Uw Xperia-smartphone van Sony draait op het Android-platform. Android-telefoons kan
veel van dezelfde functies als een computer uitvoeren en u kunt deze aanpassen aan uw
eigen wensen. U kunt bijvoorbeeld applicaties toevoegen en verwijderen, of bestaande
applicaties uitbreiden om de functionaliteit te verbeteren. Op Google Play™ kunt u allerlei
applicaties en spelletjes downloaden uit een alsmaar groeiend aanbod. U kunt ook
applicaties op uw Android™-telefoon integreren met andere applicaties en met online
diensten die u gebruikt. U kunt een back-up maken van uw telefooncontacten, op één
plaats toegang krijgen tot uw verschillende e-mailaccounts en kalenders, uw afspraken
bijhouden en sociaal netwerken gebruiken.
Android™-telefoons worden continu verder ontwikkeld. Wanneer een nieuwe
softwareversie verkrijgbaar is en uw telefoon deze nieuwe software ondersteunt, kunt u
uw telefoon bijwerken met nieuwe functies en de laatste verbeteringen.
Op uw Android™-telefoon zijn al bepaalde Google™-services vooraf geïnstalleerd. Om
optimaal te kunnen profiteren van Google™-services dient u een Google™-account te hebben
en zich aan te melden wanneer u de telefoon voor het eerst aanzet. Voor veel van de functies
in Android™ is tevens een internetverbinding vereist.
Nieuwe softwarereleases zijn mogelijk niet compatibel met alle telefoons.
Houd de aan/uit-toets ingedrukt totdat het apparaat gaat trillen.
2
Als uw scherm donker wordt, moet u kort op de aan-uittoets drukken om het
scherm te activeren.
3
Sleep omhoog of sleep omlaag om het scherm te ontgrendelen.
4
Voer uw SIM-kaart en PIN in wanneer hierom wordt gevraagd en selecteer OK.
5
Wacht even tot het apparaat start.
De PIN-code van uw SIM-kaart wordt aanvankelijk door uw netwerkoperator geleverd, maar u
kunt deze later wijzigen in het menu Instellingen. Tik op als u een fout wilt corrigeren
tijdens het invoeren van de pincode van uw SIM-kaart.
Het apparaat uitschakelen
1
Houd de aan-uitknop ingedrukt tot het optiemenu wordt weergegeven.
2
Tik in het optiemenu op Uitschakelen.
3
Tik op OK.
Het kan even duren voordat het apparaat uit gaat.
Schermvergrendeling
Wanneer het apparaat is ingeschakeld en gedurende een bepaalde periode inactief is,
wordt het scherm verduisterd om batterijstroom te besparen en wordt het scherm ook
automatisch vergrendeld. Deze vergrendeling voorkomt dat u per ongeluk ongewenste
bewerkingen uitvoert op het aanraakscherm wanneer u de telefoon niet gebruikt. Vanaf
het vergrendelscherm kunt u nog steeds foto's maken en geluid weergeven.
Het scherm activeren
•
Druk de toets
Het scherm ontgrendelen
•
Sleep omhoog of sleep omlaag.
Het scherm handmatig vergrendelen
•
Wanneer het scherm actief is, drukt u kort op de aan-uitknop .
kort in.
Setup wizard
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer start, wordt er een installatiehandleiding
geopend waarin de elementaire functies worden uitgelegd en u wordt geholpen om
belangrijke instellingen in te voeren. Dit is een goed moment om uw apparaat te
configureren op basis van uw specifieke behoeften. U kunt de instellingengids ook later
vanuit het applicatiescherm openen.
Meld u vanaf het apparaat bij de online serviceaccounts om eenvoudig toegang te krijgen
wanneer u op reis bent. U kunt bijvoorbeeld contacten uit uw Google™-accounts in uw
telefoonboek opnemen, zodat u alles op één plaats hebt. U kunt zich inschrijven voor
nieuwe online services vanaf uw apparaat of vanaf uw computer.
Google™-account
U moet een Google™-account hebben om een aanbod aan applicaties en services te
gebruiken op uw Android-apparaat. U hebt een Google™-account nodig om
bijvoorbeeld de applicatie Gmail™ op uw apparaat te gebruiken, om met uw vrienden te
chatten met Google Talk™, en om de agenda op uw apparaat te synchroniseren met uw
Google Agenda™. U hebt ook een Google™-account nodig om applicaties en games,
muziek, films en boeken te downloaden van Google Play™.
Microsoft® Exchange ActiveSync®-account
Synchroniseer uw apparaat met uw Microsoft® Exchange ActiveSync®-account. Op
deze manier hebt u uw bedrijfs-e-mail, contacten en kalendergebeurtenissen altijd bij u.
Facebook™-account
Facebook™ is een social networkingservice waarmee u kunt verbinden met vrienden,
familie en collega's wereldwijd. Stel Facebook in op uw apparaat zodat u overal contact
kunt houden.
Het schermtoetsenblok, een dialoogvenster, een optiemenu of het meldingsvenster sluiten
Startpagina
•
Naar het Startscherm gaan
Taak
•
Tik om een venster met uw meest recentelijk gebruikte applicaties en een balk met kleine apps te
openen.
Batterij
Uw apparaat heeft een ingebouwde batterij.
De batterij opladen
Wanneer u het apparaat aanschaft, is de telefoonbatterij opgeladen. Het kan een paar
minuten duren voordat het batterijpictogram op het scherm wordt weergegeven als u
het snoer van de lader met een voedingsbron verbindt, zoals een USB-poort of een
lader. U kunt het apparaat blijven gebruiken tijdens het opladen. Het opladen van het
apparaat gedurende een langere periode, bijvoorbeeld de hele nacht, veroorzaakt geen
schade aan de batterij of het apparaat.
De batterij wordt eerst een klein beetje ontladen nadat deze volledig is opgeladen en
vervolgens na een bepaalde tijd opnieuw opgeladen wanneer de lader is aangesloten. Hiermee
wordt de batterijduur vergroot. Dit kan ertoe leiden dat de oplaadstatus wordt weergegeven
als een niveau onder de 100 procent.
Steek het ene uiteinde van de USB-kabel in de lader (of in de USB-poort van een
computer).
3
Steek het andere uiteinde van de kabel met het USB-symbool naar boven in de
micro-USB-poort op uw apparaat. De batterijstatus-LED licht op wanneer het
opladen wordt gestart.
4
Wanneer de status-LED van de batterij groen is, is het apparaat volledig
opgeladen. Koppel de USB-kabel los van uw apparaat door hem recht naar buiten
te trekken. Voorkom dat u de connector buigt wanneer u de kabel loskoppelt van
het apparaat.
Gebruik de lader en USB-kabel die met het apparaat zijn meegeleverd om sneller te laden.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het een paar minuten duren voordat de LED oplicht
nadat u de laderkabel met een voedingsbron hebt verbonden.
Status batterij-LED
Groen
Knippert roodHet batterijniveau is laag
OranjeDe batterij wordt opgeladen. Het batterijniveau ligt tussen laag en volledig opgeladen
Het batterijniveau controleren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Status > Accuniveau.
De batterij is volledig opgeladen
Prestaties van de batterij verbeteren
Aan de hand van de volgende tips kunt u ervoor zorgen dat de batterij langer meegaat:
•
Laad de telefoon vaak op. Dit heeft geen invloed op de levensduur van de batterij.
•
Gegevens van het internet downloaden verbruikt veel energie. Wanneer u het internet
niet gebruikt, kunt u energie besparen door alle gegevensverbindingen via mobiele
netwerken uit te schakelen. Bij deze instelling kunt u niet verhinderen dat uw apparaat
gegevens verzendt via andere draadloze netwerken.
•
Schakel GPS, Bluetooth™ en Wi-Fi® uit wanneer u deze functies niet gebruikt. U kunt ze
gemakkelijker in- en uitschakelen door de widget Snelle instellingen aan uw Startscherm
toe te voegen. U hoeft 3G niet uit te schakelen.
•
Gebruik de instelling Uitgbereide stand-by modus om batterijverbruik te beperken
wanneer het scherm niet actief is.
Stel uw synchronisatietoepassingen (die worden gebruikt om uw e-mail, agenda en
contacten te synchroniseren) in op handmatig synchroniseren. U kunt de telefoon ook
automatisch laten synchroniseren, maar vergroot in dat geval het synchronisatie-interval.
•
Controleer het menu batterijgebruik van het apparaat om te zien welke applicaties de
meeste energie gebruiken. Uw batterij verbruikt meer stroom wanneer u applicaties voor
het streamen van video's en muziek gebruikt, zoals YouTube™. Sommige applicaties die
zijn gedownload van Google Play™ kunnen eveneens meer stroom verbruiken.
•
Sluit de applicaties die u niet gebruikt, af.
•
Verlaag het helderheidsniveau van de schermweergave.
•
Schakel uw apparaat uit of activeer Vliegmodus als u zich in een gebied zonder
netwerkdekking bevindt. Als u dit niet doet, zoekt het apparaat voortdurend opnieuw
naar beschikbare netwerken en dat kost energie.
•
Gebruik een originele headset van Sony om naar muziek te luisteren. Handsfree
apparaten verbruiken minder batterijvermogen dan de luidspreker van de telefoon.
•
Houd uw apparaat zoveel mogelijk in stand-by. Stand-bytijd verwijst naar de tijd tijdens
welke het apparaat op het netwerk is aangesloten en niet wordt gebruikt.
•
Schakel alle live achtergronden uit.
Het menu voor batterijgebruik openen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Energiebeheer > Batterij om te zien welke
geïnstalleerde applicaties het meeste batterijvermogen verbruiken.
De widget Gegevensverkeer aan uw startscherm toevoegen
1
Tik op een leeg gebied van uw Startscherm.
2
Tik op Widgets > Hulpprogramma's.
3
Tik op de widget Mobiel dataverkeer en sleep het naar een leeg gebied op het
startscherm.
De Quick settings-widget aan uw startscherm toevoegen
1
Tik op een leeg gebied van uw Startscherm.
2
Tik op Widgets > Hulpprogramma's.
3
Tik op de widget Snelle instellingen en sleep het naar een leeg gebied van uw
Startscherm.
Batterijgebruik beperken met Uitgebreide stand-by modus
Gebruik de uitgebreide stand-by modus om de batterij langer mee te laten gaan. Om
energie te sparen, worden uw Wi-Fi®-verbinding, gegevensverkeer en niet-gebruikte
toepassingen gepauzeerd als het apparaat in de stand-by modus staat. U kunt nog
steeds telefoongesprekken, SMS- en MMS-berichten ontvangen. Nadat het scherm
weer actief is geworden, verlaat het apparaat de stand-bymodus en worden alle
onderbroken functies hervat.
Zo schakelt u de uitgbereide stand-by modus in
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Energiebeheer.
3
Markeer het selectievakje Uitgbereide stand-by modus en tik vervolgens op
Activeren.
Zo schakelt u de uitgbereide stand-by modus uit
1
Tik in het Startscherm op
2
Ga naar Instellingen > Energiebeheer en hef de selectie van het keuzevakje
Uitgbereide stand-by modus op.
.
.
Het aanraakscherm gebruiken
Er is plastic beschermfolie op het scherm van het apparaat geplakt wanneer u dit
aanschaft. U moet de beschermfolie lostrekken voordat u het aanraakscherm kunt
gebruiken. Als u dat niet doet, werkt het aanraakscherm mogelijk niet goed.
Wanneer het apparaat is ingeschakeld en gedurende een bepaalde periode inactief is,
wordt het scherm verduisterd om batterijstroom te besparen en wordt het scherm ook
automatisch vergrendeld. Deze vergrendeling voorkomt dat u per ongeluk ongewenste
bewerkingen uitvoert op het aanraakscherm wanneer u de telefoon niet gebruikt. U kunt
ook persoonlijke vergrendelingen instellen om uw abonnement te beschermen en ervoor
te zorgen dat alleen u toegang hebt tot de inhoud van uw apparaat.
Het scherm van uw apparaat is van glas gemaakt. Raak het scherm niet aan als het glas
gebarsten of gebroken is. Repareer een beschadigd scherm niet zelf. Glazen schermen zijn
gevoelig voor vallen en mechanische schokken. Schade die het gevolg is van onvoldoende
zorg wordt niet gedekt door de garantieservice van Sony.
Een item openen of markeren
•
Tik op het item.
Markeringsopties
Ingeschakeld selectievakje
Uitgeschakeld selectievakje
Ingeschakeld
Uitgeschakeld
Opties in- of uitschakelen
•
Tik op het relevante selectievakje of de schakelaar naast de optienaam.
Zoomen
De zoomopties zijn afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.
Zoomen
•
Plaats tegelijkertijd twee vingers op het scherm en breng ze samen (om uit te
zoomen) of spreid ze uit elkaar (om in te zoomen).
Wanneer u twee vingers op het scherm gebruikt om te zoomen, is het alleen mogelijk om te
zoomen als beide vingers zich binnen het zoombare gebied bevinden. Als u bijvoorbeeld op
een foto wilt inzoomen, zorgt u ervoor dat beide vingers zich binnen het fotokadergebied
bevinden.
Bladeren
Blader door uw vinger omhoog of omlaag te bewegen op het scherm. Op sommige
webpagina's kunt u ook naar links en rechts bladeren.
Er worden geen items op het scherm geactiveerd door te slepen of te vegen.
Sleep of veeg met uw vinger in de richting waarin u op het scherm wilt bladeren.
Veeg om sneller te bladeren met uw vinger in de gewenste richting op het scherm.
Vegen
•
Veeg om sneller te bladeren met uw vinger in de gewenste richting op het scherm.
U kunt wachten tot het schuiven vanzelf stopt of het schuiven direct stoppen door
op het scherm te tikken.
Sensoren
Uw apparaat bevat sensoren die zowel licht als nabijheid detecteren. De lichtsensor
detecteert het niveau van het omgevingslicht en past de helderheid van het scherm
daarop aan. De nabijheidssensor schakelt het aanraakscherm uit tijdens spraakoproepen
als uw oor zich dichtbij het scherm bevindt. Hiermee wordt voorkomen dat u ongewenst
andere functies activeert tijdens een gesprek.
Het vergrendelingsscherm gebruiken
Op het vergrendelscherm kunt u tracks afspelen, foto's maken en video opnemen
zonder het scherm te ontgrendelen.
Als u het scherm wilt activeren, drukt u kort op de aan/uit-toets .
2
Om de bedieningsknoppen van de muziekspeler weer te geven, sleept u naar
links over het scherm.
3
Tik op .
Een audiotrack afspelen vanaf het vergrendelde scherm
1
Als u het scherm wilt activeren, drukt u kort op de aan/uit-toets .
2
Om de bedieningsknoppen van de muziekspeler weer te geven, sleept u naar
rechts over het scherm.
3
Tik op .
Een audiotrack pauzeren vanaf het vergrendelingsscherm
1
Als u het scherm wilt activeren, drukt u kort op de aan/uit-toets .
2
Wanneer de bedieningselementen van de muziekspeler verschijnen, tikt u op .
De momenteel afgespeelde audiotrack wijzigen vanaf het vergrendelingsscherm
1
Als u het scherm wilt activeren, drukt u kort op de aan/uit-toets .
2
Wanneer de bedieningselementen van de muziekspeler verschijnen, tikt u op of
.
Startscherm
Het Startscherm biedt de toegang tot de voornaamste functies van uw apparaat. U kunt
uw Startscherm aanpassen met widgets, snelkoppelingen, mappen, thema's,
achtergronden en andere items.
Het Startscherm breidt zich uit voorbij de standaard weergavebreedte van het scherm,
zodat u naar links of rechts moet vegen om inhoud te bekijken in alle vensters van het
startscherm.
venster instellen als hoofd-startscherm en vensters toevoegen of verwijderen.
De items in de balk onder aan het scherm zijn altijd beschikbaar voor snelle toegang.
laat zien in welk deel van het Startscherm u zich bevindt. U kunt een
Een venster instellen als hoofdvenster voor het startscherm
1
Houd een leeg gebied op de Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om naar het venster te gaan dat u als hoofdvenster voor
het starscherm wilt instellen en tik op
Een venster toevoegen aan het startscherm
1
Houd een leeg gebied op de Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om door de vensters te bladeren en tik op .
Een venster verwijderen van de startpagina
1
Houd een leeg gebied op de Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om naar het venster te gaan dat u wilt verwijderen en tik
.
op
.
Widgets
Widgets zijn kleine applicaties die u direct op uw Startschermkunt gebruiken. Met
bijvoorbeeld de widget “WALKMAN” kunt u direct muziek afspelen.
Van sommige widgets kunt u de afmetingen veranderen, zodat u ze kunt vergroten om
meer inhoud weer te geven, of verkleinen om ruimte te sparen op uw Startscherm.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt en tik
vervolgens op Widgets.
2
Tik op de widget die u wilt toevoegen.
De afmetingen van een widget wijzigen
1
Raak een widget aan en houd deze ingedrukt tot deze groter wordt en het
apparaat trilt. Laat de widget vervolgens los. Als de afmetingen van de widget
veranderd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld de widget Agenda, verschijnen een
gemarkeerd kader en formaatpunten.
2
Sleep de punten naar binnen of naar buiten om de widget kleiner of groter te
maken.
3
Tik ergens op de Startscherm om de nieuwe afmetingen van de widget te
bevestigen.
Uw startscherm organiseren
Pas de vormgeving van uw startscherm aan en wijzig de functies die toegankelijk zijn
vanaf het startscherm. Wijzig de schermachtergrond, verplaats items, maak mappen en
voeg snelkoppelingen en widgets toe.
Opties voor aanpassen
De volgende opties voor aanpassen worden in de aanpassingsbalk weergegeven als u
een leeg gebied op het startscherm aangeraakt houdt.
Widgets toevoegen aan het startscherm.
Applicaties en snelkoppelingen toevoegen.
Een achtergrond instellen voor uw startscherm.
Een achtergrondthema instellen.
Aanpassingsopties in het startscherm weergeven
•
Houd een leeg gebied aangeraakt op uw Startscherm totdat het apparaat trilt en
opties voor aanpassen onderin het scherm verschijnen.
Een snelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Houd een leeg gebied op de Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Tik op Applicaties > Snelkopp..
3
Selecteer een snelkoppeling.
U kunt een snelkoppeling naar een applicatie rechtstreeks toevoegen vanaf het
applicatiescherm door de applicatie aan te raken en vast te houden.
Een item verplaatsen op het startscherm
•
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en het apparaat trilt.
Sleep het item vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een item verwijderen van de startpagina
•
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en het apparaat trilt.
Sleep het item vervolgens naar
.
Een map maken op het startscherm
1
Raak het pictogram of de snelkoppeling van een applicatie aan en houd het vast
tot het wordt vergroot en het apparaat trilt; sleep het vervolgens boven het
pictogram of de snelkoppeling van een applicatie en zet het daar neer.
2
Voer een naam voor de map in en tik op Gereed.
Items toevoegen aan een map op het startscherm
•
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en het apparaat trilt.
Sleep het item vervolgens naar de map.
Een map op het startscherm hernoemen
1
Tik op de map om deze te openen.
2
Raak de titelbalk van de map aan om het veld Mapnaam weer te geven.
3
Voer de naam van de nieuwe map in en tik op Gereed.
De achtergrond van uw startscherm veranderen
Pas het Startscherm aan uw stijl aan met achtergronden en verschillende thema's.
De achtergrond voor uw startscherm wijzigen
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Tik op Achtergrond en selecteer een optie.
Een thema instellen voor uw startscherm
1
Houd een leeg gebied op de Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Tik op Thema´s en selecteer vervolgens een thema.
Wanneer u een thema wijzigt, verandert in sommige applicaties ook de achtergrond.
Open applicaties op basis van snelkoppelingen op uw Startscherm of vanuit het scherm
Toepassingen.
Scherm applicaties
Het scherm Applicaties, dat u opent vanaf uw Startscherm, bevat de applicaties die
vooraf geïnstalleerd zijn op uw apparaat evenals de applicaties die u downloadt.
Het scherm Toepassingen strekt zich uit buiten de normale schermbreedte. U moet dus
naar links en naar rechts vegen om alle content te bekijken.
Het scherm Toepassingen openen
•
Tik vanuit uw Startscherm op .
Bladeren door het scherm Toepassingen
•
Veeg naar rechts of links vanuit het toepassingsscherm.
Een snelkoppeling naar een toepassing maken op de startpagina
1
Tik op het Startscherm op
2
Houd een pictogram voor een applicatie aangeraakt tot het scherm trilt en sleep
het pictogram naar de bovenkant van het scherm. De Startscherm opent.
3
Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het Startscherm en haal uw
vinger weg.
Een applicatie delen vanuit het applicatiescherm
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op en tik vervolgens op Delen. Alle applicaties die gedeeld kunnen worden,
zijn aangegeven met .
3
Tik op de applicatie die u wilt delen, selecteer een optie en bevestig deze indien
nodig. Een koppeling naar een download van de applicatie wordt naar de
geselecteerde personen gestuurd.
.
.
Toepassingen openen en sluiten
Een toepassing openen
•
Tik vanaf uw Startscherm of het scherm Toepassingen op de toepassing.
Een toepassing sluiten
•
Druk op
Bepaalde toepassingen worden gepauzeerd wanneer u drukt op
toepassingen kunnen actief blijven op de achtergrond. In het eerste geval kunt u de volgende
keer dat u de toepassing opent doorgaan waar u bent gestopt. Sommige applicaties kunnen
dataverbindingskosten veroorzaken wanneer deze applicaties op de achtergronden actief
blijven, bijvoorbeeld sociale netwerkservices.
.
om af te sluiten. Andere
Het venster met onlangs gebruikte applicaties
Vanuit dit venster kunt u wisselen tussen onlangs gebruikte applicaties. U kunt ook kleine
apps openen.
Het venster met onlangs gebruikte applicaties openen
•
Druk op . Het venster van onlangs gebruikte applicaties verschijnt rechts op het
scherm.
Kleine apps gebruiken
Vanuit het venster van onlangs gebruikte applicaties kunt u te allen tijde snel toegang
krijgen tot diverse kleine apps door middel van de balk met kleine apps. Een kleine app
neem slechts een klein deel van uw scherm in beslag. U kunt communiceren met een
kleine app en een andere applicatie op hetzelfde moment op hetzelfde scherm.
De balk met kleine apps openen
•
Druk op . De balk met kleine apps verschijnt onder aan het scherm.
Een kleine app openen
1
Om de balk met kleine apps weer te geven drukt u op .
2
Tik op de kleine app die u wilt openen. Het venster van een kleine app wordt
weergegeven.
Een kleine app sluiten
•
Tik op
op het venster van de kleine app.
