Opmerkingen over deze downloadversie van de handleiding
Deze handleiding geeft u een overzicht van de kenmerken en functies van de digitale centrale
mc². De handleiding is echter maar een deel van de instructies. Een ander essentieel
onderdeel is de directe hulp in de webinterface van de centrale unit, de zogenaamde mc²Toolbox. U kunt via het internet verbinding maken met een echte digitale centrale mc² en de
webinterface testen.
Link naar de mc²-Toolbox
Aanwijzingen voor gebruikers van de digitale centrale mc²
Deze download versie van de handleiding komt mogelijk niet overeen met de software en/of
hardware versie van uw mc². Gebruik a.u.b. alleen de versie van de handleiding die
beschikbaar is om te downloaden in de mc²-Toolbox.
Versie 1.01 05/2021
Deze handleiding maakt deel uit van de gebruikerssoftware "mc²-Toolbox" en is geldig voor::
Hardware van de mc²: Versie 1.4
Firmware van de mc²: Versie 1.03
Software voor webinterface mc²-Toolbox: Versie 1.10
Alle rechten voorbehouden, met name het recht van verveelvoudiging en distributie, alsmede
vertaling. Voor kopieën, reproducties en wijzigingen in welke vorm dan ook is de schriftelijke
toestemming van Tams Elektronik GmbH vereist. Wij behouden ons het recht voor om
technische wijzigingen aan te brengen.
Updates
Download de laatste versie van de handleiding nadat u een update van de mc²-Toolbox (de
software voor de webinterface van de mc²) heeft uitgevoerd. Bijlage B bevat een overzicht
van de wijzigingen en toevoegingen aan het handboek.
De handleiding afdrukken
De opmaak is geoptimaliseerd voor dubbelzijdig afdrukken. De standaard paginagrootte is
DIN A5. Als u de voorkeur geeft aan een grotere weergave, wordt het aanbevolen op DIN A4
af te drukken.
Bijlage B: Wijzigingen en aanvullingen...................................................................................
0.1.4 | Inhoud
tams elektronik
1. Starten
De handleiding voor de digitale centrale mc² bestaat uit de volgende delen:
de handleiding, die in gedrukte vorm bij de levering is gevoegd en die alle informatie bevat
die u nodig hebt om de mc² veilig en correct in gebruik te nemen. De inhoud van de gids is
ook in deze handleiding opgenomen. Bewaar de handleiding echter op een veilige plaats
voor het geval u de mc² opnieuw in gebruik wilt nemen en de handleiding niet bij de hand
hebt. Als u de digitale centrale aan iemand anders doorgeeft, geef dan ook de gids mee.
deze handleiding, die kan worden gedownload in de mc²-Toolbox (de webinterface van de
centrale). In de handleiding vindt u alle informatie die u nodig heeft voor een veilige en
correcte aansluiting op uw systeem en externe apparaten, alsmede een overzicht van de
configuratie van uw mc² en instructies voor de bediening. Opmerking: De handleiding is
van toepassing op de softwareversie(s) van de mc² zoals gespecificeerd op pagina 0.2 van
deze handleiding.
de directe hulp in de mc²-Toolbox
Inhoud van het pakket
Controleer na het uitpakken de levering op volledigheid:
digitale centrale mc²
netvoeding
netsnoer (zwart) met eurostekker (CEE 7/16) en stekker voor netsnoeraansluiting
(Europese versie / C7)
aansluitkabel (grijs) met RJ-45 connectoren (ten minste Cat. 5e)
een 4-polige stekker voor aansluiting op hoofd- en programmeerspoor en een 3-polige
stekker voor aansluiting op externe boosters
4 plastic beugels voor de montage van de mc²
deze gids en stickervel voor het labelen van de aansluitkabels
Benodigde extra apparaten
Het is niet mogelijk de digitale centrale mc² te gebruiken zonder bijkomende toestellen. U kunt
de volgende apparaten gebruiken voor de inbedrijfstelling, configuratie en exploitatie van de
modelspoorbaan:
InbedrijfstellingConfiguratieExploitatie
PCXXX
Tablet
(en WLAN router)
Smartphone
(en WLAN router)
HandControl 2---
Andere digitale
besturingseenheden
XXX
X
------X
X
(niet aanbevolen)
X
(beperkt)
X
X
Starten | 1.1
tams elektronik
Beoogd gebruik
De digitale centrale mc² is bestemd voor de besturing van digitale modelspoorbanen
overeenkomstig de informatie in de instructies (bestaande uit de gids, de handleiding en de
directe hulpmiddelen). Voor de stroomvoorziening is alleen de bij de levering inbegrepen
netvoeding toegestaan. Elk ander gebruik is niet zoals bedoeld en maakt de garantie ongeldig.
