Sony PCG-FR295MP, PCG-FR215H, PCG-FR315B, PCG-FR215S, PCG-FR395EP User Manual [nl]

...
Hardware gids
PCG-FR-serie
N

Lees eerst dit

nN
1
Lees eerst dit
Hardware gids
© 2003 Sony Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Deze handleiding en de hierin beschreven software mag noch geheel noch gedeeltelijk worden gereproduceerd, vertaald of omgezet in machinaal leesbare vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.
Sony Corporation biedt geen garantie met betrekking tot deze handleiding, de software of andere hierin opgenomen informatie en wijst hierbij uitdrukkelijk alle impliciete garanties van de hand betreffende de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor een bepaald doel van deze handleiding, de software of andere hierin opgenomen informatie. Sony Corporation is in geen geval aansprakelijk voor incidentele schade, gevolgschade of bijzondere schade, hetzij als gevolg van een onrechtmatige daad, een overeenkomst of om andere redenen, die voortvloeit uit of verband houdt met deze handleiding, de software of andere hierin opgenomen informatie of het gebruik daarvan.
Macrovision: Dit product bevat technologie die onder het auteursrecht valt en wordt beschermd door patenten en andere intellectuele eigendomsrechten. Het gebruik van deze door het auteursrecht beschermde technologie dient te worden geautoriseerd door Macrovision en is uitsluitend bedoeld voor thuisgebruik of andere beperkte weergavetoepassingen, tenzij anders beschikt door Macrovision. Het is verboden deze software te decompileren of te disassembleren.
Sony Corporation behoudt zich het recht voor op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen aan deze handleiding of de hierin opgenomen informatie. Het gebruik van de hierin beschreven software is onderworpen aan de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.
Lees eerst dit
nN
2
Hardware gids
ENERGY STAR
Als ENERGY STAR®-partner heeft Sony ervoor gezorgd dat dit product in overeenstemming is met de ENERGY STAR®-richtlijnen voor een zuinig energieverbruik.
Het International ENERGY STAR® Office Equipment Program is een internationaal programma dat energiebesparing bij het gebruik van computers en kantoorapparatuur bevordert. Het programma steunt de ontwikkeling en verkoop van producten die voorzien zijn van functies om het energieverbruik effectief te reduceren. Het is een open systeem waaraan handelaars vrijwillig kunnen deelnemen. Het programma richt zich op kantoorapparatuur, zoals computers, beeldschermen, printers, faxapparaten en kopieermachines. De standaarden en logo's van het programma zijn dezelfde voor alle deelnemende landen.
ENERGY STAR is een Amerikaans handelsmerk.
®
Lees eerst dit
Hardware gids
nN
3

Veiligheidsinformatie

Gegevens van de eigenaar

Het serienummer en modelnummer staan vermeld aan de onderkant van uw Sony-notebook. Vermeld het model- en serienummer als u contact opneemt met VAIO-Link. Lees de gedrukte Specifi cati es.

Waarschuwingen

Algemeen
Als u de notebook om welke reden dan ook opent, kan dit leiden tot schade die niet wordt gedekt door
de garantie.
Open de behuizing niet om elektrische schokken te vermijden. De notebook mag enkel worden
nagekeken door gekwalificeerd personeel.
Stel uw VAIO-notebook niet bloot aan regen of vocht om brand of elektrische schokken te vermijden. Gebruik de modem niet tijdens een zwaar onweer. Maak geen gebruik van de modem of een telefoon om een gaslek te melden als u zich in de nabijheid
van het lek bevindt.
Om de noodstroombatterij te vervangen, contacteert u uw dichtstbijzijnde Sony-servicecentrum. Schakel de notebook en alle randapparaten uit vóór u een randapparaat aansluit. Steek het netsnoer pas in het stopcontact nadat u alle kabels hebt aangesloten. Zet de notebook pas aan nadat u alle randapparaten hebt uitgeschakeld. Verplaats uw computer niet terwijl het systeem zich in Standby-modus bevindt.
Lees eerst dit
Hardware gids
nN
4
Sommige objecten hebben magnetische eigenschappen die ernstige gevolgen kunnen hebben voor de
harde schijf. Ze kunnen de gegevens op de harde schijf wissen en een defect of storing veroorzaken in de notebook. Plaats de notebook niet in de nabijheid van of op voorwerpen die een magnetisch veld uitstralen. Het gaat hier voornamelijk om:
tv-toestellen luidsprekers magneten magnetische armbanden.
Audio/video
Als de notebook zich bevindt in de nabijheid van apparatuur die elektromagnetische stralen uitzendt, is
het mogelijk dat het geluid en beeld worden vervormd.
Connectiviteit
Installeer modem- of telefoonbedrading nooit tijdens een zwaar onweer. Installeer een telefooncontactdoos nooit op een vochtige plaats, tenzij de contactdoos specifiek
hiervoor is ontworpen.
Wees voorzichtig als u telefoonlijnen installeert of aanpast. Gebruik uw notebook alleen met de bijgeleverde netadapter. Als u de netstroom naar de notebook
volledig wilt verbreken, trekt u de netadapter uit.
Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is. Raak nooit ongeïsoleerde telefoondraden of aansluitpunten aan, tenzij de stekker van de telefoonkabel
niet in de wandcontactdoos van de telefoon zit.
Lees eerst dit
Hardware gids
nN
5
Station voor optische schijven
Een verkeerd gebruik van de optische componenten in uw notebook kan oogletsels veroorzaken. Tracht
de notebook niet te demonteren, omdat de laserstraal die in de notebook wordt gebruikt schadelijk is voor de ogen. De notebook mag enkel worden nagekeken door gekwalificeerd personeel.
Er zijn zichtbare en onzichtbare stralingen als het station voor optische schijven geopend is: vermijd
rechtstreekse blootstelling aan de laserstraal.
Lees eerst dit
Hardware gids
nN
6

Regulatorische informatie

Sony verklaart hierbij dat dit product in overeenstemming is met de essentiële voorschriften en andere toepasselijke bepalingen van de Europese Richtlijn 1999/5/EC (richtlijn betreffende radioapparatuur en eindapparatuur voor telecommunicatie).
Verklaring van overeenstemming
De Europese Unie streeft naar een vrij verkeer van goederen op de interne markt en naar het opheffen van technische belemmeringen voor de handel. Dit streven heeft geleid tot verschillende EU-richtlijnen waarin van fabrikanten wordt gevraagd dat hun producten voldoen aan een aantal essentiële standaarden. Fabrikanten zijn verplicht het "CE"-kenmerk te plaatsen op de producten die ze verkopen en om een Verklaring van overeenstemming (Declaration of Conformity of DoC) op te stellen. Deze verklaringen zijn in eerste instantie bedoeld voor de toezichthouders op de markt, als bewijs dat de producten voldoen aan de vereiste standaarden. Daarnaast publiceert Sony als service aan onze klanten de Verklaringen van overeenstemming op de website http://www.compliance.sony.de. U kunt in het bovenstaande tekstvak een modelnaam typen om te zoeken naar alle Verklaringen van overeenstemming voor een specifiek product. Vervolgens wordt een overzicht weergegeven van de desbetreffende documenten, die u desgewenst kunt downloaden. NB: de beschikbaarheid van verklaringen is afhankelijk van de inhoud van de EU-richtlijnen en de specificaties van de afzonderlijke producten.
Dit product is in overeenstemming met EN 55022 Klasse B en EN 55024 voor thuisgebruik, voor commercieel gebruik en voor gebruik in de lichte industrie.
Dit product is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen beschreven in de EMC-richtlijn voor gebruik van aansluitkabels met een lengte van minder dan 3 meter.
Lees de folder Modemvoorschriften voor u de ingebouwde modem activeert. Het station voor optische schijven is geclassificeerd als een LASERPRODUCT VAN KLASSE 1 en is in overeenstemming met EN 60825-1,
een veiligheidsnorm voor laserproducten. Reparaties en onderhoudswerken mogen alleen worden uitgevoerd door erkende Sony­technici. Slecht uitgevoerde reparaties en een verkeerd gebruik kunnen veiligheidsrisico's inhouden.
CLASS 1
LASER PRODUCT
TO EN 60825-1
Lees eerst dit
Hardware gids
nN
7

Lithium-ionbatterij als afval

Raak beschadigde of lekkende lithiumionbatterijen niet aan met de blote hand. Gooi de batterij niet weg, maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). Er bestaat explosiegevaar als de batterij wordt geplaatst. Vervang de batterij uitsluitend door hetzelfde
of een gelijkwaardig type, zoals aanbevolen door de fabrikant. Ontdoe u van gebruikte batterijen volgens de aanwijzigingen van de fabrikant.
De batterij in dit apparaat kan bij onjuiste behandeling gevaar van brand of chemische ontbranding
veroorzaken. De batterij mag niet worden gedemonteerd, verhit boven 60°C (140°F) of verbrand. Ontdoe u onmiddellijk van gebruikte batterijen.
Houd batterijen uit de buurt van kinderen.

Interne memory back-up batterij als afval

Dit apparaat bevat een interne back-up batterij die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat. Raadpleeg VAIO-Link indien deze batterij toch vervangen moet worden. De batterij mag alleen vervangen worden door vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg, maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). Lever het apparaat aan het einde van het levensduur in voor recycling, de batterij zal dan op correcte
wijze verwerkt worden.

Welkom

Hardware gids
nN
8
Welkom
Gefeliciteerd met uw aankoop van een Sony VAIO-notebook. Sony heeft speerpunttechnologie op het vlak van audio, video, informatica en communicatie gecombineerd en geïntegreerd in deze uiterst geavanceerde notebook.
Wat volgt is een slechts een greep uit de kwaliteiten die uw VAIO-notebook te bieden heeft:
Uitzonderlijke prestaties – Uw notebook is uitgerust met een snelle processor, een snel
CD-RW/DVD-ROM- of DVD±RW*-station en een interne modem.
Mobiliteit – Dankzij de oplaadbare batterij kunt u urenlang werken zonder netstroom. Sublieme audio- en videokwaliteit – Dankzij het LCD-scherm met hoge resolutie kunt u optimaal
genieten van geavanceerde multimediatoepassingen, spelletjes en entertainmentsoftware.
Multimediafuncties – U kunt naar hartelust audio- en video-CD's afspelen. Interconnectiviteit – Uw computer heeft Ethernet- en i.LINK™- functionaliteiten. i.LINK™ is een
bidirectionele digitale interface waarmee u gegevens kunt verzenden en ontvangen. Met de Memory Stick™ kunt u gemakkelijk digitale gegevens uitwisselen en delen met compatibele producten.
Windows
Professional of Home Edition* met Service Pack 1.
Communicatie – U hebt toegang tot populaire on line diensten, kunt e-mailberichten verzenden en
ontvangen, surfen op het Internet, ....
Uitstekende klantenservice – Als u problemen hebt met uw notebook, kunt u terecht op de website
van VAIO-Link voor mogelijke oplossingen:
http://www.vaio-link.com
Vóór u contact opneemt met VAIO-Link, kunt u een oplossing voor het probleem trachten te vinden in de Hardware gids of de handleidingen en Help-bestanden voor de randapparaten of software.
* Afhankelijk van uw model. Zie het blad met Specificaties voor meer informatie.
®
– Uw notebook wordt geleverd met het besturingssysteem Microsoft Windows® XP
Welkom
Hardware gids
nN
9

Documentatiepakket

Uw documentatiepakket bevat informatie en handleidingen die u op uw computer kunt lezen. De handleidingen bevinden zich in de VAIO Info Centre op de VAIO Herstel en Documentatie Disc.

Gedrukte documentatie

Het gedrukte deel van de documentatie bestaat uit:
Een brochure Getting Started. Deze brochure bevat een beknopte beschrijving van de items in de doos
en aanwijzingen over hoe u uw notebook instelt;
Een blad Specificaties met een tabel met productspecificaties en een lijst met meegeleverde software; Een Gids Probleemoplossing en De VAIO Herstel en Documentatie Disc gebruiken, waar u alle
antwoorden vindt op algemene problemen, een verklaring voor het doel en het gebruik van de VAIO Herstel en Documentatie Disc die bij uw computer wordt geleverd en VAIO-Link informatie.
Een folder Selectie van het tweetalig besturingssysteem*; Een folder Selectie van het drietalig besturingssysteem**; ❑ Uw Sony-garantiebepalingen; ❑ Een brochure Veiligheidsvoorschriften; Een brochure Modemvoorschriften.
* Afhankelijk van het land waar u zich bevindt. Tweetalige besturingsprogramma’s zijn beschikbaar in België en Nederland. ** Afhankelijk van het land waar u zich bevindt. Drietalige besturingsprogramma’s zijn beschikbaar in Zwitserland.
Welkom
Hardware gids
nN
10

Niet-gedrukte documentatie

De documentatie die in de VAIO Info Centre beschikbaar is, bevat de volgende gidsen:
De Hardware gids (deze handleiding), De Software gids, welke korte omschrijvingen bevat over de softwarefuncties die beschikbaar zijn met
de VAIO-systemen.

