Sony VPCF11S1R, VPCF11Z1R, VPCF11J0E, VPCF11M1E, VPCF11M1R User Manual [nl]

...
Gebruikershandleiding
Personal computer
VPCF11-serie
N
Inhoud
2
nN
Voor gebruik ....................................................................... 4
Ergonomische overwegingen........................................ 7
Aan de slag......................................................................... 9
De besturingselementen en poorten ........................... 10
De lampjes .................................................................. 15
Een stroombron aansluiten ......................................... 16
De batterij gebruiken ................................................... 18
De computer veilig uitschakelen ................................. 25
Energiebesparingsstanden gebruiken......................... 26
Uw computer bijwerken ............................................... 29
De VAIO-computer gebruiken........................................... 30
Het toetsenbord gebruiken .......................................... 31
Het touchpad gebruiken .............................................. 33
De knoppen voor speciale functies gebruiken ............ 35
De ingebouwde camera gebruiken ............................. 36
Het optische station gebruiken .................................... 37
De Memory Stick gebruiken ........................................ 44
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken ............50
Het internet gebruiken ................................................. 56
Het netwerk (LAN) gebruiken ...................................... 57
Het draadloze LAN gebruiken ..................................... 58
De Bluetooth-functie gebruiken ................................... 63
Randapparaten gebruiken.................................................69
Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon
aansluiten ....................................................................70
Een externe monitor aansluiten ...................................71
Weergavemodi selecteren ...........................................76
De meerdere-monitorsfunctie gebruiken .....................77
Een externe microfoon aansluiten ...............................79
Een USB-apparaat aansluiten .....................................80
Een i.LINK-apparaat aansluiten...................................82
Uw VAIO-computer aanpassen.........................................84
Het wachtwoord instellen.............................................85
Intel(R) VT gebruiken ..................................................92
VAIO Control Center gebruiken ...................................93
VAIO Energiebeheer gebruiken...................................94
De weergavetaal wijzigen............................................96
Uw VAIO-computer uitbreiden...........................................97
Geheugen toevoegen en verwijderen..........................98
3
nN
Voorzorgsmaatregelen ................................................... 104
Informatie over de veiligheid ..................................... 105
Informatie over reinigen en onderhoud ..................... 108
Met de computer omgaan ......................................... 109
Met het LCD-scherm omgaan ................................... 111
De stroomvoorziening gebruiken .............................. 112
Met de ingebouwde camera omgaan........................ 113
Met schijven omgaan ................................................ 114
De batterij gebruiken ................................................. 115
Memory Sticks hanteren ........................................... 116
Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan .......... 117
Problemen oplossen ....................................................... 118
Computerbewerkingen .............................................. 120
Systeemupdates/-beveiliging .................................... 126
Herstellen .................................................................. 128
Batterij ....................................................................... 131
Ingebouwde camera.................................................. 133
Netwerken (LAN/draadloos LAN) .............................. 135
Bluetooth-technologie ............................................... 139
Optische schijven ...................................................... 143
Beeldscherm ............................................................. 148
Afdrukken .................................................................. 152
Microfoon .................................................................. 153
Luidsprekers.............................................................. 154
Touchpad...................................................................156
Toetsenbord ..............................................................157
Diskettes ....................................................................158
Audio/video ................................................................159
Memory Stick .............................................................162
Randapparatuur.........................................................163
Handelsmerken ...............................................................164
Opmerking.......................................................................166
Voor gebruik >
4
nN
Voor gebruik
Gefeliciteerd met de aankoop van deze Sony VAIO®-computer en welkom bij de Gebruikershandleiding op het scherm. Sony heeft speerpunttechnologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd en geïntegreerd in deze uiterst geavanceerde computer.
!
Externe aanzichten die in deze handleiding worden geïllustreerd, kunnen enigszins verschillen van de werkelijke aanzichten van uw computer.
Locatie van specificaties
Mogelijk zijn niet alle voorzieningen, opties en meegeleverde items beschikbaar op uw computer.
