Veiligheidsmaatregelen en gebruiksaanwijzing page 12 - 17
Bedieningsfuncties stuur page 18 - 19
De bediening van uw scootmobiel page 20 - 22
Richtlijnen voor veilig gebruik page 23 - 24
Accu’s en laden page 25 - 29
Routineonderhoud page 30
Onderhoudsgeschiedenis page 31
Specicatiespage32
Oplossen van problemen page 33
Blanco pagina’s voor uw eigen aantekeningen page 34 - 35
38
Iss 1
Gebruik
Klasse C scootmobielen zijn meestal groter en niet bepaald bedoeld voor gebruik
binnenshuis, maar kunnen langere afstanden aeggen en obstakels buiten nemen.
Ze zijn bedoeld voor gebruik in huis, op kantoor, op openbare locaties en
soortgelijke plaatsen, met trottoirs, voetgangerspaden of vloeren met een harde
en stevige ondergrond. Men moet zich aan de veilige grens voor hellingen en
obstakels houden.
Zij mogen op de weg worden gebruikt, in overeenstemming met
verkeerswetgeving van het betreffende land.
Zij zijn bedoeld voor gebruikers die moeilijk kunnen lopen of beperkt mobiel zijn en
zijn voor persoonlijk gebruik.
Het maximale gebruikersgewicht, inclusief kleding, wordt op de sticker met het
serienummer vermeld, die op de zittingbuis of het achterframe is bevestigd.
Aansprakelijkheid wordt uitsluitend geaccepteerd indien het product wordt gebruikt
onder die specieke omstandigheden en voor het doel waarvoor het product is
gemaakt.
Er mogen geen aanpassingen op de scootmobiel worden aangebracht door
personen die hiertoe niet bevoegd zijn. Gebruik alleen goedgekeurde onderdelen
en accessoires.
Toepassingsgebied
Door de elektrische voeding, eenvoudige besturing en automatische rem is de
scootmobiel geschikt voor mensen met beperkte mobiliteit, veroorzaakt door o.a.:
• Gewrichtspijn en/of stijfheid vanwege bijvoorbeeld artritis of reuma.
• Problemen met ademen vanwege ademhalings- of hartaandoeningen
• De amputatie van een ledemaat
• Moeilijkheden met lopen vanwege een hersenbloeding
• Bepaalde gevallen van obesiteit
Als men overweegt een scootmobiel te verstrekken, moet rekening worden
gehouden met de lichaamsomvang, het gewicht, de fysieke en psychologische
toestand, de woonomstandigheden en de omgeving van de gebruiker.
Inleiding
Wij danken u dat u een Sunrise Medical scootmobiel heeft gekozen.
Lees voor het gebruik van uw scootmobiel deze handleiding zorgvuldig door.
Hierdoor krijgt u alle informatie die u nodig heeft. Als u echter nog vragen heeft
over het gebruik, onderhoud of de veiligheid van uw scootmobiel, dan kunt u
altijd contact met uw plaatselijke Sunrise Medical dealer opnemen. Als u andere vragen
heeft, kunt u naar het onderstaande adres schrijven.
Bij het ontwerpen van deze scootmobiel is rekening gehouden met gemak, veiligheid en
duurzaamheid. De scootmobiel is uitvoerig door onze deskundigen onderzocht en getest.
De scootmobiel wordt onder de Europese Rolstoelennorm EN 12184 geclassiceerd als
een Categorie C-voertuig.
De scootmobiel is bedoeld voor gebruik door mensen van alle leeftijden die moeilijkheden
hebben met het aeggen van lange afstanden of met het lopen gedurende langere
periodes. Hij is ideaal voor gebruik binnen- en buitenshuis en geschikt voor gebruikers
met een gewicht tot 150 kg. Verschil in gewicht van gebruikers kan een verschil in
prestatie met zich meebrengen. Het maximale gebruikersgewicht is getest met een
dummy van 150 kg.
De scootmobiel is ontwikkeld om op voetpaden te rijden en wegen over te
steken en mag derhalve niet in modder, water, sneeuw, zand, los grind of op
andere onvaste oppervlakken gebruikt worden.
De scootmobiel is vervaardigd in overeenstemming met de Richtlijn Medische
Hulpmiddelen 94/32/EEG/ 2007/47/EEC, Richtlijn 89/336/EEG voor
Radiostoring, en Richtlijnen 73/23/EEG en 89/336/EEG voor Acculaders.
Elektromagnetische velden zoals veroorzaakt door een winkelalarm kunnen
door de scootmobiel worden gestoord. Daarentegen kan de werking van de scootmobiel
ook door dergelijke alarmapparatuur worden gestoord.
Sunrise Medical legt zich toe op het vervaardigen van producten van zeer hoge kwaliteit
die volledig en betrouwbaar voldoen aan de vereisten van het doel waarvoor ze gebruikt
worden. Wij zijn BS/EN ISO 9001 gecerticeerd, wat een internationale norm voor
kwaliteitsbewaking is. Hierdoor bent u ervan verzekerd dat wij op alle gebieden kwaliteit
leveren, vanaf het ontwerp tot aan de uiteindelijke aevering van de scootmobiel. Indien u
nadere hulp nodig heeft, neem dan contact met uw plaatselijke dealer op.
Bij deze handleiding treft u een garantieformulier aan,
waarop u de relevante gegevens moet invullen om uw
garantie te registreren en activeren.
DIT HEEFT OP GEEN ENKELE WIJZE INVLOED OP
UW WETTELIJKE RECHTEN.
GARANTIEVOORWAARDEN
1. De reparatie of vervanging wordt door een erkende
Sunrise Medical dealer/ dealer uitgevoerd.
2. Om van de garantie gebruik te maken in het geval
dat uw scootmobiel op grond van deze overeenkomst
gerepareerd moet worden, dient u onmiddellijk
contact met de aangewezen Sunrise Medical dealer
op te nemen, met volledige informatie over de aard
van het probleem. Indien u de scootmobiel niet in
de omgeving van een aangewezen Sunrise Medical
dealer gebruikt, worden reparaties op grond van
de “Garantievoorschriften” door een andere dealer
uitgevoerd die door de fabrikant wordt aangewezen.
3. Indien een onderdeel van de scootmobiel
gerepareerd of vervangen moet worden vanwege een
specieke fabricage- of materiaalfout binnen twee jaar
na de datum waarop het bezit van de scootmobiel
aan de oorspronkelijke koper is overgedragen en op
voorwaarde dat het in diens bezit is gebleven, wordt
het onderdeel of worden de onderdelen volledig gratis
gerepareerd of vervangen indien de scootmobiel naar
de erkende dealer wordt teruggebracht.
Opmerking: Deze garantie is niet overdraagbaar.
4. Alle gerepareerde of vervangen onderdelen vallen
onder deze overeenkomst voor het restant van de
garantieperiode voor de scootmobiel.
7. Bovenstaande garantievoorwaarden gelden voor
alle scootmobielonderdelen, voor modellen die voor de
volle handelsprijs gekocht zijn.
8. Onder normale omstandigheden wordt geen
verantwoordelijkheid geaccepteerd voor reparatie of
vervanging van de scootmobiel als een rechtstreeks
gevolg van:
(i) Het niet onderhouden van de scootmobiel of het
onderdeel in overeenstemming met de aanbevelingen
van de fabrikant, waar toepasselijk. Of het verzuim om
alleen de aangegeven, originele onderdelen voor de
scootmobiel te gebruiken.
(ii) Beschadiging van de scootmobiel of het onderdeel
als gevolg van nalatigheid, een ongeluk of onjuist
gebruik.
(iii) Verandering van de scootmobiel of het onderdeel
in afwijking van de specicaties van de fabrikant, of
reparaties die getracht zijn voordat de dealer op de
hoogte werd gesteld.
Noteer het adres en telefoonnummer van uw
plaatselijke dealer in de daarvoor bestemde ruimte.
Neem in het geval van storingen contact met de dealer
op en probeer zoveel mogelijk relevante informatie te
geven zodat deze u snel kan helpen.
Het kan zijn dat de getoonde en beschreven
scootmobiel in deze handleiding niet op elk detail
precies hetzelfde als uw eigen model is. Alle instructies
zijn echter belangrijk, ongeacht de verschillen in detail.
De fabrikant houdt zich het recht voor om zonder
voorafgaande kennisgeving alle gewichten, afmetingen
of andere technische gegevens in de handleiding te
veranderen. Alle getallen, afmetingen en vermogens
die in deze handleiding verstrekt worden, zijn
benaderingen en vormen geen specicaties.
5. Voor onderdelen die na het verlopen van de
oorspronkelijke garantie vervangen zijn, geldt een
garantie van drie maanden.
6. Verslijtbare onderdelen vallen over het algemeen
niet onder de normale garantie, tenzij deze duidelijk
overmatige slijtage hebben ondergaan als een
rechtstreeks gevolg van een oorspronkelijke
fabricagefout. Hiertoe behoren bekleding, banden,
binnenbanden, accu’s en andere vergelijkbare
onderdelen.