Andere bronnen

1 Raadpleeg de Online Help van de gebruikte software voor gedetailleerde informatie over de functies
en het oplossen van problemen.
2 Surf naar http://www.club-vaio.com voor on line interactieve handleidingen over uw favoriete VAIO-
software.
Welkom
Hardware gids
nN
11

Uw notebook en zijn toebehoren

De doos bevat de volgende hardware-items:
1 Notebook 5 Telefoonkabel
2 VAIO Herstel en Documentatie Disc* 6 Netsnoer
3 Netadapter 7 Telefoonstekker**
4 Oplaadbare batterij 8 Documentatiepakket
*Zie de gedrukte versie van de Gids Probleemoplossing en De VAIO Herstel en Documentatie Disc gebruiken voor gedetailleerde
informatie.
**Niet beschikbaar op modellen die in België en Spanje worden verkocht.
Zit er een extra telefoonstekker in de doos zit, ga naar De juiste telefoonstekker gebruiken (pagina 60).
Welkom
Hardware gids
nN
12

Ergonomische overwegingen

U zult uw notebook waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als draagbare computers:
Positie van de notebook – Plaats de notebook direct voor u (1). Houd uw onderarmen horizontaal (2),
met uw polsen in een neutrale, comfortabele positie (3) als u het toetsenbord, het touchpad of de muis gebruikt. Houd uw bovenarmen ontspannen naast uw bovenlichaam. Las af en toe een pauze in tijdens het gebruik van de notebook. Als u te veel met de notebook werkt, kunt u uw spieren of pezen overbelasten.
Welkom
Hardware gids
nN
13
Meubilair en houding – Gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in
dat uw voeten plat op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit. Neem een ontspannen houding aan, houd uw rug recht en neig niet te ver naar voor (ronde rug) of naar achter.
Gezichtshoek t.o.v. het scherm – Kantel het scherm tot u de optimale gezichtshoek vindt. Dit is
minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook de helderheid van het scherm optimaal in.
Verlichting – Zorg ervoor dat het zonlicht of kunstlicht niet direct invalt op het scherm om reflectie en
schittering te vermijden. Werk met indirecte verlichting om lichtvlakken op het scherm te vermijden. U kunt ook een schermfilter kopen om de schittering te reduceren. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen comfortabeler, maar ook efficiënter.
Opstelling van een externe monitor – Als u een externe monitor gebruikt, plaatst u deze op een
comfortabele gezichtsafstand. Plaats het scherm op ooghoogte of iets lager als u vlak voor de monitor zit.

Gebruik van uw notebook

Gebruik van uw notebook
Dit deel beschrijft hoe u begint te werken met uw notebook en hoe u de interne en externe apparaten van
Hardware gids
uw notebook gebruikt.
Locatie van besturingselementen en connectors (pagina 15) Een stroombron aansluiten (pagina 20) Uw notebook starten (pagina 25) Uw computer instellen met Sony Notebook Setup (pagina 27) De grootte van het videogeheugen wijzigen (pagina 29) Uw notebook afsluiten (pagina 31) Het toetsenbord gebruiken (pagina 32) De touchpad gebruiken (pagina 38) Schijfeenheid gebruiken (pagina 39) Het diskettestation gebruiken (pagina 42) PC Cards gebruiken (pagina 44) Gebruik van Memory Sticks™ (pagina 47) De modem gebruiken (pagina 59) Energiebesparende modi gebruiken (pagina 61)
nN
14
Gebruik van uw notebook

Locatie van besturingselementen en connectors

Rechts

Hardware gids
1 Aan/uit-knop (pagina 25)
2 Netadapterconnector (pagina 20)
3 CD-RW/DVD-ROM- of DVD±RW*-station (pagina 39)
4 Batterijcompartiment (pagina 21)
nN
15
* Zie het blad met Specificaties voor gegevens over de schijfeenheid van uw model.
Gebruik van uw notebook

Links

nN
16
Hardware gids
1 2 USB 2.0 poorten (High-
speed/Full-speed/Low­speed)*
2 AV Out (voor TV en line
out)
3 Microfoonconnector (pagina 75)
4 Hoofdtelefoonconnector (pagina 74)
5 i.LINK™ connector (pagina 79)
6 Ventilatiesleuf (pagina 18)
7 PC Card-sleuven (pagina 44)
8 Memory Stick™-sleuf (pagina 47)
9 Diskettestation (pagina 42)
(pagina 76)
(pagina 67)
Dek de ventilatiesleuf niet af als u met de notebook werkt.
* Deze USB connector ondersteunt USB 2.0 standard. USB 2.0 is een nieuwe USB (Universal Serial Bus) standaard die een hogere gegevensdoorstro ming dan USB 1.1 onder steung. Connectoren die U SB2.0 producten ondersteunen, ondersteunen ook producten met USB 1.1. Er zijn 3 manieren van gegevensdoorstroming:
- High-speed: 480Mbps, dit is de hoogste snelheid.
- Full-speed: 12Mbps gegevensdoorstroming.
- Low-speed: 1.5Mbps gegevensdoorstroming. Dit wordt gebruikt bij toestellen die een lage snelheid hebben, zoals een muis en een toetsenbord.
Gebruik van uw notebook

Voorkant

Hardware gids
nN
17
1 stroomlampje (pagina 36)
2 Batterijlampje (pagina 36)
3 Harde-schijflampje (pagina 36)
4 Num Lock-lampje (pagina 36)
5 Caps Lock-lampje (pagina 36)
6 Scroll Lock-lampje (pagina 36)
7LCD-scherm (pagina 37)
8 Luidsprekers (pagina 37)
9 Modelnaam /
10 Memory Stick™-indicator (pagina 36)
11 Knoppen links/rechts (pagina 38)
12 Touchpad (pagina 38)
13 Toetsenbord (pagina 32)
Gebruik van uw notebook

Achterkant

Hardware gids
nN
18
1 Modemconnector (pagina 59)
2 Ethernetconnector (pagina 81)
3 Monitor/VGA-connector (pagina 65)
4 Printerconnector (pagina 78)
5 Ventilatiesleuf (pagina 18)
6 1 USB 2.0 poort (High-speed/
Full-speed/Low-speed)
(pagina 76)
Gebruik van uw notebook

Onderkant

Hardware gids
1 Resetknop /
2 Klep van de geheugenmodule (pagina 101)
3 Klep van de modem (pagina 59)
nN
19
Gebruik van uw notebook

Een stroombron aansluiten

De notebook kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij.
nN
20
Hardware gids

De netadapter gebruiken

Om de netadapter te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1 Steek de stekker van de netadapter (1) in de netadapterconnector (2) van de notebook. 2 Steek het éne uiteinde van het netsnoer (3) in de netadapter. 3 Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact.
Gebruik uw notebook alleen met de bijgeleverde netadapter.
Als u de netstroom naar de notebook volledig wilt verbreken, trekt u de netadapter uit.
Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is.
Gebruik van uw notebook

De batterij gebruiken

U kunt een batterij gebruiken als stroombron voor de notebook. Uw notebook wordt geleverd met een batterij die niet volledig is opgeladen.
Hardware gids
De batterij inbrengen
Om de batterij te plaatsen, gaat u als volgt te werk:
1 Open de klep van het batterijcompartiment.
2 Plaats de batterij met het label onderaan in het batterijcompartiment aan de rechterkant van de
computer.
nN
21
3 Duw de klep van het batterijcompartiment vast tot de klep vastklikt.
Als de notebook via de netadapter is aangesloten op de netstroom en het batterijcompartiment een batterij bevat, werkt de notebook op de netstroom
en niet op de batterij.
Gebruik van uw notebook
De batterij opladen
Om de batterij op te laden, gaat u als volgt te werk:
nN
22
Hardware gids
1 Sluit de netadapter aan op de notebook. 2 Plaats de batterij in het batterijcompartiment.
De notebook laadt de batterij automatisch op. Het batterijlampje knippert telkens twee keer kort na elkaar terwijl de batterij wordt opgeladen. Als de batterij voor 85% is opgeladen, gaat het batterijlampje uit. Het opladen tot 85% duurt ongeveer 2,5 uur als de notebook aan staat. Om de batterij volledig op te laden, laad u deze het best nog 1 uur op.
geeft de status van de batterij aan.
status van het batterijlampje
Aan De notebook werkt op de batterijstroom.
Enkel knipperen De batterij is bijna leeg.
Dubbel knipperen De batterij wordt opgeladen.
Uit De notebook werkt op netstroom.
betekenis
Laat de batterij in het batterijcompartiment terwijl de notebook via de
netadapter is aangesloten op de netstroom. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de notebook gebruikt.
Als de batterijlading minder dan 10% bedraagt, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij kan worden opgeladen of moet u de notebook uitschakelen en een volle batterij plaatsen.
Uw notebook wordt geleverd met een oplaadbare lithiumionbatterij. Het opladen van een batterij die nog niet volledig leeg is heeft geen invloed op de levensduur van de batterij.
Gebruik van uw notebook
Het batterijlampje brandt als de notebook op de batterijstroom werkt. Als de batterij bijna leeg is, beginnen het batterijlampje en stroomlampje te knipperen.
Bij sommige toepassingen en randapparaten is het mogelijk dat u w notebook niet overschakelt op de Slaap-modus, zelfs niet als de batterij bijna
Hardware gids
leeg is. Om te vermijden dat u gegevens verliest als uw notebook op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld opslaan en handmatig een energiebeheermodus activeren, bijvoorbeeld Standby of Slaap.
Als de notebook via de netadapter is aangesloten op de netstroom en het batterijcompartiment een batterij bevat, werkt de notebook op de netstroom en niet op de batterij.
nN
23
Gebruik van uw notebook
De batterij verwijderen
Om de batterij te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
nN
24
Hardware gids
1 Schakel de notebook uit. 2 Open de klep van het batterijcompartiment. 3 Verwijder de batterij uit het compartiment.
4 Sluit de klep van het batterijcompartiment.
U kunt gegevens verliezen als u de batterij verwijdert terwijl de notebook aan staat en niet is aangesloten op de netstroom, of terwijl de notebook
in de Standby -modus staat.
Gebruik van uw notebook

Uw notebook starten

Om de notebook op te starten, gaat u als volgt te werk:
Hardware gids
1 Schuif het LCD-vergrendelingsnokje (1) in de richting van de pijl en open de klep van de notebook.
2 Houd de aan/uit-knop (2) van de notebook ingedrukt tot het groene stroomlampje (3) oplicht.
nN
25
Gebruik van uw notebook
3 Indien nodig drukt u op <Fn>+<F5> om de helderheid van het LCD-scherm aan te passen. Druk op de
pijltjestoets omhoog of naar rechts om de helderheid te verhogen. Druk op de pijltjestoets naar links of omlaag om de helderheid te verlagen.
Hardware gids
Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt d e notebook uitgeschakeld.
nN
26
Gebruik van uw notebook

Uw computer instellen met Sony Notebook Setup

Met het hulpprogramma Sony Notebook Setup kunt u systeeminformatie controleren, voorkeuren m.b.t. de werking van het systeem instellen en uw VAIO computer beveiligen met een wachtwoord.
Hardware gids
Om Sony Notebook Setup te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows®. 2 Klik achtereenvolgens op Alle programma’s, Sony Notebook Setup en nogmaals Sony Notebook
Setup. Het venster Sony Notebook Setup verschijnt.
nN
27
Gebruik van uw notebook
Tabblad Beschrijving
Info over deze computer Geeft systeeminformatie weer, inclusief de geheugencapaciteit, het
Hardware gids
Oorspronkelijke instelling Op dit tabblad kunt u selecteren in welke volgorde de stations en
Wachtwoord voor opstarten Op dit tabblad kunt u het wachtwoord instellen waarmee u uw
Apparaat Schakelt poorten en apparaten uit om hulpbronnen voor het systeem
3 Selecteer het tabblad voor het item dat u wilt wijzigen. 4 Als u klaar bent, klikt u op OK.
Het item is gewijzigd.
Voor me er informatie over elke op tie klikt u op Help in het venster Sony Notebook Setup om het Help-bestand weer te geven.
Als u Sony Notebook Setup opent als een gebruiker met beperkte toegangsrechten, zal enkel het tabblad Info over deze computer zichtbaar zijn.
nN
28
serienummer en de BIOS-versie.
apparaten worden gecontroleerd voor het laden van het besturingssysteem. U kunt zowel de harde schijf als andere stations van uw computer specificeren. U kunt het volume wijzigen van het geluid dat wordt afgespeeld tijdens het laden van het besturingssysteem.
computer wilt beveiligen. Als u deze optie gebruikt, mag u het wachtwoord nooit vergeten. Als u het wachtwoord vergeet, kunt u deze instelling niet meer wijzigen en kunt u uw computer niet opstarten.
vrij te maken. Om de poortinstellingen te wijzigen selecteert u de poort en klikt u op Instellingen... in het tabblad Apparaat.
Gebruik van uw notebook

De grootte van het videogeheugen wijzigen

U kunt de grootte van het videogeheugen van uw computer wijzigen in de BIOS (Basic Input/Output
Hardware gids
System). Een wijziging van het videogeheugen betekent een automatische wijziging van het hoofdgeheugen van uw computer.
Een verhoging van het videogeheugen zal de werking van grafisch intensieve toepassingen, zoals beeldbewerkers of computerspelletjes, verbeteren. Let op, hoe meer videogeheugen, hoe minder conventioneel geheugen dat u ter beschikking heeft. Minder conventioneel geheugen kan het schakelen tussen open toepassingen vertragen.
Om het videogeheugen van uw computer te wijzigen, doet u het volgende:
1 Zet de computer aan.
Zorg ervoor dat er geen randapparatuur op aangesloten is (met uitzondering van de lichtnetadapter).
2 Wanneer het Sony logo verschijnt, drukt u op de toets <F2>.
Het BIOS instellingenvenster verschijnt.
3 Selecteer het tab blad Advanced door de rechter pijltjestoets te gebruiken. 4 Op het tabblad Advanced selecteert u UMA Video Memory size door de pijltjestoets omlaag te
gebruiken.
5 Druk op Enter.
Er verschijnt een popup-venster met drie geheugengroottes: 32 MB, 64 MB en 128 MB.
6 Selecteer een geheugengrootte in het popup-venster. 7 Druk op Enter.
Het geheugen is gewijzigd.
8 Om het BIOS instellingenvenster te verlaten, drukt u op de toets <Esc>. 9 Selecteer Exit (save Changes) en druk op Enter.
Een popup-venster verschijnt met de vraag: Save configuration and exit now?.
nN
29
Gebruik van uw notebook
10 Selecteer Ye s om uw wijzigingen op te slaan en het BIOS instellingenvenster te verlaten.
Uw computer wordt opnieuw gestart.
-of-
Hardware gids
selecteer No om terug te keren naar het BIOS instellingenvenster.
U kunt uw videogeheugen controleren op het tabblad Info over deze computer in de VAIO Notebook
Setup.
nN
30
Gebruik van uw notebook

