Sony VPCF13S1E, VPCF13M8E, VPCF13M4E, VPCF13J0E, VPCF13B4E User Manual [nl]

...
Gebruikershandleiding
Personal computer
VPCF13-serie
N
Inhoud
2
nN
Voor gebruik ....................................................................... 4
Ergonomische overwegingen........................................ 8
Aan de slag....................................................................... 10
De besturingselementen en poorten ........................... 11
De lampjes .................................................................. 16
Een stroombron aansluiten ......................................... 17
De batterij gebruiken ................................................... 19
De computer veilig uitschakelen ................................. 26
Energiebesparingsstanden gebruiken......................... 27
Uw computer in optimale conditie houden .................. 29
De VAIO-computer gebruiken........................................... 32
Het toetsenbord gebruiken .......................................... 33
Het touchpad gebruiken .............................................. 36
De knoppen voor speciale functies gebruiken ............ 38
De ingebouwde camera gebruiken ............................. 40
Het optische station gebruiken .................................... 41
De Memory Stick gebruiken ........................................ 49
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken ............56
Het internet gebruiken ................................................. 63
Het netwerk (LAN) gebruiken ...................................... 64
Het draadloze LAN gebruiken ..................................... 65
De Bluetooth-functie gebruiken ................................... 70
Randapparaten gebruiken.................................................76
Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon
aansluiten ....................................................................77
Een externe monitor aansluiten ...................................78
Weergavemodi selecteren ...........................................83
De meerdere-monitorsfunctie gebruiken .....................84
Een externe microfoon aansluiten ...............................86
Een USB-apparaat aansluiten .....................................87
Een i.LINK-apparaat aansluiten...................................89
Uw VAIO-computer aanpassen.........................................91
Het wachtwoord instellen.............................................92
Intel(R) VT gebruiken ..................................................99
VAIO Control Center gebruiken .................................100
VAIO Energiebeheer gebruiken.................................101
De weergavetaal wijzigen..........................................103
Uw VAIO-computer uitbreiden.........................................104
Geheugen toevoegen en verwijderen........................105
3
nN
Voorzorgsmaatregelen ................................................... 111
Informatie over de veiligheid ..................................... 112
Informatie over reinigen en onderhoud ..................... 114
Met de computer omgaan ......................................... 115
Met het LCD-scherm omgaan ................................... 117
De stroomvoorziening gebruiken .............................. 118
Met de ingebouwde camera omgaan........................ 119
Met schijven omgaan ................................................ 120
De batterij gebruiken ................................................. 121
Memory Sticks hanteren ........................................... 122
Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan .......... 123
Problemen oplossen ....................................................... 124
Computerbewerkingen .............................................. 126
Systeemupdates/-beveiliging .................................... 132
Herstellen .................................................................. 133
Batterij ....................................................................... 136
Ingebouwde camera.................................................. 138
Netwerken (LAN/draadloos LAN) .............................. 140
Bluetooth-technologie ............................................... 144
Optische schijven ...................................................... 148
Beeldscherm ............................................................. 153
Afdrukken .................................................................. 157
Microfoon .................................................................. 158
Luidsprekers.............................................................. 159
Touchpad...................................................................161
Toetsenbord ..............................................................162
Diskettes ....................................................................163
Audio/video ................................................................164
Memory Stick .............................................................167
Randapparatuur.........................................................168
Handelsmerken ...............................................................169
Opmerking.......................................................................171
Voor gebruik >
4
nN
Voor gebruik
Gefeliciteerd met de aankoop van deze Sony VAIO®-computer en welkom bij de Gebruikershandleiding op het scherm. Sony heeft speerpunttechnologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd en geïntegreerd in deze uiterst geavanceerde computer.
!
Externe aanzichten die in deze handleiding worden geïllustreerd, kunnen enigszins verschillen van de werkelijke aanzichten van uw computer.
Locatie van specificaties
Mogelijk zijn niet alle voorzieningen, opties en meegeleverde items beschikbaar op uw computer.
Ga naar de ondersteuningswebsite van VAIO op http://support.vaio.sony.eu/ uw computer.
voor meer informatie over de configuratie van
Voor gebruik > Meer informatie over uw VAIO-computer
nN
Meer informatie over uw VAIO-computer
In dit gedeelte vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer.
