op
materiaal of fabricage onzerzijds. Bij bouwsets aanvaarden wij de verantwoordelijkheid voor de
volledigheid en staat van de componenten, evenals de karakteristieke functies van de
onderdelen in ongebouwde toestand. Wij garanderen de naleving van de technische gegevens
wanneer de schakeling volgens de handleiding is samengesteld en zoals is voorgeschreven in
gebruik werd genomen.
Wij behouden het recht van reparatie, verbeteringen, reserve leveringen of teruggave van de
koopprijs. Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten. Vorderingen tot vergoeding van
gevolgschade of productaansprakelijkheid worden alleen naar wettelijke voorschriften erkent.
Voor waarde voor de aansprakelijkheid op garantie is de naleving van de handleiding.
Aanspraken op garantie vervallen ook in de navolgende gevallen:
bij eigenmachtige verandering van de schakeling,
bij reparatiepogingen aan de kant en klare schakeling,
bij schade door derden,
bij foutief bedienen of schade door een verkeerde behandeling of misbruik.
Pagina 53
tams elektronik
RedBoxNederlands
13. EU-conformiteitsverklaring
Dit product voldoet aan de hierna genoemde EG- Richtlijnen en heeft hiervoor het CE –
certificaat.
2004/108/EG inzake elektromagnetische compatibiliteit. Als basis dienende normen : EN 55014-1
and EN 61000-6-3.
Om de elektromagnetische verdraagzaamheid bij gebruik te garanderen dient u de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
Sluit de transformator alleen aan op een door een erkende installateur geïnstalleerde en
beveiligde wandcontactdoos.
Breng geen wijzigingen aan in de originele onderdelen en volg de aanwijzingen, de
aansluitplannen en print lay-out van deze handleiding nauwkeurig op.
Gebruik bij reparatie alleen originele reserve onderdelen.
2011/65/EG betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in
elektrische en elektronische apparatuur (RoHS). Als basis dienende norm: EN 50581.
14. Verklaringen bij AEEA-richtlijn
Dit product voldoet aan de EG-richtlijn 2012/19/EG betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
Verwijder dit product niet via het huisvuil, maar via een onderneming voor hergebruik.