All rights reserved. No part of this
publication may be reproduced or
transmitted in any form or by any
means, electronic or mechanical,
including photocopying, without prior
permission in writing from Tams
Elektronik GmbH.
Subject to technical modification.
Tout droits réservés, en particulier les
droits de reproduction et de diffusion
ainsi que le traduction. Toute
duplication ou reproduction sous
quelque forme que ce soit nécessite
l´accord écrit de la societé Tams
Elektronik GmbH.
Sous réserve de modifications
techniques.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit
deze publicatie mag worden
vermenigvuldigd opgeslagen of
openbaar gemaakt, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming
van Tams Elektronik GmbH.
Technische wijzigingen voorbehouden.
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n English3
n Français37
n Nederlands71
n
n
n
n
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
Inhoudsopgave
1. Starten72
2. Veiligheidsvoorschriften73
3. Goed en degelijk solderen76
4. Werking77
5. Technische gegevens83
6. De locdecoder inbouwen84
7. De locdecoder programmeren88
8. Configuratievariabelen en registers
van de LD-G-33 et de LD-W-3390
9. Gebruik 103
10. Checklist voor storingen104
11. Voorschriften voor de bouwer, CE en garantie105
Aansluitplannen (Fig. 1, 2 en Fig. 3)I
Aansluitplan (Fig. 4)II
Schakelplan (Fig. 5)II
(Pagina’s I tot II in het midden kunnen uitgenomen worden.)
Aanwijzing: RailCom® is de geregistreerde naam van de firma Lenz
Elektronik GmbH, Hüttenbergstraße 29, D-35398 Gießen. Om de
leesbaarheid van de tekst te behouden hebben we ervan afgezien
telkens hiernaar te verwijzen.
Pagina 71
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
!
1. Starten
Hoe deze handleiding u verder helpt
Deze handleiding helpt u stap voor stap bij het veilig en doelgericht
inbouwen en het in bedrijf nemen. Voor u het in bedrijf stellen, raden
wij u aan deze handleiding geheel te lezen, in het bijzonder de
veiligheidsvoorschriften en het hoofdstuk over mogelijke fouten en hun
oplossingen. U weet dan, waar u op moet letten om fouten, die vaak
alleen met veel inspanning weer te verhelpen zijn, te vermijden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, opdat u later bij eventuele
storingen de werking weer kunt herstellen. Indien u de schakeling aan
een ander doorgeeft, geef dan ook de handleiding door.
Gebruiksvoorschriften
De locdecoder is geschikt voor het inbouwen in een
modelspoorlocomotief met een gelijkstroommotor (LD-G-33) of een
wisselstroommotor (LD-W-33). Hij analyseert de digitale signalen, die
door de centrale in Motorola- of DCC-format aan zijn adres worden
gezonden en stuurt de motor van de loc alsmede extra functies.
De decoder is niet geschikt om door kinderen onder de 14 jaar
ingebouwd te worden.
Bij de gebruiksvoorschriften behoort ook het lezen, begrijpen en volgen
van deze handleiding.
Ieder ander gebruik is niet gerechtvaardigd.
Let op:
De decoder is voorzien van geïntegreerde schakelingen (ICs). Deze zijn
gevoelig voor statische elektriciteit. Raak daarom de onderdelen niet
aan voordat u zichzelf heeft ontladen. Het is meestal voldoende om b.v.
de radiator even aan te raken.
Pagina 72
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
Controle van de inhoud
Controleer na het uitpakken de inhoud op volledigheid:
§ een decoder, al naar gelang de uitvoering met of zonder
aansluitdraden of met een aansluitstekker volgens NEM 652,
§ een elco 100µF / 35V,
§ een handleiding.
Attentie: vanwege productiemethoden kan het voorkomen dat de print
niet volledig uitgerust is. Dit is geen fout.
Benodigde gereedschappen en materialen
Leg de volgende gereedschappen, hulpmiddelen en materialen gereed:
§ een soldeerbout (hoogstens 30 Watt) met dunne stift,
§ een soldeerstandaard,
§ een doekje, spons of siliconendoek,
§ een hittebestendige ondergrond,
§ een kleine zijkniptang, een isolatietang en een pincet,
§ soldeertin (liefst 0,5 mm. doorsnede),
§ lintdraad (Doorsnede: > 0,05 mm² voor alle aansluitingen).
2. Veiligheidsvoorschriften
Mechanische gevaren
Afgeknipte draden en uiteinden kunnen scherpe punten hebben, die bij
onvoorzichtig vastpakken huidverwondingen kunnen opleveren. Pas
daarom op voor scherpe punten bij het vastpakken.
Zichtbare beschadigingen van onderdelen kunnen tot niet calculeerbare
gevaren leiden. Bouw beschadigde onderdelen niet in, maar verwijder
deze zoals voorgeschreven en vervang ze door nieuwe.
Pagina 73
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
Elektrische gevaren
§ Aanraken van onder spanning staande delen,
§ aanraken van geleidende delen, die in geval van fouten onder
spanning staan,
§ kortsluitingen,
§ aansluiten aan een niet geschikte spanning,
§ ontoelaatbaar hoge luchtvochtigheid,
§ vorming van condenswater
kan tot gevaarlijke lichaamsstromen leiden en daardoor verwondingen
aanrichten. Voorkom dit gevaar door de volgende maatregelen te nemen:
§ Voer bedradingwerkzaamheden alleen uit in een spanningsloze toestand.
§ Het inbouwen kan alleen gedaan worden in gesloten, schone en
droge ruimtes. Vermijd in de werkomgeving vocht en nattigheid.
§ Gebruik voor de decoder alleen lage spanningen zoals aangegeven
in de technische gegevens. Gebruik daarvoor uitsluitend
goedgekeurde transformatoren.
§ Steek de netstekker van transformatoren en soldeerbouten /
soldeerstations alleen in goed geïnstalleerde wandcontactdozen.
§ Let bij het maken van elektrische verbindingen op de juiste
draaddoorsnede.
§ Na de vorming van condenswater dient u voor het werk 2 uur
acclimatiseringtijd in acht te nemen.
§ Gebruik bij reparatiewerkzaamheden uitsluiten originele reserve-
onderdelen.
Brandgevaar
Wanneer de hete soldeerpunt met brandbaar materiaal in contact komt
ontstaat een brandhaard. Deze kan een brand veroorzaken en daardoor
levensgevaarlijke verwondingen veroorzaken door verbranding en
rookvergiftiging. Steek de netstekker van de soldeerbout of het
soldeerstation alleen in het stopcontact gedurende de tijd die u voor het
solderen nodig heeft. Houdt de soldeerpunt nooit in de buurt van
brandbare materialen. Gebruik een goede soldeerbouthouder. Laat de
hete soldeerbout nooit zonder toezicht liggen.
Pagina 74
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
Thermische gevaren
Wanneer per ongeluk de hete soldeerpunt met uw huid in aanraking
komt, of wanneer vloeibare soldeertin op de huid springt, bestaat het
gevaar van huidverbranding. Voorkom dit gevaar door:
§ bij uw werkzaamheden een hittebestendige onderlegger te gebruiken,
§ de soldeerbout altijd op een goede soldeerbouthouder weg te leggen,
§ bij het solderen op een juiste behandeling van de soldeerstift te
letten,
§ vloeibare soldeertin met een dikke vochtige lap of spons van de
soldeerstift af te strijken.
