TAMS Elektronik PZS-3 User manual [nl]

n
PZS-3
n
Pendelzugsteuerung Shuttle-train control
Gestion de navette
Pendeltreinsturing
Art.-Nr. 21-01-095 / 22-01-095
n Anleitung n Manual n Mode d´emploi n Handleiding
n
n
n
n
© 08/2007 Tams Elektronik GmbH
Alle Rechte, insbesondere das Recht der Vervielfältigung und Verbreitung sowie der Übersetzung vorbehalten. Vervielfältigungen und Reproduktionen in jeglicher Form bedürfen der schriftlichen Genehmigung durch die Tams Elektronik GmbH.
Technische Änderungen vorbehalten.
© 08/2007 Tams Elektronik GmbH
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, without prior permission in writing from Tams Elektronik GmbH.
Subject to technical modification.
© 08/2007 Tams Elektronik GmbH
Tout droits réservés, en particulier les droits de reproduction et de diffusion ainsi que le traduction. Toute duplication ou reproduction sous quelque forme que ce soit nécessite l´accord écrit de la societé Tams Elektronik GmbH.
Sous réserve de modifications techniques.
© 08/2007 Tams Elektronik GmbH
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Tams Elektronik GmbH.
Technische wijzigingen voorbehouden.
n
n Deutsch 3 n English 29 n Français 53 n Nederlands 77
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
PZS-3 Nederlands
Inhoudsopgave
Hoe deze handleiding u verder helpt 78 Gebruiksvoorschriften 78 Veiligheidsvoorschriften 79 EMV - voorschrift 81 Werking 82 Technische gegevens 84 Controle van de inhoud 84 Benodigde gereedschappen en materialen 84 Goed en degelijk solderen 85 Het bouwen van de bouwset 86 Het uitvoeren van een functietest 93 Het aansluiten van de pendeltreinbesturing 94 Gebruik 96 De pendeltreinbesturing programmeren 98 Checklist voor storingen 100 Voorschriften voor de bouwer 101 Certificering 101 Garantiebepalingen 101
Stuklijst I.1 Printplan (Fig. 1) I.2 Aansluitplannen (Fig. 2-3) II-III Schakelschema (Fig. 4) IV (Pagina’s I tot IV in het midden kunnen uitgenomen worden).
Pagina 77
Nederlands PZS-3
!
Hoe deze handleiding u verder helpt
Deze handleiding helpt u stap voor stap bij het veilig en doelgericht bouwen van deze bouwset respectievelijk bij het inbouwen en het in bedrijf nemen van de kant en klare bouwsteen. Voor u met de bouw van de bouwset resp. het in bedrijf stellen begint, raden wij u aan deze handleiding geheel te lezen, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften en het hoofdstuk over mogelijke fouten en hun oplossingen. U weet dan, waar u op moet letten om fouten, die vaak alleen met veel inspanning weer te verhelpen zijn, te vermijden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, opdat u later bij eventuele storingen de werking weer kunt herstellen. Indien u de bouwset of de kant en klare bouwsteen aan een ander doorgeeft, geef dan ook de handleiding door.
Gebruiksvoorschriften
De schakeling resp. de kant en klare schakeling zijn geschikt om volgens deze voorschriften gebouwd te worden en in een wisselstroom modelspoorbaan te worden gebruikt. Hij stuurt het pendelbedrijf tussen twee eindstations geheel voorbeeldgetrouw.
Ieder ander gebruik is niet gerechtvaardigd. De schakeling resp. kant en klare schakeling is niet geschikt om door
kinderen onder de 14 jaar te worden gebouwd en/of ingebouwd te worden. Bij de gebruiksvoorschriften behoort ook het lezen, begrijpen en volgen
van deze handleiding.
Let op:
De schakeling bevat onderdelen (b.v.geïntegreerde schakelingen) die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Raak daarom de onderdelen niet aan voordat u zichzelf heeft ontladen. Het is meestal voldoende om b.v. de radiator even aan te raken.
Pagina 78
PZS-3 Nederlands
Veiligheidsvoorschriften
Mechanische gevaren
Afgeknipte draden en uiteinden kunnen scherpe punten hebben, die bij onvoorzichtig vastpakken huidverwondingen kunnen opleveren. Pas daarom op voor scherpe punten bij het vastpakken.
Zichtbare beschadigingen van onderdelen kunnen tot niet calculeerbare gevaren leiden. Bouw beschadigde onderdelen niet in, maar verwijder deze zoals voorgeschreven en vervang ze door nieuwe.
Elektrische gevaren
§ Aanraken van onder spanning staande delen,
§ aanraken van geleidende delen, die in geval van fouten onder
spanning staan,
§ kortsluitingen,
§ aansluiten aan een niet geschikte spanning,
§ ontoelaatbaar hoge luchtvochtigheid,
§ vorming van condenswater
kan tot gevaarlijke lichaamsstromen leiden en daardoor verwondingen aanrichten. Voorkom dit gevaar door de volgende maatregelen te nemen:
§ Voer bedradingwerkzaamheden alleen uit in een spanningsloze
toestand.
§ Het bouwen en inbouwen kan alleen gedaan worden in gesloten,
schone en droge ruimtes. Vermijd in de werkomgeving vocht en nattigheid.
§ Gebruik voor de bouwsteen alleen lage spanningen zoals
aangegeven in de technische gegevens. Gebruik daarvoor uitsluitend goedgekeurde transformatoren.
§ Steek de netstekker van transformatoren en soldeerbouten /
soldeerstations alleen in goed geïnstalleerde wandcontactdozen.
Pagina 79
Nederlands PZS-3
§ Let bij het maken van elektrische verbindingen op de juiste
draaddoorsnede.