1. Gedrukte documentatie
Handleiding Snel aan de slag: een overzicht van het aansluiten van onderdelen, configuratiegegevens, enzovoort.
Gids systeemherstel, back-up en probleemoplossing
Voorschriften, Garantie en Ondersteuning
Lees de informatie in Voorschriften, Garantie en Ondersteuning zorgvuldig door voordat u de functies voor draadloze communicatie, zoals het draadloze LAN en de Bluetooth-technologie, activeert.
5
Voor gebruik > Meer informatie over uw VAIO-computer
6
nN
2. Documentatie op het scherm
VAIO-gebruikershandleiding: algemene informatie over uw VAIO-computer, met informatie over ondersteuning en het
oplossen van problemen.
Om toegang te krijgen tot de VAIO-gebruikershandleiding klikt u achtereenvolgens op Start , Alle programma's en Handleiding VAIO.
Windows Help en ondersteuning: een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw
computer te gebruiken.
Voor toegang tot Windows Help en ondersteuning klikt u op Start en op Help en ondersteuning, of houdt u de Microsoft Windows-toets ingedrukt en drukt u op F1.
Voor gebruik > Meer informatie over uw VAIO-computer
7
nN
3. Ondersteuningswebsites
Als u problemen ondervindt met uw VAIO-computer, start u VAIO Care: hier vindt u verschillende opties waarmee u de meeste problemen kunt oplossen. Zie VAIO Care gebruiken (pagina 31) voor meer informatie.
Als u meer hulp nodig hebt, gaat u naar de ondersteuningswebsite van VAIO op http://support.vaio.sony.eu/
Wanneer u contact opneemt met de ondersteuning voor VAIO, wordt u gevraagd om het serienummer van de computer op te geven.
Het serienummer is een 15-cijferig nummer dat u onder in het VAIO Care-venster, aan de onderkant of de achterkant van de computer of in het batterijcompartiment kunt vinden.
Daarnaast zijn er diverse andere bronnen voor informatie over de VAIO-computer:
Het VAIO-forum op http://club-vaio.com
De VAIO-website op http://www.vaio.eu/
De online winkel Sony Style op http://www.sonystyle-europe.com
, waar u informatie kunt uitwisselen met andere VAIO-gebruikers
, waar u productinformatie vindt
.
Voor gebruik > Ergonomische overwegingen
8
nN
Ergonomische overwegingen
U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers:
Positie van de computer: plaats de computer direct voor u. Houd uw onderarmen horizontaal, met uw polsen in een
neutrale, comfortabele positie als u het toetsenbord of aanwijsapparaat gebruikt. Houd uw bovenarmen ontspannen naast uw bovenlichaam. Pauzeer regelmatig tijdens het gebruik van de computer. Als u te veel met de computer werkt, kunt u uw ogen, spieren of pezen overbelasten.
Meubilair en houding: gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat
op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit. Neem een ontspannen houding aan, houd uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.
Voor gebruik > Ergonomische overwegingen
9
nN
Gezichtshoek t.o.v. het scherm: kantel het scherm tot u de optimale gezichtshoek vindt. Dit is minder belastend voor
uw ogen en spieren. Stel ook de helderheid van het scherm optimaal in.
Verlichting: zorg ervoor dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden.
Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het scherm te vermijden. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen comfortabeler, maar ook efficiënter.
Opstelling van een externe monitor: als u een externe monitor gebruikt, plaatst u deze op een comfortabele
gezichtsafstand. Plaats het scherm op ooghoogte of iets lager als u vlak voor de monitor zit.
Aan de slag >
Aan de slag
In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer.
!
Sluit geen hardware aan die niet oorspronkelijk bij de computer was geleverd zolang u de computer nog niet voor het eerst hebt opgestart. Nadat u de computer hebt opgestart kunt u telkens één apparaat tegelijk (bijvoorbeeld een printer, een externe harde schijf of een scanner) aansluiten volgens de instructies van de fabrikant.
