TAMS Elektronik KSM-2 User manual [nl]

n
KSM-2
n
Kehrschleifenmodul
für Digitalsysteme
Loop module for digital
controlled model railways
Module de boucle de
réseaux numériques
Keerlusmodule
voor digitaalsystemen
Art.-Nr. 49-01125 | 49-01126 | 49-01127 n
n
n
n
n
n
n
n
Anleitung
n
Manual
n
Mode d´emploi
n
Handleiding
n
n
n
Alle Rechte, insbesondere das Recht der Vervielfältigung und Verbreitung sowie der Übersetzung vorbehalten. Vervielfältigungen und Repro­duktionen in jeglicher Form bedürfen der schriftlichen Genehmigung durch die Tams Elektronik GmbH. Technische Änderungen vorbehalten.
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, without prior permission in writing from Tams Elektronik GmbH. Subject to technical modification.
Tout droits réservés, en particulier les droits de reproduction et de diffusion ainsi que le traduction. Toute duplication ou reproduction sous quelque forme que ce soit nécessite l´accord écrit de la societé Tams Elektronik GmbH. Sous réserve de modifications techniques.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden vermenig-vuldigd opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder vooraf­gaande schriftelijke toestemming van Tams Elektronik GmbH. Technische wijzigingen voorbehouden.
© 07/2010 Tams Elektronik GmbH
n
n
n
n
n
n
n
n
n Deutsch 3
n
English 24
n
Français 42
n
Nederlands 61
n
n
n
n
KSM-2 Nederlands
Inhoudsopgave
1. Starten 62
2. Veiligheidsvoorschriften 63
3. Goed en degelijk solderen 66
4. Werking 67
Schema van een keerlus met de KSM-2 (fig. 1)
5. Technische gegevens 69
6. Het bouwen van de KSM-2 69
7. De keerlus in blokken verdelen 74
8. De KSM-2 aansluiten 75
9. Checklist voor storingen 77
10. CE en garantie 78
Stuklijst I.1 Printschema (fig. 2) 1.2 Schakelschema (fig. 3) II Aansluitschema (fig. 4) III
(Pagina’s I tot III in het midden kunnen uitgenomen worden).
Pagina 61
Nederlands KSM-2
1. Starten
Hoe deze handleiding u verder helpt
Deze handleiding helpt u stap voor stap bij het veilig en doelgericht bouwen van deze bouwset respectievelijk bij het inbouwen en het in bedrijf nemen van de schakeling. Voor u met de bouw van de bouwset resp. het in bedrijf stellen begint, raden wij u aan deze handleiding geheel te lezen, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften en het hoofdstuk over mogelijke fouten en hun oplossingen. U weet dan, waar u op moet letten om fouten, die vaak alleen met veel inspanning weer te verhelpen zijn, te vermijden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, opdat u later bij eventuele storingen de werking weer kunt herstellen. Indien u de bouwset of de
schakeling aan een ander doorgeeft, geef dan ook de handleiding door.
Gebruiksvoorschriften
De keerlusmodule KSM-2 is geschikt, om volgens de aanwijzingen in deze handleiding in digitale modelspoorwegen te worden gebruikt.
Ieder ander gebruik is niet gerechtvaardigd. De bouwset resp. schakeling is niet geschikt om door kinderen onder de 14 jaar te worden gebouwd en/of ingebouwd te worden. Bij de gebruiksvoorschriften behoort ook het lezen, begrijpen en volgen van deze handleiding.
Let op:
!
De schakeling bevat onderdelen (b.v. geïntegreerde schakelingen) die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Raak daarom de onderdelen niet aan voordat u zichzelf heeft ontladen. Het is meestal voldoende om b.v. de radiator even aan te raken.
Pagina 62
KSM-2 Nederlands
Inhoud controleren
Controleer na het uitpakken of alles compleet is:
§ een bouwset, bestaande uit de in de stuklijst opgenomen
onderdelen en een print,
§ of een kant-en-klare schakeling (jumper op JP1),
§ of een kant-en-klaar apparaat in behuizing (jumper op JP1),
§ een handleiding.
Benodigde materialen
Voor het bouwen van de bouwset heeft u het volgende nodig:
§ een soldeerbout (hoogstens 30 Watt) met dunne stift,
§ een soldeerstandaard,
§ een doekje, spons of siliconendoek,
§ een hittebestendige ondergrond,
§ een kleine zijkniptang en een isolatietang,
§ een pincet en een platte bektang,
§ soldeertin (liefst 0,5 mm. doorsnede),
Voor het aansluiten van de schakeling heeft u het volgende nodig: lintkabel. Aanbevolen doorsnede: > 0,25 mm² voor alle aansluitingen.