Uw notebook afsluiten

Het is belangrijk dat u de notebook op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u niet-opgeslagen gegevens verliest.
Hardware gids
Om de notebook af te sluiten, gaat u als volgt te werk:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows®. 2 Klik op Uitschakelen.
Het dialoogvenster Computer uitschakelen verschijnt.
3 Selecteer Uitschakelen. 4 Wacht tot de notebook zichzelf heeft uitgeschakeld.
Het stroomlampje gaat uit.
5 Schakel alle op de notebook aangesloten randapparaten uit.
Reageer op alle meldingen om documenten op te slaan of rekening te houden met andere gebruikers.
Als u de notebook niet kunt afsluiten:
- Sluit alle actieve programma's af.
- Verwijder de eventuele PC Cards. Daartoe dubbelklik t u op he t pictogram die u wilt ontkoppelen en klik op Stoppen.
- Koppel alle USB-apparaten los.
- Druk vervolgens tegelijkertijd op de knoppen <Ctrl>+<Alt>+<Delete>/<Suppr>. Het dialoogvenster Windows Taakbeheer wordt weergegeven. Klik op Nu beëindigen en vervolgens op Uitschakelen.
- Druk op <Alt>+<F4> en selecteer Uitschakelen in het venster dat verschijnt. Als dit nie t werkt, h oudt u de aan/uit-knop langer dan vier s econ den ingedru kt. De notebook wordt nu ui tgeschakeld . Bij deze laatste methode bestaat de kans dat u gegevens verliest.
Als u de notebook korte tijd niet gebruikt, kunt u stroom besparen door de Slaap-modus te activeren. Om de Slaap-modus te activeren, drukt u tegelijk op de <Fn>- en <F12>-toets. Voor meer in formatie over energiebeheer verwijzen we naar Energiebesparende modi gebruiken
(pagina 61).
nN
31
Hardware veilig verwijderen in de taakbalk. Selecteer de hardware
Gebruik van uw notebook

Het toetsenbord gebruiken

Het toetsenbord van uw notebook is vergelijkbaar met dat van een gewone computer, maar is voorzien van
Hardware gids
extra toetsen waarmee u specifieke taken voor een notebook kunt uitvoeren.
NEDERLAND:
nN
32
Gebruik van uw notebook
BELGIE:
Hardware gids
12
11
nN
33
Gebruik van uw notebook
Toetsen Beschrijvingen
Escape-toets (1) De <Esc>/<ECHAP>-toets (Escape) wordt gebruikt om opdrachten te annuleren.
Hardware gids
Functietoetsen (2) De 12 functietoetsen bovenaan op het toetsenbord worden gebruikt om specifieke taken uit te
Print Screen-toets (3) De <Prt S c>/ <Impécr>-toets maakt een elektronische kopie van het beeld op het scherm en plaatst
Correctietoetsen (4) Met de toetsen <Insert>/<Inser>, <Back Space> en <Delete>/<Suppr> kunt u tikfouten corrigeren.
Cursortoetsen (5) Met deze toetsen kunt u de cursor verplaatsen op het scherm.
Toepassingstoets (6)
Numeriek toetsenblok (7) Bevat de toetsen die u ook terugvindt op een gewone rekenmachine. Gebruik het numerieke
Sneltoetsen (8-11-12) Er zijn drie toetsen die altijd worden gebruikt in combinatie met minstens één andere toets: <Ctrl>,
Toepassingstoets met Windows®-logo(9)
<Fn>-toets (10) De <Fn>-toets wordt gebruikt in combinatie met andere toetsen om bepaalde opdrachten uit te
nN
34
voeren. Bijvoorbeeld: in vele toepassingen is <F1> de Help-toets. De taak die is gekoppeld aan elke functietoets kan versc hillen van toepassing tot toepassing.
deze op het Klembord van Windows. U kunt de schermkopie vervolgens in een bestand plakken en afdrukken.
Als u op de toepassingstoets drukt, verschijnt een snelmenu. U kunt dit menu ook oproepen door op de rechtermuisknop te klikken.
toetsenblok om cijfers in te voeren of om wiskundige berekeningen (bv. optellingen en aftrekkingen) uit te voeren. Om het numerieke toetsenblok te activeren, drukt u op de <Num Lock>-t oets. Vervolgens licht het Num Lock-lampje op
<Alt>, en <Shift>. Als u de <Ctrl>-toets (Control) of <Alt>-toets (Alternate) ingedrukt houdt en vervolgens op een andere toets drukt, kunt u bepaalde opdrachten uitvoeren zonder de muis te moeten gebruiken om bv. een opdracht te selecteren in een menu. In plaats van bijvoorbeeld de opdracht Save te kiezen in een menu, kunt u in vele toepassingen de <Ctrl>-toets ingedrukt houden en op de letter <S> drukken (<Ctrl>+<S>). De <Shift>-toets wordt gebruikt voor hoofdletters of speciale tekens zoals @ en $.
Als u op de toets met het Windows®-logo drukt, verschijnt het menu Start van Windows®. U kunt dit menu ook openen door op de taakbalk van Windows op de knop Start te klikken.
voeren.
Gebruik van uw notebook

Combinaties en functies met de <Windows>-toets

Combinaties Functies
Hardware gids
Toepassingstoets (6) + <F1>
nN
35
Roept Windows Help en ondersteuning op.
+ <Tab>
+ <D> Geeft het bureaublad weer.
+ <E>
+ <F>
+ <Ctrl> + <F>
+ <M>
<Shift> + + <M>
+ <R>
<Fn> + + <Insert>/<Inser>
Schakelt tussen de knoppen op de taakbalk.
Geeft Deze computer weer.
Geeft het venster Zoekresultaten weer, waarin u kunt zoeken naar bestanden of mappen. U kunt dit venster ook openen door Zoeken t e selecteren in het menu Start.
Geeft het venster Zoekresultaten - Computers weer, waarin u andere computers kunt zoeken.
Minimaliseert alle weergegeven vensters.
Herstelt het vorige formaat van alle geminimaliseerde venster s.
Geeft het venster Uitvoeren weer. U kunt dit venster ook openen door Uitvoeren t e selecteren in het menu Start.
Geeft het venster Systeemeigenschappen weer. U kunt dit venster ook openen door te dubbelklikken op het pictogram Systeem in het configuratiescherm of door met de rechtermuisknop te klikken op Deze computer in het Start-menu.
Gebruik van uw notebook

Lampjes

Lampje Functies
Hardware gids
Power
Battery
Memory Stick™ Brandt als de Memory Stick™ in gebruik is. Brandt
Lampje Aan Uit
Harde schijf
Num Lock
Caps Lock
Scroll Lock
Stroom aan: brandt (groen). Standby-modus: knippert (oranje).
Geeft de status aan van de batterij in het batterijcompartiment aan de linkerkant van de notebook.
niet als de Memory Stick™ niet in gebruik is.
Er worden gegevens gelezen van of geschreven naar de harde schijf .
Brandt als de cijfertoetsen van het numerieke toetsenblok actief zijn.
Als dit lampje brandt, verschijnen alle letters die u typt in hoofdletters. Als Caps Lock is ingeschakeld en u opnieuw kleine letters wilt invoeren, drukt u op de <Shift>-toets.
Brandt als het scherm anders schuift (hangt af van de toepassing, maar heeft in vele toepassingen geen effect).
nN
36
Er worden geen gegevens geschreven naar of gelezen van de harde schijf.
Brandt niet als de alfanumerieke toetsen van het numerieke toetsenblok actief zijn.
Als dit lampje niet brandt, verschijnen alle letters die u typt in kleine letters (tenzij u de <Shift>-toets ingedrukt houdt).
Brandt niet als de informatie normaal over het scherm schuift.
Gebruik van uw notebook

Combinaties en functies met de <Fn>-toets

Combinaties / Functie Functies
Hardware gids
<Fn> + (F3): uit-knop van de
luidspreker
<Fn> + (F4): luidsprekervolume Hiermee regelt u het volume van de ingebouwde luidspreker.
<Fn> + (F5): helderheidsregeling Hiermee regelt u de helderheid van het LCD-scherm.
<Fn> + (F7)*: schakelt over naar
de externe monitor
<Fn> + (F12) : Slaap-modus Zet het systeem in Slaap-modus (het laagste energieverbruikniveau), een
nN
37
Schakelt de ingebouwde luidspreker uit.
Om het volume te verhogen, drukt u op <Fn>+<F4> en vervolgens op of .
Om het volume te verlagen, drukt u op <Fn >+<F4> en vervolgens op of .
Om de lichtintensiteit te verhogen, drukt u op <Fn>+<F5> en vervolgens op of .
Om de lichtintensiteit te verlagen, drukt u op <Fn>+<F5> en vervolgens op of .
Schakelt tussen het LCD-scherm en het externe apparaat (monitor of TV afhankelijk van welk apparaat aangesloten is) of geeft weer op zowel het LCD- als het externe apparaat. Enkel de gebruiker die zich het eerst inlogt, kan deze functie gebruiken. Deze functie werkt niet meer wanneer een andere gebruiker inlogt.
energiebeheerstatus. Om het systeem terug te activeren, drukt u op de aan- en uitknop. Raadpleeg het hoofdstuk Energiebesparende modi gebruiken (pagina 61) voor
meer informatie over energiebeheer.
* Enkel de gebruiker die zich het eerst inlogt, kan deze functie gebruiken. Deze functie werkt niet meer wanneer een andere gebruiker inlogt. Als een
andere gebruiker wil weergeven op een externe monitor of TV, gebruik de monitorinstellingen om naar een externe monitor of TV over te schakelen. Sommige functies werken pas als Windows
®
is opgestart.
Gebruik van uw notebook

De touchpad gebruiken

Het toetsenbord is voorzien van een touchpad (1), waarmee u de cursor kunt verplaatsen. U kunt objecten
Hardware gids
op het scherm aanwijzen, selecteren en slepen en u kunt door een lijst van items schuiven met behulp van het ingebouwde touchpad.
nN
38
Actie Beschrijving
Aanwijzen Schuif één vinger over het touchpad om
de aanwijzer (2) op een item of object te plaatsen.
Klikken Druk één keer op de linkerknop (3).
Dubbelklikken Druk twee keer op de linkerknop.
Klikken met de rechtermuisknop
Slepen Schuif één vinger over het touchpad
Bladeren Schuif uw vinger langs de rechterkant van
Druk één keer op de rechterknop (4). In vele toepassingen verschijnt in dit geval een snelmenu.
terwijl u de linkerknop ingedrukt houdt.
het touchpad om verticaal te bladeren. Schuif uw vinger langs de onderkant van het touchpad om horizontaal te bladeren (dit werkt alleen bij toepassingen die deze touchpadfunctie ondersteunen.)
Gebruik van uw notebook

Schijfeenheid gebruiken

Uw computer is uitgerust met een DVD±RW-station of met een gecombineerde CD-RW/DVD-ROM-station. Zie het blad met
Hardware gids
Specificaties voor gegevens over uw model. Zie de woordenlijst
achterin deze handleiding voor meer informatie over CD-RW en DVD±RW.
Om een schijf te plaatsen, gaat u als volgt te werk:
1 Zet de notebook aan. 2 Druk op de uitwerpknop (1) om het station te openen.
De lade schuift uit het station.
3 Plaats een schijf met het label naar boven gericht in het midden
van de lade en duw de schijf op de lade tot ze vastklikt.
4 Sluit de lade door ze voorzichtig in het station te duwen.
Als de Standb y -modus of Slaapmodus is geactiveerd, kunt u geen schijf plaatsen of
verwijderen. De schijf moet goed vastzitten onder de vingers van de lade. Als de schijf niet goed
vastzit,kan het station worden beschadigd en is het mogelijk dat de lade niet meer kan worden geopend.
Als u een schijf wilt verwijderen, wacht u tot het LED-lampje uitgaat, waarna u op de uitwerpknop drukt.
Als de CD niet wordt uitgeworpen wanneer u op de uitwerpknop drukt, opent u Windows Explorer of Deze computer. Selecteer het station, klik op de rechtermuisknop en selecteer Uitwerpen om het station te openen. Als ook dit niet helpt, zet u de notebook uit en steekt u een scherp lang voorwerp, zoals een paperclip, in het manuele-uitwerpgaatje.
nN
39
Gebruik van uw notebook

De CD-RW-functie gebruiken*

Uw notebook is uitgerust met een CD-RW/DVD-ROM of DVD±RW-station. Voor het branden van CD's kunt u zowel herschrijfbare als beschrijfbare DVD/CD-RW en/of DVD/CD-Rs**
Hardware gids
gebruiken**:
Een -RW (ReWriteable)-disc is een opslagmedium dat kan worden gebruikt om een programma of
andere gegevens te schrijven, wissen en overschrijven.
Een -R (Recordable)-disc is een opslagmedium dat kan worden gebruikt om een programma of andere
gegevens eenmalig te schrijven.
Voor optimale prestaties bij het schrijven van gegevens op een CD-RW, volgt u de onderstaande aanbevelingen :
Om ervoor te zorgen dat een CD-ROM-station de gegevens op een CD-R kan lezen, moet u de sessie
sluiten voor u de schijf uitwerpt. Hoe u daarbij te werk gaat, leest u in de aanwijzingen bij uw software.
Gebruik alleen ronde schijven. Gebruik geen schijven met een andere vorm (ster, hart, kaart, ...) omdat
deze het CD-RW-station kunnen beschadigen.
De notebook mag niet worden blootgesteld aan schokken tijdens het beschrijven van een schijf. Voor een optimale schrijfsnelheid schakelt u de schermbeveiliging uit vóór u gegevens naar een schijf
schrijft.
Geheugenresidente schijfhulpprogramma's kunnen een onstabiele werking of gegevensverlies
veroorzaken. Schakel deze hulpprogramma's uit vóór u gegevens naar een schijf schrijft.
Uw VAIO-notebook biedt geen ondersteuning voor 1x schrijfsnelheid. Als u een toepassing gebruikt om CD's te branden, moet u alle andere toepassingen afsluiten. Raak nooit het oppervlak van een schijf aan. Vingerafdrukken en stof op het oppervlak van een schijf
kunnen schrijffouten veroorzaken.
Activeer geen energiebesparende modus terwijl u de vooraf geïnstalleerde software gebruikt.
* Ultra Speed CD-RW wordt niet ondersteund. ** DVD of CD is afhankelijk van het soort schijfeenheid.
nN
40
Gebruik van uw notebook

