1. Beperkingen: op de informatie van de software rust
copyright van Sun, en Sun en/of diens
licentiehouders behouden het eigendomsrecht van
alle kopieën. Het is de klanten niet toegestaan de
software te wijzigen, te decompileren, uit elkaar te
halen, te decoderen, te extraheren of op enige andere
wijze reverse engineering toe te passen. De software
mag niet geheel of gedeeltelijk worden verhuurd,
overgedragen of in sublicentie worden gegeven.
2. Exportvoorschriften: de software, inclusief
technische gegevens, is onderworpen aan de
Amerikaanse wetgeving op het gebied van
exportcontrole, waaronder de Amerikaanse Export
Administration Act en de hiermee samenhangende
voorschriften en kan onderworpen zijn aan export- en
importvoorschriften in andere landen. De klant stemt
ermee in zich strikt aan al deze voorschriften te
houden, en erkent dat hij verantwoordelijk is voor het
verkrijgen van licenties voor het exporteren, opnieuw
exporteren of importeren van de software. Software
mag niet worden gedownload of op enige andere
wijze worden geëxporteerd of opnieuw geëxporteerd
(i) naar, of naar een inwoner van of een persoon
afkomstig uit, Cuba, Irak, Iran, Noord-Korea, Libië,
Soedan, Syrië (deze lijst kan van tijd tot tijd worden
gewijzigd) of enig ander land waarvoor de VS een
handelsembargo heeft; of (ii) naar iemand op de lijst
Specially Designated Nations van het Amerikaanse
Ministerie van Financiën of de Table of Denial
Orders van het Amerikaanse Ministerie van
Economische Zaken.
Eventuele rechten die niet expliciet in dit document
worden verleend, zijn voorbehouden.
Opmerking Sommige diensten in deze
gebruikershandleiding worden niet door alle
netwerken ondersteund. Dit is ook van toepassing op
de het internationale GSM-alarmnummer 112, Neem
contact op met uw netwerkoperator of
serviceprovider wanneer u twijfelt of u een bepaalde
dienst al dan niet kunt gebruiken.
Gefeliciteerd met uw aanschaf van de Sony
Ericsson M600i, de 3G-messagingtelefoon.
Lees voor gebruik van uw nieuwe telefoon
deze instructies zorgvuldig door, zodat u het
toestel ten volle kunt benutten en deze zo lang
mogelijk meegaat.
Het hoofdstuk Overzicht van de telefoon in
deze Gebruikershandleiding geeft een beknopt
overzicht van de hoofdfuncties van de
telefoon, de snelkoppelingen en algemene
informatie.
De volledige gebruikersdocumentatie bestaat
uit de volgende componenten:
• Beknopte handleiding – de informatie
die nodig is om te beginnen.
• Gebruikershandleiding – een overzicht
van de telefoon met gedetailleerde
informatie over de instellingen.
• Helpfunctie in de telefoon – uw telefoon
is uitgerust met ingebouwde helponderwerpen. Bij de meeste applicaties
krijgt u vanuit het
Help. In sommige dialoogvensters is
specifieke Help beschikbaar, bijvoorbeeld
dialoogvensters waarin je belangrijke
instellingen kunt opgeven. U kunt het
Help-dialoogvenster openen met een
aparte toets of vanuit het
Meer-menu toegang tot
Meer-menu.
• Handleiding op internet – er is een up-
to-date Gebruikershandleiding
beschikbaar op het internet:
www.sonyericsson.com/support
deze website openen vanaf uw computer
of met de browser van uw telefoon.
Dit pictogram geeft aan dat een
functie afhankelijk is van het
netwerk of abonnement. Het is
mogelijk dat de dienst niet in alle
landen of tijdens roaming
beschikbaar is. Neem voor meer
informatie contact op met uw
operator.
Opmerking: Voordat u uw telefoon kunt
gebruiken, moet u de SIM-kaart plaatsen en de
batterij plaatsen en opladen. Ontkoppel altijd
de oplader voordat u de SIM-kaart plaatst of
G
F
E
verwijdert.
Overzicht
C
D
B
A
G
H
F
E
M
L
K
Pakket
B
C
A
H
D
A. Telefoon
B. Oplader
C. Stereoheadset
D. Batterij
E. USB-kabel
F. Memory Stick Micro™ (M2™) in de
Memory Stick-sleuf. De Memory Stick
bevat Try and Buy-applicaties.
G. CD met Sony Ericsson PC Suite
H. Pakket met documentatie
Neem contact op met uw leverancier wanneer
het pakket niet alle bovengenoemde artikelen
bevat.
A. Aan-uitknop
B. Infraroodpoort
C. Scherm
D. Toetsenbord met tweeledige functie
E. Sleuf voor Memory Stick
F. Snelkoppelingsknop
G. Luidspreker
H. Aansluiting voor antenne
I. Aansluiting voor accessoires en oplader
J. Microfoon
K. Terug-toets
L. Jog Dial
M. Stylus
Tip U kunt een kleine schroevendraaier
gebruiken om de plastic kap van de
antenneaansluiting te verwijderen.
Voor u de telefoon in
gebruik neemt
SIM-kaart
U ontvangt uw SIM-kaart zodra u zich bij een
netwerkoperator hebt geregistreerd. De SIMkaart houdt uw telefoonnummer, de diensten
waarop u bent geabonneerd en uw
telefoonboekgegevens bij.
Verwijder de batterij (als deze geplaatst is) en
plaats de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder.
Een PIN-code wordt met de SIM-kaart
meegeleverd en moet worden ingevoerd
wanneer u de telefoon voor de eerste keer
inschakelt.
IMEI-nummer
Om onbevoegd gebruik van uw telefoon te
voorkomen als deze is gestolen, dient u een
kopie van uw IMEI-nummer te bewaren, zodat
uw operator de telefoon volledig kan
blokkeren. Het IMEI-nummer staat afgedrukt
op de bodem van de batterijhouder . Voer
in vanuit de stand-byweergave (zie Stand-byweergave op pagina 9) om het nummer weer
te geven.
*#06#
Batterij
Duw licht op het bovenste gedeelte om het
klepje van de batterij te openen en schuif het
naar beneden. Plaats de batterij en sluit de
klep.