§ Na de vorming van condenswater dient u voor het werk tot 2 uur
acclimatiseringtijd in acht te nemen
§ Gebruik bij reparatiewerkzaamheden uitsluiten originele reserve-
onderdelen.
Brandgevaar
Wanneer de hete soldeerpunt met brandbaar materiaal in contact komt ontstaat een brandhaard. Deze kan een brand veroorzaken en daardoor levensgevaarlijke verwondingen veroorzaken door verbranding en rookvergiftiging. Steek de netstekker van de soldeerbout of het soldeerstation alleen in het stopcontact gedurende de tijd die u voor het solderen nodig heeft. Houdt de soldeerpunt nooit in de buurt van brandbare materialen. Gebruik een goede soldeerbouthouder. Laat de hete soldeerbout nooit zonder toezicht liggen.
Thermische gevaren
Wanneer per ongeluk de hete soldeerpunt met uw huid in aanraking komt, of wanneer vloeibare soldeertin op de huid springt, bestaat het gevaar van huidverbranding. Voorkom dit gevaar door:
§ bij uw werkzaamheden een hittebestendige onderlegger te gebruiken,
§ de soldeerbout altijd op een goede soldeerbouthouder weg te leggen,
§ bij het solderen op een juiste behandeling van de soldeerstift te
letten,
§ vloeibare soldeertin met een dikke vochtige lap of spons van de
soldeerstift af te strijken.
Omgevingsgevaren
Een te klein, ongeschikt werkoppervlak en beperkte ruimteverhoudingen kunnen per ongeluk huidverbrandingen of brand teweegbrengen. Voorkom dit gevaar door een toereikend, schoon werkoppervlak in te richten met voldoende bewegingsvrijheid.
Pagina 80
PZS-3 Nederlands
Andere gevaren
Kinderen kunnen uit onachtzaamheid of door een gemis aan verantwoordelijkheidsgevoel alle hiervoor beschreven gevaren veroorzaken. Om gevaar voor lijf en leden te voorkomen mogen kinderen onder de 14 jaar bouwsets niet bouwen en bouwstenen niet inbouwen.
Kleine kinderen kunnen zeer kleine onderdelen met scherpe draadeinden inslikken. LEVENSGEVAARLIJK! Zorg er daarom voor dat onderdelen niet in handen van kleine kinderen komen.
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en sociale werkplaatsen dient de bouw, het inbouwen en het gebruik van bouwgroepen door geschoold personeel te worden begeleid.
In industriële instellingen zijn de voor die bedrijfstak geldende voorschriften voor het gebruik van elektrische componenten van toepassing (NEN 1010).
EMV - voorschrift
Het product werd overeenkomstig de Europese normen EN 55014-1 en EN 61000-6-3 geontwikkelt en getest en komt overeen met de EG ­richtlijn 2004/108/EG en de wettelijke bepalingen.
Om de elektromagnetische verdraagzaamheid bij gebruik te garanderen dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
§ Sluit de transformator alleen aan op een door een erkende
installateur geïnstalleerde en beveiligde wandcontactdoos.
§ Breng geen wijzigingen aan in de originele onderdelen en volg de
aanwijzingen, het schakelschema en print lay-out van deze handleiding nauwkeurig op.
§ Gebruik bij reparatie alleen originele reserve onderdelen.
Pagina 81
Nederlands PZS-3
Werking
Let op:
In principe is de pendeltreinbesturing niet geschikt voor gebruik met locs die voorzien zijn van een locdecoder met automatische analoogherkenning.
De schakeling stuurt het pendeltreinbedrijf tussen twee eindstations op een modelspoorbaan met een analoge wisselstroom. Tussen de beide eindstations kan in beide rijrichtingen een extra halteplaats worden ingevoegd. Bij het tweede eindstation kan een wissel worden aangesloten. Hierdoor is het mogelijk twee treinen afwisselend op het pendeltraject te laten rijden.
Het pendeltreinbedrijf loopt automatisch. Het afremmen van de treinen voor de eindstations en de beide halteplaatsen wordt ingezet zodra een railbezetmelder, die in de schakeling is geïntegreerd, het binnenrijden van de trein in het betreffende spoor meldt. Het verdere verloop (remmen, stoppen en wegrijden) is tijdgestuurd.
Onafhankelijk van dit automatisch geregelde pendeltreinbedrijf tussen de eindstations (en de halteplaatsen) kunnen op bepaalde tijden en op bepaalde plaatsen extra stoppunten worden via extra schakelingen worden gemaakt.
Het rijden
§ tussen de stations
§ tussen de stations en de halteplaatsen
§ tussen de stations, de halteplaatsen en/of de extra stopplaatsen,
geschiedt telkens in vier fasen: optrekken, vrije rit, remmen en stoppen. De lengte van de fasen optrekken, remmen en stoppen kan
§ gescheiden voor elk van de beide eindstations
§ gescheiden voor elk van de beide halteplaatsen
§ gezamenlijk voor alle extra stopplaatsen
Pagina 82
PZS-3 Nederlands worden geprogrammeerd. De faselengten worden via trimpotmeters
ingesteld, de instellingen worden in een IC opgeslagen. Het pendeltreintraject moet via een eigen wisselstroom rijregelaar van
stroom worden voorzien. Hierdoor kan de maximale rijspanning voor het pendeltreintraject (en daarmee de maximale snelheid bij de vrije rit) individueel worden (voor) ingesteld.