2. Veiligheidsvoorschriften
Mechanische gevaren
Afgeknipte draden en uiteinden kunnen scherpe punten hebben, die bij onvoorzichtig vastpakken huidverwondingen kunnen opleveren. Pas daarom op voor scherpe punten bij het vastpakken.
Zichtbare beschadigingen van onderdelen kunnen tot niet calculeerbare gevaren leiden. Bouw beschadigde onderdelen niet in, maar verwijder deze zoals voorgeschreven en vervang ze door nieuwe.
Pagina 63
Nederlands KSM-2
Elektrische gevaren
§ Aanraken van onder spanning staande delen,
§ aanraken van geleidende delen, die in geval van fouten onder
spanning staan,
§ kortsluitingen,
§ aansluiten aan een niet geschikte spanning,
§ ontoelaatbaar hoge luchtvochtigheid,
§ vorming van condenswater
kan tot gevaarlijke lichaamsstromen leiden en daardoor verwondingen aanrichten. Voorkom dit gevaar door de volgende maatregelen te nemen:
§ Voer bedradingwerkzaamheden alleen uit in een spanningsloze toestand.
§ Het bouwen en inbouwen kan alleen gedaan worden in gesloten, schone
en droge ruimtes. Vermijd in de werkomgeving vocht en nattigheid.
§ Gebruik voor het apparaat alleen lage spanningen zoals
aangegeven in de technische gegevens. Gebruik daarvoor uitsluitend goedgekeurde transformatoren.
§ Steek de netstekker van transformatoren en soldeerbouten /
soldeerstations alleen in goed geïnstalleerde wandcontactdozen.
§ Let bij het maken van elektrische verbindingen op de juiste
draaddoorsnede.
§ Na de vorming van condenswater dient u voor het werk tot 2 uur
acclimatiseringtijd in acht te nemen
§ Gebruik bij reparatiewerkzaamheden uitsluiten originele reserve-
onderdelen.
Brandgevaar
Wanneer de hete soldeerpunt met brandbaar materiaal in contact komt ontstaat een brandhaard. Deze kan een brand veroorzaken en daardoor levensgevaarlijke verwondingen veroorzaken door verbranding en rookvergiftiging. Steek de netstekker van de soldeerbout of het soldeerstation alleen in het stopcontact gedurende de tijd die u voor het solderen nodig heeft. Houdt de soldeerpunt nooit in de buurt van
Pagina 64
KSM-2 Nederlands brandbare materialen. Gebruik een goede soldeerbouthouder. Laat de
hete soldeerbout nooit zonder toezicht liggen.
Thermische gevaren
Wanneer per ongeluk de hete soldeerpunt met uw huid in aanraking komt, of wanneer vloeibare soldeertin op de huid springt, bestaat het gevaar van huidverbranding. Voorkom dit gevaar door:
§ bij uw werkzaamheden een hittebestendige onderlegger te gebruiken,
§ de soldeerbout altijd op een goede soldeerbouthouder weg te leggen,
§ bij het solderen op een juiste behandeling van de soldeerstift te letten,
§ vloeibare soldeertin met een dikke vochtige lap of spons van de
soldeerstift af te strijken.
Omgevingsgevaren
Een te klein, ongeschikt werkoppervlak en beperkte ruimteverhoudingen kunnen per ongeluk huidverbrandingen of brand teweegbrengen. Voorkom dit gevaar door een toereikend, schoon werkoppervlak in te richten met voldoende bewegingsvrijheid.
Andere gevaren
Kinderen kunnen uit onachtzaamheid of door een gemis aan verantwoordelijkheidsgevoel alle hiervoor beschreven gevaren veroorzaken. Om gevaar voor lijf en leden te voorkomen mogen kinderen onder de 14 jaar bouwsets niet bouwen en bouwstenen niet inbouwen. Kleine kinderen kunnen zeer kleine onderdelen met scherpe draadeinden inslikken. LEVENSGEVAARLIJK! Zorg er daarom voor dat onderdelen niet in handen van kleine kinderen komen.
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en sociale werkplaatsen dient de bouw, het inbouwen en het gebruik van bouwgroepen door geschoold personeel te worden begeleid.