Tot beoogd gebruik behoort ook het lezen, begrijpen en opvolgen van alle onderdelen van de
instructies. De mc² is niet bedoeld voor gebruik door kinderen onder de 14 jaar.
Veiligheidsinstructies
Onjuist gebruik en het niet in acht nemen van de instructies kunnen leiden tot onberekenbare
gevaren. Voorkom deze gevaren door de volgende voorzorgsmaatregelen te nemen:
Gebruik de digitale centrale en de netvoeding alleen in gesloten, schone en droge ruimten.
Vermijd vochtigheid en spattend water in de buurt. Nadat zich condens heeft gevormd,
wacht u twee uur om te acclimatiseren alvorens het te gebruiken.
Koppel de digitale centrale los van de stroomvoorziening voordat u
bedradingswerkzaamheden uitvoert.
Steek de netstekker van de netvoeding alleen in correct geïnstalleerde en gezekerde
geaarde stopcontacten.
De verwarming van de digitale centrale en de netvoeding tijdens de werking is normaal en
ongevaarlijk. Bewaar een afstand van ten minste 20 cm tussen de zijkanten, de bovenkant
en de achterkant en de omringende oppervlakken om een ongehinderde luchtuitwisseling
mogelijk te maken en de toestellen tegen oververhitting te beschermen.
Stel de apparaten niet bloot aan hoge omgevingstemperaturen of direct zonlicht. Neem de
informatie over de maximale bedrijfstemperatuur in de technische gegevens in acht.
Controleer regelmatig de bedrijfsveiligheid van de apparaten, bijv. op beschadigingen van
de aansluitkabels of beschadigingen van de behuizing.
Als u schade vaststelt of als er storingen optreden, schakel dan onmiddellijk de
voedingsspanning uit. Stuur de digitale centrale en/of de netvoeding op voor inspectie.
In de netvoeding komen gevaarlijke spanningen voor. Open daarom nooit de behuizing van
de voedingseenheid.
Zorg
Gebruik geen schoonmaakmiddelen om de mc² en de netvoeding te reinigen. Veeg de
apparaten alleen droog. Koppel de apparaten los van de stroomvoorziening voordat u ze
reinigt.
1.2 | Starten
tams elektronik
2. Inbedrijfstelling
Na de inbedrijfstelling moet u uw mc² eerst configureren, d.w.z. aanpassen aan uw ideeën en
afstemmen op de omstandigheden van uw modelspoorbaan. Het is daarom niet aan te raden
om de mc² op te starten met een smartphone, omdat de weergave van de mc²-Toolbox (de
webinterface van uw control center) onduidelijk is door de kleine schermgrootte.
Directe aansluiting op de PC
U kunt uw mc² rechtstreeks op uw PC aansluiten.
Steek de (grijze) patchkabel aan één
zijde in de LAN interface van de mc² en
aan de andere zijde in de RJ45
aansluiting van de netwerkinterface van
uw computer.
Verbinding maken met het intranet/internet
Door uw mc² aan te sluiten op uw router, kunt u apparaten zoals een PC, tablet of
smartphone die ook een verbinding met de router hebben, gebruiken om uw mc² te
configureren en uw systeem te bedienen. U kunt de router ook gebruiken om verbinding te
maken met het internet, dat u moet controleren op updates.
Steek de (grijze) patchkabel aan één zijde
in de LAN interface van de mc² en aan de
andere zijde in een vrije RJ45 aansluiting
van de router.
Inbedrijfstelling | 2.1
tams elektronik
!
!
Aansluiting op de stroomvoorziening
Opmerking:
Gebruik uitsluitend de meegeleverde netvoeding als stroomvoorziening voor uw mc² en de
componenten van uw systeem die door de geïntegreerde booster worden gevoed.
Steek eerst de 4-polige apparaatstekker
van de voedingskabel in de "Power"
aansluiting aan de achterzijde van de
mc², met het platte gedeelte van de
stekker naar boven.