Omgevingsgevaren
Een te klein, ongeschikt werkoppervlak en beperkte
ruimteverhoudingen kunnen per ongeluk huidverbrandingen of brand
teweegbrengen. Voorkom dit gevaar door een toereikend, schoon
werkoppervlak in te richten met voldoende bewegingsvrijheid.
Andere gevaren
Kinderen kunnen uit onachtzaamheid of door een gemis aan
verantwoordelijkheidsgevoel alle hiervoor beschreven gevaren
veroorzaken. Om gevaar voor lijf en leden te voorkomen mogen
kinderen onder de 14 jaar bouwstenen niet inbouwen.
Kleine kinderen kunnen zeer kleine onderdelen met scherpe
draadeinden inslikken. LEVENSGEVAARLIJK! Zorg er daarom voor dat
onderdelen niet in handen van kleine kinderen komen.
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en sociale werkplaatsen dient
de bouw, het inbouwen en het gebruik van bouwgroepen door
geschoold personeel te worden begeleid.
In industriële instellingen zijn de voor die bedrijfstak geldende
voorschriften voor het gebruik van elektrische componenten van
toepassing (NEN 1010).
Pagina 75
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
!
3. Goed en degelijk solderen
Let op:
Bij ondeskundig solderen kan er brandgevaar optreden. Vermijd dit
gevaar: lees hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften goed door en volg
de aanwijzingen op.
§ Gebruik een kleine soldeerbout van hoogstens 30 Watt. Houd de
soldeerstift schoon waardoor de warmte van de soldeerbout goed
naar de te solderen plaatst kan worden geleid.
§ Gebruik alleen elektronica soldeertin met een vloeimiddel.
§ Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen nooit
soldeerwater of soldeervet. Deze bevatten zuren, die de onderdelen
en koperbanen kunnen beschadigen.
§ Soldeer snel: door te lang solderen worden onderdelen beschadigd. Ook
heeft dit het loslaten van de soldeerogen en koperbanen als gevolg.
§ Houd de soldeerstift zodanig op de soldeerplek, dat gelijktijdig het
soldeeroog en de draad verhit worden. Voer gelijktijdig (niet te
veel) soldeertin toe. Zodra de soldeertin begint te vloeien haalt u
het weg. Dan wacht u nog een moment, totdat het achtergebleven
soldeertin goed is doorgelopen alvorens de soldeerstift van de
soldeerplek weg te halen.
§ Beweeg het de zojuist gemaakte soldering gedurende 5 seconden niet.
§ Voorwaarde voor een correcte soldeerplek en goed solderen is een
schone en niet geoxideerde soldeerstift. Strijk daarom voor elke
soldering het overtollige soldeertin en het vuil weg met een
vochtige spons, een dikke vochtige doek of een siliconendoek.
§ Controleer na het solderen (het beste met een loep), of niet per ongeluk
printbanen met tin zijn overbrugd. Dit kan niet alleen leiden tot een
verkeerde werking, maar ook tot beschadiging van deze onderdelen. U
kunt overvloedig soldeertin met een schone soldeerstift opnieuw
vloeibaar maken. De tin vloeit dan van de print naar de soldeerstift.
Pagina 76
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
4. Werking
Aansturing in het digitaal bedrijf
De locdecoder LD-G-33 of LD-W-33 is een multiprotocol decoder, die
zowel signalen in het DCC-format als in het Motorola-format analyseert. Hij
herkent automatisch in welk format de centrale de signalen aan zijn adres
stuurt.
Het aantal adresmogelijkheden is afhankelijk van het format waarmee
de decoder wordt aangestuurd.
Motorola-format: 255 adressen.
DCC-format: 127 basisadressen of 10.239 extra adressen.
In DCC-format kan de decoder in alle rijstappenmodi (14, 28 of 128
rijstappen) worden aangestuurd.
In Motorola-format kan de decoder 14 of 27 rijstappen aansturen. De
aansturing van alle 27 rijstappen is alleen mogelijk met centrales die
deze mode in het Motorola format ondersteunen (b.v. de
MasterControl). Bij centrales die alleen de aansturing van 14 rijstappen
ondersteunen kan slechts iedere tweede beschikbare rijstap worden
aangestuurd.
De programmering van de decoders wordt voor het DCC-format via de
instellingen van de configuratievariabelen (DCC-conform) gedaan en
voor het Motorola-format via de registers.
Aansturing in de analoge mode
De locdecoder LD-G-33 of LD-W-33 kan ook op analoge
modelspoorbanen worden gebruikt. Hij kan zowel met een wisselstroomals met een gelijkstroom rijregelaar worden gebruikt. Zodra het voertuig
op de rails wordt gezet herkent de decoder automatisch of hij door een
analoog of digitaal signaal wordt aangestuurd en stelt de
overeenkomstige bedrijfsmode in. De automatische herkenning van het
analoog bedrijf kan worden uitgeschakeld.
Pagina 77
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
De lastregeling van de LD-G-33 is ook in analoog bedrijf actief. De
ingestelde maximale snelheid begrenst ook in analoog bedrijf de
maximum snelheid van de loc.
Het in- en uitschakelen van de functie-uitgangen is bij analoog bedrijf
niet mogelijk. Ze kunnen dusdanig worden geprogrammeerd dat ze in
het analoog bedrijf in- of uitgeschakeld zijn. De effecten die voor de
uitgangen zijn ingesteld zijn ook actief binnen het analoog bedrijf.
Uitgangen die met F0 worden geschakeld, worden in analoog bedrijf
overeenkomstig de rijrichting in- of uitgeschakeld.
Kortsluitbeveiliging
Zodra de toegestane totale stroom van de decoder (1.500 mA) wordt
overschreden, schakelt de decoder automatisch de motor- en functieuitgangen voor een korte periode uit. Dit wordt net zolang herhaald
totdat de kortsluiting is opgeheven.
Motoraansturing
De beide type decoders LD-G-33 en LD-W-33 zijn dusdanig opgebouwd
dat ze het juiste motortype optimaal aansturen.
De locdecoder LD-G-33 stuurt de (gelijkstroom-) motor aan met een
PBM van naar keuze 17 of 32 kHz. Daardoor is een geruisloze en
gelijkmatige loop van de motor gewaarborgd. De decoder is daardoor
ook geschikt voor de aansturing van klokanker- (Faulhaber-) motoren.
De LD-W-33 stuurt de (wisselstroom-) motor aan met een PBM van 480
Hz en is daarmee optimaal ingesteld voor de meeste motoren van dit type.
Lastregeling (alleen bij LD-G-33)
De locdecoder LD-G-33 voor locomotieven met een gelijkstroommotor
heeft een lastregeling, de locdecoder LD-W-33 voor locomotieven met een
wisselstroommotor niet. De lastregeling beïnvloedt de motorspanning
dusdanig dat de snelheid van de loc tijdens het rijden bij een gekozen
rijstap constant blijft, onafhankelijk van de belasting (b.v. rijden tegen
hellingen, aangekoppelde wagens).
