voorafgaande schriftelijke toestemming
van Tams Elektronik GmbH.
Technische wijzigingen voorbehouden.
n English27
n Français51
n Nederlands75
n
n
n
n
n
n
n
n
n
LD-G-10Nederlands
Inhoudsopgave
Hoe deze handleiding u verder helpt76
Gebruiksvoorschriften76
Veiligheidsvoorschriften77
EMV - voorschrift79
Werking80
Technische gegevens84
Controle van de inhoud84
Benodigde gereedschappen en materialen84
Goed en degelijk solderen85
De locdecoder inbouwen86
De locdecoder programmeren88
Bedrijf94
Checklist voor storingen95
Voorschriften voor de bouwer96
Certificering96
Garantiebepalingen96
Aansluitplan (Fig. 1)I
Schakelplan (Fig. 2)II
(Pagina’s I tot II kunnen uitgenomen worden).
* De volgende firma’s en hun producten worden in deze handleiding
genoemd:
Märklin & Cie. GmbH, Göppingen, Deutschland
Uhlenbrock Elektronik GmbH, Bottrop, Deutschland
Pagina 75
NederlandsLD-G-10
!
Hoe deze handleiding u verder helpt
Deze handleiding helpt u stap voor stap bij het veilig en doelgericht
inbouwen en het in bedrijf nemen. Voor u het in bedrijf stellen, raden
wij u aan deze handleiding geheel te lezen, in het bijzonder de
veiligheidsvoorschriften en het hoofdstuk over mogelijke fouten en hun
oplossingen. U weet dan, waar u op moet letten om fouten, die vaak
alleen met veel inspanning weer te verhelpen zijn, te vermijden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, opdat u later bij eventuele
storingen de werking weer kunt herstellen. Indien u de schakeling aan
een ander doorgeeft, geef dan ook de handleiding door.
Gebruiksvoorschriften
De locdecoder is geschikt voor de inbouw in een modelspoorlocomotief
met een gelijkstroommotor. Hij analyseert de door de digitale centrale
in Motorola-II-format uitgezonden signalen, die voor zijn adres bestemd
zijn en stuurt de motor en extra functies van de loc aan.
De bouwsteen is niet geschikt om door kinderen onder de 14 jaar
ingebouwd te worden.
Bij de gebruiksvoorschriften behoort ook het lezen, begrijpen en volgen
van deze handleiding.
Ieder ander gebruik is niet gerechtvaardigd.
Let op:
Geïntegreerde schakelingen zijn gevoelig voor statische elektriciteit.
Raak daarom de onderdelen niet aan voordat u zichzelf heeft ontladen.
Het is meestal voldoende om b.v. de radiator even aan te raken.
Pagina 76
LD-G-10Nederlands
Veiligheidsvoorschriften
Mechanische gevaren
Afgeknipte draden en uiteinden kunnen scherpe punten hebben, die bij
onvoorzichtig vastpakken huidverwondingen kunnen opleveren. Pas
daarom op voor scherpe punten bij het vastpakken.
Zichtbare beschadigingen van onderdelen kunnen tot niet calculeerbare
gevaren leiden. Bouw beschadigde onderdelen niet in, maar verwijder
deze zoals voorgeschreven en vervang ze door nieuwe.
Elektrische gevaren
§ Aanraken van onder spanning staande delen,
§ aanraken van geleidende delen, die in geval van fouten onder
spanning staan,
§ kortsluitingen,
§ aansluiten aan een niet geschikte spanning,
§ ontoelaatbaar hoge luchtvochtigheid,
§ vorming van condenswater
kan tot gevaarlijke lichaamsstromen leiden en daardoor verwondingen
aanrichten. Voorkom dit gevaar door de volgende maatregelen te
nemen:
§ Voer bedradingwerkzaamheden alleen uit in een spanningsloze
toestand.
§ Het inbouwen kan alleen gedaan worden in gesloten, schone en
droge ruimtes. Vermijd in de werkomgeving vocht en nattigheid.
§ Gebruik voor de bouwsteen alleen lage spanningen zoals
aangegeven in de technische gegevens. Gebruik daarvoor
uitsluitend goedgekeurde transformatoren.
§ Steek de netstekker van transformatoren en soldeerbouten /
soldeerstations alleen in goed geïnstalleerde wandcontactdozen.
§ Let bij het maken van elektrische verbindingen op de juiste
draaddoorsnede.
Pagina 77
NederlandsLD-G-10
§ Na de vorming van condenswater dient u voor het werk tot 2 uur
acclimatiseringtijd in acht te nemen
§ Gebruik bij reparatiewerkzaamheden uitsluiten originele reserve-
onderdelen.