Ga naar de website van VAIO-Link op http://www.vaio-link.com
voor meer informatie over de configuratie van uw computer.
Voor gebruik > Meer informatie over uw VAIO-computer
5
nN
Meer informatie over uw VAIO-computer
In dit gedeelte vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer.
1. Gedrukte documentatie
Handleiding Snel aan de slag: een overzicht van het aansluiten van onderdelen, configuratiegegevens, enzovoort.
Gids systeemherstel en probleemoplossing
Voorschriften, Garantie en Ondersteuning
2. Documentatie op het scherm
Gebruikershandleiding (deze handleiding): de functies van de computer en informatie over veelvoorkomende problemen.
U geeft deze handleiding als volgt op het scherm weer:
1 Klik op Start , Alle programma's en VAIO Documentation.
2 Open de map voor uw taal.
3 Kies de handleiding die u wilt lezen.
Als u handmatig in de gebruikershandleiding wilt zoeken, gaat u naar Computer > VAIO (C:) (uw C-schijf) > Documentatie (Documentation) > Documentatie (Documentation) en opent u de map voor uw taal.
Windows Help en ondersteuning: een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw
computer te gebruiken.
Voor toegang tot Windows Help en ondersteuning klikt u op Start en op Help en ondersteuning, of houdt u de Microsoft Windows-toets ingedrukt en drukt u op F1.
Voor gebruik > Meer informatie over uw VAIO-computer
6
nN
3. Ondersteuningswebsites
Als u een probleem hebt met de computer, vindt u op de website van VAIO-Link op http://www.vaio-link.com instructies voor probleemoplossing.
Verder zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar:
Via de Club VAIO community op http://club-vaio.com
VAIO-gebruikers.
Informatie over producten vindt u op onze website met producten op http://www.vaio.eu/
http://www.sonystyle-europe.com
Zorg dat u het serienummer van uw VAIO-computer bij de hand hebt wanneer u contact opneemt met VAIO-Link. Het serienummer bevindt zich aan de onderkant, aan de achterkant of in het batterijcompartiment van uw VAIO-computer. Op de website van VAIO-Link vindt u aanvullende instructies, als u problemen hebt met het vinden van uw serienummer.
.
hebt u de mogelijkheid om vragen te stellen aan andere
of in de online winkel op
Voor gebruik > Ergonomische overwegingen
7
nN
Ergonomische overwegingen
U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers:
Positie van de computer: plaats de computer direct voor u. Houd uw onderarmen horizontaal, met uw polsen in een
neutrale, comfortabele positie als u het toetsenbord of aanwijsapparaat gebruikt. Houd uw bovenarmen ontspannen naast uw bovenlichaam. Pauzeer regelmatig tijdens het gebruik van de computer. Als u te veel met de computer werkt, kunt u uw ogen, spieren of pezen overbelasten.
Meubilair en houding: gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat
op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit. Neem een ontspannen houding aan, houd uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.
Voor gebruik > Ergonomische overwegingen
8
nN
Gezichtshoek t.o.v. het scherm: kantel het scherm tot u de optimale gezichtshoek vindt. Dit is minder belastend voor
uw ogen en spieren. Stel ook de helderheid van het scherm optimaal in.
Verlichting: zorg ervoor dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden.
Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het scherm te vermijden. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen comfortabeler, maar ook efficiënter.
Opstelling van een externe monitor: als u een externe monitor gebruikt, plaatst u deze op een comfortabele
gezichtsafstand. Plaats het scherm op ooghoogte of iets lager als u vlak voor de monitor zit.
Aan de slag >
Aan de slag
In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer.
De besturingselementen en poorten (pagina 10)
De lampjes (pagina 15)
Een stroombron aansluiten (pagina 16)
De batterij gebruiken (pagina 18)
De computer veilig uitschakelen (pagina 25)
Energiebesparingsstanden gebruiken (pagina 26)
Uw computer bijwerken (pagina 29)
9
nN
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
De besturingselementen en poorten
Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's.