De besturingselementen en poorten (pagina 11)
De lampjes (pagina 16)
Een stroombron aansluiten (pagina 17)
De batterij gebruiken (pagina 19)
De computer veilig uitschakelen (pagina 26)
Energiebesparingsstanden gebruiken (pagina 27)
Uw computer in optimale conditie houden (pagina 29)
10
nN
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
De besturingselementen en poorten
Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's.
!
Het uiterlijk van uw computer zoals dit in deze handleiding wordt geïllustreerd, kan verschillen van het werkelijke uiterlijk van uw computer vanwege verschillen in de specificaties.
Voorzijde
A Sensor voor omgevingslicht (pagina 35), (pagina 155)
Meet de intensiteit van het omgevingslicht en past de helderheid van het LCD-scherm aan tot het beste niveau.
B Num lock-lampje (pagina 16) C Caps lock-lampje (pagina 16) D Scroll lock-lampje (pagina 16) E Ingebouwde microfoon (mono) F Lampje voor ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 16) G Ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 40) H LCD-scherm (pagina 117) I Ingebouwde luidsprekers (stereo) J Numeriek toetsenblok
Hiermee typt u cijfers of voert u de meestgebruikte wiskundige berekeningen uit.
K Toetsenbord (pagina 33) L Touchpad (pagina 36) M Rechterknop (pagina 36) N Linkerknop (pagina 36)
11
nN
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
nN
A DISPLAY OFF-knop (pagina 38) B Afspelen/Pauzeren-knop (pagina 38) C Stop-knop (pagina 38) D Vorig item-knop (pagina 38) E Volgend item-knop (pagina 38) F ASSIST-knop (pagina 38) G De knop S1 (pagina 38) H VAIO-knop (pagina 38) I Batterijlampje (pagina 16) J Lampje voor schijfstation (pagina 16) K WIRELESS-lampje (pagina 16) L Lampje voor mediatoegang (pagina 16) M WIRELESS-schakelaar (pagina 65), (pagina 70)
N Memory Stick Duo-sleuf O Sleuf voor SD-geheugenkaart (pagina 59)
* Uw computer ondersteunt alleen Memory Sticks in het Duo-formaat.
*
(pagina 49)
12
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
Rechterzijde
nN
A Hoofdtelefoon-/OPTICAL OUT-connector (pagina 77)
(optische-uitvoersamplesnelheid: 44,1 kHz/48,0 kHz/96,0 kHz)
B Microfoonconnector (pagina 86) C USB-poorten
D Optisch station (pagina 41) E Uitwerpknop voor station (pagina 41) F Opening voor handmatig uitwerpen (pagina 148) G Aan/uit-knop / Aan/uit-lampje (pagina 16)
* Compatibel met de USB 1.1-/2.0-/3.0-standaarden en ondersteunen
de logische overdrachtssnelheid van maar liefst 2,5 Gbps. U kunt USB 3.0-poorten herkennen aan hun blauwe kleur.
*
(pagina 87)
13
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
Linkerzijde
14
nN
A DC IN-poort (pagina 17) B Beveiligingssleuf C Ventilatieopening D Netwerkpoort (LAN) (pagina 64) E Monitorpoort (pagina 78)
F HDMI-uitgangspoort G eSATA/USB-poort
Sluit een extern apparaat aan dat compatibel is met de eSATA- of USB-standaard.
*1
(pagina 81)
*2
H ExpressCard/34-sleuf (pagina 56) I 4-pins i.LINK-poort (S400) (pagina 89)
*1
Mogelijk komt er de eerste seconden na het starten van het afspelen geen geluid uit het uitvoerapparaat dat is aangesloten op de HDMI-uitgangspoort. Dit wijst niet op een defect.
*2
Compatibel met de USB 2.0-standaard.
!
Opmerkingen over het gebruik van de eSATA/USB-poort:
- Een eSATA-apparaat en een USB-apparaat kunnen niet tegelijkertijd op de poort zijn aangesloten.
- Mogelijk herkent de computer het USB-apparaat niet vanwege de vorm van de connector van het apparaat. Gebruik in dat geval een van de speciale USB-poorten.
- Wanneer u een eSATA-apparaat wilt loskoppelen, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de taakbalk en selecteert u het apparaat voordat u het verwijdert.
