Met betrekking tot deze handleiding3
Veiligheidsinstructies4
Reactiekrachten9
Werktechniek11
Zaaggarnituur19
Zaagblad en zaagketting monteren20
Originele handleidingGedrukt op chloorvrij gebleekt papier.
Zaagketting spannen21
Zaagkettingspanning controleren22
Brandstof22
Tanken23
Kettingsmeerolie25
Kettingolie bijvullen25
Kettingsmering controleren26
Kettingrem26
Gebruik in de winter28
Motor starten/afzetten29
Gebruiksvoorschriften32
Oliehoeveelheid instellen33
Zaagblad in goede staat houden33
Kap34
Drukinkten bevatten plantaardige olie, papier is recyclebaar.
Luchtfilter reinigen34
M-Tronic35
Bougie35
Startmechanisme36
Apparaat opslaan37
Kettingtandwiel controleren en
Geachte cliënt(e),
Het doet ons veel genoegen dat u hebt
gekozen voor een kwaliteitsproduct van
de firma STIHL.
Dit product werd met moderne
productiemethoden en onder
uitgebreide kwaliteitscontroles
gefabriceerd. Er is ons alles aan
gelegen dat u tevreden bent met dit
apparaat en er probleemloos mee kunt
werken.
Wendt u zich met vragen over uw
apparaat tot uw dealer of de importeur.
Op deze handleiding rust auteursrecht. Alle rechten blijven voorbehouden, vooral het recht op verspreiding, vertaling en verwerking met elektronische systemen.
1
Nederlands
2
1
150BA000 KN
Kettingremsysteem
QuickStop Super
Deze STIHL motorzaag is voorzien van
een kettingremsysteem dat op drie
verschillende wijzen kan worden
ingeschakeld. Net zoals voorheen wordt
de kettingrem automatisch bij een
voldoende sterke terugslag van de zaag
– door de massatraagheid van de
handbeschermer – en handmatig door
het naar voren drukken van de voorste
handbeschermer naar de zaagbladneus
ingeschakeld en staat de zaagketting
binnen een fractie van een seconde stil.
Naast deze functies stopt de nalooprem
van dit systeem het draaien van de
zaagketting binnen een seconde zodra
de achterste handgreep van de
motorzaag wordt losgelaten.
Omgekeerd wordt de geblokkeerde
zaagketting pas vrijgegeven als voor het
gas geven de gashendelblokkering
wordt ingedrukt.
De kettingrem kan op drie manieren
worden geactiveerd:
1Automatisch (inschakeling door
massatraagheid)
2Handmatig (door de voorste
handbeschermer in de richting van
de zaagbladneus te drukken)
3Handmatig (door het loslaten van
de achterste handgreep)
Het inschakelmechanisme van de
QuickStop Super nalooprem is zonder
verdere bedieningselementen
geïntegreerd in de gashendelblokkering
(achterste handgreep). Een wezenlijk
voordeel bij de werkzaamheden is dat
de zaagketting (bijv. bij het vervoeren)
met draaiende motor automatisch is
geblokkeerd, zolang de achterste
handgreep is losgelaten.
WAARSCHUWING
Ter voorkoming van schade of letsel
tijdens de werkzaamheden moet op een
paar bijzonderheden worden gelet,
omdat deze motorzaag qua gedrag
afwijkt ten opzichte van de motorzagen
zonder nalooprem. Voordat met de
werkzaamheden met de motorzaag
wordt begonnen moet men beslist
vertrouwd zijn met de werking van het
kettingremsysteem! Zie daarvoor vooral
"Kettingrem".
2
MS 362 C-MQ
Nederlands
Met betrekking tot deze
handleiding
Deze handleiding heeft betrekking op
een STIHL motorzaag, in deze
handleiding ook motorapparaat
genoemd.
Symbolen
Symbolen die op het apparaat zijn
aangebracht worden in deze
handleiding toegelicht.
Afhankelijk van het apparaat en de
uitrusting kunnen de volgende symbolen
op het apparaat zijn aangebracht.
Benzinetank; brandstofmengsel van benzine en
motorolie
Tank voor kettingsmeerolie; kettingsmeerolie
Kettingrem blokkeren en
lossen
Zaagketting spannen
Geleiding aanzuiglucht:
winterstand
Geleiding aanzuiglucht:
zomerstand
Handgreepverwarming
Decompressieklep
bedienen
Hand-benzinepomp
bedienen
Codering van tekstblokken
Technische doorontwikkeling
STIHL werkt continu aan de verdere
ontwikkeling van alle machines en
apparaten; wijzigingen in de
leveringsomvang qua vorm, techniek en
uitrusting behouden wij ons daarom ook
voor.
Aan gegevens en afbeeldingen in deze
handleiding kunnen dan ook geen
aanspraken worden ontleend.
MS 362 C-MQ
Nalooprem
Kettingdraairichting
Ematic; hoeveelheidregeling kettingsmeerolie
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor kans op ongevallen
en letsel voor personen alsmede voor
zwaarwegende materiële schade.
LET OP
Waarschuwing voor beschadiging van
het apparaat of afzonderlijke
componenten.
3
Nederlands
Veiligheidsinstructies
Er zijn speciale veiligheidsmaatregelen nodig
bij werkzaamheden met
de motorzaag omdat met
een zeer hoge kettingsnelheid wordt
gewerkt en de zaagtanden zeer scherp zijn.
De gehele handleiding
voor de eerste ingebruikneming aandachtig
doorlezen en voor later
gebruik goed opbergen.
Het niet in acht nemen
van de handleiding kan
levensgevaarlijk zijn.
In het algemeen in acht nemen
De nationale veiligheidsvoorschriften,
bijv. van beroepsgroepen, sociale
instanties, arbeidsinspectie en andere in
acht nemen.
Het gebruik van geluid producerende
motorzagen kan door nationale alsook
plaatselijke, lokale voorschriften tijdelijk
worden beperkt.
Wie voor het eerst met de motorzaag
werkt: door de verkoper of door een
andere deskundige laten uitleggen hoe
men hiermee veilig kan werken – of
deelnemen aan een cursus.
Minderjarigen mogen niet met de
motorzaag werken – behalve jongeren
boven de 16 jaar die onder toezicht
leren met het apparaat te werken.
Kinderen, dieren en toeschouwers op
afstand houden.
De gebruiker is verantwoordelijk voor
ongevallen die andere personen of hun
eigendommen overkomen, resp. voor
de gevaren waaraan deze worden
blootgesteld.
De motorzaag alleen meegeven of
uitlenen aan personen die met het
gebruik ervan vertrouwd zijn – altijd de
handleiding meegeven.
Wie met de motorzaag werkt moet goed
uitgerust en gezond zijn en een goede
lichamelijke conditie hebben. Wie zich
om gezondheidsredenen niet mag
inspannen, moet zijn arts raadplegen of
het werken met een motorzaag mogelijk
is.
Na gebruik van alcohol, medicijnen die
het reactievermogen beïnvloeden of
drugs mag niet met de motorzaag
worden gewerkt.
Bij ongunstige weersomstandigheden
(regen, sneeuw, ijzel, wind) de
werkzaamheden uitstellen – verhoogde
kans op ongelukken!
Alleen voor dragers van een pacemaker:
het ontstekingssysteem van deze
motorzaag genereert een zeer gering
elektromagnetisch veld. Beïnvloeding
van enkele typen pacemakers kan niet
geheel worden uitgesloten. Ter
voorkoming van gezondheidsrisico's
adviseert STIHL de behandelend arts
en de fabrikant van de pacemaker te
raadplegen.
Gebruik conform de voorschriften
De motorzaag alleen gebruiken voor het
zagen van hout en houten voorwerpen.
Voor andere doeleinden mag de
motorzaag niet worden gebruikt – kans
op ongelukken!
