Alle Rechte, insbesondere das Recht
der Vervielfältigung und Verbreitung
sowie der Übersetzung vorbehalten.
Vervielfältigungen und Reproduktionen in jeglicher Form bedürfen
der schriftlichen Genehmigung durch
die Tams Elektronik GmbH.
Technische Änderungen vorbehalten.
All rights reserved. No part of this
publication may be reproduced or
transmitted in any form or by any
means, electronic or mechanical,
including photocopying, without prior
permission in writing from Tams
Elektronik GmbH.
Subject to technical modification.
Tout droits réservés, en particulier les
droits de reproduction et de diffusion
ainsi que le traduction. Toute
duplication ou reproduction sous
quelque forme que ce soit nécessite
l´accord écrit de la societé Tams
Elektronik GmbH.
Sous réserve de modifications
techniques.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit
deze publicatie mag worden
vermenig-vuldigd opgeslagen of
openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Tams Elektronik GmbH.
Technische wijzigingen voorbehouden.
Hoe deze handleiding u verder helpt70
Gebruiksvoorschriften70
Veiligheidsvoorschriften71
EMV - voorschrift73
Werking74
Technische gegevens 80
Controle van de inhoud81
Benodigde gereedschappen en materialen81
Goed en degelijk solderen81
Het bouwen van de bouwset83
Aansluitkabel solderen 86
Het uitvoeren van een functietest86
De Light-Computer aansluiten87
Checklist voor storingen88
Voorschriften voor de bouwer89
Certificering89
Garantiebepalingen89
Stuklijst / Printplan (Fig. 1)I
Aansluitplannen (Fig. 2 – Fig. 4)II-III
Schakelschema (Fig. 2)IV
(Pagina’s I tot IV in het midden kunnen uitgenomen worden).
Pagina 69
NederlandsLC
!
Hoe deze handleiding u verder helpt
Deze handleiding helpt u stap voor stap bij het veilig en doelgericht
bouwen van deze bouwset respectievelijk bij het inbouwen en het in
bedrijf nemen van de kant en klare bouwsteen. Voor u met de bouw
van de bouwset resp. het in bedrijf stellen begint, raden wij u aan deze
handleiding geheel te lezen, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften
en het hoofdstuk over mogelijke fouten en hun oplossingen. U weet
dan, waar u op moet letten om fouten, die vaak alleen met veel
inspanning weer te verhelpen zijn, te vermijden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, opdat u later bij eventuele
storingen de werking weer kunt herstellen. Indien u de bouwset of de
kant en klare bouwsteen aan een ander doorgeeft, geef dan ook de
handleiding door.
Gebruiksvoorschriften
De schakeling resp. de kant en klare schakeling zijn geschikt om volgens
deze voorschriften gebouwd te worden en in een modelspoorbaan of in een
landschapsmodel te worden gebruikt . Hij stuurt tot 5 uitgangen,
waaraan lampjes of leds worden aangesloten.
De bouwset resp. kant en klare bouwsteen is niet geschikt om door
kinderen onder de 14 jaar te worden gebouwd en/of ingebouwd te
worden.
Bij de gebruiksvoorschriften behoort ook het lezen, begrijpen en volgen
van deze handleiding.
Ieder ander gebruik is niet gerechtvaardigd.
Let op:
De schakeling bevat onderdelen (b.v.geïntegreerde schakelingen) die
gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Raak daarom de onderdelen
niet aan voordat u zichzelf heeft ontladen. Het is meestal voldoende
om b.v. de radiator even aan te raken.
Pagina 70
LCNederlands
Veiligheidsvoorschriften
Mechanische gevaren
Afgeknipte draden en uiteinden kunnen scherpe punten hebben, die bij
onvoorzichtig vastpakken huidverwondingen kunnen opleveren. Pas
daarom op voor scherpe punten bij het vastpakken.
Zichtbare beschadigingen van onderdelen kunnen tot niet calculeerbare
gevaren leiden. Bouw beschadigde onderdelen niet in, maar verwijder
deze zoals voorgeschreven en vervang ze door nieuwe.
Elektrische gevaren
§ Aanraken van onder spanning staande delen,
§ aanraken van geleidende delen, die in geval van fouten onder
spanning staan,
§ kortsluitingen,
§ aansluiten aan een niet geschikte spanning,
§ ontoelaatbaar hoge luchtvochtigheid,
§ vorming van condenswater
kan tot gevaarlijke lichaamsstromen leiden en daardoor verwondingen
aanrichten. Voorkom dit gevaar door de volgende maatregelen te
nemen:
§ Voer bedradingwerkzaamheden alleen uit in een spanningsloze
toestand.
§ Het bouwen en inbouwen kan alleen gedaan worden in gesloten,
schone en droge ruimtes. Vermijd in de werkomgeving vocht en
nattigheid.
§ Gebruik voor de bouwsteen alleen lage spanningen zoals
aangegeven in de technische gegevens. Gebruik daarvoor
uitsluitend goedgekeurde transformatoren.