Een kleine app verplaatsen
•
Als de kleine app geopend is, houdt u de linkerbovenhoek aangeraakt en sleept u
hem naar de gewenste locatie.
Een kleine app minimaliseren
•
Als de kleine app geopend is, houdt u de linkerbovenhoek aangeraakt en sleept u
hem naar de rechterrand of naar de benedenrand van het scherm.
Uw kleine apps opnieuw schikken
1
Druk op om de balk met kleine apps te laten verschijnen.
2
Houd een kleine app aangeraakt en sleep deze naar de gewenste positie in de
balk met kleine apps.
Een kleine app van de balk met kleine apps verwijderen
1
Druk op om de balk met kleine apps te laten verschijnen.
2
Houd het pictogram van een kleine app aangeraakt en sleep het weg van de balk
met kleine apps.
Een eerder verwijderde app herstellen
1
Druk op om de balk met kleine apps te laten verschijnen.
2
Tik op > Geïnstalleerde kleine applicaties.
3
Selecteer de kleine app die u wilt herstellen.
Een kleine app downloaden
1
Druk op om de balk met kleine apps te laten verschijnen.
2
Tik op > .
3
Ga naar een kleine app die u wilt downloaden en volg vervolgens de instructies
om de installatie te voltooien.
Applicatiemenu
U kunt op elk moment een menu openen wanneer u een applicatie gebruikt. Afhankelijk
van de applicatie die u gebruikt, ziet het menu er anders uit.
Niet in alle toepassingen is een menu beschikbaar.
Uw scherm Toepassingen organiseren
Verplaats de toepassingen op het scherm Toepassingen op basis van uw voorkeuren.
Applicaties schikken op het applicatiescherm
1
Tik vanuit Startscherm op om naar het applicatiescherm te gaan.
2
Tik in de keuzelijst links boven in het scherm en selecteer een optie.
Een applicatie verplaatsen op het scherm Applicaties
1
Open het scherm Toepassingen.
2
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en het apparaat trilt.
Sleep het item vervolgens naar de nieuwe locatie.
U kunt uw toepassingen alleen verplaatsen wanneer Eigen volgorde is geselecteerd.
Een applicatie verwijderen vanuit het applicatiescherm
1
Tik vanuit Startscherm op .
2
Tik op en tik vervolgens op Verwijderen. Alle applicaties die niet verwijderd
kunnen worden, zijn aangegeven met .
3
Tik op de applicatie die u wilt verwijderen en tik op Verwijderen.
Status en meldingen
In de statusbalk boven aan het scherm wordt getoond wat er op uw apparaat
plaatsvindt. Aan de linkerkant krijgt u meldingen wanneer er iets nieuw of actief is.
Nieuwe berichten en kalendermeldingen worden bijvoorbeeld hier weergegeven. Aan de
rechterkant vindt u de signaalsterkte, de batterijstatus en andere informatie.
Met de statusbalk kunt u basisinstellingen op uw apparaat aanpassen, bijvoorbeeld
Wi-Fi®, Bluetooth™, dataverkeer en geluid. U kunt het instellingenmenu ook openen
vanuit het meldingenpaneel om andere instellingen aan te passen.
Een meldingslampje geeft batterijstatusinformatie en enkele meldingen weer. Een blauw
knipperend lampje betekent bijvoorbeeld dat er een nieuw bericht of een gemist gesprek
is. Het meldingslampje werkt mogelijk niet wanneer de batterij bijna leeg is.
Meldingen en lopende activiteiten controleren
U kunt de statusbalk omlaag slepen om het meldingsvenster te openen en meer
informatie te krijgen. U kunt het venster bijvoorbeeld gebruiken om een nieuw bericht te
openen of een gebeurtenis in de agenda te bekijken. U kunt ook een paar applicaties
openen die op de achtergrond actief zijn, zoals de muziekplayer.
Sleep het tabblad onderaan het meldingsvenster omhoog.
Een actieve toepassing openen vanuit het meldingsvenster
•
Tik op het pictogram van de actieve toepassing om deze te openen.
Een melding verwijderen van het meldingsvenster
•
Plaats uw vinger op een melding en veeg naar links of rechts.
Het paneel Meldingen wissen
•
Tik in het paneel Meldingen op Wissen.
Uw apparaat instellen vanaf het meldingvenster
U kunt het instellingenmenu openen vanuit het meldingenpaneel om de basisinstellingen
van uw apparaat aan te passen. U kunt bijvoorbeeld Wi-Fi® inschakelen.
Het instellingenmenu openen vanaf het meldingsvenster
Geluidsinstellingen aanpassen vanaf het meldingenpaneel
1
Sleep de statusbalk omlaag.
2
Tik op .
De Bluetooth™-functie bedienen vanaf het meldingenpaneel
1
Sleep de statusbalk omlaag.
2
Tik op .
De Wi-Fi®-functie bedienen vanaf het meldingenpaneel
1
Sleep de statusbalk omlaag.
2
Tik op .
Dataverkeer in- of uitschakelen vanaf het meldingenpaneel
1
Sleep de statusbalk omlaag.
2
Tik op .
Menu Instellingen
Bekijk en wijzig de instellingen voor uw apparaat in het menu Instellingen.
Uw apparaatinstellingen openen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen.
U kunt ook de statusbalk naar beneden slepen op het startscherm en op
toegang te krijgen tot de apparaatinstellingen.
tikken om
Tekst typen
U kunt uit een aantal toetsenborden en invoermethoden kiezen om tekst met letters,
nummers en andere teksten te kunnen typen.
Virtueel toetsenbord
Tik op de toetsen van het virtuele QWERTY-toetsenbord om eenvoudig tekst in te
voeren. In bepaalde applicaties wordt het virtuele toetsenbord automatisch geopend. U
kunt dit toetsenbord ook openen door een tekstveld aan te raken.
Het virtuele toetsenbord gebruiken
1
Tussen hoofdletters en kleine letters schakelen en caps lock inschakelen. Voor bepaalde talen wordt deze
toets gebruikt om extra tekens in de taal te gebruiken.
2 Sluit de weergave van het virtuele toetsenbord. Dit pictogram wordt niet in de staande modus getoond.
3 Cijfers en symbolen weergeven.
4 Personaliseer uw toetsenbord. Deze toets verdwijnt nadat het toetsenbord is gepersonaliseerd.
6 Voer een regeleinde in of bevestig de tekstinvoer.
7 Verwijder een teken vóór de cursor.
Alle illustraties zijn uitsluitend bedoeld ter illustratie en vormen mogelijk geen exacte weergave
van het daadwerkelijke apparaat.
Het virtuele toetsenbord weergeven om tekst in te voeren
•
Tik op een tekstinvoerveld.
Het virtuele toetsenbord verbergen
•
Wanneer het virtuele toetsenbord is geopend, tikt u op .
Het virtuele toetsenbord personaliseren
1
Open het virtuele toetsenbord en tik op .
2
Volg de aanwijzingen om het virtuele toetsenbord te personaliseren; markeer
bijvoorbeeld het selectievakje Smiley-toets.
Als u het selectievakje Smiley-toets niet markeert tijdens het personaliseren van het virtuele
toetsenbord, verschijnt het pictogram Smiley niet.
Het virtuele toetsenbord in de liggende stand gebruiken
•
Draai het apparaat een kwartslag wanneer u tekst invoert.
De liggende stand moet worden ondersteund in de applicatie die u gebruikt en de instellingen
voor de schermstand moet zijn ingesteld op Automatisch om het virtuele toetsenbord te
kunnen gebruiken in de liggende stand.
Tekst invoeren met het virtuele toetsenbord
•
Als u een teken wilt invoeren dat zichtbaar is op het toetsenbord, tikt u op dit
teken.
•
Als u een tekenvariant wilt invoeren, raakt u een regulier teken op het toetsenbord
aan en houdt u dit vast om een lijst met beschikbare opties weer te geven.
Selecteer vervolgens een optie in de lijst. Als u bijvoorbeeld 'é' wilt invoeren, raakt
u 'e' aan en houd u het ingedrukt tot andere opties worden weergegeven. Sleep
terwijl u uw vinger op het toetsenbord houdt, naar 'é' en selecteer deze optie.
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters
•
Tik voordat u een letter invoert op om naar hoofdletters te schakelen of vice
versa.
Caps Lock inschakelen
•
Tik voordat u een woord typt op of tot wordt weergegeven.
Cijfers of symbolen invoeren
•
Tik op wanneer u tekst invoert. Er wordt een toetsenbord met cijfers en
symbolen weergegeven. Tik op om meer opties weer te geven.
Gebruikelijke leestekens invoeren
1
Tik op de spatiebalk wanneer u klaar bent met het invoeren van een woord.
2
Selecteer een leesteken in de balk met suggesties. Het geselecteerde teken wordt
voor de spatie ingevoerd.
Tik wanneer u klaar bent met het invoeren van een woord, twee keer op de spatiebalk om snel
een punt in te voeren.
Tekens verwijderen
•
Tik om de cursor te plaatsen na het teken dat u wilt verwijderden en tik vervolgens
op .
Tik wanneer u tekst invoert op om een regelterugloop in te voeren.
Tekst selecteren
1
Voer wat tekst in en tik twee keer op de tekst. Het woord dat u aantikt, wordt aan
beide zijden gemarkeerd door tabs.
2
Sleep de tabs naar links of rechts om meer tekst te selecteren.
Tekst bewerken in liggende stand
1
Voer wat tekst in en dubbeltik vervolgens op de ingevoerde tekst.
2
Selecteer de tekst waarmee u wilt werken, tik vervolgens op Bewerken... en
selecteer een optie.
De tekst bewerken in staande stand
1
Voer wat tekst in en dubbeltik op de ingevoerde tekst om de applicatiebalk te
laten verschijnen.
2
Selecteer de tekst die u wilt bewerken en gebruik vervolgens de applicatiebalk om
de gewenste wijzigingen aan te brengen.
Applicatiebalk
1
2Alle tekst selecteren
3Tekst knippen
4Tekst kopiëren
5Tekst plakken
verschijnt alleen wanneer er tekst is opgeslagen op het klembord.
De applicatiebalk sluiten
De Vegen om te schrijven-functie gebruiken om woorden te schrijven
U kunt tekst invoeren door uw vinger op het virtuele toetsenbord van letter naar letter te
schuiven.
Vegen om te schrijven is alleen beschikbaar wanneer u het virtuele toetsenbord gebruikt.
Tekst invoeren met de functie Vegen om te schrijven
1
Wanneer u tekst invoert met behulp van het virtuele toetsenbord, veeg dan met
uw vinger van letter naar letter om het woord te traceren dat u wilt schrijven.
2
Til uw vinger op als u klaar bent met het invoeren van een woord. Een woord
wordt voorgesteld op basis van de letters waar u langs hebt geveegd. Selecteer
indien nodig het juiste woord in de balk met suggesties.
3
Blader naar recht of links in de balk met suggesties om meer opties weer te
geven. Als u het gewenste woord niet kunt vinden, tikt u één keer op om het
hele woord te verwijderen. Probeer het woord vervolgens nogmaals te traceren
met de functie Vegen om te schrijven, of tik op elke letter om het woord in te
voeren.
4
Als de instelling Spatie vóór nieuwe veeg is geactiveerd, traceert u het volgende
woord dat u wilt invoeren. Als dit niet het geval is, tikt u op de spatiebalk en dan
traceert u het volgende woord dat u wilt invoeren.
Als u samengestelde woorden wilt invoeren wanneer de instelling
geactiveerd, dan moet u wellicht het eerste deel van het woord invoeren door te schuiven; tik
vervolgens op elke letter om de rest van het woord in te voeren.
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op .
2
Tik op en op Instellingen voor toetsenbord.
3
Tik op Instellingen voor tekstinvoer.
4
Schakel het Vegen om te schrijven-selectievakje in of uit.
5
Als u automatisch een spatie wilt toevoegen tussen vegen zonder elke keer op de
spatiebalk te hoeven tikken, dan schakelt u het selectievakje Spatie vóór nieuwe
veeg in.
Toetsenblok
Het toetsenblok kan worden vergeleken met een standaardtelefoontoetsenblok met 12
toetsen. Er zijn opties voor tekstvoorspelling en multitik tekstinvoer beschikbaar. U kunt
de tekstinvoermethode Toetsenblok activeren via de toetsenbordinstellingen. Het
toetsenblok is alleen beschikbaar in de staande stand.
Het telefoontoetsenblok gebruiken
1
Een tekstinvoeroptie kiezen
2Tussen hoofdletters en kleine letters schakelen en caps lock inschakelen
3Cijfers weergeven
4Symbolen en smileys weergeven
5Een spatie invoeren
6Regelterugloop invoeren of tekstinvoer bevestigen
7Een teken vóór de cursor verwijderen
Alle illustraties zijn uitsluitend bedoeld ter illustratie en vormen mogelijk geen exacte weergave
van het daadwerkelijke apparaat.
Het toetsenblok voor het eerst gebruiken
1
Tik op een tekstinvoerveld en tik vervolgens op .
2
Tik op en op Instellingen voor toetsenbord.
3
Tik op Toetsenbordvormgeving > Toetsenbordindeling.
4
Selecteer het toetsenblok.
Het toetsenblok kan alleen worden gebruikt in de portretstand.
Wanneer wordt weergegeven op het toetsenblok, tikt u één keer op elke
tekentoets, zelfs wanneer de gewenste letter niet de eerste letter op de toets is.
Tik op het woord dat wordt weergegeven of tik op om meer woordsuggesties
weer te geven en een woord uit de lijst te selecteren.
•
Wanneer wordt weergegeven op het toetsenblok, tikt u op de toetsen op het
scherm voor de tekens die u wilt invoeren. Blijf de toets indrukken tot het
gewenste teken is geselecteerd. Doe vervolgens hetzelfde voor het volgende
teken dat u wilt invoeren, enzovoort.
Cijfers invoeren met het toetsenblok
•
Wanneer het toetsenblok is geopend, tikt u op . Er wordt een toetsenblok met
cijfers weergegeven.
Symbolen en smileys invoegen met het toetsenblok
1
Wanneer het toetsenblok is geopend, tikt u op . Er wordt een raster
weergegeven met symbolen en smileys.
2
Blader omhoog of omlaag om meer opties weer te geven. Tik op een symbool of
smiley om het gewenste item te selecteren.
Instellingen voor toetsenbord en toetsenblok
U kunt instellingen selecteren voor het virtuele toetsenbord en het toetsenblok, zoals de
schrijftaal en automatische correctie.
De instellingen voor het virtuele toetsenbord en het toetsenblok openen
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord of het toetsenblok, tikt u op
of op .
2
Tik op en op Instellingen voor toetsenbord.
Een schrijftaal toevoegen voor tekstinvoer
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord of het toetsenblok, tikt u op
of op .
2
Tik op en op Instellingen voor toetsenbord.
3
Tik op Talen > Schrijftalen en markeer de relevante selectievakjes. Tik op OK om
uw keuze te bevestigen.
Tik op de toets voor de invoertaal, bijvoorbeeld
, om tussen talen te wisselen.
Instellingen voor tekstinvoer
Bij het invoeren van tekst door middel van het virtuele toetsenbord of het toetsenblok
kunt u toegang krijgen tot een menu met tekstinvoerinstellingen dat u helpt om opties in
te stellen voor tekstvoorspelling. U kunt bijvoorbeeld beslissen hoe u wilt dat uw telefoon
woordalternatieven presenteert en woorden corrigeert terwijl u typt of de
tekstinvoerapplicatie inschakelen om nieuwe woorden die u schrijft te onthouden.
Tekstinvoerinstellingen wijzigen
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord of het toetsenblok, tikt u op
of op .
2
Tik op en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord > Instellingen voor
tekstinvoer en selecteer de relevante instellingen.
Tekst invoeren met spraakinvoer
Als u tekst invoert, kunt u de spraakinvoerfunctie gebruiken in plaats van de woorden te
typen. Zeg gewoon de woorden die u wilt invoeren. Spraakinvoer is een experimentele
technologie van Google™, en is beschikbaar voor een aantal talen en landen.
U hebt een gegevensverbinding op een mobiele telefoon of een Wi-Fi®-netwerk nodig om
deze dienst te gebruiken. Dit kan extra kosten met zich meebrengen.
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord of het toetsenblok, tikt u op
of op .
2
Tik op en op Instellingen voor toetsenbord.
3
Schakel het selectievakje Toets voor Google voice-typen in.
4
Druk op om uw instellingen op te slaan. Er verschijnt een microfoonpictogram
op uw virtuele toetsenbord of toetsenblok.
Tekst invoeren met spraakinvoer
1
Zorg er voor dat de functie spraakinvoer is ingeschakeld en dat u over een actieve
gegevensverbinding beschikt.
2
Tik op als dit op uw virtuele toetsenbord of toetsenblok verschijnt. Wanneer de
invoertaaltoets, bijvoorbeeld , verschijnt, houd deze dan aangeraakt.
3
Als verschijnt, spreekt u om tekst in te voeren. Als u klaar bent, tikt u opnieuw
op . De voorgestelde tekst verschijnt.
4
Bewerk de tekst zonodig met de hand.
Uw apparaat aanpassen
U kunt verschillende apparaatinstellingen aan uw wensen aanpassen. U kunt
bijvoorbeeld de taal wijzigen, een eigen beltoon toevoegen, of de schermhelderheid
wijzigen.
Het volume aanpassen
U kunt het beltoonvolume aanpassen voor inkomende gesprekken en meldingen evenals
voor het afspelen van muziek en video.
Het volume van de beltoon aanpassen met de volumetoetsen
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag.
Het afspeelvolume voor media aanpassen met de volumetoets
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag wanneer u muziek afspeelt of een video
bekijkt.
De geluidsinstellingen aanpassen
U kunt verschillende geluidsinstellingen aanpassen. U kunt bijvoorbeeld uw apparaat
instellen op de stille modus zodat hij tijdens een vergadering niet overgaat.
De stille modus instellen voor het apparaat
•
Druk de volumetoets omlaag tot in de statusbalk wordt weergegeven.
U kunt ook de aan/uittoets
het apparaat in de stille modus te plaatsen.
De trilstand instellen voor het apparaat
•
Druk de volumetoets omlaag tot in de statusbalk wordt weergegeven.
U kunt ook de aan/uittoets
het apparaat in de trilstand te plaatsen.
De tril- en belmodus instellen voor het apparaat
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
3
Schakel het selectievakje Trillen als telefoon overgaat in.
ingedrukt houden en op tikken in het menu dat verschijnt om
ingedrukt houden en op tikken in het menu dat verschijnt om
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Helderheid.
3
Versleep de schuifregelaar om de helderheid in te stellen.
4
Tik op OK.
Het helderheidsniveau heeft een invloed op uw batterijprestaties. Voor tips over het
verbeteren van de batterijprestaties raadpleegt u Prestaties van de batterij verbeteren.
Het scherm op trillen instellen
1
Tik op Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
3
Schakel het selectievakje Trillen bij aanraking in. Het scherm trilt nu wanneer u
op selectietoetsen en op bepaalde applicaties tikt.
Opgeven na hoeveel tijd het scherm moet worden uitgeschakeld als de telefoon
niet wordt gebruikt
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Slaapstand.
3
Selecteer een optie.
.
Als u het scherm snel wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan/uit-toets
.
Het scherm actief houden terwijl het apparaat wordt opgeladen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Opties voor ontwikkelaars.
3
Schakel het selectievakje Stand-by in.
Taalinstellingen
U kunt een standaardtaal selecteren voor uw apparaat en deze later weer wijzigen.
De taal wijzigen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Taal en invoer > Taal.
3
Selecteer een optie.
4
Tik op OK.
Als u de verkeerde taal kiest en u de menuteksten niet meer kunt lezen, zoekt u het pictogram
en tikt u erop. Selecteer vervolgens de tekst naast en selecteer de eerste vermelding in
het menu dat verschijnt. U kunt vervolgens de gewenste taal selecteren.
Vliegmodus
In de vliegmodus zijn de netwerk- en radiozenders en -ontvangers uitgeschakeld om
storingen in gevoelige apparatuur te vermijden. U kunt echter nog altijd games spelen,
naar muziek luisteren, video's bekijken en andere content, zolang deze content op uw
geheugenkaart of in het interne geheugen wordt opgeslagen. U kunt ook gewaarschuwd
worden door alarmen als deze geactiveerd zijn.
Inschakelen van de vliegmodus beperkt het batterijgebruik.
De vliegmodus inschakelen
1
Tik vanuit Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer….
3
Schakel het selectievakje Vliegmodus in.
U kunt ook de aan/uittoets ingedrukt houden
verschijnt.
U kunt content opslaan in het interne geheugen van het apparaat en op een
geheugenkaart.
Het interne geheugen formatteren
U kunt het interne geheugen van de telefoon formatteren, bijvoorbeeld om geheugen vrij
te maken. Hierbij wist u alle gegevens van het interne geheugen.
Zorg dat u een back-up maakt van alle zaken die u wilt behouden voordat u het interne
geheugen formatteert. Als u een back-up wilt maken van uw content, kunt u deze
kopiëren naar een computer. Zie Uw apparaat aansluiten op een computer
op pagina 109 voor meer informatie.
Het interne geheugen wissen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte > Intern geheugen wissen.
3
Tik op Intern geheugen wissen > Alles wissen.
Geheugenkaart
Het apparaat biedt ondersteuning voor microSD™-kaarten. Deze kaarten worden
gebruikt voor media-inhoud. Dit type kaart kan ook in andere compatibele apparaten
worden gebruikt als draadbare geheugenkaart.
U zult mogelijk apart een geheugenkaart moeten aanschaffen.
De geheugenkaart veilig verwijderen
U kunt de geheugenkaart veilig verwijderen op elk moment wanneer uw telefoon is
uitgeschakeld. Als u de geheugenkaart wilt verwijderen wanneer uw telefoon is
ingeschakeld, moet u de geheugenkaart eerst logisch ontkoppelen voordat u deze fysiek
uit de telefoon verwijderd. Hiermee voorkomt u beschadigingen aan de geheugenkaart
zelf of mogelijk verlies van de gegevens die op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
De geheugenkaart ontkoppelen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte > SD-kaart ontkoppelen.
.
De geheugenkaart formatteren
U kunt de geheugenkaart formatteren op uw apparaat, bijvoorbeeld om geheugen vrij te
maken. Dit betekent dat u alle gegevens op de kaart wist.
Alle content op de geheugenkaart wordt gewist wanneer u deze formatteert. Zorg dat u een
back-up maakt van alle zaken die u wilt behouden voordat u de geheugenkaart formatteert.