Brandgevaar
Wanneer de hete soldeerpunt met brandbaar materiaal in contact komt
ontstaat een brandhaard. Deze kan een brand veroorzaken en daardoor
levensgevaarlijke verwondingen veroorzaken door verbranding en
rookvergiftiging. Steek de netstekker van de soldeerbout of het
soldeerstation alleen in het stopcontact gedurende de tijd die u voor het
solderen nodig heeft. Houdt de soldeerpunt nooit in de buurt van
brandbare materialen. Gebruik een goede soldeerbouthouder. Laat de
hete soldeerbout nooit zonder toezicht liggen.
Thermische gevaren
Wanneer per ongeluk de hete soldeerpunt met uw huid in aanraking
komt, of wanneer vloeibare soldeertin op de huid springt, bestaat het
gevaar van huidverbranding. Voorkom dit gevaar door:
§ bij uw werkzaamheden een hittebestendige onderlegger te gebruiken,
§ de soldeerbout altijd op een goede soldeerbouthouder weg te leggen,
§ bij het solderen op een juiste behandeling van de soldeerstift te
letten,
§ vloeibare soldeertin met een dikke vochtige lap of spons van de
soldeerstift af te strijken.
Omgevingsgevaren
Een te klein, ongeschikt werkoppervlak en beperkte
ruimteverhoudingen kunnen per ongeluk huidverbrandingen of brand
teweegbrengen. Voorkom dit gevaar door een toereikend, schoon
werkoppervlak in te richten met voldoende bewegingsvrijheid.
Pagina 78
LD-G-10Nederlands
Andere gevaren
Kinderen kunnen uit onachtzaamheid of door een gemis aan
verantwoordelijkheidsgevoel alle hiervoor beschreven gevaren
veroorzaken. Om gevaar voor lijf en leden te voorkomen mogen
kinderen onder de 14 jaar bouwsets niet bouwen en bouwstenen niet
inbouwen.
Kleine kinderen kunnen zeer kleine onderdelen met scherpe
draadeinden inslikken. LEVENSGEVAARLIJK! Zorg er daarom voor dat
onderdelen niet in handen van kleine kinderen komen.
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en sociale werkplaatsen dient
de bouw, het inbouwen en het gebruik van bouwgroepen door
geschoold personeel te worden begeleid.
In industriële instellingen zijn de voor die bedrijfstak geldende
voorschriften voor het gebruik van elektrische componenten van
toepassing (NEN 1010).
EMV - voorschrift
Het product werd overeenkomstig de Europese normen EN 55014-1 en
EN 61000-6-3 geontwikkelt en getest en komt overeen met de EG richtlijn 2004/108/EG en de wettelijke bepalingen.
Om de elektromagnetische verdraagzaamheid bij gebruik te
garanderen dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te
nemen:
§ Sluit de transformator alleen aan op een door een erkende
installateur geïnstalleerde en beveiligde wandcontactdoos.
§ Breng geen wijzigingen aan in de originele onderdelen en volg de
aanwijzingen, het schakelschema en print lay-out van deze
handleiding nauwkeurig op.
§ Gebruik bij reparatie alleen originele reserve onderdelen.
Pagina 79
NederlandsLD-G-10
Werking
De decoder is geschikt voor het gebruik in het Motorola-II-format en
kan op één van de 255 adressen worden ingesteld. Hij analyseert de
door de digitale centrale verzonden signalen, die voor zijn adres
bestemd zijn. Hij stuurt de motor van de loc aan en beïnvloedt de
rijeigenschappen. Bovendien schakelt hij de verlichting van de loc.
Binnen het Motorola-I-Format is rijden mogelijk, het programmeren van
de parameters en het aansturen van de functies is echter beperkt.
Automatische herkenning van de analogemode
De decoder kan ook in analoge mode op modelspoorbanen worden
gebruikt die aangestuurd worden door een wisselstroom rijregelaar. Zodra
de loc op de rails wordt gezet, herkent de decoder automatisch of hij door
analoge of digitale signalen wordt aangestuurd en stelt de
overeenkomstige mode in. Door de overeenkomstige programmering van
de decoder kan de automatische analoogherkenning worden
uitgeschakeld.
De decoder is niet geschikt voor gebruik op analoge modelbanen die
door een gelijkstroom regelaar worden aangestuurd. De decoder
interpreteert de signalen die hij in deze banen ontvangt als „remstuk“
en daarom rijdt de loc niet.
In analoog bedrijf reageert de decoder op het analoge signaal voor het
omkeren van de rijrichting. De verlichting is altijd ingeschakeld en
wisselt overeenkomstige met de rijrichting. Het in- en uitschakelen van
de verlichting en de extra functies is in analoog bedrijf niet mogelijk.
Motoraansturing
De locdecoder stuurt de (gelijkstroom-) motor aan met een PBM van 32
kHz. Daardoor is een geruisloze en gelijkmatige loop van de motor
gewaarborgd. De decoder is daardoor ook geschikt voor de aansturing
van klokanker- (Faulhaber-) motoren.