§ Steek de netstekker van transformatoren en soldeerbouten /
soldeerstations alleen in goed geïnstalleerde wandcontactdozen.
Pagina 71
NederlandsLC
§ Let bij het maken van elektrische verbindingen op de juiste
draaddoorsnede.
§ Na de vorming van condenswater dient u voor het werk tot 2 uur
acclimatiseringtijd in acht te nemen.
§ Gebruik bij reparatiewerkzaamheden uitsluiten originele reserve-
onderdelen.
Brandgevaar
Wanneer de hete soldeerpunt met brandbaar materiaal in contact komt
ontstaat een brandhaard. Deze kan een brand veroorzaken en daardoor
levensgevaarlijke verwondingen veroorzaken door verbranding en
rookvergiftiging. Steek de netstekker van de soldeerbout of het
soldeerstation alleen in het stopcontact gedurende de tijd die u voor het
solderen nodig heeft. Houdt de soldeerpunt nooit in de buurt van
brandbare materialen. Gebruik een goede soldeerbouthouder. Laat de
hete soldeerbout nooit zonder toezicht liggen.
Thermische gevaren
Wanneer per ongeluk de hete soldeerpunt met uw huid in aanraking
komt, of wanneer vloeibare soldeertin op de huid springt, bestaat het
gevaar van huidverbranding. Voorkom dit gevaar door:
§ bij uw werkzaamheden een hittebestendige onderlegger te gebruiken,
§ de soldeerbout altijd op een goede soldeerbouthouder weg te leggen,
§ bij het solderen op een juiste behandeling van de soldeerstift te
letten,
§ vloeibare soldeertin met een dikke vochtige lap of spons van de
soldeerstift af te strijken.
Omgevingsgevaren
Een te klein, ongeschikt werkoppervlak en beperkte
ruimteverhoudingen kunnen per ongeluk huidverbrandingen of brand
teweegbrengen. Voorkom dit gevaar door een toereikend, schoon
werkoppervlak in te richten met voldoende bewegingsvrijheid.
Pagina 72
LCNederlands
Andere gevaren
Kinderen kunnen uit onachtzaamheid of door een gemis aan
verantwoordelijkheidsgevoel alle hiervoor beschreven gevaren
veroorzaken. Om gevaar voor lijf en leden te voorkomen mogen
kinderen onder de 14 jaar bouwsets niet bouwen en bouwstenen niet
inbouwen.
Kleine kinderen kunnen zeer kleine onderdelen met scherpe
draadeinden inslikken. LEVENSGEVAARLIJK! Zorg er daarom voor dat
onderdelen niet in handen van kleine kinderen komen.
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en sociale werkplaatsen dient
de bouw, het inbouwen en het gebruik van bouwgroepen door
geschoold personeel te worden begeleid.
In industriële instellingen zijn de voor die bedrijfstak geldende
voorschriften voor het gebruik van elektrische componenten van
toepassing (NEN 1010).
EMV - voorschrift
Het product werd overeenkomstig de Europese normen EN 55014-1 en
EN 61000-6-3 geontwikkelt en getest en komt overeen met de EG -
richtlijn 2004/108/EG en de wettelijke bepalingen.
Om de elektromagnetische verdraagzaamheid bij gebruik te
garanderen dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te
nemen:
§ Sluit de transformator alleen aan op een door een erkende
installateur geïnstalleerde en beveiligde wandcontactdoos.
§ Breng geen wijzigingen aan in de originele onderdelen en volg de
aanwijzingen, het schakelschema en print lay-out van deze
handleiding nauwkeurig op.
§ Gebruik bij reparatie alleen originele reserve onderdelen.
Pagina 73
NederlandsLC
Werking
Het hart van de Light-Computer is een micro-controller (IC). Een in het
IC gebrand programma wordt telkens in dezelfde volgorde afgewerkt en
voorziet daarbij vijf uitgangen op verschillende tijden van stroom. Door
het samenspel van de uitgangen zijn al naar gelang het programma
verschillende lichtbeelden mogelijk. De schakelingang van het IC wordt
eveneens gebruikt. De werking verschilt bij de verschillende
programmaversies van de Light-Computers.
LC-1 "Reclamelicht 1": 5 lampen gaan na elkaar aan, dan knipperen
ze drie maal gezamenlijk en gaan weer uit. Wordt de schakelingang JP2
met massa verbonden dan schakelt het lichtspel uit na afloop van het
programma. Blijft het contact geopend, dan wordt het programma
constant herhaald.
LC-2 "Reclamelicht 2": 5 lampen gaan na elkaar aan (looplichteffect),
gaan dan 3 seconden gezamenlijk aan. Wordt de schakelingang JP2 met
massa verbonden dan schakelt het lichtspel uit. Blijft het contact geopend,
dan wordt het programma constant herhaald.
LC-3 "Reclamelicht 3": 5 lampen knipperen in een verschillend
patroon (schijnbaar flikkeren ze zonder systeem), daarna gaat de een
na de ander aan en branden dan 3 seconden gezamenlijk. Wordt de
schakelingang JP2 met massa verbonden dan schakelt het lichtspel uit
na afloop van het programma. Blijft het contact geopend, dan wordt
het programma constant herhaald.