Als u een back-up wilt maken van uw content, kunt u deze kopiëren naar de computer. Zie
voor meer informatie het hoofdstuk Uw apparaat aansluiten op een computer op pagina 109.
Gebruik de meegeleverde accessoires bij uw apparaat, of andere compatibele accessoires,
voor de beste prestaties.
Een headset gebruiken
1
Verbind de headset met uw apparaat.
2
Als u een gesprek wilt beantwoorden, drukt u op de toets voor afhandeling van
gesprekken.
3
Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op de toets voor afhandeling van
gesprekken.
Als er geen headset bij het apparaat is geleverd, kunt u deze afzonderlijk aanschaffen.
Als u naar muziek luistert, stopt de muziek wanneer u een gesprek beantwoordt en gaat de
muziek verder nadat u het gesprek hebt beëindigt.
Instellingen voor internet en berichten
Als u SMS- en MMS-berichten wilt verzenden en toegang wilt hebben tot internet, moet
u over een mobiele gegevensverbinding beschikken en de juiste instellingen
configureren. Er zijn verschillende manieren om deze instellingen op te halen:
•
Voor de meeste mobiele telefoonnetwerken en operators worden de instellingen voor
internet en berichten vooraf op het apparaat geïnstalleerd. U kunt vervolgens direct
internet gebruiken en berichten verzenden.
•
In sommige gevallen hebt u de mogelijkheid om instellingen voor internet en berichten te
downloaden wanneer u het apparaat voor de eerste keer inschakelt. Het is ook mogelijk
om deze instellingen later te downloaden via het menu Instellingen.
•
U kunt op elk moment handmatig instellingen voor internet en berichten op het apparaat
toevoegen en wijzigen. Neem contact op met uw netwerkoperator voor gedetailleerde
informatie over de instellingen voor internet en berichten.
Instellingen voor internet en berichten downloaden
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Xperia™ > Internetinstellingen.
3
Tik op Accept..
De standaardinstellingen voor internet herstellen
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken > Namen toegangspunten.
3
Druk op
4
Tik op Standaardinstellingen.
.
.
Namen toegangspunten (APNs)
Een APN wordt gebruikt voor het opzetten van een gegevensverbinding tussen uw
apparaat en internet. De APN definieert welk type IP-adres te gebruiken, welke
beveiligingsmethodes aan te roepen, en welke fixed-end verbindingen te gebruiken. De
APN controleren is handig als u geen toegang kunt krijgen tot internet, geen
gegevensverbinding hebt, of geen MMS-berichten kunt verzenden of ontvangen.
De huidige APN weergeven
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken.
3
Tik op Namen toegangspunten.
Als er meerdere verbindingen beschikbaar zijn, wordt de actieve netwerkverbinding
aangegeven met een geselecteerd keuzerondje.
Handmatig internetinstellingen toevoegen
1
Tik vanaf het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken > Namen
toegangspunten.
3
Tik op
4
Tik op Nieuwe APN.
5
Tik op Naam en vul de naam in voor het netwerkprofiel dat u wilt aanmaken.
6
Tik op APN en vul de naam van het toegangspunt in.
7
Vul alle overige informatie in die vereist is door uw netwerkprovider.
8
Tik op
.
en tik vervolgens op Opslaan.
Gebruiksinformatie
Voor kwaliteitsdoeleinden verzamelt Sony anonieme bugrapporten en statistieken over
uw apparaat. Geen van de verzamelde informatie bevat persoonlijke gegevens.
Verzenden van gebruiksinformatie toestaan
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Xperia™ > Instellingen voor
.
gebruiksinformatie.
3
Schakel het selectievakje Gebruiksinfo verzenden in indien dit is uitgeschakeld.
4
Tik op Akkoord om het verzenden van gebruiksinformatie toe te staan.
Gegevensgebruik beheren
Volg en beheer de hoeveelheid gegevens die naar en van uw apparaat worden
verzonden gedurende een bepaalde periode. U kunt bijvoorbeeld waarschuwingen en
limieten voor gegevensgebruik instellen op uw apparaat om extra kosten te vermijden. U
kunt ook de hoeveelheid gegevens beperken die door individuele applicaties wordt
gebruikt.
Door de instellingen voor gegevensgebruik aan te passen, kunt u meer controle krijgen over
het gegevensgebruik. Dit garandeert echter niet dat u geen extra kosten zult oplopen.
Toegang tot instellingen voor gegevensgebruik
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datagebruik.
Dataverkeer in- of uitschakelen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datagebruik.
3
Tik op de aan-uischakelaar naast Mobiel dataverkeer om het dataverkeer in of uit
te schakelen.
.
U kunt dataverkeer ook in- of uitschakelen door het selectievakje
Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken te selecteren of deselecteren.
Zorg ervoor dat u gegevensverkeer hebt ingeschakeld.
2
Tik op het Startscherm op .
3
Ga naar en tik op Instellingen > Datagebruik.
4
Als u het waarschuwingsniveau wilt instellen, sleept u de lijnen naar de gewenste
waarden. U ontvangt een waarschuwingsbericht wanneer de hoeveelheid
gegevens het ingestelde niveau nadert.
Een limiet voor gegevensgebruik instellen
1
Zorg ervoor dat u gegevensverkeer hebt ingeschakeld.
2
Tik op het Startscherm op .
3
Ga naar en tik op Instellingen > Datagebruik.
4
Schakel het selectievakje Mobiele datalimiet instellen in indien dit is
uitgeschakeld en tik dan op OK.
5
Om de limiet voor gegevensgebruik in te stellen, sleept u de lijnen naar de
gewenste waarden.
Wanneer uw gegevensgebruik de limiet bereikt, wordt gegevensverkeer op uw apparaat
automatisch uitgeschakeld.
Het gegevensgebruik van individuele applicaties beheren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Datagebruik.
3
Zoek en tik op de gewenste applicatie.
4
Breng de noodzakelijke wijzigingen aan in de limiet voor gegevensgebruik, beperk
achtergrondgegevens of beperk alle gegevensverkeer voor de applicatie.
5
Voor meer specifieke instellingen voor de applicatie tikt u op Instellingen voor
app weergeven en brengt u de gewenste wijzigingen aan.
Specifieke instellingen voor een applicatie zijn niet altijd beschikbaar.
De prestaties van individuele applicaties kunnen worden beïnvloed als u de betreffende
instellingen voor gegevensgebruik wijzigt.
Mobiele netwerkinstellingen
Afhankelijk van welke mobiele netwerken in de verschillende gebieden beschikbaar zijn,
schakelt het apparaat automatisch tussen de mobiele netwerken. U kunt het apparaat
ook handmatig instellen om toegang te krijgen tot een bepaald type mobiel netwerk,
bijvoorbeeld WCDMA of GSM.
Een netwerkmodus selecteren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken.
3
Tik op Netwerkmodus.
4
Selecteer een netwerkmodus.
Handmatig een ander netwerk selecteren
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken > Mobiele
providers.
3
Tik op Zoekmodus > Handmatig.
4
Selecteer een netwerk.
Als u handmatig een netwerk zoekt, wordt er op het apparaat niet naar andere netwerken
gezocht, zelfs wanneer u zich buiten het bereik van het geselecteerde netwerk begeeft.
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken > Mobiele
providers.
3
Tik op Zoekmodus.
4
Tik op Automatisch.
Gegevensverkeer uitschakelen
U kunt alle gegevensverbindingen uitschakelen met uw apparaat om ongewenste
downloads en synchronisaties te voorkomen. Neem contact op met uw netwerkoperator
als u gedetailleerde informatie nodig hebt over uw abonnement en de kosten van
gegevensverkeer.
Wanneer gegevensverkeer is uitgeschakeld, kunt u nog altijd Wi-Fi®- en Bluetooth™verbindingen gebruiken. U kunt ook MMS-berichten verzenden en ontvangen.
Alle gegevensverkeer uitschakelen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken.
3
Schakel het selectievakje Mobiel dataverkeer uit.
Gegevensroaming
Sommige netwerkoperators staan mobiele dataverbindingen via mobiel netwerken toe
wanneer u buiten zich buiten uw thuisnetwerk bevindt (roaming). Er kunnen kosten voor
gegevensoverdracht in rekening worden gebracht. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
Toepassingen kunnen soms de internetverbinding gebruiken in uw thuisnetwerk zonder dat
hiervan melding wordt gemaakt. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het verzenden van zoek- en
synchronisatieverzoeken. Er kunnen extra kosten van toepassing zijn wanneer dergelijke
internetverbindingen tot stand worden gebracht wanneer u roamt. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
Gegevensroaming activeren
1
Tik vanaf het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Mobiele netwerken.
3
Schakel het selectievakje Gegevensroaming in.
U kunt gegevensroaming niet activeren wanneer gegevensverbindingen zijn uitgeschakeld.
Open Google Play™ en ga een wereld van applicaties en games binnen. U kunt bladeren
door deze applicaties en games met behulp van verschillende categorieën. U kunt ook
feedback geven voor applicaties en games, en deze een waarderingsscore geven.
U moet beschikken over een Google™-account voordat u Google Play™ kunt
gebruiken. Zie Een Google™-account instellen op uw apparaat op pagina 54 voor
meer informatie.
Google Play™ is mogelijk niet beschikbaar in alle landen of regio's
Google Play™ openen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Tik op Play Store.
Downloaden van Google Play™
U kunt allerlei soorten applicaties van Google Play™ downloaden, waaronder gratis
applicaties.
Voordat u applicaties downloadt
Voordat u met downloaden vanaf Google Play™ begint, moet u voor een werkende
internetverbinding zorgen.
Bedenk ook dat voor het downloaden van content naar uw toestel mogelijk kosten voor
gegevensverkeer in rekening worden gebracht. Neem contact op met uw operator voor
meer informatie.
Een gratis applicatie downloaden
1
Zoek in Google Play™ een item dat u wilt downloaden door te bladeren door
categorieën of via de zoekfunctie.
2
Tik op het item waarvoor u de details wilt weergeven en volg de instructies op om
de installatie te voltooien.
Een applicatie downloaden waarvoor u moet betalen
1
Zoek in Google Play™ een item dat u wilt downloaden door te bladeren door
categorieën of de zoekfunctie te gebruiken.
2
Tik op het item waarvoor u de details wilt weergeven en volg de instructies op om
de aankoop te voltooien.
Een gedownloade applicatie openen
1
Druk in Google Play™ op en tik op Mijn apps.
2
Tik op de gedownloade applicatie.
U kunt gedownloade applicaties ook openen vanaf het applicatiescherm.
Toepassingsgegevens wissen
Mogelijk moet u soms gegevens voor een toepassing wissen. Dit kan zich voordoen als
het geheugen van de toepassing bijvoorbeeld bijna vol is of als u de highscores voor een
game wilt wissen. U wilt mogelijk ook inkomende e-mailberichten, SMS-berichten en
MMS-berichten in sommige toepassingen wissen.
Tik op de applicatie waarvoor u alle cachegegevens wilt wissen.
5
Tik op Cache wissen.
Voor sommige applicaties is het niet mogelijk om de cachegegevens te wissen.
Een geïnstalleerde toepassing verwijderen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen.
3
Tik op Apps.
4
Selecteer de applicatie die u wilt verwijderen.
5
Tik op Verwijderen.
Bepaalde vooraf geïnstalleerde toepassingen kunnen niet worden verwijderd.
Machtigingen
Sommige toepassingen hebben toegang nodig tot gegevens, instellingen en
verschillende functies op het apparaat om goed te kunnen werken. In dat geval hebben
ze de betreffende machtigingen van u nodig. Een toepassing voor navigatiedoeleinden
heeft bijvoorbeeld machtigingen nodig om gegevens te verzenden en te ontvangen en
informatie te krijgen over uw locatie. Sommige toepassingen maken mogelijk misbruik
van hun machtigingen door gegevens te stelen of te verwijderen of uw locatie door te
geven. Zorg ervoor dat u alleen toepassingen installeert die u vertrouwt en alleen
machtigingen geeft aan toepassingen die u vertrouwt.
De machtigingen voor een toepassing weergeven
1
Tik op Startscherm op
2
Tik op Instellingen.
3
Tik op Apps.
4
Tik op de gewenste applicatie.
5
Schuif omlaag om de relevante details weer te geven onder Machtigingen.
.
Applicaties installeren die niet afkomstig zijn van Google Play™
Als u applicaties installeert van onbekende oorsprong of uit een onbetrouwbare bron,
kan uw apparaat beschadigd raken. Het apparaat is standaard zo ingesteld dat de
installatie van dergelijke applicaties wordt geblokkeerd. U kunt deze instelling echter
wijzigen en het installeren van applicaties uit onbekende bronnen toestaan.
Sony biedt geen garantie voor de prestaties van applicaties of content van derden die via
downloaden of op een andere manier naar uw apparaat zijn overgebracht. Sony is evenmin
verantwoordelijk voor eventuele schade aan, of een verminderd prestatievermogen van, uw
apparaat als die schade of dat verminderde prestatievermogen is toe te schrijven aan het
overbrengen van content van derden. Gebruik alleen content uit betrouwbare bronnen. Neem
contact op met de leverancier van de content als u vragen hebt of problemen ondervindt.
De installatie toestaan van applicaties die niet afkomstig zijn uit Google Play™
Uw apparaat ondersteunt internationale alarmnummers, bijvoorbeeld 112 of 911. Dit
houdt in dat u deze nummers normaal vanuit elk land kunt bellen om een noodoproep te
doen, met of zonder simkaart in het toestel, zolang u zich binnen het bereik van een
netwerk bevindt.
Een alarmnummer bellen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Telefoon.
3
Voer het alarmnummer in en tik op Oproep. Als u een nummer wilt verwijderen,
tikt u op
U kunt ook alarmnummers bellen wanneer er geen SIM-kaart in de telefoon zit of wanneer
uitgaande gesprekken zijn geblokkeerd.
Een noodnummer bellen terwijl de SIM-kaart is vergrendeld
1
Tik op Noodoproep.
2
Voer het alarmnummer in en tik op Oproep. Als u een nummer wilt verwijderen,
tikt u op
.
.
Afhandeling van gesprekken
U kunt bellen door handmatig een telefoonnummer te kiezen, door op een nummer te
tikken dat is opgeslagen in de contactenlijst of door op een telefoonnummer te tikken in
de gesprekkenlijst. U kunt u smart dial functie gebruiken om snel nummers te zoeken in
uw contacten en gesprekkenlijst.
Bellen door een nummer te kiezen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Telefoon.
3
Voer het nummer van de ontvanger in en tik op Oproep. Als u een nummer wilt
verwijderen, tikt u op
Bellen met smart dial
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Telefoon.
3
Gebruik het toetsenbord om letters of nummers in te voeren die horen bij het
contact dat u wilt bellen. Als u elke letter of elk nummer invoert, wordt er een lijst
met mogelijkheden weergegeven.
4
Tik op het contact dat u wilt bellen.
Een gesprek beëindigen
•
Tik op .
Een internationaal gesprek voeren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Telefoon.
3
Raak 0 en houd deze waarde vast tot er een plusteken (+) wordt weergegeven.
4
Voer de landcode, het netnummer (zonder de eerste 0) en het telefoonnummer in.
Tik vervolgens op Oproep.
Als u een normale hoofdtelefoon zonder microfoon gebruikt, moet u de hoofdtelefoon uit de
headsetaansluiting verwijderen voordat u de oproep kunt beantwoorden.
Een gesprek weigeren
•
Sleep naar links over het scherm.
Een tweede gesprek weigeren
•
Tik op Bezet wanneer u een herhaalde pieptoon hoort tijdens een gesprek.
Het volume van de oorspeaker veranderen tijdens een oproep
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag.
De luidspreker inschakelen tijdens een gesprek
•
Tik op .
De microfoon dempen tijdens een gesprek
•
Tik op
.
Het scherm activeren tijdens een gesprek
•
Druk op .
Cijfers invoeren tijdens een gesprek
1
Tik tijdens een gesprek op . Er wordt een toetsenblok weergegeven.
2
Voer cijfers in.
De beltoon voor een inkomende oproep dempen
•
Druk op de volumetoets als u een oproep ontvangt.
Recente gesprekken
In het oproeplogboek vindt u gemiste , ontvangen en gekozen oproepen.
Uw gemiste gesprekken weergeven
1
Als u een gemiste gesprek hebt, wordt in de statusbalk weergegeven. Sleep de
statusbalk omlaag.
2
Tik op Gemiste oproep.
De gesprekkenlijst weergeven
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Tik op Gesprekkenlijst tonen.
Een nummer uit uw gesprekkenlijst bellen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Telefoon. De gesprekkenlijstweergave verschijnt bovenaan het
scherm.
3
Als u een nummer direct wilt bellen, tikt u op het nummer. Als u een nummer wilt
bewerken voordat u het belt, raakt u het gewenste nummer aan, houdt u het vast
en tikt u op Nummer bewerken voor bellen.
Een nummer uit de gesprekkenlijst toevoegen aan uw contacten
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Telefoon. De gesprekkenlijstweergave verschijnt bovenaan het
scherm.
3
Raak het nummer aan en houd het vast en tik op Toevoegen aan Contacten.
4
Tik op het gewenste contact of tik op Nieuw contact maken.
5
Bewerk de contactgegevens en tik op Gereed.
Voicemail
Als uw abonnement een voicemailservice omvat, dan kunnen bellers spraakberichten
voor u achterlaten, wanneer u gesprekken niet kunt beantwoorden. Uw
voicemailservicenummer wordt doorgaans op uw simkaart opgeslagen. Als dit niet het
geval is, kunt u het nummer krijgen bij uw serviceprovider en het handmatig invoeren.
Uw voicemailnummer invoeren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproepinstellingen > Instellingen voor
voicemail > Voicemailnummer.
3
Voer uw voicemailnummer in.
4
Tik op OK.
Uw voicemailservice bellen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Telefoon.
3
Raak 1 aan en houd deze waarde ingedrukt.
.
Meerdere gesprekken
Als u de wisselgespreksfunctie hebt geactiveerd, kunt u meerdere gesprekken tegelijk
verwerken. Als u de functie hebt geactiveerd, klinkt er een pieptoon wanneer u nog een
gesprek ontvangt.
Wisselgesprek activeren of deactiveren
1
Tik vanuit de Startscherm op
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Instellingen > Oproepinstellingen >
Aanvullende instellingen.
3
Als u wisselgesprek wilt activeren of deactiveren, tikt u op Wisselgesprek.
Een tweede gesprek beantwoorden en het actieve gesprek in de wacht plaatsen
•
Tik op Beantw. wanneer u een herhaalde pieptoon hoort tijdens een gesprek.
Een tweede gesprek tot stand brengen
1
Tik tijdens een gesprek op
2
Voer het nummer van de ontvanger in en tik op .
3
Als de ontvanger antwoordt, wordt het eerste gesprek in de wacht geplaatst.
Dezelfde procedure is van toepassing op alle volgende gesprekken.
Schakelen tussen meerdere gesprekken
•
Als u wilt schakelen naar een ander gesprek en het huidige gesprek in de wacht
wilt plaatsen, tikt u op het gewenste nummer of contact.
.
.
Het actieve gesprek beëindigen en terugkeren naar het volgende gesprek in de
wacht
Met telefonische vergaderingen of gesprekken met meerdere partijen kunt u gelijktijdig
spreken met twee of meer personen.
Een telefonische vergadering tot stand brengen
1
Tik tijdens een gesprek op .
2
Kies het nummer van de tweede deelnemer en tik op
3
Als de tweede deelnemer antwoordt, wordt het eerste gesprek in de wacht
geplaatst.
4
Tik op .
Herhaal stap 1 tot en met 4 om meer deelnemers toe te voegen.
Een privégesprek met een deelnemer aan een telefonische vergadering voeren
1
Tik tijdens een actieve telefonische vergadering op de knop met het aantal
deelnemers. Tik bijvoorbeeld op 3 deelnemers als het gesprek drie deelnemers
heeft.
2
Tik op de naam van de deelnemer met wie u een privégesprek wilt voeren.
3
Als u het privégesprek wilt beëindigen en wilt terugkeren naar de telefonische
vergadering, tikt u op
Een deelnemer vrijgeven vanuit een telefonische vergadering
1
Tik tijdens een actieve telefonische vergadering op de knop met het aantal
deelnemers. Tik bijvoorbeeld op 3 deelnemers als er drie deelnemers zijn.
2
Tik op naast de deelnemer die u wilt vrijgeven.
.
.
Een telefonische vergadering beëindigen
•
Tik tijdens het gesprek op .
Oproepinstellingen
Gesprekken blokkeren
U kunt alle categorieën of slechts bepaalde categorieën van inkomende en uitgaande
gesprekken blokkeren. Wanneer u de gespreksblokkeringsfunctie voor de eerste keer
gebruikt, moet u eerst uw PUK-code (Personal Unblocking Key) invoeren en vervolgens
een nieuw wachtwoord invoeren om de gespreksblokkeringsfunctie te activeren.
Inkomende of uitgaande gesprekken blokkeren
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Oproepinstellingen > Gespreksblokkering.
3
Selecteer een optie.
4
Voer het wachtwoord in en tik op Insch..
Een gesprek weigeren met een bericht
U kunt een gesprek weigeren met een vooraf gedefinieerd bericht. Wanneer u gesprek
weigert met een dergelijk bericht, wordt het bericht automatisch naar de beller gestuurd
en op uw apparaat opgeslagen.
Op uw apparaat zijn zes berichten reeds voorgedefinieerd. U kunt kiezen uit deze vooraf
gedefinieerde berichten, die desgewenst kunnen worden bewerkt.
.
Een gesprek weigeren met een vooraf gedefinieerd bericht
•
Sleep Weigeren met bericht omhoog en selecteer vervolgens een bericht.
Een tweede gesprek weigeren met een vooraf gedefinieerd bericht
•
Sleep Weigeren met bericht omhoog en selecteer vervolgens een bericht
wanneer u tijdens een gesprek een herhalende pieptoon hoort.
Gebruik de contactenapplicatie om alle nummers, e-mailadressen en overige
contactgegevens op één plaats op te slaan en te beheren. Tik op een contact om alle
communicatie met dat contact in één makkelijk overzicht weer te geven.
U kunt nieuwe contacten toevoegen aan uw telefoon en deze synchroniseren met de
contacten die zijn opgeslagen in uw Google™-account, Microsoft® Exchange
ActiveSync®-account of andere accounts die het synchroniseren van contacten
ondersteunen. De contactenapplicatie maakt automatisch nieuwe contacten aan en
helpt u bovendien bij het koppelen van gegevens, zoals e-mailadressen, met bestaande
contacten.