Pagina 80
LD-G-10Nederlands
Beveiliging tegen oververhitting
Zodra de toegestane bedrijfstemperatuur van de decoder (ca. 60 °C)
overschreden wordt schakelt de decoder automatisch uit en de
locverlichting begint te knipperen. Het opnieuw opstarten van het rijbedrijf
is pas mogelijk nadat de railspanning wordt uitgeschakeld. In de meeste
gevallen is de oorzaak van een oververhitting een te hoge stroomafname
van de motor.
Lastregeling
De locdecoder heeft een lastregeling. De lastregeling beïnvloedt de
motorspanning dusdanig dat de snelheid van de loc tijdens het rijden bij
een gekozen rijstap constant blijft, onafhankelijk van de belasting (b.v.
rijden tegen hellingen, aangekoppelde wagens).
De decoder kiest automatisch de optimale waarden van de
lastregelparameters voor de aangesloten (gelijkstroom-) motor uit.
Door de overeenkomstige programmering van de decoder kan het
waardebereik waaruit de decoder de optimale waarden analyseert
worden veranderd.
Rijrichting
Bij een richtingsverandering wordt in digitaalbedrijf de actuele richting
opgeslagen. Hierdoor wordt bij een onderbreking van het rijbedrijf de
oorspronkelijke richting gehandhaafd, zelfs wanneer de centrale geen
absolute rij-informatie meer verstuurt (b.v. in Motorola-I-format).
Voor het omschakelen van de rijrichting in analoog bedrijf wordt een
spanningsimpuls op de rails gelegd die duidelijk hoger is dan de
normale rijspanning. Storingen van de locmotor, toleranties van de
gebruikte componenten en spanningsverlies in de rails kunnen
ongewenste richtingswisselingen veroorzaken of gewernste
richtingsveranderingen verhinderen. Door de overeenkomstige
programmering van de decoder kan deze op de goede spanning voor
het omschakelen van de richting worden aangepast.
Pagina 81
NederlandsLD-G-10
x = rijstap
Rijstappen
De decoder kan 27 rijstappen aansturen. De aansturing van alle 27
rijstappen is alleen mogelijk met centrales die deze mode in het
Motorola format ondersteunen (b.v. de MasterControl). Bij centrales die
alleen de aansturing van 14 rijstappen ondersteunen kan slechts iedere
tweede beschikbare rijstap worden aangestuurd.
Snelheidskromme
Door het instellen van de vertrek- en de
maximumsnelheid kan de decoder worden
aangepast aan de individuele
rijeigenschappen van de motor en de
karakteristieke rijsnelheid van het loctype.
Uit de vertrek- en maximumsnelheid
bepaalt de decoder een snelheidskromme
die overeenkomt met de hiernaast
geplaatste afbeelding.
Deze kromme maakt een goede
fijnafstemming van de rijsnelheid in het
onderste bereik van de rijtrappen mogelijk.
Rangeerstand
Met de speciale functie F4 kan naar de rangeerstand worden
omgeschakeld. In de rangeerstand wordt de snelheid van alle rijtrappen
met ongeveer 25 % gereduceerd ten opzichte van de standaard snelheid.
Optrek- en remsnelheid
De optrek- en remsnelheid zijn gescheiden van elkaar te programmeren.
Door het indrukken van functietoets F3 wordt de optrek- remsnelheid inresp. uitgeschakeld. Daarnaast kan bij een actieve optrek- remsnelheid
vanuit de centrale door het omschakelen van de rijrichting een noodstop
worden veroorzaakt.
y = motorspanning
Pagina 82
LD-G-10Nederlands
Verlichting
Door de centrale kan via de functie "function" ("f0" / "Licht") de voor en
achter verlichting richtingsonafhankelijk in- of uitgeschakeld worden.
CV-programmering
De instelling van het adres, de rijeigenschappen (optrek- en
remsnelheid) en de snelheidskromme alsmede de aanpassing van de
decoder op de locmotor (motorfrequentie, omschakelspanning,
lastregelparameters) wordt gedaan met behulp van de programmering
voor CV variabelen (configuratievariabelen). De CV-programmering is
voor decoders voor het DCC-format vastgelegd in de NMRA-richtlijnen.
De CV-programmering voor deze Motorola-decoder is afgeleid van deze
methode doch verschilt op enkele punten door de verschillen in de
beide formats. Met name het programmeren van de decoder op een
DCC programmeerrail is niet mogelijk.
Online-programmeren
Als alternatief voor de CV-programmering kunnen het adres en de
rijeigenschappen ook „online” worden geprogrammeerd. Dit betekent:
§ Na het starten van de programmeermode kunt u direct het nieuwe
adres invoeren en opslaan.