U dient de batterij op te laden als het
indicatielampje rood knippert. Als de batterij
bijna leeg is, wordt dit ook aangegeven door
een melding op het scherm.
Zorg dat de batterij in de telefoon is geplaatst
en sluit de oplader aan op de telefoon. Sluit de
oplader aan op de netvoeding. Als de telefoon
tijdens het opladen is uitgeschakeld, gaat het
rode indicatielampje uit zodra de batterij
volledig is opgeladen.
Onderhoudsinstructies
Volg het onderstaande advies op voor het
onderhouden van uw telefoon:
• Gebruik een vochtige doek om het scherm
te reinigen.
• Gebruik alleen de stylus of uw
vingertoppen om op het scherm te tikken.
• V oor gedetailleerde onderhoudsinstructies,
zie Aanbevelingen voor veilig gebruik van
het product (mobiele telefoon, batterij,
oplader en overige accessoires) op
pagina 98.
Eerste keer inschakelen
Lees Richtlijnen voor veilig en efficiënt
gebruik op pagina 98 voordat u de telefoon in
gebruik neemt.
Druk op de aan-uitknop om uw telefoon in te
schakelen. Selecteer
het Voedingsmenu wordt geopend.
U wordt nu gevraagd om een taal te selecteren.
Lees meer over het selecteren en installeren
van talen in Taal op pagina 92.
Telefoon aan wanneer
De telefoon in- en
uitschakelen
Normale werking
Druk op de aan-uitknop op de bovenkant van
de telefoon om uw telefoon in te schakelen. U
wordt gevraagd om te kiezen tussen
aan en Flight mode. Kies Telefoon aan voor
normale werking.
Druk op de aan-uitknop en kies Telefoon uit
om de telefoon uit te schakelen.
Flight mode
Wanneer u Flight mode selecteert, worden de
radiofuncties van de telefoon uitgeschakeld. U
kunt de organizerapplicaties blijven
gebruiken.
Gebruik de Flight mode op plaatsen waar het
gebruik van mobiele telefoons verboden is,
zoals in ziekenhuizen en vliegtuigen. Zie
Flight mode op pagina 84.
U kunt op verschillende manieren
contactinformatie importeren:
• Kopieer telefoonboekitems die op uw
SIM-kaart zijn opgeslagen. Zie Van en naar een SIM-kaart kopiëren op
pagina 36.
• Breng telefoonboekitems met de
synchronisatiefunctie over van een
computerapplicatie. Zie Synchroniseren en reservekopieën maken op pagina 67.
• Verzend telefoonboekitems van een
andere telefoon met bijvoorbeeld de
draadloze Bluetooth™-technologie. Zie
Verbinding maken met andere apparaten
op pagina 65.
Het scherm
Het scherm is gevoelig voor aanraking. U kunt
items selecteren met de stylus of met uw
vingertoppen. In de volgende afbeelding vindt
u een aantal termen en menu's van het
schermgedeelte:
A
B
C
D
E
F
Notities
BewerkenOpslaanMeer
A. Statusbalk met statuspictogrammen
B. Statusbalkmenu
C. Titelbalk van de applicatie
D. Applicatiegebied
E. Knoppenbalk
F. Balk met aanraakopties
Navigatie
Om in menu's te navigeren en items te
selecteren, kunt u gebruikmaken van de Jog
Dial, Terug-knop, stylus, navigatietoetsen op
het toetsenbord, aanraakopties en zelfs uw
vingers.
Draai de Jog Dial om
door lijsten te bladeren,
het geluidsvolume aan
te passen of door een
multimediabericht te
bewegen. Druk de Jog
Dial in om een gemarkeerd item te selecteren.
aar
boven
Indrukken
Naar
beneden
Terugknop
Terug-knop
U kunt de Terug-knop aan de zijkant van de
telefoon als volgt gebruiken:
• Indrukken – terugkeren naar het vorige
scherm of menu, of het huidige
dialoogvenster sluiten.
• Ingedrukt houden – terugkeren naar de
stand-byweergave, of het toetsenbord
vergrendelen en ontgrendelen vanuit de
stand-byweergave.
Stylus
U kunt met de stylus op het scherm tikken om
te navigeren en items te openen of om
multimedia-afbeeldingen te pannen.
Applicaties vinden
Activiteitenmenu
Telkens wanneer u de telefoon inschakelt,
wordt het Activiteitenmenu weergegeven; dit
menu is het beginpunt voor het uitvoeren van
diverse taken. Het Activiteitenmenu is
afhankelijk van de operator en wordt in de
Beknopte handleiding beschreven.
Stand-byweergave
Het scherm met het Activiteitenmenu fungeert
ook als de stand-byweergave en wordt hierna
dan ook de stand-byweergave genoemd. De
stand-byweergave is actief wanneer er geen
applicatie is geopend. Met behulp van
snelkoppelingen kunt u de meestgebruikte
applicaties rechtstreeks openen. U kunt ook de
snelkoppelingselecteren om naar alle
applicaties in het Hoofdmenu te gaan.
Statusbalk
De statusbalk bevat pictogrammen die de
status van de huidige instellingen en
activiteiten weergeven. Zie Pictogrammen statusbalk op pagina 12.
Selecteer het menu van de statusbalk voor
toegang tot extra instellingen.
Hoofdmenu
In het Hoofdmenu zijn de applicaties in
mappen gecategoriseerd, zie hieronder:
Configuratiescherm
Bestandsbeheer
Verbindingbeheer
Externe synchronisati
Rekenmachine
Converter
Stopwatch
Tijd
Timer
Een applicatie afsluiten
U kunt een applicatie op twee manieren
afsluiten:
• Sluit de applicatie af door een van de
terugtoetsen te selecteren. Alle gegevens
worden opgeslagen.
• Laat de applicatie geopend en ga met
behulp van Taakbeheer naar een andere
applicatie, zie Taakbeheer op pagina 10.
Wanneer u teruggaat naar de applicatie,
keert u terug naar hetzelfde beeld als dat u
hebt verlaten.
Een applicatie afsluiten
Tik in de basisweergave van de applicatie op
of druk op de T erug-knop.
