Stihl STIHL FS 510 C, 560 C STIHL FS 510 C, 560 C (de / fr / nl) [de, fr, nl]

STIHL FS 510 C, 560 C
Handleiding Notice d’emploi Gebrauchsanleitung
n Handleiding
1 - 52
F Notice d’emploi
53 - 107
108 - 159
Inhoudsopgave
Nederlands
Met betrekking tot deze handleiding 2 Veiligheidsaanwijzingen en
werktechniek 2 Vrijgegeven combinaties van
snijgarnituur, beschermkap, aanslag en draagstel 13
Dubbele handgreep monteren 14 Gaskabel afstellen 18 Beschermkappen monteren 18
Originele handleidingGedrukt op chloorvrij gebleekt papier.
Snijgarnituur monteren 22 Brandstof 28 Tanken 29 Dubbele schouderriem omdoen 30 Apparaat uitbalanceren 31 Motor starten/afzetten 31 Apparaat vervoeren 34 Gebruiksvoorschriften 36 Luchtfilter 36 M-Tronic 37 Gebruik in de winter 37 Bougie 39 Motorkarakteristiek 40
Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar.
Apparaat opslaan 41 Metalen snijgarnituren slijpen 41 Onderhoud maaikop 42 Controle en onderhoud door de
gebruiker 43 Controle en onderhoud door de
geautoriseerde dealer 44 Onderhouds- en
reinigingsvoorschriften 45
Slijtage minimaliseren en schade voorkomen 47
Belangrijke componenten 48 Technische gegevens 49 Reparatierichtlijnen 51 Milieuverantwoord afvoeren 51 EU-conformiteitsverklaring 52
Geachte cliënt(e), Het doet ons veel genoegen dat u hebt
gekozen voor een kwaliteitsproduct van de firma STIHL.
Dit product werd met moderne productiemethoden en onder uitgebreide kwaliteitscontroles gefabriceerd. Er is ons alles aan gelegen dat u tevreden bent met dit apparaat en er probleemloos mee kunt werken.
Wendt u zich met vragen over uw apparaat tot uw dealer of de importeur.
Met vriendelijke groet,
Dr. Nikolas Stihl
© ANDREAS STIHL AG & Co. KG, 2019
0458-772-7621-A. VA7.D19.
0000005278_017_NL
FS510C, FS560C
Op deze handleiding rust auteursrecht. Alle rechten blijven voorbehouden, vooral het recht op verspreiding, vertaling en ver­werking met elektronische systemen.
1
Nederlands
Met betrekking tot deze handleiding
Symbolen
Symbolen die op het apparaat zijn aangebracht worden in deze handleiding toegelicht.
Afhankelijk van het apparaat en de uitrusting kunnen de volgende symbolen op het apparaat zijn aangebracht.
Benzinetank; brandstof­mengsel van benzine en motorolie
Decompressieklep bedienen
Hand-benzinepomp
Hand-benzinepomp bedienen
Vettube
Geleiding aanzuiglucht: zomerstand
Geleiding aanzuiglucht: winterstand
Handgreepverwarming
Codering van tekstblokken
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor kans op ongevallen en letsel voor personen alsmede voor zwaarwegende materiële schade.
LET OP
Waarschuwing voor beschadiging van het apparaat of afzonderlijke componenten.
Technische doorontwikkeling
STIHL werkt continu aan de verdere ontwikkeling van alle machines en apparaten; wijzigingen in de leveringsomvang qua vorm, techniek en uitrusting behouden wij ons daarom ook voor.
Aan gegevens en afbeeldingen in deze handleiding kunnen dan ook geen aanspraken worden ontleend.
Veiligheidsaanwijzingen en werktechniek
Speciale veiligheidsmaat­regelen zijn nodig bij het werken met dit motorap­paraat, omdat er met een zeer hoog toerental van het snijgarnituur wordt gewerkt.
De gehele handleiding voor de eerste ingebruik­neming aandachtig doorlezen en voor later gebruik goed opbergen. Het niet in acht nemen van de handleiding kan levensgevaarlijk zijn.
De nationale veiligheidsvoorschriften, bijv. van beroepsgroepen, sociale instanties, arbeidsinspectie en andere in acht nemen.
Wie voor het eerst met het motorapparaat werkt: door de verkoper of door een andere deskundige laten uitleggen hoe men hiermee veilig kan werken – of deelnemen aan een cursus.
Minderjarigen mogen niet met het motorapparaat werken – behalve jongeren boven de 16 jaar, die onder toezicht leren met het apparaat te werken.
Kinderen, dieren en toeschouwers op afstand houden.
Als het motorapparaat niet wordt gebruikt, het apparaat zo neerleggen dat niemand in gevaar kan worden gebracht. Het motorapparaat zo opbergen dat onbevoegden er geen toegang toe hebben.
2
FS510C, FS560C
Nederlands
De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen die andere personen of hun eigendommen overkomen, resp. voor de gevaren waaraan deze worden blootgesteld.
Het motorapparaat alleen meegeven of uitlenen aan personen die met dit model en het gebruik ervan vertrouwd zijn – altijd de handleiding meegeven.
Het gebruik van geluid producerende motorapparaten kan door nationale en ook plaatselijke, lokale voorschriften tijdelijk worden beperkt.
Wie met het motorapparaat werkt moet goed uitgerust, gezond zijn en een goede lichamelijke conditie hebben.
Wie zich om gezondheidsredenen niet mag inspannen, moet zijn arts raadplegen of het werken met een motorapparaat mogelijk is.
Alleen voor dragers van een pacemaker: het ontstekingsmechanisme van dit apparaat genereert een zeer gering elektromagnetisch veld. Beïnvloeding van enkele typen pacemakers kan niet geheel worden uitgesloten. Ter voorkoming van gezondheidsrisico's adviseert STIHL de behandelend arts en de fabrikant van de pacemaker te raadplegen.
Na gebruik van alcohol, medicijnen die het reactievermogen beïnvloeden of drugs mag niet met het motorapparaat worden gewerkt.
Het motorapparaat – afhankelijk van het gemonteerde snijgarnituur – alleen gebruiken voor het maaien van gras of het knippen van wildgroei, struiken, struikgewas, bosschages, kleine bomen of dergelijke.
Voor andere doeleinden mag het motorapparaat niet worden gebruikt – kans op ongelukken!
Alleen die snijgarnituren of toebehoren monteren die door STIHL voor dit motorapparaat zijn vrijgegeven of technisch gelijkwaardige onderdelen. Bij vragen hierover contact opnemen met een geautoriseerde dealer. Alleen hoogwaardig gereedschap of toebehoren monteren. Als dit wordt nagelaten is er kans op ongelukken of schade aan het motorapparaat.
STIHL adviseert origineel STIHL gereedschap en toebehoren te monteren. Deze zijn qua eigenschappen optimaal op het product en de eisen van de gebruiker afgestemd.
Geen wijzigingen aan het apparaat aanbrengen – uw veiligheid kan hierdoor in gevaar worden gebracht. Voor persoonlijke en materiële schade die door het gebruik van niet-vrijgegeven aanbouwapparaten wordt veroorzaakt is STIHL niet aansprakelijk.
Voor het reinigen van het apparaat geen hogedrukreiniger gebruiken. Door de harde waterstraal kunnen onderdelen van het apparaat worden beschadigd.
De beschermkap van het motorapparaat kan de gebruiker niet tegen alle voorwerpen (stenen, glas, draad enz.) beschermen die door het snijgarnituur worden weggeslingerd. Deze voorwerpen kunnen ergens afketsen en vervolgens de gebruiker treffen.
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting dragen.
De kleding moet doelma­tig zijn en mag tijdens het werk niet hinderen. Nauwsluitende kleding – combipak, geen stofjas.
Geen kleding dragen waarmee men aan takken, struiken of de bewegende delen van het apparaat kan blijven haken. Ook geen sjaal, das en sieraden dragen. Lang haar in een paardenstaart dragen en vastzetten (hoofddoek, muts, helm enz.).
