Sony Xperia Z5 Dual Users guide [nl]

Gebruikershandleiding
Xperia
E6633/E6683
Z5 Dual

Inhoudsopgave

Aan de slag.................................................................................... 7
Info over deze gebruikershandleiding.................................................. 7
Apparaatbeveiliging......................................................................12
Het identificatienummer van uw apparaat zoeken..............................20
De basisaspecten onder de knie krijgen...................................... 23
Batterij en onderhoud...................................................................41
Batterij- en energiebeheer................................................................. 42
2
Applicaties downloaden...............................................................51
Applicaties downloaden van Google Play™.......................................51
Internet en netwerken.................................................................. 52
Gegevens synchroniseren op uw apparaat..................................60
Basisinstellingen...........................................................................62
Tekst typen................................................................................... 74
Bellen........................................................................................... 79
De gesprekkenlijst gebruiken.............................................................83
3
Contacten.....................................................................................88
Berichten en chat......................................................................... 94
E-mail........................................................................................... 97
Muziek en FM-radio................................................................... 101
Camera.......................................................................................108
4
Foto's en video's in Album.........................................................121
Video's........................................................................................128
Connectiviteit............................................................................. 131
Het apparaat verbinden met een draadloze DUALSHOCK™ 4-
Slimme apps en functies die tijd sparen.................................... 140
Reizen en kaarten.......................................................................143
Uw apparaat gebruiken in combinatie met een auto-
Klok en agenda.......................................................................... 146
Toegankelijkheid.........................................................................150
5
Ondersteuning en juridische informatie..................................... 153
Uw apparaat in natte en stoffige omgevingen gebruiken..................156
Garantie, specifieke absorptieratio (SAR) en gebruiksinstructies...... 157
6

Aan de slag

Info over deze gebruikershandleiding

Dit is de Xperia™ Z5 Dual-gebruikershandleiding voor de Android™ 7.0-softwareversie. Als u niet zeker weet welke softwareversie uw apparaat gebruikt, dan kunt u dat controleren in het menu Instellingen.
Updates voor het systeem en de applicatie kunnen de apparaatfuncties op een andere manier weergeven dan in deze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Android™-versie wordt mogelijk niet door een update beïnvloed. Voor meer informatie over software-updates, raadpleegt u
De huidige softwareversie van uw apparaat bekijken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Android™-versie.
Het modelnummer en de naam van uw apparaat vinden
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
Het modelnaam en de naam van het apparaat worden weergegeven.
Beperkingen van services en functies
Bepaalde services en functies die in deze Gebruikershandleiding worden beschreven, worden mogelijk niet voor alle landen of regio's of voor alle netwerken en serviceproviders in alle gebieden ondersteund. Het internationale GSM-alarmnummer kan altijd in alle landen, regio's, netwerken en door alle serviceproviders worden gebruikt, mits het apparaat met het mobiele netwerk is verbonden. Neem contact op met uw netwerkaanbieder of serviceprovider om de beschikbaarheid te bepalen van bepaalde services of functies en om na te gaan of dit extra kosten voor toegang of gebruik met zich meebrengt.
Het gebruik van bepaalde functies en applicaties die in deze handleiding zijn beschreven, kunnen internettoegang vereisen. Er kunnen kosten voor dataoverdracht in rekening worden gebracht wanneer u verbinding maakt met internet met uw apparaat. Neem contact op met uw draadloze serviceprovider voor meer informatie.
Uw apparaat bijwerken
.
op de pagina 44.
.
7
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Overzicht

1. Oplaadlampje/meldingslampje
2. Cameralens aan de voorzijde
3. Oorspeaker
4. Nabijheids-/lichtsensor
5. Aan-uittoets/vingerafdruksensor
6. Volume-/zoomtoets
7. Cameratoets
8. Hoofdmicrofoon/luidspreker
9. Lader-/USB-kabelpoort
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
10. Riemgat
11. Belangrijkste Wi-Fi/Bluetooth-antennezone
12. Hoofdcameralens
13. Cameralicht
14. GPS-antennegebied
15. Tweede microfoon
16. Headsetaansluiting
17. Tweede Wi-Fi-antennezone
18. Cover van nano-SIM-/geheugenkaartlade
19. NFC™-detectiegebied
8

Kaarten plaatsen

Uw apparaat ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten.
De nano-SIM-kaart plaatsen
1
Met het apparaat naar beneden gericht opent u de cover van de lade van de nano-SIM en de geheugenkaartlade.
2
Trek de lade met een vingernagel naar buiten.
3
Plaats de nano-SIM-kaart (of kaarten) in de correct sleuf (of sleuven) in de lade en plaats de lade vervolgens terug.
4
Sluit de cover.
Als u een nano-SIM-kaart plaatst terwijl het apparaat is ingeschakeld, wordt het apparaat automatisch opnieuw gestart.
Een geheugenkaart plaatsen
1
Open de cover van de sleuven voor de nano-simkaart en de geheugenkaart.
2
Schuif de geheugenkaart in de sleuf en sluit de cover.
Let erop dat u de geheugenkaart niet verkeerd om in de sleuf steekt.
De nano-simkaart verwijderen
1
Open de cover van de sleuven voor de nano-simkaart en de geheugenkaart.
2
Gebruik een nagel of een ander voorwerp om de nano-simkaarthouder naar buiten te trekken.
3
Verwijder de nano-simkaart (of kaarten) in de houder van de betreffende nano­simkaartsleuf (of sleuven) en plaats de houder terug.
4
Sluit de cover.
De geheugenkaart verwijderen
9
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
1
Schakel het apparaat uit en open de cover die de sleuven voor de nano-simkaart en geheugenkaart afsluit.
2
Duw de geheugenkaart naar binnen en laat deze snel weer los.
3
Sluit de cover.
U kunt ook de geheugenkaart verwijderen zonder het apparaat in stap 1 uit te schakelen. Om deze methode te gebruiken, moet u eerst de geheugenkaart ontkoppelen via Instellingen > Opslagruimte > SD-kaart ontkoppelen.

Schermbeveiliging

Verwijder de doorzichtige beschermfolie door aan het lipje te trekken voordat u het apparaat gebruikt.
Het wordt aanbevolen om uw apparaat te beschermen met een schermhoes van Sony of een bescherming die bedoeld is voor het model Xperia™ dat u heeft. Door voor uw beeldscherm gebruik te maken van beschermingsmiddelen van andere merken kan het zijn dat uw apparaat niet of niet goed functioneert omdat sensoren, lenzen, luidsprekers of microfoons mogelijk bedekt worden, en kan hierdoor de garantie komen te vervallen.

Uw apparaat voor de eerste keer inschakelen

U wordt aangeraden de batterij minimaal dertig minuten op te laden voordat u het apparaat voor de eerste keer inschakelt. U kunt het apparaat blijven gebruiken tijdens het opladen. Zie hiervoor
De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt u aan de hand van een installatiehandleiding geholpen het configureren van de basisinstellingen, het personaliseren van uw apparaat en u aan te melden bepaalde accounts, bijvoorbeeld een Google™-account.
Uw apparaat opladen
op pagina 41.
Het apparaat inschakelen
1
Houd de aan/uit-toets ingedrukt totdat het apparaat gaat trillen.
2
Voer de pincode van uw SIM-kaart in wanneer hierom wordt gevraagd en tik vervolgens op .
3
Wacht even tot het apparaat start.
Het apparaat uitschakelen
1
Houd de aan-uitknop
2
Tik in het optiemenu op Uitschakelen.
Het kan even duren voordat het apparaat uit gaat.
ingedrukt tot het optiemenu wordt weergegeven.
Waarom heb ik een Google™-account nodig?
Uw Xperia™-apparaat van Sony gebruikt het Android™-platform dat is ontwikkeld door Google™. Een groot aantal verschillende Google™-applicaties en -services is aankoop van uw apparaat beschikbaar, bijvoorbeeld Gmail™, Google Maps™,
10
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
YouTube™ en de Play Store™-applicatie, waarmee u toegang hebt tot de Google Play™-onlinewinkel voor het downloaden van Android™-applicaties. Om het beste uit deze services te halen, hebt u een Google™-account nodig. Met een Google™-account kunt u bijvoorbeeld het volgende doen:
Applicaties downloaden en installeren van Google Play™.
E-mail, contacten en de agenda synchroniseren met Gmail™.
Chatten met vrienden met de applicatie Hangouts™.
Uw browsegeschiedenis en bladwijzers synchroniseren met behulp van de webbrowser Google Chrome™.
Uzelf na een softwarereparatie kenbaar maken als de bevoegde gebruiker met behulp van Xperia™ Companion.
Een verloren of gestolen apparaat op afstand vinden, vergrendelen of wissen met behulp van de apparaatbeheerservices van my Xperia™ of Android™.
Ga naar
Het is erg belangrijk dat u de gebruikersnaam en het wachtwoord van uw Google™-account onthoudt. In sommige gevallen moet u zich vanwege veiligheidsredenen identificeren met uw Google™-account. Als u in dergelijke gevallen de gebruikersnaam of het wachtwoord van Google™ niet kunt invullen, wordt uw apparaat vergrendeld. Als u meerdere Google™­accounts hebt, zorg dan dat u de gegevens van het betreffende account invult.
http://support.google.com
voor meer informatie over Android™ en Google™.
Een Google™-account instellen op uw apparaat
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Account synchroniseren > Account toevoegen > Google
3
Volg de registratiewizard om een Google™-account te maken of meld u aan als u
.
al een account hebt.
U kunt ook een Google-account maken via de instellingengids als u het apparaat voor de eerste keer start. Of u gaat op een later tijdstip online en maakt een account op
www.google.com/accounts
.
Een Google™-account verwijderen
1
Tik vanuit het Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen
3
Selecteer de Google™-account die u wilt verwijderen.
4
Tik op
5
Tik nogmaals op Account verwijderen om te bevestigen.
Als u uw Google™-account niet langer beschikbaar.
Als u uw apparaat langere tijd aan iemand uitleent om te gebruiken, dan wordt het aangeraden om uw Google™-account van het apparaat te verwijderen.
>
Account verwijderen
>
Accounts
>
Google
.
.
verwijdert, zijn beveiligingsfuncties die aan uw Google™-account
11
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Apparaatbeveiliging

Zorgen dat uw apparaat beveiligd is

Het apparaat bevat een aantal beveiligingsopties. Deze worden sterk aanbevolen in geval van verlies of diefstal.
De opties zijn als volgt:
Stel een veilige schermvergrendeling op uw apparaat in met behulp van een PIN, wachtwoord of patroon om te voorkomen dat anderen toegang hebben tot uw apparaat of het resetten.
Voeg een Google™-account toe om te voorkomen dat anderen uw apparaat gebruiken als het gestolen of gewist wordt.
Activeer de webservice 'Protection by my Xperia' of Android™-apparaatbeheer. Als u een van deze services gebruikt, kunt u een verloren apparaat op afstand vinden, vergrendelen of wissen.
De eigendom van het apparaat controleren
Voor bepaalde beveiligingsfuncties dient u het scherm te ontgrendelen met uw pincode, wachtwoord, patroon, of door de gegevens van uw Google™-account in te voeren. Hieronder vindt u voorbeelden van beveiligingsfuncties en enkele van de benodigde inloggegevens:
Bescherming voor fabrieksinstellingen herstellen
Protection by my Xperia
U moet uw scherm ontgrendelen voordat u de fabrieksinstellingen kunt herstellen.
Als u deze service gebruikt om uw apparaat op afstand te resetten, dan moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord van een Google™-account invullen dat aan de service is gekoppeld. Het apparaat moet verbinding maken met internet voordat het installatieproces kan worden voltooid. Anders kunt u uw apparaat na de resetpoging niet gebruiken.
Android™­apparaatbeheer
Als u deze service gebruikt om uw apparaat op afstand te resetten, moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord voor een Google™­account invullen. Het apparaat moet verbinding maken met internet voordat het installatieproces kan worden voltooid. Anders kunt u uw apparaat na de resetpoging niet gebruiken.
Softwarereparatie
Als u de applicatie Xperia™ Companion gebruikt om de software te repareren, wordt u gevraagd de gebruikersnaam en het wachtwoord van uw Google™-account in te vullen wanneer u het apparaat na de reparatie weer inschakelt.
Voor Android™-apparaatbeheer is het noodzakelijk om informatie van een Google™-account in te vullen. Dit kan elk Google™-account zijn dat u als eigenaar op het apparaat hebt ingesteld. Als u de relevante accountgegevens niet kunt invoeren tijdens het instelproces, dan kunt u het apparaat helemaal niet gebruiken.

Schermvergrendeling

Vingerafdrukfuncties
Er zijn verschillende opties voor schermvergrendeling beschikbaar. Het beveiligingsniveau van elk type vergrendeling staat hieronder vermeld op volgorde van zwak naar sterk:
Vegen: geen beveiliging, maar u hebt snel toegang tot het startscherm.
Patroon: teken een eenvoudig patroon met uw vinger om het apparaat te ontgrendelen.
PIN: voer een pincode in van minstens vier cijfers om het apparaat te ontgrendelen.
Wachtwoord: voer een alfanumeriek wachtwoord in om het apparaat te ontgrendelen.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
zijn niet beschikbaar in de VS.
12
Vingerafdruk: plaats een geregistreerde vinger op de aan-uitknop om het apparaat te ontgrendelen.
Het is heel belangrijk dat u het patroon, de PIN of het wachtwoord voor schermvergrendeling onthoudt. Als u deze informatie vergeet, kunt u belangrijke gegevens, zoals contacten en berichten, mogelijk niet meer herstellen. Als u een Microsoft® Exchange ActiveSync®-account (EAS) op uw Xperia™-apparaat heeft ingesteld, is het type schermvergrendeling mogelijk beperkt tot alleen PIN of wachtwoord op basis van de EAS-beveiligingsinstellingen. Dit treedt op wanneer uw netwerkbeheerder uit veiligheidsoogpunt voor het bedrijf een schermvergrendelingstype heeft ingesteld voor alle EAS-accounts. Neem contact op met de netwerkbeheerder van uw bedrijf of organisatie om te controleren welk netwerkbeveiligingsbeleid voor mobiele apparaten van toepassing is. Vingerafdrukfuncties zijn niet beschikbaar in de Verenigde Staten.
Voor meer informatie over elk schermvergrendelingstype tikt u op naast
Schermvergrendeling.
Het schermvergrendelingstype wijzigen
1
Tik in het Startscherm op het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
.
Schermvergrendeling.
3
Volg de instructies op uw apparaat.
Een patroon voor schermontgrendeling maken
1
Tik in het Startscherm op het .
2
Ga naar en tik op
Instellingen
>
Vergrendelingsscherm & beveiliging
>
Schermvergrendeling > Patroon.
3
Volg de instructies op uw apparaat.
Als u
vijf maal achtereen een onjuist vergrendelingspatroon invoert, dient u dertig seconden te
wachten voordat u het opnieuw kunt proberen.
Het patroon voor schermontgrendeling wijzigen
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Startscherm
Schermvergrendeling
3
Teken uw patroon voor schermontgrendeling.
4
Tik op
Patroon
en voer de instructies op uw apparaat uit.
op het .
.
Een pincode voor schermvergrendeling maken
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Startscherm
Schermvergrendeling
3
Voer een numerieke pincode in en tik op Doorgaan.
4
Voer de PIN opnieuw in, controleer deze en tik op OK.
op .
>
PIN
.
Een wachtwoord voor schermvergrendeling maken
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
.
Schermvergrendeling > Wachtwoord.
3
Volg de instructies op uw apparaat.
De ontgrendelfunctie Vegen activeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Schermvergrendeling.
3
Teken het ontgrendelpatroon op uw scherm of vul uw pincode of wachtwoord in, afhankelijk van welk type schermvergrendeling is ingeschakeld.
4
Tik op Schuiven en vervolgens op JA, VERWIJDEREN.
13
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Ontgrendelen met vingerafdruk
Vingerafdrukfuncties zijn niet beschikbaar in de VS.
U kunt met uw vingerafdruk het apparaat snel ontgrendelen. U kunt deze functie pas gebruiken als u een vingerafdruk hebt geregistreerd en als u deze functie in Vingerafdrukbeheer hebt ingeschakeld.
Als u de optie ontgrendelen met vingerafdruk hebt ingeschakeld, fungeert de schermvergrendeling met patroon, PIN of wachtwoord als een alternatieve ontgrendelingsmethode.
Als u andere schermvergrendelingstypen selecteert, worden alle vingerafdrukinstellingen gewist.
Het apparaat ontgrendelen met uw vingerafdruk
Als de schermvergrendeling is geactiveerd, plaatst u uw vinger op de aan-uitknop zodat het apparaat uw vingerafdruk kan scannen en het scherm kan ontgrendelen. Zorg dat u een vinger gebruikt die u in Vingerafdrukbeheer hebt geregistreerd.
Als het u na vijf pogingen niet is gelukt om het scherm met uw vingerafdruk te ontgrendelen, kunt u het reservepatroon, de reservepincode of het reservewachtwoord gebruiken.

Vingerafdrukbeheer

Vingerafdrukfuncties
zijn niet beschikbaar in de VS.
Vingerafdrukbeheer registreert gegevens over vingerafdrukken die kunnen worden gebruikt als extra beveiligingsmethode voor het ontgrendelen van het apparaat of om aankopen te verifiëren. U mag maximaal vijf vingerafdrukken registreren op het apparaat.
Voordat u de Vingerafdruksensor gebruikt, controleert u of de sensor schoon is en zichtbaar vocht.
vrij is van
Voor de eerste keer een vingerafdruk registreren
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Vingerafdrukbeheer.
3
Tik op
4
Volg de instructies op het scherm om de registratie van de vingerafdruk te
Startscherm
Doorgaan
op .
en bevestig indien gevraagd uw patroon, PIN of wachtwoord.
voltooien.
Als u een vingerafdruk voor het eerst registreert, wordt u gevraagd ook een patroon, PIN of wachtwoord in te stellen als schermvergrendeling als u dit nog niet hebt gedaan.
De vingerafdruksensor bevindt zich op de aan-uitknop en niet op het scherm van uw apparaat. Voordat u de Vingerafdruksensor gebruikt, controleert u of de sensor schoon is en vrij is van zichtbaar vocht.
Extra vingerafdrukken registreren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Vingerafdrukbeheer.
3
Bevestig uw patroon, PIN of wachtwoord.
4
Tik op
en volg de instructies op het scherm.
Een geregistreerde vingerafdruk verwijderen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Vingerafdrukbeheer.
3
Tik op de geregistreerde vingerafdruk en tik op VERWIJDEREN > VERWIJDEREN.
14
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De naam van een geregistreerde vingerafdruk wijzigen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Vingerafdrukbeheer.
3
Tik op een geregistreerde vingerafdruk in de lijst en voer vervolgens een naam in voor de vingerafdruk.
4
Tik op OK.

Het apparaat automatisch ontgrendelen

De functie Smart Lock is mogelijk niet in alle markten, landen of regio's beschikbaar.
Met de functie Smart Lock kunt u het apparaat eenvoudiger ontgrendelen, doordat u kunt instellen dat het apparaat in bepaalde situaties automatisch wordt ontgrendeld. U kunt het apparaat ontgrendeld houden als het bijvoorbeeld is verbonden met een Bluetooth®-apparaat of als u het met u meedraagt.
Via de volgende instellingen van Smart Lock kunt u instellen dat het apparaat ontgrendeld blijft:
Vertrouwd gezicht: ontgrendel het apparaat door ernaar te kijken.
Vertrouwde stem: stel spraakherkenning in om in schermen te zoeken.
Vertrouwde apparaten: houd het apparaat ontgrendeld als een vertrouwd Bluetooth®-
of NFC-apparaat is verbonden.
Vertrouwde plaatsen
locatie bevindt.
Lichaamsdetectie
U moet u het apparaat handmatig ontgrendelen als u het gedurende vier uur niet hebt gebruikt of als u het opnieuw hebt opgestart.
: houd het apparaat ontgrendeld als u zich op een vertrouwde
: houd het apparaat ontgrendeld als u het u draagt.
De functie Smart Lock is ontwikkeld door Google™ en de precieze functionaliteit kan veranderen vanwege updates van de kant van Google™.
Smart Lock inschakelen
1
Stel een patroon, PIN of wachtwoord in als schermvergrendeling als u dit nog niet hebt gedaan.
2
Tik in het
3
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Trust­agents
4
Tik op de schuifregelaar Smart Lock (Google) om de functie in te schakelen.
5
Tik op de pijl-terug naast
6
Tik vervolgens op Smart Lock.
7
Voer uw patroon, PIN of wachtwoord in. Telkens als u de Smart Lock-instellingen wilt wijzigen, moeten deze referenties worden ingevoerd.
8
Selecteer een Smart Lock-type.
Vertrouwd gezicht instellen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock > Vertrouwd gezicht.
3
Tik op INSTELLEN > VOLGENDE en volg de instructies op uw apparaat.
Vertrouwde stem instellen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde stem.
3
Volg de instructie op uw apparaat.
Startscherm
.
op .
Trust-agents
.
Het apparaat ontgrendeld houden terwijl u het bij u draagt
Met de functie Lichaamsdetectie blijft het apparaat ontgrendeld als u het meeneemt in uw hand, broekzak of tas. Als de versnellingsmeter van het apparaat detecteert dat het
15
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
toestel wordt meegenomen, blijft het ontgrendeld. Het apparaat wordt vergrendeld als de versnellingsmeter merkt dat het apparaat wordt neergelegd.
Let op de volgende acties als u de functie Lichaamdetectie gebruikt:
Telkens wanneer u het apparaat neerlegt en het apparaat detecteert dat het niet meer wordt meegedragen, wordt het apparaat automatisch vergrendeld.
Het kan een minuut duren voordat het wordt vergrendeld.
Als u in een auto, bus, trein of ander voertuig stapt, kan het vijf tot tien minuten duren voordat het apparaat wordt vergrendeld.
Let op dat als u aan boord van een vliegtuig of boot gaat (of een ander niet-landvoertuig), het apparaat wellicht niet automatisch wordt vergrendeld. Indien nodig vergrendelt u het apparaat handmatig.
Als u het apparaat weer oppakt of uit het voertuig stapt, ontgrendelt u het apparaat en vervolgens blijft het ontgrendeld zolang u het u draagt.
De functie Lichaamsdetectie kan niet onderscheiden wie het apparaat heeft opgepakt. Als u uw apparaat aan iemand anders geeft terwijl het is ontgrendeld met Lichaamsdetectie, blijft het apparaat de andere gebruiker ontgrendeld. Vergeet niet dat Lichaamsdetectie als beveiligingsfunctie minder veilig is dan een patroon, pincode of wachtwoord.
Lichaamdetectie in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock > Lichaamsdetectie.
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in te schakelen en tik vervolgens op
DOORGAAN
. Tik op de schuifregelaar naast
om de functie uit te schakelen.
Aan
Verbinding maken met vertrouwde apparaten
U kunt een verbonden apparaat aanmerken als een vertrouwd apparaat. Uw Xperia™­apparaat blijft dan ontgrendeld terwijl het met het andere apparaat is verbonden. Als u regelmatig verbinding maakt met bepaald Bluetooth®- of NFC-apparaat, bijvoorbeeld met een thuisbioscoop of fitnesstracker, kunt u dit apparaat toevoegen als een vertrouwd apparaat en de extra beveiliging van het vergrendelingsscherm omzeilen om tijd te sparen. Deze functie is met name handig als u deze apparaten normaal gesproken op een relatief veilige plek gebruikt. In bepaalde gevallen moet u het apparaat toch handmatig ontgrendelen voordat een vertrouwd apparaat kan worden aangesloten.
Het wordt niet aanbevolen apparaten die onafgebroken verbonden Bluetooth®-toetsenborden of -hoezen, aan te merken als vertrouwde apparaten.
Zodra een vertrouwd apparaat wordt uitgeschakeld of buiten bereik raakt, wordt het scherm vergrendeld en dient u een pincode, patroon of wachtwoord in te voeren om het te ontgrendelen.
Een vertrouwd Bluetooth®-apparaat toevoegen
1
Zorg dat het apparaat is gekoppeld en verbonden met het Bluetooth®-apparaat dat u wilt toevoegen als vertrouwd apparaat.
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock.
3
Tik in het menu Smart Lock op Vertrouwde apparaten > VERTROUWD APPARAAT TOEVOEGENBluetooth
4
Tik op een apparaatnaam om dit apparaat uit de lijst met verbonden en gekoppelde apparaten te selecteren en tik vervolgens op JA, TOEVOEGEN.
5
Afhankelijk van de beveiliging van de verbinding moet u het apparaat eventueel handmatig ontgrendelen voordat het vertrouwde apparaat dit kan ontgrendelen.
zijn met het apparaat, zoals
Een vertrouwd Bluetooth®-apparaat verwijderen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart
.
Lock > Vertrouwde apparaten.
3
Tik op het apparaat dat u wilt verwijderen.
4
Tik op Vertrouwd apparaat verwijderen.
16
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een vertrouwd NFC-apparaat toevoegen
1
Zorg dat het apparaat is gekoppeld en verbonden met het Bluetooth®-apparaat dat u wilt toevoegen als vertrouwd apparaat.
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock.
3
Tik op Vertrouwde apparaten > VERTROUWD APPARAAT TOEVOEGEN > NFC.
4
Volg de instructies op het scherm.
Zorgen dat u veilig bent bij het gebruik van vertrouwde apparaten
Verschillende Bluetooth®-apparaten ondersteunen verschillende Bluetooth®­standaarden en beveiligingsmogelijkheden. De mogelijkheid bestaat dat iemand uw Xperia™-apparaat ontgrendeld houdt door uw Bluetooth®-verbinding te imiteren, zelfs als het vertrouwde apparaat niet meer in de buurt is. Het apparaat kan niet altijd bepalen of een verbinding beveiligd is tegen imitatie.
Als het apparaat niet kan bepalen of u een beveiligde verbinding gebruikt, verschijnt op het Xperia™-apparaat een melding en moet u het eventueel handmatig ontgrendelen, voordat het vertrouwde apparaat het ontgrendeld kan houden.
Het verbindingsbereik van Bluetooth® is afhankelijk van factoren als het apparaatmodel, het verbonden Bluetooth®-apparaat en de omgeving. Afhankelijk van deze factoren kunnen Bluetooth®-verbindingen functioneren over een afstand van wel honderd meter.
Verbinding maken met vertrouwde plaatsen
Als de functie Vertrouwde plaatsen is ingesteld, wordt de beveiliging van het vergrendelingsscherm op het Xperia™-apparaat uitgeschakeld als u zich in een aangewezen vertrouwde locatie bevindt. Deze functie werkt alleen als u een internetverbinding hebt (bij voorkeur via Wi-Fi) en het apparaat toestemming heeft uw actuele locatie te gebruiken.
U stelt vertrouwde plaatsen in door eerst te controleren of op het apparaat de locatiemodus Hoge nauwkeurigheid of de locatiemodus Energiebesparing is ingeschakeld. Vervolgens voegt u de thuislocatie of andere locaties toe.
De exacte afmetingen van een vertrouwde locatie worden geschat en kunnen buiten de fysieke grenzen van uw huis liggen, of ander gebieden die zijn toegevoegd als vertrouwde locaties. Met deze functie blijft uw apparaat ontgrendeld binnen een straal van tachtig meter. Houd er rekening mee dat locatiesignalen kunnen worden gerepliceerd of gemanipuleerd. Iemand met toegang tot speciale apparatuur kan uw apparaat ontgrendelen.
Uw thuislocatie toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
Instellingen
>
Locatie
en tik vervolgens op de schuifregelaar om
de locatieservices in te schakelen.
3
Tik op Modus en kies de locatiemodus met Grote nauwkeurigheid of Accubesparing.
4
Tik in het Startscherm op
5
Tik vervolgens op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart
.
Lock >Vertrouwde plaatsen > Startscherm.
6
Voer de gewenste locatie in door het adres in te voeren op de zoekbalk. De ingevoerde locatie wordt gezocht.
17
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uw thuislocatie bewerken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Locatie en tik vervolgens op de schuifregelaar om de locatieservices in te schakelen.
3
Tik op Modus en kies de locatiemodus met Grote nauwkeurigheid of Accubesparing.
4
Tik in het Startscherm op .
5
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde plaatsen.
6
Selecteer uw thuislocatie.
7
Tik op Bewerken.
8
Voer in de zoekbalk de locatie in die u als thuislocatie wilt gebruiken.
Als er andere woningen hetzelfde adres hebben, voegt u de daadwerkelijke locatie van uw woning binnen het gebouwencomplex toe als een aangepaste plaats.
Uw thuislocatie verwijderen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart
.
Lock >Vertrouwde plaatsen > Startscherm.
3
Tik op Bewerken > .
Aangepaste locaties gebruiken
U kunt elke locatie toevoegen als een vertrouwde, aangepaste plaats waar het apparaat ontgrendeld kan blijven.
Een aangepaste plaats toevoegen
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Locatie en tik vervolgens op de schuifregelaar om
Startscherm
op
.
de locatieservices in te schakelen.
3
Tik op Modus en kies de locatiemodus met Grote nauwkeurigheid of Accubesparing
4
Tik in het Startscherm op
5
Tik op
Instellingen
.
.
>
Vergrendelingsscherm & beveiliging
>
Smart Lock
Vertrouwde plaatsen.
6
Tik op
Vertrouwde plaats toevoegen
7
Tik op Deze locatie selecteren om de huidige locatie te gebruiken als een
.
aangepaste plaats.
8
U kunt ook een andere locatie invoeren, op tikken en het adres invoeren. De ingevoerde locatie wordt gezocht. Tik op het voorgestelde adres als u dit wilt gebruiken.
9
U stelt de locatie nauwkeurig in door op de pijl-terug naast het adres te tikken. Sleep vervolgens de locatienaald naar de gewenste locatie en tik op Deze locatie selecteren.
>
18
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een aangepaste plaats bewerken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Locatie en tik vervolgens op de schuifregelaar om de locatieservices in te schakelen.
3
Tik op Modus en kies de locatiemodus met Grote nauwkeurigheid of Accubesparing.
4
Tik in het Startscherm op .
5
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde plaatsen.
6
Tik op de plaats die u wilt bewerken.
7
Tik op Adres bewerken.
8
Voer een andere locatie in door op ingevoerde locatie wordt gezocht. Tik op het voorgestelde adres als u dit wilt gebruiken.
9
U stelt de locatie nauwkeurig in door op de pijl-terug naast het adres te tikken. Sleep vervolgens de locatienaald naar de gewenste locatie en tik op Deze locatie
selecteren.
Een aangepaste plaats verwijderen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Locatie en tik vervolgens op de schuifregelaar om de locatieservices in te schakelen.
3
Tik op Modus en kies de locatiemodus met Grote nauwkeurigheid of Accubesparing
4
Tik in het Startscherm op .
5
Tik op
Instellingen
Vertrouwde plaatsen.
6
Selecteer de plek die u wilt verwijderen.
7
Tik op Verwijderen.
.
>
.
Vergrendelingsscherm & beveiliging
te tikken en het adres in te voeren. De
>
Smart Lock
>