Pagina 78
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
Door het wijzigen van een CV van de decoder kan de lastregeling
worden in- of uitgeschakeld. De lastregelparameters kunnen eveneens
door het veranderen van een CV worden gewijzigd, om de decoder aan
te passen op de individuele eigenschappen van de motor.
Lastregelparameter: De lastregeling wordt bepaald door drie op
elkaar afgestemde parameters, die op elkaar afgestemd moeten zijn om
optimale rijeigenschappen te verkrijgen. Aan iedere lastregelparameter
is een CV toegewezen. De parameters zijn:
KP: Het proportionele bestanddeel van de regeling zorgt er direct voor
dat het onderscheid tussen de MOET waarde en de IS waarde zo klein
mogelijk is. De waarde "0" is onmogelijk. Dit heeft zijn uitwerking op de
basissnelheid. Is de ingestelde waarde te klein dan rijdt de loc te
langzaam. Is de waarde te groot dan schokt de loc tijdens de rit.
KI: Het integrale aandeel van de regeling zorgt ervoor dat het
resterende onderscheid tussen de MOET en de IS waarde gereduceerd
wordt naar 0 en daarmee ook dat kleine afwijkingen worden
opgeheven. Is de ingestelde waarde te hoog dan leidt dat tot een heftig
schokken van de loc tijdens de rit.
KD: Het differentiële aandeel van de regeling zorgt ervoor dat de
regeling niet te snel wordt omgezet. Is de ingestelde waarde te laag
dan schokt de loc tijdens de rit. Is de ingestelde waarde te hoog dan
schommelt de loc tijdens de rit.
Snelheidskromme
Door het instellen van de vertrek- en de maximumsnelheid kan de
decoder worden aangepast aan de individuele rijeigenschappen van de
motor en de karakteristieke rijsnelheid van het loctype. Uit de vertreken maximumsnelheid bepaalt de decoder een lineaire snelheidskromme.
Wanneer de rijstappenmode is ingesteld op 28 rijstappen, kan aan de
lineaire snelheidskromme aan elk van de 28 rijstappen een willekeurige
motorspanning worden toegewezen. Dit maakt het mogelijk een aan de
Pagina 79
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
motor aangepaste snelheidskromme te creëren. De ingestelde waarden
worden in de alternatieve snelheidskromme opgeslagen.
Rangeerstand
Door het overeenkomstig programmeren via een functietoets naar de
rangeermode worden overgeschakeld. In de rangeermode wordt de
snelheid van alle rijstappen tot ca. 50% ten opzichte van de ingestelde
snelheid gereduceerd.
Optrek- en remsnelheid
De optrek- en remsnelheid zijn gescheiden van elkaar via de centrale te
programmeren.
Noodstop
Bij het omkeren van de rijrichting wordt automatisch een noodstop
uitgevoerd.
Schleperomschakeling
De LD-G-33 resp. de LD-W-33 heeft een functie-uitgang die zodanig
geprogrammeerd kan worden dat hij het relais voor een
sleperomschakeling schakelt.
Functie-uitgangen
De decoder heeft zes functie-uitgangen met een maximale stroom van
elk 500 mA waaraan naar behoefte verbruikers kunnen worden
aangesloten (b.v. verlichting, rookgenerator, geluidsmodule, elektrische
koppeling. De totale maximum stroom van de decoder (inclusief
motorstroom) bedraagt 1.500 mA.
De functie-uitgangen worden in DCC-format via de functietoetsen F0
t/m F12 geschakeld. In Motorola-format worden de functie-uitgangen
via de functietoetsen F0 t/m F4 geschakeld. De functies F5 t/m F9
kunnen worden geschakeld via de functietoetsen F1 t/m F4 en F0, die
aan een tweede decoderadres zijn toegewezen. De functies F10 t/m
F12 zijn bij Motorola niet beschikbaar.
Pagina 80
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
De toewijzing van de functietoetsen aan de functie-uitgangen van de
decoder is vrij naar keuze. Het is mogelijk om een functie-uitgang aan
meerdere functietoetsen toe te wijzen.
SUSI-aansluiting
Op de LD-G-33 / LD-W-33 kan een SUSI-module worden aangesloten,
die ook via de decoder geprogrammeerd kan worden. Het uitlezen van
de data van de SUSI-module is via de decoder niet mogelijk.
De locdecoder geeft de toestand van de functies en de op de centrale
ingestelde rijstap door aan de SUSI-module. Daardoor worden
snelheidsafhankelijke functies van de SUSI-module beïnvloed. (b.v.
motorgeluid).
Effecten van de functie-uitgangen
Voor alle functie-uitgangen kunnen de volgende effecten apart worden
ingesteld:
Dimmen: De spanning die aanwezig is op de uitgang, kan door de
overeenkomstige programmering worden gereduceerd. Voorbeeld: De
voor het analoog bedrijf bedoelde lampjes van oudere voertuigen
kunnen worden gedimd en hoeven daarom na het inbouwen van de
decoder niet te worden verwisseld. Bovendien is de mogelijkheid
aanwezig de spanning afhankelijk van de rijtrap te dimmen. Hierdoor
kan b.v. een matige rookontwikkeling worden gerealiseerd bij een stop
of een uitgeschakelde of gedimde stuurstandverlichting tijdens het
rijden.
Kickfunctie: De versterkte functie-uitgangen kunnen zo worden
ingesteld dat ze de eerste 20 seconden de volle spanning behouden en
daarna gedimd worden. Voorbeeld: Bij enkele typen elektrische
koppelingen is voor het ontkoppelen de volle spanning noodzakelijk. Om
de koppeling te lossen moet aansluitend de spanning worden gereduceerd.
De uitgangen kunnen bovendien zodanig worden geprogrammeerd, dat
na het uitvoeren van de kickfunctie de loc automatisch een stukje van
de ontkoppelde wagens wegrijdt.
Pagina 81
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
Knipperen: De frequentie en de impulsduur van de knipperlichten kan
worden ingesteld. Voorbeeld: Enkelvoudig en afwisselend of willekeurig
(oplichten).
Rijrichtingsafhankelijk aan-/uitschakelen: Iedere uitgang kan zo
worden geprogrammeerd dat hij afhankelijk van de rijrichting
geschakeld wordt.
Speciale functie voor rijstap 0: Een functie kan zo worden
geprogrammeerd dat hij bij rijstap 0 sommige functies uitschakelt en
andere functie-uitgangen inschakelt. Voorbeeld: in sommige
werkplaatsen is het gebruikelijk dat bij kortstondig opgestelde locs aan
de voor- en achterzijde het sluitlicht wordt ingeschakeld.
Terugmelding met RailCom
RailCom is een protocol voor bi-directionele datacommunicatie binnen
digitale modelspoorwegen, die in DCC-format worden aangestuurd.
Hiermee is het mogelijk de terugmelding van het adres en de CVinstellingen van de decoders naar de digitale centrale of naar speciale
ontvangerschakelingen (detectoren) te zenden. De decoders moeten
dan wel geschikt zijn om de zogenaamde RailCom-berichten uit te
sturen.