- De poort biedt geen ondersteuning voor een eSATA-poortmultiplier.
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
Achter/onderzijde
A Ventilatieopeningen B Kapje van geheugenmodulecompartiment (pagina 105) C Batterijconnector (pagina 19)
15
nN
Aan de slag > De lampjes
De lampjes
Uw computer is voorzien van de volgende lampjes:
Lampje Functies
Aan/uit 1 Brandt groen als de computer in de normale stand is, knippert langzaam oranje als de computer in de slaapstand
Batterijlading
Ingebouwde MOTION EYE-camera Brandt als de ingebouwde camera in gebruik is.
Mediatoegang Brandt terwijl gegevens worden gelezen van een geheugenkaar t, zoals een Memory Stick of een
Schijfstation
Num lock
Caps lock
Scroll lock
WIRELESS Brandt als een of meer draadloze opties zijn ingeschakeld.
is gezet en gaat uit als de computer wordt uitgeschakeld of in de sluimerstand is gezet.
Brandt als de batterij wordt opgeladen. Zie De batterij opladen (pagina 22) voor meer informatie.
SD-geheugenkaart. (Zet de computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit wanneer dit lampje brandt.) Als het lampje niet brandt, wordt de geheugenkaart niet gebruikt.
Brandt als gegevens worden gelezen van het ingebouwde opslagapparaat of het optische station. Zet de computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit wanneer dit lampje brandt.
Druk op de toets Num Lk om het numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk er nogmaals op om het numerieke toetsenblok uit te schakelen. Als het lampje niet brandt, is het numerieke toetsenblok uitgeschakeld.
Druk op de toets Caps Lock als u hoofdletters wilt typen. Letters worden als kleine letters weergegeven als u op de toets Shift drukt terwijl het lampje brandt. Druk nogmaals op de toets om het lampje uit te schakelen. U kunt weer normaal typen als het lampje Caps lock niet meer brandt.
Druk op de toetsen Fn+Scr Lk om het bladeren op het scherm te wijzigen. U kunt weer normaal bladeren als het lampje Scroll lock niet meer brandt. De functies van de toets Scr Lk kunnen verschillen, afhankelijk van het gebruikte programma. De toets werkt niet in alle programma's.
16
nN
Aan de slag > Een stroombron aansluiten
17
nN
Een stroombron aansluiten
De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij.
De netadapter gebruiken
Wanneer de computer rechtstreeks op een netspanningsbron is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.
Gebruik alleen de meegeleverde netadapter voor uw computer.
De netadapter gebruiken
1 Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3).
2 Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (2).
3 Sluit de kabel van de netadapter (3) aan op de DC IN-poort (4) van de computer.
!
De vorm van de netadapterconnector kan variëren, afhankelijk van de netadapter.
Aan de slag > Een stroombron aansluiten
Als u de netstroom naar de computer volledig wilt verbreken, koppelt u de netadapter los van het stopcontact.
Zorg ervoor dat er een gemakkelijk toegankelijk stopcontact is.
Als u de computer langere tijd niet gaat gebruiken, zet u de computer in de sluimerstand. Zie De sluimerstand gebruiken (pagina 28).
18
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
De batterij gebruiken
De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
De batterij plaatsen/verwijderen
De batterij plaatsen
1 Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
2 Schuif het vergrendelingslipje LOCK voor de batterij (1) naar binnen.
19
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
20
nN
3 Schuif de batterij diagonaal in het batterijcompartiment tot de uitsteeksels (2) aan beide kanten van het batterijcompartiment
in de U-vormige uitsparingen (3) aan beide kanten van de batterij vastzitten.
4 Duw de batterij omlaag in het compartiment totdat die op zijn plaats klikt.
5 Schuif het vergrendelingslipje LOCK voor de batterij naar buiten om de batterij in de computer vast te zetten.
Aan de slag > De batterij gebruiken
21
nN
De batterij verwijderen
!
U verliest alle niet-opgeslagen gegevens als u de batterij verwijdert terwijl de computer is ingeschakeld en niet is aangesloten op de netadapter.