Taakbeheer
Taakbeheer helpt u om tussen applicaties te
schakelen. Door het via Taakbeheer verlaten
van een applicatie in plaats van het te sluiten,
kunt u als u de applicatie weer inschakelt, naar
dezelfde weergave terugkeren. Dit is
bijvoorbeeld handig bij het knippen en
plakken van de tekst van de ene applicatie naar
De applicaties gebruiken
Een applicatie openen
U kunt rechtstreeks op de applicatie tikken of
de Jog Dial zo draaien dat de applicatie wordt
gemarkeerd; daarna drukt u op de Jog Dial of
u selecteert
Openen.
een andere. Tik op in de statusbalk om
Taakbeheer te openen of selecteer
gaan, kunt u op de applicatie tikken of deze
markeren, waarna u
Op het tabblad
Wisselen selecteert.
Open zijn uitgebreide functies
beschikbaar. Dit tabblad bevat een overzicht
van alle geopende applicaties en alle
applicaties die gesloten zijn maar die nog wel
geheugen gebruiken. Selecteer een applicatie
en kies
Sluiten om de applicatie af te sluiten en
het gebruikte geheugen vrij te maken. In het
menu van Taakbeheer kunt u d e applicaties in
de lijst sorteren op tijd, grootte of naam.
Toetsenbord met
tweeledige functie
Op de onderste helft van de toetsen staan twee
tekens; druk op de linker- of de rechterzijde
van de toets als u een van beide tekens wilt
typen. Door op te drukken, kunt u
gebruikmaken van de tekens of symbolen op
de bovenste helft van de toetsen, bijvoorbeeld
de cijfers 1 tot 9.
Algemene functies
Sommige functies van het toetsenbord kunnen
in meerdere applicaties voor meer worden
gebruikt dan alleen het invoeren van tekst.
Voor meer informatie over functies van het
toetsenbord bij het invoeren van tekst, zie
ALT
Toetsenbord met tweeledige functie op
pagina 17.
Gebruik de pijltjestoetsen om in de
of
applicatie te navigeren. Druk op
een pijltjestoets om bijvoorbeeld:
• Het volgende of vorige tabblad
te openen.
• Door contacten met meerdere
telefoonnummers te bladeren.
`
• Een afzonderlijk teken te
L
wissen.
• Een gemarkeerd item uit
bijvoorbeeld Contacten,
Kalender, Notities of Taken te
verwijderen.
Functies in de stand-byweergave
In de stand-byweergave kunnen met het
toetsenbord alleen cijfers worden ingevoerd.
• Kort indrukken - wisselen naar
ER
de modus voor het invoeren van
telefoonnummers. Het
ingevoerde cijfer “1” en, indien
aanwezig, de Snelkeuzecontact,
worden in de weergave voor
nummers invoeren getoond.
de modus voor het invoeren van
telefoonnummers. Het
ingevoerde cijfer en, indien
aanwezig, de Snelkeuzecontact, worden in de weergave
voor nummers invoeren
getoond.
• Ingedrukt houden - de
contactenlijst openen.
• Kort indrukken - wisselen naar
de modus voor het invoeren van
telefoonnummers. Het
ingevoerde cijfer “0” wordt in
de weergave voor nummers
invoeren getoond.
• Ingedrukt houden - het cijfer
converteren naar +.
Kort indrukken van en
Toetsen vergrendelen/
ontgrendelen.
- de telefoon
vergrendelen of ontgrendelen.
• Kort indrukken - wisselen naar
de modus voor het invoeren van
telefoonnummers.
• Ingedrukt houden - de telefoon
in de stille modus zetten.
Pictogrammen statusbalk
U kunt op een pictogram tikken voor meer
informatie of om een applicatie te openen.
Picto-
Functie
gram
3G beschikbaar
Batterijvermogen
Bluetooth-headset aangesloten
Bluetooth geactiveerd
Alle oproepen doorschakelen,
melding
E-mailmelding
Flight mode
Netwerk van eigen serviceprovider
Infrarood ingeschakeld
Internetverbinding is actief
(knippert wanneer data wordt
overgebracht).
Toetsvergrendeling geactiveerd
Gemiste oproep, melding
MMS-melding
Microfoon uit
Tekstsuggestie geactiveerd
Selectie huidige lijn (Alternate Line
Service is beschikbaar op de SIMkaart)
Belvolume ingesteld op nul
Signaalsterkte, GPRS beschikbaar
Stille modus
SMS-melding
SMS-overloop
Luidspreker geactiveerd
Statusbalkmenu
Taakbeheer
Voicemailmelding
Memory Stick Micro (M2)
Er zijn Try and Buy-applicaties beschikbaar.
Deze bestaan uit een uitgebreide reeks
bedrijfs- en entertainmentapplicaties die zijn
opgeslagen op de bijgeleverde Memory Stick
Micro™ (M2™). Daar vindt u ook informatie
over hoe u de applicaties kunt kopen. U kunt
de opgeslagen applicaties van de Memory
Stick verwijderen om opslagruimte vrij te
maken.
De Memory Stick
levert tevens extra
opslagruimte, waar
u afbeeldingen,
muziek, applicaties,
documenten en
dergelijke kunt
opslaan.
Om de Memory
Stick te plaatsen, opent u het klepje en plaatst
u de Memory Stick in de sleuf.
Om de Memory Stick te verwijderen, drukt u
deze iets in en maakt u deze los.
Belangrijk: Verwijder nooit de Memory Stick
als deze in gebruik is. Hierdoor kan uw
telefoon blijven 'hangen' of kan het
bestandssysteem op de Memory Stick
beschadigd raken.
U kunt de Memory Stick een nieuwe naam
geven en formatteren en er tevens gegevens
naartoe verplaatsen of ervan afhalen. Zie
Bestandsbeheer op pagina 61.
Zodra een verbeterde softwareversie voor uw
telefoon beschikbaar is, kunt u uw telefoon
updaten met de Sony Ericsson Update Service
op www.sonyericsson.com/support
webpagina bevat meer informatie en zal u bij
het proces begeleiden.
Om een update uit te voeren hebt u een PC met
een internetverbinding nodig. U dient ook de
Sony Ericsson PC Suite geïnstalleerd te
hebben en een USB-verbinding tussen uw
telefoon en de PC te hebben.