In industriële instellingen zijn de voor die bedrijfstak geldende voorschriften voor het gebruik van elektrische componenten van
toepassing (NEN 1010).
Pagina 65
Nederlands KSM-2
3. Goed en degelijk solderen
Let op:
!
Bij ondeskundig solderen kan er brandgevaar optreden. Vermijd dit gevaar: lees hoofdstuk Veiligheidsmaatregelen goed door en volg de aanwijzingen op.
§ Gebruik een kleine soldeerbout van hoogstens 30 Watt. Houd de
soldeerstift schoon waardoor de warmte van de soldeerbout goed naar de te solderen plaatst, kan worden geleid.
§ Gebruik alleen elektronica-soldeertin met een vloeimiddel.
§ Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen nooit
soldeerwater of soldeervet. Deze bevatten zuren, die de onderdelen en koperbanen kunnen beschadigen.
§ Soldeer snel: door te lang solderen worden onderdelen beschadigd. Ook
heeft dit het loslaten van de soldeerogen en koperbanen als gevolg.
§ Let bij het solderen van halfgeleiders, lichtdiodes, elektrolytische
condensatoren (elco’s) en geïntegreerde schakelingen (IC’s) op de juiste poling en dat de soldeertijd van ongeveer 5 seconden niet
wordt overschreden, daar anders het onderdeel wordt beschadigd.
§ Houd de soldeerstift zodanig op de soldeerplek, dat gelijktijdig het
soldeeroog en het onderdeel verhit worden. Voer gelijktijdig (niet te veel) soldeertin toe. Zodra de soldeertin begint te vloeien haalt u het weg. Dan wacht u nog een moment, totdat het achtergebleven soldeertin goed is doorgelopen alvorens de soldeerstift van de soldeerplek weg te halen.
§ Beweeg het zojuist gesoldeerde onderdeel gedurende 5 seconden niet.
§ Voorwaarde voor een correcte soldeerplek en goed solderen is een
schone en niet geoxideerde soldeerstift. Strijk daarom voor elke soldering het overtollige soldeertin en het vuil weg met een vochtige spons, een dikke vochtige doek of een siliconendoek.
§ Knip na het solderen de aansluitdraden direct boven de soldeerplek
af met een zijkniptang.
Pagina 66
KSM-2 Nederlands
§ Na het plaatsen controleert u de hele schakeling grondig op een
goede plaatsing en een juiste poling van alle onderdelen. Controleer ook of niet per ongeluk printbanen met tin zijn overbrugd. Dit kan niet alleen leiden tot een verkeerde werking, maar ook tot beschadiging van deze onderdelen. U kunt overvloedig soldeertin met een schone soldeerstift opnieuw vloeibaar maken. De tin vloeit dan van de print naar de soldeerstift.
4. Werking
Problematiek
In tweegeleidersystemen komen bij de wissel van een keerlus tegengestelde polariteiten bij elkaar. Zodra een voertuig de verschillend
gepoolde stukken overbrugt, ontstaat een kortsluiting.
Werking van de KSM-2
Talrijke keerlusschakelingen zijn gebaseerd op het principe, ontstane kortsluitingen zo snel mogelijk op te heffen door het veranderen van de polariteit. De keerlusmodule KSM-2 verandert de polariteit binnen de keerlus, voor er een kortsluiting kan optreden – onafhankelijk van de rijrichting van de loc en het dataformat, waarmee hij gestuurd wordt.
De overgangen van de keerlus en het blok binnen de keerlus worden door geïntegreerde railbezetmelders gecontroleerd en daardoor wordt de basis informatie over de rijrichting en positie van de loc doorgegeven. Nadat een loc in een van de beide stroomloos geschakelde overgangsdelen is binnengereden, stuurt de railbezetmelder een bezetmelding aan een microcontroller op de print. Meldt een van de beide railbezetmelders in de overgangsdelen "bezet", dan rijdt de loc de keerlus binnen. Wordt ook het blok binnen de keerlus "bezet" gemeld, dan is de loc op weg de keerlus te verlaten.
Pagina 67
Nederlands KSM-2 De microcontroller stuurt een relais aan, dat binnen de keerlus telkens
de "juiste" polariteit instelt. Er treedt geen kortsluiting op, omdat de loc zich nog bevindt in het voorlopig stroomloze overgangsdeel.