Opmerking:
De stekker is voorzien van een vergrendeling die voorkomt dat de voedingskabel er per
ongeluk wordt uitgetrokken. Om de kabel eruit te trekken, moet u de pal naar de kabel toe
trekken. Trek de kabel nooit met geweld uit het stopcontact! Als u dat wel doet, kunnen de
aansluitingen in uw mc² beschadigd raken.
Steek vervolgens het bijgeleverde (zwarte) netsnoer in de aansluitbus van de netvoeding en in
het stopcontact.
Uitlezen van het IP adres van de mc²
Houd de "GO" toets van de mc² ingedrukt totdat "IP" op het display verschijnt. Als u op de
"GO"-toets blijft drukken, verschijnen de cijfers van het IP-adres één voor één. Tip: Schrijf de
cijfers op, inclusief de punten.
Structuur van het IP-adres: 123.456.789.123
Opmerking: Voorloopnullen (na een punt) worden niet getoond in de browserweergave.
Opvragen van het IP adres in de browser
De mc²-Toolbox (d.w.z. de webinterface van de mc²) is getest met de browsers Chrome,
Firefox, Opera en Edge. Het gebruik van de browsers Internet Explorer en Safari wordt niet
aanbevolen, aangezien deze niet alle vereiste functies ondersteunen.
Voer het gelezen IP-adres in de browser van de PC, tablet of smartphone in. De startpagina
("Home") van de mc²-Toolbox wordt dan geopend.
2.2 | Inbedrijfstelling
tams elektronik
Gebruikersinstellingen in de mc²-Toolbox
Stel het volgende in op de startpagina van de webinterface van uw mc²:
Taal ("Language")
Weergave van de submenu-items: Wijzig de weergave door op de pictogrammen te klikken.
Submenu-items worden altijd weergegeven.
Submenu-items worden alleen getoond na klikken op het
hoofdmenu-item van het hogere niveau.
Handleiding downloaden
Voordat u de mc² aansluit op uw modelspoorbaan, downloadt u de handleiding van de
startpagina van de mc²-Toolbox ("Home") en leest u deze zorgvuldig door. In de handleiding
vindt u alle informatie die u nodig heeft voor het aansluiten op uw layout en externe
apparaten, alsmede een overzicht van de configuratie van uw mc² en aanwijzingen voor de
bediening.
In de handleiding vindt u ook de controlelijst voor het oplossen van problemen, de technische
gegevens van de besturingseenheid en de voedingseenheid en de garantieverklaring.
Voor de eerste proefrit
Voor een eerste testrit kunt u uw mc² b.v. aansluiten op een aparte spoorovaal, waarvoor de
geïntegreerde booster voldoende is, en vertrouwd raken met de functies van het
commandostation.
De volgende dingen moeten worden gedaan voordat je een eerste ronde met een locomotief
kunt rijden:
Sluit de spooruitgang van de mc² aan op de rails (→ paragraaf 4.1 in de handleiding).
Configureer de geïntegreerde booster, d.w.z. stel de baanspanning en de maximale stroom
in voor de nominale breedte van uw modelbaan (→ menu-item "Systeem / Boosters").
Om een locomotief te besturen, gaat u als volgt te werk:
DCC-decoder: Open de virtuele HandControl op de startpagina ("Home") van de mc²-
Toolbox. Voer het DCC-adres in en stuur de locomotief. Voor de functionaliteit van de
HandControl.vi → paragraaf 6.3.1 in de handleiding.
MM-decoder: Voordat u een loc met de HandControl.vi kunt besturen, moet u het MM-adres
in de loclijst aanmaken en een MM-formaat aan de loc toewijzen (→ menu-item "Systeem /
Voertuigen").
mfx-decoder: lees eerst de UID uit en wijs een adres toe aan de decoder (→ menu-item
"Werking / Programmering / m3"). U kunt dan de locomotief in m3 formaat besturen met
de HandControl.vi.
Inbedrijfstelling | 2.3
tams elektronik
2.4 | Inbedrijfstelling
Display submenu instellen
Taal
uitkiezen
Virtuele
besturingseenheden
"Boredom mode"
(de-)activeren
Tip van de dag
(de-)activeren
tams elektronik
3. Youw mc²
De belangrijkste taken van uw mc² zijn
het versturen van de digitale rij- en schakelcommando's naar de voertuig- en
accessoiredecoders,
het ontvangen en doorsturen van de terugmeldingssignalen van decoders en
terugmeldmodules,
het fungeren als "medium" voor het programmeren van de decoders.