De LD-G-33 / LD-W-33 zendt constant zijn (basis-, uitgebreide of
consist-) adres aan de detectoren (het zogenaamde RailCom Broadcast
Datagram) en overdraagt uit een overeenkomstig DCC-uitleesopdracht
bovendien een CV melding.
Het verzenden van RailCom-berichten is alleen mogelijk op
modelspoorwegen waar een DCC-signaal op de rails aanwezig is. Daarom
is het gebruik van de RailCom-functie in een pure Motorola omgeving niet
mogelijk, maar uitsluitend in situaties waarin minstens één willekeurige
decoder op de modelspoorweg in DCC-format wordt aangestuurd.
Pagina 82
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
5. Technische gegevens
DataformatDCC en Motorola
TerugmeldprotocolRailCom
Bedrijfsspanning12-24 Volt digitaalspanning
Stroomopname (zonder verbruikers)ca. 10 mA
Max. totaalstroom1.500 mA
Max. stroom voor de motor1.000 mA
Aantal functie-uitgangen6
Max. stroom van de functie-uitgangen elk 500 mA
BeschermwijzeIP 00
Omgevingstemperatuur in bedrijf0 - + 60 °C
Omgevingstemperatuur in opslag-10 - + 80 °C
Toegestane relatieve luchtvochtigheid max. 85 %
Afmetingen van de printca. 25,5 x 16 x 2,9 mm
Gewicht van de schakelingca. 1,6 g
Pagina 83
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
!
6. De locdecoder inbouwen
Controleer voor het inbouwen van de decoder of de maximale stroom
van de locmotor met belasting onder de maximaal toelaatbare waarde
van 1.000 mA ligt. Ligt de waarde boven de 1.000 mA, dan is deze
decoder niet geschikt voor de inbouw in de loc. Hij zou bij het in
gebruik nemen schade oplopen.
Aansluiten van de motor
Open de kap van de loc. Bepaal de plaats, waar u de decoder wilt
inbouwen. Verbreek eerst de aansluitingen van de motor naar de
railaansluitingen resp. bij loc met een elektronische omschakelaar de
aansluitingen van de omschakelaar naar de motor en naar de rails. De
omschakelaar is niet meer nodig, deze kan worden uitgebouwd.
Let op:
De ontstoringsonderdelen die aan de motor of in de toevoerleiding zijn
aangebracht, mogen niet worden verwijderd! Motor en
ontstoringsonderdelen vormen een eenheid. Wordt er een deel van
verwijderd, dan kan dit ernstige elektrische storingen veroorzaken.
De LD-G-33 aansluiten
Kijk goed naar de aansluitplan fig. 1. Soldeer de van de
railstroomafnemers komende draden aan de punten X1 en X2.
Soldeer de van de motor komende draden aan de punten X3 en X4. Is de
rijrichting van de loc niet gelijk aan de op de centrale ingestelde rijrichting
dan moeten de aansluitingen X3 en X4 worden verwisseld.
De LD-W-33 aansluiten
Kijk goed naar de aansluitplan fig. 2. Soldeer de van de sleper komende
draad aan punt X1 en de van het huis komende draad aan punt X2.
Deze beide aansluitingen kunnen worden verwisseld, zonder dat
daardoor de werking wordt beïnvloed.
Pagina 84
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
!
!
Soldeer dan de van de veldspoel komende aansluitingen op de punten
X3 en X4 en de aansluiting van het motorschild op punt RL. Is de
rijrichting van de loc niet gelijk aan de op de centrale ingestelde rijrichting
dan moeten de aansluitingen X3 en X4 worden verwisseld.
Aansluiten van verbruikers op de functie-uitgangen
Test voor het aansluiten van de verlichting en andere verbruikers op
de functie-uitgangan, of de stroom onder de maximaal toelaatbare
waarde van 500 mA per aansluiting ligt en de totale stroom inclusief
motorstroom van 1.500 mA niet wordt overschreden. Worden
verlichtingen of andere verbruikers met meer dan 500 mA op de
decoder aangesloten of bedraagt de totale stroom van alle verbruikers
en van de motor meer dan 1.500 mA, dan wordt de decoder bij het in
gebruik nemen beschadigd.
Verwijder eventueel aanwezige diodes in de toevoerleidingen naar de
lampen. Sluit de lampen en andere verbruikers aan op de functieuitgangen (AUX1 bis AUX6) van de decoder. De toewijzing van de functieuitgangen aan de functietoetsen geschiedt tijdens het programmeren.
Wanneer de retourleiding van de aan te sluiten lampen of de aan te
sluiten extra apparaten al met de locmassa is verbonden, is het
aansluiten daarmee gereed. Zoniet, dan sluit u de retourleidingen van
de lampen en de extra apparaten aan op de retourleiding voor alle
functies van de decoder (punt RL).
Let op:
Wanneer u verbruikers aan de retourleiding voor alle functies (punt RL)
aansluit, moet u de verbruiker isoleren. De verbruikers mogen geen
contact maken met de metalen delen van het voertuig. Kortsluitgevaar!
De decoder kan bij het in bedrijf nemen worden beschadigd.
Let op:
De retourleiding voor alle functies (punt RL) mag in geen geval worden
verbonden met de voertuigmassa. Kortsluitgevaar! De decoder kan bij
het in bedrijf nemen worden beschadigd.
Pagina 85
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
!
Tip: Voordat u met het programmeren van de locdecoder begint, moet
de motor op de decoder zijn aangesloten, daar er anders geen
terugmelding naar de (DCC-) centrale mogelijk is. Wanneer u de
decoder met een Motorola-centrale wilt programmeren wollen, moet u
op de uitgangen AUX1 en AUX2 verlichting aansluiten, omdat de loc de
wisseling in de programmeermode en de overname van de invoer door
het knipperen van de verlichting op deze uitgangen bevestigt.
Decoderinstellingen bij aflevering
Om de decoderinstellingen bij aflevering te gebruiken worden de
verlichting en de extra apparaten als volgt aangesloten:
verlichting voor: AUX1
verlichting achter: AUX2
extra apparaat schakelbaar met F1: AUX3
extra apparaat schakelbaar met F2: AUX4
extra apparaat schakelbaar met F5: AUX5
extra apparaat schakelbaar met F6: AUX6
Aansluiten van een SUSI-module
De decoder heeft vier soldeerpunten voor het aansluiten van een SUSImodule. De juiste aansluitingen treft u aan in fig. 4.
Aansluiten van LEDs
De functie-uitgangen (AUX1 t/m AUX6) van de locdecoder schakelen
aan decodermassa. Daarom moeten op de uitgang van de functieuitgangen de kathodes (-) van de LEDs worden aangesloten.
Let op:
Wanneer u gebruik maakt van lichtdiodes, dan moeten deze altijd via
een voorschakelweerstand worden gebruikt! Lichtdiodes zijn in vele
verschillende vormen te verkrijgen. Daar de voorschakelweerstanden
verschillend zijn moet u de waarde daarvan berekenen of bij de
aankoop van de LEDs navragen.
Pagina 86
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
U kunt meerdere LEDs op één uitgang parallel schakelen. In dit geval
moet elke diode zijn eigen voorschakelweerstand krijgen. Wanneer u
meerdere LEDs aan een uitgang in serie schakelt, dan is één
voorschakelweerstand voldoende.