Nadat de polariteit binnen de keerlus "juist" is ingesteld, worden beide scheidingsstukken aan het nog stroomloze overgangsgedeelte door een schakelaar gesloten, het overgangsgedeelte wordt van stroom voorzien.
De korte onderbreking in de stroomtoevoer op de voorste as van de loc bij het binnenrijden van het volgende stroomloze overgangsstuk heeft
normaal gesproken geen zichtbare invloed op het rijgedrag van de loc.
Fig. 1: schema van een keerlus met de KSM-2
Naar buiten gevoerde railbezetmelder
De in de KSM-2 geïntegreerde railbezetmelder, die voor de bewaking van het blok binnen de keerlus verantwoordelijk is, is op de print naar buiten gebracht en kan in rest van de besturing worden opgenomen. Omdat deze galvanisch gescheiden is van de rest van de schakeling, kunnen digitale terugmelders direct worden aangesloten.
Pagina 68
KSM-2 Nederlands
Gebruik in RailCom-gecontroleerde modelspoorwegen
Voor het geval de keerlus met RailCom gecontroleerd moet worden, beschikt de KSM-2 over een aansluiting voor een RailCom-detector. Omdat de RailCom-detector een elektrische verbruiker is, zal hij – bij een directe aansluiting op het blok binnen de keerlus – voor een permanente bezetmelding zorgen. Daardoor is de werking van de keerlusmodule niet meer mogelijk.
5. Technische gegevens
Let op:
! De KSM-2 mag niet via de trafo gevoed worden, die voor de voeding van de digitale besturing wordt gebruikt!
Voedingsspanning 12 - 24 Volt
gelijk- of wisselspanning Stroomopname max. 100 mA Beschermwijze IP 00 Omgevingstemperatuur in bedrijf 0 - + 60° C Omgevingstemperatuur in opslag -10 - + 80° C Toegestane relatieve luchtvochtigheid max. 85 % Afmetingen van de print ca. 73 x 80 mm Gewicht van de schakeling ca. 57 g
6. Het bouwen van de KSM-2
Dit gedeelte kunt u overslaan indien u een kant en klare bouwsteen of een kant-en-klaar apparaat in behuizing heeft aangeschaft.
Voorbereiding
Leg de onderdelen gesorteerd voor u op de werkplek. De afzonderlijke elektronische onderdelen hebben de volgende bijzonderheden, waar u op moet letten om fouten bij het bouwen te voorkomen:
Pagina 69
Nederlands KSM-2
Weerstanden
Weerstanden "remmen" de stroom. Zij kunnen in een willekeurig richting worden ingebouwd. De waarde van weerstanden voor kleine vermogens wordt door kleurringen weergegeven. Iedere kleur staat voor een ander cijfer. De tussen haakjes aangegeven kleur geeft de tolerantie waarde aan, deze is hier niet van toepassing.
Waarde Kleurring 330 oranje - oranje - bruin (goud)
470 geel - violet - bruin (goud) 1 k bruin - zwart - rood (goud) 4,7 kgeel - violet - rood (goud) 47 k geel - violet - oranje (gold)
Diode’s
Diode’s laten de stroom in slechts één richting door (doorlaatrichting). Tegelijkertijd wordt de spanning met 0,3 t/m 0,8 V verlaagd. In de andere richting (sperrichting) laat de diode geen stroom door, behalve als de sperspanning wordt overschreden. Een overschrijding van de sperspanning
leidt nagenoeg altijd tot vernietiging van de diode. De kenmerken van de diode zijn op de behuizing afgedrukt. Diode’s moeten altijd in een bepaalde richting worden ingebouwd. De doorlaatrichting wordt met een ring aangegeven. Op de printopdruk is dit weergegeven.
Zenerdiode’s
Zenerdiode’s worden voor de begrenzing van spanningen gebruikt. In tegenstelling tot "normale" diode’s worden ze bij het overschrijden van
de sperspanning niet beschadigd.
Gelijkrichters
Gelijkrichters vormen wisselspanning om in gelijkspanning maar hebben nauwelijks invloed op de hoogte van de spanning.
Pagina 70
KSM-2 Nederlands
Ze hebben vier aansluitingen: twee voor de ingangsspanning
(wisselspanning) en twee voor de uitgangsspanning
(gelijkspanning). De aansluitingen van de uitgang zijn
gepoold. De aansluitingen zijn aangegeven op de behuizing. Zoals gebruikelijk bij bedrade onderdelen is de langste aansluitdraad de
pluspool.