Geen wijzigingen aan de motorzaag
aanbrengen – uw veiligheid kan hierdoor
in gevaar worden gebracht. Voor
persoonlijke en materiële schade die
door het gebruik van niet-vrijgegeven
aanbouwapparaten wordt veroorzaakt is
STIHL niet aansprakelijk.
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting
dragen.
De kleding moet doelmatig zijn en mag tijdens het
werk niet hinderen.
Nauwsluitende kleding
met protectie tegen snijwonden – geen stofjas.
Geen kleding dragen waarmee men aan
takken, struiken of de bewegende delen
van de motorzaag kan blijven haken.
Ook geen sjaal, das en sieraden dragen.
Lang haar in een paardenstaart dragen
en vastzetten (hoofddoek, muts, helm
enz.).
Geschikt schoeisel dragen – met protectie tegen
snijwonden, stroeve zool
en stalen neus.
4
MS 362 C-MQ
Nederlands
001BA115 KN
WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel
te reduceren een nauw
aansluitende veiligheidsbril volgens de norm
EN 166 dragen. Erop letten dat de veiligheidsbril
goed zit.
Een vizier dragen en erop letten dat
deze goed zit. Een vizier alleen biedt
onvoldoende bescherming voor de
ogen.
"Persoonlijke" gehoorbescherming
dragen – zoals bijv. oorkappen.
Veiligheidshelm dragen bij gevaar voor
vallende voorwerpen.
Robuuste werkhandschoenen van slijtvast
materiaal dragen
(bijv. leer).
STIHL biedt een uitgebreid programma
aan persoonlijke beschermuitrusting.
Vervoer
Voor het vervoeren – ook over korte
afstanden – de motorzaag altijd
afzetten, de kettingrem blokkeren en de
kettingbeschermer aanbrengen.
Hierdoor wordt het onbedoeld aanlopen
van de zaagketting voorkomen.
De motorzaag alleen aan de
draagbeugel dragen – de hete
uitlaatdemper van het lichaam vandaan,
het zaagblad naar achteren gericht.
Hete machineonderdelen, vooral de
uitlaatdemper, niet aanraken – kans op
brandwonden!
In auto's: de motorzaag tegen omvallen,
beschadiging en tegen het weglekken
van benzine en kettingolie beveiligen.
Reinigen
Kunststof onderdelen reinigen met een
doek. Agressieve reinigingsmiddelen
kunnen het kunststof beschadigen.
Stof en vuil op de motorzaag
verwijderen – geen vetoplossende
middelen gebruiken.
Koelluchtsleuven indien nodig reinigen.
Voor het reinigen van de motorzaag
geen hogedrukreiniger gebruiken. Door
de harde waterstraal kunnen
onderdelen van de motorzaag worden
beschadigd.
Toebehoren
Alleen dergelijke gereedschappen,
zaagbladen, zaagkettingen,
kettingtandwielen, toebehoren of
technisch gelijkwaardige onderdelen
monteren die door STIHL voor deze
motorzaag zijn vrijgegeven. Bij vragen
hierover contact opnemen met een
geautoriseerde dealer. Alleen
hoogwaardig gereedschap of
toebehoren monteren. Als dit wordt
genegeerd bestaat de kans op
ongevallen of is er kans op schade aan
de motorzaag.
STIHL adviseert originele STIHL
gereedschappen, zaagbladen,
zaagkettingen, kettingtandwielen en
toebehoren te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het product
en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Tanken
Benzine is bijzonder licht
ontvlambaar – uit de
buurt blijven van open
vuur – geen benzine mor-
sen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen –
brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine wordt
gemorst, de motorzaag direct
schoonmaken. De kleding niet in
aanraking laten komen met benzine,
anders direct andere kleding
aantrekken.
MS 362 C-MQ
5
Nederlands
001BA087 LÄ
De motorzagen kunnen af fabriek zijn
uitgerust met de volgende tankdoppen:
Tankdop met inklapbare beugel
(bajonetsluiting)
Tankdop met beugel
(bajonetsluiting) correct
aanbrengen, tot aan de
aanslag draaien en de
beugel inklappen.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat
de tankdop door de motortrillingen
losloopt en er benzine wegstroomt.
Op lekkages letten! Als er
benzine weglekt de motor
niet starten – levensgevaar door verbranding!
Voor de werkzaamheden
Controleren of de motorzaag in
technisch goede staat verkeert – het
betreffende hoofdstuk in de handleiding
in acht nemen:
–Het brandstofsysteem op lekkage
controleren, vooral de zichtbare
onderdelen zoals bijv. de tankdop,
slangaansluitingen, handbenzinepomp (alleen bij
motorzagen met handbenzinepomp). Bij lekkages of
beschadiging de motor niet starten
– brandgevaar! De motorzaag voor
de ingebruikneming door een
geautoriseerde dealer laten
repareren.
–Goed werkende kettingrem, voorste
handbeschermer
–Correct gemonteerd zaagblad
–Correct gespannen zaagketting
–De gashendel en de
gashendelblokkering moeten goed
gangbaar zijn – de gashendel moet
na het loslaten automatisch
terugveren in de uitgangsstand
–Combischakelaar gemakkelijk in de
stand STOP, 0, resp. † te plaatsen
–Bougiesteker op vastzitten
controleren – bij een loszittende
steker kunnen vonken ontstaan,
hierdoor kan het vrijkomende
benzine-luchtmengsel ontbranden –
brandgevaar!
–Geen wijzigingen aan de
bedieningselementen en de
veiligheidsinrichtingen aanbrengen
–De handgrepen moeten schoon en
droog zijn, vrij van olie en vuil –
belangrijk voor een veilige
bediening van de motorzaag
–Voldoende brandstof en
kettingsmeerolie in de tank
De motorzaag mag alleen in technisch
goede staat worden gebruikt – kans op
ongelukken!
Motorzaag starten
Alleen op een vlakke ondergrond. Op
een veilige en stabiele houding letten.
De motorzaag hierbij goed vasthouden –
het zaaggarnituur mag geen
voorwerpen en ook de grond niet raken
– kans op letsel door de draaiende
zaagketting.
De motorzaag wordt slechts door één
persoon bediend. Andere personen
buiten het werkgebied houden – ook
tijdens het starten.
De motorzaag niet starten als de
zaagketting zich in een zaagsnede
bevindt.
De motor op minstens 3 m van de plek
waar werd getankt en niet in een
afgesloten ruimte starten.
Voor het starten de kettingrem
blokkeren – door de ronddraaiende
zaagketting is er kans op letsel!
De motor niet 'los uit de hand' starten –
starten zoals in de handleiding staat
beschreven.
Tijdens de werkzaamheden
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen. Voorzichtig te werk
gaan als de schors van de boom nat is –
kans op uitglijden!
De motorzaag altijd met beide handen
vasthouden: de rechterhand op de
achterste handgreep – geldt ook voor
linkshandigen. Voor een goede
geleiding de draagbeugel en de
handgreep met de duimen omsluiten.
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood, direct de motor afzetten – de
combischakelaar/stopschakelaar
richting STOP, 0, resp. † drukken.
De motorzaag nooit onbeheerd laten
draaien.
6
MS 362 C-MQ
Nederlands
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, ijs,
op hellingen, in oneffen terrein of op pas
geschild hout of schors – kans op
uitglijden!
Let op bij boomstronken, wortels en
greppels – kans op struikelen!
Niet alleen werken – altijd binnen
gehoorafstand van anderen blijven die
een EHBO-opleiding hebben gevolgd en
in geval van nood hulp kunnen bieden.
Als er zich in het werkgebied
medewerkers bevinden, moeten deze
ook veiligheidskleding dragen (helm!) en
zij mogen niet direct onder de af te
zagen takken staan.
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt – omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Op tijd rustpauzes nemen om
vermoeidheid en uitputting te
voorkomen – kans op ongelukken!
