Sony Xperia Z2 Tablet Users guide [nl]

Gebruikershandleiding
Xperia
SGP511/SGP512
Z2 Tablet

Inhoudsopgave

Aan de slag.................................................................................... 6
Info over deze gebruikershandleiding.................................................. 6
Apparaatbeveiliging......................................................................10
De basisaspecten onder de knie krijgen...................................... 18
Batterij en onderhoud...................................................................30
Applicaties downloaden...............................................................39
Internet en netwerken.................................................................. 40
2
Gegevens synchroniseren op uw apparaat..................................44
Basisinstellingen...........................................................................46
Tekst typen................................................................................... 57
Contacten.....................................................................................61
Dubbele items in de applicatie Contacten vermijden..........................64
E-mail........................................................................................... 66
Muziek.......................................................................................... 70
3
FM-radio.......................................................................................75
Camera.........................................................................................77
Foto's en video's in Album...........................................................89
Video's..........................................................................................96
Video's bekijken in de toepassing Video............................................96
Connectiviteit............................................................................... 99
Het apparaat verbinden met een draadloze controller uit de
Slimme apps en functies die tijd sparen.................................... 109
4
Reizen en kaarten.......................................................................112
Uw apparaat gebruiken in combinatie met een auto-
Agenda en wekker......................................................................114
Toegankelijkheid.........................................................................118
Ondersteuning en juridische informatie..................................... 120
Garantie, specifieke absorptieratio (SAR) en gebruiksinstructies...... 123
5

Aan de slag

Info over deze gebruikershandleiding

Dit is de Xperia™ Z2 Tablet-gebruikershandleiding voor de Android™ 6.0­softwareversie. Als u niet zeker weet welke softwareversie uw apparaat gebruikt, dan kunt u dat controleren in het menu Instellingen.
Updates voor het systeem en de applicatie kunnen de apparaatfuncties op een andere manier weergeven dan in deze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Android™-versie wordt mogelijk niet door een update beïnvloed. Voor meer informatie over software-updates, raadpleegt u
De huidige softwareversie van uw apparaat bekijken
1
Tik vanaf het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over tablet > Android™-versie.
Het modelnummer en de naam van uw apparaat vinden
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
Het modelnaam en de naam van het apparaat worden weergegeven.
Beperkingen van services en functies
Bepaalde services en functies die in deze Gebruikershandleiding worden beschreven, worden mogelijk niet voor alle landen of regio's of voor alle netwerken en serviceproviders in alle gebieden ondersteund. Het internationale GSM-alarmnummer kan altijd in alle landen, regio's, netwerken en door alle serviceproviders worden gebruikt, mits het apparaat met het mobiele netwerk is verbonden. Neem contact op met uw netwerkaanbieder of serviceprovider om de beschikbaarheid te bepalen van bepaalde services of functies en om na te gaan of dit extra kosten voor toegang of gebruik met zich meebrengt.
Het gebruik van bepaalde functies en applicaties die in deze handleiding zijn beschreven, kunnen internettoegang vereisen. Er kunnen kosten voor dataoverdracht in rekening worden gebracht wanneer u verbinding maakt met internet met uw apparaat. Neem contact op met uw draadloze serviceprovider voor meer informatie.
Uw apparaat bijwerken
.
op de pagina 32.
.

Overzicht

1 Camera aan voorkant
2 Lichtsensor
3 Oplaad-/meldingslampje
4 Luidspreker A
6
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
5 Luidspreker B
6 Volume-/zoomtoets
7 Aan-uitknop
8 Microfoon
9 Infraroodsensor
10 Cover voor lader-/USB-kabelpoort
11 Cover voor geheugenkaartsleuf
12 Wi-Fi/GPS/Bluetooth-antennezone
13 Hoofdcamera
14 NFC™-detectiezone
15 Headsetaansluiting
16 Aansluiting voor oplaadstation

In elkaar zetten

Er zit plastic beschermfolie op het scherm. U moet de beschermfolie lostrekken voordat u het aanraakscherm kunt gebruiken. Als u dat niet doet, werkt het aanraakscherm mogelijk niet goed.
Een geheugenkaart plaatsen
1
Steek een nagel in de opening tussen het klepje van de sleuf voor de geheugenkaart en de bovenkant van het apparaat en maak het klepje los.
2
Plaats de geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf met de goudkleurige contacten naar beneden, en druk de kaart helemaal in de sleuf tot u een klik hoort.
3
Plaats het klepje weer terug.
7
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De geheugenkaart verwijderen
1
Schakel het apparaat uit en verwijder het klepje van de geheugenkaartsleuf.
2
Duw de geheugenkaart naar binnen en laat deze onmiddellijk los.
3
Trek de geheugenkaart helemaal naar buiten en verwijder deze.
4
Plaats het klepje terug.
U kunt ook de geheugenkaart verwijderen zonder het apparaat uit te schakelen zoals beschreven in stap 1. Als u deze methode wilt gebruiken, moet u eerst de geheugenkaart ontkoppelen. Tik op Instellingen > Opslagruimte, tik vervolgens op naast SD-kaart en volg de overige bovenstaande instructies

Schermbescherming

Verwijder de doorzichtige beschermfolie door aan het lipje te trekken voordat u het apparaat gebruikt.
Het wordt aanbevolen om uw apparaat te beschermen met een schermhoes van Sony of een bescherming die bedoeld is voor het Xperia™-model dat u heeft. Als u een schermbescherming van een ander merk gebruikt, kan het zijn dat uw apparaat niet correct functioneert omdat sensoren, lenzen, luidsprekers of microfoons mogelijk bedekt worden. Hierdoor kan de garantie komen te vervallen.

Uw apparaat de eerste keer inschakelen

Het wordt aangeraden de batterij minimaal dertig minuten op te laden voordat u het apparaat voor het eerst inschakelt. U kunt uw apparaat gebruiken tijdens het opladen. Meer informatie over het opladen vindt u in
Uw apparaat opladen
De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt u aan de hand van een installatiehandleiding geholpen het configureren van de basisinstellingen, het personaliseren van uw apparaat en u aan te melden bepaalde accounts, bijvoorbeeld een Google™-account.
op de pagina 30.
Het apparaat inschakelen
Zorg dat de keer inschakelt.
1
Houd de aan-uittoets
2
Wacht even tot het apparaat start.
batterij minstens 30 minuten is opgeladen voordat u het apparaat voor de eerste
ingedrukt totdat het apparaat gaat trillen.
Het apparaat uitschakelen
1
Houd de aan-uitknop ingedrukt tot het optiemenu wordt weergegeven.
2
Tik in het optiemenu op Uitschakelen.
Het kan even duren voordat het apparaat uit gaat.
Waarom heb ik een Google™-account nodig?
Uw Xperia™ -apparaat van Sony gebruikt het Android™-platform dat ontwikkeld is door Google™. Een groot aantal verschillende Google™-applicaties en -services is aankoop van uw apparaat beschikbaar, bijvoorbeeld Gmail™, Google Maps™,
8
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
YouTube™ en de Play Store™-applicatie, waarmee u toegang hebt tot de Google Play™ onlinewinkel voor het downloaden van Android™-applicaties. Om het beste uit deze services te halen, heef u een Google™-account nodig. U heeft bijvoorbeeld een Google™-account nodig als u het volgende wilt:
Applicaties downloaden en installeren van Google Play™.
E-mail, contacten en de agenda synchroniseren met Gmail™.
Chatten met vrienden met de applicatie Hangouts™.
Uw browsegeschiedenis en bladwijzers synchroniseren met behulp van de webbrowser Google Chrome™.
Maak uzelf kenbaar als de bevoegde gebruiker na en softwarereparatie met behulp van Xperia™ Companion.
Vind, vergrendel of wis een verloren of gestolen apparaat op afstand met behulp van de apparaatbeheerservices van my Xperia™ of Android™.
Ga voor meer informatie Android™ en Google™ naar
Het is erg belangrijk dat u de gebruikersnaam en het wachtwoord van uw Google™-account onthoudt. In sommige gevallen moet u zich om beveiligingsredenen identificeren met uw Google™-account. Als u in dergelijke gevallen de gebruikersnaam of het wachtwoord van Google™ niet kunt invullen, dan wordt uw apparaat vergrendeld. Als u meerdere Google™­accounts heeft, zorg dan dat u de gegevens van het betreffende account invult.
http://support.google.com
Een Google™-account instellen op uw apparaat
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Accounts > Account toevoegen > Google.
3
Voer de stappen in de registratiewizard uit om een Google™-account te maken of meld u aan als u al een account hebt.
.
U kunt zich ook aanmelden installatiewizard als u het apparaat voor het eerst opstart. Of u kunt naar internet gaan en een account maken op
www.google.com/accounts
een Google™-account of er een maken vanuit de
.
9
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Apparaatbeveiliging

Zorgen dat uw apparaat beveiligd is

U kunt voorkomen dat andere mensen uw apparaat zonder uw toestemming gebruiken. Als uw apparaat bijvoorbeeld verloren, gestolen of gewist is, kan alleen iemand met uw Google™-account of uw vergrendelschermgegevens het apparaat gebruiken. Om te zorgen dat uw apparaat beveiligd is, is het belangrijk dat u een veilige schermvergrendeling instelt en uw Google™-account aan uw apparaat koppelt. Het is zeer belangrijk dat u de gegevens van uw vergrendelscherm en van uw Google™­account onthoudt. Om te zorgen dat uw apparaat beveiligd is, kunt u:
Een veilige schermvergrendeling instellen op uw apparaat, dat wil zeggen een pincode, wachtwoord of patroon, om te voorkomen dat anderen uw apparaat resetten. Zie

Schermvergrendeling

Voeg een Google™-account toe om te voorkomen dat anderen uw apparaat gebruiken als het gestolen en/of gewist wordt. Zie op pagina 8 voor meer informatie.
Activeer de webservice 'Protection by my Xperia' of Android™-apparaatbeheer. Als u een van deze services gebruikt, kunt u een verloren apparaat op afstand vinden, vergrendelen of formatteren. Zie meer informatie.
De eigendom van het apparaat controleren
Voor bepaalde beveiligingsfuncties dient u het scherm te ontgrendelen met uw pincode, wachtwoord, patroon, of door de gegevens van uw Google™-account in te voeren. Hieronder vindt u voorbeelden van beveiligingsfuncties en enkele van de benodigde inloggegevens:
op de pagina 10 voor meer informatie.
Waarom heb ik een Google™-account nodig?
Een verloren apparaat terugvinden
op pagina 16 voor
Bescherming voor fabrieksinstellingen herstellen
Protection by my Xperia
U moet uw scherm ontgrendelen voordat u de fabrieksinstellingen kunt herstellen.
Als u deze service gebruikt om uw apparaat op afstand te resetten, dan moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord van een Google™-account invullen dat aan de service is gekoppeld. Het apparaat moet verbinding maken met internet voordat het installatieproces kan worden voltooid. Anders kunt u uw apparaat na de resetpoging niet gebruiken.
Android™­apparaatbeheer
Als u deze service gebruikt om uw apparaat op afstand te resetten, moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord voor een Google™­account invullen. Het apparaat moet verbinding maken met internet voordat het installatieproces kan worden voltooid. Anders kunt u uw apparaat na de resetpoging niet gebruiken.
Softwarereparatie
Als u de applicatie Xperia™ Companion gebruikt om de software te repareren, wordt u gevraagd de gebruikersnaam en het wachtwoord van uw Google™-account in te vullen wanneer u het apparaat na de reparatie weer inschakelt.
Voor Android™-apparaatbeheer is het noodzakelijk om informatie van een Google™-account in te vullen. Dit kan elk Google™-account zijn dat u als eigenaar op het apparaat hebt ingesteld. Als u de relevante accountgegevens niet kunt invoeren tijdens het instelproces, dan kunt u het apparaat helemaal niet gebruiken.
Schermvergrendeling
Er zijn verschillende manieren om het scherm te vergrendelen. Het beveiligingsniveau van ieder vergrendelingstype wordt hieronder weergegeven van zwak naar sterk.
Vegen – geen beveiliging, maar u hebt snel toegang tot het startscherm
10
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Patr
oon – teken een eenvoudig patroon met uw vinger om uw apparaat te ontgrendelen
Pincode – voer een pincode in van minstens vier cijfers om uw apparaat te ontgrendelen
Wachtwoord – voer een alfanumeriek wachtwoord in om uw apparaat te ontgrendel
Het is heel belangrijk dat u het patr schermontgrendeling onthoudt. Als u deze informatie vergeet, kunt u belangrijke gegevens, zoals contacten en berichten, mogelijk niet meer herstellen.
oon, de pincode of het wachtwoord voor
Een patroon voor schermontgrendeling maken
1
ik in het startscherm op
T
2
T
ik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling > Patroon.
3
Volg de instructies op het apparaat.
.
Als uw patroon voor schermontgrendeling vijf keer achter elkaar wor apparaat probeert te ontgrendelen, wacht u 30 seconden en probeert u het opnieuw.
dt afgewezen als u uw
Het schermvergrendelingstype wijzigen
1
ik in het startscherm op
T
2
ik op Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling.
T
3
Volg de instructies op uw apparaat en selecteer een ander
.
schermvergrendelingstype.
Het patroon voor schermontgrendeling wijzigen
1
Tik op uw Startscherm op
2
T
ik op Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling.
3
Teken uw patroon voor schermontgrendeling.
4
Tik op Patroon en voer de instructies op uw apparaat uit.
.
Een PIN voor schermvergrendeling maken
1
Tik in het Startscherm op
2
ik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling > PIN.
T
3
Voer een numerieke PIN in en tik op Doorgaan.
4
Voer PIN opnieuw in, bevestig deze en tik op OK.
5
Volg de instructies op het apparaat.
.
Een wachtwoord voor schermvergrendeling maken
1
Tik in het Startscherm op
2
ik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling >
T
.
Wachtwoord.
3
Voer een wachtwoord in en tik vervolgens op Doorgaan.
4
Voer uw wachtwoord opnieuw in en tik op OK.
5
Volg de instructies op het apparaat.
De ontgrendelfunctie Vegen activeren
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging >
3
Teken het ontgrendelpatroon voor het scherm of voer de pincode of het
.
Schermvergrendeling.
wachtwoord in als een van deze ontgrendeltypen geactiveerd is.
4
Tik op
Schuiven.
Een vergeten schermvergrendeling opnieuw instellen
Als u de PIN, het wachtwoord of het patroon voor de schermvergrendeling bent vergeten, kunt u deze opnieuw instellen met de service Protection by my X geen inhoud op uw apparaat verloren nadat u de schermvergrendeling opnieuw hebt ingesteld met de service Protection by my Xperia.
Zie
Een verloren apparaat terugvinden
op pagina 16 als u de service Protection by my
Xperia wilt activeren.
11
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
peria. Er gaat
Schermvergrendeling opnieuw instellen met Protection by my Xperia
1
U moet de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw Google™-account weten en de service Protection by my Xperia moet op uw apparaat zijn ingeschakeld.
2
Ga naar
3
Meld u aan met hetzelfde Google™-account waarmee u uw apparaat hebt
myxperia.sonymobile.com
op een apparaat met internetverbinding.
ingesteld.
4
Klik onder Uw apparaten op de afbeelding van uw apparaat.
5
Selecteer Vergrendelen of PIN2-code wijzigen om de huidige schermvergrendeling te vervangen door een nieuwe pincode.
6
Volg de instructies op het scherm voor Protection by my Xperia.
Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, kan uw apparaat worden vergrendeld als u de schermvergrendeling opnieuw hebt ingesteld. U moet de gebruikersnaam en het wachtwoord voor uw Google™-account invoeren voordat u het apparaat kunt gebruiken.

Het apparaat automatisch ontgrendelen

De functie Smart Lock is mogelijk niet in alle markten, landen of regio's beschikbaar.
Met de functie Smart Lock kunt u het apparaat eenvoudiger ontgrendelen, doordat u kunt instellen dat het apparaat in bepaalde situaties automatisch wordt ontgrendeld. U kunt het apparaat ontgrendeld houden als het bijvoorbeeld is verbonden met een Bluetooth®-apparaat of als u het met u meedraagt.
Via de volgende instellingen van Smart Lock kunt u instellen dat het apparaat ontgrendeld blijft:
Vertrouwd gezicht: ontgrendel het apparaat door ernaar te kijken.
Vertrouwde stem
Vertrouwde apparaten: houd het apparaat ontgrendeld als een vertrouwd Bluetooth®-
of NFC-apparaat is verbonden.
Vertrouwde plaatsen: houd het apparaat ontgrendeld als u zich op een vertrouwde
locatie bevindt.
Lichaamsdetectie: houd het apparaat ontgrendeld als u het u draagt.
U moet u het apparaat handmatig ontgrendelen als u het gedurende vier uur niet hebt gebruikt of als u het opnieuw hebt opgestart.
: stel spraakherkenning in om in schermen te zoeken.
De functie Smart Lock is ontwikkeld door Google™ en de precieze functionaliteit kan veranderen vanwege updates van de kant van Google™.
Smart Lock inschakelen
1
Zorg dat u een patroon, PIN of wachtwoord hebt ingesteld voor de schermvergrendeling.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik vervolgens op
4
Sleep de schuifregelaar naast Smart Lock (Google) naar rechts.
5
Tik op de pijl-terug naast Trust-agents.
6
Tik vervolgens op Smart Lock.
7
Voer uw patroon, PIN of wachtwoord in. Telkens als u de Smart Lock-instellingen
Instellingen
>
Beveiliging
>
Trust-agents
.
wilt wijzigen, moet deze schermvergrendeling worden ingevoerd.
8
Selecteer een Smart Lock-type.
Instellen wanneer het apparaat automatisch ontgrendeld moet blijven
Via de volgende instellingen van Smart Lock kunt u instellen dat het apparaat ontgrendeld blijft:
Vertrouwde apparaten – houd het apparaat ontgrendeld als een vertrouwd Bluetooth®-
apparaat is verbonden.
Vertrouwde plaatsen – houd het apparaat ontgrendeld als u zich op een vertrouwde
locatie bevindt.
Lichaamsdetectie – houd het apparaat ontgrendeld als u het u draagt.
Vertrouwd gezicht – ontgrendel de telefoon door ernaar te kijken.
Vertrouwde stem – spraakherkenning instellen om in schermen te zoeken.
12
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Als u het apparaat gedurende vier uur na opnieuw starten niet gebruikt, moet u het apparaat handmatig ontgrendelen.
Verbinding maken met vertrouwde Bluetooth®-apparaten
U kunt een verbonden Bluetooth®-apparaat aanmerken als een vertrouwd apparaat. Het Xperia™-apparaat blijft dan ontgrendeld terwijl het met het andere apparaat verbonden is. Als u regelmatig verbinding maakt met bepaalde Bluetooth®-apparaten, bijvoorbeeld een luidspreker in de auto of een thuisbioscoop, een Bluetooth®-horloge of fitnesstracker, kunt u deze toevoegen als vertrouwde apparaten en de extra beveiliging van het vergrendelde scherm omzeilen om tijd te sparen. Deze functie is met name handig als u deze apparaten normaal gesproken op een relatief veilige plek gebruikt. In bepaalde gevallen moet u het apparaat toch handmatig ontgrendelen voordat een vertrouwd apparaat kan worden aangesloten.
Het wordt niet aanbevolen apparaten die onafgebroken verbonden zijn met het apparaat, zoals Bluetooth®-toetsenborden of -hoezen, aan te merken als vertrouwde apparaten.
Zodra een vertrouwd Bluetooth®-apparaat wordt uitgeschakeld of buiten bereik raakt, wordt het scherm vergrendeld en dient u een pincode, patroon of wachtwoord in te voeren om het te ontgrendelen.
Een vertrouwd Bluetooth®-apparaat toevoegen
1
Zorg dat het apparaat is gekoppeld en verbonden met het Bluetooth®-apparaat dat u wilt toevoegen als vertrouwd apparaat.
2
Tik op
Instellingen
> Bluetooth.
3
Tik op een apparaatnaam om dit apparaat uit de lijst met verbonden apparaten te selecteren. In deze lijst verschijnen uitsluitend gekoppelde apparaten.
4
Afhankelijk van de beveiliging van de verbinding moet u het apparaat eventueel handmatig ontgrendelen, voordat het vertrouwde apparaat dit kan ontgrendelen.
>
Beveiliging
>
Smart Lock >Vertrouwd apparaat toevoegen
Een vertrouwd Bluetooth®-apparaat verwijderen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op
Instellingen
>
Beveiliging
>
Smart Lock
>
Vertrouwde
apparaten.
3
Tik op het apparaat dat u wilt verwijderen.
4
Tik op Vertrouwd apparaat verwijderen.
Veiligheid als vertrouwde apparaten worden gebruikt
Verschillende Bluetooth®-apparaten ondersteunen verschillende Bluetooth®­standaarden en beveiligingsmogelijkheden. De mogelijkheid bestaat dat iemand uw Xperia™-apparaat ontgrendeld houdt door uw Bluetooth®-verbinding te imiteren, zelfs als het vertrouwde apparaat niet meer in de buurt is. Het apparaat kan niet altijd bepalen of een verbinding veilig is als iemand deze probeert te imiteren.
Als het apparaat niet kan bepalen of u een beveiligde verbinding gebruikt, verschijnt op het Xperia™-apparaat een melding en moet u het eventueel handmatig ontgrendelen, voordat het vertrouwde apparaat het ontgrendeld kan houden.
Het verbindingsbereik van Bluetooth® is afhankelijk van factoren als het apparaatmodel, het verbonden Bluetooth®-apparaat en de omgeving. Afhankelijk van deze factoren kunnen Bluetooth®-verbindingen functioneren over een afstand van wel 100 meter. Als iemand uw Xperia™-apparaat pakt terwijl het in de buurt is van een vertrouwd apparaat, kan deze persoon toegang krijgen tot uw Xperia™-apparaat als het ontgrendeld is door het vertrouwde apparaat.
Verbinding maken met vertrouwde plaatsen
Als de functie Vertrouwde plaatsen is ingesteld, wordt de beveiliging van het vergrendelingsscherm op het Xperia™-apparaat uitgeschakeld als u zich in een aangewezen vertrouwde locatie bevindt. Deze functie werkt alleen als u een
13
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
internetverbinding hebt (bij voorkeur via Wi-Fi) en het apparaat toestemming heeft uw actuele locatie te gebruiken.
U stelt vertrouwde plaatsen in door eerst te controleren of op het apparaat de locatiemodus Hoge nauwkeurigheid of de locatiemodus Energiebesparing is ingeschakeld. Vervolgens voegt u de thuislocatie of andere locaties toe.
De exacte afmetingen van een vertrouwde locatie worden geschat en kunnen buiten de fysieke grenzen van uw huis liggen, of ander gebieden die zijn toegevoegd als vertrouwde locaties. Met deze functie blijft uw apparaat ontgrendeld binnen een straal van tachtig meter. Houd er rekening mee dat locatiesignalen kunnen worden gerepliceerd of gemanipuleerd. Iemand met toegang tot speciale apparatuur kan uw apparaat ontgrendelen.
Uw thuislocatie toevoegen
1
Zorg dat locatie is ingeschakeld en dat u de instelling Locatiemodus Grote nauwkeurigheid of Locatiemodus Accubesparing gebruikt.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock >Vertrouwde plaatsen
.
> Startscherm.
4
Tik op Deze locatie inschakelen.
Uw thuislocatie bewerken
1
Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling Grote nauwkeurigheid
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik vervolgens op
of de instelling
.
Instellingen
Accubesparing
>
Beveiliging
gebruikt.
>
Smart Lock
>
Vertrouwde
plaatsen.
4
Selecteer uw thuislocatie.
5
Tik op Bewerken.
6
Voer in de zoekbalk de locatie in die u als thuislocatie wilt gebruiken.
Als op het adres waar u woont meerdere gebouwen toevoegen wellicht af van het daadwerkelijke adres. Om ervoor te zorgen dat de locatie accuraat is, voegt u de daadwerkelijke locatie van uw woning binnen het gebouwencomplex toe als een aangepaste plaats.
zijn, wijkt de vertrouwde plaats die u wilt
Uw thuislocatie verwijderen
1
Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling Grote nauwkeurigheid
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik op
Instellingen
of de instelling
>
Beveiliging
Accubesparing
>
Smart Lock >Vertrouwde plaatsen
gebruikt.
>
Startscherm.
4
Tik op
Deze locatie uitschakelen
.
Aangepaste locaties gebruiken
U kunt elke locatie toevoegen als een vertrouwde, aangepaste plaats waar het apparaat ontgrendeld kan blijven.
14
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een aangepaste plaats toevoegen
1
Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling Grote nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde plaatsen.
4
Tik op Vertrouwde plaats toevoegen.
5
Tik op Deze locatie selecteren om de huidige locatie te gebruiken als een vertrouwde, aangepaste plaats.
6
U kunt ook een andere locatie invoeren, op het vergrootglaspictogram tikken en het adres invoeren. Het apparaat zoekt de ingevoerde locatie. U gebruikt het gesuggereerde adres door erop te tikken.
7
U stelt de locatie nauwkeurig in door op de pijl-terug naast het adres te tikken. Sleep vervolgens de locatienaald naar de gewenste locatie en tik op Deze locatie
selecteren.
Een aangepaste plaats bewerken
1
Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling Grote nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde
.
plaatsen.
4
Tik op de plaats die u wilt bewerken.
5
Tik op
Adres bewerken
6
Als u een andere locatie wilt invoeren, tikt u op het vergrootglaspictogram en voert
.
u het adres in. Het apparaat zoekt de ingevoerde locatie. U gebruikt het gesuggereerde adres door erop te tikken.
7
U stelt de locatie nauwkeurig in door op de pijl-terug naast het adres te tikken. Sleep vervolgens de locatienaald naar de gewenste locatie en tik op Deze locatie
selecteren
.
Een aangepaste plaats verwijderen
1
Zorg dat de locatiemodus is ingeschakeld en dat u de instelling
Grote
nauwkeurigheid of de instelling Accubesparing gebruikt.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Vertrouwde plaatsen
4
Selecteer de plek die u wilt verwijderen.
5
Tik op
.
Verwijderen
.
.
Het apparaat ontgrendeld laten terwijl u het meeneemt
Met de functie Lichaamdetectie blijft het apparaat ontgrendeld als u het meeneemt, bijvoorbeeld als u het u draagt in uw hand, broekzak of tas. Als de versnellingsmeter
van het apparaat detecteert dat het toestel wordt meegenomen, blijft het ontgrendeld. Het apparaat wordt vergrendeld als de versnellingsmeter merkt dat het apparaat wordt neergelegd.
De functie Lichaamdetectie kan niet onderscheiden wie het apparaat heeft opgepakt. Als u uw apparaat aan iemand anders geeft terwijl het is ontgrendeld met Lichaamdetectie, blijft het apparaat de andere gebruiker ontgrendeld. Vergeet niet dat Lichaamdetectie als beveiligingsfunctie minder veilig is dan een patroon, pincode of wachtwoord.
Lichaamsdetectie inschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Lichaamsdetectie.
3
Sleep de schuifregelaar naar de positie Aan en tik op Doorgaan.
Lichaamdetectie gebruiken
Let op de volgende gedragingen als u de functie Lichaamdetectie gebruikt:
15
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Als het apparaat detecteert dat u het meedraagt op uw lichaam, blijft het ontgrendeld nadat u het hebt ontgrendeld.
Telkens wanneer u het apparaat neerlegt en het apparaat detecteert dat het niet meer op uw lichaam wordt meegedragen, wordt het apparaat automatisch vergrendeld.
Nadat u het apparaat neerleegt, bijvoorbeeld op een tafel, kan het een minuut duren voordat het wordt vergrendeld.
Als u in een auto, bus, trein of ander voertuig stapt, kan het vijf tot tien minuten duren voordat het apparaat wordt vergrendeld.
Let op dat als u aan boord van een vliegtuig of boot gaat (of een ander niet-landvoertuig), het apparaat wellicht niet automatisch wordt vergrendeld. Indien nodig vergrendelt u het apparaat handmatig.
Als u het apparaat weer oppakt of uit het voertuig stapt, ontgrendelt u het apparaat en vervolgens blijft het ontgrendeld zolang u het u draagt.
Lichaamsdetectie uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Smart Lock > Lichaamsdetectie.
3
Sleep de schuifregelaar naar de positie Uit.
.
Het identificatienummer van uw apparaat zoeken
Uw apparaat heeft een uniek identificatienummer (ID). Zorg dat u een kopie bewaart van dit nummer. U kunt dit bijvoorbeeld nodig hebben als u de ondersteuningsdienst Xperia™ Care gebruikt en uw apparaat moet registreren.
Het ID-nummer van uw apparaat weergeven
Uw ID-nummer van het apparaat bekijken via de apparaatinstellingen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Zoek naar en tik op
3
Scroll naar IDID om het ID-nummer weer te geven.
Instellingen
>
Over tablet
>
Status
.