SIM-kaartbeveiliging

U kunt elke SIM-kaart die u in uw apparaat gebruikt, vergrendelen en ontgrendelen met een pincode (persoonlijk identificatienummer). Als een SIM-kaart is vergrendeld, is het bijbehorende abonnement beschermd tegen ongeoorloofd gebruik. Telkens wanneer u uw apparaat inschakelt, moet u dus een pincode invoeren.
Als u uw pincode te vaak onjuist invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U moet dan de PUK-code (Personal Unblocking Key) en een nieuwe pincode invoeren. U ontvangt de pincode en de PUK-code van uw netwerkoperator.
Een SIM-kaartblokkering instellen of opheffen
1
Tik in het startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > SIM­kaartvergrendeling instellen.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op de schuifregelaar SIM vergrendelen om de SIM-kaartblokkering in of uit te schakelen.
5
Voer de pincode voor de SIM-kaart in en tik op OK. De SIM-kaartblokkering is nu actief en telkens wanneer u het apparaat opnieuw start, wordt u gevraagd om de pincode in te vullen.
.
19
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De pincode van de SIM-kaart wijzigen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > SIM­kaartvergrendeling instellen.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op SIM PIN-code wijzigen.
5
Voer de oude pincode voor de SIM-kaart in en tik op OK.
6
Voer de nieuwe pincode voor de SIM-kaart in en tik op OK.
7
Voer de nieuwe pincode voor de SIM-kaart opnieuw in en tik op OK.
Een geblokkeerde SIM-kaart met behulp van een PUK-code deblokkeren
1
Voer de PUK-code in en tik op
2
Voer een nieuwe PIN-code in en tik op .
3
Voer de nieuwe PIN-code nogmaals in en tik op .
Als u te vaak een onjuiste PUK-code hebt ingevoerd, dient u contact met uw netwerkprovider op te nemen voor een nieuwe SIM-kaart.
.

Meerdere SIM-kaarten gebruiken

Het apparaat werkt met één of met twee geplaatste SIM-kaarten. U ontvangt naar beide SIM-kaarten binnenkomende communicatie en daarna selecteert u van welk nummer u de uitgaande communicatie wilt uitvoeren. Voordat u beide SIM-kaarten kunt gebruiken, moet u ze inschakelen en de SIM-kaart selecteren die het dataverkeer zal verwerken.
U kunt oproepen die binnenkomen op SIM-kaart 1 doorschakelen naar SIM-kaart 2 als SIM-kaart 1 niet bereikbaar is, en omgekeerd. De functie heet Dual SIM reachability. U moet dit handmatig inschakelen. Zie
Oproepen doorschakelen
op de pagina 83.
Het gebruik van twee SIM-kaarten in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Tik op de schuifregelaars SIM1 en SIM2 om de SIM-kaartblokkering in of uit te
Instellingen
>
Dubbele SIM
.
schakelen.
De naam van een SIM-kaart wijzigen
1
Tik vanuit het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Dubbele SIM.
3
Selecteer een SIM-kaart en voer er een naam voor in.
4
Tik op OK.
Startscherm
op .
Selecteren welke SIM-kaart dataverkeer afhandelt
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Dubbele SIM > Mobiel dataverkeer.
3
Selecteer de SIM-kaart die u voor dataverkeer wilt gebruiken.
Selecteer voor hogere datasnelheden de SIM-kaart die het snelste mobiele netwerk ondersteunt, bijvoorbeeld 3G of LTE.
Het identificatienummer van uw apparaat zoeken
Uw apparaat heeft een uniek identificatienummer. Dit nummer wordt de IMEI (International Mobile Equipment Identity) genoemd. Zorg dat u een kopie van dit nummer bewaart. U kunt dit bijvoorbeeld nodig hebben als u de ondersteuningsdienst Xperia™ Care gebruikt om uw apparaat te registreren. En als uw apparaat wordt gestolen, kunnen sommige netwerkproviders uw IMEI-nummer gebruiken om ervoor te zorgen dat het apparaat geen toegang meer krijgt tot het netwerk in uw land of regio.
Apparaten met twee SIM-kaarten hebben twee IMEI-nummers, een voor elke SIM-kaartsleuf.
20
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uw IMEI-nummers op de etiketstrip bekijken
1
Open de cover van de nano-SIM- en de geheugenkaartsleuf.
2
Verwijder de SIM/ geheugenkaartlade. Plaats een vingernagel of ander voorwerp met een lange, dunne punt onder de rand van de etiketstrip en trek de strip naar buiten. De IMEI-nummers staan op de strip.
U kunt het de IMEI-nummers weergeven door de telefoonkiezer te openen en *#06# in te voeren.
Uw IMEI-nummers weergeven via de apparaatinstellingen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Status > IMEI-informatie.

Een verloren apparaat terugvinden

Als u een Google™-account hebt, kan de webservice 'Protection by my Xperia' u helpen uw apparaat terug te vinden, mocht u het hebben verloren. Als u deze service hebt ingeschakeld op uw apparaat kunt u:
Uw apparaat op een kaart lokaliseren.
Een alarm laten afgaan dat zelfs in de modus Niet storen werkt.
Het apparaat op afstand vergrendelen en uw contactgegevens op het apparaat weergeven voor de persoon die het apparaat heeft gevonden.
Als laatste redmiddel: het interne en externe geheugen van uw apparaat op afstand wissen.
Als u met de webservice 'Protection by my Xperia' het interne geheugen hebt gewist, moet u zich, de volgende keer dat u dit apparaat inschakelt, u aanmelden met een Google™-account dat eerder met dit apparaat is gesynchroniseerd.
De service 'Protection by my Xperia' is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
21
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Protection by my Xperia activeren
1
Controleer of u over een actieve dataverbinding beschikt, en schakel locatieservices op uw apparaat in.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Bescherming door my Xperia > ACTIVEREN.
4
Vink het selectievakje aan om de voorwaarden en bepalingen van de service te accepteren en tik vervolgens op ACCEPTEREN.
5
Als daarom wordt gevraagd, meldt u zich aan uw Google™-account of maakt u een nieuw account als u er nog geen hebt.
6
Om te controleren of Protection by my Xperia uw apparaat kan lokaliseren, gaat u
myxperia.sonymobile.com
naar
en meldt u zich aan met het Google™-account
dat u voor uw apparaat gebruikt.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, is de service Protection by my Xperia alleen beschikbaar voor de gebruiker die als eigenaar is ingelogd.
Een verloren apparaat zoeken met behulp van Android™­apparaatbeheer
Google™ biedt een locatie- en beveiligingswebservice die Android™-apparaatbeheer heet. U kunt deze service gebruiken in combinatie met, of als alternatief voor, de Protection by my Xperia-service. Als u uw apparaat verliest, kunt u Android™­apparaatbeheer gebruiken om:
Naar de locatie van uw apparaat te zoeken en deze te tonen.
Uw apparaat te bellen of vergrendelen, alles om uw apparaat te wissen, of een telefoonnummer toe te voegen aan uw vergrendelingsscherm.
Ga voor meer informatie over Android™-apparaatbeheer naar
www.support.google.com
.
Android™-apparaatbeheer werkt niet als uw apparaat is uitgeschakeld of als het geen verbinding heeft met het internetinternet. De service van Android™-apparaatbeheer is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Android™-apparaatbeheer activeren
1
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, zorg dan dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Controleer of u over een actieve gegevensverbinding beschikt en of locatieservices op uw apparaat zijn ingeschakeld.
3
Tik in het Startscherm op
4
Ga naar en tik op
5
Tik op de schuifregelaars naast Dit apparaat op afstand lokaliseren en Op
Instellingen
afstand vergrendelen en wissen toestaan
6
Accepteer de voorwaarden door op Deze apparaatbeheerder activeren te tikken
.
>
Google
>
Beveiliging
.
om beide functies in te schakelen.
als u hierom wordt gevraagd.
7
Ga naar
www.android.com/devicemanager
en meld u aan met uw Google™­account om te controleren of Android™-apparaatbeheer uw apparaat kan vinden nadat u de service hebt geactiveerd.
U kunt Android™-apparaatbeheer ook activeren via onder apparaatbeheerfuncties.
Vergrendelingsscherm & beveiliging
22
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

De basisaspecten onder de knie krijgen

Het aanraakscherm gebruiken

Tikken
Een item openen of selecteren.
Een selectievakje of optie in- of uitschakelen.
Tekst invoeren met het virtuele toetsenbord.
Aanraken en vasthouden
Verplaats een item.
Activeer een item specifiek menu.
Activeer de selectiemodus, bijvoorbeeld om meerdere items te selecteren in een lijst.
23
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Knijpen en spreiden
In- of uitzoomen op webpagina's, foto's en kaarten en tijdens het opnemen van foto's en video's.
Vegen
Naar boven of naar beneden bladeren door een lijst.
Naar links of naar rechts bladeren, bijvoorbeeld tussen vensters van het startscherm.
Naar links of rechts vegen om meer opties te zien.
24
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Vegen
Blader snel, bijvoorbeeld in een lijst of een webpagina. U kunt het bladeren stoppen door op het scherm te tikken.

Het scherm vergrendelen en ontgrendelen

Wanneer uw apparaat is ingeschakeld maar gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt, wordt het scherm verduisterd om de batterij te sparen; het scherm wordt daarbij ook automatisch vergrendeld. Deze vergrendeling voorkomt dat u per ongeluk ongewenste bewerkingen uitvoert op het aanraakscherm wanneer u de telefoon niet gebruikt. aankoop van uw apparaat is er al een eenvoudige schermvergrendeling met behulp van vegen ingesteld. Dit betekent dat u op het scherm omhoog moet vegen om het te ontgrendelen. U kunt de beveiligingsinstellingen later wijzigen en andere soorten vergrendelingen toevoegen. Zie
Schermvergrendeling
op de pagina 12.
Het scherm activeren
Druk de toets kort in.
Het scherm vergrendelen
1
Wanneer het scherm actief is, drukt u kort op de aan/uit-knop .
2
U kunt ook dubbeltikken op een leeg gedeelte van het startscherm. Als u deze functie wilt inschakelen, raakt u een willekeurig gebied in het startscherm aan en houdt u het even vast totdat het apparaat trilt. Vervolgens tikt u op en tikt u op de schuifregelaar naast Dubbeltikken om te slapen.

Startscherm

Het startscherm is het beginpunt voor het gebruik van uw apparaat. Het is vergelijkbaar met het bureaublad op een computerscherm. Uw startscherm kan maximaal twintig deelvensters bevatten, die groter zijn dan de normale breedte van de schermweergave.
25
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het aantal deelvensters in het startscherm wordt aangegeven met een reeks stippen onder aan het startscherm. De gemarkeerde stip toont het deelvenster dat momenteel wordt weergegeven.
1 Welkom de Xperia™-widget: tik om de widget te openen en selecteer een taak zoals het kopiëren
van inhoud van het oude apparaat of het instellen van Xperia™-services
2 Stippen: geven het aantal deelvensters in het startscherm aan
Ga naar de startpagina
Druk op .
Door het startscherm bladeren
Deelvensters van het startscherm
U kunt nieuwe vensters toevoegen aan uw startscherm (maximaal twintig vensters) en vensters verwijderen. U kunt tevens het venster instellen dat u wilt gebruiken als het hoofdvenster voor het startscherm.
26
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een deelvenster instellen als het hoofdvenster van het startscherm
1
Raak een gebied in het startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of naar rechts om naar het deelvenster te bladeren dat u wilt instellen als hoofdvenster van het startscherm en tik vervolgens linksboven in het scherm op .
Als Google Zoeken en Now is ingeschakeld, wordt het meest linkse deelvenster voor deze service gereserveerd en kan het hoofdvenster van het startscherm niet worden gewijzigd. Zie
Google Zoeken en Now
op pagina 141 voor meer informatie.
Een deelvenster toevoegen aan het startscherm
1
Raak een gebied in het startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat trilt.
2
Veeg de deelvensters helemaal naar rechts of naar links en tik vervolgens op
Als Google Zoeken en Now is ingeschakeld, wordt het linker deelvenster voor deze service gereserveerd en kunnen geen andere deelvensters meer aan de linkerkant worden toegevoegd. Zie
Google Zoeken en Now
op pagina 141 voor meer informatie.
Een deelvenster verwijderen van de startpagina
1
Houd een willekeurig gebied op het startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om naar het deelvenster te gaan dat u wilt verwijderen en tik op rechtsboven in de hoek van het deelvenster.
.
Instellingen startpagina
Een applicatie uitschakelen of verwijderen vanuit het startscherm
Als u een vooraf geïnstalleerde app uitschakelt, worden alle gegevens app echter opnieuw inschakelen via Instellingen > Applicaties. Alleen gedownloade apps kunnen volledig worden verwijderd.
1
Raak een gebied in het startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat
verwijderd. U kunt de
trilt.
2
Veeg naar links of naar rechts om door de deelvensters te bladeren. Alle applicaties die kunnen worden uitgeschakeld of verwijderd, worden aangeduid met .
3
Tik op de desbetreffende applicatie en tik vervolgens op
Uitschakelen
in het geval
van een vooraf geïnstalleerde app op uw apparaat, of op OK als u de app zelf hebt gedownload en deze wilt verwijderen.
De grootte van pictogrammen op het startscherm aanpassen
1
Houd een willekeurig gebied op het startscherm aangeraakt totdat het apparaat trilt en tik vervolgens op .
2
Tik op Pictogramgrootte en selecteer vervolgens een optie.

Navigeren door applicaties

U kunt tussen applicaties navigeren met de navigatietoetsen en het venster met onlangs gebruikte applicaties, waarmee u eenvoudig kunt schakelen tussen alle onlangs gebruikte applicaties. De navigatietoetsen zijn de terug-toets, de starttoets en de toets Recente apps. U kunt ook twee applicaties in één keer op het scherm openen met de modus voor gesplitst scherm indien de applicatie de functie voor meerdere schermen ondersteunt. Bepaalde applicaties worden gesloten wanneer u op de starttoets om af te sluiten. Andere applicaties kunnen actief blijven op de achtergrond of kunnen worden onderbroken. Als de applicatie wordt onderbroken of actief is op de achtergrond, kunt u, de volgende keer wanneer u de applicatie opent, doorgaan waar u gebleven was.
drukt
27
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
1 Kleine apps – open venster met kleine apps
2 Alles wissen - sluit alle onlangs gebruikte applicaties
3 Venster met onlangs gebruikte applicaties – open een onlangs gebruikte applicatie
4 Toets Recente apps – open het venster met onlangs gebruikte applicaties
5 Starttoets – sluit een applicatie en ga terug naar het startscherm
6 Terugtoets – ga terug naar het vorige scherm binnen een applicatie of sluit de applicatie
Het venster met onlangs gebruikte toepassingen openen
Druk op .
Snel wisselen tussen recent gebruikte applicaties
Druk snel tweemaal op .
Alle recentelijk gebruikte applicaties sluiten
Tik op
en tik vervolgens op ALLES WISSEN.
Een menu in een applicatie openen
Druk tijdens het gebruik van de applicatie op
Niet in alle applicaties is een menu beschikbaar.
.
Modus voor gesplitst scherm
In de modus voor gesplitst scherm kunt u twee applicaties tegelijk weergeven, bijvoorbeeld als u het postvak van uw e-mail en een webbrowser tegelijkertijd wilt bekijken.
1 Applicatie 1 in bovenste venster
2 Rand van gesplitst scherm – Sleep deze om vensters groter of kleiner te maken
28
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
3 Applicatie 2 in onderste venster
4 Toets voor gesplitst scherm – Selecteer een onlangs gebruikte applicatie
5 Starttoets – Terug naar het startscherm
6 Terug-toets – Ga terug naar het vorige scherm binnen een applicatie of sluit de applicatie
Niet alle applicaties ondersteunen de modus voor gesplitst scherm.
Modus voor gesplitst scherm gebruiken
1
Zorg dat de twee applicaties waarvoor u de modus Gesplitst scherm wilt gebruiken, geopend zijn en op de achtergrond worden uitgevoerd.
2
Open de applicatie die u in de modus Gesplitst scherm wilt gebruiken en tik vervolgens op
en houd vast. De applicatie wordt toegekend aan het eerste deel
van het gesplitste scherm.
3
Selecteer de tweede gewenste applicatie uit de miniatuurlijst.
4
Als u de grootte van de gesplitste vensters wilt aanpassen, versleept u de schermrand in het midden.
5
Tik op
en houd vast terwijl de gesplitste vensters worden weergegeven om de
modus voor gesplitst scherm af te sluiten.

Scherm Toepassingen

Het scherm Toepassingen, dat u opent vanuit het startscherm, bevat de applicaties die vooraf op uw apparaat zijn geïnstalleerd en de applicaties die u downloadt.
Alle applicaties op het scherm Toepassingen weergeven
1
Tik op uw startscherm op .
2
Veeg naar links of rechts op het scherm Toepassingen.
De lijsten met aanbevolen apps in- of uitschakelen
De eerste keer dat u het applicatiescherm opent, krijgt u de mogelijkheid om lijsten met aanbevolen apps in of uit te schakelen. U kunt deze functie ook later in- of uitschakelen door de volgende stappen uit te voeren:
1
Raak een willekeurig gebied in het startscherm aan en houd het vast totdat het apparaat trilt. Tik vervolgens op .
2
Tik op de schuifregelaar Aanbevelingen voor apps.
Een applicatie openen vanuit het applicatiescherm
Als het applicatiescherm is geopend, veegt u naar links of rechts om de applicatie te zoeken en tikt u vervolgens op de applicatie.
Een applicatie zoeken vanuit het applicatiescherm
1
Open het applicatiescherm en tik op Applicaties zoeken of veeg omlaag in het applicatiescherm of startscherm.
2
Voer de naam in van de applicatie die u wilt zoeken.
29
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Applicaties rangschikken op het applicatiescherm
1
Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op .
2
Tik op Apps sorteren en selecteer vervolgens een optie.
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Raak vanuit het applicatiescherm een applicatiepictogram aan en houd dit vast totdat het scherm gaat trillen, sleep het pictogram vervolgens naar de bovenkant van het scherm. Het startscherm wordt geopend.
2
Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het startscherm en laat het vervolgens los.
Een applicatie verplaatsen op het applicatiescherm
1
Open het applicatiescherm en tik op
2
Zorg dat Eigen volgorde is geselecteerd onder Apps sorteren.
3
Houd de applicatie aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep deze vervolgens naar
.
de nieuwe locatie.
Een applicatie uitschakelen of verwijderen vanuit het applicatiescherm
Als u een vooraf geïnstalleerde app uitschakelt, worden alle gegevens verwijderd. U kunt de app echter opnieuw inschakelen via Instellingen > Applicaties. Alleen gedownloade apps kunnen volledig worden verwijderd.
1
Raak een gebied in het applicatiescherm aan en houd het even vast totdat het apparaat trilt. Alle applicaties die kunnen worden uitgeschakeld of verwijderd, worden vervolgens aangeduid met .
2
Tik op de desbetreffende applicatie en tik vervolgens op UITSCHAKELEN in het geval van een vooraf geïnstalleerde app op uw apparaat, of op OK als u de app zelf hebt gedownload en deze wilt verwijderen.

Kleine apps

Kleine apps zijn miniatuurapps die bovenop andere toepassingen op hetzelfde scherm draaien om multi-tasking mogelijk te maken. U kunt bijvoorbeeld een webpagina open hebben die wisselkoersen weergeeft en vervolgens de kleine app Rekenmachine erboven openen om berekeningen te maken. U kunt het venster van kleine apps openen vanuit het venster met onlangs gebruikte applicaties. Ga naar Google Play™ als u meer kleine apps wilt downloaden.
Een kleine app openen
1
Open het venster met onlangs gebruikte applicaties door op te tikken.
2
Tik op KLEINE APPS.
3
Tik op de kleine app die u wilt openen.
U kunt diverse kleine apps
Een kleine app sluiten
Tik op in het venster van de kleine app.
Een kleine app downloaden
1
Open het venster met onlangs gebruikte applicaties door op te tikken.
2
Tik op KLEINE APPS.
3
Tik op
4
Tik op
5
Zoek een kleine app op die u wilt downloaden en volg de aanwijzingen om het te
.
.
downloaden en de installatie af te ronden.
tegelijkertijd openen.
30
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een kleine app verplaatsen
Als de kleine app geopend is, houdt u de linkerbovenhoek aangeraakt en sleept u hem naar de gewenste locatie.
Een kleine app minimaliseren
Als de kleine app is geopend, houdt u de linkerbovenhoek van de kleine app aangeraakt en sleept u deze naar de rechterrand of naar de benedenrand van het scherm.
Bepaalde kleine apps kunnen worden geminimaliseerd door op het pictogram te tikken.
Een kleine app verwijderen
1
Tik op .
2
Tik op KLEINE APPS.
3
Tik op
4
Tik op Kleine app verwijderen en kies de kleine app die u wilt verwijderen.
5
Tik op OK.
.
Een widget als kleine app toevoegen
1
Open het venster met onlangs gebruikte applicaties door op
2
Tik op KLEINE APPS en vervolgens op
3
Tik op
4
Selecteer een widget.
5
Voer indien gewenst een naam voor de widget in en tik op OK.
.
.
te tikken.
Een widgetnaam wijzigen
1
Open het venster met onlangs gebruikte applicaties door op
2
Tik op KLEINE APPS.
3
Tik op .
4
Tik op Widgetnaam wijzigen en selecteer de widget waarvan u de naam wilt
te tikken.
wijzigen.
5
Voer de naam in en tik op OK.
6
Tik op
Van niet alle widgets kan de naam worden
.
gewijzigd.
Een widget verwijderen
1
Open het venster met onlangs gebruikte applicaties door op te tikken.
2
Tik op
KLEINE APPS
3
Tik op
4
Tik op
5
Selecteer het pictogram van de widget die uw wilt verwijderen en tik vervolgens op
OK
6
Tik op .
Niet alle widgets kunnen worden
.
Widget verwijderen
.
.
.
verwijderd.