Aansluiten van een ondersteuningscondensator
In railstukken met een slecht contact kan de stroomvoorziening van de
decoder kort worden onderbroken. Tussen de punten "Elko-" en "Elko+"
kan een ondersteuningscondensator worden gesoldeerd die de
stroomvoorziening verbetert (zie fig. 4).
Bevestiging van de locdecoder
Na het maken van alle aansluitingen moet de locdecoder bevestigd
worden. Dit kan b.v. met dubbelzijdig kleefband worden gedaan.
Gebruik van een NEM 652 aansluitstekker
In sommige locs met gelijkstroommotor is al een NEM 652
aansluitstekker ingebouwd. Door gebruik te maken van een passende
stekker bespaart u zich het verwijderen van de aansluitingen en behoeft
u geen soldeerwerkzaamheden aan de loc uit te voeren. Met behulp
van de onderstaande tabel kunt u vaststellen, hoe u de contacten van
de aansluitstekker met de aansluitpunten van de locdecoder moet
verbinden.
In DCC-format kunnen register of configuratievariabelen (CVs) worden
geprogrammeerd, de hoofdspoorprogrammering is eveneens mogelijk.
In het Motorola-format worden de instellingen in het register
geprogrammeerd.
Programmering met DCC-centrales
Vanuit de centrale kunt u de configuratievariabelen (CVs) van de decoder
programmeren. Lees daartoe goed het betreffende hoofdstuk in de
handleiding van uw centrale, waarin de byteprogrammering van de CVs is
beschreven. Met centrales die alleen registerprogrammering kennen kunt u
alleen CV#1, CV#2, CV#3, CV#4 en CV#29 (= register 1 t/m 5)
programmeren.
Programmering met Märklin** Central Station en Mobile Station
Met het Central Station en het Mobile Station van Märklin** kunt u de
registers programmeren, de invoerwaarde is echter begrensd op 80. Roep
daarvoor artikelnummer 29750 uit de locdatabank op en programmeer de
decoder zoals voor dit artikelnummer wordt beschreven in de handleiding
van het Central Station of het Mobile Station.
Programmering met Motorola-centrales
Zet het voertuig op een railovaal of een railstuk dat met de railuitgang
van de centrale is verbonden. Overtuig u ervan dat er geen ander
voertuig op de rails staat, omdat de zich daarin bevindende decoder
eventueel ook geprogrammeerd wordt.
Let op: Wanneer u een centrale gebruikt die zowel het DCC als het
Motorola-format zendt is het programmeren in DCC-format aan te
bevelen. U kunt de decoder na het programmeren aansturen in het
Motorola-format.
Doe een reset op de centrale (door het gelijktijdig lang indrukken van de
toetsen "stop" en "go") of schakel de centrale kort uit en weer aan. Kies
Pagina 88
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
eerst het actuele adres van de decoder of het adres "80" (wanneer u b.v.
het actuele adres van de decoder niet kent). Bij aflevering heeft de
decoder het adres "3". Zet alle functies (function, f1 t/m f4) op "off".
Druk vervolgens op de "stop" toets van de centrale. Zet dan de regelaar
in de rijrichtingomkeerstand en houd deze daar. Druk kort op de "go"
toets. Zodra de lampen van het voertuig, die op de uitgangen AUX1 of
AUX2 zijn aangesloten, knipperen (na ca. 2 seconden), bevindt de
decoder zich in de programmeermode en kunt u de omkeerschakelaar
loslaten.
Programmeermode starten
Centrale inschakelen of
reset op de centrale uitvoeren.
Actueleadres of adres 80 instellen.
Alle functies op "off" zetten.
"STOP"-toets indrukken
à railspanning uitschakelen.
Rijrichtingomkeerschakelaar indrukken en
vasthouden. "GO"-toets indrukken.
Wannneer de verlichting knippert,
rijrichtingomkeerschakelaar loslaten.
Registerprogrammering starten
(verlichting knippert)
Pagina 89
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
Nadat u de programmeermode heeft gestart (en de verlichting knippert)
kunt u het register van de decoder als volgt programmeren:
1. Kies een te programmeren register uit door het nummer van het
register als Motorola locadres op uw centrale in te voeren. Let op dat u
bij sommige centrales eerst een "0" moet invoeren.
2. Druk op de rijrichtingsomkeerschakelaar. De verlichting knippert
sneller.
3. Voer de gewenste waarde voor het register in door de waarde van het
register als Motorola locadres op uw centrale in te voeren.
4. Druk opnieuw op de rijrichtingsomkeerschakelaar. De verlichting
gaat weer knipperen.
Herhaal de stappen 1 t/m 4 voor het register, die u wilt programmeren.
Om een register voor het programmeren te kiezen of een waarde aan
een register toe te wijzen moet u het ingevoerde getal altijd, net als bij
de keuze van een locadres, op uw centrale bevestigen.
De verlichting geeft aan welke vorm van invoer de decoder verwacht:
§ Verlichting knippert à invoer van het register nummer.
§ Verlichting knippert sneller à invoer van de waarde van een register.
Om de programmeermode te beëindigen drukt u op "STOP".
8. Configuratievariabelen en registers
van de LD-G-33 en de LD-W-33
In de volgende tabel zijn alle configuratievariabelen (voor het DCCformat) en de registers (voor het Motorola-format) opgenomen, die
voor de LD-G-33 en de LD-W-33 ingesteld kunnen worden.
In de tabel zijn in de kolom "CV-Nr." de nummers van de
configuratievariabelen voor de programmering in DCC-format
weergegeven en onder Reg.-Nr. de nummers van de registers voor
programmering in Motorola-format. De defaultwaarden zijn waarden, die
bij uitlevering ingesteld zijn en die na een reset ingesteld worden.
Pagina 90
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
* Voor enkele configuratievariabelen worden de invoerwaardes berekend
door het optellen van de getalwaarden, die overeenkomen met de
gewenste instellingen.
Naam van CV /
registers
Basisadres101 1 ... 255
Aanwijzing: Wanneer voor het basisadres een hogere waarde dan 127
geprogrammeerd wordt en het gebruik van extra adressen in CV#29 is
uitgeschakeld, reageert de decoder niet op opdrachten in DCC-format.
Startspanning 2470 ... 255
CVNr.
Reg.
Nr.
Invoer waarde
Defaultwaarde
(3)
(5)
Verklaring en aanwijzingen
Waardebereik in DCC-format:
1 ... 127
= Spanning, die bij rijstap 1
aan de motor wordt
afgegeven. Een waarde van
"0" komt overeen met 0 Volt,
een waarde van "255" met
de max. spanning.
Optrek
constante
3440 ... 255
(25)
= Lengte van de wachttijd,
bij het optrekken van de loc
telkens voor het opschakelen
naar de volgende hogere
rijstap. De wachttijd wordt
als volgt berekend: Waarde
van CV#3) x 0,9 sec. / aantal
rijstappen
Afrem
constante
4450 ... 255
(16)
= Lengte van de wachttijd,
bij het afremmen van de loc
telkens voor het omlaag
schakelen naar de lagere
rijstap. De wachttijd wordt
berekend zoals onder CV#3
beschreven.