Een verloren apparaat terugvinden

Als u een Google™-account hebt, kan de my Xperia-webservice u helpen uw apparaat te lokaliseren en terug te krijgen, mocht u dit verliezen. U kunt het volgende doen:
Uw apparaat op een kaart lokaliseren.
Een alarm laten afgaan dat zelfs in de stille modus werkt.
16
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het apparaat op afstand vergrendelen en uw contactinformatie op het apparaat weergeven voor de persoon die dit vindt.
Als laatste redmiddel kunt u het interne en externe geheugen van het apparaat op afstand wissen.
De my Xperia-service is mogelijk niet in alle landen/regio's beschikbaar.
De service my Xperia activeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Beveiliging > Bescherming door my Xperia > Activeren.
3
Markeer het selectievakje en tik vervolgens op Accepteren.
4
Als daarom wordt gevraagd, meldt u zich aan uw Sony Entertainment Network­account of maakt u een nieuwe als u er nog geen hebt.
5
Schakel locatiediensten op uw apparaat in als deze functie nog niet is ingeschakeld.
Om te controleren of de my Xperia-service uw apparaat kan lokaliseren, gaat u naar
myxperia.sonymobile.com
Network-account waarmee u uw apparaat hebt ingesteld.
Als uw apparaat door meerdere gebruikers wordt gebruikt, kan alleen de eigenaar de my Xperia-service gebruiken.
en logt u in met het Google™-account of het Sony Entertainment
Een verloren apparaat zoeken met behulp van Android™­apparaatbeheer
Google™ biedt een locatie- en beveiligingswebservice die Android™-apparaatbeheer heet. U kunt deze service gebruiken in combinatie met, of als alternatief voor, de Protection by my Xperia-service. Als u uw apparaat verliest, kunt u Android™­apparaatbeheer gebruiken om:
Naar de locatie van uw apparaat te zoeken en deze te tonen.
Uw apparaat te bellen of vergrendelen, alles om uw apparaat te wissen, of een telefoonnummer toe te voegen aan uw vergrendelingsscherm.
Ga voor meer informatie over Android™-apparaatbeheer naar
Android™-apparaatbeheer werkt niet als uw apparaat is uitgeschakeld of als het geen verbinding heeft met het internetinternet. De service van Android™-apparaatbeheer is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
www.support.google.com
Android™-apparaatbeheer activeren
1
Als u een apparaat met meerdere gebruikers gebruikt, zorg dan dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Controleer of u over een actieve gegevensverbinding beschikt en of locatieservices op uw apparaat zijn ingeschakeld.
3
Tik in het Startscherm op .
4
Tik vervolgens op Instellingen > Google > Beveiliging.
5
Sleep de schuifregelaar naast Dit apparaat op afstand lokaliseren en Op afstand vergrendelen en wissen toestaan naar de positie Aan.
6
Accepteer de voorwaarden door op Activeren te tikken als u hierom wordt gevraagd.
7
Ga naar
www.android.com/devicemanager
en meld u aan met uw Google™­account om te controleren of Android™-apparaatbeheer uw apparaat kan vinden nadat u de service hebt geactiveerd.
.
17
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

De basisaspecten onder de knie krijgen

Het aanraakscherm gebruiken

Tikken
Een item openen of selecteren.
Een selectievakje of optie in- of uitschakelen.
Tekst invoeren met het virtuele toetsenbord.
Aanraken en vasthouden
Verplaats een item.
Activeer een item specifiek menu.
Activeer de selectiemodus, bijvoorbeeld om meerdere items te selecteren in een lijst.
Knijpen en spreiden
In- of uitzoomen op webpagina's, foto's en kaarten en tijdens het opnemen van foto's en video's.
18
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Vegen
Naar boven of naar beneden bladeren door een lijst.
Naar links of naar rechts bladeren, bijvoorbeeld tussen vensters van het startscherm.
Naar links of rechts vegen om meer opties te zien.
Vegen
Blader snel, bijvoorbeeld in een lijst of een webpagina. U kunt het bladeren stoppen door op het scherm te tikken.

Het scherm vergrendelen en ontgrendelen

Wanneer uw apparaat is ingeschakeld maar gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt, wordt het scherm verduisterd om de batterij te sparen; het scherm wordt daarbij ook automatisch vergrendeld. Deze vergrendeling voorkomt dat u per ongeluk ongewenste bewerkingen uitvoert op het aanraakscherm wanneer u de telefoon niet gebruikt. aankoop van uw apparaat is er al een eenvoudige schermvergrendeling met behulp van vegen ingesteld. Dit betekent dat u op het scherm omhoog moet vegen om het te ontgrendelen. U kunt de beveiligingsinstellingen later wijzigen en andere soorten vergrendelingen toevoegen. Zie
Het scherm activeren
Druk de toets kort in.
Het scherm vergrendelen
Wanneer het scherm actief is, drukt u kort op de aan-uitknop .
Schermvergrendeling
op de pagina 10.
19
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Startscherm

Het Startscherm is het beginpunt voor het gebruik van uw apparaat. Het is vergelijkbaar met het bureaublad op een computerscherm. Uw startscherm kan maximaal zeven vensters bevatten, die groter zijn dan de normale breedte van de schermweergave. Het aantal vensters van het startscherm wordt weergegeven door een reeks punten onderin het startscherm. De gemarkeerde stip toont het venster waar u zich momenteel in bevindt.
Ga naar de startpagina
Druk op .
Door het startscherm bladeren
Vensters startscherm
U kunt nieuwe vensters toevoegen aan uw startscherm (maximaal zeven vensters) en vensters verwijderen. U kunt tevens het venster instellen dat u wilt gebruiken als het hoofdvenster voor het startscherm.
Een deelvenster instellen als het hoofdvenster van het startscherm
1
Houd een gebied op uw startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om te bladeren naar het venster dat u wilt instellen als uw hoofdvenster van het startscherm, tik vervolgens linksboven op .
Een venster aan het startscherm toevoegen
1
Houd een leeg gebied van het Startscherm aangeraakt.
2
Veeg helemaal naar rechts of links om door de deelvensters te bladeren en tik vervolgens op .
Een deelvenster verwijderen van de startpagina
1
Houd een willekeurig gebied op het startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om naar het deelvenster te gaan dat u wilt verwijderen en tik op
rechtsboven in de hoek van het deelvenster.
Instellingen startpagina
Gebruik de snelkoppeling Instellingen van het startscherm om een aantal basisinstellingen voor het startscherm aan te passen. U kunt het startscherm bijvoorbeeld instellen om automatisch te draaien en de grootte van de pictogrammen aan te passen.
20
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De startpagina instellen op automatisch draaien
1
Houd een leeg gebied op de startpagina aangeraakt en tik vervolgens op
Instellingen.
2
Sleep de schuifregelaar naast Automatisch draaien naar de positie Aan.
De grootte van pictogrammen op de startpagina aanpassen
1
Tik op een leeg gebied op de startpagina en houd het vast. Tik vervolgens op
Instellingen van het startscherm.
2
Tik op Pictogramgrootte en selecteer vervolgens een optie.

Scherm Toepassingen

Het scherm Toepassingen, dat u opent vanuit het startscherm, bevat de applicaties die vooraf op uw apparaat zijn geïnstalleerd en de applicaties die u downloadt.
Alle applicaties op het scherm Toepassingen weergeven
1
Tik op uw startscherm op .
2
Veeg naar links of rechts op het scherm Toepassingen.
Een applicatie openen vanuit het scherm Toepassingen
Veeg naar links of rechts om de applicatie te zoeken, tik vervolgens op de applicatie.
Vanuit het applicatiescherm naar een applicatie zoeken
1
Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op
2
Voer de naam van de toepassing in waarnaar u wilt zoeken.
Applicaties rangschikken op het applicatiescherm
1
Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op
2
Tik op
Apps sorteren
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Raak op het applicatiescherm een applicatiepictogram aan totdat het wordt geselecteerd en sleep het pictogram vervolgens naar de bovenkant van het scherm. Het startscherm wordt geopend.
2
Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het startscherm en laat uw vinger vervolgens los.
Een applicatie verplaatsen in het applicatiescherm
1
Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op .
2
Zorg dat Eigen volgorde is geselecteerd onder Apps sorteren.
3
Raak de applicatie aan en houd deze ingedrukt totdat deze wordt geselecteerd en sleep de applicatie vervolgens naar de nieuwe locatie.
en selecteer vervolgens een optie.
Applicaties zoeken
.
.
Een applicatie verwijderen vanuit het applicatiescherm
1
Houd een gebied op het applicatiescherm aangeraakt tot het apparaat trilt. Alle applicaties die verwijderd kunnen worden, worden vervolgens aangegeven met .
2
Selecteer de applicatie die u wilt verwijderen en tik vervolgens op Verwijderen.
21
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Navigeren door applicaties

U kunt tussen applicaties navigeren met de navigatietoetsen, de favorietenbalk en het venster met onlangs gebruikte applicaties, waarmee u eenvoudig kunt schakelen tussen alle onlangs gebruikte applicaties. De navigatietoetsen zijn de starttoets, de toets Recente apps en de terug-toets. Bepaalde applicaties worden gesloten wanneer u op de starttoets achtergrond of kunnen worden onderbroken. Als de applicatie wordt onderbroken of actief is op de achtergrond, kunt u, de volgende keer wanneer u de applicatie opent, doorgaan waar u gebleven was.
drukt om af te sluiten. Andere applicaties kunnen actief blijven op de
1 Venster met onlangs gebruikte applicaties – Open een onlangs gebruikte applicatie
2 Favorietenbalk - Open een snelkoppeling voor applicaties of widgets
3 Toets Recente apps – Open het venster met onlangs gebruikte applicaties en de favorietenbalk
4 Starttoets – Sluit een applicatie af en ga terug naar het startscherm
5 Terug-toets – Ga terug naar het vorige scherm binnen een applicatie of sluit de applicatie
Het venster met onlangs gebruikte toepassingen openen
Druk op .
Alle recent gebruikte applicaties sluiten
Tik op en tik vervolgens op .
Een menu in een toepassing openen
Druk tijdens het gebruik van de toepassing op .
Niet in alle toepassingen is een menu beschikbaar.

Widgets

Widgets zijn kleine applicaties die u direct op uw startscherm kunt gebruiken. Ze werken tevens als snelkoppelingen. Met de widget Weer kunt u bijvoorbeeld basisinformatie over het weer direct op uw startscherm bekijken. Wanneer u op de widget tikt, wordt de volledige applicatie Weer geopend. U kunt meer widgets downloaden via Google Play™.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1
Tik op een leeg gebied op uw Startscherm en houd het vast. Tik vervolgens op
Widgets.
2
Vind en tik op de widget die u wilt toevoegen.
22
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De afmetingen van een widget wijzigen
1
Raak een widget aan en houd deze ingedrukt tot deze groter wordt. Laat de widget vervolgens los. Als de afmetingen van de widget veranderd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld de widget Agenda, verschijnen een gemarkeerd kader en formaatpunten.
2
Sleep de punten naar binnen of naar buiten om de widget kleiner of groter te maken.
3
Tik ergens op de Startscherm om de nieuwe afmetingen van de widget te bevestigen.
Een widget verplaatsen
Raak de widget aan en houd deze ingedrukt tot groter wordt. Sleep het onderdeel vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een widget verwijderen
Raak de widget aan en houd vast totdat deze is geselecteerd en sleep de widget vervolgens naar Verwijderen van startscherm.

Snelkoppelingen en mappen

Gebruik snelkoppelingen en mappen voor het beheren van uw applicaties en om uw startscherm overzichtelijk te houden.
1 Open een applicatie met een snelkoppeling
2 Open een map met applicaties
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Tik op een leeg gebied op uwStartscherm en houd het gebied aangeraakt.
2
Tik in het instelmenu op Widgets > Applicaties.
3
Blader door de lijst met applicaties en selecteer een applicatie. De geselecteerde applicatie wordt toegevoegd aan het Startscherm.
In stap 3 kunt u ook op selecteren in de beschikbare lijst. Als u deze methode gebruikt voor het toevoegen van snelkoppelingen, laten sommige van de beschikbare applicaties u een specifieke functionaliteit toevoegen aan de snelkoppeling.
Widgets > Snelkoppelingen tikken en vervolgens een applicatie
Een item verplaatsen op het startscherm
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het wordt geselecteerd en sleep het item vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een item verwijderen van de startpagina
Raak een item aan en houd het ingedrukt totdat het is geselecteerd. Sleep het item vervolgens naar Verwijderen van startscherm bovenin het scherm.
Een map maken op het startscherm
Raak het pictogram of de snelkoppeling van een applicatie aan en houd het vast tot het wordt geselecteerd, en sleep het vervolgens boven het pictogram of de snelkoppeling van een applicatie en zet het daar neer.
23
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Items toevoegen aan een map op het startscherm
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het wordt geselecteerd en sleep het item vervolgens naar de map.
Een map op het startscherm hernoemen
1
Tik op de map om deze te openen.
2
Raak de titelbalk van de map aan om het veld Mapnaam weer te geven.
3
Voer de naam van de nieuwe map in en tik op Gereed.

Achtergrond en thema's

U kunt het startscherm aanpassen aan uw eigen stijl met achtergronden en thema's.
De achtergrond voor uw startscherm wijzigen
1
Raak een leeg gebied van het Startscherm aan en houd het vast.
2
Tik op Achtergrond en selecteer een optie.
Een thema instellen
1
Houd een leeg gebied van het Startscherm aangeraakt.
2
Tik op Thema´s.
3
Selecteer een optie en volg de instructies op uw apparaat.
Als u een thema wijzigt, verandert ook de achtergrond in sommige toepassingen.

Een schermopname maken

U kunt stilstaande beelden maken van een scherm op uw apparaat als schermopname. Schermopnames worden automatisch opgeslagen in Album.
Een schermafbeelding maken
1
Houd de aan/uit-toets ingedrukt totdat een venster verschijnt.
2
Tik op .
U kunt ook een schermafbeelding maken door de aan/uit-toets en de toets voor volume omlaag tegelijkertijd ingedrukt te houden. Als de schermafbeelding is gemaakt, kunt u de toetsen loslaten.
De schermafbeelding weergeven
Sleep de statusbalk helemaal omlaag en tik op de schermafbeelding die u wilt
bekijken.
U kunt uw schermafbeeldingen ook
bekijken in de toepassing Album.

Meldingen

Meldingen brengen u op de hoogte van gebeurtenissen zoals nieuwe berichten en agendameldingen evenals lopende activiteiten zoals downloads. Meldingen verschijnen op:
De statusbalk
Het meldingsvenster
Het vergrendelscherm
24
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het meldingsvenster openen of sluiten
1
Sleep de statusbalk omlaag om het meldingsvenster te openen.
2
Sleep het venster omhoog om het meldingsvenster te sluiten.
Reageren op een melding in het meldingenvenster
Tik op de melding.
Een melding verwijderen van het meldingsvenster
Plaats uw vinger op een melding en veeg naar links of rechts.
Een melding in het meldingsvenster vergroten
Sleep de melding omlaag.
Niet alle meldingen kunnen worden vergroot.
Alle meldingen in het meldingsvenster wissen
Tik op .
Reageren op een melding in het vergrendelingscherm
Dubbeltik op de melding.
Een melding uit het vergrendelingscherm verwijderen
Plaats uw vinger op de melding en veeg naar links of rechts.
Een melding op het vergrendelingscherm vergroten
Sleep de melding omlaag.
Niet alle meldingen kunnen worden vergroot.
Meldingen op het vergrendelscherm beheren
U kunt uw apparaat zo instellen dat alleen geselecteerde meldingen op het vergrendelscherm worden weergegeven. U kunt alle meldingen en de inhoud daarvan toegankelijk maken, gevoelige inhoud verbergen voor alle meldingen of specifieke apps, of ervoor kiezen geen meldingen weer te geven.
De meldingen selecteren voor weergave op het vergrendelingscherm
1
Tik in het Startscherm op
2
Zoek naar en tik op Instellingen > Geluid en melding > Bij vergrendeld apparaat.
3
Selecteer een optie.
.
Opties voor weergave van meldingen op het vergrendelscherm
Inhoud van alle meldingen weergeven
Inhoud van gevoelige
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Alle meldingen op het vergrendelscherm weergeven. Als deze instelling is ingeschakeld, moet u er rekening mee houden dat alle inhoud (inclusief de inhoud van binnenkomende e-mails en chatberichten) zichtbaar zullen zijn op het vergrendelscherm, behalve wanneer u de betreffende apps aanwijst als Gevoelige inhoud verbergen in het menu App-meldingen-instellingen
Een pincode, wachtwoord of patroon moet zijn ingesteld als schermvergrendeling om deze instelling beschikbaar te maken. Inhoud verborgen wordt weergegeven op het vergrendelscherm als er gevoelige berichten binnenkomen. U krijgt bijvoorbeeld een
25
meldingen verbergen
Helemaal geen meldingen weergeven
melding voor een binnenkomende e-mail of chat, maar de inhoud is niet zichtbaar op uw vergrendelscherm.
U krijgt geen meldingen op het vergrendelscherm.
Het meldingniveau voor een app instellen
U kunt voor meldingen voor individuele toepassingen op verschillende niveaus instellen. U kunt bijvoorbeeld alle e-mailmeldingen blokkeren, meldingen van Facebook™ voorrang geven en de inhoud van berichten verbergen op het vergrendelscherm.
Het meldingniveau voor een app instellen
1
Tik in het Startscherm op
2
Zoek naar en tik op Instellingen > Geluid en melding > App-meldingen.
3
Selecteer de app waarvoor u de instellingen voor meldingen wilt wijzigen.
4
Sleep de schuifregelaar naar rechts.
.
Notificatieniveaus en opties voor specifieke applicaties
Alles blokkeren
Behandelen als prioriteit
Korte weergave toestaan
Toon nooit notificaties voor de geselecteerde app.
Ontvang notificaties van de geselecteerde applicatie alleen wanneer Niet storen als prioriteit is ingesteld.
Laat de geselecteerde applicatie bepaalde notificaties benadrukken door ze op het huidige scherm kortstondig in beeld te schuiven.
Meldingslampje
Het meldingslampje informeert u over de batterijstatus en een aantal andere zaken. Het meldingslampje is standaard ingeschakeld maar u kunt het handmatig uitschakelen.
Als het meldingslampje is uitgeschakeld, gaat het alleen branden de batterijstatus, bijvoorbeeld als het energieniveau lager is dan 15 procent.
een waarschuwing voor
Het meldingslampje inschakelen
1
Tik in uw startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid en melding.
3
Sleep de schuifregelaar naast Meldingslampje naar rechts.
26
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Pictogrammen in de statusbalk

Statuspictogrammen
Een Wi-Fi-verbinding wordt ingeschakeld en er wordt data verzonden
Wi-Fi-verbinding is ingeschakeld maar er is geen internetverbinding.
Dit pictogram wordt ook weergegeven wanneer u probeert verbinding te maken met een beveiligd Wi-Fi-netwerk. Nadat u bent ingelogd, verdwijnt het uitroepteken.
Als Google™ in uw regio is geblokkeerd, kan het uitroepteken zelfs worden weergegeven wanneer u verbinding maakt met een Wi-Fi-netwerk en er een werkende internetverbinding is.
Batterijstatus
De batterij wordt opgeladen
Vliegmodus is actief
De Bluetooth®-functie is actief
De microfoon is gedempt
De speakertelefoon is ingeschakeld
Modus Niet storen
Trilstand
Er is een alarm ingesteld
GPS is actief
Synchronisatie is actief
Probleem met aanmelding of synchronisatie
Afhankelijk van uw serviceprovider, netwerk en/of regio, kunnen sommige functies of services die door sommige pictogrammen in deze lijst worden vertegenwoordigd, al dan niet beschikbaar zijn.
Pictogrammen in de statusbalk beheren
1
Tik in uw startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Scherm > Systeempictogrammen.
3
Markeer de selectievakjes voor de systeempictogrammen die u in de statusbalk wilt weergeven.
Meldingspictogrammen
Nieuw voicemailbericht
Nieuw e-mailbericht
Gegevens worden gedownload
Gegevens worden geüpload
Een basisinstallatie van uw apparaat uitvoeren
Er is een software-update beschikbaar
Er zijn systeemupdates beschikbaar
Systeemupdates worden gedownload
27
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Tikken om de gedownloade systeemupdates te installeren
STAMINA-modus is geactiveerd
Ruisonderdrukking is ingeschakeld
Schermafbeelding vastgelegd
Er is een nieuw Hangouts™ chatbericht binnengekomen
Videochatten met vrienden met de Hangouts™-applicatie
Aanstaande agendagebeurtenis
Er is een kleine app geactiveerd
Smart Connect is geactiveerd
Er wordt een nummer afgespeeld
De radio is ingeschakeld
Het apparaat is via een USB-kabel met een computer verbonden
Intern geheugen is 75% vol. Tik om data naar de geheugenkaart over te brengen
Waarschuwing
Meer (niet weergegeven) meldingen
Niet alle pictogrammen die op uw apparaat kunnen verschijnen, zijn hier vermeld. Deze pictogrammen zijn alleen bedoeld als leidraad, en er kunnen wijzigingen worden doorgevoerd zonder voorafgaande kennisgeving.
Een applicatie blokkeren om notificaties te versturen
1
Tik op uw startscherm op .
2
Vind en tik op Instellingen > Geluid en melding > App-meldingen.
3
Selecteer een applicatie.
4
Sleep de schuifregelaar naast Alles blokkeren naar rechts.

Overzicht applicaties

Gebruik de applicatie Klok om verschillende alarmen in te stellen.
Gebruik de webbrowser om te navigeren en webpagina's weer te geven, favorieten, tekst en afbeeldingen te beheren.
Gebruik de applicatie Rekenmachine om berekeningen uit te voeren.
Gebruik de applicatie Agenda om gebeurtenissen te houden en uw afspraken te beheren.
Gebruik de applicatie Camera om foto's te maken en videoclips op te nemen.
Gebruik de applicatie Contacten om telefoonnummers, e-mailadressen en andere gegevens met betrekking tot uw contacten te beheren.
Gebruik de applicatie Downloads om de downloadgeschiedenis van de browser te openen.
Gebruik de applicatie E-mail om e-mails te verzenden en ontvangen via privé- en zakelijke accounts.
Gebruik de applicatie Facebook™ om wereldwijd deel te nemen aan sociale netwerken met vrienden, familieleden en collega's.
28
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Gebruik de applicatie FM-radio om door FM-radiozenders te bladeren en ernaar te luisteren.
Gebruik de applicatie Album om uw foto's en video's te bekijken, bewerken en delen.
Gebruik de applicatie Gmail om e-mailberichten te lezen, te schrijven en te rangschikken.
Gebruik de applicatie Google™ om in uw apparaat en op internet te zoeken.
Gebruik de applicatie Google Maps™ om de huidige locatie te bekijken, andere locaties en plaatsen te zoeken en routes te berekenen.
Gebruik de applicatie Play Store™ om gratis en betaalde applicaties voor uw apparaat te downloaden.
Gebruik de applicatie Video om video's op uw apparaat af te spelen en inhoud te delen met uw vrienden.
Gebruik de applicatie Muziek om muziek, audioboeken en podcasts te rangschikken en af te spelen.
Gebruik de applicatie Nieuws en weer om het nieuws te lezen en de weersvoorspelling te zien.
Gebruik de applicatie Instellingen om de instellingen van uw telefoon aan te passen.
Gebruik de applicatie Hangouts™ om online met vrienden te chatten.
Gebruik de applicatie TrackID™ om muziektracks te identificeren die u in uw omgeving hoort en informatie te krijgen over onder meer de artiest en het album.
Gebruik de applicatie YouTube™ om video's van over de hele wereld te bekijken en te delen.
Gebruik de applicatie Back-up maken en herstellen om back-ups te maken van de inhoud op uw apparaat of deze te herstellen, zoals contacten, favorieten, agendagegevens, enz.
Gebruik de applicatie Smart Connect™ om in te stellen wat er in uw apparaat gebeurt wanneer u een accessoire aansluit of loskoppelt.
Xperia™ Movie Creator maakt automatisch korte video's van ongeveer 30 seconden op basis van bestaande foto's en video's. De applicatie bepaalt automatisch de tijdsbalk om de film te maken.
Gebruik de applicatie Lifelog om automatisch uw doen en laten te houden. U kunt bijvoorbeeld doelen stellen en de voortgang ervan bijhouden of speciale momenten tot favoriet maken.
Gebruik de applicatie Ondersteuning om gebruikersondersteuning op het apparaat te openen. Zo krijgt u bijvoorbeeld toegang tot een gebruikershandleiding, informatie over het oplossen van problemen, en tips en trucs.
Sommige applicaties worden niet door alle serviceproviders in alle gebieden ondersteund of vermeld.
29
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Batterij en onderhoud