Widgets

Widgets zijn kleine applicaties die u direct op uw startscherm kunt gebruiken. Ze werken tevens als snelkoppelingen. Met de widget Weer kunt u bijvoorbeeld basisinformatie over het weer direct op uw startscherm bekijken. Wanneer u op de widget tikt, wordt de volledige applicatie Weer geopend. U kunt meer widgets downloaden via Google Play™.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1
Raak een leeg gebied in het Startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat trilt. Tik vervolgens op Widgets.
2
Tik op de widget die u wilt toevoegen.
31
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De afmetingen van een widget wijzigen
1
Raak een widget aan en houd deze even vast tot het apparaat trilt. Laat de widget vervolgens los. Als de afmetingen van de widget kunnen worden gewijzigd, bijvoorbeeld van de widget Agenda, worden een gemarkeerd kader en punten voor het wijzigen van het formaat weergegeven.
2
Sleep de punten naar binnen of naar buiten om de widget kleiner of groter te maken.
3
Tik op een willekeurige plaats in het Startscherm om de nieuwe afmetingen van de widget te bevestigen.
Een widget verplaatsen
Houd de widget aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep deze vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een widget verwijderen
Houd de widget aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep deze vervolgens naar Verwijderen van startscherm.

Snelkoppelingen en mappen

Gebruik snelkoppelingen en mappen voor het beheren van uw applicaties en om uw startscherm overzichtelijk te houden.
1 Open een applicatie met een snelkoppeling
2 Open een map met applicaties
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Raak een leeg gebied in het
2
Tik in het instelmenu op Widgets > Snelkoppelingen.
3
Blader door de lijst en selecteer een applicatie. De geselecteerde applicatie wordt
Startscherm
aan en houd dit even vast.
toegevoegd aan het Startscherm.
Een item op het startscherm verplaatsen
Houd het item aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep het item vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een item van de startpagina verwijderen
Houd het item aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep het item vervolgens naar
Verwijderen van startscherm boven aan het scherm.
Een map op het startscherm maken
Houd het pictogram of de snelkoppeling van een applicatie aangeraakt tot het apparaat trilt; sleep het vervolgens naar het pictogram of de snelkoppeling van een andere applicatie.
32
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Items toevoegen aan een map op het startscherm
Houd een item aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep het item vervolgens naar de map.
Een map op het startscherm hernoemen
1
Tik op de map om deze te openen.
2
Raak de titelbalk van de map aan om het veld Mapnaam weer te geven.
3
Voer de naam van de nieuwe map in en tik op Gereed.

Achtergrond en thema's

U kunt het startscherm aanpassen aan uw eigen stijl met achtergronden en thema's.
De achtergrond van uw startscherm wijzigen
1
Raak een leeg gebied in het Startscherm aan en houd het even vast tot het apparaat trilt.
2
Tik op Achtergrond en selecteer een optie.
U kunt ook de achtergrond van het vergrendelingsscherm wijzigen of dezelfde afbeelding instellen voor zowel het startscherm als het vergrendelingsscherm. Volg bovenstaande stappen en tik op Album . Tik op de gewenste afbeelding en kies een optie.
Een thema instellen
1
Raak een leeg gebied in het apparaat trilt.
2
Tik op
3
Kies een optie:
Voor een bestaand thema, selecteert u het thema en tikt u op
Thema´s
.
TOEPASSEN.
Download een nieuw thema door op
Startscherm
aan en houd het even vast tot het
THEMA
MEER APPS DOWNLOADEN
te tikken.
Als u een thema
wijzigt, wordt ook de achtergrond in sommige applicaties gewijzigd.

Een schermopname maken

U kunt stilstaande beelden maken van een scherm op uw apparaat als schermopname. Schermopnames worden automatisch opgeslagen in Album.
Een schermafbeelding maken
1
Houd de aan-uitknop ingedrukt totdat een venster verschijnt.
2
Tik op .
U kunt ook een schermafbeelding maken door de aan-uitknop en de toets voor volume omlaag tegelijkertijd ingedrukt te houden.
De schermafbeelding weergeven
1
Dubbeltik op de statusbalk om het Gedeelte voor meldingen te openen.
2
Tik op de schermopname.
U kunt de schermopnames ook
bekijken in de applicatie Album.

Een schermopname maken

U kunt de functie schermopname gebruiken om video's op te nemen van wat er op het scherm van uw toestel gebeurt. Deze functie is handig wanneer u bijvoorbeeld handleidingen wilt maken of video's wilt maken van een spel dat u op uw toestel speelt. Opgenomen video's worden automatisch opgeslagen in Album.
33
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Overzicht van opnamevenster
1 Venster voor schermopname minimaliseren/herstellen
2 Een schermopname maken
3 Schermopname maken wanneer de camera aan de voorkant is geactiveerd
4 Een schermopname maken met/zonder geluid
5 De instellingen voor schermopname openen
6 Het venster voor schermopname sluiten
Een opname van uw beeldscherm maken
1
Houd de aan/uit-toets ingedrukt totdat een venster verschijnt.
2
Tik op
3
Als het schermopnamevenster is geopend, tikt u op . De schermopnamefunctie wordt gestart en er wordt een timerknop weergegeven.
4
Tik op de timerknop en vervolgens op
Schermopname maken wanneer de camera aan de voorkant geactiveerd is
1
Tik op wanneer het venster voor de schermopname geopend wordt. Er wordt een venster geopend met een zoeker voor de camera aan voorkant.
2
Tik op voorkant opgenomen is.
3
Om de opname te stoppen, tikt u op de timerknop en vervolgens op .
4
Om het venster met de zoeker voor de camera aan de voorkant te sluiten, tikt u op .
.
om de opname te stoppen.
om uw scherm op te nemen en de video die door de camera aan de
Recente schermopnamen bekijken
1
Dubbeltik op de statusbalk om het Gedeelte voor meldingen te openen.
2
Tik op de schermopname.
U kunt uw schermopnamen ook
bekijken in de applicatie Album.

Meldingen

Meldingen brengen u op de hoogte van gebeurtenissen zoals nieuwe berichten en agendameldingen evenals lopende activiteiten zoals downloads. Meldingen verschijnen op:
De statusbalk
Het meldingsvenster
Het vergrendelscherm
34
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het gedeelte voor meldingen openen of sluiten
1
Sleep de statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen of dubbeltik op de statusbalk.
2
Sleep het venster omhoog om het gedeelte voor meldingen te sluiten.
Na het openen van het gedeelte voor meldingen, kunt u het deelvenster Snelle instellingen openen door de statusbalk opnieuw omlaag te slepen.
Reageren op een melding in het gedeelte voor meldingen
Tik op de melding.
U kunt rechtstreeks op e-mail- of chatberichten reageren in het gedeelte voor meldingen. Veeg naar links of rechts over de melding en tik op als u de instellingen voor meldingen wilt
wijzigen.
Een melding verwijderen uit het gedeelte voor meldingen
Veeg de melding naar links of rechts.
Niet alle meldingen kunnen worden
verwijderd.
Een melding in het gedeelte voor meldingen vergroten
Tik op de melding voor meer informatie over de melding zonder de app te openen.
Niet alle meldingen kunnen worden vergroot.
Alle meldingen in het gedeelte voor meldingen wissen
Tik op
ALLES WISSEN
.
Reageren op een melding in het vergrendelingscherm
Dubbeltik op de melding.
Een melding uit het vergrendelingscherm verwijderen
Veeg de melding naar links of rechts.
Een melding op het vergrendelingscherm vergroten
Sleep de melding omlaag.
Niet alle meldingen kunnen worden vergroot.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
35
Meldingen op het vergrendelingsscherm beheren
Inhoud van alle meldingen weergeven
Inhoud van gevoelige meldingen verbergen
Helemaal geen meldingen weergeven
Alle meldingen op het vergrendelingsscherm weergeven. Als deze instelling is ingeschakeld, moet u er rekening mee houden dat alle inhoud (inclusief de inhoud van binnenkomende e-mails en chatberichten) zichtbaar zullen zijn op het vergrendelingsscherm, behalve wanneer u de betreffende apps aanwijst als Gevoelige inhoud verbergen in het menu App-meldingen-instellingen
Een pincode, wachtwoord of patroon moet zijn ingesteld als schermvergrendeling om deze instelling beschikbaar te maken. Inhoud verborgen wordt weergegeven op het vergrendelingsscherm als er gevoelige berichten binnenkomen. U krijgt bijvoorbeeld een melding voor een binnenkomende e-mail of chat, maar de inhoud is niet zichtbaar op uw vergrendelingsscherm.
U krijgt geen meldingen op het vergrendelingsscherm.
De meldingen selecteren voor weergave op het vergrendelingsscherm
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meldingen.
3
Tik op
4
Selecteer een optie.
Meldingen kunnen op het vergrendelingsscherm behouden blijven tenzij u ze verwijdert door te vegen. Tik op de Meldgn. vergrend.scherm behouden-schuifregelaar om deze functie in te schakelen.
en vervolgens op Op het vergrendelingsscherm.
Het meldingniveau van een app instellen
Alles blokkeren
Geluid en trillen uit
Onderbrekingen alleen met prioriteit
Nooit meldingen ontvangen van de geselecteerde app.
Ontvangen meldingen, maar zonder geluid, trilling of dat deze wordt weergegeven.
Ontvang meldingen van deze app ook als Niet storen als prioriteit is ingesteld.
Het meldingsniveau voor een app instellen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
Instellingen
3
Selecteer de gewenste app.
4
Tik op de schuifregelaars om de gewenste meldingsinstellingen aan te passen.
>
Meldingen
.
Meldingslampje
Het meldingslampje informeert u over de batterijstatus en een aantal andere zaken. Een wit knipperend lampje betekent bijvoorbeeld dat er een nieuw bericht of een gemist gesprek is. Het meldingslampje is standaard ingeschakeld maar u kunt het handmatig uitschakelen.
Als het meldingslampje is uitgeschakeld, gaat het alleen branden de batterijstatus, bijvoorbeeld als het energieniveau lager is dan 15 procent.
een waarschuwing voor
36
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het meldingslampje in- of uitschakelen
1
Tik in het startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meldingen > .
3
Tik op de schuifregelaar naast Meldingslampje om de functie in of uit te schakelen.

Pictogrammen in de statusbalk

Statuspictogrammen
Geen SIM-kaart
Signaalsterkte
Geen signaal
Roaming
LTE-gegevens worden verzonden en gedownload
GPRS-gegevens worden verzonden en gedownload
EDGE-gegevens worden verzonden en gedownload
3G-gegevens worden verzonden en gedownload
HSPA+-gegevens worden verzonden en gedownload
Een Wi-Fi-verbinding wordt ingeschakeld en er worden gegevens verzonden
Er is een Wi-Fi-verbinding ingeschakeld maar er is geen internetverbinding.
Dit pictogram wordt ook weergegeven wanneer u probeert verbinding te maken met een beveiligd Wi-Fi-netwerk. Nadat u bent ingelogd, verdwijnt het uitroepteken.
Als Google™ in uw regio is geblokkeerd, kan het uitroepteken zelfs worden weergegeven wanneer u verbinding maakt met een Wi-Fi-netwerk en er een werkende internetverbinding is.
Batterijstatus
De batterij wordt opgeladen
Vliegmodus is actief
De Bluetooth®-functie is actief
De microfoon is gedempt
De speakertelefoon is ingeschakeld
Modus Niet storen is actief
Trilstand
Er is een alarm ingesteld
GPS is actief
Synchronisatie is actief
Probleem met aanmelding of synchronisatie
Afhankelijk van uw serviceprovider, netwerk of regio zijn bepaalde functies of services die door sommige pictogrammen in deze lijst worden vertegenwoordigd, mogelijk niet beschikbaar.
37
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Pictogrammen in de statusbalk beheren
1
Tik in uw startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Scherm > Systeempictogrammen.
3
Markeer de selectievakjes voor de systeempictogrammen die u in de statusbalk wilt weergeven.
Meldingspictogrammen
Nieuw sms-bericht of mms-bericht
Lopend gesprek
Gemiste oproep
Gesprek in de wacht
Oproepen doorschakelen is ingeschakeld
Nieuw voicemailbericht
Nieuw e-mailbericht
Gegevens worden gedownload
Gegevens worden geüpload
Mobiele data is uitgeschakeld
Een basisinstallatie van uw apparaat uitvoeren
Er is een software-update beschikbaar
Er zijn systeemupdates beschikbaar
Systeemupdates worden gedownload
Tikken om de gedownloade systeemupdates te installeren
STAMINA-modus is geactiveerd
Ultra-STAMINA-modus is geactiveerd
Ruisonderdrukking is ingeschakeld
Schermafbeelding vastgelegd
Nieuw Hangouts™-chatbericht
Videochatten met vrienden met de Hangouts™-applicatie
Er is een kleine app geactiveerd
Er wordt een nummer afgespeeld
De radio is ingeschakeld
Het apparaat is via een USB-kabel met een computer verbonden
Intern geheugen is 75% vol. Tikken om gegevens naar een geheugenkaart over te brengen
Waarschuwing
Meer (niet weergegeven) meldingen
Niet alle pictogrammen die op uw apparaat kunnen verschijnen, zijn hier vermeld. Deze pictogrammen zijn alleen bedoeld als leidraad, en er kunnen wijzigingen worden doorgevoerd zonder voorafgaande melding.
38
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een applicatie verhinderen notificaties te verzenden
1
Tik in het startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meldingen.
3
Selecteer een applicatie.
4
Tik op de schuifregelaar Alles blokkeren.

Overzicht van applicaties

Wellicht staan bepaalde applicaties niet op uw apparaat of worden ze niet ondersteund door alle netwerken of serviceproviders in alle regio's.
Gebruik de applicatie Album om uw foto's en video's te beheren, bekijken en bewerken.
Blader door duizenden producten en koop deze rechtstreeks vanaf uw apparaat.
Beveilig uw apparaat tegen virussen, malware, spyware, phishing-aanvallen en onlinemisbruik.
Gebruik de applicatie Rekenmachine om basisberekeningen uit te voeren.
Gebruik de applicatie Agenda om gebeurtenissen te houden en uw afspraken te beheren.
Gebruik de camera om foto's te maken en video's op te nemen.
Gebruik de Chrome-webbrowser om te navigeren en webpagina's weer te geven en om favorieten, tekst en afbeeldingen te beheren.
Gebruik de applicatie Klok om verschillende alarmen en timers in te stellen.
Gebruik de applicatie Contacten om telefoonnummers, e-mailadressen en andere gegevens van uw contacten te beheren.
Open uw gedownloade applicaties, documenten en foto's.
Sla uw documenten en bestanden op voor eenvoudige toegang vanaf een willekeurig apparaat, deel deze met uw vrienden en werk samen met collega's.
Gebruik de applicatie E-mail om e-mails te verzenden en ontvangen via persoonlijke en zakelijke accounts.
Gebruik de applicatie Facebook™ om wereldwijd deel te nemen aan sociale netwerken met vrienden, familie en collega's.
Zoek en luister naar FM-radiozenders.
Gebruik de applicatie Gmail™ om e-mailberichten te lezen, schrijven en ordenen.
Zoek naar informatie op uw apparaat en op internet.
Gebruik de applicatie Hangouts™ om online met vrienden te chatten.
Geniet van muziek, films, apps en games op uw apparaat en krijg exclusief toegang tot unieke inhoud die alleen beschikbaar is voor Xperia™-apparaten.
Bekijk uw huidige locatie, zoek andere locaties en plan routes met Google Maps™.
Gebruik de applicatie Berichten om sms- en mms-berichten te verzenden en ontvangen.
Gebruik de applicatie Muziek om muziek en audioboeken te ordenen en af te spelen.
Bekijk nieuws van News Suite.
39
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Voer telefoongesprekken door het nummer handmatig in te voeren of door middel van de functie Smart Dial.
Zoek of blader door al uw foto's en video's of orden ze.
Gebruik de applicatie Google Play Movies & TV om films en tv-programma's te bekijken die u op Google Play hebt gekocht of gehuurd.
Met de applicatie Google Play Music ontdekt u duizenden nummers en kunt u deze afspelen.
Gebruik de applicatie Play Store™ om applicaties te kopen of gratis te downloaden.
Blijf verbonden met uw gamevrienden en de games die u graag speelt, ga winkelen in de PlayStation®Store, en meer.
Optimaliseer de instellingen naar eigen inzicht.
Stream muziek, blader door collecties van vrienden of door de discografie van artiesten, of maak uw eigen radiostation.
Gebruik de applicatie Ondersteuning voor gebruikersondersteuning op uw apparaat. Zo krijgt u bijvoorbeeld toegang tot een gebruikershandleiding, informatie over het oplossen van problemen, en tips en trucs.
Identificeer muziektracks die u in uw omgeving hoort en ontvang info over de artiest, het album en eventuele andere informatie.
Gebruik de applicatie Video om video's op uw apparaat af te spelen en inhoud te delen met uw vrienden.
Gebruik uw stem om inhoud op internet te zoeken.
Gebruik de applicatie Weer om weersvoorspellingen te bekijken.
Gebruik de applicatie What's New om nieuwe games, apps en media-inhoud te ontdekken.
Gebruik YouTube™ om video's van over de hele wereld te bekijken en uw eigen video's te delen.
40
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Batterij en onderhoud

Uw apparaat opladen

Gebruik altijd een originele Sony-lader en USB-kabel die voor uw specifieke Xperia™-model zijn gemaakt. andere opladers en kabels kan de oplaadtijd langer uitvallen, wordt het apparaat mogelijk helemaal niet opgeladen, of kan het apparaat zelfs beschadigd raken. Controleer of alle USB-poorten en -verbindingsstukken volkomen droog zijn voordat u de USB-kabel erin steekt.
Het opladen van het apparaat gaat sneller via een stopcontact dan via de computer. U kunt het apparaat blijven gebruiken tijdens het opladen.
Als de batterij leeg is, kan het tot 30 minuten duren voordat het apparaat reageert op het opladen. Gedurende deze tijd blijft het scherm helemaal zwart en wordt er geen oplaadpictogram weergeven. Het kan tot 4 uur duren voordat een volledig lege batterij helemaal is opgeladen.
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde oplaadbare batterij die alleen door een geautoriseerd Sony-reparatiecentrum kan worden vervangen. Probeer nooit om het apparaat zelf te openen of demonteren. Dit kan schade aan uw apparaat veroorzaken en de garantie in gevaar brengen.
Uw apparaat opladen
41
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
1
Steek de stekker van de lader in een stopcontact.
2
Sluit een uiteinde van de USB-kabel aan op de lader (of in de USB-poort van een computer).
3
Sluit het andere uiteinde van de kabel met het USB-symbool naar boven aan op de micro-USB-poort van uw apparaat. Het meldingslampje gaat branden wanneer het laden begint.
4
Wanneer het apparaat helemaal is opgeladen, koppelt u de kabel los van uw apparaat door het recht naar buiten te trekken. Zorg ervoor dat u de connector niet buigt.
Gebruik uitsluitend de lader die het apparaat is geleverd of een andere lader van Sony die gemaakt is om uw apparaat op te laden.
Als de batterij helemaal leeg is, kan het een paar minuten duren voordat het meldingslampje gaat branden en het oplaadpictogram wordt weergegeven.
Meldingslampje batterijstatus
Groen De batterij laadt op en het oplaadniveau is meer dan negentig procent
Oranje De batterij laadt op en het oplaadniveau is minder dan negentig procent
Rood De batterij laadt op en het oplaadniveau is minder dan vijftien procent
Batterij- en energiebeheer
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde batterij. Haal alles uit de batterij door het energieverbruik van diverse apps en functies te houden. Energiebesparingsfuncties op de achtergrond zijn standaard ingeschakeld om het energieverbruik van de batterij te beperken en er zijn extra energiebesparingsmodi beschikbaar als u het energieverbruik van de batterij verder wilt beperken.
Energiebesparingsfuncties verlagen de prioriteit van niet-essentiële apparaatfuncties, zoals betere beeldprestaties, netwerkactiviteiten zoals locatieservices, app-synchronisatie en op de achtergrond scannen van Wi-Fi. Als u een bepaalde applicatie niet wilt beïnvloeden, kunt u deze uitsluiten in het menu Batterijoptimalisatie. Telefoongesprekken en SMS-berichten worden niet beïnvloed.
Systeemupdates kunnen de beschikbare energiebesparingsfuncties van uw apparaat
Batterijverbruik, geschatte tijd en tips voor energiebesparing weergeven
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Batterij. Er wordt een overzicht weergegeven met het
Startscherm
op .
batterijpercentage en de geschatte batterijduur.
3
Tik op BATTERIJGEBRUIK WEERGEVEN voor een lijst met functies en services die energie hebben verbruikt sinds u het apparaat voor het laatst hebt opgeladen. Tik op een item voor informatie om het energieverbruik ervan te verminderen.
Batterijverbruik voor applicaties weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Apps.
3
Selecteer een applicatie en bekijk het batterijverbruik onder Batterijverbruik.
.
wijzigen.
Algemene gebruikstips om de batterijduur te verlengen
Aan de hand van de volgende tips kunt u ervoor zorgen dat de batterij langer meegaat:
42
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het helderheidsniveau van het scherm verlagen. Zie
Scherminstellingen
op
pagina 64.
Schakel Bluetooth®, Wi-Fi en locatieservices uit als u deze functies niet gebruikt.
Schakel uw apparaat uit of gebruik de vliegmodus in een gebied met een lage netwerkdekking. Anders scant uw apparaat herhaaldelijk naar beschikbare netwerken en dit verbruikt ook energie.
Gebruik een Wi-Fi-netwerk in plaats van roaming wanneer u in het buitenland bent. roaming wordt uw thuisnetwerk gezocht. Dit vraagt veel van de batterij, omdat het apparaat veel vermogen gebruikt het verzenden. Zie
Wi-Fi
op
pagina 53.
De synchronisatie-instellingen wijzigen voor e-mail, kalender en contacten. Zie
Synchroniseren met onlineaccounts
Controleer welke applicaties een hoog batterijverbruik hebben en lees de tips over
op pagina 60.
batterijbesparing voor deze applicaties op dit apparaat.
Het meldingsniveau voor een applicatie wijzigen. Zie
Schakel de toestemming voor het delen van locaties voor een applicatie uit. Zie
Applicatie-instellingen
Verwijder applicaties die u niet gebruikt. Zie
Gebruik een originele headset van Sony om naar muziek te luisteren. Handsfree-
op pagina 66.
Scherm Toepassingen
Meldingen
op pagina 34.
op pagina 29.
apparaten verbruiken minder energie dan de luidsprekers van het apparaat.
Start het apparaat af en toe opnieuw op.
Uitzonderingen voor apps toevoegen aan stroombesparende functies
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
Instellingen
3
Tik op en selecteer Accuoptimalisatie. U ziet een lijst met applicaties die niet
>
Batterij
.
.
zijn geoptimaliseerd.
4
Als u applicaties aan de lijst wilt toevoegen of uit de lijst verwijderen, tikt u op
en selecteert of deselecteert u een applicatie in de lijst om de instellingen
APPS
voor optimalisatie ervan aan te passen.
5
De lijst met applicaties die niet worden geoptimaliseerd, wordt conform uw aanpassingen bijgewerkt.
U kunt applicaties niet uitsluiten voor optimalisatie door de Ultra STAMINA-modus.
U kunt Accuoptimalisatie ook configureren vanuit Instellingen > Applicaties > > Speciale
toegang.
STAMINA-modus
Afhankelijk van het STAMINA-niveau kunnen bepaalde functies zijn beperkt of uitgeschakeld om de batterij te sparen. Dit zijn de functies voor het weergeven van de prestaties, animatie en helderheid van het scherm, het verbeteren van afbeeldingen, het synchroniseren van achtergrondgegevens van apps, trillen (behalve inkomende gesprekken), streamen en GPS (als het scherm uit is).
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u zich wellicht aanmelden als de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, om de STAMINA-modus in of uit te schakelen.
STAMINA-modus activeren of deactiveren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Batterij.
3
Tik op STAMINA-modus en vervolgens op de schuifregelaar om de functie te activeren of deactiveren. Als de STAMINA-modus is geactiveerd, kunt u extra opties kiezen, bijvoorbeeld het percentage Automatisch starten aanpassen.
In het menu STAMINA-modus.
Batterijoptimalisatie kunt u applicaties uitsluiten voor optimaliseren door
verschijnt op de statusbalk.
43
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Ultra STAMINA-modus
De gebruikstijd van de batterij wordt aanzienlijk verlengd, maar apps worden ingeperkt en mobiele data en Wi-Fi worden uitgeschakeld. U kunt nog steeds bellen en sms'en. Het startscherm wordt gewijzigd en wordt in de statusbalk weergegeven.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u zich wellicht aanmelden als de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, om de Ultra STAMINA-modus in of uit te schakelen.
Ultra-STAMINA-modus activeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Batterij.
3
Tik op Ultra STAMINA-modus en vervolgens op Activeren.
4
Bevestig om te activeren.
U kunt applicaties niet uitsluiten voor optimaliseren door de Ultra STAMINA-modus.
Ultra-STAMINA-modus deactiveren
1
Sleep de statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen.
2
Tik op De Ultra STAMINA-modus deactiveren.
3
Tik op OK.
Door de Ultra STAMINA-modus te deactiveren, wordt het apparaat opnieuw opgestart.
Uw apparaat
bijwerken
Werk de software van uw apparaat voor de nieuwste functies, verbeteringen en bugfixes, zodat het apparaat optimaal functioneert. Als er een software-update
beschikbaar is, wordt
op de statusbalk weergegeven. U kunt ook handmatig
controleren of er nieuwe updates zijn of een update inplannen.
De eenvoudigste manier om een software-update te installeren, is draadloos vanaf uw apparaat. Sommige updates kunnen echter niet draadloos worden gedownload. In dat
geval gebruikt u de Xperia™ Companion-software op een pc of op een Apple® Mac®­computer om uw apparaat te werken.
Denk om het volgende vóór u het apparaat bijwerkt:
Zorg dus voor voldoende opslagruimte voordat u het apparaat bijwerkt.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u inloggen als de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, om het apparaat te updaten.
Updates voor het systeem en de applicatie kunnen de apparaatfuncties op een andere manier weergeven dan in deze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Android™­versie wordt mogelijk niet na een update beïnvloed.
Ga voor meer informatie over software-updates naar
software/
.
http://support.sonymobile.com/
Controleren op nieuwe software
1
Gebruikt u een apparaat met meerdere gebruikers, zorg er dan voor dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik in het Startscherm op
3
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Software-update.
.
Als geen nieuwe software beschikbaar is, bevat het apparaat wellicht onvoldoende geheugen. Als uw Xperia™-apparaat minder dan 500 MB intern geheugen beschikbaar heeft, ontvangt u geen informatie over nieuwe software. In dit geval ontvangt u een waarschuwing in het meldingsvenster: “Onvoldoende opslagruimte. Enkele systeemfuncties functioneren wellicht niet.” Als u deze melding ontvangt, moet u eerst ruimte in het interne geheugen
vrijmaken voordat u meldingen ontvangt over nieuwe beschikbare software.
vrij
Het apparaat draadloos bijwerken
Gebruik de applicatie voor software-updates om de apparaatsoftware draadloos te werken. Welke updates u kunt downloaden via een mobiel netwerk is afhankelijk van uw
44
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
provider. We raden u aan voor het downloaden van nieuwe software een Wi-Fi-netwerk te gebruiken in plaats van een mobiel netwerk, om extra kosten voor dataverkeer te voorkomen.
Een systeemupdate downloaden en installeren
1
Deelt u een apparaat met meerdere gebruikers, zorg er dan voor dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Software-update.
4
Als er een systeemupdate beschikbaar is, tikt u op Downloaden om deze naar uw apparaat te downloaden.
5
Als het downloaden is voltooid, tikt u op Doorgaan en volgt u de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
U kunt inplannen wanneer de telefoon wordt bijgewerkt als u op Doorgaan tikt.
Automatische installatie instellen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Software-update.
3
Tik op
, tik vervolgens op Instellingen en selecteer een optie.
Uw apparaat bijwerken met een computer
1
Sluit uw apparaat met behulp van een USB-kabel aan op de computer.
2
Zorg dat het scherm van uw apparaat ontgrendeld is en dat de USB­verbindingsmodus op het apparaat is ingesteld op
3
Open Xperia™ Companion als dit nog niet automatisch is gestart.
4
Controleer of de computer verbinding maakt met internet.
5
Computer: Als er een nieuwe software-update wordt gedetecteerd, wordt een
Bestanden overzetten
.
pop-upvenster weergegeven. Volg de aanwijzingen op het scherm om de relevante software-updates uit te voeren.
Als de Xperia™ Companion-software niet op de betreffende computer is geïnstalleerd, sluit u uw apparaat aan op de computer en volgt u de installatie-instructies op het scherm. Gebruik alleen de USB-kabel die het apparaat is geleverd en zorg dat deze correct is aangesloten op het apparaat en de computer.