Pagina 91
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
Naam van CV /
registers
Maximale
spanning
CV-
Reg.
Invoer waarde
Nr.
Nr.
Defaultwaarde
5460 ... 255
(0)
Verklaring en aanwijzingen
= Spanning, die bij de
hoogste rijstap aan de motor
wordt afgegeven.
Een waarde van "2" komt
overeen met 0,8 %, een
waarde van "255" 100 % van
de maximale spanning.
Versie7------Alleen in DCC-format uit te
lezen!
Program-
mering
SUSI-module
7029Voor het inleiden van de
programmering van een CV van
de SUSI-module. De volgende
CV, die wordt ingevoerd is
geldig voor de SUSI-module.
Het nr. wordt zonder
voorafgaande "9" ingevoerd.
Voorbeeld: Programmering van de CV#902 van de SUSI-module met "8":
Door het invoeren van de waarde "9" voor CV#7 van de decoder wordt de
programmering gestart. Vervolgens wordt de CV van de SUSI-module door het
invoeren van een "2" of "02" gekozen (voorafgaande 9 weglaten) en voor
CV#902 de waarde "8" ingevoerd. De decoder keert automatisch terug naar de
programmering van zijn CVs. Om voor de SUSI-module een volgende CV te
programmeren moet deze methode volledig herhaald worden.
Fabrikant8---(62)Alleen in DCC-format uit te
lezen!
Reset
8030 ... 255
Door het invoeren van de
gewenste waarde worden alle
instellingen op de
fabriekswaarden teruggezet.
Pagina 92
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
Naam van CV /
registers
CVNr.
Reg.
Nr.
Invoer waarde
Defaultwaarde
Verklaring en aanwijzingen
Motor-9480, 1getalwaarde *
frequentie(0)31,5 kHz0
voor LD-G-3317 kHz1
Aanwijzing: wanneer de rijeigenschappen van de loc bij de standaardinstelling van
31,5 kHz niet naar tevredenheid zijn, moet u de motorfrequentie instellen op 17 kHz.
In analoog13410 ... 255getalwaarde *
bedrijf actieve(0)F1 aan1
functiesF2 aan2
F3 aan4
(alleen voor F1F4 aan8
t/m F8, niet voorF5 aan16
F9 t/m F12)F6 aan32
F7 aan64
F8 aan128
Pagina 93
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
Naam van CV /
registers
Extra adressen 1704192 ... 255
CV-
Reg.
Invoer waarde
Nr.
Nr.
Defaultwaarde
(192)
18050 ... 255
(255)
Verklaring en aanwijzingen
Allen voor DCC-format. Bij de
meeste centrales is het
mogelijk extra adressen
direct in te voeren. De CVs
17, 18 en 29 worden door de
centrale automatisch goed
ingesteld.
Consistadres19061 ... 127
(0)
Remgedrag bij
gelijkspanning
(0)
= 2. adres
Alleen in DCC-format!
getalwaarde *27 49 0, 16, 32, 48
Geen remmen bij
gelijkspanning 0
Remmen bij positieve
gelijkspanning16
Remmen bij negatieve
gelijkspanning32
Aanwijzing: Standaard wordt bij het aanleggen van een gelijkspanning op de
rails naar analoog bedrijf omgeschakeld. Wordt de decoder op een
modelspoorweg met een remtraject gebruikt die op het aanleggen van een
gelijkspanning is gebaseerd (b.v. Märklin**-remtraject), dan moet het
omschakelen naar analoog bedrijf verhinderd en beveiligd worden zodat de loc
zoals gewenst op het remsignaal reageert.
Wordt voor de decoder het remmen bij een positieve of negatieve gelijkspanning
ingesteld dan wordt automatisch de analoog herkenning uitgeschakeld.
De weergave van de negatieve of positieve gelijkspanning wordt in de rijrichting
van de loc gezien bepaald door de rechter railstaaf.
Pagina 94
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
Naam van CV /
registers
CVNr.
Reg.
Nr.
Invoer waarde
Defaultwaarde
Verklaring en aanwijzingen
Configuratie-29070 ... 64getalwaarde *
data 1(14)Rijrichting "Standaard"0
Fabrieksinstellingen: AUX1 schakelbaar met F0, vooruit ingeschakeld. AUX2
schakelbaar met F0, ingeschakeld bij achteruit. AUX3 schakelbaar met F1, AUX4
schakelbaar met F2, AUX5 schakelbaar met F5, AUX6 schakelbaar met F6.
Voorbeeld: AUX2 met F5 schakelen à CV#39 = 2
Voorbeeld: AUX1 en AUX2 met F6 schakelen à CV#40 = 3 (= 1+2)
Extra47500 ... 63
getalwaarde *
kickfunctie(0)voor AUX 11
voor AUX 22
voor AUX 34
voor AUX 48
voor AUX 516
voor AUX 632
Wordt een uitgang aan de extra kickfunctie toegewezen, dan wordt de motor
zolang van stroom voorzien totdat de kickfunctie ingeschakeld is.
Voorbeeld: bij het schakelen van een uitgang met de extra kickfunctie rijdt de loc
automatisch een stukje naar de wagen toe (voor het ontlasten van de
koppeling). Daarna wordt de elektrische koppeling via de kickfunctie ontkoppeld
en rijdt de loc automatisch een stukje van de afgekoppelde wagen weg.
Pagina 96
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
Naam van CV /
registers
Spanning bij48510 ... 255
extra(0)
kickfunctie
CVNr.
Reg.
Nr.
Invoer waarde
Defaultwaarde
Verklaring en aanwijzingen
= spanning, die bij het
schakelen met de extra
kickfunctie naar de motor
wordt gevoerd.
Configuratie-49220 ... 127
getalwaarde *
data 2(73)lastregeling uit0
lastregeling aan
(alleen LD-G-33)1
Rangeersnelheid met F12
Rangeersnelheid met F24
Rangeersnelheid met F38
Rangeersnelheid met F4 16
Optrek- / remvertraging
schakelbaar met F332
Optrek- / remvertraging
schakelbaar met F464
Lastregel-50230 ... 255
parameter KP(40)
De parameter KP legt de basissnelheid vast (alleen voor LD-G-33). Waarde te
klein à loc rijdt te langzaam. Waarde te grootà sterk schokken van de loc.
Lastregel-51240 ... 255
parameter KI(20)
De parameter KI zorgt voor de fijnafstelling van de lastregeling (alleen voor LD-G-33).
De waarde moet in zeer kleine stappen worden aangepast.
Waarde te groot à sterk schokkende loc.
Lastregel-52250 ... 255
parameter KD(50)
De parameter KD vertraagt de omzetting van de lastregeling (alleen voor LD-G-33).
Waarde te klein à schokkende loc.
Waarde te groot à Schommelen van de loc.
= Proportioneel deel van de
lastregeling.
= Integraal deel van de
lastregeling
= Differentiële deel van de
lastregeling
Pagina 97
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
invoerwaarde: 55 (=7 +
Naam van CV /
registers
CVNr.
Reg.
Nr.