LC-4 "Knipperinstallatie wegwerken": 5 lampen vormen een
looplicht, daarna volgt een korte pauze. Dit effect komt vooral tot zijn
recht wanneer u de lampen als trechter aan beide zijden van een
straat plaatst. Wordt de schakelingang JP2 met massa verbonden, dan
schakelt het lichtspel uit na afloop van het programma. Blijft het
contact geopend, dan wordt het programma constant herhaald.
een onregelmatig patroon. Worden rode en gele lampen gebruikt, dan
ontstaat het typische beeld van het flikkeren van een vuurtje. Wordt de
schakelingang JP2 met massa verbonden, dan schakelt het lichtspel uit na
afloop van het programma. Blijft het contact geopend, dan wordt het
programma constant herhaald.
LC-6 "Laslicht": Elk van de 5 uitgangen kan worden voorzien van een
blauw laslampje. De lichtimpulsen zijn natuurgetrouw kort en krachtig.
Daar elk van de 5 lampen een eigen patroon heeft, kan in een grotere
werkplaats (b.v. een scheepswerf) op meerdere plaatsen tegelijk worden
"gelast". Overeenkomstig het voorbeeld zijn er tussen de
laswerkzaamheden op onregelmatige afstanden pauzes met een lengte
van soms meerdere minuten. Wordt de schakelingang JP2 met massa
verbonden dan schakelt het lichtspel uit na afloop van het programma.
Blijft het contact geopend, dan wordt het programma constant herhaald.
LC-7 "Verkeerslichtensturing": Verkeerslichtensturing voor een
compleet kruispunt. Uitgangen 1 en 2 zijn rood en groen voor richting
A, uitgang 4 en 5 zijn rood en groen voor richting B. Uitgang 3 is het
gemeenschappelijke geel, dat voorbeeldgetrouw de wisseling van groen
naar rood overlapt. Wordt de schakelingang JP2 met massa verbonden,
dan schakelt het verkeerslicht op geel knipperen. Blijft het contact
geopend dan loopt de normale verkeerlichtencyclus door.
LC-8 "Reclamelicht 4": Samenvoeging van de reclamelichten 1 tot 3.
Deze lopen na elkaar af. Wordt de schakelingang JP2 met massa
verbonden, dan schakelt het lichtspel uit na afloop van het lopende
programmdeel. Blijft het contact geopend, dan wordt het programma
constant herhaald.
LC-9 "Ontsteekmodule voor gaslantaarns": Door de schakelingang
JP2 kort met de massa te verbinden, beginnen de lantaarns te
knipperen en worden dan langzaam helderder. Elk ontsteekpatroon is
een beetje anders. Na ca. 5 seconden bereiken de lantaarns hun volle
lichtsterkte. In bedrijf knipperen de lantaarns op verschillende tijden
Pagina 75
NederlandsLC
hoger en lager (de gasdrukveranderingen). Na de uitschakelimpuls
branden de lantaarns eerst nog met een geringe lichtsterkte verder en
doven vervolgens binnen 1,5 seconden geheel.
LC-10 "Neonbuissimulator": Door de schakelingang JP2 kort met de
massa te verbinden, knipperen de afzonderlijke buizen natuurgetrouw
een tijdje, totdat ze één voor één allemaal oplichten. Daarbij is elk
ontsteekpatroon een beetje anders. Wordt de schakelingang JP2
permanent met de massa verbonden, dan wordt aan uitgang 5 een
defecte neonbuis gesimuleerd. Deze knippert met onregelmatige
tussenpozen, waarbij de buis soms snel, soms langzaam oplicht.
LC-11 "Bewoond huis": Er zijn naar keuze twee programma‘s :
programma 1 "Woning" werkt wanneer de ingang JP2 met massa is
verbonden, programma 2 "Kantoor" wanneer de ingang open blijft. De
programma‘s lopen telkens ca. 15 minuten en worden na een korte
pauze herhaald.
Programma 1: Als eerste gaat het licht in de keuken enige tijd aan
(uitgang 1), iets later ook in de woonkamer (uitgangen 2 en 3). Uitgang
3 is geschikt voor de aansluiting van een blauwe lamp (televisie) en
knippert als een Tv-scherm. Na enige tijd gaat het licht in de keuken uit
en gaat gedurende het programma nog een keer kort aan. Het licht in
de badkamer (uitgang 4) gaat met onregelmatige tussenpozen kort
aan. Tegen het einde van het programma gaat voor enige tijd het licht
in de slaapkamer (uitgang 5) en de badkamer aan, de op de uitgangen
2 en 3 aangesloten lampen doven.
Programma 2: In het trappenhuis (uitgang 1 gaat het licht met
onregelmatige tussenpozen voor korte tijd aan. De kantoren (of de
woningen van een flatgebouw) worden op de uitgangen 2 tot 5
aangesloten. De lichten in de kantoren gaan na elkaar aan, echter eerst
pas wanneer eerst het licht in het trappenhuis werd ingeschakeld.