Onderhoud met behulp van een computer

Xperia™ Companion
Xperia™ Companion is een softwaredienst met een aantal functies en applicaties die u kunt gebruiken als u uw apparaat met behulp van een USB-kabel op een computer aansluit. Met Xperia™ Companion kunt u:
De software van uw apparaat bijwerken of repareren
Inhoud vanaf een ouder apparaat overbrengen met behulp van Xperia™ Transfer
Inhoud back-uppen en herstellen op de computer.
Multimediabestanden, zoals foto's, video's, muziek en afspeellijsten, tussen uw apparaat en computer synchroniseren.
Door bestanden op uw apparaat bladeren.
Om de applicatie Xperia™ Companion te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een computer die met internet is verbonden en waarop één de volgende besturingssystemen is geïnstalleerd:
Microsoft® Windows® 7 of nieuwer
Mac OS® X 10.11 of nieuwer
Meer informatie en download Xperia™ Companion voor Windows op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion/ of Xperia™ Companion voor Mac op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion-mac/.
45
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Bestanden beheren met een computer
Gebruik een USB-kabelverbinding tussen een Windows®-computer en uw apparaat om uw bestanden over te brengen en te beheren.
Als de twee apparaten zijn verbonden, kunt u uw apparaat opladen, bestanden overbrengen of voor MIDI-invoer gebruiken. Uw computer detecteert uw apparaat wanneer u de verbindingsmodus Bestanden overzetten selecteert. De standaardverbindingsmodus is ingesteld op Dit apparaat opladen.
Met Xperia™ Companion kunt u toegang krijgen tot het bestandssysteem van uw apparaat. Als Xperia™ Companion niet is geïnstalleerd, installeert u dit als u het apparaat aan op de computer aansluit.
Gebruik altijd een USB-kabel voor uw specifieke Xperia™-model en controleer of deze helemaal droog is.
USB-verbindingsmodus
U kunt de Bestanden overzetten-verbindingsmodus gebruiken om bestanden te beheren en apparaatsoftware te werken. Deze USB-modus wordt gebruikt op
Microsoft® Windows®-computers. Opladen is standaard ingeschakeld.
Met de Apparaat gebruiken als MIDI-modus kunt u uw apparaat gebruiken als MIDI­invoer voor apps met muziekinstrumenten.
De USB-verbindingsmodus wijzigen
1
Een USB-verbindingsstuk op uw apparaat aansluiten
2
Sleep de statusbalk omlaag en tik op Dit apparaat opladen.
3
Tik naar wens op
Bestanden overzetten
of
Apparaat gebruiken als MIDI
.

Opslag en geheugen

Uw apparaat heeft verschillende opslag- en geheugenopties.
Het interne geheugen is circa 32 GB groot en wordt gebruikt om gedownloade of overgedragen inhoud en persoonlijke instellingen en gegevens op te slaan. Enkele voorbeelden van gegevens die worden opgeslagen in het interne geheugen zijn instellingen voor alarm, volume en taal, e-mails, favorieten, kalendergebeurtenissen, foto's, video's en muziek.
Voor meer opslagruimte kunt u een externe geheugenkaart met een opslagcapaciteit van maximaal hun data, worden verplaatst naar dit type geheugen om intern geheugen vrij te maken. Sommige apps, bijvoorbeeld de camera-app, kunnen data rechtstreeks op een geheugenkaart opslaan.
Het dynamische geheugen (RAM) is ongeveer 3 GB groot en kan niet voor opslag worden gebruikt. RAM wordt gebruikt om applicaties te laten werken en voor het besturingssysteem.
U moet de geheugenkaart
Lees meer over het gebruik van geheugen in Android-apparaten door de whitepaper voor uw apparaat te downloaden op
Geheugenprestaties verbeteren
Het apparaatgeheugen raakt normaal gebruik langzaam vol. Als het apparaat trager wordt of als applicaties plotseling worden afgesloten, kunt u het volgende doen:
Zorg er altijd voor dat er minstens 500 MB vrij intern geheugen beschikbaar is.
Sluit applicaties af als u ze niet gebruikt.
Wis het cachegeheugen voor alle applicaties.
Verwijder gedownloade applicaties die u niet gebruikt.
Verplaats applicaties naar de geheugenkaart als de interne opslag vol is.
Verplaats foto's, video's en muziek van het interne geheugen naar de geheugenkaart.
GB gebruiken. Mediabestanden en sommige apps kunnen, samen met
200
mogelijk afzonderlijk aanschaffen.
www.sonymobile.com/support/
.
46
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Als uw apparaat de content op de geheugenkaart niet kan lezen, moet u de kaart wellicht formatteren. het formatteren wordt alle inhoud op de geheugenkaart gewist.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u zich als eigenaar aanmelden, oftewel de primaire gebruiker, om bepaalde handelingen te kunnen verrichten zoals het overzetten van gegevens naar de geheugenkaart en het formatteren van de geheugenkaart.
De geheugenstatus weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Opslag en geheugen.
.
De hoeveelheid vrij en gebruikt RAM-geheugen weergeven
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Opslag en geheugen.
3
Tik op
en vervolgens op Geavanceerd > Geheugen.
Het cachegeheugen van alle applicaties wissen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Opslag en geheugen.
3
Tik op Interne gedeelde opslag, ga vervolgens naar en tik op Gegevens in de
.
cache > OK.
4
Als een geheugenkaart is geplaatst, tikt u op Opslagruimte > Interne gedeelde
.
opslag
Als u het cachegeheugen wist, verliest u geen
belangrijke gegevens of instellingen.
Mediabestanden naar de geheugenkaart overbrengen
1
Zorg dat er een geheugenkaart in het apparaat is geplaatst.
2
Tik in het
3
Ga naar en tik op Instellingen > Opslag en geheugen > Gegevens overdragen.
4
Markeer de bestanden die u naar de geheugenkaart wilt overbrengen.
5
Tik op Overbrengen.
Startscherm
op
.
Applicaties en services stoppen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op
3
Selecteer een applicatie of service en tik op NU STOPPEN > OK.
Instellingen
>
Apps
.
De geheugenkaart formatteren
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op
3
Tik op en vervolgens op Geavanceerd > Opslagruimte > SD-kaart > . Tik
Instellingen
.
>
Opslag en geheugen
.
ten slotte op Instellingen voor opslag > Formatteren > Wissen en formatteren.
het formatteren wordt alle inhoud op de geheugenkaart gewist. Maak eerst een back-up van alle gegevens die u wilt behouden. Als u een back-up van de inhoud wilt maken, kunt u deze naar een computer kopiëren. Zie voor meer informatie
computer
op de pagina 46.
Bestanden beheren met een

Back-up maken van inhoud en inhoud herstellen

In het algemeen kunt u foto's, video's en andere persoonlijke gegevens beter niet alleen op het interne geheugen van uw toestel opslaan. Als uw toestel beschadigd raakt, zoek raakt of wordt gestolen, is het wellicht niet meer mogelijk om de gegevens op het interne geheugen van het toestel te herstellen. Het wordt aanbevolen om Xperia™ Companion te gebruiken om back-ups te maken die uw gegevens veilig op een ander apparaat opslaan. Deze methode wordt in het bijzonder aanbevolen als u de software van uw apparaat bijwerkt naar een nieuwere Android-versie.
We raden aan de applicatie Xperia™ Back-up maken en herstellen te gebruiken als u een back-up van gegevens wilt maken voordat u de standaardinstellingen herstelt. Met
47
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
deze applicatie kunt u een back-up maken van gegevens in een onlineaccount, op een SD-kaart of op een extern USB-opslagapparaat dat u door middel van de USB­hostadapter op uw apparaat hebt aangesloten:
Met de applicatie Google Backup & restore kunt u een back-up maken van gegevens op een server van Google.
Een gegevensback-up maken naar een computer
Gebruik de applicatie Xperia™ Companion om vanaf uw apparaat een gegevensback-up naar een pc of een Apple ® Mac®-computer te maken. U kunt een back-up maken van
de volgende gegevenstypen:
Gesprekkenlijsten
SMS-berichten
Agenda
Instellingen
Mediabestanden, zoals muziek en video's
Foto's en afbeeldingen
Een back-up van uw gegevens maken met een computer
1
Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit het apparaat op de computer aan via een USB-kabel.
2
Open de Xperia™ Companion-software op de computer als deze nog niet automatisch is gestart. Na enkele ogenblikken herkent de computer uw apparaat. Selecteer de Bestanden overzetten-modus op uw apparaat.
3
Klik op
4
Volg de instructies op het scherm om een back-up te maken van gegevens op uw apparaat.
Back-up
in het hoofdscherm van Xperia™ Companion.
Als Xperia™ Companion niet is geïnstalleerd, installeert u dit als u het apparaat aan op de computer aansluit.
Uw gegevens terugzetten met een computer
1
Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit het apparaat op de computer aan via een USB-kabel.
2
Open de Xperia™ Companion-software op de computer als deze nog niet automatisch is gestart. Na enkele ogenblikken herkent de computer uw apparaat. Selecteer de
3
Klik op Herstellen in het hoofdscherm van Xperia™ Companion.
4
Selecteer een back-upbestand in de back-upgegevens, klik op de instructies op het scherm om gegevens op uw apparaat terug te zetten.
Als Xperia™ Companion niet is geïnstalleerd, installeert u dit als u het apparaat aan op de computer aansluit.
Bestanden overzetten
-modus op uw apparaat.
Volgende
en volg
Een back-up maken van gegevens met de applicatie Xperia™ Back-up maken en herstellen
Met de applicatie Xperia™ Back-up maken en herstellen kunt u een online back-up of een lokale back-up maken van gegevens. U kunt dit handmatig uitvoeren of de automatische back-upfunctie inschakelen, zodat uw gegevens regelmatig worden opgeslagen.
We raden aan de applicatie Xperia™ Back-up maken en herstellen te gebruiken als u een back-up van gegevens wilt maken voordat u de standaardinstellingen herstelt. Met deze applicatie kunt u een back-up maken van de volgende gegevens in een onlineaccount, op een SD-kaart of op een extern USB-opslagapparaat dat u door middel van de USB-hostadapter op uw apparaat hebt aangesloten:
Contacten
Gesprekken
Gesprekkenlijst
Agenda
48
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
E-mailaccounts
Wi-Fi-accounts
Apparaatinstellingen
Applicaties
Indeling Xperia™-startscherm
De automatische back-upfunctie instellen
1
Als u een back-up wilt maken op een USB-opslagapparaat, moet u ervoor zorgen dat het opslagapparaat met een USB-hostadapter op uw apparaat is aangesloten. Als u een back-up wilt maken op een SD-kaart, moet u ervoor zorgen dat de SD­kaart goed in het apparaat is geplaatst. Als u een back-up wilt maken in een onlineaccount, moet u ervoor zorgen dat u bent aangemeld uw Google™­account.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op Instellingen > Back-up maken en resetten.
4
Tik onder Back-up en herstel van Xperia™ op Automatische back-up.
5
Tik op de aan/uit-schakelaar om de automatische back-upfunctie in te schakelen.
6
Geef aan waar de back-upbestanden worden opgeslagen.
7
Indien gewenst, selecteert u een frequentie voor de back-up, het tijdstip van de
.
back-up en de gegevens waarvan een back-up moet worden gemaakt. Als u dit niet instelt, wordt de back-up uitgevoerd volgens de standaardinstellingen.
8
Tik op
om uw instellingen op te slaan.
Handmatig back-ups maken
1
Als u een back-up wilt maken op een USB-opslagapparaat, moet u ervoor zorgen dat het opslagapparaat met een USB-hostadapter op uw apparaat is aangesloten. Als u een back-up maakt op een SD-kaart, zorg dan dat de SD-kaart goed in het apparaat is geplaatst. Als u een back-up wilt maken in een onlineaccount, moet u ervoor zorgen dat u bent aangemeld uw Google™-account.
2
Tik in het
3
Tik op Instellingen > Back-up maken en resetten.
4
Tik onder
5
Tik op Handmatige back-up en selecteer vervolgens een back-uplocatie en de
Startscherm
Back-up en herstel van Xperia™
op
.
op
Meer
.
gegevens waarvan u een back-up wilt maken.
6
Tik op Back-up.
7
Tik op
Voltooien
als de back-up klaar is.
Een back-upbestand bewerken
1
Tik in het
2
Tik vervolgens op Instellingen > Back-up maken en resetten.
3
Tik onder
4
Tik op Back-upbestand bewerken en selecteer een bronlocatie voor de back-up
Startscherm
Back-up en herstel van Xperia™
op .
op
Meer
.
en het type gegevens dat u wilt verwijderen.
5
Tik op Gegevens verwijderen.
6
Tik op OK om te bevestigen.
7
Tik op Voltooien als de gegevens zijn verwijderd.
49
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Back-ups van inhoud herstellen
1
Als u inhoud van een USB-opslagapparaat wilt herstellen, moet u ervoor zorgen dat het opslagapparaat door middel van de USB-hostadapter op uw apparaat is aangesloten. Als u inhoud herstelt vanaf een SD-kaart, moet u ervoor zorgen dat de SD-kaart correct in het apparaat is geplaatst. Als u inhoud herstelt vanuit de service Xperia Backup & Restore, moet u ervoor zorgen dat u bent aangemeld uw Google™-account.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik vervolgens op Instellingen > Back-up maken en resetten.
4
Tik onder Back-up en herstel van Xperia™ op Gegevens herstellen en selecteer een herstelbron en de gegevens die u wilt herstellen.
5
Tik op Gegevens herstellen.
6
Tik op Voltooien wanneer de inhoud is hersteld.
Houd er rekening mee dat alle wijzigingen die u in uw gegevens en instellingen aanbrengt nadat u een back-up hebt gemaakt (zoals nieuwe apps die u installeert), tijdens een daaropvolgende herstelprocedure worden verwijderd.
Een back-up maken van gegevens met de applicatie Google Backup & restore
Met de applicatie Google Backup & restore kunt u een back-up van gegevens maken op een server van Google. U kunt ook de automatische herstelfunctie inschakelen om applicatiegegevens en -instellingen te herstellen als u een applicatie opnieuw installeert.
Met deze applicatie kunt u een back-up maken van de volgende gegevenstypen:
Applicaties
Bladwijzers
Wi-Fi-netwerken
Andere instellingen
Een back-up maken in een Google™-account
1
Tik in het
2
Tik vervolgens op Instellingen > Back-up maken en resetten.
3
Tik onder
Startscherm
Back-up en herstel van Google™
op
.
op
Back-up maken van mijn data
tik vervolgens op de schuifregelaar.
Automatisch herstellen inschakelen of uitschakelen als u een applicatie opnieuw installeert
1
Tik in het
2
Tik vervolgens op Instellingen > Back-up maken en resetten.
3
Tik onder
Startscherm
Back-up en herstel van Google™
op .
op de schuifregelaar
Automatisch
herstellen.
en
50
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Applicaties downloaden

Applicaties downloaden van Google Play™
Google Play™ is de officiële onlinewinkel van Google voor het downloaden van applicaties, spelletjes, muziek, films en boeken. Het bevat zowel gratis als betaalde applicaties. Voordat u begint met downloaden van Google Play™, zorgt u voor een functionerende internetverbinding, voorkeur via Wi-Fi, om de kosten van dataverkeer te beperken.
U moet beschikken over een Google™-account om Google Play™ te kunnen gebruiken. Google Play™ is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Een applicatie downloaden van Google Play™
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Play Store.
3
Zoek een item dat u wilt downloaden door te bladeren door categorieën of via de zoekfunctie.
4
Tik op het item waarvoor u de details wilt weergeven en volg de instructies om de installatie te voltooien.
Sommige applicaties hebben wellicht toegang nodig tot gegevens, instellingen en diverse functies op uw apparaat om goed te kunnen functioneren. Installeer en geef alleen toestemming aan applicaties die u vertrouwt. U kunt de verleende toestemmingen aan een gedownloade applicatie bekijken en tevens de status ervan wijzigen door op de applicatie te tikken onder Instellingen > Apps.

Applicaties downloaden van andere bronnen

Wanneer uw apparaat is ingesteld om downloads toe te staan van andere bronnen dan Google Play™, kunt u applicaties rechtstreeks van andere websites downloaden door de desbetreffende downloadinstructies te volgen.
Als u applicaties installeert van onbekende oorsprong of uit een onbetrouwbare bron, kan uw apparaat beschadigd raken. Download alleen applicaties die afkomstig zijn van betrouwbare bronnen. Neem contact op met de leverancier van de applicatie als u vragen hebt of problemen ondervindt.
Wordt een apparaat door meerdere gebruikers gedeeld, dan heeft alleen de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, de mogelijkheid om downloads toe te staan van andere bronnen dan Google Play™. Wijzigingen door de eigenaar gelden voor alle andere gebruikers.
Het downloaden van applicaties van andere bronnen in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging.
3
Tik op de schuifregelaar Onbekende bronnen.
4
Tik op OK.
Sommige applicaties kunnen toegang nodig hebben tot gegevens, instellingen en diverse functies op uw apparaat om goed te kunnen werken. Installeer en geef alleen toestemming aan applicaties die u vertrouwt. U kunt de verleende toestemmingen aan een gedownloade applicatie bekijken en tevens de status ervan wijzigen door op de applicatie te tikken onder Instellingen > Apps.
.
51
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Internet en netwerken

Surfen op internet

De Google Chrome™-webbrowser voor Android™-apparaten wordt voor de meeste landen vooraf geïnstalleerd geleverd. Ga naar op de link "Chrome for Mobile" voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van deze webbrowser.
Internetten
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
3
Als u Google Chrome™ voor het eerst gebruikt, selecteer dan of u zich wilt aanmelden een Google™-account of anoniem wilt bladeren met Google Chrome™.
4
Voer een zoekterm of internetadres in het zoek- en adresveld in en tik vervolgens op
.
op het toetsenbord.
.

Internet- en MMS-instellingen

Als u multimediaberichten wilt versturen of wilt internetten als geen Wi-Fi-netwerk beschikbaar is, hebt u een actieve mobiele gegevensverbinding nodig met de juiste instellingen voor internet en MMS (Multimedia Messaging Service). Een paar tips:
Voor de meeste mobiele telefoonnetwerken en aanbieders zijn de internet- en MMS­instellingen vooraf op het apparaat geïnstalleerd. U kunt dan meteen internetten en multimediaberichten verzenden.
U kunt deze instellingen downloaden via Wi-Fi.
U kunt op elk moment handmatig instellingen voor internet en MMS op uw apparaat toevoegen, wijzigen of verwijderen. Als u een internet- of MMS-instelling per ongeluk wijzigt of verwijdert, downloadt u de internet- en MMS-instelling opnieuw.
Als u via een mobiel netwerk geen toegang tot internet krijgt of als multimediaberichten niet functioneren, zelfs als de internet- en MMS-instellingen correct naar het apparaat zijn gedownload, raadpleegt u de tips voor het oplossen van problemen voor het apparaat
www.sonymobile.com/support/
op en MMS.
Als de STAMINA-modus is geactiveerd om energie te sparen, wordt al het mobiele dataverkeer onderbroken als het scherm is uitgeschakeld. Als dit verbindingsproblemen veroorzaakt, stel dan in dat enkele applicaties en services niet worden onderbroken, of deactiveer de STAMINA-modus tijdelijk.
Wordt het apparaat door meerdere gebruikers gebruikt, dan kan alleen de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, de instellingen voor internet en berichten downloaden vanuit het Instellingenmenu. De gedownloade instellingen zijn echter wel van toepassing op alle gebruikers.
voor problemen met netwerkdekking, mobiele data
http://support.google.com/chrome
en klik
Internet- en MMS-instellingen downloaden
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Meer > Internetinstellingen.
3
Tik op ACCEPTEREN. Zodra de instellingen zijn gedownload, verschijnt op de statusbalk en wordt mobiele data automatisch ingeschakeld.
Als de instellingen niet naar uw apparaat kunnen worden gedownload, controleer dan de signaalsterkte van uw mobiele netwerk of Wi-Fi-netwerk. Ga naar een open locatie zonder obstakels of ga een raam staan en probeer het nogmaals.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
52
Internet- en MMS-instellingen toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Meer > Mobiele netwerken.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Namen toegangspunten > .
5
Tik op Naam, geef een gewenste naam op en tik vervolgens op OK.
6
Tik op APN, voer de naam van het toegangspunt in en tik vervolgens op OK.
7
Voer alle vereiste gegevens in. Als u niet weet welke gegevens vereist zijn, neem dan contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
8
Als u klaar bent, tikt u op
en vervolgens op OPSLAAN.
De gedownloade instellingen voor internet en MMS bekijken
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Meer > Mobiele netwerken.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Namen toegangspunten.
5
Voor meer informatie tikt u op een van de beschikbare items.
.