Opmerking: Omdat tijdens de update alle
gegevens van uw telefoon zullen worden
verwijderd, dient u voorafgaand aan de
update een volledige backup van uw telefoon
te maken, zie Reservekopieën maken op
pagina 68.
. De
Algemene functies
A. Sluit de USB-kabel aan op de onderkant
van de telefoon (om bijvoorbeeld een
computer aan te sluiten).
B. Sluit de headset en andere accessoires aan
op de onderkant van de telefoon of, tijdens
het opladen van de telefoon, op de
onderkant van de oplader.
C. Sluit de oplader aan op de onderkant van
de telefoon.
Verzenden via
U kunt vanuit een groot aantal applicaties
items zoals contacten, afspraken en
afbeeldingen uitwisselen. Gebruik de opdracht
In de meeste applicaties voor beeld of tekst
kunt u de optie
Meer-menu.
Zoomen selecteren in het
Help-onderwerpen in de telefoon
Uw telefoon beschikt over ingebouwde Helponderwerpen. Bij de meeste applicaties krijgt
u vanuit het
Meer-menu toegang tot Help. In
sommige dialoogvensters is specifieke Help
beschikbaar, bijvoorbeeld dialoogvensters
waarin je belangrijke instellingen kunt
opgeven. U kunt het Help-dialoogvenster
openen met een aparte toets of vanuit het
Meer-menu.
Gegevens ordenen
Het mappenmenu in het Meer-menu
gebruiken
In sommige applicaties worden mappen
gebruikt om gegevens te ordenen, zoals uw
contacten, taken, notities of RSS-feeds.
Opmerking: Deze applicaties beschikken
over hun eigen specifieke reeks mappen. Een
map die is gemaakt in de ene applicatie, is niet
zichtbaar in de andere.
A.
Meer-menu met een menuoptie Map
weergeven
Mappen bewerken. Selecteer deze optie
B.
om de naam van een man te wijzigen, een
map te verwijderen of er een toe te
.
Notities
Aantekening A
Plakken
Map weergeven
Zoeken
Aantekening verwijd Mappen bewerken
Zoomen
Taakbeheer
Select.
Alles
Overig
Sluiten
D
C
B
voegen.
C. Map
Overig. Elke applicatie heeft een
standaardmap, dus als u geen eigen
mappen maakt, worden uw items
opgeslagen in de map
D. Map
Alle items. Wanneer dit is
geselecteerd, worden items uit alle
mappen weergegeven.
Opmerking: De map
Contacten geeft de items op de SIM-kaart
Overig.
Alle items in
niet weer.
Om items uit een bepaalde map weer te geven,
selecteert u de map in het menu
weergeven
.
Map
Er wordt een nieuw item gemaakt in de
huidige map van de applicatie. U kunt items op
U kunt uw mediabestanden rechtstreeks
ordenen in de desbetreffende multimediaapplicatie. De mediamappen worden op twee
tabbladen weergegeven.
Afbeeldingsgalerie
Clipart
12:07, 14/03/05
Favorieten
08:12, 21/07/05
Butterfly.jpg
09:03, 12/05/05
Coffee.jpg
09:00, 28/05/05
Plane.gif
13:00, 30/05/05
Weerg.Meer
A. Tabblad Telefoongeheugen.
B. Tabblad Memory Stick.
Wanneer u bestanden gebruikt, kunt u
meerdere bestanden in een map tegelijk
selecteren. U kunt daarnaast mappen
toevoegen, verwijderen en een nieuwe naam
geven.
De bestanden in Bestandsbeheer beheren
Met Bestandsbeheer kunt u de mediacontent
beheren en ordenen in zowel het
telefoongeheugen als op de Memory Stick. Zie
Bestandsbeheer op pagina 61.
Tekstinvoer
U kunt op drie manieren tekst invoeren:
• Gebruik het tweeledige toetsenbord onder
het scherm.
• Gebruik het virtuele toetsenbord in de
statusbalk.
• Schrijf rechtstreeks met de stylus op het
B
scherm.
Tekst bewerken
Selecteer Meer voor toegang tot
bewerkingsfuncties zoals teksten kopiëren,
knippen en plakken, of de tekst opmaken,
indien van toepassing (grootte, stijl en
uitlijning).
Kopiëren en knippen
Indien u tekst wilt kopiëren of knippen, dient u
deze eerst te markeren. Wanneer u de tekst met
de stylus wilt markeren, houdt u de stylus aan
het begin van de tekst, wacht u een moment en
sleept u vervolgens de stylus over de tekst in
kwestie. Wilt u de tekst met het toetsenbord
markeren, raadpleeg dan Tekst markeren op
pagina 19.
de statusbalk.
Wanneer u Tekstsuggestie selecteert, kunt u
het volgende ook selecteren:
• 1e taal – wijzig de eerste taal voor het
woordenboek voor de taalsuggesties.
• 2e taal – wijzig de tweede taal voor het
woordenboek voor de taalsuggesties.
• Mijn woorden – geef het
gebruikerswoordenboek weer waar u
woorden kunt toevoegen, bewerken of
verwijderen.
Tekstsuggestie
Opmerking: Tijdens het invoeren van tekst
hebt u de optie om ofwel een van de voorgestelde woorden te selecteren of om deze te
negeren en met de door u gekozen methode
van het invoeren van tekst door te gaan. Als
een tekstsuggestie wordt weergeven als u een
tekst aan het verzenden bent of opslaat, zal dit
woord niet worden verzonden of opgeslagen.
T oetsenbord met tweeledige
functie
Wanneer u tekst invoert met het tweeledige
toetsenbord en als er extra tekens zijn die
worden geassocieerd met het ingevoerde
teken, dan worden deze in een voorbewerkingsvakje in de titelzone weergegeven:
U kunt de functie verbeterde tekstsuggestie in
alle 3 de tekstinvoermethoden gebruiken:
Toetsenbord, Virtueel toetsenbord en
Handschriftherkenning. Het eerste woord of
het volgende woord van de tekstsuggestie
wordt tijdens het schrijven weergegeven,
andere suggesties worden in een
voorbewerkingsvakje in de bovenkant van het
scherm weergegeven. Hebt een spelfout
gemaakt, dan kunnen er in het voorbewerkingsvakje gelijkende woorden in de
woordenboeken van de door u geselecteerde
taal, eerder ingevoerde woorden of items die u
hebt ingevoerd in Mijn woorden, verschijnen.