Uw apparaat opladen

Gebruik altijd een originele Sony-lader en USB-kabel die voor uw specifieke Xperia™-model zijn gemaakt. andere opladers en kabels kan de oplaadtijd langer uitvallen, wordt het apparaat mogelijk helemaal niet opgeladen, of kan het apparaat zelfs beschadigd raken. Controleer of alle USB-poorten en -verbindingsstukken volkomen droog zijn voordat u de USB-kabel erin steekt.
Het opladen van het apparaat gaat sneller via een stopcontact dan via de computer. U kunt het apparaat blijven gebruiken tijdens het opladen.
Als de batterij leeg is, kan het tot 30 minuten duren voordat het apparaat reageert op het opladen. Gedurende deze tijd blijft het scherm helemaal zwart en wordt er geen oplaadpictogram weergeven. Het kan tot 4 uur duren voordat een volledig lege batterij helemaal is opgeladen.
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde oplaadbare batterij die alleen door een geautoriseerd Sony-reparatiecentrum kan worden vervangen. Probeer nooit om het apparaat zelf te openen of demonteren. Dit kan schade aan uw apparaat veroorzaken en de garantie in gevaar brengen.
Uw apparaat opladen
1
Steek de stekker van de lader in een stopcontact.
2
Steek het ene uiteinde van de USB-kabel in de lader (of in de USB-poort van een computer).
3
Steek het andere uiteinde van de kabel met het USB-symbool naar boven in de micro-USB-poort op uw apparaat. Het meldingslampje gaat branden wanneer het laden begint.
4
Wanneer het apparaat helemaal is opgeladen, koppelt u de kabel los van uw apparaat door het recht naar buiten te trekken. Zorg ervoor dat u de connector niet buigt.
batterij helemaal leeg is, kan het een paar minuten duren voordat het meldingslampje
Als de gaat branden en het oplaadpictogram wordt weergegeven.
Meldingslampje batterijstatus
Groen De batterij laadt op en het oplaadniveau is meer dan 90%
Rood De batterij laadt op en het oplaadniveau is minder dan 15%
Oranje De batterij laadt op en het oplaadniveau is minder dan 90%
30
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Batterij- en energiebeheer
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde batterij. Haal alles uit de batterij door het energieverbruik van diverse apps en functies te houden. Energiebesparingsfuncties op de achtergrond zijn standaard ingeschakeld om het energieverbruik van de batterij te beperken en er zijn extra energiebesparingsmodi beschikbaar als u het energieverbruik van de batterij verder wilt beperken.
Energiebesparingsfuncties verlagen de prioriteit van niet-essentiële apparaatfuncties, zoals betere beeldprestaties, netwerkactiviteiten zoals locatieservices, app-synchronisatie en op de achtergrond scannen van Wi-Fi. Als u een bepaalde applicatie niet wilt beïnvloeden, kunt u deze uitsluiten in het menu Batterijoptimalisatie.
Systeemupdates kunnen de beschikbare energiebesparingsfuncties van uw apparaat wijzigen.
Batterijverbruik, geschatte tijd en tips voor energiebesparing weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Batterij. Er wordt een overzicht weergegeven met het
batterijpercentage en de geschatte batterijduur.
3
Tik op BATTERIJGEBRUIK WEERGEVEN voor een lijst met functies en services die energie hebben verbruikt sinds u het apparaat voor het laatst hebt opgeladen. Tik op een item voor informatie om het energieverbruik ervan te verminderen.
Batterijverbruik voor applicaties weergeven
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op
3
Selecteer een applicatie en bekijk het batterijverbruik onder Batterijverbruik.
Instellingen
.
>
Apps
.
Algemene gebruikstips om de batterijduur te verlengen
Aan de hand van de volgende tips kunt u ervoor zorgen dat de batterij langer meegaat:
Het helderheidsniveau van het scherm verlagen. Zie pagina 48.
Schakel Bluetooth®, Wi-Fi en locatieservices uit als u deze functies niet gebruikt.
Schakel uw apparaat uit of gebruik de vliegmodus in een gebied met een lage netwerkdekking. Anders scant uw apparaat herhaaldelijk naar beschikbare netwerken en dit verbruikt ook energie.
De synchronisatie-instellingen wijzigen voor e-mail, kalender en contacten. Zie
Synchroniseren met online accounts
Controleer welke applicaties een hoog batterijverbruik hebben en lees de tips over batterijbesparing voor deze applicaties op dit apparaat.
Het meldingsniveau voor een applicatie wijzigen. Zie
Schakel de toestemming voor het delen van locaties voor een applicatie uit. Zie
Applicatie-instellingen
Verwijder applicaties die u niet gebruikt. Zie
Gebruik een originele headset van Sony om naar muziek te luisteren. Handsfree­apparaten verbruiken minder energie dan de luidsprekers van het apparaat.
Start het apparaat af en toe opnieuw op.
Bepaalde applicaties uitsluiten voor accuoptimalisatie
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Batterij.
3
Tik op en selecteer Accuoptimalisatie. U ziet een lijst met applicaties die niet geoptimaliseerd zijn.
4
Als u applicaties aan de lijst wilt toevoegen of uit de lijst verwijderen, tikt u op Apps en selecteert of deselecteert u een applicatie in de lijst om de instellingen voor optimalisatie ervan aan te passen.
5
De lijst met applicaties die niet worden geoptimaliseerd, wordt conform uw aanpassingen bijgewerkt.
op pagina 49.
.
op pagina 44.
Scherm Toepassingen
Scherminstellingen
Meldingen
op pagina 24.
op
op pagina 21.
U kunt ook
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Accuoptimalisatie configureren vanuit het Applicaties-menu door op te tikken.
31
Stroombesparingsmodi
Wanneer u langer met de batterij wilt doen, heeft u meerdere stroombesparingsmodi tot uw beschikking:
STAMINA­modus
Afhankelijk van het STAMINA-niveau kunnen bepaalde functies zijn beperkt of uitgeschakeld om de batterij te sparen. Dit zijn de functies voor het weergeven van de prestaties, animatie en helderheid van het scherm, het verbeteren van afbeeldingen, het synchroniseren van achtergrondgegevens van apps, trillen (behalve inkomende gesprekken), streamen en GPS (als het scherm uit is). verschijnt op de statusbalk.
STAMINA-modus activeren of deactiveren
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Batterij.
3
Tik op STAMINA-modus en vervolgens op de schuifregelaar om de functie te
.
activeren of deactiveren. Als de STAMINA-modus is geactiveerd, kunt u extra opties kiezen, bijvoorbeeld het percentage Automatisch starten aanpassen.
In het menu Batterijoptimalisatie kunt u applicaties uitsluiten voor optimaliseren door STAMINA-modus.
Uw apparaat bijwerken
Werk de software van uw apparaat voor de nieuwste functies, verbeteringen en bugfixes, zodat het apparaat optimaal functioneert. Als er een software-update
beschikbaar is, wordt controleren of er nieuwe updates zijn of een update inplannen.
Denk om het volgende vóór u het apparaat bijwerkt:
Zorg dus voor voldoende opslagruimte voordat u het apparaat bijwerkt.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u inloggen als de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, om het apparaat te updaten.
Updates voor het systeem en de applicatie kunnen de apparaatfuncties op een andere manier weergeven dan in deze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Android™­versie wordt mogelijk niet na een update beïnvloed.
Ga voor meer informatie over software-updates naar
software/
.
op de statusbalk weergegeven. U kunt ook handmatig
http://support.sonymobile.com/
Controleren op nieuwe software
1
Als u een apparaat met meerdere gebruikers gebruikt, zorg dan dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik vanaf uw Startscherm op
3
Zoek en tik op
Als er geen nieuwe software beschikbaar is, is het hebt op uw apparaat. Als uw Xperia™-apparaat minder dan 500 MB intern geheugen beschikbaar heeft, ontvangt u geen informatie over nieuwe software. De volgende melding verschijnt in het gedeelte voor meldingen om te waarschuwen over het gebrek aan opslagruimte: Te weinig opslagruimte. Sommige systeemfuncties werken mogelijk niet. Als u deze melding ontvangt, moet u intern geheugen (apparaatgeheugen) vrijmaken voordat u meldingen kunt ontvangen over nieuwe beschikbare software.
Instellingen
.
>
Over tablet >Software-update
mogelijk dat u niet voldoende geheugen vrij
.
Het apparaat draadloos bijwerken
Gebruik de applicatie Update Center om uw apparaat draadloos te werken. Deze verzorgt zowel applicatie-updates als systeemupdates en kan ook het downloaden van nieuwe applicaties faciliteren die zijn ontwikkeld voor uw apparaat.
32
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een systeemupdate downloaden en installeren
1
Als u een apparaat met meerdere gebruikers gebruikt, zorg dan dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik vanaf uw Startscherm op .
3
Zoek en tik op Instellingen > Over tablet >Software-update.
4
Tik als er een systeemupdate beschikbaar is op Downloaden om deze naar uw apparaat te downloaden.
5
Tik na het downloaden van de applicatie op Installeren en volg de scherminstructies om de installatie te voltooien.
Automatische installatie instellen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Over tablet > Software-update.
3
Tik op
Uw apparaat bijwerken met een computer
1
Sluit uw apparaat met behulp van een USB-kabel aan op de computer.
2
Zorg dat het scherm van uw apparaat ontgrendeld is en dat de USB­verbindingsmodus op het apparaat is ingesteld op Bestanden overzetten (MTP).
3
Open Xperia™ Companion als dit nog niet automatisch is gestart.
4
Controleer of de computer verbinding maakt met internet.
5
Computer: Als er een nieuwe software-update wordt gedetecteerd, wordt een
pop-upvenster weergegeven. Volg de aanwijzingen op het scherm om de relevante software-updates uit te voeren.
, vervolgens op Instellingen en selecteer een optie.
.
Als de Xperia™ Companion-software niet op de betreffende computer is geïnstalleerd, sluit u uw apparaat aan op de computer en volgt u de installatie-instructies op het scherm. Gebruik alleen de USB-kabel die het apparaat is geleverd en zorg dat deze correct is aangesloten op het apparaat en de computer.

Onderhoud met behulp van een computer

Xperia™ Companion
Xperia™ Companion is een softwaredienst met een aantal functies en applicaties die u kunt gebruiken als u uw apparaat met behulp van een USB-kabel op een computer aansluit. Met Xperia™ Companion kunt u:
De software van uw apparaat bijwerken of repareren
Inhoud vanaf een ouder apparaat overbrengen met behulp van Xperia™ Transfer
Inhoud back-uppen en herstellen op de computer.
Multimediabestanden, zoals foto's, video's, muziek en afspeellijsten, tussen uw apparaat en computer synchroniseren.
Door bestanden op uw apparaat bladeren.
Om de applicatie Xperia™ Companion te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een computer die met internet is verbonden en waarop één de volgende besturingssystemen is geïnstalleerd:
Microsoft® Windows® 7 of nieuwer
Mac OS® X 10.11 of nieuwer
Meer informatie en download Xperia™ Companion voor Windows op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion/ of Xperia™ Companion voor Mac op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion-mac/.
Bestanden beheren met een computer
Gebruik een USB-kabelverbinding tussen een Windows®-computer en uw apparaat om uw bestanden over te brengen en te beheren.
Als de twee apparaten zijn verbonden, kunt u uw apparaat opladen, bestanden overbrengen, het als stroomvoorziening of voor MIDI-invoer te gebruiken. Uw computer
33
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
detecteert uw apparaat wanneer u de verbindingsmodus Bestanden overzetten (MTP) selecteert. De standaardverbindingsmodus is ingesteld op Alleen opladen.
Met Xperia™ Companion kunt u toegang krijgen tot het bestandssysteem van uw apparaat. Als Xperia™ Companion niet is geïnstalleerd, installeert u dit als u het apparaat aan op de computer aansluit.
Gebruik altijd een USB-kabel voor uw specifieke Xperia™-model en controleer of deze helemaal droog is.
USB-verbindingsmodus
U kunt de Bestanden overzetten (MTP)-verbindingsmodus gebruiken om bestanden te beheren en apparaatsoftware te werken. Deze USB-modus wordt gebruikt op
Microsoft® Windows®-computers. Opladen is standaard ingeschakeld.
Met de MIDI-modus kunt u uw apparaat gebruiken als MIDI-invoer voor apps met muziekinstrumenten.
De USB-verbindingsmodus wijzigen
1
Sluit een USB-connector aan op uw apparaat.
2
Sleep de statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen.
3
Een melding geeft de huidige verbindingsmodus aan: Dit apparaat wordt opgeladen via USB of USB for file transfer.
4
Tik op de melding en tik vervolgens op de gewenste verbindingsmodus.

Opslag en geheugen

Uw apparaat heeft verschillende opslag- en geheugenopties.
Het interne geheugen is circa 12 GB groot en wordt gebruikt om gedownloade of overgedragen inhoud en persoonlijke instellingen en gegevens op te slaan. Enkele voorbeelden van gegevens die worden opgeslagen in het interne geheugen zijn instellingen voor alarm, volume en taal, e-mails, favorieten, kalendergebeurtenissen, foto's, video's en muziek.
Voor meer opslagruimte kunt u een externe geheugenkaart met een opslagcapaciteit van maximaal 128 GB gebruiken. Mediabestanden en sommige apps kunnen, samen met hun data, worden verplaatst naar dit type geheugen om intern geheugen vrij te maken. Sommige apps, bijvoorbeeld de camera-app, kunnen data rechtstreeks op een geheugenkaart opslaan.
Het dynamische geheugen (RAM) is ongeveer 3 GB groot en kan niet voor opslag worden gebruikt. RAM wordt gebruikt om applicaties te laten werken en voor het besturingssysteem.
U moet de geheugenkaart
Lees meer over het gebruik van geheugen in Android-apparaten door de whitepaper voor uw apparaat te downloaden op
Geheugenprestaties verbeteren
Het geheugen in uw apparaat raakt normaal gebruik langzaam vol. Als het apparaat trager wordt of als applicaties plotseling worden afgesloten, kunt u het volgende doen:
Zorg er altijd voor dat er 100 MB vrij intern geheugen beschikbaar is.
Sluit applicaties af als u ze niet gebruikt.
Wis het cachegeheugen voor alle applicaties.
Verwijder gedownloade applicaties die u niet gebruikt.
Verplaats applicaties naar de geheugenkaart als de interne opslag vol is.
Verplaats foto's, video's en muziek van het interne geheugen naar de geheugenkaart.
Als uw apparaat de content op de geheugenkaart niet kan lezen, moet u de kaart wellicht formatteren. het formatteren wordt alle inhoud op de geheugenkaart gewist.
mogelijk afzonderlijk aanschaffen.
www.sonymobile.com/support/
.
Als u een apparaat met meerdere gebruikers deelt, moet u zich als eigenaar aanmelden, oftewel de primaire gebruiker, om bepaalde handelingen te kunnen verrichten zoals het overzetten van gegevens naar de geheugenkaart en het formatteren van de geheugenkaart.
34
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De geheugenstatus weergeven
1
Tik op uw Startscherm op het pictogram .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte.
De hoeveelheid vrije en gebruikte RAM-geheugen weergeven
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Vind en tik op Instellingen > Apps.
Het cachegeheugen voor alle applicaties wissen
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Vind en tik op Instellingen > Opslagruimte.
3
Tik op Intern geheugen > Gegevens in de cache > OK.
Wanneer u het cachegeheugen wist, verliest u geen belangrijke informatie of instellingen.
Mediabestanden naar de geheugenkaart kopiëren
1
Zorg ervoor dat er een geheugenkaart in uw apparaat is geplaatst.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op Instellingen > Opslagruimte > Data overbrengen naar SD-kaart.
4
Markeer de bestandstypen die u naar de geheugenkaart wilt kopiëren.
5
Tik op Overbrengen.
.
Applicaties verplaatsen naar de geheugenkaart
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Vind en tik op
3
Selecteer de applicatie die u wilt verplaatsen en tik vervolgens op Opslagruimte,
Instellingen
tik vervolgens onder Gebruikt geheugen op
>
.
Apps
.
Wijzigen
>
SD-kaart
>
Verplaatsen
.
Sommige applicaties kunnen niet naar de geheugenkaart verplaatst worden.
Actieve applicaties en services stoppen
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Vind en tik op
3
Selecteer een applicatie of service en tik op NU STOPPEN > OK.
Instellingen
>
Apps
.
De geheugenkaart formatteren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op
3
Tik op SD-kaart wissen > Alles wissen om te bevestigen.
het formatteren wordt alle inhoud op de geheugenkaart gewist. Maak een back-up van alle gegevens die u wilt behouden voordat u de geheugenkaart formatteert. Om een back-up van uw inhoud te maken, kunt u deze naar een computer kopiëren. Zie voor meer informatie
Bestanden beheren met een computer
Instellingen
>
Opslagruimte
op de pagina 33.
>
SD-kaart wissen
.

Back-up maken van inhoud en inhoud herstellen

In het algemeen kunt u foto's, video's en andere persoonlijke gegevens beter niet alleen op het interne geheugen van uw toestel opslaan. Als uw toestel beschadigd raakt, zoek raakt of wordt gestolen, is het wellicht niet meer mogelijk om de gegevens op het interne geheugen van het toestel te herstellen. Het wordt aanbevolen om Xperia™ Companion te gebruiken om back-ups te maken die uw gegevens veilig op een ander apparaat opslaan. Deze methode wordt in het bijzonder aanbevolen als u de software van uw apparaat bijwerkt naar een nieuwere Android-versie.
We raden aan de applicatie Xperia™ Back-up maken en herstellen te gebruiken als u een back-up van gegevens wilt maken voordat u de standaardinstellingen herstelt. Met deze applicatie kunt u een back-up maken van gegevens in een onlineaccount, op een SD-kaart of op een extern USB-opslagapparaat dat u door middel van de USB­hostadapter op uw apparaat hebt aangesloten:
35
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Met de applicatie Google Backup & restore kunt u een back-up maken van gegevens op een server van Google.
Een gegevensback-up maken naar een computer
Gebruik de applicatie Xperia™ Companion om vanaf uw apparaat een gegevensback-up naar een pc of een Apple ® Mac®-computer te maken. U kunt een back-up maken van
de volgende gegevenstypen:
Contacten
Agenda
Instelling en favorieten
Mediabestanden, zoals muziek en video's
Foto's en afbeeldingen
Een back-up van uw gegevens maken met een computer
1
Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit het apparaat op de computer aan via een USB-kabel.
2
Open de Xperia™ Companion-software op de computer als deze nog niet automatisch is gestart. Na enkele ogenblikken herkent de computer uw apparaat. Selecteer de Bestanden overzetten (MTP)-modus op uw apparaat.
3
Klik op Back-up in het hoofdscherm van Xperia™ Companion.
4
Volg de instructies op het scherm om een back-up te maken van gegevens op uw apparaat.
Als Xperia™ Companion niet is geïnstalleerd, installeert u dit als u het apparaat aan op de computer aansluit.
Uw gegevens terugzetten met een computer
1
Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit het apparaat op de computer aan via een USB-kabel.
2
Open de Xperia™ Companion-software op de computer als deze nog niet automatisch is gestart. Na enkele ogenblikken herkent de computer uw apparaat. Selecteer de Bestanden overzetten (MTP)-modus op uw apparaat.
3
Klik op
4
Selecteer een back-upbestand in de back-upgegevens, klik op Volgende en volg de instructies op het scherm om gegevens op uw apparaat terug te zetten.
Als Xperia™ Companion niet is geïnstalleerd, installeert u dit als u het apparaat aan op de computer aansluit.
Herstellen
in het hoofdscherm van Xperia™ Companion.
Een back-up maken van gegevens met de applicatie Xperia™ Back-up maken en herstellen
Met de applicatie Xperia™ Back-up maken en herstellen kunt u een online back-up of een lokale back-up maken van gegevens. U kunt bijvoorbeeld handmatig een back-up van uw gegevens maken of de automatische back-upfunctie inschakelen, zodat uw gegevens regelmatig worden opgeslagen.
We raden aan de applicatie Xperia™ Back-up maken en herstellen te gebruiken als u een back-up van gegevens wilt maken voordat u de standaardinstellingen herstelt. U kunt met deze applicatie op een onlineaccount, een SD-kaart of een extern USB­opslagapparaat, dat u met de USB-hostadapter op uw apparaat hebt aangesloten, een back-up maken van de volgende gegevens:
Bladwijzers
Contacten
Agendagegevens
E-mailaccounts
Wi-Fi-netwerken
Apparaatinstellingen
Applicaties
Indeling Xperia™-startscherm
36
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een back-up maken in een onlineaccount van de service Xperia Backup & Restore
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Back-up maken en resetten.
3
Tik op Automatische back-up en vervolgens op de aan/uit-schakelaar om de automatische back-upfunctie in te schakelen.
4
Tik op Meer > Handmatige back-up om de handmatige back-upfunctie in te schakelen.
5
Als de handmatige back-upfunctie is ingeschakeld, tikt u onder Opslag selecteren op Online account.
6
Lees indien gevraagd de relevante voorwaarden en als u hiermee akkoord gaat, tikt u op Akkoord. Volg de instructies op het scherm om u aan te melden uw Google™-account.
7
Als de handmatige back-upfunctie is ingeschakeld, tikt u onder Back-uplocatie voor bestanden op Opslag selecteren > Online account.
8
Selecteer de gegevens waarvan u een back-up wilt maken.
9
Als de handmatige back-upfunctie is ingeschakeld, tikt u op Back-up.
De automatische back-upfunctie instellen
1
Als u een back-up maakt op een USB-stick, moet u ervoor zorgen dat het opslagapparaat met de USB Host-adapter op uw apparaat is aangesloten. Als u gegevens naar een SD-kaart veiligstelt, zorg dan dat de SD-kaart goed in uw toestel geplaatst is.
2
Tik in het Startscherm op
3
Zoek naar en tik op Back-up maken en herstellen.
4
Sleep de schuifregelaar naast
.
Automatische back-up
naar rechts om de functie
voor automatische back-up te activeren.
5
Tik nogmaals op
Automatische back-up
en selecteer een frequentie voor de back-up, waar u de bestanden wilt opslaan, en de soorten gegevens waarvan u een back-up wilt maken.
6
Tik op
om uw instellingen op te slaan.
Handmatig een back-up maken
1
Als u een back-up maakt op een USB-stick, moet u ervoor zorgen dat het opslagapparaat met de USB Host-adapter op uw apparaat is aangesloten. Als u een back-up maakt op een SD-kaart, moet u ervoor zorgen dat de SD-kaart correct in uw apparaat geplaatst is.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Zoek naar en tik op
4
Tik op Handmatige back-up en selecteer vervolgens een back-uplocatie en de
Back-up maken en herstellen
.
datatypes waar u een back-up van wilt maken.
5
Tik op Backup.
6
Tik op
Voltooien
wanneer de back-up klaar is.
Een back-upbestand bewerken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Back-up maken en resetten.
3
Tik onder Back-up en herstel van Xperia™ op Meer.
4
Tik op Back-upbestand bewerken en selecteer een bronlocatie voor de back-up en het type gegevens dat u wilt verwijderen.
5
Tik op Gegevens verwijderen.
6
Tik op OK om te bevestigen.
7
Tik op Voltooien als de gegevens zijn verwijderd.
37
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Gegevens vanaf een back-up terugzetten
1
Als u content herstelt van een USB-opslagapparaat, moet u ervoor zorgen dat het opslagapparaat met de USB Hostadapter op uw apparaat is aangesloten. Als u content herstelt van een SD-kaart, moet u ervoor zorgen dat de SD-kaart correct in uw apparaat geplaatst is.
2
Tik in het Startscherm op .
3
Zoek naar en tik op Back-up maken en herstellen.
4
Tik op Gegevens herstellen, en selecteer een herstelbestemming en het type gegevens dat u wilt terugzetten.
5
Tik op Gegevens herstellen.
6
Tik op Voltooien als de gegevens zijn teruggezet.
Denk eraan dat alle wijzigingen die u in uw gegevens en instellingen hebt aangebracht nadat u een back-up hebt gemaakt, inclusief alle applicaties die u downloadt, tijdens een herstelprocedure ongedaan worden gemaakt.
Een back-up maken van gegevens met de applicatie Google Backup & restore
Met de applicatie Google Backup & restore kunt u een back-up van gegevens maken op een server van Google. U kunt ook de automatische herstelfunctie inschakelen om applicatiegegevens en -instellingen te herstellen als u een applicatie opnieuw installeert.
Met deze applicatie kunt u een back-up maken van de volgende gegevenstypen:
Applicaties
Bladwijzers
Wi-Fi-netwerken
Andere instellingen
Een back-up maken in een Google™-account
1
Tik in het
2
Tik vervolgens op Instellingen > Back-up maken en resetten.
3
Tik onder
Startscherm
Back-up en herstel van Google™
op
.
op
Back-up maken van mijn data
tik vervolgens op de schuifregelaar.
Automatisch herstellen inschakelen of uitschakelen als u een applicatie opnieuw installeert
1
Tik in het
2
Tik vervolgens op Instellingen > Back-up maken en resetten.
3
Tik onder
Startscherm
Back-up en herstel van Google™
op
.
op de schuifregelaar
Automatisch
herstellen.
en
38
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Applicaties downloaden

Applicaties downloaden van Google Play™
Google Play™ is de officiële online-winkel van Google voor het downloaden van applicaties, spelletjes, muziek, films en boeken. Het bevat zowel gratis als betaalde applicaties. Voordat u met downloaden vanaf Google Play™ begint, moet u voor een werkende internetverbinding zorgen.
U moet beschikken over een Google™-account om Google Play™ te kunnen gebruiken. Google Play™ is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Een applicatie downloaden van Google Play™
1
Vanaf de Startscherm, tik op .
2
Vind en tik op Play Store.
3
Zoek een item dat u wilt downloaden door te bladeren door categorieën of via de zoekfunctie.
4
Tik op het item waarvoor u de details wilt weergeven en volg de instructies om de installatie te voltooien.
Sommige applicaties kunnen toegang nodig hebben tot gegevens, instellingen en diverse functies op uw apparaat om goed te kunnen werken. Installeer en geef alleen toestemming aan applicaties die u vertrouwt. U kunt de verleende toestemmingen aan een gedownloade applicatie bekijken en tevens de status ervan wijzigen door op de applicatie te tikken onder Instellingen > Apps.

Applicaties downloaden van andere bronnen

Wanneer uw apparaat is ingesteld om downloads toe te staan van andere bronnen dan Google Play™, kunt u applicaties rechtstreeks van andere websites downloaden door de desbetreffende downloadinstructies te volgen.
Als u applicaties installeert van onbekende oorsprong of uit een onbetrouwbare bron, kan uw apparaat beschadigd raken. Download alleen applicaties die afkomstig zijn van betrouwbare bronnen. Neem contact op met de leverancier van de applicatie als u vragen hebt of problemen ondervindt.
Wordt een apparaat door meerdere gebruikers gedeeld, dan heeft alleen de eigenaar, d.w.z. de primaire gebruiker, de mogelijkheid om downloads toe te staan van andere bronnen dan Google Play™. Wijzigingen door de eigenaar gelden voor alle andere gebruikers.
Het downloaden van applicaties vanaf andere bronnen toestaan
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Vind en tik op Instellingen > Beveiliging.
3
Sleep de schuifregelaar naast Onbekende bronnen naar rechts.
4
Tik op OK.
Sommige applicaties kunnen toegang nodig hebben tot gegevens, instellingen en diverse functies op uw apparaat om goed te kunnen werken. Installeer en geef alleen toestemming aan applicaties die u vertrouwt. U kunt de verleende toestemmingen aan een gedownloade applicatie bekijken en tevens de status ervan wijzigen door op de applicatie te tikken onder Instellingen > Apps.
.
39
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Internet en netwerken

Surfen op internet

De Google Chrome™-webbrowser voor Android™-apparaten wordt voor de meeste landen vooraf geïnstalleerd geleverd. Ga naar http://support.google.com/chrome en klik op de link "Chrome for Mobile" voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van deze webbrowser.
Bladeren met Google Chrome™
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op .
3
Als u Google Chrome™ voor het eerst gebruikt, selecteer dan of u zich wilt aanmelden een Google™-account of anoniem wilt bladeren met Google Chrome™.
4
Voer een zoekterm of webadres in het zoek- en adresveld in en tik vervolgens op Ga op het toetsenbord.