!
Het uiterlijk van uw computer zoals dit in deze handleiding wordt geïllustreerd, kan verschillen van het werkelijke uiterlijk van uw computer vanwege verschillen in de specificaties. Het kan ook per land of regio verschillen.
Voorzijde
A Sensor voor omgevingslicht (pagina 150)
Meet de intensiteit van het omgevingslicht en past de helderheid van het LCD-scherm aan tot het beste niveau.
B Num lock-lampje (pagina 15) C Caps lock-lampje (pagina 15) D Scroll lock-lampje (pagina 15) E Ingebouwde microfoon (mono) F Lampje voor ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 15) G Ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 36) H LCD-scherm (pagina 111) I Ingebouwde luidsprekers (stereo) J Numeriek toetsenblok
Hiermee typt u cijfers of voert u de meestgebruikte wiskundige berekeningen uit.
K Toetsenbord (pagina 31) L Touchpad (pagina 33) M Rechterknop (pagina 33) N Linkerknop (pagina 33)
10
nN
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
nN
A DISPLAY OFF-knop (pagina 35) B Afspelen/Pauzeren-knop (pagina 35) C Stop-knop (pagina 35) D Vorig item-knop (pagina 35) E Volgend item-knop (pagina 35) F ASSIST-knop (pagina 35) G De knop S1 (pagina 35) H VAIO-knop (pagina 35) I Batterijlampje (pagina 15) J Lampje voor schijfstation (pagina 15) K WIRELESS-lampje (pagina 15) L Lampje voor mediatoegang (pagina 15) M WIRELESS-schakelaar (pagina 58), (pagina 63)
N Memory Stick Duo-sleuf O Sleuf voor SD-geheugenkaart (pagina 52)
* Uw computer ondersteunt alleen Memory Sticks in het Duo-formaat.
*
(pagina 44)
11
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
Rechterzijde
12
nN
A Hoofdtelefoon-/OPTICAL OUT-connector (pagina 70)
(optische-uitvoersamplesnelheid: 44,1 kHz/48,0 kHz/96,0 kHz)
B Microfoonconnector (pagina 79) C USB-poorten
D Optisch station (pagina 37) E Uitwerpknop voor station (pagina 37) F Opening voor handmatig uitwerpen (pagina 143) G Aan/uit-knop / Aan/uit-lampje (pagina 15)
* Compatibel met de USB 2.0-standaard en ondersteuning voor hoge/volle/lage
snelheid.
*
(pagina 80)
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
Linkerzijde
13
nN
A DC IN-poort (pagina 16) B Beveiligingssleuf C Ventilatieopening D Netwerkpoort (LAN) (pagina 57) E Monitorpoort (pagina 72)
F HDMI-uitgangspoort G eSATA/USB-poort
Sluit een extern apparaat aan dat compatibel is met eSATA of USB.
*1
(pagina 74)
*2
H ExpressCard/34-sleuf (pagina 50) I 4-pins i.LINK-poort (S400) (pagina 82)
*1
Mogelijk komt er de eerste seconden na het starten van het afspelen geen geluid uit het uitvoerapparaat dat is aangesloten op de HDMI-uitgangspoort. Dit is geen defect.
*2
Compatibel met de USB 2.0-standaard en ondersteuning voor hoge/volle/lage snelheid.
!
Opmerkingen over het gebruik van de eSATA/USB-poort:
- Een eSATA-apparaat en een USB-apparaat kunnen niet tegelijkertijd op de poort zijn aangesloten.
- Mogelijk herkent de computer het USB-apparaat niet vanwege de apparaatconnector. Gebruik in dat geval een van de speciale USB-poorten.
- Wanneer u een eSATA-apparaat verwijdert, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de taakbalk en selecteert u het apparaat dat u wilt verwijderen.