Elektrolytische condensatoren
Elektrolytische condensatoren (kortweg "Elco’s") worden vaak
voor de opslag van energie gebruikt. In tegenstelling tot
keramische condensatoren zijn ze gepoold. Eén van de beide
aansluitingen is voorzien van een min-teken, dat de
inbouwrichting aangeeft. De waarde is op de behuizing gedrukt. Elco’s zijn voor verschillende spanningswaarden verkrijgbaar. Elco’s met een hogere spanningswaarde dan aangegeven zijn zonder problemen te gebruiken.
Transistors
Transistors zijn stroomversterkers, die zwakke signalen in sterkere omzetten. Zij hebben 3 aansluitingen. Omdat deze gepoold zijn moeten
ze in een bepaalde richting worden ingebouwd.
De BC-types hebben een huis in de vorm van een halve
cilinder (SOT huis). De doorsnede is op de printafdruk
weergegeven, de inbouwrichting van de transistor is daardoor
bepaald.
De BD-types hebben een platte behuizing (TO huis), waarvan
de voorzijde is bedrukt met de typegegevens. De metalen
achterzijde is niet bedrukt. Op de printplaat is de achterzijde
weergegeven door een dikkere lijn.
Pagina 71
Nederlands KSM-2
IC´s
IC's vervullen al naar gelang het type verschillende taken. Ze
zijn gepoold en moeten dus in een bepaalde richting worden
ingebouwd. De meest gebruikte behuizing is de zogenaamde
"DIL"-behuizing waar aan de zijkanten 4, 6, 8, 14, 16 of 18
pootjes steken. De inbouwrichting wordt door een halfronde of ronde markering op de
smalste zijde van de behuizing weergegeven. ICs zijn zeer gevoelig voor beschadigingen bij het solderen (hitte,
elektrostatische lading). Daarom wordt op de plaats van het IC eerst een IC voet gesoldeerd waar later het IC in wordt gestoken. De inbouwrichting van de voet is eveneens vastgelegd. De markeringen op de print, van de voet en het IC moeten na inbouw over elkaar liggen.
Micro-Controlers
Micro-Controlers zijn IC’s die voor iedere toepassing individueel worden geprogrammeerd. Wanneer zij de IC fabriek verlaten is het geheugen leeg. De geprogrammeerde Micro-Controlers zijn meestal uitsluitend te verkrijgen via de fabrikant van de schakeling.
Opto couplers
Opto couplers zijn IC’s die als lichtsluizen functioneren. Ze bevatten in één huis een lichtdiode en een fototransistor. Het is hun taak om informatie door te geven zonder galvanische verbinding. Meestal worden ze in DIL-behuizingen met 4, 6 of 8 pins geleverd.
Relais
Relais zijn elektrische omschakelaars, dat wil zeggen dat al naar gelang de stand de ene of de andere (interne) verbinding wordt gesloten. Ze werken als het ware als druktoetsen, dat wil zeggen dat de verbinding net zolang gesloten blijft als de spanning aanwezig is. Bistabile relais blijven – vergelijkbaar met kiepschakelaars – na het omschakelen in
deze stand staan. Pagina 72
KSM-2 Nederlands Relais met in hetzelfde huis twee omschakelaars komen het meeste
voor (kortweg 2xom). Het omschakelen tussen de twee verbindingen is door het klikkende geluid duidelijk hoorbaar.
De inbouwrichting van het in een rechthoekig huis ondergebrachte relais wordt bepaald door de plaatsing van de aansluitpennen.
Printkroonstenen
Printkroonstenen zijn soldeerbare aansluitklemmen. Ze maken een soldeervrije, veilige en toch snel demonteerbare aansluiting van de aansluitkabel op de schakeling mogelijk. Indien er meerdere printkroonstenen ingebouwd moeten worden moeten de klemmen van te voren aan elkaar worden gekoppeld.
Bouwen
Let op:
!
Diode’s, IC´s, gelijkrichters, transistoren, elco’s en relais moeten in overeenstemming met hun polen worden ingebouwd! Wanneer u deze foutief in soldeert kan het betreffende onderdeel bij het in werking stellen beschadigd worden. In het ergste geval kan de gehele schakeling stuk gaan. In elk geval is het onderdeel zonder
functie.
Begin het bouwen met de weerstanden en de diodes. Soldeer eerst de onderdelen aan de soldeerzijde en knip dan met een zijkniptang de uitstekende draadeinden krap boven de soldering af.