Tegen het einde van het programma doven de lichten na elkaar en het
licht in het trappenhuis gaat telkens kort aan.
Pagina 76
LCNederlands
LC-12 "Verlichting voor kermisattracties": De 5 uitgangen
schakelen elk meerdere aangesloten lampen. Deze vormen
verschillende patronen. Ze knipperen telkens in een andere
samenstelling, vormen looplichten, knipperen onregelmatig, etc. De
schakelingang JP2 heeft hier geen functie.
LC-13 "Kaarslicht simulator": Na het inschakelen knipperen de
afzonderlijke "kaarsen" natuurgetrouw. Zij lichten in onregelmatige
patronen soms wat helderder op en soms dimt het licht een beetje. De
schakelingang JP2 heeft hier geen functie.
LC-14 "Seinhuisverlichting": De 5 uitgangen schakelen in
willekeurige volgorde de aangesloten lampen, resp. LEDs. Zij lichten
telkens voor een langere tijd op en stimuleren de activiteit in het seinhuis.
De schakelingang JP2 heeft hier geen functie.
LC-15 "Reddingsdienstvoertuigen verlichting": De op de vijf
uitgangen aangesloten lampen, resp LEDs flitsen telkens tweemaal kort
en gaan dan voor een korte tijd uit. De pauzes tussen de dubbele flitsen
zijn voor alle vijf de uitgangen verschillend. Zo ontstaat het typische
lichteffect van moderne reddingsdienstvoertuigen. De schakelingang JP2
heeft hier geen functie.
LC-16 "Dimschakelaar voor straatlantaarns": Via een lichtgevoelige schakelaar wordt de schakelingang JP2 afhankelijk van het
omgevingslicht automatisch in- en uitgeschakeld. De instelling voor de
lichtgevoeligheid wordt gedaan met behulp van een trimpot.
Vier uitgangen zijn bedoeld voor het aansluiten van straatlantaarns. De
straatlantaarns gaan na het inschakelen langzaam feller branden en zijn
na ca. één minuut op volle lichtsterkte. Op de vijfde uitgang kunnen via
een relais andere verbruikers worden aangesloten, die afhankelijk van
het omgevingslicht in- en uitgeschakeld moeten worden (b.v.
huisverlichting). De schakeling reageert met een vertraging van enkele
seconden op veranderingen van het omgevingslicht. Wanneer tijdens
het oplichten van de straatlantaarns het omgevingslicht voor een korte
periode weer feller wordt zullen deze daarop niet reageren.
Pagina 77
NederlandsLC
LC-17 "Radarcontrole": Op uitgang 5 wordt de radarcontrole
aangesloten, die op onregelmatige basis (ca. 3 tot 25 sec.) flitst. De
uitgangen 1 t/m 4 zijn geschikt voor het aansluiten van de blauwe
zwaailichten van politievoertuigen. De uitgangen 1 en 2 wekken een
asynchroon knipperen op (voor oudere politievoertuigen), de uitgangen 3
en 4 een asynchrone dubbele flits (voor moderne politieauto’s). De
schakelingang JP2 heeft hier geen functie.
Aanbeveling: De werking van de lichtcyclus komt het dichtst bij het
grote voorbeeld wanneer op de uitgangen 1 en 2 gloeilampjes worden
aangesloten en op de uitgangen 3 en 4 evenals op uitgang 5 een witte
LED met hoge lichtsterkte.
LC-18 "Voertuigverlichting": Via de schakelingang JP2 worden de
programma’s "rijdend voertuig" (bij open schakelingang) of "staand
voertuig" (bij verbinding van de schakelingang met massa) ingesteld.
Aansluitingen van de uitgangen:
1: licht achter
2: licht voor
3: binnenverlichting (staand voertuig) of claxon (rijdend voertuig)
4: richtingaanwijzer rechts
5: richtingaanwijzer links
Programma "rijdend voertuiig": De lichten voor en achter zijn altijd
ingeschakeld. Op uitgang 3 kan een luidspreker worden aangesloten
(niet in de verpakking bijgesloten), de geluidssterkte kan via een
voorschakelweerstand (ca. 10 Ω − 1 kΩ) gereduceerd worden. De
richtingaanwijzers links en rechts, de claxon en de remlichten worden
volgens het toevalsprincipe in- en uitgeschakeld. Na het oplichten van
de remlichten wordt de lichtclaxon ingeschakeld, daarna worden de
remlichten en wat later de lichtclaxon uitgeschakeld.
Programma "staand voertuig": de lichten voor en achter zijn meestal
ingeschakeld. Af en toe worden de richtingaanwijzers links en rechts, de
alarmlichten en de binneverlichting ingeschakeld. Nadat de
Pagina 78
LCNederlands
binnenverlichting is ingeschakeld gaan eerst de lichten voor en achter
uit en daarna ook de binnenverlichting. Aansluitend blijft de verlichting
voor enige tijd uitgeschakeld.