De DVD-functie gebruiken

Voor optimale prestaties bij het afspelen van DVD-ROM's, volgt u de onderstaande aanbevelingen.
U kunt DVD's afspelen met behulp van het CD-RW/DVD-ROM- of DVD±RW*-station en het programma
Hardware gids
WinDVD for VAIO. Raadpleeg het Help-bestand van WinDVD for VAIO voor meer informatie.
Sluit alle geopende toepassingen vóór u een DVD-ROM-film afspeelt. Gebruik geen residente schijfhulpprogramma's of residente hulpprogramma's om de toegang tot
schijven te versnellen, omdat het systeem hierdoor onstabiel kan worden.
Zorg ervoor dat de schermbeveiliging is uitgeschakeld. Op elke DVD staat een regiocode vermeld om aan te geven in welke regio en op welk type speler u de
DVD kunt afspelen.Tenzij een 2 (Europa behoort tot regio '2') of All (dit betekent dat u de DVD overal ter wereld kunt afspelen) vermeld staat op uw DVD of op de verpakking, kunt u de DVD niet afspelen op deze speler.
Probeer de regiocode-instellingen van het DVD-ROM- of DVD±RW*-station niet te wijzigen. Problemen
als gevolg van het wijzigen van de regiocode-instellingen van het DVD-ROM- of DVD±RW*-station vallen niet onder de garantie.
Als een TV is aangesloten op de notebook, zal een deel van het beeld niet zichtbaar zijn met de
fabrieksinstellingen. Stel de beeldschermresolutie in op 800 x 600 of 1024 x 768.
Wanneer u een DVD film afspeelt, kunt u de toetsencombinatie <Fn>+<F7> gebruiken om de film
tegelijkertijd op het scherm van uw notebook en dat van een extern scherm te bekijken. Zie De
dubbele-weergavemodus gebruiken (pagina 70) voo r me er informatie over uw scherm aanpassen.
* Zie het blad met Specificaties voor gegevens over de schijfeenheid van uw model.
nN
41
Gebruik van uw notebook

Het diskettestation gebruiken

Uw computer is voorzien van een diskettestation.
nN
42
Hardware gids

Een diskette inbrengen

Om een diskette in te steken, gaat u als volgt te werk:
1 Houd de diskette (1) met het label naar boven gericht. 2 Duw de diskette voorzichtig in het diskettestation (2) tot de diskette vastklikt.
Gebruik van uw notebook

Een diskette verwijderen

Om een diskette te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
nN
43
Hardware gids
1 Wacht tot het LED-lampje (1) niet meer brandt. 2 Druk op de uitwerpknop (2) om de diskette te verwijderen.
Druk n iet op de uitwerpknop als het LED-lampje brandt. Doet u dat toch, dan kunnen er gegevens verloren gaan.
Gebruik van uw notebook

PC Cards gebruiken

Deze computer is uitgerust met een PC Card-sleuf die Type I, II of III PC-kaarten ondersteunt. Met een PC
Hardware gids
Card kunt u draagbare externe apparaten aansluiten. U hoeft de notebook niet uit te schakelen als u een PC Card inbrengt.

Een PC Card inbrengen

Om een PC Card te plaatsen, gaat u als volgt te werk:
1 Steek de PC Card met het voorste label naar boven gericht in een van de PC Card-sleuven.
nN
44
2 Duw de PC-kaart voorzichtig in de connector.
De PC Card wordt automatisch gedetecteerd door het systeem. Het pictogram Hardware veilig verwijderen verschijnt in het systeemvak.
Mogelijk werken sommige apparaten niet behoorlijk als u Returning to Normal mode herhaalt vanuit de Standby-modus of Slaapmodus.
De notebook zal terugkeren naar zijn oorspronkelijke toestand als u de notebook opnieuw opstart.
De PC Card-sleuven kunnen twee PC Cards van type II / I (tegelijkertijd) of één PC Card van type III bevatten. Deze sleuven zijn compatibel met Card Bus-poorten.
Gebruik van uw notebook
Gebruik de onderste sleuf voor PC Cards van type III.
Bij sommige PC Cards moet u niet-actieve apparaten uitschakelen als u de PC Card gebruikt.
Gebruik het recentste softwarestuurprogramma van de fabrikant van de PC Card.
Hardware gids
Als op het tabblad Apparaatbeheer een uitroepteken verschijnt, verwijder het softwarestuurprogramma en installeer het opnieuw.
U hoeft de notebook niet uit te schakelen vóór u een PC Card plaatst of verwijdert.
Forceer een PC Card nooit in d e sleuf. Dit zou immers de connectorpinn en kunnen beschadigen. Als u problemen hebt om een PC Card te plaatsen, contro leert u of u de kaart wel met de juiste kant in de sleuf steekt. Raadpleeg de handleiding van uw PC Card voor meer informatie over het gebruik van de kaart.
Als de PC Card zich in de notebook bevindt en u overschakelt van de normale stroommodus naar de Standby-modus of Slaapmodus (of omgekeerd), is het bij sommige PC Cards mogelijk dat een op de notebook aangesloten apparaat niet wordt herkend. Start de notebook opnieuw op om dit probleem op te lossen.
Draag uw notebook niet terwijl de PC Card-sleuf een PC Card bevat, omdat druk en schokken de connectorpinnen kunnen beschadigen.
Het i s aanbevolen telkens dezelfde sleuf voor een bepaalde PC Card te gebruiken omdat van s leuf wisse len problemen kan veroo rzaken voor bepaalde PC-kaarten.
nN
45
Gebruik van uw notebook

Een PC Card verwijderen

Volg de onderstaande stappen om de PC Card te verwijderen terwijl de notebook aan staat. Als u de kaart niet juist verwijdert, zal uw systeem mogelijk niet meer behoorlijk werken. Indien u een PC Card wilt verwijderen terwijl uw noteboek uitgeschakeld is, mag u de stappen 1 tot 6 overslaan
Hardware gids
Om een PC Card te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
1 Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
Het dialoogvenster Hardware veilig verwijderen verschijnt.
2 Selecteer de hardware die u wilt ontkoppelen. 3 Klik op Stoppen. 4 In het venster Hardware stopzetten bevestigt u dat het apparaat veilig uit het systeem verwijderd kan
worden.
5 Klik op OK.
Er verschijnt een bericht met de boodschap dat u het apparaat veilig kunt verwijderen.
6 Klik op OK. 7 Klik op Sluiten. 8 Druk op de vrijgaveknop van de PC Card zodat deze naar buiten springt. 9 Druk op de vrijgaveknop van de PC Card om de kaart uit te werpen. 10 Trek de kaart voorzichtig uit de sleuf. 11 Als de ontgrendelingsknop van de PC Card nog steeds oningedrukt is, druk hem in om het frontpaneel te
sluiten.
Als u de PC Card verwijdert uit de n otebook terwijl die is ingeschakeld, kan h et systeem vastlopen en kunt u niet-opgeslagen gegevens verliezen.
Vóór u de PC Card verwijdert, klikt u met de rechter muisknop op het PC Card-pictogram op de taakbalk en sluit u de kaart. Sluit alle toepassingen die de PC Card gebruiken af vóór u de kaart verwijdert. Doet u dit niet, dan kunt u gegevens verliezen.
Als de kaart in de sleuf zit, is het mogelijk dat uw notebook niet overschakelt op de Slaap-modus, maar wel op de Standby-modus. Het verdient aanbeveling de kaart te verwijderen voordat de notebook overschakelt op de Slaap-modus, en als de no tebook is ingesteld om automatisch over te schakelen op de Slaap-modus als de notebook op de batterijstroom werkt.
Het is mogelijk dat bepaalde PC Cards of hun functies niet compatibel zijn met deze notebook.
nN
46
Gebruik van uw notebook

Gebruik van Memory Sticks™

Uw VAIO-notebook ondersteunt Memory Sticks™. Een Memory Stick™ is een compact, draagbaar en veelzijdig opslagmedium dat specifiek is ontworpen om digitale gegevens uit te wisselen en te delen met
Hardware gids
compatibele producten. Omdat de Memory Stick™ verwisselbaar is, kan hij worden gebruikt om gegevens extern op te slaan. Met de flashgeheugentechnologie kunt u alles downloaden wat kan worden omgezet in digitale gegevens, zoals beelden, muziek, woorden, geluiden, films en foto's. De Memory Stick™ wordt gezien als het universele gegevensopslagapparaat van de toekomst, en kan al worden gebruikt met een steeds groter aantal compatibele producten, waaronder:
audiosystemen visuele apparaten VAIO-producten CLIE-handhelds GSM's.
Er zijn momenteel drie verschillende soorten Memory Sticks™ door de VAIO ondersteund:
De blauwe generieke Memory Stick De witte MagicGate Memory Stick De Memory Stick PRO™.
U kunt Memory Sticks ™ kopen op de Sony Style- website (http://www.sonystyle-europe.com) of bij uw lokale Sony-dealer.
nN
47
.
.
Gebruik van uw notebook

Waarom Memory Sticks™?

Sony streeft ernaar de wereld van communicatie uit te breiden door de portabiliteit van digitale gegevens te bevorderen. Dit streven heeft geleid tot de ontwikkeling van de Memory Stick™, waarmee digitale
Hardware gids
apparaten onmiddellijk met elkaar kunnen worden verbonden. Met een Memory Stick™ kunt u gegevens downloaden van elk compatibel apparaat, en ze vervolgens in één keer en onmiddellijk overdragen naar een ander compatibel apparaat.
De voornaamste voordelen van de Memory Stick™ zijn:
Compactheid: met afmetingen van slechts 21,5 mm (B) x 2,8 mm (H) x 50 mm (D) kunnen compatibele
producten ook klein en licht zijn met een aantrekkelijk design.
Capaciteit: de opslagcapaciteit is veel groter dan die van een diskette. Beveiliging: met het wispreventienokje kunt u voorkomen dat u uw gegevens per ongeluk zou wissen. Veelzijdigheid: de opslagcapaciteit gaat van 4 MB tot 128 MB (dezelfde capaciteit als 88 diskettes) en
tot 1 GB voor de Memory Stick PRO™.
Betrouwbaarheid: om de hardware en de gegevens op de Memory Stick™ te beschermen, werd het
aantal terminals beperkt tot slechts 10 pinnen. Dit en de algemene robuuste structuur maken dat de Memory Stick™ langer meegaat dan andere opslagapparaten.
Duurzaamheid: een Memory Stick™ kan duizenden keren worden gebruikt. Voorwaartse compatibiliteit: de huidige Memory Sticks™ zijn ontworpen om compatibel te zijn met
toekomstige producten en Memory Sticks™ met een grotere opslagcapaciteit.
nN
48
Gebruik van uw notebook

Generieke Memory Stick™

De oorspronkelijke blauwe of paarse Memory Stick™ kan worden gebruikt om beeldgegevens van een digitaal fototoestel, ... of gegevens van de PC op te nemen. Met een Memory Stick™ kunt u op elk moment
Hardware gids
verschillende soorten gegevens opnemen, afspelen en overdragen.
Omdat Memory Sticks™ gemakkelijk kunnen worden verwijderd en veilig kunnen worden vervoerd, kunt u ze overal gebruiken door ze in een compatibel apparaat te steken om de opgeslagen informatie over te dragen en te delen.
Dit betekent dat u de capaciteit van uw VAIO-notebook kunt uitbreiden in de volgende scenario's:
U kunt vakantiefoto's gemaakt met een digitaal fototoestel onmiddellijk doorsturen via e-mail. U kunt opgenomen beelden (bv. met een handycam) bewerken met de filmbewerkingsprogramma's van
VAIO .
U kunt afbeeldingen meenemen door afbeeldingsbestanden van het Internet te kopiëren naar uw VAIO-
notebook of naar uw CLIE-handheld.
U kunt met een spraakopnameapparaat spraakberichten toevoegen aan e-mailberichten, zodat uw toon
nooit verkeerd wordt begrepen.
De blauwe Memory Stick™ is momenteel verkrijgbaar met een geheugen van 4, 8, 16, 32, 64 of 128 MB (dezelfde opslagcapaciteit als 88 diskettes).
Generieke Memory Sticks™ kunnen niet worden gebruikt met de Memory Stick™ Walkman of met auteursrechtelijk beschermde gegevens.
nN
49
Gebruik van uw notebook

MagicGate Memory Stick™

De witte MagicGate Memory Stick™ neemt PC-en beeldgegevens op net zoals zijn blauwe broertje; het verschil is dat de MagicGate Memory Stick™ werkt met de MagicGate-copyrightbeschermingstechnologie.
Hardware gids
Met dit type Memory Stick™, ook de MG Memory Stick™ genoemd, beschikt u over de volgende mogelijkheden:
Opslagcapaciteit van 32, 64 of 128 MB. Opslag van maximum 120 minuten audiogegevens. U kunt digitale muziek, foto's (afbeeldingen), films en nog veel meer downloaden en opslaan. U kunt gegevensbestanden combineren om bijvoorbeeld muziek toe te voegen aan uw eigen films
(home video's).
U kunt gegevens overdragen en delen tussen diverse digitale producten. MagicGate-copyrightbeschermingstechnologie. Conform SDMI (Secure Digital Music Initiative). SonicStage-software.
U kunt een MagicGate Memory Stick™ ook onderscheiden van een generieke Memory Stick™ via:
het logo op de MagicGate Memory Stick™ en een uitstekende punt aan de achterkant.
MagicGate is een copyrightbeschermingstechnologie die in overeenstemming is met de standaarden van het SDMI (Secure Digital
Music Initiative, een organisatie die industrienormspecificaties opstelt om auteursrechten van digitale muziek te beschermen).
Het logo wijst op het door Sony ontworpen copyrightbeschermingssysteem. Het is niet bedoeld om compatibiliteit met andere media te garanderen.
nN
50
Gebruik van uw notebook
MagicGate
MagicGate verwijst naar de copyrightbeschermingstechnologie die wordt gebruikt door de MagicGate Memory Stick™ en andere apparaten die compatibel zijn met de MagicGate Memory Stick™.
Hardware gids
De Memory Stick™ Walkman en MagicGate Memory Stick™ werken samen om de gegevens te controleren en te verzekeren dat ze voldoen aan de copyrightbescherming. Als geen problemen worden gedetecteerd, worden de gegevens uitgewisseld in gecodeerde vorm. Als de gegevens de verificatie niet doorstaan, kunnen ze niet worden uitgewisseld of afgespeeld.
SonicStage
Dit is een copyrightbeschermingstechnologie die wordt gebruikt om digitale muziek te beheren die wordt gedownload naar een computer vanaf een CD, het Internet en/of andere bronnen. Software die is geïnstalleerd op de computer neemt de muziek in gecodeerde vorm op op de harde schijf. Deze technologie laat u niet alleen toe muziek af te spelen op een computer, maar beschermt ook tegen onrechtmatige verdeling van de muziek op het Internet. Aangezien deze technologie compatibel is met MagicGate, kunt u SonicStage gebruiken om muziek die u hebt gedownload naar uw computer over te dragen naar een witte MG Memory Stick™ en af te spelen op andere MagicGate-compatibele apparaten en media.
Copyrightbescherming
Mensen die artistieke werken maken, zoals muziek, hebben recht op een 'copyright', wat betekent dat ze exclusieve rechten hebben om te bepalen hoe hun werk wordt gebruikt. Artistieke werken worden automatisch beschermd door een copyright zonder dat de maker een kennisgeving of registratie moet indienen, en mogen niet worden gebruikt zonder de toestemming van de persoon die het werk maakte. Recent echter neemt in de muziekwereld de onwettige distributie van muziek zonder de toestemming van de artiest toe, met name via het het Internet. Dat is de reden waarom de Recording Industry Association of America (RIAA) het initiatief nam om een forum te organiseren, Secure Music Digital Initiative (SDMI) genoemd, met de bedoeling technologieën te ontwikkelen voor de bescherming van auteursrechten bij de
nN
51
Gebruik van uw notebook
elektronische distributie van muziek. Sony biedt de MagicGate Memory Stick™ en Memory Stick™ Walkman aan met een copyrightbeschermingsfunctie die in overeenstemming is met de SDMI-standaarden, en maakt het hierdoor
Hardware gids
mogelijk om muziek van derden op te nemen en af te spelen zonder zich zorgen te moeten maken over een schending van de auteursrechten.
Artistieke werken die zijn opgenomen door individuen zijn enkel toeg es taan voor p rivé-gebruik.