Veiligheidslaarzen met een stroeve, slipvrije zool en stalen neus dragen.
Alleen bij gebruik van maaikoppen zijn als alternatief stevige schoenen met stroeve, slipvrije zool toegestaan.
WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel te reduceren een nauw aansluitende veiligheids­bril volgens de norm EN 166 dragen. Erop let­ten dat de veiligheidsbril goed zit.
Een vizier dragen en erop letten dat deze goed zit. Een vizier alleen biedt onvoldoende bescherming voor de ogen.
"Persoonlijke" gehoorbescherming dragen – zoals bijv. oorkappen.
Veiligheidshelm dragen bij het opschonen, in hoog struikgewas en bij gevaar door vallende takken.
FS510C, FS560C
3
Nederlands
002BA479 KN
Robuuste werkhand­schoenen van slijtvast materiaal dragen (bijv. leer).
STIHL biedt een omvangrijk programma aan persoonlijke beschermuitrusting aan.
Motorapparaat vervoeren
Altijd de motor afzetten. Het motorapparaat hangend aan het
draagstel, of uitgebalanceerd aan de steel/maaiboom dragen. Metalen snijgarnituur beschermen tegen aanraken – transportbeschermkap gebruiken.
Hete machineonderde­len en de aandrijfkop niet aanraken – kans op brandwonden!
In auto's: het motorapparaat tegen omvallen, beschadiging en tegen het weglekken van benzine beveiligen.
Tanken
Benzine is bijzonder licht ontvlambaar – uit de buurt blijven van open vuur – geen benzine mor-
sen – niet roken. Voor het tanken de motor afzetten. Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen – brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien, zodat de heersende overdruk zich langzaam kan afbouwen en er geen benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde plek tanken. Als er benzine werd gemorst, het motorapparaat direct schoonmaken – de kleding niet in aanraking laten komen met de benzine, anders direct andere kleding aantrekken.
Na het tanken de
schroef-tankdop zo vast
mogelijk aandraaien.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat de tankdop door de motortrillingen losloopt en er benzine wegstroomt.
Op lekkages letten – als er benzine naar buiten stroomt, de motor niet starten – levensgevaar door verbranding!
Voor het starten
Het motorapparaat op technisch goede staat controleren – het desbetreffende hoofdstuk in de handleiding in acht nemen:
Het brandstofsysteem op lekkage
controleren, vooral de zichtbare onderdelen zoals bijv. de tankdop, slangaansluitingen, hand­benzinepomp (alleen bij motorapparaten met hand­benzinepomp). Bij lekkages of beschadiging de motor niet starten – brandgevaar! Het apparaat voor de ingebruikneming door een geautoriseerde dealer laten repareren
De combinatie van snijgarnituur,
beschermkap, handgreep en draagstel moet zijn vrijgegeven, alle onderdelen correct gemonteerd
De stopschakelaar moet
gemakkelijk kunnen worden ingedrukt
De chokeknop, de
gashendelblokkering en de gashendel moeten goed gangbaar zijn – de gashendel moet automatisch in de stationaire stand terugveren. Vanuit de stand } van de chokeknop moet deze bij het gelijktijdig indrukken van de gashendelblokkering en de gashendel terugveren in de werkstand F
4
FS510C, FS560C
Nederlands
002BA480 KN
15m (50ft)
Bougiesteker op vastzitten
controleren – bij een loszittende steker kunnen vonken ontstaan, hierdoor kan het vrijkomende benzine-luchtmengsel ontbranden – brandgevaar!
Snijgarnituur of
aanbouwgereedschap: correcte montage, staat en vastzitten
Veiligheidsinrichtingen
(bijv. beschermkap voor snijgarnituur, draaischotel) op beschadigingen, resp. slijtage controleren. Beschadigde onderdelen vervangen. Het apparaat niet met een beschadigde beschermkap of een versleten draaischotel (als het opschrift en de pijlen niet meer duidelijk zichtbaar zijn) gebruiken
Geen wijzigingen aan de
bedieningselementen en de veiligheidsinrichtingen aanbrengen
De handgrepen moeten schoon en
droog, olie- en vuilvrij zijn – belangrijk voor een veilige bediening van het motorapparaat
Het draagstel en de handgreep(-
grepen) overeenkomstig de lichaamslengte instellen. Zie hiervoor het hoofdstuk "Draagstel omdoen" en "Motorapparaat uitbalanceren".
Het motorapparaat mag alleen in technisch goede staat worden gebruikt – kans op ongelukken!
Voor noodgevallen bij gebruik van draagstellen: het snel loskoppelen en neerzetten van het apparaat oefenen.
Tijdens het oefenen het apparaat niet op de grond gooien, om beschadigingen te voorkomen.
Motor starten
Minstens op 3 m van de plek waar werd getankt – niet in een afgesloten ruimte.
Alleen op een vlakke ondergrond, een stabiele en veilige houding aannemen, het motorapparaat goed vasthouden – het snijgarnituur mag geen voorwerpen en ook de grond niet raken, omdat dit tijdens het starten kan meedraaien.
Het motorapparaat wordt slechts door één persoon bediend – geen andere personen binnen een straal van 15 m dulden – ook niet tijdens het starten – kans op letsel – door weggeslingerde voorwerpen!
Contact met het snijgarni-
tuur voorkomen – kans
op letsel!
De motor niet 'los uit de
hand' starten – starten
zoals in de handleiding
staat beschreven. Het
snijgarnituur draait nog
even door nadat de
gashendel wordt losgela-
ten – naloopeffect! Licht ontvlambare materialen
(bijv. houtspanen, boomschors, droog gras, benzine) uit de buurt van de hete uitlaatgassen en de hete uitlaatdemper houden – brandgevaar!
Apparaat vasthouden en bedienen
Het motorapparaat altijd met beide handen op de handgrepen vasthouden.
Altijd voor een stabiele en veilige houding zorgen.
De rechterhand op de bedieningshandgreep, de linkerhand op de handgreep van de draagbeugel.
Tijdens de werkzaamheden
Altijd voor een stabiele en veilige houding zorgen.
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van nood voor het afzetten van de motor de stopschakelaar indrukken.
Binnen een brede straal van de plek waar wordt gewerkt kan door de weggeslingerde voorwerpen een kans op ongevallen ontstaan, daarom mogen er zich binnen een straal van 15 m geen andere personen ophouden. Deze afstand ook ten opzichte van andere
FS510C, FS560C
5
Nederlands
objecten (auto's, ruiten) aanhouden – kans op materiële schade! Ook op een afstand van meer dan 15 m kan gevaar niet geheel worden uitgesloten.
Op een correct stationair toerental letten, zodat het snijgarnituur na het loslaten van de gashendel niet meer draait. Als het snijgarnituur bij stationair toerental toch meedraait, het stationair toerental door een geautoriseerde dealer laten repareren. STIHL adviseert de STIHL dealer.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op hellingen, in oneffen terrein enz. – kans op uitglijden!
Op obstakels letten: boomstronken, wortels – struikelgevaar!
Alleen staand op de grond werken, nooit op onstabiele plaatsen, nooit op een ladder of vanaf een hoogwerker.
Bij gebruik van gehoorbeschermers moet extra omzichtig en bedachtzaam worden gewerkt – omdat geluiden die op gevaar wijzen (schreeuwen, alarmsignalen e.d.) minder goed hoorbaar zijn.
Op tijd rustpauzes nemen om vermoeidheid en uitputting te voorkomen – kans op ongelukken!
Rustig en met overleg werken – alleen bij voldoende licht en goed zicht. Voorzichtig werken, anderen niet in gevaar brengen.