Ga verder met de opto coupler OK4. Soldeer deze direct op de print (zonder voet).
Soldeer daarom de voetjes voor het IC in. De voetjes moeten in overeenstemming met de markering op de print worden ingebouwd.
Ga verder met het inbouwen van de gelijkrichter, de transistoren, de elco’s en het relais.
Soldeer de printkroonstenen in. Koppel de printkroonstenen voor het inbouwen aan elkaar.
Pagina 73
Nederlands KSM-2 Tenslotte steekt u de opto coupler in de ingesoldeerde IC voetjes.
Let op:
! Raak het IC niet eerder aan voordat u ontladen bent, b.v. door even de centrale verwarming vast te pakken. Zorg er voor dat de pootjes niet ombuigen als u ze in het voetje steekt. Let erop dat de markeringen op de print, het voetje en het IC in dezelfde richting liggen.
Het uitvoeren van een optische controle
Voer na het bouwen een optische controle uit en verwijder eventueel aanwezige gebreken:
§ Verwijder alle losse delen zoals draadresten of tindruppels van de
print. Verwijder scherpe kanten of puntige draadeinden.
§ Controleer of dicht naast elkaar liggende soldeerplekken per
ongeluk met elkaar verbonden zijn. Kortsluitgevaar!
§ Controleer of alle delen juist gepoold zijn.
Wanneer alle problemen opgelost zijn gaat u verder met het volgende punt.
7. De keerlus in stukken verdelen
Verdeel de keerlus volgens fig. 4 in drie stukken:
§ Twee overgangsstukken in de buurt van de wissel en
§ het binnenste stuk van de keerlus.
Verbreek telkens beide railstaven. De overgangsstukken moeten ca. ½ zo lang zijn als een loc, het binnenste deel moet net zo lang zijn als de langste trein. Een trein binnen de keerlus mag in geen geval de beide overgangsstukken overbruggen!
Pagina 74
KSM-2 Nederlands
8. De KSM-2 aansluiten
Bekijk het aansluitschema fig. 4. Op de aansluitingen van de print zijn printkroonstenen gesoldeerd, waarop u de aansluitdraden insteekt en vastschroeft. De aansluitingen van de KSM-2 zijn als volgt:
1 Railbezetmelder, melduitgang. 2 Railbezetmelder, massa aansluiting. 3, 4 Voedingsspanning (trafo).
De poling maakt niet uit.
5 Buitenste spoorstaaf in het overgangsstuk 1. 6 Binnenste spoorstaaf in de overgangsstukken 1en 2. 7 Buitenste spoorstaaf in overgangsstuk 2. 8, 9 Rails buiten de keerlus. 10 Buitenste spoorstaaf binnen de keerlus. 11 Binnenste spoorstaaf binnen de keerlus. JP1 RailCom-detector. Pas op: wordt er geen RailCom-detector
aangesloten, dan moeten de aansluitpinnen worden overbrugd, b.v. met de meegeleverde kortsluitstekker (jumper).
Aansluiten van de voedingsspanning
Verbind de aansluitingen 3 en 4 van de KSM-2 met een modelspoortrafo. De poling is niet van belang.
Let op:
! Sluit de KSM-2 niet aan op de voedingsspanning van het digitaalsysteem. De optredende stroom kan de print onherstelbaar beschadigen.
Aansluiten van de rails
Verbind de rails van de verschillende railstukken in overeenstemming met het aansluitschema en de tabel met de aansluitingen van de KSM-
Pagina 75
Nederlands KSM-2
2. Let daarbij op, dat u de binnenste spoorstaaf van de beide overgangsstukken met aansluiting 6 verbindt.
Aansluiten van de railbezetmelders in de modelspoorweg
De geïntegreerde railbezetmelder, die voor de bewaking van het blok binnen keerlus verantwoordelijk is, is naar buiten toe uitgevoerd via de aansluitpunten 1 en 2 en kan in de rest van de modelspoorbesturing worden opgenomen. De galvanische scheiding van de railbezetmelders maakt het mogelijk om digitale terugmelders (b.v. s88-terugmelders) direct aan te sluiten.
Verbind aansluiting 1 van de KSM-2 (= melduitgang) met de ingang van de terugmelder en aansluiting 2 met de massa aansluiting van de
terugmelder.
Aansluiten van een RailCom-detector
Daar de RailCom-detector een elektrische verbruiker is, zal hij – bij het direct aansluiten op de rails binnen de keerlus – voor een permanente bezetmelding zorgen. De keerlussturing zal dan niet meer werken.
