TAMS Elektronik BiDiBooster, 40-19507 User guide [nl]

tams elektronik
Handleiding
BiDiBooster
Artikel-Nr. 40-19507
tams elektronik
n n n
tams elektronik
Inhoudsopgave
1. Waarom een Booster?.................................................................4
2. Starten.......................................................................................5
3. Veiligheidsvoorschriften...............................................................7
4. De BiDiBooster............................................................................8
5. De modelspoorbaan verdelen.....................................................15
6. De booster aansluiten................................................................16
6.1.Het gebruik van patch kabels................................................17
6.2.Aansluiten op de centrale.....................................................18
6.3.Aansluiten aan een BiDiB-Interface.......................................20
6.4.Aansluiten aanvullende boosters...........................................20
6.5.Aansluiten van de rails.........................................................22
6.6.Aansluiten van de stroomvoorziening....................................22
7. Instellingen...............................................................................23
7.1.Programmeren met BiDiB.....................................................24
7.2.Hoofdspoorprogrammering (POM).........................................25
7.3.De BiDiBooster via jumpers instellen.....................................28
8. Werking....................................................................................30
9. Checklist voor storingen.............................................................32
10. Garantieverklaring.....................................................................35
11. EU-conformiteitsverklaring.........................................................36
12. Verklaringen bij AEEA-richtlijn....................................................36
Seite 2
tams elektronik
© 09/2016 Tams Elektronik GmbH Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden
vermenig-vuldigd opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Tams Elektronik GmbH. Technische wijzigingen voorbehouden.
RailCom® is de geregistreerde naam van de firma: Lenz Elektronik GmbH | Vogelsang 14 | DE-35398 Gießen Om de leesbaarheid van de tekst te behouden hebben we ervan
afgezien telkens hiernaar te verwijzen.
Seite 3
tams elektronik

1. Waarom een Booster?

Boosters hebben drie basis functies:
1. Het leveren van stroom die voor digitale locomotieven, wissels en andere decoders nodig is.
2. De nodige rail spanning leveren zodat digitale rij en schakel commando's bij alle decoders aankomen.
3. In het geval van een kortsluiting (b.v. bij het ontsporen van een rijtuig) ervoor zorgen dat de stroom afgeschakeld wordt om schade aan rails en rijtuigen te voorkomen.
Op RailCom-bewaakte modelspoorwegen stelt de booster bovendien het zogenaamde RailCom-Cutout ter beschikking, dat nodig is voor de overdracht van terugmelddata.
Het aantal noodzakelijke Boosters is afhankelijk van het stroomverbruik van de modelbaan. Berekenen van de stroombehoefte:
1 loc spoor N 600 mA
1 loc spoor H0 800 mA
1 loc spoor 0 1.000 mA
binnenverlichting in een rijtuig 50 - 200 mA
een andere verbruiker (b.v. geluidsmodule) 100 - 300 mA
reserve voor wissels 10% van de berekende totale
waarde
De BiDiBooster kan, al naar gelang de instelling 2 tot 4 A stroom opwekken. Is het stroomverbruik groter dan moet een overeenkomstig veelvoud van boosters voor de stroomverzorging van de modelspoorbaan worden aangesloten.
Seite 4
tams elektronik

2. Starten

Hoe deze handleiding u verder helpt
Deze handleiding helpt u stap voor stap bij het inbouwen en het in bedrijf nemen van de booster. Voor u met het in bedrijf stellen begint, raden wij u aan deze handleiding geheel te lezen, in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften en het hoofdstuk over mogelijke fouten en hun oplossingen. U weet dan, waar u op moet letten om fouten, die vaak alleen met veel inspanning weer te verhelpen zijn, te vermijden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, opdat u later bij eventuele storingen de werking weer kunt herstellen. Indien u de booster aan een ander doorgeeft, geef dan ook de handleiding door.
Gebruiksvoorschriften
De BiDiBooster is geschikt om volgens deze voor-schriften te worden gebruikt in de modelbouw, in´t bijzonder in een digitale modelspoorweg. Ieder ander gebruik is niet toegestaan, hierdoor verloopt de garantie overeenkomst.
De BiDiBooster is niet geschikt om door kinderen onder de 14 jaar te worden ingebouwd.
Bij de gebruiksvoorschriften behoort ook het lezen, begrijpen en volgen van deze handleiding.
Inhoud controleren
Controleer na het uitpakken of alles compleet is:
BiDiBooster;een 3-polige en een 4-polige stekkerverbinding; vier kortsluitstekkers (jumpers);een CD (met handleiding en andere informatie).
Seite 5
tams elektronik
!
Benodigde materialen
Voor het aansluiten van de booster heeft u het volgende nodig:
Draad, aanbevolen doorsnede:
voor de trafo- en railaansluiting: > 1,5mm² voor de aansluiting op de digitale centrale: > 0,25 mm²
Een trafo. De aanbevolen spanning en het minimale vermogen van
de trafo zijn afhankelijk van de gewenste instellingen.
Bepalen van de benodigde trafospanning
Gewenste railspanning
Aanbevolen trafospanning
wisselspanning gelijkspanning
10 – 12 V 12 V
gewenste railspanning + 2 V
12 – 15 V 15 V
15 – 18 V 16 V
18 – 22 V 18 V
> 22 V 20 V
Bepalen van het minimale vermogen van de trafo
gewenste railspanning x gewenste afschakelstroom = minimale trafovermogen
Voorbeeld: 18 V x 3 A = 54 VA
Let op:
Gebruik een trafo, waarvan de nominale spanning niet veel hoger is dan de gewenste railspanning. Het vermogen dat ontstaat, moet anders door de booster als warmte worden afgevoerd. Is dit vermogen te hoog, dan wordt de booster oververhit en schakelt als gevolg van te hoge temperatuur af.
Seite 6
tams elektronik
!