Bovendien
is in uw mc² een booster geïntegreerd, die de digitale signalen naar de baan brengt en de
voertuigen van stroom voorziet,
fungeert uw mc² als interface met diverse extra apparaten, zoals externe invoerapparaten,
feedbackmodules, pc's en mobiele apparaten.
Browser-gebaseerd
Uw mc² maakt gebruik van de mogelijkheden van pc's, mobiele toestellen zoals smartphones
of tablets en snel internet in particuliere huishoudens.
De webinterface "mc²-Toolbox", d.w.z. de software waarmee u uw digitale besturing
configureert en uw modelspoorbaan bestuurt, is toegankelijk via de browser van een pc, tablet
of smartphone. U heeft dan toegang tot alle functies van de mc². De mc²-Toolbox is
geïnstalleerd op uw mc² en u kunt deze updaten, net zoals de firmware van het bedieningspaneel. U hoeft geen software of app te installeren op uw PC of mobiele toestellen.
De vraag of de besturingssystemen van de verschillende apparaten compatibel met elkaar zijn,
doet derhalve niet ter zake.
U kunt de mc² via een router aansluiten op uw thuisnetwerk en op het Internet. De aansluiting
op een Wlan-router is een eerste vereiste voor het gebruik van mobiele toestellen. Als
alternatief kunt u een PC rechtstreeks op uw mc² aansluiten (zonder omweg via een router).
Een internetverbinding is alleen vereist als updates moeten worden aangevraagd.
De Toolbox van de mc²
Met de Toolbox (de webinterface van de mc²) beheert u uw digitale besturing, inclusief alle
aangesloten invoerapparaten, terugmeldmodules en boosters. U kunt
uw mc² configureren, d.w.z. aanpassen aan uw ideeën en de omstandigheden van uw
modelbaan,
uw voertuig- en accessoiresdecoders programmeren,
uw terugmeldmodules beheren en berichten opvragen van de verschillende databussen
Voor de besturing van uw modelbaan heeft u verschillende mogelijkheden, die u naar believen
kunt combineren:
virtuele bedieningsapparaten die u opent op uw smartphone, tablet of pc (→ paragraaf
3.3)
digitale invoerapparaten van diverse fabrikanten (→ paragraaf 3.4)
speciale PC-besturingssoftware (→ paragraaf 3.6)
3.2 | Youw mc²
tams elektronik
3.1. Weergave- en bedieningselementen
STOP & GO
Deze twee knoppen van de mc² worden gebruikt
om de baanspanning in en uit te schakelen
om een reset te starten
als een trigger voor het tonen van het IP adres
om de interne configuratie te wissen
Weergave
Het 2-cijferige 7-segment display toont essentiële informatie, bijv.
het stroomverbruik in het booster bereik van de interne booster
de bedrijfsstatus (kortsluiting, stop, normale werking)
het IP-adres (als gevolg van de beperking tot 2 weergavevelden in verschillende "reeksen")
de voortgang van een update
RGB-LED's in de behuizing
De boven- en onderkant van de mc² zijn gemaakt van doorschijnend plastic. Tijdens het
gebruik geven de in de behuizing ingebouwde RGB-LED's de bedrijfsstatus van de mc² van
een afstand zichtbaar aan, bijv. groen voor "normale werking" of rood voor "stop,
baanspanning is uitgeschakeld".
Baanspanning = uitBaanspanning = aan
Youw mc² | 3.3
tams elektronik
3.2. Protocollen
Digitale formaten
De mc² zendt digitale rij- en schakelcommando's naar de voertuig- en accessoiredecoders in
de volgende formaten:
DCC: 14, 28 of 128 snelheidsstappen
Motorola: I en II (14 of 28 snelheidsstappen)
m3: Dit formaat maakt het mogelijk voertuigdecoders voor het mfx-protocol te besturen.
Opmerking: Automatische registratie van mfx-decoders bij de commandopost is niet
mogelijk.
BiDiB
De mc² is tegelijkertijd BiDiB interface en BiDiB track output device in de zin van de BiDiB
specificatie.