De tijdens de zaagwerkzaamheden
vrijkomende stoffen (bijv. houtstof),
dampen en rook kunnen schadelijk zijn
voor de gezondheid. Bij stofontwikkeling
een stofmasker dragen.
Als de motor draait, draait de
zaagketting nog even door nadat de
gashendel wordt losgelaten –
naloopeffect.
Niet roken tijdens het gebruik en in de
directe omgeving van de motorzaag –
brandgevaar! Uit het brandstofsysteem
kunnen ontvlambare benzinedampen
ontsnappen.
De zaagketting regelmatig, met korte
tussenpozen en bij merkbare
wijzigingen direct controleren:
–Motor afzetten, wachten tot de
zaagketting stilstaat
–Staat en vastzitten van de
componenten controleren
–Scherpte controleren
Bij draaiende motor de zaagketting niet
aanraken. Als de zaagketting door een
voorwerp wordt geblokkeerd, de motor
direct afzetten – dan pas het voorwerp
verwijderen – kans op letsel!
Voor het achterlaten van de motorzaag
de motor afzetten.
Voor het vervangen van de zaagketting
de motor afzetten. Door het onbedoeld
aanlopen van de motor – kans op letsel!
Licht ontvlambare materialen (bijv.
houtspanen, boomschors, droog gras,
benzine) uit de buurt van de hete
uitlaatgassen en de hete uitlaatdemper
houden – brandgevaar! Uitlaatdempers
met katalysator kunnen bijzonder heet
worden.
Nooit zonder kettingsmering werken,
daarvoor op het oliepeil in de olietank
letten. Werkzaamheden direct
onderbreken als het oliepeil in de
olietank te laag is en kettingolie bijvullen
– zie ook "Kettingolie bijvullen" en
"Kettingsmering controleren".
Als de motorzaag niet volgens
voorschrift (bijv. door geweld van
buitenaf, door stoten of vallen) werd
uitgeschakeld, voor het opnieuw in
gebruik nemen beslist de
bedrijfszekerheid controleren – zie ook
"Voor aanvang van de
werkzaamheden".
Vooral op lekkage van het
brandstofsysteem en de goede werking
van de veiligheidsinrichtingen letten.
Een niet bedrijfszekere motorzaag in
geen geval verder gebruiken. In geval
van twijfel contact opnemen met een
geautoriseerde dealer.
Op een correct stationair toerental
letten, zodat de zaagketting na het
loslaten van de gashendel niet meer
meedraait. Regelmatig instelling
stationair toerental controleren, resp.
indien mogelijk corrigeren. Als de
zaagketting bij stationair toerental toch
meedraait, de motorzaag bij een
geautoriseerde dealer ter reparatie
aanbieden.
De motorzaag produceert
giftige uitlaatgassen
zodra de motor draait.
Deze gassen kunnen
geurloos en onzichtbaar
zijn en onverbrande koolwaterstoffen en benzol
bevatten. Nooit in afgesloten of slecht
geventileerde ruimtes
met de motorzaag werken – ook niet bij
machines met
katalysator.
Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte, steeds voor
voldoende luchtventilatie zorgen –
levensgevaar door vergiftiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn,
gezichtsstoornissen (bijv. kleiner
wordend blikveld), gehoorverlies,
duizeligheid, afnemende concentratie,
de werkzaamheden direct onderbreken
– deze symptomen kunnen onder
MS 362 C-MQ
7
Nederlands
andere worden veroorzaakt door een te
hoge uitlaatgasconcentratie – kans op
ongelukken!
Na de werkzaamheden
De motor afzetten, kettingrem blokkeren
en de kettingbeschermer aanbrengen.
Opslaan
Als de motorzaag niet wordt gebruikt,
deze zo opbergen dat niemand in
gevaar kan worden gebracht. De
motorzaag zo opbergen dat
onbevoegden er geen toegang toe
hebben.
De motorzaag veilig in een droge ruimte
bewaren.
Trillingen
Langdurig gebruik van het
motorapparaat kan leiden tot door
trillingen veroorzaakte
doorbloedingsstoornissen aan de
handen ("witte vingers").
Een algemeen geldende gebruiksduur
kan niet worden vastgesteld, omdat
deze van meerdere factoren afhankelijk
is.
De gebruiksduur wordt verlengd door:
–Bescherming van de handen
(warme handschoenen)
–Rustpauzes
De gebruiksduur wordt verkort door:
–Bijzondere persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, kriebelen)
–Lage buitentemperaturen
–De mate van kracht uitgeoefend
door de handen (stevig beetpakken
beïnvloedt de doorbloeding nadelig)
Bij regelmatig, langdurig gebruik van het
apparaat en bij het herhaald optreden
van de betreffende symptomen (bijv.
vingers kriebelen) wordt een medisch
onderzoek geadviseerd.
Onderhoud en reparaties
Voor alle reparatie-, reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden, alsmede
bij werkzaamheden aan het
zaaggarnituur altijd de motor afzetten.
Door het onbedoeld aanlopen van de
zaagketting – kans op letsel!
De motorzaag regelmatig onderhouden.
Alleen die onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden uitvoeren die
in de handleiding staan beschreven. Alle
andere werkzaamheden laten uitvoeren
door een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers nemen regelmatig deel
aan scholingen en ontvangen
Technische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt genegeerd
bestaat de kans op ongevallen of is er
kans op schade aan de motorzaag. Bij
vragen hierover contact opnemen met
een geautoriseerde dealer.
Geen wijzigingen aan de motorzaag
aanbrengen – de veiligheid kan hierdoor
in gevaar worden gebracht – kans op
ongevallen!
De motor van de motorzaag mag als de
bougiesteker is losgetrokken of als de
bougie is losgedraaid, alleen worden
rondgedraaid als de combischakelaar in
stand STOP, 0, resp. † staat –
brandgevaar door ontstekingsvonken
buiten de cilinder!
Geen onderhoudswerkzaamheden aan
de motorzaag uitvoeren in de buurt van
open vuur en deze hier ook niet bij
opslaan – brandgevaar door de
brandstof!
De tankdop regelmatig op lekkage
controleren.
Alleen in goede staat verkerende, door
STIHL vrijgegeven bougies – zie
"Technische gegevens" – monteren.
zaagketting
–Voor het opheffen van storingen
Slijphandleiding in acht nemen – voor
een veilig en correct gebruik de
zaagketting en het zaagblad altijd in een
goede staat houden, de zaagketting
correct geslepen, gespannen en
voldoende gesmeerd.
Zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel tijdig verwisselen.
Regelmatig controleren of de
koppelingstrommel in een goede staat
verkeert.
De benzine en kettingsmeerolie alleen
opslaan in de hiervoor vrijgegeven
jerrycans met duidelijk leesbare
opschriften. Opslaan (bewaren) in een
droge, koele en veilige plaats,
beschermd tegen licht en zonnestraling.
Bij een defecte kettingrem de motor
direct afzetten – kans op letsel! Contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer – de motorzaag niet gebruiken tot
de storing is verholpen – zie
"Kettingrem".
Reactiekrachten
De meest voorkomende reactiekrachten
zijn: terugslag, terugstoten en het zich in
het hout trekken.
Gevaar door terugslag
Terugslag kan tot dodelijk
letsel leiden.
Bij terugslag (kick back) wordt de zaag
plotseling en oncontroleerbaar in de
richting van de gebruiker geslingerd.
Terugslag ontstaat bijv. als
–De zaagketting met het bovenste
kwart van de zaagbladneus per
ongeluk in aanraking komt met hout
of een ander vast voorwerp – bijv.
als tijdens het snoeien per ongeluk
een andere tak wordt geraakt
–De zaagketting bij de zaagbladneus
tijdens het zagen even wordt
vastgeklemd
QuickStop-kettingrem:
Door deze rem wordt in bepaalde
situaties de kans op letsel verminderd –
de terugslag zelf kan niet worden
voorkomen. Bij het inschakelen van de
kettingrem komt de zaagketting binnen
een fractie van een seconde tot stilstand
– zie hoofdstuk "Kettingrem" in deze
handleiding.