3. Veiligheidsvoorschriften

Brandgevaar
De BiDiBooster kan tijdens het bedrijf zeer warm worden. Let daarom op, dat een ongehinderde luchtstroom via de luchtsleuven mogelijk is. Wordt de luchtstroom verhinderd dan kunnen onderdelen oververhit raken en in brand vliegen.
Elektrische gevaren
Aanraken van onder spanning staande delen,aanraken van geleidende delen die bij fouten onder spanning staan,kortsluitingen en aansluiten op niet toelaatbare spanningen,ontoelaatbaar hoge luchtvochtigheid en vorming van condenswater
kunnen leiden tot gevaarlijke lichaamsstromen en daardoor tot verwondingen. Voorkom deze gevaren door de volgende maatregelen:
Plaats het apparaat alleen in gesloten schone en droge ruimtes.
Voorkom vochtigheid, natte plekken en sproeiwater in de omgeving.
Doe bedradingwerkzaamheden altijd in spanningsloze toestand.Voed het apparaat alleen met lage spanning zoals is aangegeven bij
de technische gegevens. Gebruik daarvoor uitsluitend geteste en toegestane transformatoren.
Steek de netstekker van transformatoren alleen in vakbekwaam
geïnstalleerde en beveiligde stopcontacten.
Let bij het maken van elektrische verbindingen op dat draaddikte
voldoende is.
Na de vorming van condenswater moet minimaal 2 uur gewacht
worden om de ruimte te laten drogen alvorens het apparaat in te schakelen.
Seite 7
tams elektronik