De extra stopplaatsen worden bekrachtigd zodra de overeenkomstige ingang van de schakeling met de massa wordt verbonden. Dit is op ieder moment mogelijk, onafhankelijk van de plaats waar de trein zich binnen het pendeltreintraject bevindt. Er zijn talrijke gebruiksmogelijkheden, b.v.:
§ voor het realiseren van stops op extra stations langs het
pendeltraject of
§ voor het realiseren van stops voor seinen of
§ voor het maken van exacte stops op bepaalde plaatsen (b.v. aan
het einde van een perron). Voor het in werking stellen zijn verschillende externe schakelingen mogelijk, b.v. een handschakelaar, koppelingen met reedcontacten, lichtsluizen of complexe schakelingen. De stoptijden op de eindstations en de extra stopplaatsen kunnen worden verlengd door de overeenkomstige ingang van de schakeling met de massa te verbinden. De trein stopt dan op het station, halteplaats of tussenstop, waar hij op dat moment is, zolang de ingang met de massa blijft verbonden (minstens echter net zo lang als voor de betreffende stop werd geprogrammeerd). Hierdoor is het b.v. mogelijk om individueel per schakelaar of per extra schakeling op het automatische pendeltreinbedrijf in te grijpen. Er wordt een noodstop uitgevoerd als de ingang, via welke de stoptijd
op de verschillende stopplaatsen verleng kan worden, met de massa verbonden wordt tijdens het rijden van de trein. Hierdoor is het b.v. mogelijk een ongeluk te voorkomen, als de loc de omschakelimpuls voor de rijrichtingsverandering niet heeft opgenomen.
Pagina 83
Nederlands PZS-3
Technische gegevens
Bedrijfsspanning 16-18 Volt wisselspanning voor de schakeling
Bedrijfsspanning voor het pendeltreintraject eigen wisselspanningstrafo
Stroomopname (zonder verbruikers) ca. 30 mA Max. stroom per uitgang 1 mA Beschermwijze IP 00 Omgevingstemperatuur in bedrijf 0 - + 60° C Omgevingstemperatuur in opslag -10 - + 80° C Toegestane relatieve luchtvochtigheid max. 85 % Afmetingen van de print ca. 73 x 80 mm Gewicht van de schakeling ca. 70 g
Controle van de inhoud
Controleer direct na het uitpakken de inhoud op volledigheid:
§ een bouwset, bestaande uit de in de stuklijst opgenomen
onderdelen (pagina I.1) en een print of
§ een kant en klare bouwsteen,
§ een handleiding.
Benodigde gereedschappen en materialen
Leg de volgende gereedschappen, hulpmiddelen en materialen gereed:
§ een soldeerbout (hoogstens 30 Watt) met dunne stift,
§ een soldeerstandaard,
§ een doekje, spons of siliconendoek,
§ een hittebestendige ondergrond,
§ een kleine zijkniptang en een isolatietang,
Pagina 84
PZS-3 Nederlands
!
§ een pincet en een platte bektang (niet nodig indien u een kant en
klare bouwsteen heeft aangeschaft),
§ soldeertin (liefst 0,5 mm. doorsnede),
§ lintdraad (Doorsnede: > 0,25 mm² voor alle aansluitingen),
§ een lampje voor het testen van de bouwsteen,
§ evt. twee drukknoppen voor het programmeren van de schakeling.
Goed en degelijk solderen
Let op:
Bij ondeskundig solderen kan er brandgevaar optreden. Vermijd dit gevaar: lees hoofdstuk Veiligheidsmaatregelen goed door en volg de aanwijzingen op. Wanneer u een goed geoefend bent in het solderen dan kunt u het volgende stuk overslaan.
§ Gebruik een kleine soldeerbout van hoogstens 30 Watt. Houd de
soldeerstift schoon waardoor de warmte van de soldeerbout goed
naar de te solderen plaatst kan worden geleid.
§ Gebruik alleen elektronica-soldeertin met een vloeimiddel.
§ Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen nooit
soldeerwater of soldeervet. Deze bevatten zuren, die de onderdelen
en koperbanen kunnen beschadigen.
§ Soldeer snel: door te lang solderen worden onderdelen beschadigd.
Ook heeft dit het loslaten van de soldeerogen en koperbanen als
gevolg.
§ Let bij het solderen van halfgeleiders, lichtdiodes, elektrolytische
condensatoren (elco’s) en geïntegreerde schakelingen (IC’s) op de
juiste poling en dat de soldeertijd van ongeveer 5 seconden niet
wordt overschreden, daar anders het onderdeel wordt beschadigd.
§ Houd de soldeerstift zodanig op de soldeerplek, dat gelijktijdig het
soldeeroog en het onderdeel verhit worden. Voer gelijktijdig (niet te
veel) soldeertin toe. Zodra de soldeertin begint te vloeien haalt u
het weg. Dan wacht u nog een moment, totdat het achtergebleven
Pagina 85
Nederlands PZS-3
soldeertin goed is doorgelopen alvorens de soldeerstift van de
soldeerplek weg te halen.
§ Beweeg het zojuist gesoldeerde onderdeel gedurende 5 seconden
niet.
§ Voorwaarde voor een correcte soldeerplek en goed solderen is een
schone en niet geoxideerde soldeerstift. Strijk daarom voor elke
soldering het overtollige soldeertin en het vuil weg met een
vochtige spons, een dikke vochtige doek of een siliconendoek.
§ Knip na het solderen de aansluitdraden direct boven de soldeerplek
af met een zijkniptang.
§ Na het plaatsen controleert u de hele schakeling grondig op een
goede plaatsing en een juiste poling van alle onderdelen. Controleer
ook of niet per ongeluk printbanen met tin zijn overbrugd. Dit kan
niet alleen leiden tot een verkeerde werking, maar ook tot
beschadiging van deze onderdelen. U kunt overvloedig soldeertin
met een schone soldeerstift opnieuw vloeibaar maken. De tin vloeit
dan van de print naar de soldeerstift.
Het bouwen van de bouwset
Dit gedeelte kunt u overslaan indien u een kant en klare bouwsteen heeft aangeschaft.