Sunrise Medical B.V.
Groningenhaven 18-20
3433 PE NIEUWEGEIN
Tel +31 (0)30 60 82 100 Fax +31 (0)30 60 55 880
Email: info@sunrisemedical.nl
www.sunrisemedical.com
Uw plaatselijke dealer:
Vergeet niet de garantieregistratiekaart bij deze handleiding in te vullen en te versturen. Sunrise Medical
raadt u aan geen andere onderhoudswerkzaamheden uit te voeren dan die welke in deze handleiding
uitgelegd zijn. Uw plaatselijke, erkende Sunrise Medical dealer is door Sunrise Medical opgeleid
om uitvoerig onderhoud uit te voeren wanneer dit nodig is. Gebruik alleen originele Sunrise Medical
reserveonderdelen.
3
Iss 1
Hoe deze handleiding te gebruiken
Sunrise Medical wil dat u het meeste uit uw scootmobiel haalt. Met deze
handleiding raakt u vertrouwt met de scootmobiel en de mogelijkheden
ervan. De handleiding bevat richtlijnen voor het dagelijks gebruik en het
algemeen onderhoud naast informatie over onze hoge kwaliteitsnormen en
gegevens over de garantie.
U ontvangt uw scootmobiel in een uitstekende staat, aangezien hij
persoonlijk geïnspecteerd is voor hij ons bedrijf verlaat. Door de
onderhoudsrichtlijnen op pagina 30 op te volgen, blijft uw scootmobiel in
topconditie en kunt u er jarenlang op vertrouwen en plezier van hebben.
4
Iss 1
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
BEDIEN DE SCOOTMOBIEL NIET VOORDAT U DEZE HANDLEIDING
GELEZEN EN BEGREPEN HEEFT.
ALS U TWIJFELT OVER DE BETEKENIS VAN DEZE INSTRUCTIES, OF
OVER DE AANWIJZINGEN OF WAARSCHUWINGEN, OVERLEG DAN MET
UW MEDISCHE ADVISEUR, DEALER OF DE BETREFFENDE TECHNISCHE
MEDEWERKERS.
ALS U DE BEDIENING VAN DE SCOOTMOBIEL NIET VOLLEDIG BEGRIJPT,
KAN DIT RESULTEREN IN ONVERWACHTE BEWEGINGEN VAN DE
SCOOTMOBIEL, DIE OP HUN BEURT MOGELIJK LETSEL OF SCHADE TOT
GEVOLG KUNNEN HEBBEN.
OPMERKINGEN
De waarschuwingen en aanwijzingen die in deze handleiding gebruikt worden,
betreffen onveilig gebruik dat persoonlijk letsel of schade aan eigendommen tot
gevolg kan hebben.
WAARSCHUWING
Sunrise Medical produceert een uitgebreid assortiment scootmobielen om aan de
verschillende behoeften van de individuele gebruikers tegemoet te komen. Het
is de verantwoordelijkheid van de persoonlijke gebruiker en zijn/haar medisch
adviseur die bevoegd is dergelijke keuzes te maken, om te beslissen welke
scootmobiel het beste past bij het door de gebruiker beoogde doel.
Wat betreft de steunen, veiligheidsgordels, hulpmiddelen en accessoires voor
houdingscorrectie of andere verbetering van de positie, is de bevoegde medisch
adviseur verplicht, in samenwerking met de dealer, ervoor te zorgen dat dit soort
middelen geschikt is voor het veilig bedienen van de scootmobiel. Een val van
een scootmobiel kan ernstig letsel veroorzaken.
Sunrise Medical RAADT AF een scootmobielgebruiker in een ander voertuig te
vervoeren terwijl hij/zij op de scootmobiel zit. Op dit moment bestaan er geen
goedgekeurde bevestigingssystemen voor het transport van een gebruiker in
ENIG bewegend voertuig terwijl hij/zij op de scootmobiel zit.
Sunrise Medical is van mening dat de gebruiker van de scootmobiel moet worden
overgeplaatst naar een stoel in het transportvoertuig en dat de beschikbare
veiligheidsgordels moeten worden gebruikt. Op dit moment kan Sunrise Medical
GEEN ENKEL bevestigingssysteem voor scootmobielen AANRADEN.
5
Iss 1
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSMAATREGELEN EN GEBRUIKSAANWIJZING
De geprogrammeerde elektronica mag alleen door medische adviseurs en
erkende dealers aangepast worden, die geheel op de hoogte zijn van het proces.
Zij moeten tevens de bekwaamheid van de gebruiker begrijpen en het vermogen
van de gebruiker om de scootmobiel veilig te bedienen.
Verkeerde instellingen kunnen letsel of schade aan de gebruiker, omstanders, de
scootmobiel en/of voorwerpen in de nabijheid van de scootmobiel toebrengen.
Oefen voor het vaststellen van persoonlijke mobiliteitsbeperkingen combinaties
van buigen, reiken, op- en afstappen in het bijzijn van een medisch adviseur.
Oefen bovengenoemde technieken VOORDAT de scootmobiel daadwerkelijk
gebruikt wordt.
Gebruikers met balansproblemen dienen bovengenoemde technieken met
behulp van een hulpverlener in het bijzijn van een medisch adviseur te oefenen.
Probeer GEEN voorwerpen op te pakken waarvoor u uw gewicht op de stoel
moet verplaatsen of waarvoor u overmatig naar een bepaalde richting toebuigt.
Hierdoor kan de scootmobiel kantelen en/of letsel aan de persoon veroorzaken.
Gebruik uw scootmobiel NOOIT op een roltrap aangezien hierdoor ernstig
lichamelijk letsel veroorzaakt kan worden.
Rijd NOOIT op de weg, vierbaanswegen of motorwegen.
Rijd NOOIT op hellingen met water, ijs, olie of andere gladde materialen op het
oppervlak. Als u dergelijke omstandigheden niet opmerkt, kunt u de controle over
uw scootmobiel verliezen.
Probeer NOOIT over stoepranden of obstakels te rijden (m.u.v. wanneer u de
instructies voor het oprijden van stoepranden, waar toepasselijk, volgt). Als u
deze waarschuwing niet opvolgt, kan de scootmobiel kantelen met mogelijk
lichamelijk letsel als gevolg.
Neem GEEN scherpe bochten voor- of achteruit op hoge snelheid.
Til de scootmobiel NOOIT bij het stuur, de stoel, bekapping of andere
afneembare onderdelen op. Demonteer de scootmobiel altijd in de opbergbare
onderdelen en til dan elk onderdeel apart op.
6
Iss 1
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSMAATREGELEN EN GEBRUIKSAANWIJZING
Bedien de scootmobiel NOOIT zonder eerst te controleren of dit veilig is. Houd
altijd uw omgeving in de gaten.
Gebruik uw scootmobiel NOOIT zonder vooraf te controleren of alle kabels zijn
aangesloten en alle losse onderdelen/accessoires goed verbonden en stevig
gemonteerd zijn.
Gebruik uw scootmobiel NOOIT wanneer de anti-kiep wielen niet zijn
gemonteerd.
Probeer NOOIT onderdelen, accessoires of adapters te monteren die niet door
Sunrise Medical zijn goedgekeurd.
Stap NOOIT op uw scootmobiel of ervan af zonder de scootmobiel eerst UIT
te schakelen. Hierdoor is de motor uitgeschakeld en kan de scootmobiel geen
onverwachte bewegingen maken.
Laat NOOIT de sleutel in uw scootmobiel zitten wanneer deze onbeheerd staat.
Kinderen of mensen zonder ervaring met een scootmobiel kunnen wellicht
proberen ermee te rijden wat schade of persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.
Verbind GEEN medische apparatuur, zoals een ventilator, reanimatieapparaat
etc. met het elektrische systeem van de scootmobiel. Deze verbindingen kunnen
storingen in de apparatuur tot gevolg hebben.
Gebruik uw scootmobiel NOOIT onder invloed van alcohol, drugs of
voorgeschreven medicijnen die uw beoordelingsvermogen kunnen beïnvloeden.
Gebruik uw scootmobiel NOOIT als u zich niet goed voelt.
Gebruik uw scootmobiel NOOIT als uw gezichtsvermogen ernstig verzwakt is.
Indien u twijfelt over problemen met de gezondheid die uw vermogen om
de scootmobiel veilig te bedienen beïnvloeden, bespreek deze dan met uw
medisch adviseur.
Sunrise Medical wijst in het bijzonder alle verantwoordelijkheid af voor
alle persoonlijke letsel en schade aan eigendommen die kunnen ontstaan
tijdens gebruik dat niet in overeenstemming is met de betreffende nationale
of lokale wetgeving.
7
Iss 1
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSMAATREGELEN EN GEBRUIKSAANWIJZING
Het achterpaneel (waar gemonteerd) is ontworpen om het aandrijfsysteem,
besturingmechanisme, de kabelsets en elektrische verbindingen te bedekken.