LC-19 "Paparazzi-Flitser": Op de vijf uitgangen van de bouwsteen
kunnen de flitsapparaten van fotograven worden aangesloten. Deze
flitsen willekeurig en onafhankelijk van elkaar. Met onregelmatige
intervallen ontstaan er flitslicht uitbarstingen als alle flitsers nagenoeg
gelijktijdig en meerdere keren achter elkaar afgaan. Bij het gebruik van
witte led’s is de werking zeer realistisch. De schakelingang JP2 heeft
hier geen functie.
LC-20 "Voertuig voor wegwerkzaamheden" : De vijf uitgangen
schakelen de complete verlichting van een werkvoertuig met aanhanger
bij wegwerkzaamheden overdag. Het aansluiten van de uitgangen:
1: Richtingspijl op de aanhanger (brand langzaam afwisseld feller en
zwakker)
2: Flitslichten op de aanhanger
3 en 4: Twee elkaar afwisselende flitslichten met dubbele flits voor het
trekkende voertuig
5: Alarmlichten van het trekkende voertuig
De schakelingang JP2 heeft hier geen functie.
Wij vragen uw begrip voor het feit dat de nouveautés nog niet in het
hoofdstuk „Werking“ van de handleiding zijn opgenomen, maar
losbladig zijn bijgevoegd.
LC-21 "Kermisverlichting 1": De vijf uitgangen realiseren een
knipperlicht. In de eerste cyclus blijft uitgang 5 ingeschakeld, in de
volgende cyclus ook uitgang 4, enz., zodat na 5 cycli alle lampen of
LEDs ingeschakeld zijn. Bij de cycli 6 t/m 10 worden de uitgangen in
omgekeerde volgorde weer uitgeschakeld. Wordt de schakelingang JP2
met massa verbonden, dan schakelt het lichtspel uit na afloop van het
lopende programmdeel. Blijft het contact geopend, dan wordt het
programma constant herhaald.
Pagina 79
NederlandsLC
LC-22 "Kermisverlichting 2": De vijf uigangen realiseren een
knipperlicht. De uitgeschakelde uitgang dooft langzaam uit. In de eerste
cyclus is telkens één uitgang ingeschakeld en dooft er een, in de
tweede cyclus zijn twee uitgangen uitgeschakeld en twee doven er uit,
in de derde cyclus lichten tenslotte drie uitgangen op en twee doven
uit. Wordt de schakelingang JP2 met massa verbonden, dan schakelt het
lichtspel uit na afloop van het lopende programmdeel. Blijft het contact
geopend, dan wordt het programma constant herhaald.
LC-23 "Kermisverlichting 3" : De vijf uitgangen realiseren een
knipperlicht, dat willekeurig van richting verandert. Wordt de
schakelingang JP2 met massa verbonden, dan schakelt het lichtspel uit na
afloop van het lopende programmdeel. Blijft het contact geopend, dan
wordt het programma constant herhaald.
Meerdere varianten van de Light Computer zijn in
voorbereiding.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning10-18 V gelijk- of wisselspanning
Stroomopname (zonder lampen)ca. 20 mA
Max. stroom per uitgang100 mA
BeschermwijzeIP 00
Omgevingstemperatuur in bedrijf0 - + 60° C
Omgevingstemperatuur in opslag-10 - + 80° C
Toegestane relatieve luchtvochtigheid max. 85 %
Afmetingen van de printca. 25 x 29,5 mm
Gewicht van de schakelingca. 3 g
Pagina 80
LCNederlands
!
Controle van de inhoud
Controleer direct na het uitpakken de inhoud op volledigheid:
§ een bouwset, bestaande uit de in de stuklijst opgenomen
onderdelen en een print resp.
§ een kant en klare bouwsteen,
§ een handleiding.
Benodigde gereedschappen en materialen
Leg de volgende gereedschappen, hulpmiddelen en materialen gereed:
§ een soldeerbout (hoogstens 30 Watt) met dunne stift,
§ een soldeerstandaard,
§ een doekje, spons of siliconendoek,
§ een hittebestendige ondergrond,
§ een kleine zijkniptang en een isolatietang,
§ een pincet en een platte bektang (niet nodig indien u een kant en
klare bouwsteen heeft aangeschaft),
§ soldeertin (liefst 0,5 mm. doorsnede),
§ lintdraad (doorsnede: > 0,05 mm² voor alle aansluitingen).
Goed en degelijk solderen
Let op:
Bij ondeskundig solderen kan er brandgevaar optreden. Vermijd dit
gevaar: lees hoofdstuk Veiligheidsmaatregelen goed door en volg de
aanwijzingen op. Wanneer u een goed geoefend bent in het solderen
dan kunt u het volgende stuk overslaan.
§ Gebruik een kleine soldeerbout van hoogstens 30 Watt. Houd de
soldeerstift schoon waardoor de warmte van de soldeerbout goed
naar de te solderen plaatst kan worden geleid.
§ Gebruik alleen elektronica-soldeertin met een vloemiddel.
Pagina 81
NederlandsLC
§ Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen nooit
soldeerwater of soldeervet. Deze bevatten zuren, die de onderdelen
en koperbanen kunnen beschadigen.