Invoer waarde
Defaultwaarde
Verklaring en aanwijzingen
Effecten van de uitgangengetalwaarde*
AUX153260 ... 63 (0)richtingsonafhankelijk0
AUX254270 ... 63 (0)AUX bij vooruit rijden uit1
AUX355280 ... 63 (0)AUX bij achteruit rijden uit 2
AUX456290 ... 63 (0)Alleen voor AUX6:
AUX557300 ... 63 (0) Sleperomschakeling4
AUX658310 ... 63 (0)Knipperen geïnverteerd 8
Voorbeeld: gelijkmatig knipperen op AUX1 en verlichting bij vooruitrijden uit
à CV#53 = 129 (= 128 + 1)
Aanwijzing: via de pulsverhouding van de knipperlichten wordt de faselengte van
de aan- en uittoestanden van de verlichting ingesteld.
= tijdsduur, waarin de volle
spanning aanwezig is,
voordat deze gereduceerd
wordt. De max. tijd van 20
seconden komt overeen met
een waarde van "15".
Voor iedere uitgang kan een waarde tussen 0 en 15 worden gekozen. Voor de
oneven uitgangen wordt de gewenste waarde direct ingevoerd, voor de even
uitgangen de met 16 vermenigvuldigde waarde.
Voorbeeld:
Voor AUX3 waarde "7" en voor AUX4 waarde "3"à
3x16)
Pagina 98
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
Naam van CV /
registers
Dimmen van de uitgangen:
AUX1 / AUX262351...255 (255)
AUX3 / AUX463361...255 (255)
AUX5 / AUX664371...255 (255)
CVNr.
Reg.
Nr.
Invoer waarde
Defaultwaarde
Verklaring en aanwijzingen
= reductie van de spanning
die op de uitgang staat. De
waarde "1" komt overeen
met de kleinste, "15" met
de maximale spanning.
Voor iedere uitgang kan een waarde tussen 0 en 15 worden gekozen. Voor de
oneven uitgangen wordt de gewenste waarde direct ingevoerd, voor de even
uitgangen de met 16 vermenigvuldigde waarde.
Voorbeeld:
Voor AUX5 waarde "14" en voor AUX6 waarde "2"à invoerwaarde: 46 (=14 +
2x16)
Optrek-kick65600 ... 14
(4)
= kortstondige verhoging
van de motorspanning bij het
wegrijden om uit stilstand te
kunnen optrekken.
Voorbeeld: CV#65 = 6 à De motorspanning bij het optrekken komt overeen met
de spanning die in het rijbedrijf bij rijstap 6 ligt. Deze wordt direct met de in
CV#4 ingestelde remrate CV#4) op de daadwerkelijk gekozen rijstap
gereduceerd. Na verandering van CV#4 kan daarom een verandering van CV#65
noodzakelijk zijn.
Alternatieve
kromme
(alleen bij de
28 rijstappen
mode)
67
.
.
94
67
0 ... 255= Snelheidstabel voor de
.
.
94
alternatieve
snelheidskromme. Aan elk
van de 28 rijstappen wordt
een motorspanning
toegewezen.
De waarde "0" komt overeen
met een spanning van "0",
"255" de maximale spanning.
Pagina 99
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
Naam van CV /
registers
CVNr.
Reg.
Nr.
Invoer waarde
Defaultwaarde
Verklaring en aanwijzingen
Knipper-112 3810 ... 255Instelling voor alle
frequentie van(200)Knipperlichten tegelijk.
de verlichting10 à laagste frequentie
255à hoogste frequentie
Voorbeelden: voor de knipperfrequentie
CV#112 = 10 à 2 Hz / CV#112 = 48 à 0,7 Hz
CV#112 = 100 à 0,25 Hz / CV#112 = 255 à 0,125 Hz
Interne rijstap
voor CV #116
113 391 ... 126
(16)
= rijstap, waar vanaf de in
CV#116 vastgelegde
uitgangen worden gedimd.
2de Motorolaadres
114 401 ... 255
(4)
= Adres, waar in Motorola-
format extra functies
geschakeld worden. De
functies F5 t/m F8 worden
via de functietoetsen F1 t/m
F4, de functie F9 via de
functietoets F0 bereikt.
Rangeerlicht115 420 ... 255rangeerlicht voor AUX11
(0)rangeerlicht voor AUX22
rangeerlicht voor AUX34
rangeerlicht voor AUX48
rangeerlicht voor AUX516
rangeerlicht voor AUX632
rangeerlicht
te schakelen met F364
rangeerlicht
te schakelen met F4128
Voorbeeld: voor AUX2 en AUX 3 rangeerlicht te schakelen met F4:
à invoerwaarde: 134 (= 2 + 4 + 128)
Pagina 100
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
Naam van CV /
registers
Snelheidsafhankelijk
dimmen
CV-
Reg.
Invoer waarde
Nr.
Nr.
Defaultwaarde
116 430 ... 63
(0)
Verklaring en aanwijzingen
Legt vast, welke uitgangen
vanaf de in CV#113
gedefinieerde rijstap gedimd
worden.
AUX11
AUX22
AUX34
AUX48
AUX516
AUX632
Uitschakelen
bij
overbelasting
117 52 0...255
(69)
Legt vast bij welke stroom
de overbelastingbescherming in werking
treedt. De waarde 69 komt
overeen met 1,5 A.
Let op: een totale stroom van meer dan 1,5 A kan tot een beschadiging of
verstoring van de decoder door overbelasting leiden. Wordt voor CV#117 een
hogere waarde dan "64" ingevoerd dan is de overbelastingbescherming van de
decoder niet meer gegarandeerd.
Alternatief dimmen van de uitgangen:
AUX1 / AUX2118 541...255 (255)
AUX3 / AUX4119 551...255 (255)
AUX5 / AUX6120 561...255 (255)
= reductie van de spanning die
aan de uitgang staat. De
waarde "1" komt overeen met
de kleinste, "15" met de
maximale spanning.
Waarden gelden alleen voor de
in CV#116 gedefinieerde
uitgangen en vanaf een in
CV#113 gedefinieerde rijstap.
Pagina 101
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
Naam van CV /
registers
Voor iedere uitgang kan een waarde tussen 0 en 15 worden gekozen. Voor de
oneven uitgangen wordt de gewenste waarde direct ingevoerd, voor de even
uitgangen de met 16 vermenigvuldigde waarde.
Voorbeeld:
Voor AUX5 waarde "14" en voor AUX6 waarde "2"à invoerwaarde: 46 (=14 +
2x16)
Uitschakelen
van de functie
F0 bij rijstap 0
CV-
Reg.
Invoer waarde
Nr.
Nr.
Defaultwaarde
121 57 0...255
(0)
Verklaring en aanwijzingen
Geeft aan met welke van de
functies F1 t/m F8 bij rijstap
0 de functie F0
uitgeschakeld wordt.
F11
F22
F34
F48
F516
F632
F764
F8128
Inschakelen
van de
uitgangen bij
rijstap 0
122 580...63
(0)
Geeft aan welke uitgangen
door de in CV#121
gedefinieerde functies bij
rijstap 0 worden
ingeschakeld.