Wi-Fi

Gebruik Wi-Fi om te internetten, applicaties te downloaden of e-mails te verzenden en te ontvangen. Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een Wi-Fi-netwerk, onthoudt uw apparaat dit netwerk. De volgende keer dat u weer in de buurt bent, wordt automatisch verbinding gemaakt met dit netwerk.
sommige Wi-Fi-netwerken moet u inloggen een webpagina voordat u toegang krijgt. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende Wi-Fi-
netwerkbeheerder.
Beschikbare Wi-Fi-netwerken kunnen open of beveiligd zijn:
Open netwerken worden aangeduid met
Beveiligde netwerken worden aangeduid met naast de naam van het Wi-Fi-netwerk.
naast de naam van het Wi-Fi-netwerk.
Sommige Wi-Fi-netwerken worden niet weergegeven in de omdat hun netwerknaam (SSID) niet uitzenden. Als u de naam van het netwerk kent, kunt u het handmatig toevoegen aan uw lijst met beschikbare Wi-Fi-netwerken.
lijst met beschikbare netwerken
Wi-Fi in- of uitschakelen
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op de schuifregelaar om Wi-Fi in of uit te schakelen.
Het kan een paar seconden duren voordat Wi-Fi is ingeschakeld.
Startscherm
op .
Verbinden met een Wi-Fi-netwerk
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op de schuifregelaar om Wi-Fi in te schakelen. Alle beschikbare Wi-Fi­netwerken worden weergegeven.
4
Tik op een Wi-Fi-netwerk om hiermee verbinding te maken. Voor beveiligde netwerken voert u het desbetreffende wachtwoord in. wordt weergegeven in de statusbalk wanneer u bent verbonden.
Wilt u naar nieuwe beschikbare netwerken zoeken, tik dan op Vernieuwen. Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi-netwerk, raadpleeg dan de betreffende tips voor probleemoplossing voor uw apparaat op
support/
.
en vervolgens op
www.sonymobile.com/
53
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een Wi-Fi-netwerk handmatig toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Blader omlaag en tik op aan het eind van de weergegeven items.
4
Voer de Netwerknaam (SSID)-gegevens in.
5
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
6
Voer indien nodig een wachtwoord in.
7
Als u geavanceerde opties, zoals proxy- en IP-instellingen, wilt bewerken, tikt u op
Geavanceerde opties en bewerkt u de opties naar wens.
8
Tik op OPSLAAN.
Neem contact op met uw Wi-Fi-netwerkbeheerder voor de netwerk-SSID en het wachtwoord.
Het Wi-Fi -signaal versterken
U kunt de Wi-Fi-ontvangst op verschillende manieren verbeteren:
Houd het apparaat dichter het Wi-Fi-toegangspunt.
Plaats het Wi-Fi-toegangspunt uit de buurt van mogelijke obstakels of interferentie.
Dek het Wi-Fi-antennegebied van het apparaat niet af (het gemarkeerde gebied in de afbeelding).
Wi-Fi-instellingen
Wanneer u bent verbonden met een Wi-Fi-netwerk of wanneer er Wi-Fi-netwerken beschikbaar zijn in uw omgeving, kunt u de status van deze netwerken bekijken. U kunt op uw apparaat ook instellen dat u een melding ontvangt wanneer er een open Wi-Fi­netwerk wordt gedetecteerd.
Meldingen van het Wi-Fi-netwerk in- of uitschakelen
1
Schakel Wi-Fi in als dat nog niet het geval is.
2
Tik in het Startscherm op
3
Ga naar en tik op
4
Tik op en tik op de Netwerkmelding-schuifregelaar.
Gedetailleerde informatie over een verbonden Wi-Fi-netwerk weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op het Wi-Fi-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Er wordt gedetailleerde informatie over het netwerk weergegeven.
Een beleid voor de Wi-Fi -slaapstand toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op en vervolgens op Wi-Fi behouden in slaapstand.
4
Selecteer een optie.
Instellingen
.
>
.
Wi-Fi
.
Het MAC-adres van uw apparaat zoeken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op . Het MAC-adres wordt weergegeven in de lijst.
54
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup™) is een draadloze netwerkstandaard waarmee u veilige draadloze netwerkverbindingen tot stand kunt brengen. U kunt met WPS eenvoudig WPA-encryptie (Wi-Fi Protected Access®) instellen om uw netwerk te beveiligen. U kunt ook nieuwe apparaten toevoegen aan een bestaand netwerk zonder lange wachtwoorden in te voeren.
Gebruik een van deze methoden om WPS in te schakelen:
Drukknopmethode: druk op een knop op een door WPS ondersteund apparaat, bijvoorbeeld een router.
PIN-methode: uw telefoon maakt een willekeurige PIN aan, die u invoert op het door WPS ondersteunde apparaat.
Met een WPS-knop verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Schakel Wi-Fi in als dat nog niet het geval is.
4
Tik op op het door WPS ondersteunde apparaat.
Met een WPS-PIN verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Schakel Wi-Fi in als dat nog niet het geval is.
4
Tik op
5
Voer op het voor WPS ondersteunde apparaat de PIN-code in die op het apparaat
verschijnt.
en vervolgens op Meer functies > WPS-knop en druk op de WPS-knop
Instellingen
>
Meer functies
.
>
>
WPS-pin
Wi-Fi
.
.

Uw mobiele gegevensverbinding delen

U kunt uw mobiele gegevensverbinding op verschillende manieren delen met andere apparaten:
USB tethering: deel de mobiele dataverbinding met één computer via een USB-kabel.
Bluetooth®-tethering: deel uw mobiele gegevensverbinding met maximaal vier andere apparaten via Bluetooth®.
Draagbare hotspot: deel uw mobiele gegevensverbinding tegelijkertijd met maximaal tien apparaten via Wi-Fi, inclusief apparaten die WPS-technologie ondersteunen.
De dataverbinding delen via een USB-kabel
1
Sluit uw apparaat aan op een computer met de USB-kabel die het apparaat is geleverd.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op
Instellingen
4
Tik op de schuifregelaar USB-tethering en tik vervolgens op OK als dit wordt gevraagd.
5
Tik op de schuifregelaar naast USB-tethering of koppel de USB-kabel los om te stoppen met het delen van uw dataverbinding.
U kunt niet USB-kabel.
tegelijkertijd de dataverbinding en de SD-kaart van uw apparaat delen via een
>
verschijnt op de statusbalk zodra verbinding is gemaakt.
Meer
.
>
Tethering/mobiele hotspot
.
55
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uw mobiele dataverbinding met een ander Bluetooth®-apparaat delen
1
Zorg dat uw apparaat en het andere Bluetooth®-apparaat met elkaar gekoppeld zijn en dat mobiel dataverkeer op uw apparaat actief is.
2
Uw apparaat: Tik in het Startscherm op .
3
Tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot en tik vervolgens op de schuifregelaar Bluetooth-tethering om de functie in te schakelen.
4
Bluetooth®-apparaat: Stel het apparaat zodanig in dat de netwerkverbinding
verkregen wordt via Bluetooth®. Als het apparaat een computer is, raadpleeg dan de relevante instructies om de instelling te voltooien. Als het een Android™­apparaat is, tikt u op het instellingenpictogram naast de naam van het apparaat waarmee het gekoppeld is onder Instellingen > Bluetooth > Gekoppelde
apparaten. Vervolgens vinkt u het selectievak Internettoegang aan.
5
Uw apparaat: Wacht tot
op de statusbalk verschijnt. Wanneer dit verschijnt is
de instelling voltooid.
6
Tik nogmaals op de schuifregelaar naast Bluetooth-tethering om de functie uit te schakelen.
De functie Bluetooth-tethering wordt telkens uitgeschakeld als u het apparaat of de functie Bluetooth® uitschakelt.
Uw apparaat gebruiken als een draagbare Wi-Fi-hotspot
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot.
3
Tik op
Instellingen draagbare hotspot
4
Voer de Netwerknaam (SSID)-gegevens in.
5
Tik op het veld
Beveiliging
om een beveiligingstype te selecteren. Voer indien
>
Hotspot configureren
.
nodig een wachtwoord in.
6 7
Tik op Tik op
OPSLAAN
en vervolgens op de schuifregelaar Draagbare hotspot om de functie in
.
te schakelen.
8
Als dit wordt gevraagd, tikt u ter bevestiging op OK. verschijnt op de statusbalk als de draagbare Wi-Fi-hotspot actief is.
Toestaan dat een WPS-ondersteund apparaat wordt gebruikt voor uw mobiele dataverbinding
1
Zorg ervoor dat uw apparaat fungeert als draagbare hotspot.
2
Tik in het
3
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot > Instellingen
Startscherm
draagbare hotspot
4
Zorg er onder Hotspot configureren voor dat uw draagbare hotspot door een
op
.
.
wachtwoord is beveiligd.
5
Schakel Kan worden gevonden in indien deze functie was uitgeschakeld.
6
Tik op
WPS-knop
en volg de relevante instructies op. U kunt ook op >
pin tikken en vervolgens de PIN invoeren die op het WPS-ondersteunde apparaat wordt weergegeven.
Uw mobiele hotspot een nieuwe naam geven of beveiligen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot.
3
Tik op Instellingen draagbare hotspot > Hotspot configureren.
4
Voer de Netwerknaam (SSID)-gegevens in.
5
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
6
Voer indien nodig een wachtwoord in.
7
Tik op OPSLAAN.

Het dataverbruik in de gaten houden

WPS-
U kunt de hoeveelheid gegevens bijhouden die gedurende een bepaalde periode van en naar uw apparaat wordt overgebracht via uw mobiele dataverbinding of Wi-Fi-verbinding. U kunt bijvoorbeeld de hoeveelheid gegevens weergeven die door individuele applicaties
56
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
wordt gebruikt. Voor gegevens die via uw mobiele dataverbinding worden overgebracht, kunt u ook waarschuwingen en beperkingen instellen om extra kosten te voorkomen.
Als u een apparaat gebruikt met meerdere gebruikers, kan alleen de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, de instellingen voor datagebruik wijzigen. Door de instellingen voor datagebruik aan te passen, hebt u meer controle over het datagebruik. Dit garandeert echter niet dat geen extra kosten in rekening worden gebracht.
Dataverbruik verminderen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Datagebruik > Databesparing.
3
Selecteer een SIM-kaart om een netwerkverbinding voor mobiele data te activeren.
4
Tik op de schuifregelaar om de functie in of uit te schakelen.
Dataverkeer in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Datagebruik.
3
Tik op de schuifregelaar Mobiel dataverkeer om dataverkeer in- of uit te
.
schakelen.
Als dataverkeer is uitgeschakeld, kan het apparaat nog altijd Wi-Fi- en Bluetooth®­verbindingen gebruiken.
Een waarschuwing voor dataverbruik instellen
1
Zorg dat mobiel dataverkeer is ingeschakeld.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op
Instellingen
4
Als u het waarschuwingsniveau wilt instellen, tikt u op Datawaarschuwing, voert u
>
de gewenste datalimiet in en tikt u op
.
Datagebruik
>
Betalingscyclus
INSTELLEN
.
. U ontvangt een waarschuwingsbericht wanneer de hoeveelheid gegevens het ingestelde niveau bereikt.
Een limiet voor mobiele data instellen
1
Zorg dat mobiel dataverkeer is ingeschakeld.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik op
Instellingen
4
Tik op de schuifregelaar naast Gegevenslimiet instellen.
Wanneer uw mobiele datagebruik de ingestelde limiet bereikt, wordt het mobiele dataverkeer op uw apparaat automatisch uitgeschakeld.
>
Datagebruik
.
Het gegevensgebruik van afzonderlijke applicaties beheren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps.
3
Tik op de applicatie die u wilt beheren en vervolgens op Datagebruik.
De prestaties van instellingen voor gegevensgebruik wijzigt.
afzonderlijke applicaties kunnen worden beïnvloed als u de betreffende
Uw dataverbruik controleren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datagebruik.
3
Tik op Mobiele-datagebruik als u informatie wilt weergeven over de hoeveelheid data die via de mobiele dataverbinding is overgedragen.
4
Als u informatie wilt weergeven over de hoeveelheid data die via de Wi-Fi­verbinding is overgedragen, tikt u op Wifi-datagebruik.
57
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Een SIM-kaart selecteren voor dataverkeer

U kunt opgeven of beide SIM-kaarten in het toestel dataverkeer kunnen verwerken, maar er kan slechts één SIM-kaart worden geselecteerd om op een bepaald moment data te verwerken. U kunt de SIM-kaart kiezen die moet worden gebruikt voor dataverkeer tijdens de eerste instelling van het toestel of u kiest deze later in het instellingenmenu.
De SIM-kaart wijzigen die wordt gebruikt voor dataverkeer
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Dubbele SIM > Mobiel dataverkeer.
3
Selecteer de SIM-kaart die u voor dataverkeer wilt gebruiken.
Voor hogere datasnelheden selecteert u de SIM-kaart die het snelste mobiele netwerk ondersteunt, bijvoorbeeld 3G of LTE.
.

Mobiele netwerken selecteren

Uw apparaat ondersteunt het gebruik van twee verschillende netwerken tegelijkertijd. U kunt kiezen uit de volgende netwerkmoduscombinaties wanneer twee SIM-kaarten in uw apparaat zijn geplaatst:
Een WCDMA-netwerk
Een GSM-netwerk
Een WCDMA-netwerk en een GSM-netwerk
Een LTE-netwerk, een WCDMA-netwerk en een GSM-netwerk
Voor elke SIM-kaart kunt u instellen dat uw apparaat automatisch schakelt tussen mobiele netwerken, afhankelijk van welk mobiel netwerk beschikbaar is op de plek waar u bent. U kunt uw toestel ook handmatig instellen om voor elke SIM-kaart toegang te
krijgen tot een bepaald mobiel netwerk, bijvoorbeeld WCDMA of GSM.
Afhankelijk van het netwerktype waarmee u verbonden bent, worden verschillende
statuspictogrammen op de statusbalk weergegeven. Ga pagina 37 om de verschillende statuspictogrammen te zien.
Statuspictogrammen
op
Een netwerkmodus selecteren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op
Voorkeursnetwerktype
Handmatig een ander netwerk selecteren
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Mobiele netwerken.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Netwerkproviders.
5
Tik op Zoekmodus en selecteer vervolgens Handmatig.
6
Selecteer een netwerk.
Als u handmatig een netwerk selecteert, zal het apparaat niet naar andere netwerken zoeken, zelfs niet als u zich buiten het bereik van het geselecteerde netwerk begeeft.
Automatische netwerkselectie activeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Mobiele netwerken.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Netwerkproviders.
5
Tik op Zoekmodus en selecteer vervolgens Automatisch.
Startscherm
Instellingen
op .
>
en selecteer daarna een netwerkmodus.
Meer
>
Mobiele netwerken
.
58
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

VPN's (Virtual Private Network)

Gebruik uw apparaat om verbinding te maken met VPN's, waarmee u vanuit een openbaar netwerk toegang kunt krijgen tot bronnen binnen een beveiligd lokaal netwerk. VPN-verbindingen worden bijvoorbeeld vaak gebruikt door organisaties en onderwijsinstellingen voor gebruikers die toegang moeten krijgen tot intranetten en andere interne services terwijl ze zich buiten het interne netwerk bevinden, zoals vertegenwoordigers van een bedrijf die op reis zijn.
VPN-verbindingen kunnen op veel verschillende manieren tot stand worden gebracht,
afhankelijk van het netwerk. Voor bepaalde netwerken moet u mogelijk een beveiligingscertificaat overbrengen naar uw apparaat om het daar te installeren. Voor
meer gedetailleerde informatie over het tot stand brengen van een verbinding met uw VPN, neemt u contact op met de netwerkbeheerder van uw bedrijf of organisatie.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u zich misschien aanmelden als de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, om de instellingen voor VPN aan te passen.
Een virtueel privénetwerk toevoegen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Meer > VPN.
3
Tik op
4
Selecteer het type VPN dat u wilt toevoegen.
5
Voer uw VPN-instellingen in.
6
Tik op
.
OPSLAAN
.
Verbinding maken met een virtueel privénetwerk
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > VPN.
3
Tik in de lijst met beschikbare netwerken op het VPN waarmee u verbinding wilt
Startscherm
maken.
4
Voer de vereiste gegevens in.
5
Tik op Verbinding maken.
op
.
.
De verbinding met een virtueel privénetwerk verbreken
1
Dubbeltik op de statusbalk om het Gedeelte voor meldingen te openen.
2
Tik op de melding voor de VPN-verbinding om deze uit te schakelen.
59
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Gegevens synchroniseren op uw apparaat

Synchroniseren met onlineaccounts

Synchroniseer uw apparaat met contacten, e-mails, evenementen en andere informatie uit onlineaccounts, bijvoorbeeld e-mailaccounts zoals Gmail™ en Exchange ActiveSync, Facebook™ en Flickr™. U kunt gegevens automatisch voor deze accounts synchroniseren door de functie Automatische synchronisatie te activeren, of u synchroniseert elke account handmatig.
Een onlineaccount instellen voor synchronisatie
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts en synchronisatie > Account toevoegen en selecteer het account dat u wilt toevoegen.
3
Volg de aanwijzingen om een account te maken of u zich erbij aan te melden.
Handmatig synchroniseren met een onlineaccount
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op de naam van het account waarmee u wilt synchroniseren. Er wordt een lijst met items weergegeven die met het account kunnen worden gesynchroniseerd.
3
Tik op de schuifregelaar naast het item dat u wilt synchroniseren.
.
> Instellingen > Accounts en synchronisatie.
Een onlineaccount verwijderen
1
Tik in het Startscherm op
2
Selecteer het accounttype en tik vervolgens op het account dat u wilt verwijderen.
3
Tik op
4
Tik opnieuw op
en vervolgens op Account verwijderen.
ACCOUNT VERWIJDEREN
Synchroniseren met Microsoft® Exchange ActiveSync
Als uw bedrijf een Microsoft Exchange ActiveSync-account gebruikt, kunt u uw zakelijke e-mailberichten, kalenderafspraken en contacten direct op uw apparaat openen. Na de installatie kunt u uw informatie vinden in de applicaties
Als u een Microsoft® Exchange ActiveSync®-account (EAS) op uw Xperia™-apparaat heeft ingesteld, is het type schermvergrendeling mogelijk beperkt tot alleen PIN of wachtwoord op basis van de EAS-beveiligingsinstellingen. Dit treedt op wanneer uw netwerkbeheerder uit veiligheidsoogpunt voor het bedrijf een schermvergrendelingstype heeft ingesteld voor alle EAS-accounts. Neem contact op met de netwerkbeheerder van uw bedrijf of organisatie om te controleren welk netwerkbeveiligingsbeleid voor mobiele apparaten van toepassing is. Vingerafdrukfuncties zijn niet beschikbaar in de Verenigde Staten.
> Instellingen > Accounts en synchronisatie.
om te bevestigen.
®
E-mailAgenda
en
Contacten
.
60
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een EAS-account instellen voor synchronisatie
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Accounts en synchronisatie > Account toevoegen > Exchange ActiveSync.
3
Voer uw zakelijke e-mailadres en wachtwoord in.
4
Tik op VOLGENDE. Als een fout optreedt, voert u handmatig de domein- en servergegevens van uw account in en tikt u op VOLGENDE.
5
Tik op OK om de bedrijfsserver toe te staan uw apparaat te beheren.
6
Selecteer een synchronisatiemethode, een synchronisatie-interval en de gegevens die u wilt synchroniseren met uw apparaat.
7
Tik op VOLGENDE en selecteer hoe u op de hoogte wilt worden gesteld van nieuwe e-mails.
8
Tik op VOLGENDE, voer een naam in voor het zakelijke account en tik vervolgens op Configuratie voltooien.
9
Indien dit gevraagd wordt, activeert u apparaatbeheer zodat de bedrijfsserver bepaalde beveiligingsregels op het apparaat kan instellen, zoals het uitschakelen van spraakopname en het gebruiken van versleutelde opslag.
De instellingen voor een EAS-account wijzigen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op E-mail en vervolgens op
3
Tik op Instellingen en selecteer een EAS-account. Breng vervolgens de gewenste
.
.
wijzigingen aan in de instellingen van de EAS-account.
Een synchronisatie-interval instellen voor een EAS-account
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
3
Tik op Instellingen en selecteer een EAS-account.
4
Tik op
5
Tik onder Instelling voor buiten piektijden op Controlefrequentie en selecteer een
en tik vervolgens op
E-mail
Controlefrequentie
.
.
.
intervaloptie.
Een EAS-account verwijderen
1
Tik in het
2
Tik op Exchange ActiveSync en selecteer het EAS-account dat u wilt verwijderen.
3
Tik op en vervolgens op
4
Tik opnieuw op ACCOUNT VERWIJDEREN om te bevestigen.
Startscherm
op >
Instellingen
Account verwijderen
>
Accounts en synchronisatie
.
.
61
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Basisinstellingen

Instellingen openen

Geef instellingen voor uw apparaat weer en wijzig ze vanuit het instellingenmenu. Het instellingenmenu is toegankelijk vanuit zowel het meldingsvenster als het scherm Toepassingen.
Het Instellingenmenu van het apparaat openen vanuit het scherm Toepassingen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen.
Informatie over uw apparaat bekijken
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon.
Doe het volgende om het scherm te activeren met behulp van de modus Tikken om te wekken
1
Zorg dat de modus Tikken om te wekken is aangezet. Tik om het in te schakelen op Instellingen > Scherm en versleep vervolgens de schuifregelaar naast Tik om
te activeren
2
Tik tweemaal op het scherm.
Het venster Snelle instellingen openen of sluiten
Sleep de statusbalk omlaag om het venster Snelle instellingen te openen.
naar rechts.
.
.
U kunt het venster Snelle instellingen openen door de statusbalk met twee vingers omlaag te slepen.
De lamp inschakelen
1
Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag.
2
Tik op .
Selecteren welke instellingen u wilt weergeven in het venster Snelle instellingen
1
Sleep de statusbalk met twee vingers helemaal omlaag en tik op
2
Ga naar de sectie onder aan het scherm, druk op het pictogram van de snelinstelling die u wilt toevoegen en houd dit ingedrukt, en sleep het vervolgens naar het bovenste deel van het scherm.
Het paneel Snelle instellingen herschikken
1
Sleep de statusbalk helemaal omlaag en tik op Bewerken.
2
Houd een pictogram aangeraakt en verplaats het naar de gewenste positie.
Bewerken
.

Volume-instellingen

U kunt het beltoonvolume aanpassen voor binnenkomende gesprekken en meldingen, en voor muziek- en videoweergave.
Het beltoonvolume aanpassen met de volumetoetsen
Beweeg de volumetoets omhoog of omlaag.
Het afspeelvolume van media aanpassen met de volumetoets
Druk de volumetoets omhoog of omlaag wanneer u muziek afspeelt of een video bekijkt. Dit functioneert ook als het scherm is vergrendeld.
De trilstand inschakelen
Druk op de toets volume omlaag of omhoog totdat
62
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
verschijnt.
Het geluidsniveau aanpassen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
3
Sleep de schuifregelaar voor het volume naar de gewenste positie.
U kunt ook op de volumetoets-omhoog of -omlaag drukken en op tikken om de volumeniveaus van de ringtone, het afspelen van media of de alarmen afzonderlijk aan te passen.
Het apparaat instellen om te trillen bij binnenkomende oproepen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
3
Tik op de Ook trillen voor oproepen-schuifregelaar om de functie in te schakelen.
Een ringtone instellen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Beltoon telefoon.
3
Selecteer een optie in de lijst of tik op
.
om een muziekbestand op het apparaat
te selecteren.
4
Tik op Gereed om uw keuze te bevestigen.
Het meldingsgeluid selecteren
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op
3
Selecteer een optie in de lijst of tik op om een muziekbestand op het apparaat
Instellingen
.
>
Geluid
>
Meldingsgeluid
.
te selecteren.
4
Tik op Gereed om uw keuze te bevestigen.
Sommige applicaties hebben hun eigen, de instellingen van de applicatie.
specifieke meldingsgeluiden die u kunt selecteren in
Aanraaktonen inschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Tik op de schuifregelaars om de diverse aanraaktonen naar wens in of uit te
Instellingen
>
Geluid
>
Andere geluiden
.
schakelen.

Modus Niet storen

U kunt uw apparaat handmatig instellen in de stand Niet storen en handmatig bepalen hoe lang uw apparaat in die stand moet blijven. U kunt ook vooraf instellen wanneer uw apparaat automatisch in de stand Niet storen gaat.
De modus Niet storen activeren
1
Sleep de statusbalk met twee vingers helemaal omlaag om het venster Snelle instellingen te openen.
2
Tik vervolgens op
3
Selecteer een optie en tik vervolgens op Gereed.
Snel schakelen tussen de modi Niet storen/Trillen/Geluid
1
Beweeg de volumetoets omhoog of omlaag totdat , of verschijnt.
2
Tik op
of om snel te schakelen tussen de modi Trillen en Geluid. Als u de modus Niet storen wilt activeren, drukt u in de modus Trillen de volumetoets omlaag.
.
63
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Tijdintervallen inplannen voor de modus Niet storen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Geluid > Niet storen > Automatische regels.
3
Selecteer de tijd of de gebeurtenis waarvoor u de modus Niet storen wilt inplannen of voeg een nieuwe regel toe.
4
Voer de gewenste naam voor de regel in en tik vervolgens op OK.
5
Tik op Dagen en selecteer de selectievakjes voor de betreffende dagen. Tik vervolgens op Gereed.
6
Pas de starttijd aan door op Starttijd te tikken. Selecteer vervolgens een waarde en tik op OK.
7
Pas de eindtijd aan door op Eindtijd te tikken. Selecteer vervolgens een waarde en tik op OK. De modus Niet storen blijft op het apparaat geactiveerd tijdens het geselecteerde tijdinterval.
Uitzonderingen instellen voor de modus voor niet storen
U kunt aangeven welke soorten meldingen toch een geluidsmelding mogen afspelen in de modus voor niet storen. U kunt uitzonderingen filteren op basis van de afzender van de meldingen. De meest voorkomende soorten uitzonderingen zijn:
Gebeurtenissen en herinneringen
Gesprekken
Berichten
Alarmen
Uitzonderingen aan specifieke contacttypen koppelen
1
Tik in het startscherm op
2
Ga naar en tik op
Prioriteit.
3
Tik op
Oproepen
4
Selecteer een optie.
Instellingen
of
Berichten
.
>
.
Geluid
>
Niet storen
>
Alleen toegestaan in

Scherminstellingen

De helderheid van het scherm handmatig aanpassen, ongeacht de lichtomstandigheden
1
Tik in het startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm en tik op de schuifregelaar Aanpasbare helderheid
3
Tik op Helderheidsniveau.
4
Sleep de schuifregelaar om de helderheid in te stellen.
De
om deze functie uit te schakelen als dit nog niet is gebeurd.
batterij gaat langer mee een lager helderheidsniveau.
Trillen bij aanraken in- of uitschakelen
1
Tik in het startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Andere geluiden.
3
Tik op de schuifregelaar Trillen bij tikken om de functie in of uit te schakelen.
Opgeven na hoeveel tijd het scherm moet worden uitgeschakeld als de telefoon niet wordt gebruikt
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Slaapstand.
3
Selecteer een optie.
Als u het scherm snel wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan-uitknop
.
.
.
64
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De tekengrootte aanpassen
1
Tik in het startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Lettergrootte.
3
Selecteer de gewenste optie.
De grootte van het scherm aanpassen
1
Tik in het startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Weergavegrootte.
3
Sleep de schuifregelaar en selecteer de gewenste optie.
De witbalans van het scherm aanpassen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Witbalans.
3
Sleep de schuifregelaars naar de gewenste posities om de witbalans aan te
.
passen.
Herstel de witbalansinstelling naar de standaardwaardes door op > Standaardwaarden te tikken.
Slimme achtergrondverlichting
De slimme achtergrondverlichting houdt het scherm aan zolang u het apparaat in uw hand houdt. Zodra u het apparaat neerlegt, schakelt het scherm uit overeenkomstig de slaapinstelling.
De Slimme achtergrondverlichting in- of uitschakelen
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Smart-tegenlicht.
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in of uit te schakelen.
Startscherm
op .
Handschoenmodus
Met de handschoenmodus kunt u handschoenen dragen en nog steeds over het scherm van het apparaat navigeren. Als u de handschoenmodus gebruikt, verschijnt er een ring op het deel van het scherm dat u heeft aangeraakt.
De handschoenmodus inschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op de schuifregelaar om deze functie in te schakelen.
De gevoeligheid is gehandschoende vinger die u gebruikt om over het scherm te navigeren.
afhankelijk van de grootte van het contactgebied tussen het scherm en de
> Instellingen > Scherm > Handschoenmodus.
Scherm vastzetten
Gebruik de optie Scherm vastzetten zodat het apparaat alleen het scherm voor een specifieke applicatie weergeeft. Als u bijvoorbeeld een game speelt en u per ongeluk de navigatietoets Startscherm aanraakt, voorkomt de optie Scherm vastzetten dat het actieve scherm van de game wordt geminimaliseerd. U kunt deze functie ook gebruiken als u het apparaat aan iemand anders uitleent, om het moeilijker te maken om meer dan één applicatie te openen. U kunt uw apparaat bijvoorbeeld aan iemand uitlenen om een foto te maken en het scherm vastzetten op de toepassing Camera zodat de ander niet gemakkelijk andere apps kan gebruiken zoals E-mail.
Scherm vastzetten is geen beveiligingsfunctie en voorkomt niet helemaal dat andere gebruikers het scherm activeren en uw apparaat gebruiken. Om uw gegevens te beschermen, moet u uw apparaat instellen om een pincode, wachtwoord of patroon voor de schermvergrendeling in te stellen voordat iemand het scherm kan activeren.
65
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Scherm vastzetten in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Scherm vastzetten.
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in of uit te schakelen.
4
Als Scherm vastzetten is ingeschakeld, kunt u op de schuifregelaar Apparaat vergr. bij losmaken items tikken om deze extra veiligheidsmaatregel naar wens in
of uit te schakelen.
Voor scherm vastzetten is geen patroon, PIN of wachtwoord vereist.
Een scherm vastzetten
1
Zorg dat scherm vastzetten op het apparaat is geactiveerd.
2
Open een app en ga naar het scherm dat u wilt vastzetten.
3
Tik op
4
Veeg omhoog om het pictogram van scherm vastzetten weer te geven.
5
Tik op .
6
Tik op Duidelijk in het menu dat wordt geopend.
.
Een scherm losmaken
Op het vastgezette scherm houd u
Als u een beveiligingsoptie hebt geselecteerd tijdens het vastzetten van het scherm, moet u het patroon, de PIN of het wachtwoord invoeren om het apparaat te ontgrendelen voordat u het scherm kunt losmaken.
ingedrukt totdat het scherm is losgemaakt.