§ Tijdens het programmeren van de rijeigenschappen (vertrek- en
maximumsnelheid, optrek- en remsnelheid) rijdt de loc op de rails.
Door het draaien van de rijregelaar worden de rijeigenschappen
veranderd. Zodra deze naar wens zijn ingesteld worden ze direct
(online) opgeslagen.
Beperkingen in het Motorola-I-format
De speciale functies F3 (in- en uitschakelen van de optrek- en
remsnelheid) en F4 (in- en uitschakelen van de rangeersnelheid) zijn bij
het Motorola-I-format niet beschikbaar. De programmering van de
decoder is alleen mogelijk via de CV-programmering.
Pagina 83
NederlandsLD-G-10
Technische gegevens
DataformatMotorola-I en -II
Bedrijfsspanning12-24 Volt digitaalspanning
Stroomopname (zonder verbruikers)ca. 10 mA
Max. stroom voor de motor500 mA
Max. stroom per functie-uitgang100 mA
Max. totaalstroom700 mA
BeschermwijzeIP 00
Omgevingstemperatuur in bedrijf0 - + 60° C
Omgevingstemperatuur in opslag-10 - + 80° C
Toegestane relatieve luchtvochtigheid max. 85 %
Afmetingen van de printca. 12,5 x 9 x 2,3 mm
Gewicht van de schakelingca. 1,1 g
Controle van de inhoud
Controleer direct na het uitpakken de inhoud op volledigheid:
§ een bouwsteen
§ een handleiding
Benodigde gereedschappen en materialen
Leg de volgende gereedschappen, hulpmiddelen en materialen gereed:
§ een soldeerbout (hoogstens 30 Watt) met dunne stift,
§ een soldeerstandaard,
§ een doekje, spons of siliconendoek,
§ een hittebestendige ondergrond,
§ een kleine zijkniptang, een isolatietang, een pincet,
§ soldeertin (liefst 0,5 mm. doorsnede).
Pagina 84
LD-G-10Nederlands
!
Goed en degelijk solderen
Let op:
Bij ondeskundig solderen kan er brandgevaar optreden. Vermijd dit
gevaar: lees hoofdstuk Veiligheidsmaatregelen goed door en volg de
aanwijzingen op.
§ Gebruik een kleine soldeerbout van hoogstens 30 Watt. Houd de
soldeerstift schoon waardoor de warmte van de soldeerbout goed
naar de te solderen plaatst kan worden geleid.
§ Gebruik alleen elektronica-soldeertin met een vloeimiddel.
§ Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen nooit
soldeerwater of soldeervet. Deze bevatten zuren, die de onderdelen
en koperbanen kunnen beschadigen.
§ Soldeer snel: door te lang solderen worden onderdelen beschadigd.
Ook heeft dit het loslaten van de soldeerogen en koperbanen als
gevolg.
§ Houd de soldeerstift zodanig op de soldeerplek, dat gelijktijdig het
soldeeroog en de draad verhit worden. Voer gelijktijdig (niet te
veel) soldeertin toe. Zodra de soldeertin begint te vloeien haalt u
het weg. Dan wacht u nog een moment, totdat het achtergebleven
soldeertin goed is doorgelopen alvorens de soldeerstift van de
soldeerplek weg te halen.
§ Beweeg het de zojuist gemaakte soldering gedurende 5 seconden niet.
§ Voorwaarde voor een correcte soldeerplek en goed solderen is een
schone en niet geoxideerde soldeerstift. Strijk daarom voor elke
soldering het overtollige soldeertin en het vuil weg met een
vochtige spons, een dikke vochtige doek of een siliconendoek.
§ Controleer na het solderen (het beste met een loep), of niet per ongeluk
printbanen met tin zijn overbrugd. Dit kan niet alleen leiden tot een
verkeerde werking, maar ook tot beschadiging van deze onderdelen. U
kunt overvloedig soldeertin met een schone soldeerstift opnieuw
vloeibaar maken. De tin vloeit dan van de print naar de soldeerstift.
Pagina 85
NederlandsLD-G-10
!
De locdecoder inbouwen
Kijk goed naar de aansluitplan fig. 1.
Aansluiten van de motor
Controleer voor het inbouwen van de decoder of de stroom van de
locmotor onder de maximaal toelaatbare waarde van 500 mA ligt. Ligt
de waarde boven de 500 mA, dan is deze decoder niet geschikt voor de
inbouw in de loc. Hij zou bij het in gebruik nemen schade oplopen.
Open de kap van de loc. Bepaal de plaats, waar u de decoder wilt
inbouwen. Verbreek eerst de aansluitingen van de motor naar de
railstroomafnemers.