§ Soldeer snel: door te lang solderen worden onderdelen beschadigd.
Ook heeft dit het loslaten van de soldeerogen en koperbanen als
gevolg.
§ Let bij het solderen van halfgeleiders, lichtdiodes, elektrolytische
condensatoren (elco’s) en geïntegreerde schakelingen (IC’s) op de
juiste poling en dat de soldeertijd van ongeveer 5 seconden niet
wordt overschreden, daar anders het onderdeel wordt beschadigd.
§ Houd de soldeerstift zodanig op de soldeerplek, dat gelijktijdig het
soldeeroog en het onderdeel verhit worden. Voer gelijktijdig (niet te
veel) soldeertin toe. Zodra de soldeertin begint te vloeien haalt u
het weg. Dan wacht u nog een moment, totdat het achtergebleven
soldeertin goed is doorgelopen alvorens de soldeerstift van de
soldeerplek weg te halen.
§ Beweeg het zojuist gesoldeerde onderdeel gedurende 5 seconden
niet.
§ Voorwaarde voor een correcte soldeerplek en goed solderen is een
schone en niet geoxideerde soldeerstift. Strijk daarom voor elke
soldering het overtollige soldeertin en het vuil weg met een
vochtige spons, een dikke vochtige doek of een siliconendoek.
§ Knip na het solderen de aansluitdraden direct boven de soldeerplek
af met een zijkniptang.
§ Na het plaatsen controleert u de hele schakeling grondig op een
goede plaatsing en een juiste poling van alle onderdelen. Controleer
ook of niet per ongeluk printbanen met tin zijn overbrugd. Dit kan
niet alleen leiden tot een verkeerde werking, maar ook tot
beschadiging van deze onderdelen. U kunt overvloedig soldeertin
met een schone soldeerstift opnieuw vloeibaar maken. De tin vloeit
dan van de print naar de soldeerstift.
Pagina 82
LCNederlands
Het bouwen van de bouwset
Dit gedeelte kunt u overslaan indien u een kant en klare bouwsteen
heeft aangeschaft.
Voorbereiding
Leg de onderdelen gesorteerd voor u op de werkplek. De afzonderlijke
elektronische onderdelen hebben de volgende bijzonderheden, waar u
op moet letten om fouten bij het bouwen te voorkomen:
Weerstanden
Weerstanden "remmen" de stroom. Zij kunnen in een
willekeurig richting worden ingebouwd. De waarde van
weerstanden voor kleine vermogens wordt door kleurringen
weergegeven. Iedere kleur staat voor een ander cijfer. De
tussen haakjes aangegeven kleur geeft de tolerantie waarde
aan, deze is hier niet van toepassing.
Elektrolytische condensatoren (kortweg "Elco’s") worden vaak
voor de opslag van energie gebruikt. In tegenstelling tot
keramische condensatoren zijn ze gepoold. Eén van de beide
aansluitingen is voorzien van een min-teken, dat de
inbouwrichting aangeeft. De waarde is op de behuizing
gedrukt.
Elco’s zijn voor verschillende spanningswaarden verkrijgbaar.
Elco’s met een hogere spanningswaarde dan aangegeven zijn
zonder problemen te gebruiken.
Pagina 83
NederlandsLC
Diode’s
Diode’s laten de stroom in slechts één richting door
(doorlaatrichting). Tegelijkertijd wordt de spanning met 0,3
t/m 0,8 V verlaagd. In de andere richting (sperrichting) laat
de diode geen stroom door, behalve als de sperspanning
wordt overschreden. Een overschrijding van de sperspanning
leidt nagenoeg altijd tot vernietiging van de diode.
De kenmerken van de diode zijn op de behuizing afgedrukt.
Diode’s moeten altijd in een bepaalde richting worden
ingebouwd. De doorlaatrichting wordt met een ring
aangegeven. Op de printopdruk is dit weergegeven.
Zenerdiode’s
Zenerdiode’s worden voor de begrenzing van spanningen
gebruikt. In tegenstelling tot "normale" diode’s worden ze bij
het overschrijden van de sperspanning niet beschadigd.
Transistors
Transistors zijn stroomversterkers, die zwakke signalen in sterkere
omzetten. Zij hebben 3 aansluitingen. Omdat deze gepoold zijn
moeten ze in een bepaalde richting worden ingebouwd.
De BC-types hebben een huis in de vorm van een halve cilinder
(SOT huis). De doorsnede is op de printafdruk weergegeven, de
inbouwrichting van de transistor is daardoor bepaald.
IC´s
IC's vervullen al naar gelang het type verschillende taken. Ze
zijn gepoold en moeten dus in een bepaalde richting worden
ingebouwd. De meest gebruikte behuizing is de zogenaamde
"DIL"-behuizing waar aan de zijkanten 4, 6, 8, 14, 16 of 18
pootjes steken. De inbouwrichting wordt door een halfronde
of ronde markering op de smalste zijde van de behuizing
weergegeven.
Pagina 84
LCNederlands
!