Op de BiDiB interface van de mc² kunnen maximaal 31 nodes van één niveau worden
aangesloten. Met een geschikte PC-besturingssoftware kunnen digitale commando's worden
gezonden en berichten worden ontvangen en geëvalueerd via de BiDi-bus.
CAN, EasyNet en XpressNet
Deze protocollen definiëren uitsluitend de communicatie tussen invoerapparaten (b.v.
handregelaars) en de mc², maar niet de overdracht van digitale commando's of
feedbacksignalen.
DCC-A
De op RailCom gebaseerde uitbreiding van het DCC-formaat maakt automatische registratie
van voertuigdecoders bij de centrale mogelijk. Momenteel (vanaf april 2021) is er een
ontwerpnorm van de RailCommunity, die naar verwachting in de loop van 2021 zal worden
aangenomen.
LocoNet
In een latere softwareversie zal het mogelijk zijn om via LocoNet schakelcommando's te
versturen en de feedback van LocoNet te evalueren. De update zal gratis kunnen worden
gedownload.
RailCom
In de mc² is een globale RailCom-detector ingebouwd, die de berichten van de RailComdecoders ontvangt en doorstuurt naar de PC. Voor het doorsturen van de RailCom berichten
naar de PC besturingssoftware gebruikt de mc² het BiDiB protocol.
s88
Er kunnen maximaal 52 s88- of s88-compatibele modules (= 832 contacten) op de s88interface worden aangesloten. Opmerking: De s88-compatibele modules omvatten
bijvoorbeeld ook terugmeldmodules die via de CAN-businterface zijn aangesloten.
Gegevensoverdracht naar de PC
Informatie over de protocollen die worden gebruikt voor de gegevensoverdracht tussen de
mc² en de PC vindt u in hoofdstuk 3.6.
3.4 | Youw mc²
tams elektronik
3.3. Virtuele controleurs
Vanuit de Toolbox hebt u toegang tot verschillende virtuele besturingsapparaten om uw
installatie te besturen. De virtuele controllers zijn geoptimaliseerd voor gebruik met
smartphones of tablets, maar kunnen net zo goed vanaf het pc-scherm worden gebruikt.
De HandControl.vi is gelijk
aan de echte HandControl.2
en kan worden gebruikt om
voertuigen en
schakelfuncties tot F9 aan te
roepen.
Met de DriveControl.vi
kunnen 4 locs tegelijk
worden aangestuurd. Het
snelheidsniveau kan worden
ingesteld, de rijrichting kan
worden veranderd en de F0functie kan worden in- en
uitgeschakeld.
Met de FunctionControl.vi
kunnen locomotieven
fijngevoelig worden bestuurd
en kunnen functies tot F32
worden geschakeld.
De SwitchControl.vi is
bedoeld voor het schakelen
van wissels (of andere
stationaire componenten).
De laatst opgeroepen loc
blijft onder controle.
Youw mc² | 3.5
tams elektronik
3.4. Externe digitale invoerapparaten
De mc² heeft interfaces voor diverse digitale invoerapparaten van verschillende fabrikanten. U
kunt handbesturingseenheden en/of digitale commandostations voor de volgende
bussystemen in uw digitale besturingssysteem integreren:
Märklin CAN-Bus
LocoNet
XpressNet
EasyNet
Via de universele interface "rec" kunt u ook alle digitale centrales voor het DCC- of Motorolaformaat, die over een railuitgang beschikken, in het EasyControl-systeem integreren en als
externe stuur- en schakelapparatuur gebruiken.
Mogelijke toepassingen voor externe digitale invoerapparaten
Rijden
(voertuigdecoders
besturen)
Schakelen
(toebehoor decoders
besturen)
Programmeren
(decoders
programmeren)
configureren
(digitale besturing / mc²
instellen)
CANXX------
LNetX
nog niet
geïmplementeerd
(vanaf 04/2021)
------
EasyNetXXXbeperkt mogelijk
XNetXXX (alleen POM)---
recXX------
3.6 | Youw mc²
tams elektronik
3.5. Boosters
Geïntegreerde booster
In de mc² is een booster geïntegreerd, die maximaal 6,5 A stroom kan leveren. Deze stroom is
gewoonlijk voldoende voor de werking van modelspoorbanen van alle nominale grootten.