Verwijder dit paneel alleen om de volgende redenen:
1. Om kabelaansluitingen te verbinden/los te maken.
2. Om de scootmobiel voor transport te demonteren.
3. Om accu’s te verwijderen/installeren.
4. Om de hoogte van de stoel aan te passen.
Ga NOOIT op de buitenpanelen staat, alleen op de voetsteun.
Ga NOOIT op de stoel van de scootmobiel staan.
Probeer NOOIT op de stoel van de scootmobiel te gaan zitten of op te staan
zonder eerst te controleren of deze VERGRENDELD is. Onveilig op- of afstappen
kan resulteren in lichamelijk letsel en/of schade.
Rijd NOOIT met uw scootmobiel als de stoel niet in de VOORWAARTSE stand
VERGRENDELD is. De stoel moet in de VOORWAARTSE stand vergrendeld zijn
VOOR en TIJDENS gebruik van de scootmobiel. Het gebruik van de scootmobiel
zonder dat de stoel in de voorwaartse stand vergrendeld is, kan schade en/of
lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Gebruik de scootmobiel NOOIT zonder ervoor te zorgen dat het stuur in de juiste
stand staat en vergrendeld is. Nadat u eventuele aanpassing aan de stand van
het stuur heeft aangebracht moet u controleren of het stuur vergrendeld is en vast
zit VOORDAT u gaat rijden. Om dit te controleren kunt u het stuur zachtjes heen
en weer bewegen om te garanderen dat het vast zit.
Een loszittend stuur kan schade en/of lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Probeer GEEN opritten die steiler dan 12 graden zijn te beklimmen, op te rijden
of af te gaan of kruislings over een helling te rijden met een een hellingshoek van
meer dan 12 graden.
Als u op opritten of hellingen de bedieningshendel loslaat, rolt de scootmobiel
terug.
Bij VOORUITGAANDE bewegingen ROLT de scootmobiel ongeveer 30cm
TERUG, voordat de rem in werking treedt.
Bij ACHTERUITGAANDE beweging ROLT de scootmobiel ongeveer 90cm
TERUG, voordat de rem in werking treedt.
8
Iss 1
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDSMAATREGELEN EN GEBRUIKSAANWIJZING
Controleer of alle elektrische verbindingen vast zitten voordat u uw scootmobiel
gebruikt.
U mag in GEEN enkel geval de kabels in uw scootmobiel of die daarmee
verbonden zijn losmaken, doorknippen, verlengen of anderszins veranderen.
U mag in GEEN enkel geval de kabels in de accu van uw scootmobiel of die
daarmee verbonden zijn losmaken, doorknippen, verlengen of anderszins
veranderen.
Het is belangrijk dat de acculader van uw scootmobiel verbonden is met een
correct geïnstalleerd, elektrisch stopcontact met een geaarde uitgang.
Indien u bovenstaande richtlijnen niet opvolgt, kan dit ELEKTRISCHE
SCHOKKEN tot gevolg hebben.
Gebruik ENKEL accu’s van het DEEP CYCLE GEL, AGM of VERZEGELD
LOODZUUR type. Andere soorten accu’s zijn NIET GESCHIKT.
Lees de informatie over de accu/acculader voorafgaand aan installatie.
Deze scootmobiel is getest volgens ISO 7176 deel 9 “Klimaatproeven voor
elektrische rolstoelen.”
De test geeft de scootmobielgebruiker of zijn/haar hulpverlener voldoende tijd
om de scootmobiel bij een regenstorm binnen te halen, terwijl de scootmobiel
normaal blijft werken.
Gebruik uw scootmobiel NOOIT tijdens onweer.
Laat uw scootmobiel NOOIT in een regenstorm buiten staan.
Gebruik uw scootmobiel NOOIT in de douche en laat hem NIET in een vochtige
badkamer of sauna achter.
Laat uw scootmobiel NOOIT in een vochtige ruimte achter.
Was uw scootmobiel NOOIT met een hogedrukreiniger, tuinslang of in een
autowasstraat.
Directe blootstelling aan regen, zeewater of vocht kan elektrische en
mechanische storingen in de scootmobiel tot gevolg hebben en kan roest
veroorzaken.
9
Iss 1
EMC (EMI) WAARSCHUWINGEN
OPGELET:
HET IS ZEER BELANGRIJK DAT U DEZE INFORMATIE LEEST
BETREFFENDE DE MOGELIJKE INVLOEDEN VAN ELEKTROMAGNETISCHE
CONTAMINATIE (EMC) OP UW SCOOTMOBIEL. SOMS WORDT DIT EFFECT
OOK WEL ELEKTROMAGNETISCHE INTERFERENTIE (EMI) GENOEMD.
EMC (EMI) VAN RADIOGOLVEN
Scootmobielen kunnen onderhevig zijn aan EMC, d.w.z. interferentie van
elektromagnetische energie (EM), uit bronnen zoals radiostations, TV-stations,
amateur (HAM) radiozenders, zendontvangers en mobiele telefoons. De
interferentie (van radiogolven) kan er de oorzaak van zijn dat de remmen van de
scootmobiel loslaten, de scootmobiel uit zichzelf of op een onbedoelde manier
beweegt. Er kan ook permanente schade ontstaan aan het bedieningssysteem
van de scootmobiel.
De intensiteit van de interfererende EM-energie kan in volt per meter gemeten
worden (V/m).
Elke scootmobiel heeft weerstand tegen EMC tot een bepaalde intensiteit.
Dit wordt het “immuniteitsniveau” van de scootmobiel genoemd.
Hoe hoger het immuniteitsniveau, des te groter de bescherming.
De huidige technologie levert een goede bescherming van tenminste 20V/m die
weerstand biedt tegen meer algemene bronnen van stralings-EMC biedt.
Er bestaat een aantal relatief sterke elektromagnetische velden in de dagelijkse
omgeving. De meeste hiervan zijn duidelijk en gemakkelijk te vermijden; andere
zijn dat niet.
Door de verstrekte waarschuwingen in acht te nemen, wordt uw risico op
blootstelling aan EMC geminimaliseerd.
EMC-bronnen kunnen over het algemeen in drie soorten onderverdeeld
worden.
1. Draagbare ontvangers (zenders-ontvangers met ingebouwde antennes).
Voorbeelden zijn walkietalkies, CB-radio’s, beveiliging, hulpdiensten, mobiele
telefoons. Bedenk dat sommige mobiele telefoons signalen kunnen uitzenden
terwijl ze aanstaan, maar niet gebruikt worden.
2. Middelrange mobiele zenders, zoals op voertuigen van hulpdiensten, taxi’s etc.
gebruikt worden. Zij hebben meestal antennes op of buiten het voertuig.
10
Iss 1
EMC (EMI) WAARSCHUWINGEN
3. Longrange zenders en zendontvangstapparatuur, zoals commerciële
omroepzenders (antennetorens van radio- en TV-omroepen) en amateur (HAM)
radio’s.
Opmerking:
Het is onwaarschijnlijk dat andere types handapparatuur, zoals
draadloze telefoons, laptops, AM/FM radio’s, TV-toestellen, CD-spelers,
cassettespelers en kleine apparatuur zoals elektrische scheerapparaten en
haardrogers, EMC-problemen voor uw scootmobiel veroorzaken.
Elektromagnetische contaminatie (EMC) van de scootmobiel
EM-energie wordt snel intensiever wanneer men zich dichter bij de zendende
antenne, de bron, beweegt. Hierdoor is het mogelijk om onbedoeld sterke EMvelden dicht bij het bedieningssysteem van uw scootmobiel te brengen. Mobiele
zendontvangstapparatuur in de vorm van een draagbare radio is in het bijzonder
zorgwekkend.
Tijdens het gebruik van dit soort apparatuur is het mogelijk dat de EM-straling de
beweging en het remmen van de scootmobiel kan beïnvloeden.
De volgende richtlijnen gelden om mogelijke interferentie met het
controlesysteem van uw scootmobiel te helpen voorkomen.
1. Vermijd het gebruik van handzendontvangstappartuur zoals radio’s en het
aanschakelen van mobiele telefoons wanneer uw scootmobiel AAN staat.
2. Let op radio- of televisiezenders in de omgeving, vermijd hier in de buurt te
komen.
3. Als u onbedoelde bewegingen of remontkoppeling ervaart, schakel uw
scootmobiel dan zo snel als dit veilig mogelijk is UIT.
4. Het aanbrengen van accessoires, onderdelen of het veranderen van de
scootmobiel kan de gevoeligheid voor EMC (EMI) vergroten.
Opmerking:
Er is geen gemakkelijke manier waarop het effect bepaald kan worden die
eventuele veranderingen aan de scootmobiel op de immuniteit voor EM
hebben.