4. De BiDiBooster

Technische gegevens
Voedingsspanning 12 – 20 V wisselspanning
12 – 26 V gelijkspanning
Max. uitgangsstrom 2, 3, of 4 A
Uitgangsspanning 10 – 24 Volt digitaalspanning
Vermogensopname max. 120 Watt
Digitaalformat DCC, Motorola
mfx (rij opdrachten)
Terugmeldprotocol RailCom, BiDiB
Aansluitingen DCC-compatibel
boosteraansluiting (3-polig), BiDiB-aansluiting (RJ 45)
Railsignaal symmetrisch
Beschermwijze IP 00
Omgevingstemperatuur in bedrijf 0 ... +60 °C
Omgevingstemperatuur in opslag -10 ... +80 °C
Toegestane relatieve luchtvochtigheid
max. 85 %
Afmetingen (ca.) 95 x 135 x 45 mm
Gewicht (ca.) 172 g
Seite 8
tams elektronik
Fig. 1:
Voorzijde BiDiBooster
1 LED
Aansluitingen
De BiDiBooster heeft 2 verschillende boosteraansluitingen:
DCC-conforme boosteraansluiting (3-polige): om aan een DCC-
conforme boostersaansluiting van een Centrale, of de railsuitgang van een Centrale aan te sluiten.
BiDiB-Aansluiting (RJ 45): om aan een BiDiB-Aansluiting van een
BiDiB-Apparaat met railsignaal functie of een BiDiB-Interface aan te sluiten.
Welke van beide aansluitingen actief is kan middels een jumper of CV's worden ingesteld.
Het aansluiten van meerdere boosters kan middels de DCC-conforme (3-polige) aansluiting of over de BiDiB (RJ45) aansluiting gebeuren.
De BiDiBooster kan zo geconfigureerd worden zodat er intern een verbinding tussen de DCC-conforme boosteraansluiting en de BiDiB­aansluiting tot stand komt. Het railsignaal van een centrale met een DCC-conforme aansluiting kan dan over de RJ45 aansluiting over meerdere boosters worden verdeeld. Volgende boosters kunnen dan eenvoudig met een RJ45 kabel worden aangesloten.
Dataformats
De BiDiBooster is geschikt voor multiprotocol, hij kan data in Motorola­en in DCC-format versterken. Hij kan ook rij-opdrachten in het mfx­format versterken, maar geen mfx terugmeldingen.
Seite 9
tams elektronik
RailCom
De BiDiBooster kan de zogenaamde RailCom-Cutout beschikbaar stellen, die de overdracht van terugmelddata in RailCom-bewaakte blokken mogelijk maakt.
Bij gebruik van de BiDiBooster met centrales, dat een DCC-signaal verzenden en niet geschikt zijn voor RailCom, kan de RailCom-Cutout storingen veroorzaken bij de dataoverdracht. Enkele oudere DCC voertuigdecoders en enkele huidige DCC decodertypes (o.a. van Amerikaanse fabrikanten), die niet geschikt zijn voor gebruik met RailCom, reageren bij een ingeschakelde RailCom-Cutout niet juist op de rij opdrachten. Bij niet RailCom geschikte DCC sounddecoders kan de geluidsweergave verstoord worden.
Daarom bestaat bij de BiDiBooster de mogelijkheid RailCom in- of uit te schakelen (bij aflevering is RailCom ingeschakeld). Bij pure Motorola­centrales zijn storingen van de dataoverdracht door de RailCom-Cutout in principe uitgesloten.
Geïntegreerde globale RailCom-Detector
In de BiDiBooster is een globale RailCom-Detector geïntegreerd, welke terugmeldingen van decoders uit kanaal 2 ontvangt. Volgens de RailCom-Standaard is kanaal 2 voor terugmeldingen van decoders gereserveerd, welke van te voren een DCC-Comando ontvangen heeft op het toebehorende adres.
Deze RailCom terugmeldingen worden van de BiDiBooster over de BiDi­databus aan RailCom displays of aan de PC verder geleid.
BiDiB
In een door BiDiB aangestuurde en bewaakte systeem fungeert de BiDiBooster als BiDiB knooppunt. Middels patch kabels (RJ45), wat bij BiDiB standaard is, kan verder worden aangesloten.
Deze aansluiting maakt het mogelijk om de booster, zonder digitale centrale, direct aan een PC interface aan te sluiten. Daarmee is het op
Seite 10
tams elektronik
een eenvoudige manier mogelijk de digitale aansturing in “rijden” (middels de digitale centrale) en “schakelen” (middels de PC) op te delen.
Over deze aansluiting kunnen zowel de rail signalen als ook de actuele bedrijfstoestand van de booster worden door gegeven, zoals bijvoorbeeld stroom, spanning en temperatuur. De bedrijfstoestand van de booster dient als basis voor het booster management in de PC besturing.
Toepassen van het ABC remprotocol
Het railsignaal wordt door de BiDiBooster volledig symmetrisch versterkt. Hierdoor is toepassen van het ABC remprotocol in DCC aangestuurde modelspoorbanen mogelijk. De DCC-ingang van de BiDiBooster is door optocouplers volledig galvanisch gescheiden.
Geregelde railspanning
De BiDiBooster stelt een geregelde gelijkspanning beschikbaar, die in stappen van 1 V op een waarde tussen 10 en 24 V kan worden ingesteld. Bij aflevering is de gelijkspanning op 18V ingesteld.
De regeling van de gelijkspanning op een vaste waarde voorkomt, dat de rijsnelheden van de locs en de helderheid van de verlichtingen als gevolg van spanning fluctuaties variëren.
Schaal Aanbevolen railspanning
Waard bij uitlevering
Z 12 V
N en TT 14 V
H0 18 V 18 V
0, I en II 20 - 24 V
Seite 11
tams elektronik
!
Kortsluit beveiliging
De BiDiBooster heeft een interne kortsluit afschakeling in de vorm van een interne stroombegrenzer. Deze zorgt bij een kortsluiting op de railuitgang voor het automatisch afschakelen van de booster en voorkomt daarmee defecten van de booster, op het spoor en aan de voertuigen. De tijd totdat de kortsluit afschakeling actief wordt kan tussen 1 en 250 milliseconden worden ingesteld.
Wordt de kortsluit terugmelding aan de DCC-compatibel boosteraansluiting van de centrale aangesloten, dan zendt de BiDiBooster een kortsluit terugmelding naar de DCC-centrale, die dan de booster bij een kortsluiting uitschakelt.
De kortsluit gevoeligheid resp., de afschakel stroom kan op 2, 3 of 4 A worden ingesteld. Om in geval van een kortsluiting schade te verhinderen, mag de kortsluit gevoeligheid niet te hoog worden ingesteld.
Schaal Aangeraden kortsluit
gevoeligheid (= afschakel stroom)
Waard bij uitlevering
Z en N 2 A
TT en H0 3 A 3 A
0, I en II > 4 A
Let op:
De ingestelde kortsluit gevoeligheid mag niet hoger zijn dan de maximale stroom van de trafo. Is de afschakel stroom van de booster hoger dan de maximale stroom van de trafo, kan de booster een overbelasting niet herkennen en als gevolg daarvan de stroom niet uitschakelen om de elektronische onderdelen van de booster en de voertuigen en de rails voor schade te beschermen. Brandgevaar!
Seite 12
tams elektronik
Automatisch inschakelen na een kortsluiting
Na een kortsluiting schakelt de BiDiBooster zichzelf automatisch weer in na verloop van 4 tot 10 seconden (instelbaar). Is de kortsluiting dan nog aanwezig, dan schakelt hij direct weer uit.
Bij aflevering wordt de inschakel automaat een minuut onderbroken, nadat de booster vijf maal in- en uitgeschakeld is. Deze her inschakeltijd na 5 kortsluitingen kan apart worden ingesteld:
op de ingestelde her inschakeltijd na een kortsluiting (4 tot 10
seconden) of,
op een individuele her inschakeltijd tussen 0 en 90 seconden
(instelbaar is stappen van 10 seconden).
Afschakelen bij overtemperatuur
Bij oververhitting schakelt de booster uit veiligheidoverwegingen automatisch uit. Mogelijke oorzaken:
Belemmering van de luchtstroom via de luchtsleuven.Duidelijk hogere nominale spanning van de trafo dan de ingestelde
gelijkspanning bij een gelijktijdige hogere stroomafname.
Watchdog-functie
De centrale (gewoonlijk aangestuurd door PC software) zendt bij deze functie, in afstanden van 5 seconden, een DCC-wisselopdracht naar een wisseladres, die aan de BiDiBooster is toegewezen. Zodra de booster deze opdrachten niet meer ontvangt, schakelt deze automatisch af.
Na het inschakelen van de booster is deze Watchdog-functie niet actief. Deze wordt geactiveerd, indien aan het toegewezen wisseladres een schakelopdracht wordt verzonden. Hierdoor bestaat de mogelijkheid, de modelspoorweg zonder PC sturing te sturen, zonder de Watchdog­functie te deactiveren.
Zodra de BiDiBooster over de BiDiB aansluiting met een PC-Interface verbonden is wordt de Watchdog-Functie gedeactiveerd.
Seite 13
tams elektronik
In- en uitschakelen met een DCC-wisselopdracht De BiDiBooster kan via een DCC-wisselopdracht, die naar een
toegewezen wisseladres gezonden worden, in- en uitgeschakeld worden:
Wissel “rechtuit” à booster in Wissel "afgebogen" à booster uit Zodra de BiDiBooster over de BiDiB aansluiting met een PC-Interface
verbonden is, kan de Booster niet meer middels DCC-wisselopdrachten in- en uitgeschakeld worden, echter alleen m.b.v. de PC-Software.
Inschakel stroom begrenzing (Inrush-Current)
De som van de laad stromen van buffer condensatoren op locomotief decoders (vooral bij Sound-Decoders) en extra externe USP kan bij inschakelen van de modelbaan zo hoog worden, dat de kortsluit afschakeling van de boosters direct reageert. Daarmee wordt de in bedrijf name bij een geactiveerde kortsluit afschakeling lastig.
De BiDiBooster kan na het inschakelen voor een korte tijd (instelbaar tot max. 500 ms) een hogere stroom van 5 A leveren en tolereert daarbij het kortstondige inzakken van de spanning. Deze tijd is voldoende, om buffer condensators en USP's op te laden.
Eerst nadat na een korte tijd de stroom niet minder wordt en de spanning niet meer stijgt, reageert de kortsluit afschakeling van de boosters (omdat dan van een "echte" kortsluiting sprake is).
Meer informatie over inschakel stroom begrenzing staat in de RailCommunity norm RCN 530 (onder: www.railcommunity.de).
Updates
Om de booster voor nieuwe ontwikkelingen aan te passen kan over BiDiB een software update gemaakt worden.
Indien u de BiDiBooster niet in een BiDiB besturing geïntegreerd heeft kunt u de booster naar ons toe sturen zodat wij de update kunnen uitvoeren.
Seite 14
tams elektronik