De RailCom-detector, die het binnenste deel van de keerlus bewaakt, wordt tussen de interne railbezetmelder en de keerlussturing via de
aansluitingen JP1 ingezet. Opdat er op dit moment van schrijven van deze handleiding pas weinig RailCom-detectoren leverbaar zijn en verdere ontwikkelingen plaatsvinden, hebben wij ervoor gekozen het aansluiten van RailCom-
detectoren niet in detail te beschrijven. U kunt contact opnemen met onze technische hotline (adres op de achterpagina) en ons aangeven welke RailCom-detector (fabrikant en type) u wilt aansluiten. U krijgt dan gratis informatie.
Let op:
Wanneer u geen RailCom-detector aansluit, moet u de beide aansluitingen overbruggen, b.v. met de meegeleverde kortsluitstekker (jumper).
Pagina 76
KSM-2 Nederlands
9. Checklist voor storingen
§ Onderdelen worden heet en / of beginnen te roken.
Verbreek direct de verbinding met het net!
!
Mogelijke oorzaak: een of meerdere onderdelen zijn verkeerd gesoldeerd. à Wanneer u de schakeling als bouwset heeft gebouwd, voert u een optische controle uit (à Hoofdstuk 6.) en heft u eventuele fouten op. Anders stuurt u de schakeling op ter reparatie.
§ De keerlussturing werkt niet zoals het moet.
Mogelijke oorzaak: er is geen RailCom-detector aangesloten en de aansluitingen JP1 zijn niet overbrugd. Vanuit het binnenste deel van de keerlus kunnen daardoor geen bezetmeldingen worden verzonden. à Overbrug de aansluitingen JP1, b.v. met de meegeleverde kortsluitstekker (jumper).
§ Bij het inrijden van het overgangsstuk treedt een kortsluiting op.
Mogelijke oorzaak: de aansluitingen 5, 6 en 7 zijn niet met de juiste railstaven van de overgangsstukken verbonden.
à Controleer de aansluitingen, vooral de binneste railstaven van de beide overgangsstukken. Deze moeten met aansluiting 6 zijn verbonden.
§ Bij het inrijden van het overgangsstuk blijft de loc staan.
Mogelijke oorzaak: de aansluitingen 5, 6 en 7 zijn niet of niet goed met de railstaven van de overgangsstukken verbonden. à Controleer de aansluitingen.
Hotline: Bij problemen met uw bouwsteen kan onze Hotline u helpen (adres op de laatste pagina).
Reparaties: Een defecte print kunt u voor reparatie naar ons toezenden (adres op de laatste bladzijde). Schade die onder de garantie valt wordt gratis gerepareerd. Bij schade, die niet onder de garantie
Pagina 77
Nederlands KSM-2 vallen, berekenen maximaal het verschil tussen de kant en klare print
en de bouwset volgens onze geldende prijslijst. Wij hebben het recht, de reparatie van een print te weigeren, wanneer deze technisch of economisch niet mogelijk is.
Stuur een reparatiezending niet ongefrankeerd op. In een garantiegeval vergoeden wij de verzendkosten tot de hoogte, die wij volgens onze geldende prijslijst bij de levering van het product zouden moeten berekenen. Bij reparaties, die niet onder de garantie vallen, draagt u de kosten voor porto.
10. CE en Garantie
Certificering (CE)
Het product werd in overeenstemming met de Europese normen EN 55014-1 en EN 61000-6-3 ontwikkeld en getest. Het product voldoet aan de EG- Richtlijnen 2004/108/EG over elektromagnetische verdraagzaamheid en heeft hiervoor het CE – certificaat. Om de elektromagnetische verdraagzaamheid bij gebruik te garanderen dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
§ Sluit de transformator alleen aan op een door een erkende
installateur geïnstalleerde en beveiligde wandcontactdoos.
§ Breng geen wijzigingen aan in de originele onderdelen en volg de
aanwijzingen, het schakelschema en print lay-out van deze handleiding nauwkeurig op.
§ Gebruik bij reparatie alleen originele reserve onderdelen.