1 Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
2 Schuif het vergrendelingslipje LOCK voor de batterij (1) naar binnen.
3 Schuif de RELEASE-pal voor de batterij (2) naar binnen en houd die vast, plaats een vingertop onder het lipje (3) op de
batterij en til de batterij in de richting van de pijl. Schuif de batterij vervolgens uit de computer.
!
Voor uw veiligheid wordt u ten zeerste aanbevolen de originele oplaadbare batterijen en netadapters van Sony te gebruiken die voldoen aan de kwaliteitsnormen en die Sony voor uw VAIO-computer levert. Sommige VAIO-computers werken mogelijk alleen met een originele Sony-batterij.
Aan de slag > De batterij gebruiken
De batterij opladen
De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
De batterij opladen
1 Plaats de batterij.
2 Sluit de computer met de netadapter aan op een stopcontact.
Het batterijlampje brandt als de batterij wordt opgeladen. Wanneer de batterijlading bijna het opgegeven maximale percentage heeft bereikt, gaat het batterijlampje uit.
Batterijlampje Betekenis
Brandt oranje De batterij wordt opgeladen.
Knippert samen met het groene aan/uit-lampje De batterij is bijna leeg. (Normale stand)
Knippert samen met het oranje aan/uit-lampje De batterij is bijna leeg. (Slaapstand)
Is oranje en knippert snel Er is een batterijstoring opgetreden vanwege een defecte of niet
goed vergrendelde batterij.
!
Laad de batterij vanaf de eerste keer op zoals is beschreven in deze handleiding.
22
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op een netspanningsbron is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer gebruikt.
Als de batterijlading bijna op is en de batterij- en stroomlampjes knipperen, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij weer kan worden opgeladen of de computer uitschakelen en een volledig opgeladen batterij plaatsen.
Uw computer wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Het opladen van een gedeeltelijk ontladen batterij heeft geen invloed op de levensduur van de batterij.
Tijdens het gebruik van sommige toepassingen of randapparaten is het mogelijk dat de computer niet overschakelt op de sluimerstand, zelfs niet als de batterij bijna leeg is. Om te vermijden dat u gegevens verliest wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan
en handmatig een energiebeheerstand activeren, bijvoorbeeld de slaap- of sluimerstand.
Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de slaapstand staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
23
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
24
nN
De oplaadcapaciteit van de batterij controleren
De oplaadcapaciteit van de batterij neemt langzamerhand af, als de batterij vaker wordt opgeladen of als de batterij al langer in gebruik is. Voor een optimaal profijt van de batterij controleert u de laadcapaciteit van de batterij en wijzigt u de instellingen van de batterij.
De oplaadcapaciteit van de batterij controleren
1 Klik op Start, Alle programma's en VAIO Control Center.
2 Klik op Energiebeheer (Power Management) en Batterij (Battery).
U kunt ook de batterijbeheerfunctie inschakelen om de levensduur van de accu te verlengen.
Aan de slag > De batterij gebruiken
25
nN
De levensduur van de batterij verlengen
Als de computer op batterijstroom werkt, kunt u de levensduur van de batterij verlengen met de volgende methoden.
Verminder de helderheid van uw computerscherm.
Gebruik de energiebesparingsstand. Zie Energiebesparingsstanden gebruiken (pagina 27) voor meer informatie.
Wijzig de instellingen voor energiebesparing bij Energiebeheer. Zie VAIO Energiebeheer gebruiken (pagina 101) voor
meer informatie.
Stel de wallpaper in bij Een energiebesparende wallpaper instellen (Long Battery Life Wallpaper Setting) in het VAIO
Control Center als de achtergrond voor uw bureaublad.
Raadpleeg het Help-bestand nadat u de stappen in De oplaadcapaciteit van de batterij controleren (pagina 24) hebt uitgevoerd als u wilt weten hoe u de levensduur van de batterij kunt verlengen.
Aan de slag > De computer veilig uitschakelen
nN
De computer veilig uitschakelen
Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt beschreven.
De computer afsluiten
1 Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit.
2 Sla uw gegevens op en sluit alle actieve softwaretoepassingen af.
3 Klik op Start en op Afsluiten.
Na een korte tijd wordt de computer automatisch uitgeschakeld. Controleer of het stroomlampje uitgaat.