Compatibele apparaten

Er zijn bijna 80 Memory Stick™-compatibele producten die al op de markt zijn of waarvan de wereldwijde lancering werd aangekondigd, gaande van camcorders en draagbare muziekspelers tot spraakopnameapparaten en vele andere elektronische apparaten.
U kunt Memory Sticks™ momenteel gebruiken met de volgende producten van Sony:
Visueel:
Cybershot digitale camera Mavica digitale camera Digitale videocamera's van de PC-, TRV- en VX-serie LC-dataprojector
Audio:
MS Walkman MS Hi-fi-systeem Network Walkmans Spraakopnameapparaten
nN
52
Gebruik van uw notebook
Andere:
VAIO-notebooks VAIO-desktops
Hardware gids
CLIE Handheld Entertainment Organiser Sony-GSM's Digitale printers AIBO, de Sony Entertainment Robot
Meer informatie over de producten die verkrijgbaar zijn in uw land vindt u op de volgende website:
http://www.sonystyle-europe.com
nN
53
Gebruik van uw notebook

Memory Stick PRO™

De Memory Stick PRO™ slaat PC- en afbeeldingsgegevens op, net zoals zijn blauw en witte tegenhanger. De Memory Stick PRO™ biedt u echter een capaciteit van maximaal 1 GB. Er bestaan ook versies van 256 MB en
Hardware gids
512 MB. Een Memory Stick PRO™ van 1 GB biedt gebruikers de mogelijkheid om zes uur lang van bewegende MPEG4
(384 Kbps)-beelden of 24 minuten lang van MPEG2-video van DVD-kwaliteit te genieten. Dit staat gelijk aan ongeveer zestien audio-CD’s, waarbij wordt uitgegaan van 64 MB per CD of 360 JPEG-afbeeldingen van 5.0 Megapixel-kwaliteit, meer dan tien filmrolletjes van 24 tot 36 afbeeldingen.
Compatibele apparaten
Momenteel kunt u de Memory Stick PRO™ gebruiken met de volgende Sony-producten:
Visuele producten:
Cyber-shot DSC-F717, -F77 en FX77 digitale camera DPP-EX5 en -EX7 digitale fotoprinters
Digitale camcorders DCR-TRV355, -TRV22, -TRV33, -TRV60 en -TRV80
Andere:
MSAC-US20 USB Memory Stick™-adapter MSAC-US70 USB optische muis en Memory Stick™-adapter MSAC-PC3 PC-kaart Memory Stick™-adapter MSAC-US70USB optische muis en Memory Stick™-adapter MSAC-US2 USB Memory Stick™-adapter
nN
54
Gebruik van uw notebook
Apparaten die kunnen worden opgewaardeerd zodat de Memory Stick PRO™-media via een softwarepatch kunnen worden geaccepteerd:
Sony CLIÉ PEG-NX70V. Gedetailleerde informatie zal beschikbaar worden gemaakt op
Hardware gids
www.clie-link.com
Sommige VAIO-modellen. Gedetailleerde informatie zal beschikbaar worden gemaakt op
www.vaio-link.com
nN
55
Gebruik van uw notebook
LOCK
LOCK LOCK

De schrijfbeveiliging van een Memory Stick™ inschakelen

Memory Sticks™ zijn voorzien van een wispreventienokje om te vermijden dat u waardevolle gegevens per ongeluk zou wissen of overschrijven.
Hardware gids
Schuif het nokje naar rechts of links om de schrijfbeveiliging in te stellen of op te heffen. Als het wispreventienokje in de ontgrendelde stand staat, kunt u gegevens opslaan op de Memory Stick™. Als het wispreventienokje in de vergrendelde stand staat, kunt u enkel gegevens aflezen van maar niet opslaan op de Memory Stick™.
* De 128 MB Memory Stick™ heeft een verticale schrijfbeveiliging.
nN
56
Gebruik van uw notebook

Een Memory Stick™ inbrengen

Er zijn twee manieren om een Memory Stick™ in uw notebook te plaatsen:
Hardware gids
Via de Memory Stick™-sleuf; Via één van de PC Card-sleuven. Hiervoor hebt u een optionele PC Card-adapter nodig.
U kunt slechts 1 Memory Stick™ tegelijk in de notebook plaatsen!
Om een Memory Stick™ in de Memory Stick™-sleuf te plaatsen, gaat u als volgt te werk:
1 Nadat u uw gegevens hebt opgeslagen van uw digitaal apparaat, steekt u de Memory Stick™ in de
Memory Stick™-sleuf (de pijl op de Memory Stick™ moet naar boven en in de richting van de sleuf wijzen!).
2 Schuif de Memory Stick™ voorzichtig in de sleuf tot hij
vastklikt. De Memory Stick™ wordt automatisch gedetecteerd door uw systeem en verschijnt in het venster Deze Computer als een lokaal station onder de respectieve letter (afhankelijk van de configuratie van uw notebook).
! Als u de Memory Stick™ in de sleuf steekt, moet u erop letten dat de pijl in de juiste
richting wijst. Forceer de Memory Stick™ nooit in de sleuf om beschadiging van de notebook of Memory Stick™ te vermijden.
nN
57
Gebruik van uw notebook

Een Memory Stick™ verwijderen

Om een Memory Stick™ te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
nN
58
Hardware gids
1 Controleer of het toegangslampje uit is. 2 Duw de Memory Stick™ in de sleuf.
De Memory Stick™ wordt uitgeworpen.
3 Trek de Memory Stick™ uit de sleuf.
Verwijder de Memory Stick™ altijd voorzichtig om te vermijden dat de kaart onverwachts uit de sleuf springt.
Het verdient aanbeveling de Memory Stick™ te verwijderen vóór u de notebook afsluit.
Gebruik van uw notebook

De modem gebruiken

Uw notebook is uitgerust met een interne modem. U moet de notebook aansluiten op een telefoonlijn om
Hardware gids
toegang te krijgen tot de on-line diensten en het Internet, om uw notebook en software on-line te registreren en om VAIO-Link te contacteren.
Om de notebook aan te sluiten op een telefoonlijn, gaat u als volgt te werk:
1 Steek het ene uiteinde van de telefoonkabel (1) in de telefoonconnector van de notebook. 2 Steek het andere uiteinde van de telefoonkabel in een telefooncontactdoos (2).
nN
59
U kunt uw notebook niet aansluiten op een telefoontoestel dat met
munten werkt. Mogelijk werkt uw notebook niet met meerdere telefoonlijnen of een huistelefooncentrale (PBX). Als u de modem aansluit op een telefoonlijn waarop ook een ander apparaat is aangesloten, is het mogelijk dat de modem of het andere apparaat niet behoorlijk functioneert. Sommige van deze aansluitingen kunnen leiden tot een te hoge elektrische stroom en kunnen de interne modem beschadigen.
Alleen DTMF-signalering (Dual Tone Multi Frequency) (toonkeuze) wordt ondersteund.
Uw VAIO-notebook wordt geleverd met een telefoonstekker voor uw land, zodat u de telefoonkabel in een telefooncontactdoos kunt steken. Het verdient aanbe veling de bijgeleverde stekker te gebruiken, omdat het gebruik van een andere telefoonstekker de kwaliteit van de verbinding negatief kan beïnvloeden.
Vóór u de modem gebruikt, moet u het land selecteren waarin u de modem gebruikt. De werkwijze voor het selecteren van het land staat in detail beschreven onder Uw modem configureren in de Softwarehandleiding.
Gebruik van uw notebook

De juiste telefoonstekker gebruiken

Als er in de doos twee telefoonstekkers zitten, zorg ervoor dat u de stekker gebruikt die bestemd is voor het land waarin u zich bevindt:
Hardware gids
Verenigd Koninkrijk:
Nederland:
nN
60
Gebruik de stekker die al aan de telefoonkabel bevestigd is. U herkent de connector aan zijn rechthoekige vorm en de platte stekker.
Neem de bijgeleverde plug met de uitstekende stekkers en bevestig deze aan de telefoonkabel.
Gebruik van uw notebook

Energiebesparende modi gebruiken

Als u een batterij gebruikt als stroombron voor de notebook, kunt u via de instellingen voor energiebeheer
Hardware gids
ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale werkingsmodus, die u in staat stelt specifieke apparaten uit te schakelen, heeft uw notebook twee andere energiebesparende modi: De Standby-modus en Slaapmodus. Als de notebook werkt op de batterijstroom, schakelt hij automatisch over op de Slaapmodus als de batterijlading minder dan 5% van de capaciteit bedraagt, ongeacht de geselecteerde instelling voor energiebeheer.
Als de batterijlading daalt tot minder dan 10%, moet u de netadapter aan sluiten zodat de batterij kan worden opgeladen, of moet u de notebook
uitschakelen en een volle batterij plaatsen.

De normale modus gebruiken

Dit is de normale toestand als de notebook in gebruik is. In deze modus brandt het groene stroomlampje. Om stroom te besparen, kunt u een specifiek apparaat (bv. het LCD-scherm of de harde schijf) uitschakelen.

De Standby-modus gebruiken

De Standby-stand schakelt het LCD-scherm uit en stelt de harde schijf en de CPU in op laag energieverbruik. In deze modus knippert het stroomlampje (oranje).
Om de Standby-modus te activeren, gaat u als volgt te werk:
nN
61
Ga naar Start > Uitschakelen en klikt u op Standby. Om terug te keren naar de normale modus, druk op een willekeurige toets.
Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt d e notebook automatisch uitgeschakeld.
Wanneer de Standby-modus is geactiveerd, kunt u geen disk insteken.
De computer verlaat de Standby-stand sneller dan de Slaapmodus.
In de Standby-modus verbruikt de notebook meer stroom dan in de Slaapmodus.
Gebruik van uw notebook

De Slaapmodus gebruiken

De toestand van het systeem wordt opgeslagen op de harde schijf en de stroom wordt uitgeschakeld. In deze modus brandt het stroomlampje niet.
Hardware gids
Om de Slaapmodus te activeren, gaat u als volgt te werk:
1 Ga naar Start > Uitschakelen. 2 In het venster Computer uitschakelen, houdt u de <Shift>-toets ingedrukt en klikt u op Slaapstand.
Het systeem gaat in Slaapmodus. Of, Druk <Fn>+<F12>. Om terug te keren naar de normale modus, druk op de aan/uit-knop. De notebook keert terug naar zijn
vorige toestand.
Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt d e notebook automatisch uitgeschakeld.
Als de Slaapmodus is geactiveerd, kunt u geen schijf plaatsen.
Het duurt langer om terug te keren naar de normale modus vanuit de Slaap-modus dan vanuit de Standby-modus.
In de Slaapmodus verbruikt de notebook minder stroom dan in de Standby-modus.
Verplaats de notebook niet tot het stroomlampje uitgaat.
nN
62

Randapparatuur aansluiten

Randapparatuur aansluiten
U kunt functionaliteit toevoegen aan uw computer door elk van deze randapparaten aan te sluiten of te
Hardware gids
gebruiken. Zet de computer en alle randapparaten uit alvorens u randapparaten aankoppelt. Steek het netsnoer pas in het stopcontact nadat u alle kabels hebt aangesloten. Zet de notebook pas aan nadat u alle randapparaten hebt ingeschakeld.
Een externe monitor aansluiten (pagina 64) Weergavemodi selecteren (pagina 69) De dubbele-weergavemodus gebruiken (pagina 70) Externe luidsprekers aansluiten (pagina 74) Een externe microfoon aansluiten (pagina 75) Een USB-muis aansluiten (Universal Serial Bus) (pagina 76) Een printer aansluiten (pagina 77) Een i.LINK™-apparaat aansluiten (pagina 79) Aansluiten op een LAN (pagina 81)
nN
63
Hot plug and play toestellen moeten aangesloten wanneer u de computer start.
USB toestellen zijn hot plug and play toestellen. U hoeft uw computer niet af te sluiten om deze toestellen aan te sluiten, tenzij in de handleiding van
het toestel staat dit wel te doen.
Randapparatuur aansluiten