Let op:
De ontstoringsonderdelen die aan de motor of in de toevoerleiding zijn
aangebracht, mogen niet worden verwijderd! Motor en
ontstoringsonderdelen vormen een eenheid. Wordt er een deel van
verwijderd, dan kan dit ernstige elektrische storingen veroorzaken.
Soldeer de rode draad aan de rechte en de zwarte draad aan de linke
railstroomafnemer (in rijrichting). Soldeer de grijze en de oranje draad
aan de motor. Is de rijrichting van de loc niet gelijk aan de ingestelde
rijrichting dan moeten de aansluitingen aan de motor (grijze en oranje
draad) worden verwisseld.
Aansluiten van de verlichting en andere verbruikers
Test voor het aansluiten van de verlichting of andere verbruikers of de
stroom onder de maximaal toelaatbare waarde van 100 mA per
aansluiting ligt. Worden verlichtingen of andere verbruikers met meer
dan 100 mA op de decoder aangesloten dan wordt de decoder bij het
in gebruik nemen beschadigd.
Verwijder eventueel aanwezige diodes in de toevoerleidingen naar de
lampen. Sluit de lampen en de andere extra apparaten aan op de
gewenste functie-uitgangen (witte resp. gele draad). De toewijzing van
de functie-uitgangen aan de functietoetsen geschiedt tijdens het
programmeren.
Pagina 86
LD-G-10Nederlands
!
Om de decoderinstellingen bij aflevering te gebruiken worden de
verlichting en de extra apparaten als volgt aangesloten:
Verlichting voor: witte draad
Verlichting achter: gele draad
Aansluiten van LEDs
De functie-uitgangen van de locdecoder schakelen tegen de
decodermassa. Daarom moet u de kathode (-) van de LED aan de
uitgang van de overeenkomstige functie aansluiten.
Let op:
Wanneer u gebruik maakt van lichtdiodes, dan moeten deze altijd via
een voorschakelweerstand worden gebruikt! Lichtdiodes zijn in vele
verschillende vormen te verkrijgen. Daar de voorschakelweerstanden
verschillend zijn moet u de waarde daarvan berekenen of bij de
aankoop van de LEDs navragen.
U kunt meerdere LEDs op één uitgang parallel schakelen. In dit geval
moet elke diode zijn eigen voorschakelweerstand krijgen. Wanneer u
meerdere LEDs aan een uitgang in serie schakelt, dan is één
voorschakelweerstand voldoende.
Bevestiging van de locdecoder
Na het maken van alle aansluitingen moet de locdecoder bevestigd
worden. Dit kan b.v. met dubbelzijdig kleefband worden gedaan.
Pagina 87
NederlandsLD-G-10
De locdecoder programmeren
Bij de meeste digitale centrales die het Motorola-II-format
ondersteunen (b.v. Tams MasterControl, Märklin* Control Unit,
Uhlenbrock* Intellibox) staan na het inschakelen van de
programmeermode twee verschillende programmeermethodes ter
beschikking:
1. CV-programmering
2. Online-programmering
Met het Central Station en het Mobile Station van Märklin* kunt u het
adres, de maximum snelheid en de optrek- en remsnelheid
programmeren. Roep daarvoor artikelnummer 29750 uit de locdatabank
op en programmeer de decoder zoals voor dit artikelnummer wordt
beschreven in de handleiding van het Central Station of het Mobile
Station.
De programmeermode starten
Zet de loc op een railovaal. Wanneer u de decoder via CVprogrammering wilt instellen dan is het plaatsen van de loc op een
railstuk voldoende. Let op: u moet de railovaal of het railstuk met de
railuitgang van de digitale besturing verbinden en niet met de
aansluiting voor de DCC programmeerrails.
Doe een reset op de centrale (door het gelijktijdig lang indrukken van
de toetsen "stop" en "go") of schakel de centrale kort uit en weer aan.
Kies eerst het actuele adres van de decoder of het adres "80" (wanneer
u b.v. het actuele adres van de decoder niet kent). Bij aflevering heeft
de decoder het adres 78. Zet alle functies (function, f1 t/m f4)op "off".
Druk vervolgens op de "stop" toets van de centrale. Zet dan de regelaar
in de rijrichtingomkeerstand en houd deze daar. Druk kort op de "go"
toets. Zodra de lampen van de loc knipperen (na ca. 2 seconden),
bevindt de decoder zich in de programmeermode en kunt u de
omkeerschakelaar loslaten. U kunt de decoder nu door het instellen van
de CV-variabelen of "online" programmeren.
Pagina 88
LD-G-10Nederlands
JA
NEE
NEE
JA
Programmeermode starten
Centrale inschakelen of
reset op de centrale uitvoeren.
Actueleadres of adres 80 instellen.
Alle functies op "off" zetten.
Motorola-Iformat
instellen voor actuele
adres / adres 80.
"STOP"-toets indrukken
à railspanning uitschakelen.