5. Als u eventuele EMC (EMI) gerelateerde incidenten ervaart, meld deze dan
aan uw dealer, en vermeld daarbij of er een mogelijke bron van EM-transmissie in
de buurt is.
11
Iss 1
Kenmerken
ZITGEMAK
Pagina 14 en 16
ACHTERPANEEL
Pagina 14
VRIJLOOPHENDEL
Pagina 15 en 20
BREEDTE/HOEK
VERSTELBARE
ARMSTEUNEN
Pagina 17
CONTROLEFUNCTIES
STUUR
Pagina 18-19
STOPCONTACT
ACCULADER
Pagina 19
MAND
STUUR
AANPASSING
Pagina 17
BATTERIJEN
Pagina 14-15 en 26-29
HENDEL STOELZITTING
Pagina 16
VERLICHTING
Pagina 18
BANDEN
Pagina 15
Fig. 1
12
Iss 1
Veiligheidsmaatregelen en
gebruiksaanwijzing
Op uw scootmobiel plaatsnemen
1. Verzeker u ervan dat de contactsleutel zich in de ‘uit’ positie (OFF)
bevindt (foto 1).
2. Trek de hendel onder de zitting aan de rechterzijde, omhoog en draai de
zitting naar u toe (foto 2).
3. Duw de armsteunen volledig naar beneden; zo kunt u ze als steun
gebruiken terwijl u uzelf rustig in uw stoel laat zakken (foto 3).
4. Trek de hendel onder de stoelleuning omhoog en draai de zitting rustig
naar voren (foto 4).
5. Zorg ervoor dat uw voeten goed op de vloerplaat van de scootmobiel
geplaatst zijn en dat de zitting vastzit.
Van uw scootmobiel afstappen
1. Breng uw scootmobiel tot stilstand en draai de sleutel in de ‘uit’ positie (OFF)
(foto1).
2. Om uit te stappen trekt u de hendel onder de zitting aan de rechterzijde,
omhoog en draait u de zitting 90 graden (foto 4).
3. Zet BEIDE voeten op de grond en stap rustig uit de stoel terwijl u de
armsteunen als steun gebruikt (foto 3).
4. U kunt de zitting in deze positie laten staan om verdere toegang te
vergemakkelijken.
5. Om de zitting naar voren te draaien, trekt u de hendel aan de rechterzijde
onder de stoelzitting omhoog en draait u de zitting naar voren.
Foto 1Foto 2
Foto 4Foto 5
Foto 3
13
Iss 1
Veiligheidsmaatregelen en
gebruiksaanwijzing
Algemene
veiligheidsmaatregelen
Bij elk voertuig met krachtaandrijving
is veiligheid van cruciaal belang.
Hieronder treft u een aantal essentiële
tips aan om uw gebruik veilig te stellen.
Zij zijn niet uitputtend en dienen in
samenhang gelezen te worden met
de paragrafen waarin uitgelegd wordt
hoe u uw voertuig moet aanpassen,
bedienen en onderhouden.
Zorg er altijd voor dat uw scootmobiel
uitgeschakeld is voordat u probeert op
of af te stappen.
Probeer uw scootmobiel niet te
bedienen terwijl u ernaast staat.
Zorg er altijd voor dat u alle hendels
en knoppen vanuit een zittende
positie kunt bedienen, dat de
achteruitkijkspiegel (indien gemonteerd)
in de goede stand staat en dat de stoel
veilig vergrendeld is.
Opgelet: Schakel de
scootmobiellampen (indien
gemonteerd) aan, om zichtbaar te
zijn als er overdag of ’s avonds
weinig licht is.
Gebruik uw scootmobiel niet onder
invloed van alcohol of drugs of als u
zich plotseling niet goed voelt.
Houd u altijd aan de relevante regels
en voorschriften met betrekking tot
voetgangers.
Hoeken omrijden
Verminder altijd snelheid wanneer
u een hoek omgaat, vooral als u
naar beneden rijdt. Negeren van dit
advies kan tot gevolg hebben dat uw
scootmobiel kantelt.
Stoepenklimmer
Probeer geen stoepen hoger dan
10cm op of af te rijden.
Let goed op en kies altijd de veiligste
en meest directe route bij het
oversteken van de straat.
Probeer niet in achterwaartse
beweging voetpaden op of af te rijden.
Heuvels opgaan
Waar mogelijk, probeer altijd heuvels
op en af te rijden terwijl u naar de
helling van de heuvel gekeerd bent.
Deze scootmobiel is getest om een
heuvel van maximaal 12° op te
rijden, zie specicaties. Probeer geen
heuvels op te gaan met meer gewicht
dan dit.
Steek geen heuvels over van meer
dan 12°.
Verminder uw snelheid altijd tot
het minimum en gebruik uiterste
voorzichtigheid wanneer u achteruit
heuvels afgaat.
Probeer niet met wielen op
verschillende niveaus te rijden, d.w.z.
één wiel op het voetpad en één op de
weg.
Opmerking: heupgordels
mogen alleen door een erkende
Sunrise dealer aangeschaft en
aangebracht worden en dienen in
overeenstemming met het advies
van uw medisch adviseur gebruikt
te worden.
14
Iss 1
Veiligheidsmaatregelen en
gebruiksaanwijzing
Het optillen van zware of grote onderdelen
Merk op dat deze instructies uitsluitend als richtlijn gebruikt dienen worden.
Stoel:
1. Til de armsteunen omhoog om gemakkelijker toegang te krijgen (foto 7).
2. Om de rugleuning naar beneden te klappen gaat u achter de stoel staan en
trekt u aan de rugleuninghendel (foto 8).
3. Pak de stoelzitting vast en til de hendel waarmee u de stoel draait, omhoog
(foto 9).
4. Houd de stoel stevig vast en til hem verticaal omhoog terwijl u uw rug recht
houdt. Buig, indien nodig, door uw knieën.
5. Breng de stoel naar de gewenste opbergplaats, waarbij u steeds uw rug recht
houdt. Buig door uw knieën als u de stoel op een lager niveau wilt neerzetten.
Accu’s:
1. Ga achter de scootmobiel staan en verwijder de stoel zoals hierboven
omschreven.
2. Pak de kap aan de achterzijde met beide handen vast en til deze voorzichtig
van de stoel af, waarbij u de stoelkolom vrijhoudt (foto 11).
3. Maak de banden die de batterij op zijn plaats houden los (foto 12).
4. Maak de rode en zwarte batterij-aansluitklemmen los (foto 13).
5. Til de batterijen voorzichtig één voor één op, waarbij u uw rug recht houdt en
uw knieën, indien nodig, buigt.
6. Plaats de batterijen daar waar u ze wilt opbergen, waarbij u uw rug recht houdt
en uw knieën, indien nodig, buigt.
Foto 7
Foto 11
Foto 8
Foto 12
Foto 9
Foto 13
Foto 10
Foto 14
15
Iss 1
Veiligheidsmaatregelen en
gebruiksaanwijzing
Accu’s
Controleer altijd dat de accu’s
voldoende lading hebben voordat u
vertrekt.
Controleer altijd dat uw accu’s in
goede conditie verkeren en er geen
lekkage is opgetreden.
Opgelet! accuvloeistof is bijtend en u
dient altijd te voorkomen dat u ermee
in contact komt. Als het in contact met
uw huid of kleding komt, was deze
dan onmiddellijk met water en zeep.
Als het met uw ogen in contact komt,
spoel uw ogen dan onmiddellijk uit
met koud, stromend water gedurende
tenminste 10 minuten en zoek
medische hulp.
Houdt de accu’s altijd rechtop,
speciaal wanneer u uw scootmobiel
vervoert.
Banden
Uw scootmobiel heeft luchtbanden
rondom. Het is goed om uw banden
regelmatig op schade of slijtage te
controleren.
Remmen in noodgevallen
Wanneer u tijdens het rijden de
energieschakelaar uitschakelt, wordt
de energietoevoer gestopt, wat een
onmiddellijke en totale stilstand
tot gevolg heeft. Deze manier van
stoppen wordt niet aangeraden
wanneer het niet om een noodgeval
gaat.
Opgelet!
Regelmatig gebruik van de
noodremfunctie veroorzaakt schade
aan uw scootmobiel.
Vrijloopmechanisme
Volg altijd de procedure voor het
laden van de accu’s op pagina 25
- 29.
Laadt uw accu’s altijd op in een goed
geventileerde ruimte.
Laadt uw accu’s niet buiten op.
U mag geen enkel deel van uw lader,
accu of scootmobiel aan directe
warmtebronnen (bijv. gashaarden of
naakte vlammen) blootstellen.
Opgelet!
Voortduwen van de scootmobiel langs
een helling in de vrijloopstand kan
gevaarlijk zijn. Wees extra voorzichtig
wanneer dit noodzakelijk is. Schakel
het vrijloopmechanisme na gebruik
altijd uit.
Ga nooit op uw scootmobiel zitten
als deze in de vrijloopstand staat,
aangezien de scootmobiel niet langer
automatisch stopt.