Een externe monitor aansluiten

U kunt een externe monitor aansluiten op de notebook. U kunt bijvoorbeeld uw notebook gebruiken met de volgende apparaten:
Hardware gids
Computerscherm (monitor); Multimediacomputerscherm; TV; Projector.
Schakel de notebook en de randapparaten uit en trek de netadapter en het netsnoer uit vóór u een externe monitor aansluit.
Steek het netsnoer pas in nadat u alle andere kabels hebt aangesloten.
Schakel de randapparaten in en zet vervo lgens de noteboo k aan.
Een aangesloten externe monitor wordt gebruikt als tweede scherm.
U kunt ook een externe monitor gebruiken om een virtueel bureaublad in te stellen (enkel mogelijk op Windows
®
-systemen.
nN
64
Randapparatuur aansluiten

Een monitor aansluiten

Om een monitor aan te sluiten op de notebook, gaat u als volgt te werk:
nN
65
Hardware gids
1 Steek de monitorkabel (1) in de monitorconnector (2) op de computer. 2 Indien nodig steekt u het ene uiteinde van het netsnoer (3) van de monitor in de monitor en het andere
uiteinde in een stopcontact.
Randapparatuur aansluiten

Een multimedia-monitor aansluiten

U kunt de notebook aansluiten op een multimediacomputerscherm met ingebouwde luidsprekers en een microfoon.
Hardware gids
Om een multimediascherm aan te sluiten, gaat u als volgt te werk:
1 Steek de monitorkabel (1) in de monitorconnector (2) op de computer. 2 Steek de luidsprekerkabel (3) in de hoofdtelefoonconnector (4) op de computer. 3 Steek de microfoonkabel (5) in de microfoonconnector (6) op de computer.
nN
66
Randapparatuur aansluiten

Een TV aansluiten

Om een TV aan te sluiten, gaat u als volgt te werk:
nN
67
Hardware gids
1 Steek het ene uiteinde van de audio/videokabel (1) (optioneel) in de AV Out connector (voor TV en line
out) (2) en het andere uiteinde in de TV.
2 Steek het netsnoer van de TV (3) in een stopcontact. 3 Stel het ingangskanaal van de TV in op de externe ingang.
4 Stel het TV-configuratiesysteem in.
Raadpleeg de handlei ding van het randapparaat voor m ee r informatie
over het gebruik en de installatie. Als de weergaveresolutie van uw notebook meer dan 1024 x 768 punten
bedraagt, kan een deel van het beeld niet word en w ee rgegeven op uw TV. U kunt het verborgen gebied op uw TV-scherm weergeven door de cursor te verplaatsen op uw notebook. Indien u het volledige beeld wilt weergeven, moet u de schermresolutie van uw notebook wijzigen in 800 x 600 or 1024 x 768 punten.
Randapparatuur aansluiten

Een projector aansluiten

U kunt een projector (bv. de LCD-projector van Sony) gebruiken als externe monitor.
nN
68
Hardware gids
Om een projector aan te sluiten, gaat u als volgt te werk:
1 Steek de RGB-signaalkabel (1) in de monitorconnector (2) geïdentificeerd door het symbool. 2 Steek de audiokabel (3) (niet meegeleverd) in de oortelefoonconnector (4)
(aangeduid met het symbool .
3 Steek de RGB-signaalkabel en de audiokabel in de connector van de projector (5). 4 Steek het netsnoer (6) van de projector in een stopcontact.
In sommige omstandigheden kunnen het LCD-scherm van het
notebook en een extern scherm of een projector niet tegelijk worden weergeven.
U kunt schakelen tussen het LCD-scherm van de notebook en de externe monitor door te drukken op de toetsc ombinatie <Fn> +<F 7>.
Randapparatuur aansluiten

Weergavemodi selecteren

Deze notebook gebruikt de ATI RADEON™ IGP 345M chipset. U kunt selecteren welk scherm wordt gebruikt
Hardware gids
als de notebook is aangesloten op een externe monitor.
Om een scherm te selecteren, gaat u als volgt te werk:
1 Klik op de knop Start en achtereenvolgens op Configuratiescherm.
Het Configuratiescherm verschijnt.
2 Klik op Vormgeving en thema’s. 3 Klik op Beeldscherm.
Het dialoogvenster Eigenschappen voor Beeldscherm verschijnt.
4 Klik op het tabblad Instellingen. 5 Klik op de knop Geavanceerd.
Het dialoogvenster ATI RADEON™ IGP 345M Eigenschappen verschijnt.
6 Klik op het tabblad Displays.
Selecteer het Monitor, Panel of TV icoon.
7 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
In sommige omstandigheden kunnen het LCD-scherm van het notebook en een extern scherm of een projector niet tegelijk worden weergeven.
Zet de notebook aan nadat u de randapp araten hebt uitgeschakeld.
nN
69
Randapparatuur aansluiten

De dubbele-weergavemodus gebruiken

Dankzij de dubbele weergavefunctie kunt u specifieke delen van uw bureaublad weergeven op
Hardware gids
verschillende schermen. Als u bijvoorbeeld een externe monitor hebt aangesloten op de monitorconnector, kunnen uw LCD-scherm en de monitor functioneren als één bureaublad.
U kunt de cursor van het ene naar het andere scherm verplaatsen. Dit laat u toe objecten (bv. een toepassingsvenster of een werkbalk) van het ene scherm naar het andere te slepen.
Deze verdeling van één bureaublad over afzonderlijke schermen wordt een virtueel bureaublad genoemd.
Het is mogelijk dat uw monitor- of TV-hardware de dubbele-weergavemodus niet ondersteunt.
Het is mogelijk dat bepaalde software niet compatibel is met de instellingen voor dubbele weergave.
Zorg ervoor dat de stand-by-modus of slaapmodus niet kan worden geactiveerd tijdens de weergave over twee schermen, anders bestaat de kans
dat uw notebook niet terugkeert naar de normale modus.
Als u voor elk scherm andere kleuren instelt, mag u één venster niet verdelen over twee schermen, anders is het mogelijk dat uw software niet
behoorlijk werkt.
Stel minder kleuren of een lagere resolu tie in voor elk sc herm.
nN
70
Randapparatuur aansluiten

De dubbele-weergavemodus selecteren

Om de dubbele-weergavemodus te selecteren, gaat u als volgt te werk:
nN
71
Hardware gids
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows®. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Vormgeving en thema’s. 4 Klik op het pictogram Beeldscherm. 5 Klik op het tabblad Instellingen. 6 Klik op het scherm met het nummer 2. 7 Schakel het selectievakje Het Windows-bureaublad uitbreiden naar deze monitor in. 8 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
Het is mogelijk dat uw monitor- of TV-hardware de dubbele-weergavemodus niet ondersteunt.

De kleuren en de resolutie instellen voor elk scherm

U kunt de weergavekleuren en resolutie instellen voor elk scherm dat deel uitmaakt van een virtueel bureaublad.
Om de weergavekleuren en resolutie in te stellen voor elk scherm, gaat u als volgt te werk:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows®. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Vormgeving en thema’s. 4 Klik op het pictogram Beeldscherm. 5 Klik op het tabblad Instellingen. 6 Klik op het scherm dat u wilt uitschakelen (1 of 2).
Randapparatuur aansluiten
7 Selecteer een optie uit de lijst Kleurkwaliteit als u kleuren wilt wijzigen. 8 Gebruik de schuifregelaar bij Beeldschermresolutie om de resolutie aan te passen. 9 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
Hardware gids

Het virtuele bureaublad personaliseren

U kunt de dubbele-weergavemodus aanpassen door de positie van de twee beeldschermen die het virtuele bureaublad vormen te wijzigen.
Om de dubbele-weergavemodus te selecteren, gaat u als volgt te werk:
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows®. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Vormgeving en thema’s. 4 Klik op het pictogram Beeldscherm. 5 Klik op het tabblad Instellingen. 6 Sleep de monitorpictogrammen tot ze overeenkomen met de fysieke opstelling van uw beeldschermen.
De twee monitorpictogrammen moeten worden verbonden om een virtueel bureaublad te creëren.
7 Klik op Toepassen en vervolgens op OK.
nN
72
Randapparatuur aansluiten

De dubbele-weergavemodus gebruiken

Om de dubbele-weergavemodus te deactiveren, gaat u als volgt te werk:
nN
73
Hardware gids
1 Klik op de knop Start op de taakbalk van Windows®. 2 Klik op Configuratiescherm. 3 Klik op Vormgeving en thema’s. 4 Klik op het pictogram Beeldscherm. 5 Klik op het tabblad Instellingen. 6 Klik op het scherm 2. 7 Schakel het selectievakje Het Windows-bureaublad uitbreiden naar deze monitor in. 8 Hiermee wordt de dubbele-weergavemodus uitgeschakeld.
Meer informatie over het overschakelen van de primaire naar de secundaire weergave, vindt u onder Weergavemodi selecteren (pagina 69).
Randapparatuur aansluiten

Externe luidsprekers aansluiten

Als u een betere geluidskwaliteit wenst, kunt u externe luidsprekers aansluiten.
nN
74
Hardware gids
Om externe luidsprekers aan te sluiten, gaat u als volgt te werk:
1 Steek de luidsprekerkabel (1) in de hoofdtelefoonconnector (2) kabel. 2 Steek het andere uiteinde van de luidsprekerkabel in de externe luidspreker. 3 Verlaag het volume vóór u de luidsprekers inschakelt.
Sluit alleen luidsprekers aan die zijn ontworpen voor gebruik met een computer.
Plaats geen diskettes op de luids prekers. Het magnetisch veld van een luidspreker kan de gegevens op een diskette beschadigen.
Randapparatuur aansluiten

Een externe microfoon aansluiten

Uw VAIO-notebook bevat geen interne microfoon. Als u een geluidsinvoerapparaat nodig hebt (bv. om te chatten op het Internet), moet u een externe microfoon aansluiten.
Hardware gids
Om een externe microfoon aan te sluiten, gaat u als volgt te werk:
Steek de microfoonkabel (1) in de microfoonconnector (2) (aangeduid met het symbool ).
nN
75
Sluit alleen microfoons aan die zijn ontworpen voor gebruik met een computer.
Randapparatuur aansluiten

Een USB-muis aansluiten (Universal Serial Bus)

U kunt een USB-apparaat (bv. een muis, diskettestation, toetsenbord, printer, ...) aansluiten op uw
Hardware gids
notebook. U hoeft de notebook niet af te sluiten vóór u een USB-randapparaat aansluit of loskoppelt. Mogelijk moet u software (stuurprogramma's) installeren die werd geleverd met uw USB-apparaat vóór u het apparaat kunt gebruiken. Er zijn 2 USB-poorten aan de linkerkant van uw notebook en 1 aan de achterkant.
Om een USB-muis aan te sluiten, gaat u als volgt te werk:
1 Selecteer een USB-poort (1) naar keuze. 2 Steek de USB-muiskabel (2) in de USB-connector.
U kunt de USB-muis (3) gebruiken.
nN
76
U hoeft de notebook niet af te sluiten vóór u een USB-randapparaat
aansluit of loskoppelt.
Het stuurprogramma voor de USB-muis werd vooraf geïnstalleerd op uw notebook. Daarom hoeft u alleen maar de USB-muis in de USB-connector te steken om ermee te ku nne n werken.
Mogelijk moet u software (stuurprogramma's) installeren die werd geleverd met uw USB-apparaat vóór u het apparaat kunt gebru iken.
Randapparatuur aansluiten

Een printer aansluiten

U kunt een Windows-compatibele printer aansluiten op de notebook om bestanden af te drukken.
nN
77
Hardware gids

Een printer met een USB-connector aansluiten

U kunt een USB-printer die compatibel is met uw versie van Windows aansluiten op de notebook.
Om een printer aan te sluiten via de USB-connector, gaat u als volgt te werk:
1 Steek een optionele USB-printerkabel (1) in de USB-connector (2) aangeduid met het symbool op uw
computer en printer.
2 Steek het netsnoer (3) van de printer in een stopcontact.
Randapparatuur aansluiten

Een printer met de printer-connector aansluiten

Om een printer aan te sluiten via de printerconnector, gaat u als volgt te werk:
nN
78
Hardware gids
1 Steek de printerkabel (1) die werd geleverd met de printer in de printerconnector (2) (aangeduid met
het symbool ).
2 Steek het netsnoer (3) van de printer in een stopcontact.
Vóór u de printer gebruikt, moet u m ogelijk eerst de printerinstellingen wijzigen in het programma Sony Notebook Setup.
Schakel de notebook en de printer uit en trek de netadapter en het netsnoer uit vóór u de printer aansluit.
Randapparatuur aansluiten

Een i.LINK™-apparaat aansluiten

Uw notebook is voorzien van een i.LINK™-connector (IEEE1394) waarmee u een i.LINK™-apparaat (bv. een digitale videocamera) kunt aansluiten of waarmee u twee VAIO-notebooks met elkaar kunt verbinden om
Hardware gids
bestanden te kopiëren, te verwijderen of te bewerken. De i.LINK™-connector van uw notebook levert geen stroom voor externe apparaten die doorgaans stroom ontvangen via een i.LINK™-connector. De i.LINK™-connector ondersteunt transmissiesnelheden van maximum 400 Mbps. De eigenlijke transmissiesnelheid is echter afhankelijk van de transmissiesnelheid van het externe apparaat. Welke i.LINK™-functies beschikbaar zijn, is afhankelijk van de gebruikte toepassing. Voor meer informatie verwijzen we naar de documentatie die werd geleverd bij uw software. De i.LINKTM-kabels die compatibel zijn met uw VAIO-notebook zijn onder meer kabels met de volgende artikelnummers: VMC-IL4415 (een 1,5 meter lange kabel met een 4-pins connector aan elk uiteinde), VMC-IL4408Series (een 0,8 meter lange kabel met een 4-pins connector aan elk uiteinde).
Twee VAIO notebooks met elkaar verbinden (pagina 80) Een digitale videocamera aansluiten (pagina 80)
Een i.LINK™-verbinding met andere compatibele apparaten is niet volledig gegarandeerd.
De i.LINK™-verbinding varieert afhankelijk van de toepas sing, het besturingssysteem en de i.LINK™-compatibele apparaten die u gebruikt. Voor
meer informatie verwijzen we naar de documentatie die werd meegeleverd met uw software.
Contro leer de gebruiksvoorwaarden en de besturingssysteemcompatibiliteit van i.LINK™-com patibele PC-randapparaten (harde-schijfstation,
CD-RW-station, ...) vóór u deze aansluit op uw notebook.
nN
79
Randapparatuur aansluiten

Twee VAIO notebooks met elkaar verbinden

U kunt bestanden kopiëren, bewerken of verwijderen op een andere VAIO computer die via een optionele i.LINK™-kabel is aangesloten op uw notebook. U kunt ook een bestand afdrukken op een printer die is
Hardware gids
aangesloten op een andere VAIO notebook.

