Sparta ION User Manual



















HANDLEIDING

Gebruikershandleiding

User Manual

Mode d'emploi

Benutzerhandbuch

Fietsen met Hartslagondersteuning*

Cycling with Heart Rate Support*

Utilisation du réglage de l'assistance

d'après le rythme cardiaque*

Fahrräder mit

Herzschlagunterstützung*

*

Sparta ION Heart Support Module

V1

2

Inhoud

1. Onderdelen 3

2. Werking 3

3. Instructie 4

4. Aanvullende informatie 6

4.1 Gebruik

4.2 Mogelijke storingen en interferentie

4.3 Geen weergave hartslag in display

4.4 Onderhoud en verzorging

4.5 Batterij wisselen

4.6 Veiligheid

4.7 Technische gegevens

4.8 Garantie

6

6

6

6

7

7

7

7

3

1.

Borstband

met zender

3.

Receiver op het stuur

2.

Elastische band

1. Onderdelen

Uw Hartslagondersteuningsset bestaat uit drie onderdelen:

1. Borstband met zender

2. Elastische band

3. Receiver op het stuur

2. Werking

Met de Hartslagondersteuning wordt de mate van trapbekrachtiging bepaald op basis
van uw hartslag.

Vanaf het moment dat u gaat fietsen, zal de ingestelde hartslag (streefwaarde) het
uitgangspunt zijn, waar continu naar toegewerkt wordt.

Indien uw actuele hartslag boven de streefwaarde uitkomt, dan geeft het systeem
extra trapbekrachtiging, net zo lang tot uw hartslag weer voldoende gedaald is. U
zult dan zelf meer inspanning moeten leveren, waardoor uw hartslag weer stijgt. Zo
wordt er continu naar de gewenste hartslag toegewerkt. Het systeem is zo
ontworpen dat de overgangen van meer naar minder trapbekrachtiging uiterst
vloeiend verlopen.

De extra trapbekrachtiging werkt overigens bovenop het bestaande rijprogramma. U
krijgt dus altijd de gebruikelijke trapbekrachtiging wanneer er trapkracht geleverd
wordt en u kunt daarbij gewoon gebruik maken van de drie
trapbekrachtigingsstanden ECO, NORMAL, POWER.

4

3. Instructie

Volg de onderstaande instructie om te fietsen met Hartslagondersteuning.

1. Doe de band onder uw kleding om uw borstkas met het logo aan de

buitenzijde direct op uw borstbeen. Pas de lengte van de band aan, zodat
deze goed past, niet te los of te strak.

Let op: Optimaal contact tussen huid en de sensoren is belangrijk. U
dient daarvoor bij ieder gebruik de sensoren (twee rechthoekig
geribbelde zones aan de achterkant van de zender) iets vochtig te
maken. Borstbeharing kan het contact verstoren.

2. Uw actuele hartslag wordt na ongeveer 5 seconden op het display

weergegeven, indien u zich binnen een straal van een halve meter van het
stuur (de receiver) bevindt. Uw actuele hartslag wordt vermeld onder
Weergave-opties. Druk de MODE-knop net zo vaak in tot op het display “Act.
Hartslag” weergegeven wordt.

3. In het displaymenu kunt u de hartslaginstellingen wijzigen.

Ga naar het displaymenu door minimaal twee seconden op de MODE-knop te
drukken. Kies vervolgens voor “Functies” en voor “Hartslag” middels de
pijltjestoetsen. Bevestig uw keuzes met de rode ENTER-toets.

U heeft nu de volgende keuze:

Het hartje bovenin het scherm geeft aan dat
de Hartslagondersteuning is ingeschakeld.

5

• Kies voor “Ondersteuning” indien u de Hartslagondersteuning wilt in-

of uitschakelen. Bevestig uw keuze met de rode ENTER-toets.

• Kies voor “Streefwaarde” indien u uw gewenste hartslag wilt instellen.

Het instellen van de streefwaarde kan met behulp van de
pijltjestoetsen (A). Bevestig met de rode ENTER-toets.

Het trapbekrachtigingssysteem zal na het instellen van de streefwaarde continu naar
deze hartslag toewerken. Het systeem regelt extra trapbekrachtiging als u hartslag
boven de streefwaarde uitkomt, zodat uw hartslag weer zal dalen.

6

4. Aanvullende informatie

4.1 Gebruik

• De Hartslagondersteuning is uitsluitend bestemd voor persoonlijk gebruik en

niet voor medisch of commercieel gebruik.