26
Aan de slag > Energiebesparingsstanden gebruiken
nN
Energiebesparingsstanden gebruiken
Via de instellingen voor energiebeheer kunt u ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale werkingsmodus heeft de computer twee andere energiebesparingsstanden waaruit u kunt kiezen: slaap- en sluimerstand.
!
Als u de computer langere tijd niet gaat gebruiken terwijl deze is losgekoppeld van de netspanningsbron, zet u de computer in de sluimerstand of schakelt u de computer uit.
Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de slaapstand staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
Stand Beschrijving
Normale stand Dit is de normale toestand als de computer in gebruik is. Als de computer in deze stand staat, brandt het groene
stroomlampje.
Slaapstand In de slaapstand wordt het LCD-scherm uitgeschakeld en worden de ingebouwde opslagapparatuur en de CPU
ingesteld op laag energieverbruik. Als de computer in deze stand staat, knippert het oranje stroomlampje langzaam. De computer verlaat de slaapstand sneller dan de sluimerstand. In de slaapstand verbruikt de computer echter meer stroom dan in de sluimerstand.
Sluimerstand Als de computer in de sluimerstand staat, wordt de toestand van het systeem opgeslagen in de ingebouwde
opslagapparatuur en wordt de stroom uitgeschakeld. Zelfs als de batterij leeg raakt, zullen er geen gegevens verloren gaan. Als de computer in deze stand staat, brandt het aan/uit-lampje niet.
27
Aan de slag > Energiebesparingsstanden gebruiken
Slaapstand gebruiken
De slaapstand activeren
Klik op Start, de pijl naast de knop Afsluiten en op Slaapstand.
Terugkeren naar de normale stand
Druk op een willekeurige toets.
Druk op de aan/uit-knop van uw computer.
!
Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld. Alle nog niet opgeslagen gegevens gaan hierbij verloren.
De sluimerstand gebruiken
De sluimerstand activeren
Druk op Fn+F12.
U kunt ook klikken op Start, op de pijl naast de knop Afsluiten en op Sluimerstand.
!
Verplaats de computer niet tot het stroomlampje uitgaat.
28
nN
Terugkeren naar de normale stand
Druk op de aan/uit-knop.
!
Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld.
Aan de slag > Uw computer in optimale conditie houden
29
nN
Uw computer in optimale conditie houden
Uw computer bijwerken
Werk uw VAIO-computer regelmatig bij met de volgende softwaretoepassingen om de efficiëntie, beveiliging en functionaliteit van uw computer te verbeteren.
De toepassing VAIO Update waarschuwt u automatisch wanneer er nieuwe updates beschikbaar zijn op het internet, en downloadt en installeert die op de computer.
Windows Update
Klik op Start, Alle programma's en Windows Update, en volg de instructies op het scherm.
VAIO Update 5
Klik op Start, Alle programma's en VAIO Update 5, en volg de instructies op het scherm.
!
Uw computer moet verbinding hebben met het internet voordat u updates kunt downloaden.
Aan de slag > Uw computer in optimale conditie houden
30
nN
De antivirussoftware actueel houden
U kunt de softwareprogramma's voor internetbeveiliging actueel houden met de recentste updates door deze updates vanaf de website van de producent te downloaden en te installeren.
!
Uw computer moet verbinding hebben met het internet voordat u updates kunt downloaden.
Wanneer u McAfee gebruikt:
1 Klik op Start, Alle programma's, McAfee en McAfee SecurityCenter.
2 Klik op het tabblad voor updates en selecteer de optie om op updates te controleren.
3 Volg de aanwijzingen op het scherm op om de update te voltooien.
Wanneer u Norton Internet Security gebruikt:
1 Klik op Start, Alle programma's, Norton Internet Security en LiveUpdate of Norton Internet Security.
2 Volg de aanwijzingen op het scherm op om de update te voltooien.
Raadpleeg het Help-bestand dat bij uw softwareprogramma wordt geleverd voor meer informatie.
!
De werkelijke procedure kan afwijken van hetgeen hiervoor is beschreven, afhankelijk van de updates die op uw computer zijn geïnstalleerd. In dat geval volgt u de instructies op het scherm op.
Loading...
+ 142 hidden pages