5. De modelspoorbaan verdelen

Deel uw modelspoorbaan in verschillende, elektrisch van elkaar gescheiden stukken op, die telkens met een eigen booster worden gevoed. In ieder boosterdeel kunnen maximaal drie tot vijf locs gelijktijdig rijden. Een indeling zoals hieronder is gebruikelijk:
Station LocdepotHoofdspoor (evt. in meerdere stukken)Lokaalspoor (evt. in meerdere stukken)
Maak de overgangen tussen de boosterdelen zodanig dat ze zo min mogelijk worden gepasseerd.
Verbreek de overgangen tussen de boosterdelen als volgt:
Bij 2 geleidersystemen: een railstaaf. Let erop, dat u bij alle
boosterdelen dezelfde railstaaf ("links" of "rechts") doorzaagt. In grotere, onoverzichtelijke modelspoorwegen is het aan te raden beide railstaven door te zagen.
Bij 3-geleidersystemen: de middengeleider.
Seite 15
tams elektronik

6. De booster aansluiten

Fig. 2: Achterzijde BiDiBooster
A DCC-conforme booster aansluitingen
→ Aansluitingen op de centrale en volgende booster (Variant 1)
C Data (+)
D Massa / Data (-)
E Kortsluitterugmelding
B Aansluitingen op de trafo en de rails 1 Trafo 2 Trafo 3 Buitenste / linker railstaaf 4 Middengeleider / rechter railstaaf
C BiDiB-Interface (RJ 45)
→ Aansluitingen op de centrale en volgende booster (Variant 2)
C1 Beide aansluitingen zijn intern met elkaar verbonden en
kunnen daarom naar keuze gebruikt worden.
C2
Seite 16
tams elektronik
!
!
Let op:
Via de luchtsleuven van de booster moet voortdurend een ongehinderde luchtstroom mogelijk zijn, daar de booster anders oververhit kan raken. Brandgevaar! De luchtsleuven mogen daarom in geen geval worden afgesloten. Let bij het aansluiten van de booster erop, dat aan de boven- en achterkant voldoende ruimte overblijft tussen de andere apparaten, en muren, etc.

6.1. Het gebruik van patch kabels

De BiDiBooster heeft als alternatief voor de DCC-conforme booster aansluitingen twee RJ45 aansluitingen (C1 en C2) waar mee de centrale en volgende boosters kunnen worden aangesloten. De dataoverdracht tussen de componenten welke op de RJ45 aansluitingen verbonden zijn is overeenkomstig met het BiDiB protocol.
Bij de BiDiBooster, welke aan het einde van de BiDi-Busleiding geïnstalleerd zijn (bij welke dus maar één RJ45 kabel is aangesloten), moet u de afsluit jumpers JP5 en JP6 volgens fig. 4 plaatsen. Bij de uitleveringstoestand zijn deze afsluit jumpers JP5 en JP6 niet geplaatst.
Als u naderhand op een BiDi-Busleiding extra apparaten aansluit, moet u bij het apparaat welke tot dusver aan het einde van de busleiding geïnstalleerd was, de afsluit jumpers verwijderen.
Let op:
Wanneer u bij een BiDiBooster, welke aan het einde van een busleiding geïnstalleerd is, geen afsluit jumpers plaatst, kunnen door het vervormen van het elektrische signaal storingen bij de dataoverdracht optreden. Wanneer bij een apparaat, welke niet aan het einde van een busleiding geïnstalleerd is, de afsluit jumpers geplaatst zijn, is het mogelijk dat de dataoverdracht ineen zakt. In beide gevallen raken de apparaten niet defect.
Seite 17
tams elektronik

6.2. Aansluiten op de centrale

U kunt kiezen tussen
de DCC-conforme interface (aanschluiting A) ofde BiDiB interface (aansluiting C)
om de centrale aan te sluiten. In de uitleveringstoestand is de BiDiBooster op het gebruik van de DCC-conforme interface ingesteld. Wanneer u de BiDiB interface gebruiken wilt, moet u de instellingen veranderen (→ Hoofdstuk 7).
Aansluiting A: DCC-conforme (3-polige) interface
U kunt de aansluitingen"A" van de booster of op
de railuitgang van de centrale (alleen aansluitingen C en D) of op de DCC-boosteraansluiting van de centrale aansluiten.
Gebruik voor het aansluiten van de kabel aan de booster de meegeleverde stekker, waarin deze kan worden vast geschroefd.
Aansluitingen centrale E Kortsluitmeldingsdraad D Massa C Data
Fig. 3: Aansluitingen
Seite 18
tams elektronik
!
Let erop, dat de pinvolgorde van de boosteraansluiting van de centrale en de boosteraansluiting overeenkomen.
Wanneer bij een kortsluiting de booster door de centrale moet worden afgeschakeld, moet de kortsluitterugmelding worden aangesloten. Wordt de kortsluitterugmeldleiding niet aangesloten, dan schakelt de booster in geval van een kortsluiting automatisch af en na de ingestelde tijd automatisch weer aan.
Aansluiting C: BiDiB interface (RJ 45)
Middels de aansluiting C (naar keuze C1 of C2) kunt u de BiDiBooster met RJ45 kabels met de BiDiB interface van uw centrale of een PC interface met rail functie verbinden.
Tip: Indien nodig moet u de afsluit jumpers JP5 en JP6 plaatsen (→ Paragraaf 6.1).
Let op:
Verschillende centrales hebben RJ45 aansluitingen, welke niet compatible zijn met BiDiB apparaten. Als u deze gebruikt om de BiDiBooster aan te sluiten kan een apparaat of beide apparaten defect raken.
Tip: Om verwisseling tussen verschillende RJ45 aansluitingen te voorkomen is het aanbevolen verschillende kabel kleuren te gebruiken. (bijvoorbeeld groen voor de BiDi-Bus, rood voor de databus van de digitale besturing.
Seite 19
tams elektronik
!