Het motorapparaat pro-
duceert giftige
uitlaatgassen zodra de
motor draait. Deze gas-
sen kunnen geurloos en
onzichtbaar zijn en
onverbrande koolwater-
stoffen en benzol
bevatten. Nooit in afge-
sloten of slecht
geventileerde ruimtes
met het motorapparaat
werken – ook niet met
apparaten voorzien van
katalysator. Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte, steeds voor voldoende luchtventilatie zorgen – levensgevaar door vergiftiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn, gezichtsstoornissen (bijv. kleiner wordend blikveld), gehoorverlies, duizeligheid, afnemende concentratie, de werkzaamheden direct onderbreken – deze symptomen kunnen onder andere worden veroorzaakt door een te hoge uitlaatgasconcentratie – kans op ongelukken!
Geluidsoverlast en uitlaatgasemissie zo veel mogelijk beperken – de motor niet onnodig laten draaien, alleen gas geven tijdens het werk.
Niet roken tijdens het gebruik en in de directe omgeving van het motorapparaat – brandgevaar! Uit het brandstofsysteem kunnen ontvlambare benzinedampen ontsnappen.
Tijdens het werk vrijkomend(e) stof, rook en dampen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Bij sterke stof- of rookontwikkeling een stofmasker dragen.
Als het motorapparaat niet volgens voorschrift (bijv. door geweld van buitenaf, door stoten of vallen) werd uitgeschakeld, voor het opnieuw in gebruik nemen beslist controleren of dit in goede staat verkeert – zie ook "Voor het starten".
Vooral op lekkage van het brandstofsysteem en de goede werking van de veiligheidsinrichtingen letten. Motorapparaten die niet meer bedrijfszeker zijn, in geen geval verder gebruiken. In geval van twijfel contact opnemen met een geautoriseerde dealer.
Nooit zonder de op het apparaat en het snijgarnituur afgestemde beschermkap wer­ken – kans op letsel door wegge­slingerde voorwerpen!
Terrein controleren: vaste voorwerpen – stenen, metalen delen of iets der­gelijks kunnen worden weggeslingerd – ook meer dan 15 m – kans op letsel! – En deze kunnen het snijgarnituur als­mede objecten (zoals bijv. geparkeerde auto's, ruiten) beschadigen (materiële schade).
In onoverzichtelijk, dicht begroeid terrein bijzonder voorzichtig te werk gaan.
6
FS510C, FS560C
Nederlands
Bij het maaien van hoog struikgewas, onder bosschages en heggen: werkhoogte met het snijgarnituur minimaal 15 cm – dieren niet in gevaar brengen.
Voor het achterlaten van het apparaat – motor afzetten.
Het snijgarnituur regelmatig, met korte tussenpozen en bij merkbare wijzigingen direct controleren:
De motor afzetten, het apparaat
stevig vasthouden, het snijgarnituur tot stilstand laten komen
Op goede staat en vastzitten
controleren, op scheurvorming letten
Scherpte controleren Beschadigde of botte snijgarnituren
direct vervangen, ook bij zeer kleine haarscheurtjes
Gras en takkenresten op de koppeling voor het snijgarnituur regelmatig verwijderen – verstoppingen ter hoogte van het snijgarnituur of de beschermkap verwijderen.
Voor het vervangen van het snijgarnituur de motor afzetten – kans op letsel!
De aandrijfkop wordt tij­dens het gebruik heet. De aandrijfkop niet aanra­ken – kans op verbranding!
Beschadigde of gescheurde snijgarnituren niet meer gebruiken en niet repareren – bijv. door lassen of richten – wijziging van de vorm (onbalans).
Deeltjes of breukstukken kunnen loskomen en met hoge snelheid de gebruiker of derden treffen – ernstig letsel!
Gebruik van maaikoppen
Alleen beschermkappen met volgens voorschrift gemonteerd mes monteren, zodat maaidraden op de toegestane lengte worden afgesneden.
Voor het nastellen van de maaidraad bij met de hand nastelbare maaikoppen beslist de motor afzetten – kans op letsel!
Verkeerd gebruik, met een te lange maaidraad, reduceert het motortoerental. Dit leidt, door het constant slippen van de koppeling, tot oververhitting en tot beschadiging van belangrijke delen (bijv. koppeling, en delen van de kunststof behuizing) – bijv. door het bij stationair toerental meedraaiende snijgarnituur – kans op letsel!
Gebruik van metalen snijgarnituren
STIHL adviseert originele metalen STIHL snijgarnituren te monteren. Deze zijn qua eigenschappen optimaal op het apparaat en de eisen van de gebruiker afgestemd.
Metalen snijgarnituren draaien zeer snel. Hierbij ontstaan krachten die op het apparaat, het gereedschap zelf en op het maaigoed werken.
Metalen snijgarnituren moeten regelmatig volgens voorschrift worden geslepen.
Ongelijkmatig geslepen metalen snijgarnituren veroorzaken een onbalans die voor extreme belasting van het apparaat kan zorgen – kans op breuk!
Botte of verkeerd geslepen snijkanten kunnen leiden tot een hogere belasting van het metalen snijgarnituur – kans op letsel door gescheurde of gebroken delen!
Metalen snijgarnituren na ieder contact met harde voorwerpen (bijv. stenen, rotsblokken, metalen voorwerpen) controleren (bijv. op scheurtjes en vervorming). Bramen en andere zichtbare materiaalopeenhopingen moeten worden verwijderd, omdat zij bij verder gebruik op elk moment los zouden kunnen laten en worden weggeslingerd – kans op letsel!
Als een roterend metalen snijgarnituur contact maakt met een steen of een ander hard voorwerp, kan dit leiden tot vonkvorming, waardoor onder bepaalde omstandigheden licht ontvlambare stoffen vlam zouden kunnen vatten. Ook droge planten en struikgewas zijn licht ontvlambaar, vooral bij zeer warme en droge weersomstandigheden. Als er kans op brand aanwezig is, het metalen snijgarnituur niet in de buurt van licht ontvlambare stoffen, droge planten of struikgewas gebruiken. Uitdrukkelijk aan de voor het bosbeheer verantwoordelijke persoon vragen of er brandgevaar bestaat.
Voor het reduceren van de genoemde, tijdens het gebruik van metalen snijgarnituren optredende gevaren, mag het gebruikte metalen snijgarnituur in geen geval qua diameter te groot zijn. Het mag ook niet te zwaar zijn. Het moet
FS510C, FS560C
7
Nederlands
van een kwalitatief goed materiaal zijn vervaardigd en een juiste geometrie (vorm, dikte) hebben.
Een niet door STIHL geproduceerd metalen snijgarnituur mag niet zwaarder, niet dikker zijn, geen andere vorm hebben en qua diameter niet groter zijn dan het grootste, voor dit motorapparaat vrijgegeven metalen STIHL snijgarnituur – kans op letsel!
Trillingen
Langdurig gebruik van het motorapparaat kan leiden tot door trillingen veroorzaakte doorbloedingsstoornissen aan de handen ("witte vingers").
Een algemeen geldende gebruiksduur kan niet worden vastgesteld, omdat deze van meerdere factoren afhankelijk is.
De gebruiksduur wordt verlengd door: – Bescherming van de handen
(warme handschoenen) – Rustpauzes De gebruiksduur wordt verkort door: – Bijzondere persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, kriebelen)
Lage buitentemperaturen De mate van kracht uitgeoefend
door de handen (stevig beetpakken
beïnvloedt de doorbloeding nadelig)
Bij regelmatig, langdurig gebruik van het apparaat en bij het herhaald optreden van de betreffende symptomen (bijv. vingers kriebelen) wordt een medisch onderzoek geadviseerd.
Onderhoud en reparaties
Het motorapparaat regelmatig onderhouden. Alleen die onderhouds­en reparatiewerkzaamheden uitvoeren die in de handleiding staan beschreven. Alle andere werkzaamheden laten uitvoeren door een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen door de STIHL dealer te laten uitvoeren. De STIHL dealers nemen regelmatig deel aan scholingen en ontvangen Technische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen monteren. Als dit wordt nagelaten is er kans op ongelukken of schade aan het apparaat. Bij vragen contact opnemen met een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert originele STIHL onderdelen te monteren. Deze zijn qua eigenschappen optimaal op het apparaat en de eisen van de gebruiker afgestemd.