Rijrichtingomkeerschakelaar indrukken en
vasthouden. "GO"-toets indrukken.
Wannneer de verlichting knippert,
rijrichtingomkeerschakelaar loslaten.
CV-programmering of een van
4 Online-programmeerstappen starten
Adres op
Motorola-II-format
terugzetten.
Pagina 89
NederlandsLD-G-10
Aanwijzing: Bij enkele centrales is het niet mogelijk, in het Motorola-II-
format in de programmeermode te komen (b.v. Intellibox van de firma
Uhlenbrock*). Bij deze centrales moet alleen voor het actuele adres of adres
"80" het Motorola-I-format worden ingesteld, om in de programmeermode
te komen. Nadat de decoder in de programmeermode is gezet, moet deze
op het Motorola-II-format worden teruggezet.
CV-programmering
Deze programmeermethode is afgeleid van het gestandaardiseerde
NMRA protocol voor het DCC-format. Let op: De CV-programmering van
deze Motorola decoder is niet mogelijk via de DCC programmeerrails.
Nadat u de programmeermode heeft gestart (en de locverlichting
knippert) kunt u de configuratievariabelen (CVs) van de decoder als
volgt programmeeren:
1. Kies een te programmeren CV uit door het nummer van de CV als
Motorola locadres op uw centrale in te voeren.
2. Druk op de rijrichtingsomkeerschakelaar. De locverlichting stopt
met knipperen.
3. Voer de gewenste waarde voor de CV in door de waarde van de CV als
Motorola locadres op uw centrale in te voeren.
4. Druk opnieuw op de rijrichtingsomkeerschakelaar. De locverlichting
gaat weer knipperen.
Herhaal de stappen 1 t/m 4 voor de CVs, die u wilt programmeren. Om
een variabele voor het programmeren te kiezen of een waarde aan een
variabele toe te wijzen moet u het ingevoerde getal altijd, net als bij de
keuze van een locadres, op uw centrale bevestigen. Let op: Wanneer u
een multiprotocol centrale gebruikt, moet u voor het betreffende adres
altijd het Motorola format definiëren.
De locverlichting geeft aan welke vorm van invoer de decoder verwacht:
§ Locverlichting knippert à Invoer van het CV nummer.
§ Locverlichting stopt met knipperen à invoer van de waarde van
een CV.
Om de programmeermode te beëindigen drukt u op "STOP".
Pagina 90
9100 ... 200150Analoge omschakelspanning
10Niet gebruikt
1160 ... 12078Afschakeltemperatuur bij
12-15Niet gebruikt
16-43 0 ... 255Snelheidstabel voor de
Alleen voor intern gebruik.
Voer voor deze CV geen
waarde in.
oververhitting. De waarde
"78" komt overeen met een
temperatuur van 60 °C. Een
verhoging van de waarde
geeft een verlaging van de
gevoeligheid van de
bescherming tegen
oververhitting. Bij een sterke
vermindering kan de decoder
stuk gaan!
snelheidskromme. Aan elk
van de 27 rijstappen kan
een eigen motorspanning
worden toegewezen.
Voor rijstap 0 moet de
waarde "0" behouden
blijven!
Pagina 91
NederlandsLD-G-10
CV-Nr. WaardeFabrieksinstelling Verklaring
44-47Niet gebruikt
481, 2, 3 ... 8064Laagste waarde van de
lastregelparameter*
4930, 31 ... 255 160Hoogste waarde van de
lastregelparameter*
* Voer bij het veranderen van CV#48 en #49 telkens kleine stappen
uit. Voor de meeste motoren is de fabrieksinstelling optimaal.
Online-programmering
Na het starten van de programmamode kunt u één van de vier Onlineprogrammastappen uitvoeren:
§ het locadres direct invoeren,
§ een decoder reset uitvoeren,
§ de optrek- en remsnelheid instellen en tijdens het programmeren in
rijbedrijf controleren,
§ de begin- en eindsnelheid instellen en tijdens het programmeren in
rijbedrijf controleren.
Nadat u een nieuw adres heeft ingevoerd of een reset heeft uitgevoerd
keert de decoder automatisch naar het standaard rijbedrijf terug.
Nadat u de optrek- en remsnelheid of de begin- en eindsnelheid heeft
ingesteld en opgeslagen blijft de decoder in programmeermode en kunt
u de instellingen nogmaals veranderen en opslaan. Pas na het
indrukken van "Stop" wordt de programmeerstap beëindigd en keert u
terug naar het standaard rijbedrijf.
Sluit voor het Online-programmeren van de rijeigenschappen een
railovaal aan op de centrale. Let op: bevinden er zich nog meer
voertuigen met een online programmeerbare decoder op de rails dan
worden deze ook geprogrammeerd.