16
Iss 1
Veiligheidsmaatregelen en
gebruiksaanwijzing
Transport
Wanneer u de scootmobiel wilt
transporteren, verwijdert u de stoelzitting
en de mand aan de voorzijde en duwt u
het stuur naar beneden (foto 15).
Plaats uw scootmobiel altijd in de
kofferbak van uw voertuig.
Zorg er altijd voor dat uw scootmobiel
en scootmobielonderdelen tijdens het
vervoer stevig verankerd zijn.
Zit niet op uw scootmobiel terwijl deze in
of op een ander voertuig vervoerd wordt.
Probeer geen passagiers op uw
scootmobiel mee te nemen.
Probeer geen ander voertuig te slepen.
Foto 15
Gebruik van mobiele telefoons
Mobiele telefoons of zendontvangers
mogen tijdens de bediening van het
voertuig niet worden gebruikt.
Het gebruik van mobiele telefoons
of zendontvangers kan zeer
sterke elektromagnetische velden
veroorzaken. Dit kan met het
elektronische systeem van het voertuig
storen.
Als mobiele telefoons of mobiele radio’s
gebruikt moeten worden, moet het
voertuig tot stilstand gebracht en de
elektriciteit uitgeschakeld worden voor
deze apparatuur wordt aangeschakeld
en gebruikt.
Raadpleeg uw dokter indien u twijfelt
of u in staat bent de scootmobiel te
gebruiken vanwege een medische
aandoening of behandeling.
Verstellen van de stoel
Om de stoelhoogte aan te passen verwijdert u de stoel en de kap aan de achterzijde
zoals eerder omschreven.
1. Maak de stoel los door middel van de achtkantige moer (foto 16).
2. Houd de bovenkant van de stoel vast en verwijder de stoelkolompen (foto 17).
3. Plaats de stoelkolom in de nieuwe positie en doe de pen weer op zijn plaats (foto17).
4. Draai de stoelkolom weer vast door middel van de achtkantige moer (foto 16).
5. Plaats de kap en stoelzitting terug.
Aanpassen van de afstand tussen stoel en stuur.
1. Til de hendel beneden aan de voorzijde van de stoel op (foto 18).
2. Duw en trek rustig met uw benen om de stoel in beweging te brengen totdat deze
vastklikt in de gewenste positie (foto 19).
Foto 16Foto 17
Foto 18
Foto 19
17
Iss 1
Veiligheidsmaatregelen en
gebruiksaanwijzing
Armsteunen verstellen
De breedte van de armsteunen kan aangepast worden door de twee
kartelschijfknoppen onder de stoel los te draaien, de armsteunen in de gewenste
positie te plaatsen en de kartelschijfknoppen opnieuw aan te draaien.
De hoek van de armsteunen kan worden aangepast door de armsteun op te tillen
en de 6mm schroef met de klok mee te draaien om de hoek te vergroten, of tegen
de klok in te draaien om de hoek te verkleinen.
Stuur verstellen
De scootmobiel heeft een aanpasbaar stuur waarmee u het in de gemakkelijkste
bedieningspositie kunt vergrendelen. Met deze mogelijkheid kunt u het stuur ook
volledig naar beneden klappen voor transport en stalling.
Er zijn vijf (5) aanpasbare hoekposities.
De hendel om het stuur te ontkoppelen bevindt zich links onderaan het stuur (foto
20).
1. Ondersteun het stuur met uw rechterhand en duw de stuurhendel om het stuur
te ontkoppelen naar binnen in de richting van de instellingsplaat (foto21).
3. Beweeg het stuur naar de gewenste instelling (foto 22).
4. Trek de stuurhendel weg van de instellingsplaat.
5. Duw het stuur zachtjes naar voren en achteren om te controleren of het goed
in het beveiligingsmechanisme vastzit. U kunt een ‘klik’ horen wanneer het
mechanisme in het slot valt (foto 23).
Foto 20
Foto 21
Foto 23
Foto 22
18
Iss 1
Bedieningsfuncties stuur
Handbediening
Alle bedieningsknoppen voor het besturen van de scootmobiel vindt u op het
bedieningspaneel van het stuur (foto 24).
De vooraf ingestelde snelheidsknop
Als u deze knop naar links (0) draait, daalt uw beschikbare maximumsnelheid.
Naar rechts (10) draaien verhoogt de beschikbare maximumsnelheid.
Accumeter
Deze geeft een benadering van de acculading.
De accumeter beschikt over 8 rood oplichtende balkjes om de acculading aan te
geven.
De acculader is gemarkeerd van E (empty) voor leeg, hierbij lichten geen balkjes
op, tot F (full) voor vol, hierbij zijn alle balkjes verlicht.
Terwijl de scootmobiel wordt gebruikt, vermindert het vermogen van de accu
en gaan de oplichtende balkjes één voor één uit. Dit is normaal en als u daar
eenmaal aan bent gewend, kunt u aezen hoeveel ‘brandstof’ u nog hebt.
Terwijl u met de scootmobiel over verschillende wegdekken rijdt, gaat de meter
op en neer; dit is normaal. Als u precies wilt weten hoeveel vermogen u nog hebt,
zet u de scootmobiel stil om de meter af te lezen. In koud, vochtig weer gaat de
batterijmeter sneller omlaag, omdat de capaciteit en efciëntie van alle batterijen
in dergelijke omstandigheden omlaag gaan.
De verlichting
Door middel van de blauwe knop op het frontpaneel kunt u de verlichting aan- en
uitzetten. Wanneer u eenmaal drukt, gaat de verlichting aan, wanneer u de knop
weer indrukt, gaat de verlichting uit.
Belangrijk! Wanneer u op het troittoir rijdt, dient de snelheid op de laagste
stand van de Hoog/Laagknop ingesteld te worden.
Vooraf ingestelde
snelheidsknop
Hoog/laag
snelheidsknop
Handvatten
Handbedieningfunctie
Claxon
Foto 24
Accumeter
Aan/Uitsleutel
Handbedieningfunctie
Richtingaanwijzers
19
Iss 1
Bedieningsfuncties stuur
Handbedieningshendel
Met de handbedieningshendel kunt u uw scootmobiel met uw vingertoppen
bedienen (foto 24).
Hiermee regelt u de snelheid en het voor- en achteruit bewegen.
Als u de rechterkant van de hendel met uw rechterduim in drukt, gaat de
scootmobiel vooruit. Als u de linkerkant van de hendel met uw linkerduim in
drukt, gaat de scootmobiel achteruit en klinkt de achteruitpieper. Hoe harder
u de hendel in drukt, des te harder de scooter gaat. Het is mogelijk om uw
scootmobiel met gebruik van één kant van de handbedieningshendel te
bedienen. Om dit te doen moet u de gekozen kant van de handbedieningshendel
DRUKKEN en TREKKEN.
Opmerking: Voor bediening met één hand heeft u grotere concentratie
nodig en het is vermoeiender dan de normale bediening.
Claxon
Als u op de gele claxon drukt, hoort u een waarschuwingsgeluid. Gebruik deze
functie om voetgangers waar nodig voor uw aanwezigheid te waarschuwen.
Sleutel
Met de sleutel schakelt u de scootmobiel aan en uit.
De sleutel kan niet verwijderd worden wanneer deze zich in de ON (Aan) positie
bevindt.
Verzeker u ervan dat de sleutel op OFF (Uit). staat VOORDAT u op de scooter
gaat zitten of er vanaf wilt stappen. Verwijder de sleutel om er zeker van te zijn
dat de scootmobiel UIT staat.
Wanneer u de sleutel naar OFF (UIT) draait terwijl u rijdt, komt de scootmobiel
zeer abrupt tot stilstand. Doe dit uitsluitend in een noodsituatie. Wannneer
u de scootmobiel herhaaldelijk op deze wijze tot stilstand brengt, riskeert u
beschadigingen aan de scootmobiel.
Oplaadstopcontact externe lader
Het stopcontact voor de oplader bevindt zich vlak onder het contact.
Merk op dat het stopcontact afgedekt wordt door een draaibaar plastic kapje.
Om het stopcontact te gebruiken draait u het afdekkapje naar links of rechts
waardoor het stopcontact zichtbaar wordt. Nu kunt u de stekker van de oplader in
het stopcontact steken waardoor de batterij opgeladen kan worden.
Controleer na gebruik of het plastic afdekkapje weer teruggedraaid is in
de normale positie. Hierdoor wordt voorkomen dat er water of vocht in het
stopcontact loopt.
WAARSCHUWING.
Probeer niet uw scootmobiel buiten of in natte of vochtige omstandigheden
op te laden. Wanneer u deze instructie negeert, loopt u gevaar een schok te
krijgen.
20
Iss 1
De bediening van uw scootmobiel
Vrijloopmechanisme
Een vrijloopmechanisme koppelt de aandrijving los zodat de scootmobiel
handmatig bediend kan worden (foto 25).