Wi-Fi

Gebruik Wi-Fi om te internetten, applicaties te downloaden of e-mails te verzenden en te ontvangen. Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een Wi-Fi-netwerk, onthoudt uw apparaat dit netwerk. De volgende keer dat u weer in de buurt bent, wordt automatisch verbinding gemaakt met dit netwerk.
sommige Wi-Fi-netwerken moet u inloggen een webpagina voordat u toegang krijgt. Neem voor meer informatie contact op met de betreffende Wi-Fi-
netwerkbeheerder.
Beschikbare Wi-Fi-netwerken kunnen open of beveiligd zijn:
Open netwerken worden aangeduid met
Beveiligde netwerken worden aangeduid met
.
naast de naam van het Wi-Fi-netwerk.
naast de naam van het Wi-Fi-netwerk.
Sommige Wi-Fi-netwerken worden niet weergegeven in de omdat hun netwerknaam (SSID) niet uitzenden. Als u de naam van het netwerk kent, kunt u het handmatig toevoegen aan uw lijst met beschikbare Wi-Fi-netwerken.
Wi-Fi in- of uitschakelen
1
Tik in het
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op de schuifregelaar om Wi-Fi in of uit te schakelen.
Het kan een paar seconden duren voordat Wi-Fi is ingeschakeld.
Verbinden met een Wi-Fi-netwerk
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op de schuifregelaar om Wi-Fi in te schakelen. Alle beschikbare Wi-Fi­netwerken worden weergegeven.
4
Tik op een Wi-Fi-netwerk om hiermee verbinding te maken. Voor beveiligde netwerken voert u het desbetreffende wachtwoord in. wordt weergegeven in de statusbalk wanneer u bent verbonden.
Wilt u naar nieuwe beschikbare netwerken zoeken, tik dan op Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi-netwerk, raadpleeg dan de betreffende tips voor probleemoplossing voor uw apparaat op
Startscherm
op .
www.sonymobile.com/support/
lijst met beschikbare netwerken
en vervolgens op Vernieuwen.
.
40
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een Wi-Fi-netwerk handmatig toevoegen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op > Netwerk toevoegen.
4
Voer de Netwerknaam (SSID)-gegevens in.
5
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
6
Voer indien nodig een wachtwoord in.
7
Als u geavanceerde opties, zoals proxy- en IP-instellingen, wilt bewerken, tikt u op
Geavanceerde opties en bewerkt u de opties naar wens.
8
Tik op Opslaan.
Neem contact op met uw Wi-Fi-netwerkbeheerder voor de netwerk-SSID en het wachtwoord.
Het Wi-Fi -signaal versterken
U kunt de Wi-Fi-ontvangst op verschillende manieren verbeteren:
Houd het apparaat dichter het Wi-Fi-toegangspunt.
Plaats het Wi-Fi-toegangspunt uit de buurt van mogelijke obstakels of interferentie.
Dek het Wi-Fi-antennegebied van het apparaat niet af (het gemarkeerde gebied in de afbeelding).
Wi-Fi-instellingen
Wanneer u bent verbonden met een Wi-Fi-netwerk of wanneer er Wi-Fi-netwerken beschikbaar zijn in uw omgeving, kunt u de status van deze netwerken bekijken. U kunt op uw apparaat ook instellen dat u een melding ontvangt wanneer er een open Wi-Fi­netwerk wordt gedetecteerd.
Meldingen van het Wi-Fi-netwerk inschakelen
1
Schakel Wi-Fi in als dat nog niet het geval is.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op
Instellingen
4
Tik op
5
Sleep de schuifregelaar naast
Gedetailleerde informatie over een verbonden Wi-Fi-netwerk weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op het Wi-Fi-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Er wordt gedetailleerde informatie over het netwerk weergegeven.
> Geavanceerd.
>
Wi-Fi
.
.
Netwerkmelding
.
naar rechts.
Het MAC-adres van uw apparaat zoeken
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op . Het MAC-adres wordt weergegeven in de lijst.
Tethering met Xperia Link™
Als u een Xperia™-hebt, kunt u uw internetverbinding met een ander Xperia™-apparaat delen. Op deze manier kan uw apparaat verbinding met internet maken zonder dat de
41
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
eigen wordt gebruikt. Deze functie is handig als u onderweg bent en uw apparaat niet beschikt over een mobiele of Wi-Fi-verbinding of dit niet ondersteunt. Voordat u tethering met Xperia Link™ gebruikt, moet u controleren of de applicatie Xperia Link™ op beide apparaten is geïnstalleerd en ingesteld. Uw Xperia™-apparaat moet bovendien een camera met autofocus hebben.
De applicatie Xperia Link™ wordt uitsluitend ondersteund door Xperia™-apparaten met Android™-versie 4.0 of nieuwer. Als de applicatie Xperia Link™ niet is geïnstalleerd op uw Xperia™-apparaat, kunt u deze applicatie downloaden van Google Play™.
Xperia™-verbinden met een QR Code™
1
Zorg dat Bluetooth is ingeschakeld op beide Xperia™-apparaten en zorg dat de apparaten beschikken over een geactiveerde internetverbinding.
2
Tablet: Tik in het Startscherm op
> Xperia Link > Toestel toevoegen en volg
de instructies om de instelling te voltooien. U ziet een QR Code™ op het scherm.
3
Op het andere apparaat: Tik in het Startscherm op > Xperia Link > Toestel toevoegen > Scannen.
4
Houd het apparaat boven de QR Code™ op het scherm totdat de volledige QR Code™ zichtbaar is in de zoeker van het apparaat.
5
Uw apparaat scant automatisch de QR Code™ en maakt verbinding met uw tablet zodra de QR Code™ wordt herkend.
6
Tik op OK om de verbinding te bevestigen.
Uw tablet via NFC verbinden met een Xperia™-apparaat
1
Zorg dat NFC en de Android Beam-functies zijn ingeschakeld op beide Xperia™­apparaten en dat beide apparaten beschikken over een geactiveerde internetverbinding.
2
Tablet: Tik in het Startscherm op
> Xperia Link > Toestel toevoegen en volg
de instructies om de instelling te voltooien. Zodra de instelling is voltooid, ziet u een QR Code™ op het scherm. U kunt deze code negeren.
3
Op het andere apparaat:
Tik in het Startscherm op
>
Xperia Link
>
Toestel
toevoegen.
4
Houd de achterzijdes van beide apparaten elkaar zodat de NFC­detectiegebieden van beide apparaten elkaar raken.
5
Als
Tik op het scherm om uit te zenden
verschijnt, raakt u het scherm van een
van de apparaten aan.
6
Tik op OK om de verbinding te bevestigen.

VPN's (Virtual Private Network)

Gebruik uw apparaat om verbinding te maken met VPN's, waarmee u vanuit een openbaar netwerk toegang kunt krijgen tot bronnen binnen een beveiligd lokaal netwerk. VPN-verbindingen worden bijvoorbeeld vaak gebruikt door organisaties en onderwijsinstellingen voor gebruikers die toegang moeten krijgen tot intranetten en andere interne services terwijl ze zich buiten het interne netwerk bevinden, zoals vertegenwoordigers van een bedrijf die op reis zijn.
VPN-verbindingen kunnen op veel verschillende manieren tot stand worden gebracht,
afhankelijk van het netwerk. Voor bepaalde netwerken moet u mogelijk een beveiligingscertificaat overbrengen naar uw apparaat om het daar te installeren. Als u
meer gedetailleerde informatie wilt hebben over het tot stand brengen van een verbinding met uw VPN, neemt u contact op met de netwerkbeheerder van uw bedrijf of organisatie.
Een VPN (Virtual Private Network) toevoegen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > VPN.
3
Tik op
4
Selecteer het type VPN dat u wilt toevoegen.
5
Voer uw VPN-instellingen in.
6
Tik op Opslaan.
.
.
42
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Verbinding maken met een VPN (Virtual Private Network)
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > VPN.
3
Tik in de lijst met beschikbare netwerken op het VPN waarmee u verbinding wilt maken.
4
Voer de vereiste informatie in.
5
Tik op Verbinding maken.
De verbinding verbreken met een VPN (Virtual Private Network)
1
Sleep de statusbalk omlaag.
2
Tik op de melding voor de VPN-verbinding om deze uit te schakelen.
43
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Gegevens synchroniseren op uw apparaat

Synchroniseren met online accounts

Synchroniseer uw apparaat met contacten, e-mails, evenementen en andere informatie uit online accounts, bijvoorbeeld e-mailaccounts zoals Gmail™ en Exchange ActiveSync, Facebook™, Flickr™ en Twitter™. U kunt gegevens automatisch voor deze accounts synchroniseren door de functie Automatische synchronisatie te activeren. Tevens kunt u elk account handmatig synchroniseren.
Een online-account instellen voor synchronisatie
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Accounts > Account toevoegen en selecteer het account dat u wilt toevoegen.
3
Volg de aanwijzingen om een account te maken, of meld u aan als u reeds een account hebt.
Handmatig synchroniseren met een online-account
1
Tik vanaf uw Startscherm op > Instellingen > Accounts.
2
Tik onder Accounts op de naam van het account waarmee u wilt synchroniseren. Er verschijnt een lijst van onderdelen die met het account kunnen worden gesynchroniseerd.
3
Tik op de onderdelen die u wilt synchroniseren.
.
Een online-account verwijderen
1
Tik vanaf uw Startscherm op >
2
Tik onder Accounts op de naam van het account dat u wilt verwijderen.
3
Tik op en tik vervolgens op
4
Tik nogmaals op Account verwijderen om te bevestigen.
Instellingen
Account verwijderen
>
Accounts
.
.

Synchroniseren met Microsoft® Exchange ActiveSync®

Met een Microsoft Exchange ActiveSync-account kunt u uw zakelijke e-mailberichten, agenda-afspraken en contacten direct op uw apparaat openen. Na de installatie kunt u uw informatie vinden in de applicaties
Een EAS-account instellen voor synchronisatie
1
Zorg dat u de door de netwerkbeheerder van uw bedrijf gegeven domein- en servergegevens de hand hebt.
2
Tik in het Startscherm op
3
Tik op Instellingen > Accounts > Account toevoegen > Exchange ActiveSync.
4
Voer uw zakelijke e-mailadres en wachtwoord in.
5
Tik op Volgende. Uw apparaat start met het ophalen van uw accountinformatie. Als een fout optreedt, voert u de domein- en servergegevens in en tikt u op
Volgende.
6
Tik op OK om uw bedrijfsserver toe te staan uw apparaat te beheren.
7
Selecteer welke gegevens u wilt synchroniseren met uw apparaat, zoals contacten en agendagegevens.
8
Activeer desgewenst de apparaatbeheerfunctie om bepaalde beveiligingsfuncties op uw apparaat te laten beheren vanaf de bedrijfsserver. U kunt bijvoorbeeld uw bedrijfsserver toestaan om wachtwoordregels in te stellen en opslagcodering te gebruiken.
9
Voer na afloop van de installatie een naam in voor het bedrijfsaccount.
.
E-mail, Agenda
en
Contacten
.
Als u het aanmeldwachtwoord voor een EAS-account op uw computer opnieuw aanmelden de EAS-account op uw apparaat.
44
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
wijzigt, moet u zich
De instellingen voor een EAS-account wijzigen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op E-mail en vervolgens op .
3
Tik op Instellingen en selecteer een EAS-account. Wijzig vervolgens de instellingen van de EAS-account naar wens.
Een synchronisatie-interval instellen voor een EAS-account
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Tik op E-mail en tik daarna op .
3
Tik op Instellingen en selecteer een EAS-account.
4
Tik op Controlefrequentie > Controlefrequentie en selecteer een intervaloptie.
Een EAS-account verwijderen
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Tik onder Accounts op Exchange ActiveSync en selecteer de EAS-account die u
> Instellingen > Accounts.
wilt verwijderen.
3
Tik op en vervolgens op Account verwijderen.
4
Tik opnieuw op Account verwijderen om uw keuze te bevestigen.
45
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Basisinstellingen

Instellingen openen

Geef instellingen voor uw apparaat weer en wijzig ze vanuit het instellingenmenu. Het instellingenmenu is toegankelijk vanuit zowel het meldingsvenster als het scherm Toepassingen.
Het Instellingenmenu van het apparaat openen vanuit het scherm Toepassingen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen.
Informatie over uw apparaat bekijken
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over tablet.
Doe het volgende om het scherm te activeren met behulp van de modus Tikken om te wekken
1
Zorg dat de modus Tikken om te wekken is aangezet. Tik om het in te schakelen op Instellingen > Scherm en versleep vervolgens de schuifregelaar naast Tik om
te activeren
2
Tik tweemaal op het scherm.
Het venster Snelle instellingen openen of sluiten
U kunt het venster Snelle instellingen openen door de statusbalk omlaag te slepen.
naar rechts.
.
.
De lamp inschakelen
1
Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag.
2
Tik op
Selecteren welke instellingen u wilt weergeven in het venster Snelinstellingen
1
Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag en tik op .
2
Ga naar de balk bovenaan het scherm, druk op het pictogram van de snelinstelling die u wilt toevoegen en houd dit ingedrukt, en sleep het vervolgens naar het onderste deel van het scherm.
Het venster Snelinstellingen opnieuw ordenen
1
Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag en tik op .
2
Houd een pictogram aangetikt en verplaats het naar de gewenste positie.
.

Geluidsterkte

U kunt het volume zowel aanpassen voor meldingen als voor het afspelen van muziek en video.
Het afspeelvolume van media aanpassen met de volumetoets
Druk de volumetoets omhoog of omlaag wanneer u muziek afspeelt of een video bekijkt. Dit functioneert ook als het scherm is vergrendeld.
De trilstand inschakelen
Druk op de volumetoets omlaag of omhoog totdat op de statusbalk verschijnt.
46
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
De volumeniveaus aanpassen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid en melding.
3
Sleep de volumeschuifregelaars naar de gewenste posities.
U kunt ook op de volumetoets-omhoog of -omlaag drukken en vervolgens op tikken om de volumeniveaus van de meldingen, het afspelen van media of de alarmen afzonderlijk aan te passen.
Het meldingsgeluid selecteren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Geluid en melding > Meldingsgeluid.
3
Selecteer een optie in de lijst of tik op
om een muziekbestand op het apparaat
te selecteren.
4
Tik op Gereed om uw keuze te bevestigen.
Sommige applicaties hebben hun eigen, specifieke meldingsgeluiden die u kunt selecteren in de instellingen van de applicatie.
Aanraaktonen inschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Zoek naar en tik op Instellingen > Geluid en melding > Andere geluiden.
3
Sleep de schuifregelaar naast Aanraakgeluiden naar rechts.
.

Instellingen voor de stand Niet storen

U kunt uw apparaat handmatig instellen in de stand Niet storen en bepalen hoe lang uw apparaat in die stand moet blijven. U kunt ook vooraf instellen wanneer uw apparaat automatisch in de stand Niet storen gaat.
Geen tijdslimiet
Eén uur
De modus Niet storen activeren
Druk de volumetoets omlaag totdat verschijnt.
Snel schakelen tussen de modi Niet storen/Trillen/Geluid
1
Druk de volumetoets omlaag totdat , of verschijnt.
2
Tik op , of om snel te schakelen tussen de modi Trillen/Geluid. Als u de modus Niet storen wilt activeren, drukt u in de modus Trillen de volumetoets omlaag.
Tijdintervallen voor de modus Niet storen plannen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Geluid en melding > Niet storen > Automatische regels.
3
Selecteer de tijd of de gebeurtenis waarvoor u de modus Niet storen wilt inplannen of voeg een nieuwe regel toe.
4
Tik op Dagen en selecteer de selectievakjes voor de betreffende dagen. Tik vervolgens op Gereed.
5
Pas de starttijd aan door op Starttijd te tikken. Selecteer vervolgens een waarde en tik op OK.
6
Pas de eindtijd aan door op Eindtijd te tikken. Selecteer vervolgens een waarde en tik op OK. De modus Niet storen blijft op het apparaat geactiveerd tijdens het geselecteerde tijdinterval.
Hiermee is het apparaat stil totdat u het geluid handmatig weer inschakelt.
Hiermee is het apparaat een uur lang stil. U kunt op de min- en pluspictogrammen tikken om de duur aan te passen.
47
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uitzonderingen instellen voor de modus voor niet storen
U kunt aangeven welke soorten meldingen toch een geluidsmelding mogen afspelen in de modus voor niet storen. U kunt uitzonderingen filteren op basis van de afzender van de meldingen. De meest voorkomende soorten uitzonderingen zijn:
Gebeurtenissen en herinneringen
Berichten
Alarmen
Uitzonderingen toestaan in modus Niet storen
1
Tik in het startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Geluid en melding > Niet storen > Alleen toegestaan in Prioriteit.
3
Sleep de schuifregelaar naast de gewenste optie.
Uitzonderingen aan specifieke contacttypen koppelen
1
Tik in het startscherm op
2
Tik vervolgens op Instellingen > Geluid en melding > Niet storen > Alleen toegestaan in Prioriteit.
3
Tik op Oproepen of Berichten.
4
Selecteer een optie.
.
.

Scherminstellingen

De schermhelderheid aanpassen
1
Tik in uw startscherm op
2
Zoek naar en tik op
3
Versleep de schuifregelaar om de helderheid in te stellen.
Verlaag de helderheid om de prestaties van de
Trillen inschakelen bij aanraken
1
Tik in het startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Geluid en melding > Andere geluiden.
3
Sleep de schuifregelaar naast telefoon trilt nu wanneer u op selectietoetsen tikt.
Opgeven na hoeveel tijd het scherm moet worden uitgeschakeld als de telefoon niet wordt gebruikt
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Slaapstand.
3
Selecteer een optie.
Als u het scherm snel wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan/uit-toets
Instellingen
.
>
Scherm
Trillen bij aanraking
.
>
Helderheidsniveau
batterij te verhogen.
naar de positie Aan. De
.
.
Slimme achtergrondverlichting
De slimme achtergrondverlichting houdt het scherm aan zolang u het apparaat in uw hand houdt. Zodra u het apparaat neerlegt, schakelt het scherm uit overeenkomstig de slaapinstelling.
De functie Slimme achtergrondverlichting inschakelen
1
Tik in uw startscherm op
2
Zoek naar en tik op Instellingen > Scherm > Smart-tegenlicht.
3
Sleep de schuifregelaar naar rechts.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
48
Scherm vastzetten
Gebruik de optie Scherm vastzetten zodat het apparaat alleen het scherm voor een specifieke applicatie weergeeft. Als u bijvoorbeeld een game speelt en u per ongeluk de navigatietoets Startscherm aanraakt, voorkomt de optie Scherm vastzetten dat het actieve scherm van de game wordt geminimaliseerd. U kunt deze functie ook gebruiken als u het apparaat aan iemand anders uitleent, om het moeilijker te maken om meer dan één applicatie te openen. U kunt uw apparaat bijvoorbeeld aan iemand uitlenen om een foto te maken en het scherm vastzetten op de toepassing Camera zodat de ander niet gemakkelijk andere apps kan gebruiken zoals E-mail.
Scherm vastzetten is geen beveiligingsfunctie en voorkomt niet helemaal dat andere gebruikers het scherm activeren en uw apparaat gebruiken. Om uw gegevens te beschermen, moet u uw apparaat instellen om een pincode, wachtwoord of patroon voor de schermvergrendeling in te stellen voordat iemand het scherm kan activeren.
Scherm vastzetten activeren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op Instellingen > Beveiliging > Scherm vastzetten.
3
Sleep de schuifregelaar naar rechts.
4
Als u nog geen patroon, PIN of wachtwoord voor de schermvergrendeling op het apparaat hebt ingesteld, sleept u de schuifregelaar naast Apparaat vergr. bij losmaken items naar rechts en selecteert u vervolgens een optie. Als u al een schermvergrendeling hebt ingeschakeld, versleept u de schuifregelaar om de relevante beveiligingsoptie te activeren nadat scherm vastzetten is geactiveerd.
Voor scherm vastzetten is geen patroon, PIN of wachtwoord verplicht.
Een scherm vastzetten
1
Zorg ervoor dat scherm vastzetten op het apparaat is geactiveerd.
2
Open een app en ga naar het scherm dat u wilt vastzetten.
3
Tik op
4
Veeg omhoog om het pictogram van scherm vastzetten
5
Tik op .
6
Tik in het menu dat wordt geopend, op
.
weer te geven.
Duidelijk
.
Een scherm losmaken
1
Op het vastgezette scherm houd u
2
Laat beide knoppen los.
Als u een beveiligingsoptie hebt geselecteerd het patroon, de PIN of het wachtwoord invoeren om het apparaat te ontgrendelen voordat u het scherm kunt losmaken.
en samen aangeraakt.
tijdens het vastzetten van het scherm, moet u

Applicatie-instellingen

Sommige apps vragen u om toestemming als u ze begint te gebruiken. U kunt de toestemming voor elke app afzonderlijk wel of niet toestaan of weigeren, hetzij vanaf het menu Settings (Instellingen of vanaf het bevestigingsdialoogvenster Permission (Toestemming). De vereisten voor toestemming hangen af van het ontwerp van de app.
Bevoegdheden toestaan of weigeren
U kunt kiezen om bevoegdheden toe te staan of te weigeren wanneer het dialoogvenster verschijnt. Als u voorheen een andere versie van Android heeft gebruikt, dan worden voor de meeste apps de benodigde bevoegdheden al toegekend.
49
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een bevoegdheid toestaan
1
Om een bevoegdheid toe te staan, tikt u op Always allow.
2
Wanneer het bevestigingsdialoogvenster voor de tweede keer verschijnt, kunt u kiezen uit de Niet meer vragen-optie die u wilt.
3
Een dialoogvenster geeft ook uitleg over waarom de app de bevoegdheid nodig heeft en waarvoor deze specifiek gebruikt wordt. Om dit dialoogvenster te negeren, tikt u op OK.
Een bevoegdheid weigeren
Om een bevoegdheid te weigeren, tikt u op Afwijzen wanneer het dialoogvenster
verschijnt.
Sommige applicaties kunnen nog steeds worden gebruikt, ook al heeft u de bevoegdheid geweigerd.
Cruciale bevoegdheden
Sommige bevoegdheden zijn verplicht om de app te laten werken zoals de werking bedoeld is. In dergelijke situaties ziet u een dialoogvenster met informatie.
Applicaties configureren
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Vind en tik op
3
Selecteer een configuratie-optie, zoals Machtigingen van apps, en kies een
Instellingen
applicatie die u wilt configureren.
>
.
Apps
>
.
Cruciale bevoegdheden toestaan
1
Om een cruciale bevoegdheid toe te staan, tikt u op
Doorgaan
>
APP-INFO
>
Toestemmingen.
2
Zoek de cruciale bevoegdheid die u nodig heeft.
3
Versleep de schuifregelaar naar rechts.
U kunt bevoegdheden ook beheren in gewenste bevoegdheden.
Instellingen > Apps. Tik op een app en wijzig de
Automatisch bijwerken van applicatie toestaan of afwijzen
Als de automatische bijwerkfunctie is ingeschakeld, worden uw applicaties bijgewerkt zonder dat u wordt gevraagd, zodat u wellicht niet merkt dat een groot volume aan gegevens wordt gedownload. Om hoge kosten voor bestandsoverdracht te voorkomen, kunt u automatisch bijwerken uitschakelen of automatisch bijwerken alleen inschakelen via een Wi-Fi-verbinding. Schakel automatisch bijwerken uit in zowel de Play Store™­app als in de What's New-app (indien beschikbaar) om het automatisch bijwerken van apps te vermijden.
Automatisch bijwerken van alle applicaties in de Play Store in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op en vervolgens op Instellingen > Apps automatisch bijwerken.
3
Selecteer de gewenste optie.
Automatisch bijwerken van alle applicaties in What's New in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op en vervolgens op Instellingen > Apps automatisch bijwerken.
3
Selecteer de gewenste optie.
en tik vervolgens op .
en tik vervolgens op .
Applicaties koppelen
Uw apparaat kan de standaard app bepalen om een bepaalde web-link af te handelen. Dat houdt in dat als de koppeling is ingesteld, u niet steeds opnieuw een app hoeft te kiezen wanneer u een link opent. U kunt de standaard-app op elk moment wijzigen.
50
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
App-links vanaf het menu Settings (Instellingen) beheren
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Vind en tik op Instellingen > Apps.
3
Tik op en zoek naar App-links.
4
Selecteer de app waarvoor u de ondersteunde links wilt instellen.
5
Stel de App-links-eigenschap in op de optie Openen in deze app.

Applicaties resetten

U kunt een applicaties resetten of applicatiegegevens wissen als de applicaties niet meer reageert of problemen veroorzaakt op het apparaat.
Applicatievoorkeuren resetten
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps.
3
Tik op
Het resetten van applicatievoorkeuren zorgt er niet voor dat applicatiegegevens van het apparaat worden verwijderd.
en vervolgens op App-voorkeuren resetten.
Applicatiegegevens wissen
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Vind en tik op Instellingen > Apps.
3
Selecteer een applicatie of service en tik op WISSEN.
.
.
Opslagruimte
>
GEGEVENS
Wanneer u applicatiegegevens wist, worden de gegevens voor de geselecteerde applicatie permanent van uw apparaat verwijderd. De optie om applicatiegegevens te wissen is niet beschikbaar voor alle applicaties of services.
Het cachegeheugen van de applicatie wissen
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Vind en tik op Instellingen > Apps.
3
Selecteer een applicatie of service en tik op
De optie om het cachegeheugen van de applicatie te wissen is niet beschikbaar voor alle applicaties of services.
Opslagruimte
>
CACHE WISSEN
De standaardinstelling van de applicatie wissen
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Vind en tik op Instellingen > Apps.
3
Selecteer een applicatie of service en tik op
Standaard openen
>
STANDAARD-
WAARDEN WISSEN.
De optie om de standaardinstelling van de applicatie te wissen is niet beschikbaar voor alle applicaties of services.

Dagdroom

Dagdroom is een interactieve schermbeveiliger die automatisch kleuren, foto's of een diavoorstelling weergeeft als uw apparaat is gedockt of oplaadt en het scherm niet gebruikt wordt.
.
Op een apparaat met meerdere gebruikers kan elke gebruiker voor Dagdroom hebben.
De schermbeveiliging Dagdroom activeren
1
Tik in uw startscherm op .
2
Zoek naar en tik op Instellingen > Scherm > Dagdromen.
3
Sleep de schuifregelaar naar rechts.
51
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
zijn of haar eigen instellingen
Inhoud voor de schermbeveiliging Dagdroom selecteren
1
Tik in uw startscherm op .
2
Zoek naar en tik op Instellingen > Scherm > Dagdromen.
3
Sleep de schuifregelaar naar rechts.
4
Selecteer wat u wilt weergeven als de schermbeveiliging actief is.
Instellen wanneer de schermbeveiliging Dagdroom start
1
Tik in uw startscherm op .
2
Zoek naar en tik op Instellingen > Scherm > Dagdromen.
3
Sleep de schuifregelaar naar rechts.
4
Tik op te starten.
5
Tik op om automatisch activeren in te stellen.
en vervolgens op Nu beginnen om de schermbeveiliging Dagdroom direct
en vervolgens op Wanneer dagdromen en selecteer een van de opties

Taalinstellingen

U kunt een standaardtaal selecteren voor uw apparaat en dit op een later moment weer wijzigen. U kunt tevens de schrijftaal voor tekstinvoer wijzigen. Zie
toetsenbord aanpassen
De taal wijzigen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op
3
Selecteer een optie.
4
Tik op OK.
op pagina 59.
Instellingen
.
>
Taal en invoer
>
Taal
.
Het virtuele
Als u de verkeerde taal kiest en u de menuteksten niet meer kunt lezen, zoekt u het pictogram
en tikt u erop. Selecteer vervolgens de tekst naast en selecteer de eerste vermelding in
het menu dat verschijnt. U kunt vervolgens de gewenste taal selecteren.
Datum en tijd
U kunt de datum en tijd op uw apparaat wijzigen.
De datum handmatig instellen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datum en tijd.
3
Sleep de schuifregelaar naast
4
Tik op Datum instellen.
5
Blader omhoog of omlaag om de gewenste datum te selecteren.
6
Tik op OK.
De tijd handmatig instellen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datum en tijd.
3
Sleep de schuifregelaar naast Automatische tijd en datum naar links.
4
Tik op Tijd instellen.
5
Selecteer de betreffende waarden voor uur en minuut.
6
Tik op OK.
De tijdzone instellen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datum en tijd.
3
Tik op Tijdzone selecteren.
4
Selecteer een optie.
Automatische tijd en datum
.
naar links.
52
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
X-Reality™ voor mobiel
De X-Reality™ for Mobile-technologie van Sony verbetert de weergavekwaliteit van foto's en video's nadat u ze hebt (op)genomen. Hierdoor zijn beelden zuiverder, scherper en natuurlijker. X-Reality™ for Mobile is standaard ingeschakeld, maar u kunt het uitschakelen als u het batterijverbruik wilt beperken.
X-Reality™ for mobile aanzetten
1
Tik vanaf uw startscherm op
2
Vind en tik op Instellingen > Scherm >Beeldverbetering.
3
Tik op de X-Reality for mobile radioknop als deze niet al geselecteerd is.
.