- De poort biedt geen ondersteuning voor een eSATA-poortmultiplier.
vorm van de
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
Achter/onderzijde
A Ventilatieopeningen B Kapje van geheugenmodulecompartiment (pagina 98) C Batterijconnector (pagina 18)
14
nN
Aan de slag > De lampjes
De lampjes
Uw computer is voorzien van de volgende lampjes:
Lampje Functies
Aan/uit 1 Brandt groen als de computer is ingeschakeld, knippert langzaam oranje als de computer in de slaapstand is gezet
Batterijlading
Ingebouwde MOTION EYE-camera Brandt als de ingebouwde camera in gebruik is.
Mediatoegang Brandt terwijl gegevens worden gelezen van een geheugenkaart, zoals een Memory Stick of een SD-geheugenkaart.
Schijfstation
Num lock
Caps lock
Scroll lock
WIRELESS Brandt als een of meer draadloze opties zijn ingeschakeld.
en gaat uit als de computer wordt uitgeschakeld of in de sluimerstand is gezet.
Brandt als de batterij wordt opgeladen. Zie De batterij opladen (pagina 21) voor meer informatie.
(Zet de computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit wanneer dit lampje brandt.) Als het lampje niet brandt, wordt de geheugenkaart niet gebruikt.
Brandt als gegevens worden gelezen van het ingebouwde opslagapparaat of het optische station. Zet de computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit wanneer dit lampje brandt.
Druk op de toets Num Lk om het numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk er nogmaals op om het numerieke toetsenblok uit te schakelen. Als het lampje niet brandt, is het numerieke toetsenblok uitgeschakeld.
Druk op de toets Caps Lock als u hoofdletters wilt typen. Letters worden als kleine letters weergegeven als u op de toets Shift drukt terwijl het lampje brandt. Druk nogmaals op de toets om het lampje uit te schakelen. U kunt weer normaal typen als het lampje Caps lock niet meer brandt.
Druk op de toetsen Fn+Scr Lk om het bladeren op het scherm te wijzigen. U kunt weer normaal bladeren als het lampje Scroll lock niet meer brandt. De functies van de toets Scr Lk kunnen verschillen, afhankelijk van het gebruikte programma. De toets werkt niet in alle programma's.
15
nN
Aan de slag > Een stroombron aansluiten
16
nN
Een stroombron aansluiten
De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij.
De netadapter gebruiken
Wanneer de computer rechtstreeks op een netspanningsbron is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.
Gebruik alleen de meegeleverde netadapter voor uw computer.
De netadapter gebruiken
1 Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3).
2 Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (2).
3 Sluit de kabel van de netadapter (3) aan op de DC IN-poort (4) van de computer.
!
De vorm van de netadapterconnector kan variëren, afhankelijk van de netadapter.
Aan de slag > Een stroombron aansluiten
Als u de netstroom naar de computer volledig wilt verbreken, koppelt u de netadapter los van het stopcontact.
Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is.
Als u de computer langere tijd niet gaat gebruiken, zet u de computer in de sluimerstand. Zie De sluimerstand gebruiken (pagina 28).
17
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
De batterij gebruiken
De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
De batterij plaatsen/verwijderen
De batterij plaatsen
1 Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
2 Schuif het vergrendelingslipje LOCK voor de batterij (1) naar binnen.
18
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
19
nN
3 Schuif de batterij diagonaal in het batterijcompartiment tot de uitsteeksels (2) aan beide kanten van het batterijcompartiment
in de U-vormige uitsparingen (3) aan beide kanten van de batterij vastzitten.
4 Duw de batterij omlaag in het compartiment totdat deze op zijn plaats klikt.
5 Schuif het vergrendelingslipje LOCK voor de batterij naar buiten om de batterij in de computer vast te zetten.
Aan de slag > De batterij gebruiken
20
nN
De batterij verwijderen
!
U kunt gegevens verliezen als u de batterij verwijdert wanneer de computer is ingeschakeld en niet op de netspanning is aangesloten, of wanneer u de batterij verwijdert als de computer in de slaapstand is gezet.