• De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door ondeskundig of foutief

gebruik is ontstaan.

• Vóór gebruik moet gecontroleerd worden of er op het apparaat en de

accessoires geen zichtbare schade aanwezig is. Gebruik bij twijfel het
apparaat niet en wendt u tot de leverancier.

• Vermijd het contact met zonnebrandmiddelen of gelijkwaardige producten.

Deze zouden het apparaat kunnen beschadigen.

• Probeer de onderdelen van de Hartslagondersteuning nooit zelf te repareren!

Reparaties mogen uitsluitend door een geautoriseerde leverancier worden
verricht.

• Gebruik de Hartslagondersteuning alleen met de bijgeleverde onderdelen.

4.2 Mogelijke storingen en interferentie

De receiver op het stuur vangt signalen op die uitgezonden worden door de zender in
de borstband. Tijdens het gebruik kan het voorkomen dat de receiver ook andere
signalen ontvangt dan die van de borstband, bijvoorbeeld signalen afkomstig van
een andere hartslagmeter in de buurt. In dat geval kan het signaal van de hartslag
overlappen met signalen van buitenaf. Dat geeft storingen in de meting.

Storingen kunt u herkennen aan de onrealistische waarden die weergegeven worden.
Als uw normale hartslag normaal rond de 130bpm zit en er wordt ineens 200 bpm
aangegeven, dan is er sprake van een korte storing. Wanneer u uit de buurt van de
storingsbron bent, zullen de gegevens weer kloppen. Houdt er rekening mee dat
verstoorde waardes de mate van trapbekrachtiging kunnen beïnvloeden. Indien u
stopt met trappen dan zal de trapbekrachting altijd stoppen.

4.3 Geen weergave hartslag in display

Indien de actuele hartslag niet weergegeven wordt op het display, kan dat
verschillende redenen hebben:

a. De borstband is niet correct omgedaan. Doe de borstband om zoals

beschreven in de instructie.

b. De contactvlakken van de borstband zijn niet bevochtigd of ze zijn vervuild.

Bevochtig / reinig de contactvlakken.

c. De batterij van de borstband is leeg. Vervang de batterij.
d. Slecht contact tussen receiver op het stuur en de bedieningsunit. Kijk of het

stekkertje goed geplaatst is.
Mochten deze maatregelen het probleem niet verhelpen, neem dan contact op met
uw dealer.

4.4

Onderhoud en verzorging

• Gebruik voor de reiniging van de borstband en de elastische band lauw water

en een mild reinigingsmiddel.

• Bewaar de borstband en het hartslag horloge op een schone droge plaats. Vuil

kan de elasticiteit en het functioneren van de zender beïnvloeden. Zweet en
vocht kunnen er voor zorgen dat de elektrodes vochtig blijven en dat
daardoor de zender actief blijft wat de levensduur van de batterij verkort.

7

4.5 Batterij wisselen

De batterij van de borstband (type CR 2050) kunt u zelf vervangen. Het batterijvakje
bevindt zich aan de binnenkant van de borstband. Om het batterijvakje te openen,
kunt u een munt gebruiken. De plus-pool moet naar boven gericht zijn. Sluit het
batterijvakje voorzichtig.

Let op: Lege batterijen horen niet bij het huishoudelijk afval.
Breng de lege batterijen naar een inzamelpunt voor lege batterijen en accu’s
(klein chemisch afval).

4.6 Veiligheid

Personen met hart- en vaatziekten of dragers van een pacemaker mogen dit
apparaat alleen gebruiken na overleg met hun arts.

4.7 Technische gegevens

Instelbare grenswaarden hartslagfrequentie: 40-220 slagen/min
Gebruikstemperatuur: 5 ºC tot 50 ºC
Opslagtemperatuur: -20ºC tot 70 ºC
Batterijtype borstband: 3 volt lithium CR2050
Zendfrequentie: circa 5,3 kHz
Reikwijdte van de zender: circa 80 cm

4.8 Garantie

Uw fietsfabrikant geeft een garantie van zes maanden op eventuele materiaal en / of
constructiefouten aan de borstband en/of receiver. U kunt enkel aanspraak maken
op garantie, als u het aankoopbewijs kunt voorleggen. De garantieperiode begint op
de dag van aankoop. Wendt u zich voor garantie-afhandeling altijd tot uw dealer. Uw
dealer zal zorgen dat het garantiegeval correct afgehandeld wordt.

De volgende zaken vallen niet onder garantie:

• oneigenlijk gebruik

• externe schade (valschade, stootschade, e.d.)

• batterijen