MS 362 C-MQ
9
Nederlands
001BA037 KN
A
001BA038 KN
B
Kans op terugslag verkleinen
–Met overleg en volgens de regels
werken
–De motorzaag met beide handen
stevig vasthouden
–Alleen met vol gas zagen
–Op de zaagbladneus letten
–Niet met de zaagbladneus zagen
–Voorzichtig zijn bij het zagen van
kleine, taaie takken, laag
kreupelhout en jonge scheuten – de
zaagketting kan hierin vastlopen
–Nooit meerdere takken in één keer
doorzagen
–Niet te ver voorover gebogen zagen
–Niet boven schouderhoogte zagen
–Het zaagblad uiterst voorzichtig in
een reeds aanwezige zaagsnede
aanbrengen
–Het "steken", alleen toepassen
indien u met de techniek hiervan
vertrouwd bent
–Op de stand van de stam letten en
op krachten die de zaagsnede dicht
kunnen drukken, waardoor de
zaagketting wordt vastgeklemd
–Alleen met een goed geslepen en
correct gespannen zaagketting
werken – afstand dieptebegrenzer
niet te groot
–Een terugslagreducerende
zaagketting en een zaagblad met
een kleine zaagbladneusradius
gebruiken
Naar voren trekken (A)
Als tijdens bovenhands zagen de
zaagketting klemt of een voorwerp in het
hout raakt, kan de motorzaag met een
ruk tegen de stam worden getrokken –
om dit te voorkomen de kam altijd stevig
tegen de stam plaatsen.
Terugstoten (B)
Als tijdens onderhands zagen de
zaagketting klemt of een vast voorwerp
in het hout raakt, kan de motorzaag in de
richting van de motorzaaggebruiker
terug worden gestoten – om dit te
voorkomen:
–De bovenzijde van het zaagblad
niet vastklemmen
–Het zaagblad in de zaagsnede niet
verdraaien
De grootste voorzichtigheid is geboden
–Bij overhangende stammen
–Bij stammen die, doordat ze op
ongunstige wijze zijn omgevallen,
onder spanning staan tussen
andere bomen
–Bij werkzaamheden aan stammen
die ten gevolge van een storm over
elkaar zijn gevallen
In deze gevallen niet met de motorzaag
werken – maar een kantelhaak, een lier
of een tractor gebruiken.
Vrij liggende of losgezaagde stammen
wegtrekken. De opruimwerkzaamheden
indien mogelijk op een open plek
voortzetten.
Dood hout (dor, vermolmd of dood hout)
vormt een wezenlijk, moeilijk in te
schatten, gevaar. Het herkennen van
het gevaar is zeer moeilijk of zo goed als
onmogelijk. Hulpmiddelen als een lier of
tractor gebruiken.
Bij het vellen van bomen in de buurt van
wegen, spoorrails, elektriciteitskabels
enz. moet bijzonder voorzichtig te werk
worden gegaan. Zo nodig, de politie, het
energiebedrijf of de spoorwegen
informeren.
10
MS 362 C-MQ
Nederlands
001BA082 KN
001BA033 KN
Werktechniek
Zaag- en velwerkzaamheden, alsmede
alle daarmee verbonden
werkzaamheden (steeksnede, snoeien
etc.) mogen alleen worden uitgevoerd
door diegenen die daarvoor speciaal zijn
opgeleid en geschoold. Wie geen
ervaring met een motorzaag of de
werktechnieken heeft, mag dergelijke
werkzaamheden niet uitvoeren –
verhoogde kans op ongevallen!
Bij velwerkzaamheden moeten beslist
de nationale voorschriften met
betrekking tot de veltechniek worden
opgevolgd.
Zagen
Niet in de startgasstand werken. Het
motortoerental is in deze stand van de
gashendel niet regelbaar.
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Anderen niet in gevaar brengen –
voorzichtig werken.
Voor iedereen die hiermee voor het
eerst werkt, adviseren wij het zagen van
rondhout op een zaagbok te oefenen –
zie "Dun hout zagen".
Indien mogelijk een kort zaagblad
gebruiken: zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel moeten bij elkaar en bij
de motorzaag passen.
Geen lichaamsdelen in het verlengde
zwenkbereik van de zaagketting
houden.
De motorzaag alleen met een draaiende
zaagketting uit het hout trekken.
De motorzaag alleen voor het zagen
gebruiken – niet voor het loswippen of
wegschuiven van takken of
worteluitlopers.
Vrijhangende takken niet vanaf de
onderzijde doorzagen.
Voorzichtig bij het afzagen van
struikgewas en jonge bomen. Dunne
loten kunnen door de zaagketting
worden gegrepen en in de richting van
de gebruiker worden geslingerd.
Voorzichtig zijn bij het zagen van
versplinterd hout – kans op letsel door
afgescheurde stukken hout!
Geen andere voorwerpen met de
motorzaag in aanraking laten komen:
stenen, spijkers enz. kunnen worden
weggeslingerd en de zaagketting
beschadigen. De motorzaag kan
omhoogslaan – kans op ongelukken!
Als een draaiende zaagketting contact
maakt met een steen of een ander hard
voorwerp, kan dit leiden tot
vonkvorming, waardoor onder bepaalde
omstandigheden licht ontvlambare
stoffen vlam zouden kunnen vatten. Ook
droge planten en struikgewas zijn licht
ontvlambaar, vooral bij zeer warme en
droge weersomstandigheden. Als er
kans op brand aanwezig is, de
motorzaag niet in de buurt van licht
ontvlambare stoffen, droge planten of
struikgewas gebruiken. Uitdrukkelijk aan
de voor het bosbeheer
verantwoordelijke persoon vragen of er
brandgevaar bestaat.
Op hellingen altijd boven of naast de
stam of liggende boom staan. Op naar
beneden rollende stammen letten.
Bij werkzaamheden die niet vanaf de
grond kunnen worden uitgevoerd:
–Altijd een hoogwerker gebruiken
–Nooit op een ladder of staande in de
boom werken
–Nooit op onstabiele plaatsen
MS 362 C-MQ
11
Nederlands
1
001BA151 KN
2
1
001BA152 KN
2
001BA189 KN
–Nooit boven schouderhoogte
werken
–Nooit met één hand werken
De motorzaag met vol gas in de
zaagsnede aanbrengen en de kam
stevig tegen de stam drukken – pas dan
met zagen beginnen.
Nooit zonder kam werken, de
zaagketting kan de gebruiker naar voren
trekken. De kam altijd goed tegen de
stam plaatsen.
Aan het einde van een zaagsnede wordt
de motorzaag niet meer via het
zaaggarnituur in de zaagsnede
ondersteund. De gebruiker moet het
gewicht van de motorzaag opnemen –
kans op verlies van de controle!
Dun hout zagen:
–Een stabiele, stevige zaagbok
gebruiken
–Het hout niet met de voet
tegenhouden
–Andere personen mogen het hout
niet vasthouden of op andere wijze
meehelpen
Snoeien:
–Een terugslagarme zaagketting
gebruiken
–De motorzaag zo veel mogelijk
ondersteunen
–Niet staand op de stam snoeien
–Niet met de zaagbladneus zagen
–Op takken letten die onder spanning
staan
–Nooit meerdere takken in één keer
doorzagen
Liggende of staande stammen die onder
spanning staan:
De juiste volgorde van de zaagsneden
beslist aanhouden (eerst aan de
drukzijde (1), vervolgens aan de
trekzijde (2)), als deze volgorde niet
wordt aangehouden kan het zaagblad in
de zaagsnede klemmen of terugslaan –
kans op letsel!