Super-vivid-stand

De stand Super-vivid versterkt de helderheid en verzadiging van de kleuren in uw foto's en video's terwijl u ze op het apparaat bekijkt.
De modus Super-vivid aanzetten
1
Tik vanaf uw startscherm op
2
Vind en tik op Instellingen > Scherm >Beeldverbetering.
3
Tik op de Superlevendige modus radioknop als deze niet al geselecteerd is.
.

De geluidsuitvoer verbeteren

U kunt het geluid van uw apparaat verbeteren door handmatig individuele geluidsinstellingen in te schakelen, zoals de equalizer en surround-geluid. U kunt ook de dynamische normalisator inschakelen om volumeverschillen tussen nummers en video's te beperken.
De geluidsweergave handmatig verbeteren
1
Tik in uw startscherm op
2
Zoek naar en tik op
3
Sleep de schuifregelaar naast ClearAudio+ naar rechts.
De geluidsinstellingen handmatig aanpassen
1
Tik in het startscherm op .
2
Tik vervolgens op
3
Schakel het selectievakje ClearAudio+ uit indien dit is ingeschakeld.
4
Tik op
Geluidseffecten
5
Pas de geluidsinstellingen aan door de frequentiebandknoppen omhoog of omlaag te slepen.
Volumeverschillen beperken met de Dynamische normalisator
1
Tik vanaf de startpagina op .
2
Zoek naar en tik op Instellingen > Geluid en melding > Geluidsinstellingen.
3
Sleep de schuifregelaar naast Volumebalans naar rechts.
Instellingen
Instellingen
.
>
Geluid en melding
>
.
Geluid
>
Geluidsinstellingen
>
Geluidsinstellingen
.
.

Onderdrukken van ruis

Uw apparaat ondersteunt headsets voor het onderdrukken van ruis. Door een headset voor het onderdrukken van ruis te gebruiken, krijgt u een veel betere geluidskwaliteit wanneer u bijvoorbeeld naar muziek luistert in een rumoerige omgeving zoals op een bus, een trein of een vliegtuig. U kunt deze functie ook gebruiken om een stille omgeving te scheppen voor studie, werken of lezen.
Voor optimale prestaties worden headsets van Sony voor het onderdrukken van ruis aanbevolen.
53
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een ruisonderdrukkende headset gebruiken
1
Verbind de ruisonderdrukkende headset met uw apparaat.
2
Tik vanaf uw hoofdscherm op > Instellingen > Geluid en melding > Accessoire-instellingen > Ruisonderdrukking en versleep vervolgens de schuifregelaar naast Ruisonderdrukking naar rechts.
3
Sleep de schuifregelaar Energiebesparingsmodus naar rechts als u alleen tijdens het afspelen van muziek of het bekijken van video's, of wanneer het scherm actief is, Ruisonderdrukking ingeschakeld wilt hebben.
4
Sleep de schuifregelaar naast Energiebesparingsmodus naar links als u Ruisonderdrukking ingeschakeld wilt hebben zolang de headset is aangesloten.
Een ruisonderdrukkende headset is mogelijk niet met uw apparaat meegeleverd.
De instellingen aanpassen aan de geluidsomgeving
1
Zorg er voor dat u een ruisonderdrukkende headset hebt aangesloten op uw apparaat.
2
Tik in uw startscherm op
3
Tik op Instellingen > Geluid en melding > Accessoire-instellingen
.
>Ruisonderdrukking > Ruisomgeving.
4
Selecteer het betreffende type ruisomgeving en tik op OK.

Meerdere gebruikersaccounts

Uw apparaat ondersteunt meerdere gebruikersaccounts zodat meerdere gebruikers zich afzonderlijk het apparaat kunnen aanmelden en het kunnen gebruiken. Werken met meerdere gebruikersaccounts is handig wanneer u hetzelfde apparaat met anderen deelt of uw apparaat voor een tijdje aan iemand anders uitleent. De gebruiker die het apparaat voor het eerst installeert, wordt de eigenaar van het apparaat. Alleen de eigenaar kan de accounts van andere gebruikers beheren. Naast het account van de eigenaar zijn er drie verschillende soorten accounts:
Regelmatige gebruiker: Dit type account is geschikt voor iemand die uw apparaat regelmatig gebruikt.
Gastgebruiker: Schakel de gastaccountoptie in voor iemand die uw apparaat slechts tijdelijk wil gebruiken.
Beperkt profiel: Gebruik deze optie als u alleen een beperkt aantal apps beschikbaar wilt stellen aan iemand die uw apparaat gebruikt.
Sommige functies eigenaar downloads toestaan van andere bronnen dan Google Play™.
zijn alleen beschikbaar voor de eigenaar. Zo kan bijvoorbeeld alleen de
Over het account voor regelmatige gebruikers
Door accounts voor regelmatige gebruikers toe te voegen, kunt u verschillende gebruikers toestaan om eigen startschermen, achtergronden en algemene instellingen te gebruiken. Ze krijgen tevens apart toegang tot toepassingen en geheugenopslag voor bestanden zoals muziek en foto's. U kunt maximaal zeven accounts voor regelmatige gebruikers aan het apparaat toevoegen.
54
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een normaal gebruikersaccount toevoegen
1
Zorg ervoor dat u bent ingelogd als de eigenaar, dat wil zeggen de gebruiker die het apparaat voor het eerst heeft ingesteld.
2
Tik in uw startscherm op .
3
Tik vervolgens op Instellingen > Gebruikers > Gebruiker of profiel toevoegen > Gebruiker.
4
Tik op OK. Er wordt een nieuw account gemaakt.
5
Tik op NU INSTELLEN. Het scherm wordt vergrendeld en in de rechterbovenhoek verschijnt een pictogram dat de nieuw toegevoegde gebruiker aangeeft.
6
Ontgrendel het scherm door omhoog te vegen.
7
Volg de instructies op het scherm om het account voor de nieuwe gebruiker in te stellen.
Als degene, voor wie het nieuwe account is bedoeld, het account zelf wil instellen, maar op dit moment niet beschikbaar is, tikt u in stap 5 op NIET NU. Als de gebruiker aanwezig is, kiest deze Gebruikers Instellingen om het nieuwe account te zien, dat zichtbaar is als Nieuwe gebruiker. Tik gewoon op het account en volg de instructies om de instellingen af te ronden.
U kunt een normaal gebruikersaccount ook toevoegen via de statusbalk in elk willekeurig scherm. Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag, tik op het gebruikerspictogram en tik vervolgens op Gebruiker toevoegen.
Een account van een regelmatige gebruiker van uw apparaat verwijderen
1
Zorg ervoor dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik in het startscherm op
3
Tik vervolgens op Instellingen > Gebruikers.
4
Tik op naast de naam van de gebruiker die uw wilt verwijderen en tik vervolgens
.
op Gebruiker verwijderen > Verwijderen .
Over het gastaccount
Als iemand uw apparaat alleen tijdelijk wil gebruiken, kunt u voor die gebruiker een gastaccount inschakelen. In de gastmodus start het apparaat op als een nieuw geïnstalleerd systeem met alleen de vooraf geïnstalleerde apps. Nadat de gast klaar is met uw apparaat, kunt u de sessie verwijderen zodat de volgende gast helemaal opnieuw kan beginnen. Het gastaccount is vooraf geïnstalleerd en kan niet worden
verwijderd.
Het gastaccount activeren
1
Zorg dat u bent ingelogd als de eigenaar, dat wil zeggen de gebruiker die het apparaat voor het eerst heeft ingesteld.
2
Tik in het startscherm op
3
Ga naar en tik op
U kunt het gastaccount ook activeren via de statusbalk in elk willekeurig scherm. Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag, tik op het gebruikerspictogram en tik vervolgens op Gast
toevoegen.
Instellingen
De gegevens van de gastsessie wissen
1
Zorg dat u bent ingelogd het gastaccount.
2
Tik in uw startscherm op
3
Ga naar en tik op Instellingen > Gebruikers.
4
Tik vervolgens op Gast verwijderen.
5
Tik op Verwijderen.
.
>
.
Gebruikers
>
Gast
.
Als u bent ingelogd willekeurig scherm. Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag, tik op het gebruikerspictogram en tik vervolgens op Gast verwijderen.
het gastaccount, kunt u de gastsessie wissen via de statusbalk van elk
55
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Over het beperkte profiel
U kunt beperkte profielen toevoegen die alleen beperkte toegang tot apps toestaan vanaf het eigenaarsaccount. U kunt bijvoorbeeld een beperkt profiel maken voor kinderen, zodat ze geen spelletjes kunnen spelen of inhoud voor volwassenen kunnen bekijken binnen uw account. U kunt maximaal zeven beperkte profielen toevoegen.
Een beperkt profiel toevoegen
1
Zorg ervoor dat u bent aangemeld als de eigenaar, d.w.z. de gebruiker die het apparaat voor het eerst heeft ingesteld.
2
Tik in uw startscherm op .
3
Tik vervolgens op Instellingen > Gebruikers > Gebruiker of profiel toevoegen.
4
Tik op Beperkt profiel. Er wordt een lijst met beschikbare apps weergegeven.
5
Tik om het profiel een naam te geven op Nieuw profiel en typ een naam en tik daarna op OK.
6
Sleep de betreffende schuifregelaar naar rechts naast de apps die u toegang wilt verlenen.
Als u geen pincode, wachtwoord of patroon hebt ingesteld als schermvergrendeling het toevoegen van een beperkt profiel, wordt u na het tikken op Beperkt profiel in stap 4 gevraagd om een schermbeveiliging in te stellen en een optie te selecteren over de weergave van meldingen op het vergrendelscherm. Volg de aanwijzingen op het scherm. Zie voor meer informatie over de opties voor het weergeven van meldingen op het vergrendelscherm
voor weergave van meldingen op het vergrendelscherm
Een beperkt profiel van uw apparaat verwijderen
1
Zorg ervoor dat u bent aangemeld als de eigenaar.
2
Tik in uw startscherm op .
3
Ga naar en tik op Instellingen > Gebruikers.
4
Tik op
naast de naam van het profiel dat u wilt verwijderen en tik vervolgens op
> Verwijderen.
op de pagina 25.
Opties
Schakelen tussen meerdere gebruikersaccounts
Schakelen tussen meerdere gebruikersaccounts
1
Om de lijst met gebruikers weer te geven, sleept u de statusbalk omlaag met twee vingers en tikt u op het gebruikerspictogram rechtsboven in het scherm.
2
Tik op het pictogram dat het gebruikersaccount weergeeft waarnaar u wilt schakelen. Het vergrendelingsscherm voor het betreffende gebruikersaccount
verschijnt.
Als u naar het gastaccount schakelt, tikt u op of op Ja, doorgaan om door te gaan met de vorige sessie.
Elke gebruiker kan zijn eigen vergrendelingsscherm instellen. Zie pagina 10.
Opnieuw als u de vorige sessie wilt verwijderen
Schermvergrendeling
Instellingen voor meerdere gebruikersaccounts
Er zijn drie verschillende soorten instellingen op apparaten met meerdere gebruikers:
Instellingen die iedere gebruiker kan veranderen en van invloed zijn op alle gebruikers. Voorbeelden zijn taal, Wi-Fi, Vliegmodus, NFC en Bluetooth®.
Instellingen die alleen van invloed zijn op een individueel gebruikersaccount. Voorbeelden zijn automatisch synchroniseren van data, schermvergrendeling, verschillende accounts
toegevoegd en achtergrond.
Instellingen die alleen zichtbaar zijn voor de eigenaar en van invloed zijn op alle gebruikers, bijvoorbeeld VPN-instellingen.
op de
56
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Tekst typen

Virtueel toetsenbord

U kunt tekst invoeren met het virtuele QWERTY-toetsenbord door elke letter afzonderlijk in te tikken, of u kunt de functie Vegen om te schrijven gebruiken en met uw vinger van de ene naar de andere letter schuiven om woorden te vormen. Als u liever een kleinere en verplaatsbare versie van het virtuele toetsenbord gebruikt, kunt u in plaats daarvan het duimentoetsenbord of het minitoetsenbord activeren.
U kunt maximaal drie talen selecteren voor tekstinvoer. De functie Smart language detection detecteert de taal die u gebruikt en voorspelt de woorden voor die taal tijdens het typen.
1 Teken vóór de cursor verwijderen.
2 Nieuwe regel invoegen of tekstinvoer bevestigen.
3
Tussen kleine letters , hoofdletters en caps omschakelen. Voor bepaalde talen wordt deze toets gebruikt om toegang te krijgen tot extra tekens in die taal.
4 Overschakelen naar het verplaatsbare duimen- of minitoetsenbord.
5 Spatie invoeren.
6 Toetsenbord personaliseren. Deze toets verdwijnt nadat het toetsenbord is gepersonaliseerd.
7
Cijfers en symbolen weergeven. Tik op voor nog meer symbolen.
Het virtuele toetsenbord weergeven om tekst in te voeren
Tik op een tekstinvoerveld.
Tekst teken voor teken invoeren
1
Als u een teken wilt invoeren dat zichtbaar is op het toetsenbord, tikt u op dit teken.
2
Als u een tekenvariant wilt invoeren, raakt u een regulier teken op het toetsenbord aan en houdt u dit vast om een lijst met beschikbare opties weer te geven. Selecteer vervolgens een optie in de lijst. Als u bijvoorbeeld 'é' wilt invoeren, raakt u 'e' aan en houd u het ingedrukt tot andere opties worden weergegeven. Sleep terwijl u uw vinger op het toetsenbord houdt, naar 'é' en selecteer deze optie.
Een punt invoeren
Tik tweemaal op de spatiebalk wanneer u klaar bent met het invoeren van een woord.
Schakelen tussen volledig toetsenbord en kleiner toetsenbord
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op
2
Selecteer een toetsenbord.
Tik en houd
vast, en sleep vervolgens het kleine toetsenbord naar de gewenste plaats.
57
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
, of .
De instellingen voor vegen om te schrijven wijzigen
1
Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, tikt u op .
2
Tik op en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord.
3
Om de functie voor vegen om te schrijven in te schakelen, sleept u de schuifregelaar naast Vegen om te schrijven naar de aan- of uitstand.
Tekst invoeren met de functie Gebaren
1
Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, veeg dan met uw vinger van letter naar letter om het woord te traceren dat u wilt schrijven.
2
Als u klaar bent met een woord tilt u uw vinger op. Uw apparaat stelt een woord voor op basis van de letters waar u langs hebt geveegd.
3
Als u het woord dat u wilt niet verschijnt, tik dan op daaruit. Als de gewenste optie niet verschijnt, verwijder dan het hele woord en veeg het opnieuw of voer het woord in door op alle letters apart te tikken.
voor meer opties en kies

Tekst invoeren met spraakinvoer

Als u tekst invoert, kunt u de spraakinvoerfunctie gebruiken in plaats van de woorden te typen. Zeg gewoon de woorden die u wilt invoeren. Spraakinvoer is een experimentele technologie van Google™, en is beschikbaar voor een aantal talen en landen.
Spraakinvoer inschakelen
1
Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, tikt u op
2
Tik op en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord.
3
Sleep de schuifregelaar naast
4
Tik op om de instellingen op te slaan. Er wordt nu een pictogram van een microfoon op het virtuele toetsenbord weergegeven.
Toets voor Google™ voice-typen
.
naar rechts.
Tekst invoeren met spraakinvoer
1
Open het virtuele toetsenbord.
2
Tik op
3
Als u klaar bent, tikt u nogmaals op . De voorgestelde tekst wordt weergegeven.
4
Bewerk de tekst eventueel met de hand.
Om het toetsenbord weer te geven en handmatig tekst in te voeren, tikt u op
. Als verschijnt, kunt u tekst invoeren door te spreken.

Tekst bewerken

U kunt tekst selecteren, knippen, kopiëren en plakken terwijl u schrijft. U kunt de bewerkfuncties openen door dubbel te tikken op de tekst die u heeft ingevuld. De bewerkfuncties worden dan beschikbaar via een applicatiebalk.
Applicatiebalk
De volgende handelingen zijn beschikbaar op de geselecteerde tekst:
Knippen
Kopiëren
Plakken
Delen
Alles selecteren
De optie
Tekst selecteren
1
Voer wat tekst in en tik twee keer op de tekst. Het woord dat u aantikt, wordt aan beide zijden gemarkeerd door tabs.
2
Sleep de tabs naar links of rechts om meer tekst te selecteren.
Plakken verschijnt alleen als u tekst op het klembord heeft opgeslagen.
.
58
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Tekst bewerken
1
Vul wat tekst in en dubbeltik op de ingevuld tekst om de applicatiebalk te laten
verschijnen.
2
Selecteer de tekst die u wilt bewerken en gebruik vervolgens de applicatiebalk om de gewenste wijzigingen aan te brengen.
Het vergrootglas gebruiken
Wanneer u tekst invoert, tikt u op het tekstveld en houdt u dit vast om de tekst vergroot weer te geven en de cursor te plaatsen op de gewenste plaats binnen het tekstveld.

Het virtuele toetsenbord aanpassen

Tijdens het invoeren van tekst met het virtuele toetsenbord heeft u toegang tot toetsenbordinstellingen en andere instellingen voor tekstinvoer, waarmee u bijvoorbeeld opties kunt instellen voor schrijftalen, tekstvoorspelling en -correctie. U kunt woordsuggesties voor een taal tegelijk ontvangen door de functie Smart language detection uit te schakelen.
Het toetsenbord kan tekst uit berichten en andere toepassingen gebruiken om uw schrijfstijl te leren kennen. Verder is er een personalisatiehandleiding die u helpt het uitvoeren van de basisinstellingen, zodat u snel aan de slag kunt. U kunt kiezen om andere toetsenborden te gebruiken en wisselen tussen toetsenborden. U kunt bijvoorbeeld het toetsenbord Xperia™ Chinees of het toetsenbord Xperia™ Japans selecteren.
De instellingen van het virtuele toetsenbord openen
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op
2
Tik op en vervolgens op
Instellingen voor toetsenbord
en wijzig de instellingen
.
als gewenst.
3
Voor het toevoegen van een schrijftaal voor tekstinvoer, tikt u op
Schrijftalen
en
markeert u de desbetreffende selectievakjes.
4
Tik op OK om uw keuze te bevestigen.
De instellingen voor woordsuggesties wijzigen
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op
2
Tik op en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord> Woordsuggesties.
3
Selecteer een optie.
.
Een toetsenbord selecteren
1
Tik het invoeren van tekst met het schermtoetsenbord op
rechtsonder in
het scherm.
2
Selecteer een optie.
Tik op
Meer toetsenb. om meer toetsenbordopties in te stellen en sleep de betreffende
schuifregelaars naar rechts.
De schrijftaal wijzigen met het virtuele toetsenbord
Deze functie is alleen beschikbaar als u meer dan een invoertaal hebt toegevoegd en als de functie slimme taaldetectie is uitgeschakeld, of als de geselecteerde talen niet-Romaanse talen bevatten.
Als u tekst invoert met het schermtoetsenbord, tikt u op het pictogram voor de schrijftaal om te wisselen tussen de geselecteerde schrijftalen. Tik bijvoorbeeld op
tot de gewenste schrijftaal verschijnt.
De instellingen voor slimme taaldetectie wijzigen
Als u slimme taaldetectie wilt gebruiken, moet in geselecteerd. Houd er ook rekening mee dat alleen talen met een Latijns alfabet worden ondersteund.
Schrijftalen meer dan één taal zijn
59
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
1
Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, tikt u op .
2
Tik op en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord.
3
Als u de functie voor slimme taaldetectie wilt inschakelen, sleept u de schuifregelaar naast Slimme taaldetectie naar de aan- of uitstand.
De instellingen veranderen van Mijn schrijfstijl gebruiken
1
Als u tekst invoert met het virtuele toetsenbord tikt u op .
2
Tik op , vervolgens op Instellingen voor toetsenbord > Mijn schrijfstijl gebruiken en selecteer een optie.
Een variant van een toetsenbordindeling selecteren
Indelingsvarianten voor het virtuele toetsenbord zijn mogelijk niet voor alle schrijftalen beschikbaar. U kunt verschillende toetsenbordindelingen voor elke geschreven taal kiezen.
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op
2
Tik op en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord.
3
Tik op Schrijftalen en vervolgens op naast een schrijftaal.
4
Selecteer een variant van een toetsenbordindeling.
5
Tik op OK om uw keuze te bevestigen.
.
60
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Contacten

Contacten overbrengen

Er zijn verschillende manieren om contacten naar uw nieuwe apparaat over te brengen. U kunt contacten synchroniseren met een online account of rechtstreeks importeren vanaf een ander apparaat.
Contacten overzetten met een computer
Xperia™ Transfer is een applicatie waarmee u uw contacten vanaf uw oude apparaat kunt verzamelen om ze over te dragen naar uw nieuwe apparaat. Xperia™ Transfer, dat u kunt openen vanuit de Xperia™ Companion-software, ondersteunt mobiele apparaten met iOS/iCloud en Android™. Als u overstapt vanaf een iOS-apparaat, biedt de functie App Matching u suggesties voor vergelijkbare Android-apps.
Voor het gebruik van Xperia™ Transfer hebt u het volgende nodig:
een computer met internetverbinding;
uw nieuwe Android™-apparaat;
een USB-kabel voor uw nieuwe Android™-apparaat;
uw oude apparaat;
een USB-kabel voor uw oude apparaat.
U hebt uw oude apparaat mogelijk niet nodig. Voor iOS-apparaten kunt u rechtstreeks verbinding maken met iCloud of een lokale back-up gebruiken. Voor oudere Sony-apparaten kunt u lokale back-ups gebruiken.
Contacten naar uw nieuwe apparaat overbrengen
1
Download Xperia™ Companion voor Windows op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion/ of Xperia™ Companion voor Mac op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion-mac/ als de software nog niet is geïnstalleerd.
2
Sluit uw apparaat met behulp van een USB-kabel op de computer aan.
3
Na installatie opent u de Xperia™ Companion-software als die nog niet is gestart en klikt u op brengen.
Xperia™ Transfer
; volg de instructies om uw contacten over te
Contacten overbrengen met een online account
Als u de contacten op uw oude apparaat of uw computer synchroniseert met een online account, bijvoorbeeld Google Sync™, Facebook™ of Microsoft® Exchange ActiveSync®, kunt u uw contacten overbrengen naar uw nieuwe apparaat met behulp
van dat account.
Contacten synchroniseren naar uw nieuwe apparaat met een synchronisatie-account
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op
3
Select het account waarmee u uw contacten wilt synchroniseren en tik vervolgens op
U moet hiermee kunt synchroniseren.
en vervolgens op Instellingen> Accounts en synchronisatie.
> Nu synchroniseren.
zijn aangemeld het desbetreffende synchronisatie-account voordat u uw contacten
Andere methoden voor overbrengen van contacten
Er zijn verschillende andere manieren om contacten over te brengen van uw oude naar uw nieuwe apparaat. U kunt bijvoorbeeld contacten kopiëren naar een geheugenkaart of
gebruikmaken van Bluetooth® technologie. Voor meer specifieke informatie over het overbrengen van de contacten vanaf uw oude apparaat, raadpleegt u de desbetreffende gebruikershandleiding.
61
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Contacten importeren vanaf een geheugenkaart
1
Tik vanaf uw Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Druk op en tik op Contacten importeren > SD-kaart.
3
Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.
4
Selecteer het bestand dat u wilt importeren en tik op OK.
Contacten importeren met Bluetooth®-technologie
1
Zorg ervoor dat de Bluetooth®-functie is ingeschakeld en uw apparaat op zichtbaar is ingesteld.
2
Wanneer u op de hoogte wordt gebracht van een binnenkomend bestand op uw apparaat, sleept u de statusbalk omlaag en tikt u op de melding om de bestandsoverdracht te accepteren.
3
Tik op Accepteren om de bestandsoverdracht te starten.
4
Sleep de statusbalk omlaag. Wanneer het overbrengen gereed is, tikt u op de melding.
5
Tik op het ontvangen bestand en selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.