Als u dezelfde toets nogmaals indrukt, wordt
het volgende teken in het voorbewerkingsvakje geselecteerd. Druk op de rechterzijde
`
van om het teken of de spaties links van
L
de cursor te wissen. Houd de rechterzijde van
`
ingedrukt om eerst enkele tekens en
L
vervolgens volledige woorden te wissen.
Druk op om rechts van de cursor een
spatie in te voegen.
Het invoertype wijzigen
U kunt het tekstinvoertype wijzigen aan de
hand van de onderstaande instructies. Het
geselecteerde invoertype wordt weergegeven
met een pictogram in de statusbalk.
Eerste letter als hoofdletter
Aa
Druk eenmaal op gevolgd door
bijvoorbeeld de linkerzijde van
om een hoofdletter
E te schrijven. Elke
ER
volgende toets wordt weergegeven in
kleine letters.
Alles in hoofdletters
A
Druk tweemaal op om Caps Lock
te activeren. Elke volgende toets zal in
hoofdletters worden weergegeven
totdat u nogmaals op drukt om
Caps Lock uit te schakelen.
Eerste teken geeft bovenste
12
gedeelte van toets weer
Druk eenmaal op gevolgd door
bijvoorbeeld om het cijfer
typen, of druk eenmaal op en
bijvoorbeeld op de rechterzijde van
!/
om het teken
QW
andere ingedrukte toets zal het teken
ALT
UI
/ te typen. Elke
ALT
3 te
van het onderste gedeelte van de toetsen
weergeven.
Alle tekens geven bovenste
123
gedeelte van toets weer
Druk tweemaal op om de tekens
op het bovenste gedeelte van de toets te
vergrendelen. Elke volgende ingedrukte
toets zal de tekens op het bovenste
gedeelte van de toets weergeven totdat
ALT
nogmaals wordt ingedrukt.
ALT
Opmerking: Druk tegelijkertijd op en
een tekentoets om een hoofdletter in te voeren.
Laat vervolgens los als u weer kleine
letters wilt invoeren. Hetzelfde principle geldt
wanneer u samen met een toets indrukt
ALT
om een symbool op een toets in te voeren.
Symbolen invoeren
Er zijn verschillende manieren om symbolen
met het toetsenbord in te voeren.
• Druk op de linkerzijde van de toetsen
–
+
,
of om extra symbolen weer te
.
Z
geven in het voorbewerkingsvakje in de
titelzone.
• Gebruik de toets als u de symbolen
ALT
op de toetsen wilt gebruiken.
• Selecteer
toevoegen
openen. Gebruik Jog Dial om door de
tabel te bladeren en selecteer het symbool
door op Jog Dial te drukken. U kunt ook
met de stylus een symbool selecteren.
Druk op of voor horizontale
navigatie in de ingevoerde tekst.
Tekst markeren
Druk tegelijkertijd op en of
om de tekst links of rechts van de cursor te
selecteren.
Virtueel toetsenbord
A
B
C
D
A. Selecteer het pictogram voor het in- of
uitschakelen van het virtuele toetsenbord.
B. Vervolgkeuzemenu. Selecteer
Instelling
toetsenbord te wijzigen.
C. Het huidige invoerveld. Tik op de pijlen of
draai aan de Jog Dial om het invoerveld te
wijzigen.
D. Tekensets.
internationale tekens, 123 - numerieke
tekens en valuta's.
Notities
Notulen van vergadering
Notulen van vergadering
1234567890
qw
er tyu iop
a
sdfg h jkl
cap
zxcvbnm
abc
àëó
123
Klaar
,
?
@
>
om de taal van het virtuele
abc - standaardtekens, àëó -
Handschriftherkenning
Bij handschriftherkenning worden
bewegingen met de stylus omgezet in letters,
cijfers en andere tekens, waarna deze tekens
als tekst worden weergegeven.
Handschriftherkenning is alleen actief op
plaatsen waar tekst kan worden ingevoerd.
Aan
Jan
A
B
C
Ok
A. Schrijf cijfers en symbolen boven de pijl.
B. Schrijf ter hoogte van de pijl hoofdletters.
C. Schrijf kleine letters onder de pijl.
D. Pijl die het scherm van de tekstmodus
verdeelt in een boven- en ondergedeelte.
Als u pictogrammen of knoppen wilt
selecteren, tikt u met de stylus en houdt u de
pictogrammen of knoppen vast.
Opmerking: De meeste letters kunnen op
verschillende manieren worden geschreven.
Zie onderstaande overzichten. De positie op
het scherm bepaalt de lettergrootte, niet de
stijl.
Kleine letters worden onder de pijl geschreven
en hoofdletters worden ter hoogte van de pijl
geschreven.
a
b
c
d
e
f
g
h
2
1
i
2
2
1
1
j
1
2
k
l
m
Opmerking: Begin ieder e pennenstreek bij de
punt.
n
o
p
q
r
2
1
s
1
t
2
u
v
w
1
2
x
y
z
.
,
?
!
&
@
'
"
Cijfers
Cijfers worden boven de pijl geschreven.
0
1
2
3
4
1
2
5
6
7
Opmerking: Begin iedere pennenstreek bij de
punt.
Letters met accenten
Schrijf een teken zoals hierboven is
aangegeven en schrijf vervolgens het accent
boven de pijl. V oor andere tekens, zoals ö en ü,
volgt u hetzelfde principe.
Opmerking: Begin iedere pennenstreek bij de
punt.
Uitgebreide tekens
Zie Uitgebreide tekens in het Help-onderwerp
Handschriftherkenning in uw telefoon voor
De telefoon beschikt over vier
beveiligingsvergrendelingen die vanuit het
Configuratiescherm kunnen worden ingesteld.
Zie Vergrendelingen op pagina 90.
Toetsvergrendeling
U kunt het toetsenbord vergrendelen en
ontgrendelen door de Terug-knop aan de
zijkant van de telefoon ingedrukt te houden of
door
ontgrendelen
toetsenvergrendeling ook inschakelen door op
Toetsvergrendeling aan te selecteren.