Een digitale videocamera aansluiten

Om een digitale videocamera aan te sluiten op de notebook, gaat u als volgt te werk:
1 Steek het ene uiteinde van de i.LINK™-
kabel (1) in de i.LINK™-connector (2) van de
notebook en het andere uiteinde in de DV-
uitgang (3) van de digitale videocamera.
2 Start de toepassing DVgate.
Bij digitale videocamera's van Sony zijn de connectors met de
aanduiding DV Out, DV In/Out of i.LINK™ iLINK™-
compatibel.
De digitale videocamera van Sony is maar een voorbeeld.
Mogelijk moet uw digitale videocamera anders worden
aangesloten.
Als uw digitale videocamera is voorzien van een Memory
Stick™-sleuf, kunt u opgenomen beelden of videoclips
kopiëren naar de notebook via een Memory Stick™. Om dit
voor elkaa r te krijge n hoeft u alleen maar afb eeldi ngen naar de Memory Stick™ te kopiëren en vervol gens een s peciale PC-kaart-adapter te g ebruiken
om deze in de computer te plaatsen.
U kunt niet werken met afbeeldingen die op een Memory Stick™ bewaard zijn wanneer u een i.LINK™- connectie aan het gebruiken bent.
nN
80
Randapparatuur aansluiten

Aansluiten op een LAN

U kunt uw notebook aansluiten op netwerken van het type 10BASE-T/100BASE-TX via een Ethernet­netwerkkabel. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de gedetailleerde instellingen en de apparaten die
Hardware gids
nodig zijn voor de aansluiting op het netwerk.
De standaardinstellingen maken het mogelijk om uw notebook aan te sluiten op het netwerk.
Meer informatie over de aansluiting van uw notebook op een netwerk vindt u in het deel Hardwareproblemen oplossen (Hardware troubleshooting)
op de website van VAIO-Link:
Hoe netwerkproblemen oplossen
! Steek geen telefoonkab el in de netwerkaansluiting van uw n otebook.
nN
81

Ondersteuning

Hardware gids
nN
82
Ondersteuning
Dit deel beschrijft hoe u hulp en ondersteuning kunt krijgen van Sony, en geeft tips voor het oplossen van problemen met de notebook. Sony biedt verschillende ondersteuningsopties voor uw notebook aan.

Sony-ondersteuningsopties

Indien u meer wilt weten over de on line documentatie bij uw notebook, ga dan naar Documentatiepakket (pagina 9).

Overige informatiebronnen

De online helpbestanden bij de software voor instructies voor het gebruik van de software. De VAIO-Link website: Als er problemen met de computer zijn, bezoekt u de VAIO-Link website voor
hulp bij het oplossen van deze problemen. Ga naar: http://www.vaio-link.com
e- Support: Dit interactieve gedeelte van onze website http://www.vaio-link.com laat u toe contact op
te nemen met ons toegewijd support team via het internet. Via een gepersonaliseerde account, kunt u
uw technische vragen met gemak melden.
De VAIO-Link helplijnen: Alvorens contact op te nemen per telefoon met VAIO-Link, probeert u het
probleem op te lossen door de online en gedrukte documentatie te lezen.
Bezoek de andere websites van Sony:
www.club-vaio.com als u meer te weten wilt komen over VAIO en deel wilt uitmaken van de
groeiende VAIO-gemeenschap.
www.sonystyle-europe.com voor het online aanschaffen van producten.
www.sony.com voor overige Sony producten.
U kunt de hier beschreven online voorzieningen pas raadplegen nadat er een internetverbinding tot stand is gebracht.
Ondersteuning
Hardware gids
nN
83

e-Support

Wat is e-Support?
U heeft onze handleidingen doorgenomen, bent op onze website (www.vaio-link.com) geweest, maar u heeft geen antwoord gevonden op uw vraag/probleem. e-Support is de ideale oplossing voor u!
Ons e-Support webportaal is een interactieve website waarnaar u eender welke technische vraag kunt sturen betreffende uw VAIO en waar een toegewijd ondersteuningsteam klaar staat om u te antwoorden.
Iedere vraag resulteert in een uniek 'gevalnummer' dat voor een vlotte communicatie tussen u en het e­Support Team zorgt.
Wie kan e-Support gebruiken?
Alle geregistreerde VAIO-klanten hebben recht op een onbeperkte toegang tot het VAIO-Link e-Support webportaal.
Hoe krijg ik toegang tot het e-Support-portaal?
Wanneer u uw VAIO computer on line registreert op Club-VAIO (www.club-vaio.com), zal u automatisch enkele uren later een e-mail ontvangen met de link naar het e-Support webportaal, uw klant-ID en enige basisregels.
Het enige dat u dient te doen is uw account te activeren door op de link in de e-mail te klikken. U bent nu klaar om uw eerste vraag naar ons te sturen! U kunt het e-Support webportaal vanaf eender welke computer met een actieve internetverbinding
bereiken. Op het e-Support webportaal is een compleet helpbestand beschikbaar dat u helpt onze e-Support service
te gebruiken.
Ondersteuning
Hardware gids
nN
84
Kan ik vragen versturen in mijn moedertaal?
Omdat u in contact zal zijn met ons e-Support Team via een portaal, dat u rechtstreeks verbindt met onze centrale database, zal e-Support enkel vragen ontvangen en behandelen die in het Engels zijn opgesteld.
Kan ik mijn vragen op ieder moment versturen?
Ja, u kunt uw vragen 24 uur per dag, 7 dagen per week versturen. Hou er, desondanks, rekening mee dat ons e-Support Team uw vragen slechts van maandag tot vrijdag tussen 8 am en 6 pm kan beantwoorden.
Wat kost mij het gebruik van e-Support?
Helemaal niets. Dit is een gratis dienst aangeboden aan alle geregistreerde VAIO-klanten!
Hoe weet ik wanneer het e-Support Team mijn vraag/geval beantwoord heeft?
Van zodra uw geval door ons e-Support Team behandeld werd, ontvangt u een e-mail met de bevestiging dat uw geval geüpdatet werd.
Ondersteuning
Hardware gids
nN
85

Probleemoplossing

Dit deel beschrijft hoe u eenvoudige problemen oplost die zich zouden kunnen voordoen met uw notebook. De oplossing is vaak simpel. Probeer steeds de voorgestelde oplossing vóór u VAIO-Link contacteert.
Info over de computer en de software (pagina 86) Info over het beeldscherm (pagina 90) Info over discs en diskettes (pagina 91) Info over geluid (pagina 94) Info over de modem (pagina 95) Info over randapparaten (pagina 96) Info over digitale video-opnames en DVgate (pagina 98) Info over energiebeheer (pagina 99)
Ondersteuning
Hardware gids
nN
86

Info over de computer en de software

Mijn computer start niet op
Controleer of de batterij goed in de computer zit en opgeladen is. Als dit het geval is en u kunt de
computer toch niet opstarten, verwijder dan de batterij om er zeker van te zijn dat de computer
uitsluitend op netstroom werkt.
Controleer of de computer rechtstreeks (zonder verlengsnoer) op een stroombron is aangesloten en of de
computer is ingeschakeld.
Controleer of het stopcontact werkt, door het te testen met een ander apparaat, zoals een lamp of een
radio.
Controleer of het aan/uit-lampje op de computer aangeeft dat de computer is ingeschakeld. Controleer of u de meegeleverde Sony netadapter gebruikt. Controleer of de kabels niet beschadigd of versleten zijn (bijvoorbeeld doordat de kabel tijdens het
transport om de netadapter gewikkeld is geweest).
Als het niet lukt om Windows
diskettestation aanwezig is.
Controleer of het netsnoer en alle kabels stevig zijn aangesloten. Als de computer op een noodvoeding of UPS (Uninterruptible Power Supply) is aangesloten, controleer
dan of deze is ingeschakeld en goed werkt.
Verwijder alle externe apparaten en kabels, inclusief de internetaansluiting. Verwijder eventuele extra geheugenmodules die na aanschaf van de computer zijn geïnstalleerd. Als u een extern beeldscherm gebruikt, controleer dan of dit op een stroombron is aangesloten en is
ingeschakeld. Controleer of u de weergave op de externe monitor hebt geselecteerd en of het contrast
en de helderheid correct zijn ingesteld.
Het kan zijn dat er condensvocht in de computer aanwezig is. Laat de computer minimaal een uur
uitgeschakeld staan en zet hem dan weer aan.
Als het bericht Press <F1> to resume, <F2> to enter setup verschijnt, moet het BIOS (Basic Input/
Output System) geïnitialiseerd worden.
®
te starten, controleer dan of er geen diskette in het (externe)
Ondersteuning
Hardware gids
nN
87
Het bericht Press <F1> to resume, <F2> to setup verschijnt bij het opstarten
Dit bericht geeft aan dat het BIOS (Basic Input/Output System) geïnitialiseerd moet worden.
Om het BIOS te initialiseren, zorgt u er eerst voor dat het diskettestation geen diskette bevat, waarna u als volgt te werk gaat:
1 Schakel de notebook uit. 2 Koppel alle aangesloten randapparaten los. 3 Zet de notebook aan en druk op <F2> als het logo van Sony wordt weergegeven.
Het BIOS-configuratiescherm wordt weergegeven.
4 Stel de datum in (maand/dag/jaar). 5 Druk op Enter. 6 Selecteer System Time met behulp van de pijltoetsen. 7 Stel de tijd in (uur:minuten:seconden). 8 Druk op Enter. 9 Selecteer het men u Exit met behulp van de pijltoetsen. 10 Selecteer Get Default Values met behulp van de pijltoetsen en druk vervolgens op <Enter>. Het
bericht Load default configuration now? verschijnt.
11 Selecteer Ye s en druk op <Enter>. 12 Selecteer Exit (save changes) met behulp van de pijltoetsen en druk op <Enter>.
Het bericht Save configuration changes and exit now? verschijnt.
13 Selecteer Ye s en druk op <Enter>.
Ik kan mijn computer niet uitzetten
Het verdient aanbeveling de notebook af te sluiten met de opdracht Uitschakelen in het menu Start van Windows®. Andere methoden, inclusief de methoden die hier zijn beschreven, kunnen ertoe leiden dat u niet-opgeslagen gegevens verliest.
Ondersteuning
Hardware gids
nN
88
Als u de notebook niet kunt afsluiten met de opdracht Uitschakelen, gaat u als volgt te werk:
1 Druk op <Ctrl>+<Alt>+<Delete>/<Suppr> om de notebook opnieuw op te starten. Het dialoogvenster
Windows Taakbeheer wordt weergegeven.
2 Klik op Nu beëindigen en vervolgens op Uitschakelen.
Als dit niet werkt, houdt u de aan/uit-knop minstens 4 seconden ingedrukt.
Hiermee schakelt u de stroom uit.
Trek de netadapter uit de notebook en verwijder de batterij uit de notebook.
De computer of een toepassing reageert niet meer
Als u vermoedt dat een bepaalde toepassing het systeem heeft doen vastlopen, kunt u als volgt proberen
deze toepassing te stoppen:
1 Druk tegelijkertijd op <Ctrl>+<Alt>+<Delete>/<Suppr>.
Het scherm van Windows Taakbeheer wordt weergegeven.
2 Blader door de lijst, totdat u een toepassing ziet met de status Reageert niet. 3 Selecteer deze toepassing in de lijst en klik op Taak beëindigen.
Windows® probeert nu de desbetreffende toepassing te beëindigen.
Als dit niet lukt, wordt er een tweede dialoogvenster weergegeven.
4 Selecteer nogmaals Taak beëindigen.
Als de bovenstaande methode niet werkt, of als u niet weet welke toepassing het systeem heeft doen
vastlopen, schakelt u de computer als volgt uit:
1 Klik op de knop Start. 2 Selecteer Computer uitschakelen en selecteer vervolgens Afsluiten in het dialoogvenster dat nu
wordt weergegeven.
Als deze procedure niet werkt, moet u de aan/uit-knop schuiven of indrukken en dit gedurende
minimaal vier seconden. Hierdoor wordt de stroomtoevoer uitgeschakeld. Verwijder ook de stekker van
de computer uit het stopcontact.
Ondersteuning
Hardware gids
nN
89
Als de computer vastloopt tijdens het afspelen van een disc, stopt u de disc door op de ejectknop van het
stationte drukken. Start vervolgens de computer opnieuw op.
Als het bericht Toepassing reageert niet wordt weergegeven, klikt u op Nu beëindigen. Bedenk wel
dat niet-opgeslagen gegevens hierbij verloren gaan.
Als dit probleem zich vaker voordoet:
Neem voor technische ondersteuning contact op met de fabrikant of leverancier van de software.
Controleer of de software wel compatibel is met uw apparatuur en besturingssysteem.
Installeer de software opnieuw.
Mijn touchpad interpreteert een enkelvoudige tik als een dubbelklik
Dubbelklik op het pictogram Muis in het Configuratiescherm en wijzig de knoptoewijzingen in het dialoogvenster Eigenschappen voor Muis. Een van de knoppen is toegewezen aan de actie 'dubbelklikken'.
Mijn muis werkt niet
Als u een optionele USB-muis van Sony gebruikt, controleert u of het juiste stuurprogramma en de juiste
muissoftware correct zijn geïnstalleerd.
Controleer of de USB-muis is aangesloten op de USB-connector.
Ondersteuning
Hardware gids
nN
90