Contacten overbrengen naar uw nieuwe apparaat
Er zijn verschillende manieren om contacten naar uw nieuwe apparaat over te brengen.
Selecteer een overdrachtmethode die het beste bij uw situatie past.
Contacten overbrengen met een pc
U kunt een pc gebruiken om contacten van verschillende merken over te brengen, zoals
iPhone, Samsung, HTC en Nokia.
U hebt hiervoor nodig:
•
Een Windows®-pc met internetverbinding
•
Een USB-kabel voor uw oude apparaat
•
Een USB-kabel voor uw nieuwe Android™-apparaat
•
Uw oude apparaat
•
Uw nieuwe Android™-apparaat
Het programma PC Companion gebruiken om contacten over te
brengen
Gebruik het programma PC Companion als u contacten met behulp van een computer
over wilt brengen. Het is gratis en de installatiebestanden zijn al op uw nieuwe apparaat
opgeslagen. PC Companion bevat ook een reeks andere functies zoals hulp bij het
bijwerken van de apparaatsoftware.
PC Companion installeren
1
Nieuw apparaat: schakel uw nieuwe Android™-apparaat in en sluit deze met een
USB-kabel aan op een pc.
2
Nieuw apparaat: Tik op Install. om PC Companion op de pc te installeren.
3
Computer: Als een popup-venster verschijnt om u over beschikbare PC-software
te melden, kiest u Run Startme.exe.
4
Computer: Klik op Installeren om de installatie te starten en volg de aanwijzingen
Contacten met PC Companion overbrengen naar uw nieuwe apparaat
1
Zorg ervoor dat PC Companion op uw pc is geïnstalleerd.
2
Open het PC Companion-programma op de pc, klik vervolgens op Contacts
Setup en volg de instructies om uw contacten over te brengen.
Contacten overbrengen met een Apple® Mac®-computer
Ga naar Transfer your contacts voor uitgebreide instructies voor de manier waarop u een
Apple Mac-computer kunt gebruiken voor het overbrengen van de contacten van uw
oude apparaat.
Contacten overbrengen met behulp van synchronisatie-accounts
Uw apparaat werkt met populaire online synchronisatie-accounts zoals Google Sync™,
Microsoft® Exchange ActiveSync®of Facebook™. Als u de contacten in uw oude
apparaat of op uw computer hebt gesynchroniseerd met een online account, dan kunt u
uw contacten met die account overbrengen naar uw nieuwe apparaat. Zie Uw zakelijkee-mail, kalender en contacten synchroniseren op pagina 115 voor meer informatie over
synchroniseren.
De contacten op uw apparaat met een synchronisatieaccount synchroniseren
1
Tik vanuit Startscherm op en tik vervolgens op .
2
Tik op en tik vervolgens op Instellingen > Accounts en synchr..
3
Als u al een synchronisatieaccount hebt ingesteld en u met dit account wilt
synchroniseren, tikt u op het account en tikt u op en vervolgens op Nu
synchroniseren.
Contacten overbrengen vanaf een SIM-kaart
Contacten importeren vanaf de SIM-kaart
1
Tik vanuit Startscherm op
2
Druk op en tik vervolgens op Contacten importeren > SIM-kaart.
3
Als u een synchronisatie-account hebt ingesteld, kunt u ervoor kiezen de
contacten op de SIM-kaart onder die account toe te voegen. Of u kunt ervoor
kiezen alleen deze contacten in het apparaat te gebruiken. Selecteer de gewenste
optie.
4
Om een individueel contact te importeren, zoekt u het contact en tikt u erop. Tik
als u alle contacten wilt importeren op Alles importeren.
en tik vervolgens op .
Contacten overbrengen vanaf een geheugenkaart.
Contacten importeren vanaf een geheugenkaart
1
Tik op het Startscherm op
2
Druk op en tik op Contacten importeren > SD-kaart.
3
Als u een synchronisatie-account hebt ingesteld, kunt u de geïmporteerde
contacten op geheugenkaarten onder die account toevoegen. Of u kunt ervoor
kiezen alleen de geïmporteerde contacten in het apparaat te gebruiken. Selecteer
de gewenste optie.
4
Als er meer dan één vCard-bestanden op de SD-kaart staan, wordt er een lijst
weergegeven met verschillende batches van contacten die op het apparaat zijn
opgeslagen, en de bijbehorende aanmaakdatums. Selecteer de batch die u wilt
importeren.
Telefooncontacten ontvangen die zijn verzonden met Bluetooth™ technologie
1
Zorg ervoor dat de Bluetooth™-functie is ingeschakeld en uw apparaat op
zichtbaar is ingesteld. Indien niet kunt u geen gegevens van andere apparaten
ontvangen.
2
Wanneer u wordt gevraagd om te bevestigen of u het bestand wilt ontvangen, tikt
u op Accepteren.
3
Sleep het meldingsvenster omlaag en tik op het bestand dat u hebt ontvangen om
de contactgegevens te importeren.
Contacten ontvangen die zijn verzonden met een berichtenservice
1
Wanneer u een nieuw SMS-bericht, MMS-bericht of e-mailbericht ontvangt, opent
u dit bericht.
2
De ontvangen contactgegevens verschijnen als een vCard-bijlage. Ik op het
vCard-bestand en houd het vast om een menu te openen en de contactgegevens
op te slaan.
Contacten schermoverzicht
1
Tabblad voor snelkoppelingen
2 Tik op een contactpersoon om de details weer te geven.
3 Alfabetische index waarmee u in uw contacten kunt bladeren
4 Tik op de miniatuur van een contactpersoon om het snelle contactmenu te openen.
5 Contacten zoeken
6 Maak een contact aan
7 Meer optis openen
Uw contacten beheren
U kunt uw contacten in enkele eenvoudige stappen aanmaken, bewerken en
synchroniseren. U kunt contacts selecteren die in verschillende accounts zijn opgeslagen
en instellen hoe u deze op het apparaat wilt weergeven.
Als u uw contacten met meer dan één account synchroniseert, kunt u contacten in het
apparaat samenvoegen om duplicaten te vermijden.
Bij bepaalde synchronisatieservices, bijvoorbeeld bij bepaalde sociale netwerkservices, kunt u
geen contactgegevens bewerken.
Tik in Startscherm op en vervolgens op . Uw contacten worden hier
genoemd.
Selecteren welke contacten moeten worden weergegeven in de applicatie
Contacten
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Druk op en tik op Filteren.
3
Selecteer en deselecteer de gewenste opties in de lijst die wordt weergegeven.
Als u uw contacten met een synchronisatie-account hebt gesynchroniseerd, wordt
dit account in de lijst weergegeven. U kunt op het account tikken om de lijst met
opties verder uit te vouwen. Als u klaar bent, tikt u op OK.
Een contact toevoegen
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op .
3
Als u uw contacten met één of meerdere accounts hebt gesynchroniseerd,
en vervolgens op .
selecteert u de account dat u voor dit contact wilt gebruiken of tikt u op
Telefooncontact als u deze contact alleen op het apparaat wilt gebruiken.
4
Voer de gewenste gegevens voor het contact in of selecteer deze.
5
Als u klaar bent, tikt u op Gereed.
Als u vóór het telefoonnummer van een contact een plusteken en de landcode toevoegt, kunt
u ook bellen vanuit andere landen zonder het nummer te bewerken.
Een contact bewerken
1
Tik vanaf het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik dan op
3
Bewerk de gewenste informatie. Als u klaar bent, tikt u op Gereed.
.
Een afbeelding koppelen aan een contact
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het contact dat u wilt bewerken en tik dan op .
3
Tik op en selecteer de gewenste methode voor het toevoegen van de
contactafbeelding.
4
Als u de gewenste afbeelding hebt toegevoegd, tikt u op Gereed.
U kunt ook een afbeelding aan een contact toevoegen vanuit de applicatie Album .
Uw communicatie met een contact weergeven
1
Tik vanaf het Startscherm op
2
Tik op het contact dat u wilt weergeven.
3
Tik op of veeg over de filteritems onderaan het scherm om communicatie met het
en vervolgens op .
contact via andere media weer te geven.
Contacten verwijderen
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Houd het contact aangeraakt dat u wilt verwijderen. Als u alle contacten wilt
verwijderen, drukt u op en tikt u op Diverse mark..
3
Tik op de pijl omlaag om het vervolgkeuzemenu te openen en selecteer dan Alles
markeren.
4
Tik op
en op OK.
Contactgegevens over uzelf bewerken
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op Mijzelf en op .
3
Voer de nieuwe gegevens in of maak de gewenste wijzigingen.
Dubbele items in de applicatie Contacten vermijden
Als u uw contacten met een nieuw account synchroniseert of op een andere manier
contactgegevens importeert, kan dit mogelijk leiden tot dubbele vermeldingen in de
applicatie Contacten. Als dit het geval is, kunt u deze duplicaten samenvoegen tot één
vermelding. Als u per ongeluk vermeldingen samenvoegt, kunt u ze later ook opnieuw
splitsen.
Contacten koppelen
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het contact dat u wilt koppelen aan een ander contact.
3
Druk op en tik op Contact koppelen.
4
Tik op het contact waarvan u de informatie wilt samenvoegen met het eerste
contact en tik vervolgens op OK om te bevestigen. De informatie van het eerste
contact wordt samengevoegd met het tweede contact en het eerste contact
wordt niet meer in de contactenlijst weergegeven.
Gekoppelde contacten scheiden
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het gekoppelde contact dat u wilt bewerken en tik dan op
3
Tik op Contactkopp. verw..
4
Tik op OK.
.
Favorieten
U kunt contactpersonen markeren zodat u snel toegang krijgt tot hun gegevens via de
toepassing contacten.
Een contact als favoriet toevoegen of verwijderen
1
Tik vanaf het Startscherm op
2
Tik op het contact dat u wilt toevoegen aan of verwijderen uit uw favorieten.
3
Tik op .
Uw favoriete contacten weergeven
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op
.
en vervolgens op .
Groepen
U kunt contacten aan groepen toewijzen om sneller toegang tot deze te krijgen vanuit de
applicatie Contacten.
Een contact aan een groep toewijzen
1
Tik in de applicatie Contacten op het contact dat u aan een groep wilt toewijzen.
2
Tik op en tik daarna op de balk direct onder Toewijzen aan groep.
3
Markeer de selectievakjes voor de groepen waaraan u het contact wilt toewijzen
en tik vervolgens op Gereed.
4
Tik op Gereed.
Communiceren met uw contacten
Een contact zoeken
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op
zoeken in. Alle contactnamen die met de betreffende letters beginnen, worden
weergegeven.
en voer de eerste letters van de contactnaam in het veld Contacten
Tik op de miniatuurafbeelding van het contact voor snelle communicatieopties voor dit
contact. Tot de opties behoren het bellen van het contact, het verzenden van een SMSof MMS-bericht en het starten van een chatgesprek via de applicatie Google Talk™.
Mogelijk moet een applicatie eerst op uw apparaat worden geïnstalleerd en moet u bij de
applicatie zijn aangemeld voordat deze als optie in het snelle contactmenu verschijnt. U moet
bijvoorbeeld eerst de applicatie Gmail™ starten en uw inloggegevens invoeren voordat u
Gmail™ vanuit het snelle contactmenu kunt gebruiken.
Uw contacten delen
Uw visitekaartje verzenden
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op Mijzelf.
3
Druk op
4
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het
scherm.
Een contact verzenden
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Tik op het contact waarvan u de details wilt verzenden.
3
Druk op
4
Selecteer een beschikbare overdrachtsmethode en volg de instructies op het
scherm.
en tik op Contact verzenden > OK.
en tik op Contact verzenden > OK.
Meerdere contacten tegelijkertijd verzenden
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Druk op en tik op Diverse mark..
3
Markeer de contacten die u wilt verzenden of selecteer ze allemaal als u alle
contacten wilt verwijderen.
4
Tik op
de instructies op het scherm.
en selecteer vervolgens een beschikbare overdrachtsmethode en volg
Een back-up maken van contacten
U kunt een geheugenkaart, een SIM-kaart of een onlinesynchronisatieprogramma zoals
Microsoft® Exchange ActiveSync®, gebruiken om een reservekopie te maken van uw
contacten.
Alle contacten exporteren naar een geheugenkaart
1
Tik op het Startscherm op en vervolgens op .
2
Druk op en tik op Back-up van contacten > SD-kaart.
3
Tik op OK.
Contacten exporteren naar een SIM-kaart
1
Tik in Startscherm op
2
Druk op en tik vervolgens op Back-up van contacten > SIM-kaart.
3
Markeer de contacten die u wilt exporteren of tik op Alles markeren als u alle
contacten wilt exporteren.
4
Tik op Back-up.
5
Selecteer Contacten toevoegen als u de contacten wilt toevoegen aan de
bestaande contacten op uw simkaart of Alle contacten vervangen als u de
bestaande contacten op uw simkaart wilt vervangen.
en vervolgens op .
Wanneer u contacten naar de simkaart exporteert, wordt mogelijk niet alle informatie
geëxporteerd. Dit heeft te maken met geheugenbeperkingen op simkaarten.
U kunt tekstberichten (SMS-berichten) verzenden en ontvangen op uw apparaat met
SMS (Short Message Service). Als uw abonnement ondersteuning biedt voor MMS
(Multimedia Messaging Service), kunt u ook berichten verzenden en ontvangen die
mediabestanden bevatten, zoals afbeeldingen en video's. Het aantal tekens dat u in één
sms kunt verzenden, is afhankelijk van de operator en de taal die u gebruikt. Als u teveel
tekens gebruikt, worden al uw individuele berichten gekoppeld en samen verzonden als
één bericht. Voor elk sms-bericht dat u verzendt, worden kosten in rekening gebracht.
Wanneer u uw berichten bekijkt, worden ze als gesprekken weergegeven. Dit betekent
dat alle berichten naar en van een specifieke persoon samen zijn gegroepeerd.
Als u MMS-berichten wilt verzenden, moeten de juiste MMS-instellingen zijn ingesteld op uw
apparaat. Zie Instellingen voor internet en berichten.
Een bericht maken en verzenden
1
Tik op het Startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Tik op .
3
Tik op en selecteer vervolgens de gewenste ontvangers uit de contactenlijst.
Voer het nummer van het contact handmatig in als de ontvanger niet als contact
in de lijst staat en tik op .
4
Tik op Gereed wanneer u klaar bent met het toevoegen van ontvangers.
5
Tik op Bericht schrijven en voer de tekst van het bericht in.
6
Als u een mediabestand wilt toevoegen, tikt u op en selecteert u een optie.
7
Als u het bericht wilt verzenden, tikt u op Verz..
Als u een bericht afsluit voordat u het verzendt, wordt het bericht opgeslagen als een concept.
De conversatie wordt gelabeld met het woord Concept:.
Een ontvangen bericht lezen
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op het gewenste gesprek.
3
Tik op het bericht als dit nog niet is gedownload en houd dit vast en tik vervolgens
op Bericht downloaden.
U kunt ook berichten openen vanuit de statusbalk wanneer daar
omlaag en tik op het bericht.
Een bericht beantwoorden
1
Tik op het Startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Tik op het gesprek met het bericht.
3
Voer uw antwoord in en tik op Verz..
Een bericht doorsturen
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op het gesprek met het bericht dat u wilt doorsturen.
3
Raak het bericht aan dat u wilt doorsturen, houd het vast en tik vervolgens op
Bericht doorsturen.
4
Tik op
nummer van het contact handmatig in als de ontvanger niet als contact in de lijst
staat en tik op .
5
Tik op Gereed wanneer u klaar bent met het toevoegen van ontvangers.
6
Bewerk, indien nodig, het bericht en tik op Verz..
en selecteer vervolgens een ontvanger uit de contactenlijst. Voer het
Aan tikken en het telefoonnummer van de ontvanger handmatig
50
Een bericht verwijderen
1
Tik op het Startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Tik op het gesprek met het bericht dat u wilt verwijderen.
3
Raak het bericht aan dat u wilt verwijderen, houd het vast en tik vervolgens op
Bericht verwijderen > Verwijderen.
Gesprekken verwijderen
1
Tik vanuit Startscherm op en zoek en tik vervolgens op .
2
Druk op en tik vervolgens op Gesprekken verwijderen.
3
Schakel de selectievakjes in voor de gesprekken die u wilt verwijderen en tik op
dan > Verwijderen.
Het nummer van een afzender opslaan
1
Tik op het Startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Tik op
3
Selecteer een bestaande contact of tik op Nieuw contact maken.
4
Bewerk de contactgegevens en tik op Gereed.
> Opslaan.
De afzender van een bericht bellen
1
Tik op het Startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Tik op een conversatie.
3
Tik op de naam of het nummer van de ontvanger boven aan het scherm, selecteer
vervolgens de naam of het nummer van de ontvanger in de lijst die wordt
weergegeven.
4
Als de ontvanger is opgeslagen is uw contacten, tikt u op het telefoonnummer dat
u wilt bellen. Als u de ontvanger niet hebt opgeslagen in uw contacten, tikt u op
.
Een bestand in een ontvangen bericht opslaan
1
Tik op het Startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Tik op het gesprek dat u wilt openen.
3
Als het bericht nog niet is gedownload, tikt u op het bericht, houd u dit vast en tikt
u op Bericht downloaden.
4
Raak het bericht aan dat u wilt opslaan en houd het vast en selecteer de
gewenste optie.
Een ster toevoegen aan een bericht
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op het gesprek dat u wilt openen.
3
Tik op in het bericht waaraan u een ster wilt toevoegen.
4
Tik op als u een ster bij een bericht wilt verwijderen.
, ga naar en tik hierop.
Berichten met een ster weergeven
1
Tik op het Startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Druk op en tik op Berichten met ster.
3
Alle berichten met een ster worden in een lijst weergegeven.
Naar berichten zoeken
1
Tik op het Startscherm op
2
Druk op en tik op Zoeken.
3
Voer uw zoekwoorden in en tik vervolgens op de bevestigingstoets.
U kunt meerdere e-mailaccounts tegelijk verwerken met de applicatie E-mail, waaronder
Microsoft Exchange Active Sync-bedrijfsaccounts. E-mails die u ontvangt in uw Gmail™account zijn toegankelijk op uw apparaat vanuit zowel de applicatie E-mail als vanuit de
Gmail™-applicaties.
E-mailaccount gebruiken
Een e-mailaccount instellen op uw apparaat
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Voor sommige e-mailservices moet u wellicht contact opnemen met uw provider voor
detailinformatie over de instellingen voor de e-mailaccount.
Een e-mailaccount als uw standaardaccount instellen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Druk op
4
Selecteer de account die u als standaardaccount wilt gebruiken voor het opstellen
en verzenden van e-mails.
5
Schakel het selectievakje Standaardaccount in. Het postvak IN van de
standaardaccount verschijnt telkens wanneer u de e-mailtoepassing opent.
en tik op Instellingen.
.
Als u slechts één e-mailaccount hebt, dan is dit account automatisch het standaardaccount.
Een extra e-mailaccount toevoegen aan het apparaat
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Tik op
4
Voer het e-mailadres en wachtwoord in en tik vervolgens op Volgende. Voltooi de
installatie handmatig als de instellingen voor het e-mailaccount niet automatisch
kunnen worden gedownload.
5
Voer, als u hierom wordt gevraagd, een naam in voor uw e-mailaccount, zodat dit
gemakkelijk kan worden herkend. In de e-mails die u vanaf deze account
verzendt, wordt dezelfde naam getoond.
6
Als u klaar bent, tikt u op Volgende.
Een e-mailaccount verwijderen van uw apparaat
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Druk op
4
Selecteer de account die u wilt verwijderen.
5
Tik op Account verwijderen > OK.
boven in het scherm en tik vervolgens op Account toevoegen.
en tik op Instellingen.
Gmail™ en andere Google™-services
Als u een Google™-account hebt, kunt u de Gmail™-toepassing in uw apparaat
gebruiken om e-mailberichten te lezen, te schrijven en te organiseren. Nadat u uw
Google™-account hebt ingesteld om op uw apparaat te werken, kunt u ook met
vrienden chatten met de Google Talk™-toepassing, uw agendatoepassing
synchroniseren met uw Google Agenda™ en toepassingen en games downloaden van
Android Market™.
De services en functies die in dit hoofdstuk worden beschreven, worden mogelijk niet voor alle
landen of regio's of voor alle netwerken en/of netwerkoperators in alle gebieden ondersteund.
Een Google™-account instellen op uw apparaat
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Account toevoegen > Google.
3
Voer de stappen in de registratiewizard uit om een Google™-account te maken of
meld u aan als u al een account hebt.
U kunt zich ook aanmelden bij een Google™-account of er een maken vanuit de setup wizard
als u het apparaat voor het eerst opstart. Of u kunt online gaan en een account maken op
www.google.com/accounts.
De applicatie Gmail™ openen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Zoek de volgende opties en tik erop: Gmail .
E-mail gebruiken
Een e-mailbericht maken en verzenden
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik als u meerdere e-mailaccounts gebruikt op bovenin het scherm en selecteer
de account vanwaar u het bericht wilt verzenden, waarna u op tikt.
3
Tik op Aan en begin het adres van de ontvanger in te voeren. Overeenkomende
vermeldingen worden in een dynamische lijst weer te geven. Tik op de
bijbehorende vermelding of ga door met het invoeren van het volledige emailadres. Voer een komma ( , ) of een punt-komma ( ; ) in en begin een andere
naam in te voeren om ontvangers toe te voegen. Als u een ontvanger wilt
verwijderen, tikt u op .
4
Tik op als u een e-mailadres wilt selecteren dat in uw contacten is opgeslagen
en schakel vervolgens het selectievakje naast een ontvanger in. Markeer de
selectievakjes van de gewenste ontvangers als u meerdere ontvangers wilt
toevoegen. Als u klaar bent, tikt u op Gereed.
5
Tik op Onderwerp en voer het onderwerp van de e-mail in.
6
Tik op
om een bestand als bijlage toe te voegen. Selecteer het bestandstype,
tik op het bestand dat u als bijlage wilt toevoegen in de lijst met bestanden die
verschijnen.
7
Voer de tekst van uw bericht in het berichtengebied in.
8
Druk op als u een prioriteitsniveau wilt instellen en tik vervolgens op Prioriteit
instellen en selecteer een optie.
9
Druk op en vervolgens op Cc/Bcc weergeven om Cc/Bcc-velden toe te voegen.
10
Tik op als u de e-mail wilt verzenden.
, ga naar E-mail en tik hierop.
E-mailberichten ontvangen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Tik als u meerdere e-mailaccounts gebruikt op
bovenin het scherm en selecteer
de account die u wilt controleren. Tik op Gecombineerde weergave als u al uw
e-mailaccounts tegelijkertijd wilt controleren.
4
Om nieuwe berichten te downloaden, tikt u op .
Als u een zakelijke e-mailaccount hebt ingesteld, kunt u de controlefrequentie instellen op
Automatisch (push).
Tik als u meerdere e-mailaccounts gebruikt op bovenin het scherm en selecteer
de account die u wilt controleren. Tik op Gecombineerde weergave als u al uw
e-mailaccounts tegelijkertijd wilt controleren.
4
Blader omhoog of omlaag in het postvak IN en tik op de e-mail die u wilt lezen.
E-mailvoorbeeldvenster gebruiken
1
Tik op het Startscherm op , ga naar E-mail en tik hierop.
2
Tik als u meerdere e-mailaccounts hebt op en selecteer het account dat u wilt
controleren. Tik op Gecombineerde weergave als u al uw e-mailaccounts
tegelijkertijd wilt controleren.
3
Houd uw apparaat horizontaal. Het e-mailvoorbeeldvenster verschijnt.
4
Blader omhoog of omlaag in het postvak IN en tik op de e-mail die u wilt lezen. De
e-mail wordt geopend in het voorbeeldvenster. Tik op de pijl omlaag naast de
naam van de afzender voor meer informatie over de e-mail. Knijp in het tekstveld
twee vingers samen of beweeg ze uit elkaar om uit of in te zoomen.
5
Tik op de splitsbalk (tussen e-maillijst en de hoofdtekst van een e-mailbericht) om
de e-mail in volledig-schermformaat te bekijken. Gebruik bij een volledig scherm
de pijlen naar links en naar rechts om uw vorige of volgende bericht te lezen.
6
Als u wilt terugkeren naar de weergave Postvak IN, tikt u opnieuw op de
splitsbalk.
Activeer het voorbeeldscherm in de instellingen voor het voorbeeldscherm alvorens het te
gaan gebruiken.
Houd uw apparaat verticaal of wijzig de instellingen van het voorbeeldvenster om het
voorbeeldvenster te verbergen.
De instellingen van het e-mailvoorbeeldvenster wijzigen
1
Tik op het Startscherm op , ga naar E-mail en tik hierop.
2
Druk op en tik op Instellingen.
3
Tik op Algemeen > Voorbeeldvenster en selecteer vervolgens een optie.
De bijlage van een e-mailbericht weergeven
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Zoek naar en tik op het e-mailbericht dat de bijlage bevat die u wilt weergeven. E-
.
mails met bijlagen worden geïdentificeerd door .
4
Tik nadat het e-mailbericht is geopend op en vervolgens op Weerg..
Het e-mailadres van een afzender opslaan in uw contacten
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Zoek en tik op een bericht in uw postvak IN.
4
Tik op de naam van de afzender en tik op OK.
5
Selecteer een bestaande contact of tik op Nieuw contact maken.
6
Bewerk zonodig de contactgegevens en tik op Gereed.
Een e-mailbericht beantwoorden
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Zoek en raak in het postvak IN het bericht aan waarop u wilt antwoorden en houd
Raak in het postvak IN het bericht aan dat u wilt doorsturen en houd het vast. Tik
vervolgens op .
4
Tik op Doorsturen.
5
Tik op Aan en typ het e-mailadres van de ontvanger handmatig in, of tik op om
een ontvanger in de contacten te selecteren.
6
Voer uw berichttekst in en tik vervolgens op .
Een e-mailbericht verwijderen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Raak in het postvak IN het bericht aan dat u wilt verwijderen en houd het vast. Tik
vervolgens op
4
Tik op Ja.
.
Uw e-mails sorteren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Tik als u meerdere e-mailaccounts gebruikt op bovenin het scherm en selecteer
de account die u wilt controleren. Tik op Gecombineerde weergave als u al uw
e-mailaccounts tegelijkertijd wilt controleren.
4
Druk op en tik op Sorteren.
5
Selecteer een sorteringsoptie.
Naar e-mails zoeken
1
Tik op het Startscherm op , ga naar E-mail en tik hierop.
2
Tik op
3
Tik op .
4
Typ de tekst voor uw zoekopdracht en tik op Ga op het toetsenbord.
5
Het resultaat van de zoekopdracht wordt op datum in een lijst weergegeven. Tik
bovenin het scherm en selecteer de account die u wilt zoeken.
op de e-mail die u wilt openen.
Tik op
en selecteer een andere optie als u de opties voor zoekopdrachten wilt wijzigen.
Alle mappen voor één e-mailaccount weergeven
1
Tik op het Startscherm op . Tik vervolgens op E-mail.
2
Tik op boven aan het scherm en selecteer de account die u wilt controleren; tik
vervolgens nogmaals op en selecteer Alle mappen tonen om alle mappen in
deze account weer te geven.
De controlefrequentie voor het postvak IN wijzigen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op E-mail.
3
Druk op en tik op Instellingen.
4
Selecteer de account waarvoor u de controlefrequentie voor het postvak IN wilt
.
wijzigen.
5
Tik op Controlefrequentie inbox en selecteer een optie.
Automatische antwoorden instellen in een Exchange Active Sync-account
1
Tik op het Startscherm op
2
Druk op en tik op Instellingen.
3
Selecteer de EAS (Exchange Active Sync) account waarvoor u een automatisch
, ga naar E-mail en tik hierop.
antwoord wilt instellen.
4
Tik op Afwezig.
5
Tik op
6
Schakel indien nodig het Tijdbereik instellen-selectievakje in en stel het
naast Afwezig zodat verandert naar .
tijdsbereik voor het automatische antwoord in.
7
Voer de tekst van uw automatische antwoord in het tekstveld in.
Timescape™ brengt al uw communicatie samen in één geïntegreerd overzicht.
Gebeurtenissen zoals updates voor Facebook™ of Twitter™ verschijnen als tegels in een
chronologische volgorde op het scherm. Blader door de bestanden om een
voorbeeldweergave van events te zien voordat u deze opent en de volledige content
weergeeft. Timescape™ heeft tevens een knop "Oneindig" waarmee u toegang kunt
krijgen tot allerlei inhoud over het item dat u op dat moment aan het bekijken bent.
De services en functies die in dit hoofdstuk worden beschreven, worden mogelijk niet voor alle
landen of regio's of voor alle netwerken en/of netwerkoperators in alle gebieden ondersteund.
Hoofdweergave van Timescape™
1
Toont uw meeste recente update bij een sociale netwerkservice
2Timescape™-tegels, in chronologische volgorde
3Timescape™-eventfilter
Timescape™ gebruiken
Timescape™ starten
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Timescape™ .
3
Tik op de tegel in het welkomstscherm om Timescape™ in te stellen als u
Timescape voor de eerste keer start.
4
Tik op het scherm Services om in te loggen op sociale netwerkservices zoals
Facebook™ of Twitter™, of om naar Timescape-gerelateerde extensies te zoeken
in Google Play™.
5
Tik op Gereed als u niet wilt inloggen bij sociale netwerkaccount of niet op Google
Play™ wilt zoeken.
Bladeren door tegels in Timescape™
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Veeg omhoog of omlaag om door de tegels te bladeren.
Een voorbeeld weergeven van een tegel in Timescape™
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Blader naar de tegel waarvan u een voorbeeld wilt weergeven en tik hierop.
Alle events
Updates van uw Twitter™-contacten
Updates van uw Facebook™-contacten
Er worden meer events weergegeven in het Timescape™-eventfilter als u andere Timescapediensten hebt geïnstalleerd.
De weergegeven events in Timescape™ filteren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Tik op de filterpictogrammen of veeg door de pictogrammen.
De hoofdweergave vernieuwen in Timescape™
•
Wanneer de Timescape™-eventfilter is ingesteld om alle gebeurtenissen weer te
geven, drukt u op en tikt u vervolgens op Vernieuwen.
Wanneer u de hoofdweergave vernieuwt, kan uw apparaat verbinding maken met internet om
de informatie bij te werken voor de webserviceaccounts die u aan Timescape™ hebt
gekoppeld.
Aanmelden voor Facebook™ of Twitter™ vanuit Timescape™
1
Tik vanuit uw Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Druk op
4
Tik op de service waarvoor u zich wilt aanmelden.
5
Voer uw logingegevens in.
en tik vervolgens op Instellingen > Services instellen.
Wanneer u zich hebt aangemeld voor een webservice, kunt u uw status bijwerken of updates
uit de webservice weergeven in Timescape™.
Uw Facebook™- of Twitter™-status bijwerken in Timescape™
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Tik op
4
Tik op de service waarvoor u uw status wilt bijwerken. Als u niet bent aangemeld
> Status bijwerken.
bij de service, moet u zich aanmelden voordat u verdergaat. Als u de gewenste
service hebt geselecteerd, tikt u op Doorgaan.
5
Tik op het tekstveld en voer uw nieuwe status in. Tik vervolgens op Posten.
U afmelden voor Facebook™ of Twitter™ vanuit Timescape™
1
Tik vanuit uw Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Druk op
4
Tik op de service waarvoor u zich wilt afmelden.
Uw accountinformatie wordt verwijdert wanneer u zich afmeldt.
en tik vervolgens op Instellingen > Services instellen.
Nieuwe services voor Timescape™ downloaden
U kunt in Google Play™ op extensie zoeken en nieuwe diensten voor Timescape™
downloaden. Dergelijke diensten zijn onder andere applicaties en plug-ins die extra
functies aan Timescape toevoegen. U kunt bijvoorbeeld applicaties downloaden
waarmee Timescape wordt geüpdatet met uw activiteiten op verschillende sociale
netwerksites.
Nieuwe services voor Timescape™ downloaden en installeren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Druk op en tik op Instellingen > Services instellen > Extensies zoeken.
4
Als u geen Google-account op het apparaat hebt ingesteld, volg dan de
instructies op het scherm om een account toe te voegen. Anders gaat u
rechtstreeks naar Google Play™.
5
Selecteer in Google Play™ uit de lijst die verschijnt, een service die u wilt
downloaden; volg daarna de instructies voor de download en installatie van deze
service.
U kunt geïnstalleerde Timescape-services verwijderen zoals u ook andere geïnstalleerde
applicaties verwijdert.
Een event in Timescape™ weergeven
1
Tik vanuit de Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Blader naar de tegel voor het gewenste event en tik op de tegel zodat het in
voorbeeldmodus wordt weergegeven. Tik vervolgens opnieuw op de tegel.
De Oneindig-knop in Timescape™
Wanneer u op een tegel tikt, verschijnt de Oneindig-knop
Als de tegel is gekoppeld aan een contact, kunt u verwante inhoud openen door op de
Oneindig-knop te tikken.
in de rechterbovenhoek.
Alle communicatie met een contact in Timescape™ weergeven
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Tik op een tegel voor een event dat met een contact is verbonden.
4
Tik op . Alle communicatie met het contact wordt weergegeven.
5
Tik op of veeg over de filteritems onder aan het scherm om communicatie met het
contact via andere media weer te geven.
Timescape™-instellingen
Timescape™-instellingen openen
1
Tik vanuit de Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Druk op
Updates voor webservice-inhoud plannen in Timescape™
1
Tik vanuit uw Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Timescape™.
3
Druk op
4
Tik op de gewenste optie. Als u Handmatig selecteert, zijn er geen automatische
updates gepland.
en tik vervolgens op Instellingen.
en tik vervolgens op Instellingen > Updatemodus.
Timescape™-widgets
Timescape™ Feed-widget
De Timescape™ Feed-widget toont al uw recente Timescape™-gebeurtenissen in één
weergave. In het widgetgebied kunt u omlaag slepen om de meeste recente updates te
krijgen of omhoog of omlaag vegen om de volledige inhoud van elke gebeurtenis te zien.
U kunt ook op een gebeurtenis tikken om de inhoud in volledig scherm weer te geven of
om op de inhoud te reageren door middel van opmerkingen, leuk vinden en retweets.
1Snelkoppeling naar de hoofdweergave van Timescape™
2Snelkoppeling voor bijwerken status
3Meest recente onlinegebeurtenis
De Timescape™ Feed-widget aan uw startscherm toevoegen
1
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte vrij is op uw Startscherm voor de nieuwe
widget.
2
Tik op een leeg gebied op uw Startscherm en tik vervolgens op
3
Ga naar en tik op Timescape™-feed.
.
De Timescape™ Feed-widget van uw startscherm verwijderen
1
Raak in het startscherm de Timescape™ Feed-widget aan en houd deze vast.
2
Sleep de widget naar .
Timescape™ Friends-widget
De Timescape™ Friends-widget houdt u op de hoogte van de laatste socialenetwerkactiviteiten met betrekking tot u en uw vrienden. U kunt alle activiteiten
weergeven en met uw vrienden communiceren via reacties, likes en retweets.
Timescape™ Friends-widgetweergave
1
Snelkoppeling naar de hoofdweergave van Timescape™
2Selecteer verschillende vrienden om te volgen. Dit pictogram verschijnt alleen wanneer alle sleuven vol
zijn.
3Tik om de weergave te vernieuwen
4Activiteitindicator: geeft updates voor feeds aan
De Timescape™ Friends-widget aan uw startscherm toevoegen
1
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte vrij is op uw Startscherm voor de nieuwe
widget.
2
Tik op een leeg gebied op uw Startscherm en tik vervolgens op
Maak optimaal gebruik van uw "WALKMAN"-applicatie. Beluister en orden muziek en
audioboeken die u vanaf een computer hebt overgebracht naar uw telefoon, of die u
hebt aangeschaft en gedownload van online winkels.
Om inhoud gemakkelijk beschikbaar te maken op de "WALKMAN"-applicatie, kunt u de
applicatie Media Go™ gebruiken. Media Go™ helpt bij de overdracht van muziekinhoud
tussen een computer en een telefoon. Zie voor meer informatie Uw apparaat aansluitenop een computer op pagina 109.
Overzicht van de "WALKMAN"-applicatie
1
Bladeren door muziek
2Doorzoek alle tracks die op uw apparaat zijn opgeslagen.
3Tik op de Oneindig-knop om online verwante informatie en plug-ins in Google Play™ te vinden.
4Album art (indien beschikbaar)
5Ga naar de volgende track in de huidige afspeelwachtrij of spoel vooruit
6Totale tijd (lengte) van de track
7Verstreken tijd voor de huidige track
8Voortgangsindicator: versleep de indicator of tik langs de lijn om snel door vooruit of terug te spoelen.
9Knop Afspelen/Onderbreken
10 Naar de vorige track in de huidige afspeelwachtrij gaan of terugspoelen
Mediabestanden naar uw apparaat overdragen
Voordat u de applicatie "WALKMAN" gebruikt, is het een goed idee om al uw favoriete
media-inhoud van een computer naar uw apparaat over te zetten en deze inhoud
vervolgens op uw apparaat weer te geven of af te spelen. Media-inhoud kan muziek,
foto's en video's zijn. De makkelijkste manier om bestanden over te brengen is met een
USB-kabel. Nadat u het apparaat en de computer met behulp van de USB-kabel hebt
verbonden, kunt u de bestandsbeheerapplicatie op de computer of de applicatie Media
Go™ gebruiken om de bestanden over te brengen.
Tik op het Startscherm op , ga naar en tik hierop.
2
Selecteer in Mijn muziek een muziekcategorie en blader naar de track die u wilt
openen.
3
Tik op een track om deze af te spelen.
Mogelijk kunt u geen auteursrechtelijk beschermde items afspelen. Verifieer dat u de
benodigde rechten heeft voor de materialen die u van plan bent te delen.
De track wijzigen
•
Tik op of terwijl een track wordt afgespeeld.
•
Veeg album art naar links of naar rechts wanneer de radio aan staat.
Een track onderbreken
•
Tik op .
Muziek vooruit- en terugspoelen
•
Houd of ingedrukt.
U kunt ook de markering voor de voortgangsindicator naar links of rechts slepen.
Het audiovolume aanpassen
•
Druk op de volumetoets.
De geluidskwaliteit verbeteren met de equaliser
1
Druk op als de "WALKMAN"-applicatie is geopend.
2
Tik op Instellingen > Geluidsverbeteringen.
3
Sleep de knoppen van de frequentieband omhoog of omlaag als u het geluid
handmatig wilt aanpassen. Tik op en selecteer een stijl als u het geluid
automatisch wilt aanpassen.
De functie surround-geluid inschakelen
1
Druk op als de "WALKMAN"-applicatie is geopend.
2
Tik op Instellingen > Geluidsverbeteringen > Instellingen > Surroundgeluid
(VPT).
3
Selecteer een instelling en tik ter bevestiging op OK.
De huidige afspeelwachtrij bekijken
1
Tik terwijl in de "WALKMAN"-applicatie een track wordt afgespeeld op
2
Tik op Afspeelwachtrij.
.
De "WALKMAN"-applicatie minimaliseren
•
Wanneer de "WALKMAN"-applicatie speelt, drukt u op om naar het vorige
scherm te gaan of op om naar het Startscherm te gaan. De "WALKMAN"applicatie blijft afspelen op de achtergrond.
De "WALKMAN"-applicatie openen wanneer muziek op de achtergrond wordt
afgespeeld
1
Terwijl een track afspeelt op de achtergrond, sleept u de statusbalk omlaag om
het meldingsvenster te openen.
2
Tik op de titel van de track om de "WALKMAN"-applicatie te openen.
Blader in Mijn muziek naar de track die u wilt verwijderen.
2
Raak het nummer aan en houd het vast en tik op Verwijderen.
U kunt op deze manier ook albums verwijderen.
Een track verzenden
1
Raak in Mijn muziek wanneer u bladert door uw tracks een tracktitel aan en houd
deze vast.
2
Tik op Verz..
3
Selecteer een applicatie in de lijst en volg de instructies op het scherm.
U kunt op deze manier ook albums en playlists verzenden.
Een track "leuk vinden" op Facebook™
1
Tik terwijl de track afspeelt in de "WALKMAN"-applicatie op de album art.
2
Tik op om te tonen dat u voor het nummer "Like" aangetikt hebt op
Facebook™. Voeg indien gewenst een opmerking toe in het opmerkingenveld.
3
Tik op Delen om de track naar Facebook™ te verzenden. Als u de track
ontvangt, krijgt u een bevestigingsbericht van Facebook™.
Visualiser
De Visualiser voegt visuele effecten aan uw muziektracks toe tijdens het afspelen. De
effecten voor elke track zijn gebaseerd op de kenmerken van de muziek. Ze veranderen
bijvoorbeeld in reactie op wijzigingen in de geluidssterkte, het ritme en het
frequentieniveau van de muziek. U kunt ook het achtergrondthema wijzigen.
De Visualiser inschakelen
1
Druk in de "WALKMAN"-applicatie op .
2
Tik op Visualizer.
Tik op
om naar de weergave op volledig scherm te gaan.
Het achtergrondthema wijzigen
1
Druk in de "WALKMAN"-applicatie op .
2
Tik op Visualizer.
3
Druk op > Thema en selecteer een thema.
Meer informatie krijgen over een nummer of artiest
In de "WALKMAN"-applicatie kunt u meer informatie krijgen over de artiest die u
beluistert door op de oneindig-knop te drukken.
In de "WALKMAN"-applicatie kunt u op de oneindig-knop drukken om meer
informatie te krijgen over de artiest die u beluistert. Deze informatie omvat:
•
Muziekvideo's op YouTube™
•
Artiestinfo op Wikipedia
•
Teksten op Google
•
Karaokevideo's op YouTube™
•
Extensies zoeken op het web
•
Inhoud van de PlayNow™-service
De nauwkeurigheid van de zoekresultaten kan variëren.
Meer informatie krijgen over een artiest of track
•
Tik op wanneer een track wordt afgespeeld in de WALKMAN-applicatie.
Tik op het tabblad Mijn muziek in de "WALKMAN"-toepassing voor een overzicht van alle
tracks die u op uw apparaat beschikbaar zijn. In Mijn muziek kunt u uw albums en
playlists beheren, snelkoppelingen aanmaken en uw muziek ordenen op stemming en
tempo.
Overzicht van Mijn muziek
1Ga terug naar het huidige nummer
2Afbeelding van de uitvoerende artiest (indien beschikbaar)
3Op artiest door de muziek bladeren
4De muziek categoriseren met SensMe™-zenders
5Beheer en bewerkt uw muziek met Music Unlimited™
6Blader door uw favoriete playlists
7Verzamel koppelingen naar muziek en verwante inhoud die u en vrienden hebben gedeeld met online-
services
8Door alle playlists bladeren
9Op nummer door de muziek bladeren
10 Op album bladeren
Een snelkoppeling toevoegen aan een nummer
1
Tik in Mijn muziek, op , , of en blader naar de track die u wilt opslaan als
snelkoppeling.
2
Houdt de titel van de track aangeraakt.
3
Tik op Toevoegen als snelkoppeling. De snelkoppelijk verschijnt nu in de
hoofdweergave van My music.
Snelkoppelingen opnieuw schikken
•
Raak in Mijn muziek een snelkoppeling aan en houd deze ingedrukt tot het groter
wordt en uw apparaat trilt. Sleep het item vervolgens naar een nieuwe locatie.
Een snelkoppeling verwijderen
•
Raak in Mijn muziek een snelkoppeling aan en houd deze ingedrukt tot deze
groter wordt en het apparaat trilt. Sleep het item vervolgens naar
U kunt de volgende tabbladen niet verwijderen:
Music Unlimited, Muz. v. vrienden en SensMe™ channels.
Tik in de "WALKMAN"-applicatie op Mijn muziek en druk op .
2
Tik op Muziekinfo downloaden > Starten. Uw apparaat zoekt online en
downloadt de laatst beschikbare album art en trackinformatie voor uw muziek.
De SensMe™-kanalenapplicatie wordt geactiveerd wanneer u muziekinformatie downloadt.
De muziek categoriseren met SensMe™-kanalen
Met de applicatie SensMe™-kanalen kunt u uw muziek indelen op stemming en tempo.
SensMe™ groepeert alle tracks in verschillende categorieën, of kanalen, zodat u de
muziek kunt selecteren die het beste bij uw stemming of bij het moment van de dag
past.
De applicatie SensMe™ kanalen inschakelen
•
Druk in Mijn muziek op en tik vervolgens op Muziekinfo downloaden.
Voor deze applicatie is een mobiele of Wi-Fi®-netwerkverbinding nodig.
De functie Muz. v. vrienden gebruiken om muziek te delen
De functie Muz. v. vrienden verzamelt koppelingen naar muziek en naar op muziek
betrekking hebbende inhoud die u en uw vrienden op Facebook™ hebben gedeeld.
Muziek van uw vrienden beheren
1
In Mijn muziek tikt u op Muz. v. vrienden > Recent.
2
Tik op een item om het te openen en gebruik het naar wens.
3
Tik op om te tonen dat u voor het nummer "Like" aangetikt hebt op
Facebook™. Voeg indien gewenst een opmerking toe in het opmerkingenveld.
Uw gedeelde muziek weergeven
1
In Mijn muziek tikt u op Muz. v. vrienden > Gedeelde items.
2
Blader naar een item dat u wilt openen en tik er op. Alle eventuele opmerkingen
over het item worden weergegeven.
Muziek in een willekeurige volgorde afspelen
U kunt tracks in afspeellijsten in willekeurige volgorde afspelen. Een afspeellijst kan
bijvoorbeeld een afspeellijst zijn die u zelf hebt gemaakt, of de afspeellijst voor een
album.
Tracks in een willekeurige volgorde afspelen
1
Tik in Mijn muziek op en ga naar een album of tik op en blader naar een
playlist.
2
Tik op de album art en tik vervolgens op om Shufflemodus in te schakelen.
De shuffle-modus uitschakelen
•
Druk op
als tracks in een willekeurige volgorde worden afgespeeld.
Playlists beheren
In Mijn muziek kunt u uw eigen playlists maken op basis van de muziek die op uw
apparaat is opgeslagen.
Bovendien kunt u de Media Go™-applicatie op een computer installeren en deze
applicatie gebruiken om playlists van de computer naar uw apparaat te kopiëren.
Uw eigen playlists maken
1
Raak in Mijn muziek de naam van de artiest of de titel van het album of de track
aan om een artiest, album of track aan een playlist toe te voegen.
2
Tik in het menu dat wordt geopend op Toevoegen aan playlist > Nieuwe
playlist maken.
Wanneer u in Mijn muziek in uw tracks bladert, raakt u de naam van de artiest of
de titel van het album of de track die u wilt toevoegen aan en houdt u deze
ingedrukt.
2
Tik op Toevoegen aan playlist.
3
Tik op de naam van de playlist waaraan u de artiest, het album of de track wilt
toevoegen. De artiest, het album of de track wordt aan de playlist toegevoegd.
Uw eigen playlists afspelen
1
In Mijn muziek tikt u op .
2
Tik onder Afspeellijsten op een afspeellijst.
3
Tik op een track om deze af te spelen.
Een nummer verwijderen uit een playlist
1
Houd in een playlist de titel van de track aangeraakt die u wilt verwijderen.
2
Tik op Verwijderen uit playlist in de lijst die wordt weergegeven.
Een playlist verwijderen
1
In Mijn muziek selectert u vervolgens Afspeellijsten.
2
Raak de playlist die u wilt verwijderen aan en houd deze vast.
3
Tik op Verwijderen.
4
Tik opnieuw op Verwijderen uw keuze te bevestigen.
U kunt standaardplaylists niet verwijderen.
"WALKMAN"-applicatiewidget
The "WALKMAN"-applicatiewidget is een miniatuurapplicatie die u rechtstreeks toegang
geeft tot de "WALKMAN"-applicatie vanaf uw Startscherm. U moet deze widget aan het
Startscherm toevoegen voordat u deze kunt gebruiken.
De widget "WALKMAN"-applicatie aan uw startscherm toevoegen
1
Tik op een leeg gebied op uw Startscherm en tik vervolgens op Widgets.
2
Ga naar en tik op WALKMAN.
Uw gehoor beschermen
Als u langdurig of bij een te hoog volumeniveau naar de "WALKMAN"-applicatie of
andere mediaplayers luistert, kan uw gehoor beschadigd worden, zelfs als het volume op
een gemiddeld niveau staat. Om u voor dergelijke risico's te waarschuwen, verschijnt er
een volumewaarschuwing wanneer het volume te hoog staat, en wanneer de
"WALKMAN"-applicatie langer dan 20 uur wordt gebruikt.
De volumewaarschuwing uitschakelen
•
Tik op OK wanneer
Elke keer dat u uw apparaat herstart, wordt het mediavolume automatisch op een matig
niveau ingesteld.
Gebruik de TrackID™-service voor muziekherkenning om een track die u in uw
omgeving hoort te identificeren. Leg een kort stukje van de track vast en binnen enkele
seconden ziet u de info over artiest, titel en het album. U kunt tracks die zijn
geïdentificeerd door TrackID™ kopen en u kunt TrackID-lijsten bekijken om te zien naar
welke muziek TrackID-gebruikers wereldwijd aan het zoeken zijn. Voor het beste
resultaat dient u TrackID™-technologie te gebruiken in een rustige omgeving.
De TrackID™-applicatie en de TrackID™-service worden niet in alle landen/regio's of door alle
netwerken en/of serviceproviders in alle regio's ondersteund.
De toepassing TrackID™ openen
1
Tik vanuit Startscherm op .
2
Ga naar en tik op TrackID™.
U kunt ook de TrackID™-widget gebruiken om de TrackID™-applicatie te openen.
Informatie over een track zoeken met TrackID™
1
Houd het apparaat in de richting van de muziekbron wanneer de applicatie
TrackID™ is geopend.
2
Tik op . Als de track wordt herkend door de TrackID™-service, verschijnen de
resultaten op het scherm.
Als u wilt terugkeren naar de startpagina van TrackID™, drukt u op
TrackID™-charts weergeven
1
Wanneer de applicatie TrackID™ is geopend, tikt u op Charts. Wanneer u voor
de eerste keer een chart weergeeft, is dit op uw eigen regio ingesteld.
2
Tik om charts met de populairste zoekopdrachten in andere regio's te zien op
Regio's.
3
Selecteer een land of regio.
.
De resultaten van de TrackID™-technologie gebruiken
De trackinformatie verschijnt wanneer de applicatie TrackID™ een track herkent. U kunt
kiezen om de track aan te schaffen of delen via e-mail of SMS. U kunt ook meer
informatie over de artiest van de track verkrijgen.
Een track aanschaffen met behulp van TrackID™-technologie
1
Wanneer de toepassing TrackID™ is geopend, tikt u op een tracktitel.
2
In het trackinformatiescherm tikt u op Downloaden.
3
Volg de instructies op uw apparaat om uw aankoop te voltooien.
De functie voor het aanschaffen van tracks wordt mogelijk niet in alle landen/regio's en door
alle netwerken en/of serviceproviders in alle gebieden ondersteund.
Een track delen via e-mail of SMS
1
Wanneer de toepassing TrackID™ is geopend, tikt u op een tracktitel.
2
Tik op Delen en selecteer een methode voor het delen.
3
Volg de instructies op uw apparaat om de procedure te voltooien.
>
De artiestinformatie voor een track weergeven
1
Wanneer de toepassing TrackID™ is geopend, tikt u op een tracktitel.
Wanneer de toepassing TrackID™ is geopend, tikt u op een tracktitel.
2
Wacht in het trackinformatieschermscreen totdat het tabblad verschijnt en tik
dan op dat tabblad.
3
Log in bij Facebook™ en beveel de track aan.
De functie wordt mogelijk niet in alle landen/regio's en door alle netwerken en/of
serviceproviders in alle gebieden ondersteund.
Een track verwijderen uit de trackgeschiedenis
1
Wanneer de toepassing TrackID™ is geopend, tikt u op Geschiedenis.
2
Tik op de titel van een track en tik vervolgens op Verwijderen.
3
Tik op Ja.
Music Unlimited™
Music Unlimited™ gebruiken
Music Unlimited™ is een abonnementsdienst waarmee u toegang krijgt tot miljoenen
liedjes via een 3G- of Wi-Fi®-verbinding. U kunt uw persoonlijke muziekbibliotheek in de
cloud vanaf verschillende apparaten beheren en bewerken of uw playlists en muziek
synchroniseren met behulp van een pc die werkt op het Windows®-besturingssysteem.
Ga naar www.sonyentertainmentnetwork.com voor meer informatie.
Music Unlimited™ is wellicht niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Music Unlimited™ openen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op
.
Over de PlayNow™-service
U kunt de PlayNow™-service gebruiken om applicaties, muziek, spelletjes, ringtones en
achtergronden te downloaden. De PlayNow™-service biedt zowel gratis als betaalde
downloads aan. Denk eraan dat de betalingsopties voor betalende applicaties per land
kunnen variëren.
De PlayNow™-service is niet in alle landen beschikbaar.
Voordat u content downloadt
Zorg voor het downloaden dat u een internetverbinding hebt. Mogelijk moet u ook een
geheugenkaart in het apparaat plaatsen om content te kunnen downloaden.
Wanneer u inhoud naar uw apparaat downloadt, worden er mogelijk kosten in rekening
gebracht voor de hoeveelheid gegevens die wordt overgebracht. Neem contact op met uw
operator voor informatie over de kosten van gegevensoverdracht in uw land.
PlayNow™ starten
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op .
.
Downloaden vanuit de PlayNow™-service
Download verschillende content vanuit de PlayNow™-service, rechtstreeks naar uw
apparaat. Kies uit verschillende applicaties, games, muziek, ringtones en andere content.
Denk eraan dat de betalingsopties voor betalende applicaties per land kunnen variëren.
De FM-radio op uw telefoon werkt zoals een gewone FM-radio. U kunt bijvoorbeeld
bladeren en luisteren naar FM-stations en deze opslaan als favorieten. U moet een
headset of hoofdtelefoon (met snoer) aansluiten op uw telefoon, voordat u de radio kunt
gebruiken. De headset of hoofdtelefoon werkt namelijk als antenne. Als een van deze
apparaten is aangesloten, kunt u vervolgens het radiogeluid desgewenst overschakelen
naar de luidspreker van de telefoon.
Wanneer u de FM-radio opent, worden de beschikbare zenders automatisch weergegeven.
Als een kanaal RDS-informatie heeft, verschijnt deze info enkele seconden nadat u naar het
kanaal gaat luisteren.
De FM-radio starten
1
Sluit een headset of een hoofdtelefoon aan op uw apparaat.
2
Tik vanuit Startscherm op .
3
Zoek de volgende opties en tik erop: FM-radio . De beschikbare zenders
worden weergegeven wanneer u door de frequentieband bladert.
Wanneer u de FM-radio start, worden de beschikbare zenders automatisch weergegeven. Als
een zender RDS-informatie doorgeeft, verschijnt deze enkele seconden nadat u begonnen
bent met luisteren naar de zender.
Schakelen tussen radiozenders
•
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag langs de frequentieband.
4Ga omhoog over de frequentieband op zoek naar een zender
5Een opgeslagen favoriete zender
6Ga omlaag over de frequentieband op zoek naar een zender
7Afstemknop
8Een zender als favoriet opslaan of verwijderen
9Ingestelde frequentie
Uw favoriete radiokanalen gebruiken
U kunt de radiozenders die u het vaakst beluistert, opslaan als favorieten. Met favorieten
kunt u snel teruggaan naar een radiozender.
Een zender als favoriet opslaan
1
Ga wanneer de radio is geopend naar de zender die u wilt opslaan als favoriet.
2
Tik op .
3
Voer een naam in en selecteer een kleur voor de zender en druk dan op Opslaan.
Een zender als favoriet verwijderen
1
Ga wanneer de radio is geopend naar de zender die u wilt verwijderen.
2
Tik op
Opnieuw zoeken naar radiozenders
Als u zich op een nieuwe locatie bevindt of wanneer de ontvangst is verbeterd op uw
huidige locatie, kunt u opnieuw scannen naar radiozenders.
en op Verwijderen.
De nieuwe zoekopdracht is niet van invloed op opgeslagen favorieten.
Opnieuw zoeken naar radiozenders
1
Wanneer de radio is geopend, drukt u op .
2
Tik op Kanalen zoeken. De hele frequentieband wordt gescand en alle
beschikbare zenders worden weergegeven.
Geluidsinstellingen
Het geluid van de radio tussen apparaten wisselen
U kunt naar de radio luisteren door middel van een bedrade headset of een bedrade
hoofdtelefoon. Nadat een van deze apparaten is aangesloten, kunt u het geluid naar
wens omschakelen naar de luidspreker.
Het radiogeluid naar de luidspreker omschakelen
1
Wanneer de radio is geopend, drukt u op
2
Tik op Via luidspreker afsp..
Druk op
headset of hoofdtelefoon.
en tik op Afsp. op hoofdtelefoon om het geluid terug te schakelen naar de bedrade
Wisselen tussen de mono- en stereogeluidsmodus
U kunt naar uw FM-radio in de mono- of stereomodus luisteren. In sommige gevallen kan
het wisselen van de monomodus naar de stereomodus de ruis verminderen en de
geluidskwaliteit verbeteren.
Druk op en tik op Monogeluid afdwingen om de radio weer in
monogeluidsmodus te beluisteren.
Radiotracks identificeren met TrackID™
Gebruik TrackID™-technologie om muziektracks te identificeren wanneer ze op de FMradio van uw apparaat worden afgespeeld.
Een nummer identificeren op de FM-radio via TrackID™
1
Tik op TrackID™ terwijl het nummer op de FM-radio van het apparaat wordt
afgespeeld.
2
Er wordt een voortgangsindicator weergegeven terwijl de TrackID™-applicatie het
nummer analyseert. Als dit lukt, krijgt u een trackresultaat of een lijst met mogelijke
tracks te zien.
3
Druk op
De TrackID™-toepassing en de TrackID™-service worden niet in alle landen/regio's en door
alle netwerken en/of serviceproviders in alle gebieden ondersteund.
Uw telefooncamera beschikt over een erg gevoelige Exmor R-sensor, waardoor u
scherpe foto's en video's kunt vastleggen, zelfs bij een lage belichting. Vanaf de camera
kunt u, bijvoorbeeld, naar uw vrienden foto's en video's als berichten verzenden of ze
naar een webservice uploaden. Uw telefoon heeft ook een camera vooraan. Dit is handig
voor zelfportretten.
Overzicht van cameratoetsen
1
Camera voorzijde
2Hoofdcamerascherm
3In- of uitzoomen
4Cameratoets: camera activeren/foto's maken/video's opnemen
5Foto's en video's weergeven
6Foto's maken of videoclips opnemen
7Een stap teruggaan of de camera afsluiten
8Tussen de camera aan de voorzijde en de hoofdcamera wisselen
9Pictogrammen voor camera-instellingen
De camera openen
•
Houd de cameratoets ingedrukt wanneer het scherm actief is.
De camera sluiten
•
Druk op vanuit het hoofdcamerascherm.
De fotocamera gebruiken
Er zijn drie manieren om foto's te maken met de fotocamera. U kunt op de cameratoets
drukken, tikken op de cameraknop op het scherm of een punt op het scherm aanraken.
Een foto maken met de cameratoets
1
Activeer de camera.
2
Druk de cameratoets volledig in.
Een foto maken door op de knop op het scherm te tikken
1
Activeer de camera.
2
Richt de camera op het onderwerp.
3
Tik op de knop op het scherm . De foto wordt gemaakt zodra u uw vinger van
het scherm haalt.
Tik op het pictogram bovenaan links op het scherm en selecteer vervolgens
Camera aan voorzijde.
3
Als u de foto wilt maken, drukt u op de cameratoets. De foto wordt gemaakt
zodra u uw vinger van het scherm haalt.
De zoomfunctie gebruiken
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag om in of uit te zoomen wanneer de
camera is geopend.
De flitser voor de fotocamera gebruiken
1
Tik op wanneer de camera open is.
2
Tik op Flitser en selecteer de gewenste flitserinstelling.
3
Maak de foto.
Uw foto's en video's weergeven
1
Open de camera, tik vervolgens op een miniatuurweergave rechtsboven in het
scherm om een foto of video te openen.
2
Veeg naar links of rechts om uw foto's en video's weer te geven. Video's worden
aangeduid met .
Een foto verwijderen
1
Open de foto die u wilt verwijderen.
2
Tik op een leeg deel van het scherm om
3
Tik op .
4
Tik op OK om uw keuze te bevestigen.
te openen.
Gezichtsdetectie
Met gezichtsdetectie kunt u de focus richten op een gezicht dat niet in het midden staat.
De camera kan maximaal vijf gezichten herkennen. De gezichten worden gemarkeerd
met witte kaders. Met een geel kader wordt aangegeven op welk gezicht wordt
scherpgesteld. De focus wordt ingesteld op het gezicht dat zich het dichtst bij de
camera bevindt. U kunt ook op een van de kaders tikken om te bepalen op welk gezicht
moet worden scherpgesteld.
Gezichtsdetectie inschakelen
1
Activeer de camera.
2
Tik op het pictogram bovenaan links op het scherm en selecteer vervolgens
Normaal.
3
Tik op
4
Tik op Scherpstel-modus > Gezichts-detectie.
Een foto maken met gezichtsdetectie
1
Wanneer de camera is geopend en Gezichts-detectie is ingeschakeld, richt u de
camera op uw onderwerp. Er kunnen tot 5 gezichten worden gedetecteerd en elk
gedetecteerd gezicht wordt in een kader geplaatst.
2
Druk de cameratoets half in. Met een geel kader wordt het gezicht aangegeven
waarop wordt scherpgesteld.
3
Druk de cameratoets volledig in als u een foto wilt maken.
om alle instellingen weer te geven.
Smile Shutter™ gebruiken om lachende gezichten vast te leggen
Gebruik de Smile Shutter™-technologie om alleen foto's van lachende gezichten te
maken. In de camera worden maximaal vijf gezichten herkend. Eén van deze gezichten
wordt geselecteerd voor glimlachdetectie en autofocus. Wanneer het geselecteerde
gezicht lacht, wordt automatisch een foto gemaakt.
Wanneer de camera is geopend en Smile Shutter is ingeschakeld, richt u de
camera op uw onderwerp. In de camera wordt bepaald waarop moet worden
scherpgesteld.
2
Het geselecteerde gezicht verschijnt in een groen kader en de foto wordt
automatisch gemaakt.
3
Druk op de cameratoets om de foto handmatig te maken als er geen glimlacht
wordt gedetecteerd.
De geografische positie toevoegen aan uw foto's
Schakel geotagging in om een benadering van de geografische locatie (een geotag) toe
te voegen aan foto's die u maakt. De geografische locatie wordt bepaald met behulp van
draadloze netwerken (mobiele netwerken of Wi-Fi®) of GPS-technologie.
Wanneer wordt weergegeven op het camerascherm, is geotagging ingeschakeld
maar is de geografische positie niet gevonden. Wanneer wordt weergegeven, is
geotagging ingeschakeld en is de geografische locatie beschikbaar. U kunt dan een
geotag toevoegen aan uw foto. Wanneer geen van de twee symbolen wordt
weergegeven, is geotagging uitgeschakeld.
Geotags inschakelen
1
Activeer de camera.
2
Tik op en tik vervolgens op Geotags > Aan.
3
Tik op OK om akkoord te gaan met het inschakelen van GPS en/of draadloze
netwerken.
4
Schakel de gewenste opties in onder Locatieservices.
5
Nadat u de instellingen hebt bevestigd, drukt u op
om terug te keren naar het
camerascherm.
6
Als op het camerascherm wordt weergegeven, is uw locatie beschikbaar en kan
een geotag aan uw foto worden toegevoegd. Controleer uw GPS en/of draadloze
netwerkverbinding als dit niet het geval is.
Fotocamera-instellingen gebruiken
De fotocamera-instellingen aanpassen
1
Activeer de camera.
2
Tik op om alle instellingen weer te geven.
3
Selecteer de instellingen die u wilt aanpassen en bewerk deze dan zoals gewenst.
Het instellingenvenster voor de fotocamera aanpassen
1
Tik wanneer de camera is geopend op om alle instellingen weer te geven.
2
Raak de instelling aan die u wilt verplaatsen, houd deze ingedrukt en sleep deze
naar de gewenste positie.
Als u de instelling buiten het instellingenvenster sleept, wordt de wijziging geannuleerd.
Overzicht van instellingen voor fotocamera
Superieur automatisch
Optimaliseer uw instellingen voor elke scène.
Normaal
Camera aan voorzijde
Selecteer de camera aan de voorzijde als u zelfportretfoto wilt maken.
Gebruik deze instelling om breedhoek panoramafoto's te maken. Druk op de cameratoets en beweeg
de camera gelijkmatig van de ene zijde naar de andere.
Scherpstel-modus
Met de scherpstelfunctie bepaalt u welk deel van een foto scherp moet zijn. Wanneer
continue autofocus is ingeschakeld, blijft de camera scherpstellen zodat het gebied in
het gele focuskader scherp blijft.
Enkele autofocus
De camera stelt automatisch scherp op het geselecteerde onderwerp. Continue autofocus is
ingeschakeld. Raak het camerascherm aan en houd het vast totdat gele focuskader blauw wordt; dit
geeft aan dat er is scherpgesteld. De foto wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt.
Multi-autofocus
Er wordt automatisch scherpgesteld op verschillende gebieden van het beeld. Raak het camerascherm
aan en houd het vast totdat gele focuskader blauw wordt; dit geeft aan dat er is scherpgesteld. De foto
wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt. Continue autofocus is uitgeschakeld.
Gezichts-detectie
De camera kan maximaal vijf menselijke gezichten herkennen. De gezichten worden gemarkeerd met
kaders op het scherm. De camera stelt automatisch scherp op het dichtstbijzijnde gezicht. U kunt ook
selecteren op welk gezicht u wilt scherpstellen door erop te tikken op het scherm. Wanneer u op het
camerascherm tikt, geeft een blauw kader het gezicht aan dat is geselecteerd en waarop wordt
scherpgesteld. Gezichtsdetectie kan niet worden gebruikt voor alle scènetypen. Continue autofocus is
ingeschakeld.
Aanraakfocus
Raak een specifiek gebied op het camerascherm aan om het scherpstelgebied in te stellen. Continue
autofocus is uitgeschakeld. Raak het camerascherm aan en houd het vast totdat gele focuskader blauw
wordt; dit geeft aan dat er is scherpgesteld. De foto wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het
scherm haalt.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
Resolutie
Kies uit verschillende afbeeldingsformaten en hoogte-breedteverhoudingen voordat u
een foto maakt. Voor een foto met een hogere resolutie is meer geheugen vereist.
13 MP 4:3
13 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt
weergeven op niet-breedbeeldschermen of wilt afdrukken met een hoge resolutie. 13MP is beschikbaar
in the volgende omstandigheden: Selecteer Normale opnamemodus met HDR uit; selecteer
Scènemodus behalve bij Tegenlichtcorrectie HDR-modus.
12 MP 4:3
12 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt
weergeven op niet-breedbeeldschermen of wilt afdrukken met een hoge resolutie. 12MP is de maximum
resolutie bij Superieure automatische modus.
9 MP 16:9
9 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 16:9. Een breedbeeldformaat met hoge
resolutie. Heeft een hogere resolutie dan full HD. Geschikt voor foto's die u op breedbeeldschermen wilt
weergeven.
5MP 4:3
5 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt
weergeven op niet-breedbeeldschermen of wilt afdrukken met een hoge resolutie.
2MP 16:9
2 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 16:9. Geschikt voor foto's die u op
breedbeeldschermen wilt weergeven.
VGA-indeling met hoogte-breedteverhouding 4:3. 640 x 480 pixels.
12 MP is de maximum beschikbare resolutie wanneer u foto's neemt met de Superieur
automatisch-modus; wanneer HDR is ingeschakeld bij Normaal-modus; of wanneer Scènes-
modus (Tegenlichtopnamecorrectie HDR-modus) is geselecteerd.
De 13 MP-resolutie is alleen beschikbaar wanneer Normaal opnamemodus is geselecteerd en
HDR is uitgeschakeld, en wanneerScènes-modus is geselecteerd (behalve bij
Tegenlichtopnamecorrectie HDR-modus).
Lichtwaarde
Bepaal de hoeveelheid licht voor de foto die u wilt maken. Een hogere waarde duidt een hogere
lichthoeveelheid aan.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
HDR
Gebruik de instelling HDR (High-Dynamic Range) om een foto te maken tegen sterk
tegenlicht of onder omstandigheden waarin het contrast scherp is. HDR compenseert
het verlies aan detail en produceert een afbeelding die representatief is voor zowel
donkere als heldere delen.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
Beeldstabilisator
Het kan moeilijk zijn het apparaat stil te houden wanneer u een foto maakt. De
stabilisator helpt u hierbij door kleine bewegingen van de hand te compenseren.
Lichtmeting
Met deze functie wordt automatisch een gebalanceerde belichting vastgesteld door de
hoeveelheid licht te meten voor het beeld dat u wilt vastleggen.
Centrum
Hiermee wordt de belichting aangepast aan het centrum van de zoeker.
Gemiddeld
Hiermee wordt de belichting berekend op basis van de hoeveelheid licht voor het gehele beeld.
Spot
Hiermee wordt de belichting aangepast voor een uiterst klein deel van het beeld dat u wilt vastleggen.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
Witbalans
Met de instelling voor de witbalans wordt de kleurbalans aangepast op basis van de
lichtomstandigheden.
Auto
Hiermee wordt de kleurbalans automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast.
LED-licht
Hiermee wordt kleurbalans aangepast voor warme lichtomstandigheden zoals onder gloeilampen.
Tl-licht
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor tl-licht.
Daglicht
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor zonnige omstandigheden buitenshuis.
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor een bewolkte lucht.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
ISO
U kunt beeldvervaging die worden veroorzaakt door duisternis of bewegende
onderwerpen, verminderen door de ISO-gevoeligheid te verhogen.
Automatisch
Hiermee wordt de ISO-gevoeligheid automatisch ingesteld.
100
Hiermee wordt de ISO-gevoeligheid ingesteld op 100.
200
Hiermee wordt de ISO-gevoeligheid ingesteld op 200.
400
Hiermee wordt de ISO-gevoeligheid ingesteld op 400.
800
Hiermee wordt de ISO-gevoeligheid ingesteld op 800.
1600
Hiermee wordt de ISO-gevoeligheid ingesteld op 1600.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
Flitser
Gebruik de flitser om foto's te maken bij slechte lichtomstandigheden of bij tegenlicht.
Automatisch
De camera bepaalt automatisch of de lichtomstandigheden het gebruik van een flitser vereisen.
Opvulflits
Gebruik deze instelling als de achtergrond helderder is dan het onderwerp. Hiermee worden
ongewenste donkere schaduwen verwijderd.
Uit
De flitser is uitgeschakeld. Soms kan de kwaliteit van een foto beter zijn zonder het gebruik van de
flitser, zelfs onder omstandigheden met slecht licht. Als u een goede foto wilt maken zonder de flitser te
gebruiken, hebt u een vaste hand nodig. Gebruik de zelfontspanner om wazige foto's te voorkomen.
Rode-ogenreductie
Vermindert de rode kleur van ogen wanneer u een foto maakt.
Zelfontspanner.
Met de zelfontspanner kunt u een foto maken zonder het apparaat vast te houden.
Gebruik deze functie om zelfportretten te maken, of groepsfoto's waarbij iedereen op de
foto staat. U kunt de zelfontspanner ook gebruiken om te voorkomen dat de camera
beweegt terwijl u foto's maakt.
Aan (10 seconden)
Een vertraging van 10 seconden instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het
moment dat de foto wordt gemaakt.
Aan (2 seconden)
Een vertraging van 2 seconden instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het
moment dat de foto wordt gemaakt.
Uit
De foto wordt gemaakt zodra u op het camerascherm tikt.
Smile Shutter™
Gebruik de sluitefunctie om het type lach te bepalen waarop de camera reageert voordat
u een foto neemt.
Foto's labelen met informatie over de locatie waar de foto is gemaakt.
Aan
Wanneer geotags is ingeschakeld, wordt een benadering van de geografische locatie toegevoegd aan
foto's die u maakt. Als u geotags wilt gebruiken, moet u ook de locatiefuncties in het menu Instellingen
inschakelen. U moet de locatie bepalen voordat u een foto maakt om geotags aan de foto toe te
voegen. Uw locatie is vastgesteld wanneer op het camerascherm wordt weergegeven. wordt
weergegeven wanneer het apparaat zoekt naar uw locatie.
Uit
Wanneer geotags is uitgeschakeld, kunt u de locatie waar u een foto nam niet bekijken.
Voorbeeld
U kunt kiezen om de foto weer te geven direct nadat u hem hebt gemaakt of de video
die u hebt opgenomen.
Onbeperkt
Het voorbeeld van de foto of video wordt weergegeven nadat u deze hebt gemaakt.
5 seconden
Het voorbeeld van de foto of video wordt gedurende 5 seconden weergegeven nadat u deze hebt
gemaakt.
3 seconden
Het voorbeeld van de foto of video wordt gedurende 3 seconden weergegeven nadat u deze hebt
gemaakt.
Uit
De foto of video is opgeslagen nadat u deze hebt gemaakt, een voorbeeld wordt niet weergegeven.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Normaal.
Snel starten
Gebruik snelstartinstellingen om de camera vanaf het vergrendelscherm te starten. Als
het apparaat in de slaapstand staat, drukt u op de cameratoets.
Starten en vastleggen
Door de cameratoets ingedrukt te houden, wordt de eerste foto direct nadat de camera vanuit de
slaapstand wordt gestart, gemaakt.
Alleen starten (fotocamera)
Door de cameratoets ingedrukt te houden, wordt de fotocamera gestart vanaf de slaapstand.
Starten en film opnemen
Door de cameratoets ingedrukt te houden, wordt de eerste video gemaakt onmiddellijk nadat de
camera is gestart vanaf de slaapstand.
Alleen starten (filmcamera)
Door de cameratoets ingedrukt te houden, wordt de videocamera gestart vanaf de slaapstand.
Uit
Touch capture
Kies een specifiek scherpstelgebied door het camerascherm met uw vinger aan te raken.
De foto wordt gemaakt zodra u uw vinger van het scherm haalt. Dit is alleen van
toepassing wanneer de scherpstel-modus is ingesteld op aanraakfocus.
Aan
Uit
Sluitergeluid
Kies om het sluitergeluid in of uit te schakelen wanneer u een video opneemt.
Het instellingenvenster voor de videocamera aanpassen
1
Tik, wanneer de videocamera is geopend, op om alle instellingen weer te geven.
2
Raak de instelling aan die u wilt verplaatsen, houd deze ingedrukt en sleep deze
vervolgens naar de gewenste positie.
Als u de instelling buiten het instellingenvenster sleept, wordt de wijziging geannuleerd.
Overzicht van videocamera-instellingen
Videoresolutie
De videoresolutie aanpassen voor verschillende indelingen.
1920×1080(16:9)
Full HD-indeling (Full High Definition) met hoogte-breedteverhouding 16:9. 1920×1080 pixels.
1280×720(16:9)
HD-indeling (High Definition) met hoogte-breedteverhouding 16:9. 1280×720 pixels.
640×480(4:3)
VGA-indeling met hoogte-breedteverhouding 4:3. 640x480 pixels.
176×144(11:9)
Video's opnemen die geschikt zijn voor verzending in MMS-berichten. De opnametijd van deze videoindeling is beperkt zodat de video's aan MMS-berichten kunnen worden toegevoegd.
Fotolamp
Gebruik de verlichting om video's op te nemen bij slechte lichtomstandigheden of bij
tegenlicht.
Aan
Uit
Soms is de videokwaliteit beter zonder verlichting, zelfs bij slechte lichtomstandigheden.
Scherpstel-modus
Met de scherpstelinstellingen bepaalt u welk deel van een video scherp moet zijn.
Wanneer continue autofocus is ingeschakeld, blijft de camera scherpstellen zodat het
gebied in het witte focuskader scherp blijft.
Enkele autofocus
De camera stelt automatisch scherp op het geselecteerde onderwerp. Continue autofocus is
ingeschakeld.
Gezichts-detectie
De camera kan maximaal vijf menselijke gezichten herkennen. De gezichten worden gemarkeerd met
kaders op het scherm. De camera stelt automatisch scherp op het dichtstbijzijnde gezicht. U kunt ook
selecteren op welk gezicht u wilt scherpstellen door erop te tikken op het scherm. Wanneer u op het
camerascherm tikt, geeft een groen kader het gezicht aan dat is geselecteerd en waarop wordt
scherpgesteld. Gezichtsdetectie kan niet worden gebruikt voor alle scènetypen. Continue autofocus is
ingeschakeld.
Zelfontspanner
Met de zelfontspanner kunt u een video opnemen zonder het apparaat vast te houden.
Gebruik deze optie om groepsvideo's op te nemen waarbij iedereen op de video staat. U
kunt de zelfontspanner gebruiken om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het
opnemen van video's.
Aan (10 seconden)
Stel een vertraging van 10 seconden in vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het
moment dat de video-opname begint.
Aan (2 seconden)
Stel een vertraging van 2 seconden in vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment
dat de video-opname begint.
De video-opname begint zodra u op het camerascherm tikt.
Lichtwaarde
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid licht bepalen die u vastlegt. Een hogere waarde duidt een
hogere lichthoeveelheid aan.
Lichtmeting
Met deze functie wordt automatisch een gebalanceerde belichting vastgesteld door de
hoeveelheid licht te meten voor het beeld dat u wilt vastleggen.
Centrum
De belichting aanpassen aan het centrum van de zoeker.
Gemiddeld
De belichting berekenen op basis van de hoeveelheid licht voor het gehele beeld.
Spot
De belichting aanpassen voor een uiterst klein deel van het beeld dat u wilt vastleggen.
Witbalans
Met de instelling voor de witbalans wordt de kleurbalans aangepast op basis van de
lichtomstandigheden.
Auto
Hiermee wordt de kleurbalans automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast.
LED-licht
Hiermee wordt kleurbalans aangepast voor warme lichtomstandigheden zoals onder gloeilampen.
Tl-licht
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor tl-licht.
Daglicht
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor zonnige omstandigheden buitenshuis.
Bewolkt
Hiermee wordt de kleurbalans aangepast voor een bewolkte lucht.
Beeldstabilisator
Het kan moeilijk zijn om het apparaat stil te houden wanneer u een video opneemt. De
stabilisator helpt u hierbij door kleine bewegingen van de hand te compenseren.
Microfoon
Selecteer of het omgevingsgeluid moet worden opgenomen tijdens video-opnamen.
Sluitergeluid
Kies om het sluitergeluid in of uit te schakelen wanneer u een video opneemt.
Snel starten
Gebruik snelstartinstellingen om de camera vanaf het vergrendelscherm te starten. Als
het apparaat in de slaapstand staat, drukt u op de cameratoets.
Starten en vastleggen
Door de cameratoets ingedrukt te houden, wordt de eerste foto direct nadat de camera vanuit de
slaapstand wordt gestart, gemaakt.
Alleen starten (fotocamera)
Door de cameratoets ingedrukt te houden, wordt de fotocamera gestart vanaf de slaapstand.
Starten en film opnemen
Door de cameratoets ingedrukt te houden, wordt de eerste video gemaakt onmiddellijk nadat de
camera is gestart vanaf de slaapstand.
Door de cameratoets ingedrukt te houden, wordt de videocamera gestart vanaf de slaapstand.
Uit
Touch capture
Kies een specifiek scherpstelgebied door het camerascherm met uw vinger aan te raken.
De foto wordt gemaakt zodra u uw vinger van het scherm haalt. Dit is alleen van
toepassing wanneer de scherpstel-modus is ingesteld op aanraakfocus.
Aan
Uit
Gegevensopslag
U kunt uw gegevens opslaan op een verwisselbare SD-kaart of in het interne geheugen
van het apparaat.
Intern geheugen
Foto's en video's worden opgeslagen in het apparaatgeheugen.
SD-kaart
Foto's en video's worden opgeslagen op de SD-kaart.
Gebruik Album om foto's weer te geven en video's af te spelen die u met de camera van
uw apparaat hebt vastgelegd of om soortgelijke content weer te geven die u op het
apparaat hebt opgeslagen. U kunt geotags toevoegen aan uw foto's en video's en ze
vervolgens op een wereldkaart weergeven. In Album kunt u ook foto's en video's
weergeven die u naar een online service hebt geüpload, bijvoorbeeld naar een Picasa™webalbum of naar Facebook™.
In Album kunt u uw favoriete foto's en video's met vrienden delen via de draadloze
Bluetooth™-technologie, e-mail, berichten en verschillende online services. U kunt
verder elementaire bewerkingstaken op foto's uitvoeren en ze als achtergrond of als
afbeelding voor een contact instellen. Zie voor meer informatie Uw apparaat aansluitenop een computer op pagina 109.
Overzicht tabbladen in Album
De volgende tabbladen zijn beschikbaar in Album:
•
Afbeeldingen – alle foto's en video's weergeven die zijn opgeslagen op uw apparaat.
•
Mijn albums – uw online albums en uw geotagged foto's en videoclips weergeven op
een wereldkaart.
Album openen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Album .
.
Als de schermstand niet automatisch verandert wanneer u uw apparaat een kwartslag draait,
schakelt u onder Instellingen > Scherm het selectievakje Scherm automatisch draaien in.
Mobile BRAVIA® Engine
De Mobile BRAVIA® Engine-technologie van Sony verbetert de weergavekwaliteit van
foto's en video's nadat u ze hebt opgenomen. Hierdoor krijgt u beelden die zuiverder,
scherper en natuurlijker zijn. De Mobile BRAVIA® Engine is standaard ingeschakeld,
maar u kunt deze uitschakelen als u het batterijverbruik wilt beperken.
Mobile BRAVIA® Engine inschakelen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm.
3
Schakel het selectievakje Mobile BRAVIA Engine 2 in indien dit is uitgeschakeld.
Foto's en video's weergeven in het tabblad Afbeeldingen
In het tabblad Afbeeldingen in Album kunt u uw foto's en video's weergeven in
miniaturen in een rasterweergave.
3Blader omhoog of omlaag om de inhoud weer te geven.
4Tik op een foto of video om deze te bekijken.
5De datum en het aantal items in de onderstaande groep.
Foto's en video's in rasterweergave weergeven
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Album . Alle foto's en video's worden in een raster in
chronologische volgorde weergegeven. Video's worden aangeduid met
3
Tik op een foto of video om deze te bekijken.
4
Veeg naar links om de volgende foto of video weer te geven. Veeg naar rechts om
.
de vorige foto of video weer te geven.
Als de schermstand niet automatisch verandert wanneer u uw apparaat een kwartslag draait,
schakelt u onder Instellingen > Scherm het selectievakje Scherm automatisch draaien in.
De grootte van de miniaturen in Album wijzigen
•
Spreid twee vingers uit elkaar om uit te zoomen of knijp twee vingers samen om in
te zoomen als u miniaturen van foto's en video's in Album bekijkt.
Werken met foto- of videobatches in Album
1
Druk bij het weergeven van miniaturen van foto's en video's in Album op en tik
op Items selecteren om de selectiemodus te activeren.
2
Tik op de items waarmee u wilt werken. Geselecteerde items worden met een
blauw kader aangegeven.
3
Gebruik het gereedschap in de werkbalk boven aan het scherm om met de
geselecteerde items te werken.
Om de selectiemodus te activeren, kunt u ook een item aanraken en vasthouden tot het kader
blauw wordt. Daarna kunt u op andere items tikken om ze te selecteren.
Foto's en video's weergeven in het tabblad Mijn albums
De volgende tabbladen zijn beschikbaar in Mijn albums:
•
Camera-albums – Alle foto's en video's weergeven die zijn opgeslagen onder het
Intern geheugen – Alle foto's en video's weergeven die in de interne opslag van het
apparaat zijn opgeslagen.
•
Mijn SD-kaart – alle foto's en video's weergeven die zijn opgeslagen op een
geheugenkaart.
Overzicht van tabblad Mijn albums
1Foto's en video's weergeven met de online-dienst PlayMemories.
2Foto's en video's weergeven op Facebook™.
3Foto's en video's in Picasa™ weergeven.
4Uw foto's op een kaart weergeven.
5Alle foto's en video's weergeven die in de interne opslag van het apparaat zijn opgeslagen.
6Alle foto's en video's weergeven die zijn opgeslagen op de geheugenkaart.
7Uw foto's in de globe-modus weergeven.
8Alle foto's en video's weergeven die zijn opgeslagen onder het tabblad Camera-albums.
Inhoud in een lijstweergave weergeven in het tabblad Camera-album
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Album > Mijn albums > Camera-albums.
3
Tik op een map die u wilt openen. De inhoud van de map wordt in een
.
chronologisch geordend raster weergegeven. Video's worden aangeduid met .
4
Tik op een foto of video om deze te bekijken.
5
Veeg naar links om de volgende foto of video weer te geven. Veeg naar rechts om
de vorige foto of video weer te geven.
Als de schermstand niet automatisch verandert wanneer u uw apparaat een kwartslag draait,
schakelt u onder Instellingen > Scherm het selectievakje Scherm automatisch draaien in.
Inhoud in een lijstweergave weergeven in het tabblad Intern geheugen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Album > Mijn albums > Intern geheugen.
3
Tik op een map die u wilt openen. De inhoud van de map wordt in een
chronologisch geordend raster weergegeven. Video's worden aangeduid met .
4
Tik op een foto of video om deze te bekijken.
5
Veeg naar links om de volgende foto of video weer te geven. Veeg naar rechts om
de vorige foto of video weer te geven.
Als de schermstand niet automatisch verandert wanneer u uw apparaat een kwartslag draait,
schakelt u onder Instellingen > Scherm het selectievakje Scherm automatisch draaien in.
Inhoud in een lijstweergave weergeven in het tabblad Mijn SD-kaart
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Album > Mijn albums > Mijn SD-kaart.
3
Tik op een map die u wilt openen. De inhoud van de map wordt in een
.
chronologisch geordend raster weergegeven. Video's worden aangeduid met .
4
Tik op een foto of video om deze te bekijken.
5
Veeg naar links om de volgende foto of video weer te geven. Veeg naar rechts om
de vorige foto of video weer te geven.
Als de schermstand niet automatisch verandert wanneer u uw apparaat een kwartslag draait,
schakelt u onder Instellingen > Scherm het selectievakje Scherm automatisch draaien in.
Met foto's werken in Album
U kunt foto's bewerken in Album. U kunt foto's bijvoorbeeld bijsnijden, deze gebruiken
als foto's voor contacten en als achtergrond.
In- of uitzoomen op een foto
•
Tik twee keer op het scherm om in te zoomen wanneer u een foto bekijkt. Tik nogmaals
twee keer om uit te zoomen.
•
Spreid twee vingers uit elkaar om uit te zoomen of knijp twee vingers samen om uit te
zoomen als u een foto bekijkt.
Een diavoorstelling van uw foto's bekijken
1
Druk bij het bekijken van een foto op en tik op Diavoorstelling om het afspelen
te starten van alle foto's in een album.
2
Tik op een foto om de diavoorstelling te beëindigen.
Een diavoorstelling van uw foto's bekijken met muziek
1
Druk wanneer u naar een foto kijkt op en tik op SensMe™ slideshow.
2
Selecteer de muziek en het thema die u wilt gebruiken voor de diavoorstelling en
tik vervolgens op . De albumapplicatie analyseert uw foto's en maakt gebruik
van de SensMe™-muziekgegevens om een diavoorstelling af te spelen.
3
Als u het afspelen wilt onderbreken, tikt u op het scherm om de knoppen weer te
geven en tikt u vervolgens op .
Een foto draaien
1
Druk wanneer u naar een foto kijkt op .
2
Selecteer Links draaien of Rechts draaien. De foto wordt opgeslagen in de
nieuwe stand.
Druk wanneer u naar een foto kijkt op en tik op Bijsnijden.
2
Raak de rand van het bijsnijdkader aan en houd de rand vast om het bijsnijdkader
aan te passen. Als de vierkanten op de randen verdwijnen, sleept u naar binnen of
naar buiten om het formaat van het kader te wijzigen.
3
Als u het formaat van alle zijden van het bijsnijdkader tegelijkertijd wilt wijzigen,
raakt u één van de vier hoeken aan en houdt u deze vast om de vierkanten aan de
randen te laten verdwijnen; vervolgens versleept u de hoek.
4
Als u het bijsnijdkader wilt verplaatsen naar een ander gebied van de foto, raakt u
het kader aan de binnenzijde aan en houdt u het vast, en sleept u het kader
vervolgens naar de gewenste positie.
5
Tik op Bijsnijden om een kopie van de foto op te slaan wanneer u deze hebt
bijgesneden. De oorspronkelijke, niet-bijgesneden versie blijft op uw apparaat.
Een foto gebruiken
1
Druk wanneer u naar een foto kijkt op en tik op Gebruiken als.
2
Selecteer een optie in de lijst die wordt weergegeven.
3
Volg de relevante stappen om de foto te gebruiken.
Een foto bewerken
•
Druk wanneer u naar een foto kijkt op en tik op Foto bewerken.
Een foto delen
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven,
waarna u op
2
Tik in het menu dat opent op de applicatie die u wilt gebruiken om de foto te delen
tikt.
en volg de relevante stappen om de foto te verzenden.
Een geotag aan een foto toevoegen
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven,
waarna u op tikt om het kaartscherm te openen.
2
Zoek en tik op de gewenste locatie om de foto op de kaart te zetten.
3
Om de locatie van de foto aan te passen, tikt u op de locatie op de kaart
waarheen u de foto wilt verplaatsen.
4
Als u klaar bent, tikt u op OK om de geotag op te slaan en terug te keren naar de
foto-viewer.
Als een foto een geotag heeft, verschijnt
dit pictogram tikken om de foto op een kaart weer te geven.
samen met informatie over de locatie. U kunt op
Een foto verwijderen
1
Als u een foto bekijkt, tikt u op het scherm om de werkbalken weer te geven,
waarna u op tikt.
2
Tik op OK.
Met video's werken in Album
Gebruik Album om video's te bekijken die u met de camera hebt gemaakt, hebt
gedownload of naar uw apparaat hebt gekopieerd. U kunt uw video's ook met vrienden
delen, bijvoorbeeld door ze naar online services te uploaden.
Een video afspelen
1
Open het tabblad Afbeeldingen of het tabblad Mijn albums in Album.
2
Gebruik de rasterweergave of de lijstweergave om te zoeken naar de video die u
wilt openen.
3
Tik op de video om deze af te spelen.
4
Als er geen afspeelknoppen worden weergegeven, tikt u op het scherm om deze
weer te geven. Tik nogmaals op het scherm om de knoppen weer te verbergen.
Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de
zoombesturingselementen weer te geven.
2
Tik op .
Een video vooruit- en terugspoelen
1
Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de
zoombesturingselementen weer te geven.
2
Sleep de voortgangsbalkmarkering naar links om terug te spoelen of naar rechts
om vooruit te spoelen.
Het volume van een video aanpassen
•
Druk op de volumetoets.
Een video delen
1
Druk op en tik op Delen terwijl een video wordt afgespeeld.
2
Tik in het menu dat wordt geopend, op de applicatie die u wilt gebruiken om de
geselecteerde video te delen en volg dan de relevante stappen om de video te
verzenden.
U kunt auteursrechtelijk beschermde items mogelijk niet kopiëren, verzenden of overbrengen.
Sommige items verzenden mogelijk niet, indien het bestandsformaat te groot is.
Een video verwijderen
1
Zoek in Album naar de video die u wilt verwijderen.
2
Houd de video aangeraakt om de selectiemodus te activeren. Het kader van de
video-miniatuur wordt blauw na selectie.
3
Tik op
en op OK.
Uw foto's op een kaart weergeven
Als u locatiedetectie inschakelt tijdens het maken van foto's, kunt u de verzamelde
informatie op een later tijdstip gebruiken. U kunt uw foto's bijvoorbeeld op een kaart
weergeven en uw vrienden en familie laten zien waar u was toen u de foto maakte. Het
toevoegen van informatie over de locatie wordt ook wel geotaggen genoemd. Als u
locatiedetectie inschakelt, kunt u er voor kiezen ofwel GPS-satellieten ofwel draadloze
netwerken te gebruiken, of beide, om uw locatie te bepalen.
3Een groep foto's en/of video's geotagged met dezelfde locatie.
4Dubbeltik om in te zoomen. Knijp om uit te zoomen. Sleep om andere delen van de kaart weer te geven.
5Miniaturen van de geselecteerde groep foto's en/of video's. Tik op een item om het op het volledige
scherm weer te geven.
Locatiedetectie inschakelen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Locatieservices.
3
Schakel de selectievakjes GPS-satellieten en/of Locatieservice van Google in.
Foto's met geotag op een kaart in Album weergeven
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Album > Mijn albums > Kaarten.
3
Tik op een foto om deze op het volledige scherm weer te geven.
4
Als meerdere foto's op dezelfde locatie zijn gemaakt, verschijnt slechts één
.
daarvan op de kaart. Het totale aantal foto's wordt in de rechterbovenhoek
weergegeven, bijvoorbeeld . Tik om deze foto's weer te geven op de eerste foto
en tik op een van de miniaturen onderin het scherm.
Bij het weergeven van een geotagged foto in de foto-viewer kunt u het scherm aanraken om
de werkbalken weer te geven en op tikken om de foto op de kaart weer te geven.
Foto's met geotag op een wereldbol in Album weergeven
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Album > Mijn albums > Wereld.
3
Tik op een foto om deze op het volledige scherm weer te geven.
4
Als meerdere foto's op dezelfde locatie zijn gemaakt, verschijnt slechts één
daarvan op de kaart. Het totale aantal foto's wordt in de rechterbovenhoek
weergegeven, bijvoorbeeld
. Tik om deze foto's weer te geven op de eerste foto
en tik op een van de miniaturen onderin het scherm.
Bij het weergeven van een geotagged foto van de camera-applicatie kunt u het scherm
aanraken om de werkbalken weer te geven en op tikken om de foto op de kaart weer te
geven.
Een geotag toevoegen terwijl u de kaart in Album weergeeft
1
Druk tijdens het weergeven van de kaart in Album op en tik op Geotag
toevoegen.
2
Zoek en tik op de foto waaraan u de geotag wilt toevoegen.
3
Tik op de gewenste locatie op de kaart om de geotag in te stellen en tik op OK.
De geotag van een foto in Album bewerken
1
Raak bij het bekijken van een foto op de kaart in Album deze foto aan en houd
hem vast tot het kader blauw wordt.
2
Sleep de foto naar de nieuwe locatie.
U kunt ook op de gewenste locatie op de kaart tikken in plaats van te slepen.
De kaartweergave in Album wijzigen
•
Druk tijdens het weergeven van de kaart in Album op
en selecteer Klassieke weergave
of Satellietweergave.
Online-albums weergeven
In Album kunt u de foto's en video's bekijken die u en uw vrienden naar een online
service hebt geüpload zoals Picasa™ en Facebook™. Geef opmerkingen van uw
vrienden weer en voeg ook uw eigen opmerkingen toe.
Zorg ervoor dat u bent aangemeld bij de betreffende online service, bijvoorbeeld
Facebook™.
2
Tik op het Startscherm op .
3
Ga naar en tik op Album > Mijn albums.
4
Tik op de gewenste online service.
5
Tik op Verbinding maken. Alle beschikbare online-albums worden weergegeven
die u op de service hebt geplaatst.
6
Tik op een album om de inhoud weer te geven en tik op een foto in het album.
7
Veeg naar links om de volgende foto of video weer te geven. Veeg naar rechts om
de vorige foto of video weer te geven.
Opmerkingen weergeven en toevoegen aan de inhoud van online albums
1
Tik tijdens het weergeven van een foto uit een online album op het scherm om de
werkbalken weer te geven, en tik op
2
Blader omlaag over het scherm om meer opmerkingen weer te geven.
3
Als u uw eigen opmerkingen wilt toevoegen, typt u deze onderaan het scherm en
om de opmerkingen weer te geven.
tikt u op Posten.
Een foto of video leuk vinden op Facebook™
•
Tik terwijl u een foto of video uit één van uw Facebook™-albums weergeeft, op
het scherm om de werkbalken te weer te geven en tik vervolgens op om te
tonen dat u het item op Facebook™ "leuk vindt".
Gebruik de applicatie Films om films en andere videocontent af te spelen die u op uw
telefoon hebt opgeslagen. De applicatie Films helpt u ook bij het ophalen van poster art,
plot-samenvattingen, genre-info en details over de regisseur voor elke film. U kunt uw
films ook op andere apparaten afspelen die met hetzelfde netwerk zijn verbonden.
Video's die zijn gemaakt met de telefooncamera worden weergegeven in Album, niet in Films. .
Overzicht van Films
1
Alle videocategorieën die op uw apparaat beschikbaar zijn.
2Blader door alle films.
3Inhoud afspelen op andere verbonden DLNA Certified™-apparaten.
4Blader door alle tv-programma's.
5Beheer video-inhoud van Video Unlimited™.
6Menuopties weergeven.
Video Unlimited™ is mogelijk niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Films gebruiken
Een video afspelen in Films
1
Tik op het Startscherm op , ga naar Films en tik hierop.
2
Selecteer een videocategorie en blader naar de video die u wilt afspelen.
3
Tik op de video die u wilt selecteren en tik op om hem af te spelen.
4
Tik op het scherm om de bedieningsknoppen weer te geven of te verbergen.
5
Tik op om het afspelen te onderbreken.
6
Sleep de markering op de voortgangsbalk naar links om terug te spoelen. Sleep
de markering op de voortgangsbalk naar rechts om snel vooruit te spoelen.
Wanneer een video wordt afgespeeld, tikt u op het scherm om de
zoombesturingselementen weer te geven.
2
Tik op .
Tik op om de video op de originele grootte af te spelen.
Een video delen
1
Druk op en tik op Delen terwijl een video wordt afgespeeld.
2
Tik in het menu dat wordt geopend, op de applicatie die u wilt gebruiken om de
geselecteerde video te delen en volg dan de relevante stappen om de video te
verzenden.
Handmatig informatie over films ophalen
1
Controleer of uw apparaat over een actieve gegevensverbinding beschikt.
2
Tik op het Startscherm op , ga naar Films en tik hierop.
3
Druk op
4
Open het tabblad Films of TV-programma's en ga naar het miniatuur van een
en controleer of het selectievakje Onlinemodus is ingeschakeld.
bestand waarover u informatie wilt ophalen.
5
Raak de videominiatuur aan en houd het vast en tik op Informatie zoeken.
6
Typ in het zoekveld trefwoorden voor de video en tik op de bevestigingstoets op
het toetsenbord. Alle overeenkomsten worden in een lijst weergegeven.
7
Selecteer een zoekresultaat en tik op Gereed. Het downloaden van de informatie
begint.
Je krijgt ook automatisch informatie over nieuwe video's die worden toegevoegd wanneer de
applicatie Films is geopend en het selectievakje Onlinemodus is ingeschakeld. Kosten voor
data-overdracht kunnen van toepassing zijn.
Als de gedownloade informatie onjuist is, tikt u op en zoekt u nogmaals met andere
trefwoorden.
Informatie over een video wissen
1
Tik op het Startscherm op , ga naar Films en tik hierop.
2
Selecteer een videocategorie en blader naar de video die u wilt bewerken.
3
Raak de videominiatuur aan en houd het vast en tik op Info wissen.
Video afspelen op een extern apparaat
1
Zorg ervoor dat de apparaten waarmee u bestanden wilt delen, met hetzelfde WiFi® -netwerk als uw apparaat zijn verbonden.
2
Tik in uw Startscherm op
3
Tik op Throw en selecteer vervolgens een apparaat in de lijst.
4
Tik op de video die u wilt afspelen.
, ga naar Films > en tik hierop.
De geluidsinstellingen wijzigen terwijl een video wordt afgespeeld
1
Druk op en tik op Geluidsinstellingen terwijl een video wordt afgespeeld.
2
Schakel de selectievakjes in voor de geluidsinstellingen die u wilt activeren.
3
Als u klaar bent, tikt u op OK.
Een video verwijderen
1
Tik op het startscherm op
2
Selecteer een videocategorie en blader naar de video die u wilt verwijderen.
3
Raak de gewenste videominiatuur aan en houd hem aangeraakt, en tik op
, ga naar Films en tik hierop.
Verwijderen in de lijst die verschijnt.
4
Tik opnieuw op Verwijderen uw keuze te bevestigen.
Gebruik de service Video Unlimited™ om video's te huren en kopen, die u niet alleen op
uw telefoon kunt bekijken maar ook op uw pc, PlayStation® Portable (PSP®) en
PlayStation® 3. Maak uw keuze uit de nieuwste Hollywood-films, actiefilms, comedy's,
classics of films uit allerlei andere categorieën.
Video Unlimited™ is wellicht niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Video Unlimited™ openen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op .
Overzicht van het Video Unlimited™-menu
Uw accountinformatie weergeven
Een video opzoeken
De downloadstatus weergeven voor al uw items
Instellingen voor uw account, aankopen en downloads weergeven en wijzigen
De huidige video toevoegen aan een verlanglijst
Alle items in uw verlanglijst verwijderen
De video verwijderen die u momenteel weergeeft in de verlanglijst
Informatie over de huidige video delen via een sociaal netwerk, e-mail, Bluetooth of een andere
methode
Juridische informatie weergeven
Het Video Unlimited™-menu is dynamisch. Dit houdt in dat niet alle opties altijd beschikbaar
zijn. De optie om alle items in de verlanglijst te verwijderen, is bijvoorbeeld alleen beschikbaar
wanneer u de lijst weergeeft.
Het menu van Video Unlimited™ openen
•
Open Video Unlimited en druk op .
Een Video Unlimited™-account maken
U moet een Video Unlimited™-account aanmaken als u films wilt kopen of huren via de
Video Unlimited™-service. Als u al beschikt over een PlayStation® Network-account,
kunt u in plaats hiervan dat account gebruiken.
De Video Unlimited™-videoselectie verkennen
Blader door video's op categorie of voer tekst in om een specifiek item te zoeken. U kunt
er ook voor kiezen een voorbeeld te bekijken van video's waarin u bent geïnteresseerd.
Een video huren of kopen
Wanneer u een video huurt, hebt u een vooraf ingestelde hoeveelheid tijd om deze te
bekijken. Deze tijdsperiode verschilt per markt. U kunt er ook voor kiezen een
aangeschafte video te downloaden naar de meeste Sony™-apparaten die zijn gekoppeld
aan uw Video Unlimited™-account.
Wanneer u video's koopt of huurt, kunnen de volgende meldingen worden weergegeven:
De video is gedownload
Het downloaden is mislukt. U moet bijvoorbeeld controleren of het apparaat is
verbonden met een Wi-Fi®-netwerk en of u over voldoende vrije ruimte beschikt
op de geheugenkaart.
De video wordt gedownload
Het downloaden is onderbroken
De aankoop is voltooid
De aftelperiode voor het huuritem is begonnen
Een video bekijken vanuit Video Unlimited™
U kunt uw gehuurde of aangeschafte video's bekijken op de meeste Sony™-apparaten
die zijn gekoppeld aan uw Video Unlimited™-account.
Overzicht van het videomenu
Wanneer u een video bekijkt in Video Unlimited™, kunt u een menu openen met de
volgende opties:
De huidige video verwijderen
Informatie over de huidige video weergeven
De taal van de gesproken tekst wijzigen
De taal van de ondertiteling wijzigen of de ondertiteling verwijderen
Een versie van de Google Chrome™-webbrowser voor Android™-apparaten is in veel
gebieden reeds geïnstalleerd. Ga naar http://support.google.com/chrome voor meer
informatie over Google Chrome™.
Google Chrome™ is niet in alle landen beschikbaar.
U hebt vanaf uw apparaat toegang tot internet met behulp van de Wi-Fi® -technologie.
Op deze manier kunt u over het web surfen en mediabestanden delen over hetzelfde Wi-Fi® netwerk met andere DLNA Certified™ apparaten, zoals tv's en computers.
Als uw bedrijf of organisatie over een VPN (Virtual Private Network) beschikt, kunt u
verbinding met dit netwerk maken met uw apparaat. U kunt een VPN gebruiken om
toegang te krijgen tot intranetten en andere interne services in uw bedrijf.
Voordat u Wi-Fi® gaat gebruiken
Om op het internet te surfen met een Wi-Fi® -verbinding moet u een beschikbaar WiFi® -netwerk zoeken en ermee verbinding maken en vervolgens de internetbrowser
openen. De signaalsterkte van het Wi-Fi® -netwerk kan verschillen afhankelijk van de
locatie van uw telefoon. Verbeter de signaalsterkte door uw afstand tot het Wi-Fi® toegangspunt te verkleinen.
Wi-Fi® inschakelen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen.
3
Sleep de schuif naast Wi-Fi® naar rechts om de functie Wi-Fi® in te schakelen.
.
Het kan een paar seconden duren voordat Wi-Fi® is ingeschakeld.
Verbinding maken met een Wi-Fi® -netwerk
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen.
3
Zorg er voor dat de functie Wi-Fi® is ingeschakeld. Tik op Wi-Fi .
4
Beschikbare Wi-Fi® -netwerken worden weergegeven. De beschikbare
netwerken kunnen open of beveiligd zijn. Open netwerken worden aangeduid met
en beveiligde netwerken worden aangeduid met naast de Wi-Fi® -
netwerknaam.
5
Tik op een Wi-Fi® -netwerk om daar verbinding mee te maken. Als u verbinding
probeert te maken met een beveiligd netwerk, wordt u gevraagd een wachtwoord
in te voeren.
gemaakt.
Uw apparaat onthoudt Wi-Fi® -netwerken waarmee u verbinding hebt gemaakt. De volgende
keer dat u zich binnen het bereik van een Wi-Fi® -netwerk bevindt waarmee u eerder
verbinding hebt gemaakt, maakt uw apparaat automatisch verbinding met dit netwerk.
Op bepaalde locaties moet u zich voor open Wi-Fi® -netwerken mogelijk aanmelden op een
webpagina voordat u toegang tot het netwerk krijgt. Neem contact op met de betreffende Wi-
Fi® -netwerkbeheerder voor meer informatie.
Verbinden met een ander Wi-Fi®-netwerk
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi. Gedetecteerde Wi-Fi®-netwerken worden
weergegeven.
3
Tik op een ander Wi-Fi®-netwerk om hiermee verbinding te maken.
wordt in de statusbalk weergegeven als u verbinding hebt
.
Handmatig scannen naar Wi-Fi® -netwerken
1
Tik vanaf uw Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Druk op
4
Tik op het netwerk om verbinding te maken met een Wi-Fi® -netwerk.
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
7
Voer een wachtwoord in als dat vereist is.
8
Tik op Opslaan.
Wi-Fi® netwerknaam is aangegeven als SSID, ESSID, Access Point, enz. Neem contact opmet uw Wi-Fi® netwerkbeheerder voor de netwerk-SSID-naam en wachtwoord.
Geavanceerde Wi-Fi® instellingen
Wi-Fi®-netwerkstatus
Als u bent verbonden met een Wi-Fi® -netwerk of wanneer er Wi-Fi® -netwerken
beschikbaar zijn in uw omgeving, is het mogelijk de status van deze Wi-Fi® -netwerken
te bekijken. U kunt op uw apparaat tevens instellen dat u een melding ontvangt wanneer
een open Wi-Fi® -netwerk wordt gedetecteerd.
Meldingen van het Wi-Fi®-netwerk inschakelen
1
Schakel Wi-Fi® in als dat nog niet het geval was.
2
Tik op het Startscherm op .
3
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
4
Druk op
5
Tik op Geavanceerd.
6
Schakel het selectievakje Netwerkmelding in.
.
Gedetailleerde informatie over een verbonden Wi-Fi®-netwerk weergeven
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Tik op het Wi-Fi®-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Er wordt
gedetailleerde informatie over het netwerk weergegeven.
Wi-Fi®-slaapbeleid
Door een Wi-Fi® -slaaptoestand toe te voegen, kunt u kiezen wanneer u wilt
overschakelen van Wi-Fi® naar een mobiele gegevensverbinding.
Als u niet bent verbonden met een Wi-Fi® -netwerk, wordt op de telefoon een mobiele
dataverbinding gebruikt voor internettoegang (indien u een mobiele dataverbinding hebt
ingesteld en ingeschakeld op uw apparaat).
Een Wi-Fi®-slaapbeleid toevoegen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi.
3
Druk op .
4
Tik op Geavanceerd.
5
Tik op Wi-Fi behouden in slaapstand.
6
Selecteer een optie.
.
De mobiele gegevensverbinding delen
U kunt de mobiele gegevensverbinding van uw apparaat delen met één computer via
een USB-kabel. Dit proces heet USB-tethering. U kunt ook de gegevensverbinding van
uw apparaat met maximaal acht apparaten tegelijkertijd delen door van uw apparaat een
draagbare Wi-Fi® -hotspot te maken.
Wanneer uw apparaat de gegevensverbinding deelt, kunnen de volgende pictogrammen
in de statusbalk of in het meldingsvenster verschijnen:
Deactiveer alle USB-kabelverbindingen met uw apparaat.
2
Gebruik de USB-kabel die bij uw apparaat is geleverd om uw apparaat op een
computer aan te sluiten.
3
Tik op het Startscherm op .
4
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Tethering en mobiele hotspot.
5
Schakel het selectievakje USB-tethering in.
6
Vink het selectievakje USB-tethering uit of koppel de USB-kabel los om te
stoppen met het delen van uw gegevensverbinding.
U kunt de gegevensverbinding van uw apparaat niet tegelijkertijd met een SD-kaart via een
USB-kabel delen.
U moet uw computer mogelijk voorbereiden op het tot stand brengen van een
netwerkverbinding via een USB-kabel. Ga naar www.android.com/tether voor de meest
actuele informatie.
Uw apparaat gebruiken als draagbare Wi-Fi®-hotspot
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Tethering en mobiele hotspot.
3
Tik op Instellingen mobiele Wi-Fi-hotspot > Wi-Fi-hotspot configureren.
4
Voer de SSID van netwerk voor het netwerk in. Tik op het veld Beveiliging om
.
een beveiligingstype te selecteren.
5
Voer een wachtwoord in als dat vereist is.
6
Tik op Opslaan.
7
Schakel het selectievakje Mobiele Wi-Fi-hotspot in. Uw apparaat begint zijn WiFi-netwerknaam (SSID) uit te zenden. Maximaal acht computers of andere
apparaten kunnen nu verbinding maken met dit netwerk.
8
Vink het selectievakje Mobiele Wi-Fi-hotspot uit wanneer u wilt stoppen met het
delen van uw gegevensverbinding via Wi-Fi®.
Uw draagbare hotspot een nieuwe naam geven of beveiligen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer… > Tethering en mobiele hotspot.
3
Tik op Instellingen mobiele Wi-Fi-hotspot > Wi-Fi-hotspot configureren.
4
Voer de SSID van netwerk voor het netwerk in.
5
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
6
Voer een wachtwoord in als dat vereist is.
7
Tik op Opslaan.
.
VPN's (Virtual Private Network)
Gebruik uw apparaat om verbinding te maken met VPN's, waarmee u van buitenaf
toegang kunt krijgen tot bronnen binnen een beveiligd lokaal netwerk. VPN-verbindingen
worden bijvoorbeeld vaak gebruikt door organisaties en onderwijsinstellingen voor
gebruikers die toegang moeten krijgen tot intranetten en andere interne services terwijl ze
zich buiten het interne netwerk bevinden, zoals vertegenwoordigers van een bedrijf die
op reis zijn.
VPN-verbindingen kunnen op veel verschillende manieren tot stand worden gebracht,
afhankelijk van het netwerk. Voor bepaalde netwerken moet u mogelijk een
beveiligingscertificaat overbrengen naar uw apparaat om het daar te installeren. Als u
meer gedetailleerde informatie wilt hebben over het tot stand brengen van een verbinding
met uw VPN, neemt u contact op met de netwerkbeheerder van uw bedrijf of
organisatie.