> Toetsen vergrendelen/
te selecteren. U kunt de
in de statusbar te tikken en
Geluid
Volume aanpassen
De gemakkelijkste manier om het volume
tijdens gesprekken aan te passen, is door aan
de Jog Dial te draaien. W anneer u een
Bluetooth-headset gebruikt, kunt u de Jog Dial
gebruiken of de volumeregeling van de
headset. Als u muziek afspeelt, kunt u het
volume met de Jog Dial aanpassen zolang u
zich in de afspeelweergave bevindt. Als u
echter muziek beluistert met een
geminimaliseerde Media player, tikt u op
in de statusbalk en selecteert u
Volume.
Stille modus
Houd in de stand-byweergave ingedrukt
om tussen de normale en stille modus te
wisselen. U kunt ook
selecteren of in de statusbalk tikken op ,
Volume selecteren en Stille modus markeren.
Wilt u de stille modus via de statusbalk
verlaten, tik dan op en hef de markering op
van de
Stille modus.
Meer > Stille modus aan
Geluiden selecteren
Selecteer> Volume > Instellingen in de
statusbalk of selecteer
Configuratiescherm > Apparaat > Geluiden
en signalen
zoals ringtones, geluid bij knoppen en de
equalizer, zie Geluiden en signalen op
pagina 86. U kunt tevens belsignalen kiezen
voor afzonderlijke contacten, zie Beheer van contacten op pagina 35.
voor toegang tot instellingen
Extra >
Geluid doorschakelen
Tijdens een lopend gesprek of wanneer u
audio afspeelt, kunt u het geluid naar een
aangesloten accessoire doorschakelen,
bijvoorbeeld naar de luidspreker van een
Bluetooth-headset. Open het dialoogvenster
van de volume door
vervolgens
selecteren. De doorschakelfunctie is ook
binnen de desbetreffende applicaties
beschikbaar. Het is mogelijk dat geluid niet
kan worden overgezet tijdens het afspelen of
indien het materiaal auteursrechtelijk is
beschermd.
Meer > Geluid doorschakelen te
> Volume en
Gegevens overdragen
naar een andere telefoon
Als u een oude smartphone upgradet, kunt u
gegevens zoals kalenderitems en taken naar
uw nieuwe smartphone overdragen.
Gegevens behouden bij het vervangen van
een oude smartphone
1. Synchroniseer met behulp van de oude
Sony Ericsson PC Suite uw oude telefoon
met de relevante computerapplicaties en
kopieer andere vereiste bestanden naar de
computer.
2. Verwijder de oude Sony Ericsson PC Suite
en start uw computer opnieuw op.
3. Installeer de nieuwe Sony Ericsson PC
Suite Zie PC Suite installeren op
pagina 64 voor meer informatie.
4. Synchroniseer met behulp van de nieuwe
Sony Ericsson PC Suite uw nieuwe
telefoon met de relevante
computerapplicaties en kopieer andere
vereiste bestanden naar de computer. Zie
Synchroniseren en reservekopieën maken
op pagina 67 voor meer informatie.
Alle gegevens van uw oude telefoon zijn nu
naar de nieuwe telefoon overgezet.
Telefoon
De telefoonapplicatie kan worden gebruikt in
combinatie met andere functies van de
telefoon, waaronder applicaties van andere
producenten.
Bellen
U kunt bellen vanuit een groot aantal
applicaties. In dit hoofdstuk komen vooral de
opties voor bellen met de Telefoon-applicatie
aan de orde.
Bellen met de applicatie Telefoon
Open Telefoon en kies het gewenste
telefoonnummer. Selecteer
Bellen vanuit de stand-byweergave
Wanneer er geen applicaties zijn geopend,
kunt u rechtstreeks vanaf het toetsenbord
bellen. Wanneer u op de cijfertoetsen drukt,
wordt de Telefoon-applicatie automatisch
Er zijn enkele opties beschikbaar wanneer u
een nummer kiest:
• Tekens wissen – druk op om tekens
te wissen.
• Landcode – houd ingedrukt voor
de internationale landcode.
• Nummer weergeven/verbergen – kies de
opties onder
weergeven/verbergen
om uw nummer op de telefoon van de
door u gebelde persoon weer te geven of te
verbergen. U kunt deze optie alleen
selecteren nadat u het nummer hebt
ingevoerd, maar voordat u het gesprek
Bellen en nummer
`
L
in het Meer-menu
begint.
• Snelkiezen – druk op de cijfertoets voor
uw snelkeuzecontact en selecteer
om de verbinding tot stand te brengen.
• DTMF-tonen verzenden – druk op
toetsen op het toetsenbord wanneer u
bijvoorbeeld naar een bank belt. Zie
Diensten gebaseerd op toonbesturing op
pagina 25.
Bellen
Andere manieren om te bellen
Bellen vanuit andere applicaties
Het is ook mogelijk om vanuit andere
applicaties te bellen, bijvoorbeeld vanuit
Gesprekkenlijst, Contacten en
Snelkeuzecontacten.
Bellen met stembesturing
Open de stembesturingsfunctie op een van de
volgende manieren:
• Noem het ‘toverwoord’ (alleen
beschikbaar als een headset of een carkit
op de telefoon is aangesloten). Zie
Stembesturing op pagina 78.
• Houd de gespreksknop op de headset
ingedrukt of druk op de knop op de
Bluetooth-headset.
• Houd de Jog Dial ingedrukt in de standbyweergave (ook beschikbaar als geen
apparatuur op de telefoon is aangesloten).
Geef om te bellen na de toon de stemopdracht
die aan het betreffende contact is gekoppeld.
Zie Stembesturing op pagina 26.
Een noodoproep plaatsen
U kunt op de volgende manieren een
noodoproep plaatsen:
• Voer het alarmnummer in met het
toetsenbord. Druk op de Jog Dial of
Bellen.
selecteer
• Selecteer een vooraf ingesteld SOSnummer in het
Jog Dial of selecteer Bellen.
Meer-menu. Druk op de
Voor noodoproepen is doorgaans geen SIMkaart of PIN-code nodig, maar dat zou u bij uw
operator moeten navragen.