NEen ontlastingssnede aan de
drukzijde (1) zagen
NDe kapzaagsnede aan de
trekzijde (2) aanbrengen
Bij kapzaagsnede van onderen naar
boven (onderhands zagen) – kans op
terugstoten!
LET OP
Liggende stammen mogen op de plaats
waar deze worden doorgezaagd niet de
grond raken – anders wordt de
zaagketting beschadigd.
Langssnede:
Zaagtechniek zonder gebruik te maken
van de kam – kans dat de zaag in het
hout wordt getrokken – het zaagblad
onder een zo vlak mogelijke hoek
aanzetten – verhoogde kans op
terugslag!
Voorbereidende werkzaamheden voor
het vellen
In de omgeving waar wordt geveld
mogen zich alleen personen bevinden
die met het vellen bezig zijn.
Controleer of er niemand door de
vallende boom in gevaar kan worden
gebracht – een schreeuw kan door het
motorlawaai worden overstemd.
12
MS 362 C-MQ
Afstand tot de volgende werkplek
001BA088 LÄ
2
/
1
2
11
/
1
2
B
001BA040 KN
A
45°
45°
B
001BA146 KN
minimaal 2 1/2 boomlengte.
Velrichting en vluchtwegen vastleggen
De open plek kiezen waar de boom kan
vallen.
Hierbij letten op:
–De natuurlijke hoek waaronder de
boom staat
–Buitengewoon sterke takvorming,
asymmetrische groei, beschadigd
hout
–Windrichting en -snelheid – bij
sterke wind niet vellen
–Hellingrichting
–Naast staande bomen
–Sneeuwbelasting
–De conditie van de boom – bijzonder
voorzichtig te werk gaan bij een
beschadigde stam of dood hout
(dor, vermolmd of dood hout)
AVelrichting
Bvluchtweg (analoog
ontsnappingsweg)
–Vluchtweg voor elk van de
deelnemers vastleggen –
ca. 45° schuin tegen de velrichting
in
–Vluchtweg begaanbaar maken,
hindernissen opruimen
–Gereedschap en apparaten op
veilige afstand neerleggen – maar
niet op de vluchtwegen
–Tijdens het vellen altijd aan de
zijkant van de stam staan en alleen
zijwaarts de vluchtweg inlopen
Nederlands
–Vluchtwegen op steile hellingen
evenwijdig aan de helling
aanbrengen
–Tijdens het teruglopen op vallende
takken en op de kroon letten
Werkgebied bij de stam voorbereiden
–Storende takken, struikgewas en
obstakels uit het werkgebied
rondom de stam verwijderen –
veilige plek voor alle medewerkers
–De voet van de stam grondig
schoonmaken (bijv. met de bijl) –
zand, stenen en andere dan houten
voorwerpen zorgen ervoor dat de
zaagketting bot wordt
–Grote worteluitlopers inzagen: eerst
de grootste worteluitloper – eerst in
verticale richting, vervolgens in
horizontale richting – alleen bij
gezond hout
MS 362 C-MQ
13
Nederlands
001BA271 KN
C
C
001BA153 KN
001BA153 KN
001BA150 KN
Valkerf
Valkerf voorbereiden
De valkerf (C) bepaalt de velrichting.
Belangrijk:
–De valkerf haaks ten opzichte van
de velrichting aanbrengen
–Zo dicht mogelijk bij de grond zagen
–Ca. 1/5 tot max. 1/3 van de
stamdiameter inzagen
Velrichting vastleggen – met vellijst op
de kap en het ventilatorhuis
Deze motorzaag is voorzien van een
vellijst op de kap en het ventilatorhuis.
Deze vellijst gebruiken.
Valkerf aanbrengen
Bij het aanbrengen van de valkerf de
motorzaag zo uitlijnen dat de valkerf in
een rechte hoek ten opzichte van de
velrichting ligt.
Bij de procedure voor het aanbrengen
van de valkerf met een horizontale
zaagsnede (zool) en een schuine
zaagsnede (dak) zijn verschillende
volgorden toegestaan – let op de
nationale voorschriften met betrekking
tot de veltechniek.
NZoolzaagsnede (horizontale
zaagsnede) aanbrengen
NDe schuine zaagsnede (dak) in een
hoek van ca. 45°- 60° ten opzichte
van de horizontale zaagsnede
aanbrengen
De velrichting controleren
NDe motorzaag met het zaagblad in
de valkerfzool plaatsen. De vellijst
moet in de richting van de
vastgelegde velrichting zijn gericht –
voor zover nodig de velrichting door
het op de overeenkomstige wijze
inzagen van de valkerf corrigeren
Spintsnede
14
Spintsneden voorkomen bij
langvezelige houtsoorten dat het
spinthout openscheurt als de boom
MS 362 C-MQ
Nederlands
G
001BA259 KN
C
E
D
1/10
C
3.
001BA269 KN
1.
2.
omvalt – aan beide zijden van de stam
ter hoogte van de valkerfzool circa 1/10
van de stamdiameter – bij dikkere
stammen maximaal tot de breedte van
het zaagblad – inzagen.
Bij ziek hout geen spintsnede
aanbrengen.
Basisbeginselen voor de velsnede
Maten
De valkerf (C) bepaalt de velrichting.
De breuklijst (D) geleidt de boom als een
scharnier naar de grond.
–Breedte van de breuklijst: ca. 1/10
van de stamdiameter
–De breuklijst mag in geen geval
tijdens het aanbrengen van de
velsnede worden ingezaagd –
omdat dan geen controle meer
mogelijk is op de valrichting – kans
op ongelukken!
–Bij rottende stammen een bredere
breuklijst laten staan
Met behulp van de velsnede (E) wordt
de boom geveld.
–Exact horizontaal
–1/10 (min. 3 cm) van de breedte
van de breuklijst (D) boven de zool
van de valkerf (C)
De borglijst (F) of de
veiligheidsband (G) steunt de boom en
voorkomt voortijdig omvallen.
–Breedte van de band: ca. 1/10 tot
1/5 van de stamdiameter
–De band in geen geval tijdens het
aanbrengen van de velsnede
inzagen
–Bij rottende stammen een bredere
band laten staan
Insteken
–Als ontlastingssnede tijdens het
inkorten
–Bij zaagwerkzaamheden
NEen terugslagarme zaagketting
gebruiken en bijzonder voorzichtig
te werk gaan
1. Het zaagblad met de onderzijde van
de neus tegen de stam plaatsen –
niet met de bovenzijde – kans op
terugslag! Met vol gas inzagen, tot
de zaagsnede tweemaal zo diep is
als de breedte van het zaagblad
2. Langzaam in de insteekstand
zwenken – kans op terugslag en
terugstoten!
3. Het zaagblad voorzichtig in de stam
steken – kans op terugstoten!
MS 362 C-MQ
15
Nederlands
001BA270 KN
001BA260 KN
001BA261 KN
1.
2.
Indien mogelijk, steeklijst gebruiken. De
steeklijst en de boven-, resp. onderzijde
van het zaagblad lopen parallel aan
elkaar.
Bij het insteken helpt de steeklijst erbij
de breuklijst parallel, d.w.z. op alle
plaatsen even dik, te houden. Hiervoor
de steeklijst parallel aan de valkerfzool
houden.
Velwig
De velwig zo vroeg mogelijk
aanbrengen, d.w.z. zodra deze geen
obstakel vormt voor het zaagblad. De
velwig in de velsnede aanbrengen en
met behulp van een hiertoe geschikt
gereedschap hierin drukken.
Alleen aluminium of kunststof wiggen
gebruiken – geen stalen wig gebruiken.
Stalen wiggen kunnen de zaagketting
ernstig beschadigen en leiden tot een
gevaarlijke terugslag.