6.3. Aansluiten aan een BiDiB-Interface

Als u voor de besturing van uw systeem een BiDiB-Interface met rail functie gebruikt kunt u deze als een centrale aan de BiDiB-aansluiting aansluiten (→ Paragraaf 6.2).
Om de booster in een BiDiB bestuurde en bewaakte systeem te integreren kunt u een BiDiB-interface gebruiken dat zelf geen rail functie bezit en deze extra met de centrale aansluiten op aansluiting C.

6.4. Aansluiten aanvullende boosters

Om aanvullende boosters aan te sluiten kan de zelfde aansluiting gebruikt worden waarmee ook de centrale is aangesloten. Een bijzondere eigenschap van de BiDiBooster is de mogelijkheid om de centrale aan de 3-polige DCC boosteraansluiting aan te sluiten en aanvullende boosters middels RJ45 kabels aan de BiDiB-Interface. De BiDiBooster moet in dit geval conform ingesteld worden (→ Paragraaf
7). Dan wordt er intern een verbinding tussen de DCC-Aansluiting en de BiDiB-Interface gemaakt.
Let op:
Het is niet mogelijk de centrale aan de BiDiB aansluiting en een aanvullende booster aan de DCC boosteraansluiting aan te sluiten. In dit geval wordt er geen rail signaal door gegeven.
Aansluiting A: DCC-conforme (3-polige) interface
Om een aanvullende booster aan te sluiten moet u aan alle drie de klemmen van “A” een extra kabel aansluiten.
Aansluiting C: BiDiB-interface (RJ 45)
Om een aanvullende booster aan te sluiten moet u een patch kabel (RJ45) gebruiken en aansluiten op C1 of C2.
Tip: Indien nodig moet u de afsluit jumpers JP5 en JP6 plaatsen of verweideren (→ Paragraaf 6.1).
Seite 20
tams elektronik
!
Aansluiting A + Aansluiting C:
Deze variant maakt het mogelijk een eenvoudige en snelle aansluiting van een aanvullende booster middels een RJ45 kabel te maken, ook wanneer de centrale aan de 3-polige DCC boosteraansluiting van de booster is aangesloten.
Tip: Indien nodig moet u de afsluit jumpers JP5 en JP6 plaatsen of verweideren (→ Paragraaf 6.1).
Let op:
Wanneer u deze aansluit variant kiezen moeten alle aanvullende boosters over deze BiDiB interface worden aangesloten! Het is niet mogelijk om intern een verbinding tussen de BiDiB interface en de DCC boosteraansluiting te maken.
Tip
Gebruik alleen Boosters van één fabrikant en één type anders kunnen er zich problemen voordoen zoals:
Storingen in de dataoverdracht naar de decoders. Kleine stromen, die de locs vanzelf in beweging zetten wanneer
andere locs de overgangen tussen twee Boosterdelen passeren.
Kortsluitingen bij het passeren van de overgangen tussen boosterdelen.
Seite 21
tams elektronik
!
!

6.5. Aansluiten van de rails

Verbind de railaansluiting van de Booster met de rails (bij 2-geleider­systemen) resp. met één rail en de middengeleider (bij 3­geleidersystemen). De toevoer van de Boosterstroom op de rails moet om de 2 a 3 meter gescheiden, daar de weerstanden van de railovergangen vrij hoog zijn. Worden de afstanden te groot gekozen dan kunnen er problemen ontstaan bij de kortsluitterugmelding of bij de stroomvoorziening van de voertuigen.
Let op:
De verbinding van de rails (resp. de rails en de middengeleider) met de beide polen van de railaansluiting is willekeurig behalve wanneer u al een Booster op uw modelspoorbaan heeft aangesloten. In dit geval moet u erop letten dat:
De linker pool van de railaansluiting van de tweede Booster moet met dezelfde rail verbonden zijn als de linker pool van de al aanwezige Booster. Hetzelfde geldt voor de rechter pool van de railaansluiting van de Booster. Worden de aansluitingen verwisseld dan ontstaat er korstsluiting bij het passeren van de scheidingen tussen de boosterdelen.

6.6. Aansluiten van de stroomvoorziening

Verbind de trafo met de trafo-aansluiting van de Booster. De benodigde spanning en het minimale vermogen van de trafo zijn afhankelijk van de gewenste railspanning en de gewenste uitschakelstroom. Zie daarvoor het hoofdstuk "Bepalen van de benodigde trafospanning"op pagina 6.
Let op:
U mag de rails en de voeding niet verkeerd aansluiten. Een verkeerde aansluiting van rails en trafo geeft een directe beschadiging van de booster tot gevolg, en in het meest ongunstige geval is deze niet meer te repareren.
Seite 22
tams elektronik