Voorbereiding
Leg de onderdelen gesorteerd voor u op de werkplek. De afzonderlijke elektronische onderdelen hebben de volgende bijzonderheden, waar u op moet letten om fouten bij het bouwen te voorkomen:
Pagina 86
PZS-3 Nederlands
Weerstanden
Weerstanden „remmen“ de stroom. Zij kunnen in een willekeurig richting worden ingebouwd. De waarde van weerstanden voor kleine vermogens wordt door kleurringen weergegeven. Iedere kleur staat voor een ander cijfer. De tussen haakjes aangegeven kleur geeft de tolerantie waarde aan, deze is hier niet van toepassing.
Waarde Kleurring 100 bruin - zwart - bruin (goud) 1,5 k bruin - groen - rood (goud) 4,7 k geel - violet - rood (goud) 330 k oranje - oranje - geel (goud)
Regelbare weerstanden (potentiometers)
Potentiometers (kortweg „Trimpot“) zijn weerstanden waarbij de weerstandswaarde veranderd kan worden en daardoor aan de omstandigheden kan worden aangepast. In het midden hebben ze een inkeping waar met een schroevendraaier de weerstandswaarde kan worden veranderd. De maximale weerstandswaarde is op de behuizing afgedrukt.
Al naar gelang de inbouwsituatie kan een trimpot met liggende of staande behuizing worden gebruikt. De inbouwrichting wordt door de plaats van de drie aansluitingen bepaald.
Condensatoren
Condensatoren worden o.a. gebruikt voor het afvoeren van stoorspanningen of als frequentie bepalend onderdeel. Keramische condensatoren zijn niet gepoold en kunnen dus richtingsonafhankelijk worden ingebouwd. Ze zijn normaal gesproken van een driecijferig getal voorzien dat de waarde van de condensator versleuteld weergeeft.
Waarde Getal 100 nF 104
Pagina 87
Nederlands PZS-3
Elektrolytische condensatoren
Elektrolytische condensatoren (kortweg „Elco’s“) worden vaak voor de opslag van energie gebruikt. In tegenstelling tot keramische condensatoren zijn ze gepoold. Eén van de beide aansluitingen is voorzien van een min-teken, dat de inbouwrichting aangeeft. De waarde is op de behuizing gedrukt.
Elco’s zijn voor verschillende spanningswaarden verkrijgbaar. Elco’s met een hogere spanningswaarde dan aangegeven zijn zonder problemen te gebruiken.
Diode’s
Diode’s laten de stroom in slechts één richting door (doorlaatrichting). Tegelijkertijd wordt de spanning met 0,3 t/m 0,8 V verlaagd. In de andere richting (sperrichting) laat de diode geen stroom door, behalve als de sperspanning wordt overschreden. Een overschrijding van de sperspanning leidt nagenoeg altijd tot vernietiging van de diode.
De kenmerken van de diode zijn op de behuizing afgedrukt. Diode’s moeten altijd in een bepaalde richting worden
ingebouwd. De doorlaatrichting wordt met een ring aangegeven. Op de printopdruk is dit weergegeven.
Lichtdiode’s (LEDs)
Wanneer lichtdiode’s in doorlaatrichting worden gebruikt lichten ze op. Ze zijn er in vele uitvoeringen (met betrekking tot de kleur, grootte, vorm, lichtsterkte, max. stroom, en lichtspanning) verkrijgbaar. Bij LEDs met draden is de langste draad altijd de anode (pluspool).
Lichtidiode’s moeten altijd via een voorschakelweerstand worden gebruikt, daar ze bij een hoge stroom vrij snel stuk gaan.
Pagina 88
PZS-3 Nederlands
Gelijkrichters
Gelijkrichters vormen wisselspanning om in gelijkspanning maar hebben nauwelijks invloed op de hoogte van de spanning. Ze hebben vier aansluitingen: twee voor de ingangsspanning (wisselspanning) en twee voor de uitgangsspanning (gelijkspanning). De aansluitingen van de uitgang zijn gepoold. De aansluitingen zijn aangegeven op de behuizing.
Transistors
Transistors zijn stroomversterkers, die zwakke signalen in sterkere omzetten. Zij hebben 3 aansluitingen. Omdat deze gepoold zijn moeten ze in een bepaalde richting worden ingebouwd.
De BC-types hebben een huis in de vorm van een halve cilinder (SOT huis). De doorsnede is op de printafdruk weergegeven, de inbouwrichting van de transistor is daardoor bepaald.
De BD-types hebben een platte behuizing (TO huis), waarvan de voorzijde is bedrukt met de typegegevens. De metalen achterzijde is niet bedrukt. Op de printplaat is de achterzijde weergegeven door een dikkere lijn.
IC´s
IC's vervullen al naar gelang het type verschillende taken. Ze zijn gepoold en moeten dus in een bepaalde richting worden ingebouwd. De meest gebruikte behuizing is de zogenaamde "DIL"-behuizing waar aan de zijkanten 4, 6, 8, 14, 16 of 18 pootjes steken. De inbouwrichting wordt door een halfronde of ronde markering op de smalste zijde van de behuizing weergegeven.
ICs zijn zeer gevoelig voor beschadigingen bij het solderen (hitte, elektrostatische lading). Daarom wordt op de plaats van het IC eerst een IC voet gesoldeerd waar later het IC in
Pagina 89
Nederlands PZS-3
wordt gestoken. De inbouwrichting van de voet is eveneens vastgelegd. De markeringen op de print, van de voet en het IC moeten na inbouw over elkaar liggen.
Micro-Controlers
Micro-Controlers zijn IC’s die voor iedere toepassing individueel worden geprogrammeerd. Wanneer zij de IC fabriek verlaten is het geheugen leeg. De geprogrammeerde Micro-Controlers zijn meestal uitsluitend te verkrijgen via de fabrikant van de schakeling.