Bij reparatie-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden altijd de motor afzetten en de bougiesteker lostrekken – kans op letsel door het onbedoeld starten van de motor! – Uitzondering: afstelling carburateur en stationair toerental.
De motor mag bij een losgetrokken bougiesteker of bij een losgedraaide bougie niet met behulp van het
startmechanisme worden getornd – brandgevaar door ontstekingsvonken buiten de cilinder!
Het motorapparaat niet in de nabijheid van open vuur onderhouden en opslaan – brandgevaar door de brandstof!
De tankdop regelmatig op lekkage controleren.
Alleen in goede staat verkerende, door STIHL vrijgegeven bougies – zie "Technische gegevens" – monteren.
Bougiekabel controleren (goede isolatie, vaste aansluiting).
Controleer of de uitlaatdemper in een goede staat verkeert.
Niet met een defecte of zonder uitlaatdemper werken – brandgevaar! – Gehoorschade!
De hete uitlaatdemper niet aanraken – gevaar voor brandwonden!
De staat van de antivibratie-elementen beïnvloedt het trillingsgedrag – de antivibratie-elementen regelmatig controleren.
Symbolen op de beschermkappen
Een pijl op de beschermkap voor het snijgarnituur geeft de draairichting van het snijgarnituur aan.
Enkele van de volgende symbolen zijn aangebracht op de buitenzijde van de beschermkap en verwijzen naar de vrijgegeven combinatie snijgarnituur/beschermkap.
8
FS510C, FS560C
Nederlands
002BA397 KN
000BA015 KN
De beschermkap mag samen met maaikoppen worden gebruikt.
De beschermkap mag samen met grassnijbla­den worden gebruikt.
De beschermkap mag samen met slagmessen worden gebruikt.
De beschermkap mag samen met hakselmes­sen worden gebruikt.
De beschermkap mag niet in combinatie met maaikoppen worden gebruikt.
De beschermkap mag niet in combinatie met grassnijbladen worden gebruikt.
De beschermkap mag niet in combinatie met slagmessen worden gebruikt.
De beschermkap mag niet in combinatie met hakselmessen worden gebruikt.
De beschermkap mag niet in combinatie met cir­kelzaagbladen worden gebruikt.
Draagstel
Het draagstel behoort tot de leveringsomvang of is als speciaal toebehoren leverbaar.
N Draagstel gebruiken N Het motorapparaat met draaiende
motor aan het draagstel vasthaken
Alle snijgarnituren moeten in combinatie met een dubbele schouderriem met snelsluiting worden gebruikt!
Maaikop met maaidraad
Voor soepel 'maaigedrag' – voor nauwkeurig maaien, zelfs van onregelmatige grasranden rondom bomen, heiningpalen etc. – geringe beschadiging van de boomschors.
Tot de leveringsomvang van de maaikop behoort een bijlage. De maaikop alleen volgens de gegevens in de bijlage uitrusten met maaidraden.
WAARSCHUWING
De maaidraden niet vervangen door metaaldraad of andere soorten draden – kans op letsel!
STIHL DuroCut
FS510C, FS560C
Op de slijtagemarkeringen letten!
9
Nederlands
681BA209 KN
002BA396 KN
002BA135 KN
Als een op de beschermkap van de DuroCut als uitroepteken gevormde slijtagemarkering zichtbaar wordt, de DuroCut niet meer gebruiken, anders is de kans aanwezig dat de maaikop wordt beschadigd.
De versleten beschermkap vervangen door een nieuwe beschermkap.
Tot de leveringsomvang van de maaikop behoren de bijlagen. De maaikop alleen volgens de gegevens in de bijlagen uitrusten met maaidraden.
WAARSCHUWING
In plaats van de maaidraad geen metaaldraad of ander draad gebruiken – kans op letsel!
Maaikop met kunststof messen – STIHL PolyCut
Voor het maaien van niet-afgezette grasvelden (zonder palen, omheiningen, bomen en vergelijkbare obstakels).
Op de slijtage-indicatoren letten!
Als van de maaikop PolyCut een van de markeringen aan de onderzijde is doorgebroken (pijl): de maaikop niet meer gebruiken en vervangen door een nieuwe! Kans op letsel door contact met de weggeslingerde gereedschapdelen!
Beslist de onderhoudsvoorschriften voor de maaikop PolyCut in acht nemen!
In plaats van met kunststof messen kan de maaikop PolyCut ook worden uitgerust met maaidraden.
Tot de leveringsomvang van de maaikop behoren de bijlagen. De maaikop alleen volgens de gegevens in de bijlagen uitrusten met kunststof messen of maaidraden.
WAARSCHUWING
In plaats van de maaidraad geen metaaldraad of ander draad gebruiken – kans op letsel!
Kans op terugslag bij metalen snijgarnituren
WAARSCHUWING
Bij gebruik van metalen snijgarnituren bestaat de kans op terugslag als het snijgarnituur een vast obstakel (boomstam, tak, boomstronk, steen of iets dergelijks) raakt. Het apparaat wordt hierbij teruggeslingerd – tegen de draairichting van het snijgarnituur in.
Er is een hogere kans op terugslag als het snijgarnituur in de zwarte sector een obstakel raakt.
10
FS510C, FS560C
Nederlands
000BA020 KN
002BA355 KN
002BA509 KN
002BA210 KN
Grassnijblad
Alleen voor gras en onkruid – met het apparaat net als met een zeis werken.
WAARSCHUWING
Bij onjuist gebruik kan het grassnijblad worden beschadigd – kans op letsel door weggeslingerde onderdelen!
Het grassnijblad, als het merkbaar bot is geworden volgens voorschrift slijpen.
Slagmessen
Voor het maaien van vervilt gras, het snoeien van wildgroei en struikgewas en het opschonen van jonge aanplant met een maximale stamdiameter van 2 cm – geen dikkere stammen zagen – kans op ongevallen!
Bij het maaien van gras en het opschonen van jonge aanplant met het apparaat net als met een zeis, vlak boven de grond, werken.
Voor het snoeien van wildgroei en struikgewas het slagmes van bovenaf in de plant 'steken' – het snijgoed wordt verhakseld – hierbij het snijgarnituur niet boven heuphoogte houden.
Bij deze werktechniek moet uiterst voorzichtig te werk worden gegaan. Hoe groter de afstand van het snijgarnituur ten opzichte van de grond, des te groter is het risico dat er materiaal opzij wordt geslingerd – kans op letsel!
Attentie! Bij onjuist gebruik kan het slagmes worden beschadigd – kans op letsel door weggeslingerde delen!
Om de kans op ongelukken te reduceren, het volgende beslist in acht nemen:
Contact met stenen, metalen
voorwerpen en dergelijke voorkomen
Geen hout of struikgewas met een
diameter van meer dan 2 cm doorsnijden (zagen) – voor grotere diameters gebruikmaken van een cirkelzaagblad
Het slagmes regelmatig op
beschadigingen controleren – een beschadigd slagmes niet verder gebruiken
Het slagmes regelmatig en als het
merkbaar bot is geworden volgens voorschrift slijpen en – indien nodig – balanceren (STIHL adviseert dit door de STIHL dealer te laten uitvoeren)
Hakselmes
Voor het uitdunnen en verhakselen van taai, vervilt gras, wildgroei en struikgewas.
Voor het snoeien en versnipperen van wildgroei en struikgewas het hakselmes van bovenaf in de plant 'steken' – het
FS510C, FS560C
11
Nederlands
002BA449 KN
snijgoed wordt verhakseld – hierbij het snijgarnituur niet boven heuphoogte houden.