Info over het beeldscherm

Het scherm is helemaal leeg
Controleer of het aan/uit-lampje op de computer brandt. Controleer of de batterijen goed geïnstalleerd en opgeladen zijn. Als u op netstroom werkt, controleert
u of de aansluiting op het stopcontact in orde is.
Als u een extern beeldscherm gebruikt, controleer dan of dit op een stroombron is aangesloten en is
ingeschakeld.
Regel de helderheid van het scherm. Het beeldscherm van de computer is mogelijk in de Standby-stand. Als dit het geval is, drukt u op een
willekeurige toets om het scherm te activeren. Het duurt enige seconden voordat de inhoud van het
scherm wordt weergegeven.
Het beeldscherm van de computer is mogelijk in de Slaapstand. Als dit het geval is, drukt u op de aan/
uit-knop om het systeem te activeren. Het duurt enige seconden voordat de inhoud van het scherm
wordt weergegeven.
Mogelijk is de weergave op de externe monitor ingesteld. Houd de <Fn>-toets ingedrukt en druk
meermaals op <F7>.
Het venster dat ik net heb gesloten, staat nog steeds op het scherm
Druk op <F5> om het scherm te verversen, of Druk tweemaal op de Windows
®
-toets + <D> om het scherm te wissen.
Het beelscherm op mijn extern scherm is niet gecentreerd of niet goed geproportioneerd
Regel het beeld met behulp van de regelknoppen op de externe monitor.
Ondersteuning
nN
91

Info over discs en diskettes

Mijn station gaat niet open
Hardware gids
Zorg ervoor dat de computer ingeschakeld is en druk vervolgens op de ejectknop van het optisch station. Klik op Start en selecteer Deze computer. Klik met de rechtermuisknop op het optisch station en
selecteer Schijf uitwerpen.
Als de bovenstaande oplossingen niet werken, probeert u het volgende:
Zorg dat de computer UIT staat. Open de schijflade door een scherp, puntig voorwerp (bijvoorbeeld een
paperclip) in de opening naast de ejectknop te steken.
Ik kan een disc niet afspelen
Wacht na het plaatsen van de disc enkele seconden voordat u deze gaat gebruiken, zodat het systeem
de kans krijgt de disc te detecteren.
Zorg ervoor dat de bedrukte kant van de disc zich aan de buitenkant of aan de bovenkant bevindt,
afhankelijk van het gebruikte optisch station.
Als er software vereist is voor het werken met de disc, zorg er dan voor dat de software is geïnstalleerd
volgens de instructies van het programma.
Controleer het volume van de luidsprekers. Reinig de disc met een geschikt schoonmaakmiddel. Zorg ervoor dat de computer uitsluitend op netstroom werkt en probeer de disc opnieuw af te spelen. Het kan zijn dat er condensvocht in de computer aanwezig is. Laat de computer minimaal een uur
uitgeschakeld staan en zet hem dan weer aan. Verwijder de batterij terwijl u wacht tot het condensvocht
verdwijnt.
Ondersteuning
Hardware gids
nN
92
Ik kan geen DVD afspelen
Als tijdens het gebruik van de DVD-speler een waarschuwing i.v.m. de regiocode verschijnt, is het
mogelijk dat de DVD die u tracht af te spelen incompatibel is met het DVD-station in uw notebook. De
regiocode staat op de verpakking van de DVD.
Als u geluid hoort maar geen beeld krijgt, is de beeldresolutie van uw notebook mogelijk te hoog
ingesteld. Wijzig de resolutie via Configuratiescherm - Beeldscherm naar een lagere resolutie.
Als u wel een beeld ziet maar geen geluid hoort, controleert u alle onderstaande punten:
Controleer of de functie van uw DVD-speler voor het dempen van het geluid uit staat.
Controleer de Volume instellingen bij Eigenschappen voor Geluiden en audioapparaten. Als u
externe luidsprekers hebt aangesloten, controleert u de volume-instellingen van de luidspreker van uw notebook en controleert u de aansluitingen tussen uw luidsprekers en de notebook.
Controleer in het Apparaatbeheer of de juiste stuurprogramma's correct zijn geïnstalleerd. Om de
Device Manager te starten, klik op Start, en vervolgens op Configuratiescherm. Dubbelklik op het pictogram Systeem. Klik op de knop Apparaa tbeheer op het tabblad Hardware.
Als de notebook tijdens het lezen van een schijf vastloopt, is het mogelijk dat dit wordt veroorzaakt
doordat de schijf vuil of beschadigd is. Indien nodig start u de notebook opnieuw op, verwijdert u de
schijf en controleert u of ze niet vuil of beschadigd is.
Controleer de PG instellingen (Parental Guidance - Ouderlijke richtlijnen) in uw DVD software. Wanneer
dit actief staat, is het mogelijk dat u sommige DVDs niet kunt afspelen.
De standaard DVD-regiocode op u w notebook is 2. Wijzig deze instelling niet via de functie Region Code Change in Windows
softwaretoepassing. Systeemstoringen veroorzaakt doordat de gebruiker de DVD-regiocode wijzigde vallen niet onder de garantie en wo rden enkel
gerepareerd tegen betaling.
Als u het Beeldscherm pictogram niet onmiddellijk te zien krijgt nadat u op Configuratiescherm hebt geklikt, klik dan op Klassieke weergave
aan de linkerkant.
®
of via een andere
Ondersteuning
Hardware gids
nN
93
Mijn diskettestation kan niet op de diskette schrijven
De diskette is beveiligd tegen schrijven. Schuif het wispreventienokje weg of gebruik een diskette die
niet tegen schrijven is beveiligd.
Controleer of de diskette juist in het (optionele) diskettestation zit. Mogelijk is uw diskette beschadigd. Plaats een andere diskette en probeer het opnieuw.
De leessnelheid van de CD-RWs is traag
Over het algemeen is de leessnelheid van de CD/DVD-RW trager dan die van een -ROM of van een -R. De leessnelheid kan ook afhangen van het formaattype.
De lader komt eruit hoewel de blokkeringshendel is vastgeklikt
Zorg ervoor dat de disc in de lade ligt met het label naar boven gericht. Maak de disc en de lens van het disc-station schoon met een geschikt schoonmaakmiddel. Mogelijk is de disc bekrast. Plaats een andere disc om na te gaan of dit de reden is. Mogelijk bevat het station condens. Verwijder de disc en laat het station ongeveer één uur open staan.
Neem de batterij uit terwijl u wacht tot het condensvocht verdwijnt.
Ondersteuning
nN
94

Info over geluid

Er komt geen geluid uit mijn luidsprekers
Hardware gids
Mogelijk is de ingebouwde luidspreker uitgeschakeld. Druk op <Fn>+<F3> om de luidspreker in te
schakelen.
Mogelijk staat het luidsprekervolume op de laagste stand. Druk op <Fn>+<F4> en druk vervolgens op
of om het volume te verhogen.
Als de notebook op de batterijstroom werkt, controleert u of de batterij juist is geplaatst en is
opgeladen.
Als u een toepassing met een eigen volumeregeling gebruikt, controleert u of het volume aan staat. Controleer de volumeregelingen in Windows Als u externe luidsprekers gebruikt, controleert u of de luidsprekers juist zijn aangesloten en of het
®
.
volume aan staat. Als de luidsprekers zijn voorzien van een knop om het geluid te dempen, controleert
u of deze knop uit staat. Als de luidsprekers werken op batterijen, controleert u of de batterijen juist zijn
geplaatst en of ze zijn opgeladen.
Als u een audiokabel hebt aangesloten op de hoofdtelefoonconnector, trekt u de kabel uit.
Mijn microfoon werkt niet
Als u een externe microfoon (optioneel) gebruikt, controleert u of de stekker van de microfoon in de microfoon-connector zit.
Ondersteuning
Hardware gids
nN
95

Info over de modem

Mijn interne modem werkt niet of kan geen verbinding maken
Controleer of de stekker van de telefoonlijn in de notebook zit. Zorg ervoor dat de modem het enige apparaat is dat is aangesloten op uw telefoonlijn. Controleer of de telefoonlijn werkt. U kunt de lijn controleren door een gewone telefoon aan te sluiten
op de telefoonlijn en na te gaan of u een kiestoon hoort.
Controleer of het telefoonnummer dat het programma kiest juist is. Mogelijk is de kiesmodus van de modem niet compatibel met uw telefoonlijn. Mogelijk werkt de modem niet behoorlijk als u zich bevindt achter een Private Automatic Branch
eXchange (PABX - automatische huistelefooncentrale).
Controleer in het dialoogvenster Telefoon - en modemopties (Control Panel / Tel e fo on - e n
modemopties of uw modem vermeld staat op het tabblad Modems en of de locatiegegevens op het
tabblad Kiesregels juist zijn.
Als u het pictogram Telefoon - en modemopties niet ziet, klik in het Configuratiescherm op Klassieke weergave aan de linkerkant.
Werken met de modem gaat traag
De verbindingssnelheid van de modem wordt beïnvloed door vele factoren, zoals lijnruis of de compatibiliteit met communicatieapparaten (bv. faxtoestellen of andere modems). Als u vermoedt dat uw modem geen goede verbinding maakt met andere computermodems, faxtoestellen of uw Internet-provider, controleert u de volgende zaken:
Laat uw telefoonmaatschappij controleren of uw telefoonlijn vrij is van lijnruis. Als het probleem te maken heeft met een fax, controleert u of er geen problemen zijn met het faxtoestel
waarmee u een verbinding tracht te maken en of dit toestel compatibel is met faxmodems.
Als u problemen hebt om een verbinding te maken met uw Internet-provider, controleert u of de
Internet-provider niet kampt met technische problemen.
Ondersteuning
Hardware gids
nN
96
Als u beschikt over een tweede telefoonlijn, sluit u de modem aan op die lijn en probeert u opnieuw een
verbinding te maken.

Info over randapparaten

Ik kan geen i.LINK™ connectie maken tussen twee VAIO computers
Koppel de i.LINK™ kabel eerst los en sluit de kabel daarna opnieuw aan. Heeft u na enige tijd nog geen
connectie, herstart dan beide computers.
Komt één van de computers uit een energiebesparende modus, dan kan de connectie gestoord zijn. In
dat geval moet u, voor u de i.LINK™ kabel aansluit, uw computer volledig herstarten .
Ik kan geen DV-apparaten gebruiken. Het bericht 'DV equipment seems to be disconnected or turned off' verschijnt
Controleer of het DV-apparaat is ingeschakeld en of de kabels juist zijn aangesloten. Als u meerdere i.LINK™-apparaten gebruikt, is het mogelijk dat de combinatie van de aangesloten
apparaten een onstabiele werking veroorzaakt. In dit geval schakelt u de stroom van alle aangesloten
apparaten uit en koppelt u de apparaten die u niet gebruikt los. Controleer de verbinding en schakel
vervolgens de stroom opnieuw in.
Gebruik de handmatige import/exportfunctie in DVGate Motion als zich problemen voordoen met
camera's van een andere leverancier dan Sony.
Het verdient ten zeerste aanbeveling enkel i.LINK™-kabels van Sony te gebruiken, omdat andere
merken problemen kunnen veroorzaken met de i.LINK™-apparaten.
Mijn PC Card werkt niet
Controleer of de PC Card compatibel is met uw versie van Windows
®
.
Ondersteuning
Hardware gids
nN
97
Ik kan niet afdrukken
Controleer of alle kabels van de printer goed zijn aangesloten. Controleer de connectoren om te zien of er pinnen verbogen zijn of ontbreken. Raadpleeg de handleiding bij de printer voor informatie over het oplossen van problemen. Voer (indien beschikbaar) een zelftest van de printer uit om te zien of de printer zelf nog goed werkt.
Raadpleeg de handleiding bij de printer voor meer informatie.
Probeer de printer opnieuw te installeren. Voor bepaalde printers geldt een specifieke
installatieprocedure. Raadpleeg de handleiding bij de printer.
Controleer of de printer op de juiste manier is geconfigureerd en of de stuurprogramma's recent zijn.
Raadpleeg indien nodig de leverancier.
De standaardinstelling voor de printerpoortmodus is geschikt voor de meeste printers. Als het niet lukt om af te drukken, kunt u als volgt proberen de printerpoortmodus te wijzigen:
1 Start de computer opnieuw op. 2 Druk op <F2> zodra het Sony logo verschijnt.
Het BIOS instellingenmenu wordt weergegeven.
3 Gebruik de pijltoetsen op het toetsenbord om het menu Advanced te selecteren. 4 Informatie over de printerpoortmodus vindt u in de documentatie bij de printer. 5 Als de printerpoort is ingesteld op ECP, wijzigt u deze waarde voor HP printers in Bidirectional
(Bidirectioneel).
Als de printerpoort is ingesteld op Bidirectional, wijzigt u de waarde in ECP.
6 Selecteer Parallel Port Mode en druk vervolgens op <Enter>. 7 Selecteer met behulp van de pijltoetsen een printerpoortmodus en druk op <Enter>. 8 Druk op <F10> en sla de nieuwe configuratie op.
De computer wordt nu opnieuw opgestart.
Ondersteuning
Hardware gids
nN
98
Als het nog steeds niet lukt om af te drukken, kunt u als volgt proberen de printerverbinding opnieuw in te stellen:
1 Klik op het pictogram van de printer die op uw computer is geïnstalleerd. 2 Klik in het menu Printertaken op Eigenschappen voor printer instellen. 3 Bekijk de verschillende tabbladen en controleer of u misschien abnormale instellingen opmerkt. Als u
twijfelt, raadpleegt u de helpdesk van de printerfabrikant voor informatie over de juiste installatie van
de printer.
4 Start de computer opnieuw op.

Info over digitale video-opnames en DVgate

Als ik beelden naar een digitaal videotoestel wil wegschrijven met DVgate, verschijnt er op mijn systeem het bericht 'Recording to DV device failed. Check the power and cable connections to the DV device and try the operation again...'
Sluit alle geopende toepassingen en start de notebook opnieuw op. Deze fout wordt soms veroorzaakt
door het frequent opnemen van beelden op een digitaal videoapparaat terwijl u DVgate gebruikt.
U kunt bestanden alleen doorsturen naar het DV-apparaat als dit apparaat is voorzien van een DV-
ingang/uitgang.
Ondersteuning
nN
99

Info over energiebeheer

De instelling voor energiebeheer doet het niet
Hardware gids
Het besturingssysteem van uw notebook kan onstabiel worden als een lagere energiestand, zoals de Slaapmodus, wordt geactiveerd en vervolgens gewijzigd vóór de notebook volledig is overgeschakeld op deze lagere energiestand.
Om de normale stabiliteit van de notebook te herstellen, gaat u als volgt te werk:
1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Druk op de aan/uit-knop en houd deze vier seconden of langer ingedrukt om de notebook uit te
schakelen.
Loading...