De juiste velwig, afhankelijk van de
stamdiameter en de breedte van de
zaagsnede (analoog velsnede (E))
selecteren.
Voor het kiezen van de velwig (juiste
lengte, breedte en hoogte) contact
opnemen met de STIHL dealer.
Geschikte velsnede kiezen
Het kiezen van de juiste velsnede is
afhankelijk van dezelfde kenmerken,
waarop bij het bepalen van de
velrichting en de vluchtweg moet
worden gelet.
Er zijn meerdere verschillende
voorwaarden waarop deze kenmerken
worden onderscheiden. In deze
handleiding worden alleen de twee
meest voorkomende vormen
beschreven:
Links:normale boom –verticaal
staande boom met een gelijkmatige kroon
Rechts: overhangende boom – kroon
van de boom is gericht in de
velrichting
Velsnede met veiligheidsband (normale
boom)
A) Dunne stammen
Deze velsnede uitvoeren als de
stamdiameter kleiner is dan de
zaagbladlengte van de motorzaag.
Voor het begin van de velsnede de
waarschuwing "Attentie!" roepen.
NVelsnede (E) met steeksnede
aanbrengen – het zaagblad hierbij
geheel in de stam steken
NKam achter de breuklijst plaatsen
en als draaipunt gebruiken – de
motorzaag zo min mogelijk
verzetten
NVelsnede tot aan de breuklijst
maken (1)
–De breuklijst hierbij niet inzagen
NDe velsnede tot aan de
veiligheidsband aanbrengen (2)
–De veiligheidsband hierbij niet
inzagen
16
MS 362 C-MQ
Nederlands
3.
001BA273 KN
4.
001BA263 KN
1.
2.
3.
5.
6.
001BA274 KN
Erop letten dat de tweede zaagsnede in
hetzelfde vlak ligt als de eerste
zaagsnede.
NVelsnede door 'steken' aanbrengen
NVelsnede tot aan de breuklijst
maken (4)
–De breuklijst hierbij niet inzagen
NDe velsnede tot aan de
veiligheidsband aanbrengen (5)
–De veiligheidsband hierbij niet
inzagen
NVelwig aanbrengen (3)
Direct voor het vallen van de boom een
tweede waarschuwingsroep "Attentie!"
roepen.
NVeiligheidsband van buitenaf,
horizontaal in het vlak van de
velsnede met uitgestrekte armen
doorzagen
B) Dikke stammen
Deze velsnede uitvoeren als de
stamdiameter groter is dan de
zaagbladlengte van de motorzaag.
MS 362 C-MQ
Voor het begin van de velsnede de
waarschuwing "Attentie!" roepen.
NDe kam ter hoogte van de velsnede
tegen de stam drukken en als
draaipunt gebruiken – de motorzaag
zo min mogelijk verzetten
NDe neus van het zaagblad gaat voor
de breuklijst in het hout (1) – de
motorzaag beslist horizontaal
houden en zo ver mogelijk naar
buiten zwenken
NVelsnede tot aan de breuklijst
maken (2)
–De breuklijst hierbij niet inzagen
NDe velsnede tot aan de
veiligheidsband aanbrengen (3)
–De veiligheidsband hierbij niet
inzagen
Het aanbrengen van de velsnede wordt
vanaf de tegenoverliggende zijde van de
stam vervolgd.
NVelwig aanbrengen (6)
Direct voor het vallen van de boom een
tweede waarschuwingsroep "Attentie!"
roepen.
NVeiligheidsband van buitenaf,
horizontaal in het vlak van de
velsnede met uitgestrekte armen
doorzagen
17
Nederlands
1.
2.
001BA265 KN
001BA266 KN
001BA267 KN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Velsnede met borglijst (overhangende
boom)
A) Dunne stammen
Deze velsnede uitvoeren als de
stamdiameter kleiner is dan de
zaagbladlengte van de motorzaag.
NHet zaagblad tot dit aan de andere
kant uit de stam komt, hierin steken
NVelsnede (E) tot aan de breuklijst
aanbrengen (1)
–Exact horizontaal
–De breuklijst hierbij niet inzagen
NDe velsnede tot aan de borglijst
zagen (2)
–Exact horizontaal
–De borglijst hierbij niet inzagen
Direct voor het vallen van de boom een
tweede waarschuwingsroep "Attentie!"
roepen.
NDe borglijst van buitenaf, schuin van
boven met uitgestrekte armen
doorzagen
B) Dikke stammen
Deze velsnede uitvoeren als de
stamdiameter groter is dan de
zaagbladlengte van de motorzaag.
NDe kam achter de borglijst plaatsen
en als draaipunt gebruiken – de
motorzaag zo min mogelijk
verzetten
NDe neus van het zaagblad gaat voor
de breuklijst in het hout (1) – de
motorzaag beslist horizontaal
houden en zo ver mogelijk naar
buiten zwenken
–De borglijst en de breuklijst hierbij
niet inzagen
NVelsnede tot aan de breuklijst
maken (2)
–De breuklijst hierbij niet inzagen
18
MS 362 C-MQ
Nederlands
001BA268 KN
001BA248 KN
1
2
3
a
NDe velsnede tot aan de borglijst
aanbrengen (3)
–De borglijst hierbij niet inzagen
Het aanbrengen van de velsnede wordt
vanaf de tegenoverliggende zijde van de
stam vervolgd.
Erop letten dat de tweede zaagsnede in
hetzelfde vlak ligt als de eerste
zaagsnede.
NDe kam achter de breuklijst
plaatsen en als draaipunt gebruiken
– de motorzaag zo min mogelijk
verzetten
NDe neus van het zaagblad gaat voor
de borglijst in het hout (4) – de
motorzaag beslist horizontaal
houden en zo ver mogelijk naar
buiten zwenken
NVelsnede tot aan de breuklijst
maken (5)
–De breuklijst hierbij niet inzagen
NDe velsnede tot aan de borglijst
aanbrengen (6)
–De borglijst hierbij niet inzagen
Direct voor het vallen van de boom een
tweede waarschuwingsroep "Attentie!"
roepen.
NDe borglijst van buitenaf, schuin van
boven met uitgestrekte armen
doorzagen
Zaaggarnituur
Zaagketting, zaagblad en
kettingtandwiel vormen het
zaaggarnituur.
Het meegeleverde zaaggarnituur is
optimaal afgestemd op de motorzaag.
–De steek (t) van de zaagketting (1),
van het kettingtandwiel en van het
neustandwiel van het Rollomaticzaagblad moeten met elkaar
corresponderen
–De dikte van de aandrijfschakels (2)
van de zaagketting (1) moet
corresponderen met de
groefbreedte van het zaagblad (3)
Bij het combineren van componenten
die niet bij elkaar passen, kan het
zaaggarnituur reeds na een korte
gebruiksduur onherstelbaar worden
beschadigd.
MS 362 C-MQ
19
Nederlands
001BA244 KN
001BA245 KN
1
1
143BA034 KN
1
2
001BA185 KN
Kettingbeschermer
Tot de leveringsomvang behoort een bij
het zaaggarnituur passende
kettingbeschermer.
Als er zaagbladen met verschillende
lengtes op één motorzaag worden
gebruikt, moet altijd een passende
kettingbeschermer worden gebruikt, die
het complete zaagblad afdekt.
Op de kettingbeschermer is aan de
zijkant de lengte van het hierbij
passende zaagblad ingestempeld.
Bij zaagbladen groter dan 90 cm is een
verlengstuk voor de kettingbeschermer
nodig. Bij zaagbladen groter dan 120 cm
zijn twee verlengstukken voor de
kettingbeschermer nodig.
Al naargelang de uitrusting, maakt de
kettingbeschermerverlenger deel uit van
de leveringsomvang of is leverbaar als
speciaal toebehoren.