1 Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
2 Schuif het vergrendelingslipje LOCK voor de batterij (1) naar binnen.
3 Schuif de RELEASE-pal voor de batterij (2) naar binnen en houd deze vast, plaats een vingertop onder het lipje (3) op
de batterij en til de batterij in de richting van de pijl. Schuif de batterij vervolgens uit de computer.
!
Sommige oplaadbare batterijen voldoen niet aan de kwaliteits- en veiligheidsstandaarden van Sony. Om veiligheidsredenen werkt deze computer alleen met originele Sony-batterijen die voor dit model zijn ontworpen. Als u een niet-goedgekeurde batterij plaatst, wordt de batterij niet opgeladen en werkt de computer niet.
Aan de slag > De batterij gebruiken
De batterij opladen
De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
De batterij opladen
1 Plaats de batterij.
2 Sluit de computer met de netadapter aan op een stopcontact.
Het batterijlampje brandt als de batterij wordt opgeladen. Wanneer de batterijlading bijna het opgegeven maximale percentage heeft bereikt, gaat het batterijlampje uit.
Batterijlampje Betekenis
Brandt oranje De batterij wordt opgeladen.
Knippert samen met het groene aan/uit-lampje De batterij is bijna leeg. (Normale stand)
Knippert samen met het oranje aan/uit-lampje De batterij is bijna leeg. (Slaapstand)
Is oranje en knippert snel Er is een batterijstoring opgetreden vanwege een defecte
of niet goed vergrendelde batterij.
!
Laad de batterij vanaf de eerste keer op zoals is beschreven in deze handleiding.
21
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op een netspanningsbron is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer gebruikt.
Als de batterijlading bijna op is en de batterij- en stroomlampjes knipperen, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij weer kan worden opgeladen of de computer uitschakelen en een volledig opgeladen batterij plaatsen.
Uw computer wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Het opladen van een gedeeltelijk ontladen batterij heeft geen invloed op de levensduur van de batterij.
Tijdens het gebruik van sommige toepassingen of randapparaten is het mogelijk dat de computer niet overschakelt op de sluimerstand, zelfs niet als de batterij bijna leeg is. Om te vermijden dat u gegevens verliest wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan
en handmatig een energiebeheerstand activeren, bijvoorbeeld de slaap- of sluimerstand.
Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de slaapstand staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
22
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
23
nN
De oplaadcapaciteit van de batterij controleren
De oplaadcapaciteit van de batterij neemt langzamerhand af, als de batterij vaker wordt opgeladen of als de batterij al langer in gebruik is. Voor een optimaal profijt van de batterij controleert u de laadcapaciteit van de batterij en wijzigt u de instellingen van de batterij.
De oplaadcapaciteit van de batterij controleren
1 Klik op Start, Alle programma's en VAIO Control Center.
2 Klik op Energiebeheer (Power Management) en Batterij (Battery).
U kunt ook de batterijbeheerfunctie inschakelen om de levensduur van de accu te verlengen.
Aan de slag > De batterij gebruiken
24
nN
De levensduur van de batterij verlengen
Als de computer op batterijstroom werkt, kunt u de levensduur van de batterij verlengen met de volgende methoden.
Verminder de helderheid van uw computerscherm.
Gebruik de energiebesparingsstand. Zie Energiebesparingsstanden gebruiken (pagina 26) voor meer informatie.
Wijzig de instellingen voor energiebesparing bij Energiebeheer. Zie VAIO Energiebeheer gebruiken (pagina 94) voor
meer informatie.
Stel de wallpaper in bij Een energiebesparende wallpaper instellen (Long Battery Life Wallpaper Setting) in het
VAIO Control Center als de achtergrond voor uw bureablad.
Aan de slag > De computer veilig uitschakelen
25
nN
De computer veilig uitschakelen
Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt beschreven.
De computer afsluiten
1 Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit.