Afhankelijk van de nominale grootte moet de maximale uitgangsstroom worden begrensd.
Kortsluitingsgevoeligheid: 1 - 6,5 A. Hij kan in stappen van 0,5 A worden aangepast aan de
nominale grootte van de baan.
Baanspanning: 8 - 22 V. Hij kan worden ingesteld in stappen van 1 V.
Baansignaal: symmetrisch
RailCom-uitschakeling: kan worden uitgeschakeld
De statusmeldingen van de geïntegreerde booster worden via BiDiB aan de besturingssoftware
doorgegeven. Zij zijn dan beschikbaar als basis voor booster management.
Externe boosters
Wanneer één booster bereik niet voldoende is voor de werking van de modelbaan, of wanneer
de signalen voor voertuig- en toebehoor decoders afzonderlijk moeten worden uitgevoerd,
kunnen extra externe boosters worden aangesloten. Er kunnen zowel Märklin-compatibele
boosters als DCC-compatibele boosters worden gebruikt.
Boosters die voldoen aan de BiDiB-specificatie of boosters voor gebruik in LocoNet kunnen
rechtstreeks op de desbetreffende interfaces worden aangesloten. Het gebruik van
verschillende booster types voor afzonderlijke delen van de modelbaan of afzonderlijk voor de
taken "rijden" en "schakelen" is in principe mogelijk.
Uitvoer van rij- en schakelcommando's
Voor de railuitgang van de geïntegreerde booster en de interfaces voor Märklin-compatibele en
DCC-conforme boosters wordt apart ingesteld of er
rij- en schakelcommando's of
alleen rijcommando's
moeten worden uitgevoerd. De instelling voor de geïntegreerde booster geldt ook voor
boosters op de BiDiB- en LocoNet-interfaces.
Youw mc² | 3.7
tams elektronik
3.6. PC-bediening
Protocollen: BiDiB of p50x
De mc² gebruikt het BiDiB protocol of - indien dit niet wordt ondersteund door de software het p50x protocol om de gegevens die worden uitgewisseld tussen de centrale en de PC
besturingssoftware te coderen.
Met software die BiDiB ondersteunt, kunnen alle mogelijkheden van bidirectionele
communicatie via de BiDiBus worden benut. Dit omvat b.v.:
het direct verzenden van digitale commando's aan de stationaire BiDiB-knooppunten via de
BiDiBus-kabels (b.v. aan de accessoire-decoders).
terugkoppeling ontvangen van de stationaire BiDiB-knooppunten (bv. van boosters en
aanvullende decoders)
de ontvangst van berichten van de in de mc² geïntegreerde globale RailCom-detector.
Indien van deze mogelijkheden gebruik wordt gemaakt, worden de veiligheid en de
transmissiesnelheid in PC-gestuurde systemen aanzienlijk verhoogd.
Indien het BiDiB protocol niet wordt ondersteund door de PC besturingssoftware, wordt de
gegevensoverdracht tussen mc² en PC automatisch uitgevoerd via het p50x protocol. BiDiBknooppunten kunnen dan niet of slechts in beperkte mate worden gebruikt. BiDiBterugkoppelingen worden bv. behandeld als s88-terugkoppelingen. De transmissie van
RailCom-berichten van de geïntegreerde globale RailCom-detector naar de PCbesturingssoftware is dan niet mogelijk.
TCP naar TCP
Standaard worden de gegevens verzonden van de mc² naar de PC of router via de LAN
interface met gebruikmaking van het netwerkprotocol TCP ("Transmission Control Protocol").
Of de gegevens gecodeerd zijn in het BiDiB- of het p50x-protocol is niet van belang. Veel
nieuwere versies van modelbaanbesturingsprogramma's ondersteunen TCP.
TCP naar COM: virtuele COM-poort instellen
Bij oudere modelbaanbesturingsprogramma's of oudere versies van de besturingsprogramma's
is de gegevensoverdracht tussen PC en centrale meestal gebaseerd op de RS-232 standaard
voor seriële interfaces. In de meeste gevallen gebruiken deze programma's alleen het p50xprotocol voor het coderen van de gegevens.
Een eerste vereiste voor het gebruik van deze programma's is het opzetten van een virtuele
seriële poort (of met andere woorden: een virtuele COM-poort). Op Internet zijn hiervoor
verschillende programma's beschikbaar, waarmee een stuurprogramma voor een virtuele
COM-poort op de PC kan worden ingesteld.