Applicatie-instellingen

Sommige apps vragen u om toestemming als u ze begint te gebruiken. U kunt de toestemming voor elke app afzonderlijk wel of niet toestaan of weigeren, hetzij vanaf het menu Settings (Instellingen of vanaf het bevestigingsdialoogvenster Permission (Toestemming). De vereisten voor toestemming hangen af van het ontwerp van de app.
Bevoegdheden toestaan of weigeren
U kunt kiezen om bevoegdheden toe te staan of te weigeren wanneer het dialoogvenster verschijnt. Als u voorheen een andere versie van Android heeft gebruikt, dan worden voor de meeste apps de benodigde bevoegdheden al toegekend.
Een bevoegdheid toestaan
1
Om een bevoegdheid toe te staan, tikt u op Toestaan.
2
Wanneer het bevestigingsdialoogvenster voor de tweede keer verschijnt, kunt u kiezen uit de Niet meer vragen-optie die u wilt.
3
Een dialoogvenster geeft ook uitleg over waarom de app de bevoegdheid nodig heeft en waarvoor deze specifiek gebruikt wordt. Om dit dialoogvenster te negeren, tikt u op OK.
Een bevoegdheid weigeren
Om een bevoegdheid te weigeren, tikt u op Afwijzen wanneer het dialoogvenster
verschijnt.
Sommige applicaties kunnen nog steeds worden gebruikt, ook al heeft u de bevoegdheid geweigerd.
Cruciale bevoegdheden
Sommige bevoegdheden zijn verplicht om de app te laten werken zoals de werking bedoeld is. In dergelijke situaties ziet u een dialoogvenster met informatie.
66
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Applicaties configureren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps > .
3
Selecteer een configuratie-optie, zoals App-rechten, en kies een applicatie die u wilt configureren.
Cruciale bevoegdheden toestaan
1
Om een cruciale bevoegdheid toe te staan, tikt u op Doorgaan > APP-INFO > Toestemmingen.
2
Zoek de cruciale bevoegdheid die u nodig hebt.
3
Tik op de schuifregelaar.
Automatisch bijwerken van applicatie toestaan of afwijzen
Als de automatische bijwerkfunctie is ingeschakeld, worden uw applicaties bijgewerkt zonder dat u wordt gevraagd, zodat u wellicht niet merkt dat een groot volume aan gegevens wordt gedownload. Om hoge kosten voor bestandsoverdracht te voorkomen, kunt u automatisch bijwerken uitschakelen of automatisch bijwerken alleen inschakelen via een Wi-Fi-verbinding. Schakel automatisch bijwerken uit in zowel de Play Store™­app als in de What's New-app (indien beschikbaar) om het automatisch bijwerken van apps te vermijden.
Automatisch bijwerken van alle applicaties in de Play Store in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
3
Selecteer de gewenste optie.
en vervolgens op
en tik vervolgens op .
Instellingen
>
Apps automatisch bijwerken
.
Automatisch bijwerken van alle applicaties in What's New in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op en vervolgens op
3
Selecteer de gewenste optie.
en tik vervolgens op .
Instellingen
>
Apps automatisch bijwerken
.
Applicaties koppelen
Uw apparaat kan de standaard app bepalen om een bepaalde web-link af te handelen. Dat houdt in dat als de koppeling is ingesteld, u niet steeds opnieuw een app hoeft te kiezen wanneer u een link opent. U kunt de standaard-app op elk moment wijzigen.
App-links vanaf het menu Settings (Instellingen) beheren
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Vind en tik op Instellingen > Apps.
3
Tik op
4
Selecteer de app waarvoor u de ondersteunde links wilt instellen.
5
Stel de Links openen-eigenschap in op de optie Openen in deze app.
en zoek naar
Links openen
.
.

Applicaties resetten

U kunt een applicaties resetten of applicatiegegevens wissen als de applicaties niet meer reageert of problemen veroorzaakt op het apparaat.
Applicatievoorkeuren resetten
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps.
3
Tik op en vervolgens op App-voorkeuren resetten > Apps resetten.
.
Als u de applicatievoorkeuren reset, worden er geen applicatiegegevens van het apparaat
verwijderd.
67
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Applicatiegegevens wissen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps.
3
Selecteer een applicatie of service en tik op Opslagruimte > GEGEVENS WISSEN > OK.
Wanneer u applicatiegegevens wist, worden de gegevens voor de geselecteerde applicatie permanent van uw apparaat verwijderd. De optie om applicatiegegevens te wissen is niet beschikbaar voor alle applicaties of services.
Het cachegeheugen van een applicatie wissen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps.
3
Selecteer een applicatie of service en tik op Opslagruimte > CACHE WISSEN.
De optie om het cachegeheugen van een applicatie te wissen is niet voor elke applicatie of service beschikbaar.
De standaardinstelling van een applicatie wissen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps.
3
Selecteer een applicatie of service en tik op Standaard openen > STANDAARD­WAARDEN WISSEN
De optie om de standaardinstelling van een applicatie te wissen is niet voor elke applicatie of service beschikbaar.
.
.

Schermbeveiliging

Stel een interactieve schermbeveiliger in die automatisch kleuren, foto's of een diavoorstelling weergeeft als uw apparaat is gedockt of wordt opgeladen en het scherm niet wordt gebruikt.
Op een apparaat met meerdere gebruikers kan elke gebruiker voor schermbeveiliging hebben.
Schermbeveiliging in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in of uit te schakelen.
Instellingen
>
Scherm
>
Screensaver
Inhoud voor de schermbeveiliging selecteren
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Screensaver.
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in te schakelen.
4
Selecteer wat u wilt weergeven als de schermbeveiliging actief is.
.
De schermbeveiliging handmatig starten
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Screensaver.
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in te schakelen.
4
Tik op
en vervolgens op Nu beginnen om de schermbeveiliging direct te
activeren.
zijn of haar eigen instellingen
.

Taalinstellingen

U kunt een standaardtaal selecteren voor uw apparaat en dit op een later moment weer wijzigen. U kunt tevens de schrijftaal voor tekstinvoer wijzigen. Zie
toetsenbord aanpassen
op pagina 77.
68
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het virtuele
De taal wijzigen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Talen en invoer > Talen.
3
Verander de taal door de gewenste taal naar de bovenste plek in de lijst te slepen. Als de gewenste taal niet in de lijst staat, tikt u op om deze toe te voegen.
4
Tik op OK.
Als u de verkeerde taal kiest en u de menuteksten niet meer kunt lezen, zoekt u het pictogram
en tikt u erop. Selecteer vervolgens de tekst naast en selecteer de eerste vermelding in
het menu dat verschijnt. U kunt vervolgens de gewenste taal selecteren.
Datum en tijd
U kunt de datum en tijd op uw apparaat wijzigen.
De datum handmatig instellen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datum en tijd.
3
Schakel de functie Automatische tijd en datum uit door op de schuifregelaar te tikken.
4
Tik op Datum instellen.
5
Veeg naar links of rechts of gebruik de pijltjes om de gewenste datum in te stellen.
6
Tik op OK.
De tijd handmatig instellen
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datum en tijd.
3
Schakel de functie tikken.
4
Tik op
5
Selecteer de betreffende waarden voor uur en minuut.
6
Tik op OK.
Startscherm
Tijd instellen
Automatische tijd en datum
.
.
op .
uit door op de schuifregelaar te
De tijdzone instellen
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datum en tijd.
3
Schakel de functie
4
Tik op Tijdzone selecteren.
5
Selecteer een optie.
Startscherm
op
.
Automatische tijdzone
uit door op de schuifregelaar te tikken.
X-Reality™ for mobile
De X-Reality™ for Mobile-technologie van Sony verbetert de weergavekwaliteit van foto's en video's nadat u ze hebt (op)genomen. Hierdoor zijn beelden zuiverder, scherper en natuurlijker. X-Reality™ for Mobile is standaard ingeschakeld, maar u kunt het uitschakelen als u het batterijverbruik wilt beperken.
X-Reality™ for mobile aanzetten
1
Tik vanaf uw startscherm op
2
Vind en tik op Instellingen > Scherm >Beeldverbetering.
3
Tik op de X-Reality for mobile radioknop als deze niet al geselecteerd is.
.

Super-vivid-stand

De stand Super-vivid versterkt de helderheid en verzadiging van de kleuren in uw foto's en video's terwijl u ze op het apparaat bekijkt.
69
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De modus Super-vivid aanzetten
1
Tik vanaf uw startscherm op .
2
Vind en tik op Instellingen > Scherm >Beeldverbetering.
3
Tik op de Superlevendige modus radioknop als deze niet al geselecteerd is.

De geluidsuitvoer verbeteren

U kunt het geluid van uw apparaat verbeteren door handmatig individuele geluidsinstellingen in te schakelen, zoals de equalizer en surroundgeluid. U kunt de volumebalans inschakelen om volumeverschillen tussen nummers en video's te beperken. U kunt de kwaliteit van gecomprimeerde muziekbestanden verbeteren naar een kwaliteit die hogeresolutiegeluid benadert als u een hoofdtelefoon met kabel gebruikt.
De geluidsuitvoer automatisch verbeteren
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
3
Schakel de functie ClearAudio+ in door op de schuifregelaar te tikken.
De geluidsinstellingen handmatig aanpassen
1
Tik in het startscherm op
2
Ga naar en tik op
3
Als ClearAudio+-functie is ingeschakeld, tikt u op de schuifregelaar om deze uit te
Instellingen
schakelen.
4
Tik op Geluidseffecten > Equalizer.
5
Pas de geluidsinstellingen aan door de frequentiebandknoppen omhoog of omlaag te slepen.
.
.
>
Geluid
>
Geluidsinstellingen
.
Handmatig aanpassen van instellingen voor geluidsuitvoer heeft geen invloed op applicaties voor gesproken communicatie. De geluidskwaliteit van een gesprek verandert bijvoorbeeld niet.
Volumeverschillen beperken met de volumebalans
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
3
Als de functie
Startscherm
DSEE HX
op .
is ingeschakeld, schakelt u deze uit door op de
schuifregelaar te tikken.
4
Schakel de functie
Volumebalans
in door op de schuifregelaar te tikken.
De kwaliteit van gecomprimeerde muziekbestanden upgraden
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
3
Schakel de functie DSEE HX in door op de schuifregelaar te tikken.
Deze instelling is alleen beschikbaar voor bedrade hoofdtelefoons die audio met hoge resolutie ondersteunen.
Startscherm
op .

Onderdrukken van ruis

Uw apparaat ondersteunt headsets voor het onderdrukken van ruis. Door een headset voor het onderdrukken van ruis te gebruiken, krijgt u een veel betere geluidskwaliteit wanneer u bijvoorbeeld naar muziek luistert in een rumoerige omgeving zoals op een bus, een trein of een vliegtuig. U kunt deze functie ook gebruiken om een stille omgeving te scheppen voor studie, werken of lezen.
Voor optimale prestaties worden headsets van Sony voor het onderdrukken van ruis aanbevolen.
70
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een headset met ruisonderdrukking gebruiken
1
Sluit de headset met ruisonderdrukking aan op uw apparaat.
2
Tik in het Startscherm achtereenvolgens op > Instellingen > Geluid > Accessoire-instellingen > Ruisonderdrukking en schakel de functie Ruisonderdrukking in door op de schuifregelaar te tikken.
3
Tik op Type headset/hoofdtelefoon en selecteer het type van uw headset/ hoofdtelefoon.
4
Als u wilt dat Ruisonderdrukking alleen wordt ingeschakeld tijdens het afspelen van muziek of het weergeven van video's, of wanneer het scherm actief is, tikt u op de schuifregelaar Energiebesparingsmodus om deze functie in te schakelen.
5
Als u wilt dat Ruisonderdrukking blijft ingeschakeld zolang de headset is aangesloten, tikt u op de schuifregelaar Energiebesparingsmodus om deze functie uit te schakelen.
Een headset met ruisonderdrukking is wellicht niet het apparaat geleverd.
U kunt de functie Ruisonderdrukking ook inschakelen via het gedeelte voor meldingen als een headset met ruisonderdrukking op uw apparaat is aangesloten.
De instellingen aanpassen aan het achtergrondgeluid
1
Zorg dat u een headset voor ruisonderdrukking op uw apparaat hebt aangesloten.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik vervolgens op
Instellingen
.
>
Geluid
>
Accessoire-instellingen
>Ruisonderdrukking > Ruisomgeving.
4
Selecteer het toepasselijke ruisomgevingstype en tik op OK.

Meerdere gebruikersaccounts

Uw apparaat ondersteunt meerdere gebruikersaccounts zodat meerdere gebruikers zich afzonderlijk het apparaat kunnen aanmelden en het kunnen gebruiken. Werken met meerdere gebruikersaccounts is handig wanneer u hetzelfde apparaat met anderen deelt of uw apparaat voor een tijdje aan iemand anders uitleent. De gebruiker die het apparaat voor het eerst installeert, wordt de eigenaar van het apparaat. Alleen de eigenaar kan de accounts van andere gebruikers beheren. Naast het account van de eigenaar zijn er twee verschillende soorten accounts:
Regelmatige gebruiker: Dit type account is geschikt voor iemand die uw apparaat regelmatig gebruikt.
Gastgebruiker: Schakel de gastaccountoptie in voor iemand die uw apparaat slechts tijdelijk wil gebruiken.
Sommige functies eigenaar downloads toestaan van andere bronnen dan Google Play™.
Over het account voor regelmatige gebruikers
Door accounts voor regelmatige gebruikers toe te voegen, kunt u verschillende gebruikers toestaan om eigen startschermen, achtergronden en algemene instellingen te gebruiken. Ze krijgen tevens apart toegang tot toepassingen en geheugenopslag voor bestanden zoals muziek en foto's. U kunt maximaal drie accounts voor regelmatige gebruikers aan het apparaat toevoegen.
zijn alleen beschikbaar voor de eigenaar. Zo kan bijvoorbeeld alleen de
71
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een account van een regelmatige gebruiker toevoegen
1
Zorg ervoor dat u als eigenaar bent ingelogd. Een eigenaar is de gebruiker die het apparaat voor de eerste keer heeft ingesteld.
2
Tik in het startscherm op .
3
Tik op Instellingen > Gebruikers > Gebruiker toevoegen.
4
Tik op OK. Het nieuwe account wordt gemaakt.
5
Kies uit de volgende opties:
1
Tik op NU INSTELLEN. Het scherm wordt vergrendeld en er verschijnt een pictogram in de hoek rechtsboven dat de nieuwe gebruiker vertegenwoordigt.
2
Als u het account maakt voor iemand anders die nu niet in de buurt is, tik dan op NIET NU. Als de gebruiker aanwezig is, kiest deze Gebruikers onder Instellingen om het nieuwe account te zien, dat als Nieuwe gebruiker wordt weergegeven. Tik op het account en volg de instructies om het instellen ervan te voltooien.
6
Ontgrendel het scherm door een veegbeweging omhoog te maken.
7
Volg de instructies op het scherm om het account voor de gebruiker te maken.
U kunt ook een account voor een regelmatige gebruiker toevoegen vanaf de statusbalk op een willekeurig scherm. Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag, tik op het gebruikerspictogram en tik vervolgens op Gebruiker toevoegen.
Toestaan dat een regelmatige gebruiker telefoneert en SMS gebruikt
1
Zorg ervoor dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik in uw startscherm op
3
Ga naar en tik op Instellingen > Gebruikers.
4
Tik op naast de naam van de betreffende gebruiker en sleep de schuifregelaar
.
naast Oproepen en sms inschakelen naar rechts.
Een account van een regelmatige gebruiker van uw apparaat verwijderen
1
Zorg ervoor dat u bent ingelogd als de eigenaar.
2
Tik in het
3
Tik op Instellingen > Gebruikers.
4
Tik op naast de naam van de gebruiker die uw wilt verwijderen en tik vervolgens
Startscherm
op .
op Gebruiker verwijderen > Verwijderen .
Over het gastaccount
Als iemand uw apparaat alleen tijdelijk wil gebruiken, kunt u voor die gebruiker een gastaccount inschakelen. In de gastmodus start het apparaat op als een nieuw geïnstalleerd systeem met alleen de vooraf geïnstalleerde apps. Nadat de gast klaar is met uw apparaat, kunt u de sessie verwijderen zodat de volgende gast helemaal opnieuw kan beginnen. Het gastaccount is vooraf geïnstalleerd en kan niet worden
verwijderd.
Het gastaccount activeren
1
Zorg dat u bent ingelogd als de eigenaar, dat wil zeggen de gebruiker die het apparaat voor het eerst heeft ingesteld.
2
Tik in het startscherm op
3
Ga naar en tik op Instellingen > Gebruikers > Gast.
U kunt het gastaccount ook activeren via de statusbalk in elk willekeurig scherm. Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag, tik op het gebruikerspictogram en tik vervolgens op Gast toevoegen.
.
72
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De gastgebruiker toestaan om te telefoneren
1
Zorg ervoor dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik in uw startscherm op .
3
Ga naar en tik op Instellingen > Gebruikers.
4
Tik op naast Gast en sleep vervolgens de schuifregelaar naast Telefoonoproepen inschakelen naar rechts.
De gegevens van de gastsessie wissen
1
Zorg dat u bent ingelogd het gastaccount.
2
Tik in uw startscherm op
3
Ga naar en tik op Instellingen > Gebruikers.
4
Tik vervolgens op Gast verwijderen.
5
Tik op Verwijderen.
Als u bent ingelogd het gastaccount, kunt u de gastsessie wissen via de statusbalk van elk willekeurig scherm. Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag, tik op het gebruikerspictogram en tik vervolgens op Gast verwijderen.
.
Schakelen tussen meerdere gebruikersaccounts
Schakelen tussen meerdere gebruikersaccounts
1
Als u de lijst van gebruikers wilt weergeven, sleept u de statusbalk omlaag en tikt u op het gebruikerspictogram rechtsboven in het scherm.
2
Tik op het pictogram van het gebruikersaccount dat u wilt gebruiken. Het vergrendelingsscherm voor dat gebruikersaccount wordt weergegeven.
Als u naar het gastaccount schakelt, tikt u op
Ja, doorgaan om door te gaan met de vorige sessie.
Opnieuw als u de vorige sessie wilt wissen of op
Instellingen voor meerdere gebruikersaccounts
Er zijn drie verschillende soorten instellingen op apparaten met meerdere gebruikers:
Instellingen die iedere gebruiker kan veranderen en van invloed zijn op alle gebruikers. Voorbeelden zijn taal, Wi-Fi, Vliegmodus, NFC en Bluetooth®.
Instellingen die alleen van invloed zijn op een individueel gebruikersaccount. Voorbeelden zijn automatisch synchroniseren van data, schermvergrendeling, verschillende accounts
toegevoegd en achtergrond.
Instellingen die alleen zichtbaar zijn voor de eigenaar en van invloed zijn op alle gebruikers, bijvoorbeeld VPN-instellingen.
73
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Tekst typen

Virtueel toetsenbord

U kunt tekst invoeren met het virtuele QWERTY-toetsenbord door elke letter afzonderlijk in te tikken, of u kunt de functie Glijden gebruiken en met uw vinger van de ene naar de andere letter schuiven om woorden te vormen. Als u liever een kleinere versie van het virtuele toetsenbord gebruikt en tekst met slechts één hand wilt invoeren, kunt u in plaats daarvan het toetsenbord voor één hand activeren.
U kunt maximaal drie talen selecteren voor tekstinvoer. De functie Smart language detection detecteert de taal die u gebruikt en voorspelt de woorden voor die taal tijdens het typen. Sommige applicaties openen het virtuele toetsenbord automatisch, bijvoorbeeld e-mail- en SMS-applicaties.
1 Teken vóór de cursor verwijderen.
2 Regeleinde invoegen of tekstinvoer bevestigen.
3 Spatie invoeren.
4 Toetsenbord personaliseren. Deze toets verdwijnt nadat het toetsenbord is gepersonaliseerd.
5
Cijfers en symbolen weergeven. Tik op voor nog meer symbolen.
6
Schakel tussen kleine letters , hoofdletters en caps . Voor bepaalde talen wordt deze toets gebruikt om toegang te krijgen tot extra tekens in die taal.
Het virtuele toetsenbord weergeven om tekst in te voeren
Tik op een tekstinvoerveld.
Het virtuele toetsenbord in de liggende stand gebruiken
Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, draait u het apparaat in de liggende stand.
Het kan nodig stand in te schakelen.
zijn om de instellingen sommige applicaties aan te passen om de liggende
Tekst teken voor teken invoeren
1
Als u een teken wilt invoeren dat zichtbaar is op het toetsenbord, tikt u op dit teken.
2
Als u een tekenvariant wilt invoeren, raakt u een regulier teken op het toetsenbord aan en houdt u dit vast om een lijst met beschikbare opties weer te geven. Selecteer vervolgens een optie in de lijst. Als u bijvoorbeeld 'é' wilt invoeren, raakt u 'e' aan en houd u het ingedrukt tot andere opties worden weergegeven. Sleep terwijl u uw vinger op het toetsenbord houdt, naar 'é' en selecteer deze optie.
Een punt invoeren
Tik tweemaal op de spatiebalk wanneer u klaar bent met het invoeren van een woord.
74
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Tekst invoeren met de functie Gebaren
1
Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, veeg dan met uw vinger van letter naar letter om het woord te traceren dat u wilt schrijven.
2
Als u klaar bent met een woord tilt u uw vinger op. Uw apparaat stelt een woord voor op basis van de letters waar u langs hebt geveegd.
3
Als u het woord dat u wilt niet verschijnt, tik dan op voor meer opties en kies daaruit. Als de gewenste optie niet verschijnt, verwijder dan het hele woord en veeg het opnieuw of voer het woord in door op alle letters apart te tikken.
Gebaarinvoer in- of uitschakelen
1
Wanneer het schermtoetsenbord wordt weergegeven, tikt u op .
2
Tik op
3
Tik op de schuifregelaar Vegen om te schrijven.
en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord.
Het eenhandig toetsenbord gebruiken
1
Open het schermtoetsenbord in de staande stand en tik op
2
Tik op en vervolgens op Eenhandig toetsenbord.
3
Om eenhandig toetsenbord naar de linker- of de rechterkant van het scherm te verplaatsen, tikt u op
Om terug te keren naar het volledige schermtoetsenbord tikt u op .
of .
.