7. Instellingen

De BiDiBooster kan
middels BiDiB en PC-Software ofvia hoofdspoorprogrammering (POM) of door het plaatsen van kortsluitstekkers (jumpers)
op de individuele wensen worden ingesteld.
Mogelijke
instellingen
Instelling bij aflevering
Instelling met jumpers
Railspanning 10 – 24 V,
instelbaar in stappen van 1 V
18 V nee
Inschakeltijd na een kortsluiting
4 – 10 sec., instelbaar in stappen van 1 sec.
4 sec. nee
Max. railstroom (afschakelstroom bij kortsluiting)
2 – 4 A, instelbaar in stappen van 1 A
3 A ja
RailCom actief of niet actief actief nee
In- en uitschakelen met DCC­wisselopdracht
actief of niet actief / wisseladres toewijzen
niet actief nee
Watchdog actief of niet
actief / wisseladres toewijzen
niet actief nee
Kortsluit afschakel vertragingstijd
1 - 255 ms 100 ms nee
Seite 23
tams elektronik
Mogelijke
instellingen
Instelling bij aflevering
Instelling met jumpers
Her inschakeltijd na 5-keer kortsluiting
0 - 90 sec. 60 sec. nee
Inschakel stroom begrenzingstijd (Inrush-Current)
2 - 500 ms 100 ms nee
Aansluiting keuze BiDiB-Aansluiting,
DCC-Aansluiting of ontvangst van de booster signalen via DCC-Booster aansluiting en doorgave aan de RJ45-Aansluiting
DCC­Aansluiting
ja

7.1. Programmeren met BiDiB

Zodra de BiDiBooster aan een BiDiB bestuurt en bewaakt systeem aangesloten is, wordt deze automatisch in de PC besturing geïntegreerd. Met behulp van de PC besturing software of (wanneer het hiermee niet mogelijk is) speciale hulpprogramma's (b.v. BidiB-Monitor of BiDiB-Wizard) worden de booster specifieke configuratie variabelen (CV's) en de BiDiB feature instellingen geprogrammeerd. Ook is een firmware update van de BiDiBooster over BiDiB mogelijk.
Seite 24
tams elektronik

7.2. Hoofdspoorprogrammering (POM)

De configuratie variabelen van de BiDiBoosters kunnen via hoofdspoorprogrammering (POM) worden ingesteld. Dit is alleen mogelijk met centrales die deze methode van programmeren ondersteunen.
Om het programmeren van de booster te beginnen, voert u voor CV#7 van een willekeurig DCC-locadres de waarde "62" in. Doe dat volgens de beschrijving van uw centrale. Deze invoer heeft geen invloed op een decoder met het betreffende locadres, daar voor CV#7 van locdecoders (= versie) geen invoer mogelijk is.
Nadat de programmeermode is gestart (voor CV#7 de waarde "62" is ingevoerd), knippert de LED snel in de kleur geel. U kunt nu de instellingen van de booster veranderen, doordat u opnieuw CV#7 kiest en daarvoor een waarde uit de navolgende tabel invoert.
Wordt binnen 30 seconden na de start van de programmeermode geen waarde voor CV#7 ingevoerd, dan wordt de programmering van de booster automatisch afgebroken. Nadat een waarde ingevoerd is, wordt de programmeermode automatisch beëindigd. Moeten meerdere waarden worden veranderd, dan moet de programmeermode door het invoeren van de waarde "62" voor CV#7 opnieuw worden gestart.
Functie Waarde
voor CV#7
Instelling / opmerkingen
Reset 8 Stelt de default waarde
(=waarde bij aflevering) weer in.
Railspanning (uitgangs-spanning) default waarde: 18 V
10 10 V
11 11 V
12 12 V
... 13 ... 23 V
24 24 V
Seite 25
tams elektronik
Functie Waarde
voor CV#7
Instelling / opmerkingen
Inschakeltijd na een kortsluiting default waarde: 4 sec.
34 4 seconden
35 5 seconden
36 6 seconden
... 7 ... 9 seconden
40 10 seconden
Max. railstroom (afschakelstroom) default waarde: 3 A
42 2 Ampère
43 3 Ampère
44 4 Ampère
RailCom / default waarde: actief
51 actief
52 niet actief
Keuze van de aansluiting
53 BiDiB-Booster aansluiting
54 DCC-Booster aansluiting
55 Ontvangst van de booster signalen
over de DCC-Booster aansluiting en doorgave aan de RJ45 interface
Uitschakelen met DCC wisselopdracht Standaard waarde: niet actief
71 actief
72 niet actief
73 Wissel naar de programmeermode.
Wordt binnen 30 sec. een DCC-wisselopdracht verzonden, dan neemt de BiDiBooster het bijbehorende wisseladres over voor het uitvoeren van de uitschakel functie. Voorwaarde: uitschakelfunctie = " actief ".
Seite 26
tams elektronik
Functie Waarde
voor CV#7
Instelling/opmerkingen
Watchdog default waarde: niet actief
74 actief
75 niet actief
76 Wissel naar de programmeermode.
Wordt binnen 30 sec. een DCC-wisselopdracht verzonden, dan neemt de BiDiBooster het bijbehorende wisseladres over voor het uitvoeren van de Watchdog functie Voorwaarde: Watchdog-functie = "actief".
Her inschakeltijd na 5 keer kortsluiting default waarde: 60 Sek.
100 = ingestelde her inschakeltijd na
een kortsluiting
101 10 seconden
102 20 seconden
103 30 seconden
... 40 - 80 seconden
109 90 seconden
Kortsluit afschakel vertragingstijd
110 20 ms
111 40 ms
112 60 ms
80 … 180 ms
119 200 ms
Inschakel stroom begrenzingstijd (Inrush-Current)
120 40 ms
121 80 ms
122 120 ms
... 160 … 360 ms
129 400 ms
Seite 27
tams elektronik

7.3. De BiDiBooster via jumpers instellen

Bij gebruik van centrales, die geen hoofdspoorprogrammering (POM) ondersteunen, kan de booster BiDiBooster door het plaatsen van kortsluitstekkers (jumpers) worden ingesteld. Let op: het is door het plaatsen van jumpers niet mogelijk alle mogelijke waarden in te stellen.
Voor het plaatsen van jumpers moet u de behuizing van de booster openen. Om de klipjes los te maken, die de beide rode halve schalen aan elkaar verbinden, drukt u aan de zijkanten van de behuizing boven / onder de luchtsleuven van de behuizing. Het is aan te raden om de klipjes eerst aan één zijde los te maken en dan pas aan de andere kant.
De plaatsing van de jumpers op de print is in fig.4 weergegeven. Wanneer op de aansluitingen geen jumper aanwezig is, zijn de geprogrammeerde waarden ingesteld.
Fig. 4: Print met de jumper opstelling en de 'Identify' drukknop
Seite 28
tams elektronik
Jumper Instelling
JP1 open Max. railstroom (afschakelstroom)
= 3 Ampère
dicht Max. railstroom (afschakelstroom)
= 4 Ampère
JP 2, 3 en 4open Keuze van de programmeer aansluiting.
Standaard waarde: DCC-Booster aansluiting
JP2 dicht Ontvangst van de booster signalen over
DCC-Booster aansluiting en doorgave aan de BiDiB-Interface
JP3 dicht BiDiB-Booster aansluiting
JP4 dicht DCC-Booster aansluiting
Seite 29
tams elektronik