De vrijloop wordt ingeschakeld door de hendel aan de achterkant van de
scootmobiel naar voren te trekken. Zodra de vrijloop is ingeschakeld, wordt het
elektronische aandrijfsysteem uitgeschakeld, om het rijden te voorkomen. Dit is
een veiligheidskenmerk om te voorkomen dat u op de scootmobiel rijdt zonder
dat de parkeerrem werkt.
Om de vrijloop uit te schakelen en de motor te gebruiken, drukt u de hendel naar
achteren (foto 25).
Opmerking:
Wees uiterst voorzichtig in de vrijloopstand, speciaal op hellingen/opritten.
Als u uw scootmobiel in de vrijloopstand loslaat, kan deze onverwachts
gaan rollen.
Dit kan schade of lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Opgelet!
Het is raadzaam om uw scootmobiel de eerste keren te gebruiken in een
omgeving waar zich geen voetgangers of obstakels bevinden.
Voordat u uw scootmobiel bedient, zorg ervoor dat de stoelhoogte naar wens
is aangepast en de hoek van het stuur zo is ingesteld dat het zo veilig en
gemakkelijk mogelijk is.
Lees a.u.b. de paragrafen “Algemene Waarschuwingen”, “Op uw scootmobiel
stappen” en “Stuuraanpassingen” eerder in deze handleiding.
Foto 25
Vrijloophendel
inschakelen
Vrijloophendel
uitschakelen
21
Iss 1
De bediening van uw scootmobiel
Basisfuncties
1. Controleer of u goed in de stoel zit en of de snelheidsregelknop volledig naar
links, op stand 1, is gedraaid.
Opmerking:
Wanneer de snelheidscontroleschijf volledig tegen de klok in gedraaid
is, en u tegen een heuvel oprijdt, is het soms niet mogelijk om met de
scootmobiel achterwaarts te rijden.
2. Draai de Aan/Uit schakelaar naar ON (aan).
3. Gebruik op het stuur de handbedieningshendel als eerder beschreven. U gaat
langzaam vooruit. Laat los en u komt langzaam tot stilstand. Oefen met deze
twee basisfuncties totdat u eraan gewend raakt.
4. Het sturen van de scootmobiel is gemakkelijk en logisch. Zorg ervoor dat
u genoeg ruimte heeft als u hoeken omrijdt, zodat de achterwielen niet met
eventuele obstakels in aanraking komen.
5. Door het afsnijden van een trottoirhoek kan het achterwiel van het trottoir
afrijden, wat problemen kan veroorzaken als de hoek zeer ruw is. Probeer dit
altijd te voorkomen door in een overdreven bocht rond het obstakel te sturen.
6. Als u in een smalle doorgang zoals een deuropening stuurt of als u draait, stop
de scootmobiel, draai het stuur in de juiste richting en versnel langzaam. Hierdoor
draait de scootmobiel zeer scherp. Het is tevens raadzaam om de vooraf
ingestelde snelheid te verlagen voor betere controle in nauwe doorgangen.
Wees voorzichtig bij het achteruit rijden
7. Achteruit rijden vraagt extra aandacht.
Door met de rechterhand de handbedieningshendel naar u toe te halen of met de
linkerhand naar voren te duwen, rijdt uw scootmobiel achteruit.
Wanneer u achteruit rijdt draai het stuur altijd in de tegenovergestelde richting van
die waarin u wilt gaan.
Hoe meer u aan de handbedieningshendel trekt, des te sneller rijdt u.
Achteruit-snelheid is 50% langzamer dan de vooruit-snelheid. Als de scootmobiel
niet achteruit rijdt, draai de snelheidsknop dan langzaam met de klok mee totdat
de scootmobiel langzaam achteruit gaat.
22
Iss 1
De bediening van uw scootmobiel
Remmen
Om uw scootmobiel tot stilstand te brengen, laat u gewoon de
handbedieningshendel los.
Vergeet niet om beide handen op de handvatten te houden terwijl de scootmobiel
remt.
Er worden twee manieren van remmen gebruikt.
(a) Automatisch recuperatief remmen, wat de scootmobiel langzaam tot stilstand
brengt.
(b) Automatisch remmen wat een paar seconden nadat de handbedieningshendel
losgelaten is werkt en de scootmobiel op zijn plaats houdt, zelfs als u zich op een
heuvel bevindt.
Opmerking:
Automatisch remmen gebeurt niet meteen en werkt binnen een halve
omwenteling van het wiel nadat de scootmobiel gestopt is.
Remmen in noodgevallen
In het onwaarschijnlijke geval dat de scootmobiel een onverwachte beweging
maakt, of bij een ander noodgeval kunt u de scootmobiel met het uitschakelen
van de Aan/Uit schakelaar stoppen.
Hoewel het zeer effectief is, is noodremmen zeer abrupt en mag niet onder
normale omstandigheden toegepast worden.
Met het loslaten van de handbedieningshendel brengt u de scootmobiel rustig tot
stilstand.
Uitschakelen
De scootmobiel moet altijd met de Aan/Uit-schakelaar uitgeschakeld worden.
Wanneer u de scootmobiel opbergt en/of langere tijd niet gebruikt, laadt dan altijd
eerst de batterijen 12 uur op en maak de batterij los voordat u de scootmobiel
opbergt.
TIP:
Wij adviseren u de scootmobiel uit te schakelen en de sleutel mee te nemen
wanneer u hem onbeheerd laat staan, bijvoorbeeld wanneer u een winkel
binnengaat.
23
Iss 1
Richtlijnen voor veilig gebruik
Oversteken van wegen
Uw scootmobiel is niet in staat
stoepen of andere obstakels hoger
dan 10cm op of af te gaan. Gebruik
altijd voetgangeroversteekplaatsen
of afritten. Wees erop bedacht dat
sommige afritten toegangen tot
autowegen zijn. Wees in dat geval
extra oplettend.
Vergeet voor het oversteken niet om
vooruit te rijden en de scootmobiel
op 90° ten opzichte van de weg te
plaatsen (Foto 26). Stop ongeveer 30
– 60 cm van de rand van het voetpad.
Controleer of het veilig is om over te
steken. Selecteer een gemiddelde
tot hoge snelheid en rijdt, wanneer
het veilig is, zonder stoppen naar de
overkant.
Opmerking:
Zwaardere gebruikers hebben een
hogere snelheidsinstelling nodig.
Opmerking:
Lagere snelheidsinstellingen
worden aanbevolen wanneer u
heuvelafwaarts rijdt, met name
achteruit. Verminder uw snelheid
ook als u hoeken omrijdt. De antikantelvoorziening scootmobiel mag
niet verwijderd worden.
Gebruik op het voetpad
Wanneer u uw scootmobiel op
het voetpad gebruikt, let dan op
voetgangers en situaties die extra
aandacht nodig hebben, zoals jonge
kinderen en huisdieren. Vergeet ook
niet met name in openbare plaatsen
voorzichtig te rijden en altijd met
anderen rekening te houden. Wanneer
u zich in beperkte ruimtes, zoals
winkels, beweegt, zorg er dan voor
dat de minimumsnelheid geselecteerd
is. Als u uw scootmobiel buiten een
winkel laat staan, zorg er dan voor
dat hij voetgangers of de toegang van
voertuigen niet blokkeert. Schakel
de scootmobiel altijd uit en neem de
sleutel mee.
Foto 26
Over hellingen rijden
U dient voorzichtig te zijn met het
oversteken van hellingen.
Opmerking:
Steek een helling van meer dan 12°
niet kruislings over. Negeren van
dit advies kan het kantelen van de
scootmobiel tot gevolg hebben.
24
Iss 1
Richtlijnen voor veilig gebruik
Heuvels opgaan
Uw scootmobiel is ontworpen redelijke
heuvels tot 12° te nemen, hoewel
het vermogen om heuvels te nemen
en de af te leggen afstand tussen
acculadingen negatief beïnvloed
worden door:
1. Het gewicht van de gebruiker.
2. Terrein (bijv. gras of grint).
3. Steilheid van de heuvels.
4. Niveau van de acculading en de
leeftijd van de accu’s.
5. Extreme temperaturen.
6. Gebruik en gewicht van de
accessoires.
Transport
Uw scootmobiel kan snel en
gemakkelijk voor vervoer in een auto
gedemonteerd worden:
(i) Verwijder de mand aan de
voorkant.
(ii) Verwijder de stoel, laat de
stoelkolom op zijn plaats.
(iii) Duw het stuur door middel van de
stuurhendel omlaag naar de laagste
instelling (foto 27).
(iv) Zet de vrijloophendel in zijn vrij
om, indien nodig, makkelijker te
manoeuvreren.
(v) Zet de scootmobiel veilg en zeker
in de bagageruimte van het voertuig.
Foto 27
Belangrijk: Vergeet niet de
aandrijving weer aan te schakelen
door de vrijloophendel naar
achteren te drukken om te
voorkomen dat de scootmobiel
beweegt. Zorg bij transport altijd
dat uw scootmobiel vast staat.