Optokoplers
Optokoplers zijn IC’s die als lichtsluizen functioneren. Ze bevatten in één huis een lichtdiode en een fototransistor. Het is hun taak om informatie door te geven zonder galvanische verbinding. Meestal worden ze in DIL- behuizingen met 4, 6 of 8 pins geleverd.
Spanningsregelaars
Spanningsregelaars zijn IC’s die een variabele, ongeregelde ingangsspanning omzetten naar een constante uitgangsspanning. Zij worden gefabriceerd met transistorbehuizingen met drie aansluitingen voor de ingang, de uitgang en de massa.
Bij spanningsregelaars in een platte TO behuizing wordt de onbedrukte metalen achterzijde op de printplaat en in de schema’s door een dikke streep weergegeven.
Relais
Relais zijn elektrische omschakelaars, dat wil zeggen dat al naar gelang de stand de ene of de andere (interne) verbinding wordt gesloten. Ze werken als het ware als druktoetsen, dat wil zeggen dat de verbinding net zolang gesloten blijft als de spanning aanwezig is.
Pagina 90
PZS-3 Nederlands
!
Relais met in hetzelfde huis twee omschakelaars komen het meeste voor (kortweg 2xom). Het omschakelen tussen de twee verbindingen is door het klikkende geluid duidelijk hoorbaar.
De inbouwrichting van het in een rechthoekig huis ondergebrachte relais wordt bepaald door de plaatsing van de aansluitpennen.
Printkroonstenen
Printkroonstenen zijn soldeerbare aansluitklemmen. Ze maken een soldeervrije, veilige en toch snel demonteerbare aansluiting van de aansluitkabel op de schakeling mogelijk maakt. Indien er meerdere printkroonstenen ingebouwd moeten worden moeten de klemmen van te voren aan elkaar worden gekoppeld.
Bouwen Opmerking: De onderdelen R6 en JP1, die op de print zijn
weergegeven, worden voor dit doel niet gebruikt en zijn daarom niet gemonteerd.
Begin het bouwen met de weerstanden en de diode´s. Soldeer eerst de onderdelen aan de soldeerzijde en knip dan met een zijkniptang de uitstekende draadeinden krap boven de soldering af.
Soldeer daarom de voetjes voor het IC in. De voetjes moeten overeenkomstig de markering op de print worden ingebouwd.
Ga verder met de relais, de condensatoren, de transistors en de elektrolytische condensatoren. Aansluitend soldeert u de gelijkrichter, de spanningsregelaar, de trimpots en de LED in.
Let op:
Relais, diodes, ICs, transistors, elektrolytische condensatoren, gelijkrichters, spanningsregelaars, trimpots en LEDs moeten overeenkomstig hun polen worden ingebouwd! Wanneer u deze foutief in soldeert kan het betreffende onderdeel bij het in werking stellen beschadigd worden. In het ergste geval kan de gehele schakeling stuk gaan. In elk geval is het onderdeel zonder functie.
Pagina 91
Nederlands PZS-3
!
Aansluitend soldeer de printkroonstenen in, koppel de printkroonstenen voor het inbouwen aan elkaar. Tenslotte steekt u de ICs in de ingesoldeerde IC voetjes.
Let op:
Raak het IC niet eerder aan voordat u ontladen bent, b.v. door even de centrale verwarming vast te pakken. Zorg er voor dat de pootjes niet ombuigen als u ze in het voetje steekt. Let erop dat de markeringen op de print, het voetje en het IC in dezelfde richting liggen.
Het uitvoeren van een optische controle
Voer na het bouwen een optische controle uit en verwijder eventueel aanwezige gebreken:
§ Verwijder alle losse delen zoals, draadresten of tindruppels van de
print. Verwijder scherpe kanten of puntige draadeinden.
§ Controleer of dicht naast elkaar liggende soldeerplekken per
ongeluk met elkaar verbonden zijn. Kortsluitgevaar!
§ Controleer of alle delen juist gepoold zijn.
Wanneer alle problemen opgelost zijn gaat u verder met het volgende punt.
Pagina 92
PZS-3 Nederlands
Het uitvoeren van een functietest
Voer de functietest ook uit wanneer u een kant en klare schakeling heeft aangeschaft daar transportschade niet is uit te sluiten.
Van een controle van alle functies van de schakeling voor het aansluiten op de modelspoorbaan wordt afgezien. Dit brengt zoveel werk met zich mee en heeft geen voordelen ten opzichte van een controle na het inbouwen van de schakeling in de modelspoorbaan De beschrijving van de functietest dient alleen ter controle van de basisfuncties van de schakeling:
§ Sluit een gloeilamp aan op de aansluitingen 9 en 13 .
§ Verbind de beide aansluitingen van de rijtrafo met de aansluitingen 3
en 11 van de schakeling, de poling is niet van belang. Draai de
regelaar van de rijtrafo open.
§ Verbind de extra trafo met de aansluitpunten 2 en 10 en schakel
deze in.
§ Nu moet de gloeilamp langzaam feller gaan branden. De functietest
is hiermee afgesloten. Licht de lamp niet op dan kan dit verschillende oorzaken hebben. Een lijst met mogelijke fouten en het oplossen daarvan treft u aan onder „Checklist voor storingen”.
Pagina 93
Nederlands PZS-3
!
Het aansluiten van de pendeltreinbesturing
Het pendeltreintraject in stukken verdelen
Het stoppen op de beide eindstations en de beide halteplaatsen wordt in werking gesteld nadat de trein in het bijbehorende spoorgedeelte is binnengereden en de in de schakeling geïntegreerde railbezetmelder het binnenrijden van de trein heeft vastgesteld. Het pendeltraject moet als volgt worden ingedeeld:
§ Minstens in de stukken: eindstation 1 en eindstation 2.