Bij deze werktechniek moet uiterst voorzichtig te werk worden gegaan. Hoe groter de afstand van het snijgarnituur ten opzichte van de grond, des te groter is het risico dat er materiaal opzij wordt geslingerd – kans op letsel!
Attentie! Bij misbruik kan het hakselmes worden beschadigd – kans op letsel door weggeslingerde onderdelen!
Om de kans op ongelukken te reduceren, het volgende beslist in acht nemen:
Contact met stenen, metalen
voorwerpen en dergelijke
voorkomen – Geen hout of struikgewas met een
diameter van meer dan 2 cm
doorsnijden (zagen) – voor grotere
diameters gebruikmaken van een
cirkelzaagblad – Het hakselmes regelmatig op
beschadigingen controleren – een
beschadigd hakselmes niet verder
gebruiken – Het hakselmes regelmatig en bij
merkbaar bot worden volgens
voorschrift slijpen en – indien nodig
– balanceren (STIHL adviseert dit
door de STIHL dealer te laten
uitvoeren)
Cirkelzaagblad
Voor het afzagen van struiken en bomen tot een stamdiameter van 7 cm.
Het beste zaagresultaat wordt bereikt met vol gas en een gelijkmatige aanzetdruk.
Cirkelzaagbladen alleen met een bij de diameter van het snijgarnituur passende aanslag gebruiken.
WAARSCHUWING
Contact van het cirkelzaagblad met stenen en de grond beslist voorkomen – kans op scheurvorming. Het cirkelzaagblad bijtijds en volgens voorschrift slijpen – botte tanden kunnen leiden tot scheurvorming en hierdoor tot breuk van het zaagblad – kans op ongelukken!
Bij het kappen ten minste twee boomlengtes afstand tot aan de volgende werkplek aanhouden.
Kans op terugslag
De kans op terugslag is in de zwarte sector zeer groot: in deze sector het cirkelzaagblad niet tegen het hout zetten om te zagen.
In de grijze sector is er ook kans op terugslag: deze sector mag alleen door ervaren en speciaal geschoolde personen worden gebruikt, met gebruik van speciale werktechnieken.
In de witte sector kan praktisch zonder terugslag en gemakkelijk worden gewerkt. Het cirkelzaagblad altijd in deze sector tegen de te zagen stam plaatsen.
12
FS510C, FS560C
Vrijgegeven combinaties van snijgarnituur, beschermkap, aanslag en draagstel
10
11
12
13
17
16
15
14
7
9
0000-GXX-0377-A0
5
8
6
18
2
1
4
3
Snijgarnituur Beschermkap, aanslag Draagstel
Nederlands
FS510C, FS560C
13
Nederlands
1
3BA003 KN
3BA004 KN
4
2
Vrijgegeven combinaties
Afhankelijk van het snijgarnituur de juiste combinatie uit de tabel kiezen!
WAARSCHUWING
Uit veiligheidsoverwegingen mogen alleen de binnen één tabelregel staande snijgarnituren en beschermkappen, resp. aanslagen met elkaar worden gecombineerd. Andere combinaties zijn niet toegestaan – kans op ongelukken!
Snijgarnituren
Maaikoppen 1 STIHL AutoCut 40-4
2 STIHL AutoCut 56-2 3 STIHL TrimCut 51-2 4 STIHL DuroCut 40-4 5 STIHL PolyCut 41-3
Metalen snijgarnituren 6 Grassnijblad 255-8
(Ø 255 mm) 7 Grassnijblad 250-40 Spezial
(Ø 250 mm) 8 Slagmes 305-2 Spezial
(Ø 305 mm) 9 Slagmes 350-3
(Ø 350 mm) 10 Hakselmes 320-2
(Ø 320 mm) 11 Cirkelzaagblad 225
driehoeksbetanding
(Ø 225 mm)
14
12 Cirkelzaagblad 225 beitelbetanding
(Ø 225 mm)
13 Cirkelzaagblad 225 hardmetaal
(Ø 225 mm)
WAARSCHUWING
Grassnijbladen, slagmessen, hakselmessen en cirkelzaagbladen van een ander materiaal dan metaal zijn niet toegestaan.
Beschermkappen, aanslag
14 Beschermkap voor maaikoppen 15 Beschermkap voor metalen
snijgarnituren, posities 6 tot 9 16 Beschermkap voor hakselmes 17 Aanslag voor cirkelzaagbladen
Draagstel
18 Dubbele schouderriem moet
worden gebruikt
Dubbele handgreep monteren
Dubbele handgreep met draaibare handgreepsteun monteren
De bedieningshandgreep (1) tussen het uitpakken van het apparaat en de montage van de draagbeugel niet om de langsas draaien; zie ook hoofdstuk "Gaskabel instellen".
Het apparaat is leverbaar met verschillende draagbeugels:
2 Draagbeugel voor apparaten die
overwegend worden gebruikt voor het maaien, met slag- of hakselmes, maar waarmee ook dun hout kan worden "gezaagd".
FS510C, FS560C
Nederlands
2BA001 KN
4
3
3BA005 KN
5
4900BA002 KN
7
2
4
8
3BA007 KN
5
8
3BA008 KN
7
6
10
7
9
3BA0009 KN
3 Draagbeugel voor apparaten die
hoofdzakelijk worden gebruikt voor het zagen, maar waarmee ook kan worden gemaaid en struikgewas kan worden gesnoeid.
Bij de uitlevering zijn bij de draagbeugels (2, 3) de klembeugels (4) bevestigd.
N De montagestand van de
klembeugels op de draagbeugel tot aan het aanbrengen op de handgreepsteun niet wijzigen
Beide draagbeugeltypen worden op dezelfde wijze op het apparaat gemonteerd. Daarom wordt als voorbeeld voor de beide uitvoeringen slechts de montage van de draagbeugel (2) afgebeeld.
Draagbeugel monteren
Voor de montage van de draaibare handgreepsteun moeten de klembeugels worden voorzien van een veer en moet de handgreepsteun worden bevestigd op het apparaat.