25
Iss 1
Accu’s en laden
Algemene informatie
Accu’s vormen de krachtbron voor
bijna alle moderne mobiliteitsproducten
die tegenwoordig verkrijgbaar zijn.
Het ontwerp van de accu’s die in
mobiliteitsproducten gebruikt worden,
verschilt belangrijk van de accu’s
die gebruikt worden om bijvoorbeeld
een auto te starten. Autoaccu’s zijn
ontwikkeld om grote hoeveelheden
kracht in een korte periode te leveren,
terwijl mobiliteitsaccu’s (meestal
“deep cycle” accu’s genoemd) hun
energie geleidelijk over een langere
periode vrijgeven. Derhalve zijn
mobiliteitsaccu’s doorgaans duurder,
vanwege de lagere productieaantallen
en hogere technologische eisen. Er
worden meestal twee 12 volt accu’s
in een mobiliteitsproduct gebruikt die
tezamen een totaal voltage van 24
volt leveren. De capaciteit van de accu
(d.w.z. het beschikbare vermogen)
wordt in amps per uur uitgedrukt (bijv.
10 amp/u). Hoe hoger het getal, des te
groter de capaciteit en het gewicht van
de accu, en mogelijk, de afstand die u
kunt aeggen.
Accu’s
Onderhoudsvrij
Dit is het soort accu dat in het
accupack gebruikt wordt. Zoals de
naam al aangeeft, is er geen ander
onderhoud nodig dan regelmatig
laden. Aangezien de omkasting van
de accu verzegeld is, kunt u dit soort
accu veilig vervoeren, zonder gevaar
voor morsen van zuur. Bovendien
mogen ze in vliegtuigen vervoerd
worden.
Wij bevelen u aan de accu’s altijd
rechtop op te bergen. Gebruik alleen
accu’s die door een erkende Sunrise
Medical dealer geleverd worden.
Zorg voor de accu
Hieronder wordt beschreven hoe
u voor onderhoudsvrije accu’s
kunt zorgen. Dit hebben Sunrise
Medical en de accufabrikant samen
afgesproken om ervoor te zorgen
dat u het beste uit uw accu’s haalt.
Als u de accu’s op een andere wijze
verzorgt, kan dit resulteren in een
lagere dan verwachte prestatie van
uw mobiliteitsvoertuig.
Uw scootmobiel bevat een accupack
dat naast regelmatig laden, geen
onderhoud nodig heeft. Als het
accupack aan de buitenkant is
beschadigd, wees dan zeer voorzichtig
als u het aanraakt.
Lekkende accuvloeistof is bijtend en
giftig.
In die gevallen dient u contact met uw
plaatselijke dealer op te nemen voor
hulp.
Gooi uw accu’s niet met het normale
afval weg. Recycle ze altijd in naleving
van de plaatselijke wetgeving.
Opmerking: Stel geen enkel deel
van de accu bloot aan directe
warmtebronnen en, wanneer u de
accu oplaad, plaats hem altijd op
een harde ondergrond in een goed
geventileerde ruimte. U mag de
accu niet buiten laden. U mag niet
roken in de nabijheid van ladende
accu’s. Zorg ervoor dat er geen
naakte vlammen in de ruimte zijn.
26
Iss 1
Accu’s en laden
De verzorging van uw accupack
1. Gebruik alleen de goedgekeurde
acculader die bij de scootmobiel
meegeleverd is.
2. Laadt uw accu’s elke nacht op,
ongeacht hoeveel u de scootmobiel
overdag gebruikt heeft.
3. Onderbreek de laadcyclus niet.
4. Als u uw scootmobiel niet nodig heeft,
dient deze maximaal 12 uur met de lader
verbonden te blijven. Hierdoor worden
de accu’s niet beschadigd, zolang als de
netvoeding aangeschakeld blijft.
De lader mag niet met de accu
verbonden blijven wanneer de
netvoeding uitgeschakeld is. Dit zal
uiteindelijk de acculading verminderen.
5. Als u uw scootmobiel gedurende
een lange periode (meer dan 5 dagen)
niet gaat gebruiken, laadt dan eerst
gedurende 12 uur de accu’s op, verwijder
de lader en zorg ervoor dat de accu’s
niet verbonden zijn.
Opgelet!
Vergeet niet om de stekker van
uw scootmobiel na laden te
verwijderen, om te voorkomen
dat u wegrijdt terwijl deze nog
verbonden is. De scootmobiel
werkt niet als hij opgeladen wordt.
8. Het accupack dient regelmatig op
schade gecontroleerd te worden. Als
er duidelijk schade aanwezig is, neem
dan contact met uw mobiliteitsdealer
op.
Opgelet!
Zorg ervoor de accu-uitgangen niet
kort te sluiten. Wanneer u metalen
gereedschap gebruikt, wees
dan zeer voorzichtig. Verwijder
alle geleidende sierraden (bijv.
horloges, halskettingen etc.)
voordat u de onbedekte accu’s
aanraakt.
9. Navolging van bovenstaande 9
punten resulteert in een gezondere
accu, grotere rijafstand voor de
gebruiker van het voertuig en een
langer leven van uw accu’s.
6. Verzuim om te laden beschadigt
de accu’s en kan leiden tot kortere rijafstanden en permanente storing.
7. Laadt uw accu’s overdag niet bij.
Wacht tot de avond, wanneer een
volledige laadcyclus mogelijk is.
27
Iss 1
Accu’s en laden
De rij-afstand van uw voertuig
De meeste fabrikanten van mobiliteitsproducten vermelden de rij-afstand van hun
voertuigen in de verkoopliteratuur of de handleiding.
De vermelde rij-afstand verschilt soms per fabrikant, zelfs als de accumaat
dezelfde is. Sunrise Medical meet de rij-afstand van hun voertuigen op
consistentie en uniforme wijze, maar er doen zich altijd variaties voor vanwege
motorbezuinigingen en totaalgewicht van de productlading.
De cijfers voor rij-afstand zijn berekend in overeenstemming met ISO norm 7176,
deel 4: “energieverbruik van elektrische rolstoelen en scooters voor de bepaling
van de theoretische maximumafstand”.
Deze test wordt onder gecontroleerde omstandigheden uitgevoerd met nieuwe,
volledig geladen accu’s op een vlak testoppervlak en met een gebruikersgewicht
van 90 kg. De verstrekte cijfers voor rij-afstand, moeten beschouwd worden
als een theoretisch maximum en kunnen teruglopen als een van de volgende
omstandigheden of een combinatie daarvan zich voordoet:
1. Het gebruikersgewicht is zwaarder dan 90 kg.
2. Accu’s met een leeftijd en conditie die niet perfect zijn.
3. Het terrein is moeilijk en niet geschikt, bijv. zeer heuvelachtig, hellend,
modderige grond, grint, gras, sneeuw en ijs.
4. Het voertuig neemt vaak opritten.
5. De omgevingstemperatuur is zeer warm of zeer koud.
6. Er is schade aan een of meer banden.
7. Vaak starten en stoppen.
8. Tapijten met een diepe pool binnenshuis kunnen de rij-afstand ook
beïnvloeden.
Al deze technische informatie lijkt misschien ingewikkeld en een beetje
beangstigend, maar vergeet niet dat de accumaat op uw scootmobiel
voldoende bereik zou moeten bieden om bij de meeste levensstijlen van
onze klanten te passen.
28
Iss 1
Accu’s en laden
Externe acculader
Uw scootmobiel wordt geleverd met een externe lader. Wij wijzen erop dat alleen
laders met een capaciteit van minimaal 2,0 Amp en maximaal 6 Amp die door uw
plaatselijke, erkende Sunrise Medical dealer geleverd worden gebruikt mogen
worden.
1. Schakel uw scootmobiel uit door de sleutel om te draaien.
2. Schuif het afdekkapje van het opladerstopcontact (op het stuur) opzij en steek
de stekker van de lader erin (foto 28 en 30).
3. Controleer of de stekker van de oplader droog en intact is voordat u deze met
het netwerk verbindt en aanschakelt.
4. Vanaf de achterzijde van de scootmobiel gezien aan de linkerkant bevindt zich
bovenop de kap een ‘reset’-knop. Controleer of de knop ingedrukt is (foto 29).
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen:
Stel geen enkel deel van het accupack aan directe warmtebronnen bloot
(bijv. open vuur, gashaard).
Laat de accu niet bevriezen.
Plaats tijdens het laden de lader altijd op een harde ondergrond in een goed
geventileerde ruimte. Het wordt ernstig afgeraden de batterijen buiten of in
vochtige/natte omstandigheden op te laden.
Gebruik altijd door Sunrise aanbevolen accu’s van uw plaatselijke,
erkende dealer. De externe lader moet op een droge plaats bewaard
worden in temperaturen tussen -25°C en 40°C en niet onderhevig zijn aan
mechanische schade.