§ Naar wens ook in: halteplaats 1 en/of halteplaats 2.
§ Om een spoorstuk te definiëren moet de middengeleider worden
doorgesneden waar de binnenrijdende trein moet beginnen met
remmen.
Het pendeltreintraject met de schakeling verbinden
Bekijk het aansluitschema fig. 3 en de volgende tabel. Maak de verbindingen tussen het pendeltraintraject en de aansluitingen
van de schakeling volgens het schema en de tabel. U moet minstens de verbindingen maken die in de tabel in het grijs zijn aangegeven. De overige verbindingen zijn alleen nodig als u daar behoefte aan heeft.
Aansluiten van de bedrijfsspanning
Verzorgingstrafo (= spanningsverzorging van de schakeling) Zet de trafo nog niet aan!
Rijtrafo (= spanningsverzorging van het pendeltraintraject)
2 en 10
3 en 11
Pagina 94
PZS-3 Nederlands
Aansluiten van het pendeltreintraject
Railstuk Aansluit-
Scheiding
punt Railstaaf, alle railstukken 13 eindstation 1 18 A eindstation 2 8 D Vrij traject
Tussen de eindstations en de haltes kunnen naar behoefte vrije trajecten worden aangelegd.
halteplaats 1 (heenreis) en
5 B
9 en 6 C (1, 2) halteplaats 2 (terugreis)
Het railsruk C kan in twee delen gedeeld worden en naar behoefte door vrije trajecten worden gescheiden, wanneer de beide haltes voor beide richtingen niet op dezelfde plaats liggen.
alleen halteplaats 1 (geen halteplaats 2) 9 C (1) alleen halteplaats 2 (geen halteplaats 1) 6 C (2)
Extra aansluitingen
wissel bij eindstation 2
Wanneer u geen zelfdenkende wissel gebruikt moet u als extra een bi-stabiel relais volgens fig. 3 (niet bijgeleverd) over de wissel aansluiten.
schakelingang „verlenging van de stoptijd“
retourleiding: 1
schakelcontacten: 14,
15
7, massa: 4 (op een halte) resp. "noodstop" (tijdens het rijden)
schakelingang „extra stoppunt(en)“ 12, massa: 4 programmeercontact „opslaan“ 16, massa: 4 programmeercontact „kiezen“ 17, massa: 4
Pagina 95
Nederlands PZS-3
Een wissel aansluiten
Wanneer u een wissel wilt aansluiten, moet u een extra bi-stabiel relais aansluiten volgens fig. 3. Het bi-stabiele relais schakelt telkens de voedingsspanning voor het ene en het andere spoor van eindstation 2 in en uit. Wordt er geen bi-stabiel relais gebruikt, dan krijgen de beide sporen constant spanning.
Noodstop op het eindstation
Wordt een impuls voor het omschakelen van de rijrichting niet door de loc herkend, dan verandert deze bij het eindstation niet van rijrichting en rijdt door in de verkeerde rijrichting. Om ongevallen te voorkomen moet de middengeleider worden onderbroken op de plaats waar de trein niet moet uitrijden.
Gebruik
Eerste gebruik en het in bedrijf nemen van nieuwe locs
In principe is het niet mogelijk dat de pendeltreinbesturing voor de locs een absolute rijrichting („heenreis/terugreis”) instelt. Bereikt een trein een eindstation dan stuurt de schakeling de impuls voor het omschakelen van de actueel ingestelde rijrichting. Bij een eerste gebruik van de pendeltreinbesturing of bij het inzetten van nieuwe locs moet u daarom op het volgende letten:
De trein moet op een halteplats staan (niet op een eindstation) of op een vrij traject. Al naar gelang de stand van het omschakelrelais rijdt hij dan in de richting „heenreis” of „terugreis”. Staat de loc bij een eerste gebruik op een eindstation, dan is het niet uit te sluiten dat de trein in de verkeerde richting tegen het stootblok rijdt.
Moet een tweede trein in het pendeltreinbedrijf worden opgenomen dan moet deze in de rijrichting „Eindstation 1” op het uitgeschakelde spoor in eindstation 2 staan.
Pagina 96
PZS-3 Nederlands
!
Bedrijfscyclus
Tussen de stops verloopt het rijbedrijf telkens in vier fasen, optrekken, vrij rijden, remmen en stoppen. Zodra de remfase begint (d.w.z. de loc in een bepaald railstuk is binnengereden) worden de fasen remmen, stoppen en optrekken tijdafhankelijk gestuurd. Op vrije stukken wordt de trein voorzien van de spanning die is ingesteld op de rijtrafo. De vrije rit wordt door het starten van een nieuwe remfase onderbroken.
Gebruik met twee treinen
De wissel wordt automatisch heen en weer geschakeld waardoor de treinen afwisselend wegrijden van de sporen 1 en 2.
Let op:
De stand van de wissel of de bezettoestand van de beide sporen in eindstation 2 worden niet door de schakeling gecontroleerd. Wanneer de wisselstand van buitenaf veranderd wordt kan het daarom voorkomen dat een binnenrijdende trein een bezet spoor op rijdt.
Verlenging van de stoptijden / Nothalt
Wanneer de schakelingang „verlenging van de stoptijd of noodstop“ met massa wordt verbonden, kunnen voor staande treinen de stopfasen individueel verlengd worden of kan voor rijdende treinen een noodstop worden opgewekt. De schakelingang kan b.v. op een schakelaar of een externe schakeling worden aangesloten. Het sluiten van het massacontact heeft direct gevolgen.
Let op: De stop op een station, halteplaats of tussenstop duurt minstens zo lang als voor de betreffende stop is geprogrammeerd, ook wanneer de verbinding met de massa voor de schakelingang eerder wordt verbroken.