Pagina 92
LD-G-10Nederlands
Locadres instellen
Programmeermode
starten (zie boven)
De verlichting van de loc knippert
gelijkmatig.
Voer het gewenste locadres in.
"function" (f0) een maal
Het ingevoerde adres wordt opgeslagen.
in- en uitschakelen
Na het opslaan van het locadres stopt de
verlichting met knipperen en keert de
decoder automatisch terug naar het
standaard rijbedrijf.
Decoderreset
Programmeermode
starten (zie boven)
De verlichting van de loc knippert
gelijkmatig.
Functie F2 inschakelenDe fabrieksinstellingen worden weer her-
steld, alle andere instelling worden gewist.
De decoder keert automatisch terug naar het
standaard rijbedrijf.
Optrek- en remsnelheid instellen
Programmeermode
starten (zie boven)
Functie F1 inschakelen
aanwijzing:
met het Online-programmeren is
het niet mogelijk de optrek- en
remsnelheid gescheiden in te
stellen. Dit is alleen via CVprogrammering mogelijk.
De verlichting van de loc knippert
gelijkmatig.
De locverlichting knippert een paar keer.
Schakel de functie F1 uit. De loc trekt
voortdurend op en remt weer af. Door het
draaien aan de rijregelaar verandert u de
optrek- en remsnelheid.
Rijstap 0 à geen snelheid
Hoogste rijstap à maximale snelheid
"function" (f0) een keer
in- en uitschakelen
De instelling wordt opgeslagen. De
verlichting van de loc knippert een paar
keer.
"Stop" drukkenDe programmeermode wordt beëindigd.
Pagina 93
NederlandsLD-G-10
Begin- en eindsnelheid instellen
Programmeermode
starten (zie boven)
Functie F3 inschakelenDe locverlichting knippert een paar keer.
"function" (f0) een keer
in- en uitschakelen
"function" (f0) een keer
in- en uitschakelen
"Stop" drukken
De verlichting van de loc knippert
gelijkmatig.
Schakel de functie F3 uit.
Draai aan de rijregelaar tot de loc de
gewenste beginsnelheid heeft.
De instelling wordt opgeslagen en de
locverlichting knippert een paar keer. De
decoder wisselt naar de instelling voor de
maximum snelheid (de loc rijdt sneller).
Draai aan de rijregelaar tot de loc met de
gewenste maximum snelheid rijdt.
De instelling wordt opgeslagen en de
locverlichting knippert een paar keer. De
decoder wisselt naar de instelling van de
beginsnelheid (de loc rijdt langzamer).
De programmeermode wordt beëindigd.
Bedrijf
Optrek- en remsnelheid
Binnen het Motorola-II-format wordt door het inschakelen van de
functie F3 de optrek- en remsnelheid uitgeschakeld, resp. door het
uitschakelen van F3 weer ingeschakeld. De verandering van de
instelling werkt meteen. Wordt de optrek- en remsnelheid tijdens het
optrekken of afremmen uitgeschakeld, dan rijdt de loc direct verder met
de op de centrale ingestelde rijtrap.
Binnen het Motorola-I-format is de optrek- en remsnelheid altijd actief.
Een noodstop bij een actieve optrek- en remsnelheid is door het
omschakelen van de rijrichting vanuit de centrale mogelijk.
Pagina 94
LD-G-10Nederlands
!
In- en uitschakelen van de rangeerstand
Door de speciale functie F4 wordt de rangeerstand in- en uitgeschakeld.
Binnen het Motorola-I-format kan de rangeerstand niet worden
gebruikt.
Checklist voor storingen
§ Onderdelen worden heet en / of beginnen te roken.
Verbreek direct de verbinding met het net!
Mogelijke oorzaak: een of meerdere onderdelen zijn verkeerd
gesoldeerd. à Controleer de aansluitingen.
Mogelijke oorzaak: Een motoraansluiting is met de locmassa
verbonden. à Verbreek de aansluiting met de locmassa.
§ Na het programmeeren rijdt de loc slecht of helemaal niet.
Mogelijke oorzaak: De ingevoerde waarden voor de CVs kloppen
niet. à Voer een decoderreset uit en programmeer de decoder
opnieuw.
§ De loc rijdt niet in analoog bedrijf.
Mogelijke oorzaak: Het analoog bedrijf is uitgeschakeld. à
Verander de waarde van CV#6.
Mogelijke oorzaak: De analoge modelbaan wordt bediend door een
gelijkstroomrijregelaar, het analoog bedrijf is echter alleen mogelijk
met analoge wisselstroomtrafo’s.
§ In digitaal bedrijf rijdt de loc plotseling met een hoge snelheid.
Mogelijke oorzaak: Stoorsignalen op de modelbaan hebben de
decoder naar analoog bedrijf omgeschakeld. à Daar vaak niet is te
traceren welke oorzaken de stoorsignalen hebben is het aan te
raden de automatische analoogherkenning tijdens het digitaalbedrijf
uit te schakelen.