8. Werking

Overbruggen van de scheidingen tussen twee Boosterdelen
Let er op dat locs of treinen niet zodanig blijven staan dat ze een scheiding tussen twee Boosterdelen overbruggen. De uitgangen van de beide bijbehorende Boosters worden daardoor met elkaar verbonden en de Boosters mogelijk worden beschadigd. Er volgt over het algemeen geen kortsluitmelding.
Gebruik met BiDiB
Om de 'Identify' drukknop te kunnen bedienen moet u de behuizing van de boosters openen. Doet u dat zoals dit in paragraaf 7.3 beschreven is. Wanner de BiDiBooster aan het einde van een BiDi-Busleiding geïnstalleerd is (d.w.z. dat er maar één RJ45 kabel aangesloten is), moet u de afsluit jumpers JP5 en JP6 volgens fig. 4 plaatsen. Anders kan door vervorming van het elektrische signaal storingen in de dataoverdracht optreden.
Wanneer u naderhand aan een busleiding meerdere apparaten aansluit moet u bij het apparaat wat tot dusver aan het einde van de busleiding geïnstalleerd was deze afsluit jumpers weer weg halen. Anders kan dit leiden tot het in zakken van de data overdracht.
Firmware update over BiDiB
Om de booster voor nieuwe ontwikkelingen aan te passen kan over de BiDi-Bus de firmware geactualiseerd worden. Hiervoor wordt de betreffende functie van de PC besturingssoftware gebruikt. Alternatief (b.v. wanneer de software over geen actualiseringsfunctie beschikt) kan dit m.b.v. hulpprogramma's (b.v. BiDiB-Monitor of BiDiB-Wizard) worden gedaan. Start u de betreffende programmeer optie en volgt u de aanwijzingen.
Seite 30
tams elektronik
LED
De lichtdiode aan de voorkant licht op of knippert en toont daarmee de bedrijfssituatie of de opgetreden problemen.
LED Betekenis
geel – constant Booster is in gebruik.
geel – langzaam knipperen (in ca. 1-sec. afstand)
Geen signaal van de centrale, geen BiDiB verbinding.
geel – snel knipperen Programmering gestart.
geel – 2x knipperen | pause | 2x knipperen
De booster werd via een wisselopdracht uitgeschakeld.
rood – langzaam knipperen (in ca. 1-sec. afstand)
Afschakelen en overschrijden van max. temperatuur. De booster wordt na het afkoelen automatisch weer ingeschakeld (voorzover een digitaal signaal van de centrale voor handen is).
rood – snel knipperen Afschakeling na een kortsluiting. De
booster wordt na x seconden automatisch weer ingeschakeld (voorzover een digitaal signaal van de centrale voor handen is).
rood – 2x knipperen | pause | 2x knipperen
De Watchdog werd verzonden en de booster daarna uitgeschakeld.
oranje - knipperen Geen signaal van de centrale, BiDiB
aangesloten.
oranje – constant De booster werd over een BiDiB-
commando uitgeschakeld, het digitale signaal is nog steeds voor handen.
Seite 31
tams elektronik
!