Contacten zoeken en weergeven

1 Contacten zoeken
2 Meer opties weergeven
3 Tabbladen Contacten, Favorieten en Groepen
4 Medische contactinformatie en noodhulpnummers bewerken en weergeven.
5 Contactgegevens weergeven
6 Direct naar contacten gaan die beginnen met de geselecteerde letter
7 Contact toevoegen
Een contact zoeken
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op
en voer een telefoonnummer, een naam of andere informatie in het veld
Contacten zoeken in. De lijst met resultaten wordt gefilterd zodra u een teken invoert.
Selecteren welke contacten moeten worden weergegeven in de applicatie Contacten
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Druk op
3
Selecteer of deselecteer de gewenste opties in de geopende lijst. Als u uw
en tik vervolgens op Filteren.
en vervolgens op .
contacten met een synchronisatie-account hebt gesynchroniseerd, wordt dit account in de lijst weergegeven. Tik op de account om de lijst met opties verder uit te vouwen.
62
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Contacten toevoegen en bewerken

Een contact toevoegen
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op
3
Als u uw contacten hebt gesynchroniseerd met één of meerdere accounts en een nieuw contact toevoegt, moet u het account selecteren waaraan u dit contact wilt toevoegen. U kunt ook op Geen back-up tikken als u het contact alleen op uw apparaat wilt gebruiken en opslaan.
4
Voer de gewenste gegevens voor het contact in of selecteer deze.
5
Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
Het account dat u in stap 3 voor synchronisatie hebt gekozen, wordt als standaardaccount weergegeven wanneer u een nieuw contact toevoegt. Als u een contact in een bepaald account opslaat, wordt dat account als standaardaccount voor opslag weergegeven wanneer u een nieuw contact toevoegt. Als u een contact in een bepaald account hebt opgeslagen en u dit wilt wijzigen, moet u een nieuw contact aanmaken en een ander account voor opslag kiezen.
Als u vóór het telefoonnummer van een contact een plusteken en de landcode toevoegt, hoeft u het nummer niet te bewerken wanneer u vanuit andere landen belt.
Een contact bewerken
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op .
3
Bewerk de gewenste informatie.
4
Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
.
Sommige synchronisatieservices laten u geen contactgegevens bewerken.
Een afbeelding koppelen aan een contact
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op .
3
Tik op
en selecteer een methode om de contactafbeelding toe te voegen en
naar wens te bewerken.
4
Als u de afbeelding hebt toegevoegd, tikt u op
U kunt ook een afbeelding aan een contact toevoegen vanuit de applicatie afbeelding wilt toevoegen die is opgeslagen op een online account, moet u de foto eerst downloaden.
OPSLAAN
.
Album . Als u een
De beltoon voor een contact personaliseren
1
Tik vanaf uw Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op de contactgegevens die u wilt aanpassen en tik vervolgens op
3
Tik op > Ringtone instellen.
4
Selecteer een optie in de lijst en tik op om een muziekbestand te selecteren dat
.
in uw apparaat staat opgeslagen. Tik daarna op Gereed.
5
Tik op OPSLAAN.
Contacten verwijderen
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Houd het contact dat u wilt verwijderen, aangeraakt.
3
Om alle contacten te verwijderen, tikt u op de pijl omlaag om het vervolgkeuzemenu te openen en vervolgens selecteert u Alles markeren.
4
Tik op en vervolgens op Verwijderen.
Contactgegevens over uzelf bewerken
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op Mijzelf en vervolgens op .
3
Voer de nieuwe gegevens in of voer de gewenste wijzigingen door.
4
Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
63
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Favorieten en groepen

U kunt contactpersonen als favorieten markeren, zodat u snel toegang krijgt tot hun gegevens via de toepassing Contacten. U kunt tevens contactpersonen aan groepen toewijzen om sneller toegang tot een groep contactpersonen te krijgen vanuit de applicatie Contacten.
Een contact als favoriet toevoegen of verwijderen
1
Tik vanaf het Startscherm op
2
Tik op het contact dat u wilt toevoegen aan of verwijderen uit uw favorieten.
3
Tik op .
Uw favoriete contacten weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Favorieten.
Een contact aan een groep toewijzen
1
Tik in de applicatie Contacten op het contact dat u aan een groep wilt toewijzen.
2
Tik op
3
Markeer de selectievakjes voor de groepen waaraan u het contact wilt toewijzen.
4
Tik op OPSLAAN.
en tik daarna op de balk direct onder Groepen.
en vervolgens op .
en tik vervolgens op .

Contactinformatie verzenden

Uw visitekaartje verzenden
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op
3
Tik op en vervolgens op Delen.
4
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het scherm.
Een contact verzenden
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het contact waarvan u de details wilt verzenden.
3
Tik op
4
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het scherm.
Meerdere contacten tegelijkertijd verzenden
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Druk op
3
Markeer de contacten die u wilt verzenden of selecteer ze allemaal als u alle contacten wilt verwijderen.
4
Tik op en selecteer vervolgens een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het scherm.
.
Mijzelf
en vervolgens op Delen.
en tik op
Diverse markeren
en vervolgens op .
.
Dubbele items in de applicatie Contacten vermijden
Als u uw contacten met een nieuw account synchroniseert of op een andere manier contactgegevens importeert, kan dit mogelijk leiden tot dubbele vermeldingen in de applicatie Contacten. Als dit het geval is, kunt u deze duplicaten samenvoegen tot één vermelding. Als u per ongeluk vermeldingen samenvoegt, kunt u ze later ook opnieuw splitsen.
64
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Contacten koppelen
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het contact dat u aan een ander contact wilt koppelen.
3
Druk op en tik op Contact koppelen.
4
Tik op het contact waarvan u de informatie wilt samenvoegen met het eerste contact en tik vervolgens op OK om te bevestigen. De informatie van het eerste contact wordt samengevoegd met het tweede contact en de gekoppelde contacten worden als één contact weergegeven in de lijst met contacten.
Gekoppelde contacten scheiden
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het gekoppelde contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op .
3
Tik op Contactkoppeling verw. > Ontkoppelen.

Een back-up maken van contacten

U kunt een geheugenkaart of USB-opslag gebruiken om een back-up te maken van contacten. Zie
Contacten overbrengen
herstellen van contacten op uw apparaat.
Alle contacten exporteren naar een geheugenkaart
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Druk op en tik op Contacten exporteren > SD-kaart.
3
Tik op OK.
op de pagina 61 voor meer informatie over het
Alle contacten exporteren naar de USB-geheugenstick
Als u volgens deze methode contacten exporteert, moet u het apparaat eerst aansluiten op een USB-opslagapparaat, zoals een USB-stick of een externe harde schijf, via de USB Hostadapterkabel. Zie meer informatie over het aansluiten van het apparaat op een USB-opslagapparaat.
1
Tik in het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op
3
Tik op OK.
en vervolgens op Contacten exporteren> USB-opslag.
Uw apparaat aansluiten op USB-accessoires
op de pagina 103 voor
65
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

E-mail

E-mail instellen

Gebruik de e-mailapplicatie op uw apparaat voor het versturen en ontvangen van e­mailberichten via uw e-mailaccounts. U kunt een of meerdere e-mailaccounts tegelijkertijd hebben, inclusief zakelijke Microsoft Exchange ActiveSync-accounts.
Een e-mailaccount instellen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op E-mail.
3
Volg de instructies die worden weergegeven op het scherm om de installatie te voltooien.
Voor sommige e-mailservices moet u wellicht contact opnemen met uw provider voor detailinformatie over de instellingen voor de e-mailaccount.
Een extra e-mailaccount toevoegen
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Vind en tik op E-mail.
3
Tik op en tik daarna op Instellingen > Account toevoegen.
4
Vul het e-mailadres en het wachtwoord in en tik vervolgens op instellingen voor het e-mailaccount niet automatisch kunnen worden gedownload, voltooit u de instelling handmatig.
5
Als u klaar bent, tikt u op Volgende.
.
.
Volgende
. Als de

E-mailberichten verzenden en ontvangen

1 Lijst weergeven van alle e-mailaccounts en recente mappen
2 E-mailberichten sorteren
3 Zoeken naar e-mailberichten
4 Instellingen en opties openen
5 E-mailbericht schrijven
6 Lijst met e-mailberichten
Nieuwe e-mailberichten downloaden
Open het postvak IN en veeg naar beneden in de berichtenlijst.
66
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
E-mailberichten lezen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op E-mail.
3
Tik als u meerdere e-mailaccounts hebt op en selecteer het account dat u wilt controleren. Tik op en vervolgens op Gecombineerd Postvak IN als u al uw e­mailaccounts tegelijkertijd wilt controleren.
4
Blader omhoog of omlaag in het postvak IN en tik op het e-mailbericht dat u wilt lezen.
Een e-mailbericht maken en verzenden
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op E-mail.
2
Als u meerdere e-mailaccounts gebruikt, tikt u op en selecteert u het account van waaruit u de e-mail wilt verzenden.
3
Tik op meer ontvangers uit de vervolgkeuzelijst.
4
Voer het onderwerp en de hoofdtekst van de e-mail in en tik op
Een e-mailbericht beantwoorden
1
Zoek en raak in het postvak IN het bericht aan waarop u wilt antwoorden en houd het vast. Tik vervolgens op Antwoord of Allen antwoorden.
2
Voer uw antwoord in en tik op
Een e-mailbericht doorsturen
1
Raak in het postvak IN het bericht aan dat u wilt doorsturen en houd het vast. Tik vervolgens op Doorsturen.
2
Typ de naam of het e-mailadres van de ontvanger en selecteer een of meer ontvangers uit de vervolgkeuzelijst.
3
Voer de tekst van het bericht in en tik vervolgens op .
en typ de naam of het e-mailadres van de ontvanger en selecteer een of
.
De bijlage van een e-mailbericht weergeven
1
Zoek naar en tik op het e-mailbericht met de bijlage die u wilt weergeven. E­mailberichten met bijlagen worden aangegeven met .
2
Tik na het openen van het e-mailbericht op
3
Als de bijlage is gedownload, tikt u opWeerg..
Het e-mailadres van een afzender opslaan bij uw contacten
1
Tik op een bericht in uw postvak IN.
2
Tik op de naam van de afzender, tik op vervolgens op OK.
3
Selecteer een bestaand contact of tik op
4
Bewerk zonodig de contactgegevens en tik op Opslaan.
Toevoegen aan Contacten
Nieuw contact maken
. De bijlage wordt gedownload.
Laden
.

Uw e-mailberichten organiseren

Uw e-mails sorteren
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op E-mail.
3
Tik als u meerdere e-mailaccounts hebt op het postvak IN dat u wilt sorteren. Tik op
Postvak IN als u e-mail voor al uw e-mailaccounts tegelijkertijd wilt sorteren.
4
Tik op en tik vervolgens op Sorteren.
5
Selecteer een sorteeroptie.
en selecteer het account dat hoort
en vervolgens op Gecombineerd
en tik
67
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
E-mails zoeken
1
Tik in het Startscherm op en tik vervolgens op E-mail.
2
Tik als u meerdere e-mailaccounts hebt op en selecteer het account dat u wilt zoeken. Tik op en vervolgens op Gecombineerd Postvak IN als u al uw e­mailaccounts tegelijkertijd wilt doorzoeken.
3
Tik op .
4
Typ de tekst voor uw zoekopdracht en tik op op het toetsenbord.
5
Het zoekresultaat verschijnt in een lijst die is gesorteerd op datum. Tik op het e­mailbericht dat u wilt openen.
Alle mappen voor één e-mailaccount weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Sleep de linkerrand van het scherm naar rechts en selecteer het account dat u wilt controleren.
3
Schakel de gewenste opties in onder Alle mappen tonen.
Een e-mailbericht verwijderen
Tik in het postvak IN rechts op het bericht dat u wilt verwijderen.
Een e-mailbericht naar een andere map verplaatsen
1
Veeg in het postvak IN op het bericht dat u naar links wilt verplaatsen.
2
Tik op
Verplaatsen
en selecteer een map.
en tik vervolgens op E-mail.

Instellingen e-mailaccount

Een e-mailaccount verwijderen van uw apparaat
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Druk op en tik op
4
Selecteer de account die u wilt verwijderen.
5
Tik op
Account verwijderen
De controlefrequentie voor het postvak IN wijzigen
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Vind en tik op E-mail.
3
Tik op
4
Selecteer het account waarvoor u de controlefrequentie voor het postvak IN wilt
wijzigen.
5
Tik op Controlefrequentie > Controlefrequentie en selecteer een optie.
Automatische antwoorden instellen in een Exchange Active Sync-account
1
Tik op uw Startscherm op ; ga naar en tik op E-mail.
2
Druk op en tik op Instellingen.
3
Selecteer de EAS (Exchange Active Sync) account waarvoor u een automatisch antwoord wilt instellen.
4
Tik op Afwezig.
5
Sleep de schuifregelaar naast Afwezig naar rechts om de functie in te schakelen.
6
Schakel indien nodig het Tijdbereik instellen-selectievakje in en stel het tijdsbereik voor het automatische antwoord in.
7
Voer de tekst van uw automatische antwoord in het tekstveld in.
8
Tik op OK om uw keuze te bevestigen.
en vervolgens op
Instellingen
.
.
> OK.
Instellingen
.
Gmail™
Als u een Google™-account hebt, kunt u de Gmail™-applicatie gebruiken om e­mailberichten te lezen en te schrijven.
68
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
1 Een lijst weergeven van alle Gmail-accounts en -mappen
2 Zoeken naar e-mailberichten
3 Een e-mailbericht archiveren
4 E-mailbericht verwijderen
5 Een e-mailbericht als ongelezen markeren
6 Een e-mailbericht naar een map verplaatsen
7 Instellingen en opties openen
8 Lijst met e-mailberichten
9 E-mailbericht schrijven
Meer informatie over Gmail™
Wanneer de Gmail-applicatie is geopend, sleept u de linker rand van het scherm naar rechts en zoekt u naar en tikt u op
Help
.
69
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Muziek

Muziek overbrengen naar uw apparaat

Er bestaan verschillende methodes om muziek vanaf een computer naar uw apparaat over te zetten:
U kunt muziekbestanden overzetten tussen uw apparaat en een computer met de
bijgeleverde USB-kabel. Nadat deze is aangesloten, selecteert u Bestanden overzetten (MTP) op het apparaat en vervolgens kunt u de bestanden kopiëren en plakken of
verslepen met de computer. Zie
Bestanden beheren met een computer
pagina 33.
U kunt de Xperia™ Companion-software gebruiken om uw mediabestanden tussen de computer en uw apparaat over te zetten. Meer informatie en download Xperia™ Companion voor Windows op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion/ of Xperia™ Companion voor Mac op http://support.sonymobile.com/tools/xperia-companion-mac/.
Mogelijk ondersteunt de applicatie Muziek niet alle soorten muziekbestanden. Download voor meer informatie over de ondersteunde bestandsindelingen en het gebruik van multimediabestanden (audio, foto's, video) de whitepaper voor uw apparaat via
www.sonymobile.com/support/
.

Naar muziek luisteren

Gebruik de Muziekapplicatie om naar uw favoriete muziek en audioboeken te luisteren.
op de
1 Ga naar het muziekstartscherm
2 Doorzoek alle nummers die op uw apparaat zijn opgeslagen
3 Geef de huidige afspeelwachtrij weer
4 Albumafbeeldingen (indien beschikbaar)
5 Voortgangsindicator: versleep de indicator of tik langs de lijn om snel vooruit of terug te spoelen
6 Verstreken tijd van het huidige muziekstuk
7 Totale tijd (lengte) van het huidige muziekstuk
8 Herhaal alle nummers in de huidige afspeelwachtrij
9 Tik om naar het volgende nummer in de afspeelwachtrij te gaan
Raak aan en houd vast om snel door te spoelen binnen het huidige nummer
10 Speel een nummer af of pauzeer het
11 Tik om naar het vorige nummer in de afspeelwachtrij te gaan
Raak aan en houd vast om terug te spoelen binnen het huidige nummer
12 Plaats muziekstukken in de huidige afspeelwachtrij in willekeurige volgorde
70
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Muziekstartpagina
1 Sleep de linkerkant van het scherm naar rechts om het menu op de Muziekstartpagina te openen
2 Omhoog of omlaag bladeren om de inhoud weer te geven
3 Speel een nummer af met behulp van de applicatie Music
4 Keer terug naar het scherm van de muziekspeler
5 Speel alle nummers in willekeurige volgorde af
Een nummer afspelen met de applicatie Muziek
1
Tik in het Startscherm op
2
Versleep de linkerrand van het scherm naar rechts.
3
Selecteer een muziekcategorie.
4
Tik op een nummer om dit af te spelen.
, ga naar en tik op .
Mogelijk
rechten hebt voor het materiaal dat u wilt delen.
kunt u geen auteursrechtelijk beschermde items afspelen. Verifieer of u de benodigde
Nummergerelateerde informatie online zoeken
Tik op de Album art en vervolgens op Meer informatie als een nummer wordt afgespeeld in de applicatie Muziek.
De online hulpbronnen voor het nummer songteksten en informatie over artiesten op Wikipedia.
zijn onder andere video's op YouTube™,
Muziekgegevens bewerken en album art downloaden
1
Tik vanuit de applicatie Muziek op de Album art en tik vervolgens op
Muziekinfo
bewerken.
2
Bewerk de gegevens naar wens.
3
Tik op
4
Als u klaar bent, tikt u op
U kunt in het menu Muziek gedownload.
en selecteer een optie om album art in te stellen of te downloaden.
OPSLAAN
Instellingen instellen dat album art automatisch wordt
.
Het audiovolume aanpassen
Druk op de volumetoets.
De toepassing Muziek minimaliseren
Wanneer een nummer wordt afgespeeld, tikt u op om naar het Startscherm te gaan. De applicatie Muziek blijft uitgevoerd op de achtergrond.
De toepassing Muziek openen wanneer muziek op de achtergrond wordt afgespeeld
1
Tik, terwijl een nummer op de achtergrond wordt afgespeeld, op de om het venster met onlangs gebruikte toepassingen te openen.
2
Tik op de toepassing Muziek.

Muziekstartschermmenu

Het Muziekstartschermmenu geeft u een overzicht van alle nummers op uw apparaat. Vanaf hier kunt u uw albums en afspeellijsten beheren.
71
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
1 Terugkeren naar de muziekstartscherm
2 Geef de huidige afspeelwachtrij weer
3 Blader door alle artiesten
4 Blader door alle albums
5 Blader door alle nummers
6 Blader door uw muziekbibliotheek en filter op artiest, album of naam van nummer
7 Door alle afspeellijsten bladeren
8 Speel een gedeeld muziekbestand af op een ander apparaat
9 Bekijk alle geabonneerde of gedownloade bestanden in Podcast
10 Open het instellingsmenu voor de Muziek-applicatie
11 Open het ondersteuningsmenu voor de Muziek-applicatie
Het startschermmenu Muziek openen
1
Tik in uw Startscherm op en ga naar en tik op .
2
Versleep de linkerrand van het scherm naar rechts.
Terugkeren naar het startscherm Muziek
Open het startschermmenu Muziek en tik op
Als het startschermmenu Muziek is geopend, tikt u op het scherm rechts van het
Start
.
menu.
Een nummer verwijderen
1
Open het startschermmenu Muziek en blader vervolgens naar het nummer dat u wilt verwijderen.
2
Raak de titel van het nummer aan, houd deze vast en tik op
Verwijderen
in de lijst
die verschijnt.
3
Tik opnieuw op
Verwijderen
om uw keuze te bevestigen.
Afspeellijsten
In het startscherm Muziek kunt u uw eigen afspeellijsten maken op basis van de muziek die op uw apparaat is opgeslagen.
Zelf playlists maken
1
Houd in het startscherm Muziek de naam aangeraakt van het album of nummer dat u aan een playlist wilt toevoegen.
2
Tik in het menu dat wordt geopend op Toevoegen aan playlist > Nieuwe afspeellijst maken.
3
Voer een naam in voor de playlist en tik op OK.
U kunt tevens op de album art tikken en vervolgens op playlist te maken.
Toevoegen aan playlist om een nieuwe
72
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Uw eigen afspeellijsten afspelen
1
Open het startschermmenu Muziek en tik op Afspeellijsten.
2
Selecteer onder Afspeellijsten de afspeellijst die u wilt openen.
3
Tik op Shuffle alles als u alle nummers wilt afspelen.
Nummers toevoegen aan een playlist
1
Ga vanuit het startscherm Muziek naar het nummer of album dat u wilt toevoegen aan een playlist.
2
Raak de titel van het nummer of album aan en houd deze vast, tik vervolgens op
Toevoegen aan playlist.
3
Tik op de naam van de playlist waaraan u het album of het nummer wilt toevoegen. Het album of het nummer wordt nu aan de playlist toegevoegd.
Een nummer verwijderen uit een afspeellijst
1
Houd in een afspeellijst de titel vast van het nummer dat u wilt verwijderen.
2
Tik op Verwijderen uit afspeellijst.
Mogelijk kunt u een nummer niet verwijderen dat op de geheugenkaart of in het interne geheugen van het apparaat is opgeslagen.
Een afspeellijst verwijderen
1
Open het startschermmenu Muziek en tik op
2
Raak de afspeellijst die u wilt verwijderen aan en houd deze vast.
3
Tik op
Verwijderen
4
Tik opnieuw op Verwijderen om uw keuze te bevestigen.
.
Afspeellijsten
.
Slimme
afspeellijsten kunt u niet verwijderen.

Muziek delen

Een nummer delen
1
Ga vanuit het startscherm Muziek naar het nummer of album dat u wilt delen.
2
Raak de titel van het nummer aan en houd deze vast, tik vervolgens op Share.
3
Selecteer een toepassing in de lijst en volg de instructies op het scherm.
U kunt op deze manier ook albums en
afspeellijsten delen.

Het geluid verbeteren

De geluidskwaliteit verbeteren met de equalizer
1
Open het startmenu voor Muziek en tik op Instellingen > Geluidsinstellingen > Geluidseffecten > Equalizer.
2
Sleep de knoppen van de frequentieband omhoog of omlaag als u het geluid handmatig wilt aanpassen. Tik op automatisch wilt aanpassen.
De functie Surround-geluid inschakelen
1
Open het Muziek-startschermmenu en tik op Instellingen > Geluidsinstellingen > Geluidseffecten > Surroundgeluid (VPT).
2
Veeg naar links of rechts om een instelling te selecteren en tik ter bevestiging op OK.
en selecteer een stijl als u het geluid
Muziek herkennen met TrackID™
Gebruik de TrackID™-muziekherkenning om een nummer te identificeren dat in uw omgeving wordt afgespeeld. Neem een kort stukje van het nummer op en binnen enkele seconden ziet u info over artiest, titel en album. U kunt tracks kopen die zijn geïdentificeerd door TrackID™ en u kunt TrackID-lijsten bekijken om te zien naar welke
73
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
muziek TrackID-gebruikers wereldwijd aan het zoeken zijn. Gebruik de applicatie TrackID™ voor optimale resultaten in een rustige omgeving.
1 Zoeken naar tracks, albums en artiesten
2 Een online TrackID™-profiel aanmaken
3 De huidige hitlijsten bekijken
4 TrackID™-opties weergeven
5 De geschiedenis van uw vorige zoekopdrachten weergeven
6 Bekijken wat andere luisteraars volgen
7 De muziek identificeren die u aan het beluisteren bent
De TrackID™-applicatie en de TrackID™-service worden niet in alle landen/regio's en door alle netwerken en/of aanbieders ondersteund. TrackID™ kan verbinding maken met de service die muziek streamt die in uw land beschikbaar is.
Muziek herkennen met TrackID™-technologie
1
Tik in uw Startscherm op .
2
Zoek naar en tik op TrackID™ en houd het apparaat dicht de muziekbron.
3
Tik op
. Als het nummer wordt herkend door de TrackID™-service, verschijnen
de resultaten op het scherm.
Als u wilt terugkeren naar de startpagina van
TrackID™, tikt u op .
Artiestinformatie voor een nummer weergeven
1
Zodra de applicatie
TrackID™
een track heeft herkend, wordt het resultaat op het
TrackID™-startscherm weergegeven.
2
Blader naar het resultaat dat u wilt weergeven en tik erop.
Een nummer uit de trackgeschiedenis verwijderen
1
Open de applicatie TrackID™ en blader vervolgens naar het nummer dat u wilt
verwijderen.
2
Raak het scherm aan en houd het vast om
3
Tik op
.
weer te geven.
TrackID™ LIVE gebruiken
Gebruik TrackID™ LIVE om realtime LIVE-trackings van over de hele wereld te zien. U kunt TrackID™ LIVE op twee manieren starten:
Tik op de kaart op het TrackID™-startscherm.
Of druk op en tik vervolgens op TrackID™ LIVE.
wijzigen hoe snel u trackings wilt zien en u kunt previews van nummers dempen of de
U kunt demping ongedaan maken.
74
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

FM-radio

Naar de radio luisteren

De FM-radio in uw apparaat werkt net als elke andere FM-radio. U kunt bijvoorbeeld door FM-radiozenders bladeren, deze beluisteren en zenders opslaan als favorieten. U moet een bedrade headset of hoofdtelefoon op het apparaat aansluiten voordat u de radio kunt gebruiken. Dit is noodzakelijk omdat de headset of hoofdtelefoon als antenne werkt. Als een van deze apparaten is aangesloten, kunt u het geluid eventueel uit de luidspreker laten komen.
1 Sla een zender op als favoriet of verwijder deze
2 Ingestelde frequentie
3 Lijst met favorieten
4 Start de applicatie voor muziekherkenning TrackID™
5 Aan-uitknop voor radio
6 Geef de menuopties weer
7 Frequentieband – sleep naar links of rechts om tussen kanalen te schakelen
8 Ga omhoog over de frequentieband om een zender te zoeken
9 Afstemknop
10 Een opgeslagen favoriete zender
11 Ga omlaag over de frequentieband om een zender te zoeken
De FM-radio beluisteren
1
Sluit een headset of een hoofdtelefoon aan op uw apparaat.
2
Tik vanaf uw Startscherm op .
3
Tik op FM-radio
. De beschikbare zenders worden weergegeven wanneer u door
de frequentieband bladert.
Wanneer u de FM-radio start, worden de beschikbare zenders automatisch weergegeven. Als een zender RDS-informatie doorgeeft, verschijnt deze enkele seconden nadat u begonnen bent met luisteren naar de zender.
Schakelen tussen radiozenders
Sleep de frequentieband naar links of rechts.
Opnieuw zoeken naar radiozenders
1
Wanneer de radio is geopend, drukt u op .
2
Tik op Kanalen zoeken. De hele frequentieband wordt gescand en alle beschikbare zenders worden weergegeven.
75
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het radiogeluid naar de luidspreker omschakelen
1
Wanneer de radio is geopend, drukt u op .
2
Tik op Via luidspreker afsp..
Druk op en tik op Afsp. op hoofdtelefoon om het geluid terug te schakelen naar de bedrade headset of hoofdtelefoon.
Een muziekstuk identificeren op de FM-radio met TrackID™
1
Tik op terwijl het muziekstuk op de FM-radio van het apparaat wordt afgespeeld.
2
Er wordt een voortgangsindicator weergegeven terwijl de TrackID™-applicatie het muziekstuk analyseert. Als dit lukt, krijgt u een resultaat of een lijst met mogelijke muziekstukken te zien.
3
Druk op
De TrackID™-applicatie en de TrackID™-dienst worden niet in alle landen/regio's en door alle netwerken en/of aanbieders in alle gebieden ondersteund.
om terug te keren naar de FM-radio.

Favoriete radiozenders

Een zender als favoriet opslaan
1
Ga wanneer de radio is geopend naar de zender die u wilt opslaan als favoriet.
2
Tik op
3
Voer een naam in en selecteer een kleur voor de zender en druk dan op Opslaan.
.
Luisteren naar een favoriete radiozender
1
Tik op .
2
Selecteer een optie.
Een zender als favoriet verwijderen
1
Ga wanneer de radio is geopend naar de zender die u wilt verwijderen.
2
Tik op
en op Verwijderen.

Geluidsinstellingen

Wisselen tussen de mono- en stereogeluidsmodus
1
Wanneer de radio is geopend, drukt u op
2
Tik op
Stereogeluid inschakelen
3
Druk op monogeluidsmodus te beluisteren.
De regio van de radio selecteren
1
Wanneer de radio is geopend, drukt u op .
2
Tik op Radioregio instellen.
3
Selecteer een optie.
en tik op Monogeluid afdwingen om de radio weer in
.
.
76
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Camera

Foto's maken en video's opnemen

1 In- of uitzoomen
2 Schakelen tussen de camera aan de voorkant en de hoofdcamera
3 Camera aan voorkant
4 Hoofdscherm camera
5 Foto's en video's weergeven
6 Foto's maken of video's opnemen
7 Instellingen voor opnamemodus wijzigen
8 Een stap teruggaan of de camera afsluiten
9 De cameramodus selecteren
Een foto nemen vanaf het vergrendelscherm
1
Druk kort op de aan/uit-toets om het scherm te activeren.
2
Om de camera te activeren, raakt u het camerapictogram aan en sleept u dit naar rechts.
3
Tik nadat de camera is geopend op .
Een foto maken door het scherm aan te raken
1
Activeer de camera.
2
Tik op
3
Sleep de
4
Richt de camera op het onderwerp.
5
Als u een foto wilt maken, tikt u in een gebied op het scherm waarop u de camera
.
Vastleggen met aanraken
-schuifregelaar naar rechts.
wilt scherpstellen.
Een foto maken door op de knop op het scherm te tikken
1
Activeer de camera.
2
Richt de camera op het onderwerp.
3
Tik op de knop op het scherm
. De foto wordt gemaakt zodra u uw vinger van
het scherm haalt.
Een zelfportret maken met de camera aan de voorkant
1
Activeer de camera.
2
Tik op .
3
Als u de foto wilt maken, tikt u op de cameraknop op het scherm
. De foto
wordt gemaakt zodra u uw vinger van het scherm haalt.
De zoomfunctie gebruiken
Druk de volumetoets omhoog of omlaag wanneer de camera open is.
Knijp vingers samen of beweeg ze uit elkaar op het camerascherm wanneer de camera open is.
77
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een video opnemen
1
Activeer de camera.
2
Als de videomodus niet is geselecteerd, veegt u over het scherm om te selecteren.
3
Richt de camera op het onderwerp.
4
Tik op om de opname te starten.
5
Tik op om de opname van een video te onderbreken. Tik op om het opnemen te hervatten.
6
Tik op om de opname te stoppen.
Een foto nemen tijdens het opnemen van een video
Tik op gemaakt zodra u uw vinger van het scherm haalt.
Uw foto's en video's weergeven
1
Schakel de camera in en tik vervolgens op een miniatuurweergave om een foto of video te openen.
2
Veeg naar links of rechts om uw foto's en video's weer te geven.
Een foto of een opgenomen video verwijderen
1
Blader naar de foto of de video die u wilt verwijderen.
2
Tik op het scherm zodat
3
Tik op
4
Tik op
om een foto te nemen tijdens het opnemen van een video. De foto wordt
wordt weergegeven.
.
Verwijderen
om uw keuze te bevestigen.

Gezichtsherkenning

De camera herkent automatisch gezichten en geeft ze aan door middel van een kader. Met een gekleurd kader wordt aangegeven op welk gezicht wordt scherpgesteld. Er wordt scherpgesteld op het gezicht dat zich het dichtst de camera bevindt. U kunt ook op een van de kaders tikken om te bepalen op welk gezicht moet worden scherpgesteld.
Gezichtsdetectie inschakelen
1
Veeg op het scherm naar
2
Tik op
3
Vind en tik op Scherpstel-modus > Gezichtsherkenning.
Een foto maken met gezichtsdetectie
1
Wanneer de camera is geopend en Gezichtsherkenning is ingeschakeld, richt u de camera op uw onderwerp. Er kunnen tot 5 gezichten worden gedetecteerd en elk gedetecteerd gezicht wordt in een kader geplaatst.
2
Tik op het kader dat u wilt selecteren voor scherpstelling. Tik niet op een kader als u de scherpstelling automatisch wilt laten bepalen.
3
Met een gekleurd kader wordt het gezicht aangegeven waarop wordt scherpgesteld. Tik op het scherm om de foto te maken.
.
Handmatig opnamemodus.
Smile Shutter™ gebruiken om lachende gezichten vast te leggen
Gebruik de Smile Shutter™-technologie om alleen foto's van lachende gezichten te maken. In de camera worden maximaal vijf gezichten herkend. Eén van deze gezichten wordt geselecteerd voor glimlachdetectie en autofocus. Wanneer het geselecteerde gezicht lacht, wordt automatisch een foto gemaakt.
Smile Shutter™ inschakelen
1
Activeer de camera.
2
Tik op .
3
Vind en tik op Lachsluiter en selecteer een lachniveau.
78
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een foto maken met Smile Shutter™
1
Wanneer de camera is geopend en Smile Shutter™ is ingeschakeld, richt u de camera op uw onderwerp. In de camera wordt bepaald op welk gezicht moet worden scherpgesteld.
2
Het geselecteerde gezicht verschijnt in een gekleurd kader en de foto wordt automatisch gemaakt.
3
Als er geen glimlach wordt gedetecteerd, tikt u op het scherm om de foto handmatig te maken.
De geografische positie toevoegen aan uw foto's
Schakel geotags in om een benadering van de geografische locatie (een geotag) toe te voegen aan foto's die u maakt. De geografische locatie wordt bepaald met behulp van draadloze netwerken (Wi-Fi- of mobiele netwerken) of GPS-technologie.
Wanneer de geografische positie niet gevonden. Wanneer wordt weergegeven, is geotags ingeschakeld en is de geografische locatie beschikbaar. U kunt dan een geotag toevoegen aan uw foto. Wanneer geen van de twee symbolen wordt weergegeven, is geotags uitgeschakeld.
Geotags inschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Locatie.
3
Tik op de aan-uitschakelaar.
4
Activeer de camera.
5
Tik op
6
Ga naar Locatie opslaan. Sleep de schuifregelaar naar rechts.
wordt weergegeven op het camerascherm, is geotags ingeschakeld maar is
.
.

Algemene camera-instellingen

Overzicht instellingen opnamemodus
Superieur automatisch
Optimaliseer uw instellingen voor elke scène.
Handmatig
Pas de camera-instellingen handmatig aan.
Onscherpe achtergrond
Vervaag de achtergrond van foto's om het onderwerp scherper te laten uitkomen.
AR-effect
Maak foto's of video's met virtuele scènes en personen.
Creatief effect
Pas effecten toe op foto's of video's.
Timeshift burst
Kies de beste opname uit een reeks foto's.
Veegpanorama
Maak groothoek- en panoramafoto's.
Gezicht in afbeelding
Maak foto's door de camera's aan de voor- en achterzijde tegelijk te gebruiken.
Multicamera
Maak dezelfde opnamen vanuit andere posities op één scherm.
Sound Photo
Maak foto's met achtergrondgeluid.
AR-plezier
Probeer virtuele objecten uit in de zoeker van de camera en verrijk uw foto's en video's.
79
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Schakelen tussen opnamestanden
1
Activeer de camera.
2
Veeg op het scherm naar de gewenste opnamestand.
Superieur automatisch
De modus Superieur automatische detecteert de omstandigheden waaronder u foto's maakt en past automatisch de instellingen aan, zodat u de best mogelijke foto's neemt.
Handmatige modus
Gebruik Handmatige modus als u de camera-instellingen voor foto's en video's met de hand wilt instellen.
AR-effect
U kunt AR-effecten (Augmented Reality - verbrede realiteit) toepassen op uw foto's of video´s en ze leuker maken. Wanneer u de camera gebruikt, kunt u met deze instelling 3D-scenes in uw foto's of video's integreren. Selecteer gewoon de scène die u wilt en pas de positie aan in de zoeker.
Creatief effect
U kunt verschillende effecten toepassen op uw foto's of video's. Zo kunt u een Nostalgisch effect toepassen om foto's er ouder uit te laten zien, of een Schetseffect voor een leuk beeld.
Sweep Panorama
U kunt groothoek- en panoramische foto's maken vanuit een horizontale of verticale richting met een eenvoudige druk- en veegbeweging.
Een panoramafoto maken
1
Activeer de camera.
2
Veeg op het scherm om naar
3
Tik op om een richting van de beeldopname te selecteren.
4
Tik op het scherm en beweeg de camera langzaam en gestaag in de richting die in het scherm staat aangegeven.
te gaan en selecteer vervolgens .
Timeshift burst
De camera maakt een reeks van 61 foto's binnen twee seconden – één seconde voordat en één seconde nadat u op de cameratoets op het scherm hebt gedrukt. U kunt dus teruggaan en de juiste foto vinden.
Timeshift burst gebruiken
1
Activeer de camera.
2
Veeg op het scherm om naar
3
Neem foto's. De genomen foto's worden als miniaturen weergegeven.
4
Blader door de miniaturen en selecteer de foto die u wilt opslaan. Tik vervolgens op .
te gaan en selecteer vervolgens .
Onscherptemodus voor achtergrond
Gebruik de onscherpe achtergrondeffecten van uw camera om de onderwerpen scherper en levendiger te maken ten opzichte van hun achtergrond. In de Onscherptemodus voor achtergrond neemt de camera twee foto's, bepaalt wat de achtergrond is en vervaagt deze terwijl het onderwerp scherp blijft, net als fotograferen met een digitale spiegelreflexcamera. U kunt uit drie soorten onscherpte kiezen en het onscherpteniveau instellen in het voorbeeldscherm.
80
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Face in picture
U kunt de modus Face in picture gebruiken om de camera's aan de voorkant en de hoofdcamera tegelijkertijd te gebruiken, zodat u samen met het onderwerp een foto van uzelf kunt maken.
Multi-cameramodus
In de multi-cameramodus kunt u een foto maken waarin beelden vanuit twee verschillende hoeken en van twee verschillende apparaten worden gecombineerd. U ziet twee beelden in de camerazoeker van uw apparaat, een van uw eigen camera en een van een aangesloten Xperia™-apparaat of een Sony-camera die NFC en Wi-Fi Direct™­technologie ondersteunt. Wat u in de zoeker ziet, kunt u vervolgens bewerken voordat u een foto maakt.
Als u bijvoorbeeld een concert bent en u een foto wilt maken van de band vanuit een bepaalde hoek en van het publiek vanuit een andere hoek, kunt u het beste de multi­cameramodus gebruiken.
U kunt de multi-cameramodus instellen met behulp van NFC, zodat de twee apparaten worden gekoppeld met Wi-Fi Direct™-technologie.
Multicamerastand gebruiken
1
Zet de NFC-functies op beide apparaten aan waarmee u verbinding wilt maken.
2
Activeer de camera op uw apparaat.
3
Veeg op het scherm om naar
4
Tik op het scherm van beide apparaten op .
5
Tik op de NFC-detectiegebieden van elk apparaat naar elkaar. Beide apparaten moeten nu verbinding maken op basis van Wi-Fi Direct™.
6
Als met de apparaten verbinding is gemaakt, verschijnen twee afbeelding in de viewfinder van uw apparaat, één van de viewfinder van uw camera en een andere van de viewfinder van het aangesloten apparaat.
7
Om de afbeeldingen in uw viewfinder aan te passen, tikt u op
8
Bewerk de afbeeldingen naar uw voorkeur. U kunt bijvoorbeeld op een afbeelding tikken en deze aangeraakt houden om deze naar de andere kant van de viewfinder te verslepen om de volgorde te wijzigen.
9
Wanneer u klaar bent met bewerken en klaar bent om de definitieve combinatieafbeelding te maken, tikt u op
te gaan en selecteer vervolgens .
.
Gereed
> .
Camera-applicaties downloaden
U kunt gratis of betaalde camera-applicaties downloaden van Google Play™, bronnen. Voordat u begint met downloaden, zorgt u voor een functionerende internetverbinding, voorkeur via Wi-Fi, om de kosten van dataverkeer te beperken.
Camera-applicaties downloaden
1
Open de camera-applicatie.
2
Veeg op het scherm om naar te gaan en tik vervolgens op .
3
Selecteer de applicatie die u wilt downloaden en volg de aanwijzingen om de installatie af te ronden.
Snel starten
Gebruik de instellingen voor snel starten om de camera in te schakelen wanneer het scherm is vergrendeld.
Alleen starten
Nadat u naar binnen hebt gesleept, wordt de hoofdcamera ingeschakeld vanuit de slaapstand.
Starten en vastleggen
Nadat u naar binnen hebt gesleept, wordt de fotocamera ingeschakeld vanuit de slaapstand en wordt er een foto gemaakt.
Starten en video opnemen
81
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Nadat u naar binnen hebt gesleept, wordt de videocamera ingeschakeld vanuit de slaapstand en wordt de opname gestart.
Uit
Locatie opslaan
Voeg geografische locatiegegevens (geotag) toe aan uw foto's terwijl u ze maakt.
Vastleggen met aanraken
Kies een scherpstelgebied en raak het camerascherm met uw vinger aan. De foto wordt gemaakt zodra u uw vinger van het scherm haalt.
Geluid
Kies om het sluitergeluid in of uit te schakelen.
Gegevensopslag
U kunt uw gegevens opslaan op een verwisselbare SD-kaart of in het interne geheugen van het apparaat.
Intern geheugen
Foto's en video's worden opgeslagen in het apparaatgeheugen.
SD-kaart
Foto's en video's worden opgeslagen op de SD-kaart.
Aanraken blokkeren
U kunt het aanraakscherm uitschakelen om ongewild aanraken te voorkomen als u de camera gebruikt.
Witbalans
Met deze instelling die alleen beschikbaar is in de opnamemodus
Handmatig
kleurbalans aangepast aan de lichtomstandigheden. U kunt de belichting er ook handmatig mee aanpassen binnen het bereik -2,0 EV tot +2,0 EV. U kunt bijvoorbeeld de beeldhelderheid verhogen of de algemene belichting verlagen door op de plus- of mintekens te tikken als het pictogram voor het instellen van de witbalans weergegeven.
Automatisch
Hiermee wordt de kleurbalans automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast.
Gloeilamp
Hiermee wordt kleurbalans aangepast voor warme lichtomstandigheden zoals onder gloeilampen.
Tl-licht
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor tl-verlichting.
Daglicht
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor zonnige omstandigheden buitenshuis.
Bewolkt
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor een bewolkte lucht.
wordt de
wordt

Fotocamera-instellingen

De fotocamera-instellingen aanpassen
1
Activeer de camera.
2
Tik op
3
Selecteer de instellingen die u wilt aanpassen en bewerk deze dan zoals gewenst.
om alle instellingen weer te geven.
82
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Overzicht fotocamera-instellingen
Resolutie
Kies uit verschillende resoluties en hoogte-breedteverhoudingen voordat u een foto maakt. Voor een foto met een hogere resolutie is meer geheugen vereist.
8MP 3264×2448(4:3)
8 megapixel-resolutie met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt weergeven op niet-breedbeeldschermen of wilt afdrukken met een hoge resolutie.
6MP 3264×1836(16:9)
6 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 16:9. Geschikt voor foto's die u wilt weergeven op niet-breedbeeldschermen of wilt afdrukken met een hoge resolutie.
3MP 2048×1536(4:3)
3 megapixel-resolutie met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt weergeven op niet-breedbeeldschermen of wilt afdrukken met een hoge resolutie.
2MP 1920×1080(16:9)
2 megapixel-resolutie met hoogte-breedteverhouding van 16:9. Geschikt voor foto's die u op breedbeeldschermen wilt weergeven.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig.
Zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u een foto maken zonder het apparaat vast te houden. Gebruik deze functie om zelfportretten te maken, of groepsfoto's waarbij iedereen op de foto staat. U kunt de zelfontspanner gebruiken om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het nemen van foto's.
Aan (10 seconden)
Een vertraging van 10 seconden instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment dat de foto wordt gemaakt
Aan (2 seconden)
Een vertraging van 2 seconden instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment dat de foto wordt gemaakt
0,5 sec.
Een vertraging van een halve seconde instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment dat de foto wordt gemaakt.
Uit
De foto wordt gemaakt zodra u op het camerascherm tikt.
Smile Shutter™
Gebruik de functie Smile Shutter™ om te bepalen op wat voor lach de camera reageert voordat u een foto neemt.
Scherpstelmodus
Met de scherpstelfunctie bepaalt u welk deel van een foto scherp moet zijn. Wanneer continu automatisch scherpstellen is ingeschakeld, blijft de camera scherpstellen zodat het gebied in het focuskader scherp blijft.
Enkelv. automat. scherpstellen
De camera stelt automatisch scherp op het geselecteerde onderwerp. Continu automatisch scherpstellen is ingeschakeld. Raak het camerascherm aan en houd het vast totdat het focuskader van kleur verandert; dit betekent dat er is scherpgesteld. De foto wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt.
Meerv. automat. scherpstellen
Er wordt automatisch scherpgesteld op verschillende gebieden van het beeld. Raak het camerascherm aan en houd het vast totdat het focuskader van kleur verandert; dit betekent dat er is scherpgesteld. De foto
83
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt. Continu automatisch scherpstellen is uitgeschakeld.
Gezichtsherkenning
De camera kan maximaal vijf gezichten herkennen. De gezichten worden gemarkeerd met kaders op het scherm. De camera stelt automatisch scherp op het dichtstbijzijnde gezicht. U kunt ook selecteren op welk gezicht u wilt scherpstellen door erop te tikken op het scherm. Wanneer u op het camerascherm tikt, geeft een gekleurd kader het gezicht aan dat is geselecteerd en waarop wordt scherpgesteld. Gezichtsdetectie kan niet voor alle scènetypen worden gebruikt. Continu automatisch scherpstellen is ingeschakeld.
Aanraakscherpstelling
Raak een specifiek gebied op het camerascherm aan om het scherpstelgebied in te stellen. Continu automatisch scherpstellen is uitgeschakeld. Raak het camerascherm aan en houd het vast totdat het focuskader van kleur verandert; dit betekent dat er is scherpgesteld. De foto wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt.
Objecttracering
het selecteren van een object door het aan te raken in de zoeker, zoekt de camera het voor u op.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig.
HDR
Gebruik de instelling HDR (High Dynamic Range) om een foto te maken sterk tegenlicht of onder omstandigheden waarin het contrast scherp is. HDR compenseert het verlies aan detail en zorgt voor een foto die representatief is voor zowel donkere als heldere delen.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig.
ISO
U kunt de beeldonscherpte wegens donkere omstandigheden of bewegende onderwerpen verminderen door de ISO-gevoeligheid te verhogen. Verder kunt u zelfs onder donkere omstandigheden de ISO-gevoeligheid instellen op een hogere waarde om een scherpe foto te maken.
Automatisch
Stelt de ISO-gevoeligheid automatisch in.
50
Stelt de ISO-gevoeligheid in op 50.
100
Stelt de ISO-gevoeligheid in op 100.
200
Stelt de ISO-gevoeligheid in op 200.
400
Stelt de ISO-gevoeligheid in op 400.
800
Stelt de ISO-gevoeligheid in op 800.
1600
Stelt de ISO-gevoeligheid in op 1600.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig.
Lichtmeting
Met deze functie wordt automatisch een gebalanceerde belichting vastgesteld door de hoeveelheid licht te meten voor het beeld dat u wilt vastleggen.
Midden
Meet het midden van de foto en bepaalt de belichting op basis van de helderheid van het onderwerp daar.
Punt
Hiermee wordt de belichting aangepast voor een uiterst klein deel van het beeld dat u wilt vastleggen.
Gezicht
84
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Meet de hoeveelheid licht op het gezicht en past de belichting aan zodat het gezicht niet te donker of te licht is.
Multi
Verdeelt de foto in meerdere regio's en meet elke regio om een goed gebalanceerde belichting te bepalen.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig.
Voorbeeld
U kunt een voorbeeld van foto's weergeven vlak nadat ze zijn gemaakt.
Onbeperkt
Het voorbeeld van de foto of video wordt weergegeven nadat u deze hebt gemaakt.
5 seconden
Het voorbeeld wordt vijf seconden lang weergegeven nadat u de foto of video hebt gemaakt.
3 seconden
Het voorbeeld wordt drie seconden lang weergegeven nadat u de foto of video hebt gemaakt.
Bewerken
De foto of video wordt geopend voor bewerken nadat u deze hebt gemaakt.
Uit
De foto of video wordt opgeslagen nadat u deze hebt gemaakt en er wordt geen voorbeeld weergegeven.
Gezichtsherkenning
U kunt gezichten herkennen met de applicatie Camera zodat de camera zich automatisch richt op deze gezichten wanneer ze worden weergegeven in de zoeker.
Scèneselectie
Gebruik de functie Scèneselectie om de camera snel in te stellen voor veelvoorkomende situaties met behulp van vooraf geprogrammeerde instellingen.In de camera zijn een aantal instellingen vastgesteld die geschikt zijn voor de geselecteerde scène. Hiermee bent u verzekerd van de best mogelijke foto.
Uit
De functie Scèneselectie is uitgeschakeld en u kunt handmatig foto's nemen.
Zachte huid
Foto's van gezichten nemen met een verhoogd schoonheidseffect.
Soft snap
Gebruik deze optie voor het maken van foto-opnames tegen een zachte achtergrond.
Antibewegingswaas
Gebruik deze optie om schudden van de camera te beperken het fotograferen van een donkere scène.
Landschap
Gebruik deze optie voor landschapsfoto's. De camera wordt scherpgesteld op objecten in de verte.
Tegenlichtopnamecorr. HDR
Gebruik deze optie om details in beelden met veel contrast te verbeteren. De ingebouwde tegenlichtcorrectie analyseert het beeld en past het automatisch aan om u een perfecte belichting te geven.
Nachtportret
Gebruik deze optie om 's nachts of in slecht belichte omgevingen portretfoto's te maken. Wegens de lange belichtingstijd moet de camera stil worden gehouden of op een stabiel oppervlak worden geplaatst.
Nachtscène
Gebruik deze optie om 's nachts of in slecht belichte omgevingen foto's te maken. Wegens de lange belichtingstijd moet de camera stil worden gehouden of op een stabiel oppervlak worden geplaatst.
Schemeropn. uit hand
Gebruik deze optie om foto's uit de hand te nemen weinig licht met minder ruis en onscherpte.
Hoge gevoeligheid
Gebruik deze optie voor het nemen van foto's zonder flitser weinig licht. Vermindert de onscherpte.
85
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Voedsel
Gebruik deze optie voor het nemen van foto's van voedsel met felle kleuren.
Huisdieren
Gebruik deze optie voor het nemen van foto's van uw huisdier. Beperkt onscherpte en rode ogen.
Strand
Gebruik deze optie voor het nemen van foto's aan zee of een meer.
Sneeuw
Gebruik deze optie in heldere omgevingen om overbelichte foto's te voorkomen.
Feest
Gebruik deze optie voor foto's binnenshuis in slecht belichte omgevingen. Met deze scène worden achtergrondverlichting en kaarslicht binnenshuis opgevangen. Wegens de lange belichtingstijd moet de camera stil worden gehouden of op een stabiel oppervlak worden geplaatst.
Sport
Gebruik deze optie voor foto's van snel bewegende onderwerpen. Door de korte belichtingstijd wordt de bewegingsvervaging geminimaliseerd.
Document
Gebruik deze optie voor foto's van tekst of tekeningen. Geeft de foto een verhoogd, scherper contrast.
Vuurwerk
Gebruik deze optie voor het nemen van foto's van vuurwerk in al zijn schoonheid.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig.

Videocamera-instellingen

Videocamera-instellingen aanpassen
1
Activeer de camera.
2
Veeg naar .
3
Tik voor het weergeven van de instellingen op
4
Selecteer de instelling die u wilt aanpassen en breng vervolgens uw wijzigingen
.
aan.
Overzicht van videocamera-instellingen
Videoresolutie
Pas de videoresolutie aan voor verschillende indelingen.
Full HD 1920×1080(16:9)
Full HD-indeling (Full High Definition) met beeldverhouding 16:9.
HD 1280×720(16:9)
HD-indeling (High Definition) met beeldverhouding 16:9.
VGA 640×480(4:3)
VGA-indeling met beeldverhouding 4:3.
MMS
Video's opnemen die geschikt zijn voor verzending in MMS-berichten. De opnametijd van deze video-indeling is beperkt, zodat videobestanden aan een MMS-bericht kunnen worden toegevoegd.
Zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u een video opnemen zonder het apparaat vast te houden. Gebruik deze optie om groepsvideo's op te nemen waarbij iedereen op de video staat. U kunt de zelfontspanner gebruiken om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het opnemen van video's.
86
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Aan (10 seconden)
Stel een vertraging van 10 seconden in vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment dat de video-opname begint.
Aan (2 seconden)
Stel een vertraging van 2 seconden in vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment dat de video-opname begint.
0,5 sec.
Stel een vertraging van een halve seconde in vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment dat de video-opname begint.
Uit
De video-opname begint zodra u op het camerascherm tikt.
Smile Shutter™(video)
Gebruik de functie Smile Shutter™ om te bepalen op wat voor lach de camera reageert voordat u een video opneemt.
Scherpstel-modus
De instelling voor het scherpstellen zorgt ervoor welk gedeelte van een voorwerp waarvan video-opnamen zijn gemaakt, scherp moet zijn. Wanneer continue autofocus is ingeschakeld, blijft de camera scherpstellen zodat het gebied in het witte scherpstelkader scherp blijft.
Enkelv. automat. scherpstellen
De camera stelt automatisch scherp op het geselecteerde onderwerp. Continue autofocus is ingeschakeld.
Gezichtsherkenning
De camera kan maximaal vijf gezichten herkennen. De gezichten worden gemarkeerd met kaders op het scherm. De camera stelt automatisch scherp op het dichtstbijzijnde gezicht. U kunt ook selecteren op welk gezicht u wilt scherpstellen door erop te tikken op het scherm. Wanneer u op het camerascherm tikt, geeft een geel kader het gezicht aan dat is geselecteerd en waarop wordt scherpgesteld. Gezichtsdetectie kan niet worden gebruikt voor alle scènetypen. Continue autofocus is ingeschakeld.
Objecttracering
het selecteren van een object door het aan te raken in de zoeker, zoekt de camera het voor u op.
HDR-video
Gebruik de instelling HDR (High-Dynamic Range) om een video op te nemen sterk tegenlicht of onder omstandigheden waarin het contrast scherp is. Video HDR compenseert het verlies aan detail en produceert een afbeelding die representatief is voor zowel donkere als heldere delen.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus
Handmatig.
Lichtmeting
Met deze functie wordt automatisch een gebalanceerde belichting vastgesteld door de hoeveelheid licht te meten voor het beeld dat u wilt vastleggen.
Midden
Meet het midden van de foto en bepaalt de belichting op basis van de helderheid van het onderwerp daar.
Punt
Hiermee wordt de belichting aangepast voor een uiterst klein deel van het beeld dat u wilt vastleggen.
Gezicht
Meet de hoeveelheid licht op het gezicht en past de belichting aan zodat het gezicht niet te donker of te licht is.
Multi
Verdeelt de foto in meerdere regio's en meet elke regio om een goed gebalanceerde belichting te bepalen.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig.
87
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
SteadyShot™
Wanneer u een video opneemt, kan het moeilijk zijn om het apparaat stabiel te houden. De stabilisator helpt u hierbij door kleine bewegingen van uw hand te compenseren.
Standaard
Activeren om de schudbewegingen van de camera te verwijderen.
Uit
De stabilisator is uitgeschakeld.
Scèneselectie
De functie Scèneselectie helpt u om de camera snel in te stellen voor veelvoorkomende videosituaties met behulp van vooraf geprogrammeerde scènes. De instelling van elke scène is gemaakt voor het produceren van de beste videokwaliteit in een specifieke opnameomgeving.
Uit
De functie Scèneselectie is uitgeschakeld en u kunt handmatig video's opnemen.
Soft snap
Gebruik deze optie voor het maken van video-opnames tegen zachte achtergronden.
Landschap
Gebruik deze optie voor video's van landschappen. De camera wordt scherpgesteld op objecten in de verte.
Nachtscène
Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt de lichtgevoeligheid verhoogd. Gebruik deze optie in slecht belichte omgevingen. Video's van snelbewegende onderwerpen kunnen vaag worden. Houd uw hand stil of gebruik een statief. Schakel de nachtmodus uit goede lichtomstandigheden om de videokwaliteit te verbeteren.
Strand
Gebruik deze optie voor het opnemen van video's aan zee of een meer.
Sneeuw
Gebruik deze optie in heldere omgevingen om overbelichte video's te voorkomen.
Sport
Gebruik deze optie voor video's van snelbewegende onderwerpen. Door de korte belichtingstijd wordt de bewegingsvervaging geminimaliseerd.
Feest
Gebruik deze optie voor video's binnenshuis in slecht belichte omgevingen. Met deze scène worden achtergrondverlichting en kaarslicht binnenshuis opgevangen. Video's van snelbewegende onderwerpen kunnen vaag worden. Houd uw hand stil of gebruik een statief.
88
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Foto's en video's in Album

Foto's en video's weergeven

Gebruik de applicatie Album om foto's weer te geven en video's af te spelen die u met de camera hebt vastgelegd of om vergelijkbare content weer te geven die u op het apparaat hebt opgeslagen. Alle foto's en video's worden in een raster in chronologische volgorde weergegeven.
1 Tik op het pictogram om het startmenu van Album te openen
2 Bekijk een diavoorstelling van alle foto's of alleen van de foto's die u hebt toegevoegd aan uw favorieten
3 Sleep de linkerrand van het scherm naar rechts om het startmenu van Album te openen
4 Het datumbereik van items in de huidige groep
5 Tik op een foto of video om deze op het volledige scherm weer te geven
6 Scrol omhoog of omlaag om de inhoud weer te geven
Foto's en video's weergeven
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik vervolgens op
3
Tik op een foto of video die u wilt bekijken. Tik op als daarom wordt gevraagd.
4
Veeg naar links om de volgende foto of video weer te geven. Veeg naar rechts om
Album
.
de vorige foto of video weer te geven.
Als de richting van het scherm niet automatisch verandert wanneer u het toestel een kwartslag draait, kunt u dit inschakelen door op De inhoud van het scherm draaien te tikken onder Instellingen > Scherm > Wanneer het apparaat wordt gedraaid.
De grootte van de miniaturen wijzigen
Spreid twee vingers uit elkaar om uit te zoomen of knijp twee vingers samen om in te zoomen als u miniaturen van foto's en video's in Album bekijkt.
In- of uitzoomen op een foto
Spreid twee vingers uit elkaar om uit te zoomen of knijp twee vingers samen om uit te zoomen als u een foto bekijkt.
Een diavoorstelling van uw foto's bekijken
1
Tik het bekijken van een foto op het scherm om de werkbalken weer te geven en en trik op
> Diavoorstelling om het afspelen te starten van alle foto's in een
album.
2
Tik op een foto om de diavoorstelling te beëindigen.
89
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een video afspelen
1
Tik in Album op de video die u wilt afspelen.
2
Tik op .
3
Als er geen afspeelknoppen worden weergegeven, tikt u op het scherm om deze weer te geven. Tik nogmaals op het scherm om de knoppen weer te verbergen.
Een video onderbreken
1
Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de zoombesturingselementen weer te geven.
2
Tik op .
Een video vooruit- en terugspoelen
1
Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de zoombesturingselementen weer te geven.
2
Sleep de voortgangsbalkmarkering naar links om terug te spoelen of naar rechts om vooruit te spoelen.
Het volume van een video aanpassen
Druk op de volumetoets.