• Haal een gesprek in de wacht op of geef
het vrij.
Telefonisch vergaderen
U kunt een
telefonische
vergadering starten
wanneer u een
actief gesprek en
een gesprek in de
wacht hebt.
Selecteer
Telefonische
vergadering
in het Meer-
starten
menu om de vergadering te starten. Er ku nnen
maximaal vijf mensen aan een telefonische
vergadering deelnemen.
Opmerking: De optie voor telefonisch
vergaderen is alleen beschikbaar als deze
door uw operator wordt ondersteund.
Vergadering
1
AnnaKim
3
Peter
MeerIn wachtBeëind.
2
01:2512:20
Gesprekkenlijst
Al uw gesprekken worden vastgelegd in de
applicatie
u gespreksinformatie, zoals het gesprekstype
en tijdstip, en de datum, telefoonnummers en
duur van gesprekken.
U kunt ook rechtstreeks vanuit deze applicatie
bellen en belnotities toevoegen.
Gesprekkenlijst. In deze lijst vindt
Functies
Snelkiesnummers instellen
Snelkiesnummers zijn afgekorte nummers,
cijfertoetsen tot en met , die u kunt
gebruiken om uw negen snelkeuzecontacten
vanaf het toetsenbord te bereiken. Voor het
instellen van uw snelkeuzecontacten, zie Een snelkeuzecontact maken op pagina 35.
Diensten gebaseerd op
toonbesturing
U kunt uw telefoon gebruiken voor
telebankieren of andere diensten die
gebruikmaken van DTMF-tonen (Dual Tone
Multi Frequency).
U kunt op de volgende manieren tijdens een
gesprek tonen versturen:
• Tijdens een actief gesprek op toetsen van
het toetsenbord drukken.
• Een tonenreeks invoegen tijdens het
bellen.
• Cijferreeksen gebruiken die zijn
opgeslagen in de lijst Contacten.
Begin een tonenreeks altijd met
de reeks met een spatie. Als u een pauze van 3
seconden in een tonenreeks wilt invoegen,
gebruikt u de letter
houden. Om gemakkelijker gebruik te kunnen
maken van telefoondiensten, kunt u in de
velden van Contacten toonreeksen opslaan.
Zie Een DTMF-tonenreeks toevoegen op
pagina 35.
Stembesturing
Met stembesturing kunt u gesprekken met uw
stem afhandelen. Met stembeantwoorden kunt
u woorden gebruiken die zijn opgenomen voor
"beantwoorden" en "in gesprek" om een
inkomend gesprek te beantwoorden of om een
bezettoon te verzenden. Met stemkiezen kunt
u bellen door de naam van het contact uit te
spreken. Zie Stembesturing op pagina 78.
Bedrijfstelefoonservices
U kunt uw mobiele telefoon in de
telefooncentrale van uw bedrijf gebruiken.
Voor informatie over het instellen van
zakelijke telefoonservices, zie
Bedrijfstelefoonservices op pagina 75.
Meer opties
De volgende telefoonopties zijn ook
beschikbaar. Ze worden in detail omschreven
in het hoofdstuk Configuratiescherm:
•
Oproepen accepteren – een filter voor
oproepen instellen.
T elefoonkaarten
Er zijn twee soorten telefoonkaarten:
bedrijfstelefoonkaa rten en commerciële
telefoonkaarten. Met een bedrijfstelefoonkaart
kunt u uw telefoon voor bedrijfsdoeleinden
gebruiken en toegang krijgen tot speciale
diensten, omdat al uw gesprekken via de
telefooncentrale van een bedrijf lopen.
Een commerciële telefoonkaart is ofwel een
"echte" plastic kaart met nummerinformatie of
gewoon een telefoonnummer dat via het
internet wordt geleverd. De gesprekken die u
voert, gaan via een telefoonkaartserver,
waardoor u doorgaans in staat bent om
internationaal tegen lagere tarieven te bellen.
Zie Telefoonkaarten op pagina 74.
•
Toevoegen aan Contacten – nieuwe
contactgegevens na een gesprek
toevoegen.
•
Wisselgesprek – optie om gewaarschuwd
te worden bij een tweede oproep die
tijdens het bellen binnenkomt.
•
Doorschakelen – oproepen
doorschakelen.
•
Oproep markeren – een geweigerde
oproep later terugbellen.
•
Handsfree-instellingen – kies hoe u een
oproep wilt beantwoorden met een
handsfree kit.
•
Weigeren met SMS – Stuur automatisch
een SMS-bericht naar een geweigerde
beller.
•
Oproepen beperken – optie voor de
instellingen voor beperkte roaming en
beperkte internationale gesprekken.
•
deze optie kunt u uw nummer verbergen
of laten weergeven op de telefoon van de
persoon die u belt.
•
TTY-instellingen – het gebruik van een
TTI-apparaat inschakelen.
•
Voicemail – dit is uw “antwoordapparaat”.
•
ALS-instellingen – met deze service kunt
u over twee lijnen op de SIM-kaart
beschikken.
•
Gespreksteller – de gespr e kskosten
bijhouden.
Berichten
U kunt verschillende typen berichten maken,
verzenden en ontvangen:
SMS (Short Message Service). Dit zijn
tekstberichten.
MMS (Multimedia Message Service).
Dit kunnen bijvoorbeeld teksten,
afbeeldingen en geluiden zijn.
E-mailberichten.
Gebeamede berichten. Dit zijn
bestanden die u ontvangt via infrarood
of via Bluetooth.
U kunt ook de volgende typen berichten
ontvangen:
Automatische installatie van bestanden
voor het configureren van internet, email en MMS.
Lokale informatieberichten. Dit zijn
tekstberichten die naar alle abonnees
binnen een netwerkcel worden
gezonden, bijvoorbeeld berichten over
het plaatselijke verkeer. (Lokale
informatiediensten zijn niet bij alle
serviceproviders beschikbaar).
WAP-pushberichten. Hiermee krijgt u
de beschikking over bepaalde
webpagina's in de browser van uw
telefoon.