9. Checklist voor storingen

De Booster wordt heel heet en/of begint te roken.
Haal direct de spanningstoevoer weg!
Mogelijke oorzaak: de aansluitingen voor de rails en de stroomtoevoer zijn verwisseld. à Verander de aansluitingen. Het is niet uit te sluiten dat de Booster door de verkeerde aansluiting werd beschadigd.
Problemen bij inschakelen en bij de dataoverdracht
De LED op de booster licht niet op en de locs kunnen niet worden
aangestuurd. Mogelijke oorzaak: De voedingsspanning is onderbroken. Controleer
de aansluitingen van de voedingsspanning (trafo).
De booster laat zich niet inschakelen of zendt foute signalen uit
(Locomotieven reageren niet zoals gewenst). Mogelijke oorzaak: De afsluit-jumpers zijn niet geplaatst, terwijl de
booster aan het einde van de dataleiding aangesloten is. Mogelijke oorzaak: De afsluit-jumper zijn geplaatst, terwijl de
booster niet aan het einde van de dataleiding aangesloten is.
De LED knippert geel
De LED knippert langzaam geel.
Mogelijke oorzaak: De centrale is uitgeschakeld of de verbinding met de centrale is onderbroken. à Controleer de centrale en de verbindingen.
Mogelijke oorzaak: De verkeerde aansluiting (DCC-conform / BiDiB) is ingesteld. Kijk na of de instellingen in CV## 53 – 55 en de plaatsing van de jumpers JP2, JP3, en JP4 juist zijn.
Seite 32
tams elektronik
Na een wisselopdracht wordt de booster uitgeschakeld, de LED
knippert langzaam geel. Mogelijke oorzaak: Het betreffende wissel adres heeft de functie
"Uitschakelen met DCC wissel commando" actief. Schakel deze functie uit of voorkom het gebruik van het betreffende wissel adres.
De LED knippert rood
De LED knippert snel rood.
Mogelijke oorzaak: Op de railuitgang is een kortsluiting. De booster schakelt daardoor automatisch uit en na de ingestelde inschakeltijd automatisch weer aan. Is de kortsluiting na het opnieuw inschakelen nog steeds aanwezig, dan schakelt de booster direct weer uit. Dit wordt vijf maal herhaald, dan volgt een pauze van 1 minuut. Hef de kortsluiting op.
Na een wisselopdracht wordt de booster uitgeschakeld, de LED knippert.
Mogelijke oorzaak: Aan het betreffende wisseladres wird de Watchdog-functie toegewezen, er werd echter geen PC besturing gebruikt met een overeenkomstige functie. à Schakel de functie niet actief of vermijd het gebruik van het betreffende wisseladres.
De booster schakelt uit, de LED knippert langzaam rood.
Mogelijke oorzaak: De booster wordt onvoldoende gekoeld. à Zorg ervoor dat de luchtsleuven op de boven- en achterzijde van de booster een vrije luchtstroom hebben.
Mogelijke oorzaak: De nominale spanning van de trafo is beduidend hoger dan de ingestelde railspanning. Het vermogen, dat uit het verschil tussen daadwerkelijke trafospanning en de gewenste railspanning en de ontnomen stroom ontstaat, moet door de booster als warmte worden afgevoerd. Is dit vermogen te hoog, dan wordt de booster te heet en schakelt af door een te hoge temperatuur. à Gebruik een trafo, waarvan de nominale spanning niet veel hoger is dan de ingestelde railspanning.
Seite 33
tams elektronik
De LED knippert oranje
De LED knippert langzaam oranje.
Mogelijke oorzaak: De centrale is uitgeschakeld of de aansluiting naar de centrale is onderbroken. Kijk de centrale en de aansluitingen na.
Probleem met de Watchdog-functie
De Watchdog-functie is na het inschakelen van de booster niet
actief, hoewel hij actief werd gezet. Mogelijke oorzaak: De Watchdog-functie wordt pas geactiveerd,
wanneer aan het toegewezen wisseladres een schakelopdracht wordt verzonden. Voer voor het wisseladres een schakelopdracht in.
Hotline: Bij problemen met uw module kan onze hotline u helpen (mail-adres op de laatste pagina).
Reparaties: Een defecte module kunt u voor reparatie naar ons toezenden (adres op de laatste pagina). Schade die onder de garantie valt wordt gratis gerepareerd. Bij schade, die niet onder de garantie vallen, berekenen wij maximaal 50 % van de actuele verkoopsprijs volgens onze geldende prijslijst. Wij hebben het recht, de reparatie van een module te weigeren, wanneer deze technisch of economisch niet mogelijk is.
Stuur een reparatiezending niet ongefrankeerd op. In een garantiegeval vergoeden wij de verzendkosten tot de hoogte, die wij volgens onze geldende prijslijst bij de levering van het product zouden moeten berekenen. Bij reparaties, die niet onder de garantie vallen, draagt u de kosten voor porto.
Seite 34
tams elektronik

10. Garantieverklaring

Op dit product wordt twee jaar garantie gegeven vanaf de datum van aankoop aan de eerste koper, met een maximum van drie jaar na de productie van het product. De eerste koper is de gebruiker die als eerste het product bij ons gekocht heeft, bij een winkelier of een ander, juridisch gezien, persoon, die het product in het kader van zijn zelfstandige beroep doorverkoopt of inbouwt. De garantie bestaat naast de wettelijke garantiebepalingen, uit de afspraken die de gebruiker met de verkoper is overeengekomen.
De garantie omvat een gratis reparatie van gebreken, die aantoonbaar terug te voeren zijn op materiaal of fabricage onzerzijds. Bij bouwsets aanvaarden wij de verantwoordelijkheid voor de volledigheid en staat van de componenten, evenals de karakteristieke functies van de onderdelen in ongebouwde toestand. Wij garanderen de naleving van de technische gegevens wanneer de schakeling volgens de handleiding is samengesteld en zoals is voorgeschreven in gebruik werd genomen.
Wij behouden het recht van reparatie, verbeteringen, reserve leveringen of teruggave van de koopprijs. Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten. Vorderingen tot vergoeding van gevolgschade of productaansprakelijkheid worden alleen naar wettelijke voorschriften erkent.
Voor waarde voor de aansprakelijkheid op garantie is de naleving van de handleiding. Aanspraken op garantie vervallen ook in de navolgende gevallen:
bij eigenmachtige verandering van de schakeling,bij reparatiepogingen aan de kant en klare schakeling,bij schade door derden,bij foutief bedienen of schade door een verkeerde behandeling of
misbruik.
Seite 35
tams elektronik

11. EU-conformiteitsverklaring

Dit product voldoet aan de hierna genoemde EG- Richtlijnen en heeft hiervoor het CE – certificaat.
2004/108/EG inzake elektromagnetische compatibiliteit. Als basis dienende normen : EN 55014-1 and EN 61000-6-3.
Om de elektromagnetische verdraagzaamheid bij gebruik te garanderen dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
Sluit de transformator alleen aan op een door een erkende
installateur geïnstalleerde en beveiligde wandcontactdoos.
Breng geen wijzigingen aan in de originele onderdelen en volg de
aanwijzingen, de aansluitplannen en print lay-out van deze handleiding nauwkeurig op.
Gebruik bij reparatie alleen originele reserve onderdelen.
2011/65/EG betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (RoHS). Als basis dienende norm: EN 50581.

12. Verklaringen bij AEEA-richtlijn

Dit product voldoet aan de EG-richtlijn 2012/19/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
Verwijder dit product niet via het huisvuil, maar via een onderneming voor hergebruik.
Seite 36
tams elektronik
Seite 37
tams elektronik
Seite 38
tams elektronik
Seite 39
tams elektronik
n
n
n
Actuele informatie en tips:
n
http://www.tams-online.de
n
n
n
n
Garantie en service:
n
Tams Elektronik GmbH
n
Fuhrberger Straße 4
DE-30625 Hannover
n
fon: +49 (0)511 / 55 60 60
fax: +49 (0)511 / 55 61 61
n
e-mail: modellbahn@tams-online.de
n
n
Loading...