Kettingbeschermerverlenger
aanbrengen
NKettingbeschermerverlenger en de
kettingbeschermer in elkaar
schuiven – de borgnokken (1)
moeten vastklikken in de
ketttingbeschermer
Zaagblad en zaagketting
monteren
Kettingtandwieldeksel uitbouwen
NDe moeren losdraaien en het
kettingtandwieldeksel wegnemen
NBout (1) linksom draaien, tot de
spanschuif (2) links tegen de
uitsparing van het carter ligt
20
MS 362 C-MQ
Nederlands
001BA186 KN
143BA003 KN
3
1
1
2
4
001BA187 KN
1
133BA024 KN
Kettingrem lossen
NDe handbeschermer in de richting
van de draagbeugel trekken tot
deze hoorbaar klikt – de kettingrem
is gelost
Zaagketting op het zaagblad plaatsen
WAARSCHUWING
Handschoenen aantrekken – kans op
letsel door de scherpe zaagtanden
NZaagketting aanbrengen – te
beginnen bij de zaagbladneus
NHet zaagblad over de bouten (1)
plaatsen – de snijvlakken van de
zaagketting moeten naar rechts zijn
gericht
NDe fixeerboring (2) over de pen van
de spanschuif plaatsen – gelijktijdig
de zaagketting over het
kettingtandwiel (3) leggen
NGashendelblokkering indrukken om
de kettingrem te lossen
NDe bout (4) rechtsom draaien,
totdat de zaagketting aan de
onderzijde nog maar iets doorhangt
– en de nokken van de
aandrijfschakels in de groef van het
zaagblad liggen
NHet kettingtandwieldeksel weer
aanbrengen – en de moeren
handvast draaien
NVerder met "Zaagketting spannen"
Zaagketting spannen
Voor het naspannen tijdens het werk:
NMotor afzetten
NMoeren losdraaien
NZaagblad bij de neus optillen
NMet behulp van een
schroevendraaier de bout (1)
rechtsom draaien, tot de
zaagketting tegen de onderzijde
van het zaagblad ligt
NHet zaagblad weer optillen en de
moeren vastdraaien
NVerder: zie "Zaagkettingspanning
controleren"
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
NKettingspanning vaker controleren –
zie "Gebruiksvoorschriften"!
MS 362 C-MQ
21
Nederlands
143BA007 KN
Zaagkettingspanning
controleren
NMotor afzetten
NVeiligheidshandschoenen
aantrekken
NGashendelblokkering indrukken om
de QuickStop Super kettingrem te
lossen
NDe zaagketting moet tegen de
onderzijde van de zaagbladgroef
liggen – en moet bij een geloste
kettingrem met de hand over het
zaagblad kunnen worden getrokken
NIndien nodig, zaagketting
naspannen
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
NKettingspanning vaker controleren –
zie "Gebruiksvoorschriften"
Brandstof
De motor draait op een
brandstofmengsel van benzine en
motorolie.
WAARSCHUWING
Direct huidcontact met benzine en het
inademen van benzinedampen
voorkomen.
STIHL MotoMix
STIHL adviseert het gebruik van
STIHL MotoMix. Dit kant-en-klare
brandstofmengsel bevat geen benzol, is
loodvrij, kenmerkt zich door een hoog
octaangetal en biedt altijd de juiste
mengverhouding.
STIHL MotoMix is voor de langst
mogelijke levensduur van de motor
gemengd met STIHL tweetaktmotorolie
HP Ultra.
MotoMix is niet in alle exportlanden
leverbaar.
Brandstof mengen
LET OP
Brandstoffen die niet geschikt zijn of met
een afwijkende mengverhouding
kunnen leiden tot ernstige schade aan
de motor. Benzine of motorolie van een
mindere kwaliteit kunnen de motor,
keerringen, leidingen en benzinetank
beschadigen.
Benzine
Alleen benzine van een gerenommeerd
merk met een octaangetal van minimaal
90 RON tanken – loodvrij of
loodhoudend.
Machines met uitlaatgaskatalysator
moeten worden getankt met loodvrije
benzine.
LET OP
Bij het meerdere malen tanken met
loodhoudende benzine kan de werking
van de katalysator duidelijk teruglopen.
Benzine met een alcoholpercentage van
meer dan 10% kan bij motoren met
handmatig instelbare carburateurs
storingen veroorzaken, daarom mag
deze benzine voor deze motoren niet
worden gebruikt.
Motoren met M-Tronic leveren met
benzine met een alcoholpercentage tot
25% (E25) het volle motorvermogen.
Motorolie
Alleen kwaliteits-tweetaktmotorolie
gebruiken – bij voorkeur STIHL
tweetaktmotorolie HP, HP Super of
HP Ultra, deze zijn optimaal afgestemd
op STIHL motoren. HP Ultra garandeert
het allerhoogste vermogen en de
langste motorlevensduur.
De motoroliën zijn niet in alle
exportlanden leverbaar.
22
MS 362 C-MQ
Nederlands
001BA229 KN
001BA236 KN
Bij motorapparaten met
uitlaatgaskatalysator mag voor het
gebruik van het brandstofmengsel
alleen STIHL tweetaktmotorolie 1:50
worden gebruikt.
30 dagen bewaren. Door de inwerking
van licht, zon, lage of hoge
temperaturen kan het brandstofmengsel
sneller onbruikbaar worden.
STIHL MotoMix kan echter tot zo'n
2 jaar probleemloos worden bewaard.
NDe jerrycan met brandstofmengsel
voor het tanken goed schudden
WAARSCHUWING
In de jerrycan kan zich druk opbouwen –
de dop voorzichtig losdraaien.
NDe benzinetank en de jerrycan
regelmatig grondig reinigen
De restbrandstof en de voor de reiniging
gebruikte vloeistof volgens voorschrift
en milieubewust opslaan en afvoeren!
Tanken
Apparaat voorbereiden
NDe tankdop en de omgeving ervan
voor het tanken reinigen zodat er
geen vuil in de tank valt
NHet apparaat zo neerleggen dat de
tankdop naar boven is gericht
Losmaken
Brandstofmengsel opslaan
Benzine alleen bewaren in voor benzine
vrijgegeven jerrycans op een veilige,
droge en koele plaats, beschermd tegen
licht en zonnestralen.
Het brandstofmengsel veroudert –
alleen de hoeveelheid die nodig is voor
enkele weken mengen. Het
brandstofmengsel niet langer dan
MS 362 C-MQ
NBeugel opklappen
23
Nederlands
001BA232 KN
001BA234 KN
001BA237 KN
001BA234 KN
001BA233 KN
001BA231 KN
001BA235 KN
001BA241 KN
Sluiten
NTankdop verdraaien (ca. 1/4 slag)
De markeringen op de tankdop en de
benzinetank moeten met elkaar in lijn
liggen
NTankdop wegnemen
Tanken
Bij het tanken geen benzine morsen en
de tank niet tot aan de rand vullen.
STIHL adviseert het STIHL vulsysteem
voor brandstof (speciaal toebehoren).
NTanken
Beugel staat verticaal:
NTankdop aanbrengen – de
markeringen op de tankdop en de
benzinetank moeten met elkaar in
lijn liggen
NDe tankdop tot aan de aanslag naar
beneden drukken
NTankdop ingedrukt houden en
rechtsom draaien tot deze vastklikt
In deze stand staan de markeringen op
de tankdop en de benzinetank met
elkaar in lijn
NBeugel inklappen
Tankdop is vergrendeld
Als de tankdop niet in de benzinetank
kan worden vergrendeld
is het onderste deel ten opzichte van het
bovenste deel verdraaid.