Garantiebepalingen
Op dit product geven wij 2 jaar garantie. De garantie omvat een gratis reparatie van gebreken, die aantoonbaar terug te voeren zijn op materiaal of fabricage onzerzijds. Daar wij geen invloed hebben op deskundig bouwen of inbouwen wordt bij bouwsets alleen de volledigheid en de correcte toestand van de onderdelen door ons gewaarborgd. Wij garanderen het volledig functioneren van Pagina 78
KSM-2 Nederlands onderdelen in niet ingebouwde toestand in overeenstemming met de
technische gegevens van de schakeling bij uitgevoerde bouw, resp. inbouw, vakkundige verwerking en het voorgeschreven in bedrijf nemen en gebruik volgens de handleiding. Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten. Wij zijn, buiten de normale wetgeving, niet aansprakelijk voor schade of gevolgschade in samenhang met deze producten. Wij behouden het recht van reparatie, verbeteringen, reserve leveringen of teruggave van de koopprijs. In de volgende situaties vervalt de garantie:
§ indien bij het solderen een niet geschikte soldeerbout,
zuurhoudende soldeertin, soldeervet, zuur houdend vloeimiddel of iets dergelijks is gebruikt,
§ indien de bouwset ondeskundig is gesoldeerd en opgebouwd,
evenals schade die is ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding,
§ bij verandering en reparatiepogingen aan de kant en klare
schakeling,
§ bij eigenmachtige verandering van de schakeling,
§ tijdens de bouw ondeskundige opslag van de onderdelen en het los
bedraden van de onderdelen,
§ bij gebruik van andere, niet tot de originele bouwset behorende of
anders aangeschafte onderdelen,
§ bij beschadigingen van de koperbanen en soldeerogen,
§ bij een verkeerde plaatsing of verkeerde poling van schakelingen /
onderdelen en de daaruit ontstane gevolgschade,
§ bij schade door overbelasting van de schakeling,
§ bij het aansluiten van een verkeerde spanning of stroom,
§ bij schade door derden,
§ bij foutief bedienen of schade door een verkeerde behandeling of
misbruik,
§ bij schade door het aanraken van onderdelen voordat een statische
ontlading heeft plaatsgevonden.
Pagina 79
KSM-2
Stückliste - Parts list - Nomenclature - Stuklijst
Widerstände Resistors Résistances Weerstanden
Dioden - Diodes
Zener-Dioden - Zener diodes Diodes Zener - Zenerdiodes Gleichrichter D1-4 B80C800
Condensers Condensateurs Condensatoren
ICs - ICs - CI´s - ICs
Micro-Controler IC1 PIC12F508P
Soquet IC – IC-voetje Stiftleiste / Jumper Solder pin / jumper Fiche / cavalier
Pinstrip / jumper
Seite - Page - Page - Pagina I.1
R4, R7, R8 330 R5, R9, R10, R11,
R12, R13, R14, R17, R18 R23 1 k R1, R2, R3, R6, R15, R19, R20 R16 47 k D16 1N400x D15, D17 1N4148 D13, D14 1N540x D1 5V6
C3, C4, C6 2,2 µFElkos C1, C2, C5 100 µF
T5, Q1, Q2 BC547BTransistoren - Transistors T1, T2, T3 BT136 OK1, OK2, OK3 MOC3012M OK4 PC817 OK5 PC827
OK1, OK2, OK3 6-pol.IC-Sockel – IC-socket OK5, IC1 8-pol. JP1 2-pol.
470
4,7 k
Relais RL1 2xUm
monostabil Anreihklemmen - Terminal strips Borniers - Printkroonstenen
X1 - X5 11-pol.
Fig. 2: Bestückungsplan | PCB layout
Plan d´implantation | Printplan
KSM-2
Seite - Page - Page - Pagina I.2
KSM-2 KSM-2
Fig. 3: Schaltplan | Circuit Diagram | Schéma de principe | Schakelschema
Seite - Page - Page - Pagina II Seite - Page - Page - Pagina II
KSM-2 KSM-2
Fig. 4: Anschlussplan | Connections Diagram | Connexions | Aansluitschema
Seite - Page - Page - Pagina III Seite - Page - Page - Pagina III
n
n
n
n
Aktuelle Informationen und Tipps:
Information and tips:
Informations et conseils:
Actuele informatie en tips:
http://www.tams-online.de n
Garantie und Service:
Warranty and service:
Garantie et service:
Garantie en service:
Tams Elektronik GmbH
Rupsteinstraße 10
D-30625 Hannover fon: +49 (0)511 / 55 60 60 fax: +49 (0)511 / 55 61 61
e-mail: modellbahn@tams-online.de
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
n
DE 37847206
Loading...