N Veer (5) uit de leveringsomvang
van de bij het apparaat behorende
onderdelenset nemen N Veer (5) in de onderste
klembeugel (6) drukken
N Klembeugels (4) met de
draagbeugel (2) voorzichtig op de
handgreepsteun (7) plaatsen N De draagbeugel niet verdraaien in
de klembeugels
N Beugel van de knevelbout (8)
opklappen tot deze verticaal staat
N De knevelbout linksom draaien en
slechts iets aandraaien
N Knevelbout (8) in de
schroefdraadinsert van de handgreepsteun (7) aanbrengen – ook tegen de druk van de veer (5) in
N De klembeugels zo uitlijnen dat het
bruggetje (9) van de onderste klembeugel (6) in de groef (10) van de handgreepsteun (7) valt
FS510C, FS560C
15
Nederlands
7
6
3BA010 KN
2
4900BA003 KN
4900BA004 KN
11
12
1
002BA451 KN
13
2
4900BA005 KN
14
15
15
2
4900BA007 KN
1
11
12
4900BA008 KN
4900BA009 KN
N De knevelbout zover rechtsom
draaien tot de onderste klembeugel (6) tegen de handgreepsteun (7) ligt
N Draagbeugel (2) 180° naar voren
draaien
N De knevelbout voorzichtig
aandraaien
Bedieningshandgreep monteren
N Bout (11) losdraaien en de
moer (12) uit de
bedieningshandgreep (1) nemen
N De bedieningshandgreep zo voor
het rechter draagbeugeleinde
houden, dat de gaskabel (13) langs
de binnenzijde van de
draagbeugel (2) loopt
boringen (15) met elkaar in lijn liggen – de gashendel (14) is naar beneden gericht
N Moer (12) in de
bedieningshandgreep plaatsen, de bout (11) in de bedieningshandgreep steken, verdraaien en vastdraaien
Draagbeugel instellen
Knevelbout losdraaien
N Beugel van de knevelbout
inklappen, zodat deze gelijkligt met de bovenzijde van de klembeugel
16
N Beugel van de knevelbout
opklappen tot deze verticaal staat
N Bedieningshandgreep (1) in deze
stand zover naar het uiteinde van de
draagbeugel (2) schuiven dat de
FS510C, FS560C
Nederlands
4900BA010 KN
4900BA011 KN
4900BA012 KN
2
A
4900BA013 KN
4900BA014 KN
N Knevelbout zover linksom draaien
tot de handgreepsteun kan worden versteld
Draagbeugel uitlijnen
N Draagbeugel in de gewenste stand
plaatsen
N Draagbeugel (2) zo uitlijnen dat de
afstand (A) ongeveer
17 cm (7 inch) is De draagbeugel niet in het gebogen deel
van de pijp bevestigen. Knevelbout sluiten
N De knevelbout zover rechtsom
draaien tot de bout zwaar draait
N Knevelbout vast aandraaien
N Beugel van de knevelbout
inklappen, zodat deze gelijkligt met de bovenzijde van de klembeugel
Gaskabel controleren
N Na demontage van de
bedieningshandgreep op de draagbeugel de gaskabel controleren, zie hoofdstuk "Gaskabel instellen"
FS510C, FS560C
17
Nederlands
4900BA015 KN
2
8
002BA655 KN
1
002BA461 KN
2
002BA462 KN
Draagbeugel kantelen
In de transportstand
N Knevelbout (8) losdraaien en zover
uit de schroefdraad draaien tot de draagbeugel (2) rechtsom kan worden gedraaid
N De draagbeugel 90° verdraaien en
aansluitend naar beneden kantelen
N Knevelbout (8) vastdraaien In de werkstand N De draagbeugel in omgekeerde
volgorde dan zoals hierboven staat beschreven en linksom draaien, resp. kantelen
Gaskabel afstellen
Na de montage van het apparaat of na een langere gebruiksduur kan het nodig zijn de gaskabelafstelling te corrigeren.
De gaskabel alleen afstellen bij een compleet gemonteerd apparaat.
N Gashendel in de volgasstand
plaatsen N De bout in de gashendel tot aan de
eerste weerstand in de richting van
de pijl draaien. Daarna nogmaals
een halve slag verder indraaien
Beschermkappen monteren
De juiste beschermkap monteren
WAARSCHUWING
De beschermkap (1) is alleen vrijgegeven voor maaikoppen, daarom moet voor de montage van een maaikop de beschermkap (1) worden gemonteerd.
Advies: maaikoppen samen met een wikkelbeveiligingskap op de aandrijfkop plaatsen, zie "Beschermkap monteren/wikkelbeveiligingskap monteren".
WAARSCHUWING
De beschermkap (2) is alleen vrijgegeven voor grassnijbladen en slagmessen, daarom moet voor de
18
FS510C, FS560C
Nederlands
3
002BA463 KN
4
002BA464 KN
5
6
002BA465 KN
002BA495 KN
3
2
2
montage van een grassnijblad of een slagmes de beschermkap (2) worden gemonteerd.
Advies: grassnijbladen samen met een wikkelbeveiligingskap op de aandrijfkop plaatsen, zie "Beschermkap monteren/wikkelbeveiligingskap monteren".
WAARSCHUWING
De beschermkap (3) is alleen vrijgegeven voor het hakselmes, daarom moet voor de montage van een hakselmes de beschermkap (3) worden gemonteerd, zie paragraaf "Beschermkap monteren".
WAARSCHUWING
De als beschermkap dienende aanslag (4) is alleen vrijgegeven voor cirkelzaagbladen, daarom moet voor de montage van een cirkelzaagblad de aanslag (4) worden gemonteerd.
FS510C, FS560C
Beschermkap monteren
De beschermkappen (1, 2 en 4) worden op dezelfde wijze op de aandrijfkop bevestigd.
N Vuil in de aansluitnaden van de
aandrijfkop en de beschermkap
verwijderen – zorgen dat er geen
vuil in de schroefdraadboringen van
de aandrijfkop terecht kan komen,
zie paragraaf "Stoppen" N Beschermkap op de aandrijfkop (5)
plaatsen N Bouten (6) aanbrengen en
vastdraaien
Hakselbeschermkap monteren In verband met de hoge belasting van de
hakselbeschermkap (3) en de nationale richtlijnen voor het hakselen van het apparaat moet de hakselbeschermkap volgens voorschrift en correct op het apparaat worden bevestigd.
Voor de montage van de beschermkap is een speciale schroevendraaierbit nodig die alleen via de STIHL dealer leverbaar is. De schroevendraaierbit heeft als eigenschap dat de bout hiermee alleen kan worden vastgedraaid. Eenmaal vastgedraaid
kunnen de bouten ook met speciaal gereedschap niet meer worden losgedraaid!
Daarom adviseren wij de hakselmesbeschermkap te laten monteren door de STIHL dealer.
Voor het naderhand monteren van een hakselbeschermkap is een 'aanbouwset hakselbeschermkap' als speciaal toebehoren leverbaar. Afhankelijk van de eerste uitvoering van het apparaat kan naast deze montage naderhand, een 'montageset hakselmes' voor het naderhand monteren van een hakselmes nodig zijn. Beide sets bevatten geen hakselmessen, deze moet apart worden besteld.
Tot de "hakselmesset voor montage naderhand" behoren klembeugels die op de aandrijfkop moeten worden gemonteerd en aan de steel/maaiboom moeten worden bevestigd. De set bevat de eigenlijke hakselbeschermkap die op zijn beurt aan de klembeugels moet worden bevestigd.
– Klembeugels monteren
De onderste klembeugel (1):
herkenbaar aan de twee nokken (2) in de lengteas, acht boringen met schroefdraad en een aan de zijkant aangebrachte groef (3)
19
Nederlands
002BA496 KN
5
5
3
002BA497 KN
1
4
002BA498 KN
002BA499 KN
Bovenste klembeugel (4):
herkenbaar aan de met de cijfers 1 tot 4 gecodeerde boringen en een aan de zijkant geplaatste nok (5)
N In de bovenste klembeugel (4) in de
met het cijfer 1 gecodeerde boring
een bout aanbrengen en met enkele
slagen in de onderste
klembeugel (1) schroeven N Op dezelfde wijze steeds een bout
in de met de cijfers 2, 3 en 4
gecodeerde boringen steken en
deze slechts enkele slagen in de
schroefdraad draaien
N De klembeugels tot aan de aanslag
in de richting van de aandrijfkop
schuiven, hierbij de nok (5) in de
klemsleuf (pijl) van de aandrijfkop
steken N De beide klembeugels in deze
stand vasthouden!
N De bouten in de boringen 1 en 2 tot
aan de aanslag aandraaien
N De bouten in de boringen 1 en 2 met
een aanhaalmoment van 8 Nm vastdraaien
N De bouten in de boringen 3 en 4
achtereenvolgens aandraaien en met 8 Nm vastdraaien
N De onderste klembeugel (1) ter
hoogte van de aandrijfkop van onderaf tegen de steel/maaiboom plaatsen
N De bovenste klembeugel (4) zo op
de steel/maaiboom monteren dat de nok (5) in de groef (3) valt
N De beide klembeugels in deze
stand vasthouden
20
FS510C, FS560C
Nederlands
6
002BA500 KN
002BA466 KN
8
9
6
002BA501 KN
002BA502 KN
1
2 3
002BA503 KN
4
2
5
– Hakselbeschermkap monteren
N De hakselbeschermkap met de
naar binnen gewelfde zijde in de richting van de aandrijfkop (6) gericht op de onderste klembeugel plaatsen
N Bouten (7) aanbrengen en
vastdraaien
– Stoppen
klembeugels (8) niet vervuild raken, zijn de stoppen (9) leverbaar als speciaal toebehoren.