Toetsenblok

Het toetsenblok kan worden vergeleken met een standaard telefoontoetsenblok met 12 toetsen. Er zijn opties voor tekstvoorspelling en multitik-tekstinvoer beschikbaar. U kunt de tekstinvoermethode via het toetsenblok activeren via de toetsenbordinstellingen. Het toetsenblok is alleen beschikbaar in de staande stand.
1 Een tekstinvoeroptie kiezen. U kunt eenmaal op elk teken tikken en voorgestelde woorden gebruiken, of u
kunt op de toets blijven tikken totdat het gewenste teken is geselecteerd.
2 Teken vóór de cursor verwijderen.
3 Regeleinde invoegen of tekstinvoer bevestigen.
4 Tussen hoofdletters en kleine letters schakelen en Caps Lock inschakelen.
5 Cijfers weergeven.
6 Symbolen en smileys weergeven.
7 Spatie invoeren.
Het toetsenblok voor het eerst gebruiken
1
Tik op een tekstveld en tik vervolgens op .
2
Tik op en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord.
3
Tik op Staand toetsenbord en selecteer de optie Toetsenblok.
75
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Tekst invoeren met het toetsenblok
Wanneer wordt weergegeven op het toetsenblok, tikt u één keer op elke tekentoets, zelfs wanneer de gewenste letter niet de eerste letter op de toets is. Tik en houd vast op de met kandidaten voor meer woordsuggesties en kies een woord uit de lijst.
Wanneer wordt weergegeven op het toetsenblok, tikt u op de toetsen op het scherm voor de tekens die u wilt invoeren. Blijf op deze knop tikken tot het gewenste teken is geselecteerd. Doe dit ook voor het volgende teken dat u wilt invoeren, enzovoort.
Cijfers invoeren met het toetsenblok
Wanneer het toetsenblok wordt weergegeven, tikt u op toetsenblok met cijfers weergegeven.
Symbolen en smileys invoegen met het toetsenblok
1
Wanneer het toetsenblok wordt weergegeven, tikt u op weergegeven met symbolen en smileys.
2
Blader omhoog of omlaag om meer opties weer te geven. Tik op een symbool of smiley om het gewenste item te selecteren.
. Er wordt een
. Er wordt een raster

Tekst invoeren met spraakinvoer

Als u tekst invoert, kunt u de spraakinvoerfunctie gebruiken in plaats van de woorden te typen. Zeg gewoon de woorden die u wilt invoeren. Spraakinvoer is een experimentele technologie van Google™, en is beschikbaar voor een aantal talen en landen. U moet spraakinvoer inschakelen voordat u het kunt gebruiken.
Spraakinvoer inschakelen
1
Wanneer het schermtoetsenbord wordt weergegeven, tikt u op
2
Tik op
3
Tik op de schuifregelaar ingeschakeld, verschijnt op het toetsenbord.
Tekst invoeren met spraakinvoer
1
Open het virtuele toetsenbord en zorg dat de spraakinvoerfunctie is ingeschakeld.
2
Tik op . Als verschijnt, kunt u tekst invoeren door te spreken.
3
Als u klaar bent, tikt u nogmaals op
4
Bewerk de tekst eventueel met de hand.
en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord.
Toets voor Google™ voice-typen
. De voorgestelde tekst wordt weergegeven.
. Als de functie is
.

Tekst bewerken

U kunt tekst selecteren, knippen, kopiëren en plakken terwijl u schrijft. U kunt de bewerkfuncties openen door dubbel te tikken op de tekst die u heeft ingevuld. De bewerkfuncties worden dan beschikbaar via een applicatiebalk.
Balk voor tekstbewerking
Nadat u tekst hebt geselecteerd door op een woord te dubbeltikken, verschijnt een bewerkingsbalk met diverse tools:
Knippen
Kopiëren
Plakken
Delen
Alles selecteren
Helpen
De optie
Plakken wordt alleen weergegeven als er tekst is opgeslagen op het klembord.
76
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Tekst selecteren
1
Voer wat tekst in en tik twee keer op de tekst. Het woord dat u aantikt, wordt aan beide zijden gemarkeerd door tabs.
2
Sleep de tabs naar links of rechts om meer tekst te selecteren.
Tekst bewerken
1
Vul wat tekst in en dubbeltik op de ingevuld tekst om de applicatiebalk te laten
verschijnen.
2
Selecteer de tekst die u wilt bewerken en gebruik vervolgens de applicatiebalk om de gewenste wijzigingen aan te brengen.
Het vergrootglas gebruiken
Wanneer u tekst invoert, tikt u op het tekstveld en houdt u dit vast om de tekst vergroot weer te geven en de cursor te plaatsen op de gewenste plaats binnen het tekstveld.

Het virtuele toetsenbord aanpassen

Tijdens het invoeren van tekst met het virtuele toetsenbord heeft u toegang tot toetsenbordinstellingen en andere instellingen voor tekstinvoer, waarmee u bijvoorbeeld opties kunt instellen voor schrijftalen, tekstvoorspelling en -correctie. U kunt woordsuggesties voor een taal tegelijk ontvangen door de functie Smart language detection uit te schakelen.
Het toetsenbord kan tekst uit berichten en andere toepassingen gebruiken om uw schrijfstijl te leren kennen. Verder is er een personalisatiehandleiding die u helpt het uitvoeren van de basisinstellingen, zodat u snel aan de slag kunt. U kunt kiezen om andere toetsenborden te gebruiken en wisselen tussen toetsenborden. U kunt bijvoorbeeld het toetsenbord Xperia™ Chinees of het toetsenbord Xperia™ Japans selecteren.
De instellingen van het virtuele toetsenbord openen
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op
2
Tik op
en vervolgens op
Instellingen voor toetsenbord
en wijzig de instellingen
.
als gewenst.
3
Voor het toevoegen van een schrijftaal voor tekstinvoer, tikt u op
Schrijftalen
en
markeert u de desbetreffende selectievakjes.
4
Tik op OK om uw keuze te bevestigen.
De instellingen voor woordsuggesties wijzigen
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op .
2
Tik op
3
Selecteer een optie.
en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord> Woordsuggesties.
Een ander toetsenbord selecteren
1
Tik het invoeren van tekst met het schermtoetsenbord op rechtsonder in het scherm.
2
Selecteer een optie.
De schrijftaal wijzigen met het virtuele toetsenbord
Deze functie is alleen beschikbaar als u meer dan een invoertaal hebt toegevoegd en als de functie slimme taaldetectie is uitgeschakeld, of als de geselecteerde talen niet-Romaanse talen bevatten.
Als u tekst invoert met het schermtoetsenbord, tikt u op het pictogram voor de schrijftaal om te wisselen tussen de geselecteerde schrijftalen. Tik bijvoorbeeld op
tot de gewenste schrijftaal verschijnt.
77
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uw schrijfstijl gebruiken
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op .
2
Tik op , tik op Instellingen voor toetsenbord > Mijn schrijfstijl gebruiken en selecteer vervolgens een thema.
Slimme taaldetectie in- of uitschakelen
Slimme taaldetectie is alleen beschikbaar voor Latijnse alfabetten.
1
Wanneer het schermtoetsenbord wordt weergegeven, tikt u op
2
Tik op en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord.
3
Tik op Schrijftalen en vink de vakken aan van de talen die u wilt gebruiken.
4
Tik op de schuifregelaar Slimme taaldetectie.
.
Een variant van een toetsenbordindeling selecteren
Indelingsvarianten voor het virtuele toetsenbord zijn mogelijk niet voor alle schrijftalen beschikbaar. U kunt verschillende toetsenbordindelingen voor elke geschreven taal kiezen.
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op .
2
Tik op
3
Tik op Schrijftalen en vervolgens op naast een schrijftaal.
4
Selecteer een variant van een toetsenbordindeling.
5
Tik op OK om uw keuze te bevestigen.
en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord.
78
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Bellen

Bellen

U kunt bellen door handmatig een telefoonnummer te kiezen, door op een nummer te tikken dat is opgeslagen in de contactenlijst, of door op een telefoonnummer in de
gesprekkenlijst te tikken. Met de functie Smart Dial kunt u snel nummers in de contactenlijst en gesprekkenlijsten vinden. Voer gewoon een deel van een
telefoonnummer of naam in en kies een optie uit de lijst met suggesties. Als u een video­oproep wilt voeren, kunt u de applicatie Hangouts™ voor chatten en videochats gebruiken.
1 Meer opties weergeven
2 Nummer verwijderen
3 Toetsenblok
4 Oproepknop
Het toetsenblok openen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op
3
Als het toetsenblok niet verschijnt, tikt u op .
Een telefoonnummer bellen
1
Tik in het
2
Tik op .
3
Als de gesprekkenlijst verschijnt, tikt u op om het toetsenblok te openen.
4
Voer het telefoonnummer in en tik op
5
Selecteer een SIM-kaart in het dialoogvenster voor het selecteren van een account.
Tik op
Bellen met smart dial
1
Open het toetsenblok.
2
Voer de letters of nummers in van het contact dat u wilt bellen. elke letter of elk nummer dat u invoert, wordt een lijst met mogelijkheden weergegeven.
3
Tik op het contact dat u wilt bellen.
4
Selecteer een SIM-kaart.
Startscherm
om een onjuist ingevoerd nummer te verwijderen.
.
op
.
.
Een internationaal gesprek voeren
1
Open het toetsenblok.
2
Houd 0 aangeraakt totdat een '+' wordt weergegeven.
3
Voer de landcode, het netnummer (zonder de eerste nullen) en het telefoonnummer in. Selecteer vervolgens een SIM-kaart.
79
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een telefoonnummer voor direct bellen aan het startscherm toevoegen
1
Raak een leeg gebied in het Startscherm aan en houd dit even vast tot het apparaat trilt en het instelmenu wordt weergegeven.
2
Tik in het instelmenu op Widgets > Snelkoppelingen.
3
Blader door de lijst met applicaties en selecteer Direct bellen.
4
Selecteer het contact en het nummer dat u voor direct bellen wilt gebruiken.
Uw telefoonnummer weergeven of verbergen
U kunt kiezen of u uw telefoonnummer wilt weergegeven of verbergen op het apparaat van ontvangers wanneer u ze belt.
Uw telefoonnummer weergeven of verbergen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een simkaart.
4
Tik op Aanvullende instellingen > Beller-id.
.

Oproepen ontvangen

Als u een inkomende oproep ontvangt wanneer de telefoon in de slaapstand staat of het scherm vergrendeld is, verschijnt de telefoonapplicatie op het volledige scherm. Als u een inkomende oproep ontvangt wanneer het scherm actief is, dan wordt de inkomende oproep weergegeven als een kennisgeving in een klein venster dat boven een ander geopend scherm zweeft. Wanneer een dergelijke kennisgeving wordt ontvangen, kunt u ervoor kiezen om de oproep te beantwoorden en het scherm van de telefoonapplicatie te openen, of kunt u de oproep weigeren en op het huidige scherm blijven.
Een binnenkomende oproep beantwoorden als het scherm inactief is
Schuif
naar rechts.
Een inkomende oproep beantwoorden wanneer het scherm actief is
Tik in de kennisgeving die bovenin het scherm verschijnt op
In plaats van de oproep te beantwoorden, kunt u naar het hoofdscherm van de telefoonapplicatie gaan door op het bovengedeelte van de kennisgeving te tikken. Via deze methode krijgt u meer mogelijkheden om de oproep af te handelen. U kunt bijvoorbeeld besluiten om de oproep te weigeren met een bericht of de oproep naar een antwoordapparaat door te sturen.
ANTWOORD
.
Een binnenkomende oproep afwijzen als het scherm inactief is
Schuif naar links.
Een inkomende oproep weigeren als het scherm actief is
Als een oproep binnenkomt, tikt u in de melding boven in het scherm op AFWIJZEN.
In plaats van de oproep te weigeren, kunt u naar het hoofdscherm van de telefoonapplicatie gaan door op de melding te tikken. Zo krijgt u meer opties om de oproep te beheren. U kunt bijvoorbeeld de oproep weigeren met een bericht of de oproep doorsturen naar het antwoordapparaat.
De beltoon voor een inkomende oproep dempen
Druk op de volumetoets als u een oproep ontvangt.
Het antwoordapparaat gebruiken
U kunt de toepassing antwoordapparaat gebruiken om oproepen te beantwoorden als u in gesprek bent of een oproep mist. U kunt de functie automatisch beantwoorden inschakelen en bepalen na hoeveel seconden de oproepen automatisch worden beantwoord. U kunt oproepen ook handmatig naar het antwoordapparaat routeren als u
80
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
geen tijd hebt om ze te beantwoorden. En u kunt rechtstreeks vanaf uw apparaat berichten beluisteren die op het antwoordapparaat zijn achtergelaten.
Voordat u het antwoordapparaat gebruikt, moet u een welkomstbericht opnemen.
Een begroeting opnemen voor het antwoordapparaat
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Xperia™-antwoordapparaat > Begroeting.
5
Tik op Uw nieuwe begroeting opnemen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Automatische aannemen in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart en tik daarna op Xperia™-antwoordapparaat.
4
Tik op de schuifregelaar Antwoordapparaat.
.
Een tijdvertraging voor automatisch beantwoorden instellen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een simkaart en tik daarna op Xperia™-antwoordapparaat.
4
Tik op
Opnemen na
5
Pas de tijd aan door op en neer te scrollen.
6
Tik op
Gereed
.
.
.
Een binnenkomende oproep doorsturen naar het antwoordapparaat
Tik zodra een oproep binnenkomt op
ANTWOORDOPTIES
en selecteer
Weigeren met antwoordapparaat.
Als een oproep binnenkomt, kunt u ook wachten totdat de vooraf ingestelde zodat het antwoordapparaat de oproep automatisch overneemt.
tijd is verlopen
Berichten op het antwoordapparaat beluisteren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op
Xperia™-antwoordapparaat
5
Selecteer het gesproken bericht dat u wilt horen.
U kunt de berichten van het antwoordapparaat ook rechtstreeks beluisteren vanuit het oproeplogboek door op te tikken.
Instellingen
>
Oproep
.
>
Berichten
.
Een gesprek weigeren met een SMS-bericht
U kunt een gesprek weigeren met een SMS bericht. Wanneer u een gesprek weigert met een dergelijk bericht, wordt het bericht automatisch naar de beller gestuurd en op uw apparaat opgeslagen in de berichtenconversatie met het betreffende contact.
U kunt kiezen uit een aantal vooraf gedefinieerde berichten die op uw apparaat beschikbaar zijn, of u kunt een nieuw bericht maken. U kunt ook uw eigen persoonlijke berichten maken door de voorgedefinieerde berichten te bewerken.
Een oproep weigeren met een sms'je als het scherm inactief is
1
Tik op ANTWOORDOPTIES als een oproep binnenkomt.
2
Selecteer een vooraf gedefinieerd bericht of tik op Nieuw bericht schrijven.
81
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een oproep weigeren met een sms'je als het scherm actief is
1
Als een oproep binnenkomt, tikt u op het geopende gedeelte voor meldingen, daar waar het telefoonnummer of de naam van het contact wordt weergegeven.
2
Tik op ANTWOORDOPTIES.
3
Selecteer een vooraf gedefinieerd bericht of tik op Nieuw bericht schrijven.
Een tweede gesprek weigeren met een sms'je
1
Tik op ANTWOORDOPTIES wanneer u een herhaalde pieptoon hoort tijdens een gesprek.
2
Selecteer een vooraf gedefinieerd bericht of tik op Nieuw bericht schrijven.
Het SMS-bericht bewerken dat wordt gebruikt om een gesprek te weigeren
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep, kies een SIM-kaart en tik vervolgens op
.
Gesprek weigeren met bericht.
3
Tik op het bericht dat u wilt bewerken en breng de benodigde wijzigingen aan.
4
Tik op OK.

Slim afhandelen van gesprekken

U kunt binnenkomende gesprekken afhandelen zonder het scherm aan te raken, door de functie Slim afhandelen van gesprekken in te schakelen. Eenmaal ingeschakeld kunt u gesprekken op de volgende manier afhandelen:
Beantwoorden: houd het apparaat tegen uw oor.
Afwijzen: schud het apparaat.
Bel uit: plaats het apparaat met de voorzijde naar beneden.
Smart-gespreksverwerking in- of uitschakelen
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Smart-gespreksverwerking.
5
Tik op de schuifregelaar onder
Startscherm
op .
Smart-gespreksverwerking

Lopende gesprekken

.
1 Een gesprek beëindigen
2 Een tweede gesprek tot stand brengen
3 Huidig gesprek in de wacht zetten of een gesprek uit de wacht halen
82
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
4 Voer tijdens een gesprek DTMF-cijfers in.
5 De microfoon dempen tijdens een gesprek
6 Luidspreker tijdens een gesprek inschakelen
Het volume van de oorspeaker veranderen tijdens een oproep
Druk de volumetoets omhoog of omlaag.
De gesprekkenlijst gebruiken
In de gesprekkenlijst vindt u gemiste oproepen met of wat aangeeft voor welke SIM-kaart de oproep is bedoeld, en tevens ontvangen oproepen en gekozen oproepen
De gesprekkenlijst openen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op
Uw gemiste gesprekken weergeven
1
Als u een gemiste gesprek hebt, wordt statusbalk omlaag.
2
Tik op Gemiste oproep.
Een nummer uit uw gesprekkenlijst bellen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op . De gesprekkenlijst wordt weergegeven.
3
Als u een nummer direct vanuit de gesprekkenlijst wilt bellen, tikt u op nummer en selecteert u een SIM-kaart. Als u een nummer wilt bewerken voordat u het belt, raakt u het gewenste nummer aan, houdt u het vast en tikt u op Nummer
bewerken voor bellen
.
.
in de statusbalk weergegeven. sleep de
naast het
.
Een nummer uit de gesprekkenlijst aan uw contacten toevoegen
1
Tik in het
2
Tik vervolgens op .
3
Tik op een nummer in de gesprekkenlijst en selecteer
Startscherm
op
.
Nieuw contact maken
of
Toevoegen aan een contact.
4
Bewerk de contactgegevens en tik op
OPSLAAN
.
Opties van de gesprekkenlijst weergeven
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op .
3
Tik op .
De algemene gespreksinstellingen
Startscherm
op .
zijn ook toegankelijk via bovenstaande stappen.

Oproepen doorschakelen

U kunt oproepen doorsturen naar een andere ontvanger, zoals een ander telefoonnummer, een ander apparaat of een antwoordservice. U kunt oproepen ook doorschakelen die binnenkomen op SIM-kaart 1 naar SIM-kaart 2 wanneer SIM-kaart 1 niet bereikbaar is en omgekeerd. Deze functie heet Dual SIM reachability (Dubbele SIM­kaart bereikbaarheid). Deze moet u handmatig activeren.
83
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Oproepen doorschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Een SIM-kaart selecteren.
4
Tik op Gesprekken doorverbinden > Spraak en selecteer een optie.
5
Voer het nummer in waarnaar u de oproepen wilt doorschakelen en tik vervolgens op Inschakelen.
Gesprekken doorschakelen uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Gesprekken doorverbinden.
5
Selecteer een optie en tik vervolgens op Uit.
.
Bereikbaarheidsfunctie voor dubbele SIM inschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Dubbele SIM > Bereikbaarheid dubbele SIM.
3
Tik onder Bereikbaarheid dubbele SIM op de schuifregelaar om de functie in te
.
schakelen.
4
Volg de instructies op het scherm om de procedure te voltooien.
Als de bereikbaarheidsfunctie voor dubbele SIM niet werkt nadat u deze hebt ingeschakeld, moet u controleren of u de telefoonnummers voor elke SIM-kaart goed hebt ingevoerd. In sommige gevallen worden de nummers tijdens de installatie automatisch gevonden. Anders wordt u gevraagd om ze handmatig in te voeren.

Gesprekken beperken

U kunt alle categorieën of slechts bepaalde categorieën van inkomende en uitgaande gesprekken blokkeren. Als u een PIN2-code hebt ontvangen van uw serviceprovider, kunt u een lijst met vaste nummers gebruiken om uitgaande gesprekken te beperken. Als u een abonnement met een voicemailservice hebt, kunt u alle inkomende gesprekken van een bepaald contact rechtstreeks doorsturen naar de voicemail. Als u een bepaald nummer wilt blokkeren, kunt u naar Google Play™ gaan en toepassingen downloaden die deze functie ondersteunen.
FDN wordt niet ondersteund door alle netwerkproviders. Neem contact op met uw netwerkprovider om te controleren of uw simkaart of netwerkservice FDN ondersteunt.
Inkomende of uitgaande gesprekken blokkeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Oproep blokkeren en selecteer vervolgens een optie.
5
Voer het wachtwoord in en tik op Inschakelen.
Wanneer u gespreksblokkering voor de eerste keer instelt, moet u een wachtwoord invoeren om de gespreksblokkeringsfunctie te activeren. Hetzelfde wachtwoord is nodig als u later de gespreksblokkeringsinstellingen wilt bewerken.
Vaste belservice in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Een SIM-kaart selecteren.
4
Tik op Vaste nummers.
5
Selecteer Vaste nummers activeren als u de vaste belservice wilt inschakelen. Selecteer Vaste nummers deactiveren als u de vaste belservice wilt uitschakelen.
6
Voer uw PIN2-code in en tik op OK.
84
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De lijst met geaccepteerde ontvangers voor gesprekken openen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Tik op Vaste nummers > Vaste nummers.
De PIN2-code van de SIM-kaart wijzigen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Vaste nummers > PIN2-code wijzigen.
5
Voer de oude PIN2-code van de SIM-kaart in en tik op OK.
6
Voer de nieuwe PIN2-code van de SIM-kaart in en tik op OK.
7
Bevestig de nieuwe PIN2-code en tik op OK.
Inkomende oproepen van een bepaald contact rechtstreeks naar voicemail doorschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op
3
Selecteer het gewenste contact.
4
Tik op
5
Markeer het selectievakje naast Alle oproepen naar voicemail.
6
Tik op
> .
OPSLAAN
.
.
.

Meerdere oproepe

Als u de wisselgespreksfunctie hebt geactiveerd, kunt u meerdere oproepen tegelijk verwerken. Als u de functie hebt geactiveerd, klinkt er een pieptoon wanneer u nog een oproep ontvangt.
Mobiele data netwerken werken als u verbonden bent met een Wi-Fi-netwerk.
zijn niet beschikbaar tijdens oproepen. Applicaties als e-mail, internet en sociaal
Wisselgesprek activeren of deactiveren
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Aanvullende instellingen.
5
Als u wisselgesprek wilt activeren of deactiveren, tikt u op
Startscherm
op .
Wisselgesprek
.
Een tweede gesprek beantwoorden en het actieve gesprek in de wacht plaatsen
1
Als u tijdens een gesprek herhaalde pieptonen hoort, sleept u naar rechts.
2
Tik op Oproep in wacht zetten.
Een tweede gesprek weigeren
Als u tijdens een gesprek herhaalde pieptonen hoort, sleept u naar links.
Een tweede gesprek tot stand brengen
1
Tik tijdens een gesprek op . De gesprekkenlijst wordt weergegeven.
2
Tik op
3
Voer het nummer van de ontvanger in en tik op . Het eerste gesprek wordt in de
om het toetsenblok te openen.
wacht geplaatst.
Schakelen tussen meerdere gesprekken
Als u naar het volgende gesprek wilt schakelen en het huidige gesprek in de wacht wilt zetten, tikt u op In de wacht.
85
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Telefonische vergaderingen

Met telefonische vergaderingen of gesprekken met meerdere partijen kunt u gelijktijdig spreken met twee of meer personen.
Neem contact op met uw netwerkprovider voor informatie over het aantal deelnemers dat u aan een telefonische vergadering kunt toevoegen.
Een telefonische vergadering tot stand brengen
1
Tik tijdens een gesprek op . De gesprekkenlijst wordt weergegeven.
2
Tik op om het toetsenblok weer te geven.
3
Kies het nummer van de tweede deelnemer en tik op . De eerste deelnemer wordt tijdelijk in de wacht gezet.
4
Tik op vergadering te starten.
5
Herhaal de relevante hierboven beschreven stappen om meer deelnemers toe te voegen aan het gesprek.
Een privégesprek voeren met een deelnemer aan een telefonische vergadering
1
Tik tijdens een telefonische vergadering op Vergadering beheren.
2
Tik op de afzonderlijke knop van de deelnemer voor een privégesprek.
3
Als u het privégesprek wilt beëindigen en wilt terugkeren naar de telefonische vergadering, tikt u op
Een deelnemer vrijgeven vanuit een telefonische vergadering
1
Tik tijdens een telefonische vergadering op
2
Tik op naast de deelnemer die u wilt vrijgeven.
om de tweede deelnemer aan het gesprek toe te voegen en de
.
Vergadering beheren
.
Een telefonische vergadering beëindigen
Tik tijdens de telefonische vergadering op .

Voicemail

Als in uw abonnement een voicemailservice is opgenomen, kunnen bellers een voicemailbericht achterlaten als u een binnenkomend gesprek niet kunt beantwoorden. Het nummer van uw voicemailservice is gewoonlijk op uw SIM-kaart opgeslagen. Als dat niet het geval is, kunt u het nummer opvragen uw netwerkoperator en het vervolgens handmatig invoeren.
Uw voicemailnummer invoeren
1
Tik in het
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproep.
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Tik op Voicemail > Instellingen voor voicemail > Voicemailnummer.
5
Voer uw voicemailnummer in.
6
Tik op OK.
De voicemailservice bellen
1
Open het toetsenblok.
2
Houd 1 aangeraakt en selecteer vervolgens een SIM-kaart.
De eerste keer dat u het voicemailnummer belt, geeft de voicemailsysteem van de netwerkaanbieder meestal aanwijzingen om uw voicemail in te stellen. U wordt bijvoorbeeld gevraagd een begroeting op te nemen en een wachtwoord in te stellen.
Startscherm
op
.