AUX11
AUX22
AUX34
AUX48
AUX516
AUX632
Pagina 102
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
Naam van CV /
registers
Uitschakelen
van functies
bij rijstap 0
CV-
Reg.
Nr.
Nr.
123 59
Invoer waarde
Defaultwaarde
0...15
(0)
Verklaring en aanwijzingen
Geeft aan welke functietoetsen bij de in CV#121
gedefinieerde functies
worden uitgeschakeld.
F11
F22
F34
F48
9. Gebruik
Optimaliseren van de CV-instellingen
De rijeigenschappen worden met name beïnvloed door de instellingen van
CV#2 (optreksnelheid) en CV#5 (maximum snelheid) en bij de LD-G-33
extra door de CV#50 t/m #52 (lastregelparameters). Volgende instellingen
leiden over het algemeen tot goede rijeigenschappen:
Voor het uitlezen van data via RailCom zijn speciale detectoren en een
RailCom geschikte booster nodig.
Er kunnen alleen dan data via RailCom worden uitgelezen wanneer
CV#29 (DCC-format) resp. register #07 (Motorola-format) van de
locdecoder is ingeschakeld.
Pagina 103
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
!
RailCom-berichten kunnen alleen op modelspoorbanen worden
overgedragen wanneer daarin een DCC-railsignaal wordt gezonden.
Wordt de locdecoder aangestuurd in Motorola-format, dan kunnen
RailCom-berichten alleen worden verstuurd wanneer gelijktijdig
tenminste één (willekeurige andere) loc- of functiedecoder in DCCformat wordt aangestuurd.
10. Checklist voor storingen
§ Onderdelen worden zeer heet en / of beginnen te roken.
Aanwijzing: Schakel direct de voedingsspanning uit!
Mogelijke oorzaak: een of meerdere aansluitingen zijn verkeerd
gesoldeerd. à Controleer de aansluitingen.
Mogelijke oorzaak: Kortsluiting. De decoder raakt ergens de wagen
of locmassa. à Onderzoek de aansluitingen. Het is niet uitgesloten
dat de decoder door deze kortsluiting voorgoed beschadigd is.
Mogelijke oorzaak: Een motoraansluiting is met de locmassa
verbonden. à Verbreek de aansluiting met de locmassa.
§ Na het programmeren rijdt de loc slecht of helemaal niet.
Mogelijke oorzaak: De ingevoerde waarden voor de CVs kloppen
niet. à Voer een decoderreset uit en programmeer de decoder
opnieuw.
§ In digitaal bedrijf rijdt de loc plotseling met een hoge snelheid.
Mogelijke oorzaak: Stoorsignalen op de modelbaan hebben de
decoder naar analoog bedrijf omgeschakeld. à Daar vaak niet is te
traceren welke oorzaken de stoorsignalen hebben is het aan te
raden de automatische analoogherkenning tijdens het digitaal
bedrijf uit te schakelen.
§ Een uitgang kan niet worden ingeschakeld.
Mogelijke oorzaak: In de CV#53 t/m 58 zijn voor een uitgang
waarden ingesteld die met elkaar in conflict komen. à Verander de
waarden voor CV#53 t/m 58.
Pagina 104
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
§ De loc rijdt niet in analoog bedrijf.
Mogelijke oorzaak: Het analoog bedrijf is uitgeschakeld.
à Verander de waarde van CV#29.
§ Het licht gaat bij het opschakelen van de rijstappen aan en uit of
het licht laat zich niet in- resp. uitschakelen.
Mogelijke oorzaak: De rijstappenmode van de decoder en de
centrale komen niet overeen. Voorbeeld: de centrale bevindt zich in
de 28 rijstappenmode, de decoder echter in de 14 rijstappenmode.
à Verander de rijstappenmode van de centrale of de decoder.
§ De CV-waarden kunnen niet via RailCom worden uitgelezen.
Mogelijke oorzaak: RailCom is uitgeschakeld. à Verander de
waarde in CV#29.
Wanneer u een storing niet kunt lokaliseren stuur dan de schakeling ter
reparatie op (adres op de laatste pagina).
11. Voorschriften voor de bouwer,
CE en garantie
Voorschriften voor de bouwer
Diegene, die een schakeling door uitbreiding resp. inbouwen
bedrijfsgereed maakt, is de fabrikant en is verplicht, bij doorgifte van
het product alle begeleidende papieren mee te leveren en ook zijn
naam en adres op te geven.
Certificering
Het product werd overeenkomstig de Europese normen EN 55014-1 en
EN 61000-6-3 ontwikkelt en getest. Het product voldoet aan de EGRichtlijnen 2004/108/EG over elektromagnetische verdraagzaamheid en
heeft hiervoor het CE – certificaat.
Om de elektromagnetische verdraagzaamheid bij gebruik te garanderen
dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
Pagina 105
NederlandsLD-G-33 / LD-W-33
§ Sluit de transformator alleen aan op een door een erkende
installateur geïnstalleerde en beveiligde wandcontactdoos.
§ Breng geen wijzigingen aan in de originele onderdelen en volg de
aanwijzingen, het schakelschema en print lay-out van deze
handleiding nauwkeurig op.
§ Gebruik bij reparatie alleen originele reserve onderdelen.
Garantiebepalingen
Op dit product geven wij 2 jaar garantie. De garantie omvat een gratis
reparatie van gebreken, die aantoonbaar terug te voeren zijn op
materiaal of fabricage onzerzijds. Wij garanderen het volledig
functioneren van onderdelen in niet ingebouwde toestand
overeenkomstig de technische gegevens van de schakeling bij
uitgevoerde bouw, resp. inbouw, vakkundige verwerking en het
voorgeschreven in bedrijf nemen en gebruik volgens de handleiding.
Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten. Wij zijn, buiten de normale
wetgeving, niet aansprakelijk voor schade of gevolgschade in
samenhang met deze producten. Wij behouden het recht van reparatie,
verbeteringen, reserve leveringen of teruggave van de koopprijs.
In de volgende situaties vervalt de garantie:
§ indien bij het solderen een niet geschikte soldeerbout,
zuurhoudende soldeertin, soldeervet, zuur houdend vloeimiddel of
iets dergelijks is gebruikt,
§ alsmede schade die is ontstaan door het niet opvolgen van de
handleiding,
§ bij verandering en reparatiepogingen aan decoder,
§ bij eigenmachtige verandering van de schakeling,
§ tijdens de bouw ondeskundige opslag van de onderdelen en het los
bedraden van de onderdelen,
§ bij beschadigingen van de koperbanen en soldeerogen,
§ bij schade door overbelasting van de schakeling,
§ bij het aansluiten van een verkeerde spanning of stroom,
Pagina 106
LD-G-33 / LD-W-33Nederlands
§ bij schade door derden,
§ bij foutief bedienen of schade door een verkeerde behandeling of
misbruik,
§ bij schade door het aanraken van onderdelen voordat een statische
ontlading heeft plaatsgevonden.
De sterren **
In deze handleiding zijn de volgende fabrikanten en hun producten
genoemd:
Anschluss der Ausgänge an Fahrzeugmasse
Connection of the outputs to vehicle ground
Raccordement des sorties via la masse du vehicule
Verbining van de uitgangen met de voortuigmassa