3.8 | Youw mc²
tams elektronik
4. Aansluitingen
Gevaar voor verwarring!
!
Merk op dat identieke connectoren worden gebruikt voor verschillende bussystemen:
RJ12: LocoNet en XpressNet
RJ45: EasyNet, BiDiB, S88-N en LAN
Wees daarom zeer voorzichtig bij het insteken van de aansluitkabels! Let op dat u de kabels
niet per ongeluk in de verkeerde stopcontacten steekt! In het ergste geval kan (zelfs
onherstelbare) schade ontstaan aan uw mc² en/of de aangesloten apparaten. Dit geldt met
name voor EasyNet-apparaten, s88-modules en BiDiB-componenten.
Als u aansluitkabels met RJ12-pluggen in RJ45-bussen steekt, zullen de aansluitpennen in de
bus verbogen worden. In dat geval raden wij aan het bedieningspaneel ter reparatie op te
sturen.
Vermijd deze risico's door de aansluitkabels te markeren (bijv. met de bij de levering gevoegde
etiketten) en/of voor de verschillende bussystemen verschillend gekleurde kabels te gebruiken,
bijv.
rood voor EasyNet
blauw voor de s88 bus
groen voor de BiDi-bus
grijs voor Ethernet (Lan)
Plug & Play
U kunt op elk moment verbindingen tot stand brengen of onderbreken van en naar externe
apparaten naar uw mc² - zelfs tijdens het gebruik (plug and play).
Verdeler
Om het gebruik van meerdere digitale besturingstoestellen op één interface mogelijk te
maken, kunt u verdelers gebruiken:
LocoNet en XpressNet RJ12 EasyNet RJ45
Y-verdeler RJ12
(Artikelnummer 73-80493-01)
Ingang: 1 x RJ12
Uitgang: 2 x RJ12
XL-verdeler (Artikelnummer 73-80496-01)
Ingang: 1 x RJ12 | Uitgang: 5 x RJ12
EasyNet-verdeler (Artikelnummer 73-80195-01)
Ingang: 1 x RJ45 | Uitgang: 4 x RJ45
Y-verdeler RJ45
(Artikelnummer 73-80190-01)
Ingang: 1 x RJ45
Uitgang: 2 x RJ45
Aansluitingen | 4.1
tams elektronik
!
!
4.1. oofdspoor en programmeerspoor
Verbind de twee spooraansluitingen van de geïntegreerde booster
met de twee rails (voor 2-draads systemen) of
met één rail en de middengeleider (voor 3-draads systemen).
De boosterstroom moet op een afstand van ca. 2 à 3 m van een ringleiding in het spoor
worden ingevoerd, aangezien de weerstanden bij de overgangen van de spoorsecties vrij
hoog zijn. Als de afstanden te groot worden gekozen, kunnen er problemen ontstaan met de
kortsluitingterugkoppeling of met de stroomvoorziening van de voertuigen.
Gebruik de bijgeleverde 4-pins connector
voor het aansluiten van de kabels die naar
het hoofdspoor ("Main") of naar het
programmeerspoor ("Prog") leiden.
Steek de aansluitkabels in het
stekkergedeelte, schroef ze vast, en steek
vervolgens het stekkergedeelte in de
contactdoos aan de achterzijde van de
mc², met de schroeven naar boven.
Aanbevolen kabeldoorsneden
Programmeer spoor: 0,75 mm²
Hoofdspoor: 0,75 tot 1,5 mm² (afhankelijk van de stroom)
Booster configuratie
Opmerking:
Voordat u uw modelbaan in gebruik neemt, moet u de booster configureren (→ paragraaf
5.5). Indien de baanspanning en/of de max. stroomsterkte te hoog zijn ingesteld, kan
tijdens het gebruik schade aan de rails en/of voertuigen ontstaan.
Programmeerspoor
U kunt een apart stuk spoor gebruiken als programmeerspoor of een stuk spoor op uw
modelbaan (b.v. een zijspoor) dat u tijdens het programmeren elektrisch kunt loskoppelen van
de rest van de modelbaan.
Opmerking:
Als u het programmeerspoor in uw modelspoorbaan integreert, moet u ervoor zorgen dat
beide sporen tijdens het programmeren elektrisch losgekoppeld zijn van de rest van de
modelbaan. Anders kan de aansluiting van het programmeerspoor van de mc²beschadigd worden! Anders zou je alle decoders op de modelbaan programmeren, die
reageren op het ingestelde dataformaat.
4.2 | Aansluitingen
tams elektronik
4.2. Aansluiting van externe digitale apparaten
4.2.1. Apparaten voor de CAN-bus
Info
De CAN-bus is eigenlijk een databus die is ontwikkeld voor de (auto-)industrie, en wordt door
diverse modelspoorwegfabrikanten gebruikt voor communicatie tussen digitale apparaten.
Opmerking: De fabrikanten gebruiken verschillende gegevensprotocollen, daarom kunnen de
toestellen van verschillende fabrikanten niet met elkaar communiceren. Het protocol van de
CAN-interface van de mc² is dat van de Märklin CAN-bus.
Aansluiting: 10-pin
Voor de aansluiting van
Mobile Station 2 en 3 (niet MS 1)
Central Station 2 en 3 ( geconfigureerd als
"Slave")
Terugmeldmodules voor de Märklin CAN-
bus
Opmerking: De terugmeldmodules verzenden hun gegevens
via de CAN-bus, het gegevensprotocol komt overeen met de
s88-bus.
Mogelijke toepassingen van de CAN-invoerapparaten
U kunt de invoerapparaten, die u via de interface voor de CAN-bus in het digitale systeem
integreert, gebruiken
om voertuigdecoders voor Motorola, DCC en mfx (deze laatste in m3-formaat) aan te sturen
of
om accessoiredecoders voor Motorola en DCC te schakelen.
Het is echter niet mogelijk om decoders te programmeren of digitale besturing te configureren
met behulp van CAN-invoerapparaten.
Stroomvoorziening van de apparaten op de CAN-interface
Apparaten zoals de handcontrollers Mobile Station 2 en 3 worden via de buslijn van stroom
voorzien. Central Station 2 en 3 en terugmeldmodules voor de CAN-bus hebben hun eigen
stroomvoorziening.
Opmerking:
!
De totale stroom van alle externe digitale apparaten die op de verschillende interfaces van
de mc² zijn aangesloten en niet over een eigen voeding beschikken, mag niet meer dan
1,2 A bedragen. Anders zal de mc² automatisch de stroomvoorziening voor de externe
apparaten uitschakelen.
Aansluitingen | 4.3
tams elektronik
!
4.2.2. Apparaten voor het LocoNet
Info
Op de LNet-aansluiting kunnen digitale toestellen worden aangesloten waarvan de
gegevensoverdracht verloopt via het door Digitrax ontwikkelde LocoNet.
Aansluiting: RJ12
Voor de aansluiting van
FRED handcontroller van Uhlenbrock
DAISY 2 handcontroller van Uhlenbrock
SmartControl light van Piko
LocoNet boosters
LocoNet toebehoor decoders
LocoNet terugmeldmodules
Opmerking: Het aansturen van boosters en toebehoor
decoders voor LocoNet en het doorsturen van
terugmeldingen van LocoNet worden op dit moment nog niet
ondersteund. (Status: 04/2021).
Mogelijke toepassingen van de LocoNet invoerapparaten
U kunt de invoerapparaten, die u via de LocoNet-interface in het digitale systeem integreert,
gebruiken
om voertuigdecoders voor Motorola, DCC en mfx (de laatste in m3-formaat) aan te sturen
of
om accessoiredecoders voor Motorola en DCC te schakelen.
Het is echter niet mogelijk om decoders te programmeren of het digitale systeem in te stellen
met LocoNet invoerapparaten.
Stroomvoorziening van de apparaten op de LocoNet interface
LocoNet handbedieningsapparaten worden meestal gevoed via de buslijn. Andere LocoNet
digitale apparaten zoals commandoposten, boosters of toebehoor decoders hebben hun eigen
stroomvoorziening.
Opmerking:
De totale stroom van alle externe digitale apparaten die op de verschillende interfaces van
de mc² zijn aangesloten en niet over een eigen voeding beschikken, mag niet meer dan
1,2 A bedragen. Anders zal de mc² automatisch de stroomvoorziening voor de externe
apparaten uitschakelen.
4.4 | Aansluitingen
Loading...
+ 50 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.