Voordat u Berichten
gebruikt
Voordat u berichten (behalve SMS) kunt
verzenden en ontvangen, moet u de benodigde
accounts instellen. Zie Internet, e-mail en MMS instellen op pagina 69 en secties waarin
de instellingen voor SMS- en lokale
informatieberichten worden beschreven in
Berichtinstellingen op pagina 88. U kunt ook
extra instellingen vinden in
Configuratiescherm.
De verschillende typen berichten worden door
afzonderlijke accounts verwerkt. Het
standaardaccount,
berichten behalve e-mail. E-mailberichten
worden verwerkt door e-mailaccounts die u
tijdens de installatie maakt. Alle accounts
bestaan uit een aantal mappen. U kunt ook uw
eigen, lokale mappen maken.
De volgende mappen worden gebruikt:
•
Postvak IN in Berichten –bevat alle
ontvangen berichten behalve emailberichten. In Configuratiescherm kunt
u instellen hoe u wordt geïnformeerd als
een bericht wordt ontvangen.
•
Postvak IN in een e-mailaccount – bevat
de ontvangen e-mailberichten voor dat
specifieke account. In Configuratiescherm
kunt u instellen hoe u wordt geïnformeerd
als een bericht wordt ontvangen.
•
Postvak UIT – bevat berichten die gereed
zijn om te worden verzonden. U kunt een
bericht van dit postvak verplaatsen naar de
map met concepten.
•
Concepten – bevat berichten die nog niet
gereed zijn om te worden verzonden. Als
u een bericht maakt en het bericht afsluit
voordat u het verzendt, wordt u gevraagd
of u het bericht wilt opslaan. Als u Ja
selecteert, wordt het bericht automatisch
opgeslagen in deze map.
•
Verzonden – bevat berichten die u hebt
verzonden.
Berichten, verwerkt alle
SIM-kaart – een map die zich op de SIM-
kaart bevindt.
U vindt mogelijk ook de volgende typen
mappen:
• Lokale mappen die u zelf hebt gemaakt.
• Externe e-mailmappen op de e-mailserver
waarop u bent geabonneerd (hiervoor is
noodzakelijk dat u het verbindingstype
IMAP tijdens de installatie hebt
geselecteerd).
De afbeelding geeft het hoofdscherm van
Berichten weer:
A
B
C
D
Berichten
Voicemail bellen
Nieuw bericht maken
Berichten
Postvak IN
E-mail
Postvak IN
Thuis
Postvak IN
MakenMeer
1 ongelezen
0 ongelezen
1 ongelezen
F
E
A. Snelkoppelingen voor het oproepen van
voicemail en het maken van een nieuw
bericht.
B. Account voor alle berichttypen behalve e-
Een bericht kan uit maximaal 160 tekens
bestaan. Als u een langer bericht maakt, wordt
dit verzonden als twee of meer afzonderlijke
berichten (gecombineerd), maar wordt het
meestal als één bericht ontvangen. Als u
afbeeldingen, geluidsfragmenten en andere
items toevoegt aan het bericht, wordt dit een
EMS-bericht (Enhanced Message Service).
U kunt een SMS beantwoorden met een MMS.
U kunt ook een bezorgbevestiging on tvangen:
zie SMS op pagina 89.
MMS
Multimediaberichten kunnen afbeeldingen,
videoclips, animaties en geluidsfragmenten
bevatten, die als diapresentatie zijn
georganiseerd, met op tijd gebaseerde
besturing van het afspelen. U kunt antwoorden
met een SMS.
Als het verzenden of ontvangen van berichten
wordt onderbroken, zal het verzenden of
ontvangen hervatten als dit mogelijk is, zonder
informatie te verliezen.
MMS maken en verzenden
Selecteer Nieuw bericht maken > MMS of
Nieuwe > MMS als u het account Berichten
hebt geopend.
MMS
1/11KB5
A
B
C
A. Menuopties. U kunt een sjabloon
selecteren of selecteren wat u wilt
toevoegen aan het bericht. (Selecteer
Toevoegen als het menu niet is geopend)
B. Invoerveld (op het tabblad Detail). Maak
hier uw bericht.
Sjabloon selecteren
Afbeelding
Tekst
Krabbel
Geluid
Video
Geluid opnemen
Select. Sluiten
C. Afspeelknoppen.
D. Pictogram voor nieuwe pagina. Selecteer
dit als u een nieuwe pagina wilt openen.
E. Pictogram voor de weergave van de tijd.
Selecteer dit als u een scherm wilt openen
waarin u kunt instellen wanneer en voor
hoe lang de door u toegevoegde items
worden weergegeven.
F. Tabblad Bijlagen. Selecteer dit voor het
toevoegen van bijlagen. Het tabblad is
alleen zichtbaar als
ingesteld op Vrij of Waarschuwing.)
U kunt afbeeldingen bewerken die u hebt
toegevoegd.
Selecteer
Meer > Verzenden via u klaar bent.
E-mail
A
B
Aan:
Onderwerp:
E
D
Inkomende MMS-berichten
C
Selecteer het nieuwe bericht. De eerste keer
dat u een bericht opent, wordt het automatisch
afgespeeld. Daarna moet u de afspeelknoppen
gebruiken om het af te spelen. U kunt een
multimediabericht doorsturen en
beantwoorden.
E-mail
U kunt e-mailberichten maken vanaf elk emailaccount.
E-mail maken en verzenden
Selecteer Nieuw bericht maken > uw emailaccount of
mailaccount hebt geopend.
Nieuwe als u een e-
A. Veld Adres. Selecteer dit voor het
invoeren van het adres.
B. Veld Onderwerp. Selecteer dit voor het
invoeren van het onderwerp van het
bericht.
C. Invoerveld (op het tabblad Detail). Voer
het bericht hier in.
D. Tabblad Adres. U kunt het adres hier
opgeven, samen met andere gegevens
zoals de prioriteit van het bericht.
E. Tabblad Bijlagen. Selecteer dit voor het
toevoegen van bijlagen.
Selecteer
Verzenden via u klaar bent. U kunt
Bewerken Verzend. Meer
kiezen of u het bericht onmiddellijk wilt
verzenden of wilt opslaan in Postvak UIT.
E-mailberichten ontvangen
E-mailberichten moeten worden opgehaald op
de e-mailserver op het internet of op kantoor.
U kunt dit handmatig doen met behulp van de