Vier stoppen (9) maken deel uit van de leveringsomvang van de hakselbeschermkap.
Wikkelbeveiligingskap monteren
Voor werkzaamheden met maaikoppen en grassnijbladen wordt een wikkelbeveiligingskap op de aandrijfkop bevestigd, die het oprollen van bijv. gras, plantenresten enz. op de aandrijfkop en het snijgarnituur in sterke mate voorkomt.
Apparaten die af fabriek zijn uitgerust met een maaikop of een grassnijblad worden uitgeleverd met een wikkelbeveiligingskap. Een "set wikkelbeveiligingskap" is leverbaar als speciaal toebehoren voor het naderhand monteren.
N De wikkelbeveiligingskap voor de
montage van de beschermkap
monteren – indien nodig een al op
de aandrijfkop gemonteerde
beschermkap uitbouwen
N De aandrijfkop zo houden dat de
as (1) naar boven is gericht
N Wikkelbeveiligingskap (2) zo op de
aandrijfkop plaatsen dat het hart van de middelste boring boven de rand (3) ligt
N Eén van de drie houders (4) zo op
de aandrijfkop en de wikkelbeveiligingskap houden dat de boring van de houder in lijn ligt met de middelste boring
N Bout (5) in de houder draaien en
slechts handvast draaien, zodat de wikkelbeveiligingskap (2) op de aandrijfkop nog kan worden verdraaid
Om ervoor te zorgen dat de niet­gebruikte schroefdraadboringen voor de beschermkap in de aandrijfkop (6) en de
FS510C, FS560C
21
Nederlands
002BA504 KN
4
002BA512 KN
002BA505 KN
5
1
002BA506 KN
6
1
002BA406 KN
N De beide andere aan de zijkant
geplaatste houders (4) eveneens op de aandrijfkop monteren en de bouten slechts handvast draaien
N De wikkelbeveiligingskap zo
uitlijnen dat de voorste houder gecentreerd ten opzichte van de rand op de aandrijfkop ligt
N Alle bouten vastdraaien
LET OP
Alleen de drukschotel met de diameter van 60 mm monteren. De drukschotel met een diameter van 65 mm past niet en mag daarom niet worden gemonteerd, zie hoofdstuk "Snijgarnituur monteren"/"Maaikop monteren"/"Grassnijblad monteren".
N Beschermring (6) op de drukring
plaatsen – de rondlopende kraag
(pijl) op de as (1) moet zichtbaar zijn
Snijgarnituur monteren
Motorapparaat neerleggen
N Motor afzetten N Het motorapparaat zo neerleggen
dat de koppeling voor het snijgarnituur naar boven is gericht
Bevestigingsonderdelen voor het snijgarnituur
Afhankelijk van het snijgarnituur waarmee uw apparaat werd uitgeleverd, kan ook de leveringsomvang van bevestigingsonderdelen voor het snijgarnituur verschillend zijn.
Voor het naderhand uitrusten van het apparaat met andere snijgarnituren zijn deze en ook de hierbij passende beschermkappen en bevestigingsonderdelen leverbaar als speciaal toebehoren.
N Drukschotel (5) met de diameter
van 60 mm op de as (1) schuiven
22
WAARSCHUWING
De bevestigingsonderdelen voor het snijgarnituur altijd zoals in de paragraaf "Snijgarnituur monteren" staat beschreven gebruiken en aansluiten.
FS510C, FS560C
Nederlands
681BA188 KN
A
A
681BA189 KN
A
A
681BA190 KN
A
A
681BA191 KN
4
3
4
681BA192 KN
5
Drukschotel
Uitvoering met A = 60 mm
(2,4 inch) diameter voor de bevestiging van maaikoppen en grassnijbladen
Uitvoering met A = 65 mm
(2,6 inch) diameter voor de bevestiging van slagmessen, hakselmessen en cirkelzaagbladen
LET OP
De drukschotel is voor de bevestiging van alle snijgarnituren op de aandrijfkop nodig.
Drukringen
Uitvoering met A = 60 mm
(2,4 inch) diameter voor de
bevestiging van grassnijbladen en
cirkelzaagbladen – Uitvoering met A = 70 mm
(2,8 inch) diameter voor de
bevestiging van slagmessen en
hakselmessen Draaischotel, beschermring en moer
Beschermring (3) voor slagmes en
hakselmes
Deze onderdelen hebben steeds dezelfde functie:
Beschermen de moer (4) en de
schroefdraad op de as tegen slijtage
Voorkomen contact met de grond
door het metalen snijgarnituur
De draaischotels maken het
geleiden van het snijgarnituur net boven de grond mogelijk
WAARSCHUWING
De draaischotel en de beschermring bij slijtage beslist en tijdig vervangen.
Moer en combisleutel
FS510C, FS560C
Draaischotel (1) met ca. A = 80 mm
(3,2 inch) diameter voor
grassnijbladen – Draaischotel (2) met ca. A = 63 mm
(2,5 inch) diameter voor
cirkelzaagbladen
Metalen snijgarnituren worden met behulp van de moer (4) op de aandrijfkop bevestigd en geborgd.
23
Nederlands
002BA467 KN
1
2
002BA507 KN
1
2
3
N Moer (4) met de combisleutel (5)
los- en vastdraaien
WAARSCHUWING
Een te gemakkelijk draaiende moer vervangen.
Aandrijfkop en bevestigingsonderdelen voor het snijgarnituur reinigen
De aandrijfkop, de omgeving, de binnenkant van de wikkelbeveiligingskap en de afzonderlijke bevestigingsonderdelen voor het snijgarnituur regelmatig, resp. bij vervanging van het snijgarnituur controleren en indien nodig grondig reinigen, hiervoor:
N Alle bevestigingsonderdelen voor
het snijgarnituur van de aandrijfkop trekken
Drukschotel monteren
N Drukschotel (1) op de as (2)
schuiven
24
As blokkeren
Voor het monteren en demonteren van de snijgarnituren moet de as (2) worden geblokkeerd.
De as (2) kan alleen met een correct gemonteerde drukschotel (1) worden geblokkeerd, omdat de blokkeerpen (3) in de drukschotel moet vallen.
N Blokkeerpen (3) onder lichte
weerstand in de boring in de
aandrijfkop schuiven – voorzichtig
aandrukken N As, moer of snijgarnituur verdraaien
tot de blokkeerpen in de boring valt
en de as wordt geblokkeerd De blokkeerpen wordt in de aandrijfkop
door een rubberelement in de montagestand gehouden.
N Snijgarnituur de- of monteren – zie
"Snijgarnituur monteren" N De blokkeerpen uit de aandrijfkop
trekken
LET OP
De blokkeerpen voor het blokkeren van de as beslist weer lostrekken, omdat anders bij een draaiende motor schade in de aandrijflijn kan ontstaan.
Snijgarnituur monteren
WAARSCHUWING
De bij het snijgarnituur passende beschermkap monteren – zie "Beschermkappen monteren".
Maaikop met schroefdraadaansluiting monteren
De bijlage voor de maaikop goed bewaren.
Alle vrijgegeven maaikoppen worden op dezelfde wijze op de aandrijfkop bevestigd.
N Controleren of de gemonteerde
beschermkap is vrijgegeven voor de maaikop – indien niet, ook de beide volgende handelingen uitvoeren
N Indien gemonteerd –
wikkelbeveiligingskap met drukschotel demonteren
N De niet voor de maaikop
vrijgegeven beschermkap uitbouwen
N Beschermkap voor maaikoppen
monteren
N Wikkelbeveiligingskap samen met
een drukschotel met een diameter van 60 mm (2,4 inch) monteren
FS510C, FS560C
N De maaikop linksom tot aan de
1
002BA468 KN
1
2
681BA186 KN
a
002BA469 KN
b
4
5
3
6
aanslag op de as (1) schroeven
N As blokkeren N Maaikop vastdraaien
LET OP
Het gereedschap voor het blokkeren van de as weer lostrekken.