§ De loc rijdt te langzaam of te snel.
Mogelijke oorzaak: Iedere loc reageert anders op dezelfde
programmering. à Pas de programmering van de individuele
rijeigenschap van de loc aan.
Pagina 95
NederlandsLD-G-10
§ De loc blijft staan en de locverlichting begint te knipperen.
Mogelijke oorzaak: De decoder werd te heet en de beveiliging
tegen oververhitting werd geactiveerd.
à Eventueel kan door een betere koeling van de decoder
verhinderd worden, dat de decoder te heet wordt.
à Het is mogelijk de gevoeligheid van de beveiliging tegen
oververhitting te verlagen (CV#11). Let op: Wordt de gevoeligheid
van de beveiliging tegen oververhitting te veel verlaagd dan kan de
decoder beschadigd worden voordat de beveiliging tegen
oververhitting wordt geactiveerd.
à Het is mogelijk dat de decoder niet geschikt is voor de
aansturing van de locmotor omdat de motor teveel stroom afneemt.
Ook mechanische storingen van de loc kunnen een oorzaak zijn
voor een verhoogde stroomafname.
§ De loc reageert niet op F3 en F4.
Mogelijke oorzaak: op de centrale is het Motorola-I-format
ingesteld. à Stel het Motorola-II-format in.
Wanneer u een storing niet kunt lokaliseren stuur dan de decoder ter
reparatie op (adres op de laatste pagina).
Voorschriften voor de bouwer
Diegene, die een schakeling door uitbreiding resp. inbouwen bedrijfsgereed
maakt, is de fabrikant en is verplicht, bij doorgifte van het product alle
begeleidende papieren mee te leveren en ook zijn naam en adres op te
geven. Apparaten, die uit een bouwset zijn samengesteld, zijn
veiligheidstechnisch als industriële producten te beschouwen.
Certificering
Het product werd overeenkomstig de Europese normen EN 55014-1 en
EN 61000-6-3 geontwikkelt en getest. Het product voldoet aan de EGRichtlijnen 2004/108/EG over elektromagnetische verdraagzaamheid en
heeft hiervoor het CE – certificaat.
Pagina 96
LD-G-10Nederlands
Garantiebepalingen
Op dit product geven wij 2 jaar garantie. De garantie omvat een gratis
reparatie van gebreken, die aantoonbaar terug te voeren zijn op
materiaal of fabricage onzerzijds. Wij garanderen het volledig
functioneren van onderdelen in niet ingebouwde toestand
overeenkomstig de technische gegevens van de schakeling bij
uitgevoerde bouw, resp. inbouw, vakkundige verwerking en het
voorgeschreven in bedrijf nemen en gebruik volgens de handleiding.
Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten. Wij zijn, buiten de normale
wetgeving, niet aansprakelijk voor schade of gevolgschade in
samenhang met deze producten. Wij behouden het recht van reparatie,
verbeteringen, reserve leveringen of teruggave van de koopprijs.
In de volgende situaties vervalt de garantie:
§ indien bij het solderen een niet geschikte soldeerbout,
zuurhoudende soldeertin, soldeervet, zuur houdend vloeimiddel of
iets dergelijks is gebruikt,
§ alsmede schade die is ontstaan door het niet opvolgen van de
handleiding,
§ bij verandering en reparatiepogingen aan bouwsteen,
§ bij eigenmachtige verandering van de schakeling,
§ tijdens de bouw ondeskundige opslag van de onderdelen en het los
bedraden van de onderdelen,
§ bij beschadigingen van de koperbanen en soldeerogen,
§ bij schade door overbelasting van de schakeling,
§ bij het aansluiten van een verkeerde spanning of stroom,
§ bij schade door derden,
§ bij foutief bedienen of schade door een verkeerde behandeling of
misbruik,
§ bij schade door het aanraken van onderdelen voordat een statische
ontlading heeft plaatsgevonden.
Pagina 97
LD-G-10LD-G-10
Fig. 1: Anschlussplan – Plan de connexion - Connections - Aansluitplan
Beleuchtung vorne / Front lighting
Feux avant / Verlichting voor
oder / or / ou / of:
Beliebiger Verbraucher / Optional accessory
Consommateur quelconque / Gewenste verbruiker
X6 gelb / yellow / jaune / geel:
Beleuchtung hinten / Back lighting
Feux arrière / Verlichting achter
oder / or / ou / of:
Beliebiger Verbraucher / Optional accessory
Consommateur quelconque / Gewenste verbruiker
X7 Rückleiter für alle Funktionen
Return conductor for all functions
Pole commun des fonctions
Retourleiding voor alle functies
Seite - Page - Page - Pagina I Seite - Page - Page - Pagina I