De lader mag alleen door een erkende Sunrise Medical dealer gerepareerd
worden.
Zekeringen
Zoals eerder omschreven is er een ‘reset’-knop (foto 29) aanwezig. Als er zich
een storing voordoet, schiet deze knop naar buiten. Schakel de scootmobiel uit,
druk de knop in en schakel de scootmobiel weer aan.
Er bevindt zich in iedere batterij-aansluiting een 40A zekering. Deze moeten,
indien nodig, worden vervangen door zekeringen van hetzelfde type en
vermogen.
Er bevindt zich ook een zekering in de stekker van de oplader die bedoeld is
voor de aansluiting met het stroomnet. Wanneer deze doorbrandt, verwijdert u de
stekker en vervangt u de doorgebrande zekering door een nieuwe zekering van
dezelfde waarde.
29
Iss 1
Accu’s en laden
Externe acculader
De externe lader heeft vier (4)
mogelijke aanduidingen (foto 31):
1. OFF (UIT) = Niet verbonden
2. ROOD = Lader is aan.
3. ORANGE = Bezig te laden.
4. GROEN = Volledig geladen.
Controleer of de scootmobiel
uitgeschakeld is alvorens met het
opladen te beginnen.
Schuif na het laden altijd het kapje
terug over het oplaadstopcontact. Dit
voorkomt dat er water of vocht in het
stopcontact komt.
Foto 28
Foto 29
Opmerking: de scootmobiel heeft een veiligheidscircuit dat voorkomt dat hij
tijdens het laden weggereden wordt. Als uw scootmobiel na een laadperiode niet
op de normale bediening reageert, controleer dan of de acculader volledig van
de scootmobiel losgekoppeld is. Nieuwe accu’s moeten altijd gedurende 12 uur
geladen worden VOOR het eerste gebruik.
! WAARSCHUWING! NIET ROKEN EN GEEN OPEN VLAMMEN WANNEER
DE ACCU’S GELADEN WORDEN. RAAK DE UITGANGEN VAN HET
ACCUPACK NIET MET METALEN OBJECTEN AAN. VERWIJDER
METAALACHTIGE SIERADEN WANNEER U MET DE ACCU’S WERKT.
DRAAG HANDSCHOENEN EN EEN BESCHERMBRIL ALS U LEKKENDE
ACCU’S VERPLAATST. VERVANG BESCHADIGDE OF LEKKENDE ACCU’S
ONMIDDELLIJK. GEBRUIK ALLEEN GOEDGEKEURDE RESERVEACCU’S.
Foto 30
Foto 31
30
Iss 1
Routineonderhoud
De volgende tabel geeft een indicatie wanneer geregelde onderhoudscontroles uitgevoerd moeten worden.
Er is geen servicehandboek beschikbaar.
Onderhoud, foutopsporing en servicebeurten dienen door een erkende
Sunrise Medical dealer uitgevoerd te worden, tenzij anders aangegeven.
SIX MONTHLY
ANNUALLY
De onderstaande controles kunnen door de gebruiker worden uitgevoerd
Controle acculading (Fig. D)
Kijk voor het gebruik naar de accumeter op het stuur om ervoor te zorgen dat de
accu volledig geladen is.
Inspectie van de aansluitingen (Fig. C)
Verwijder achterpaneel (waar aangebracht) en zorg ervoor dat alle aan
sluitingen vast zitten.
Met een vochtige doek afvegen
Gebruik alleen een vochtige doek en mild schoonmaakmiddel voor panelen, stuur en stoel.
Banden controleren
Geen afval, olie, diepe sneden of vervorming aan de banden.
Lange nachtelijke acculading
Zorg ervoor dat de accu’s tenminste 8 uur geladen worden.
Controleer banden op slijtage (Zie Fig. A en Fig. B)
Controleer of het proel op de banden zichtbaar en doorlopend is.
Onderstaande controles moeten door een erkende Sunrise dealer
uitgevoerd worden.
Draaien en schuiven van de stoel (waar aangebracht)
Controle van de kabels op wrijving en slijtage
Uitgangen accupack
Reinigen en beschermen met Vaseline
Controleer dat de parkeerrem (waar aangebracht) correct aangepast is.
Controleer anti-kantelwielen op slijtage
Controleer motorborstels
Volledige service door de dealer
Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Driemaandelijks
Halfjaarlijks
Jaarlijks
Fig. A
Fig. BFig. C
Opbergen
Wanneer u uw scootmobiel voor lange
periodes (meer dan een week) opbergt,
laadt de accu’s gedurende 12 uur op en
ontkoppel de accu’s om accu-ontlading
te minimaliseren.
Elektronische storingen
Probeer niet eventuele storingen in
het bedieningspaneel of de lader te
onderzoeken aangezien het ontwerp en
de inrichting van de elektronica cruciaal
voor de veiligheid is.
Reserveonderdelen zijn bij de erkende
Sunrise Medical dealers verkrijgbaar.
Fig. D
Lampen vervangen
Opgelet! Ontkoppel de batterijen
voordat u de lampen verwisseld.
Richtingaanwijzers 24v 5w
Achterlichten 24v 5w
Koplamp 24v 18w
Vervang de lampen altijd door lampen
met de juiste waarde om problemen
met functioneren te voorkomen.
Wielen
Opmerking: Wielen dienen alleen
verwijderd en gemonteerd te
worden door een erkende dealer.
31
Iss 1
Onderhoudsgeschiedenis
Dit onderdeel helpt u om een overzicht te houden van eventuele servicebeurten en reparaties aan uw scootmobiel.
Mocht u in de toekomst besluiten uw scootmobiel te verkopen of in te ruilen, dan zal dit nuttig voor uw zijn. Het is ook
nuttig voor uw dealer om een gedocumenteerd overzicht te hebben, en deze handleiding dient bij de scootmobiel te
blijven als er service- of reparatiewerkzaamheden op uitgevoerd worden. De dealer vult dit onderdeel in en geeft de
handleiding aan u terug.
Diamond
Lengte 130 cm
Breedte 64 cm
Max. Gebruikersgewicht 150 kg
Max. veilige Hoek 12º - 100 kg gebruikersgewicht
8º - 150 kg gebruikersgewicht
Bereik 38 km
Snelheid 12.5 km/u
Draaicirkel 145 cm
Gewicth (incl. accu) 135 kg
Batterijvermogen 50 AH
Verstelbare zithoogte 46 cm - 54 cm
Diameter voorwielen 33 cm
Diameter achterwielen 33 cm
33
Iss 1
Oplossen van problemen
MOGELIJKE OORZAAK
Accu’s zijn niet lang genoeg geladen
Accu’s zijn zwak en kunnen de lading
niet vasthouden
Storing accupack
Storing in het laden
Laadkabel of stekker beschadigd
Losse verbinding
Geen uitgang van het stopcontact
Zekering in de stekker van de acculader is doorgeslagen
De knop op het accupack is naar
buiten gesprongen
Defecte accu’s
Scootmobiel staat aan tijdens het
laden
OPLOSSING
De accu’s gedurende acht of meer
uren laden
Vervang het accupack
Vervang accupack
Vervang lader
Neem contact met de plaatselijke
mobiliteitsdealer op
Controleer stekkers en kabels
Probeer een stopcontact in een
andere ruimte
Haal de stekker uit het stopcontact
en verwissel de zekering
Uitschakelen en knop weer indruk-
ken
Vervang accupack
Schakel scootmobiel uit
Zie accupack laadt niet op
Remhendel niet aangeschakeld
Lege accu’s
Scootmobiel of accupack niet aange-
schakeld
Accupack niet juist aangeschakeld
Scootmobiel in slaapstand
Knop op accupack naar buiten ge-
sprongen
Ontkoppelde kabels of stekkers
Fout in het bedieningssysteem
Elektronische storing
Zie accupack laadt niet op
Schakel de remhendel aan
Laad accupack
Zorg ervoor dat beiden aangescha-
keld zijn
Controleer of de accupack beves-
tigd is
Draai de sleutel uit en weer aan
Reset de contactverbrekerknop
Controleer alle stekkers en kabels
Contact met dealer opnemen
Contact met dealer opnemen
PROBEER NIET ONDERDELEN VAN HET BEDIENINGSSYSTEEM, DE ACCU,
KABELS, STEKKERS OF ACCULADER VAN DE SCOOTMOBIEL TE OPENEN. HET
CONTROLESYSTEEM IS CRUCIAAL VOOR DE VEILIGHEID EN ER ZIJN GEEN
ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN KUNNEN WORDEN.
34
Iss 1
Opmerkingen
35
Iss 1
Opmerkingen
Sunrise Medical Limited
High Street, Wollaston, West Midlands DY8 4PS
England
Tel 01384 44 66 88 Fax 01384 44 66 99
E-Mail: sunmail@sunmed.co.uk
www.sunrisemedical.co.uk
Iss 1
17 03 2010
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.