Foto's en video's delen en beheren

U kunt foto's en video's delen die u op uw apparaat hebt opgeslagen. U kunt ze tevens op verschillende manieren beheren. U kunt bijvoorbeeld werken met foto's in batches, foto's verwijderen en ze koppelen aan contacten. Als op het apparaat veel foto's zijn opgeslagen, is het een goed idee om ze regelmatig over te brengen naar een computer of naar een extern opslagapparaat om onvoorspelbaar gegevensverlies te voorkomen. Hierdoor komt er ook meer vrije ruimte op het apparaat. Zie
een computer
U kunt
auteursrechtelijk beschermde items mogelijk niet kopiëren, verzenden of overbrengen.
Sommige items kunnen niet worden verzonden als het bestandsformaat te groot is.
op de pagina 33.
Bestanden beheren met
Een foto of video delen
1
Zoek en tik in Album op de foto of video die u wilt delen.
2
Tik op het scherm om de werkbalken weer te geven en tik vervolgens op .
3
Tikt op de applicatie die u wilt gebruiken om de foto te delen en volg de stappen om de foto te verzenden.
Een foto als contactafbeelding gebruiken
1
Tik tijdens het bekijken van een foto op het scherm om de werkbalken weer te geven, en tik vervolgens op >
2
Selecteer een contactpersoon en pas de foto aan zoals u wilt.
3
Tik op Opslaan.
Gebruiken als
>
Contactafbeelding
.
Een foto gebruiken als achtergrond
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven en tikt u vervolgens op > Gebruiken als > Achtergrond.
2
Volg de instructies op het scherm.
Een foto draaien
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven, waarna u op tikt.
2
Tik op Draaien en selecteer vervolgens een optie. De foto wordt opgeslagen in de nieuwe stand.
90
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een foto of video verwijderen
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven, waarna u op tikt.
2
Tik op Verwijderen.
Werken met foto- of videobatches in Album
1
Druk het weergeven van miniaturen van foto's en video's in Album op een item en houd het vast totdat het gemarkeerd is.
2
Tik op andere items waarmee u wilt werken om ze te selecteren. Als u alle items wilt selecteren, tikt u op en vervolgens op Alles selecteren.
3
Gebruik de tools in de werkbalk om met uw geselecteerde items te werken.
Foto's met gezichten analyseren in Album
U kunt alle foto's op uw apparaat analyseren die gezichten van mensen bevatten. Eenmaal geactiveerd blijft de functie voor fotoanalyse actief en worden nieuwe foto's geanalyseerd terwijl ze worden toegevoegd. Na het uitvoeren van een analyse kunt u alle foto's van dezelfde persoon in een map groeperen.
De functie voor fotoanalyse inschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Album .
3
Sleep de linkerrand van het startscherm van Album naar rechts en tik op Gezichten. Alle foto's op uw apparaat worden geanalyseerd en gegroepeerd in de map Gezichten zonder naam.
.
Een gezicht een naam geven
1
In de tegel vervolgens naar de map Overige gezichten en kiest u het gezicht dat u een naam wilt geven.
2
Tik op Naam toevoegen.
3
Typ een naam en tik op
De naam van een gezicht bewerken
1
Wanneer u een gezicht op volledig scherm weergeeft, tikt u op het scherm voor het weergeven van de werkbalken, en vervolgens op > Naamtags bewerken.
2
Tik op OK.
3
Tik op de naam van het gezicht dat u wilt bewerken.
4
Bewerk de naam en tik vervolgens op
Gezichten
tikt u op de map
Gereed
>
Toevoegen als nieuwe persoon
Gezichten zonder naam
Gereed >Toevoegen als nieuwe persoon
en bladert u
.

Foto's bewerken met de applicatie Foto-editor

U kunt originele foto's die u met uw camera hebt gemaakt, bewerken en er effecten op toepassen. U kunt bijvoorbeeld de lichteffecten wijzigen. Na het opslaan van de bewerkte foto, blijft de originele ongewijzigde versie van de foto op uw apparaat staan.
Een foto bewerken
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven, waarna u op
tikt.
.
91
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een foto bijsnijden
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven, waarna u op tikt.
2
Als u hierom wordt gevraagd, selecteert u Foto-editor.
3
Tik op > Bijsnijden.
4
Tik op Bijsnijden om een optie te selecteren.
5
Raak de rand van het bijsnijdframe aan en houd de rand vast om het bijsnijdframe aan te passen. Als de cirkels op de randen verdwijnen, sleept u naar binnen of naar buiten om het formaat van het kader te wijzigen.
6
Als u het formaat van alle zijden van het bijsnijdkader tegelijkertijd wilt wijzigen, raakt u een van de hoeken aan en houdt u deze vast. Wanneer de cirkels de randen verdwijnen, versleep dan de hoek naar het gewenste punt.
7
Als u het bijsnijdframe wilt verplaatsen naar een ander gebied van de foto, raakt u het frame aan de binnenzijde aan en houdt u het vast, en sleept u het frame vervolgens naar de gewenste positie.
8
Tik op
9
Tik op Opslaan om een kopie van de foto op te slaan wanneer u deze hebt
bijgesneden.
Speciale effecten toepassen op een foto
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven, waarna u op tikt.
2
Als u hierom wordt gevraagd, selecteert u
3
Tik op en selecteer vervolgens een optie.
4
Bewerk de foto naar eigen inzicht en tik vervolgens op
.
Foto-editor
.
Opslaan
.
Een kadereffect aan een foto toevoegen
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven en vervolgens op .
2
Als u hierom wordt gevraagd, selecteert u
3
Tik op
4
Tik op
De lichtinstellingen voor een foto afstellen
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven, waarna u op tikt.
2
Als u hierom wordt gevraagd, selecteert u
3
Tik op , selecteer een optie en bewerk deze naar wens.
4
Voor het opslaan van een kopie van de bewerkte foto, tikt u op
Het verzadigingsniveau van kleuren in een foto instellen
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven, waarna u op tikt.
2
Als u hierom wordt gevraagd, selecteert u Foto-editor.
3
Tik op en selecteer vervolgens een optie.
4
Tik op Opslaan om een kopie van de bewerkte foto op te slaan.
en selecteer vervolgens een optie.
Opslaan
om een kopie van de bewerkte foto op te slaan.
Foto-editor
Foto-editor
.
.
Opslaan
.

Video's bewerken met de applicatie Videobewerker

U kunt video's bewerken die u met uw camera gemaakt heeft. U kunt bijvoorbeeld de video inkorten of de afspeelsnelheid aanpassen. Na het opslaan van de bewerkte video blijft de onbewerkte versie op uw apparaat opgeslagen.
92
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Een video inkorten
1
Zoek in Album naar de video die u wilt bewerken en tik erop.
2
Tik op het scherm om de werkbalken weer te geven en tik vervolgens op .
3
Als u hierom wordt gevraagd, selecteert u Video-editor en tikt u op Inkorten.
4
Als u het inkortframe naar een ander deel van de tijdlijn wilt verplaatsen, houdt u de rand van het inkortframe vast en sleept u het naar de gewenste positie. Tik vervolgens op Toepassen.
5
Als u een kopie van de ingekorte video wilt opslaan, tikt u op Opslaan.
De snelheid van een video aanpassen
1
Zoek in Album naar de video die u wilt afspelen en tik erop.
2
Tik op het scherm om de werkbalken weer te geven en tik vervolgens op
3
Als u hierom wordt gevraagd, selecteert u Video-editor en tikt u op Snelheid.
4
Selecteer een optie, sleep de rand van de tijdlijn naar de gewenste positie en tik op Toepassen.
5
Als u een kopie van de bewerkte video wilt opslaan, tikt u op Opslaan.
.

Foto's en video's verbergen

U kunt foto's en video's op het startscherm van Album verbergen. Nadat foto's en video's zijn verborgen op het startscherm van Album, zijn ze alleen zichtbaar in de map Verborgen.
Een foto of video verbergen
1
Zoek en tik in Album op de foto of video die u wilt verbergen.
2
Tik op het scherm om de werkbalken weer te geven en tik vervolgens op
3
Tik op
Verbergen
> OK.
.
Verborgen foto's en video's weergeven
1
Sleep de linkerrand van het startscherm van Album naar rechts en tik op
Verborgen.
2
Tik op een foto of video om deze te bekijken.
3
Veeg naar links om de volgende foto of video weer te geven. Veeg naar rechts om de vorige foto of video weer te geven.
Een foto of video weer zichtbaar maken
1
Sleep de linkerrand van het startscherm van Album naar rechts en tik op
Verborgen.
2
Tik op de foto of video die u weer zichtbaar wilt maken.
3
Tik op het scherm om de werkbalken weer te geven en tik vervolgens op .
4
Tik op
Niet verbergen
.

Startschermmenu Album

Via het startschermmenu Album kunt u door al uw fotoalbums bladeren, inclusief albums van foto's en video's die zijn gemaakt met speciale effecten. U kunt ook inhoud bekijken die u online hebt gedeeld via services als Picasa™ en Facebook. Wanneer u bent ingelogd dergelijke platforms, kunt u inhoud beheren en onlineafbeeldingen bekijken. Vanuit de applicatie Album kunt u tevens geotags toevoegen aan foto's, basisbewerkingstaken uitvoeren en inhoud delen met methoden als draadloze Bluetooth®-technologie en e-mail.
93
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
1 Terugkeren naar het startscherm van de applicatie Album om alle inhoud weer te geven
2 Uw favoriete foto's en video's weergeven
3 Alle video's weergeven die op het apparaat zijn opgeslagen
4 Uw foto's op een kaart of in de Globe-weergave weergeven
5 Foto's of video's weergeven die u voor weergave hebt verborgen
6 Alle foto's en video's weergeven die met de speciale effecten van de camera zijn gemaakt
7 Alle foto's en video's weergeven die in verschillende mappen op het apparaat staan
8 Alle foto's met gezichten weergeven
9 Foto's en video's op apparaten binnen hetzelfde netwerk weergeven
10 Het menu Instellingen voor de applicatie Album openen
11 Webondersteuning openen
12 Foto's en video's op Facebook™ weergeven
13 Foto's en video's op Picasa™ weergeven
14 Foto's en video's op Flickr™ weergeven
Foto's vanaf onlineservices weergeven in Album
1
Tik in het Startscherm op
2
Zoek naar en tik op Album , en sleep vervolgens de linkerrand van het startscherm
.
van Album naar rechts.
3
Tik op de gewenste onlineservice en volg de instructies op het scherm om daarmee aan de slag te gaan. Alle beschikbare onlinealbums worden weergegeven die u naar de service hebt geüpload.
4
Tik op een album om de inhoud weer te geven en tik op een foto in het album.
5
Veeg naar links om de volgende foto of video weer te geven. Veeg naar rechts om de vorige foto of video weer te geven.

Uw foto’s op een kaart weergeven

Het toevoegen van locatiegegevens aan foto's wordt ook wel geotagging genoemd. U kunt uw foto’s op een kaart weergeven en aan uw vrienden en familie laten zien waar u was toen u de foto maakte. Zie pagina 79 voor meer informatie.
Als u locatiedetectie hebt ingeschakeld en geotagging in de camera hebt geactiveerd, kunt u uw foto's direct labelen voor latere weergave op de kaart.
1 Toon foto's met een geotag in de Globe-weergave
2 Zoek een locatie op de kaart
3 Geef de menuopties weer
4 Dubbeltik om in te zoomen. Knijp om uit te zoomen. Sleep om andere delen van de kaart weer te geven
5 Een groep foto's en/of video's geotagged met dezelfde locatie
De geografische positie toevoegen aan uw foto's
op
94
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
6 Miniaturen van de geselecteerde groep foto's en/of video's. Tik op een item om het op het volledige
scherm weer te geven
Als meerdere foto's op dezelfde locatie zijn gemaakt, verschijnt slechts één daarvan op de kaart. Het totale aantal foto's wordt in de rechterbovenhoek weergegeven, bijvoorbeeld . Tik om alle foto's in de groep weer te geven op de eerste foto en tik op een van de miniaturen onderin het scherm.
Een geotag aan een foto toevoegen
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven.
2
Tik op
3
Tik op de kaart om de locatie voor de foto in te stellen.
4
Om de locatie voor de foto opnieuw in te stellen, tikt u op de nieuwe locatie op de
en vervolgens op Geotag toevoegen om het kaartscherm te openen.
kaart.
5
Als u klaar bent, tikt u op OK.
Foto's met een geotag op een kaart weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Album .
3
Sleep de linkerrand van het startscherm van Album naar rechts en tik op
.
Plaatsen.
4
Tik op de foto die u op een kaart wilt weergeven.
Foto's met een geotag op een wereldbol weergeven
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op
3
Sleep de linkerrand van het startscherm van Album naar rechts en tik op Plaatsen
Album
.
.
> .
4
Tik op de foto die u op een wereldbol wilt weergeven.
De geotag van een foto wijzigen
1
Raak het bekijken van een foto op de kaart in Album deze foto aan en houd vast tot het kader blauw wordt, en tik vervolgens op de gewenste locatie op de kaart.
2
Tik op OK.
De kaartweergave wijzigen
95
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Video's

Video's bekijken in de toepassing Video
Gebruik de toepassing Video om films en andere videocontent af te spelen die u op uw apparaat hebt opgeslagen of naar uw apparaat hebt gedownload. De toepassing Video helpt u ook het ophalen van poster art, plot-samenvattingen, genre-informatie en informatie over de regisseur voor elke film. U kunt uw films ook op andere apparaten afspelen die met hetzelfde netwerk zijn verbonden.
Sommige videobestanden kunnen niet in de toepassing Video worden afgespeeld.
1 Tik op het pictogram om het startmenu van Video te openen.
2 Alle video's weergeven die op het apparaat zijn opgeslagen
3 Onlinevideo's weergeven
4 Omhoog of omlaag bladeren om de inhoud weer te geven
Een video afspelen in Video
1
Tik in uw Startscherm op en ga naar en tik op Video.
2
Zoek en tik op de video die u wilt afspelen. Als de video niet op het scherm wordt weergegeven, sleept u de linkerkant van het scherm naar rechts om het startschermmenu Video te openen, waarna u op de gewenste video tikt.
3
Tik op het scherm om de bedieningselementen weer te geven of te verbergen.
4
Tik op om het afspelen te onderbreken. Tik op om het afspelen te hervatten.
5
Sleep de markering op de voortgangsbalk naar links om terug te spoelen. Sleep de markering op de voortgangsbalk naar rechts om snel vooruit te spoelen.
Video weergeven op een extern apparaat
1
Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om alle besturingselementen weer te geven.
2
Tik op
3
Selecteer een extern apparaat waarop u de video wilt weergeven. Volg de aanwijzingen op het scherm om een extern apparaat toe te voegen als er geen beschikbaar is.
> Throw.
De instellingen in Video wijzigen
1
Tik vanaf het Startscherm op
2
Sleep de linkerrand van het scherm naar rechts om het Video-startschermmenu te openen, tik vervolgens op Instellingen.
3
Wijzig de instellingen naar wens.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
, zoek naar Video en tik hierop.
96
De geluidsinstellingen wijzigen terwijl een video wordt afgespeeld
1
Terwijl een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de besturingselementen weer te geven.
2
Tik op > Geluidsinstellingen en wijzig de instellingen als gewenst.
3
Als u klaar bent, tikt u op OK.
Een video delen
1
Tik op en tik op Delen terwijl een video wordt afgespeeld.
2
Tik op de applicatie die u wilt gebruiken om de geselecteerde video te delen en volg vervolgens de relevante stappen om de video te verzenden.

Video naar uw apparaat overzetten

Voordat u begint met het gebruiken van de applicatie Movies, is het een goed idee om films, televisieshows en andere videobestanden vanaf andere apparaten, zoals een computer, over te zetten naar uw apparaat. Er zijn diverse manieren om uw inhoud over te brengen:
Alleen voor Windows®: Sluit uw apparaat aan op een computer met een USB-kabel en gebruik het bestandsbeheer op de computer om de videobestanden rechtstreeks te verslepen. Zie
Als u een pc of een Apple® Mac®-computer heeft, gebruik dan Xperia™ Companion om bestanden te ordenen en videobestanden naar uw apparaat over te zetten.
Bestanden beheren met een computer
op pagina 33.

Videocontent beheren

Handmatig informatie over films ophalen
1
Controleer of uw apparaat over een actieve gegevensverbinding beschikt.
2
Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de zoombesturingselementen weer te geven.
3
Tik op >
4
Tik op > Informatie zoeken.
5
Typ in het zoekveld trefwoorden voor de video en tik op de bevestigingstoets op het toetsenbord. Alle overeenkomsten worden in een lijst weergegeven.
6
Selecteer een zoekresultaat en tik op begint.
U kunt automatisch informatie ophalen over nieuw toegevoegde video's telkens wanneer de Video-applicatie opent, als u de knop Videodetails ophalen onder Instellingen activeert.
Als de gedownloade informatie onjuist is, zoekt u nogmaals met andere trefwoorden.
Informatie over een video wissen
1
Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de zoombesturingselementen weer te geven.
2
Tik op > Informatie.
3
Tik op > Info wissen.
Een video verwijderen
1
Tik vanuit het startscherm op en tik vervolgens op Video.
2
Sleep de linkerrand van het scherm naar rechts om het startmenu voor Video te openen en blader naar het videobestand dat u wilt verwijderen.
3
Houd de videominiatuur aangeraakt en tik in de lijst die wordt weergegeven op
Verwijderen.
4
Tik opnieuw op Verwijderen om uw keuze te bevestigen.
Informatie
.
Gereed
. Het downloaden van de informatie
97
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Movie Creator

Xperia™ Movie Creator maakt automatisch korte video's van ongeveer 30 seconden van bestaande foto's en video's. De applicatie bepaalt automatisch de tijdlijn voor het maken van de film. Hiervoor kan bijvoorbeeld een selectie foto's en video's van een uitje op een zaterdagmiddag worden gebruikt, of van een willekeurige periode van zeven dagen, om daar een film van te maken. Als deze film met hoogtepunten klaar is, ontvangt u bericht. Daarna kunt u de film naar wens bewerken. U kunt bijvoorbeeld de titel bewerken, scènes verwijderen, de muziek veranderen of meer foto's en video's toevoegen.
Movie Creator openen
1
Tik in het Startscherm op
2
Zoek naar en tik op Movie Creator.
Als op uw apparaat geen foto's of video's zijn opgeslagen, zijn er geen opties beschikbaar het openen van Movie Creator.
Meldingen van Movie Creator uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op
2
Zoek naar en tik op Movie Creator.
3
Tik op
, vervolgens op Instellingen en schakel Meldingen uit.
Movie Creator uitschakelen
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Vind en tik op
3
Vind en tik op Movie Creator > UITSCHAKELEN.
Instellingen
>
.
.
Apps
.
98
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

Connectiviteit

Het scherm van het apparaat via een kabel op een tv weergeven

U kunt het apparaat op een compatibele tv aansluiten met een MHL-kabel en beelden van het apparaatscherm op het tv-scherm weergeven.
MHL- en HDMI™-kabels en -adapters worden afzonderlijk verkocht.
Sony garandeert niet dat alle soorten MHL- en HDMI™-kabels en -adapters door het apparaat worden ondersteund.
Inhoud van uw apparaat weergeven op een tv met ondersteuning voor MHL-input
1
Sluit uw apparaat met een MHL-kabel aan op de tv. verschijnt op de statusbalk van het apparaat nadat een verbinding is opgezet.
2
Het scherm van uw apparaat wordt op de tv weergegeven.
Als uw apparaat het scherm dat op de MHL-kabel is aangesloten niet kan detecteren, sluit de MHL-kabel dan opnieuw aan en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > USB-verbinding >
USB-apparaat detecteren.
Inhoud van het apparaat weergeven op een tv met een HDMI™-ingang
1
Sluit het apparaat aan op een MHL-adapter en sluit de adapter aan op een geactiveerde USB-poort.
2
Sluit de adapter met een HDMI™-kabel aan op een tv. het apparaat.
3
De tv geeft het beeld van het apparaatscherm weer.
op de statusbalk van
Help over het gebruik van de tv-afstandsbediening weergeven
1
Sleep de statusbalk omlaag terwijl uw apparaat is aangesloten op de tv om het meldingsvenster te openen.
2
Tik op
MHL verbonden
weergegeven.
3
Selecteer
U kunt passen. Heeft de tv een ingeschakelde automatische schaalfunctie, dan verschijnt deze instelling niet onder de MHL-instellingen.
U kunt ook op de gele knop op de tv-afstandsbediening drukken om het meldingsvenster te openen.
Het apparaat loskoppelen van een tv
Maak de MHL-kabel of de MHL-adapter los van het apparaat.
Gebruik van afstandsbediening
Grootte van videoweergave selecteren om de beeldafmetingen op het tv-scherm aan te
. De MHL-instellingen worden op het tv-scherm
.

Het scherm van het apparaat draadloos spiegelen

U kunt met de schermspiegelfunctie het scherm van een ander Xperia™-apparaat delen op het scherm van uw apparaat zonder een kabel nodig te hebben. U kunt inhoud op uw apparaat ook op een scherm of tv bekijken dat Wi-Fi CERTIFIED Miracast™ ondersteunt.
99
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Het scherm van een ander Xperia™-apparaat op uw eigen apparaat spiegelen
1
Uw apparaat: Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Vind en tik op Instellingen > Apparaatverbinding >Schermreproductie.
3
Tik onder Ontvangen op Aan de slag.
4
Ander apparaat: Vanaf de Startscherm, tik op .
5
Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Schermreproductie > Aan de slag.
6
Tik op OK en selecteer een apparaat.
7
Uw apparaat: Tik op Accepteren om de verbinding met uw apparaat toe te staan.
Het beeldscherm van uw apparaat op een televisiescherm weergeven
1
Televisie: Volg de aanwijzingen in de handleiding van uw televisie om de functie
voor schermreproductie (scherm spiegelen) in te schakelen.
2
Uw apparaat: Tik in het Startscherm op
3
Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Schermreproductie.
4
Tik op Aan de slag.
5
Tik op OK en selecteer een apparaat.
.
Uw tv moet schermreproductie op basis van Wi-Fi CERTIFIED Miracast anders werkt de hierboven beschreven functie niet. Als uw televisie geen schermreproductie ondersteunt, moet u mogelijk een aparte draadloze schermadapter aanschaffen. Dek het Wi­Fi-antennegebied van uw apparaat niet af wanneer u schermreproductie gebruikt.
ondersteunen,
Schermreproductie tussen apparaten stoppen
1
Tik vanuit het Startscherm op .
2
Zoek en tik op Instellingen > Apparaatverbinding >Schermreproductie.
3
Tik op
Verb. verbreken
en vervolgens op OK.
Inhoud delen met DLNA Certified™-apparaten
U kunt media-inhoud die is opgeslagen op uw apparaat weergeven of afspelen op andere apparaten, bijvoorbeeld een tv of een computer. Deze apparaten moeten op hetzelfde draadloze netwerk zijn aangesloten en kunnen Sony-tv's of luidsprekers zijn, of producten die DLNA Certified™ zijn door de Digital Living Network Alliance. U kunt ook inhoud van andere DLNA Certified™-apparaten weergeven of afspelen op uw apparaat.
Nadat u het delen van media tussen apparaten hebt ingesteld, kunt u bijvoorbeeld op uw apparaat luisteren naar muziekbestanden die op uw thuiscomputer zijn opgeslagen of foto's die u hebt gemaakt met de camera op uw apparaat weergeven op een groot televisiescherm.
Bestanden van DLNA Certified™-apparaten afspelen op uw apparaat
Wanneer u bestanden van een ander DLNA Certified™-apparaat afspeelt op uw apparaat, dient het andere apparaat als een server. Met andere woorden, het deelt inhoud via een netwerk. Op het serverapparaat moet de functie voor het delen van inhoud zijn ingeschakeld en moet toegang aan uw apparaat toestaan. Het moet ook verbonden zijn met hetzelfde Wi-Fi-netwerk als uw apparaat.
Een gedeeld nummer op uw apparaat afspelen
1
Zorg ervoor dat de apparaten waarmee u bestanden wilt delen, met hetzelfde Wi­Fi-netwerk als uw apparaat zijn verbonden.
2
Tik vanaf het Startscherm op
3
Sleep de linkerrand van het startscherm van Muziek naar rechts en tik op
, zoek naar en tik hierop.
Thuisnetwerk.
4
Selecteer een apparaat in de lijst met verbonden apparaten.
5
Blader in de mappen van het verbonden apparaat en selecteer de track die u wilt afspelen. Als het nummer is geselecteerd, wordt het automatisch afgespeeld.
100
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
Loading...