24
MS 362 C-MQ
Nederlands
1
001BA238 KN
001BA239 KN
001BA158 KN
NDe tankdop uit de benzinetank
nemen en vanaf de bovenzijde
controleren
Links:onderste deel van de tank-
dop verdraaid – de
binnenliggende
markering (1) ligt in lijn met
de buitenste markering
Rechts: onderste deel van de tank-
dop in de juiste stand –
binnenliggende markering
ligt onder de beugel. Deze
ligt niet in lijn met de buitenste markering
NDe tankdop aanbrengen en zover
linksom draaien tot deze in de zitting
van de vulpijp aangrijpt
NDe tankdop verder linksom draaien
(ca. 1/4 slag) – het onderste deel
van de tankdop wordt hierdoor in de
juiste stand gedraaid
NDe tankdop rechtsom draaien en
sluiten – zie hoofdstuk "Sluiten"
KettingsmeerolieKettingolie bijvullen
Voor een automatische, duurzame
smering van zaagketting en zaagblad –
alleen milieuvriendelijke kwaliteitskettingsmeerolie gebruiken – bij
voorkeur het biologisch snel
afbreekbare STIHL BioPlus.
LET OP
Biologische kettingsmeerolie moet over
goede eigenschappen tegen
veroudering beschikken (bijv. STIHL
BioPlus). Olie met minder goede
eigenschappen tegen veroudering neigt
tot snel verharsen. De gevolgen zijn
vaste, moeilijk verwijderbare
afzettingen, vooral ter hoogte van de
kettingaandrijving en op de zaagketting
– tot aan het blokkeren van de oliepomp.
De levensduur van zaagkettingen en
zaagbladen wordt wezenlijk beïnvloed
door de kwaliteit van de smeerolie –
daarom alleen speciale kettingsmeerolie
gebruiken.
WAARSCHUWING
Geen afgewerkte olie gebruiken!
Afgewerkte olie kan bij langdurig en
veelvuldig huidcontact huidkanker
veroorzaken en is schadelijk voor het
milieu!
LET OP
Afgewerkte olie beschikt niet over de
noodzakelijke smeereigenschappen en
is ongeschikt voor de kettingsmering.
Apparaat voorbereiden
NDe tankdop en de omgeving ervan
voor het tanken grondig reinigen,
zodat er geen vuil in de olietank valt
NHet apparaat zo plaatsen, dat de
tankdop naar boven is gericht
NTankdop opendraaien
Kettingolie bijvullen
NKettingolie bijvullen – elke keer na
het tanken van benzine
Bij het tanken geen kettingolie morsen
en de tank niet tot aan de rand vullen.
STIHL adviseert het STIHL vulsysteem
voor kettingolie (speciaal toebehoren).
NTankdop dichtdraaien
Er moet zich nog een restje kettingolie in
de olietank bevinden wanneer de
benzinetank leeg is.
MS 362 C-MQ
25
Nederlands
143BA024 KN
Als de inhoud van de olietank niet
terugloopt, kan er een storing in het
smeersysteem zijn: kettingsmering
controleren, oliekanalen reinigen,
eventueel contact opnemen met een
geautoriseerde dealer. STIHL adviseert
onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren.
Kettingsmering controleren
De zaagketting moet altijd wat olie
wegslingeren.
LET OP
Nooit zonder kettingsmering werken! Bij
een droog lopende ketting zal het
zaaggarnituur binnen de kortste tijd
onherstelbaar worden beschadigd. Voor
het begin van de werkzaamheden altijd
de kettingsmering en het oliepeil in de
tank controleren.
Elke nieuwe zaagketting heeft een
inlooptijd van 2 tot 3 minuten nodig.
Na het inlopen de kettingspanning
controleren en indien nodig corrigeren –
zie "Zaagkettingspanning controleren".
Kettingrem
Het kettingremsysteem heeft twee
functies:
NSTIHL terugslagrem
NSTIHL nalooprem
De nalooprem stopt het draaien van de
zaagketting zodra de achterste
handgreep van de motorzaag wordt
losgelaten.
Ter voorkoming van schade of letsel
tijdens de werkzaamheden moet op een
paar bijzonderheden worden gelet,
omdat deze motorzaag qua gedrag
afwijkt ten opzichte van de motorzagen
zonder nalooprem. Voordat met de
werkzaamheden wordt begonnen moet
men beslist vertrouwd zijn met de
werking van het kettingremsysteem!
Nalooprem is geactiveerd
NZodra de achterste handgreep
wordt losgelaten
26
MS 362 C-MQ
Nederlands
Nalooprem lossen
NGashendelblokkering indrukken, de
remband geeft de
koppelingstrommel vrij – de
zaagketting kan meedraaien
Terugslagrem wordt geactiveerd
NDoor het naar voren drukken van de
handbeschermer met de linkerhand
naar de zaagbladneus – of
automatisch bij een voldoende
sterke terugslag
De zaagketting wordt geblokkeerd en
staat stil.
Terugslagrem lossen
NDe handbeschermer naar de
draagbeugel trekken
LET OP
Alvorens gas te geven (behalve bij de
controle op de werking) en voor het
zagen, moet de kettingrem worden
gelost.
Een verhoogd motortoerental bij een
geblokkeerde kettingrem (zaagketting
staat stil) leidt al na korte tijd tot schade
aan de motor en het kettingmechanisme
(koppeling, kettingrem).
De kettingrem wordt automatisch
ingeschakeld
Bij een voldoende sterke terugslag –
door de massatraagheid van de
handbeschermer.
De handbeschermer slaat naar voren in
de richting van de zaagbladneus – ook
als de linkerhand zich niet op de
draagbeugel achter de handbeschermer
bevindt, zoals bijv. bij de velsnede.
De kettingrem functioneert alleen, als er
geen wijzigingen aan de voorste
handbeschermer worden aangebracht.
Werking van de nalooprem controleren
Elke keer voor het begin van de
werkzaamheden: vol gas geven – de
achterste handgreep loslaten – de
zaagketting moet in een fractie van een
seconde stilstaan!
Werking van de terugslagrem
controleren
Elke keer voor begin van de
werkzaamheden: bij stationair toerental
de zaagketting blokkeren
(handbeschermer in de richting van de
zaagbladneus drukken) en kortstondig
(max. 3 seconden) vol gas geven – de
zaagketting mag niet meedraaien. De
handbeschermer moet vrij zijn van vuil
en moet gangbaar zijn.
Als de werking niet 100% is – contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer. STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren!
MS 362 C-MQ
27
Nederlands
1
0001BA002 KN
0001BA003 KN
2
2
0001BA004 KN
1
Kettingrem onderhouden
De kettingrem staat bloot aan slijtage
door wrijving (natuurlijke slijtage). Om
goed te kunnen blijven functioneren, de
kettingrem regelmatig door geschoold
personeel laten onderhouden. STIHL
adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
volgende intervallen moeten worden
aangehouden:
Bij temperaturen boven +20 °C
NSchuif beslist weer in de stand s
(zomerstand) draaien – omdat
anders de kans op motorstoringen
door oververhitting bestaat
Bij temperaturen beneden -10 °C
Bij extreem winterse omstandigheden
(temperaturen beneden -10 °C, poederof stuifsneeuw) adviseren wij het gebruik
van de aanbouwset "afdekplaat"
(speciaal toebehoren).
Afdekplaat
De afdekplaat (speciaal toebehoren)
voorkomt het binnendringen van
poeder- of stuifsneeuw.
Bij gebruik van de afdekplaat moet de
schuif in de winterstand staan.
Bij motorstoringen eerst controleren of
het gebruik van de afdekplaat nodig is.
Afdekplaat monteren
NDe schuif in de stand r
(winterstand) plaatsen – r naar
boven gericht
NKap monteren – zie "Kap"
Rondom de carburateur stroomt nu
warme lucht die van de cilinder komt –
geen ijsvorming in de carburateur.
NAfdekplaat (1) met de beide lippen
(pijlen) aanbrengen en met behulp
van de bouten (2) bevestigen
28
MS 362 C-MQ
Loading...
+ 122 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.