2 Klik op Start en op Afsluiten.
3 Antwoord op alle waarschuwingen om documenten op te slaan of rekening te houden met andere gebruikers en wacht
tot de computer is uitgeschakeld. Het stroomlampje gaat uit.
Aan de slag > Energiebesparingsstanden gebruiken
nN
Energiebesparingsstanden gebruiken
Via de instellingen voor energiebeheer kunt u ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale werkingsmodus heeft de computer twee andere energiebesparingsstanden waaruit u kunt kiezen: slaap- en sluimerstand.
!
Als u de computer langere tijd niet gaat gebruiken terwijl deze is losgekoppeld van de netspanningsbron, zet u de computer in de sluimerstand of schakelt u de computer uit.
Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de slaapstand staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
Stand Beschrijving
Normale stand Dit is de normale toestand als de computer in gebruik is. Als de computer in deze stand staat, brandt het groene
stroomlampje.
Slaapstand In de slaapstand wordt het LCD-scherm uitgeschakeld en worden de ingebouwde opslagapparatuur en de CPU
ingesteld op laag energieverbruik. Als de computer in deze stand staat, knippert het oranje stroomlampje langzaam. De computer verlaat de slaapstand sneller dan de sluimerstand. In de slaapstand verbruikt de computer echter meer stroom dan in de sluimerstand.
Sluimerstand Als de computer in de sluimerstand staat, wordt de toestand van het systeem opgeslagen in de ingebouwde
opslagapparatuur en wordt de stroom uitgeschakeld. Zelfs als de batterij leeg raakt, zullen er geen gegevens verloren gaan. Als de computer in deze stand staat, brandt het aan/uit-lampje niet.
26
Aan de slag > Energiebesparingsstanden gebruiken
Slaapstand gebruiken
De slaapstand activeren
Klik op Start, de pijl naast de knop Afsluiten en op Slaapstand.
Terugkeren naar de normale stand
Druk op een willekeurige toets.
Druk op de aan/uit-knop van uw computer.
!
Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld. Alle nog niet opgeslagen gegevens gaan hierbij verloren.
27
nN
Aan de slag > Energiebesparingsstanden gebruiken
De sluimerstand gebruiken
De sluimerstand activeren
Druk op Fn+F12.
U kunt ook klikken op Start, op de pijl naast de knop Afsluiten en op Sluimerstand.
!
Verplaats de computer niet tot het stroomlampje uitgaat.
Terugkeren naar de normale stand
Druk op de aan/uit-knop.
!
Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld.
28
nN
Aan de slag > Uw computer bijwerken
29
nN
Uw computer bijwerken
Installeer updates voor de volgende softwaretoepassingen op uw VAIO-computer, zodat de computer efficiënter en veiliger werkt.
Via de functie VAIO Update ontvangt u automatisch een melding als er op internet nieuwe updates beschikbaar zijn voor het verbeteren van de werking van uw computer. Met deze functie kunt u de updates downloaden en op de computer installeren.
Windows Update
Klik op Start, Alle programma's en Windows Update, en volg de instructies op het scherm.
VAIO Update 5
Klik op Start, Alle programma's en VAIO Update 5, en volg de instructies op het scherm.
!
Uw computer moet verbinding hebben met het internet voordat u updates kunt downloaden.
De VAIO-computer gebruiken >
De VAIO-computer gebruiken
In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer.
Het toetsenbord gebruiken (pagina 31)
Het touchpad gebruiken (pagina 33)
De knoppen voor speciale functies gebruiken (pagina 35)
De ingebouwde camera gebruiken (pagina 36)
Het optische station gebruiken (pagina 37)
De Memory Stick gebruiken (pagina 44)
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken (pagina 50)
Het internet gebruiken (pagina 56)
Het netwerk (LAN) gebruiken (pagina 57)
Het draadloze LAN gebruiken (pagina 58)
De Bluetooth-functie gebruiken (pagina 63)
30
nN
Loading...
+ 137 hidden pages