Noodoproepen

Uw apparaat ondersteunt internationale alarmnummers, bijvoorbeeld 112 of 911. Dit houdt in dat u deze nummers normaal vanuit elk land kunt bellen om een noodoproep te
86
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
doen, met of zonder SIM-kaart in het toestel, zolang u zich binnen het bereik van een netwerk bevindt.
Een noodoproep plaatsen
1
Open het toetsenblok.
2
Voer het noodnummer in en tik op
U kunt ook noodnummers bellen als er geen SIM-kaart in de telefoon zit of als alle uitgaande gesprekken zijn geblokkeerd.
.
Een noodnummer bellen terwijl de SIM-kaart is vergrendeld
1
Tik op NOOD.
2
Voer het noodnummer in en tik op .
Een noodnummer bellen terwijl het scherm is vergrendeld
1
Als het actieve schermvergrendelingstype Schuiven is, veegt u omhoog en tikt u
en vervolgens op om het toetsenblok te openen. Voer het noodnummer
op in en tik op .
2
Als uw scherm is vergrendeld met een patroon, PIN of wachtwoord, veegt u omhoog en tikt u op NOOD. Voer vervolgens het noodnummer in en tik op
.
87
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Contacten

Contacten zoeken en weergeven

1 Contacten zoeken
2 Medische contactinformatie en noodhulpnummers bewerken en weergeven.
3 Meer opties weergeven
4 Tabbladen Favorieten en Alle contacten
5 Contactgegevens weergeven
6 De schuifregelaar gebruiken om direct naar contacten gaan die beginnen met de geselecteerde letter
7 Contact toevoegen
Een contact zoeken
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op
en geef een telefoonnummer, naam of andere informatie op in het veld
Contacten vinden. De lijst met resultaten wordt gefilterd zodra u een teken invoert.
De contacten selecteren voor weergave in de applicatie Contacten
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Druk op en tik vervolgens op
3
Selecteer de gewenste opties in de lijst die wordt weergegeven. Als u uw
Groepen/accounts selecteren
.
contacten met een synchronisatieaccount hebt gesynchroniseerd, wordt dit account in de lijst weergegeven.
4
Tik op
Groepen selecteren
, selecteer de bijbehorende vervolgkeuzelijst en schakel de selectievakjes naar wens in of uit om de lijst met opties verder uit te breiden.
5
Als u klaar bent, tikt u op OK.
88
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Contacten toevoegen en bewerken

Een contact toevoegen
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op .
3
Als u uw contacten hebt gesynchroniseerd met één of meerdere accounts en u voor het eerst een contact toevoegt, moet u het account selecteren waaraan u dit contact wilt toevoegen. U kunt ook op Telefooncontact tikken als u het contact alleen op uw apparaat wilt gebruiken en opslaan.
4
Voer de gewenste gegevens voor het contact in of selecteer deze.
5
Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
Als u eenmaal een contact in een account hebt opgeslagen, wordt dat account als standaardaccount weergegeven wanneer u opnieuw een contact toevoegt. Als u het account voor een opgeslagen contact wilt wijzigen, moet u het contact opnieuw aanmaken en opslaan in het gewenste account.
Als u een plusteken en de landcode toevoegt voor het telefoonnummer van een contact, hoeft u het nummer niet opnieuw te bewerken wanneer u vanuit een ander land belt.
Een contact bewerken
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op .
3
Bewerk de gewenste informatie.
4
Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
sommige synchronisatieservices kunt u geen contactgegevens bewerken.
Een afbeelding aan een contact toevoegen
1
Tik in het
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op .
3
Tik op
Startscherm
, selecteer een methode om de contactafbeelding toe te voegen en
op en tik vervolgens op .
breng de gewenste bewerkingen aan.
4
Wanneer u de afbeelding hebt toegevoegd, tikt u op
U kunt ook een afbeelding aan een contact toevoegen vanuit de applicatie afbeelding wilt toevoegen die is opgeslagen in een onlineaccount, moet u de afbeelding eerst downloaden.
OPSLAAN
.
Album . Als u een
De ringtone van een contact personaliseren
1
Tik in het
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op .
3
Tik op >
4
Selecteer een optie uit de lijst of tik op om een muziekbestand te selecteren dat
Startscherm
Ringtone instellen
op en vervolgens op .
.
op uw apparaat is opgeslagen. Tik vervolgens op GEREED.
5
Tik op OPSLAAN.
Alle oproepen van een contact naar voicemail sturen
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op .
3
Tik op en schakel het selectievakje Alle oproepen naar voicemail in.
4
Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
Een telefoonnummer blokkeren
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op en vervolgens op Nummers blokkeren.
3
Tik op Een nummer toevoegen en voer het telefoonnummer in waarvoor u oproepen en sms-berichten wilt blokkeren.
4
Tik op BLOKKEREN.
89
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Contacten verwijderen
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Raak het contact dat u wilt verwijderen aan en houd het even vast.
3
Schakel de selectievakjes in naast de contacten die u wilt verwijderen als u contacten wilt verwijderen.
4
Tik op en vervolgens op Contact verwijderen.
5
Tik op VERWIJDEREN om te bevestigen.
Contactgegevens over uzelf bewerken
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op IK en vervolgens op .
3
Voer de nieuwe gegevens in of breng de gewenste wijzigingen aan.
4
Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
Een nieuw contact maken op basis van een sms-bericht
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op het pictogram naast het telefoonnummer en tik op OPSLAAN.
3
Selecteer een bestaand contact of tik op Nieuw contact maken.
4
Bewerk de contactgegevens en tik op OPSLAAN.
en vervolgens op .
en tik vervolgens op .

Contacten overbrengen

Er zijn verschillende manieren om contacten naar uw nieuwe apparaat over te brengen. U kunt contacten synchroniseren met een online account of rechtstreeks importeren vanaf een ander apparaat.
Contacten overbrengen met een onlineaccount
Als u de contacten op uw oude apparaat of uw computer synchroniseert met een onlineaccount, bijvoorbeeld Google Sync™ of Microsoft® Exchange ActiveSync®, kunt u
uw contacten overbrengen naar uw nieuwe apparaat met behulp van dat account.
De contacten op uw nieuwe apparaat synchroniseren met een synchronisatieaccount
1
Tik in het
2
Tik op en tik vervolgens op Accounts beheren.
3
Selecteer het account waarmee u uw contacten wilt synchroniseren en tik vervolgens op > Nu synchroniseren.
U moet hiermee kunt synchroniseren.
Startscherm
het desbetreffende synchronisatieaccount zijn aangemeld voordat u uw contacten
en vervolgens op .
op
Andere methoden voor overbrengen van contacten
Er zijn verschillende andere manieren om contacten over te brengen van uw oude naar uw nieuwe apparaat. U kunt bijvoorbeeld contacten kopiëren naar een geheugenkaart,
contacten opslaan op een simkaart of gebruikmaken van Bluetooth®-technologie. Voor meer specifieke informatie over het overbrengen van de contacten van uw oude apparaat, raadpleegt u de desbetreffende gebruikershandleiding.
Contacten importeren vanaf een geheugenkaart
1
Tik in het Startscherm op
2
Druk op en tik vervolgens op Importeren/exporteren > Importeren van SD­kaart of intern geheugen (.vcf-bestand).
3
Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.
4
Tik op SD-kaart.
5
Selecteer de bestanden die u wilt importeren door erop te tikken.
en tik vervolgens op .
90
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Contacten importeren met Bluetooth®-technologie
1
Zorg ervoor dat de Bluetooth®-functie is ingeschakeld en uw apparaat op zichtbaar is ingesteld.
2
Wanneer u op de hoogte wordt gebracht van een binnenkomend bestand op uw apparaat, sleept u de statusbalk omlaag en tikt u op de melding om de bestandsoverdracht te accepteren.
3
Tik op Accepteren om de bestandsoverdracht te starten.
4
Sleep de statusbalk omlaag. Wanneer het overbrengen gereed is, tikt u op de melding.
5
Tik op het ontvangen bestand en selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.
Contacten importeren vanaf een SIM-kaart
het overbrengen van contacten naar of vanaf een SIM-kaart, kunnen sommige contacten op de doellocatie worden gedupliceerd. Zie op pagina 93 voor meer informatie over het oplossen van dit probleem.
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op
3
Selecteer een SIM-kaart.
4
Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.
5
Selecteer contacten om te importeren. Als u een individueel contact wilt
en vervolgens op Importeren/exporteren.
Dubbele items in de applicatie Contacten vermijden
importeren, tikt u op dit contact. Als u alle contacten wilt importeren, tikt u op en vervolgens op Alles importeren.

Medische en noodhulpgegevens toevoegen

In de applicatie Contacten kunt u noodhulpinformatie toevoegen en bewerken. U kunt medische details invoeren, zoals allergieën en medicijnen die u gebruikt, alsmede informatie over familie en vrienden met wie contact kan worden opgenomen in geval van nood. Na het instellen zijn de noodhulpgegevens bereikbaar vanaf het beveiligingsscherm. Dat betekent dat zelfs als het scherm vergrendeld is, bijvoorbeeld met een PIN-code, patroon of wachtwoord, noodhulppersoneel nog steeds uw noodhulpgegevens kunnen zien.
1 Terugkeren naar het hoofdscherm van Contacten
2 Meer opties weergeven
3 Tabblad voor medische en persoonlijke gegevens en contacten voor noodgevallen
4 Medische en persoonlijke gegevens
Uw medische gegevens invoeren
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op .
3
Bewerk de gewenste informatie.
91
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een nieuw contact voor noodgevallen toevoegen
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op en vervolgens op CONTACTEN > Contact toevoegen.
3
Tik op het contact dat u wilt gebruiken als een contact voor noodgevallen.
Het contact voor noodgevallen moet minimaal één telefoonnummer hebben dat door medische hulpverleners kan worden gebeld. Als uw apparaat door middel van schermvergrendeling is vergrendeld, kunnen medische hulpverleners alleen het telefoonnummer van het contact voor noodgevallen zien, ook als er ook andere informatie in de applicatie Contacten is ingevoerd.

Favorieten

Contacten die u als favorieten aanmerkt, verschijnen onder het tabblad Favorieten in de applicatie Contacten samen met uw meest gebelde contacten of 'topcontacten'. Zo krijgt u sneller toegang tot deze contacten.
Een contact als favoriet toevoegen of verwijderen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op het contact dat u wilt toevoegen aan of verwijderen uit uw favorieten.
3
Tik op
Uw favoriete contacten weergeven
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op
.
Favorieten
.
en tik vervolgens op .

Contactinformatie verzenden

Uw visitekaartje verzenden
1
Tik in het
2
Tik op IK.
3
Tik op en vervolgens op
4
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het scherm.
Een contact verzenden
1
Tik in het
2
Tik op het contact waarvan u de details wilt verzenden.
3
Tik op
4
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het scherm.
Meerdere contacten tegelijkertijd verzenden
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Raak een contact aan en houd het even vast en schakel vervolgens de selectievakjes naast de contacten die u wilt delen in of uit.
3
Tik op en vervolgens op Delen.
4
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het scherm.
Alle contacten verzenden
1
Tik in het Startscherm op
2
Druk op en tik vervolgens op Importeren/exporteren > Alle contacten delen om alle contacten te exporteren.
3
Sleep de statusbalk omlaag. Tik op de melding zodra het exporteren is voltooid.
4
Selecteer een beschikbare overdrachtmethode en volg de instructies op het scherm.
Startscherm
Startscherm
en tik vervolgens op
en vervolgens op .
op
.
Delen
en tik vervolgens op .
op
.
Delen
en vervolgens op .
92
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Dubbele items in de applicatie Contacten vermijden
Als u uw contacten met een nieuw account synchroniseert of op een andere manier contactgegevens importeert, kan dit mogelijk leiden tot dubbele vermeldingen in de applicatie Contacten. Als dit het geval is, kunt u deze duplicaten koppelen tot één vermelding. En als u per ongeluk vermeldingen koppelt, kunt u ze later weer ontkoppelen.
Contacten koppelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik en houd vast op het contact dat u aan een ander contact wilt koppelen.
3
Tik op de selectievakjes naast het contact dat u wilt koppelen.
4
Tik op samengevoegd met het tweede contact en de gekoppelde contacten worden als één contact weergegeven in de contactenlijst.
5
Tik op Linken om te bevestigen.
Gekoppelde contacten scheiden
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op het gekoppelde contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op
3
Tik op en vervolgens op Loskoppelen.
4
Tik op Loskoppelen om te bevestigen.
en vervolgens op Linken. De informatie van het eerste contact wordt
en vervolgens op .
en vervolgens op .

Een back-up maken van contacten

.
U kunt het interne gehuegen, een geheugenkaart of een SIM-kaart gebruiken om een back-up te maken van contacten. Zie meer informatie over het herstellen van contacten op uw apparaat.
Alle contacten exporteren naar een geheugenkaart
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Druk op en tik vervolgens op
kaart of intern geheugen (.vcf-bestand).
3
Tik op >
4
Tik op OPSLAAN.
Contacten naar een SIM-kaart exporteren
Wanneer u contacten naar de SIM-kaart exporteert, wordt geëxporteerd. Dit heeft te maken met geheugenbeperkingen op SIM-kaarten.
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op >
3
Een SIM-kaart selecteren.
4
Tik op OK.
Alle contacten exporteren naar het interne geheugen
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Druk op en tik vervolgens op Importeren/exporteren > Exporteren naar SD­kaart of intern geheugen (.vcf-bestand).
3
Tik op > Interne opslag weergeven.
4
Tik op en vervolgens op het modelnummer van uw apparaat naast .
5
Selecteer een bestemmingsmap of tik op OPSLAAN.
SD-kaart
Importeren/exporteren
.
Contacten overbrengen
Importeren/exporteren
.
>
mogelijk niet alle informatie
op de pagina 90 voor
Exporteren naar SD-
93
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Berichten en chat

Berichten lezen en verzenden

De applicatie Berichten geeft uw berichten weer als gesprekken. Dit betekent dat alle berichten naar en van een specifieke persoon zijn gegroepeerd. Als u MMS-berichten wilt verzenden, moeten de juiste MMS-instellingen zijn ingesteld op uw apparaat. Zie
Internet- en MMS-instellingen
Het aantal tekens dat u in één bericht kunt verzenden, is afhankelijk van de aanbieder en de taal die u gebruikt. De maximale grootte van een mms, inclusief de toegevoegde mediabestanden, is ook afhankelijk van de aanbieder. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
op pagina 52.
1 Ga terug naar de lijst met gesprekken
2 De afzender van het bericht bellen
3 Meer opties weergeven
4 Verzonden en ontvangen berichten
5 Een voltooid bericht verzenden
6 Bijlagen toevoegen
Een bericht maken en verzenden
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op
3
Voer de naam of het telefoonnummer van de ontvanger in, of andere
.
contactgegevens die u over de ontvanger hebt opgeslagen, en maak vervolgens een keuze uit de lijst die wordt weergegeven. Als de ontvanger niet in de contactlijst voorkomt, voert u het nummer van de ontvanger handmatig in.
4
Als u een groepsbericht wilt verzenden, herhaalt u bovenstaande stappen om meer ontvangers toe te voegen.
5
Tik op Bericht schrijven en voer de tekst van het bericht in.
6
Als u een bijlage wilt toevoegen, selecteert u de desbetreffende bijlageoptie.
7
Als u het bericht wilt verzenden, tikt u op een van de twee -knoppen, afhankelijk van welke SIM-kaart u wilt gebruiken.
Als u een bericht afsluit voordat u het verzendt, wordt het als concept opgeslagen. Het gesprek wordt gelabeld met het woord Concept.
Een ontvangen bericht lezen
1
Tik in het Startscherm op , ga naar en tik op .
2
Tik op het gewenste gesprek.
3
Als het bericht nog niet is gedownload, tikt u op het bericht.
Alle ontvangen berichten worden standaard in het apparaatgeheugen opgeslagen.
94
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een bericht beantwoorden
1
Tik in het Startscherm op en tik op .
2
Tik op het gesprek met het bericht.
3
Typ uw antwoord en tik op een van de twee -knoppen, afhankelijk van welke SIM-kaart u wilt gebruiken.
Een bericht doorsturen
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op het gesprek dat het bericht bevat dat u wilt doorsturen.
3
Houd het bericht dat u wilt doorsturen aangeraakt, en tik vervolgens op Bericht doorsturen.
4
Voer de naam of het telefoonnummer van de ontvanger in, of andere contactinformatie die u over de ontvanger hebt opgeslagen, en maak vervolgens een keuze uit de lijst die wordt weergegeven. Als de ontvanger niet in de contactlijst voorkomt, voert u het nummer van de ontvanger handmatig in.
5
Bewerk zo nodig het bericht en tik op een van de twee van welke SIM-kaart u wilt gebruiken.
Een bestand in een ontvangen bericht opslaan
1
Tik in het Startscherm op
2
Als het bericht nog niet is gedownload, tikt u op het bericht.
3
Raak het bericht aan dat u wilt opslaan, houd het vast en selecteer de gewenste optie.
, ga naar en tik op .
-knoppen, afhankelijk

Uw berichten organiseren

Een bericht verwijderen
1
Tik vanaf het Startscherm op en tik op .
2
Tik op het gesprek dat het bericht bevat dat u wilt verwijderen.
3
Raak het bericht aan dat u wilt verwijderen, houd het vast en tik vervolgens op
Bericht verwijderen
Gesprekken verwijderen
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op en vervolgens op Gesprekken verwijderen.
3
Schakel de selectievakjes in voor de gesprekken die u wilt verwijderen en tik vervolgens op > VERWIJDEREN.
Een ster toevoegen aan een bericht
1
Tik in uw Startscherm op
2
Tik op het gesprek dat u wilt openen.
3
Raak het bericht aan waaraan u een ster wilt toevoegen, houd het vast en tik vervolgens op Ster toevoegen.
4
Om een ster te verwijderen, houdt u het betreffende bericht aangeraakt en tikt u op Ster verwijderen.
Berichten met een ster weergeven
1
Tik op het Startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Tik op
3
Alle berichten met een ster worden in een lijst weergegeven.
en op Berichten met ster.
>
VERWIJDEREN
; ga naar en tik op .
.
Berichten zoeken
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op .
3
Voer uw zoekwoorden in. De zoekresultaten worden in een lijst weergegeven.
95
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Bellen vanuit Berichten

De afzender van een bericht bellen
1
Tik in uw Startscherm op ; ga naar en tik op .
2
Tik op een gesprek en tik op
Het nummer van een afzender opslaan als contact
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op het pictogram naast het telefoonnummer en tik op OPSLAAN.
3
Selecteer een bestaand contact of tik op Nieuw contact maken.
4
Bewerk de contactgegevens en tik op OPSLAAN.
, en selecteer vervolgens een SIM-kaart.
en tik vervolgens op .

Berichtinstellingen

De meldingsinstellingen van berichten wijzigen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
3
Tik op Meldinggeluid en selecteer een optie om een meldingsgeluid in te stellen of tik op en selecteer een muziekbestand dat op uw apparaat is opgeslagen.
4
Tik op Gereed om uw keuze te bevestigen.
5
Tik op de schuifregelaars om nog meer meldingsinstellingen aan te passen.
Ontvangstbevestigingen voor uitgaande berichten in- of uitschakelen
1
Tik in het
2
Tik op en vervolgens op Instellingen.
3
Tik op de schuifregelaar schakelen.
en vervolgens op Instellingen.
Startscherm
en tik vervolgens op .
op en tik vervolgens op .
Ontvangstbevestiging
om de functie in of uit te
Als ontvangstbevestigingen afgeleverd.
zijn ingeschakeld, verschijnt een vinkje in berichten die zijn

Chat en videochat

U kunt de applicatie Google Hangouts™-chat en -videochat op uw apparaat gebruiken om te chatten met vrienden die de applicatie ook gebruiken op computers, Android™­apparaten en andere apparaten. U kunt van elk gesprek een videogesprek maken met meerdere vrienden en u kunt berichten sturen naar vrienden, ook als ze offline zijn. U kunt tevens gemakkelijk foto's bekijken en delen.
Voor Hangouts™ zijn internet-toegang en een Google™-account nodig. Ga naar http:// support.google.com/hangouts en klik op de koppeling 'Hangouts op uw Android' voor uitgebreide informatie over het gebruik van deze applicatie.
De videogesprekfunctie werkt alleen op apparaten met een camera aan de
De applicatie Hangouts™ gebruiken
1
Tik vanuit Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Hangouts.
voorzijde.
96
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

E-mail

E-mail instellen

Gebruik de e-mailapplicatie op uw apparaat voor het versturen en ontvangen van e­mailberichten via uw e-mailaccounts. U kunt een of meerdere e-mailaccounts tegelijkertijd hebben, inclusief zakelijke Microsoft Exchange ActiveSync-accounts.
Een e-mailaccount instellen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op E-mail.
3
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Voor sommige e-mailservices moet u wellicht contact opnemen met uw aanbieder van de e­mailservice voor gedetailleerde instellingen voor het e-mailaccount.
Een extra e-mailaccount toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op E-mail.
3
Tik op
4
Volg de instructies op het scherm. Als de instellingen voor het e-mailaccount niet
en vervolgens op Instellingen > Account toevoegen.
automatisch kunnen worden gedownload, voltooit u de instelling handmatig.
5
Als u klaar bent, tikt u op VOLGENDE.
.

E-mailberichten verzenden en ontvangen

1 Menu en lijst weergeven van alle e-mailaccounts en mappen
2 Zoeken naar e-mailberichten
3 Instellingen en opties openen
4 Lijst met e-mailberichten
5 Een e-mailbericht schrijven
Nieuwe e-mailberichten downloaden
Open het postvak IN en veeg naar beneden in de berichtenlijst.
Voordat u probeert om nieuwe e-mailberichten te downloaden, moet u controleren of u een actieve gegevensverbinding hebt. Zie voor meer informatie over het opzetten van gegevensverbindingen
Internet- en MMS-instellingen
op de pagina 52.
97
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
E-mailberichten lezen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op E-mail.
3
Tik als u meerdere e-mailaccounts hebt op en selecteer het account dat u wilt controleren. Tik op en vervolgens op Gecombineerd Postvak IN als u al uw e­mailaccounts tegelijkertijd wilt controleren.
4
Blader omhoog of omlaag in het postvak IN en tik op het e-mailbericht dat u wilt lezen.
Een e-mailbericht maken en verzenden
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op E-mail.
2
Als u meerdere e-mailaccounts gebruikt, tikt u op en selecteert u het account waarmee u de e-mail wilt verzenden.
3
Tik op meer ontvangers uit de vervolgkeuzelijst.
4
Voer het onderwerp en de berichttekst van de e-mail in en tik op
Een e-mailbericht beantwoorden
1
Zoek en raak in het postvak IN het bericht aan waarop u wilt antwoorden en houd het vast. Tik vervolgens op Antwoord of Allen antwoorden.
2
Voer uw antwoord in en tik op
Een e-mailbericht doorsturen
1
Raak in het postvak IN het bericht aan dat u wilt doorsturen en houd het vast. Tik vervolgens op Doorsturen.
2
Typ de naam of het e-mailadres van de ontvanger en selecteer een of meer ontvangers uit de vervolgkeuzelijst.
3
Voer de tekst van het bericht in en tik vervolgens op .
en typ de naam of het e-mailadres van de ontvanger en selecteer een of
.
.
Een bijlage voor een e-mailbericht opslaan of weergeven
1
Tik op het e-mailbericht met de bijlage die u wilt weergeven. E-mailberichten met bijlagen worden aangegeven met .
2
Zodra het e-mailbericht wordt geopend, zoekt u de bijlage in de berichttekst van de e-mail en tikt u op OPSLAAN of WEERGEVEN ernaast.
Het e-mailadres van een afzender opslaan bij uw contacten
1
Tik op een bericht in uw postvak IN.
2
Tik op de naam van de afzender, tik op vervolgens op OK.
3
Selecteer een bestaand contact of tik op
4
Bewerk zonodig de contactgegevens en tik op OPSLAAN.
Toevoegen aan contacten
Nieuw contact maken
en tik
.

Uw e-mailberichten organiseren

Uw e-mails sorteren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op E-mail.
3
Tik als u meerdere e-mailaccounts hebt op en selecteer het account dat hoort
het postvak IN dat u wilt sorteren. Tik op en vervolgens op Gecombineerd Postvak IN als u e-mail voor al uw e-mailaccounts tegelijkertijd wilt sorteren.
4
Tik op en tik vervolgens op Sorteren.
5
Selecteer een sorteeroptie.
98
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
E-mails zoeken
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op E-mail.
2
Tik als u meerdere e-mailaccounts hebt op en selecteer het account dat u wilt zoeken. Tik op en vervolgens op Gecombineerd Postvak IN als u al uw e­mailaccounts tegelijkertijd wilt doorzoeken.
3
Tik op .
4
Typ de tekst voor uw zoekopdracht en tik op op het toetsenbord.
5
Het zoekresultaat verschijnt in een lijst die is gesorteerd op datum. Tik op het e­mailbericht dat u wilt openen.
Alle mappen voor één e-mailaccount weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op en selecteer het account dat u wilt controleren.
3
Selecteer Alle mappen tonen onder het account dat u wilt controleren.
E-mailberichten verwijderen
1
Tik en houd vast op het bericht dat u wilt verwijderen totdat het apparaat gaat trillen.
2
Schakel de selectievakjes in van de berichten die u wilt verwijderen.
3
Tik op
U kunt ook een bericht naar rechts vegen om het te verwijderen.
Een e-mailbericht naar een andere map verplaatsen
1
Veeg in het postvak IN op het bericht dat u naar links wilt verplaatsen.
2
Tik op Verplaatsen en selecteer een map.
en tik vervolgens op E-mail.

Instellingen e-mailaccount

Een e-mailaccount van uw apparaat verwijderen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
3
Tik op
4
Selecteer het account dat u wilt verwijderen.
5
Tik op Account verwijderen > OK.
De controlefrequentie voor het postvak IN wijzigen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
3
Tik op
4
Selecteer het gewenste account.
5
Tik op Controlefrequentie > Controlefrequentie en selecteer een optie.
Een automatisch antwoord instellen in een Exchange ActiveSync-account
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op E-mail.
2
Tik op en vervolgens op Instellingen.
3
Selecteer het EAS-account (Exchange Active Sync) waarvoor u een automatisch antwoord wilt instellen.
4
Tik op Afwezig.
5
Tik op de schuifregelaar om de functie in te schakelen.
6
Schakel indien nodig het selectievakje Tijdbereik instellen in en stel het tijdsbereik voor het automatische antwoord in.
7
Voer de tekst van uw automatische antwoord in het tekstveld in.
8
Tik op OK ter bevestiging.
.
E-mail
en vervolgens op Instellingen.
.
.
E-mail
en vervolgens op Instellingen.
99
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Gmail™
Als u een Google™-account hebt, kunt u de Gmail™-applicatie gebruiken om e­mailberichten te lezen en te schrijven.
1 Een lijst weergeven van alle Gmail-accounts en -mappen
2 Zoeken naar e-mailberichten
3 Lijst met e-mailberichten
4 E-mailbericht schrijven
Meer informatie over Gmail™
Wanneer de applicatie Gmail is geopend, tikt u op en vervolgens op Help en feedback
.
100
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Loading...