!
Micro-Controlers
Micro-Controlers zijn IC’s die voor iedere toepassing individueel worden
geprogrammeerd. Wanneer zij de IC fabriek verlaten is het geheugen
leeg. De geprogrammeerde Micro-Controlers zijn meestal uitsluitend te
verkrijgen via de fabrikant van de schakeling.
Bouwen
Begin het bouwen met het insteken en solderen van de IC´s. Het IC moet
overeenkomstig de op de print aangeven markering worden ingebouwd.
Let op:
Raak het IC niet aan, voordat u zich ontladen heeft aan b.v. een
radiator. Buig de pootjes van het IC niet om!
Vervolg de bouw met de weerstanden en de diodes. Soldeer eerst de
onderdelen aan de soldeerzijde en knip dan met een zijkniptang de
uitstekende draadeinden krap (boven de soldering) af. Daarna soldeert
u de transistors en tenslotte de condensators in.
Let op:
Elektrolytische condensatoren, transistors, IC’s en diodes moeten
overeenkomstig hun polen worden ingebouwd! Wanneer u deze foutief
in soldeert kan het betreffende onderdeel bij het in werking stellen
beschadigd worden. In het ergste geval kan de gehele schakeling stuk
gaan. In elk geval is het onderdeel zonder functie.
Pagina 85
NederlandsLC
!
!
Het uitvoeren van een optische controle
Voer na het bouwen een optische controle uit en verwijder eventueel
aanwezige gebreken:
§ Verwijder alle losse delen zoals, draadresten of tindruppels van de
print. Verwijder scherpe kanten of puntige draadeinden.
§ Controleer of dicht naast elkaar liggende soldeerplekken per
ongeluk met elkaar verbonden zijn. Kortsluitgevaar!
§ Controleer of alle delen juist gepoold zijn.
Wanneer alle problemen opgelost zijn gaat u verder met het volgende punt.
Aansluitkabel solderen
Soldeer de aansluitkabel direct in de gaatjes van de print. Als alternatief
kunt u ook soldeerstrips insolderen, waarop de draden met passende
printconnectors worden aangesloten (toebehoren). Bij een kant en klare
bouwsteen zijn deze reeds aanwezig. Het voordeel van deze oplossing
is dat de aansluitingen z nodig snel in en uit elkaar te halen zijn.
Het uitvoeren van een functietest
Voer ook een functietest uit wanneer u een kant en klare bouwsteen
heeft gekocht. Transportschade is helaas niet altijd uit te sluiten.
Let op:
Sluit nog geen lampen of leds aan! Sluit de Light-Computer voor de
functietest eerst alleen aan op de voedingsspanning. Controleer of er
onderdelen heet worden. De weerstand R6 kan heet worden, doch dit is
niet schadelijk.
Let op:
Wanneer een onderdeel heet wordt, haal dan direct de trafo van het net
en controleer de opbouw. Kortsluitinggevaar! Controleer de opbouw. Na
het succesvol uitvoeren van de functietest haalt u de Light- Computer
weer van de spanning af en gaat u verder met het aansluiten.
Pagina 86
LCNederlands
De Light-Computer aansluiten
Aansluiten op gelijkspanningof wisselspanning
Sluit één zijde van de lampen aan op de overeenkomstige uitgangen 1-5
(bij LC-16: 1-4). De maximale uitgangsstroom van 100 mA per uitgang is
meestal voldoende voor het aansluiten van 1 tot 2 gloeilampjes (De
vermogensopname van de gloeilampen is meestal op de lampvoet
aangegeven). De gemeenschappelijke aansluiting van de lampen sluit u aan
JP4 (zie. fig. 2).
Bij de LC-16 dient uitgang 5 voor het aansluiten van een extra
verbruiker. Verbruikers met een max. stroomopname van 100 mA
kunnen direct worden aangesloten, verbruikers met een hogere
stroomopname moeten via een ralais en een diode geschakeld worden.
Aansluiten van een drukknop of schakelaar
Wilt u voor het in- en uitschakelen een drukknop of schakelaar
gebruiken, sluit deze dan aan een zijde aan op PIN JP-2 en met de
andere zijde op de massa aan (zie fig. 2). Drukknop en schakelaar zijn
bij het pakket niet inbegrepen.
Aansluiten van de dimschakelaar (LC-16)
Sluit de aansluitpunten X2, X3 en X5 van de dimschakelaar aan op de punten
JP2, JP1 en JP4 van de schakeling. Verbind daarna de bijgevoegde lichtgevoelige weerstand met de aansluitpunten X3 en X4 van de dimschakelaar.
De lichtgevoelige weerstand moet zodanig worden geplaatst dat deze direct
door het omgevingslicht beïnvloed kan worden. Stel voor de instelen van de
lichtgevoeligheid de trimpot eerst in op het midden en verander de
gevoeligheid voorzover noodzakelijk. Wacht voor de verandering van een
instelling ca 3 tot 4 seconden, daar de schakeling pas na deze tijd reageert.
Pagina 87
NederlandsLC
!
!