Extra stops
Wanneer de schakelingang „extra stop (s)” met de massa wordt verbonden wordt direct en onafhankelijk van de plaats een stopopdracht in werking gezet. Voor het maken van het massa contact
Pagina 97
Nederlands PZS-3 kan een schakelaar, maar ook een externe schakeling (b.v. een
seinaansturing) worden gebruikt. Let op: de lengte van de fasen optrekken, remmen en stoppen wordt
voor alle tussenstops tegelijk geprogrammeerd.
De pendeltreinbesturing programmeren
Het programmeren van de faselengtes voor de vijf verschillende stops (twee eindstation, twee halteplaatsen, alle extra stops) is identiek. Voer voor alle stops die u wilt programmeren de programmastappen 1 t/m 3 uit.
Programmastap 1: Een stop kiezen
Verbind het programmeercontact „keuze” (17) één keer kort met de massa (4). De LED op de schakeling knippert en geeft daarmee aan dat de eerste stop ingesteld kan worden. Wanneer u het programmeercontact nogmaals met de massa verbindt springt u naar de volgende te programmeren stop. Het aantal knipperingen tussen de pauzes laat zien voor welke van de vijf stops de instellingen gemaakt kunnen worden.
Wanneer u voor een stop geen veranderingen wilt aanbrengen slaat u deze stop over door nogmaals het programmeercontact met de massa te verbinden.
Wanneer u na de keuze van de 5e stop het programmeercontact wederom met massa verbindt komt de schakeling automatisch in het standaard rijbedrijf.
Stop Aantal knipperingen Te programmeren stop 1 1 Eindstation 1 2 2 Halteplaats 1 3 3 Eindstation 2 (beide sporen) 4 4 Halteplaats 2 5 5 Extra stop (s)
Pagina 98
PZS-3 Nederlands
Programmeerstap 2: de faselengtes instellen
Door het instellen van de trimpotmeters stelt u de lengte van de fasen optrekken, stoppen, remmen voor de 5 stopplaatsen vast. Bij de aflevering zijn de fasen op de kortst mogelijke lengte ingesteld. Test de schakeling eerst met deze instellingen. Kies de te programmeren stop uit (zie stap 1) en verleng de fasen door de instelschroef naar rechts te draaien.
Let op: de instellingen worden alleen va kracht wanneer u de instellingen opslaat (zie stap 3).
Potmeter Fase min. lengte (ca.) Pot A R30 optrekken 1 sec. Pot B R1 remmen 1 sec. Pot H R29 stoppen 4-5 sec.
Programmeerstap 3: instellingen opslaan
Nadat de faselengtes voor een stop op de potmeters zijn ingesteld wordt het programmeercontact „opslaan” (16) één keer kort met de massa (4) verbonden.
Let op: Voor u de massaverbinding maakt moet de LED op de schakeling knipperen. Knippert deze niet dan bent u niet in de programmeermode en kunt u geen instellingen opslaan. Het aantal knipperingen tussen de pauzes laat zien voor welke stop de instellingen van de potmeters wordt opgeslagen.
Zolang de massaverbinding aanwezig is, licht de LED op en laat zien dat de instellingen worden opgeslagen.
Tip
Vooral wanneer u alle aansluitmogelijkheden van de schakeling wilt benutten is het aan te raden in de verbindingen tussen de programmeercontacten en de massa aansluiting drukknoppen in te bouwen (deze worden niet meegeleverd.
Pagina 99
Nederlands PZS-3
!
Checklist voor storingen
§ Onderdelen worden heet en / of beginnen te roken.
Verbreek direct de verbinding met het net!
Mogelijke oorzaak: een of meerdere onderdelen zijn verkeerd gesoldeerd. à Voer een optische controle uit.
§ De trein rijdt niet/ functietest: de lamp licht niet op.
Mogelijke oorzaak: De rijtrafo is niet aangesloten. à Controleer de aansluitingen.
§ De instellingen van de trimpotmeters werken niet voor de
faselengte van een stop. Mogelijke oorzaak: De instellingen van de trimpotmeters werden niet of voor een andere stop opgeslagen. à Programmeer de betreffende stop opnieuw. Let met name op de aanwijzingen van de programmeerstappen 1 en 3.
§ De trein rijdt door bij een halteplaats.
Mogelijke oorzaak: De railscheidingen zijn verkeerd gemaakt of het traject is verkeerd aangesloten. à Controleer de juiste plaats van de railscheidingen en de aansluitingen van het traject.
§ De trein rijdt in het eindstation tegen het stootblok.
Mogelijke oorzaak: De loc is op de „verkeerde” rijrichting ingesteld. à Wanneer u de schakeling voor de eerste keer gebruikt of een nieuwe loc wilt inzetten, moet de loc bij het begin van het pendeltreinbedrijf op een vrij traject of een halte staan. Mogelijke oorzaak: De loc heeft de omschakelimpuls niet herkend. à Controleer het omschakelrelais op zijn werking. Eventueel is de loc niet geschikt voor gebruik met de pendeltreinbesturing. Mogelijke oorzaak: De loc heeft een decoder met automatische analoogherkenning. Deze loc is in principe niet geschikt voor gebruik binnen de pendeltreinbesturing.
Pagina 100
PZS-3 Nederlands Opmerking: De onderdelen R6 en JP1, die op de print zijn
weergegeven, worden voor dit doel niet gebruikt en zijn daarom niet gemonteerd. Wanneer u de oorzaak van de fout niet kunt ontdekken, stuur dan de schakeling ter reparatie op (adres op de laatste pagina).
Voorschriften voor de bouwer
Diegene, die een bouwset in elkaar zet of een schakeling door uitbreiding resp. inbouwen bedrijfsgereed maakt, is de fabrikant en is verplicht, bij doorgifte van het product alle begeleidende papieren mee te leveren en ook zijn naam en adres op te geven. Apparaten, die uit een bouwset zijn samengesteld, zijn veiligheidstechnisch als industriële producten te beschouwen.
Certificering
Het product werd overeenkomstig de Europese normen EN 55014-1 en EN 61000-6-3 geontwikkelt en getest. Het product voldoet aan de EG­Richtlijnen 2004/108/EG over elektromagnetische verdraagzaamheid en heeft hiervoor het CE – certificaat.
Garantiebepalingen
Op dit product geven wij 2 jaar garantie. De garantie omvat een gratis reparatie van gebreken, die aantoonbaar terug te voeren zijn op materiaal of fabricage onzerzijds. Daar wij geen invloed hebben op deskundig bouwen of inbouwen wordt bij bouwsets alleen de volledigheid en de correcte toestand van de onderdelen door ons gewaarborgd. Wij garanderen het volledig functioneren van onderdelen in niet ingebouwde toestand overeenkomstig de technische gegevens van de schakeling bij uitgevoerde bouw, resp. inbouw, vakkundige verwerking en het voorgeschreven in bedrijf nemen en gebruik volgens de handleiding.
Pagina 101
Nederlands PZS-3 Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten. Wij zijn, buiten de normale
wetgeving, niet aansprakelijk voor schade of gevolgschade in samenhang met deze producten. Wij behouden het recht van reparatie, verbeteringen, reserve leveringen of teruggave van de koopprijs.
In de volgende situaties vervalt de garantie:
§ indien bij het solderen een niet geschikte soldeerbout,
zuurhoudende soldeertin, soldeervet, zuur houdend vloeimiddel of iets dergelijks is gebruikt,
§ indien de bouwset ondeskundig is gesoldeerd en opgebouwd,
alsmede schade die is ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding,
§ bij verandering en reparatiepogingen aan de kant en klare
bouwsteen,
§ bij eigenmachtige verandering van de schakeling,
§ tijdens de bouw ondeskundige opslag van de onderdelen en het los
bedraden van de onderdelen,
§ bij gebruik van andere, niet tot de originele bouwset behorende of
anders aangeschafte onderdelen,
§ bij beschadigingen van de koperbanen en soldeerogen,
§ bij een verkeerde plaatsing of verkeerde poling van schakelingen /
onderdelen en de daaruit ontstane gevolgschade,
§ bij schade door overbelasting van de schakeling,
§ bij het aansluiten van een verkeerde spanning of stroom,
§ bij schade door derden,
§ bij foutief bedienen of schade door een verkeerde behandeling of
misbruik,
§ bij schade door het aanraken van onderdelen voordat een statische
ontlading heeft plaatsgevonden.
Pagina 102
PZS-3
Stückliste - Parts list - Nomenclature – Stuklijst
R21, R22, R33, R34 100 Widerstände - Resistors
Résistances - Weerstanden
Trimmpotis - Trim pots Potentiomètres Trimmpotmeter Dioden - Diodes D1- D20 1N4004* LED LED1 LED 3mm Transistoren - Transitors T1, T2 BC547
Kondensatoren – Condensers Condensateurs - Condensatoren
Elkos Electrolytic capacitors Condensateurs électrolytiques Elco’s
Gleichrichter – Rectifiers Redresseurs - Gelijkrichters ICs – IC – CI– IC´s IC1 PIC16F627P
Soquet IC – IC-voetje
Seite - Page - Page - Pagina I.1
R3, R12, R14, R15, R16 R2, R4, R5, R6, R10, R11, R13 R17, R18, R19, R31, R32 R1, R29, R30 470 k
T3, T4 BD679 Q1 BD680 C1, C2, C3, C6, C7, C8, C10, C11, C13, C14, C15 C4, C5 100 µF/25 V C9 220 µF/25 V C16 470 µF/25 V C17, C18 470 µF/50 V B1, B2 B80C800
OK1, OK2 PC827 IC1 18-pol.IC-Sockel – IC-socket OK1, OK2 8-pol.
1,5 k
4,7 k
330 k
100 nF
PZS-3
H
A
B
Spannungsregler - Voltage regulators Régulat. de tension - Spanningsregelaars Relais RL1 2 x Um Anreihklemme - Terminal strip Bornier - Printkroonstaan
IC2 7805
X1 9-pol.
* oder ähnlich - or similar - ou équivalent - of gelijkwaardig
Fig. 1: Bestückungsplan - PCB layout –
Plan d´implantation - Printplan
+
Seite - Page - Page - Pagina I.2
PZS-3 PZS-3
Fig. 2: Anschlussplan – Connections – Plan de connexion - Aansluitplan
Seite - Page - Page - Pagina II Seite - Page - Page - Pagina II
PZS-3 PZS-3
Fig. 3: Anschluss eines bistabilen Relais an der Weiche
Connecting a bistable relay to the points Association d´un relais bistable à l’aiguillage Aansluiten van een bi-stabiel relais aan de wissel
Seite - Page - Page - Pagina III Seite - Page - Page - Pagina III
PZS-3 PZS-3
Fig. 4: Schaltplan - Circuit diagram - Schéma de principe - Schakelschema
Seite - Page - Page - Pagina IV Seite - Page - Page - Pagina IV
n
n
n
Aktuelle Informationen und Tipps:
Information and tips:
Informations et conseils:
Actuele informatie en tips:
http://www.tams-online.de n
Garantie und Service:
Warranty and service:
Garantie et service:
Garantie en service:
Tams Elektronik GmbH
Rupsteinstraße 10
D-30625 Hannover fon: +49 (0)511 / 55 60 60 fax: +49 (0)511 / 55 61 61
e-mail: modellbahn@tams-online.de
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
Loading...