Maaikop verwijderen
N As blokkeren N De maaikop rechtsom draaien
Metalen snijgarnituur verwijderen en aanbrengen
Voor het verwijderen en aanbrengen van metalen snijgarnituren:
WAARSCHUWING
Veiligheidshandschoenen aantrekken – kans op letsel door de scherpe snijkanten
Grassnijblad monteren
N Controleren of de gemonteerde
beschermkap is vrijgegeven voor
grassnijbladen – indien niet, ook de
beide volgende handelingen
uitvoeren N Indien gemonteerd –
wikkelbeveiligingskap met
drukschotel demonteren N De niet voor grassnijbladen
vrijgegeven beschermkap
uitbouwen N Beschermkap voor grassnijbladen
en slagmessen monteren N Wikkelbeveiligingskap samen met
een drukschotel met een diameter
van 60 mm (2,4 inch) monteren Snijgarnituur op de juiste wijze
aanbrengen
De snijkanten van de grassnijbladen 255-8 (1) en 250-40 Spezial (2) moeten naar rechts zijn gericht.
Nederlands
N Snijgarnituur (3) aanbrengen
WAARSCHUWING
Kraag (a) moet in de boring (b) van het snijgarnituur vallen!
Snijgarnituur bevestigen N Drukring (4) met een diameter van
60 mm (2,4 inch) aanbrengen – met de bolle zijde naar boven gericht
N Draaischotel (5) met een diameter
van 80 mm (3,2 inch) aanbrengen
N As blokkeren N Moer (6) linksom op de as draaien
en vastdraaien
WAARSCHUWING
Een te gemakkelijk draaiende moer vervangen.
FS510C, FS560C
25
Nederlands
1
2
681BA187 KN
3
002BA494 KN
3
6
4
b
a
5
LET OP
Het gereedschap voor het blokkeren van de as weer lostrekken.
Snijgarnituur verwijderen
N As blokkeren N Moer (6) rechtsom losdraaien N Het snijgarnituur en de
bevestigingsonderdelen hiervan van de aandrijfkop trekken
Slagmes monteren
N Controleren of de gemonteerde
beschermkap is vrijgegeven voor slagmessen – indien niet, ook de beide volgende handelingen uitvoeren
N Indien gemonteerd –
wikkelbeveiligingskap met drukschotel demonteren
N De niet voor slagmessen
vrijgegeven beschermkap uitbouwen
N Beschermkap voor grassnijbladen
en slagmessen monteren
N Drukschotel met een diameter van
65 mm (2,6 inch) gebruiken
Snijgarnituur op de juiste wijze aanbrengen
De slagmessen 305-2 (1) en 350-3(2) kunnen in een willekeurige richting wijzen – deze snijgarnituren regelmatig omkeren om eenzijdige slijtage te voorkomen.
N Snijgarnituur (3) aanbrengen
WAARSCHUWING
Kraag (a) moet in de boring (b) van het snijgarnituur vallen!
Snijgarnituur bevestigen N Drukring (4) met een diameter van
70 mm (2,8 inch) aanbrengen – met de bolle zijde naar boven gericht
N Beschermring (5) voor slagmessen
aanbrengen – met de opening naar boven
N As blokkeren N Moer (6) linksom op de as draaien
en vastdraaien
WAARSCHUWING
Een te gemakkelijk draaiende moer vervangen.
LET OP
Het gereedschap voor het blokkeren van de as weer lostrekken.
Snijgarnituur verwijderen
N As blokkeren N De moer rechtsom losdraaien N Het snijgarnituur en de
bevestigingsonderdelen hiervan van de aandrijfkop trekken
Hakselmes 320-2 monteren
N Controleren of de gemonteerde
beschermkap is vrijgegeven voor hakselmessen – indien niet, ook de beide volgende handelingen uitvoeren
N Indien gemonteerd –
wikkelbeveiligingskap met drukschotel demonteren
26
FS510C, FS560C
Nederlands
002BA470 KN
3
4
2
1
b
a
681BA165 KN
N De niet voor hakselmessen
vrijgegeven beschermkap uitbouwen
N Beschermkap voor hakselmes
monteren
N Drukschotel met een diameter van
65 mm (2,6 inch) gebruiken
N De niet gebruikte
schroefdraadboringen afsluiten met stoppen
N Hakselmes (1) aanbrengen – de
snijkanten moeten naar boven zijn gericht
WAARSCHUWING
Kraag (a) moet in de boring (b) van het snijgarnituur vallen!
Snijgarnituur bevestigen N Drukring (2) met een diameter van
70 mm (2,8 inch) aanbrengen – met
de bolle zijde naar boven gericht N Beschermring (3) voor
hakselmessen aanbrengen – met
de opening naar boven
N As blokkeren N Moer (4) linksom op de as draaien
en vastdraaien
WAARSCHUWING
Een te gemakkelijk draaiende moer vervangen.
LET OP
Het gereedschap voor het blokkeren van de as weer lostrekken.
Snijgarnituur verwijderen
N As blokkeren N De moer rechtsom losdraaien N Het snijgarnituur en de
bevestigingsonderdelen hiervan
van de aandrijfkop trekken N Als er een ander snijgarnituur moet
worden gebruikt – de
hakselbeschermkap verwijderen
Cirkelzaagblad 225 monteren
N Controleren of de aanslag voor het
cirkelzaagblad al is gemonteerd –
indien niet, ook de beide volgende
handelingen uitvoeren N Indien gemonteerd – de
wikkelbeveiligingskap uitbouwen
N Indien gemonteerd – beschermkap
uitbouwen
N Aanslag voor cirkelzaagbladen
monteren
N Drukschotel met een diameter van
65 mm (2,6 inch) gebruiken
N De niet gebruikte
schroefdraadboringen afsluiten met stoppen
Snijgarnituur op de juiste wijze aanbrengen
Bij cirkelzaagbladen moeten de snijkanten naar rechts zijn gericht.
FS510C, FS560C
27
Nederlands
2
1
4
002BA471 KN
3
b
a
N Snijgarnituur (1) aanbrengen
WAARSCHUWING
Kraag (a) moet in de boring (b) van het snijgarnituur vallen!
Snijgarnituur bevestigen N Drukring (2) met een diameter van
60 mm (2,4 inch) aanbrengen – met de bolle zijde naar boven gericht
N Draaischotel (3) met een diameter
van 63 mm (2,5 inch) aanbrengen
N As blokkeren N Moer (4) linksom op de as draaien
Een te gemakkelijk draaiende moer vervangen.
en vastdraaien
WAARSCHUWING
LET OP
Het gereedschap voor het blokkeren van de as weer lostrekken.
Snijgarnituur verwijderen
N As blokkeren N De moer rechtsom losdraaien N Het snijgarnituur en de
bevestigingsonderdelen hiervan
van de aandrijfkop trekken
Brandstof
De motor draait op een brandstofmengsel van benzine en motorolie.
WAARSCHUWING
Direct huidcontact met benzine en het inademen van benzinedampen voorkomen.
STIHL MotoMix
STIHL adviseert het gebruik van STIHL MotoMix. Dit kant-en-klare brandstofmengsel bevat geen benzol, is loodvrij, kenmerkt zich door een hoog octaangetal en biedt altijd de juiste mengverhouding.
STIHL MotoMix is voor de langst mogelijke levensduur van de motor gemengd met STIHL tweetaktmotorolie HP Ultra.
MotoMix is niet in alle exportlanden leverbaar.
Brandstof mengen
LET OP
Brandstoffen die niet geschikt zijn of met een afwijkende mengverhouding kunnen leiden tot ernstige schade aan de motor. Benzine of motorolie van een mindere kwaliteit kunnen de motor, keerringen, leidingen en benzinetank beschadigen.
28
FS510C, FS560C
Loading...
+ 134 hidden pages