Aansluiten van leds
Let op:
Bij gebruik van lichtdiodes, moet er altijd een voorschakelweerstand
worden gebruikt!
Lichtdiodes zijn in veel verschillende vormen te verkrijgen. Er zijn leds van 2-5
mA, maar ook van 15-30 mA. Daar de voorschakelweerstanden verschillend
zijn moet U zijn waarde bepalen of bij de aanschaf van de leds opvragen. U
kunt tot 5 leds op een uitgang parallel aansluiten (zie fig. 3). In dit geval moet
iedere diode van eigen voorschakelweerstand worden voorzien. Wanneer u
meerdere leds aan een uitgang in serie aansluit kunt u de waarde van de
voorschakelweerstanden met behulp van de volgende formule bepalen:
(Aantal leds + 2) x 1,5 < bedrijfsspanning
Checklist voor storingen
§ Onderdelen worden heet en / of beginnen te roken.
Verbreek direct de verbinding met het net!
Mogelijke oorzaken: een of meerdere onderdelen zijn verkeerd
gesoldeerd. à Voer een optische controle uit.
§ De aangesloten lampen lichten niet op.
Mogelijke oorzaken: een of meerdere onderdelen zijn verkeerd
gesoldeerd. à Voer een optische controle uit.
Mogelijke oorzaak: Een aangesloten schakelaar is gesloten.
à Controleer de stand van de schakelaar.
Wanneer u de oorzaak van de fout niet kunt ontdekken, stuur dan de
bouwsteen ter reparatie op (adres op de laatste pagina).
Pagina 88
LCNederlands
Voorschriften voor de bouwer
Diegene, die een bouwset in elkaar zet of een schakeling door
uitbreiding resp. inbouwen bedrijfsgereed maakt, is de fabrikant en is
verplicht, bij doorgifte van het product alle begeleidende papieren mee
te leveren en ook zijn naam en adres op te geven. Apparaten, die uit
een bouwset zijn samengesteld, zijn veiligheidstechnisch als industriële
producten te beschouwen.
Certificering
Het product werd overeenkomstig de Europese normen EN 55014-1 en
EN 61000-6-3 geontwikkelt en getest. Het product voldoet aan de EGRichtlijnen 2004/108/EG over elektromagnetische verdraagzaamheid en
heeft hiervoor het CE – certificaat.
Garantiebepalingen
Op dit product geven wij 2 jaar garantie. De garantie omvat een gratis
reparatie van gebreken, die aantoonbaar terug te voeren zijn op
materiaal of fabricage onzerzijds. Daar wij geen invloed hebben op
deskundig bouwen of inbouwen wordt bij bouwsets alleen de
volledigheid en de correcte toestand van de onderdelen door ons
gewaarborgd. Wij garanderen het volledig functioneren van onderdelen
in niet ingebouwde toestand overeenkomstig de technische gegevens
van de schakeling bij uitgevoerde bouw, resp. inbouw, vakkundige
verwerking en het voorgeschreven in bedrijf nemen en gebruik volgens
de handleiding.
Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten. Wij zijn, buiten de normale
wetgeving, niet aansprakelijk voor schade of gevolgschade in
samenhang met deze producten. Wij behouden het recht van reparatie,
verbeteringen, reserve leveringen of teruggave van de koopprijs.
In de volgende situaties vervalt de garantie:
Pagina 89
NederlandsLC
§ indien bij het solderen een niet geschikte soldeerbout,
zuurhoudende soldeertin, soldeervet, zuur houdend vloeimiddel of
iets dergelijks is gebruikt,
§ indien de bouwset ondeskundig is gesoldeerd en opgebouwd,
alsmede schade die is ontstaan door het niet opvolgen van de
handleiding,
§ bij verandering en reparatiepogingen aan de kant en klare
bouwsteen,
§ bij eigenmachtige verandering van de schakeling,
§ tijdens de bouw ondeskundige opslag van de onderdelen en het los
bedraden van de onderdelen,
§ bij gebruik van andere, niet tot de originele bouwset behorende of
anders aangeschafte onderdelen,
§ bij beschadigingen van de koperbanen en soldeerogen,
§ bij een verkeerde plaatsing of verkeerde poling van schakelingen /
onderdelen en de daaruit ontstane gevolgschade,
§ bij schade door overbelasting van de schakeling,
§ bij het aansluiten van een verkeerde spanning of stroom,
§ bij schade door derden,
§ bij foutief bedienen of schade door een verkeerde behandeling of
misbruik,
§ bij schade door het aanraken van onderdelen voordat een statische
ontlading heeft plaatsgevonden.
Pagina 90
Light Computer LC
Stückliste - Parts list - Nomenclature - Stuklijst
Kondensatoren - Condensers
Condensateurs - Condensatoren
Diodes Zener -Zenerdiodes
Transistoren - Transitors T1 - T5BC547B *
Résistances - Weerstanden
Micro-Controller - Micro-contrôleur IC112C508A
Nur für LC-16 / LC-16 only / Seulement pour LC-16 / Alleen voor LC-16: